Ga direct naar de content

Bedrijven vinden sancties tegen Rusland belangrijker dan winst

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 13 2022

De sancties tegen Rusland leiden ook tot economische schade voor Nederlandse bedrijven. Steunen leidinggevenden van deze bedrijven desalniettemin de sancties?

In het kort

– Er zijn nauwelijks Nederlandse bedrijven tegen de sancties. Twee derde steunen ze zelfs als deze ten koste gaan van de winst.
– De steun voor sancties laat zien dat bedrijven steeds meer oog hebben voor hun maatschappelijke rol.

De Russische inval van Oekraïne heeft de wereld geschokt. Razendsnel stelden overheden sancties in om de agressie van Rusland te veroordelen en zijn regering van koers te doen veranderen. Dit zijn sancties die vooralsnog geen politiek effect sorteren, maar die de Russische economie wel in een diepe recessie storten, en ook in Nederland bij burgers en bedrijven tot economische schade leiden. Het draagvlak bij de Nederlandse burger voor de sancties is echter aanzienlijk, ook als deze economisch pijn doen (I&O Research, 2022). Maar hoeveel steun is er bij het bedrijfsleven voor de sancties – en wat leert dat over hetgeen het bedrijfsleven belangrijk vindt? Dit artikel maakt dat inzichtelijk op basis van de tussentijdse resultaten van de Nederlandse Innovatie Monitor.

Steun voor sancties

In de Nederlandse Innovatie Monitor wordt leidinggevenden jaarlijks via een online-vragenlijst gevraagd naar de stand van zaken op het gebied van innovatie en ondernemerschap in hun organisatie. In de editie van dit jaar zijn er een tweetal stellingen opgenomen over de oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland. Bij deze tussentijdse meting hebben sinds 24 maart 604 leidinggevenden de vragenlijst ingevuld.

In totaal is 66 procent van de leidinggevenden het eens met de stelling dat de ingestelde sancties belangrijker zijn dan een (eventuele) winstvermindering als gevolg van deze sancties (zie bovenste stelling in figuur 1). 47 procent van de leidinggevenden heeft nu al last van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, terwijl afgerond 32 procent dit niet heeft (zie onderste stelling in figuur 1).

Figuur 1

Verschillen tussen bedrijven

De gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn sterk afhankelijk van de geografische markt, en van de sector waarin de bedrijven actief zijn. Zo hebben 57 en 64 procent van de bedrijven, die aangeven dat ze met name Europees, respectievelijk wereldwijd, actief zijn, nu al last van de oorlog. Voor bedrijven die alleen lokaal actief zijn is dit slechts 26 procent. Voor bedrijven die nationaal actief zijn is dit 37 procent.

Tussen de sectoren zijn de verschillen ook groot: wat betreft de bouw, industrie en agro, en bij energie en water geeft meer dan 62 procent aan al last te hebben. Tegelijkertijd ligt dit voor de zakelijke dienstverlening onder een derde, en is het voor de overheid, zorg en onderwijs slechts een kwart. Het zijn dus vooral de sectoren die afhankelijk zijn van grondstoffen uit Rusland – zoals mest, hout, cement, olie, ijzer en staal – die aangeven nu al de gevolgen te ondervinden.

Van de bedrijven met een lokale of regionale focus steunt iets meer dan de helft de sancties – ook als dit ten koste gaat van winst – en voor bedrijven met een nationale of internationale focus ligt dat iets hoger: tussen de 67 en 74 procent.

Tussen sectoren loopt de steun minder uiteen, maar zijn er desalniettemin toch significante verschillen. Voor de cultuur, horeca, recreatie en sport ligt de steun op 58 procent, en bij de zakelijke dienstverlening en de industrie ligt dit op respectievelijk 72 en bijna 75 procent.

Wat verder opvalt is dat organisaties die aangeven meer last te ondervinden, juist ook de grotere voorstanders zijn van sancties tegen Rusland. Zo steunt bijna 76 procent van de organisaties die nu al last ondervinden van de sancties de maatregelen, terwijl dit voor bedrijven die geen last hebben 63 procent is.

Voorbeelden uit de praktijk laten zien dat het niet alleen blijft bij woorden in een enquête. Zo hebben bijvoorbeeld bedrijven als Damen, Heineken, ING, KPMG en Shell onlangs hun activiteiten in Rusland (deels) gestaakt, en zo de import en export aan banden gelegd. Dat dit grote gevolgen heeft voor de winst van vennootschappen, blijkt bijvoorbeeld uit de kwartaalcijfers die ING onlangs heeft gepubliceerd – de kwartaalwinst van ING bleek (als gevolg van reserveringen voor verwachte verliezen) ruim gehalveerd te zijn.

Trendbreuk met winst als grootste drijfveer

De brede steun voor de sancties in het Nederlandse bedrijfsleven is opvallend, omdat juist het Nederlandse bedrijfsleven in de vorige editie van de Monitor (oktober, 2021) nog aangaf winstgevendheid veruit het belangrijkste verantwoordingsgebied te vinden (figuur 2). Om dit te onderzoeken was er destijds aan leidinggevend Nederland gevraagd om tien punten te verdelen over vier verantwoordelijkheidsgebieden gerelateerd aan winstgevendheid, moraliteit, en juridisch en ethisch handelen. Zowel bij de vraag naar wat er voor de organisatie belangrijk is en wat het succes bepaalt van de organisatie, kwam winstgevendheid als belangrijkste drijfveer naar voren. De eensgezinde en daadkrachtige steun van bedrijven voor de sancties tegen Rusland vormen daarmee een hoopvolle trendbreuk.

Figuur 2

Veranderende rol bedrijfsleven

Bij de aanpak van de maatschappelijke vraagstukken helpt het enorm als burgers, bedrijven en de overheid gezamenlijk optrekken. Zo hoeven individuen, organisaties of politieke partijen geen angst te hebben voor een verslechterde positie ten opzichte van hun omgeving, de concurrentie of de politieke tegenstanders. Met hetzelfde doel voor ogen konden bedrijven hun activiteiten op de Russische markt staken, en werden de EU-sancties geïmplementeerd. Tegelijkertijd waren burgers in Groningen er niet meer op tegen dat de gaskraan weer opengedraaid werd. Gesterkt door deze samenhorigheid bleek er op korte termijn veel mogelijk. Deze breed gedragen goede wil was ook zichtbaar aan het begin van de coronapandemie.

Maar belangrijker wellicht is dat bedrijven, door de sancties te steunen, laten zien dat ze bereid zijn om verder te kijken dan het maximaliseren van hun winst. Dit sluit aan op het toegenomen belang van ‘purpose’ voor het bedrijfsleven. Deze Engelstalige term is de laatste jaren sterk in opmars, en wordt vaak begrepen als een ‘ethische of morele positie van een onderneming die verdergaat dan directe winstmaximalisatie’ (Henderson en Van den Steen, 2015; Volberda et al., 2022). Het beschrijft hoe de onderneming bijdraagt aan oplossingen voor problemen van mens en planeet (Mayer, 2021). Ook de bedrijven zelf zijn daarbij gebaat: de aanwezigheid van een duidelijke en breed gedragen maatschappelijke focus is positief gecorreleerd aan winstgevendheid op de lange termijn (­Gartenberg et al., 2019).

Een verdere doorvoering van het sturen op ‘purpose’ kan ook voor doorbraken zorgen in andere dossiers, zoals de klimaatopgave waarin veel bedrijven nog terughoudend blijven. Zo bleek bijvoorbeeld uit de Nederlandse Innovatie Monitor van 2021 dat de klimaatambitie van een groot aantal bedrijven achterbleef bij de ambities van de overheid (SEO, 2021). Druk van ngo’s, activistische aandeelhouders en kritische klanten helpt bedrijven zeker om stappen te zetten, net als dat striktere overheidsbeleid. Een intrinsiek gemotiveerd bedrijfsleven kan transities echter versnellen en kan de positieve effecten van de maatschappelijke druk en het overheidsbeleid vergroten door zelf al aan de slag te gaan of door verder te gaan dan waar het strikt bezien toe verplicht wordt. Ondernemingen met een ‘purpose’ zijn onmisbaar voor het oplossen van de grote maatschappelijke, sociale en ecologische uitdagingen waar we als samenleving nu voor staan.

Literatuur

Gartenberg, C.M., A. Prat en G. Serafeim (2019) Corporate purpose and financial performance. Organization Science, 30(1), 1–18.

Henderson, R. en E. Van den Steen (2015) Why do firms have ‘purpose’? The firm’s role as a carrier of identity and reputation. The American Economic Review, 105(5), 326–330.

I&O Research (2022) Meerderheid Nederlanders voor verdere sancties tegen Rusland. Binnenlands Bestuur, april. Statistiek te vinden op www.binnenlandsbestuur.nl.

Mayer, C. (2021) The future of the corporation and the economics of purpose. Journal of Management Studies, 58(3), 887–901.

SEO (2021) Herstel en transitie van het Nederlandse innovatielandschap: resultaten van de Nederlandse Innovatie Monitor 2021. SEO Rapport, 2021-93.

Volberda, H.W., J.S. Sidhu, P. Vishwanathan et al. (2022) De winst van ­purpose: hoe ondernemingen het verschil kunnen maken. Amsterdam: Mediawerf.

Auteurs

Categorieën