Uitgelicht

Belgische beleidsmaatregelen die het aantrekkelijker maken voor ouderen om langer door te werken, hebben de inkomensongelijkheid onder ouderen verkleind.

Tussen 2000 en 2016 zijn voor Zwitserse bedrijven de kosten van onderzoek en ontwikkeling (R&D) belangrijker geworden voor de beslissing om te investeren in R&D, terwijl deze kosten minder belangrijk werden voor Nederlandse bedrijven.

Overstromingen in Nederland kunnen leiden tot een afname van het kapitaal van banken met 0,3 tot 0,5 procent als gevolg van schade aan onroerend goed.

Aantrekkelijke Duitse parlementsleden zijn vaker afwezig in het parlement en doen minder onderzoekswerk dan hun minder aantrekkelijke collega’s.

In de Europese Unie wordt ongeveer 23 procent van de publieke aanbestedingscontracten toegekend aan een enige bieder – en dat zorgt voor onnodige hoge prijzen.

Wanneer de robotisering binnen een sector verdubbelt, daalt in het werk de ondervonden autonomie en de betekenis met ongeveer een procent.

Publieke uitvindingen lijken te concurreren met private uitvindingen. Door uitvindingen van universiteiten hebben bedrijven minder patenten, publiceren zij minder wetenschappelijke artikelen en neemt de winst af.

Duitse middelbare scholieren die in slechtere sociaal-economische regio’s wonen, willen langer doorstuderen.

Van het grondgebied van de Europese Unie is 26 procent aangemerkt als beschermd gebied, waardoor de economische ontwikkeling geremd zou moeten worden ten behoeve van biodiversiteit. Het effect van deze status op de biodiversiteit en de economische activiteit is echter beide nihil.

De arbeidsmarktpositie van vluchtelingen verbetert aanzienlijk als gevolg van naturalisatie, terwijl die van andere migranten nauwelijks verbetert.

Het aantal Nederlandse huishoudens dat elke maand het hele inkomen uitgeeft, is gedaald van negentien procent in 2010 naar twaalf procent in 2021.