Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht augustus 1989

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: augustus 24 1989

augustus 1989

Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationals rekeningen

Met volume van de industriele produktie was in juni, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 2% kleiner
dan in mei. In het eerste halfjaar van 1989 lag het gemiddelde produktieniveau 3% boven dat van
het overeenkomstige tijdvak een jaar eerder. Het indexcijfer van de orderpositie in de industrie,
gemeten in de Conjunctuurtest, is in juni opnieuw gestegen. Het volume van de in- en uitvoer van
goederen steeg in mei met respectievelijk 7% en 9% ten opzichte van de overeenkomstige
maand in 1988. In de eerste vijf maanden van dit jaar is de voor prijsveranderingen gecorrigeerde
consumptie door gezinnen relatief sterk gestegen. Het volume van de totale bruto investeringen in
vaste activa nam in het eerste kwartaal van dit jaar met 5% toe. Het Bruto Binnenlands Produkt tegen
marktprijzen kende in het eerste kwartaal een volumegroei van 2,8%. Het prijsindexcijfer van de
gezinsconsumptie is tussen midden juli en midden juni met 0,3% gestegen. De producentenprijzen
gaven in juni afnemende stijgingen te zien. Ultimo maart was het aantal waargenomen banen van
werknemers 111 000 hoger dan een jaar daarvoor. Het door uitzendkrachten gewerkte aantal uren was
in het tweede kwartaal van dit jaar 13% groter dan in dezelfde periode van 1988.
Dit blijkt uit de gegevens die op 17 augustus augustus beschikbaar waren. In de Focus wordt ingegaan
op de ontwikkeling van de industriele produktie in het eerste halfjaar van 1989.

Produktie
Het volume van de gemiddelde dagproduktie in de industrie
was, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, in juni 2% kleiner
dan in mei. Het produktievolume in de nijverheid (excl. de
bouw) lag 1% onder dat van de voorgaande maand. Vergeleken met juni vorig jaar bedroeg de toename van
de industriele produktie 3%. Volgens de uitkomsten van de
Conjunctuurtest is de orderpositie van de industrie in juni
opnieuw verbeterd. Nadat het indexcijfer (1984 = 100)
vanaf maart op het hoge niveau van 123 was blijven staan,
steeg het in juni naar 124. In het eerste halfjaar van 1989 lag
dit cijfer ongeveer 20 indexpunten boven dat van dezelfde
periode van 1988. Uit de beantwoording van de kwartaalvragen bleek dat de bezettingsgraad van de produktieinstallaties zich in juni heeft gehandhaafd op het hoge
niveau van maart (86%).

Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerdl

Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in mei 7% groter dan in de overeenkomstige maand van 1988. De uitvoer
groeide met 9%. In de eerste vijf maanden van dit jaar is de
invoer in vergelijking met dezelfde periode van 1988 met
5% toegenomen. De uitvoer groeide in dat tijdvak met 8%.
Consumptie
In de eerste vijf maanden van dit jaar was het volume van de
binnenlandse consumptie aanzienlijk groter (ruim 3%) dan
in het overeenkomstige tijdvak van 1988. Van de onderscheiden consumptiecategorieen namen de aankopen van
duurzame goederen het sterkst toe (5%). Het groeicijfer van
de consumptie van voedings- en genotmiddelen Met een
relatief sterke stijging zien. In de eerste vijf maanden van dit
jaar groeide het volume van deze categoric met 4%. Over

Binnenlandse consumptie (volume)

I n d e x c i j f e r s 1980 = 100

Indexciifera 1980 – 100

(A) •> voortschrijdend 3-naaridsgenlddelde

(A) ‘ voortschrtjdend iz-«aandsge*lddelde
. . . . . . . duurzaae goederen
…..

120-

iqo-

110100-

90

_L_L.L_L_I_I__L I I I I I
1

80

’85

’89

A

S

O

N

O

1907

ESB 23-8-1989

J

F

M

A

M

/\

J

J

198B

A

S

O

N

D

J

F

M

A

M

J

J

1989

833

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
gemidd.

1988

1988
e

3 kw.

1989
e

Trend2′

1989

e

4 kw.

1 kw.

2″ kw.

april

mei

juni

juli

3
-2

3
5
3
1
-2
3
3
9
5
4
0
4
2
-6

5
15
4

9
35
4

4
10
4

3

-1

4

4

7

10

26

3

-12

-18

I++

4

7
9
3
4
5
6

I-H-

3

9

-17

-8
17
11
8

I++
1
I-HI-HI-H-

VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en ledermdustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
Buiten/andse hands/ (goederen)
Invoer. totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie
Uitvoer. totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie

3
3
3
1
1
2
8
7
3
2
4

2
2

0
6
5
4
12
0

7

1
1
1
0

-3
3
6
4
1
2
-2
-2

2
-11
6
6
11
3
4
7

5

1
-11
4
2
1
6
4
4
8
8
4

Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

4
4

4
4
7
7

6

3
-3
20

4
14
1
1
4
9

7
7

6
4

5

3
18
11
8

5
11
6

5
4
-1
6
5

Consumpt/eve bestedingen van gezinnen
Binnenlaridse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

4

6
-1

8
9
-9

5
6

2
1
2
2

3
2
6
2

0
2

12

4

0
3
3
3
3
9
9
9
3
2
38
3
5
-1
-1
5
2

6

2

10

8
10

13
11
13

-2

1
1

2

1
1
-1
2

2
1

2

6

7

6
-1
-4
10
3

9
3
13
9
11

50
5
3

3
4

2
-1

6
2

0
3

6

2

9

3

7

2

9
4

5

-3

-9

8
-1
2,8
2,5
2,4

1,1

2,6
1,9

4

5,9
8,9
-2
9
8
6
7
0.8
1,1
1.6
0,4
11

I++

I-HI-H-

6
8
9

1+
1+
1
+
1+

4

2,8
2,9
2,4

0,9
0
1
3
1
3
0,9

I-H1

5
6
1

2,4
2,1

I-MI-HI++
1+
1+
1+

5
6
-1
10
-1
7

7
-2

1+
1+
1+
1
1
1+
1+

2
-5
3

2,3

1,5

2,2

1,7

2,6

0,9

-1,5

-2,3
-4,6

3,0
2,6
2,8

2,9

I-HI++
-1
1+
1+
1+

PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik
Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen. excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering

-4.4
1

-3
0
-2
0
2,1
1.4
-1,4
-0,5
-2

-3
-6
-6
-9
-6
-0,7

0,9
-0.2
1
0
2
1
2
0,7

0
3
5
3
4

1.0
1,0
0.0

6,4
10.8

1,0
1,1
1.6
0,2
13

1.1

0.3
12

6,7
11,3
0
11
9
11
11
1,0
1,1
1.6
0,2
16

3

I-H-

12
25
0

11
30
-8

13
28
-11

15
24
-10

I++
1

123
-1

1 23
-2
2

6,7

12,0
-1
10

1.0
1,1
1.6
0,2
14

-17

0,8
0,3
1,0
-2

-1
4
-15

2
-9
2

4
-17

6
14
6

14

12

-8

27
-1

28
-7

84
102
-14
3

85
107
-6
2

85
109
-4
2

85
114
-4
1

86

123
0
2

2
2
1
1
4
1
3

3
6
1
3
4
2
8
433

3
7
1
2

3
5
1
3
5
3
5
412

2
2
1
1
4
3
9
426

2,9
5
11

1+
I++
1
1+
I++
1+
I-H1

86

119
-1
3

8
9
9
1.1
1.1

5,7
9,1

0,4
1,4

0,7

1.0

0,3
1,1
2

1.1

1.6

1
1
I

OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen ‘ ‘
(in %)
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen

28
-15

Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie”
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1′ (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstveriening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen3′
(x 1 000)
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties

(in %)
(in %)
(in %)

0
-1
-1

-3
0
2

3,5
4
8
8
8
5.3
6,3
8,0

3,4
8
4
7
0
4,4
5,2
6,3

1,3
2
9
7
11

3,7
4,4
6,1

4

3
8
428
1.4
1
10
6
15
3,9
5,0
6,3

7

18
4,2
5,2
6,1

2

I++

1+
1+
|

13
376

1+
1+
1+
I++

387

376

4,0

4,5

4
12
5
22

9
11

4,8
5
11
4
21
5,5
6,8
7,3

5,0
6,0
6,8

1 24
2
3

3
21
5,7
6,6
7,2

5,5

6,3
7,0

388

•
•
6,0
6,8
7,2

•
•
6,0
6,9
7,1

1+
1+
I++
1++
I-HI-HI++
I-H-

1

) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—1: kleiner dan -5%; -I: tussen -6% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
3
> Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
21

834

j

het jaar 1988 als geheel was de toename amper 1%. De voor
prijsveranderingen gecorrigeerde aankopen van de overige

ber 1988 waarneembare trend van steeds sneller stijgende
prijzen van de buitenlandse goederenhandel.

goederen en diensten stegen in de genoemde periode met
een kleine 3%.

Koersindex

Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het
vertrouwen van de consument in de economic in juli ten
opzichte van juni verder gestegen. Op de vijf vragen die aan
deze index ten grondslag liggen werden 15% meer positieve
dan negatieve antwoorden gegeven.

De CBS-koersindex voor aandelen algemeen bereikte in juli
gemiddeld de recordhoogte van 197 (1983 = 100). Deze
stijging heeft zich in de eerste helft van augustus voortgezet. Vanaf het dieptepunt van de index op 10 november
1987 is de index tot en met 17 augustus met 74% gestegen.

Investeringen

Arbeidsmarkt
Eind maart 1989 bedroeg het aantal waargenomen banen
van werknemers 4 838 000. Dit was ruim 111 000 ofwel
2.4% meer dan een jaar eerder. Deze groei van het aantal
banen was groter dan de toename in het eerste kwartaal van
1988 (2,1%), was ongeveer even hoog als de groei in het
tweede en derde kwartaal van 1988 (respectievelijk 2,4%
en 2,6%) en bleef achter bij de groei in het vierde kwartaal

In het eerste kwartaal van 1989 bedroeg de volumegroei
van de totale investeringen in vaste activa 5%. Dit stijgingspercentage is lager dan dat voor het jaar 1988 als geheel.
Deze groei is evenwel gerealiseerd ten opzichte van een
relatief hoog niveau in het eerste kwartaal van 1988. De
bruto investeringen door bedrijven namen in het eerste
kwartaal van 1989 toe met 6%; de overheidsinvesteringen
waren 1% groter. De investeringen afkomstig uit de bouwnijverheid waren in volume 4% groter dan in het eerste
kwartaal van 1988. Het verletpercentage is bij deze groei
van invloed geweest. Dit percentage bedroeg in het eerste
kwartaal van 1989 slechts 2,9%, een jaar eerder 7,7%. In
het winterkwartaal van 1985,1986 en 1987 was het gemiddelde verlet meer dan 30%. Het volume van de overige binnenlands geproduceerde investeringen was, evenals dat
van ingevoerde investeringsgoederen, 6% groter dan in het
eerste kwartaal van 1988.
Kwartaalrekeningen
Het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) tegen marktprijzen
was in het eerste kwartaal van 1989 in volume 2,8% groter
dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Deze groei is
ongeveer gelijk aan die in de laatste twee kwartalen van
1988. Ook andere ontwikkelingen van het laatste halfjaar
van 1988 hebben zich in het eerste kwartaal van 1989 voortgezet. Zo was de volumegroei van de nationale bestedingen
(1,5% t.o.v. het eerste kwartaal van 1988) kleiner dan die
van het BBP. Dit werd mede veroorzaakt door een grote
voorraadintering. Door de verslechtering van de ruilvoet
was de volumegroei van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI)
kleiner dan die van het BMP. Het BNI groeide met 2,4%.

Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie steeg tussen
midden juni en midden juli met 0,3%. Vergeleken met juli
1988 bedroeg destaging 1,1%. Het tempo van dezestijging
is in de eerste zes maanden van dit jaar nagenoeg constant

gebleven.
Het gemiddelde prijsniveau van de industriele afzet lag in
juni 0,3% onder het niveau van mei; het prijspeil van de
door de Industrie ingekochte goederen daalde met 0,4%.
Vergeleken met juni 1988 lagen de prijzen van de industriele afzet en het industriele verbruik respectievelijk 5,7%
en 9,1% hoger. Deze jaar-op-jaarmutaties zijn duidelijk (1
tot 3%) lager dan die in de maanden maart, april en mei.
Het prijspeil van de invoer van goederen lag, evenals het
prijspeil van de uitvoer, in mei 11 % boven het niveau van een
jaar eerder. Dit betekent een continuering van de na novem-

Bruto Binnenlands Produkt (volume)

van 1988

(3,0%). De groei van het aantal waargenomen

banen vond in het eerste kwartaal van 1989 vooral plaats in
de bedrijfstakken handel, horeca en reparatie (+ 40 000,
ofwel een stijging van het aantal banen in deze bedrijfstak
met 4,8%), het bank- en verzekeringswezen en de zakelijke
dienstverlening (+ 35 000 ofwel 6,4%)
en in de overige
dienstverlening en transport (+ 25 000 ofwel 1,8%). De toename bij de handel, horeca en reparatie en bij de overige
dienstverlening (incl. transport) was ongeveer even groot
als de toename in het eerste kwartaal van 1988.
De
groei bij het bank- en verzekeringswezen en de zakelijke
dienstverlening overtrof die van vorig jaar ruimschoots (zie
grafiek 4).
Het door uitzendkrachten gewerkte aantal uren was in het
tweede kwartaal van dit jaar bijna 13% groter dan in hetzelfde kwartaal van 1988. Sinds het begin van de reeks in
1986 werd nog niet een dergelijk hoog groeicijfer gemeten.
In het eerste kwartaal van 1989 bedroeg de groei ruim 9%,
over 1988 als geheel werd een toename van 8% waargenomen.

Geld en krediet
Eind mei bedroeg het spaartegoed van particulieren ruim
160 miljard gulden. Dit bedrag was 4,8% groter dan een jaar
eerder. Een dergelijk hoog groeicijfer is vanaf februari 1987
niet meer voorgekomen.
De hier opgenomen indicatoren voor de lange termijn rente
en de korte termijn rente lieten in juli een tegengestelde ontwikkeling zien. Het rendement op staatsobligaties daalde
van gemiddeld 7,2% in juni naar 7,1% in juli; de daggeldmarktrente steeg van 6,8% naar ruim 6,9%. Het renteverschil tussen beide indicatoren is de afgelopen maanden
steeds kleiner geworden. In het eerste halfjaar van 1989
werd een verschil van 0,7%-punt gemeten, terwijl in 1988
het rendement op staatsobligaties nog 1,6%-punt hoger lag
dan de daggeldmarktrente.

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar, tenzij anders vermeld.

Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Groei aantal banen per betirijfstak
(ultimo cijfers eerste kuartaal t.o.v. vorig jaar *1 000)

Indexcijfers 1980 – 100
(A) – voortschrijdend 4-kwartaalageMiddelde
IB) – procentuele kwartaalautaties
t.o.v. voorgaand jaar

• as

\

\
III

1

IV

I

19B6

ESB 23-8-1989

banken.verzekeringan,zakelijke diensten

‘eg

1
II

1

1
III

1987

IV

I

1
II

III
1988

1

1
IV

I

1
II

1989

m II1II
’89

’88

’89

’88

’89

’88

transport,
overige diensten

’89

835

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in net buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/86 1987

1988

gemidd.

1988
3 kw.

e

4 kw.

Trend2′

1989

1989

e

e

1 kw.

e

april

2 kw.

juli

juni

Produktie nijverheid.

excl. bouwnijv. (volume)
1+

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie

I-H1+
1+

5
-3
2

Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
Verenigde Staten

1+
I-H-

Japan
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)11

1+
1+

Nederland
Prijzen consumptie
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

0,3
1.6
3.3
4,1
4,7

1,9
5,0
6,3
4,8
10,1

1.1
1,2
2,7
4,9
5,1

1,2
1,0
2,9
5,5
5,0

1.5
1,6
3,0
6,5
5,2

2,7
2,6
3,4
7,7
5.9

3,0

8,2
3,6

3.1

3,0
3,6
8,1
-2,3

3,1
3,0
3,6

3.0
3.7
8.3
6.5

3,2
3,0
3,6
8,3
6,5

5,3
2,9

5,2
3.0

5,4

5,4
1,0

Verenigde Staten
Japan

3,2
1,7

3.6
0.1

4,1
0,7

4,1
0,6

4,4
1.1

4.8
1,1

5,2
2,7

5,1

Europese Gemeenschap

6,3

2.1

3,6
0,7

3,8
0,9

4,1
1,0

4,9
0,8

5,4

Nederland

3,3
-0,7

5,3
1.1

2,4

1,0

1,0

1+
1+
1+
I++
I++

3,1
3,1
6,5

1+
3,0

1

1+
1,1


Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
‘ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
2* Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%, l+: tussen 2% en 5%; I-H-: groter dan 5%.

• = gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

Focus: Industrials produktie in eerste halfjaar van
1989 gestegen
en lederindustrie het produktievolume onder dat van de
eerste helft van 1988. In de voedings- en genotmiddelenindustrie bleef de groei beperkt tot 1%. De elektrotechnische Industrie, de papier- en grafische Industrie, de
chemische Industrie, de hout- en bouwmaterialenindustrie
en de rest metaal- en overige industrie kenden alle vijf een

In het eerste halfjaar van 1989 was het volume van de industriele produktie ruim 3% groter dan in het overeenkomstige
tijdvak van 1988. Deze stijging blijft achter bij de groei die
over 1988 als geheel (4%) werd gerealiseerd.
In de ontwikkeling van het volume van de industriele
produktie zijn vanaf 1980 globaal vier perioden te onderscheiden. In het tijdvak 1981 tot en met 1983 bleef de produktie gemiddeld onder het niveau van 1980. In 1984 en
1985 deed zich een groeispurt voor, waarbij in 1984 het
grootste accres van dit decennium werd verwezenlijkt. In de
periode 1986 en 1987 steeg het produktieniveau slechts in
geringemate. In 1988 en het eerste halfjaar van 1989 lagen
de groeicijfers weer duidelijk op een hoger niveau. Grafiek 5
illustreert de genoemde ontwikkeling met de weergave van
het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde, waarbij dit
gemiddelde aan het eind van de periode is geplaatst.

de basismetaalindustrie en de rubber- en kunststofverwerkende industrie werden de hoogste groeicijfers gerealiseerd.
Alleen in de rubber- en kunststofverwerkende industrie en
in de metaalindustrie (uitgezonderd de elektro en de basismetaal) overtroffen de groeicijfers over de eerste helft van
dit jaar die van het jaar 1988 als geheel.
Buiten de industriele bedrijfstakken nam het produktievolume in de delfstoffenwinnning in de eerste zes maanden

Binnen de Industrie deden zich in de eerste helft van dit jaar

van dit jaar met 9% toe. Mede door deze ontwikkeling steeg

uiteenlopende ontwikkelingen voor. Van de in label 1 onderscheiden bedrijfsklassen lag alleen in de textiel-, kleding-

de produktie in de nijverheid (exclusief de bouw) over deze
periode met 4%.

Produktie industrie (volume!
Indexcijfers 1980 – 100 (voortschr. 12-naandsgem.)

groei die weinig afweek van het industriele gemiddelde. In

Procentuele groei industriele produktie per bedrijfsklasse

I

8

5,
•I

1

s

6

:
3
(‘

4

0

c

r

p

5

t»

cp
.
4

(^1
r
<>

C1

[
P
<•

1I

836

1982

1983

1984

19BS

1986

1987

1988

ll9B9

K

? T

0

i

M i l
1981

3^

!! “

2

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 I 1 1
i ii inn i n in n i ii in n i ii in n I ii in n i ii in n I II III IV i ii m nil n

•i
c

-2

_

*= eerste halfjaar 1989 tov eerste hqlfjaar 1988

Q

= 1988 tov 1987

i