Ga direct naar de content

Jrg. 23, editie 1154

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 9 1938

9 FEBRUARI 1938

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Ben* chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID,
FINANCIËN EN
VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VÂN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

23E JAARGANG

WOENSDAG 9 FEBRUARI 1938

No; 1154

ÔOMMISSIE VAN REDACTiE:

P.
Lieftinck;
N. J. Polak, J. Tinbergen; F. .1e Vries en

H. M. E. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).

‘1h. van Luytelaer (waarnemend Re(lactenr-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam-West.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nv. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief. Administratie van eb onnenienten en advertenties:

Nijgh d van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s-Gravenhage. I’ostcflèque- en giro-rekening

No. 145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

i ederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-

tisch Maandbericht f5,- per jaar. Beide organen samen

f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,

f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut

ontvae gen het weekblad en het Maandbericht gratis en

genieten een reductie op de verdere publicaties.

INHOUD:

BIz.

DE BETEEKENIS
VAN
HET RAPPORT-VAN ZEElAND door

Dr. F. H. Fantener van Vlissingen

…………….
92

De volslagen slager dooi-
Prof. Dr. N. J. Polak ……..
91

De onderuemersovereenkomst voor het bakkersbedt-ijï

te
Amsterdam door
Mr. M. J. Broekhvysen
J………
96

De
Engelsche banken in
1937
door
Prof. Mr. Dr. G. M.

Verrijn Stuart

…………………………….
98

Het Eugelsehe systeem van Exportcredietgaranties door

K
.

S.

Phaff…………………………………
100

Het verloop van de Sperrinarkkoersen door
C. A. Klaasse
102

AANTEEKENINOEN:

Filmindustrie en bioscoopbedrijî in Duitsehiand

..
104

De ontwikkeling der Duitsche investeeringen ……
105

ONTVANGEN
BOEKEN
……………………………..
106

Statistieken:


Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten

………………
107, 110
Groothandelsprijzen
……………………………
106,

108-109

GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.

Pluctuaties en omzetten op de wisselmarkt bleven
deze week zeer beperkt. Weliswaar is er om den Dol-
lar nogal veel rumoer en wordt veelvuldig gewag
gemaakt van de kans op nieuwe devaluatie, maar de koers ondergaat maar zeer geringen invloed van die
geruchten. De contante noteering kwam per saldo
slechts
/io
lager
O
1.78’/io, en de termijnnoteering
onderging in het geheel geen verandering. Objectieve
aanleiding om verdere depreciatie van den Dollar te
vet-wachten is er niet. De betalingsbalans blijft voor
en, na gunstig. Ook al zou door verdere sociale maat-
regelen het peil van de kosten van levensonderhoud verder opgeschroefd worden, dan kan Amerika zich
dat permitteeren. Men vergete niet, dat de devaluatie
van destijds volkomen onnoodig was uit een oogpunt
van interne en externe koopkrachtsverhoudin.g van
de munt. De situatie is in dat opzicht radicaal an-
ders dan in Frankrijk. Indien er op dit stuk geruch-
ten ontstaan, dan is het alleen omdat terzake van de
economische politiek in de Veree.nigde Staten op het
oogenblik op vrijwel elk gebied volkomen onzeker-heid bestaat ten aanzien van de plannen der Regee-
ring, zoo nIet met betrekking tot de plannen en op-
vattingen van vandaag dan toch ten aanzien van die
voor morgen.
Het verloop van Francs is deze week ook uiter-
mate rustig geweest. De daghaudel durft niet veel
meer te ondernemen, grondig afgeschrikt door de
politiek van het Egalisatiefonds die wij in een vorig
overzicht beschreven. Per saldo’was de noteering aan
het eind van de week iiog iets hooger. Hoezeer echter
het vertrouwen in de toekomst van de valuta nog
ontbreekt, blijkt wel duidelijk uit de terrnijnnotee-
ringen, die onverminderd op ongeveer het hoogste
écart gehandhaafd blijven.
Bonden fluctueerden ook betrekkelijk weinig. Het
Egalisatiefonds moest wel steeds materiaal opnemen
en heeft den aankoopkoers in verband daarmee vet-laagd Nog steeds
blijft
het moeilijk de ratio van de
koerspolitiek van het Egalisatiefonds te ontdekken.
])e Gulden is niet vaster dan voorheen als regel het
geval w’as. Wanneer wij regelmatig aflossingen van
buitenlandsche leeningen ontvangen, en vrijwel geen
nieuwen kapitaalexport bewerkstelligen, kan de beta-
lingsbalans niet anders dan actief zijn. Een reden
om den Guldenkoers voortdurend te laten monteeren
is daarin moeilijk te zien. Tenzij meii dan de heel,
heeE langzame daling van de depreciatie moet be-
schouwen als een étappe in het proces van het voelen
en ‘tasten naar het evenwichtspuut voor den Gulden. Of men dat ooit aldus zal vinden?
De aandacht trok voorts een ‘belangrijke inzinking
van den koers van Argentijnsehe Peso’s. Hoewel 4it
verschijnsel niet geheel los staat van de minder gun-stige ontwikkeling van de Argentijnsche ‘handelsba-
lans, speelt toch de samenhang met technische faë-
toren,
t.w.
de importheffing die tot op de helft
teruggebracht is, een belangrijker rol.
De heleggingsmarkt is nog steeds vast gestemd,
de noteeringen loopen nog langzaam op. De nieuwe
3-3Y2 pOt. Staatsleening is al tot 100i4 opgeloopen,
de 2i pOt. integralen hebben een koers van 87l pÇt.
bereikt, waarmee het record, dat kort na de devalua-
tie in de toenmalige overdrijving werd behaald, we-
derom een feit is geworden. .

92

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1938
1

DE BETEEKENIS VAN HET RAPPORT-

VAN ZEELAND.

liet rapport-Van Zeeland heeft lang op zich doen

wachten. Het is begrijpelijk, dat cle publicatie ervan met spanning werd tegetnoetgezien. De .teruglag. in

de ontwikkeling yan den wereidhandel en het ongun-

stig conjuuctuurverloop in de Vereenigde Staten

hebben het vertrouwen, dat in

de tweede helft van
1936, geleidelijk y-as teruggekeerd, in de tweede helft
van 1937 wederom ernstig, geschokt. De vraag, welke

na het intreden, van de crisis reeds zoo vaak gesteld

is, ,,hoe komen wij, toch eindelijk uit de moeilijkhe-

den?’ is helaas wederom acuut geworden.

De opdrachtgevers van den heer Van Zeeland heb-

ben zijn taak beperkt door hem de vraag voor te leg-

gen, welke de mogelijkheden zouden zijn om een alge-

meene reductie vah de contingenteeringsmaatregelen
eis een vermindering der overige handelsbelemmerin-

gen te verkrijgen. Het moet dan ook in het oog ge-

houden worden, dat het rapport-Van Zeeland slechts
dit gebied bestrijkt, al is dit op zichzelf zeer belang-rijk en van groote uitgestrektheid.
liet rapport ‘is over ‘het algemeen welwillend ont-

vangen, ofschoon uit verscheidene beoordeelingen
blijkt, dat het optimisme over de
mogelijkheid
om de
veischil-1ende in het rapport gedane voortellen te
verwezenlijken v.00rloopig nog niet groot is. Ook valt

het niet te ontkennen, dat in vele commentaren een

zekere teleurstelling tot uiting komt over het feit,
dat de voorstellen van den rapporteur zoo weinig
nieuws bevatten.

Noch dat scepticisme, noch deze teleurgestelde ver-
wachtingen kunnen mi. afbreuk doen aan de waarde

van het rapport. De heer Van Zeeland had een nauw-

keurig omschreven taak nl. op een bepaald gebied
cle bestaande mogelijkheden aan te geven en hij heeft
zich daarvan naar mijn overtuiging op uitnemende
wijze gekweten. Hij heeft niet alleen over het heele terrein, dat hij moest onderzoeken, aangegeven wat

verbeterd dient te worden,, maar hij heeft daarbij ook
aangetoond, welke verbeteringen in een niet te verre
toekomst cle beste kansen op verwezenlijking bieden.
Een redelijke en opbouwende critiek op het werk

van den heer Van Zeeland zou moeten weten aan te
geven hetzij, dat er middelen bestaan voor een meer
doeltreffende verbetering van den bestaanden toe-

stand, hetzij dat er middelen zijn, die ons spoediger
tot het gewenschte doel zouden voeren.

Het is mij niet bekend, dat tot dusverre een der-
gelijke critiek is uitgebracht. Indien men desalniet-
temin sceiitisch tegenover de te bereiken resultaten
staat, beteekent dat feitelijk, dat men aan een ver-
betering van den bestaanden toestand wanhoopt en
het lijkt mij

niet verantwoord, een
dergelijk
stand-

punt in te nemen.

Dat de heer Van Zeeland
it:1
vele opzichten tot

dezelfde conclusies is gekomen als zijn voorgangers op dit gebied, lijkt mij eerder een gelukkige omstan-
digheid d.n een teleurstellende. Als men zich tot
een medicus gewend heeft voor het verhelpen van
een lichamelijke kwaal en men zijn voorschriften
strikt heeft opgevolgd en de voorgeschreven medicijn
trouw geslikt heeft, kan liet inderdaad een teleurstel-
ling zijn, dat, indien dit alles niets helpt en men ten
einde raad een tw’eeden medicus raadpleegt, deze
weer i)recies dezelfde voorschriften geeft. Indien mcii
daarentegen den raad van den eersten medicus
niet

opgevolgd heeft en de, medicijn.
niet
slikte, dan moet
het eerder een reden tot geruststelling dan tot te-
leursteli ing zijn, indien de tweede medicus dezelfde
diagnose stelt en dezelfde geneeswijze voorschrijft.

De heer Van Zeeland is een bekend econornist met
groote practische ervaring op financieel gebied en
daarbij een staatsman van beteekenis. Dat hij na een
diepgaand ondrzoek, na het raadplegen van alle
beschikbimre gegevens en na uitvoerige discussies met
staatslieden, economisten en menschen nit de prac-

tijk tot. de slotsom is gekomen, dat, hetgeen’ corn-

petente organisaties op het gebied van inteinationale

economische betrekkingen reeds eerder det . kiem be-
toogd hebben, juist is, ‘lijkt mij een lichtpunt in de

duisternis. Wij behoeven nu toch waarlijk niet meer

er naar te zoeken wat er verbeterd zoudienen te wor-
den en ons ook ‘niet meer de vraag te stellen langs,
welken weg wij geleidelijk tot verbetering zouden
kunnen komen.. :

Wel blijft de vraag: ,,Hoe moet de interntional

samenwerking, welke :voor :het verwezenlijken van
ieder plan ter verbetering, van de internationale eco-

nomische relaties onontbeerlijk is, .tot stand worden
gebracht?” –

Hiervoor is in de eerste -plaats noodig, dat de be-
trokken regeeringen de noodzakelijkheid dier samn-

werking ten volle beseffen en de ernstige wil hij heil

voorzit om v66r alles tot een dergelijke samenwer-
king te geraken. Zoo lang dit hesef.en deze wil niet in voldoende mate aanwezig zijn, zal geen voorstel
op dit gebied, hoe goed ook, kans van slagen heb-
ben. Dit doet echter niets af aan de waarde van elke
w’elgeslaa.gde poging om te hew’ijzen, dat er een prac-
tische mogelijkheid om tot verbetering te komen be-

staat, en om te voorkomen, dat onwil of besluite-

loosheid zich verschuilen achter het argument, •dat er immers toch geen oplossing te vinden is.

*
*

Het rapport bestaat uit drie- deden.
1-let eerste deel tracht, na vermelding van de ont-

vangen opdracht, uiteen te zetten waarom een eco-
nonsische samenwerking op internationaal gebied
noodzakelijk is. Voorts wordt ‘in dit deel melding

gemaakt van de resultaten van de eerste sondeerin-gen, welke door den heer Van Zeeland op verschil-
lende plaatsen geschiedden. Nadrukkelijk wordt ver-
meld, dat hij hierbij overal een groote belangstelling,

een duidelijk rnerkhare welwillendheid, een uitge-
sproken w’ensch om deel te nemen aan een gezamen-
lijke actie, een uitbreiding van den werelclhandel he-

oogend, kon constateeren, maar dat hij aan den an-

deren kant stuitte
01)
een zeer groote reserve, zoodra
het gold zich op het gebied van de practische uit-

voering te begeven.

In verband hiermede zijn de voorstellen vervat in
het derde deel van het rapport van groot belang en
valt het toe te juichen, dat de samensteller op een
terrein, waar zooveel- teleurstellingen begraven lig-gen, naar nieuwe banen heeft gezocht.

Het tweede deel bevat beschouwingen over de voor-

naamste directe belemmeringen aan den internatio-nalen handel iii ‘den weg gelegd en de middelen om

deze te verminderen.

In de eerste plaats worden de belemmeringen’ tot
het economisch gebied beboorend onder de loupe ge-

nomen en achtereenvolgens de invoerrechten, het in-
directe p rotectionisme en het con tingenteeringsstelsel

behandeld.

De voorstellen door den rapporteur te dezen op-
zichte gedaan sluiten zich in het’ algemeen aan hij
die van het Berlijnsche congres van de Iuternctionale
Kamer van’ Koophandel en de aanbevelingen. – van het ,,Comit& Mixte cle la ‘Dotation Carriegie p’ou r

la Paix Internationale et cle la Chambre cle Oom-
merce Internationale”. Toch zal het van belang zijn.
de verschillen, welke hij enkele belangrijke onder-
deden te voorschijn komen, nauwkeurig te bestu-

deeren. liet zou ons hier te ver voeren zulks-‘te :loen
inaar toch wil ik niet nalaten de aandacht te vesti-

gen
01)
enkele punten, zooal’s: het voorstel om de ver-
mindering der invoerrechten daar te beginnen, waar
deze belangrijk uitstelcen boven den doorsneeciruk van
liet betreffende tarief, de formuleering van de uit
-zonderingen welke gemaakt zouden kunnen worden
hij de toepassing van de meesthegunstigingsclausule,

9 Februari11938

de versc1ullencle.bciniiclo1ing der undustrieele en

agrarische eontjrrgeiitenn en op het voorstel om’trnnt
het iiistellen:’.van ‘eomniissions paritaires” als be-
roepsinstanties hij unfaire pradtijken op het gebied
iaii het indirecte protectionisme, dat geloof ik als
nieuw
mag worden
aangeinerkt Tenslotte zij opge-
merkt, dat, hetgeen het -rapport omtrent industrieele
contiiigenteeri.i-igcn in verband met dlun)j)ing, concur-

rentie van landen niet een lageren levensstandaard
en bestaande kartelovereeiikom,sten voorstelt, reser-
‘eS
ton opzichte van de wenschelijkheid van de op-
heffing van dc cotitingenteeri ug bevat, waarover heel
wat discussie mogelijk is: –

In ieder geval mogen wij vaststellen, dat, wat dit
deel van het rapport betreft, de samensteller iiiet

heeft volstaan met een eenvoudige opsomming van
cle belemmeringen, die verminderd of opgeheven clie-
.nen te worden, doch dat hij voor ieder geval syste-
niatisch heeft nagegaan en nauwkeurig heeft aange-
geven hoc elke verbetering tot stand gebracht zou

kunnen worden en dat fiii claarl)i niet gepoogd heeft
de moeilijke klippen als de uitzonderingen op cle ou-
voorwaardelijke rncestbegu.nstiguug, de eonti.ugentee-

ring als bescherming tegen ahaormalc” concurren-
tie, of als liulpni iddel hij i ute.inationale regelingen
tussehen producenten, of in liet geval van agrarische
])roducten, te omzeilen.

0
1) het financieele gebied behandelt het rapport
achtereenvolgens cie handelsbelemmeringen voort-
vloeiende uit monetaire onzekerheid en de restricties
van geldtransfer en betalingen. Ook op dit gebied
sluit de rapporteur zich in groote lijnen aan hij de

aanbevelingen door de Internationale Kamer van
Koophandel gedaan.. Ook hij is van meening, dat als
eerste stap een revisie en een uitbreiding van liet
z.g. accoord ,,tripartite” noodig is, waarbij voor he-

paalcid landen een nieuw niveau van het monetaire
evenwicht, rekening houdend met intericure en exte-
rieure factoren, zou moeten worden gezocht.
Voorts zuilen de dehi teu rstaten geholpen moeten
worden, doordat:

de crediteurstaten weer aan het buitenland gaan
leenen,

een regeling wordt getroffen betreffende de bui-
ten.landsche schulde.n van cle clebiteuriandeji,

alle achterstand van de clearing wordt geliqui-
deerd eventueel door uitgifte van consolidatieleenin-
gen,

door middel van cle B.I.B. export- cii importcre-
dicten beschikbaar worden gesteld aan debiteurlan-
den, welke hun financiën hebben aangepast en

door liet creëeren van een algemeen fonds onder
directie van de B.I.B. ter stinwleerin
g
van hona fide
handelstranisac ties.

Hoewel de rapporteur zich, zooals gezegd, op het
financieele gebied ook aan, de lijnen houdt, die reeds
door anderen zijn uitgestippeld, zijn zijn voorstellen
op dit gebied zeer zorgvuldig uitgewerkt en geven op
verschillende punten nieuwe aspecten, die alleszins
waard zijn door de financieele experts nauwkeurig
bestudeerd te worden..
* *
*

In het derde deel van zijn rapport behandelt de
heer Van Zeeland tenslotte de algemeene voorwaar-
den, waaraan voldaan moet worden om het succes
van zijn voorstellen te verzekeren. Dit deel van het rapport is naar mijn meening van bijzonder belang,
omdat daarin een nieuwe gedragslijn wordt aanbe-
volen.

Indien men het er principieel over eens is, dat het
wenschelijk zonde zijn cle bestaande handelsbelem-
meringen te verminderen, en volgens hetgeen de heer
Van Zeeland omtrent zijn besprekingen dienaan-
gaande heeft medegedeeld moet worden aangenomen,
dat dit inderdaad het geval is, dan is daarmede de
vraag nog niet opgelost hoe -men zulks in de prac-
tijk zal kunnen doen.

93

Aanva-nkelijk. stelde memcric-hi’uzuoi ‘dat leeni -ver-
beteriiig. dle].’Ilinter.natiOnale economische relaties het

J)est te bereiken ware dooi’i

het sluiten van multila-
terale hanclelsvcrdiagen, tivnari.n de c’on.t:racteerende
h)a.rtijen zich verplichten- tot het nenieiiv;iii bepaal-

de, nanwkeurig vastgestelde maatregehen liet spreekt

ccli ter i’anzelf, diat in zulk een geval deze niaatregeleu

betrekking nioeten hebbou op een bepaald gebiedi i i:i
zijn algemeenheid, bijv. het afschaffen of liet verrui-
men van contingenten, liet verlagen van. cle douane-

tarieven, cii w’aar het zoi.tder nice i. duidelijk is, dat
(le problemen
01)
het gebied der hanclelsbcleiiinieri ii-
gen zoo nauw met elkaar verband lioudeii, dat liet

cciie niet O1)gelOst kan worden als liet andere onop-
gelost blijft, zoo zou deze methode er feitelijk op

neerkomen, dat over het geheele gebied der econo-
niische en financieele handelsbeperkingen een goed
sluitende algemeene regeling werd getroffen, waaraan

cle verdrag sluitende partijen zich zouden hebben te
houden.

ilet is begrijpelijk, dat dit niet eenvoudig is cii

dat, naarmate hepaaicic volkshu.ishoudingen, wat hun
economische omstandigheden en hun economisch

systeem betreft, meer vai,i elkaar gaan verseh ilhen, de
kansen, dat een dergelijke methode zou kunnen sla-

gen, geringer worden. Er is in den laatsten tijd dai:i

ook terecht herhaaldelijk op gewezen, dat liet een ige
succes, dat
01)
liet gebied van de verruiming van den
wereldhandel bereikt is, te danken, is aan. liet door
de Vereenigde Staten toegepaste systeem van bilate-
rale handelsverciragen iii et de
1
neestbegunstigi ngs-
clausule, dat weliswaar niet met één slag een alge-

mcciie vermindering der handelsbelemmeringen he-
iuik-t, doch wel een geleidelijke vermindering in be-
paalde gespecificee:rde geval leo. Nu is het echter
duidelijk, dat bepaalde doelstel 1 ingen, vooralop het

gebied der financieele handelsbelemmeringen, niet te
verwezenlijken zijn zonder multilaterale overeenkom-

sten,- terwijl eveneens in het oog moet worden ge-
houden, dat de psychologische werking van een mcii-
tilateraal verdrag, dat een algemeene verbetering der
economische relaties mogelijk maakt, veel grooter zal
zijn- dan die van
0])
geheel verschillende tijdstippen
gesloten- en geheel verschillende belangen betreffende
bilaterale overeenkomsten. —

In plaats nu van een muitilaterale overeenkomst
aan te bevelen, welke een zeker soort van reglement
van goed gedrag voor de deelnemers zou vooi-schrij-
ven, deelnemers wiei- economische condities evenals
hun economische steisels groote verschillen vertoo-
nen, stelt cle heer Van Zeeland liet sluiten van een
pact van economische sameniverking voor, dat open zou zijn voor iedereen en waarbij zich een zoo groot mogelijk aantal staten zou moeten aansluiten.

Het uitgngspmui,t’van den heer Van Zeela:nd daay-
hij is
3
dat het eigenlijke doel der gewenschte inter-
nationale samenwerking niet is het verminderen der
handélsbelenimeringen, niet is het bestrijden der
aiitarkie, maar’ we]. de aigemeeiie verbetering van
den levensstandaard cc cle vermeerdering van cle wel-
vaait der volken. Dit is een doel, dat ook elite volks-
huishouding met eigen middelen tracht na te stre
ven: Alleen weten
Wij,
dat zij daa:rhij in mindere of meerdere mate afhankelijk is van andere volkshuis-

houdingen. Bepaalde’ verbeteringen kunnen in een
bepaaide volkliuishoudiig dus slechts aangebracht

woirden door hulp van buiten of door sainenwerlcing met derden ‘en de bedoeling van het economisch pact
zou zijn cle moeilijkheden, welke ieder der deelnemen-

de volkshuishoudingen ondervindt en welke in. hoof d-
zaak ,,d’ordre etérieur” zijn, zooveel – mogelijk door
hulp over en weer ut – den weg- te ruimen. –
In plaats van ccii multilaterale overeenkomst,
waitrhij de contrtcteerende partijen zich’ zouden ver-
plichten bepaalde nauwkeurig uitgewerkte regels te
volgen voor tvat hun commercieele en financieele
politiek betreft, zou het economisch pact dus eenvou-
dig heteekenen een principieele bereidverklaring tot

1
94

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICH-TEN

9 Februari
1938

onderlinge hulp in ,die gevallen, waarin cle nationale

economie van een der partijen. moeilijkheden onder-

vindt, welke zij meent te moeten toeschrijven aan een
onvoldoende werking van’ cle internationale econom i-

sche betrekkingen.
Het wil mij voorkomen, dat deze gedachte alleszins
waard is ernstig onderzocht te worden door cie regee-
ringen van die landen, welke op economisch gebied

toonaangevend zijn.
De heer Van Zeeland stelt nu verder voor, dat cle

vertegenwoordigers van de toonaangevende niogend-
heden op economisch gebied, waartoe hij in ieder

geval Groot-Brittannië, de Vereenigde Staten, Frank-
rijk, Duitschland en Italië rekent, met elkaar in con-

tact treden, teneinde te onderzoeken of zij bereid

zouden zijn om mede te doen aan een poging tot’

betere internationale samenwerking te komen en

teneinde te kunnen vaststellen of het .rapport-Van

Zeeland bij die samenwerking als richtsnoer kan

worden gebruikt of in hoeverre het veranderd of aan-

gev».id moet worden.
Bij een gunstig antwoord zou een tweede stap moe-

ten volgen, bestaande uit een opdracht aan een bu-

reau ad hoc om gegevens te verzamelen omtrent de
moeilijkheden ,,d’ordre extérieur”, welke de verschil-

lende volksh uishoudingen ondervinden en de mede-
werking, welke zij van andere staten in dit opzicht
behoeven of welke hulp zij in staat zouden
zijn
aan

andere te bieden. Dit bureau zou clan voorts tot taak

hebben om naar aanleiding van de ontvangen ge-
gevens een program van constructieve actie voor te

stellen.
Als laatste stap zou door de betrôkken mogendhe-
den moeten worden uitgemaakt in hoeverre zij- de

voorstellen van het bureau ad hoc zouden kunnen

aanvaarden.
De heer Van Zeeland is er zich terdege van be-
wust, dat een dergelijk pact bezwaarlijk tot stand kan
komen, indien de politieke atniosfeer niet gunstig is.

Zijn taak was echter een rapport uit te brengen over de mogelijkheden van het verminderen van de han-
delsbelemmeringen. Wat er op politiek gebied diende

te gebeuren om
zijn
voorstellen de grootst mogelijke

kans van verwezenlijking te geven, viel buiten zijn

terrein.
Hij
moest dus volstaan met er op te wijzen,

dat verschillende der gedane voorstellen niet zijn
los te maken van het politieke aspect, dat deze pro
blemen bieden. Zoo zullen zekere garanties omtrent
het doel, waarvoor eventueel te verleenen credieten
of ingevolge een er bijzondere regeling verkregen grondstoffen gebruikt wordeh, wel onvermijdelijk
zijn, terwijl ook het verband tusschen een regeling
omtrent de bewapening en de moeilijkheden, welke
voor bepaalde volkshuishoudingen ontstaan kunnen
uit de verminderde werkgelegenheid, welke met een
inkrimping van het bewapeningsprogram gepaard

zou gaan, voor de hand ligt.
Tenslotte blijkt uit het rapport-Van Zeeland nog
weer eens duidelijk, dat een verbetering der politie-
ke betrekkingen nauwelijks denkbaar is, wanneer men
er niet in slaagt tot een verbetering der economische

betrekkingen te komen.
Zal het rapport-Van Zeeland het resultaat heb-
ben, dat de samensteller er van hoopte te bereiken?
De tijd zal, ons het antwoord op deze vraag moe-
ten geven, maar hoe dit antwoord ook moge uitval-
len, zoo lijkt het mij, dat den samensteller van het
rapport de lof niet mag worden onthouden, die hem
toekomt en dat ook, als mocht blijken, dat het tijd-stip nog niet gekomen is, waarop de volkeren door

eendrachtige samenwerking den juisten weg weten
te vinden, die naar een verhoogde welvaart leidt, wij

hem toch dank verschuldigd zijn voor de heldere wij-
ze, waarop hij ons heeft aangetoond, dat een dus-
danige weg wel degelijic bestaat.
F. H. FENTENER
VAI VLIssiNGEN:

Bij algemene maatregel van bestuur van 11 J’annari
1938
(Stbl. No. 641) is de Vestigingsret Klei nbeclrijf
1.937
van toepassing verklaard op liet slagersbedrijf.

Krachtens deze algemene maatregel van bestuur is d

vestiging van een inrichting tot uitoefening van ht

runder-, varkens-, paarden- of lamsslaersbedrijf

slechts toegestaan, indien daartoe vergunning wordt

verleend door de Kamer van Koophandel en Fabrie-

ken in het gebied, waar de vestiging wordt beoogd.
De vergunning word t alleen vereist voor nieuwe

vestigingen.,
oor bestaande inrichtingen, die van be-

heerder of eigenaar veranderen, en voor bestaande be-

drijven in andere takken van handel of nijverheid,

die hun nering willen uitbreiden met verrichtingen,

liggende op liet terrei ii van den slager. Bestaande
slagerijeii en vleeswinkels vallen buiten de bemoei-

ingsf eer dezer wet.

l)e Kamer van Koophandel verleent de vergun-

ning, indien de aanvrager voldoet aan de krachtens

de genoemde wet gestelde minimum-eisen van ere-
d ietwaard ighei d, hand.elskenni s en vakbekwaamheid.

De thans uitgevaardigdc algemene maatregel van be-
stuur- stelt deze minimum-eisen voor het siagersbe-

drijf vast.
Dit ,,”estigingsheslui t Slagersbedrjven
1938″ is,
afgezien van enkele voorlopige maatregelen, – waar-

voor het Germanisme sperren, sperde, gesperci op
vreedzame wijze in het spraakgebruik is doorgedron-

gen – de eerste toepassing van cle Vestigingswet

Kleinbedrijf
1937
en vraagt daarom aandacht in

ruimere kring dan de belanghebbende.

Als de overheid de u.itoedning van enig beroep
bindt aan voorwaarden, daii geschiedt zulks in het algemeen belang. Dit algemeen belang zou erdoor
geschaad worden, als iemand zonder enige kundig-

heid of zonder enig verantwoordelijkheidsgevoel je-

gens anderen een beroep kon uitoefenen, waaraan
gevaren voor mens cii gemeenschap zijn verbonden. ‘Tandaar de eisen van kundigheid en het toezicht op.

de verrichte handelingen, gesteld voor de uitoefe-
ning van het beroep van arts, apotheker, apothekrs-

assistent, advocaat. Vandaar ook de eisen, gesteld
voor benoembaarheid tot leraar, onderwijzer, notaris,
rechter, of voor verkrijging van toestemming tot het besturen van ee.a motorrijtuig of vliegtuig.
Het is in het belang van de samenleving, dat de

ondeskundige client wordt beschermd tegen de ge-
varen van ondeskundige of onverantwQordelijke me-
dische, pharniace-utische of juridische hulp. En liet
is evenzeer in het belang van de samenleving, als het
vertrouwen, in do stand der gen eesheren, apothekers
en advocaten gaaf blijft en niet door beunhazerije.rt
in wantrouwen wordt omgezet. Dit laatste moge
tevens het belang van de geneesheren, apothekers en

advocaten raket, de beweegreclen van de overheids-
selectie is enkel en alleen het gemeenschapsbelang,
dat de handhaving van dit vertrouwen en de be-
scherming van den ondeskundigen client eist.
Zo kan men op goede gronden verdedigen, dat de
ondeskundige koper van tal va.n waren, in de eerste
plaats van belangrijke en bederfelijke voëclingsniid

delen, bescherming nodig heeft tegen ondeskundige
n onverantwoordelijke leveranciers. Ook hier is het
een genieenschapsbelang, dat men die leveranciers,
die voor de ondeskundige verbruikers de preventieve
selectie behoren uit te oefenen, met recht vertrou-
wen kan schenken. De overheid oefent reeds sedert
-geruime tijd toezicht uit, in de eerste plaats door
haar keuringsdiensten. Maar met de verfijning van
de techniek der productie en van de sniaak der ver-
bruikers is het, niet inee voldoende, dat h e
et schad

lijke van het onschadelijke wordt gescheiden; de
selectie- dient bovendien oni de deugdelijke waar naar
kwaliteit, voedingswaarde, -gehalte aan nevenbestand-

9 ]?ebru ari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

95

delen, geschiktheid voor bepanlcleaanwendingen, ccl.
te onderscheiden.

ilet is dus in het algemeen belang te achten, in-
dien voor dc uitoefening van een beroep, waarin men
tot taak heeft voorlichting van ondeskundige dien-

ten, eisen worden gesteld, waardoor onjuiste,
011-
zuivere, ondeskundige en onverantwoordelijke voor-
lichting zoveel mogelijk worden voorkomen. In en-

kele takken van bedrijvigheid hebben de betrokken
groepen deze beperking reeds met meer of minder
succes tot stand gebracht, bv. de effectenhandel,

deaccountarits, de drogisten. Die beperking dient
zeer zeker het belang der betrokkenen, wier stand
erdoor in aanzien en vertrouwen
0
1) peil blijft en
wier aan tastbaarheici dloo.r lichtvaardige concurrentie

er iets door vermindert. Maar het effect is tevens
bescherming van de ondeskundige clientele. En slechts
deze kan de beweegreden zijn voor de overheid, die
immers slechts het algemeen belang heeft te dienen.
* *
*
De Vestigingswet Kleinbedrijf 1937, waarbij cle

wetgever bewust het z.g. behoefte-element heeft uit-
gesloten en zich heeft beperkt tot dc vestigingseisen
van cred ietwaard igheid, hanclelskenuis en vakbe-

kwaamheici, kan dan ook slechts ten doel hebben, de
ondeskundige clientele te beschermen tegen de ge-
vare
ii
van licli tvaa rclige boroepsuitoefening en . het
vertrouwen in de stand der degelijke hedrijfsgenoten
te schragen.

Voor het slagersbedrjjf, een bedrijf, waar cleskun-
d ige selectie en vakkundige behandeling van de waar

van groot belang mogen worden geacht, zijn nu de
vestigingseisen nauwkeurig geformuleerd.

T
at

de credietivaardigheid betreft moet de nieuw-
gevestigde beschikken over voldoende geldmiddelen

om de helft van de instailatiekosten contant te be-
talen en gedurende een jaar de inrichting te exploi-
teren. Bestaat het kapitaal, daartoe beschikbaar, ge-

heel of gedeeltelijk uit geleend geld, dan mag dat
niet binnen twee jaar opeisbaar zijn. Ons komen deze eisen redelijk voor. Zij voorkomen vestiging van per-
sonen, die van meet of aan afhankelijk zijn van een

of meer leveranciers en dientengevolge het wellicht
met cle selectie minder nauw zullen, moeten nemen,
zulks ten nadele van hun koperskring en dienten-
gevolge ten detrimente van volksvoeding, volks-
kracht, volksgezondheid. Een normale marge van

leverancierscredjet of huurkoopfinanciering is in
deze eisen terecht toegelaten, slechts tegen lichtvaar-

dige vestiging, vrijwel geheel voor rekening van
leveranciers, wordt gewaakt.

De mi nimuni -ei san voor h andeiskennis kunnen ons
minder bekoren. Bier wordt in het algemeen de ves-
tiging afhankelijk gesteld van een diploma, voor

welks verkrjging eisen gelden, die voor de uitoefe-
ning van het slagersbedrijf wel nuttig, maar geens-

zins onontbeerlijk zijn te achten. Men moet vaardig-
held hebben in het opzetten (!) en voeren van een
eenvoudige administratie volgens de methode van

het uitgebreid (!) enkel boekhouden. Men moet enige

kennis hebben omtrent de gebruiken hij in- en ver-
koop van goederen, omtrent de Organisatie van de
handel in het algemeen, omtrent het bank- en cre-
dietwezen, omtrent liet transport- en verkeerswezen,
omtrent de op middenstandsgehied bestaande organi-

saties, instellingen en officiële lichamen. Men moet
vaardigheid hebben in enige bewerkingen van het
handeisrekenen en enige kennis van privaat- en he-
lastingrecht. Men moet goed Nederlands kunnen
schrijven en enige kennis bezitten van de zéér vaag
aangeduide algemene begrippen van ,,cle moderne
hedrijfsleer”, en van de reclame en de ,,verkoop-
kunde”.

Wij hebben verbaasd gestaan, toen wij al die eisen
zagen. Zeker, het zal den slager ten goede kunnen
komen, als hij wat algemene commerciële ontwikke-
ling bezit. Maar moet dat bezit als een voorwaarde
in het algemeen belang gelden, zodat dit zou worden

bedreigd of geschaadl, indien. ccii slager zich vos-
tigcle, die niet in staat is, zijn boekhouding zèlf op

te zetten, dlie niet weet wat f.o.h. betekent of wat de
bevoegdiheden zijn van de Middenstandsraad, die de

intrestrekening met rentenummers niet heeft ver-
mogen te begrijpen, die do spellingen-De Vries en
Te Winkel, Kollewijn, Terpstra, Marchant en Slote-

maker de Bruïne door eikander haalt als moest hij

er gehakt van maken, of die niet begrepen heeft,
dat als zijn fietsjongen in een verkeersongeluk de
mand niet vlees i
n dle modder laat vallen de schade voor zijn, des slagers, rekening is voorzover de klan-

ten liet bestelde vlees slechts naar hoeveelheid en
soort hebben aangeduid, maar dat de karhonaden, die

mevrouw in de winkel had uitgezocht om te laten

thuisbrengen, voor hiiâr rekening en risico werden
vervoerd!

Men versta ons wei, wij juichen het toe, als dc
middenstander in. zijn eigen belang streeft naar meer-

dere ontwikkeling en als hij zich clie eigen maakt.

Maar hem te verbieden, zich zelfstandig te vestigen,
als hij in dergelijke zaken geen voldoend examen

heeft kunnen afleggen., dlât lijkt ons geenszins een algemee.n belang, integendeel, een onredelijke eis.

Een ieder, die met cle praktijk van examens, en zeker

met die van examens betreffende ,,eenvoudigc” en
,,enige” kennis, vertrouwd is, moet ten aanzien Van

al deze eisen wel zijn hart vast houden. Het is waar,
de Minister kan nog, buiten de diploma’s om, een
verklaring afgeven, dat een gegadigde aan de eisen
voldoet. Maar hoe zal Zijne Excellentie zich daarvan
overtuigen? Zal dit ook niet w’eer op een examen
moeten uitlopen? Toch zeker niet op voorspraak,
dat past niet in ons Nederlandse bestuurskader.
Eindelijk de eisen van bekwaamheid. Hiervoor

geldt niet de kritiek, die wij ten opzichte van de
handelskermis uitoefenden. Het is redelijk, van hen,

die de bevolking voorzien van een belangrijk en teer

volksvoedsel, voldoende vakhekwaamheid te verlan-
gen om het goede van het minder goede en het
slechte te onderscheiden.

De eisen van vakbekwaamheid houden voor de ver-
schillende onderdelen van het slagersbedrijf (run-

der-, varkens-, paarden- en lamsslagers) telkens in
kennis van vee, kennis van vlees, de kunst van
het slachten, het verdelen en uitbenen en het ge-
reedmaken van bestellingen, de kunst van het herei-
dien van vet en vleeswaren en van het zouten en

roken van vlees en vleeswaren, alsmede nog enige bijkomstigheden. Voor den zelfsl achtenden slager
zijn al deze eisen onontbeerlijk. Zijn ze dat ook voor den winkelier in vlees? Moet ook deze volledig kun-
nen slachten, slachtvee kunnen inkopen, de kwali-
teit van een levend slachtdier kunnen bepalen?
Toch is een winkelie.r in vlees, die nimmer zelf
slacht, maar van slachters of grossiers vlees koopt,

in de zin van dit Vestigingsbesluit een slager. Im-
mers art. 1 defi.nieert het slagersbedrijf als ,,hot in
voorraad hebben anders dan voor eigen gebruik, het

voor aflevering aan liet publiek geschikt maken, of
het aan het publiek verkoopen van versch, gekoeld of

bevroren vleesch”. Het slagersbedrijf wordt dus ge-
definieerd naar zijn distrihuerende, niet naar zijn
industriële functie. Men ondlerscheidt niet tussen
producenten en distribuanten, men noemt heide, in-

dien zij distribueren, slagers en eist van beide de
capaciteit om volledig producent te zijn. Stel u eens
voor, dat men den sigaren- of den schoenenwinke-
her, ofwel den verkoper van gloeilampen of automo-

bielen de eis stelde, dat hij volledig in staat was,
sigaren, schoenen, gloeilampen of auto’s te vervaar-
digen! Deze eis van vakbekwaamheid heeft de nei-
ging, de ontwikkeling tot specialisering in de pro-

ductie en de industrie, en tot differentiëring van de
industriële en de distributieve bedrijfshandeling,
tegen te gaan, en dat is, mèt de o.i. onredelijke eisen

voor handelskennis, een schaduwzijde van dit overi-
gens redelijke Vestigingsbesluit. P.

OM19CliISTATTSTISCHEBERICBTEN

9:Februari: 1938

DEONDERNEMERSOVEREENKOMST VOOR HET

BAKKERSBÈDRIJF TE AMSTERDAM.

Overeenkomstig de
1
ietwat ingewi1e1de PrOCÇdc’

door wet voorgpschrevén, wërcl bovengenoride

overeenkoijist algenieen verbi udenci verklaard. i)e

Algemene Maatregel van :Bestïiur ciclo. 21 Jan; 1938
Staatsbiaci 642 machtigde den Minister daartoe, tege-

lijk cie voorwaarden stellende, waaraan deze zich te

houden zou hebben. De Minister niaakte van deze

machtiging gebruik door op

i. Februari 1.938 cle al-
gemeenvcrbiridend-verklaring uit te spreken (Staats-

courant 23).
:Deze ondernemersovereenkoinst, 49 artikelen
tel-

lende, regelt in de eerste Plaats de organisatie van

de uitvoering en handhaving. Boe belangrijk een cii

ander ook is èu voor de goede werking der overeen-

komst èn omdat iii dit gedeelte de invloed van clepar-tementale suggesties blijkt (vooral als men deze over-
eenkomst met de .Taponnenconventie vergelijkt), wij

zuilen ons in het hierna volgende beperken tot de

materiële verplichtingen, door de overeenkomst ge-
legcl op de Amsterdamse bakkers, en het formele bui-

ten bespreking laten.

De Nederlandse Bakkerij Stichting had aanvanke-
lijk, in, het begin van 1936, een ondernemersovereen-
komst opgesteld, waarin voorkwamen:

1.. een regeling van een z.g. drempeiprijs,
voorschriften om dôloyale concurrentie te weren,

vestigingsei sen.

Men weet, dat deze overeenkomst door den Minis-

ter werd afgewezen, ook nadat op zijn voorstel de

vestigingseisen, als overbodig geworden door de Ves-

stigingswet Kleinbedrijf, daaruit waren geschrapt.
[let hoofdbezwaar van Minister Getissen richtte zich
tegen de voorgestelde prijsregeling, zelfs in de soe-

pele vorm, die deze regeling in liet overleg tussen
Departement en Stichting tenslotte gekregen had.
1)

Anti do Nederlandse Bakkerij Stichting werd ccii-

ter te verstaan gegeven, dat de hierboven sub 2 ge-

noemde voorschriften, ter bestrijding van déloyale
concurrentie, wei voor verbindend verklaring in aan-

merking konden komen, mits er hier en daar wat aan
g.cretoucheerd werd en de organisatorische opzet werd

gewijzigd. Aldus geschiedde, en de thans in de Staats-
courant verschenen onderriemiersovereenkomst moet

dan ook beschouwd worden als het restant van ecn
vroegere- uitgebreide regeling. De Nederlandse Bak-
kerij Stichting stelt zich op het standpunt, dat van
deze overeenkomst geen volledige sanering van het

bedrijf, verwacht mag worden, doch dat zij wel mccie
ten goede kan werken, omdat nu in de concurrentie-

strijd bepaalde wapel:len, wier gebruik door de be-
drijfsgenoten als unfair en schadelijk wordt be-

schouwd, geëlimi neerd worden.

* *
*

in de eerste plaats geeft de oodernemersovereen-
komst een regeling voor de oudhrood-verkoop. Wan-
neer door scherpe concurrentie de prijzen tot bene-
den het kostprijspe’l dalen, grijpt cle bakker vaak
.naar een middel om aan d.e strijd deel te nemen, zon-der daarbij de prijs van zijn gehele omzet in de waag-

schaal te stellen. Hij verkoopt dan oud brood, dat
echter dikwerf vers brood is, tegen zeer lageprijzen
aan die klanten, die neiging vertonen ,,te gaan lo-
pen”. Gevolgen zijn: verwarring op het stuk van de prijzen, ook bij het publiek, en vooral: lichtvaardig
beginnen van een dumpingspolitiek, ook in die ge-

vallen, waar de bakker, betrof liet zijn gehele omzet,
zich w’el twee maal zou bedenken voor luj tot prijs-

verlaging overging. –
De ouereenkomnst verbiedt de verkoop van vers
brood tegen oudbroodprijzen in die gevallen, dat een
bakker voor oud brood speciale prijzen heeft, en

– 1)
Hierover Prof.’ Mr. P: S. G-erbrauxly: Wetstoepassing
of wetsverkrach-ting en dezelfde in E.-S.B. 10.2.’37
pag.
95.

schrijft voor, dat oud brood uit1uitencl uit de winkel

eikoeht mag worden.

*

in de tweede plaats regelt, beter geiegd:

de ondernemersovereenlcomst liet cadeaustelsel. BiLcie
verkoop van bakkersartilcel-en, aldus de desbetreff cxi,-

de bepaling, zullen de bakkers geen cadeaux of pre-
mies meer geven, noch ook een cadeau- of premie-

stelsel toepassen, direct noch indirect, ter vergroting

van hun brooddebiet. Hieronder valt – dus ook het geven van eigen artikelen en evenzeer het•.g. uit-
keren van dividend. Geen gratis Paasbrood dus ni.eer,

en geen 10 pOt. d iviclerid. De overeenkomst gaat dci.-

halve verder dan de bestrijders van liet cadeaustelsel

in het algemeen wensen. Men heeft zic]i bij deze re-
geling laten leidén door de overweging dat ieder

cadeaugeven prjsverdoezelen is, derhalve vertroebe-

ling van liet waarde-prijsoordeel bij de afnemer en

daarom afkeuretiswaardig. Bovendien telden de f u-
neste gevolgen van het kortingssyysteem mede. Iedere
Middenstandsbank en hakkerijleveraucier weet, hoe
tegen de datum van dividenduitkering vele bakkers

geld moesten opnemen, of rekemngen onbetaald laten,

teneinde de wél boven de prijs berekende, maar on-
dertussen reeds lang in het bedrijf verbruikte kor-
tingsbedragen te kunnen betalen. 1-let spaarhank-zijn

ligt den bimkker nu eenmaal in den regel niet.

* *
*

in de derde plaats bestrijdt de’ ondernemersoveren-

komst een aantal euvelen, welke ingeslopen zijn bij de distributie van, brood. Deze distributie geschiedt
enerzijds via winkels, hetzij hij den bakker in
eigen beheer, hetzij andere winkels, anderzijds via
de straatverkoop, die eveneens wordt verzorgd door

eigen bezorgers, als arbeiders van den bakker, of door
zelfstandige tussenhandelaren, de z.g. slijters. Het

optreden van die tussenhandel, zowel in de vorm van
winkels als in de vorm van slijters, brengt nadelen

voor de distributi.e mede.
Een te groot aantal winkels betekent grote kans

0
1
)
overschotten aan oud brood. Daarnaast staat da’t

vele kruideniers- en andere winkels het brood ge-
bruiken als lokartikel en er geen, of althans niet de
volle, normale marge voor onkosten enz. opleggen.
Daardoor wordt het de bonafide winkels moeilijk om
staande te blij ven en zij gaan op hun beurt andere
waren; zoals chocolade, jams, limonade e.d. verkopen.
Schadelijker nog is liet optreden van den slijter.

Een grote bakkerjonderneming, ja zelfs in liet alge-
meen elke bakkerijondernemer, die bezorgers i.n dienst
heef t, zal er naar streven de bezorging zo efficie:n’t
mogelijk te doen geschieden. De stad, of liet stads-
gedeelte, waar gedistribueerd moet worden, wordt in-
gedeeld in wijken, en elke wijk wordt door een be-
zorger bediend. Niet aldus de slijter. Hij is op zich-
zelf een ondernemer, en niet een deel van een geor-
ganiseerd distributiesysteem. Hij bezorgt door de ge-
hele stad en- liet aantal klanten dat hij per kilometer
bedient is dan ook kleiner dan bij de arbeider-bezor-
ger. Daarbij komt, dat door zijn optredlefl overal uit
de bestaande vij ken kla ii ten worden weggenomen,
ook damir daalt dus het aantal klanten per km, met

mnider
e wroorden: – de distributie wordt duurder.
1-let bestaan van het slij’terssysteem in een stad be-

tekent, dat het aantal personen, bij de distributie van
brood betrokken, ‘ongelimiteerd kan worden uitge-
hre.id, zonder dat ook maar de geringste maatstaf van
efficiency wordt aangelegd. Toegegeven zij, dat ook
zonder het bestaan van sljters de bezorging van

brood lang niet
0])
de meest economische wijze ge-‘

schiedt, maar zolang zij in handen van ondernemin-gen is, wordt toch steeds rekening gehouden met de
vraag hoeveel personen maximaal nodig zijn om het
brood van die onderneming -te distribueren. –
-Daa.imaast staat,- dat elke slijter, als vertegenwoor-

9 lebivaji11938 –

ECONOMISCWSTATISTISCHEIBERICHTEN

97

(Iiget1Io
C(fl
stuk debiel,
vdo:i
dc hkkcis ..ecii C()lICLIr

:rentiefaetor is geworden. Ien probeciA &kaaE den

slijter af te troggelen, en var’zelfsprekend geschiedt
dit dOOr aan hem steeds goedkOl)er het 1)rOO(l aan te

bieden: Gezien van. het StaflCll)Unt van ccii individu-

•61e bakker, kan het voor heiii n1ogelijk zijn een be-

paalde slijter tegen zeer lage prijs te leveren.
WTan

neer zijn Ovencal)aciteit en verdere outillage toelaat,

dat hij zonder andere extra kosten dan voor grond-

stoffen enz. deze omzet mede verzorgt, dan i:s cle
])nijs, die hij voor dat brood kan rekenen, natuurlijk

lager, dan wanneer hij alle vaste lasten mccle calcu-
leert. Op deze wijze berekent, wordt de door den slij-

ter te betalen prijs lager dan dlie van de reeds aan-
wezige omzet. Was nu. liet debiet van di.e slijter niêuw,

dan
are dit nog geen bezwaar, doch de slijter l)e-
trok tot dusverre zijn brood van een andere onder-
neming, die thans cht dehiet kwijt is, en daardoor

haar kostprijs per eenheid ziet stijgen, act bakkers-
bedrijf in zijn geheel lijdt derhalve door deze lage

offerte een verlies. Dit directe verlies wordt boven.-
dien gevoigt door indirecte verliezen. De betrokken

slijter, dliC het brood te goedkoop krijgt, zal zijn ver-
koopspnijs claarnaar richten, en, gelijk de ervaring
leert, daardoor anderen dwingen om ook met hii ci prijs

naar beneden te gaan. Ook in d:it opzicht is bescher-

ming van cle bakkers tegen zichzelf noodzakelijk.

Ook het evenwicht tussen de productiecapaciteit in
het beclrij:f en de vraag naar brood word t door liet
optreden van de sl’jiers verstoord. in een iil’.,a
ts,
waar het slijterssysteem bloeit, komt het voor, dat de

bakker, die cci’. of meer si.ijters heeft, door hen voor le keus word t gesteld om óf, hen te zien vertrekken,
uf de prijs te verlagen. Snelle en grote wisselingen
in do omzet hebben in de bakkerij grote gevolgen
voor de kostprijs per eenheid. Voor de bakker is het
(1,15,
gelijk ook voor anderen ondernemers, soms voor-
deliger om beneden kostprijs te verkopen, liever dan niet te verkopen. lUi kiest dus van twee kwadeui liet
minste en gaat met verlies leveren aan zijn

Doet hij dit niet, dan blijft hij met een groot teveel
aan capaciteit achter, hetgeen cle kostprijs van liet
restantdeb.iet sterk doet stijgen. De weggelopen slij-
ter komt wellicht terecht hij een bakker, die met het
oog
01)
dleze onizetvermeerdering zijui capac teit gaa t
uitbreiden. Ook hij wordt binnen korter of langer
tijd weer gedwongen door zijn samenspannende shij-
ters om de prijs té verlagen of met een sterk onder-
belast bedrijf te werken. Het sl.ijtersstelsei, speci aal
liet labiele ian liet siijtersclebiet, stiniuu.Ece:rt derhalve
liet teveel aan ovencapaciteit.

Naast cie slijters, clie een bepaalde omzet Jiebben en. daarmede manoeuvreren om cle l)akker. -tot een
lage prijs te dwingen, bestaat een andere categorie
shijters, door de bakkers zelf in het leven geroepen.

Wanneer een werkloze arbeider zich bij een l)u.kker
komt a anmel.clen om werk te vin den in cle bakkerij-
werkplaats, dan wordt hem te verstaan gegoven, dat
hij wel zou kunnen werken, doch dat de omzet te ge-
ring is. :Dit leidt tot de navolgende uu.:fspra’.uk: cle man
wordt in dienst genomen als arbeider voor cle vroege
morgeiiuren tegen ccii bepaald loon, onder voor-
waarde, dat hij voor ieder dagelijks arheidsuur weke-
lijks als slijter eer’. aantal b:roden zal verkopen. Be-
treft liet loer een arbeider, (lie om cle ccii of andere
reden geen steun geiiiet, dan is hij geneigd liet voor-
stel te aanvaarden; cii, om een aantal uren te mogen irej.ken, zal hij dan het door hem te verkopen brood
tegen inkoopsprijs, in ieder geval tegen een lagere
dan de geldende prijs gaan verkoopen.
Naast liet elkaar beeone’.irreren door liet overne-
men van slijters komt oôk voor liet overnemen van
bezorgers, arbeiders dus, niet de tot (lan toe door die

bezorgers voor andlere bakkers be(lieiide Iclanten. De
huisvrouw koopt brood, niet van een bepaaldle bak-
ker, maar via een bepmldle borger. Deze laatste
heeft liet directe contact met cle af nemers en is daar-

door i n45ta t d ic
:If
lielulers i0pover
;
ie
1i
J,vlcn. –

Dit brengtmecle dezelfde nadclige,gevolgen als liet

overnemen van shijters.

Een ander edvel, hij do liributie oitredende, is
de veikoop van vers brood 6p Zondag.’ .I)é’ Joodse bak-

kers leveren op die dag vers brood aan dd’lijte±s, die door de week van andere bakkers line bioocl betrel-

ken. Het p:roductieapparaat van die Joodse b
a
kk
ens

moet in staat zijn deze extra hoeveeihe:id voor de
Zon-

dag te bakken hetgeen er toe leidt, dat het niet zei-

den tien maal te groot wordt voor (le op weekdagen

te bakken, hoeveelheid.

De ondlernemersovereenukomst t:racht aan deze mis-
standen paal en perk te stellen dloor de navolgende

regelen:

1.. Do combinatie arbeider-slijter wo:rdt erl)odeu1.
Iemand die arbeider is, mag ii iet
tegelijk
slijier zi,j ii,
cii omgekeerd!.

Do bakkers zuilen geen nieuuve tuussenhiandelaren

in brood mogen creëren.
Do baidkers zu]ien geen slijters van elkaar over-
nemen en even min bezorgers-met-kian (cii.

Dit laatste voorschrift kan natuurlijk Jiot onbi1l’jk-
lieden leiden, vandaar dat dle bezorger of shjter, die

dispensatie wil hebben, deze kan verkrijgen, mits ccii
in te stellen shijterscommissie daarvoor redenen aan-
wezig acht. In cle sii,jterscomni issie worden. de slijters-

belangen door een door hen aan te wijzen persoon
vertegenwoordigd.

Er word t een maximum gesteld aan de kortuiig,
clie cle slijters mogen genieten.

De zogenaamde zevendeclagsverkoop worul t vei’-
boden. Om een en ander vlot uit te voeren worden
verschillende na dere voorschriften gegeven, ‘terwijl
ook voorzieningen worden getroffen om onhi lhj k-
heden, ‘clie
uit
de regling zouden kunnen voortvloeien,
te herstellen.

Onder het hoofclstuuk cléloyale concurrentie word
t
aan de bakkers verbodlen om anders da ii tegen con-
tante betaling bi’ood te verkopen. 0 uider contante be-
taling wordt ook nog verstaan liet leveren op week-
of iia.anclrekeniiug. Wie iii middcnstauiclsk ci uigen geen
oiibekencle is, zal weten welk ecn (ho k liet overn’uati ge
,,poffen” op het bocl:rijf legt. Angst voor klan ten ve:r

lies en laksheid van cle beclrijfsgeuoten maken liet
moeilij k hiertegen
01)
te i.reden. Verwacht word
1,
dc, t
met dle rugg’esteuin van luet verbod dle bakkers tliu’.ns
krachtiger tegen de haluituelc wanbetalers zullen op-
treden.

Tenslotte geeft de overeenkomst nog een voor-
schrift voor liet geval, dat een bakker, die door he-
clrijfsstoornis van technische aard enige tijd niet
kan leveren, in die tijd beschermd moet zijn tegen
de steeds op de loer liggende concurrentie, die in
de tijd van enkele dagen. zijn gehele debiet Ican in-
paimen. Doet zulk een geval zich in (Ien vervoige
voor, clan worclt aan een daartoe aan te wijzen bakker
met uitsluiting van, alle anderen liet recht en de
plicht gegeven om tijdeiijlc dit debiet te bed ienc’n,
vanzelfsprekend, onder voorwaarde, dat hij liet ria afloop van cle stoornis ongeschonulen weer terug-
geef t.
* *
*

Men zal wellicht zeggen, dat, dle iii erboven om-
schreven bedrijfsregelen toch eigenlijk lang geen
complete code bevatten. Inderdaad, zij moeten clan
ook niet als zooulanig worden, beschouwd, doch, gelijk
boven betoogd,’ als liet restant van een vroeger meer omvattenclè overeenkomst. Men houde echter in liet
oog, dat tegelijk met deze overeenkomst ook cle sper-

tjcl
Op
grond van de Testigir,gswet Kleiribedirijf haar
invloed begint te’ dben gelden en dat binnenkort de
vestigingseisen zelf zullen worden ingevoerd. Het
één: met het ander betekent voor cle bakkerij een be-
langrijke stap in de door haar gewenste richting en
zij onderschrjjf t gaarne de overwegingen van den

98

ECONOMISCH.STATISTISCHE’ BERICHTEN

9’Februari 1938

Minister, dat doorde ondernemersovereenkomst niet-

gerechtvaardigde •’isselingen in de productie en om-
zet der ondernemingen worden tegengegaan en ‘dat

daardoor een nauwkeuriger prijscalculatie en als

gevolg daarvan weer een- efficiënter bedrijfsvoering
mogelijk zijn: De Minister acht het econoniischer ge-
bruik van het productie-apparaat en de meer gere-

gelde toestanden in de broodvoorziening, die daarvan het gevolg kunnen zijn, een algemeen belang.

M. J.
BROEKHUYSEN
Jr.

DE ENGELSCHE BANKEN IN 1937.

In den loop der vorige maand hebben de Presiden-

ten van de ,,Big Pive” en van de kleinere hankin-

stellingen in de gebruikelijke jaarredevoeringen hun
bedrijfsresultaten toegelicht en hun visie op den

economischen toestand aan de aandeelhouders ont-

vouwd. Deze uiteenzettingen hebben vrijwel over de

geheele linie blijk gegeven van groot optimisme. 1-let
jaar
1937
heeft met een kleine interruptie en met
slechts weinig uitzonderingen een voortzetting ver-
toond van het proces van gestadige ontwikkeling,
hetwelk in dat land sinds
1932
kan worden vaarge-
nomen. Deze ontwikkeling heeft zich in tegenstelling

tot die van andere landen gekenmerkt door een

groote gelijkmatigheid en door een betrekkelijk ge-
ringe mate van Overheidsingrijpen. Lage rente en

een wijziging in de handelspolitiek zijn de voor-naamste maatregelen geweest, die de Staat heeft
genomen of bevorderd. Overigens zijn de interventies
van de zijde van de Overheid in het economisch leven
in Engeland geringer dan elders.

De vraag, reeds ten vorigen jare gesteld, was nu,

of zulk een gelijkmatige economische ontwikkeling.
ononderbroken zou kunnen voortgaa.n, dan wel of. de
Engelsche geidpolitiek, die eerst op het stoppen van
de monetaire deflatie, daarna op matige reflatie ge-

richt was, tenslotte tot den gebruikelijken conjunc-

tuurterugslag zou voeren. Vooral het tot principe

verheffen van ee.n lagen en practisch invariabelen-
rentestand voor kort crediet scheen in dit opzicht
gevaarlijk.

Wat de economische ontwikkeling van Engeland
zelf betreft, zoo heeft
1937
nog geen verwezenlijking
van deze gevaren te zien gegeven. Integendeel, de
economische ontwikkeling is voortgegaan; in verge-
lijking met
1936
is de werkgelegenheid gestegen, werkloosheidspercentage en werkloozental zijn ge-
daald, in- en uitvoer zijn niet slechts iii waarde,
doch ook in quantiteit toegenomen.

Aan het Statistical Summary van de Bank of
England van December
1937
ontleenen wij de vol-
gende indicos betreffende de industriële bedrijvigheid.

(1930 = 100).

0

le
le

96
121
172 124 112
82
121
119
191
142
128 86
135
120
254
161 153
87

1933 ………85
1934………91

. 02

161 131
298
185
157
90
1935 ………92 1936 ………94
Sept..Nov.’36
96 169 126
316
199 147
95
’37
190
131
342
222
135
101

Van deze inclices toont slechts die van het bouw

bedrijf een matige inzinking; ook hier is echter het
niveau der bedrijvigheid aanmerkelijk boven het ge-
niiddeide van
1933
en zelfs van
1934
gebleven.
De werkgelegenheid is toegenomen. Tegenover de
afgenomen bezetting van den landbouw staat ee.n stij-
gende werkgelegenheid in de industrie en bij dé
spoorwegen, welke laatsten overigens het peil van
1931
nog niet hebben bereikt, zulks in tegenstelling
tot de industrie, welke in de laatste jaren een op-
merkelijke stijging heeft vertoond. Het aantal werk-

loozen is afgenomen. De volgende cijfers maken een
en ander duidelijk,

Aantal. te werk gestelden

Âantai

jaar
X
1000
verzekerde

Industrie
,,,

1

Landbouw
Spoorwegen
werkloozen
X
1000

1928 …….
10.576

890

677
1.290
1929 ……
10.805
888
642
L263
1930.-
10.424
857 657
1.991
1931 ……
10.064
829 616
2.717
1912 9.951 809 598
2.828
1933 ……
10.306
828

566
2.567
1934 ……
10.786
801
575 2.171
1935 ……
11.020
787 581
2.028
1936 ……
11.602
751
586
1.749
1937 …….
12.211
741
1
)
600

1)

Voorloopig.

Toch zijn hier reeds enkele teekenen van stagnatie in den groei der bedrijvigheid te bemerken. Dit blijkt
uit een vergelijking van de maandcijfers der werk-loosheid in de jaren
1936
en
1937;
– het laatste jaar
was voortdurend gunstiger dan het voorafgaande,

maar in het najaar deed zich een stijging voor, die
in
1936
niet in die mate voorkwam.

Maandcijfers aant. werki. (>< 1000)

196

1

1937

Januari …………..
..13l
1.67.7
Februari

………….
2.017
1.625 1.879
1.577
Maart

…………….
April

……………..
1.807
1.436
Mei

.
…………….
1.697
1.456 1.707
1.370
1.660
1.385 1.612
1.357

Juni

……………..
Juli

……………..

September
1.621
1.334
Augustus

………….

1.614
1.395
October ……………
November …………
.1.621
1.507

Ook de huitenlandsche handel is in waarde en
quantiteit toegenomen. De waardecijfers der laatste
jaren toonen het volgende beeld: –

111
rnii1ioee’u f.

mv.
na aftrek heruitv.
Uitvoer (zonder heruitv.)

‘0
t
0
o
EO
,’0
0
‘0
o,o-.
°0
’00
1-‘
o

o
L.

-.
(5.
‘0
?.._

>:

1933

….
625,9 327,7

154,8
139,8

367,9
27,8
46,0 281,7
258,0
1934.

….
680,2 334.0
182,2 160,4
396,0
30,5 48,3
304,8 284,2
1935

….
700,7
342,6
183,1
171,2
425,8
31,6
52,8
328,8 274,9
1935

….
787,0
371,1
215,2
197,4
440,6
35,6 51,3
340,9 346,4
Jan. –
Nov.’36
711,3
334,6
193,4
179,1
400,3
32,2
46,4
310,6 311,0
Jan.-
Nov.’37
856,2
377,7
253,7 229,0
478,0
35,4
59,8
371,7
387,2

Als gevolg van de prijsstijging, die zich in
1937
heeft voorgedaan, is het importsaldo aanzienlijk
gestegen. Dit wekt eenige ongerustheid, doch in de
jaarredevoeringèn der Londensche ban.kiers wordt er
op gewezen, dat de quantitatieve ontwikkeling van
den uitvoer een snellere stijging vertoont dan die van den invoer
(stijging
van uitvoer over eerste
9
maanden van
1937
12 pOt. ten opzichte van
1936,
stijging van invoer slechts 6 pOt.) en dat bovendien
tegenover het stijgend invoersaldo sterk toegenomen
inkomsten uit buitenlandsche beleggingen en uit de
zeescheepvaart staan, waaronitrent overigens nog
geen precieze gegevens te onzer beschikking kwamen.
Alles tezamen genomen, kan men zeggen, dat het
jaar
1937
voor Engeland nog gunstig is geweest,
maar dat zich reeds enkele teekenen van stagnatie
voordoen en dat in elk geval – en dat wordt ook
door de bverigens zoo optimistische Engelsche ban-
kiers toegegeven – de ongunstige wending in de

9 Februari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

99

Amerikaansche conjunctuur een eveneens ongunstige

tenigwerki:ng op de Engelsche economie moet uit-
oefenen. Een terugiverking, die te meer voor Enge-
land te betreuren valt, omdat zich aldaar een sterke
groei in. het binnenland, doch een minder sterke

vooruitgang in den i.nternationalen handel heeft

voorgedaan en juist deze laatste door den achteii.iit-
gang in Amerika, die- zijn terugslag doet
gevoelen, zal worden getroffen.

Dat cle gunstige ontwikkeling van het economisch

leven in Engeland in belangrijke mate samenhangt
met de daar’te lande gevoerde geldpoiitiek,
ii-lag
met
den heer Reginald McKenna, President van de Mid-

land Bank, die zich ook dit jaar weer als pleitbe-
zorger der ,,Managed Currency” deed kennen, gerust

worden aangenonièn. De Times heeft McKenna op
cle vingers getikt en naar aa.nleiding van diens jaar-
rede een betoog geleverd van deze strekking, dat
,post hoc”
nog niet hetzelfde is als
,,propter hoc”.
Wij zullen het niet betwisten. Uit de feiten alleen

laat zich in de economie vrijivel nimmer den causalen
samenhang der verschijnselen aantoonen. Nog steeds
kan men in de overweldigende meerderheid der ge-
vallen slechts geraken tot het gewenschte inzicht,
wanneer men zich bedient van de z.g. deductieve

methode, of, huiselijker gezegd, wanneer men tracht
door redeneering zich een beeld te vormen van den
samenhang der dingen. Maar als men zich eenmaal
zulk een beeld heeft gevormd en wanneer men in het
geval, dat ons hier bezighoudt, langs den weg der
redeneering heeft betoogd, dat de gouden standaard

in een tijd, waarin eerst een geweldige credietexpap-
sie en daarna een dito contractie heeft plaats gevon-
tien, storend op het economisch leven moet inwer-
ken, dan is er alles voor om te trachten aan de hand
van concrete feiten het geleverde betoog op zijn juist-
heid te toetsen.
In dit licht moet uien, dunkt ons, de rede van

McKenna bezien. Deze vergeleek de periode 1925-
1931, gedurende welke Engeland den gouden stan-

daard had, met de jaren 1931-1938,. die als het tijd-
vak van ,,Managed Currency” kunnen worden aan-
geclnid. En hij kwam – hetgeen te verwachten was
– over de geheele linie tot gunstige conclusies.
Daarmee nu wel niet
bewezen is,
dat in de gegeven
omstandigheden een geidwezen, los van liet goud,
beter is dan een metallistisch geldstelsel, maar wel

wordt de langs den weg der redeneering bereikte
stelling der a-metalhstisten door de feiten alleszins
bevestigd.

Intussehen, nimmer is geloochend, dat een ,,Ma-
naged Currency” inflatorische gevaren opleveren kan,
inzonderheid, wanneer wordt vastgehouden aan ezn

lagen rentestand en aan een politiek van ruime en
gemakkelijke creclietverleening, zooals deze in cle
laatste jaren in Engeland is gevolgd. Wil men zich
hierover eenig denkbeeld vormen, zoo zal men heb-
ben na te gaan, hoe zich het geldquautum in En-
geland heeft ontwikkeld, welke omzetten met dit
geld werden bewerkstelligd, en hoe het is gegaan
niet het prijsverloop van goederen en diensten.
Het belankrijkste element in het Engelsche ruil-middel vormt het girale geld, cle banksaldi, waar-

over per cheque kan worden beschikt. Van den groei

van dit giraalgeld geven de halanscijfers der Big
Five een representatief beeld. Wij laten -hieronder

van de voornaamste halansposten een staat volgen,

waaraan wij en kele percentageherekeningen hebben
toegevoegd.

De deposits der groote banken hebben, gelijk men
ziet, sinds het in 1931 bereikte laagtepunt een aan-
merkelijke stijging ondergaan. De groei is echter

in het laatste jaar, zooal niet geheel tot staan geko-

men, dan toch zeer sterk verminderd. Daaruit niag
men wellicht afleiden, dat afgezien van toevloed van

geld uit het buitenland het proces van geldverrui-
ming in Engeland zijn eindpunt nadert.

In de activa, welke den tegenpost der Deposits
vormen, hebben zich wederom groote veranderingen

voltrokken. De i iqu ide ui tzettingen zijn verminderd,
inzonderhdid door afneming der Cali-gelden. ‘Ook de

beleggingen (in hoofdzaak bestaande uit Staatsobli –
gaties en in de depressie hij gebrek aan andere uit-
zettingen sterk toegenomen) zijn eindelijk gedaald.
Groote stijging vertoonen daarentegen de voorschot-
ten aan het bedrijfsleven, welke hun laag-tepunt be-

reikten in 1933 en sindsdien gestadig zijn opgeloo-
pen zonder overigens weder op het peil van 1929 te

komen. De gestegen economische activiteit is van de
stijging der voorschotten stellig de oorzaak geweest,
doch van verschillende zijden wordt er de aandacht
op gevestigd, dat de toeneming der voorschotten
veel grooter geweest zou zijn, indien niet de indus-
trie in de laatste jaren buiten de banken om veel kapitaal tot zich getrokken had, ten deele in den
vorm van winstfinanciering, en indien niet door

reorganisaties de kapitaaihehoefte van verschillende
bedrijven afgenomen ware.

Van de geldomzetten kan meti zich een denkbeeld
vormen aan de hand van de Londensche clearing-
cijfers. De
cijfers
van de Londensche Clearing he-
liepen blijkens het Econ.-Stat. Maandhericht, voor
het laatste jaar door ons aangevuld u i.t ,,The Econo-
mist”, de volgende bedragen:

Loiideïische clear.i.isg (inaandgemiddeide.n -in nrillioe..nen £)-

1929….
3.328
1934….
2.561
1930….
3.232
1935….
2.701
1931….
2.651
1936….
2.920
1932….
2.319
1937….
3.034
1
)
1933….
2.310

‘)

Voorloopig
cijfcr.

Er is dus ook in 1937 nog eenige, hoewel matige stijging geweest. Ook hier zien wij echter teekenen
van een zekere stagnatie in de financieele activiteit,
the nog verduidelijk wordt door cle maandcijfers,
welke wij hieronder doen volgen, en waaraan wij die
van de ,,Metropolitan, Country & Provincial Clear-
ing” toevoegen.

Tenslotte de prijzen. Deze zijn, gelijk men weet,
in 1937 eerst gestegen en daarna, wat den groot-
handel betreft, weder gedaald, terwijl ook de levens-
kosten een niet onbelangrijke stijging hebben ver-
toond, die volgens de laatste, ons beschikbare ge-
gevens nog niet over haar hoogtepunt heen is.

(In in
iii ioenc n f)

Einde
des
Depoito’s

Kas
__________________
Saldi bij
enchèques
op andere

Cali-
Money en
Shori
Wissels

Kas, saldi
etc.

CaIl
j en

i
sse
l
s

Beleggingen Voorschotten

Accepten
°10
0
/0
0/
jaars
van
Dep.
banken
Notice
in
%
van
Dep._
van
De.p.
van
Dep.

1929
1.625,4 210,1
12,9
67,4
124,3
196,1
36,8
196,5
12,1
887,7 54,6
154,4
1930
1.697,3
211,4
12,5
60,0
119.0
288,4 40,0 236,3
828,8
48,8
108,4
1931
1.563,4
185,3
11,9 56,3
102.5
211,4
35,5
234,4
15,0
809,2
51,8 93,9
1932
1.773,0
198,1
11,2 57,3
109,8
355,4 40,6 398,8 22,5 689,9 38,9 82,4
1933
1.744,0 202,0
11,6 58,6
106,7
269,9 36,5 481,9
27,6 658,2
37,7
103,9
1934
1.771,4
196,7
11,1
62,5
138,4
232,5
35,6 505,4 28,5 677,9 38,3
112,6
1935
1.874,3 215,9
11,5
69,0
129,5
277,3 36,9 520,5 27,9
704,3
37,6
88,3
1936
2.016,1
225,4
11,2 76,3
167,2
267,6

1
36,5

552,8
27,4
765,6 38,0

1
89,9
1937
2.034,5
223,6
11,0
78,4
126,7
263,4
34,0 531,8
26,1
851,6
41,9

1
88,1

HTEN

9 februari .1938

r


Avcrage’öf working,
days
1937

.

u

Londensche Clearing
(In
inilioenen
£)

TotaaI,
Towri’
1

MetropoiLtan,
Country
4
Provincial

..,.

Januari
151,6

125,7
25,9
Februari
155,6

132,0 24,7
Ma’art 157,0

131,9
25,1
April ……….
150,9

126,2
24,8
Mei

……….
..140,5

115,6
..
24,9
148,9

125,1
23,8
149,5

124,5
25,1
Augustus
131,0

1.08,3
22,7

Juni

.

……….
Juli

………..

September

. . .
.126,8

105,0 21,8
October
140,6

115,7
24,8
m
Noveber
138,4

114,6
23,8

1030= 100.

Groothandelsprijzen Kosten
v.
Ievensonderh
tBoard of Trade)

1
(Ministry of Labour)

1929
.
………….114

104
1930 ………….100

100
1931 …………..
88,0

93,3
1932 ………….
85,7

91,1
1933 …………
85,7

88,9
1934 ………….
88,0

90,0
1935 ………….
88,9

91,1
1936 ………….
94,4

93,

.

3

1937 ………….
08,7

98,3
1
)

i) :11
itiaatidej.

Deze stijging hield een waarschuwing in, dat met

verdere ii itbreiding van de g’eldvoorzienmg de noo-(1 ige voorzichtigheid betracht moest worden. Intus-

che is, wat de groothandeisprijzen betreft, let
keerpunt blijkbaar al gekomen, zoodat in (le situatie
van het oogenbhk wel mag woeden, aangenomen,

(lat Engeland de grenzen e’ner redelijke inflatie
van
zijn.
geldvoorzien ing niet heeft overschreden.

Wie zich mocht willen, wagen aan prognose, zal

zich meer dan ooit hew’iist moeten blijven van het

feit, (lat de omstandigheden in het economisch leven
zeer snel veranderen. Ten vorigen jare werd alge-
ineen gevreesd, (lat de hausse zich te snel zou. ont-

wikkelen
bfl
(lat daartegen maatregelen getroffen

(1 ienden te worden. De ,,recession”, clie zich inmid-

dels in dc Vorcen.igde Staten openbaarde en die in-
derdaad met ‘bepaalde maatregélen van Overheids-

wege verband hield, heeft ook in andere landen ver-andering veroorzaakt, zooclat daar thans de vooruit-
zichten geheel andere zijn dan een jaar geleden, lIet

schijnt niet onmogelijk, dat men in Engeland mo-
menteel staat voor een tijd van stagnatie of achter-
uitgang. In de periode 1931-’38 heeft Engeland een
economische en monetaire politiek gevolgd, die aan
vele landen in menig opzicht ten voorbeeld kan

strekken. Na een meer dan 5-jarige periode van
herstel en prosperiteit zou het waarlijk niet ver-
wonderlijk zijn, indien zich thans opnieuw eenige

ie oeii ijkh eden zouden voordoen.

Engeland beschikt nu over een schat van nieuwe
ervaringen, inzonderheid op monetair gebied, en de

leiders van het economisch leven, aldaar zuilen stel-
lig niet nalaten van., deze ervaringeri de volle 100
pOt. profijt te trekken. Bij een toenernencl.e bewol-
king aan den economischeii hemel is het niet waar-

‘schijnlijk, dat Engeland thans tot den gouden stan-
daard zal terugkeeren daarvoor
zijn
de denkbeelden

en inzichten te zeer veranderd. Terecht wordt daar-
op gewezen in cle rede van McKeuna, met een citaat
uit wiens beschouwingen wij dit artikel besluiten:

A few yearz ago the’ ve ry eonc’eption of a PUrO1Y
inanaged eur’reney was ‘soiiiebhing now; in no country
were ‘the (oIiditic)us sucih as ‘to make it 1)l’acti(‘ai)Ie it is
only conceivable as being efficieutly pinotised in a ‘oun-
try
w’ith
‘bankt lig and credit highly eeirti’aiizerl and
iit1t a gnver.nment inainta.ining ](abiefla.1 . credit unim-
p’re1.
Mu(ili
had
to bç
lea.rnt-‘and is being learnt, btut,
liowever difficult it may be ‘to put on one side the ideas
to whieh long nsage of the gold standard
bas
accustornecl

‘is: ‘e finci

iu

1)i’ii’li(•e

ticittt.I,ic. Systoni

is

working’
uiiooth1y. In»thc liglrt of our present kqowledge a manag- cd currency dun
fl0
‘lou.gei’ ‘be regai’ded as a niere tempo-
ja rv. makeshift vh’ile ‘the gold sta ndard ‘is , in abeyauee.”

HET ENGELSCHE SYSTEEM VAN EXPORTCREDIET-

GARANTIES.

a
tr
pogingen in groot verband om het econo-
n’iitch verkeer in de richting van meer vrijheid te

stuwen, het laatst
0])
de economische wereldconfe-

rentie van 1933, hebben gefaald, trachten (le regee-

ringen nu individueel den export hunner landen te
bevorderen (bilaterale verdragen, afvaardigen van

handelsdelegatios, e.a.). Maar ook nadat de preli-
minairen tot een goed einde zijn gevoerd, blijft
regeeringsbemoeienis gwenscli t.

D,ikwerf immers worden exportobjecten aartge-

‘boden, wier uitvoering weliswaar het algemeen eco-

nomisch belang in hooge mate zou dienen, maar dlie
in verband niet de daarvoor vereischte credlietverlee-

ring en met de eventueele aanwezigheid van frans-

fermoeilijkheden op bezwaren stuiten.
In een adres dat het iioofdbestuu:r der Ned. Mij.

voor Nijverheid en :Ilaiilei aan het einde van het
vorige jaar tot den Ministerraad heeft gericht
i),

wordt erop gewezen, dat in zulke gevallen, waar

liet algemeen belang wordt ‘gediend, een instituut
van door den Staa t verleende exportered ietgaran-
ties zou moeten worden ingeschakeld. Het Hoofd-

bestuur meent dan ook een kennisnernen van het
01)
dit gebied in Engeland toegepaste systeem te moeten

aanbevelen. In dit opstel willen wij trachten een
suninliere beschouwing te geven van het aanbevolen
Engeische systeem van Exportcredietgaranties.
Alvorens hiertoe over te gaan, dient volledigheids-
halve te worden vermeld, dat vooral na den wereld’-

oorlog verschillende systemen voor de verlcen ing van
zulke garanties zijn O)gel)otiWdl. Het Engelsehe en

:Dlditsche zijn wei cle voornaamste en de vormen,

waaronder zulke garanties in andere ]ar(leti worden
verstrekt, vertoonen in meerdere of mindere mate
gelijkenis met het :Engclsche of met het Dii tsche

systeem.
Ook in ons lanr,l werden van regeeri.ngszijdc pogi ii-

gen qaiigewend om door middel van een zekere ga-

rantie voor verliezen geleden op exportcredieten den
uitvoer te helpen bevordieren van die goederen, wel-
ker ])rodlletle de aanwending van Nederlandschen

arbeid op groote schaal mogelijk maken.
In 1931 installeerde de Minister van Financiën eau

R ijkacommi asic van Advies voor Exportcredietgarau-
ties, nadat gebleken was, dat een in 1928 getroffen
regeling niet cle gewenschte soepelheid bezat. Men

besloot geen afzonderlijke Staatsinsteiling voor het
verzekeren tegen risico’s verbonden aan het ver-
leenen van credi.eten in liet leven te roepei, doch
gebruik te maken van de diensten der Neclerlandsche
Orecli.etverzekerirg Maatschappij N.V. te Amsterdam.
Voor dat doel werd in 1932 een overeenkomst met
deze instelling gesloten en volgens haar verslag over
het boekjaar 1936 stond ook in dat jaar de export-
credietverzekering met hcrverzekcring van dcii Staat
bij haar werkzaamheden geheel op den voorgrond.
Uit het laatste door de Rijkscouimissie van Advies

voor Exportcred.ietgaranties uitgebrachte rapport, dat
betrekking heef t op het tijdvak van 1 September 1936
tot 1 September 1,937, blijkt, dat het totaal van het

obligo (maximum verlies) door den Staat sinds den

aanvang der regeling
O]
6 Februari 1.932 tot 1 Sep-

tember 1937 aanvaard, f.29.294.597 (v.j.
f
22.274.766)

bedraagt; in het verslagjaar beliep (le toeneming der-

halve
f
7.019.831 (v.j.
f
5.270.655). In (le door den

Staat gedurende het verslagjaar aanvaarde posten

1)
Dit adres is

opgenoindli in het Jann’arinummor van
,,Maatsehiuppijbelangen”, tijdschrift van de Ned. ItJij. voor
Nijverheid en Handel. .

9 Febivari 1938

EC
1
QNW4ISCH STATISTISCHE BERICHTEN

101
$

zijn zoowel ii.isolven ii e all. litansferrisico. begrepen.

Niiar liet inzicht dé’i’Oommissie wettigt een •ver
geiijkingvan çlc /ijrs over cle jaren gedurendc’
welke eling toepassing heeft gevonaei, de ge-

volgtrekking, (lat het instituut .zich geleidelijk ont-

wikkelt en in een behoefte voorziet.

•,.


Pogingen tol ondersteuning Vdtn cleui Britschen

na
tvoerhanclel.

Sedert den wereldoorlog 1914-191.8 heeft de En-
gelsche Regeèring groote activiteit aan den dag ge-
legd om den Engelsehen overzeeschen handel te be-
vorderen. Onder haar auspiciën werden talrijke han-
dels- en financieele ondernemingen opgericht (Britislf-

Italian Corp., British Trade Corp. e.a.) Zij steunde
daadwerkelk door liet overnemen van uit den export-
handel resulteerencie ycrliezen. De in 1921 afgekon-
digde en in 1.927 niet verlengde ,,Trado Facilities

Bill” voorzag iii het ga.randeeren van staatswege van

leeningen aan buitenlandsche . publiekrechtelijke

lichamen (tot £75 Miii.) onder voorwaarde, dat cle

opbrengst van zulke leeni ngen zou worden aangewend
voor den aankoop van producten der Engelsche in-

(lustrie en voor het uitvoeren van grootc werken. :1e in 1920 aangenomen Overseas Tracle (Credits

& Insuranee) Bill verleende cle Engelsche Regeeririg
cle bevoegdheid eredieten te verstrekken ter financie-
ring van den export van goederen naar (Ie nieuwe,

economisch zwakke staten van Europa. (Randstaten,
Tsjceho-Slowakijc, ,Ioego-Siavië, Roemenië, e.a..) en

abnormale en l)ui te.ug3wone risico’s, welke aan dezen

o i tvoerhanclel verbonden waren, te verzekeren.
I)ezc gedragslijn bleek ccii misrckeïiing te zijn ge-
weest (groote verliezen en bovendien een minimaal
gebruik maken van (ie tweede faciliteit), zoodat na

1921
geen nieuwe eredieteii. meer werden verleend.

Er gingen stemmen
01),
die wezen op de we.nschelijk-

heid om dcii handel op de gebruikelijke wijze te
financieren, waarbij dan de Staat zijn medewerking
zou kunnen verleerten. Tenslotte besloot het Mirm.iste-
iie van Handel tot een grondige reorganisatie, waar-
bij met cle politiek van het financieren door den
Staat van den buitenlanclsehen handel geheel werd
gebroken en de grondslag voor het huidige instituut
van Exportcredietga ranties werd gelegd (1921).
Na in den aanvang een zuiver experimenteel ica-

to
kter te hebben gedragen en eenige malen (1929,
1930) te zijn gereorganiseerd, werd het systeem, dat
thans van kracht is, ingevoerd. Bij deze reorgani-
saties, die noodig bleken omdat het instituut ver-
liezen opleverde, werden de adviezen van experts
(Kamers van Koophandel, banken, ticcel) thui zen en.)
ingewonnen. Thans werict het insti tuut tot tevreden-

heid en. over het dienstjaar 1933134 kon een reserve-fonds van £ 1.450.000 aan de Schatkist worden over-
gemaakt. In het dienstjaar 1930137 werd van het
,,Export Guarantee”-stelsel tot een bedrag van
£ 35.1.84.000 gebruik gemaakt.

Organîsatie en werlcin.q van het stelsel.

Overgaande tot de bespreking van cle werking van

het stelsel zelf, dient te worden opgemerkt, dat liet
,,Exportcredits (luarantee Seheme” – geregeld in
de ,,Ovcrseas Trade Acts” (laatstelijk geamendeerd
in 1937) – is bedoeld als een nationaal instituut

ter contrôle
eii
garantie van credieten verleend voor
den verkoop van Ii itsehe goederen naar de geheele
wereld. De doorvoerhandel, evenals cle handel in
munitie en wapenen zijn hierbij uitgesloten..
De uitvoering van, dit systeem is door de ,,Board
of Trade” opgedragen aan het ,,Export Credits Gua-
rantee Department”. Aan het hoofd van dit Bureau
staat een ,,Minister in Charge” – de Secretaris van
het Departement van Overzeesehen 1-landel – en
een Commissie van Advies, waarin experts uit de
bankiers- en assurantiewerelci en uit de industrie
hi.tting hebben. Deze Commissie moet volgens wette-
lijke bepalingen door het Bureau wôrden geraad-
pleegdi dde garanties worden-alleen op haar aan:
heveliug en%j ddhr haar —.4.t&tif elke transactie –

goedgekeurde voorwaarden verstrekt. De dagelijksche
leiding van het Bureau is gébritraliseerd hij enkele

leden dezer Commissie, die tezamen een uitvoerend Comité vormen en over dezelfde bevoegdheden be-

schikken als de leden van den Raad van Beheer

eener particuliere onderneming. De werkzaamheden van liet Bureau staan bovendien onder voortdurende

contrôle van de Schatkist.
Het Parlement stelde in 1937 het maximum te ga-
randeeren bedrag op £ 50 mill. en bepaalde, dat ga-

ranties niet een looptijd van meer dan 1 of 2 jaar
alleen met toestemming van de Schatkist kunnen

worden verleend. Indien de voorgestelde transactie
een abnormaal risico in zich bergt of indien over-

wegingen van politieken aard in het geding komen,
beslist de Minister en dikwijls zelfs het Kabinet.
Alle uitgaven, welke voor de ,,Board of Trade”

uit deze regeling voortvloeien, worden bestreden uit

gelden, die het Parlement ter beschikking stelt. Zijn
deze in geval van verliezen op verstrekte garanties
niet toereikend, dan komen zulke bedragen ten laste
van het ,,Consolidated Fund of the United King-
dom”. Alle in verband met de garantieverleening
ont.vangen gelden komen de Schatkist ten goede.
Waar het Bureau het valuta-risico niet dekt –

hiervoor wordt naar de valutamarkt verwezen –
garandeert het alleen in Sterling luiclen.de vorderin-
gen, welke uit leveringen aan een solventen kooper
voortsprniten, en wel tot ten hoogste 75 pOt. van het
factuurbedrag, onder voorwaarde dat aan alle even-

tueele valuta-voorschriften van liet importeerende
land is voldaan. De winst wordt niet gegarandeerd en opdat de exporteur ook bij verzekering van zijn
eredieten zal blijven voortgaan een selectie onder zijn

afnemers toe te passen, en de noodige voorzichtigheid
te betrachten, moet hij zelf een gedeelte (gewoonlijk

25 pOt.) van het risico loopen.
liet Bureau wenseht niet alleen de riskante posten
der uitstaande vorderingen te verzekeren en het geeft
eenige mate van voorkeur aan die exporteurs, die al
hun vorderingen – zoowel de goede als de meer ris-

kante – bij het Bureau onderbrengen.
Het Bureau verleent geen credieten in de bank-

technische beteekeiiis van het woord, maar verzekert
den exporteur tegen een verlies op het gegarandeerde
bedrag en tegen een overmnatige vertraging, welke in

de betaling mocht ontstaan. Bevroren eredieten die
de lidiui,diteit der exporteurs lcunnén verstoren, zijn
derhalve, zooals nader zal blijken, in geval van ver-

zekering uitgesloten.
liet Bureau-slaat alle markten gade. Daar liet een
Regeeringsinstelling is, staat het in nauw cont-iet
met de handels- en diplomatieke vertegenwoordigers

in alle landen der wereld, en beschikt het derhalve
over gegevens van officieele personen, die niet de toe-
standen, de handelsgebruilcen en de wetten in die lan- –
dien beken.d zijn. Voorts memoreeren. wij, dat er een samenwerking bestaat tussehen het Bureau eencrzijds
en de financieele instellingen in de City, de infor-matiebureaux, cie Schatkist en het Ministerie van
Handel anderzijds. Elk individueel geval, dat ter
icennis van het Bureau wordt gebracht, profiteert

van de collectieve ervaring door alle verzekerde ex-

1)orteuis opgedaan.
Als centraal elearing.instituut van informaties zal
liet Bureau exporteurs hij het voordragen van een
nieuwe transactie warschuweu, indien in een of an-
der 1ad een eonjunctuuromslag dreigt, of indien dn
handel en de betaling belemmerende maatregelen
dreigen te worden afgekondigd (voor zoover althans
inlichtingen te dien aanzien te verkrijgen zijn). De
groote waarde van zulk een centraal informatie-

archief springt onmiddellijk in het oog, indien wij
bedenken, dathet Bureau. de contrôle heeft over h:t totaal der uitstaande gegarandeerde vorderingen op
een bepaalden buitenlandschen debiteur. Het kan den

102

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1938

adspirant-leverancier waarschuwen, indien de vorde-

ringen van andere exporteurs reeds een in verhou-
ding tot afnemer’s financieele draagkracht bedenke-

lijke hoogte hebben bereikt, of indien zulke vorde-
ringen over tijd zijn.

Op deze wijze hehoedt het den mouwen exporteur

ervoor om ook in een faillissement te worden betrok-

ken, wat zeker het geval zou zijn geweest, indien hij

zich niet tot het Bureau had gewend.

Blijkt bovendien uit het totaal der ingediende

garantie-aanvragen, dat de valuta-positie van een be-

paald land te zeer wordt belast, dan kan het Bureau

het signaal
01)
onveilig zetten door de premie voor

zulk een transactie te verhoogen.

Gezien het feit, dat het Bureau door
zijn
garantie-
verleening bij den exporthandel is geïnteresseerd, is

er een waarborg, dat het alle phasen der conjunctuur

in de verschillende afzetgebieden met groote nauwlet-

tendheid zal blijven bestucleeren.

Over het algemeen komen die leveranciers in aan-

merking, die tegen contante betaling of
0])
korten

betalings-termijn (gewoonlijk tot 90 dagen, in over-
eenstemming n1et de locale usances) worden ver-
kocht. Aanvragen voor garanties ten behoeve van
leveringen van kapitaalgoederen, waarvoor credieten

van 12 maanden en langer worden verlangd, worden

elk afzonderlijk op hun eigen mérites onderzocht.

,,Comprehensiv e Guarantee” en afwikkeling.
De ,,Coniprehensive Guarantee” (Pauschaal -polis)
is wel de verzekering, die het meest wordt gevraagd,

reden waarom wij haar na onze algemeene beschou-
ving aan een bespreking zullen onderwerpen.

Deze polis omvat den gebeden exporthanciel van

den verzekerde en is gebaseerd op diens vermoede-

lijken omzet gedurende 12 opeenvolgende maanden,
alsmede op de ervaring, welke hij in al zijn afzet-
gebieden in de laatste 5 jaren heeft opgedaan.

De verzekerde kan bij deze garantie kiezen tusschen:
de verzekering van 75 pOt. van alle verliezen,

welke door deze polis worden gedekt, of
de verzekering van 15 pOt. van een bedrag uit-

gaande boven een voor ,,first loss” vastgestelde som,

welke laatste aan de hand van de in de laatste 5

jaar op dubieuze debiteuren door den exporteur ge-
leden verliezen wordt vastgesteld.

1-let spreekt vanzelf, dat de premie der onder
a.

genoemde verzekering hooger is dan de sub
b.
ver-

melde. Edoch, het getal dergenen, die de eerste soort
verzekering kiezen, is steeds groeiende.
in beide gevallen w’ordt door het Export Oredits
Guarantee Department een, op den totalen onizet van

den verzekerde gebaseerd, in axi mum vastgesteld,
waarvoor het Bureau aansprakelijk wil zijn.

Teneinde vertraging in de uitvoering van drin-
gende orders te voorkomen, wordt gewoonlijk in de
polis een bedrag genoemd, ten heloope w’aarvan de
verzekerde aan elken a:fnemer’ een crediet mag ver-
benen zonder daarvoor eerst de goedkeuring van het
Bureau te hebheh aangevraagd (,,non:vetting himit”).
Voorwaarde hiervoor is echter, dat de exporteur zich
van te voren van de credietwaarcligheid van den af-
nemer heeft vergewist of dat hij in het verleden
gunstige ervaringen met zulk een afnemer heeft op-
gedaan. Ook de uit deze leveringen resulteerende

vorderingen blijven onder contrôle van het Bureau, daar zij in dcii maandelijks door de exporteurs in te leveren staat van al hun verschepingen worden ver-

meld.
Nadat de voorwaarden der verzekering zijn vast-
gesteld, wordt de premie voldaan of, in sommige ge-
vallen, een garantiesom gestort, waarna de garantie
in werking treedt. Verzekerden geven dan aan het
Bureau öp de namen van tegenwoordige en toekom-

stige cliënten aan wie zij credieten zullen verleenen
boven de ,,non-vetting” limite. Zij zijn gehouden het Bureau onmiddellijk ervan te verwittigen, indien een
vordering 3 maanden over tijd is. –

Blijkt nu dat de debiteurin moeilijkheden verkeert,

dan wordt de vordering door het Bureau overgeno-
men, zoodra deze als onbetwiste schuld is erkend.

Het Bureau keert het gegarandeerde bedrag aan den
verzekerde uit en stelt voor het incasseeren der du-
bieuze vordering
zijn
diensten ter beschikking. De
schuldeischer-exporteur heeft derhalve het voordeel,

dat zijn dubieuze vordering niet ten eeuwigén dage

als bevroren crechiet blijft openstaan en dat hem de
tijdroovende en dilcwils ingewikkelde procedure,

welke in zulke gevallen moet worden gevolgd, ge-

spaard blijft. Komt het tot een faillissement van

den debiteur, dan heeft de exporteur bovendien nog
recht op eventueele uitkeeringen uit den boedel en

wel in verhouding tot het niet-gegarandeerde ge-

deelte van zijn vordering.

Vermelden wij nu nog, dat het Export Credits

Guarantee Department voor verzekerden ook de nio-

gelijkheid tot het doen garandeeren van vorderingen

op landen, die gedurende den looptijd van zulke vor-

deringen deviezenrestricties invoeren, heeft openge-
steld, dan meenen wij de werking van het Engelsche
systeem van exportcredietgaranties in zeer grove

trekken te hebben weergegeven.

Zooals uit bovenstaande regelen blijkt, w’orclt de

garantie in den vorm van een polis verstrekt. Deze

polis wordt aan een door den exporteur te trekken
wissel gehecht, wanneer deze op de discontomarkt

wordt aangeboden.

Het Nederlandsche aysteern

indien wij constateeren, welk een bedrag in ons
landi onder herverzekering van den Staat door de

Nederlandsche Oreclietverzekering Mij. N.V. aan ex-
portcredietgaranties word t verstrekt en dat dit bedrag

zich in een opgaande
lijn
beweegt, clan zijn wij er van
overtuigd, dat ook de regeling in Nederland in een
groote behoefte voorziet. Wij spreken dan nog niet

over de exportcredietgaranties, welke door deze

Maatschappij zonder herverzekering door den Staat

worden verstrekt en waarvan de bedragen niet gepu-bliceerd worden. De belangrijke en nuttige rol, welke

de Nederlandsche Credietverzekering Mij. N.V. in
samenwerking met den Staat in ons nationale econo-
mische leven vervult, verdient daarom o.i. waar-
deering.
Als een der mérites van het Engelsche stelsel wordt
de perfecte inforniatiedienst, waarover het Export

Oredits Guarantee Department – als centraal Regee-
ringsorgaan – beschikt, genoemd.
T
aar
er tusschen den Nederlandschen Staat en dj
bovengenoemde verzekeringsmaatschappij – als par-

ticulier centraal instituut – een nauwe samenwer-
king bestaat, kan worden aangenomen, dat deze in-
stelling over een zelf den inlichtingendienst als het
Engelsche Bureau beschikt. Als zelfstandige instel-
ling heeft zij bovendien het voordeel van haar parti-

culiere relaties.
Eet is onze meening, dat het juiste antwoord op
cle vraag, of het Engelsche systeem boven het Neder-
landsche te verkiezen is, eerst dan kan worden ge-
geven, wanneer een objeetieve vergelijking tussehen

cle heide stelsels is gemaakt, hetgeen wij in een vol-
gend artikel hopen te doen. K.
•s.
PHAFF.

HET VERLOOP VAN DE SPERRMARKKOERSEN.

Sedert de Devisenhewirtschaftung in Duitschland
werd ingevoerd en daarmee het begrip Sperrmark
werd gecreëerd is het écart tusschen de ,,vrije Mark”
en de verschillende soorten geblokkeerde Marken
voortdurend grooter geworden. In 1933 was de koers
nog ongeveer 50 ets., in 1934 was deze reeds gedaald
tot 30 ets., in 1935 werd een koers bereikt van 15
ets. en in de tweede helft van 1936, kort voor de
depreciatie van den Gulden, was de noteering circa
13 ets. Maar heel kort duurde de koersstijging, die
na den val van den Gulden intrad. In overeenstem-

9 Februari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

103

ming met de waardedaling van den Gulden steeg

toen de Sperrmarkkoers tot 16, maar spoedig trad
een reactie in, en geleidelijk is de noteering verder

teruggeloopen totdat nu een peil is bereikt van
83′ 9, of wel slechts ongeveer 11 a 12 pOt. van
den vrijen Markenkoers.

T-let koersverschil tusschen Effektensperrinark en
Kreditsperrmark, dat in de eerste jaren van cle
cleviezenrestrictie vrij groot was, is geleidelijk ver-

dwenen, en ook thans is er maar een zeer miniem
verschil tusschen den koers van beide soorten. Voor

zulk een onderscheid is trouwens ook weinig aan-
leiding nu de verschillen in aanwendingsmogelijk-

heden van ,,erworhene” Effekten- en Kreditsperr-

mark geleidelijk zijn weggevallen, doordat de doel-
einden w’aarvoor aangekochte Kreditsperrmarken
in afwijking van Effektensperrmarken aanvankelijk
konden worden gebruikt langzamerhand ook tot een
minimum zijn teruggebracht.

* *
*

Wat bepaalt het koersverloop der geblokkeerde
Markensoorten? Zooals voor elke valuta natuurlijk

vraag en aanbod. Maar waardoor wordt de vraag-

prijs en de aanbodsprijs beïnvloed? Voor den prijs,
die de ,,particuliere vraag” wil besteden
zijn
natuur-
lijk de aanwendingsmogelijkheden bepalend. Die mo-

gelijkheden zijn, zooals reeds opgemerkt, zeer gering.
Men kan gerust zeggen, dat in de laatste jaren
van gebruik van gekochte Sperrmark voor commer-
cieele doeleinden in steeds geringer mate sprake is

geweest, en dat reeds geruimen tijd vraag op die
basis vrijwel niet meer bestaat. Inderdaad, er is af
en toe een geringe vraag door Einwanclerer, die een deel van hun investeering in Duitschland met Sperr-

mark niogen betalen, hoewel ook op dat terrein meer
en meer het gebruik opkomt om het deviezenve.rmogen
tegen ,,Vorzugskurs” aan te melden. Sporadisch

komt het ook voor dat buiten Duitschland berus-
tende vermogensbestanddeelen van ,,clevisenrecht-

liche Inliinder” aan buitenlanders worden afgestoo-
ten en door dezen ten deele met Sperrmark betaald.

Maar het meerendeel der transacties met gekochte
Sperrmark vallen toch in de categorie der ,,Gefiillig-
keits”-affaires. Daarbij konit, dat de mazen van de
deviezenwetgeving steeds dichter zijn aangehaald,
zoodat vroeger nog wel eens doorslippeude trans-
acties, waarbij illegale verrekening met buiten-

landsch vermogen plaats vond, steeds minder kans
hebben.

Zoodat meer en meer cle particuliere vraag uit
de Sperrmarkmarkt is teruggetrokken, hetgeen be-
teekent dat cle ,,onhekende kooper” een steeds stij-
gende relatieve heteekenis heeft gekregen. Het is
heken.d dat de voornaamste vrager van Sperrsaldi
reeds geruimen
tijd
de Duitsche Regeering zelve is.
De Goiddiskonthank koopt voortdurend deze saldi op
om met de aldus te behalen boekwinsten de ,,pot”,
waaruit het Zusatzausfuhrverfahreu wordt bestreden
te doteeren. Dit stelsel van exportpremiëering is de
hoeksteen, waarop cle Duitsche uitvoer drijft, men
ken zeggen dat dit systeem het alternatief is voor
devaluatie.
Geruirnen tijd
heeft de Golcicliskontbank de daar-
voor benoodigde middelen uitsluitend geput uit de
winst op aankoop van Sperrmarken, maar geleide-lijk zijn de bronnen uitgebreid. Een heffing op den
inheemschen afzet van de Duitsche industrie vorm-
de een belangrijke étappe in dit streven, daarnaast

zijn inmiddels meer bronnen aangeboord, zooals een
heffing op verschillende importen, die feitelijk, ge-
zien hetgeen hierboven werd opgemerkt terzake van
het alternatief: devalu atje of exportpremieeri ng,
nog de meest logische is.
Aan de vi-agerszijde heeft derhalve de Golddis-
kontbank zoo niet een monopoliepositie dan toch een
zeer sterk overwegende gekregen. Dat beteekent, dat
zij een helangrijken invloed op het koersverloop kan

uitoefenen, belangrijker naarmate het aanbod drin-
gender is, en naarmate zij het zich kan perinitteeren
om eenigen tijd uit de markt te blijven. In dat laat-
ste geval immers zal reeds een betrekkelijk gering

aanbod den koers relatief sterk kunnen doen dalen, en
in een markt als deze, met een omvangrijk latent
aanbod, kan dat tot nervositeit onder dle aanbieders

en daardoor nog sterker koersdruk leiden, zoodat op

een gegeven moment de Golddiskontbank veer kan
gaan koopen zonder den koers te doen oploopen,

waardoor het ideaal van den speculant: ,,buying
clown” kan worden bereikt.

Nu heeft men den indruk, dat de recente sterke

koersdlrulc het gevolg is van de ahstinentie door de

Golcldiskonthank. Controleerbaar is deze veronder-

stelling in geenen deele. Vast staat dat de kanalen
waarvan dit lichaam zich voor deze transacties be-
dient, vele zijn en ook dat de zuignappen daarvan
zich bevinden op plaatsen, waar niemand die zou

vermoeden, waar men integendeel zeker zou aan-
nemen, dat deze zich niet bevonden.

Een absolute onthouding van aankoopen is trou-
wens allerminst noodzakelijk om koersinzinking te

bereiken. Immers de marktsituatie is voor den vra-
ger uitermate gunstig. Het potentieele aanbod is in verband met den toenemenden drang tot ,,auswan-

dern” in de bedreigde kringen enorm groot. Om-

vangrijke kapitalen Auswanderersperrniark hangen
boven de markt. Meer en meer wint de overtuiging
veld dat in afzienbaren tijd van een herstel van het vrije deviezenverkeer geen sprake zal kunnen zijn.
Aanbod dat voorheen wellicht nog achterwege bleef,

omdat men hoopte t.z.t. van een vrij transfer te
kunnen profiteeren, komt onder den druk van die
veldwirinende overtuiging ter markt. Dat de re-

cente ontwikkeling van de politieke situatie in
Duitschlancl in dit opzicht nog als een stimulans
werkte, spreekt vanzelf.

* *
*

Ziehier dus in het kort de situatie: stijgend be-
drag van Sperrsaldi (emigratie zoowel als de wet
inzake aflossing ineens van obligatieleeningen werk-
te daartoe mee), toenemende drang tot liquidatie
van saldi (door politieke situatie en toenemende
overtuiging inzake langen duur der deviezenrestric-
tie); daartegenover vermindering van de ,,particu-

liere vraag”. Zoodat de Golddiskontbank als min of
meer monopolistische vraagster een zeer sterke tac-
tische positie verkreeg.

Nog steeds worden er parallellen getrokken tus-
schen Sperrmarkkoers en de noteering van vrije
marken. Een belangrijke daling van de eerste doet telkens weer de vraag rijzen of nu ook een reactie
van de vrije Mark te verwachten is. Voor en na
blijft voor deze kwestie het antwoord gelden, dat het
verloop van heide markten volkomen los van elkaar

staat. Vrije Mark en geblokkeerde zijn twee volko-
men onvergelijkbare grootheden. De eerste is ruil-
middel, waarmee koopkracht kan worden uitge-
oefend, de tweede is slechts rekeneenheid geworden,
waarin Duitsche interne kapitalen worden uitge-
drukt.

De waardeering voor Sperrmarken is een taxatie
van de waarde van in Duitschland berustend kapi-
taal voor een huitenlandschen houder. Bij de huidige
transferpositie en de vooruitzichten terzake van uit-

eindelijke opheffing dier dieviezenrestrictie kan die waardeering niet anders dan laag zijn. Maar niet de
waardeering van cle ,,koopkrachtmark” heeft dit
niets uit te staan. Zoolang men het Zusatzausfuhr-
verfahren kan handhaven kan ook de Mark op het
– zonder dat stelsel te hooge – peil gehandhaafd
worden. En w’aar dit stelsel gevoed wordt uit de
winst op de Sperrmark zou men dus de paradoxaal klinkende stelling kunnen verdedigen dat de hand-having van de vrije Mark te gemakkelijker zal zijn
naarmate de Sperrmarkkoérs lager is. C. A. 1L.

• VT’t

rT’

..

..
[04

ECONOMISCH STATISTISCHE BERIHTEN

9 ebi
u ari193S

AANTEEKENINGEN.
t
Filmindustrie en bioscoopbedrijf in Duitschiand.

Een agntai ge
g
e
v
h
s
ni
o
mt
ren
t de Duitsche film-
industrie n het ‘1)ïosë6bedrijf aldaar werden ge-

])ubliCedfd in een twettl artikelen voorkomend in
,,Der deutsche Volksvirt” van .17 Dec.
ii.
en cle

,,Mitteiluugen’ des Hambu.rgischeri. Weitwirtschafts-
archiv” van November f1., waaraan wij hieronder

een en ander ontieenen. -.

De Duitsche filmiudustrie behoort tot een der

grootste der wereld, hoewel haar positie ten tijde van
dë z.g. stomme fihis belangrijker was dan thans.

Zeer geel films werden toen naar het buitenland ge-
eporteerd, wht tegenwoordig in belangrijk mindere
mate mogelijk is. Het afzetgebied van een Duitsch-
sprekende film werd, toen de geluidsfilm over alle

linies het pleit won, hoofdzakelijk tot cle Duitsch-
sprekende landen beperkt. Wel konden er speciale

versies in vreemde talen gemaakt worden, maar dit
verhoogde den kostprijs en bracht voorts vaak een

kwalititsverlies mee, daar de rolbezetting dikwijls
gewijigd moest worden. Hier stond tegenover dat
bu itenlandsche filmmaatschappijen met dezeifde
moeilijkheden te kampen hadden en de concurrentie
tegen de buitertiandsche film, op de Duitsche markt
minder zwaar werd.

Had de invoering van de geluidsfilm dus belang-

rijke gevolgen voor de afzetmogelijkheid van Duit-
sche films, ook de structuur van cle industrie onder-
ging na deze invoering een belangrijke wijziging. De
geiuidsfilm stelde ni. geheel andere eischen aan de

techniek van het filmproclu.ctiebedrijf. Het produc-

tie-apparaat moest totaal gewijzigd worden het-
geen veel kosten meebracht. Het gevolg was dat veel
kleine fihnmaatschappijei’t zich niet langer staande
konden houden en liquideerdeii of door kapitaal-
krachtige maatschappijen weiden opgekocht. De con-
centratie nam belangrijk toe. Drie groote filmmaat-
schappijen, cle Ufa, de Tobis en de Terra beheer-

schen nu 75 pOt. van cle productie.

Nadat het nationaal -ocialisme aan de macht
kwam, werd de filmproductie, vooral wat de kwali-

teit betreft, sterk gereglernenteerd. Een, ,Reichsfilm-
kammer” werd ingesteld, welke de productie en de
distributie van filrns controleert. Een belangrijk

aantal films werd in dienst gesteld van de nationaal-socialistische propaganda, welke films uiteraard al-
leen in het binnenland konden worden, afgezet, – met als gevolg een verdere daling van de opbrengst in het
buitenland; vroeger dekte cle opbrengst van de film-
verhuur naar het buitenland 20 pOt. der productie-

kosten der films; in 1936 was •dit nog slechts 8 pOt.
Voorts werden in veel landen die vroeger slechts
films i inporteercien, nationale fil mmaatschappijen
opgericht en dit werkte den filmexport van Duitsch-
,land ook tegen.

Het groote vraagstuk der Duitsche filmindustrie
.i§ dat, van de rentabiliteit. Over liet algemeen werkt
.mei n

iog met verlies. De Reichsfilmkammer tracht
nu den. afzet zoo te organiseeren, dat- de chronische
tekorten der industrie verdwijnen. Hiertoe kan men
verschillende wegen inslaan:
Een middel, daf ook reeds toegepast is, is produc-

tiehepérking, ..waérdoor 1 film langer vertoond moet
‘wôrcle.n en de verhuur dus meer kan opbrengen.
Verder kan men. dn invoer van buitenlandsche
films ergrooten. Dit is ni. goedkooper clan ze zelf
te maken, daa
t
een bui tenlan dsche fihnni aatsch appij
de opbrengst van zijn ex]iort vaak als een extra winst
beichouwt en daarom genoegen neemt niet een rela-
tief kleiiiere oihrngst.

In Duitschianci zal dit laatste middel echter niet
rorcleti ‘toegepa’st, omdat men meent, dat de film een
zoo ‘groote cultureele beteekenis heeft’ dat het niet
geoorloofd is, de oorziening hierin, voor een groot
deel, aan het buitenland over te laten. Daarom ‘heeft
men een anderen weg ingeslagen.

• :FI’et’ is geh1eker dat d”lui’oscoopinkomsten vrijwel

o’nafhankelijk waren van leth’an’tal films dat ver-
toond werd In 1928 kwamen er 1.v. 224 Duitsche en

293 buitehiancische films op de Duitsch’e markt. In

1935 garen het slnihts 112 resp. 201, doel hd-t ‘an-
tal bezoekers was’ in1935zelfs grooter dan in 12

Van dit feit ging de,,Reichfilmkammer” uit tbeh

zij het vertoonen van 2 hoofdfilms gedurende 1 voor-
stelling verbood. Het gevolg hiervan was, dat de be-

hoefte aan films niet de helft daalde, de opbrengst

van elke film’ afzonderlijk toenam, en de productie-
kosten beter werden gedekt.

Bovendien werden de huurprijzen ten gunst van de

filmindustnie heizien. Vroeghr waren dit vaste be-

dragen. Het risico van de vertooning werd daarbij

geheel gedragen door den bioscoopondernemer. Bij de

nieuwe regeling hangt de huur af van de inkomsten
van de bioscoopexploitatie. De verhuurprjs moet

minstens 32.5 pOt. van de bruto inkomsten bedragen.
In de practijk is gebleken, dat nu pim. 4 pOt. meer

voot- een film betaald moet worden dan vroeger, zoo-
dat een grooter deel van de opbrengst der bioscoop-
ondernemingen, welke zeer gunstige resultaten be-

reiken, de filmprodnctie ten goede komt. In het sei-

zoen 1935—’36 is 80 millioen Mark aan huur betaald,
wat daarna waarschijnlijk 88 millioen per seizoen zal
worden.

Men schat thans liet aantal benoodigcle films op
180 per jaar. Een derde deel hiervan wordt geTmpor-
teerd, zooclat cle Duitsc’lie filmindustnie ongeveer 120
films per jaar moet produceeren.

* *
*

Vervolgens wordt dlan aandacht besteed aan cle
vraag of de opbrengst per film nog verder vergroot
kan worden cldor het mobiliseeren vai’c eventunil nog
bestaande bezoekers-reserves.

De vei’.cleel t
ing clai’ Bui
Lsche bioscopen.

Gemeenten met een
aantal inwoners van:
=

e


na
)O
O
3′

Minden dan’
2000 47227
488
498
178
1
4
3
2000-5000

. ‘. ….
2318
1015
1098
223
19
35
5
5000-10.000 ……
704
591
732
291
126
44
1.2
10.000-20.000 ….
293 273
460
381
268
43
18
20.000-50.000
172

.

172
414
‘487
353
39
.

28
50.000-100.000
48

.

48
203 525
193
30
27
100.000-200.000
26

26
212
541
180 32
28 200.000 — 500.000
17
17
344
583
304
35 28
Meer dan 500.000
4
)
9
9
418
559 392
37 35
1
1
394 496
388
46
43
Berlijn

…………

Totaal
505
2640
4773 372
2224
.1)
Gem
ickield.

-.
) J3ioscoopclich-thc-i.d = aantal p1asen per’ 1000 mw.
I13ioscoo’pca.paciteiit = hoogst mogelijk aantal bioscoop-
bezoeken -per juwelier per jaar.
,Zondler Berlijn.

Ziet men van de groep gemeenten met minder dan.
2000 inwoners, waar een loonencie exploitatie wei uit-
gesloten is, af, clan valt op hoe groot het tanclde1 der
kleineie gemeenten is in het aantal bioscopen. Dit
g.roote aantal dateert voor % deel pas uit cle laatste

10 jaar. De gemiddelde, grootte bedraagt 372 zitpiaat-
soti. Dit is klein vergeleken met de Enigelsche bios-

copen, waarvan slechts 16 pOt. minder dan 500 zit-
plaatsen hebben. Int Duitschland is cle grootte van
een stadisbioscoop ongeveer gelijk aan clie van een
bioscoop in een dorp. Wel l)cstaat er een zeker ver

band tusschen de grootte van een hioseoo,p en de
grootte van de stad, maar bij stadsuitbreiding treedt al gauw decentralisatie op (vestiging van bioscopen
in de buitenwijken). Deze decentralisatie heeft plaats
mis
het zielenaantal van een stad meer is dan 500.000;
ook in onze groote steden komt deze gedurende de’
laatste jaren sterk naar voren. , , –

Februari 19,3

ECONOMIS,ÇH-STATISTISCHEBERLCHTE’N
f

105
.L ( !’..!

r%
‘J.L1.4,/

,
iLIJ

De spreiding der bioscopen over.Duitschland is
niet gelijkmatig.n het’ jlrotestantsch& Noorden zijn’

er meer dan
in
1i.t ‘katholieke Zuiden. Eigenaardig

is, dat e’r kleinere gemeenten reihtief meér

boscopen,zijn dan in de groote steden. Daarbij nioet
iièt vergeten
orde l/ui een groote stads-

bioscoop veel meer ioorstelligeu per tijdseenheid
kan geven. De capaciteit van een bioscoop wordt nl.

veel meer bepaald door het aantal voorstellingen clan

door het aantal zitplaatsen. Nog niet in cie helft ‘van
alle bioscopen wordt eiken dag een film vertoond en deze bioscopen zijn vooral in de kleinere gemeenten
gevestigd. De bioscoopzalen worden daar niet alleen
gebruikt voor filmvoorstellingen, maar ook voor aller-

lei andere doeleinden.
Het totaal aantal zitplaatsen is 1% millioen, doch

deze bieden bij cle bestaande frequentie der voorstel-
lirigen, jaarlijks plaats aanr uim 1 milliarci bezoe-
kers. In 1036—’37 waren er 359 millioen bezoekers,
de capaciteit werd dus slechts voor
Y
3
gebruikt. Dit

is weinig vergeleken’ met het buitenland. Een En-

geischinan gaat gemiddeld 3 maal zoo veel naar cle
bioscoop als een Duitscher. De oorzaak hiervan kan
onder meer gezocht worden in liet feit, dat in
Duitschland het bioscoopbedrijf veel concurrentie
ondervindt van de café’s en restaurants, wat weer
samenhangt met cle levensgewoonten van liet volk.’
Verder wordt door de organisatie ‘,,Kraft durch

Freude” ‘het tooneel- en operabezoek gestimuleerd.
Van een teveel aan bioscopen kan alleen in Berlijn gesproken woiclen, hier bestaat dan ook een vesti-

gingsverbod.
Het seizoen 1936-37 was goed voor het bioscoop-
bedrijf. Er kwamen 50 pOt. meer bezoekers dan in
1933. Tot dit resultaat heeft een reeks van bijzon-
der gunstigé omstandigheden bijgedragen, o.a. de
groote stroom van vreemdelingen tijdens de ‘Olyni-piade, een serie succesrijke films en het ongunstige
weer. 1-let onderstaande staatje drukt d’e:n vooruit-
gang uit.
Bezoekers
Inkomsten
1932133
……238

miii.
176 miii. R.M.
1933134
……247

,,
178
1934135
……266

,,
194
1935136
……317

,,
237 1936/37
……359

,,
270-280′,,
De vooruitgang van het bioscoopbezoek is vooral
een gevolg van de grootere interesse voor de film
van cle provinciale bevolking. De sti.jgiig van het
bezoek bedraagt voor liet totaal, gemiddeld 50 pOt.
sinds 1933. In de groote stedeil bedroeg de stijging

slechts
26
pOt., in de kleinere gemeenten moet de
stijging dus zeer groot geweest zijn.
En nog kan het aantal bezoekers belangrijk tij-
gen, want er zijn nog groote reserves aanwezig, zee-
als reeds bleek. Wa.n neer deze reserves mobiel zijn
gemaaict, is een gunstige positie van cle fiJmindustrie
niet uitgesloten.

De ontwikkeling der Duitsche investeeringen.
1-let onderstaande beoogt een inzicht te geven in
den omvang en de wijze van investeering van kapi-
taal in de Duitsche volkshuishouding gedurende cle
laatste jaren. –
Nadat in 1932 het dieptepunt der depressie. in
Duitsihlad bereikt was, zette in 1933 een krachtige
herstelbewegirig in. De hoofdoorzaak hiervan was de
uitvoering van groote, ten deele reeds van 1932
dateerende werkverruirningsplannen, na het aan het

bewind komen van cle nationaal-socialistische regee-
ring. De investaties van particuliere zijde bleven
beperkt tot vervangings- en herstelwerkzaamheden.
Deze werden gestimuleerd door bclastingvoordeelen
en het verleenen van credieten voor reparatie- en

ondéjhou dswerkzaam Ii eden aan gebouwen en wonin-
gen. In clan winter van 1933—’34 werd hiervoor een
bedrag van 500. millioen R.M. tei beschikking ge-
steld. De werkverruirningsplannen omvatten verder

wegenbouw (rijksautowegen) , aiaal- en liavenaan-

leg, riviernornahli’atni bnz. ‘
Departicuiliere investaties werden belemmerd door
de toestand van 4e lcapitaiJmikt, maar vooral door
p roci uctiebeperkingen en investatieverboclen tea aan-

zien van bepaalde hedrijfsthkken, waarop wij in een
volgende aanteekening nog terugkom en.
Iii den loop van 1934 trad een inclustrieele opbloei
in, waarbij overheiclsinvestaties bleven clomineeren.

Behalve de reeds genoemde werkverschaffiigsplannen

speelden orders van cle Reichsbahn en dc Reichspost
hierbij een groote rol, terwijl de eerste gedwongen

i rcvesteeringen in verschillende grondstofindustrieëii

plaats hadden..
De investaties in de consnmptiegoedereni udustrieën

bleven gering, waarbij inves’tatieverboden en grond-
stoffengebrek (o.a. in de textielinclustrie) een groote
rol speelcleii.
Eind 1935 was liet groote werkverschaffngspro-
gramma vrijwel uitgevoerd. De plaats hiervan werd

ingenomen door cle directe en indirecte uitgaven voor

de bewapening. Het economisch leven van Duitsch-
land kwam te staan in het teeken van cle Wehrwirt-
schaf t.
De overheidsinvestaties, en die welke op initiatief
van de overheid plaats vonden, namen sterk toe,

vooral onder invloed van het tweede ‘Tierjcrenp1an
(1937). Dit plan heeft ten doel de voorziening in de

levensbehoeften vani’iet Duitsche volk te waarborgen,
en is sterk ‘ au’tarlcisch georiënteerd: 1-let maakt een
groot aantal ‘ maatregelen noodzakelijk, waiiin voor
ons het lielamigrijkst zijn:
Ia. Bepeiking, voor zoover mogelijk, van het ge-
bruik van buitenlandsche grondstoffen.
Beperking van investaties, voor zoover niet nood-
zakelijk voor de Wehrwirtschaft, en in het algemeen
voor de levensbehoeften van het Duitsche volk.
Beperking van cle consumptie van bnitenlanclsche
producten en van producten, vervaardigd met bui-
tenlandscim e grondstoffen.
ci.
Een zekere mate van gedwongen consumptie,
bijv. door middel van do sinds December 1937 inge-
voerde, voor cultureele uitgaven te hezigea Kultur-
fl1
aricen.

H. Een aantal maatregelen ter intensiveering. van
den 1 anclbouw, clie. investaties nooclig maken.
III. De. kapitaalsgoederenindustrieën werken op
volle capaciteit. Maatregelen moeten getroffen wor-
den om liet investatie-, liet arbeicls- en het grond-
stoffeuprobleern op te lossen.
* *
*
Voor wat betreft. liet arbeidsprobleem verwijzen ‘wij
naar de aanteekening over dit onderwerp in Econo-
misch-Statistische Berichten van 26 Januari.
11et grondstoffenproblecm baart inoeiljkheden
Naast contingenteeringsinaatregelen en investatie-
erhoden, is bevordering van den uitvoer nooclig, ten

einde grondstoffen te kunnen aafikoöpen. De uitvoer-
industrie geniet ficiHteiten wat betreft haar grond-
stoffenvoorziening.
Verder is uitbreiding van cle binnenlanclsche

grondstofbasis noodzakelijk en wel voornamelijk door:
cc. Intensievere exploitatie van de hinnenlandsche
petroieumbronnen en synthetische benzine-productie.
Uitbreiding der vezel-cc,iltunr (nl. vlas). cii
productie van kunstvezel.
Vervanging van den rubberinvoer door liet syn-
thetisch Product ,,Buna”.
Verwerking van laag-procentige ijzer en an-
clere metaalertsen.
Intensiveeririg van de afvalindustrie.
Al deze projecten vereischen groote investaties,
zoodat het geen wonder is, dat volgens het Wochen-
bericht des Instituts fiir Konjunkturforschung von
22 Dec. 1937, waaraan onze verdere gegevens hoofd-
zakelijk ontleend zijn, de productie van kapitaal-
goederen in 1937 in Duitschlancl grooter was dan ooit
te voren, en ruim 30 pOt. hooger dan in 1929.

106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1938

Wel is er een..daliiiglwraar te nemen in het tempo

van toename. De oorzaak hiervan is, dat cle produc-

tie-installaties vrijwel alle op maxiriium-ca.paciteit
werken. Een groote stijging. der productie, zooals het
Vierjarenplan die voorziet, kan dus alleen bereikt

worden door uitbreiding der installaties. Deze nieuwe

investaties geschieden naar gelang van urgentie.

De binnenlandsche productie van kapitaalgoede-
ren geeft niet zonder meer een beeld van de invès-

taties, immers men moet hierbij nog rekening houden
met in- en uitvoer van kapitaalgoedere1.

De uitvoer is in 1936-’37 20 pOt. sterker geste-

gen dan de productie. Zelfs indien men rekenibg
houdt met den invoer, blijkt het, dat ‘de investaties

geen gelijken tred hebben gehouden met de productie.
Evenwel is het aandeel van den export in cle geheele productie van kapitaalgoederen aanzienlijk lager dan

in 1928-’29. De productie is 31 pOt. grooter, ter-

wijl de uitvoer den stand van 1928, nauwelijks bereikt
heeft.

De invoer is zoowel naar waarde als naar hoe-
veelheid gestegen sinds 1935.

Het volume der investaties vindt men, door cle
productie van kapitaalgoederen te vermeerderen met
den invoer, en te verminderen met den uitvoer. Het
Tochenl
)ericht komt op deze basis tot de volgende
schatting (1928 = 100):

Jaar

Indexcij Ier

Jaar

Indexeijfer
1928
…………
100

1933
…………
49•4
1929
…………
97

1934
…………
77.4
1930
………….
74.6

1935
…………
104.4
1931
…………
47.3

1936
…………
123.7
1932
…………
33.2

1937
…………
134.0

Van belang is te weten hoe groot de waarde der
investaties is. Men kan deze schatten door de hoe-

Milliard R.M.
19281
1932
1
1933
1
193411935119361
1937

Overheicisinvestat.
md.
wegenbouw
kanaalaanleg etc. ..
4.6
1.7
2.2
4.0
6.9
7.6 2.8
0.8
0.9
1.4
1.6
1.9
Electr.,

gis,

water
1.0
0.2
0.2
0.3 0.4
0.5
Tot. overhejdjnvest.
8.4
2.7
3.3
5.7
8.4
10.0
0.9
0.5
0.6 0.7
0.8 0.9

Woningbouw ……..

Industrie’) ……..
2.6 0.4
0.6
1.1
1.7
2.1

Landbouw ete…….

Handel; handw. ete.
1.7
0.6 0.6
0.7 0.7
0.8
Totaal particulier

..

ivvestaties
…….
5.2
1.5
1.8 2.5 3.2
3.8
Totaal investatjes
Overh. investaties
13.6
4.2
5.1
8.2
11 6
13.8
15.5
t
16.0

In pOt. van het tot.1)
61.8 64.3
64.7
69.5 72.4
72.4
Bestemd voor
Vervang.doeleinden
Nieuwe jnvestatjes
6.7 7.0._1
5.8
(12)
5.8
_fl72)
5.8
9.4
6.0
s
R
6.2
7 (1
6.5
(2(2 S

1(2(1

Bij de beoordeeling dezer cijfers houde men er reke-
ning . mede, dat onder ,,industi-ie” voorkomen de gedwon-
gen tuvestirties, zoodat de ,,particu.1iere i’nvestaties” een
belangrijk deel overhei•dsinitia,tief’ bevatten.
De .i,nvestaties waren niet voldoende om de afschrj-
ving te dekken.

veelheidsindexcjjfers van . de kapitaalgoederenpro-

ductie te vermenigvuldigen metlide hijbehoorende
prijsindexcijfers. In verband met het groote aandeel

der overheid in de investeeringen, is een splitsing
van overheids- en particuliere investaties van belang,

terwijl het tenslottë wensch.eljk is te weten welk
deel der investaties bestemd is voor vervangings-

doeleinden. Nevenstaande gegevens inzake cle waar-

de der investaties zijn hoofdzakelijk ontleend aan
,,Deutschlan,ds Wirtschaftiiche Lage 1937/’38”

(Reichs-Kredit-Gesellschaft, A.G., Berlin).
H.E.B.Sh.

ONTVANCËN BOEKEN.

Nederlc&ndsche Kamer van Koophandel voor België
en Luxe.rn,burg, November
190-1937.
(Amster-
(lam z.j.; Algemeen Pu hliciteitskantooi’).
Jubi ie
(1122
Uitgave uitgegeve ii ter gelegenheid van liet
7e
lustrum van de Nederlaindsojie Kamer van Koophandel
voor België en Luxemburg ‘te Brussel, November
1902-
1937.

Direccion general de Yacimieritos petroliferos fis-
cales.
Memoria correspondiente al ago 1936.

(Buenos-Aires 1937; Guillermo K.aft Ltda. Soc.
Anbn. de Impresiones Generales).

GROOTHANDELSPRIJZEN. (Indexcijfers gebaseerd op
1928-1929 = 100).

TUINBOUWARTIKELEN
(‘s-Gravenhage)

ROODE
.
WITTE
KOOL
.

UIEN
KOOL
le kwal.
gewoon
Ie kwal.

1-5 pond
per100 kg
1-5 pond
per lOO kg
Broek op
per 100 kg
Broek op Langendijk
Broek op
Langendijk
,
Langendijk

1928
17,23 130,9
13,25
105,8
4,55
76,3
1929
9,10
69,1
11,78
94,2 7,38
123,7 1930
5,77 43,8
2,14
17,1
2,05
34,4
1931
6,96 52,9
1,94
15,5
3,06
51,3
1932 1,84 14,0
8,07 64,5
1,49
25,0
1933
2,60
19,7
2,30
18,4
0,82
13,7 1934
3,04
23,1
1,89
15,1
3,23
54,1 1935
5,25 39,9
2,58 20,6
2,21
37,0
1936
6,10 46,3
2,17
17,3
3,45
57,8
1937
2,38
.

18,1
4,61
36,8
1,12 18,8

Jan.

1936
6,41
48,7
2,26
18,1
4,47
74,9
7,43
56,4
2,59
20,7 4,50 75,4
Mrt.
9,06
68,8
3,05
24,4
6,60
110,6

Sept.

Oct.

Nov.


1
1
60
12,8
0,85
14,2
Dec.
1,48
11,2 1,36
10,9
0,84
14,1

Jan.

1937
1,84
14,0
1,29 10,3 1,05
17,6
Febr.
2,15
16,3
1,13
9,0
1,03,
17,1
Mrt.

,,
1,88
14,3
0,94
7,5
1,02
17,1

Aug.

Sept.

Oct.

,,


8,18
65,4
.

1,02
17,1
Nov.
2,51
19,1
7,77
62,1 1,03
17,1
Dec.
3,53 26,8
8,34
‘66,6
1,57
26,3
1-5

Dec.
2,33
17,7
8,03 64,2
1,20 20,1
6-14

,,
3,06
23,2
8,23 65,8
1,29
21,6
14-23
3,81

28,9
8,31
66,4
1,43
24,0
?33I

,,
4,36
33,1
8,66
69,2
2,24
37,6
3-14 Jan.

1938
5,67
43,1
10,91
87,2
2,99
50,1
4-25

,,

,,
5,25 39,9
12,15
97,1
2,33
39,1

AANVÖER VAN GRANEN.
(In.tons van 1000 kg.)

Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal

31
Jan-S Febr.
Sedert
Overeenk.
31
Jan.-5 Febr.l
Sedert
Overeenk.
1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937 1938
1Jan.
1938
tijdvak
1937 1936
19
37

28.387
102.369 102.881
497 572
4.812
102.961
107.693
3.285
17.381
39.463
– –
647
17.381
40:110

1.000
1.203



1.000
1.203

Tarwe

……………..
Rogge

………………

28.3 65
168.323 118.322
100
13.282
27.476
181.605
145.798

Boekweit ……..
………..
Maïs ………….
…….
3.900
24.176 49.508

1.490
3.834
25.666 53.342
Gerst

………………
Haver

………………
1.848
26.259
17.808

1.036.
2.090 27.295
19.898
Lijnzaad

……………
2.838
11.628
21.604
7.982
.

18.113 32.261
29.741
53.865
Lijokoek

…………….
1.377
5.727 6.425



5.727
6.425
Tarwemeel

………….
360
5.263
3.844

1.955 625
7.218
4.469
Andere meelsoorten ….
550
3.765
5.430
155
493

4.258
5.430

245000,-
f

166000,-

36.072.000,-
,,

9.373.000,-
13.500.000,-
15.500.000,-
5.000.000,- 5.000.000,-
1.289.000,-
1.338.000,-
1.107.000,-
1.256.000,- 730.000,-
,,

730.000,-
2.763.000,-
,,

6.053.000,-
‘.207.000,-.

9 Febru ari 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

107

STATISTIEKEN.
BANK DllUON’l’O’.

1ed ‘Disc.Wissels. 2

3Dec.’36
Lissabon

. . .
.4
11
A.’ug.’37
.

30Juni’32
Bk(Bel.Bff
Vrsch.inR.C.
2

3Dec.’36
Londen…… 2
Madrid

5

9Juli’35
21

3Dec.’36
……
Athene ……….
6

4 Jan. ’37
N.-York F.R.B.1
26Aug.’37
Batavia

……..
3
14Jan. ’37
Oslo

…….. 31

5Jan.’38
Belgrado ……..
5

IFebr.’35
Parijs

……
312 Nov.’37

Berlijn ……….
4
22Sept.’32
Praag

……3

1Jan.’36

Boekarest ……..
q
15Dec.’34
Pretoria

.. .3

15 iifei’33

Brussel ……….
2

16 Mei ’35
Rome ……..4

18Mei’36
Boedapest

……
4
28Aug.’85
Stockholm

.
.21

1Dec.’33
Calcutta

……..
3
28Nov.’35
Tokio….

3.285
7Apr.
1
36
Dantzig

……..
4

2Jan.’37
Weenen …… 31
10
Juli’35
Helsingfors ……
4

3Dec.’34
Warschau ….q
18Dec.’37
Kopenhagen

….
4

19Nov.’36
Zwits. Nat. 13k.1

25Nov.’36

OPEN MARK’L’.

1938

5

31Jan.!

24129

1
7122
Febr.

5 Febr.

Jan.

Jan.

i

1937

116
Febr.

1

1936

318
Febr.

1914

2024
Juli

Amaterdam
Partic. disc.
11
4

11
4

11
4

114
‘I,-°!,
131-7
311_3/
Prolong.
1
12
1
12
112
1
11
1
1
3
14-2
211
4
3
1
‘4

Londen
Daggeld.
1
12’1
12I
1
12.1
‘IiI
121
121
1
3
142
Partic. disc.
17
132
17132
17/37
17139115
171
3
..21
j5

171
3%
91
14

411
4
_31
4

Berlijn

l/

Daggeld
.


2
1
-3
114
25j-3
118
2
1
12_3
1
1s
214-3
1
14

MaandeId


2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3
2
3
14-3

Part, disc.
– –
3
2
7
18
3
3
2
1
/-
1
1
Warenw.
. .


412
4_
1
12
4..1J
4..11

Wew
York
Daggeld ‘)
1
1
1
1
1
31
4

1
3
14″2
1
12
Partic.disc.
1/2
‘h
112
1)
Koers van 4 Febr, en daaraan voorafgaande weken t/m. Vr ‘dag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D ata
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
*)
5)
5)
1)

1 Febr. 1938
1.78%
8.97
72.20
5.87%
30.30
100%
2

,,

1938
1.79%
8.97
72.271
5.88 30.33
10034
3

,,

1938
1.79
8.96% 72.26
5.85% 30.32
10094
e

4

,,

1938
1.78%
8.96% 72.25 5.86%
30.33
100
5

,,

1938
1.78%
8.96% 72.15
5.88
30.33
100′
7

,,

1938
1.781%
8.96%
72.20 5.87%
30.33
100i.
Laagste d.w’)
1.78%
8.96% 71.90
5.83
30.26
100
hoogste 0wl)
1.79%
8.97
72.30
5.90
30.35
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100

Data
serland
Weenen
Praat
Boeka-
Mili
Madrzd

1 Febr. 1938
41.48

6.29



2

1938
41.51

6.28


3

1938
41.52

6.28



4

1938
41.53.

6.28



5

1938
41.54

6.28



7

1938
41.53%

6.28



Laagste d.w
1
)
41.46

6.27

9.40

hoogste d.w’/
41.56
34.-
6.30
1.34
9.50

Muntpariteit
48.003
1

35.007
1

7.371 1.488 13.094
48.52

Data
Stock-
Kopen-
Oslo’
/
Hel-
Buenos-
Mon-
holm)
hagen*)
for1″)
Aires’)
treal’)

1 Fe
1
)r. 1938
46.27
40.05 45.071
3.97
49%
1.78%
2

,,

1938
46.25
40.05
45.071
3.97
49%
1.79
3

,,

1938
46.25 40.05
45.071 3.96
49%
1.79
4

,,

1938
46.25
40.05
45.071
3.96
47
1.79
5

,,

1938
46.25 40.02k
45.074
3.96
47%
1.78%
7

,,

1938
46.25
40.05
45.071
3.96 47%
1.78%
Laagste d.w’)
46.171
39.971
45.-
3.94
46%
1.78%
Hoogste d.w’1
46.30 40.10
45.124
4.-
50
1.79%
Muntpariteit
66.671
66.671 66.671 6.266
95%
2.1878
‘) Noteering te Amsterdam.
)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor vai een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN FR NEW YORK. (Cable).

/) a a
Lwiden
($
per £)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)

1
Febr.

1938
5,01%
3,28%
40,35
55,90
2

,,

1938
5,00% 3,27%
40,35%
55,84
3

,,

1938
5,00%
3,27%
40,37%
55,86
4

1938
5,01%
3,29
40,39 55,90
5

1938
5,01% 3,28%
40,39
55,91
7

,,

1938
5,01% 3,28%
40,37%
55,89

8 Febr.

1937
4,89
18
/
52

4,65%
40,23%
54,76
lIuntpariteit..
4,86
3,90%
23,81%
40%,,

OERSEN TE LONDEN.

Plaatseneni/Wt(èrings
Landen

eenheden

1
22
Jan.
1938

1
29Jan.
1938

1
LaagstelHoogstel
3
1
Jan.15Febr.’38
5
Febr.
1938

Alexandrië..
Piast.
p.

9734
97%
97% 97%
97%
Athene

….
Dr.
p. £
547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110k
1/10k
1/10k
1/10%
1110,P
Budapest

..
Pen.
p. £
25%
25%
24% 25%
25
1
/
4
BuenosAires’
p. pesop.£
17.04
17.03 17.90 19.20
19.12
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/6%
116%
116
2
1
32

1165182

1/6%
Istanbul

..
Piast.
p.0

619 620
620 620 620
Hongkong ..
Sh.
p. $
113 113
1/2%
1/3%
113
8h.
p.
yen
112 112
1/1
81
/
22

1/2
1
/
82

112
Kobe

…….
Lissabon….
Escu.p..110%
6

110 % 110 110%
110%
Mexico

….
$per
18 18
17% 18%
18
Montevideo .
d.per,C
24%
24%
20%
24
21
Montreal

..
$
per £
4.99%
5.00%
5.00%
5.01%
5.01
Rio
d. Janeiro
d. per
Mii.
21
2
27
1
82

227132
227132
287132

Shanghai

..
Sh.
p. $
112%,,
112%
112
1/2%
112%,,
Singapore
..
id. p. $
214
5
1
53

2145182

214%
214%
214
5
1
8
,
Valparaiso 2).
$
per £
125 125
125
125 125
Warschau
..
Zl. p. £
26%
26%
2631
26% 26%
1)
Oftic. not. 15 laten, gem. not., welke imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936 16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste

export” noteering.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York
2
)
Londen
1
Febr. 1938.. 20%
6

44%
1
Febr. 1938….

13917 2

,,

1938..

20%
44%
2

,,

1938….

13919
3

,,

1938.. 20%
44%
3

,,

1938….

139110
4

,,

1938.. 20%
44%
4

,,

1938….

13919
5

,,

1938..

20%

5

,,

1938….

13919
7

,,

1938..

2051,
6

44%
7

,,

1938….

13919

8 Febr.1937..

20
44%
8 Febr.1937….

14211

27
Juli

1914..

2419.
59
27
Juli

1914….

84110%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreïgn silver in
$c. p. oz.
fine.
3)
in sh.
p.oz.
tine

STAND VAN ‘e
RIJKS KAS.
voraeringen.
1

z
z
i
an
.iv-


1

jIJan.19n
Saldo van ‘s
Rijks
Schatkist bij De Ne
derlandsche Bank
………….. . …
fl86.109.684,08
fl88054406,04 Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

157.790,32
,,

113.510,-
Voorschotten
op
uIt. December 1937 a/d. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
dle belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting

.


Voorschotten aan Ned.-Indië
………
35236.302,36
,,

36.206.947,72
Idem aan Suriname ………………
12586.438.26
12.605.145,34
Kasvord.weg. credietverst. a/h. bultenl.
,,
101.864 983,42
,,
101.308.302,37
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen

….

46.810.155,34

33.575.973,45
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf.’)


Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)
6.551.552,23
,,

7.146.434,03
Verplichtingen

Schatkistbiljetten In omloop ………
f234.389.000,-
f234.289.000,-
Schatklstpromessen in omloop
…….
,,

91.700.000.-
.,

91.700.000.-
1.098.30150
,,

1.098.076,-
Schuld
op
ultimo December 1937 a/d.
gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.

Zilverbons in omloop
………………..

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
dle

.

bel, en
op
de vermogensbelasting
..
,,

7.530.074,79 7.530.074,97

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
,,

1.310.796,69
27.050.265,88
,,

1.301.434,93
,,

27.393.758,26
Id. a. h. Staatsbedr. der
l’.T.
en T. 1) …
,,
166.916.417,80
,,
163.551.385,95

Schuld aan Curaçao’)
……………..

,,

19.500.000,-
,,

20.000.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)

…..
Id. aan diverse instellingen’)
………
..251.687.938,22
.250.701.290,82 ‘)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

– Vorderingen:’)
Saldo Javasche Bank ……………
Saldo b. d. Postchèque- en Olrodienst
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
Schatkist promessen In omloop…….
Schatkisibiljetten in omloop ………
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
Belegde kasmiddelen Zeifbesturen..
Voorschot van de Javasche Bank
‘) Betaalmiddelen in’s Lands Kas!

NATIONALE
BANK
VAN BELGIE(inBe1ga’ij.)

Goud
1
n
ei,

Rekg.
Crt.

O
OL
‘n
o
n
‘n.0
Data
937/38
‘2
,
n

0

.’n
,
0
r2′

6.


.15
n’
,



.15
,

,n
‘0

ro
325
52/
949 233
32 150
230
4.8
96
680
611

..
1.563
48
950
217
33
150
230
4,365
42
697
1311 ..13.567
49
949
209
33 150
230
4.324
1

17
760
2011
.
3.550
52
11.009
207
33
150
230
4.292
1

23
831
2711
.
:13.533
54
1.009

208
29
150
230
4.282
33
813
312 . .13.519
53
1.009
198 38
150
280
4.345j
14
754

•’) Met ingang van 27 Jan. 1938 is de opstelling gewijzigd.

,5

4805

GROO.THNDflSPR1JZEN.-VAN BEUkNGRrJKE VOED1NG’S-ENCE.(


GERST’
MAIS
ROGGE
TARWE
BURMARIJST
BOTER per kg.
KAAS
Edammer
ElEiE

.6IJ5kg
k
Rusleh”
!Rotterdam per:2000 .kg
74kgRussi-

Rotterdam per 100 kg.
Loonzein’:
Alkmaar
Gem. n
ing
L)
Zie bl.15
loco
schei) loco
‘Rottecdawi
per cwt: f.o.b:i.h
RangoonJBasseinyJerdcomm,
Leeuwar-
1
risis
Fabr.kaas
Eiertnij
Roermo
Termijn-
La Plata
Terhiiin’
La P.lata
1)

van E.-S. B.
v. 5Jan. f1. Rotterdam
per2O00kgI
noteer.
op
of 2 mnd.
Locoprijs
‘per 100 kg.
ote.r.op
‘1 of 2mnd.
Locprijs

__________________

Heil.Ned.Ct.l

Not.
Noteering

Zuivel-
Centr.
gang exp.
per 50 kg.
P. 100

1,
‘7’
%
f
%f
%
f
%
1
‘%
f
%
sh.
/
%
T

1927′
237,-.
110,2
(71 50
89,3
176,-
87,1
12,475
102,5 13,82
5

Il0,I
,14,75
109,3
6,83.
104,5
1113′(4
2,03
98,4
. –
43,30′
95,0
7,96

9
‘I028’
228,50
106,2
208:50

108,6
226,-
111,9 13,15
108,1
12,57
5

100,1′
i3,475

99,9
5;43
98,4l0//4
2,11
102,3.

48,05
105,4
.7,99

9
1929i1
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,87
5

89,4
11,27
5
89,8
12,25
90,8
5,34′
97,0
1016
2,05
99,4

45;40′
99,6
•8,11

10
1930j
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
57,7 6,22
5

51,2 8,27
5

65,9
9,67
5

71,7
5,09
77,9
.815”
1,66
80,5

38,45.
84,4 6,72

8
1931
107,25
49,9
78,25 40,8
84,50
41,8 4,55 37,4 4,65
37,0
5,55
41,1
3,09 47,3
516
1,34
64,9

31,30
68,7
‘5,35

t

1932
u
100,75
45,8
72,-
37,5
77,25
38,2 4,62
5

38,0 4,70 37,4 5,225 38,7
2,59 39,6
511 l’i,
0,94 45,6

22,70
49,8
4,14
1933

70,-
32,5 60,75
31,6
68,50 33,9 3,55 29,3 3,75 29,9 5,02
5

37,2
1,84
28,2
4(51/2′

0,61
29,6
0,96 20,20
44,3
3,71

4
1934
75,75
35,2 64,75 33,7
70,75
35,0
3,32
5

27,3
3,25
25,9
3,67
5

27,3
1,74
26,6
47314

0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45

4
1935
68,-
31,6
56,-1
29,2
61,25
30,3′
3,07
5

25,3
3,87
5

30,9
4,12
5

30,6 2,07 31,7
5j8
1
12
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20

3
1936
86,-
40,0 74,50
38,8
74,-
36.6 4,27
5

35,1
5,75 45,8
.6.27
5

46,5 2,19
33,5
5(7′,
0,58
28,1
0,88
5

17,55
38,5
3,50

4
1937
-.
137,75
64,0
105,75
55,1
III,-
55,0
8,95
73,6 8,02
5

63,9
8,92
5

66,2
2,70
41,3
61-
0,78
37,9
0,67
19,75
43,3
3,96

4
0
Jan.

1937

61,4
99,75 52,0
97,50 48,3
7,975

65,5
8,07
5

64,3
8,40 62,3
2,74,
41,9
6(1
1
1,
0,66
32,0
0,85
17,07
5

37,5 3,45

4
Febr.
0
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8.
8,72
5

71,7
7,925
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110/4
0,69 33,4
0,80
18,75
41,1 3,81

4
Maart

61,8
104,25
54,3
106,-
52,5 9,02
5

74,2
8,725 69,5
9,15 67,8 2,57 39,3
5(91(4

0,68 33,0
0,80
18,82
5

41,3
3,86

4
April
w
149,75
69,6.
110,75
57,7
115,-
56,9
10,-
82,2
9,40
74,9
10,175
75,4
2,72 41,6
61_5(4

0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05

3
Mei
144,50
67,2
107-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,92
5

71.1
9,72
5

72,1
2,64 40,4
5/101,
0,71
34,5 0,72
5

17,32
5

38,0
2,89

3
Juni

148,75
69,2
99-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,52
5

59,9
8,95
9,975

65,3
739
2,63 40,3
5J10j4
0,74
35,9 37,4
0,70
19,82
5

43,5 44,2

2,98

3

3,74

4
Juli

,,
149,25
69,4
108,25
56.4
III,-
55,0 9,85
81,0 8,57
5

68,3
2,58 41,0
5(11
1
(4
0,77
0,68
20,15
Aug.

,,
136,50
63,5
106,50
555
112,-
55,4 9,30
76,4 7,82
5

62,3
9,22
5

68,4
2,86 43,8
614
0,78 37,9
0,64
21,50
47,2
3,84

4
Sept.
u
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60.4
9,225
75,8
7,55
60,1
8,52
5

63,2
2,96
45,3
617
0,85 41,3 0,52
5

21,-
46,1
4,69

5
Oct.


0
13625
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8 8,57
5

70,5
7,62
5

60,7
8,50 63,0 2,96
45,3
6/7
1
/4
1,-
48,5 0,42
23,-
50,5
4,99

6
Nov.
133,50
62,1
106,25
55,3
116,-
57,(
7,225
59,4 7,10 56,5
8,125
60,2
2,53 38,7
5/7
1
1,
0,96 46,6
0,46
22,20
48,7
4,99

6
Dec.’

,,
130,25
60,6
110,-
57,3
120,75
59,8
7,30
60,0
7,05
56,1
8,025
59,5 2,43 37,2
515
0,84
40,8 0,60
20,80
45,6
5,24

6

Jan.

1938
137,-
63,7
113,75
59,2
132,75
65,7
7,65 62,9
7,45
59,3
8,40
62,3 2,35
36,0
513
0,80 38,8
0,61
5

21,45
47,1
4,15

5
25Jan.-1 Febr.
136,50
63,5
109,50
57,0
127,50
63,1
7,67
5

63,1
7,42
5

59,1
8,30
61,5
2,35
36,0
513
0,78
37,9
0,65
21,50
47,2 3,50

4
1-8 Febr. ’38
136,50
63,5
108,-!
56,3
130,-
64,4 7,67
5

63,1
7,475

59,5
8,35 61,9
2,35 36,0
513
0,80
38,8
1
0,65
21,50
47,2 3,95

4

JUTE
KATOEN
AUSTRAL1SCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
,,First Marks” in olie gekamd; loco Bradford perIb. ‘
13114 Dernier
Stand. Ribbei
Middling Upland
Super FineC.P.
Crossbred Colonial
Carded 50’s
.

,

erino 64s

v.
c.,.f. Londen
per Eng, for,
loco
New. York per Ib. Oomra
Liverpool per Ib.
wit Gr. D. te
New York per Ib.
Smoked Shee
loco Londen p.

HerLNed.Ct.I

Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.l Not.
Herl.Ned.Ct.
1

Not.
Herl.Npd.Ct.
1

Not.
Herl.Ned.Ct.(
Not.
Herl.Ned.Ct.I
N

TT
%
£
ds.
%
$cts.
ets.
%
penee
ets.
%
pence
ets.
%
pence
/
%
$
ets.
%
pe
1927
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8 26,50 244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
18
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0 25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93
52
78,4
10
1930
a
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25
134,8
57,7 26,75
8,50 66,4
3,42
30
45,2
5
1931
<
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8 8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
13,-
109,0
46,6
23,25
5,97
46,6
240
15
22,6
3
1932
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12
18,1
3
1933
Z

128,63
30,1 15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9 35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3
6
1934
w
=

115,85
27,1
1.5.919
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8
4,37
51,4
37,2
16,50
95,8
41,0
30,75
1,92 15,0 1,29
19
28,6
1935
cj
134,52
31,4
18.1118
17,6
37,4
11,90
17,7
49,3 5,87
42,2
30,5

14,-
84,5
36,2-
28,-
2,41
18,8
1,63
18
27,1
6
1936
142,(ij
33,3
18.618 19,0
40,4
12,10
18,2
50,7
5,60
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
3,30 21,2
1,73
25 36
37,7 9
1931
183,46
42,9
20.8j4
20,8
44,2
11,44
20,0 55,7
5,34 89,0
64,4
23,75
132,7
56,8 35,50
25,8
1,86
5

54,3

Jan.

1937
ri
166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0 61,2 5,88 88,2
63,8
23,75
i41,9
60,7
38,
3,92
30,6
2,145
38
57,3
10
Febr.
<
169,23
39,5
18.1812
24,0 51,0
13,15
21,8 60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75
3,53 27,6
1,93
40
60,3
10
Maart
Z
174,86
40,9
19.911
26,6 56,5
14,45
23,3
64,8
6,25
88,6 .

64,1
23,75
138,9
59,4 37,25
3,59
28,0
1,96
44
66,3
12
April
189,96
44,4
21.3/3
26,0 55,2
14,35
23,1
64,3
6,16
96,5
69,8
25,75
144,9
62,0
38,75
3,56
27,8
1,95
44
38
66,3
11
10
Mei
Juni
Ii-
201,20
86,90
47,0 43,7
22.716
20.1617
24,3
22,9 51,6 48,6
13,35 12,60
22,7 22,3
63,2
62,1
6,04 5,96
97,4 95,6
70,4
69,1
26,-
25,50
142,9
140,2
61,1
60,0,
38,25 37,50
3,25 3,28
25,4
25,6
1,78
5

1,805
36
57,3 54,3
9
Juli

,,
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5
59,8
5,71
95,8
69,3
25,50
142,2
60,8
37,75
3,42
26,7
1,885
34
51,3
9
Aug.
..
188,67
44.1
20.1716
18.8
39.9
10.35
19,6
54,5 5,19
98,9
71,5
26,25
145,0
62,0
38,50
3,30
25,8
1,82
33
49,7
8
Sept.

in
186,01
43,5
20.1413
16,3
34,6
9,-
17,4
48,4 4,64
94,1 68,1
25,25
131,3
56,2
35,-
3,19
24,9
1,76
34 30
51,3
9 8

Oct.

,,
188,16
44,0
20.19/8
15,2
32,3
8,42
15,5 43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4
31,50
3,02
23,6
1,67
45,2
Nov.
0
185,91
43,4
20.12110
14,4
30,6
7,99
15,2
‘ 42,3
4,04
74,6
.54,0
20,
103,9
44,5
27,75 2,86
22,3
1,585 27
40,7
7
Dec.

,,
173,86
40,6
19.7/-
14,9
31,6 8,28
15,5 43,1
4,15
69,5
50,3
18,50
110,1
47,1
29,50
2,71
21,2
1,505
28 42,2
7
1

Jan.

1938 168,55
39,4
18.1518
15,4
32,7
8,56
15,9
44,2 4,26
67,3 48,7
18,-
101,2
43,3
27,-
2,69
21,0
1,495
26
39.2
7
2
5Jan.-1 Febr.
168.19
39,3
18.151-
15,2
32,3 8,52
15,8
‘44,0
4,23
65,4
47,3
17,50 ,
99,0
42,4
26,50 2,72
21,2
1,515
26 39,2
7,
.8 Febr. ’38
170,38
39,8
19.-!-
15,4
32,7
8,61 16,0
44,5
4,27
65,4
47,3
17,50
99,0
42,4 26,50 2,67
20,8
1,49
26
39,2
7,

KOPER
Standaard
Loco Londen
per Eng, ton

LOOD
gem. prompt en
1ev. 3 maanden
Londen per Eng. ton

T
N
.

°

°” d
En

t
P r

g.

IJZER
Cleijeland No. 3 franco Middlesb.
per Eng. ton

GIETERIJ-IJZER
(Lux III)
per Eng, ton
1.0. b. Antwerpen

ZINK
gem. prompt eii
1ev. 3 maanden
Londen p. Eng, ton

ZILVER
cash Londen per Standard
Ounee

Herl.Ned.Ct.I Not.
H
erl.Ned.C
t.1
Not.
Herl.Ned.Ct.(
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ncd.Ct.l

Not.
HerI.NedCt.(
Not.
Herf.Ned.Ct.

/
%
£


/
%
£
/
%
£


/
%
sh.
,
/
%
Sh.
/
%
£
ets.
%
pel
1927
675,10 85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
72/9
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
289111
132
101,5
26′
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.418
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75 96,4
25.515
135 103,8
26
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65
84,8
203.18!10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
,6819
300,80 94,8
24.1718
123
94,6
24′
1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.19/1
40,50
961
671-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1 16.1619
89
68,5
17′
1931
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1 5115
140,05
44,1
12.8
1
11
69
53,1
14′
1932
275,75
35,1
31.14
1
8
104,60
37,7
12.-/9
1181,30
40,6
135.18
1
10
25,40
60,3
58
1
6
22,20
56,2
51
1
1
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17′
1933
0

268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
621-
21,-
53,1
511-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
21′
1934


1935
226,80 28,8
30.615
82,65
29,8
11.11-
1723,15
59,3
230.715
225.14
1
5
25,-
59,3 58,6
66111
20,25 51,2
54
1
1
103,05 102,65
32,5
13.15
1
6
66 87
50,8
281
1936
230,95
298,75 29,4
33,0
31.18
1
1
38.811
103,40 137,15
37,2
49,4
14.5
1
8
17.12/7
1634,25
1592,-
56,2 54,8
204.1218
24,70 28,40
67.4
68
1
2
731-
20,25 22,40
51,2
56,7
561-
5717
116,55
32,3
36,7
14.316 14.1917
65
66,9 50,0
201
1937
488,55
62,1
54.813
208,95
75,3
23.516
2176,70
74,9
242.7110
41,30
98,0
91111
47,10
119,2
10511
199,80
63,0
22.414
75
57,7
20
1

Jan.

1937
461,70
58,7
51.10
1
8
244,05
87,9
27.4
1
10
2060,25
70,9
229.18
1
9
36,30
.86,2
81
1

34,20
86,5
76
1
4

1
88,60
59,4
21.-/1l
78
60,0
20′

Febr.

,,
522,10 66,4
58.712
248,-
89,3
27.1414
2080,65
71,6 232.1113
36,25
86,0
811-
34,75
879′
7716
219,45
69,2
24.1018
75
57,7
20′
Maart

Z
638,40 81,2
71.916
292,95
105,5
32.161-
2498,25 86,0
279.141-
36,15
85,8
811-
48,20
122,0
10811
289,65
91,3
32.818
.77
59,2
201
April’

z
559,70
71,2 62.716
235,50
84,8
26.4110
2404,95
82,8
28.-!-
36,35
86,3
811-
54,25
137,3
120111
238,65
75,2 26.615
78
60,0
20′
Mei

<
545,95
69,4
60.151-
214,95
77,4
23.1815
2256,45
776
251.21-
36,40 86,4
811-
59,65
150,9
13219
209,35
66,0
23.5111
76
58,5
2(
Juni

>
499,70
63,6
55.1315
205,40
74,0
22.1718
2245,10 77,3
250.216
36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7
20
Juli

Z
510,10
64,9
56.1113
213,7u
77,0 23.13(11
2365,20
81,4
262.5i-
45,55
108,1
101

59,60
150,8
13216
205,75
64,8
22.13/6
75
57,7
20
Aug.

,,
517,55
65,8
57.6
1

205,25
73,9
22.14
1
6
2388,50
82,2
264.9
1

45,60
108.2

1011

48,60
123,0 109
1

215,35
67,9
23.16
1
8
75
57,7

1
9
Sept.

,,
u-
474,25
60,3
52.15111
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216
45,35
07,6
101/-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74
56,9
19′
Oct.

0

413,15
52,5
46.1111
164,80
59,4 18.7(8


2036,85
70,1
227.51.-
45,25
107,4 1011-
42,30
107,0
9415
162,05
51,1
18.117
75
57,7
20
Nov.
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,50
59,4 191.141-
46,85
111,2
104/-
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
19′
Dec.

,,
i
n
362,70
46,1
40.712
14′.,90
52,2
16.216
1734,45
59,7
193-1-
49,-
115,3
1091-
38,80
98,2
8614
139,-
43,8
15.915
70
53,8
18′

Jan.

1938
367,75 46,8
40.19;6
143,50
51,7
15.19/9
15065
56,5
182.16/-
48,90
116,1
109/- 36,50

92,4
81/4
134,05
42,2
14.18/9
74
56,9
191
5Jan.
1
Febr,
348,65
44,3
38.1716
139,60
50,3
15.11/3.
159420
54,9
177.151-
48,90
116,1
1091-
36,30
91,9′
811-
130,60
41,2
14.1113

75
57,7
205
1-8’Febr. ’38
345,85
44,0
S8.11/3
138,45
49,9 ‘15.819
-1616,60
55,6
180.51-
48,90
116,1
1091-
33,65
85,1
751- 127,80
40,3
14.51-
76
58,5
20
1

S

IDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 = 100).

109

GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH

1
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO OF.
KOFFIE
Loco R’dam/A’dam
SUIKER
Wittekrist.-
THEE
N.-Ind. thee-

RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
c.i.f. Nederland
per
‘(2
kg.
suiker loco Rotterdam/
veilin

A’dam
Gem.fava-
en
Robusta
Superior
oer 100 kg
oer 100kg
Londen per cwt.
Londen per 8 Ibs.

1
Her

Amsterdam
Sumatrathee
HerI. Ned.Ct.
Not.
I. Ned.Ct.I
Ni
HerI..Ned.Ct.I
Not.
Rotterdam
Rotterdam
Santos
.per 100kg.
per’!- kg.

f f
%
TET.%
sh.
iE
cts.
%
ets.
% %
cts.
%
1927
– –


65,15
97,8
10716
2,73 92,2
416
41,21 119,4
68/-
46,87′
95,5
54,10
91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2 77,50
90,8 66,80
100,3
11015
3,03
102,4
5/-
34,64
100,4
5713
49,62
5

101,1
63,48
107,3 15,85
99,1
75,25 99,3 102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5

109,2 67,81
101,8
112/2
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
8l,3
69,25
91,4 94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4/11
21,04 61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
.9,60
60,0 60,75
80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44 82,4
4/4
13,84
40,1 2417
25
50,9
27,10
45,8
8,-
50,0
42,50;
56,1
53,3
1932
61,–
64,4 37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9 30,04
50,8,
6,32
5

‘39,6
28,25-
37,3
43,0
1933 1934
52,-
54,9 49,50 58,0 30,74
462
49
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
:43,0
22,83
38,6,
‘5,32
5
34,5
> 32,75.
43,2 37,0

1935
61,50
48,125 64,9
10,8
46,65
51,62
5
54,7 60,5 32,94
32,-
48,1
8811
8815
1,42
1,19
48,0
40,2
319
1
12
3(3
1
/2
8,15 23,6
21110 16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5

25,540
52,8 34,9

1936
53,42
5
56,4
48,60
57,0
36,37
54,6
9316 1,48
50,0
319
5
1
8,15
12,05
23,6 34,9
2216 3014
14,10
13,625
28,7
27,8
15,21
16,87
5

25,7 28,5 3,85
4,02
5

24,1
-25,2
34,50..
40

d
45,5 52,8
32,5
39,2
1937
71,27
5

75,3
61,85
72,5
42,27
63,5
94(1
1,90
64,2
413
17,35
50,3
3818
16,62
5

33,9
22,375
37;8
6,22
5

38,9
‘53,50
70,6
53,6

Jan.

1937
64,60 68,2 52,75
61,8
41,22 61,9
921-
1,81
61,1
4/-
1
1
,
24,50 71,0
5418
175
34,1
22,125
37,4
5,575

34,9
50,50.’
66,7 52,0
Febr.

,,
64,175
67,8
53,325
62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8
41-/4
21,09
61,1 4712
18,25
37,2
24

123,375
40,6
.5,725.
35,8
53,50
70,6 52,4
Maart

,,
66,15 69,9 54,82
5

64,3
3983
.

59,8
8912 1,67
56,4
31814
23,-
66,7
5116
18
36,7
23,80
40,2. .6,10
38,1
55

‘t
72,6 53,1
April

,,
71

75,0
56,25 65,9 42,32
63,6
9413 1,72 58,1
3110
20,83
60,3
4615
17,87
5

36,4
39,5
6,125 38,3 54,25
71,6

54,4
Mei

,,
7332
5

77,4
56,75 66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1
3816
17,50
35,7
23
38,9 6,07
5

38,0
55
72,6
53,6
Juni

,,
80,25
84,7
55,75 65,3
39,87
599
88/10

2,04 68,9
4(6
1
/,
15,66
45,4
34111
17,50
35,7
23
38,9 6,52
5

40,8
50,50
66,7
52,7
Juli

,,
78,45 82,8 60,85 71,3 42,63
64,0
9416
1,97
66,6.
414
1
12
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5

41,1
55
72,6
55,1
Aug.


77,87
5

82,2
67,87
5

79,6
46,32
69,6
10216
2,13 72,0
418
1
12
17,61
51,0
391-
17
34,6
23
38,9 6,50

40,6

54,75
72,3
55,3

Sept.
72,42
5

76,5 69,20
811
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4/4′./,
15,97
46,3
3517
16,75
34,1
23
38,9 6,32
5

.
39,6
56
73,9
55,1
Oct.

,,
69,97
5

73,7
70,20
823
43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
28/-
15,75
32,1
22,87
5

38,7
6,40
40,0
55,25
72,9
55,0
Nov.

,,
68,17
5

72,0
72,37
5

84,8
40,77
61,2
9016 1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711

13,50
27,5
20
33,8 6,42
5

40,2
53,75
71,0 52,2
Dec.

,,
68,95
72,8 72,15 84,6
43,23
64,9
9612
1,92
64,9
4131/s

11,07
32,1
2418
13
26,5
17,25
29,2 6,40
40,0
47,75
63,0
51,0

Jan.

1938
70,82
5

74,8 70,37
5

82,5 43,54 65,4
97/-
1,96
66,2
414
1
/
12,18
35,3
2712 13
26,5
16,10
27,2
6,175
38,6
51,25
67,7
51,3
Jan.-1 Feb.
70,-
73,9
69,-
80,9
43,06
64,7
961-
2,04
68,9
41612 11,77
34,1
2613
13
26,5
16
27,0
5,87
5

36,7
52,25
69,0
50,5
3
Febr. ’38
70,70
74,7
68,50
80,3
43,95
66,0
981-
2,07
1

69,9
4/7112

11,44
33,1
2516
13
26,5
16
27,0 5,50 34,4
52,25
69,0
50,9

GRENENFIOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 21/, X 7
per standaard

VUREN-
HOUT
basis 7″
f.o.b.
Zweden/Fin!. perstandaard
van 4.672 M’.
T_

1

KOE-
1

HUIDEN
lGaaf,open kop
1

57-61 pond
Veiling te
Amsterdam

COPRA
Ned.-Ind.
t. m.s.
per
loo
kg
Amsterdam

GRONDNOTÉN
Gepelde Coromandel,
per longton
c.i.f. Londen
LIJNZAAD
La Plata
1

loco
1

Rotterdam
per 1000 lig.1)

GOUD
cash Londen
per ounce fine

___________________
Herl.Ned.Ct.I

Not.1′

1
I’,c


———–

lirNed. Ct.!
Not,
______________________
Hen. Ned. Ct.
Not.
%
T
% %
Y
5h..
1927
.230,28
100,1
19.-/-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5

106,5
266,03
106,4
21.18/11
185,-
95,0
51,50
100,1
851-
105,3 104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19-1-

151,50
99,2
47,58
118,7
31,875
104,1
254,10
101,6
21.-j-
185,25 95,1
51,45
100,0
851-
102,0
100,2
94.8
1929 229,71
99,9
19-/-
146,-
95,6
32,25 80,5
27,37
5

89,4
230,16
92,0
19.-/9
214,-
109,9
51,40
999
851_
92,7
95,4 84,5
1930
218,43
95,0
18.112
141,50 92,7
25,36
63,3
22,62
5

73,9
175,55
70,2
14.1014
181,75
93,3
51,40
99,9
85/-
69,6 75,3
80,0
1931
187,88
81,7
16.141- 110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2111
95,50
49,0
52,-
101 1
9215
41,6 54,2
44,7
1932
136,14′
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-.
42,4
130,52
52,2
I5.-/4
70,-
35,9
51,25
99:6

1181-
35,1
43,0 38,4

1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30 30,4
90,39
36,1 10.1914
75,50
38,8 51,35
99
1
8.
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90 22,5
71,90
28,7
9.1213
72,75
37,3
51,50
100,1 13718
31,6
31,4
36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50
39,0
12,54
31,3
9,15 29,9
104,26
41,7
14.81-
67,25 34,5 51,50
100,1 14212
32,2 37,3
34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25 51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.11(9
85,-
43,6 54,60
106,1 14014
39,0
42.3 40,1
1937
205,35
89,3
22.1712
132,25
.
86,6
23,35
58,2
15,225
49,7
127,81.
51,1
14.418
110,50
56,8
63,20
122,8
14019
53,4 51,9 56,3

lan.

1937
181-
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5

67,3
145,04
58,0
16.319
102,75
52,8
63,45
123,3
14118
55,1
56,3 58,5
lebr.

,,
18795
.81,7
21.-/-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
99,25
51,0
63,60
123,6
14211
54,1 57,1
59,5
Maart

,,
201,84
87,8 22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
106,75
54,8 63,60
123,6
14214
57,5 81,6
64,8
April


208,79
90,8 23.51-
135,-
88,4 28,50
71,1
16,87
5

55,1
138,95
55,6
15.918
114,50
58,8 63,45
123,3
14115
59,3
60,5
63,6
Mei

.
211,29
91,9
23.101-
137,-
89,7 26,25 65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41-
112,50
57,8 63,15
122,7
14018
56,7
60,3
58,2
Juni

,,
211,01
91,8
23.101-
137,50
90,1
24,25 60,5
14,325
46,8
130,85
52,3
14.1117
110,50
56,7
63,10
122,6
14017*
54,8
59,1 56,1
uli
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5

59,9
14,525
47,4
137,65
55,0
15.514
113,-
58,1
63,15
122,7 1401-
55,2 60,3
56,3
Aug.

,,
212,40
92,4 23.101-
135,-
88,4

62,4
13,95
45,6
126,66
50,6
14-16
115,-
59,1
63,05
122,5
13917
53,1 59,2
55,3
Sept..


211,08
91,8 23.101- 135,–
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
115,25
59,2
63,05
122,5
14014
52,4 51,9
55,3
Oct.

,,
210,65
91,6 23.101-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.1117
116,75
59,9
63,-
122,4
14016*
50.4 56,2
51,2
Nov.

,,
209,46
91,1
23.5/-
132,50
86,8

44,9
12,50
40,8
109,57
43,8-
12.3(3
110,50
56,7
63,10
122,6
140/14
‘41,7
53,3
46,7
Dec.

.,
206,69
89,9
23.-/-
125,-
81,9
17,-
42,4
12,375
40,4
105,31 42,1
11.1415
109,75
56,3 62,85
122,2
139/10 44,9 51,9
46,3

1938
203,65
88,6
22.13/9
123,-

1

80,6

47,4
11,87
5

38,8
99,85
39,9
11.216
109,75
56,3 62,65
121,8
“139/7
44,4
51,8
44,7
J
an.
an.-1 Feb.
201,85
87,8
22.101-
122,50
80,2
19,-
47,4
11,375
37,1
94,17
37,7
10.101-
108,75
55,8
62,55
121,6
13916
43,8
51,1
44,2
Febr. ’38
201,83 87,8 22.101-
122,50
80,2
19,-
47,4
11,125
36,3
96,41
38,5
10.151-
107,-
55,0
62,65
121,8
13919
43,7
51,1
44,0

STEENKOLEN
Westf.(Holl.
bunkerk. ongez.
f,o.b. R’dam/
A’dam per

PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
33 t/m.
3390
Bé s. g.
te N.-York p. barrel
BENZINE
Gulf Exp. 64(66°
per
U.S. gallon

Lerl.Ned.Ct.1

KALK-
SALPETER
franco schip
Ned.perlookg

ZWAVELZURE AMMONIAK franco schip
Ned

100kg
pen

CEMENT
levering bij
groote part.
franco wal

ST E EN EN
,

af fabriek

per
binnenmuunibuitenmuur
per
1000 kg.
liNed.Ct.I Not.
Not,
bruto
Ned. perton’)
.

.

,
1000 stuks

1000 stuks.

‘E
e
.–
.E
!
.
“T
x
“T’ “T’ “T”

ets.
j’Fs’T”
“T”
T
“T”
“7”
“5rT

T
‘T

“T’
‘T
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,86
11,48
102,6
11,44
102,5
18,-
99,1

114,50
107,4
18,50
95,3
105,1
105,2
1928 10,10
92,5
2,99
97,1
1,2.0
24,85 85,9
9,98
11,48
102
1
6.
11,08
99,3
18,- 12,-
88,9
18,50
95,3
96,5 99,0
1929
11,40 104,4


3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
114,-
103,7
21,25
109,4
98,4 95,8
1930 11,35
104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
‘8,81
9,84
88,0
10,55

94,5
19,50
107,3 112,50
92,6 20,75
106,9
83,7
17,3
1931
10,05
92,1
1,42
46,1
0,57.
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
14,-
77,1
10,25
75,9
20,25
104,3
60,7
54,7
1932

73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15 55,0′ 4,20
37,6
12,-
66,1
9,25
68,5
15,

77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0 0,57 9,24
32,0
4,63
6,18
.
55,2
4,63
41,5
12,-
66,1
10,-
74,1
12,75
65,7
46,8 40,8
1934
6,20 56,8
1,40
45,5
0,94 7,18
24,8 4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50
63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94 7,65
26,5 5,18
5,89 52,7
4,81
43,1′
12,50
68,8 7,25. 53,7

8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86 30,6 5,65
5,70
51,0 4,82 43,2
II,-
60,5 7,50
55,6

9,50
48,9
48,7 44,3
1937
8,80
80,6
2,09
67,7
1,15
11,08
38,3
6,10′
5,75
51,4
4,97
44,5
11,80
65,0 8,25
61,1
9,75 50,2
66,6 60,6

Jan.

1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5
4,85 43,5
II,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4 62,5
59,1
8,25
75,6 2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70
51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
7,50 55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
Maart
8,30
76,0
2,12
68,8
1,16
11,16
38,6
6,10
5,75
51,4 4,95 44,4
11,85
65,2
8,-
59,3
9,25 47,6
74,1
66,8
April


8,55
78,3 2,12 68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80
51,8

5,-
44,8
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
88,6 64,4
Mei

82,4
2,1
1

68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85 52,3
‘5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
71,1
64,5
luni

,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2 8,25
61,1
9,50 48,9
70,1 63,1
Juli

,,
9,-
82,4
2,11
68,5′
1,16
11,58
40,0
‘6,38
5,60
50,1

4,80
43,0
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75 50,2
70,5 63,5
Aug.


9,-
82,4
2,10 68,0
1,16
11,57
40,0 6,38 5,70
51,0
4,90 43,9
11,85
65,2 8,50 63,0
9,75
50,2
68,4
61,7
Set.

Oe
p
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0 6,38 5,75 51,4 4,95
44,4
11,85
65,2 8,50 63,0
9,75
50,2 65,8 59,7
t,


8,95
82,0
2,10 68,0
1,16
11,25
38,9 6,22 5,80
51,8
5;-
44,8
11,85:
65,2
8,50
63,0
10,25
52,8
62,4
56,9
Nov,

,,
9,-
82,4
2,09′
-67,7
1,16′
10,49 -36,3
5,82

5;85 52,3

‘5,05
45,3
11,
85

65,2 8,75
64,8
10,50
54,1
58,3 54,0
Dec.

,,
9,35
85,6

2,09
67,7
1,16
9,60′
33,2
5,34
5,95
53,2 5,15
46,1
11,85
65,2 8,75 64,8
10,75
55,4 58,7 52,4

lan.

1938
9,90 90,7 2,08 67,4
1,16
9,34 32,3 5,20 6,05
54,1
5,25 47,0
11,85
65,2
8,75 64,8
10,75
55,4 58,6
52,1
jan.-i Feb.
9,90,
90,7
2,07
67,1 1,16
8,98
311
5,00 6,05

54,1
5,25 47,0
11,85
65,2
.8,75 64,8
10,75
55,4 58,0 51,5
3 Febr. ’38
9,90
90,7.
2,08 67,4
1,16
9,28
321
5,19
6,10
54,5
5,30
47,5
11,85
65,2
8,75
64,8
10,75
55,4′
51,6 51,3

110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1938

• NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Februari 1938

Activa.
Binnenl.Wis.fHfdbk.
f

8.585.420,79
sels, Prom., Bijbnk.
,,

70.042.56
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

322.662,03
f

8.978.125,38
Papier o. h. Buiten!, in disconto
…….

Idem eigen portef.
f

5.190.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.

5.190.000,
Beleenin
g
en
Hfdbk. fo6.665.8o7 93
1
)
ncl. vrsch. B
1
ijbnk.
,,

2.416.953,44
in rek..crt.1 Ag.sch.
,
28.162.098,83
op onderp.l,

(
237.244.860,20

Op
Effecten ……
t
235.281.916,55
1
)
Op Goederen en Spec.
,,

1.962.943,65

237.244.860,201)

Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,


Munt, Goud ……
/
113.607.470,-
).tuntmat., Goud
..
,,1.302.212.570,65

[1.415.820.040,65
Munt, Zilver, enz.
,,
16.907.228,05
Muntmat., Zilver.,
,


1.432.727.268,70
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-

sioenfonds ……………………
,,

40.641.024,55

Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

4.600.000,-

Diverse rekeningen ……………….
,,

8.428.522,38

Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
,,

10.193.915,19

Passiva

__ [
1.748.003.716,40

Kapitaal ………………………..
f

20.000.000,-

Reservefonds ……………………
,,

4.338.707,82

Bijzondere reserve ………………
,,

6.600.000,-

Pensioenfonds ………………….
,,

11.129.710,22

Bankbiljetten in omloop …………..
,,

869.380.050,.-

Bankassignatiën in omloop ……….
,,

30.776,75
Rek.-Cour.
J’
Het Rijk [141.503.586,08 saldo’s:
‘%,
Anderen ,,690.067.443,11

831.571.029,19
Diverse rekeningen ………………

,,
4.953.44242

f
1.748.003.716,40

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
752.707.880,89
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigd is

1.881.769.700,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………….

Waarvan aan Nederlandsch-lndië (Wet van 15 Maart
1933,
Staatsblad No. 99) ……..
f
65.883.125,-
Waarvan in het buitenland ……………………. ..86.309.700,25

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere
1
Beschtkb.
Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt Munt mat,

schulden saldo

perc.

7 Febr. ’38 113607 1.302.213 869.380 831 602 752 708 84
31 Jan. ’38 113607 1.292.212 886 059 794.144 751.739 86

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54

Data
;;
Belee-
n ag n

disconto’s rechtstreeks
buitenl.
ningen
1

7 Febr. 1938

8.978

237.245

5.190

8.429
31 Jan. 1938

9.103

226.260

5.190

7.535

25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
1)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Andere
Beschikl
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

5 Feb. ’38
2
)
135.320
190.760
75.860
28.672
29 Jan. ’38’)
135.230 185.010
78.110 29.982

8Jan.1938
‘116.574

1

18.045′ 191.860
84.461 24.091
1

,,

1938
116.574

1
.

17.814
187.236
87.128 24.643

25 Juli1914
22.057 1

31.907
110.172
12.634 4.842

Data
____________

bulten N.-Ind.
betaalb.

Dis-
conto’s
1

Belee-
ningen
1
t

t

1

Diverse
reke-
ningen’)


kigs-
percen-
lage

5 Feb.
1
38
2
)
2.590
79110
64.610
51
29 Jan.’38
2
)
3.190
76.590
63.160
51

8 Jan.1938
3.488
68.882
49
10.946

1
55.007
1

,,

1938
3.857
10.264
55.068 66.629
49

25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf. Bankbilf.
therSecurities
Data
Metaal
_
L

in
__
In Bankingsc.andecurities
W
vances
1
1
circulatle
1
Departm.
2 Febr. 1938
1326.988
476,694
1

49.713
10.479 1.18.672
26 Jan. 1938
326.961
473.198

53.209
10.428

18.957

22 Juli

1914
40.164 29.317 33.633

OtherDeposits
1
1
Dek-
Data
1

Gov.
Sec.
Public
Depos.
1
Reserve!
kings-
Bankers
1

Other
A ccountsl
1
perc.
1)

2Febr,’38
1
98.078

1

11.404
1
11L383 1
36.5911

50.2931
31,6
26Jan. ’38
1

98.943
1

13.555
113.072 1

37.349
1
53.7641
32,8

22 Juli ’14
11.005 14.736
42.185
2
9.
29
71
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.

1
Tegoed
Wis
Waarv.I
Belee- ‘Renteloos
Data
Goud
Zilverl
In h t

sets

op het
1
ningen
voorschOl
Staat
1
buitenl.
_
buifenll
lvd.
27 Jan.’38
58.933
t
3781
17113.748
854!
4,749 1
3.200
20

,,

’38
58.933
1
3641
19
1
8534.966
3.200
23Juli’14
4
.
104
1
640
1

1
.
541
81
.
769 _

Bonsv.d.i
Diver-
.
Rekg.Courant
1
Data
zelfst.
amort. k.
1
Circulatie
1
Staat
Zelfst.
1

Parti-
lamort.k.l
cuheren
27 Jan.381
5.580
1

2.797
1

92.255

1

183
1 2.506
1 23.720 20

,,

38
5.580
1

2.910
91.865
653
1

2.469
1
23.441
23 Juli’14

1
5.912
401
1


1

943
‘)SlUitpost activa.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
1
Devlezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-

1
als goud-
1
wissels Belee-
tent. circ.

1
dekking

t
en
fin gen
banken’)
1
geldende
1
cheques

31 Jan.

1938
70,8 20,3
5,3
5.459,2
65,7
22

,,

1938 70,7 20,3
5,7
4.809,5,
43,1
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data

1 Effec-
t
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
1
Diverse

ten

Activai)
1

latie

1

Crt.

Passiva

31 Jan. 1938

108,2

807,8

5.199,2

851
2
4

343,5
22
,,

1938

107,5

869,4

4.714,8

754,3

334,4

30 Juli 1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
1)
Onbelast.
2)
wo.
Rentenbankscheine 31,
22Jan.
resp. 8,27
mili.

Nationale ]3ank van België, zie blz. 107.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
cas
,,Other
1

Goud-
In her-


‘In de
Totaal
1

certifi-
h” 2)
disc. v. d.
1
open
bedrag
caten’)
member
t
markt
.
‘t
banks
gekocht

18Jan.’381
9.127,8
1

9.118,4
426,7
10,8
0,5
12
,,
’38
9.128,2
1
9.119,8 403,9
11,1

5,4

Belegd
. R.
t
Totaal
1
Goud-
1
Algem.
Data
In U. S.
[In
F
c
Notes
1
ircu-I
D
1
e
pq_
1
Ka~pitaal
Gstort
1
Dek-
l kings-
1

Dek-
1

kings-
Gov.Sec.
latie
1
t
perc.3)
1

perc.4)

18Jan.’38’
2.564,014.155,3
1
7.771,9
1

133,0
80,1
1


12

,,

‘381
2.564,0
1
4.190,1 7.709,7
1

133,1

1

80,1

‘)Lieze certiticaten werden door de Schatkist aan de Reserve Banken
gegeven voor de overname van het goud, toen de
$
op 31Jan.
1
34 van
100 op
59.06
cents werd gedevalueerd.
Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover. opelechbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Data
1
Aantal Dis-
1

conto’s
1
1

Beleg-
1

leenin.

,

depo-
bij de Totaal
Waarvan
time
en
t
gingen
F. R.
1

sito’s
deposits
beleen.
t

.
t
banks
t
12 Jan.’38’
8
9.195

112.138
1
26.037
t

5.203
5

,,
‘388
1

9.226

1
12
.0
2
3

1
5
.600

1
25.788

1

5.225

De posten van De Ned. Bank, do Javasche Bank en de Bank of
Engiand zijn in duizenden, alle overige posten in mlliloenen van
de betreffende valuta.

Auteur