Ga direct naar de content

EMU-propaganda

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 29 1997

EMU-propaganda
Aute ur(s ):
Fortuyn, W.S.P. (auteur)
De auteur is publicist.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4091, pagina 83, 29 januari 1997 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
eu, emu

De president van de Nederlandsche Bank, W.F. Duisenberg, heeft zijn gezag met name gevestigd in de jaren tachtig. Hij was het die
met jaarlijkse verslagen en vermaningen de kabinetten-Lubbers op het juiste spoor hield van de sanering van de overheidsfinanciën en
het trimmen van de verzorgingsstaat. Dat was ook nodig omdat Lubbers na zijn vliegende start in 1982, in de tweede helft van de jaren
tachtig verschijnselen van bezuinigingsmoeheid toonde.
Duisenberg plaatste zijn kanttekeningen bij het kabinetsbeleid met het oog op het creëren van een goede exportpositie voor het
Nederlandse bedrijfsleven, het tegengaan van inflatie en het verdedigen van een aan de harde D-mark gekoppelde gulden, lage
rentestanden ten behoeve van investeringen en arbeidskostenreductie van de productie van goederen en diensten. Allemaal doelen die
een president dient na te streven en dat heeft Duisenberg in die periode met verve gedaan.
Hij sprak, als het ware over de hoofden van het kabinet heen, het Nederlandse volk toe en gaf het een diagnose van ziekte en gezondheid
van de Nederlandse economie, mede bezien vanuit een Europees perspectief. Lubbers vond dat als premier niet altijd even plezierig, al
deze vermaningen en aansporingen om te volharden in een uiterst restrictief beleid. Het was nooit genoeg en het deed de premier eens
verzuchten: “als de bladeren vallen, dan heb je Duisenberg weer, onze nationale zwart-kijker”. Sedert Duisenberg kandidaat is van de
wegbereider voor de centrale Europese bank en vlast op een benoeming tot eerste president, lijkt zijn kritische zin en zijn drang tot
objectieve voorlichting als bij toverslag verdwenen. Het in het verdrag van Maastricht in gang gezette proces tot het vormen van een
Economische en Monetaire Unie, geniet niet alleen zijn volle onkritische steun, maar wordt als een waar geloofs-artikel aan den volke
opgedrongen. Het zal ons land alleen maar zegeningen brengen en onze economische plaats in Europa en de wereld slechts versterken.
Het is je reinste propaganda.Wat zou het volk van Nederland wèl mogen verwachten? Simpelweg objectieve, niet al te beoordelende,
voorlichting, dat wil zeggen uitgebreide analyse, begrijpelijk gemaakt voor een breed publiek, die ons voorlicht over de voor- èn nadelen
van de EMU, alsmede over de voorwaarden waaronder Nederland het beste aan deze unie kan deelnemen. Niets echter van dit alles.
Duitsland is met zijn economie die 8% van het wereldproduct produceert, tegen de EU 29%, het ankerpunt van een monetaire unie.
Daarnaast moet Frankrijk, om politieke redenen, koste wat het kost aan de unie deelnemen. Hoe staat het nu met hun economieën, de
sanering van de overheidsfinanciën en het trimmen van de verzorgingsstaat van de ankerpunten Duitsland en Frankrijk?
Welnu, op al die terreinen ronduit zorgelijk tot slecht. Duitsland heeft een industriële economie die nog maar zeer ten dele de slag naar
een (informatica)diensteneconomie heeft gemaakt. Bovendien zijn de bruto loonkosten over de hele linie veel te hoog, is de arbeid
uitermate inflexibel (slechts 18% van de bevolking werkt in deeltijd), is de verzorgingsstaat veel te luxueus en uitermate kostbaar, loopt
de werkloosheid volledig uit de hand (nu al vier miljoen personen) en staat de sanering van de overheidsfinanciën nog maar aan het
begin. Nederland heeft over dat karwei ruim twaalf jaar gedaan, de Bondsrepubliek zal dat eventjes in een paar jaar opknappen. Duitsland
dreigt niet eens te kunnen voldoen aan de zelf afgedwongen toetredingscriteria van de EMU.
Frankrijk maakt het zo mogelijk nog bonter. Premier Jupé heeft nu twee hete herfsten achter de rug, maar heel weinig gewonnen. De door
forse staatsinterventies bepaalde Franse economie is nog lang niet geherstructureerd. De overheidsfinanciën zijn verre van op orde en
daar is zelfs in de naaste toekomst geen zicht op. Om het er een beetje op te doen lijken, zijn de Fransen zich aan het bekwamen in het
latijnsboekhouden, tot gruwel van de oerdegelijke Hollandse koopman natuurlijk. De sanering van de verzorgingsstaat tenslotte lukt,
door de massale weerstand van vakbeweging en bevolking, van geen kant. Integendeel, de vervroegde pensioenering van Franse
vrachtwagenchauffeurs op de potsierlijk leeftijd van 55 jaar wordt gewoon betaald uit de algemene middelen. Ook Frankrijk zal grote
moeite hebben om aan de toetredingscriteria van de EMU te voldoen, en als het dat doet is het met veel kunst- en vliegwerk.
Nederland zou, als braafste jongentje van de klas, de eerste moeten zijn om te pleiten voor uitstel van de invoering van de EMU, naar het
eerste decennium van de volgende eeuw, opdat de deelnemende landen meer tijd hebben om hun economieën te laten convergeren; een
eerste voorwaarde voor een geslaagde muntunie.Wij doen het tegendeel en zetten door. Of liever gezegd de Nederlandse euro- elite, met
premier Kok in het voorste gelid, zet door, met het risico het land met zijn grote spaartegoeden in een pennestreek te verarmen, de harde
gulden prijs te geven voor een glijdende euro en 15 jaar saneringsbeleid door de vingers te zien glippen.
Dit alles had het Nederlandse volk, naast de voordelen die er ook zijn, van de president van de Nederlandsche Bank moeten vernemen. Ik
houd niet zo van dat Franse gemanipuleer, maar dit keer moeten ze er maar even mee doorgaan. Wim Duisenberg verdient het om voor
straf niet de eerste president te worden van de Europese centrale bank.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur