Beleidsoverlast
Aute ur(s ):
Raa, M.H. ten (auteur)
Verb onden aan de KUB.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4118, pagina 651, 3 september 1997 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
Beleidsoverlast
Auteur(s)
Raa, M.H. ten
Verbonden aan de KUB.
Uitgave
ESB
Verschenen in
970903
82
4118
651
Rubriek
Column
Trefwoord
Verkeer, vervoer en infrastructuur
Rust is schaars. De allocatie van rust tussen dag en nacht, Zwanenburg en Uithoorn, is een klassiek economisch vraagstuk, de
toedeling van schaarse mid- delen aan alternatieve bestemmingen. De twee basismethoden om het probleem op te lossen zijn het
marktmechanisme en centrale planning. De laatste methode werd toegepast in de Sovjetunie en wordt nog, zij het in verwaterde vorm,
voorgestaan door de minister van Verkeer en Waterstaat in Nederland.
Mevrouw Jorritsma wil de kwaliteit van het woon- en leefklimaat verbeteren in de omgeving van Schiphol. Op zichzelf is dit een curieuze
greep – er zijn economischer locaties voor deze doelstelling – maar ik beschouw hem als gegeven. De milieuverontreiniging aldaar mag de
niveaus van 1990 niet overschrijden. De randvoorwaarde wordt bijtend voor geluid, vooral dat van nachtvluchten.
Hoe mevrouw Jorritsma de milieu-aspecten denkt te kunnen handhaven, kunt u lezen in haar Planalogische Kernbeslissing, pagina 24:
”De adequate handhaving van de aspecten wordt gewaarborgd door evaluatie en monitoring zoals beschreven in de paragraaf met
betrekking tot evaluatie en monitoring (pagina 26).” Ik heb deze tekst op me laten inwerken en kan me er wel iets bij voorstellen. Als ik de
ring van Amsterdam verlaat in de richting van Amersfoort, licht de tekst ‘U rijdt te hard’ op. De eerste keer dat me dit overkwam, trapte ik
pardoes op de rem. De handhaving van het aspect snelheid werd aldus gewaarborgd door evaluatie en monitoring. Ofschoon ik de
tweede keer langzamer reed, lichtte de tekst wederom op. Ik schrok niet en reed rustig door. Een boete heb ik niet ontvangen en
tegenwoordig scheur ik weer ouderwets de ring af. Het aspect snelheid wordt weliswaar gehandhaafd, maar de handhaving is niet
adequaat en evaluatie en monitoring blijken geen waarborg te zijn.
Enfin, mevrouw Jorritsma is bekleed met overheidsmacht en zal haar middelen wel hebben. Nieuwsgierig bladeren we door naar de
paragraaf over evaluatie en monitoring: ”De wijze waarop evaluatie en monitoring zal plaatsvinden zal worden weergegeven in het
programma Evaluatie en Monitoring.” Evenals de rechter ben ik benieuwd naar het programma Evaluatie en Monitoring van mevrouw
Jorritsma. De contouren worden zichtbaar en zouden zich kunnen laten vangen in de volgende strofe: ”Het programma Evaluatie en
Monitoring wordt uitgevoerd door de coördinator Evaluatie en Monitoring.” Immers, mevrouw Jorritsma overweegt om een
vluchtcoördinator te benoemen. Deze centrale planner overlegt met de verbruikers van het schaarse goed rust en wijst vluchten toe op
grond van ‘historische rechten’, toestellawaai en andere ogenschijnlijk redelijke overwegingen.
Historische rechten zijn een beproefd, maar slecht middel om te alloceren. Nieuwlichters worden geweerd. De reinigende werking van
vrije toetreding vervalt. Bestaande routes zullen in stand gehouden worden, omdat ze als verworven recht van toekomstig nut kunnen
zijn, ook als ze momenteel onprofijtelijk zijn. ‘Rent seeking’ verwerft een gelijkwaardige plaats naast ondernemen.
Toestellawaai is evenmin een deugdelijk criterium. Onze centrale planner gaat letten op type toestel, niet winstgevendheid. Een leeg
fluistertoestel zal kansrijker zijn dan een volle jumbo. De overige redelijke overwegingen zullen hun uitdrukking vinden, want de markt
kruipt waar hij niet gaan kan: zo niet boven de toonbank, dan eronder.
De corruptie die zal ontstaan kun je beter niet aan de vervoerders of de vlucht- coördinator toeschrijven, maar is inherent aan het
allocatiemechanisme van centrale planning. Deels werkt het zelfs als een uitlaatklep voor efficiëntie. Als een handige
luchtvaartondernemer een verworven recht verpatst – hetgeen zich aan de waarneming kan onttrekken als het onderdeel is van een
samenwerkingsovereenkomst – schaadt hij niemand. De door de vluchtcoördinator toegekende rechten zullen een schaduwprijs hebben
en ‘t onbenullige van de overheid is dat zij deze waarde uit handen laat glippen.
Er zijn twee manieren om de schaduwprijs van geluidsrestricties te verzilveren en een doelmatige toewijzing te genereren. Beide zijn
impliciet en vergen geen vluchtcoördinator. De eerste is om een geluidsheffing in te voeren en het tarief, zeker voor de nachtelijke uren,
zo hoog te stellen dat er een afschrikwekkende werking van uitgaat, zodanig dat het lawaai tot het niveau van 1990 zakt. De tweede is om
lawaairechten te veilen. Het aantal te veilen rechten wordt gesteld op het niveau van 1990 en we zien wel wie ze opkopen. Of je nu belast
of veilt, in beide gevallen wordt de prijs van lawaai uitgedrukt en in rekening gebracht. Het aardige van deze marktmechanismen is dat
vluchten worden gealloceerd op basis van economisch rendement en niet op grond van handigheid in de omgang met betrokkenen, zoals
de vluchtcoördinator. Bovendien kunnen de opbrengsten aangewend worden om de aanleg van de vijfde baan te versnellen. De
mainport-ambitie van Schiphol zal gefaseerd worden, maar dat geldt voor elke ‘waarborg van de adequate handhaving van de aspecten’.
Als je het doet, doe het marktconform.
Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)