ESB Input / output
Input //output
Eurocrisis
noordelijke landen blijft groot. Daarnaast nemen de overheidsschuld en netto buitenlandse
schulden nog steeds toe – in sommige gevallen
tot over de honderd procent, zodat schulden
onhoudbaar dreigen te worden. Hervormingsmaatregelen zijn asymmetrisch, omdat zuidelijke landen wel, maar noordelijke landen niet
hervormen. De auteurs verwachten daarom dat
de huidige rust in de eurozone tijdelijk is en de
eurocrisis opnieuw kan opspelen.
Hoewel het op het eerste gezicht lijkt alsof de
macro-economische onevenwichtigheden in de
eurozone, zoals bijvoorbeeld weerspiegeld in de
handelsbalansen, zijn afgenomen, zijn onderliggende problemen niet verminderd maar soms
zelfs toegenomen. Dit stellen Holinski et al. op
basis van empirisch onderzoek. Zo wordt de
afname van het tekort op de handelsbalans van
zuidelijke eurolanden grotendeels niet veroorzaakt door structurele hervormingen, maar door
de lange en zware recessie die de binnenlandse
vraag drukt. De concurrentiekracht van zuidelijke landen is licht verbeterd, maar het gat met
Zelfstandigen
Holinski, N., C. Kool en J. Piplack (2014) After the fall:
Euro area adjustment. Tjalling C. Koopmans Research Institute Discussion Paper, 005.
Als Denen een werkloosheidsverzekering via een
industriefonds kunnen afsluiten, dan kiezen zij er
eerder voor om ondernemer te worden. Dit volgt
uit empirisch onderzoek van Ejrnæs en Hochguertel met gegevens over de periode 1980–2009. Om
een causaal verband te kunnen aantonen, gebruiken
ze exogene schokken in het aantal verzekerden die
veroorzaakt werden door hervormingen die het
nemen van een werkloosheidsverzekering aantrekkelijker maken. Bedrijven van zelfstandige ondernemers met een werkloosheidsverzekering blijven iets
langer bestaan, maar nemen niet vaker werknemers
in dienst nemen en maken ook niet meer of minder
winst. Dit suggereert dat de werkloosheidsverzekering niet leidt tot een instroom van ondernemers
met een meer dan gemiddeld risicovolle onderneming, die daarom met een werkloosheidsverzekering wel ondernemer worden terwijl ze dat anders
niet zouden doen.
Pensionering
Dat mensen met zware beroepen
eerder met pensioen gaan vindt
men in het algemeen redelijk. Vermeer et al. kwantificeren hoe redelijk men dit vindt. Men is dertig tot
veertig procent meer bereid om
financieel aan een regeling voor
vervroegd uittreden van deze beroepen bij te dragen, zo volgt uit
hun empirische onderzoek met
gegevens uit enquêtes onder 1845
Nederlanders in 2012. Wel vinden
mensen vaak hun eigen beroep
zwaarder dan andere mensen dit
inschatten. Bij bouwvakkers is deze
overschatting van de intensiteit
van het eigen beroep echter minder
groot dan bij minder zware beroepen, zoals docent.
Belastingbeleid
Ejrnæs, M. en S. Hochguertel (2014) Insurance, entrepre-
Vermeer, N., M. Mastrogiacomo en A.
Wind, J. de (2014) Time variation in the dynamic effects of
neurial start-up, and performance. Tinbergen Institute Dis-
van Soest (2014) Demanding occupati-
unanticipated changes in tax policy. CPB Discussion Paper,
cussion Paper, 040.
ons and the retirement age in the Ne-
271.
Hoe zwaar en hoe lang werken veranderingen in
het belastingbeleid door in de reële economie? De
Wind zoekt aan de hand van gegevens uit de VS
over de periode 1950–2006 een antwoord op deze
vraag. De belastingmultiplier, ofwel de ratio van
de verandering van het bbp door de verandering in
belastingbeleid en de mutatie van ontvangen belastingopbrengsten, is in de periode na de Tweede
Wereldoorlog sterk afgenomen, van ruim vier tot
rond de drie. Daarnaast reageert de economie tegenwoordig sneller dan vroeger op veranderend
belastingbeleid, zodat de piek van de reactie op het
belastingbeleid nu op vier maanden na de introductie van de maatregelen ligt, terwijl dat eerst zes
maanden was. Ook blijkt dat het Amerikaanse begrotingsbeleid eerst procyclisch was, maar de laatste
jaren steeds meer anticyclisch is geworden. Het belastingbeleid was al anticyclisch en is in de loop van
de tijd nog anticyclischer geworden.
therlands. Netspar Discussion Paper, 004.
Kredietverlening
In het vierde kwartaal van 2014 bedroeg het saldo opgenomen en afgeloste kredieten van de private sector
bij het bankwezen –13,3 miljard euro, wat betekent dat
er meer werd afgelost dan er nieuwe leningen werden
opgenomen. Zowel huishoudens, die hun hypotheek-
228
–13,3
miljard euro
schulden verminderden, als ondernemingen losten af.
Waar de hoeveelheid uitstaande woninghypotheken bij
banken fors daalde, nam deze bij verzekeraars juist toe.
CBS (2014) Bancaire kredietverlening aan private sector gedaald. CBS Webmagazine, 31 maart.
Jaargang 99 (4683) 18 april 2014
Input / output ESB
Regioprestaties
Controle
Het huidige systeem van steekproefsgewijze controles van zorgkantoren achteraf op de aanvragen voor
vergoeding van langdurige zorg biedt geen prikkels
voor zorgverleners om efficiënt zorg aan te vragen.
Wanneer ze constateren dat een aanvraag niet klopt
omdat bijvoorbeeld te veel zorg is aangevraagd,
wordt de aanvrager geïnformeerd, maar alleen bij
herhaaldelijke fouten wordt de mogelijkheid tot
het aanvragen van vergoedingen geweigerd. Dit
concluderen Lindeboom et al. aan de hand van een
veldexperiment over de periode 2012–2013 waarin
men het aantal controles op aanvragen van langdurige zorg voor willekeurige groepen verhoogde. Het
ontbreken van financiële consequenties bij het maken van fouten is volgens de auteurs de oorzaak dat
het controlesysteem niet effectief is.
Lindeboom, M., B. van der Klaauw en S. Vriend (2014) Audit
rates and compliance: a field experiment in long-term care.
Tinbergen Institute Discussion Paper, 038.
Schokken
Hoe de financiële sector de reële economie beïnvloedt, is een belangrijke economische vraag. Peersman en Wagner onderzoeken met gegevens uit de
VS over de periode 1970–2008 hoe schokken in de
bankensector de reële economie beïnvloeden. Het
blijkt dat veranderingen in het gedrag van banken
ten aanzien van het verstrekken van leningen, het
nemen van risico’s en het securitiseren, ofwel het
doorverkopen, van bezittingen, samen ongeveer
dertig procent van de variantie van de Amerikaanse
economische groei verklaren. Veranderingen in het
verstrekken van leningen en het nemen van risico’s
hebben alleen een tijdelijk effect, terwijl schokken
door het securitisatiegedrag permanent zijn en tevens de inflatie verlagen.
Regio’s in Europa waarin een relatief groot aandeel van de bevolking uit forenzen bestaat, hebben
de economische crisis beter doorstaan dan andere regio’s. Regio’s
waar veel mensen in steden wonen
en dunbevolkte gebieden presteerden juist slechter. Dit concluderen
Brakman et al. aan de hand van
empirisch onderzoek met gegevens
over 255 regio’s in Europa over de
periode 2008–2012 naar de effecten van de mate van urbanisatie
en specialisatie van regio’s op hun
vermogen om de crisis te weerstaan.
Btw
De efficiëntie van de btw in Nederland kan worden
verhoogd door bijvoorbeeld het verlaagde tarief en
de vrijstellingen op bepaalde producten af te schaffen. Dit stellen Bettendorf en Cnossen aan de hand
van theoretisch onderzoek naar de btw-stelsels in
Nederland en andere landen. De efficiëntie, gemeten als de gerealiseerde btw-opbrengsten ten opzichte van de totale potentiële opbrengst, bedraagt
in Nederland 54 procent, terwijl dit in bijvoorbeeld
Nieuw-Zeeland 99 procent is. De auteurs stellen
dat de btw een ineffectief instrument is om welvaart
te herverdelen, zodat het lage tarief kan worden afgeschaft, waarbij lage inkomens gecompenseerd
worden via de inkomstenbelasting of uitkeringen.
Bettendorf, L. en S. Cnossen (2014) The long arm of the
European VAT, exemplified by the Dutch experience. CESifo
Brakman, S., H. Garretsen en C. van
Working Paper, 4730.
Marrewijk (2014) The crisis and regional
resilience in Europe: on the importance
of urbanization and specialization.
CESifo Working Paper, 4724.
Verbondenheid
Taakverbondenheid is de mate
waarin taken profiteren van de fysieke nabijheid van andere, gerelateerde taken. Zo kennen beroepen
waarin samenwerken belangrijk is
een hoge, en bijvoorbeeld boekhouden een lage taakverbondenheid.
Een toename van de taakverbondenheid met één standaarddeviatie gaat gemiddeld samen met een
werkgelegenheidsgroei van 30 tot
45 procent van een standaarddeviatie. Steden die gemiddeld meer
banen bezitten waarin taakverbondenheid belangrijk is, zijn daardoor
harder gegroeid dan andere steden.
Dit constateren Kok en Ter Weel aan
de hand van empirisch onderzoek
met gegevens over 168 stedelijke
gebieden uit de VS over de periode
1990–2009.
Peersman, G. en W. Wagner (2014) Shocks to bank lending,
Loonverschil
Het loonverschil tussen in deeltijd en voltijd werkende vrouwen is de laatste jaren afgenomen. Dit
blijkt uit empirisch onderzoek van Elsayed et al. met
gegevens over 3782 middel- en laagopgeleide vrouwen tussen de twintig en de zestig in het Verenigd
Koninkrijk over de periode 1997–2006. Tussen deze
twee categorieën werkenden bestaat een loonverschil doordat in deeltijd werkenden minder moeilijk
werk uitvoeren dan in voltijd werkenden. Omdat er
sterke samenhang is tussen het afnemende loonverschil en een toenemend gebruik van computers in de
taken van de werkenden in deze periode, vermoeden
de onderzoekers dat dit computergebruik een van de
oorzaken is van het afgenomen loonverschil. Ook
beïnvloeden veranderingen in de beloning van taken
die vaak door voltijdwerkenden worden uitgevoerd,
zoals lees- en schrijftaken, het verschil.
Elsayed, A., A. de Grip en D. Fouarge (2014) Job tasks, com-
risk-taking, securitization, and their role for U.S. business
Kok, S. en B. ter Weel (2014) Cities, tasks
puter use, and the decreasing part-time pay penalty for wo-
cycle fluctuations. CentER Discussion Paper, 019.
and skills. CPB Discussion Paper, 269.
men in the UK. GSBE Research Memorandum, 011.
Lastenontwikkeling
In de periode 1998–2013 stegen de collectieve lasten als
gevolg van beleid met 20,25 miljard euro, ofwel gemiddeld 1,3 miljard euro (circa 0,2 procent van het bbp) per
jaar. In tien van de zestien jaren was er sprake van een
netto-lastenverzwaring. Van deze verzwaring komt twee
Jaargang 99 (4683) 18 april 2014
20,3
miljard euro
derde voor rekening van gezinnen, en een derde voor
bedrijven. De lastenstijging voor bedrijven is geconcentreerd in de jaren 2012 en 2013.
Stuut, K. (2014) De beleidsmatige lastenontwikkeling in Nederland 1980–2013. CPB Achtergronddocument, 19 maart.
229