nr. 22, november 1989
Ji
FvanLanschot
Bankiersnv
Financieel bericht
Internationale conjunctunr
Tekenen van stagflatie in Engeland
Met wereldnieuws stond de afgelopen twee weken in het
teken van de ontwikkelingen in het Oostblok en vooral in
Oost-Duitsland. Naast de Oostduitse bevolking, die na 28
jaar haar vrijheid terugkrijgt, profiteer! de Westduitse economie hier duidelijk van.
Tegenover het gunstige beeld voor Duitsland staat de
groeivertraging in Engeland, die gepaard gaat met hoge
inflatie en forse externe tekorten. In zijn herfstboodschap
verklaarde de nieuwe minister van Financien, John Major,
een stagnerende binnenlandse vraag te verwachten, terwijl
de inflatie volgend jaar nog altijd circa 5,5% zal bedragen.
Dit blijft te hoog en de Britse regering zal aan het bestrijden
van de inflatie prioriteit blijven geven. Een verlaging van de
rente mogen we op korte termijn derhalve niet verwachten.
De overheidsuitgaven zullen iets boven het aanvankelijk
gebudgetteerde niveau uitkomen.
Het tekort op de lopende rekening blijft hoog met een
verwacht negatief saldo van £ 15 mrd. voor 1990, maar
lager dan de £ 20 mrd. waar voor dit jaar op wordt gerekend. De investeringen die in de jaren 1986-1988 ree’el met
30% zijn gestegen en in het lopende jaar naar verwachting
met ruim 9% toenemen zullen volgend jaar waarschijnlijk
met niet meer dan 4,5% groeien. Al met al is het beeld dat
nu wordt gegeven duidelijk slechter dan de voorgaande
projecties, die ook al een aantal malen in neerwaartse
richting zijn bijgesteld. Na een aantal jaren van opmerkelijk
economisch herstel wordt weer het beeld van stagflatie
opgeroepen dat de Britse economie vele jaren kenmerkte.
Amerlkaanse economie vertraagt
De cijfers die in de Verenigde Staten werden bekendgemaakt wezen allemaal in de richting van een vertragende
economische groei. De detailhandelsverkopen daalden in
oktober met 0,7%. De Industrie’le produktie zakte met 1%
terug, terwijl de bezettingsgraad met 82,8% eveneens
duidelijk lager was dan de 83,6% die een maand terug werd
gerapporteerd. Voor al deze cijfers geldt dat de dating
groter was dan waar de markt op had gerekend.
De afzwakkende groei van de Amerikaanse economie
was ook terug te vinden in de handelsbalans. Het handelstekort over September kwam uit op $ 7,9 mrd., het kleinste
tekort sedert 1984. Daarnaast werd het tekort over augustus bijgesteld van een eerder gepubliceerde $ 10,8 miljard
tot $ 10,1 miljard. De daling in September kwam tot stand
dank zij een groei van de export met 1,9% terwijl de import
met 3,9% daalde. Het tekort over de eerste negen maanden van dit jaar is met $ 80,4 miljard nu 9% lager dan in de
vergelijkbare periode van 1988. Slechts de groei met 12%
van het aantal woningen waarvan men de bouw gestart is,
wees in de richting van een niet volledig inzakkende economische groei.
In eigen land wordt minister Kok wel heel snel geconfronteerd met de problemen die het Ministerie van Financien eigen zijn. Ondanks de hoge economische groei vallen de belastingontvangsten tegen. Daarnaast doen zich
ESB 22-11-1989
tegenvallers bij de uitgaven voor, waardoor de tijdens de
kabinetsformatie zo verdedigde nieuwe maatregelen
slechts vertraagd kunnen worden ingevoerd.
Valuta’s en rente________________
Dollar houdt herstel niet vast
Het Britse pond stond de afgelopen weken wederom
onder druk. De herfstboodschap van minister van Financien John Major gaf de markt geen vertrouwen en het pond
zakte verder weg tot een niveau van / 3,25.
De Amerikaanse dollar leek aanvankelijk weer wat aan
te trekken, maar dit bleek slechts tijdelijk, waarna de recente dieptepunten weer werden getest. Zelfs de meevallende
handelscijfers konden hier niets aan veranderen. Vooruitlopend op de cijfers daalde de dollar drie cent tot / 2,07
omdat men een tegenvallend tekort vreesde. Na de bekendmaking van het tekort, dat bijna $ 1 mrd. lager was
dan de markt verwachtte, veerde de dollar met een cent
op, maar nog dezelfde dag viel de dollar terug tot onder de
/ 2,07. De verwachting dat de kans op een hogere rente in
de VS was afgenomen speelde hierbij een rol. Immers, zo
werd gereageerd, de 3,9% lagere import bevestigt het
afnemende groeitempo in de VS.
Oosteuropese valuta’s minder waard
Voor zover er sprake is van een vrije koersvorming van
Oosteuropese valuta’s, was ook hier van een daling sprake. Op de eerste deviezenveiling in Moskou is een gemiddelde koers tot stand gekomen van 11 dollarcent voor een
roebel. Dit is aanzienlijk minder dan de officiele koers van
ruim 1,5 dollar en de toeristenkoers, waarbij de roebel
recent met 90% was gedevalueerd tot 16 dollarcent.
In de handel in West-Berlijn vermindert de waarde van
de Oostduitse mark snel. Werd kort na de opening van de
grens nog 10 pfennig voor de Ostmark betaald, inmiddels
is dit gedaald tot rond de 5 pfennig. Slechts hier en daar is
een kroegbaas nog bereid het bier af te rekenen tegen de
officiele Oostduitse koers, waarbij de waarde van de marken gelijk wordt gesteld.
Rente alleen in Amerika iets lager
Na een lange periode van veelal oplopende rentes op
de internationale geld- en kapitaalmarkten, gloorde er de
afgelopen weken aanvankelijk weer een sprankje hoop
aan het rentefront. Het meest in het oog springende wapenfeit was de verlaging door de Amerikaanse centrale
bank van de zogenaamde Fed-funds van 8 3/4% tot 8
1 /2%. Daarmede lijkt de Federal Reserve de opvatting van
de markt te volgen, dat de Amerikaanse economie afstevent op een periode met een lage economische groei,
waarbij de inflatie minder zorgen baart.
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
1169
Valutakoersen
1989
hoogste
koers
Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwltserse frank (1 00)
Japanseyen (10.000)
1989
laagste
koers
2,30
1,99
3,71
3,24
112,95
133,32
165,01
112,57
125,95
143,75
Koers
per
6/11
2,09
3,29
112,90
128,63
145,51
Koers
per
20/11
2,08
3,24
112,85
127,39
143,75
In West-Duitsland gaf de Bundesbank de markt ruime
steun. Daarmee bracht de Bundesbank enigszins rust op
de markt waar de tarieven onder sterk opwaartse druk
stonden van de ontwikkelingen in Oost-Duitsland. Ook op
de Duitse kapitaalmarkt waren de rendementen hierdoor
behoorlijk opgelopen. Engeland en Japan moesten eveneens genoegen nemen met hogere rentetarieven. In Frankrijk droegen stakingen bij tot de rentestijging die de driemaandsrente deed oplopen tot boven de 10%. Een stijging
van het handelstekort van FF 7,5 mrd. in juli tot FF 9,3 mrd.
in augustus en een in oktober weer tot 3,6% aangetrokken
inflatie bracht daarnaast de Frans frank enigszins onder
druk.
Op onze geldmarkt verhoogde de Nederlandsche Bank
het tarief voor de speciale belening van 7,9% tot 8%,
waarmee DNB de gestegen marktrentes volgde. De tarieven voor de interbancaire deposito’s bewegen zich nu rond
de 8,4%. Op de kapitaalmarkt benaderde de rente de 8%
angstvallig, hetgeen niet mag verwonderen als men bedenkt dat in reactie op de ontwikkelingen in Berlijn de
staatsleningen op een dag 50 tot 80 cent terugvielen. De
rendementen voor de langstlopende staatsleningen liggen
nu op 7,8% terwijl onder invloed van de hoge geldmarktrente de rendementen voor leningen met een resterende
looptijd van 3 tot 5 jaar op 8% liggen.
Vraag naar edele metalen
Niet onvermeld mag de ontwikkelingen op de markt voor
edele metalen blijven. Hier was het vooral het goud dat na
jaren van zwakte een opmerkelijk herstel vertoonde. Het
doorbreken van het niveau van $ 370 bleek een stijging in
te leiden die de goudprijs in korte tijd richting $ 395 heeft
geleid. Een stijging die als vertrekpunt de minicrash van
13-16 oktober had. Ook de zilverprijs heeft een herstel
ingezet.
Internationale beurzen
Wall Street beweegt zijwaarts
De Amerikaanse beurs moest aan het begin van november even een f linke tik incasseren, waardoor de Dow Jones
in enkele dagen van de 2640 naar de 2570 tuimelde.
Daarna bleef de index zich lange tijd bewegen tussen de
nauwe grens van 2600 en 2640. IBM doorbrak het $
100-niveau in neerwaartse richting. Nade eerdere berichten over een teleurstellende winstontwikkeling was nu het
vermoeden dat voorschriften ten aanzien van overheidsleveranties waren overtreden debet aan de koersdaling. Dun
& Bradstreet moest ook scherp terug op de neerwaartse
bijstelling met 10% van de winstverwachting voor volgend
jaar. Bij een zeer forse omzet ging de koers in een dag met
5% omlaag.
Beter vergaat het Disney. Recentelijk was de onderneming in het nieuws in verband met de succesvolle introductie van circa 50% van het kapitaal van Euro-Disneyland.
1170
Deze keer was het de winst over het derde kwartaal die
met 56% steeg tot $ 136,4 mln. of $ 0,99 per aandeel. Over
de gehele linie vergaat het de groep goed, zowel bij de
parken, als bij de films en de consumentenprodukten. Het
zal niet verwonderen dat de koers van Disney zich gestaag
omhoog heeft bewogen tot het huidige niveau van $ 124.
De Japanse beurs, die lange tijd weinig opzienbarends
heeft laten zien, is aan een nieuwe opmars begonnen en
heeft het niveau van 36.000 voor de Nikkei-index benaderd. Neerwaartse aanpassingen van de winstverwachtingen door Hitachi en Toshiba deden hieraan geen afbreuk.
Positief nieuws was er van de staalondernemingen die
winststijgingen tot 50% (voor Nippon Steel) rapporteerden
voor het halfjaar dat per ultimo September eindigde.
Taiwan naar omzet derde in de wereld
In de maand oktober was de beurs van Taiwan naar
omzet gemeten nummer drie op de wereldranglijst. De
eerste plaats was voor Tokio met een gemiddelde dagomzet van ruim $ 10 miljard. Op de tweede plaats kwam New
York met $ 7 miljard. Daarop volgde Taiwan met $ 4,5
miljard, Frankfurt en Londen met een omzet van $ 2,5
miljard ruim achter zich latend. De beurs van Taiwan heeft
het koersniveau in nauwelijks drie jaar zien verdrievoudigen en vrijwel niets kan het optimisme van de circa 2
miljoen beleggers van Taiwan (10% van de bevolking)
breken. Exclusief de wel heel dure aandelen in de financiele sector bedraagt de gemiddelde koers-winstverhouding
ruim 40 en velen vragen zich af of de koersstijging in
Taiwan maar door kan gaan. De afgelopen weken moesten
de koersen in Taiwan weer even wat terug.
Op de beurs in Londen werd teleurgesteld gereageerd
op het bericht van de Nederlandse SHV dat zij geen
plannen heeft om op korte termijn een bod op de aandelen
van Burmah Oil uit te brengen. Eerder was bekend gemaakt dat SHV een belang van 9,1% in deze Britse oliemaatschappij had verworven, hetgeen speculaties over
een mogelijk bod had veroorzaakt.
Het nieuws van de Engelse banken was niet imponerend
nu over een breed front weer forse voorzieningen werden
getroffen op de leningen aan de derde wereld. De mate
waarin de risico’s van de schulden van de derde wereld zijn
afgedekt varieren, maar de meeste Engelse banken hebben een kleine 50 tot 70% van de uitstaande bedragen aan
voorzieningen opgebouwd. Na de koersval in September
en oktober toonde de Britse aandelenmarkt in november
overigens enig herstel.
De Duitse beurzen maakten een aantal uitstekende
weken door met forse koersstijgingen die zich vooral concentreerden op de warenhuizen en de bouwsector, maar
ook Volkswagen lag uitstekend in de markt. De gunstige
berichten over de economische effecten van de ontwikkelingen in Oost-Duitsland vormden uiteraard een goede
ondersteuning.
Beursindices
1989
1989
Koers
Koers
hoogste
koers
laagste
koers
per
3/11
per
17/11
VS (Dow Jones)
2791
Engeland (FT-100)
2381
Duitsland (Dax)
1658
Nederland(CBS-koersindex)
211
Tokio (Nikkei)
35.964
Australia (All Ord)
1782
2145
1783
1272
167
30.184
1413
2630
2173
1450
190
35.495
1657
2653
2221
1532
193
35.964
1634
De Amsterdamse beurs
Kopers blijven weg
De Amsterdamse beurs kon het verlies dat begin november werd opgelopen weer gedeeltelijk goedmaken. De
beurs ondervond daarbij steun van de goed gestemde
Duitse beurs, maar de oplopende rente temperde hier het
enthousiasme. Enkele belangrijke kwartaalcijfers werden
bekendgemaakt.
Het netto resultaat van de Koninklijke Shell Groep over
het derde kwartaal van 1989 bedroeg £ 652 miljoen, een
daling van 16% ten opzlchte van het overeenkomstige
kwartaal van 1988. Op basis van geschatte actuele aankoopkosten van de verkopen, waarbij het effect van voorraadwinsten of -verliezen buiten beschouwing wordt gelaten, bedroeg het resultaat £ 667 miljoen, een daling van
20%. Het resultaat van de sector opsporing en winning
steeg fors, voornamelijk als gevolg van hogere ruwe-olieprijzen en een gestegen produktie. Het resultaat van de
sector verwerking, zeetransport en verkoop was nagenoeg
onveranderd. In de sector chemie daalde het resultaat als
gevolg van lagere prijzen, ondanks de aanhoudend sterke
vraag. De niet-sectorgebonden lasten stegen, voornamelijk door valuta-effecten. Het netto resultaat over de eerste
negen maanden van 1989 steeg met 31% tot / 2.939
miljoen, hoofdzakelijk als gevolg van een hoger resultaat
van de sector opsporing en winning en de sector verwerking, zeetransport en verkoop. De resultaten werden gunstig bei’nvloed door buitengewone baten in het eerste kwartaal van bijna £ 250 mln. uit de verkoop van onroerend
goed. De door de bedrijfsactiviteiten gegenereerde kasstroom van £ 3,4 miljard over de eerste negen maanden
was nagenoeg gelijk aan die van de eerste negen maanden van 1988. De investeringen en opsporingskosten stegen tot £ 4,0 miljard.
Buhrmann-Tetterode en de Koninklijke Nederlandse Papierfabrieken zijn van plan hun golfkartonfabrieken in Nederland en de Bondsrepubliek onderte brengen in een joint-venture waarin BT en KNP ieder voor 50 procent participeren.
Daarmee hoopt men de marktpositie te verstevigen. BT en
KNP produceren beide reeds golfkarton alsmede grondstoffen voor golfkarton. De gezamenlijke golfkartonbedrijven
leveren jaarlijks ongeveer 225.000 ton karton en zijn goed
voor een omzet van / 425 miljoen. BT is trouwens toch
bijzonder actief. Recentelijk zijn een aantal buiten de kernactiviteiten vallende onderdelen uit de groep afgestoten,
zoals bij voorbeeld de tissue-fabriek Celtona en de speelgoedbedrijven. Ondertussen tracht de onderneming een
voet aan de grand te krijgen op de Amerikaanse markt voor
kantoorartikelen. Wanneer een aantal overnemingen, waar
momenteel aan wordt gewerkt, doorgaat zal een omzet op
dit gebied worden behaald van $ 225 mln.
Een positieve koersreactie viel Pakhoed ten deel na de
mededeling dat voor dit jaar een winst van / 90 mln. wordt
verwacht, terwijl eerder / 85 mln. was geTndiceerd. De koers
steeg in twee dagen met ruim / 6 tot / 134. Als nieuwe
ontwikkeling zien wij overigens wel een jacht op ‘perestroika-aandelen’, nadat eerder de milieu-aandelen zich al in een
toenemende belangstelling hadden mogen verheugen. Onder de perestroika-aandelen kunnen volgens de beurs worden gerekend ondememingen als VMF, Otra en NKF
Herplaatsing NMB Postbank Groep
Begin december wordt circa 30 procent van het kapitaal
van de NMB Postbank Groep op de Nederlandse en Internationale kapitaalmarkt herplaatst. Daarmee wordt het belang van de Staat teruggebracht tot ongeveer 25%. Voor de
herplaatsing van de aandelen van de pas gefuseerde NMB
en Postbank vindt een uitgebreide promotie plaats, waarvoor
in totaal niet minder dan /12 miljoen gulden is uitgetrokken.
ESB 22-11-1989
De NMB Postbank Groep is ontstaan uit de fusie dit jaar
tussen de NMB en de Postbank, twee banken die zich van
de meeste andere algemene banken onderscheiden door
de betrokkenheid van de overheid. In de NMB had de Staat
nog een belang van 7% terwijl de Postbank volledig staatseigendom was. Na de fusie had de Staat een meerderheidsbelang, dat door stalling van 4,6% elders is teruggebracht tot een 49%-deelneming.
De NMB is in 1927 opgericht, na een advies van een
staatscommissie die een verbetering van de kredietverlening aan de middenstand voorstelde door een reorganisatie van de op dat terrein werkzame middenstandskredietorganisaties. De Postbank is voortgekomen uit een fusie
tussen de Rijkspostspaarbank en de Postcheque- en Girodienst, ten einde deze instellingen een voortbestaan te
garanderen hetgeen voor hen afzonderlijk niet leek weggelegd. Daarbij zou de Postbank geen nieuwe bankdiensten verrichten die al door de particuliere banken werden
aangeboden. Dit bleek echter toch een te grote beperking,
waardoor de Postbank haar marktpositie geleidelijk achteruit zag gaan en een privatisering in feite onvermijdelijk
werd.
De Postbank geeft de creditzijde van de nieuwe combinatie een hechte basis. Deze bank heeft via de postgiro
meer dan 40 procent van het betalingsverkeer in Nederland
in handen, waarbij zij meer dan 3 miljoen overboekingen
per dag verricht. Bovendien is de Postbank via een fijnmazig net van postkantoren in heel Nederland aanwezig. De
Postbank heeft 5,5 miljoen rekeningen en 7 miljoen spaarrekeningen. Door de hierop aangehouden saldi beschikt
deze bank over goedkope gelden. In feite beheert deze
bank een cash-overschot van 30 miljard gulden dat nu in
staatsobligaties wordt belegd. Deze enorme portefeuille
kan ingezet worden voor de funding van de nieuwe combinatie.
De NMB Bank is een ander soort bank. Deze bank heeft
traditioneel haar basis in het midden- en kleinbedrijf. De
bank is inmiddels echter ook internationaal goed ingevoerd
via een net van 41 kantoren over de hele wereld. De bank
heeft zich daarbij gespecialiseerd in de handel in derdewereldleningen, waarin zij een leidende positie inneemt.
Daarnaast neemt de NMB een sterke positie in op het
gebied van leasing en factoring en is de NMB de sterkste
marktpartij op de Nederlandse optiebeurs. De NMB beschikt echter niet in dezelfde mate als de Postbank over
goedkope creditgelden. De combinatie NMB-Postbank ligt
dan ook voor de hand: de een zorgt voor de inbreng van
goedkoop geld, de ander zorgt voor een goede opbrengst
door een gespecialiseerde dienstverlening.
In de Nederlandse bankwereld verwerft de nieuwe bankgroep een vooraanstaande plaats. Gemeten naar balanstotaal is de combinatie met / 147 miljard per eind 1988
vierde na de ABN, de Amro en de Rabo. Gemeten naar
deposito’s is de NMB Postbank Groep al nummer twee met
/ 129 miljard, na de Rabo met / 134 miljard. Gerekend
naar het rendement op het eigen vermogen is de NMB de
beste performer met 12,6%.
Samen geteld behaalden de twee banken vorig jaar een
brutowinst van / 1.529 miljoen. Netto bleef daar / 587
miljoen van over. De nieuwe groep is optimistisch over het
lopende boekjaar en voorspelt voor dit jaar een winststijging van 10 procent. Voor volgend jaar verwacht men een
hogere winstgroei.
Nu wordt dus circa 30% van het aandelenkapitaal herplaatst, waarvan circa 25% van de Staat en daarnaast de
tijdelijk gestalde 4,6%. De operatie start op 6 december,
wanneer de prijs bekend wordt gemaakt. De inschrijvingsperiode loopt af op 8 december. Van de te plaatsen aandelen is 55% bestemd voor particulieren en instituten in de
Benelux, 45 procent gaat naar andere Europese beleggers.
1171
Cost en west
Met verbazing neemt de Westerse wereld kennis van het
nieuws rond het openbreken van Oost-Europa. Vooral de
snelheid waarmee de veranderingen nu plaatsvinden had tot
voor kort niemand voor mogelijk gehouden. Hoewel de ontwikkelingen in Oost-Duitsland op dit moment de meeste
aandacht trekken zien we soortgelijke ontwikkelingen in de
andere Oostbloklanden en zijn de effecten op de Westerse
landen eveneens van groot belang. President Mitterrand riep
een specials Europese top bijeen om de ontwikkelingen te
bespreken en de mogelijkheden van Europese financiele
steun te bezien. Tegelijkertijd overweegt de Amerikaanse
regering net als de Sovjetunie een bezuiniging van 5% op de
defensie aan het Congres voor te leggen, waarmee tevens
een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de reductie van
het begrotingstekort. Op korte termijn zullen de effecten op
de Westduitse economie het grootste zijn.
Het beeld dat de Duitse economie internationaal lange
tijd veelal opriep was dat van grote soliditeit, maar gebrek
aan elan. Inmiddels is hierin een geleidelijke verbetering
opgetreden. Het Duitse financieel-economische beleid is
veel soberder dan het Amerikaanse of het beleid dat in
Engeland is gevoerd, maar het werpt toch zijn vruchten af.
Waar de VS en vooral Engeland met toenemende problemen te kampen hebben, terwijl de groei afneemt, zien wij
de Duitse economie in een hoog tempo doorgroeien. Het
financiele bestel wordt ook meer dynamisch en als extra
vonk komt daar nu de impuls vanuit Oost-Duitsland bij.
In eerste instantie gaat het om de toevloed van Oostduitsers die zich komen vestigen. De opvang van de Oostduitsers leidt tot hogere uitgaven van de Westduitse overheid.
Het gaat hierbij om huisvesting, maar ook vaak om financiele ondersteuning van de immigranten, zodat deze kunnen voorzien in de eerste behoeften van levensonderhoud.
Een financieel probleem behoeft dit voor de Duitse overheid overigens niet op te leveren. De laatste bijstellingen
van de begroting doen een stijging van de belastingopbrengsten met 10% verwachten. Voor de gespannen arbeidsmarkt betekent het extra aanbod van Oostduitsers
enig soelaas. Overigens zal dit niet zodanig zijn dat grote
effecten op de opstelling van de sociale partners in de
loononderhandelingen verwacht mag worden. Het bankpersoneel (400.000 man) heeft juist een nieuwe cao afgesloten die voorziet in een loonsverhoging met 4,6%. De
vakbond IG Metall, die 2,5 miljoen werknemers vertegenwoordigt, gaat waarschijnlijk een looneis neerleggen die
tussen de 7,5% en 9% ligt, met daarnaast de eis tot
verkorting van de werkweek met 2 uur tot 35 uur.
Druk op inflatie
De angst van de Bundesbank voor een impuls vanuit het
loonfront op de inflatie is dus reeel. De extra bestedingen
door de nieuw gevestigde Oostduitsers geeft ook een
inflatoire impuls, mede omdat deze voor een belangrijk
deel door ontsparingen of kredieten gefinancierd zullen
worden. Met de openstelling van de Oostduitse grenzen
komt daar nu de enorme stroom dagjesmensen en straks
vermoedelijk ook vakantiegangers bij. Ook hier geldt dat
de bestedingen van deze groep kunnen leiden tot een
lichte extra inflatoire druk, te meer daar hier eveneens
subsidies worden verstrekt.
Daarnaast speett mee dat het opvoeren van de produktie,
om te voldoen aan de toegenomen vraag, bij de reeds hoge
benutting van de produktiecapaciteit nauwelijks mogelijk is,
waardoor prijsvernogingen in de hand worden gewerkt.
Half procent extra groei
Wat de effecten op de economische groei betreft varieren de schattingen van een extra groei voor 1990 in de orde
1172
van 1/4% tot 1%, waarbij de waarheid vermoedelijk in het
midden zal liggen. Zo zouden de particuliere consumptie
met 0,5% toenemen, de overheidsbestedingen met 0,2%,
de investeringen in bedrijfsuitrustingen met 0,3% en de
bouw met 1,5%. Tegen deze achtergrond zal het niet
verwonderen dat op de Duitse aandelenmarkten vooral de
bouw en de detailhandel de laatste weken flink in de
belangstelling staan. Bij deze laatste sector zijn het dan
niet zozeer de luxere winkels zoals Kaufhaus en Karstadt,
maar vooral de HEMA-achtige ASKO die moeten kunnen
profiteren van de extra bestedingen. De Duitse invoer zou
met 1% toenemen. Het gigantische overschot op de handelsbalans zou dus lets omlaag kunnen. Dit gevoegd bij
lets meer inflatie draagt bij tot het verkleinen van de verschillen tussen de economische situatie in Duitsland en de
andere EG-landen.
Duitse bevolkingsopbouw verbetert
Bovengenoemde economische effecten doen zich
vooral de komende jaren voor. Op langere termijn zijn de
effecten van niet minder belang. Voor de komende jaren
wordt in West-Duitsland gerekend op een jaarlijkse
stroom immigranten van 300.000 tot 500.000 afkomstig
uit de DDR en de andere Oostbloklanden. Een groot deel
daarvan zal het arbeidsaanbod in Duitsland verruimen.
Hun gemiddelde leeftijd ligt duidelijk gunstiger dan de
huidige bevolkingsopbouw. Daarnaast zal het geboortencijfer gunstig worden beTnvloed, hetgeen ook op langere
termijn zal doorwerken, niet alleen in de consumptieve
vraag, maar ook in het arbeidsaanbod. Van groot belang
is deze ontwikkeling ook voor het op peil houden van de
sociale zekerheid. Momenteel is een aanpassing van de
pensioenwetgeving onderhanden die erop gericht is het
evenwicht tussen inkomsten en uitgaven te herstellen.
Achtergrond van deze aanpassing is de dreigende vergrijzing van de Duitse bevolking. Het huidige niveau van
pensioenpremies zou tot omvangrijke tekorten leidden.
De voorstellen houden een verhoging van de bijdragen
van werknemers, werkgevers en overheid in, terwijl daarnaast de pensioengerechtigde leeftijd wordt verhoogd.
Dank zij de immigranten zou het pensioenbestel in het
jaar 2000 echter een overschot kunnen genereren in de
orde van DM 15 tot DM 17 miljard, zo is door Duitse
instituten inmiddels al berekend.
Effecten voor Nederland
Het opengaan van de Oostduitse grens kan uiteraard
veel meer gevolgen hebben. Te denken is aan pendelende
werknemers of het opzetten van produktiefaciliteiten door
Westduitse ondernemingen in Oost-Duitsland. Zo maakte
General Electric bekend dat het een belang van 50% plus
een aandeel heeft verkregen in de Hongaarse lampenfabrikant Tungsram. De effecten hiervan zijn moeilijkte overzien, zij het dat zonder meer gesteld kan worden dat heel
Europa sterk gebaat is bij een verder opengaan van het
Oostblok en een toenemende handel.
Voor Nederland zullen de directe effekten van het openstellen van de grenzen door de DDR overigens beperkt zijn.
Vanwege een dreigend tekort op de lopende rekening
zullen de mogelijkheden tot een additionele afzet van het
Nederlandse bedrijfsleven in de DDR beperkt blijven. Wel
van belang is uiteraard de impuls die de Westduitse economie krijgt, waar de Nederlandse economie relatief sterk
van zal profiteren.
Voor de belegger geldt dat door de positieve effecten op
de economische groei met tegelijkertijd een toenemend
gevaar van oplopende inflatie rekening moet worden gehouden met een opwaartse druk op de rente. Voor de
aandelenbeurs zijn de in gang gezette ontwikkelingen in
principe positief, zij het dat de opwaartse druk op de rente
dit positieve effect voorlopig zal neutraliseren.