Ga direct naar de content

Bezorgdheid om baanbehoud flink gedaald in 2021

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 28 2022

Eind vorig jaar maakte dertien procent van alle werknemers zich zorgen over het behoud van hun baan. Dat is een flinke afname ten opzichte van 2020 (achttien procent) en al helemaal ten opzichte van het eind van de financiële crisis in 2014 (dertig procent). De afname in de bezorgdheid over baanbehoud is echter niet onder alle beroepsgroepen even groot.

Werknemers met een creatief of ‘taalkundig’ beroep (bijvoorbeeld kunstenaars en grafisch vormgevers) toonden zich in 2021 het meest bezorgd over het behoud van hun baan (figuur). Dit was het geval bij 21 procent, maar ook bij hen daalde de bezorgdheid.

Sinds 2014 zijn de zorgen wat betreft baanbehoud het meest afgenomen bij werknemers met een pedagogisch beroep (begeleiders kinderopvang, docenten en dergelijke), en bij werknemers met een zorg- en welzijnsberoep (zoals verpleegkundigen en sociaal werkers). De laatsten maakten zich hierover in 2021 het minst zorgen (negen procent). In 2014 waren werknemers met een zorg- en welzijnsberoep juist nog het meest bezorgd (37 procent).

In 2021 maakten werknemers met een flexibele arbeidsrelatie zich vaker zorgen over het behoud van hun baan (negentien procent), dan het geval was bij werknemers met een vaste arbeidsrelatie (elf procent). Uitzendkrachten maakten zich het vaakst zorgen om hun baan (35 procent).

De vaste werknemers die in dienst waren bij een werkgever met NOW-steun, maakten zich in 2021 iets vaker zorgen over hun baan (veertien procent) dan de vaste werknemers bij een werkgever zonder steun vanuit de NOW-regeling (tien procent). Of de NOW-steun een effect op baanonzekerheid had, valt op basis van de gegevens echter niet te concluderen.

De afname in zorgen om baanbehoud hangt waarschijnlijk samen met de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt. Vooral bij werknemers in de pedagogische en de zorg- en welzijnsberoepen namen de zorgen omtrent baanbehoud relatief sterk af. Deze afname deed zich voor in een periode waarin het tekort aan personeel in deze beroepsgroepen toenam, zoals bij pedagogische medewerkers in de kinderopvang, bij wijkverpleegkundigen en bij leerkrachten basisonderwijs

Auteurs

Categorieën