Ga direct naar de content

Adempauze

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 27 1982

All cmirant

Adempauze
A. F. VAN ZWEEDEN
Dit is het jaargetijde waarin overheid,
werkgevers en werknemers elkaar plegen te
ontmoeten om het arbeidsvoorwaardenbeleid voor het komende jaar te bespreken in
het licht van de voornemens die het kabinet in zijn begroting kenbaar heeft gemaakt. Ditmaal werd dit overleg belemmerd door twee ongewone complicaties. In
de eerste plaats moest het gesprek worden
gevoerd met een interim-kabinet dat in demissionaire staat verkeerde. Daar kwam
bij dat de partners in het kabinet-in-desteigers zich zelf en de sociale partners een
adempauze wilden verschaffen. De fractievoorzitters van CDA en WD waren tot de
slotsom gekomen dat, ook als het beoogde
kabinet snel zou worden gevormd, het ondenkbaar is dat het nieuwe kabinet voldoende tijd zal hebben tot een gedegen gesprek met de sociale partners te komen. Op
31 december willen zij de klok voor enige
maanden stil zetten. De adempauze die
daardoor zal ontstaan, zouden kabinet en
sociale partners moeten gebruiken om ,,de
totale problematiek van de noodzakelijke
sanering van overheidsfinancien, van het
weer op de been brengen van het bedrijfsleven, van de werkgelegenheid en van het
inkomensbeleid in de voile breedte en
diepte gezamenlijk door te spitten.”
Het leek een goed idee, maar al gauw
werd duidelijk dat de informateur en de
fractievoorzitters zich onvoldoende rekenschap hadden gegeven van de verwikkelingen die daardoor ontstonden. De adempauze zou moeten betekenen dat inkomens
en prijzen tijdelijk worden bevroren op het
peil dat begin december 1982 zal zijn bereikt en dat beleidsvoornemens van de regering die voor de koopkracht van betekenis zijn, worden opgeschort. De angel stak
in dat laatste, want wat moest er nu met de
tabellen voor de loon- en inkomstenbelasting die uiterlijk in de laatste week van oktober moeten zijn vastgesteld?
De vakcentrales namen in het drie-partijengesprek het standpunt in dat het demissionaire kabinet niets moest doen of nalaten dat een blokkade kan vormen voor
een adempauze. Besluiten over premies en
de belastingtabellen kunnen dat effect hebben. Zou dit kabinet bij voorbeeld nalaten
wettelijke maatregelen te nemen die het
mogelijk maken de inflatiecorrectie niet of
niet helemaal door te laten gaan, dan zou
het nieuwe kabinet worden belast met een
maatregel die niet terug te draaien is. Ook
bij de kabinetsformatie bleek dit punt een
hobbel van belang te zijn.
ESB 3-11-1982

Bevriezing van alles wat op 1 januari van
invloed is op de koopkracht — dus ook
premieverhogingen, optrekking van premiegrenzen, en de voorgenomen verhoging
van de premievrije voet in de WAO —
heeft vergaande gevolgen voor het inkomensbeeld dat bij het achterwege laten van
die maatregelen nog slechter zou worden
dan al uit de voornemens van het interimkabinet voortvloeit. De FNV zei dan ook
het idee van de adempauze met de grootst
mogelijke terughoudendheid te benaderen.
De werkgevers stelden zich niet anders op,
zij het dat zij vooral bezwaar hebben tegen
een prijsstop en het opschorten van maatregelen die de positie van het bedrijfsleven
beogen te verbeteren.
Bij het overleg dat de kabinetsinformateur en de fractievoorzitters zich voor ogen
hebben gesteld, zou in het bijzonder aandacht moeten worden geschonken aan het
onevenwichtige inkomensbeeld dat, ook
naar het oordeel van de fractievoorzitters,
gewijzigd moet worden. Wil deze opvatting
serieus worden genomen, dan dient er inderdaad niets te worden ondernomen c.q.
alles te worden nagelaten dat dat beeld nog
onevenwichtiger zou maken.
Van belang is uiteraard dat er over meer
dan alleen de lastenverdeling overeenstemming wordt bereikt. Het concept-regeerakkoord stelt de sociale partners voor de keus
2,5% loonmatiging met jaarlijks f. 7 mrd.
ombuigingen in de jaren 1984-1986 te
aanvaarden, of f. 10 mrd. bezuinigingen
per jaar zonder loonmatiging. Daarbij
wordt een strakke norm voor de collectieve
uitgaven gesteld. Op basis van een behoudend vastgestelde ree’le groei van het nationale inkomen wordt een schatting gemaakt
van de toeneming van belasting- en premie-opbrengsten en niet-belastingmiddelen. Uitgangspunt daarbij is dat de collectieve-lastendruk niet omhoog gaat.
Op de aldus gedefinieerde ruimte zal in
de eerste plaats een reductie van het financieringstekort met 1 procentpunt per jaar
in mindering worden gebracht. Vervolgens
moeten uit de dan overblijvende ruimte
een aantal min of meer vaststaande uitgaven met politieke prioriteit worden gefinancierd. Dit betekent dat de inkomens die
uit collectieve middelen worden betaald
sluitpost worden. Zou er belastingverlaging worden toegepast om de koopkracht
bij de gewenste inkomensmatiging in stand
te houden, dan moet ook aan de uitgavennorm ten minste de hand worden gehouden.

Deze norm perst het overleg met werkgevers en werknemers in een strak kader, dat
ontsnappingswegen moet afgrendelen. De
sociale partners hebben het zelf in de hand
drastische bezuinigingen, die vooral de inkomens van uitkeringstrekkers, ambtenaren en trendvolgers zullen treffen, beperkt
te houden.
Het lijkt of de fractievoorzitters met deze
benadering willen inspelen op de bereidheid van de vakbeweging om 2,5% van de
prijscompensatie in te zetten voor behoud
van de koppelingen en het trendbeleid. De
toekomstige coalitiepartners verschaften
echter weinig duidelijkheid over hun bedoelingen. De adempauze kan ook worden
uitgelegd als een bevestiging van het bevriezingsbesluit van het oude kabinet en
zelfs als aankondiging van een algemene
loonstop, mochten werkgevers en werknemers besluiten het voorbeeld van de overheid niet te volgen.
Het overleg tussen de sociale partners
onderling in de Stichting van de Arbeid leverde niet meer op dan de conclusie dat er
voor volgend jaar geen centraal akkoord in
zit. De werkgevers wilden al helemaal niet
praten over het openbreken van de voor dit
jaar afgesloten contracten om in ruil voor
een deel van de prijscompensatie per 31
december een begin te maken met een forse
arbeidstijdverkorting. Zij Helen blijken ook
voor de nieuwe contracten niets in dergelijke ruilovereenkomsten te zien, omdat er in
tal van bedrijven helemaal geen ruimte
voor prijscompensatie meer is. Via decentrale onderhandelingen denken de werkgevers een beslsissing over afschaffing van de
automatische prijscompensatie te forceren
die op centraal niveau niet is te bereiken.
De alternatieven van de vakbeweging lijken op centraal niveau niet veel kans te
maken. Dat maakt de vooruitzichten op
een brede overeenstemming over het beleid
voor de komende jaren er niet beter op. De
adempauze die regering en sociale partners
zouden moeten gebruiken voor een diepgaande bezinning bracht vooral de partners
in het beoogde kabinet in ademnood.
A. F. van Zweeden

1185

Auteur