Armere landen worden disproportioneel hard geraakt door de inflatie. In armere landen wordt er namelijk gemiddeld een groter percentage van het inkomen besteed aan noodzakelijke uitgaven zoals voedsel en energie.
Mensen met een laag inkomen zijn in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de laatste decennia minder gaan werken. Hierdoor is de inkomensongelijkheid toegenomen
In de jaren negentig kon een aandeel dat werd toegevoegd aan de S&P500 nog rekenen op een opwaartse prijssprong van 7,6 procent. In het afgelopen decennium is dit ‘indexeffect’ afgenomen tot 0,8 procent.