ESB Boeken
14Jaargang 101 (4725) 7 januari 2016
B
ij een beschrijving van het
bruto binnenlands product
(bbp) en zijn geschiedenis
bestaat het gevaar dat deze verzandt
in een gortdroge opsomming. Ook
is het erg verleidelijk om vooral te
wijzen op wat er mis mee is. En hoe
economen toch zo dom kunnen zijn
om zo’n beperkte indicator te ge –
bruiken.
Diane Coyle omzeilt deze valkui-
len met verve. Haar al in 2014 ver –
schenen boekje over het bbp straalt
precies uit wat de titel zegt, namelijk
een korte en liedevolle beschrijving
van het bbp: waar het bbp vandaan
komt, wat het inhoudt, wat de te –
kortkomingen zijn. Kort en krachtig
in 145 pagina’s. Aanzienlijk kor –
ter dan de bijbel voor de Nationale
Rekeningen, de SNA2008, die 662
bladzijden telt. En dit is dan nog ex –
clusief de bijlagen.
Het boek heeft veel aandacht gekregen in de media en er zijn
ook al zeer veel recensies verschenen. Daarnaast zijn er de
afgelopen jaren verschillende andere boeken verschenen die
min of meer over het bbp en zijn geschiedenis gaan. De dis-
cussie over het bbp als welvaartsbegrip heeft wellicht mede
hierdoor ook de Nederlandse politiek bereikt. Op dit mo –
ment is een vaste Kamercommissie bezig om na te denken
over het bredere welvaartsbegrip. U raadt vast wel wie daar
recent bij op bezoek is geweest.
Kortom, je zou bijna denken dat er wat aan de hand is als
het gaat om het hanteren van het bbp voor met name het
beleidsdebat. Voor de ingevoerde lezer-economen die iets
van Nationale Rekeningen op de universiteit hebben gehad
(wordt dat eigenlijk nog gedaan?) zou veel van de informa –
tie in al deze boeken niet nieuw moeten zijn. Hoofdstukken
over wat het bbp is, de inkomens-, bestedings- en produc-
tiebenadering , de problemen met het meten van prijzen, de
tekortkomingen van het bbp, allemaal informatie die al de –
cennialang bekend is.
Wat wellicht nieuw is, en ook aardig om na te lezen, is hoe
het komt dat het bbp de statistiek is die het is en waarom
het in de naoorlogse wereld zo dominant is geworden in
het economische beleidsdebat. Tot voor de Tweede Wereld –
oorlog werd in de economische theorie ‘de economie’ ge –
lijkgesteld aan de private sector. Dat was bij grote publieke
uitgaven aan oorlog niet handig : het betekende een krimp van ‘de economie’ ten gunste van de
overheidsbestedingen. Vlak voor de
Tweede Wereldoorlog werd mede
daarom besloten dat overheidsuitga
–
ven ook tot ‘de economie’ behoren.
En dus tot het bbp. Het concept was
in wezen een oorlogsuitvinding. En
de dominantie, met name in beleid,
ontleent het vooral aan het feit dat
het opzetten van de Nationale Re –
keningen gelijktijdig plaatsvond als
de Marshallhulp, die op haar beurt
weer was geïnspireerd op het ge –
dachtegoed van Keynes: om Europa
opnieuw op te bouwen, waren cijfers
nodig die net door de Verenigde Na –
ties op een systematische manier wa –
ren opgezet. Deze geschiedenis van
het bbp helpt om te begrijpen dat
het bbp ook maar een construct is.
Geen heilige graal.
Zoals in alle boeken over het bbp
wordt er vooral veel aandacht be –
steed aan de Amerikaanse (Kuznets) en Engelse (Colin
Clark) pioniers van de Nationale Rekeningen. De Neder –
landse pionier, Jan Tinbergen, krijgt een paar regels. Terwijl
Nederland mede door het werk van Tinbergen nagenoeg
even vroeg was met het maken van Nationale Rekeningen.
En hij de pionier was om die verzamelde cijfers ook model –
matig te gebruiken en ermee te voorspellen. Dit is zelfs een
van de belangrijkste redenen geweest waarom het bbp in het
centrum van de beleidsdiscussie staat.
Het bbp meet niets anders dan economische activiteit voor
zover dit markttransacties zijn en geen welzijn, brede wel –
vaart of iets dergelijks. Toch worden de problemen met dit
meten groter. Coyle stipt met name de toenemende com –
plexiteit van de economie, het toenemende aandeel van
producten en diensten zonder (marginale) prijs, en het niet
meenemen van voorraden, als oorzaken aan.
Toch houdt Coyle enigszins verrassend vast aan het bbp als
“helder licht dat schijnt door de mist”. Dit komt wellicht
doordat ze vrij weinig aandacht besteedt aan alternatieven
voor het bbp. Coyle claimt dat economische groei een sterk
verband heeft met welvaart. Die claim onderbouwt ze niet
uitgebreid. Er is inmiddels meer dan voldoende onderzoek
dat aantoont dat dit verband lang niet meer altijd opgaat,
zeker voor rijke westerse landen. Meer ruimte voor alterna –
tieven of aanpassing van het bbp had in dit boekje wel gemo –
gen. Anders verwordt het bbp toch echt tot een dwaallicht.
Boeken
Auteur: Diana Coyle
Titel: GDP: a brief and affectionate history Uitgever: Princeton University Press
HANS STEGEMAN
Hoofd speciale projecten bij Rabobank
Boeken
Geplaatst als type: