Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 2 1994

Statistiek

Figuur 2. Geregistreerde werklozen,
driemaandsgemiddelden x 1000
550

Algemeen conjunctuurbeeld
Van een aantal indicatoren die in het
Conjunctuurbericht zijn opgenomen,
is de ontwikkeling volgens de meest
recente gegevens betrekkelijk stabiel. De toename van het bruto binnenlands produkt in het derde kwartaal van dit jaar lag in dezelfde orde
van grootte als in beide voorgaande
kwartalen. Ook de groei van de industriële produktie is vrijwel even
hoog als in het tweede kwartaal. Het
vertrouwen van de consumenten en
ook dat van de ondernemers in de industrie is in de laatste maanden niet
duidelijk verbeterd. De groei van de
gezinsconsumptie is in de loop van
het jaar duidelijk afgenomen. De daling van de werkloosheid stagneert.
Andere indicatoren wijzen op een
verdere verbetering. De bezettingsgraad van de produktie-installaties
in
de industrie is in de loop van het jaar
toegenomen (figuur 1). Ook het herstel in de bouwnijverheid zet door.
Figuur 1. Bruto binnenlands produkt
en bezettingsgraad industrie

300

°Jmmjsn
1991

hoger dan in het tweede kwartaal.
Het cijfer over augustus-oktober is
even hoog als dat van het derde
kwartaal. De daling van de werkloosheid stagneert dus. Het verschil met
vorig jaar neemt nog steeds af. In het
eerste kwartaal van 1994 waren er
129 duizend werklozen meer dan
een jaar eerder. In het tweede kwartaal bedroeg het verschil met vorig
jaar nog 67 duizend. In de periode
augustus-oktober is het verschil verder afgenomen tot 46 duizend. Dit
komt doordat de werkloosheid sinds
juli nauwelijks meer daalt, terwijl er
vorig jaar in deze periode nog een
stijging was.

het eerste kwartaal (2,7%). Over de
eerste negen maanden ligt het consumptievolume 1,6% boven het niveau van de overeenkomstige periode van 1993. De stagenerende groei
van de gezinsconsumptie in 1994
kan grotendeels worden toegeschreven aan de categorie duurzame consumptiegoederen
(figuur 3).
In de eerste helft van 1994 is het
volume van de gezinsconsumptie in
Nederland 1,8% groter dan een jaar
eerder. Internationaal gezien neemt
Nederland hiermee een middenpositie in (figuur 4). Spanje is het enige
land waar de consumptieve bestedingen door gezinnen in de eerste zes
maanden zijn gedaald. In Noorwegen en Finland is de groei van de
consumptie het hoogst. In Zweden
bleef de stijging in de eerste zes

De groei van de gezinsconsumptie
is
in de loop van dit jaar afgenomen.
Het volume van de binnenlandse
consumptieve bestedingen door gezinnen in het derde kwartaal van dit
jaar was 0,8% groter dan een jaar eerder. Dit groeicijfer blijft iets achter bij
de stijging in het tweede kwartaal
Cl,4%) en is duidelijk lager dan in

maanden beperkt tot 1%. In deze
drie Scandinavische landen is er in
de eerste zes maanden van dit jaar
een duidelijke economische groei. In
Finland en Zweden komen de stijgingen uit op 3%. In de periode 19911993 werden in beide landen op
jaarbasis uitsluitend dalingen waargenomen. In Noorwegen is de groei in
het eerste halfjaar bijzonder fors
(6,5%). In dit land werden ook in de
voorgaande jaren positieve groeicijfers gemeten.

Figuur 3. Consumptie, Nederland, per
categorie, procentuele mutaties t.O.V.
overeenkomstige periode van vorig jaar

Figuur 4. Gezinsconsumptie, volume,
procentuele mutatie t.O.V.overeenkomstige periode voorgaand jaar

Consumptie

Werkloosheid
Het aantal geregistreerde werklozen
bedroeg in de periode augustus-oktober van dit jaar 484 duizend (figuur
2). Dit zijn er evenveel als in de voorgaande driemaandsperiode.
Vanaf
medio 1992 tot en met het eerste
kwartaal van 1994 steeg de werkloosheid. In april deed zich abrupt een
omslag voor. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden kwam het aantal geregistreerde werklozen in het tweede
kwartaal 28 duizend lager uit dan in
het eerste kwartaal. Het seizoengecorrigeerde cijfer: voor het derde
kwartaal was vervolgens vijfduizend

No<>

– voedings- en
genntmiddelen

fin

vs
-duutzamë
gqedercn

– overige goederen

-en diensten

o
-I

– binnenlandse
-2

CODwmptie

-3

fillI1993

-4 -3 -2
.19941-111

-I

0

234

-4
•

eerste helft 1994

[[J

1993

procentuele

Kerngegevens recente ontwikkelingen,

1992

19871’91
gemidd.

mutaties t.O.V. hetzelfde jaar daarvoor. tenzij anders aan[!,egeven
-!22L

1993

4ekw.

1994
lekw.

Trend 2)

1994
3ekw.

2ekw.

aug.

juli

sept.

okt.

VOLUMEGEGEVENS
Produktie (KwartaQ/rekeningen)
Bruto binneoIands produkt
Landbouw en visserij

(m.p.)

Nijverheid

Handel, hotel- en reslauranlw., rep. bedT.
Transport. opslag- en conununicatiebedr.
Overige dienstverlening (excl. overh.)
Algemeen overheidsbestuur. enz.
Produ/die (maondindicmoren)
Delfstoffenwinning
lnVoedings~en genotmiddelenindustrie
Textiel~.k.Ieding- en lederindustrie
PapÃŽ.er- en grafische

industrie

Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout. en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie

Elektrotechnische
Rest metaal-

industrie

en overige

industrie

Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid

3.0
4.1
2.4
3.6
4.8

3.2
1.0

1
3
3
I

3
2
6
2
0
2
3
2

2.2
2.6
1.6
3.0
4.0
2.7
1.6

2.2
-2.8
4.0
0.8

I

6
3
0
4

1.3
I.l
.0.7
0.7
5.3
2.2
0.9

0.4
5.4
.2.0
0.2
1.7
1.7
0.6

0.3
5.1
-0.9
.0.9
1.5
2.0

I

1
.3
~2
.1
.2
.2
-4
.2
0
.1
.6
2
-5

5
.2
.2
4
.2
1
.2
-4
“1
0
.5
3
.6

0
2
4
.2
0
.1
1
0
0
.5

I

0
.1
.5
2

3
1
4
3

I
0
0
2

4
3
4

.1
.1
.7
0
.1
0
1
0
.1
0
I

.2

0.6

I
I

Consumptie

gezi ……………

Voedings-

en genotmiddelen

Duurzame consumptiegoederen
Overige

goederen

en diensten

Investeringen in vaste actîva
Bruto Investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

Buitenlandse handel

1
1+
1
1
1+
1+
1

2.0

3.1

2.5
I.l

.1
3

.1
3

5
4

.5
2

1+
1
1
1+
1
1+
1
1+
1
1+
1
1+

I

7
4
6

IJ

4
I

4
3

.11

I

28

.1
0
.10

2
4
0
2

I

1
1
1
1+

2
4

3
2
4
3

0
“3
2

2
2
3

.2
.2
.3

.8
.3

2
2
0

2
3

.1
1

.1
4

8
9

2.3
1.4
-0.5
1.4

3.2
.1.7
2.1
0.1

3.1
“(}.5
2.7
.0.2

1.6
2,8
.0.2

4.1
2.3
3.6
0.1

3.2

2.6

2.7

3.0

2.9

2.7

2.7

2.6

2.7

2.8

.1.2
.3.1
19.32

.1.8
.3.6
17.24

.104
-2.7
15.42

-0.8
.1.3
13.74

-0.1
1.0
15.97

0.8
2.5
17.08

0.1
1.3
17.74

0.8
2.4
17.21

1.4
3.9
16.29

16.58

4.3
3.2
4.0

3.2
2.5
3.7

2.8
2.4
2.8

2.4
1.6
2.5

1.7
1.2
0.3

1.3
0.9
0.3

1.3
1.0
004

1.3
0.8
0.4

1.3
0.8
0.2

1.2
0.0
0.2

1.75
1.122
2.72
1.77

1.122
2.72
1.79

1.76
1.123
2.71

1.74
1.121
2.72
1.76

1.70
1.120

1
3
0
14
.3

.5
.J2
.1
15
.19

3
5
1
14
19

6
16
.1
13
-6

.3

.4
104
85

.4
104

-4
105

.3
104

484
7.6
763

470
73
754

484
7.6

484
7.6
770

4

3.3
4

3.2
4

“:9

3
.3
2

I

I

2

(goederen)

6
6

Invoer
Uitvoer

1+
1++

BBP intemationaaJ
Verenigde

2~O

Staten

3.9
2.0
4.9

Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Japan

3.6

1+
1
1+
1

4.3

3.6

PRIJZEN
Consumeutenprijsindell
Producentenprijzen industn’e
Afzet

Verbruik
Aardolie. North Sea Brent (jn $ per barrel)

19.00

1+
I
I
.. I

Rege/brg$kmen
Particuliere

1.8

bedrijven

2~O

Overheid
Gepremieerde
en gesubsieerde sector
WISSelkoersen (in gld)
Amerikaanse dollar (1)
Duitse

2.1
1.96
1.127

mark (1)

1.76
1.)26

1.86
1.123

1.89
1.122

3.37
1.43

Engelse pond (1)
Japanse yen (100)

3.10
1.39

2.79
1.68

2.82
1.74

1
.4
5
4
.2

.14
.36
1
5
24

.22
.50
.4
16
27

“23
-47
.8
36

-7
116
85

-16

115
83

_22
102
81

.22
100
80

1.93

1.122
2.88
1.80

1.81
1.122

2.81
1.81

1.76

1.76

2.74

1.73

1
I
I
1++

OVERIGE INDICATOREN
Coasumeatenver1en 1) (In ‘fe)
Economisch klimaat
Koopbereidheid
Koersindex voor aandelen. algemeen
Uitgesproken faîtlissernenten

.16
.36
.3
37
13

.9
.19
.2

-12
102
83

-9
104
83

I

.5
5
.7

1++

1+

ConjunclUWtest

Industtie
Beoordeling orderposîtie 1)
Orderpositie

(4e kw.

00%)
1993:;:;:100)

Bezettingsgraad (in %)
Zakdijke dieImvertenIng
Beoordeling orderpositie 1) (in%)
Computer serVicebureaus
lngenieurs- en architectenbur.
Economische

.36
.11
.12

adviesbureaus

Arl>eidsmarla
Aantal banen van werknemers (x 10(0)
(.1000)
Aantal vacatures
Geregistreeroe
werklozen
3)
{x 1klem.. in % van de totale beroepsbevolking
Aantal werkloosheidsuitkeringen (x 1(00)
Aantal uren uitzendkrachten

5206

5551
67
336
53
587
..,;

.26
.21
~14

5

;/4

1

5545

6.5
664

.. I

7.1
712

765

’12

Geld en krediet
Spaartegoeden
BînnenLandse

liquiditeitenmalOsa

5.7
8

6

1
1+

3.6
4

1++
1++

1++
.1

1+
.++

1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden il1piocertten v~ het 10{3.al; …2) Trend; pJ'{)Centueie j~3.flTI~~tie.vaD
h~t meest recente voortschrijdende 12-maands gemiddelde;
_ -I: kleiner dan .5%; _ I: tussen -5% en ~2%;.I; tussen:..2%en +20At;1+:.tussen2%en5%;.I++:gtoterdafl5%L
3) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; 4).Reeksbreuk;., gegevensnogÃ1iet.bëschikbaar.

E5B 23-11-1994