Ga direct naar de content

Schuld

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 14 2008

Redactioneel

Mark Dijkstra
Redacteur ESB
m.dijkstra@sdu.nl

Schuld
‘Bush laat zijn land armoe en oorlog na’, zo kopte
het NRC Handelsblad van dinsdag 4 november
(NRC, 2008). Niet alleen heeft Bush de Verenigde
Staten in een voortdurende oorlog met Irak gestort,
hij heeft ook de overheidsschuld flink opgehoogd.
Een van de meest visuele indicaties hiervan is de
National Debt Clock in Manhattan die de totale overheidsschuld aangeeft. Toen in september de overheidsschuld de tien biljoen bereikte, werd besloten
het dollarteken van de klok te halen, zodat er een
extra cijfer bij paste en de klok niet weer op nul zou
komen te staan.
Nu is de vraag niet alleen wat de nieuwe president
Obama aanmoet met deze erfenis, maar ook hoe
Bush het zover heeft laten komen. Het lijkt immers
niet voor de hand te liggen dat een president van de
Republikeinse partij, die meestal niet bekend staan
om hun voorliefde voor hoge overheidsuitgaven,
grote schulden maakt om hoge overheidsuitgaven te
financieren.
Voor dit raadsel bieden Pitsoulis en Siebel (2008)
een uitkomst. Zij stellen, in navolging van Persson
en Svensson (1989), dat een zittende Republikeinse
president ondanks een aversie tegen overheidsuitgaven, toch een prikkel kan hebben om een hoge overheidsschuld te creëren. Dit doet de Republikeinse
president omdat hij niet alleen aan zijn huidige
termijn, maar ook aan de volgende verkiezingen
denkt. Om die verkiezingen te winnen, kan hij
condities creëren om zichzelf zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de gemiddelde kiezer. De kiezer
weet dat een Democratische presidentskandidaat de
voorkeur geeft aan een grotere overheid die, wanneer
deze aan de macht komt, de overheidsuitgaven
zal willen verhogen. Om dat te betalen, moeten de
belastingen of overheidsschuld omhoog. En wanneer
de overheidsschuld al hoog is, wordt schuldfinanciering duurder zodat de Democraat eerder zal kiezen
om de belastingen te verhogen. De andere keus die
de burger kan maken is de Republikein, die een

voorkeur heeft voor lage overheidsuitgaven en dus
ook geen noodzaak ziet om de belastingen te verhogen. Naarmate de overheidsschuld hoger is zal
hierdoor, ceteris paribus, de kans groter worden dat
een Republikein wordt gekozen. In het model van
Pitsoulis en Siebel (2008) zit de kiezer gevangen
tussen twee slechte uitkomsten: een zekere belastingverhoging bij een Democratische kandidaat en
een opportunistische Republikeinse president die
probeert de uitslag te beïnvloeden door de overheidsschuld op te laten lopen.
De verkiezingsuitslag van 5 november toont aan
dat het model van Pitsoulis en Siebel zich in ieder
geval niet direct vertaalt in de werkelijkheid. Hoewel
de overheidsschuld hoog is, en Obama voorstelt de
overheidsuitgaven te verhogen, heeft hij toch de
meerderheid van de stemmen weten te veroveren.
Hooguit kan gezegd worden dat Bush zijn best
heeft gedaan om de verkiezingen in het voordeel
van McCain te laten werken, maar dat het hem niet
gelukt is. Wat hem wel gelukt is, is het verkleinen
van de bewegingsruimte van Obama. Deze zal
moeilijke keuzes moeten maken om zijn plannen
te financieren. Keuzes die hem niet populair zullen
maken en die wellicht zelfs al een voordeel voor de
Republikeinen in de verkiezingen van 2012 kunnen
betekenen (Lockwood et al., 1996).
Bush’ presidentschap duurt nog ongeveer twee
maanden. Voor Obama is het te hopen dat Bush
deze periode aangrijpt om de smalle bewegingsruime
die hij nalaat te vergroten. Dit zou het voor Obama
in ieder geval een stuk goedkoper maken om al zijn
plannen uit te voeren. Als Bush’ schuldgeschiedenis
echter enige indicatie voor de toekomst biedt, lijkt
het niet voor de hand te liggen dat het dollarteken
voor 20 januari weer op de National Debt Clock
verschijnt.

Literatuur
Lockwood, B., A. Philippopoulos en A. Snell (1996) Fiscal
policy, public debt stabilization and politics: theory and UK
evidence. Economic Journal, 106(437), 894–911.
NRC (2008) Bush laat zijn land armoe en oorlog na. NRC, 4
november 2008, 1.
Persson, T. en L. Svensson (1989) Why a stubborn conservative
would run a deficit: policy with time-inconsistent preferences. Quarterly journal of economics, 104(2).
Pitsoulis, A. en J. Siebel (2008) Stubborn conservatives, tax competition and strategic deficit. Artikel voor de Third Panhellenic
Conference on International Political Economy, Athene, 2008.

ESB

93(4547) 14 november 2008

675

Auteur