Ga direct naar de content

B.V. Nederland

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 5 1994

B.V. Nederland
“National prosperity has to be crea(ed, rather than
inherited”. Met deze veelzeggende woorden begint
een brochure over het economisch beleid, uitgegeven in april van dit jaar door de Economie Development Board van Singapore. “Dare to dream”, “Collective competitiveness”, “A whole new world”, “Realising
the vision for Singapore”, “Singapore 2000” zijn enkele van de wervende koppen boven de paragrafen
waarin dat beleid vervolgens wordt uiteengezet. En
dat alles onder het motto “Singapore Unlimited” om
de onbegrensde mogelijkheden van een gezamenlijke aanpak en een tomeloze ambitie aan te geven.
In Nederland maken wij ons zorgen over de vele
produktiecapaciteit die wordt overgeheveld naar
Midden- en Oost-Europa, Zuidoost-Azië en China.
Met Japan hebben we naar ons gevoel leren leven,
maar door de nieuwe tijgers en andere lage-lonenlanden voelen wij ons bedreigd. Betekent de exodus
van fabrieken uit West-Europa dat wij in ons deel van
de wereld rekening zullen moeten houden met een
permanent hoog peil van werkloosheid?
Economisch zie ik het allemaal niet zo somber in.
Zeker, we zullen ons moeten realiseren dat sommige
produktieprocessen steeds minder in Europa thuishoren. Het gaat daarbij met name om die processen
die relatief veel op zichzelf eenvoudige arbeid vragen. Maar daar staat tegenover dat juist wij met ons
hoge opleidingsniveau en met de hoogwaardige arbeid die wij beschikbaar hebben, in een uitstekende
positie verkeren om gecompliceerde, hoogwaardige
produktieprocessen waarin sprake is van een zeer
hoge toegevoegde waarde, succesvol te hanteren.
Zolang wij in staat zijn om de produkten van onze
industrie langs de weg van constante technologische
vernieuwing bij voortduring nog beter op de vraag af
te stemmen om aldus een hoge toegevoegde waarde
te creëren, zal er ook in West-Europa plaats zijn voor
een bloeiende industrie met een constante vraag naar
arbeid. Dat dit voor een deel een andere industrie zal
zijn dan wij vandaag de dag aantreffen, doet daaraan
niet af.
Maar het zijn niet alleen economische factoren
die het succes van onze industrie bepalen: politieke
en sociaal-psychologische factoren – is er een momenturn, is er ‘drive’, is er enthousiasme – zijn minstens zo belangrijk. Toen DAF en Fokker aan de rand
van de afgrond stonden, was dat momentum er in
ons land. Of het nu ons gekwetste Oranjegevoel was
of niet, alle neuzen stonden in een en dezelfde richting: aanpakken die industrie. Nu, anderhalf jaar en
een paars regeerakkoord later kunnen we de droeve
balans opmaken. Versterking van de structuur van
onze economie is bijkans gedegradeerd tot een bijzin
in het nieuwe regeerakkoord. Een regeerakkoord dat
overigens bol staat van compromissen hoe wij de
geërfde welvaart in ons land verdelen, maar dat geen
antwoord geeft op de vraag hoe die welvaart in de
toekomst gecreëerd moet worden.

E5B 26-10-1994

Het vorige kabinet had het allemaal zo mooi op een rij gezet. We
moesten niet rechtstreeks ingrijpen
in de private sector, maar de overheid moest een kaderscheppend
beleid voeren. Dat wil zeggen, de
overheid moest de omstandigheden
creëren waaronder bedrijven zo
goed mogelijk tot bloei kunnen komen, maar het benutten van die
omstandigheden, dat moesten de

~~~i1~~£f~?;;~:T~:
le omstandigheden, waar de overMJ.L. Jonkhart
heid wat aan moest doen, behoorden de algemeen
economische omstandigheden, de infrastructuur,
de technologische ontwikkeling en het onderwijs.
Nu het zich laat aanzien dat een verbetering van het
eerste – de algemeen economische omstandigheden als vanzelf, althans zonder dat de politiek daar veel
aan hoeft te doen, over ons komt, is het kennelijk
‘paars’ om te denken dat we dan wel wat gas terug
kunnen nemen op de overheidsuitgaven voor infrastructuur, technologie en onderwijs. Fokker is verkocht, DAF is herrezen, dus de industriële knip kan
weer dicht.
Wat ons bedreigt zijn niet de lage lonen van Zuidoost-Azië, China en een hele rij andere landen. Wat
ons bedreigt is de afwezigheid van een elan, van een
collectieve vechtlust, van een gevoel van urgentie.
Wat nodig is, is “… an articulation of a dream. The
Dare to Dream must be balanced with the Dare to
Do. Only then can the dream become reality”. Singapore heeft een droom: Singapore Unlimited. Vele
andere landen in Zuidoost-Azië hebben die zelfde
droom. Onze droom heet B.V. Nederland. Voor de
goede verstaander: B.V. staat voor Besloten Vennootschap.
De eerder aangehaalde brochure eindigt met een
citaat van Mr Goh Chok Tong, premier van Singapore: “The future belongs to countries whose people
make the most productive use of information, knowledge and technology. These are now the key factors
for economie success, not natural resources”. Mijn
droom is, dat de Nederlandse politici deze woorden
niet alleen met de mond belijden, maar bovenal dat
zij de moed hebben om deze woorden om te zetten
in financiële prioriteiten. Alleen dan kunnen wij de
werkgelegenheid en de welvaart in ons deel van de
wereld behouden.

Auteur