20 JANUARI
1019
4 UTEURSBECHT VOORBEHOUDEN
E
cono
–
Mish-,atistische
St
Beri
*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
4E JAARGANG
WOENSDAG 29 JANUARI 1919
No. 161
INHOUD
Bie.
HET NIEUWE INVOERRECHT VAN S
pCt. door
Joan Gelderman
101
Moeilijkheden der Meikvoorziening ……………….. 102
De Rubbermarkt in 1918 ……………………….104 De Edele Metalen in 1918 ……………………..105
De Organisatie van eenige Effectenbeurzen in het Buiten- land IV en V door
t,. T. d. B
…………………..
107
Nieuwe Buitenlandsche Credieten ………………..108
De Theevoorziening in Nederland ………………..110
Wereldgoudvoorraad en Biljettencirculatie door
I. cl. B.
.. liOj
Brazilië ……………………………………111
Over den 8-tlrendag en het Wetsontwerp Schaper(correctie) 112
Index-cijfers ………………………………..
113
AANTEEKENINGEN:
Voortzetting der fusie in de exploitatie onzer spoorwegen 114
Koffie, Thee, Copra en Kina ………………….114
Postchèque en Girodienst ……………………115
Werkkrachten in de Duitsche metaalindustrie ……..115
De prijsstijging te Brussel tijdens den oorlog ……..115
INGEZONDEN STUKKEN:
Handelsattaché en Consulair Ambtenaar door
H. Al.
..
115
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED
…………
116
MAANDCIJFERS:
Productie der Kolenmijnen
……………………
116
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…… ………… 117—]24
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD ECONOMISCH-STATISTISCIIE BERICHTEN
Secretaris-Redacteur: G. E. lluffnagel.
Secretariaat: Pieter dc Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. $000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van, het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
BERICHT.
In dit nummer is ingevouwen een circulaire van
het Algemeen llestuur dci- ten vorigen jare opgerichte
Vereeniging ,,Randelsrecht”. ilet belang dat de ver-
eeniging, onder voorzitterschap van Prof. Mr. W. L. P.
A. Molengraaff, voorstaat, behoeft voor den lezerskring
van dit tijdschrift, waarvan velen het gebrekkige
van ons huidig handeisrecht persoonlijk zullen hebben
ervaren, geen nadere toelichting. Aan de opwekking
tot toetreding tot de vereelaiging worde door velQn
gehoor gegeven.
27
JANUARI
1919.
Ook deze week kwam er nog weinig verandering
in den toestand van do geidmarkt. De koersen bleven
ongeveer op dezelfde hoogte. De proloagatiereute
noteerde afwisselend 3% en 3 pOt., terwijl particulier
disconto schommelde tussehen 3% en
4
pCt. met een
enkele afdoening op Dinsdag ‘a 3% pOt. Toch was
de markt vooral in het laatst der week merkbaar
minder ruim en de noteeringen ondorgingen alleen
daardoor weinig verandering, doordat de omzetten
zeer gering waren.
S
S
.5
Ook in den woekstaat van do Neclerlandsche Bank
zijn de veranderingen gering. De meeste hoofden zijn
bijna onveranderd tegenover die van den vergen
staat of vertoonen afwijkingen van slechts 2 of 3
millioen. Alleen in den bankbiljettenomloop en de
rekening-courantsaldi van anderen zijn verschui-
vingen van iets meer het.cekenis, die echter elkander
opheffen. De ‘bankbiljettenomloop is verminderd met
9 millioen, waartegenover staat een vermeerdering
van de rekeiiing-courautsaldi van acht millioen.
*
* *
De wisselmarkt was vast gestemd. Bij de laatste
overeenkomst met de Entente-regoeringen is ook een
creclietverleening afgesloten, waardoor de wissol koer-
sen belangrijk gesteund zullen worden. Daar boven-
dien langzamerhand ruimer aanvoer overzee mogelijk
wordt, bleef do vraag naar ponden en dollars sterk
oanhouden, zoodat de koersen regelmatig oploopeu en
er heden voor Londen 11,60% en voor New York circa
243 genoteerd werd. Ook Marken bleven tamelijk
prijshoudend, terwijl neutrale wissels eveneens eerder
hooger noteerden.
HET NIEUWE INVOERRECHT VAN 5 pCt.
In de avondbiaden van Zaterdag 25 Januari 1919
komt een advei-tentie voor van de N.O.T., waarin dit
lichaam mededeelt, ingevol.ge opdracht van de Neder-
landsche Regeering en ten behoov van ‘s Rijks schat-
kist van af 1 Februari d.a.v. een bedrag van 5 pOt.
der factuurwaarde te zullen heffen van alle goederen,
(lie door bemiddeling van de N.O.T. uit het buiten-
land worden betrekken.
In deze advertentie wordt dan verder medegedeeld,
dat dit véjband houdt met het bij de Tweede Kamer
ingediende wetsontwerp ter bokraehtiging van do
overeenkomsten, met de Geassociecrde Mogendheden
gesloten.
i)
Volgens dit wetsontwerp worden n.m. aan
Engeland, Frankrijk en Italië credieten verleend van
1)
[Elders in dit nummer wordt van de voorstellen der
Regeering een overzicht gegeven. – Red.)
102
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919.
resp. / 75,
f
30 en / 18 millioen en hoewél deze credie-
ten in naam door de NU.M. zullen worden verleend,
voorziet de Regeering de mogelijkheid, dat dit lichaam
daartoe de middelen zullen ontbreken en wordt dus
bij het wetsontwerp de bevoegdheid gevraagd öm uit
‘s Rijks kas, hetzij aan de N.U.M. of anders aan- de
Nederiandsehe Bank de noodige voorschotten hiertoe
te verleen-en.
Verder worden in het wetsontwerp bepalingen voor-
gesteld om wetti-gen grondslag te geven aan het heffen
van een matige – risico-premie, waartoe gebruik zal
worden gemiakt van de medewerking van de N.O.T.
Bovenbedoeld wetsontwerp is nog wel niet door de
Staten-Generaal aangenomen, doch de Regeering is
alvast op de beslissing vooruitgeloopen en -heeft de
N.O.T. opdracht gegeven van af 1 Februari a.s. een
recht te heffen van 5 pOt. op alle door hare bemid-
deling geïmporteerde goederen, ‘Dit beteekent dus,
dat iedere handelaar en industrieel, die grondstoffen,
voedingsmiddelen of fabrikaten in Nederland wenacht
in te voeren, daarop van af 1 Februari 1919 een
extra-recht van 5 pOt. moet betalen, onverminderd
de gewone N.O.T.-kosten en -het Nederlandscho invoer-
recht, indien
01)
het artikël tenminste invoerrecht
verschuldigd is. Het feit, dat ‘de importeur daarop bij
den -aankoop zijner goederen niet heeft kunnen reke-
nen, doet niet ter zake; al-s de goederen zijn aange-
komen, kan men deze niet in bezit nemen alvorens
daarop eerst dit extra-recht van 5 pOt. to hebben
betaald.
De Regeering meent zeker, dat deze -heffing niet
van veel beteekeni§ is en dat de importeur dit wel
weer op zijn afnemers za] kin
–
men verhalen. Men
schijnt dus in Den Haag niet te bemerken, dat wij
hier te lande langzamerhand weer tot meer normale toestanden geraken en (lat men zal moeten trachten
om de oude internationale verbindingen, die vGÔr den
oorlog bestonden, weer op te vatten. Een eerste eisch
daartoe is het herstel van onzen exporthandel en van
onze exportin’dustrie voorzoover zulks nog mogelijk is hij de in verschillende opzichten eenigszin-s st-iefmoe-
derlijke rantsoeneering van grondstoffen bij het
bovenbedoelde ,,Agreement”.
Het was voor onze industrie in den oorlog niet
moeilijk goede za-ken te maken l.en koste van den
Nederlandschen consument. Weliswaar werd de voor-
ziening van grondstoffen voor de meeste Nader-
landsche industrieën, vooral in den loop van 1917,
veel moeilijker en hield deze in vele gevallen geheel –
op, doch ook de invoer van -buitenlandsehe fabrikaten
hield meest-al eveneens op en zelfs bij een zeer be-
perkte productie maakten de Nederlandsche industri-
eelen, oo-k in verband met de dikwijls groote voorra- –
den van goedkoopere grondstoffen, meestal goede
zaken. – – –
Weliswaar werden do productiekosten – steeds hooger
en werden hier b.v. voor steenkolen enorm hooge prij-
zen betaald, ook al omdat cle Regeering meende, do
kosten van de huisbrandvoorziening voor het seizoen
1918/19 op ‘de industrieprijzen to moeten verhalen,
waardoor deze veel hooger werden – dan anders wel
noodig zou zijn geweest, doch dit was geen -groot
bezwaar voor de Nederlandsche industrie, die een-
voudig hare prijzefl verder verhoogde, zoo’dat deze
verhooging tea slotte toch door den Nederhandschen
consument werd betaald. –
Thans is echter alles veranderd; de invoer van ‘er-
schillende grondstoffen, die ruim ander-half jaar heeft
stilgestaan, zal weer kunnen worden hervat; aan cle
groote werkloosheid, die in de meeste induistrieënJ
heeft geheerscht, zal thans spoedig een einde kunnen
komen.
Wcliswaar zijn de vooruitzichten nog niet in alle
opzichten gu.nstig. Onze Nederlandsche texticlindus-
trie, de machineabrieken, de eacao-in’dus-trie, de
gloeilampenfabrieken, onze chemische industrieën zijn –
alle veel te groot voor de binnenlandsehe behoeften
– en zullen alleen economisch
–
kunnen werken ali zij
ook weer hun export kun-nen opvatten.
–
Dê omstandigheden zijn hun daartoe niet gunstig;
dc grondstoffen, die zij eerst ontvangen en die ir
vele gevallen reeds geruimen tijd in het buitenland
hebben gelegen, zijn meestal nog duur, ook al door’
de hooge kosten, d.ie dâarop zijn gekomen; de rantsoe-
nen, bij het ,,Agreement” toegestaan, zijn in vele ge-
– vallen onvoldoende, zoodat de fabrieken toc-h niet vol
zullen kunnen werken en daardoor do productiekosten
zeer hoog zullen worden; -kolenprijzen zijn hier drie–
maal zoo hoog als in Engeland, t-er%rjl voor vele
hulpmiddelen door de bes-taande schaarschte ook nog
• abnormaal hooge prijzen zullen moeten worden be
• taald.
Alen zou dus mogen verwachten, dat de Neder-
landsche Regeering haar best zou doen om deze
export-industrieën zooveel mogelijk te steunen en dat
men in Den Haag zou hegijpen, dat lage prijzen
‘vöor den Nedèrlandschen consument alleen mogeUjk
zijn als de industrie zoo vlot mogelijk werkt en haro
productie zoo hoog mogelijk kan opvoeren, waardoor
dc bedrijfskosten weer zullen delen. Als men de
grenzen sluit voor onze exportiedustrie, zal d&io hare
– dan zeer beperkte productie tot hooge prijzen in het
binnenland trachten- te verkoopen of anders daarop
verlies moeten lijden, wat zeker ook niet wenscheljk
– zal zijn, daar zulks toch weer lagere bonen of nieuwe
werkloosheid zal brengen.
De Regeering had dan ook op verschillende wijzen
aan do vele, dikwijls zeer gegronde klachten, der
industrie tegemoet kunnen komen. Dit had bv. kun-
nen geschieden door opheffing van de belemmerende
bepalingen bij in- en uitvoer, een betere en meer
billijke regeling van ‘de egalisatie der brandstofprijzen
voor de industrie hij afloop van hot tegenwoordige
huisbrancltijdvak op 1 April a.s.; pogingen bij do
Geassoeieerdo Mogendheden om verschillende zeer
onvoldoende rantsoenen verhoogd te krijgen, vooral
van die artikelen, waarvan de wereldvoorraden vol-
doende zijn; steun om langzamerhand zoowel bij in-
voer, als bij uitvoer tot meer normale vrachten te
komen enz. onz. –
Na -de zeer recente instelling van een ,,Nijverheids-
raad” had men misschien wel mogen hopen, dat do
Regeering dit zou inzien en werkelijk de belangen
)
der industrie ter harte zou nemen, doch wat ziet men
nu? Eerst overdreven geheimzinnigheid met de
bepalingen van -het ,,Agreement” en nu als ,,een
matige risico-premie” voor het verleenen van een
crediet aan de Geassocieerden een irivoerrecht van
5 püt. op alle in te voeren goederen, waardoor onze
Nederi andsche uitvoerhandel en uitvoerindustrio zeer
zwaar gehandicapt zullen worden en verder nog een belasting wordt gelegd op den. Nederlandschen ver:
l)1’uiker
Eerst wil Minister Do Vries rechten op thee, koffie
en cacao, nu gaat men radicaler te werk en zal men
alles belasten, zoowel grondstoffen, halffabrikaten als
gei’ee.de producten.
Het is zeker te hopen, dat de leden der Tweede
Kamer ook de groote bezwaren van een ‘dergelijke
‘heffing zullen inzien en dat de daarop betrekking
hebbende bepalingen uit -het wetsontwerp zullen wor-
den geschrapt.
JOAN
GELDERMAN.
MOEILIJKHEDEN DER MELKVO OR-ZINING.
Een medewerker schrijft:
Tot desen winter toe liep ook tijdens -do oorlogs-
jaren de melkvoorziening als op rolletjes. Weliswaar
ging het iederen winter, dat de oorlog langer duurde,
wat stroever dan het jaar daarvoor, maar werkejijk
gehokt heeft die vöorziening niet dan voor het eerst
in dit seizoen. – –
in den winter 1914/15 behoefde van overheidswege
voor de meikvoorziening niets verricht te .worden;
29
‘Januari
1919.
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
103′
zelfs niaximumprijzen .wareu. toen .ovebodig. Deze
kwamen eerst in het jaar daarop,hetwelk oo het
aanzijn-gaf aanhet instituut der z.g..regeerngsmelk,
d.w.z. aanvoer van – melk door de regeering- naar de
groote steden uit gebieden, die in.normale jarn nim-
nier melk naar de steden leverden. De winter 1916/17
eischte reeds leveringen van regeoringsmelk op groote
schaal; een systhema.tische beperking in het meikge-
bruik bestond evenwel ook nu nog niet. De voorboden
daarvan gaf pas
.
de winterrnelkregeling 1917/18 te
aanschouwen in het voorschrift, dat in het algemeen
rogoeringsmeik slechts zou worden bijgeleverd in zoo-
danige hoeveelheid, dat dagelijks pr hoof cl dor bevol-
king .0,3 L. melk beschikhaar was. Aan de mgeIijk-
held van een zuiver hoofdelijke rantsoeneering van
inelk,’dacht toen nog vrijwel niemand, alleen Amster-
dam voerde een bonstelsel in, waarvan in
(10
practijk
echter niet veel terecht kwam. De invoering van
een algemeen rantsoeneerstelsel werd bewaard tot
dozen winter en nu dit stelsel bestaat, blijkt, dat in do
hoofdplaatsen zelfs het toegekende zeer beperkte
rant.soen volle melk in cle verste verte niet verstrekt
kan worden. Volgens daghladbe.riohten kan in som-
mige steden niet eens altijd het i:antsoen voor zieken
en kinderen gegeven worden, wat dus hier op neer
komt, dat er nog mindr -melk beschikbaar is dail
overeenstemt met een verbruik van 0,1 L. melk per
dag over de geheele bevolking gerekend. Om een
rantsoen van 0,2 L. te geven, moet Rotterdam 60 pOt.
van de behoefte aan melk als regeeringsmelk ontvan-
gen – de eigen productie is dus hoogstens 0,08 L.
per hoofd en per dag -; Utrecht vraagt dagelijks
20.000 L. regeeringsmelk en ontvangt bijgevoig uit de
gewone bronnen nog niet eens O06 L. per hoofd en
per dag..
De hier geschetste ontvikke1ingsgan.g van den
]nelknood toont, welk een toenemende ontwrichting
er in de bedrijven, die consumtiemelk leveren, is opge
treden en hoe op dit oogenblik in die bedrijven letter-
lijk alles in de war is geraakt.
• Wie er eeiiigermate van op de hoogte is, hoe in
normale tijden de verzorging der steden met melk
plaats vond, zal zich over den huidigen stand van
zaken slechts matig verwonderen; hij toch heeft in
zekeren zin de gebeurtenissen van dit jaar kunnen
zien aankomen.
De snelle groei der groots steden maakte, dat v66r
den oorlog in de behoefte aan melk slechts voorzien
kon worden door een steeds intensiever uitoefening
van het melkbedrjf in de naaste omgeving. Per
hectare land werd een immer toenemend aantal run-
deren gehouden, wat mogelijk werd doordien de ver-
strekte hoeveelheden kraehtvoeder geregeld vermeer-derden. De melkproduetic per rund werd daardoor op
het hoogst mogelijke peil gehouden; tevens werd ge-
zorgd, dat de melkproductie in het algemeen het ge-
heele jaar door op vrijwel dezelfde hoogte bleef, door-
dien de afgemolken koeien steeds door versch gekalfid
vee werden vervangen. De echte zoetboer had als het
ware een zuiver fabrieksbedrijf; de veestapel wisselde
week aan week en met name in de gebieden, waar de
koeien ,,melkende werden uitgemest”, waren er tal
van veehouders, die door die stage wisseling hun vee-
sta$l tweemaal per jaar geheel vernieuwden.
Het achterwege blijven van krachtvoeder beteekende
voor deze ondernemingen een volslagen ontwrichting
van het bedrijf. Juist, wjjl vroeger de zoetmelker zoo
totaal had afgehangen van het in iedere gewensohté
hoeveelheid beschikbaar zijn van krachtvoeder, moest,
nu dit kraehtvoecle.r ontbrak, de ôinvan.g van den vee-
stapel in deze bedrijven veel sterker teruggaan dan
elders. Nergens was in de jaren ‘1910/1914 de ver-
meerdering van den.veestapel grooter geweest dan in
de z.g. consunitiegebieden; nergens is sinds 1914 ook
de vermindering grooter geweest dan in deze streken.
De’telling van den veestapel in Aiigustus 1918 heeft
– uitgewezen, dat over het geheele land gerekend er
: than9 – een 50600 nieer gebruiksrunderen zijn dan in
.1910; zoo.als echter Minister Van I3sselsteyn heeft
medegedeeld -in antwoord op vragen van het Kamer-
lid Hugenholtz .in zake de melkvoorziening van Den
1-laag, betreft die vermeerdering
–
niet de provincies,
waar zich de groote steden bevinden en is de meikvee-
stapelt in de provincies Noord- en Zuid-Holland en
Utrecht thans zelfs kleiner dan in 1910. Met andere
woorden: er zijn nu wel over het geheele land meer
melkkoeien dan 8 jaar.
– geléden, maar men vindt de –
• vermeerdering niet daar, waar er het meest behoefte
aan bestaat. Dit feit is van dubbele beteekenis, omdat
– juist in de provincies met de igroote steden de bevol-
kingstoename het grootst is geweest en dus de gelijk-
tijdige vermindering van den melkveestapel aldaar de
melkvoorziening in steeds st-erker mate in de war
moest sturen.
De’ bier aangegeven wijziging is niet de eenige,
die in het bedrijf van den zoetmelker optrad. Niet
alleen toch werd de omvang van den melkveestapel
geringer; ook do voortdurendè wisseling van yee in
het zoetnielkersbedrijf hield op. Hoe grooter de melk-
productie van een rund is, des te grooter is ook het
vodselverbruik; aanschaffen van versch gekalfd vee
tr vervanging van afgemolken koeien werd bij-gevolg
onmogelijk, wijl cle veehouder geen voedsel genoeg had
om de productie van het nieuw-melksch vee op peil te
houden. Ten einde te voorkomen, dat het vee uitge-mergeld in de weide kwam, werd het zélfs eisch, dat
in den winter de melkproductie zoo gering mogelijk
werd. De zoetinelker, die in vorige jaren iedere maand
versch-gekalfd vee had, ag zich nu genoopt in steeds
toenemende mate de kalfperiodé uitsluitend naar de
wintermaanden to verplaatsen; do kalfperiode werd
daarbij zoo genomen, dat zij viel tegen den tijd, dat
het vee in cle wei kwam; tevens werd de periode van
dlroogstaan, die vroeger 4 a 0 weken heloo.pen had,
verlengd tot 23′
t
3 maanden. –
De oude toestand is dus geheel gewijzigd; ook de
zoetmelker heeft thans niet moer vee dan overeen-
– temt niet het, in eigen bedrijf gewonnen voedsel; de
rnelkproductie is er zoodanig geregeld, dat zij eex
maximum’ vormt in de zomermaanden en een mini-
mum in don winter, met name in December, Januari
en Februari. Hoe groot die wijziging in -de productie-
perioden is, blijkt fraai uit berekeningen omtrent den
kostprijs der melk opgemaakt door. den Bond van
Melkveehouders, die thans de verhouding productie
zomer tot productie winter stelt als 7 : 1, terwijl die
– ‘erhouding v66r den oorlog was als 4 : 3 en in den
winter 1917/1918 als 3 : 1.
Het ligt voor de hand, welke funeste gevolgen de
onder,scheiden&
wijzigingen
hebben voor de melkvoor-
•zienin.S der grôote steden. In steeds toenemende mate
moet melk betrokken worden uit gebieden, die nooit
iets met de melkvoorzienin’g hadden uit te staan. Eft
,wijl daar ook in die gebieden de oitgiinstige factoren
elk jaar grooter. werden, is het begrijpelijk, dat het
voortdurend bezwaarlijker werd voor voldoenden aan-
voer te zorgen. Te moer is dit het geval, omdat de
levering van melk voor consumtie uit de veraf ge-
legen gebieden ook daar een bedrijfsontwrichting
teweeg brengt; immers çlo bedrijven zijn er op inge-
richt, dat men de nevenproducten van de kaas en
Ihoterfabricage (ond-ermolk, karnemelk en wei) weer
1
terugontvangt als v’oeder voor varkens en jong vee.
Moet nu de melk voor consumtie-doeleinden worden
1
afgestaan, dan ontbreken vanzelf de nevenproducten
en staat dientengevolge -de mesterj en de aanfok stil
het beclri.jf kan dan niet meer beantwoorden aan zijn
eigenlijke bestemming.
,Neemt men dit in aanmerking, dan is het te be-
grijpen, waarom b.v. Friesland, Gelderland, O’erjsel
en-
Liirnburg
er nu niet bepaald happig op zijn om
consumtiemelk to zenden naar de beide Hollanden en.
Utrecht. Nog een andere factor draagt daartoe bij en
wel deze, dat juist in de maanden, waarin het tekort
104
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
aan coasu.mtiemelk het grootst is, de melk de meeste
zuivelwaarcle bezit, d.w.z. het grootste vet- en kaas-
gehalte heeft. De boter- en kaasprijzen zijn vastge-
steld volgens gemiddelde opbrengst-cijfers; moet nu
do boterboer de melk in do periode van het hoogste
vetgehalte voor consumtio afstaan, dan kbmt hij niet
aan zijn ,,grondprjs”; het afstaan der melk heeft
voor hem dus tweeërlei nadeelig gevolg: het bedrijf
wordt ontwricht en de man krijgt, over het geheelo
jaar berekend, niet den prijs, die hem toekomt. Om
de medewerking van den boter- en kaasboe.r voor de
consumtiemelkvoorziening to verkrijgen, is het dus
weer noodig hem een afzonderlijke vergoeding toe te
kennen; dit gebeurt dan ook, doch het feit, dit het
gebeurt, is weer een bron, van ongenoegen voor den
zoetboer, die maar niet zoo in eens geneigd is het
billijke er van in te 7Sen, dat anderen méér dan den
maxirnumprijs ontvangen. Een verdere bron van leed
is ook, dat de vervoerkosten van de melk van grooten
afstand zeer hoog
zijn;
men zal de plank niet ver mis-
slaan, als men zegt, . dat iedere liter aangevoerde
regeeringsmelk aan Rijk en Gemeenten samen een
dubbeltje extra kost. ..
Het is deze laatste omstandigheid, die de zoetboeren
de vraag heeft doen stellen, of het uit een economisch
oogpunt geen aanbeveling had verdiend hun bedrijf te steunen, door speciaal voor de consumtiemelkers
krachtvoeder beschikbaar te stellen, b.v. alle pulp
en melasse te.reserveeren. Hun bedrijf zou dan min-
der om hals zijn gebracht; de steden hadden meer
melk kunnen ontvangen cc do meikvoorziening zou
minder hebben gekost. Bovendien zou zich dan niet
zoo sterk het euvel hebben voorgedaan, waarop thans
do geheele melkvoorziening hokt: het tekort aan
transportnaateriaal. Aanvoer van verren afstand be-
werkt, dat voor eenzelfde hoeveelheid melk drie
viermaal zooveel bussen noodig zijn als wanncer de
melk van vlak bij komt; hoe dichter bij de plaats van
verbruik de melk wordt geproduceerd, des te minder
voelbaar zon het geweest zijn, dat er zoo’n groot tekort
aan t-rausportmateriaal bestaat.
De vraag mag gesteld worden, of men van regee-
rin.gswege zich wel steeds van een en ander voldoende
rekenschap heeft gegeven. Ook toen er vrij voldoende
krachtvoeder was, zijn do conslimtiomelkers op den-
zoifden voet behandeld als andere veehouders, met
het gevolg, dat het bedrijf van den consamtiemelker
het meest ontwiicht werd. In de zomermeikregeling
1919 had Minister Posthuma toegezegd in deze,
althans dit jaar, iets voor do zoet.melkers te zullen
doen; de belofte is echter niet ingelast. Thans is
Minister Van IJssesteyn doende hen to helpen door
de in November j.l. uit de stelling Amsterdam vrijge-
komen 11.000 ton lijnkoek voor de consumtiee]kers
te reservoeren. De molens van de crisis-bureaux malen’
evenwel bijzonder langzaam, zoodat eerst de volgende
maand de distributie zal aanvangen, d.w.z. zoo laat,
dat het nuttig effect van den maatregel precies valt
na de maanden, waarin de verstrekking het meest
noodi.g was.
DE 1WBBERMARKT IN 1918.
Onze medewerker schrijf t:
Hieronder volgen enkele bijzonderheden omtrent
den rubberhandel in het afgeloopea jaar.
Over den prijsloop het volgende. Op de Loudonscho
markt begon het jaar op 2/6 voor prima Orépe, liep
geleidelijk terug tot 2/2%, waarna een reactie intrad.
In Maart schommelden de prijzen tusschen 2/6% en
20%, in April tussehon 2/6% en 2/4, Mei tussehen
2/4% en 2/2, van Juni tot September tussehen 2/3 en
2/1,
in October 2/5% en 2/2%, in November 2/6 en
2,43% en December tusschen 2/4% en 2/2, om op
laatstgenoemde noteering te sluiten. De fluctuaties
bewogen zich dus tussohen 2/6% en 2/1. Vergelijkt
men deze
cijfers
met die in 1916, toen de hoogste
prijs 4/334 en de laagste 2/1% bedroeg en 1917 toen
deze cijfers resp. 3/4% en 2/2% waren, dan. is het
verschil in 1918 in verhouding zeer gering te noemen
en geenszins in overeenstemming met de belangrijke
gebeurtenissen, welke zich in ‘het afgeloopon jaar
hebben afgespeèld.
Hiervoor moet dus een gewichtige reden bestaan, te
meer, daar de prijzen te New York een geheel ander
beeld te zien hebben gegeven. Deze reden is niet ver
t€
zoeken. Niet alleen heeft de markt to New York
zich in den laatsten tijd geheel onafhankelijk van die
te Londen bewogen, doch ook het initiatief ig lang.
zainerhand aan hare zijde gekomen. Tengevolge der
verschepingsmoeiljkhodea vond er een belangrijke han-
del direct tusschen Amerika en Indië plaats. De vol-
gende cijfers geven een interessant beeld van do ver-
andering, die er plaats gegrepen heeft. In 1915 impor-
teerde Engeland 79.350 tons rubber, toen de wereld-
productie 159.000 tons bedroeg. In 1918 echter slechts
42.800 tons bij een wereldproductie van 260.000 tons.
in hoeverre het zal gelukken, dat de oude toestand weder hersteld wordt, d.w.z., dt Londen weder het initiatief tot zich trekt, dient afgewacht te worden.
Ons dunkt echter, dat Amerika het initiatief niet
spoedig weder uit handen zal geven, te meer daar
als grootste verbruiker de omstandigheden in zijn
voordeel zijn.
De Para-prijzen bewogen zich tussohema 3/8 en 2/7%
en het jaar sluit op de laagste noteoring. De prijs is
bijna geheel het jaar ongeveer. 3/- geweest, alleen in
September steeg do prijs plotseling tot 3/8, toen
echter aan de vraag voldaan was, zakten de noteerin-
gen weder tot het oude niveau. Het grootste gedeelte
der productie van Para-soorten is naar Amerika ver-
scheept.
Zooals gezegd hebben de prijzen voor Plantage-
soorten op de New Yorksche markt een geheel ander
beeld te zien gegeven. Daar werd als hoogste prijs
(April) $ 0,70 betaald. Begin Mei werd door het
Gouvernement een maximumprijs vastgesteld van
0,63 (voor prima Orêpe), doch cle prijzen bewogen
zich belangrijk ]ager zelfs tot $ 0,50, waarop weder
eeu.reactie intrad. Daarna liepen de prijzen snel terug,
ten gevolge der beperkende bepalingen omtrent den
invoer en de groote voorraden in Indië. Do laagste
prijs bedroeg toen $ 0,30. Gelukkig konden de prijzen
zich weder herstellen, hetgeen nog in de hand ge-
werkt werd, doordat tegen het einde des jaars do
beperkende bepalingen betreffende den invoer won
–
den opgeheven. Het jaar sluit op een noteering van
$ 0,49 c. i. f. New York.
In Indië begon het jaar
01)
f
1,15 loco. Do prijs
liep echter •geleiuielijk terug. Tengevolge dor vorscho-
pingsmoeilijkhcden stapelden zich in Indië langza-
merhand groote voorraden op en de toestand werd een
oogenblik zoo kritiek, dat de zwakk-ere aat.schap-
pijen, die genoodzaakt waren haar product geregeld van de hand te doen om aan werkkapitaal
te
komen,
zelfs een oogenblik tevergeefs voor
f
0,50 per
34
X.G.
loco koopers zochteit. Op deze uiterst ]a.go prijzen
begonnen zich evenwel de speculanten voor het artikel
te iuteresseeren, daarin gesterkt doordat het einde
van ‘den oorlog in zicht was en men hoopte, dat er
meer scheepsruimtc beschikbaar zou komen en boven-
dien de Centralen weder in de markt zouden komen.
De prijzen liepen vlug
01)
tot circa
f 1.
Produètie en consumptie.
Do wereldproductie was
in 1918 gelijk aan die van 1917 en bedroeg circa
257.000 tons. Dit cijfer is belangrijk beneden taxatie gebleven, hetgeen eensdeels zijn oorzaak vindt in de
maatregelen, die men genomen heeft om de productie
dr Plautage-soorteii zoovoel mogelijk te beperken,
terwijl bovendien de productie der Para-soorten circa
5000 tons en die van den wilden rubber circa 4000
toiis minder heeft bedragen. Het volgende staatje
geeft een beeld van de totale productie en het ver-
bruik in 1918:
29Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
105
Productie 1918
Consumptie 1918
Tons
Tons
Voorraad
1
Jan.
’18
38.000
Engeland
……..
24.000
Parasoorten. ……
34.400
Frankrijk
……..
14.000
Afrika …………
7.200
Duitschland, Oosten-
Zuid-
en
Centraal-
rijk,
etc………
1.000
Amerika ……..
1.800
Rusland
……….
2.000.
Plantage-soorten
.
213.600
Italië,
Spanje
en
Scandinavië
5.000
Japan en Australië
5.000 Amerika en Canada
187.000
Voorr. in Engeland,
Amerika en afsch.
havens
1
Jan.
’19
57.000
295.000
295.000
Vij verwijzen voor de vergelijking met 1917 naar
ons jaaroverzicht in de E.
S.
B. van 6 Maart 1018.
Evenals vorig jaar moeten wij ook thans weder. alie
voorbehoud maken omtrent de juistheid der cijfers,
die voor een gedeelte op taxatie berusten.
Ofschoon de productie in 1918 ver beneden taxatie
is gebleven, is de consumptie er niet in geslaagd
gelijken tred te houden en was het verbruik in 1.918
10.000 tons minder dan in het voorafgaand jaar. Alle
Europeesche landen hebben minder verbruikt, Rus-
land zelfs belangrijk minder, alleen Amerika vel-
bruikte circa 5000 tons meer, ondanks de zoo druk
besproken beperkingen van den invoer aldaar.
Over de vooruitzichten voor 1919 loopen de mee-
n.ingen zeer uiteen. Als enkele ongunstige factoren
noemen wij de groote voorraden per 1 Janauri 1919,
de dit jaar weder grootere productie, die men op
circa .290.000 tons schat (waarvan 245.000 tons Plan-
tage-soorten) en bovenal de thans nog zoo onzekere
toestand op economisch en politiek gebied. Daar-
tegenover staat echter, dat indien de Centralen weder
in de markt komen, een groot deel van het surplus
wel spoedig opgenemen zal worden, temeer daar de
andere Europeesche landen o&k wel weer meer zullen
verbruiken, nu de aanvoeren vat regelmatiger en
beter kunnen plaats vinden. Bovenlien is . men, van
meening, dtt het verbruik . in Amerika nog wel zal
toenemen nu de beperkende bepalingen omtrent den
invoer zijn,, opgeheven (ofschoon de ‘groote leger-
orders zullen ontbreken). Ten slotte zal men wel
trachten de productie der Plantage-soorten zooveel
mogelijk te beperken. Veel zal echter afhangen van
de besluiten, die op de vredes-conferentie te Parijs
genomen zullen worden.
Rotterdam, 27 Januari 1919.
DE EDELE METALEN iN 1918.
Wij hebben de ,firma H. Drijfhout & Zoon te Am-
sterdam bereid gevonden voor dit tijdschrift samen
te stellen een overzicht der edele metalen in het
achter ons liggende, jaar. De firma schrijft ons:
Goud.
Dat het goud in economisehen zin als oor-
logsmaterinal bij uitnemendheid beschouwd moet wor-
den, behoeft geen betoog. en. het isdan ook duidelijk,
dat onmiddellijk na het uitbreken van den oorlog alles
in het werk werd gesteld ter bevordering van de
goud productie.
De steeds toenemende behoefte werkte als, een
natuurlijke stuwkracht en deed de. productiecijfers
stijgen van 679.400 K.G. in 1913.en 675.300 K.G. in
1914, tot 712.500 KG. in 1915 en. 708.200 K.G. in
1916. In 1917 dedenzichechterde. moeilijkheden als
gevolg. van:den,langexi.duur van -•den,. oorlog krachtig
voelen, was, schaarschte aan chemicaliën, en arbeids-
krachten’ oorzaak,’ dat deze .stijging. niet, ten.volle . ge-
handhaafd, kon blijven. Niet te verwonderen. is, het,
dat deze moeilijkheden, in, 1918veel grootere
;
verhou-
dingen aannamen. Dë; inmiddels .nog; sterker gewor-
den schaar’schte. aan, chemicaliën, deed de prijzen,
daarvan onrustbarend’.
stijgen;
terwijl ook: ‘deloonen,
eenerzijds ten. gevolge van gebrek, aan voldoende. ar-
beidskrachten, anderzijds wegens den zeer hoogen
levensstandaard, een ongekende hoogte bereikten.
Niettegenstaande de productiekosten. derhalve buiten-
gewoon waren gestegen, konden de mijnen geen hoo-
geren
prijs
voor het geproduceerde goud .bedingen.
Dit had tot natuurlijk gevolg, dat de winsten der
mijnen over het algemeen belangrijk verminderden.en
de minder rendable zelfs voor het onaangename alter-
natief gesteld werden, met verlies’ te werken of te
sluiten. Een Commissie, gevormd uit verschillende
bezitters van mijnen op. Engelseh grondgebied, richtte
dan ook het verzoek tot de Engelscho Rogeering, om
den goudprjs te ,verhoogen of althans een premie op
de goudproductie toe te staan. De naar aanleiding van dit verzoek door de Regeering benoemde Commissie,
belast met het onderzoek van het goudvraagstuk, deed
echter in haar rapport uitkomen, dat aan de behoefte
aan goud in het Engelsche Rijk voldaan kon worden,
ook zonder dat den producenten een premie wordt toe-
gekend.
1)
In Transvaal werd in 1918. slechts 260.700 kilo
goud geproduceerd tegen 278.800 kilo in 1917 (en
287.200 kilo in 1916), een vermindering derhalve van
ongeveer 634 pOt. De productie in de V.S. onderging
een nog aanzienlijker daling en kan geschat worden
op ongeveer 10 pCt. Aangenomen -mag worden, dat
het produetiecijfer in 1918 minstens 8 pOt. beneden
dat van het voorgaande jaar zal
blijven
en een gewicht
van 650.000 kilo niet zal overschrijden.
Goudver.plaatsingen kwamen dit jaar niet
in die mate voor als in de vorige oorlogsjaren. De
netto goudinvoer in de V.S. bedroeg sinds: het uit-
breken van den oorlog 234. milliard, waarvan slechts
ruim 50 millioen komt op rekening vân 1918. Of-
schoon alle pogingen in het werk werden gesteld, .om
het verkregen goud in het land te behouden, werd
toch ten gunste van enkele .Zuid-Amerikaansche ‘Sta-
ten een uitzondering op het uitvoerverbod. gemaakt.
Ook in Japan hadden nieuwe goudinvoeren plaats,
‘ofschoon van veel geringer beteekenis dan in 1917.
1-let nationaal goudbezit in Japan wordt thans ge-
schat op ruim 1 milliard yen. De goudzending van
Rusland naar Duitschlând in September 11, die zoo-
veel pennen in beweging bracht, memoreeren wij hier
terloops. Voor verdere goudbewegingen kunnen de,
in de kolommen van dit weekblad wekelijks gepubli-
ceerde, gou dvoorraden der circulatiebanken eeni ger-
mate tot leiddraad dienen.
De schaarsehte van g o u d i
xi
h e t v r ij e v e r-
e e r deed zich dit jaar in alle landen, meer nog dan
in. 1917, scherp gevoelen. In de Centrale landen en in
den Balkan ontstond bij een totaal gemis aan goud op
de vrije markt een groote vraag naar geel metaal voor
aankoop van de meest noodzakelijke levensbehoeften.
De overmatige papieruitgifte in Oostenrijk, waartegen
geen dekking van beteekenis aanwezig was, had ten
gevolge, dat het vertrouwen in dit papier openlijk
werd opgezegd. In ruil. tegen onontbeerlijke levens-
middelen werd dan ook uitsluitend goud aangenomen
of bij gebreke hiervan werd zelfs het primitieve ruil-
verkeer van goederen tegen goederen toegepast. De
financieele toestand van eenige Balkanstaten was van
dien aard, dat ook daar evenmin met het circuleerend papiergeld aankoopen van beteekenis konden worden
gedaan. De vraag naar goud voor deze landen was
derhalve geen, gewone vraag; doch als het ware een
levenskwestie. De meest buitenspoiige prijzen werden
dan ok besteed, zondèr dat hierdoor de vraag ook
slechts eenigermate verminderde. Het’ is bekend; dât
in Oostenrijk zelfs
prijzen
van 18.000 tot 20.000 Kro-
nen per kilo’
fijn
werden betaald. Niettegenstaande
den zeer ongunstigen stand der’valuta’ was-bij uitvoer
van goud uit de’neutrale landen een niet onbelangrijke
winst .te’maken. Het uitvoerverbod van goud, in 1914
1)
[Er zal op dit rapport, dat ook in ander opzicht van
belang geacht mag worden, in deze kolommen nog worden
teruggekomen. – Red.]
106
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
afgekondigd, bleef gehandhaafd in alle landen, doch
dit belette niet, dat een levendige smokkelhandel in
goud ‘ontstond. Reeds in het begin van het jaar was
het in ons land merkbaar, dat op slinksche wijze naar
verhouding groote hoeveelheden aan de reeds zoo ‘be-
perkte vrije goudmarkt werden onttrokkefi.
Men behoefde geen profeet te zijn om te voorspel-
len, dat, indien aan dit bedrijf niet onmiddellijk en
op afdoende wijze een einde werd gemaakt, de goud-
industrie in ons land in de grootste moeilijkheden
zou geraken. Alle pogingen, in het werk gesteld, om
den smokkelhandel in goud tegen te gaan, bleven
echter zonder gevolg. Beslagnemingen hadden plaats,
doch dit deed den smokkelaars slechts met meer om-
zichtigheid handelen, ondervangen werd het euvel
geenszins.
1)
Goud, gemunt zoowel als ongeniunt, werd aanvan-
kelijk ongeveer 10 pOt. boven den mhrktprijs opge-
kocht, later steeg dit percentage mcci en meer en in
September werd zelfs 70 â 80 pOt. boven den norma-
len goudprijs besteed. Eind Februari was reeds .geen
goud meer aan de vrije markt te koopen, aangezien
dagelijks per advertentie hoogere prijzen voor goud
werden geboden en de ‘houders van goud een afwach-
tende houding aannamen.
De goudindustrie dreigde dan ook te moeten stop-
zetten, toen na gepleegd overleg de Directie der Ne-
derlandsche Bank bereid werd gevonden, onder be-
paalde voorwaarden goud ter beschikking van de Ne-
derlandsche industrie te stellen tegen den prijs van
f
1672 per kilo fijn. De contrôle vanwege de Neder-
landsche Bank bij afgifte van dit goud toegepast, kon
blijkbaar niet beletten, dat toch een gedeelte, zij het
wellicht gering, in handen van smokkelaars verviel.
‘Om dit zooveel mogelijk te voorkomen, werd het voor-
deel, aan het opkoopen van dit goud verbonden, weg-
genomen, door een’ verhooging van den prijs van
industrie-goud tot
f
1800 per kilo fijn op 20 April.
Op 6 Juli werd om dezelfde reden de prijs voor in-
dustrie-goud verhoogd tot
f
2300. Door dezen laatsten
maatregel steeg de goudwaarde van het gouden tientje
in ons land tot
f
13,91, en deed dus 39 pOt. agiö.
Merkwaardigheidshalve stippen wij hier nog aan,
dat medio Augustus voor het Engelsch £ goud
f
19
werd besteed, terwijl chèque Londen op datzelfde tijd-
stip genoteerd werd op
f
9,25.
Ook in Zwitserland heerschte een groote schaarsch-
te aan goud in’ het Vrije verkeer. en moest ook daar
der industrie door de circulatiebank goud tei beschik-
king worden gesteld. Op 9 Juli werd een verbod af-
gekondigd voor het insmelten van gemunt goud. De. prijs voor industrie-goud steeg daar in den loop van
het jaar tot fr. 3750, derhalve een verhoogig van
bijna 10 pOt. boven den normalen marktprijs. De offi-
cieelegoudprijs te Londen bleef ,het geheele jaar op
den normalen stan’d van 77/9 genoteerd.
De prijs van het ongefineerd goud in ons land, in
het begin van het jaar op
f
1655 genoteerd, steeg op
20 April tot
f
1750, op 6 Juli tot
f
2250 per kilo
fijn. Nadat op 11 November de wapenstilstand geslo-
ten was, en de smokkelhandel plotseling geen plaat-
ing meer voor het opgekochte goud kon vinden, out-
stond hier, uit vrees voor daling van den goudprijs,
tijdelijk een .ruim aanbod op de vrije markt. Dat deze
vrees echter geheel ongegrond was, behoeft nauwelijks
gezegd, daar het ruimere aanbod zeer welkom was aan
cle industrie en daarin een gereede afueemster vond.
Zilver.
De moeilijkheden; die zich bij de goud-
productie voordeden, lieten zich “dit jaar ook voor het
zilver gevoelen, en zijn op het productiecijfer niet zon-
der nadeeligen invloed gebleven. De hooge prijzen, die
van het begin tot het einde van het jaar gemaakt kon-den worde, waren echter wel iü staat om voor zoover
arbeidskrachten en materialen dit toelieten, de pro-
1)
[Men zie
ook
de artikelen op pag.
306.
en
472
van den
jaargang
1918.
– Red.]
• ductie tot een maximum op te voeren. Het was dan
ook niet zoozeer, als
bij
de goudproductie, de duurte
der chemicaliën of de hooge stand der arbeidsloonen,
die de productie belemmerde, aangezien dit bij een
gemiddelden prijs van 47% d., tegen 40
7
/8
d. in 1917,
van geen overwegenden in’vloed kon zijn, doch veeleer
de moeilijkheid, of meermalen zelfs de onmogelijkheid,
om de hoogst noodige materialen of geschikte arbeids-
«krachten te bekomen.
Vinden wij op enkele plaatsen een
stijgende
pro-
ductie, over het algemeen valt echter een daling te
constateeren. Aangenomen mag dan ook worden, dat
de zilverproductie over 1918 een gewicht
van 5.500.000 kilo, niet te boven zal gaan, hetwelk
vergeleken met het productiecijfer van 1913 een ver-
mindering zou beteekenen van 20 pOt. De beschik-
bare voorraden aau’dehoofdmarkten en vooral te Lon-
den, in 1917 reeds uiterst gering, vonden over het
algemeen geen voldoende aanvulling uit de productie
om aan de bestaande behoefte te voldoen. Het jaar
opende op een noteering van 43% d., doch reeds on-
middellijk trad een
stijging
in tot 45Y8 d. op 5
Januari; na 15 Januari ontstond echter op ruimer
[aanbod een daling en liep de noteering geleidelijk
terug tot 43% d. op 31 Januari. Gedurende de eerste
;’4 werkdagen van Februari kon deze
prijs
gehand-
haafd blijven, doch daalde daarna opnieuw tot 42% d.
op 14 Februari en 42% d. op 22 Februari, welke
laatste noteering tot 7 Maart van kracht bleef en de
laagste is geweest van het geheele jaar.
De aanhoudende vraag ten behoeve der Entente-
landen en groote behoefte aan zilver in de V.S. voor
het vormen van credit-saldi in Britsch-Indië, stelde
groote eischen aan de zilvermarkt te New York in het
vooruitzicht. Het gevolg hiervan was, dat de in Sep-
tember 1917 verspreide geruchten, als zouden de V.S.
als verkoopers hunner groote voorraden zilveren dol-
lars optreden, thans vasteren vorm aannamen, door-
tdien een wetsontwerp bij het Congres werd ingediend,
waarbij de Regeering gemachtigd zou worden, onge-
(veer de helft der tegen de circuleerende zilver-biljet-
ten aanwezige zilveren dollars in te smelten en naar
behoefte te gebruiken.
Dit feit teekende wel den stand der beschikbare voor-
raden te New York en het behoeft on niet te ver-
wonderen, dat meer voorbehoud dan voorheen moest
worden gemaakt
bij
het beschikbaar stellen van zilver
voor de Londensche markt. Londen verkeerde inder-
daad in een eigenaardige positie en werd meer en
T
meer afhankelijk van 1ew York. De noteering te
Londen werd dan ook op New York gebaseerd in dien zin, dat Londen zooveel hooger was, dat na aftrek van
vracht en assurantie nog een behoorlijke winstmarge
voor New York overbleef. De noteering te Londen
steeg dan ook van 42
5
/4
d. op 8-11 Maart en 43 d. op
12-16 Maart, tot 43% d. op 18 en 19 Maart en 43%
d. op 20 Maart. Op 21, 22 en 23 Maart volgde een
belangrijke stijging, die de noteering bracht op resp.
44%, 45 en 46 d. Een geringe daling trad daarop in op 26 Maart, waardoor de noteering tot 10 April op
45% d. terugliep. Opgrond van de inmiddels bekend
gevorden details van het wetsontwerp der V.S. en de
waarschijnlijkheid, daarin uitgesproken, van terug-
koop van een gelijke hoeveeUaeid zilver als aan zilve-
ren dollars zou worden gebruikt, en zulks tegen een
prijs van $ 1 per oz., steeg de noteering in snel tempo
tot 49% d. op 24 April. Op 23 April bracht een tele-
gram uit Washington het belngrjke bericht, dat na
con korte bespreking het Congres het wetsontwerp
,had aangenomen, bepalende, dat 350 millioen zilveren
dollars uit de schatkist der V.S. onmiddellijk.zouden
worden gesmolten en dat de
prijs
van het zilver gedu-
rende den oorlog zou worden vastgesteld op $ 1 per
,
ox. Door dit besluit kwam derhalve ongeveer, 8% mil-
lioen kilo fijizilver ter beschikking en werd tegelij-
kertijd als het ware een m i n i mu m w e r cl d p r ij s•
voor het zilver vastgesteld. Opmerkelijk is het voor-
29
Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
107
zeker, dat dit zilver, bij do wetten van 21 Februari
1878, dc z.g. Bland Bill, en 14 Juli 1890, de z.g. Sher-
man Act, tot een totale hoeveelheid van ruim 13 mii-
]ioen K.G. aangekocht, met het doel, kunstmatig den
sterk dalenden zilverprijs te steunen, na reeds tot op
minder dan de helft van den aaukoopprijs gedaald te
zijn geweest (men denke aan de noteering van
21
11
/is
d. in 1908), thans niet slechts tegen den vollen
prijs plaatsing vindt, doch zelfs, niettegenstaande do
jaarlijksche wereldproductie sinds de jaren van aan-
koop tot het dubbele steeg, dienen kan tot steun van
.de uitgeputte wereldvoorraden.
De schonmeiingen in den zilverprjs zijn te New
York en Londen in het verdere deel des jaars zeer oii-
beduidend. Op 2 Mei daalde de noteering te Londen
tot 49¼ cl., op 13 Mei tot 48 d. tengevolge van een
vermindering der assurantiepremie van de V.S. naar
Londen. Deze laatste noteering bleef tot 30 Juni van
kracht, waarna op 2 Juli de ptijs opnieuw een fractie
terugliep en 48
13
/is
d. werd, welke noteering geduren-
de 7 weken onafgebroken gehandhaafd bleef en inmid-
dels op 13 Augustus officieel tot m a x i m u rn p r ij s
werd gesteld. Op 16 Augustus werd in de V.S. een
m a xi mii m p rij s van $ 1,01.Y vastgesteld, welke prijs
ook tevens de officieele noteering werd, deze verhooging
veranderde ook den madmumprijs te Londen, welke
op 21. Augustus 49Y2 d. werd. 1)eze noteering, de
hoogste van het jaar, bleef gehandhaafd tot den dag,
waarop de wapenstilstand werd gesloten. Reeds den
volgenden dag, 12 November, daalde de noteering te
Londen tot 48% d. tengevolge van een verlaging van
de assurantiepremie en wegens verder verminderd
risico volgde op 6 December een nieuwe daling tot
48/io
d., op welke noteering het jaar sloot.
De groote schaarschte, die over het algemeen aan
ongemunt zilver heersehte, werd in vele landen ge-
volgd door een nog grootere schaarschte aan gemunt
zilver, aan z ii v e r g e 1 d. Dat zulks voorkwam, niet-
tegenstaande de zeer belangrijke aanmuntingen, die
in de vier oorlogsjaren hebben plaats gehad wijst er
op, dat de oorzaak hiervan niet te wijten was aan een
tekort aan zilveren munt, doch aan een herhaling van
liet euvel van 1914, namelijk het oppotten. Dat ook ons land hiervan niet gevrijwaard bleef, hebben wij
maar al te zeer tot ons ongerief ondervonden en on-
dervinden het nog dagelijks. De in ons land heerschen-
de schaarschte aan ongemunt zilver deed aanvankelijk de meening ingang vinden, dat verband gezocht moest
worden tusschen deze feiten en groote hoeveelheden
zilvergeld voor industrieele doeleinden gebruikt.
Mocht ook al een enkele overtreding in dit opzicht
zijn voorgekomen, maar al te duidelijk was het, dat
dit niet de oorzaak kon zijn van liet plotseling verdwij-
nen uit de circulatie van nagenoeg al het zilvergeld.
De hooge prijzen, voor goudgeld besteed, ons gouden
tientje niet uitgezonderd, deed de verwachting ont-
staan, dat ook zilvergeld wellicht agio zou gaan doen.
En inderdaad kwamen reeds gevallen voor, waarbij
zilveren guldens en rijksdaalders tegen een hoogere
waarde aan papiergeld werden opgekocht, waardoor
het oppotten niet weinig werd bevorderd.
Het gevaar voor insmelten van Nederlandsch zil-
vergeld werd reeds dadelijk voorkomen, doordien ‘s Rijks Munt zilver voor de industrie beschikbaar
stelde. Voorts werd de handel in zilvergeld bestreden
door het bepalen van een maximumprijs voor zilver
van
f
109,75 per kilo fijn. Deze maximumprijs, door
‘s Rijks Munt als basis genonien voor afgifte van
industriezilver, werd derhalve tegelijkertijd ook de
marktprjs. Dat deze prijs aanmerkelijk boven de
Amerikaansche en Londensche markt was, blijkt maar
al te duidelijk bij herleiding der noteeringen.
Een vergelijking der zilverprijzen in de neutrale
landen met de noteeringen te Londen of New York
leidt echter tot niets, aangezien van die markten geen
zilver betrokken kon worden. Elk land, en wel voor-
namelijk de neutrale, en centrale landen, waren wat
zilvervoorziening betreft, geheel op zich zelf aangewe-
zen en dientengevolge werd de prijs in elk land afzon-
derlijk geregeld naar de beschikbare voorraden en de
bestaande behoefte. De zilverprijs in ons land, in het
begin van het jaar op
f
87,50 per kilo fijn genoteerd,
steeg in de maand Januari tot
f
90 en liep in Fe-
bruari geleidelijk op tot
f
95. In Maart steeg Je prijs
f
2 per kilo, de noteering was aan het einde dier
maand
f
97 per kilo fijn. Sinds October 1917 hadden
geën nieuwe aanvoeren van zilver voor de industrie
plaats gehad en hooge eischen werden aan de zilver-
affinage gesteld. Niettegenstaande de buitengewone
moeilijkheden om steeds de henoodigde chemicaliën
voor de affinage te bekomen, is het mogelijk gebleken,
gedurende 14 jaar de industrie van hej benoodigde,
in eigen land gefincerde, zilver te voorzien.
De stijgingen aan de buitenlandsche markten in
April deden echter in ons land het aanbod van onge-
fineerd zilver sterk verminderen en werd dit, niet-
tcgenstaande de prijzen voor dit metaal opliepen tot
f
92,50 per kilo fijn, vastgehouden. De beschikbare voorraden werden hierdoor dan ook ten zeerste ver-
zwakt, dit bleef niet zonder gevolg voor don prijs. Op
17 April was dan ook de noteering gestegen tot
f
106,50 per kilo
fijn,
welke prijs op 4 Mei gebracht
werd op den dien dag vastgestelden maximumprijs
van
f
109,75 Gedurende den vorderen loop van het
jaar bleef de prijs op dezen stand genoteerd. De laag-
ste noteering voor gefineerd zilver was dit jaar
f
87,50 per kilo fijn, dc hoogste f109,75 per kilo fijn,
voor ongefineerd zilver bewogen de prijzen zich tus-
schen
f
77 als laagste en
f
104,25, per kilo fijn, als
hoogste noteering.
DE ORGANISATIE VAN EENIGE EFFECTEN-
BEURZEN IN HET BUITENLAND.
Aansluitende bij onze besprekingen in Nrs. 158, 159 en 160 van dit tijdschrift, zullen wij thans nog
de organisatie der beurzen van Londen en New York
schetsen, om daarna met een kort slotwoord onze ver-
handeling te besluiten.
IV. Londen.
Eene wettelijke regeling bestaat niet, mitsdien ook
geene erkenning als beurs. Het beiirsgebouw is eigen-
dom eener Society op aandeelen. Het wordt verhuurd
aan de Vereeniging, die thë Stock Exehangc houdt, en
wier leden alleen houders der aandeelen in de eerste
Society kunnen, en, tegenwoordig ook moeten zijn.
Aan het hoef cl der Stock Exchangc staat. het Oom-
mittee for general purposes van 30 leden, die door
de beursleden telkens voor 6.6n jaar worden gekozen,
uit hen, die minstens 5 jaar lid zijn. Uit dit Oom-
mittee is er een dageljksch bestuur van 5 leden.
Dit Oommittee is almachtig. Zijne macht is onbe-
grensd en zonder contrôle, het kan zelfs de statuten
wijzigen. Het is wetgever, bestuürder, politie, rech-
tei. Als wetgever kan het de statuten en reglementen
vaststellen en wijzigen. Als bestuurder voert het deze
uit en regelt alles wat neodig is, beslist over cle
toe-
lating van leden, de toelating van fondsen tot de
noteering. Als politie houdt het toezicht op de ge-
dragingen der leden, kan dezen het lidmaatschap ont-
nemen, hen straffen. Als rechter beslist het geschil-
lon tusschen de leden, of van dexen met derden.
Alle leden der Stock Exchange moeten elk jaar op-
nieuw als zoodanig worden toegelaten, hetgeen het
Committee een groote macht geeft en de gelegenheid
biedt onwaardig gebleken elementen uit te tooten.
Sommige besluiten moeten tweemaal door de bestuurs-
vergadering worden genomen om van kracht te
worden.
Leden kunnen alleen zijn Engelschen; geboren als
zoodanig, of ten minste 2 jaar geleden als zoodanig ge-
naturaliseerd en 7 jaar in Engeland woonachtig. Het
aantal is onbeperkt, in 1910. pLm. 5500: Men is echter
eenigszins op weg het lidmaatschap te monopolisee-
ren, door alleen toe te laten: 1
1
. een elk jaar te be-
108
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
palen aantal bedienden; 2°. hen, die door een.uitge.
treden lid of diens, erven, in .zijn .plaats. wordén. aan-
bevolen.
Een wettelijk monopolie Jiebben de leden niet, een
feitelijk wel, wijl zij alleen, de beurs mogen bezoeken.
E.r bestaat welhandel buiten de beurs. Bankiers kun-
nen geen lid zijn, op twee firma’s na, die dit van
oudsher zijn.
Een courtagetarief bestaat niet. Over toelating van
funden beslist het Comm.ittee. De wijze van zaken
doen wordt beheerscht,door de ,,Rules en Regulations
for the conduct of Business on the Stock Exchange”,
die het Committee vaststelt of wijzigt.
Het Committee geeft een. prijscourant uit,, daar-
naast worden de tape-koersen uitgegeven door een
telegraafmaatschappij.
Op de bekende,scheiding in brokers en jobbers,
die op de Londensche beurs, aan het zaken, doen zijn
bijzonder karakter geeft, behoeft hier niet te worden
ingegaan, omdat zij voor de regelingsbevoegdheid
niet van invloed is. De geheelo Vrije regeling te Lon-
den vindt haar correctief in.de
groote macht van het
Beursbes’tuur, dat daardoor krachtig kan optreden,
om.. die maatregelen door te zetten, die voor den goe-
den.gang van zaken worden geëischt.
V. New York.
Do bevoegdheid tot wettelijke regeling van hot
effectenbeurswezen is in de Vereenigde Staten aan
de individueele Staten overgelaten. De Effectenbeurs
te New York is, evenals die te Londen, eene geheel
particuliere instelling, die drieërlei beoogt: 1
0
. haren
leden de noodige ruimte ter beschikking te stellen;
2
0
. een verhoogd gevoel van handhaving van stand
en..koopmanseer onder hén te bevorderen; 3
1
. regelen
voor de wijze van zaken doen voor’hen vast’te stellen;
Het aantal leden is beperkt, zoodat men om lid te
worden een seat moet koopen; voorts moet men bur-
ger der V.S., minstens 24 jaar oud zijn, en door.
de
Commissie van toelating zijn toelaten.
De leiding der beurs is in handen, van het Gover-ning Coinmittee van pl.m 42 leden, waarvan elk jaar
3′ aftreedt. Dit Oommittee is bevoegd alle noodige
regelingen te’treffen. Het vormt inwendig verschei-
dene subcommissies, die bepaalde zaken regelen.
Er is een cdurtagetarief, waaraan. streng de hand wordt gehouden. De leden der corporatie behoeven
zich niet aan hertoelating te onderwerpen. Overigens
stemt de organisatie-in vele opzichten overeen met
die van Londen.
De opgave der koersen van’ gedane zaken geschiedt
door de Néw York Quotation Company, o.a. recht-
streeks naar de kantoren op de hiervoor aangebrâchte. tickers. Deze officieuse opgaven vervangen de notee-
ring en hieruit’wordt van particuliere zijde een prijs.
courant opgemaakt:
Wanneer wij, een.terugblik:werpen:.op de, hier be-
sproken buitenlandsche’effectenbeurzen, moet de slot-
som worden.getrokken, dat de regeling,van deAnstel-
ling en de wijze van beheer van geen, harer voor ons
land ,past..
lJit.komt in hoofdzaak, doordat wij hier,in.een twee-
slachtigen toestand zijn geraakt. Onze wetgeving staat
op het standpunt.van den Code du.Commerce, als in
Brussel.en.Parjs;,datde beurs .is eeueofficieele. in.
stelling,, door, staat of..gemeente.beheerscht. in de
practijk. echter, heeft de effectenbeurs, in,. ons land.
zich, van, dit standpunt_losgemaakt. en isi zij ceue
particuliere instelling als de Londen.sche beurs.
Men had hier een soortgelijken toestand kunnen heb
ben, als. in Brussel.. Wanneer de gemeentebesturen
als.beheerders – der door. de,gçmeenten – geëxploiteerde.
beurzen, tijdig hadden’ ingegrepen, en een. Beurë-‘
comité; haddi ingesteld, metr opdracht. de voor de
beurzen.en den.effectenhan.del noodig.e
ç
voorschriften
te treffen,., cni wanneer: zij daarbi.j tevens, voor., dien
handel voldoende,localiteiten en inrichtingen haddeu
beschikbaar gesteld, dan was het gezag voor deze
beurzen overeenkomstig het Wetboek van Koophandel
bij,het plaatselijk bestuur gebleven..
Thans.is.het hiervoor te laat. De effectenhandel te.
Amsterdam heeft. de gemeentebeurs verlaten en daar-
mede zich aan het gemeentegezag onttrokken. Een
wettelijke regeling moet met dien toestand ‘rekening
houden.
‘in het aanhangige.ontwerp .voor een effectenbeurs
wet is dit geschied. Deze sluit aan bij den bestaanden
toestand, dat de voornaamste, effectenbeurs in ons
land; die te :Amsterdam, evenals die te ‘s-Gravenhage,
is geworden eene particuliere instelling, en zij tracht,
haar dit karakter latend, een recht van medespreken
voor het publiek gezag in haar beheer te herkrijgen.
v. T.
D.
B.
NJEUWE BUITENLANDSCHE’ CREDIETEN.
De ministers van. Buitenlandsche Zaken, .Finan.
ciën en Handel hebben bij de Staten-Generaal een
wetsontwerp aanhangig gemaakt tot goedkeuring van
do in begin December gesloten financieele overeen-
komsten met Engeland, Frankrijk, italië en den Wai
Ti’ade Board der ‘Vereenigde Staten. De financieelo
overeenkomsten vormen, een uitvloeisel van het alge-
meene areement, dat ter vertrouwelijke kennisne.
ming uitsluitend voor de.leden ter Griffie is neer-
gelegd.
De financieele regeling, waarvan hieronder een
overzicht, volgt, legt op ons land een zwaren last.
Immers aan Engeland, Frankrijk en.italië zullen ere-
dieten worden verleend tot bedragen van niet minder
dan onderscheidenlijk
f
75 .millioen,
f
30 millioen en
f
18 mfflioen.
Het aan Engeland te verleenen.crediet wordt ver-
strekt in zes, maandeljksehe termijnen, tegen 5 pCt.
Engelsche schatkistbiljetten met.een looptijd van vijf
jaren en. luidende in. guldens. Hoofdsom’ en rente
zijn vrij van alle Engelsche belastingen. De biljetten
worden tegen pan. overgenomen. Indien de houders
zulks wenschen, zullen de biljetten tusschentijds, mits
de wisselkoers op Londen.
f
12,15 of meer, bedraagt,
dooi’ de Bank of England worden terugbetaald in
ponden sterling tegen. derfi koers var
f
12 per. pond..
Hierdoor wordt bereikt, dat bij stijging van onzen
wisselkoers ,op Londen boven goudpariteit, de biljet-
ten ter remitteering kunnen gebezigd. worden. De
flossing,zal uiterlijk 31 December 1923. plaats. heb.
ben in. ponden sterling tegen den ..koers .van
f
1’2.pei’
pond, of inguldens. Mochten de Geassocieerde.Regee.
ringen in gebreke.bljven de bepalingen.van de econo-
mische schikking1 na te – leven of. mocht .de
Britsche
Regeering voor zooveel haar betreft, deze sikking
opzeggen .of haar, in onderling overleg,met de Neder-
landsche R.egeering, beëindigen, dan zal de krediet.
overeenkomst .autômatisch buiten .werking treden be-
houdens herleving ingeval de schikking wederom van kracht mocht worden.
De.. Fransche en, Italiaanseher credieten wordeu
eveneens verstrekt, in zes, maandelijksche termijnen.
tegen een,rente.van ,5. pCt. .De credieten worden,ver.
leend aan bankengroepen der genoemde, landen. Dc.
F.ransche.groep wordt gevormd door het Crédit.Lyon, nais, het. Comptoir National – d’Escompte en_de Ban-
que ; de Paris. et des Pays.Bas. .De. banken,, welke -de.
Italiaanschegroep vormen; zijn nog, niet bekend.. In-
tusschen:, houdt de Italiaansôhe .overeenkomst .in;.,dat
liet consortium:, za,1 bestaan, uit de . voornaamste Ita-
liaansche, banken,, onder leiding, van de. Banca
d’Italia:
Als onderpand, worden onderscheidenljk. 5 pCt;
Franscho en 5. p.C.t.. .[taliaansche schatkistbiljetten
in’ guldens:gegeven,, met eene. overwaarde van. respec-
tieve1jk204pCt.en,10. pCt…Wat het Fransche crediet,
betreft,, zullen wissels; doorr het consortium worden,
afgegeven,. tenbeloope,van i het i crediet ten,,onder.;hoof,
29 Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
delijke aansprakelijkheid van de leden van het con-
sortium. Het zal uiterlijk 1 April 1022 worden afge-
lost in guldens of goud. Geschiedt de aflossing niet
voor 1 April 1920 doch uiterlijk ultimo Maart 1921,
clan zal zij tegen 1004 pOt. plaats vinden.
Bij
aflos-
sing na laatstgenoemden datum zal 101 pOt. verschul-
digd zijn. De verl)lichting tot credietverleening houdt
op indien de Geassocieerde Regeeringen in gebreke
blijven de bepalingen van de economische schikking
na te leven en indien de Britsche of de Fransche
Regeering de uitvoering van de schikking beëindigt.
Voor het Italiaansche crediet zal het consortium
promessen in guldens ten beloope van het crediet
uitgeven. Het crediet is uiterlijk aflosbaar 31 1)ecem.
ber 1921. Geschiedt de aflossing niet v66r of op t
April 1920, dan zal, te rekenen van dien datum, bo-
ven de rente een bedrag verschuldigd zijn naar den
maatstaf van
Y2
pet. per jaar. De verplichting tot
kredietverstrekking houdt op indien de Geassocieerdc
Regeeringen in gebreke blijven de bepalingen van de
economische schikking na te leven totdat de gerezen
moeilijkheden zijn opgeheven. Bovendien houdt die verplichting op indien die schikking buiten werking
wordt gesteld. De Italiaansche banken zijn voor het
geheel aansprakelijk voor rentebetaling en aflossing.
De Amerikaansche regeling daarentegen draagt
een ander karakter. Zij strekt niet tot het verleenen
van krediet doch tot de wederzijdsehe beschikbaar.
stelling door beide landen van betaalmiddelen in hun
eigen valuta. Deze beschikbaarstelljng geschiedt op
de volgende wijze. Nederland stelt hier to lande of
in de Nederlandsche Koloniën guldens ter beschik-
king van Amerika tot een gemiddeld bedrag van ten
hoogste
f
20 millioen voor elke twee achtereenvol-
gende maanden van het
tijdvak,
waarvoor de alge-
meene economische schikking tussehen beide landen
van kracht is, derhalve tot een maximum van
f 120
millioen. Hiertegenover stelt Amerika daar te lande
ter beschikking van Nederland gelijke bedragen iu
dollars tegen de goudpariteit.
De financiering dezer credieteuheeft bij de Regee-
ring een punt van ernstige overweging uitgemaakt.
De Memorie bespreekt in de eerste plaats de vraag,
in hoever het
mogelijk
zal zijn belanghebbenden te
.nopen een deel van het buitenlandsche vredietpapier
rechtstreeks over te nemen. ,,Hiervoor zoudcn –
aldus de IV[emorie van Toelichting – in aanmerking
kunnen komen de reeders en de lichamen en per.
sonen, die-in de eerstkomende tijden wellicht belang-
rijke hoeveelheden goederen aan de geassocieerde lan-
den zullen leveren. De Regeering is tot de slotsom
gekomen, dat dwang, gesteld deze ware mogelijk, geen
aanbeveling zou verdienen. Voorop sta, dat de schik.
king, waarvan de financieele regelingen een onder-
deel vormen, uitsluitend in het algemeen belang werd
gesloten. Dat ook particuliere belangen, meer bepaal-
delijk van hen, die vorderingen op de hierbedoelde
landen bezitten of in de naaste toekomst zullen ver-
krijgen, door de transacties en de daarmede beoogde
stijging van den wisselkoers wellicht gediend zullen
worden, valt niet te ontkennen. Deze omstandighedeu kan echter, naar de meening dej Regeering, geen aan-
leiding opleveren voor het oefenen van den hierboven
bedoelden dwang. Ten aanzien van tal van overheids.
maatregelen geldt, dat
zij
niet slechts het op den voor-
grond tredend algemeen belang bevorderen,, doch, als hijkomstig en niet bedoeld gevolg, tevens in meerdere
of mindere mate aan particuliere belangen ten goede
komen. Het is veelal niet-mogelijk, ook slechts bij be-
nadering de in de laatste plaats bedoelde werking der
getroffen maatregelen te waardeeren. Zulks geldt ook
in dit geval. Reeds aanstonds valt-niet -te voorspel-
len in hoeverre de getroffen regelingen stijging van de wisselkoersen op de geassocieerde landen zullen
medebrengen.
Evenmin kan met voldoende nauwkeurigheid wor-
den vastgesteld wie als -belanghebbenden in – dezen zijn
aan te merken en in welke mate hunne belangen door
de transacties zullen gediend worden. Voor een bil-
lijke- regeling ontbreken de noodige gegevens ten
eenenmale. Doch ook afgescheiden van de practische
uitvoerbaarheid is de Regeering van meening, dat
het allerminst wensehelijk ware, particuliere bedrij-
ven te noodzaken een deel hunner beschikbare mid-
delen op langen termijn vast te leggen. Zij acht het
van groot gewicht en van algemeen belang, dat de
Nederlandsche en koloniale ondernemingen niet be-
lemmerd worden in haar streven zich zoo sterk moge.
lijk toe te rusten teneinde aan de zekerheid te ver-
wachten krachtige internationale concurrentie het
hoofd te kunnen bieden. Het ware met dit standpunt
kwalijk te rijmen, indien onze bankinstellingen,
scheepvaartondernemingen en cultuurmaatschappijen werden gedwongen, een deel der middelen, welke zij
voor het voeren en ontwikkelen harer bedrijven be-
hoeven, voor ‘geruimen
tijd
vast te leggen.
Het vorenstaande neemt uit den aard der zaak niet
weg, dat de Regeering op medewerking van de zijde
der zooeven genoemde lichamen voor de financiering
van de verleende kredieten ten zeersto prijs stelt en
ook niet zal nalaten hiervan te doen blijken.”
De Regeering stelt zich in verband met een en
ander voor de fhianciering in hoofdzaak te doen ge-
schieden door beleening bij de Nederlandsche Bank
en door de uitgifte van obligaties ad hoc, in beide
gevallen door de tussehenkomst van de N. U. M. Aan
de Nederlandsche Bank zal voor mogelijke verliezen
eene Staatsgarantie gegeven worden, iets waartegen
bij de thans aanvaarde winstverdeeling der Bank geen
bezwaar kan bestaan.
Do uit te geven obligaties zullen bestaan in schat-
kistbiljetten.
,,De adviseurs der Regeering zijn – aldus de
Memorie – zonder uitzondering van meenirig, dat
van eene plaatsing van door den – Staat gewaarborg.
de 5 pcts. N. U. M.-obligatiën tegen pan, voor zoo-
ver hieromtrent thans een oordeel kan gevormd wor-
den, tot het belangrijke, benoodigde bedrag geen
sprake zal kunnen zijn. Deze meening is reeds aan-
stonds gegrond op den langen looptijd der kredieten,
waarmede die der obligatiën zou moeten overeen-
stemmen, wil de maatschappij in staat zijn uit het
provenu der kredieten hare schuldbrieven af te los-sen. Maar ook afgescheiden hiervan, geven de des-
kundigen aan eene plaatsing van Staatsschuldbrie-
ven de voorkeur. Voor den Staat geldt het bezwaar
van den looptijd in veel mindere mate. Hoewel ook
bij het volgen van dezen weg getracht zal moeten
worden zooveel mogelijk overeenstemming te verkrij-
gen tusschen den duur der kredieten en dien der
schuldbrieven, verkeert de Staat in het hierbespro-
ken opzicht in gunstiger conditie dan de maatschap-
pij. Hij zal gemakkelijker het juiste
tijdstip voor eene
uitgifte van schatkistpapier op langeren termijn kun
nen kiezen. In afwachting van dat tijdstip, zal hij
de noodige gelden door de plaatsing hetzij bij de Ne-
derlandsche Bank hetzij
bij
het publiek van schatkist-
papier met korten
looptijd
kunnen vinden. Kortom, de Staat zal zich beter dan de N. U. M. aan de om-
standigheden van het oogenblik kunnen aanpassen.”
In verband hiermede is noodig een wijziging in de
bestaande wettelijke bepalingen nopens de uitgifte van schatkistbiljetten, teneinde deze, wier looptijd
thans tot één jaar beperkt is, ook voor vijf jaren te
kunnen uitgeven, terwijl tegelijkertijd de mogelijk-
heid geschapen wordt de biljetten beneden pari te
emitteeren.
Voor de uitvoering der met Amerika gesloten over-
eenkomst zal van de tusschenkomst der Nederlandsche
Bank gebruik worden gemaakt.
Ten slotte wordt in het wetsontwerp mogelijk ge-
maakt van de op grond van het agreement in te voeren
goederen een matige risicopremie te heffen. ,,I{ieibij
is uitgegaan van de overweging, dat do voorwaarden
110
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
onder welke de kredieten verstrekt worden, mede-brengen, dat vermoedelijk hier te lande de voor de
financieiing benoodigde gelden niet zonder verlies
verkregen zullen kunnen worden. In deze risico ligt
derhalve feitelijk een deel verscholen van den prijs,
dien de goederen, welke uit hoofde van de economi.
sche schikking worden ingevoerd, ons land kosten.
Met het oog hierop acht de Regeering liet rationeel,
dat het Rijk, dat deze risico loopt, de hierbedoelde
indirecte prijsverhooging tot uitdrukking brengt in
de voorgenomen heffing.”
De hffing dezer gelden zal geschieden door tus-
schenkomst van de N.O.T.
DE THEEVOORZIENING IN NEDERLAND.
Naar aanleiding van het stuk onder bovenstaand
hoofd in ons vorig nummer schrijft men ons nog,
onder de opmerking, .dat deze beschouwingen uiter-
aard nk het vrijgeven van de thee niet geheel actueel
zijn:
In den laatsten tijd wordt in de dagbladen een ware
strijd gevoerd omtrent de vraag of Nederland thee
zal aanvoeren van Londen, teneinde in het directe
dringende thee-tekort hier te lande te voorzien dan
wel, of de consumenten rustig zullen moeten afwach-
ten, totdat de aauvoeen per s.s. ,,Tabauau”, ,,Darclâ-
nus” en ,,Rembrandt” zullen zijn binnengekomen met
ladingen thee, die gezamenlijk voor de bevolking nauwelijks 3 ons per hoofd omvatten. (Voor eene
distributie van 1 ons zijn 12.000 Kn. thee noodig).
Deze aanvoeren blijven dus voorshands onvoldoende.
De bestaande maximumprijs van gemiddeld 84 cts.
(eerste-handaprjs in Entrepôt) is werkelijk hoog ge-
noeg en werd in Septmber 1917 vaslgesteld, gewet-
tigd door den toen heerschen.den oorlogstoestaud, m?t
alle risico’s aan den import van artikelen van overzee
verbonden.
Thans, waar Java-thee in Nederland tegen een
dooréénprijs van zegge hoogstehs 64 cents in Entrepôt
kan worden aangevoerd, bestaat er allerminst eenige
reden om den bestaanden m.aximumprijs te verhoô-
gen en de Minister van Landb
ouw
, Handel en Nijver-heid heeft zich dus wel terecht tegen elke verhooging
van dezen maximurnprjs verzet. Intusschen wordn
de hoeveelheden thee, welke de Engelsche food-con-
troller voor export wil
vrijlaten,
z66danig gelimiteerd,
dat de dooréénprijs voor goede kwaliteit ongeveer
15 cents per Y K.G. boven den bestaanden maximum-prijs in Nederland geleverd, calci.iièert.
De vraag, die zich .ten slotte v:oordoet, blijft of deze
Engelsehe thee ter voorziening in het bestaande
tekortgeweerd, dan wel zoo spoedig mogelijk ing4-
voerd dient te worden – zonder préjudice van den
vigeerenden maximumprijs.
Deze vraag had eôulant in dièr voege kunnen wor-
den beantwoord, .dat voor Java-thee een dooréônpri.js
van 74 cts. per
K.G. en v.00r Engelsehe thee een dito prijs van 99 ets. per
K.G. ,,tijdelijk” had kun-
nen worden vastgesteld.
De handel had allsdan de beschikking dienen te ver-
krjgn van 2 deelen En.gelsche thee ad 99 ets. per
34 K.G. en 3 deelen Java-thee ad 74 ets. per
34
hetgeen dooréén aldus
84 cts.,
zijnde de tegenwoordige
maximumprijs zou calculeeren.
Op deze wijze waren de Java-thee-belangen evenmin
geschaa.d, aangezien de te verwachten lagere vrachteh
zeer zeker den Java-thee-producent behalve eene
winst van 74 min 64 = 10 cents per
34
K.G., eenb
extra winst van 5 8 ets. zouden laten.
Zoodra de aanvoeren van Java-thee voldoende voor
de consumptie worden geacht, had men van Londet
ook
geen enkele
kist meer behoeven aan te voeren.
Ten slotte nog een enkel woord omtrent cle wijz
van veilen in Amsterdam; zulks in verband met de
beschouwing hierover in het nummer der E. S. B. van
22 Januari.
De handel, resp. het meleeren en distribueeren van
thee berust voor het overgroote gedeelte
bij
de Thee-pakkers, die op grond van de zeer scherpe concur-
rentie hun thee-inkoopen déér moeten doen, waar thee
het goedkoopst geveild, of wel verhandeld wordt.
Een tegenzin tegen de veilingen hier te lande bestaat
bij hen niets Alleen de
handel
heeft een beslisten
tegenzin tegen de Amsterdamsche thee-veilingen,
omdat daarin voor dien handel geen plaats is. Deze
tussohenhandel is dus aangewezen op China-thee-
importen of wel thee van
•
Londen aangevoerd. Zij
tracht deze thee zooveel mogelijk bij den winkelier
te plaatsen . en boyoot de Java-thee ex veiling, met
alle haar ten dienste itaande. middelen.
Deze tusseheuhandel heeft zich gedurende den oor-
log georganiseerd (ook op financieel gebied) om zich
door directen import van de Amsterdamsche veilingen
geheel en al onafhankelijk te maken.
Wil men d.ezen. tussdhenhandel vooi de veilingen
winnen, ‘dan kan dit geschieden door b.v. geheele
facturen bijéén of groote pakkingen te veilen. De
Thee-producenten- Vereeniging te Amsterdam zal
deze vraag spoedig onder do oogen dienen te zien
en eene juiste oplossing zou zeer toe te juichen zijn,
omdat tot den wederopbouw der Amsterdamsche Thee-
markt ten slotte allen zullen hebben mede te werken.
Rotterdam, Januari 1919.
WERELDOQUDVOORRAAD EN BILJ’ETTEN
OI.RCULA TIE.
De bekende statisticus Joseph Kitchin geeft de
volgende cijfers der goudvoorraden in inillioenen
pond sterling:
Uit.
‘Uit.
1913 Juni1918
Bij
circulatiebanken (V. S. uit-
gezonderd) ……………
736 1107 + 371)
Bij circulatiebanken en schat-
‘ + 65
kist der. V.S . …………
266
520
+
254)
Bij particuliere banken en
publiek ………………
593
283
310
Totaal (uitgezonderd Indië en
Egypte) ……………..
1595 1910
+
315
waarvan in de
V.S . ……..
396
633
+
237
Een bevestiging van deze cijfers geeft de Statiat
van 2 November 1918, die, -Rusland uitzonderende,
het bovenstaande met 625 milljoen berekende plus
der circulatiebanken, op 602 nillioen taxeert.
Interessant in deze cijfers is: 1°. de verplaatsing
van goud in circulatie bij het publiek naar de elrcu-
latiebanken; 2
0
. de groote toename in de V.S. Van
den voor den . wereidhandel beschikbaren voorraad
van 1627 millioen bezitten de V.S. 520 millioen, d.i.
32 pOt.;
30
de afname van het goud in circulatie bij
het publiek, dat nu nog slechts 15 pOt. van den to-
talen voorraad bezit; 85 pOt. dus dient den wereld-
handel tegen 63 pOt. op ult. 1913, een geweldige ver-
betering, het gevolg van oorlogsmaatregelen en van
het veldwinnen van gezonde economische denkbeel-
den onder het publiek, voornamelijk in de V.S., Enge-
land en Duitschland. In ons land waren we al lang
zoo verstandig.
De goudproductie bedroeg in
1914 93 mili.
1915 96.
1916 94
1917 •89
Totaal
372 miii.
volgens de cijfers der Gold Producers. (De
cijfers
van
de US.-Mint zijn iets lager, die van het tijdschrift
,,Mineral Industry” iets hooger.)
Van de toename
bij
de banken van 625 mili. zou dus
372 mill. door de productie en 253 milI. door de pu-
blieke circulatie geleverd
zijn.
Daar Kitchin dit laat-
ste cijfer
op 283 mill. berekent, is 30 millioen ver-
moedelijk naar Indië en Egypte geëxporteerd.
Thans de circulatie van bankpapier:
De Times taxeert de circulatie van Engeland,
29 Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Frankrijk, Duitschiand, Italië, Japan, Spanje, Hol-
land,. Zwitserland, Denemarken, .Zweden, Noorwegen
thans op £ 3459 miii.; die der V.S. bedraagt thans
£ 541 miii. Dit cijfer, bij dat der Times gevoegd, geeft
een totaal van £ 4000 miii. Laatstgenoemd bedrag is
vermoedelijk te laag door het niet in aanmerking ne-
men van Darlehenkassenscheine en dergelijke. Ook de
deposito’s zijn buiten rekening gelaten. Aan den
anderen kant wordt het eenigszins bevestigd door eene
opgave van de National City Bank, die den omloop
in de 40 voornaamste landen op $ 24.660 miii. bere-
kent, tegen $ 13.680 miii. in 1913, dus eene toename
van $ 10.980 mill., waarvan ongedekt $ 13.500 miii.
en $ 2800 mii., dus eene toename van $ 10.700 miii.
Bovengenoemd cijfer van £ 4000 miii. geeft dus
ruwweg genomen, de circulatie van de landen, welke
een leschikbare goudreserve van £ 1627 miii. bezitten.
Deze verhouding is zeer bevredigend en blijft dat,
ook ai zou de circuiatie op het oogenbiik £ 6000. miii.
bedragen. Deze goudreserve loopt uiteen van ca. 60 pOt. in de V.S. en Holland tot een minimum bedrag
in sommige der oorlogvoerende landen, en van eenigs-
zins meer gelijkmatige verdeeling zal de eerste jaren
geen sprake zijn.
Neemt men echter in aanmerking:
10.
dat de be-
staande goudreserve niet door afvloeiing in ‘t publiek
verminderen zal; 2
0
. dat de productie de eerste jaren
en. £ 85 miii. per jaar bedragen zal en voor het
grootste gedeelte de reserve gaat versterken; 3°. dat
een sterke afname der circuiatie verwacht mag wor-
den, clan is de verwachting gerechtvaardigd, dat de
rijke landen spoedig een hoog reserve-percentage zul-
len bezitten en dat dus binnen niet te langen tijd
geen bezwaar meer tegen goudtoevoer aan de circu-
latiebanken der armere landen bestaan zal.
Het is verléideiijk deze voorspelling uit te werken,
wat herstel van bankwezen, wisselkoersen, verkeer en
welvaart betreft, doch daarop hebben .zoovele thans
nog onbekende factoren invloed, bijv. belastingen,
bonen, productieverbetering, spaarzaamheid, loop der
prijzen, valutaleeningen, enz., dat die uitwerking te
specuiatief zoude zijn.
Wel kan men zeggen, dat het aan het goud niet lig-
gen zai, om de met 1897 aangevangen reeks vette
jaren na een door de verspilling van den oorlog nood-
zakelijk geworden inzinking, krachtig voort te zetten,
en evenmin aan de centrale bankpolitiek der groote
naties, welke thans enorm versterkt is door het Fede-
rai Reserve system in de V.S.
Wellicht zullen nadere statistische opgaven spoedig gelegenheid geven bovenstaande cijfers bij te werken.
I.D.B.
BRAZILIE.
Na in nummer 158 aan het verslag vau de
Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika (vierde boek-
jaar 1917-’18) een en ander ontleend te hebben be-
treffende Argentinië, volgt hier nog uit dezelfde bron
iets over Brazilië.
Reeds waren in April 1917 de diplomatieke
en handelsbetrekkingen met Duitschiand, tenge-
volge van den verscherpten duikbootenoorlog, afge-
broken en in het eind van Juni was, na verdere
torpedeering van eenige Braziliaansche koopvaardij-
schepen de neutraliteit herroepen ten gunste der
Gealiieerden; toen in October wederom een Brazi-
liaansch schip getorpedeerd en de commandant ge-
vangen genomen werd, beschouwde de Braziliaansche
Regeering dit als een ooriogsdaad van de
zijde
van.
Duitschiand. In de Congreszitting van 25 October
1917 werd dan ook de oorbogstoestand met Duitsch-land erkend en afgekondigd.
Als gevolg daarvan werd in eenige kuststaten,
waaronder Rio de Janeiro, de staat van beleg afge-
kondigd, de censuur werd ingesteld op de dagblad-
pers, de correspondentie en de telegrammen en spe-
ciale passen werden geëischt voor vreemdelingen, die
zich van hunne standplaats wilden verwijderen. Voorts
werd overgegaan tot het sluiten van .de Duitsche
banken, die echter later weder geopend werden onder
onmiddellijk toezicht van een regeeringsambtenaar,
teawijl contrôle ingesteld werd op de buitenlandsche
wissel-transacties van alle nationale en buiten-
landsche banken door eene dagelijksche opgave van
hare operaties aan het Ministerie van Financiën.
Ten slotte werden maatregelen genomen tot vcrhoo-
ging van de weerbaarheid van land- en zeemacht en
een Braziliaansch eskader werd uitgezonden om op te
treden in samenwerking met de Vloot der Geallieer-
den.
In de eerste dagen van Maart werden de verkie-
zingen gehouden voor het nieuwe presidentschap. Tot
president werd gêkozen de officieele candidaat der
Regeering, de heer Francisco de Paula Rodrigues
Alves, staatsraad van. Sao Paulo, die reeds in de
jaren 1902/’06 als president der Rei5ubiiek eene groote
reputatie verworven heeft en tot vice-president de
heer Delphiim Moreira da Costa Ribeiro, de tegen-
woordige bekwame president van den staat Minas
Geraes. Op 5 Juni had de officieele aanstelling van
den nieuwen president plaats, terwijl het ambt op
1.5 November door hem werd aanvaard.
Z.Exc. de heer Wenceslau Braz l’ereira Gomez, de
tagenwoordige president der Republiek opende op
3 Mei 1918 voor de laatste maal liet Congres, bij
welke gelegenheid hij een overzicht heeft gegeven van
hetgeen door de Regeering is volbracht gedurende
zijn presidentschap, dat hij op 15 November 1914 had
aanvaard. In het kort samengevat volgen hier de
voornaamste punten, door Z.Exc. in herinnering ge-bracht: sterke vermindering der uitgaven; afwikke-
ling van een aantal voor hdt Gouvernement onereuze
contracten; hervatting van de regelmatige, betaling
van den dienst der buitenlandscihe schuld; verbetering
in de :koerseu der staatsfondsen, welke gedeeltelijk
liet gevolg was van de regeeringsmaatregelen; bevor-
deiing en bescherming van de nationale nijverheid;
meer grondige ontginning van •de steenkolenbeddin-
gen en het leggen van den grondslag voor de ijzer-
industrie; inwerkingtreding (op 1 Januari 1917) va
het Burgerlijk Wetboek (Codigo Civil); regeling
y
a
n
diverse binnenlancische kwesties, o.a. van het eeuwen-
oude grensgeschil tusschen de staten Pararta en Santa Catharina en onderdrukking van de onlusten in Matto
Grosso, terwijl ook verschillende malen met goed ge-
volg bemiddeling werd verleend in conflicten tusschen
werkgevers en werknemers; herziening van de kies-
wet; ierbetering van het onderwijs; bescherming van
den landbouw, vooral in het Noorden tegen de gevaren
vai de droogte; verhooging van de weerbaarheid van
land- en zeemacht in verband met den internationabeji
toestand.
In een volgende paragiaaf leest men, dat nadien
de export van goud en andere edele metalen verboden
was, het Gouvernement eene overeenkomst aanging
met do twee belangrijkste goudproduceerende mijn-
maatschappijen, de Sao Jao d’El Rey Gold Mining
Company en de Ouro Preto Gold Mining Company,
waarbij het zich van de geheele productie dier beide
maatschappijen, ongeveer 12.000 contos per jaar be-
‘loopende, verzekerde, tegen betaling in Londen. Het
plan is, dit goud in den Thesouro Nacional te depo-
neeren ter versterking van het garantie-fonds, dat
bestemd is om als onderpand te ‘dienen voor de uit-
giften van papiergeld. In dit verband is het ook
interessant de aandacht te vestigen op het decreet
van 10 April 1918, vaaibij bepaald wordt, dat tot een
bedrag van 60.000 contos aan biljetten der Caixa de Conversao ingetrokken zullen worden tegen uitgifte
van een gelijk bedrag aan muntbiljetten. Het goud,
dat zich als onderpand voor eerstgenoemde biljetten
in de Caixa bevond, zou dan eveneens worden gebruikt
tot verhooging van het bovengenoemde garantiefonds
en dus mede dienen tot dekking van het papiergeld
112
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
in het algemeen en niet slechts van de biljetten der
conversiekas, die door dezen maatregel (gedeeltelijk)
vervallen.
Eene buitengewoon belangrijke overeenkomst werd
in het einde van het jaar 1917 met het Fran-
sche Gouvernement gesloten. Dertig van de Duit-
sche schepen, te zamen metende 250.000 ton dead-
weight, welke door de Braziliaansche Regeering
in gebruik waren genomen, werden daarbij aan
Frankrijk verhuurd voor de som van 110 millioen
francs onder verplichting van Fransche zijde, dat
deze schepen tot het einde van het contract (31 Maart
1919) zooveel mogelijk reizen tusschen Frankrijk en
Brazilië zullen volbrengen. Verder verbond Frankrijk
zich om twee millioen balen koffie te koopen en nog
voor een bedrag van 100 millioen francs aan andere
roducten van Brazilië over te nemen, gedurende den
loop van het contract. Eerst in de maand April werd
de overeenkomst door de Fransche Regeering gera-
tificeerd en kort daarop het verschuldigde bedrag ter
beschikking van het Braziliaansche Gouvernement ge-
steld.
Ondanks de steeds schaarscher wordende scheepsge-
legenheid was de totale omzet van den buitenland-
schen handel van Brazilië, uitgedrukt in sterling, niet
onbelangrijk grooter dan die van het jaar 1910. Al
was er dan ook quantitatief een achteruitgang te be-
speuren, dit werd meer dan gecompenseerd door de
zooveel hoogere prijzen.
De totale import vermeerderde van £ 40.309.000
in 1910 tot £ 44.510.000 in 1917, of eene toename van
£ 4.141.000, terwijl
de overeenkomstige
cijfers
van
den export £ 55.010.000 en £ 59.875.000 bedroegen,
dus eene vermeerdering van £ 4.865.000. Het exces
van uitvoer over invoer bedroeg in 1917 £ 15.3651000,
tegen £ 14.641.000 in 1916.
Het jaar 1918 zette echter veel minder goed in. Het
oerste kwartaal toonde een zeer belangrijken achter-
uitgang aan, die voornamelijk toegeschreven wordt
aan transportmoeilijkheden. Eerst in de maand April
begon weder eene verbetering in te treden, doch de
scheepsgelegen.heid blijft onregelmatig en onvol-
doende.
Reeds in een vorig jaarverslag kon de bank melding
maken van de verandering,. die er in den laatsten tijd
ontstaan is in de onderlinge verhouding tusschen de
diverse uitvoerproducten. Koffie was en is nog steeds het voornaamste export-
artikel, doch vergelijkt men de totale waarde van de
geëxporteerde koffie (uitgedrukt in sterling) in dc jaren 1915, 1916, 1917 en het eerste kwartaal van
1918, dan komt men tot de verrassende ontdekking, da
die in het eerstgenoemde jaar nog 60,7 pOt. van den
totalen uitvoer bedroeg, in het volgende jaar 53,2
pOt., in 1917 slechts 38,7 pOt., om in het eerste kwar-taal van 1918 tot 29,4 pOt. gedaald te zijn.
De vooruitzichten voor den oogst 1917/18, die bovendien nog exceptioneel groot was – ruim 16
millioen balen tegen 11,9 millioen het vorige oogst-
jaar – waren dan ook verre van rooskleurig en het
is zeker voor een groot deel te danken aan het tijdig
ingrijpen van de Regeering, dat aan de dreigende
crisis met zulk goed gevolg het hoofd geboden is. De
valorisatie werd inderdaad en met goed gevolg toe-
gepast. In 1918 werd de toestand aanmerkelijk beter.
De hiervoor genoemde overeenkomst mét Frankrijk,
waarbij dat land zich verplichtte tot’ dan aankoop van
twee millioen baai koffie van den ouden oogat
(1917/18), het weder, openstellen van de markt van
Havre voor koffie, ook andere dan die krachtens de
overeenkomst gekocht enz. hebben medegewerkt tot
het vaster maken der prijzen. De volgende oogst wordt
geschat op pl.m. 8 millioen balen.
Juist in het eind6 van de maand Juni 1918 kwa-
men uit het binnenland berichten van buitengewoon
felle koude, die groote schade aan de planten berok-
kende. In sommige streken zijn, naar verluidt, alle
planten van 1 tot 4 jaar bevroren. Men vermoedt, dat
de schade door deze vorsten, aan den overiger(s zéér
hoog geschatten oogst 1919/’20 aangebracht, ongeveer
30 pOt. zal bedragen, hetgeen ook medewerkt, om de
prijzen te doen rijzen.
Rubber heeft eene moeilijke periode doorgemaakt,
z66 zelfs, dat eene ingrijping van gouvernementswege,
door middel van valorisatie op de wijze als dat voor de
koffie is toegepast, noodzakelijk werd geacht.
Voor mangaanerts is 1917 eveneens een record-jaar
geworden; geëxporteerd werden 532.855 ton met eene
waarde van Rs. 57:284:015$000 tegen 503.130 ton met
eene waarde van Rs. 29:503:973$000 in 1916, uit
welke cijfers duidelijk de enorme stijging in dan prijs
valt te constateeren. In het begin van 1918 ontstond
cr echter eene
belangrijke
vermindering in den export,
tengevolge van transportmoeiljkheden op de lijnen
den Centraal-Spoorweg, die toegeschreven wer-
den aan gebrek aan steenkolen. Met Noord-Amerika,
verreweg de voornaamste afnemer van dit artikel,
tracht men evenwel tot eene overeenkomst te geraken
voor den geregelden aanvoer van steenkool, waarte-
genover Brazilië zich verplicht gesne ,verdere hinder-
palen aan het vervoer van mangaanerts in den weg
te leggen.
De nationale
nijverheid
neemt bij voortduring een
enorme vlucht, profijt
trekkende van de oorlogsom-
standigheden, die den import groote belemmeringen
in den weg leggen. De staat Sao Paulo, die op nijver-
heidsgebied aan de spits gaat, gaf een denkbeeld van
de groote ontwikkeling van zijn fabriekswezen op eene
industrieele tentoonstelling, die op ultimo September
1917 geopend werd. Wat daar te zien was, gaf een
indruk van de hoogst belangrijke vorderingen, die in
de laatste jaren niet alleen in de verscheidenheid,
doch ook in de qualiteit van de diverse artikelen ge-
maakt zijn. Op velerlei gebied behoeft het nationale product volstrekt niet meer voor het buitenlandsche
onder te doen, hetgeen een waarborg
schijnt,
dat die
industrieën zich ook na terugkeer van de normale
omstandigheden zullen kunnen handhaven.
In de eerste plaats mogen wel de weverijen genoemd
worden. Eene tentoonstelling van Braziliaansche ‘eef-
goederen, voor korten tijd te Buenos Aires gehouden,
was een groot succes. Ongelukkig hebben alle fabrie-
ken zoo veel loopende orders, dat zij aan de vele aan-
vragen, die spoedig daarop van Argentijnsche zijde
toestroomden, vooreerst niet kunnen voldoen.
Naast de genoemde weverijen, waarvan ook Rio de
Janeiro er verschillende zeer belangrijke bezit, vindt
men in den staat Sao Paulo nog zeer vele andere
fabrieken; de grootste aantallen vertegenwoordigen
fabrieken van voedingsmiddelen en dranken, wagens,
zadels en tuigen, meubels, sloten, dakpannen enz. en
hoeden.
OVER DEN 8-URENDAG EN HET WETS-
ONTWERP SCHAPER.
In het artikel van den heer C. F. Stork in het vorig
nummer zijn nog eenige belangrijke wijzigingen aan
te brengen die, daar de gecorrigeerde proef van het
artikel niet intijds werd terugontvangen, tot ons
leedwezen niet meer konden worden uitgevoerd.
Aan het’ slot van 3
0
. op pag. 78 late men nog
volgen:
,,Wil men dit laatste werkelijk doen, dan dient
vastgesteld te worden, dat in bepaalde indus-
trieën onder, met de arbeidsinspectie te regelen, be-
paalde omstandigheden in twee ploegen, ieder met
een werktijd van hoogstens 8 uur, mag gewerkt wor-
den, welke werktijden door één schafttijd van min-
stens
Y2
uur moeten onderbroken worden. Deze schaft-
tijden zijn, blijkens de ervaring, voor de abnormale
tijdperken van den dag, waarop de arbeid geschiedt,
voldoende. Men behoeft deze werkmethode niet extra-
bezwaarlijk te maken, daar de fabrikant toch ver-
hoogde bonen moet betalen.”
29 Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
113
Aan het slot van
40•
op pag.
79
leze men, in stede
van de laatste diie regels:
,,Voor deze ploegeniudeeling geldt evenals voor
het tweeploegenstelsel, dat een onderbreking van
iederen werktijd met
Y
uur voldoende geacht kan
worden. Wel zoude de wet kunnen bepalen, dat bij
de toepassing van dit stelsel bij de werkplaats een
eetgelegenheid moet wezen, ten genoege der arbeids-inspectie ingericht.”
Voorts moet gelezen worden (pag.
78,
le kolom):
,,In de machinefabriek mijner firma wordt als
48-
urige arbeidsweek gewerkt van
7.30
uur tot
12
uur
en van
1.30
uur tot
5.45
uur; des Zaterdags van
7.30
uur tot
11.45
uur.”
Ten slotte vervalt de noot op pag.
78.
INDEX-CIJFERS.
Mocht het totale
index-cijfer
over de maand Novem-
ber nog maar een geringe daling boeken, over de
maand December is deze met
118
punten vrij aan-
zienlijk geweest. ilet percentueele
cijfer
liep van
282,6
tot
277,0
terug en komt daarmede weer op het
niveau van Juni van dit jaar. Het absolute cijfer
bedraagt thans
6094
tegen
2565
aan den vooravond
van den oorlog. De gebruikelijke tabel volgt hier.
Ande je
LJ,vcr-
Granen
v,,.
sen:
Alge. Data
en
ding,. Weef. Delf- olien. Totaal meen
stoffen sloffen hout.
Index.
OleCicfl en ge-
–
notm.
rubber,
cijfer
enz.
Basis (gemicid.
1901-5) .
500
300
500 400
500 2200 100,0
1 Januari1914 563
355
642
491
572 2623 119,2
1
April
,,
560
3504 6264 493
567 2597 118,0
1 Juli
,,
5654 345
616
4714 551 2549 115,9
1 October ,,
646
405
6114 4724 645 2780 126,4
1Januari1915 714
4144 509
476
686+ 2800 127,3
1 April
,,
840
427
597
644
797 3305 150,2
1 Juli
818
428
601
624
779 3250 147,7
1 October ,,
809+ 470+ 667
619+ 7691 3336 151,6
1Januari1916 897
446
731
711+ 8484 3634 165,1
1
April
,,
9494 503
7964 851
913 4013 182,4
1Juli
,,
989
520
794
895 1015 4213 101,5
1 October ,,
1018
5364 937
8584 1073 4423 201,0
1Januari1917 1294
553 11244 8244 1112 4908 223,0
EindeJan. ,,
1310
561′ 1137
8254 11194 4953 225
1
1
Febr.,,
13124 5814 1189
8294 11594 5072 230,5
Mrt. ,, 1346
6104 1226
8344 1283 5300 240,9
April,,
1362
642 1240
842 1293 5379 244,5
Mei
13764 648 12614 8394 12864 5412 246,0
Juni
14324 6524 1441
8414 12784 5646 256,6
Juli
13334 607 1512
840 12964 5589 254,4
Aug.
1342
670 15044 830 13114 5658 257,1
Sept.
12214 726 15094 8224 13544 5634 256,1
Oct. ,,
12264 724 15754 824 1351 5701 259,1
Nov.
12364 679 16604 848 1344 5768 262,2
Dec. ,,
12864 686 16844 8394 13484 5845 265,7
Jan.1918 12214 686 17194 829
–
1329 5785 262,9
Febr.,,
1235
693 1733
838 1319 5818 264,4
Mrt. ,,
1238
697 1777
836 1319 5867 266,6.
April,,
1244
7444 1760
850 13424 5941 270,0
Mei
1247
7774 17734 849 1369 601.6 273,4
Juni
1274
7774 18114 8614 1380.4 6105 277,5
Juli
1274
7774 1808
8894 1379 6128 278,5
Aug.
12874 775 1920
8894 1395 6267 284,8
Sept.
12464 7794 1929
889 1394 6238 283,5
Oct.
1271
780 1889
8784 13914 6210 282,6
Nov.
1289
7824 1848
903 13894 6212 282,6
Dec. ,,
1303
7824 18054 816 1337 6094 277,0
Uit de cijfers blijkt – naar ,,The Economjst” op-
merkt – dat de prijzen der voedingsmiddelen nog
steeds stijgende zijn, ofschoon zij in doorsnede toch
nog ver van de zeer hooge prijzen staan, welke gol-
den in het voorjaar ‘en den zomer van
1917
en des-
tijds door regeeringsingrijpen naar omlaag werden
gebracht.
Op
de textielmarkt viel een vrij scherpe.
daling in de garen- en wolprjzen waar te nemen,
terwijl ook de grondstofprjzen afbrokkelden. Ook till-
en koperprijzen zonken belangrijk. In . de groep
diversen is de daling toe te schrijven aan het verloop
der rubber- en petroleumprijzen.
Het absolute index-cijfer bereikte – gaat ,,The
Economist” voort – zijn maximum in Augustus
1918;
sindsdien is de daling ingetreden. Deze daling maakt,
dat de
netto-stijging
over
1918
niet zoo groot is
geweest als de vorige jaren. Ter vergelijking nemen
wij de volgende tabel over.
Einde Granen
en
Andere voedings’
Weef-
Delf-
Diversen Totaal
van:
vleesch
middelen
stoffen
stoffen
Juli .1914
579
352 616
1
/,
464′!2
553
2565
Dec.
1914
714
414
1
!,
509
476
686’/2
2800
Juni 1915
818
428
601
624
779 3250
Dec.
1915
897
446
731
711′!2
848
1
/,
3634
Juni 1916
989 520
794
895
1015
4213
Dec.
1916
1294
553
1124
1
!,
824
1
!,
1112
4908
Juni 1917
1432
1
1,
652′!,
1441
841′!,
1278
1
!,
5646
Dec.
1917
1286
1
!,
686
1884″3
839
1
!,
1348!2
5845
Juni 1918
1274
777
1
/2
1811
1
/2
861
1
/2
1380′!,
6105
Dec.
1918
1303
782
1
!,
1805
1
!,
816
1337 6094
Het halfjaar, dat achter ons ligt, is de eerste
periode van zes maanden geweest, die een inzinking
van het totaalcijfer heeft meegebracht. Slechts niet
noodzakelijke levensmiddelen bereikten hun hoogste
punt tegen het einde van
1918.
Van December
1915
tot
1917
was de stijging in elke periode verbazing-
wekkend. Ofschoon het cijfer der weefstoffen van
1811
1
/2
op
1805
1
/2
daalde, moet vermeld worden, dat
het tusscheutijds, namelijk einde September, tot
1929
gestegen was.
De marktnoteeriog van eenige belangrijke artikelen over de
6
laatste jaren laten wij hier volgen.
Einde van:
sinds
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1917
Katoen (middl.) 7.14
,1.
4.47 d. 7.75 d. 10.64
cl.
23.02d. 22.20d. —0.82 d.
11
(32’stw.) 104 d. 7 d. 12 d. 17′ d. 37d. 41d. + 4/,d.
Hennep(Man.a) £264 £ 26 £ 47 £ 60 £ 85
£ 100 + £
15
Zijde (Canton) 12/6 1116
11/6
14/6 24/ 25/
+ 1/
Via, ………. £321 nom. nom.
£94 £147 £177 + £30
Cleveland (ruw
ijzer
No.
3).. 50/6
541
78!
87/6
95/
95/
–
Stalen rails…. 1301
127/6
2201
2251
217/6
2176
–
Koper (Stand.) £ 64 £ 57 £ 864
£ I
364
£
1104
£
11 +
14
Tin
,,
£
1674 £ 144 £ 168 £ 178′ £ 294 £ 236 – £ 58
Lo’d(Engelsch) £ 18
£ 19i £ 304 £ 324 ‘) £30 ‘) £
•171+
7
1
Talk ………..34/
30/6
44/6
50/6
72/
88/6 + 166
Petroleum …. 8′ d.
81 d.
10
d. 13)
1.
19) d. 104 d. – 3 d.
Tarwe ……..
1/
43/3
549
74/10
7111
723 + 1/2
Gerst ……….25/10
29.9
47/5
67/5
57/7
62/3 + 4/8
Haver ……..18/4
25/11
30/
47/4
44/2
50/6 + 6/4
Schapenvleesch
(prime)
7/4
6/I0
7/6
108
14/
916
–
Suiker(W..Ind.) 1116
8/3
27/9
2
)41/10 40/6
55/6 + 11/
Thee ……….5 d.
64 d.
74 d.
8 d.
3
)15 d. ‘)16 d.+ 1 d.
lijst ……….7/7)
12/6
14/74
201
26/3
2613
–
1) vreemd lood
2) granulated
5)
gebroken
In de meeste gevallen waren verschillende notee-
ringen herhaalde malen hooger gedurende het jaar dan einde
1918.
Katoen heeft de grootste schom-
melingen getoond. Bij het uitbreken van den oorlog
noteerde Middling American
6.86
d. per Ib. Einde
November
1914
was de prijs tot
4.46
d. teruggeloopen.
In
1915
steeg hij geleidelijk tot
7.75
d. In November
1916
bereikte de katoennoteering
12.11
d., maar zonk
tegen het einde van dit jaar weer in tot
10.64
d. Juni
1.917
noteerde katoen
19.45
d., om einde December het
cijfer
23.02
d. te bereiken, terwijl einde Maart
1918
24.76
d. werd betaald; u]timo December
1918
was de
noteering voor Middling weer tot
22.20
gedaald. Ook
lood, koper ets tin gaven vrij groote prijsschomme-
lingen in den loop der oorlogsjaren te aanschouwen.
Klei’n.handelsprijzen.
De verhoudingscijfers van
verbruiksartikelen, in den handel gebracht door de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E. II.), welke – zoo-
als de lezer weet, thans nog slechts voor dezulke, waar-
omtrent in de verlagmaand en de daaraan vooraf-
gaande door dezelfde coöperaties prijsopgaven werden
verstrekt – door het Centraal Bureau voor
d e S t a t i s t i e k gepubliceerd worden, zijn de navol-
gende.
114
‘
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
Artikelen
1913
1914 1915 1916 1917
113 116 142 165
–
123′
123
88
91
100 118 176 176
Margarine
.
……..
127 99
102
110
122 138 138
Gort
………….
100 100
125 161
179 196
196
Koffie
………….94
Suiker (basterd)
89
–
91
105 115
116
122
127
Stroop ………….
11
(melis)
85 89 98
102 103
107
108
Zout …………..
.80
80
90
90
110 190 190
De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk 100
gesteld.
AANTEEKENINGEN.
Voortzetting der fusie ‘in de exploitatie
onzer spoorwegen.
– Blijkens – de door de be-
trokken spoorwegdirecties aan aandeelhouders gedane
voorstellen ligt het in de bedoeling dat binnenkort
de ‘Ned. Centraal Spw. Mij. en de Noord-Brab. Duitsche
Spw. Mij. – meer bekend onder den naam van
Boxtel-Wesel – hare lijnen op de in de pers ge-
publiceerde voorwaarden ter exploitatie aan S.S.
zullen overdragen.
Ofschoon dit voor de exploitatie van ons spoorwegnet
geen groote veranderingen zal brengen, aangezien
deze maatschappijen de eene een hoogst belangrijken
schakel in het binnenlandsch verkeer van S.S.,
de andere een dito in haar irternationaal verkeer
bedienende – reeds zeer nauw’ met die maatschappij
waren gelieerd, verdient het verdwijnen dezer beide
uit de
rij
der spoorweg-exploitanten als een mijlpaal
in de geschiedenis van het Ned. spoorwegwezen vermel-
ding. Die geschiedenis, waarin zij, een belangrijke rol
hebben gespeeld, voert ons terug naar het tijdperk
der ongebreidelde spoorwegconcurrentie vôér 1890.
N.C.S. aanvankelijk nauw samenwerkende met S.S.
tusschen wier toenmaals geheel gescheiden Noorder-
en Zuidernet zij de aangewezen schakel vormde,
coquetteerde daarna beurtelings met hare drie grootere
zusters, totdat in 1884 de meerderheid der aandeelen
door de voorm. N.R.S. werden verworven en daarna
in 1890 met de lijnen van laatstgenoemde maatschappij
in handen van S.S. overgiogen.
Sedert dien werd de band tusschen S.S. en N.O.S.
steeds’ nauwer en werd N.C.S. ook- betrokken in de
belangengemeenschap, welke 1 Januari 1917 tussehen
S.S. en H.S. tot stand kwam.
De Boxtel-Wesel, destijds met groote verwachtingei
voor het over deze lijn te leiden internatjonaal ‘vei-
keer aangelegd, is aanvankelijk vinnig door S.S., die
hare lijn Venlo-Eindhoven-Boxtel aan een analoog
verkeer trachtte dienstbaar te maken, bestreden; eerst
het jaar1890, dat meer evenwicht in bns spoorweg-
wezen bracht, heeft ook dozen strijd tot rust en daar-
mee de lijn der N.B.D.S. tot haar recht doen komen
als een belangrijken schakel in het Engelsch-Duitsch
reizigersverkeer, in concurrentie tegen de door H.S.
toenmaals geschapen en voortdurend verbeterde Hoek-verbinding.
Alleen de Veghelsche bootdienst, waardoor de N.B.D.S.
zich een terminus in Rotterdam schiep, is uit ,het
concurrentie-tijdperk overgebleven.
Sedert eenige jaren heeft S.S. door aankoop van de
meerderheid der aandeelen zich ook dé’contrâle over
deze lijn
erworven, terwijl zij haar thans ‘geheel in
exploitatie zal nemen. De opheffing van het merk-
waardige overlaad verkeer van Veghel, hetwelk jaren
lang aan S.S. en H.S. eene ernstige directe e
indirecte concurrentie heeft aangedaan is daarv:an
voor ons spoorwegwezen wel het belangrijkste gevolg.
Zoo staat thans het geheele Nederlandsche spoorwegnet,
met uitzondering van de beide korte lijngedeelten ‘in
Zeeuwsch-Vlaanderen, welke uiteraard wel steeds
op Belgische exploitatie zuilen blijven aangewezen,
als één geheel te worden geëxploiteerd door de twee-
eenheid S.S./H.S. ‘
lid.
Koffie, Thee, Copra en Kina.
– De groote
verscheidenheid van gegevens’ die de heer S. P. van
E e g h en, voorzitter van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Amsterdam in zijn nieuwjaarsrede
b’ijeenbracht’ geeft ons de gelegenheid enkele ge-
gevens, daaraan ontleend, hier over te nemen van
artikelen waarvan men vroeger in deze kolommen
geregeld bei’ichten opgenomen vond, hetgeen door
de oorlogsomstandigheden evenwel in het afgeloopen
jaar niet steeds even volledig kon worden voort-
gezet.
K of f ie. Het is wel vanzelfsprekend,
1)
dat er van
werkelijken handel in het afgeloopen jaar geen sprake
kn
zijn.
Naar gelang van de voorraden, zorgde het
Rijks-Distributiekantoor voor thee en koffie, dat de
verbruiker regelmatig koffie ontving.
Was ‘het begin Januari to verwachten, dat er flinke
aanvoeren zouden plaats hebben, daar er met enkele
stoomschepen 146.615 balen koffie onderweg waren,
de opvordering van al die schepen maakte aan dezè
verwachting een einde. Er moest dus’voorloopig van
de voorraden worden gedistribueerd, waardoor het
rantsoen slechts klein kon zijn. Over de meeste
maanden werd dan ook maar een vierde van de nor-
male consumptie, geljkstaande met 1 ons per maand
en per persoon toegestaan. Later kwamen eenige der bovenbedoelde partijen, te
.zarnen 42.082 balen, die naar Londen waren gebracht,
naar hier, tervijl het resteerende quantnm uit de
overige schepen te New-York door de Amerikaansche
reg.eering werd overgenomen.
Importen waren wegens gebrek aan scheepsruimte
geheel onmogelijk. In Brazilië hadden de boomen op
vele ondernemingen door zware vorst zeer geleden
en stond men voor een zeer kleinen oogst. Deze
schade en groote aanknopen door de Braziliaansche
en Fransche regeeringen, deden de prijzen sterk
stijgen en deze
stijging
bleef aanhouden. Vele eige-
naars hier van Braziel-koffie hebben hun contracten
dan ook met flinke winst terugverkocht. De moeilijkheid van verscheping van Nederi. Oost-Indië, waar aanzienlijke koffievoorraden zijn opge-
hoopt, waren oorzaak, dat de markt op ,Tava de eerste
helft van het jaar zeer sterk terugliep en dat Robusta
tot c.a. f18,— per picol moeilijk ‘te verkoopen was.
De’ Brazielberichten en verwachting ‘.an steun aan
ondernemingen, die geen werkkapitaal hadden, waren
oorzaak, dat de speculatie ging koopen, waardoor de prijzen geleidelijk weer tot
f
34,— opliepen. Er blijft
echter, door de onzekerheid van verschepen, eene
dispariteit bestaan van ca. 16 cents ten koste van
Robusta-koff ie in’ vergelijking met Good-Average
Santos- koffie.
T h ee. In het afgeloopen jaar vond slechts in
Januari een afdoening plaats. In deze afdoening
werden 6820 kisten Java-thee en 2,4 kisten Sumatra-
thee tot vastgestelde
prijzen
ter beschikking van de
tusschenhand gesteld.
De aanvoer bleef beperkt tot 9888 kisten thee, in
het najaar hier aangevoerd van Londen, uit het door
• de Geallieerden gerequireerde schip Lombok.
De distributie van thee aan het publiek werd wegens
gebrek aan voorraad in Januari onderbroken, waarna
in Juni het restant der in de tusschenhand ng aan-
wezige thee onder verbruikers werd verdeJ.
Co p r a. Zaken in copra op de Amsterdamsthe markt
gedurende het jaar 1918 waren onmogelijk, tenge-
volge van het uitblijven van toevoeren.
Nederlandsch-Indië wist zich te redden door verkoop,
vooral van cocosolie, naar de Vereenigde ‘Staten van
Noord-Amerika en naar Japan, doch hier te lande
was men geheel tot werkeloosheid gedoemd.
De Nederlandsche Regeering voorzag zich van een aanzienlijke hoeveelheid cocosolie, ca. 30.000 tons
1)
[Wij
volgen met enkele verkortingen den tekst van
‘s heeren van Eeghen’s rede ja de bekende brochure-uitgave
derzelve. – Red.]
29 Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
115
ter waarde van ca. f
20.000.000,- in Nederlandsch-
Indië. Ofschoon bij dien aankoop geen gebruik ge-
maakt werd van de bemiddeling van den Nederland-
schen handel, mag verwacht worden, dat deze par-
tijen bij aankomst in Nederland niet met voorbij-
gaan van dien handel ter beschikking der nijverheid
zullen wordeu gesteld.
Java verscheepte in Januari/Juni 1918: copra 2147
tons (19010); klapperolie 12939 tons (13167). Het
cijfer tusschen haakjes ziet op 1917.
Kinabast: De handel in Kinabast op de Amster-
damsche markt was in het afgeloopen jaar van geringe
beteekenis, aangezien gedurende het geheele jaar geen
aanvoeren plaats hadden.
De eerste hands voorraad bestond begin 1918 uit
1384 colli. Hiervan werden 169 balen Fabrieksbast inhoudende 679 Kgr. Zwavelzure Kinine tot Kina-
contract-prijzen afgedaan. Deze 169 balen bestonden
voornamelijk uit spil en monsters.
Verder werden van Pharmaceutische basten in een
ex veiling verkocht: 411 colli, inhoudende 627 Kgr.
Zwavelzure Kinine tot prijzen van 41 ets. tot 95
cts. per Y2 Ko.
l)e nog uit den voorraad resteerende 837 balen, welke
in Juni 1917 waren aangevoerd, werden eerst in
December 1918 vrijgegeven voor binnen]andsch ge-
bruik.
J’ostchèque en girodien.st.
– De post-
chèque en girodienst bericht, dat in 1918, van 16
Januari tot ultimo Decem.ber plaats hadden: 486.992 stortingen tot een gezamenlijk
bedrag van …………….f
219.821.345
243.032 overschrijvingen tot een geza-
menlijk bedrag van ……..,, 358.772.521
341.203 afschrijvingen wegens chèques
tot een gezamenlijk bedrag van ,, 178.277.855
Het aantal postrekeningen bedroeg op 31 Decem-
ber 1918 13.720.
Werlclirachten in de Duitsche metaal-
in dus t r i e.
– Een correspondent van de Econo•
mist doet in het laatste nummer van dat tijdschrift
mededeeling van cijfers, verzameld en gepubliceerd
door het vakverbond van metaalbewerkers in Duitsch-
land, der arbeidskrachten in de fabrieken waar aan-
geslotenen bij de vakvereenigingen werkzaam zijn.
Het volgende staatje wordt gegeven:
Totaal
waarvan
werkkrachten
vrouwen
1914
……..
196.120
….
12.968 . . . .
6,6
1915
……..
387.612
….
65.138
….
16,8
1916
……..
1.079.455
….
288.362
….
26,7
1917
……..
1.920.423 . . . .
624.688
….
32,5
Het aantal vrouwelijke leden der vakvereenigingen
verdubbelde in 1917.
De prijsstijging te Brussel tijdens
cl
e n o o r t o g.
– De administratie der ,,Compagnie
Internationale des
WTagonsLits
te Brussel heeft
voor 56 voorname voedingsmiddelen een heel inte-
ressante lijst vaji het prijsverloop te dier plaatse
samengesteld. Uit het aangegeven
prijsverloop
treden
twee feiten naar voren:
10.
voor elk der 56 artikelen
is er een voortdurende stijging geweest van 1 Juli
1914 tot 1 Juli 1918; 2°. een algemeene daling, in enkele gevallen vrij aanzienlijk, is ingetreden tus-
schen 1 Juli en 1. November 1918. Gemiddeld is de
stijging voor de 56 artikelen geweest 1.153 pOt., zoo-
dat een artikel, dat to Brussel frs. 1
Q
kostte bij het uitbreken van den oorlog, met frs. 115,30 betaald
werd op 1 November 1918. De stijging voor sommige
artikelen wijkt natuurlijk ver van de gemiddelde af.
Zoo bedroeg die voor brand-, verwarmings- en reini-
gingsstoffen 2.172 pOt. Linnengoederen, kleeding-
stoffen en schoeisel, welke over ‘t algemeen in Bel-
gië worden gemaakt van vreemde grondstoffen, ver-
toonden een stijging van 855 pOt.; groenten en
vleesch, overwegend inlandsche producten, stegen met
005 pOt. en 071 pOt. Niettegenstaande de tusschen
1 Juli en 1 November ingetreden daling, kan men
uit de volgende cijfers ten duideljkste zien, welke
zorgwekkende hoogte de prijzen te Brussel 1 Novem-
her 1918 nog hadden.
1 Juli 1 Nov.
Stijging per kilo
1914 1918
fr.
0
10
I1ee1
(per kilo)
0,34
7,97
7,63
2.444
Rijst
0,87
13,84
13,17
1.965
Koffie
2,91
45,-
42,09
1.446
Suiker
0,68 9,66
8,98 1.320
Boter
3,29
40,-
36,71
1.166
Vet
1,54
29,32
27,78
1.804
Chocolade
2,81
56,25 53,44
1.901
Waschzeep
0,47 12,45 11,98
2.549
Soda
0,10
1,92 1,82
1.820
Schoenen
(nieuwe)
20,-
236,-
216,-
1.076
11
(repar.)
3,84
46,42 42,58 1.109
Petroleum
(per liter)
0,17
9,29
9,12
5.365
Edm. Théry, die deze cijfers behaidelt in de
,Eeonomiste Européen”, deelt mede, dat hetzelfde
,
prijsverloop geldt vopr .het bezette gebied van Noord-
Frankrijk en wijst er verder op, dat de bevrijding
van Noord-Frankrijk en België een prijsstijging ten
gevolge heeft gehad op de markt te Parijs, daar men
onmiddellijk goederen aan het niet overweldigde ge-
deelte van Frankrijk heeft onttrokken om ze naar de
voormalig bezette gebieden te zenden.
INGEZONDEN STUKKEN.
HANDELSATTAOHE EN OONSULAIR
AMBTENAAR.
Mijnheer de Redacteurl
Met belang.stelling heb ik kennis genomen van de
Aanteekening, voorkomende in het vorig nummer
van dit tijdschrift, in zake een Nederlandsche mon-
sterkamer to New York, welker stichting – naar
aldaar te lezen is – door den voor de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika onlangs benoemden han-
delsattaché zal worden ter hand genomen en waarvan
de daaraan te verbinden ,,bestuurder” inlichtingen
zal hebben te geven omtrent mogelijke handelsbetrek-
kingen tusschen Nederland en de V. S. wederkeërig.
Zoover ik weet, was althans deze laatste taak tot op
heden
bij
uitstek aangewezen voor de consulaire amb-
tenaren. Voorts blijkbaar ook van de pas in het leven
geroepen handelsattaché’s. Dat er veel kans is op be-
langrijken uitvoer van Nederlandsche fabriekmatige
artikelen naar de Vereenigde Staten ligt niet voor
de hand. De enorme invoerrechten aldaar zijn even-
zeer een bezwaar als de steeds
y
erminderende werklust
en steeds hoogere bonen der handwerkslieden in Ne-
derland. Intusschen is het verheugend, dat zaakkun-
digen moed hebben.
Enkele jaren geleden hadden wij behalve onzen
gezant te Washington en diens secretaris geen bezol-
digde vertegenwoordigers in Noord-Amerika. Thans
hebben
wij
er drie diplomaten te Washington, bijge-
staan door een jongen Rotterdamschen koopman; ver-
der twee bezoldigde consuls to New Ydrk; dan nog
pas een handelsattaché. Nu wordt daaraan nog weder
een ambtenaar toegevoegd, die ook al economische in-
lichtingen zal moeten geven. Wat zal nu de verhou-ding •dier heeren onderling zijn? Worden de consuls
ontheven van hun voornaamste taak, de economische,
en waarom? Zij hebben er voor gestudeerd, zijn er in
geëxamineerd. Van de Indische behoeften en krachten
inzonderheid is de consul-generaal uitnemend op de
hoogte, evenals de consul, door jaren verblijf in Sin-
gapore. Indië speelt voor ons rijk economisch de
hoofdrol in Amerika. Daarvan dient toch profijt ge-
trokken!
Als dè verhoudingen niet geregeld worden en be-
kend gemaakt, is verwarring te verwachten. En als
116
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari’1919
goede ambtenaren half worden .reggedrongen, dan
vermindert men hun kracht en lust.
H. M.
[Wij hebben ons veroorloofd bovenstaande bijdrage
voor te leggeii aan de
Economische Directie aan. het
Departement van. Buitenlandsche Zaken.
Naar aan-
leiding van de geopperde bezwaren werd ons mede-
gedeeld, dat de Consul-Generaal te,New York en zijn
assistent (de mede in het stuk genoemde consul) het
in een wereidhaven als New York te druk hebben
met zuiver consulaire werkzaamheden om ook aan
haiadelsza’ken voldoende aandacht te wijden.
Bij
dit
antwoord meenen wij nog te kunnen opmerken, dat
– begrijpen wij den inzender van het bovenstaande
stuk goed – juist zijn bezwaar is, dat de behartiging
van de handelsbetrekkingen – die hij
bij
uitstek de
taak acht voor de consulaire ambtenaren – overge-
dragen wordt op nieuwe functionarissen, als handels-
attaché en bestuurder van een t.z.t. te New York te
openen Nederlandsehe monsterkamer. Wat betreft ‘het
verzoek van den inzender, dat de verhoudingen tus-
schen, de verachilleude anzbtenaren zouden worden
bekend. gemaakt, wordt ons medegedeeld, dat de ver-
houding van den. nieuwen handelsattaché en de
consulaire ambteuaren nauwkeurig geregeld is. –
Red.]
REGEERINGSMAATREGELEN OP
–
HANDELSGEBIED.
Rantsoenen voor aanvoer naar
N e d e r 1 a’n d. In de vergadering der Tweede Kamer
van 13 November j.l. werd verklaard, dat Nederland
zou kunnen rekenen öp toevoer gedurende een jaar
van o.a. 375.000 ton broodgraan, inclusief rijst, 45.000
ton Chili-salpeter, 40.000 ton, fosfaten, .25.000 ton
pyriet en 300.000 ton maïs voor veevoeder. Als .ge-
volg van voortgezette onderhan e
delingen zijn dez
hoeveelheden nu met ingang van 30 Januari ver-
hoogd tot 600.000 ton broodgraan, een onbeperkte
hoeveelheid Chili-salpeter 6men is voornemens
125.000 ton aan te voeren), 60.000 ton fosfaten, 33.000,
ton pyriet en 500.000 ton maïs voor veevoeder. Voor
andere soorten veevoeder is een jaarlijksche hoeveel-
heid van 250.000 ton bepaald, terwijl
rijst
niet meer
begrepen is onder broodgraan, maar er een apart
‘rantsoen van’70.000 ton is vastgesteld voor rijst, mout,
sago,’ tapioca, mandioca, arrowroo.t en atijfsel.
‘N.O.T.-heffing van ing.evoerde
g,o ed e r e n. In verband met het wetsontwerp rege lende oa.-de voorzieningen van geldelijken aard ten
aanzien van “de met de G’eassocieerde Re.geeringen te
Londen gesloten overeenkomsten (zie elders in dit
nummer) zal de N.O.T. met ingang van 1 Februari,
ingevolge opdracht der regeering en ten behoeve van
de schatkist, 5 püt. heffen van de factuurwaarde der’
goederen, die door bemiddeling van N.O.T. uit’ het
buitenland worden ‘betrokken. Wij verwijzen naar de beschouwing over dezen maatregel op pag. 101.
II a v e r v o o r m a 1 s. Het ligt in het voorne-
men een groote hoeveelheidzaaihaver naar Frankrijk
uit te voeren, in ruibvoor veevoeder.
T he e. De Minister van Landbouw is voornemens
em, onmiddellijk na, afloop van de thans reeds aan-
gekondigde distributie ‘van ‘thee, een proef te ‘nemen
met herstel ‘van den geheel vrijen handel. Nader zal
-worden bekend gemaakt ‘op welken -datum de distri-.
butieregeling en de maximumprijzen worden opg’e.
.’heven. –
Regeeringsbloem en -meel. Met ingang-
van 27 Januari zal onder regeeringsbloem worden.
.verstaan een mengsel van 50 K.G. Amerikaansche
bloem ‘en :50 K.G. bloem, verkregen door uitmaling
op 82 pCt:’.van een ‘mengsel van 60 K.G. buitenland-,
sche tarwe, 15 K.G. inlandsche tarwe en 25 K.G. in-
landsche rogge.”
De samenstelling van regeeringsmeel wordt ‘dan:
20 pOt. buitenlandsche tarwe; 30 pOt. inlandsche tar.
we; 30 pOt. inlandsche rogge; 10 pOt. erwten/.boonen;
10 pOt. gedrodgde aardappelen/of poeder; of: 20 pOt.
buitenlandsche tarwe; 30 pOt. inlandsche tarwe; 40
pCt. inlandsche rogge; 10 pOt. gedroogde aardappe-
len/of poeder.
Met ingang van denzelfden datum wordt de inkoop-
prijs voor de gemeenten voor regeeringsmeel
f
36,70
per 100 K.G. Een nieuwe verrekeningsregeling van
het nadeelig verschil tusschen de inkoop- en verkoop-
prijzen van regeeringsmeel treedt dan meteen in
werking.
RegeeringsmeeL Aan de tarwemeelfabri-
kanten en molenaars is opgedragen om, voor zoover
zij nog inlandsche tarwe of rogge, maïs, erwten of
hoonen voorradig hebben, ‘deze producten in stede
van buitenlandsche tarwe in het regeeringsmeel te
verwerken en wel tarwe of rogge tot een percentage
van ten hoogste 15 pOt., maïs, erwten of boonen tot
een percenta.ge
van ten hoogste 10 pOt.
Vleeschvoorziening. – Ingetroklen
zijn
verschillende ministerieele beschikkingen houdende
verbod tot aflevering en vervoer van slachtpaarden,van
levende varkens, van geslachte varkens of gedeelten
daarvan, van bokken en geiten, van levende schapen
en lammeren en va-n versch vleesch; benevens tot vast-
stelling van maximumprijzen voor nuchtere kalveren,.
varkens, schapen, -geiten en bokken en van een maxi-
mumkleinhandelsprijs vdor geitenvleesch.
V e t p o s i t i e. In overeenstemming met de op
15 October j.l. door den Minister uitgesproken ver-
wachting, is gebleken, dat met de aanwezige voor-
raden het thans geldende vetrantsoen verzekerd is
tot 27 Februari a.s.
A a r d a p p e 1 e n. Voor aardappelen zijn nieuwe
maximuminkoopprijzen voor de gemeenten vastge-
steld.
MAANDCIJFERS.
PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN.
e)
(Ontleend aan ,,Maaudschrift Centraal Bureau Statistiek”)
Naam van (le
October
November
1918
1917
1918
1
1917
Mijn
Staatsmijnen..
–
,,Wilhclmina”
54.400 50.340 43.367 48.581
,,Emma ……….
65.966
51.111
51.489
46.959
,,Hendrik ……..
19.750
–
18.842
–
140.Ï16
101.451 113.698
95.540
Totaal ….
Particul. mijnen.
..
..
Domaniale mijn
46.557 44.634
40.043 43.620
Mijn Laura en Ver-
45.600
44.800
37.800
44.100
Oranje-Nassau
–
eenigiag ……..
mijnen ……..
‘77.926
72.9284 63.931
67.4974 Mijn Willem So- 22.500
22.000
16.400
22.000
phie …………
Totaal
.. . .
192.583
..
184.3624
158.174
1
177.2174
Totaal
generaal
332.699 285.8134 271.872
1
272.7574
) In tonnen.
Het ,,Maandschrift” teekent – bij de ‘cijfers ‘aaii:
zooâls uit deze cijfers blijkt, is de productie in No-
vember, vergeleken met October, sterk gedaald, n.l.
met ruim 18 pOt. Dit moet worden toegeschreven
aan den terugkeer naar hun land van de meeste der
als mijnwerkers in de Limburgsche
mijnen
tewerkge-
stelde Belgische. gemnterneerde militairen. Laat men
de productie der Staatsmijn ,,Hendrik” buiten be-
schouwing, dan -werd ‘in November 1918
,
19.
7
127y2 ton
minder geproduceerd dan in November 1917, doch
-36.413 ton imeer dan in- de overeenkomstige ,’maand
van 1916. –
29 Januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
117
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKO ERSEN.
BANKDISCONTO’S.
20
Juli
1914
(Disc. Wissels.
Ned..Bel
4
1
!, sedert 1Juli’15
3’/,sedert23
Mrt.
’14
Bint Elf
an
4
1
,,
,,
1
,,
’15
4
23
,,
’14
(Vrsch.inR.C.
5
1
/9
19Aug.’14
5
23
,,
3
14
Bank van Engeland
5
5
Apr.’17
3
29Jan.’14
Duitsche Rijksbank
5
23 Dec.’14
4
5 Febr.’14
Bankvan Frankrijk
5
21Aug.’14
3′!,
29Jan.’14
Oostenr. Hong.
Bk.
S
,,
12 Apr.’15
4
12 Mrt.
’14
Nat. Bankv.Denem.
5′!2
,,
4 Jan.’19
5
6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
4 th
6
,,
’14
Bankv. Noorwegen
6
,,
13 Dec.’17
4
1
12
,,
11
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
51/t
,,
3 Oct. ’18
31/2
,,
19
,,
’14
Bank van Spanje..
4
,,
22 Mrt.’17
4
1
!3
–
Bank van Italië..
5
,,
10Jan.’18
5
9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4
–
–
. –
Javasche Bank….
3
1
1,
1Aug.’09
3
1
19
,,
.1 Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Port.
PatIjs
Part.
N. York
CaIl.
Part.
Prolon.
disconto
gaile
disconto
disconto
disc.
monru
25 Jan. ’19
3’/g
–
/
8
3
1
I:
3’/
4-
1
!,
44-14
t)
20-25 J. ’19
3_7/
3I/
31/
2
4…1/
–
3t/3_5
13-18 J. ’19
3
3
1-
7
/,
3…1/
3I/
4_I/
–
45
6-11 J. ’19
3
8
/
3i/3
31/,
4/s
3’/,-6
26 Jan. ’18
3 4
4
1
!,,
4-‘!,
–
4 2)
27 Jan. ’17
1+-‘/
2)
13
‘ls-
8
/ts
2/4
5
1
/
4/s
–
11/-2
5)
20-24Jul?l4
2
1
/’/
2 /4
–
‘/4
2
‘/’/,
2’14
t ‘/,-2
‘1,
1)
Noteering van 24 Janua,i.
25
5)
-.
– 26
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen was de geheele week zeer gezocht en ook naar
cable New York bestond veel vraag. De koersen liepen dan
ook op van 11.29 tot 11.50 en van 2.31 tot 2.41. Parijs
was daarentegen meer aangeboden, maar kon door de groote
vraag voor ponden en dollars eveneens niet onaanzienlijk
stijgen. Marken waren eveneens vaster. De stemming bleef
echter zeer onzeker. Herhaaldelijk kwamen kleine terug-
loopirigen in den koers voor en de omzetten waren tamelijk
beperkt. De neutrale wissels waren eveneens tamelijk vast.
Vooral Skandinavië was gezocht. Kopenhagen en Christiania
konden beduidend verbeteren, de stijging voor Stockholm
bleef daarentegen meer beperkt, terwijl Zwitserland slechts
onbeduidend veranderde. In Belgisch baukpapier worden
de omzetten geringer. Desondanks was de koers weder niet
onaanzienlijk beter; sloot echter op den Jaatsten dag iets
flauwer op 42.40 It 42.50. Telegrafische uitbetaling Batavia
lager op 99
1
!,
It lOO’!,.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dn.a
Londen
s
Parijs
)
Berlijn
•
Weenen
5)
St.P
Ier,-
burg’)
New
York’)
20 Jan. 1919..
11.34
43.60
28.67+
14.60
–
2.38
21
1919..
11.34+
43.60
29.10
14.50
–
2.38
22
1919..
11.38
43.75
29.45
14.55
–
2.38
1
!,
23
1919..
11.41+
43.90
29.95
14.80
–
2.39
3
/i
24
1919..
11.47
44.12+ 29.95
15.40
–
2.40
3
!,
25
,,
1919..
11.50
44.25
30.10 15.15
–
2.41
Laagste d. w.’)
11.29
43.30
28.40 14.40
–
2.37
Hoogste
,,
,, ‘)
11.51
44.35
30.20 15.40
–
2.41
1
/4
18 Jan. 1919..
11.281
43.40
29.10
14.70
–
2.37
11
,,
1919..
11.25
43.30
29.50
14.90
–
2.36
Muntpariteit.
.
12.10e
48.-
59.26
50.41
1.28 2.48
3
!4
-)
INoteering te Amsterdam.
) l”orticulier. opgave.
D t
°°
Stack-
l,o!m’)
Kopen.
hagen
5
)
1.
C/iris.
tioniat)
Zwitser-
land)
Spanje
1)
Batavio
‘t
idegrajbch
20 Jan. 1919
68.62+
63.15
66.30
49.05
’48.-
99f-100f
21
1919
68.60
63.25
66.50
49.15
48.-
99+-100f
22
,,
1919
68.60 63.25
66.50 49.15
–
99+-100f
23
1919 68.65
63.22+
66.65
49.10
–
991-100+
24
,,
1919
68.80
63.40 66.60
49.15
48.10
991-100*
25
,,
1919
68.90
63.50
66.75
49.20 48.50
99f-lOOf
L’ste d.
w.’)
68.40
63.-
66.15
49.-
47.50
993
H’ste
,,
,,
‘)
69.-
63.60
66.80
49.30
49.-
100″
18 Jan. 1919
68.55
63.05
66.25
49.10 48.25
9
91-100k
11
,,
1919
68.45 63.15
66.15
49.-
47.50 991-100+
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
100
o ,%ms,Ceoam. • t rartICullere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht Zicht Zicht
,
t
0
0
Londen
Parijs
Berlij n
Amsterd.
(in
$
(in fr,
(in cents
(in cent,
per
£)
P. $)
p.
4 Rm.)
per gld.)
25 Jan. …. 1919
4.76.55
5.45′!,
oom.
411/,
Laagste
d
week..
4.76.45
5.45
1
!, nom.
41
1
1,
Hoogste,,
,,
..
4.76.55
5457/
nom.
42′!4
18 Jan…..1919
4.76.75
5.45
6
!9
nom.
42
1
!,
11
,…..1919
4.76.55
5.45!,
oom.
42’/4
Muntpariteit….
4.86.67
5.18
1
/
95
1
/4
40’/i.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noiee,ings’
eenheden
8
Jan.
1919
16
Jan.
1919
T1jderk
17-2
4
Jan.
1
Laagste
Hoogste
24
Jan.
1919
Alexandrjë..
Piast.
p. £
978/a
97
3
!,
97
1
!e
97
8
!,
97
8
!,
B.
Aires….
d.p.gd.pes.
51
1
!3
51
5
!15
50
7
!,
518/
8
51
1
!4
Calcutta
….
sh/d.p.rup.
116
1
i,,
1
1
61
!,
,
1
1
6
116′!,,
1/6
1
183
Hongkong
..
id.
P.
$
313
1
i4
3/3
1
/,
313
313
1
!4
3/3
Lissabon….
d.p.escudo
34
1
!2
34
1
!2
34
355/
4
351/
4
Madrid
….
Peset.
p. £
23.69+
23.64
23.63 23.66
23.64
Montevideo..
d.p.pcso
60
598/4
59’/
60′,9
60
2
)
Montreal….
$
per
£
4.86
4.85
7
!, 4.85
7
!8
4.86
3
!,
4.86
1
!
4
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
13
1
!4
13
1
!,,
12
7
18
138/,
6
12
81
1,2
Lires
p. £
30.31
30.31
30.25
30.37+
30.31
Shanghai
..
sh/d.p.tael
511
5/1
5
5
5
Rome
…….
Singapore
. .
id.
p. $
214
1
!,
2/3
5
/,,
213
21
!,,
2/4′,
/i
214
1
!,
Valparaiso
‘)
d.p.pap.p.
10
1
!16
10
18
/,,
10″,
/,
1027
11
,
2
10
27
/32
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/2
211
15
!,,
2118/
4
2/21/
4
2(2
1
.1 Noteenngen op 90
dagen.
5) Noteering
van
21
Jan.
1919.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en 6iittrekkingen van goud door de Bank va.n Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering
te Londen.
te New York
25 Jan.
1919……..
48v!,,
101
1
f8
18
,,
1919
……..
48v!,,
101′!6
11
,,
1919
……..
48’/i,
101′!,
4
,,
1919
……..
48′!,,
101′!,
28 Dec.
1918
……..
48′!,,
101′!.
26 Jan.
1918
……..
431/s
871!,
27 Jan.
1917
……..
371/4
765!,
20 Juli
1914
……..
24″!,.
64′!,
N.U.M;
Weekstaat der Néderlandsche Uitvoermaatscbappij.
Voornaamste posten in duizenden euldens.
Buiienl.
Debet
5
pCi.
Credit
Dato
Bankiers Schot-
Diverse
Schuld-
Diverse
kijtbilj.
reken.
)
brieven
reken.’)
23 Jan. 1919..
2.896
65.700′
70.400 16.566
100.499
16
1919..
2.726
65.700
70.400
14.791
100.357
9
,,
1919..
2.336
65.700
70.400 14.791.
99.605
2
,,
1919..
1.905
53.200
70.400
14.790
99.347
27 Dec. 1918..
1.634
53.200 70.400
14.788
101.893 1) l3eide
rekeningen omvatten, behalve
garantiewissel, in portefeuille
tot het
bedrag der bujtenl.
schatkietbiljetten. in
hoofdzaak garantiews,ela
in depht bij de Ned. Bank.
118
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN
29 Januari 1919
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 25 Januari
1919.
Activa.
Binneni. Wis-
(
H.-bk.
f184623.729,45
1/,
sels, Prom.,
B.-bk.
1.332.666,58V,
enz.in
disc.IAg.sch.
,, 36.003.984,351I
221.960.380,391/3
Papier o. h. Buitenl. in
disconto
……………………….
Idem eigen portef..
f
8.567.056,-
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.,,
—
8.567.056,-
Beleeningen
(E.-bk. .f,Oo.064.247,71
mci. vrsch.
B.-bk.
.5.307.948,55
1
/2
in
rek..crt.
E
Ag.sch. ,
39.685.307,17
‘1,
op onderp.
f135.057.503,44
Op Effecten
……
[135.012.803,44
–
Op Goederen en Spec.
44.700,-
135.057.503,44
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..
14.544,324,15
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……f 70.395.780,-
Muntmat., Goud
..
,,613.973.315,19
1
/1
f684.369.095,19
1
1,
Munt, 2ftiver, enz..
8.790.974,09
Muntmat., Zilver
..
–
–
693.160.069,28
1
!1
Effecten
BeLv.h.Res.fonds..
f
4.970.969,32
id. van
/1V.
h. kapit..
3.780.361,18 8.751.330,50
Geb.enMeub. der Bank …………….
..
1.770.000,-
Diverse
rekeningen ………………..
,,
96.378.436,90
[1.180.189.100,67
Passiva.
Kapitaal
–
…………………….
f
20.000.000,
Reservefonds
……………………
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop …………
..1.053.507.900,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
1.574.466,43
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f
–
Van anderen ……
,,
89.094.907,16
1
!,
11
89.094.907,16
1
-!,
Diverse rekeningen
………………
..
10.932.424,51′!,
[1.180.189.100,67
Beschikbaar metaalsaldo…………..f
463.864.938,23
Op de ba8is van
i
s
metaaldekking ……
235.029.483,51
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank’gerechtigd is
.. .,
2.319.324.690,-
Data
Disconto’s
Belet,
Bescnih-
baar
Dek-
‘hing,.
Hiervan
Totaal
Sd,aikist-
ningen
Metaal-
perccn-
promessen
saldo lage
rechtstreeks
25Jan. 1919
221.960 166.800 135.058
463.865
61
18
,,
1919
223.497 162.800 138.702
463.396
60
ii
,,
1919
245.184
176.800 145.342
462.674
59
,,
1919
252.852 177.800
149.907
461.043
59
28 Dec. 1918
243.691 174.800
139.515
465.624
60
21
1918
236.729
167.800
129.116
467.234
61
14
,,
1918
219.227
146.800
134.380
470.144
61
7
,,
1918
210.203
136.800 142:345
470.915
61
30 Nov. 1918
225.288 145.800
144.367
469.579
61
23
1918,
231.138 146.800
141.874
467.512
60
16
,,
1918
208.639
135.800
180.376
468.446
59
9
,,
1918
157.375.
128.500
120.416
490.242
65
2
191’8
144.649
115.500
129.546
491.672
65
26Jan. 1918
76.114
53.000 90.515 523.613
75
27 Jan. 1917
78.223 53.000
68.517
432.090
73
25 Juli 1914
67.947
.
14.300
61.686
43.521′)
54
5)
Op
de
b0850
van
1/
metasIdek1ing.
Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:
18
Jan. 1919
25Jan. 1919
Aan schatkistprontessen..
1
418.920.000,-
f
440.420.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
162.800.000,-
,,
166.800.000,- Aan schat.kistbiljetten .
,, 164.040.000,-
,,
164.040.000,-
Aan zilverhons ………
,,
64.900.1123,- ., 63.454.092,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizerden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en.
‘het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
B°”
–
h
Ande,e
Dato
Goud
Zt!ocr
opei,chb.
1 jeticn
schulden
18 Jan.
1919
314.300
11
,,
1919
318.000
4
,,
.
*5* *5*
310.200
23
Nov.
1918 …….2.967
10
14.577 192.361
90.850
16
,,
14471
193.167
88.636
9
,,
100.751
14.919 192.384 86.708
2
,,
1919 ………
98.883
15.677
187.785
87.400
19 Jan.
1918 …….120.150
1018 ……..
86.439
19.270
171.743 60.908
20 Jan.
1918 …….
1918 …….
73.499
‘
23.347
158.463
37.431
25 Juli
1917 …….
1914 …….
22.057 31.907
1
110.172
12.634
Verschillen met den vorigen weekstand:
–
.
Meer
Mtndv,
-Disconto’s
1.536.651,69
1
!2
Buitenlandsche wissels
99.200,-
Beleeningen
3.644.883,551!,
Goud
………………..
20.887,77
Zilver ………………..53.789,01
Bankbiljetten
…………
9.214.480,- Part. Rek.-Crt. saldo’s
….
7.764.481,90V
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
it/ver
£
1
1W
Andere
opeischl,are
schulden
25 Jan.
1919
684.369
8.791
1.053.508
90.669
18
,,
1919
..
684.390
8.737
1.062.722
83.614
11
,,
1919
690.424
8.668
1.080.094
99.674
4
,,-
1919
….
691.436
8.588
1.100.948 91.626
28 Dec.
1918
,.;.
.689.441
8.545 1.068.947
90.529
21
,,
1918
..
689.923
8.381
1.057.448
95.542
14
,,
1918
..
.
690.723
8.319
1.059.603
82.497
7
,,
1918
….
692.375 8.256
1.072.360
73.808
30 Nov.
1918
693.392 8.230
1.082.164
75.660′
23
,,
1918
..
695.415
8.200
1.081.877
96.217,.
16.
.,, 1918
700.399
8.157
1.109.995 87.919
9
1918
..
700.429
8.128
1.018.395
70.523
2
,,
1918
….
701.453
8.168
1.025.572 61.473
26 Jan.
1918
….
707.000
7.176
871.586
77.132
27 Jan.
1917
….
589.561
6.814
732.759.
54.163
25 Juli
1914
….
162.114 8.228
310.437
6.198
0 0
Di,.
conto’,
Pl’ ISSCIS.
hutten
N.-Ind.
heloalbaar
Bdee.
ntngen
l
eeroe
ningen
1,.
LJtSCfllK’
baar
metaal-
saldo
L#CK
king,.
petten.
(age
18 Jan.1919
196.600
67.000
11
1919
196.600
•
67.000
4
1919
189.300 64.600
23Nov.1918
–
8.965
–
17.206
–
81.132
19.754
61.168
42
16
,,
1918
9.190
17.494
82.441
18.786 60.510
41
9
1918
8.421.
17.541
80.634 20.714 60.137
41
2
1918
8.382 20.060 78.365 22.501
59.167
41
19Jan.1918
7.850 33.667
67.343
24.469
59.179
‘
45
20Jan. 1917
6.632 35.921
57.033
8.807 56.817
49
25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934
2.228
4.842′)
44
t
)
Sluitpoot
der
octiva.
,
) Op dc boei, van
2/.
metaaldekkin.
SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Dato
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s
Div. reke.
ningen’)
16
Nov.
1918
. –
921 1.627
2)
1.181 1.263
151
9.
,,
1918
.-.
914
1.652
8)
1.159
,
1.267
183
2
,,
1918
..
906
1.631
8)
1.203
1.267 156
26 Oct.
1918
..
905
‘
1.506)
1.347
1.265
220
17 Nov. 1917
..
614
1.199
1036
1.049
1019
18 Nov. 1916
..
668 1.066
829
881
,
885
25 Juli
1914
..
645
1.100
560
–
735
396
‘) Sluitpost der activa.
2)
Hiervan zilverbon, 274 dz. gld. 0) idem 275
dz. gid. ‘) idem 246 dz. gld.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.
BANK YAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden p. st.
Currenci,
Notes.
Data
Metaal
Circulalle
11
Bedrag
I
Goudd.
1
Coo. Sec.
22 Jan. 1919 80.288
69.022 308.219 28.500 288.845
15 ,,
1919 80.544
69.699 312.016 28.500 293.845
8 ,,
1919 80.521
70.141
317.931 28.500 300.134
1 ,,
1919
79.976
70.190
323.241 28.500 305.133
23 Jan. 1918 58.915
45.223 210.143 28.500 185.168
24 Jan. 1917 56.623
38.785 143.661 28.500 114.091
22 Juli 1914
1
40.164
29.317
Data
_____________
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depo,.
Other
Depos.
Rc-
,en,e
Dek-
klngn-
I
percen-
lage
t)
22 Jan. ’19
62.934 79.041 27.217
126.573 29.716
19,32
15
’19
62.666 78.886 28.168
124.797 29.295
19,14
8
,,
’19
71.877
85.493 28.164
140.188
28.830
17,12
1
,,
’19
124.304
106.473
26.306
214.894
28.236
11,70
23Jan. ’18
56.840
95.214
41.815
124.440 32.142
19,33
24 Jan. ’17
133.873
37.836
50.721 13.923 36.288 19,10
22J111i
’14 11.005 33.633 13.735
42.185
29.297
52
1
!.
1)
Verhouding tusechen Reserve en Oeposit..
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden franc.
Data
Goud Waarvan
in het
Bulten/and
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit.geio.
vourscli.
old. Staat
23 Jan.’19
5.499.318 2.037.108 317.296
**5
19.450.000
16
’19
5.496.207
2.037.108 316.870 1.178.132
18.750.000
9
,,
’19
5.492.299
2.037.108 317.391
1.239.033
18.100.000
2
,,
’19
5.486.092 2.037.108
318.164
1,281.319
17.800.000
24 Jan.’18
5.360.655 2.037.108
247.919 1.008.809 12.850.000
25 Jan.’17
5.076.024
-.
281.970
749.708
8.100.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
Wis,el,
Uitge-
stelde
J4’tn,d,
Belee-
ntng
I
Bankbil-
jetten
Rek.
Co.
Pa,tt-
culieren.
Rek.
Co.
I
Staat
.
1.247.415 1.009.400 1.204.596 31.793.747 2.768.880
70.254
1.334.355 1.014.375
1.199.457
31.699.903
2.533.116 21.616
..
to
1.523.090
1.023.896 1.215.501
31.566.850
–
110.629
1.361.922 1.026.433 1.238.502 31.055.037
2.391.710
34.278
0
893.839
1.129.787 1.207.617
23.162.634
2.835.178
60.018
694.379
1.524.486 1.264.899 17.328.198
2.304.709
49.302
1.541.080
–
769.400
5.911.910 942.570
400.560
SOCIËTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
t)
Voornaamste nosten in diiizndpn frsi,u’s
Dotd
Metaal
mcl.
b,iltenl.
ooldI
Beleen. van
bujteni.
vo’rder.
ijJ.
van
prom. d.
provtnc.
I
Binn.
wis,il
.
en
heleen.
Circa- latle
sa
ldi
17Oct. ’18
1.216.753 100.082
480.000
97.728 1.507.912 377.440
10
,,
’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040 1.508.011 382.595
3
,,
’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783
1.452.948 365.452
18Oct.’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474
91.204
19 Oct. ’16
352.872
76.0331480.0001
39.8341
828.739
110.068
‘) sedert
einde 1914
met de functie van circuletiebank belast.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlebens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
________________
Daarvan
Goud
Kansen-
scheine
Circu..
latie
Dek-
king,-
percen-
tage
‘)
15 Jan.
1919
2.276.643
2.257.183
5.351.403 22.526.370
34
7
,,
1919
2.279.568
2.260.173
5.312.647 22.336.844
34
31 Dec.
1918
2.282.000
2.262.003
5.267.000 22.188.000
34
23
,,
1918
2.282.776
2.262.629
4.896.872
21.124.313
34
15 Jan.
1918
2.519.787
2.406.926
1.269.374
11.043.946
34
13 Jan.
1917
2.549.574
2.522.261 271.988 7.726.844
3
23 Juli
1914
1.691.398 1.356.857
65.479
1.890.895
93
2)
Vekking
der circuletie door metaal en Keseenscheine.
Data
Wissel,
Rek. c,t.
Darlchen,ka.,enscheine
Totaal
In kas 6tj
uilgc-
de Relchs-
________________
geven
bank
15 Jan.
1919
27.539.742 13.620.919
15.592.200
5.346.000
7
,,
1919
25.972.067 11.869.683 15.590.000 5.309.000
31 Dec.
1918
27.416.000
13.280.000 15.626.000
5.263.000
23
,,
1918
24.459.084 11.483.870 15.214.000
4.894.000
15 Jan.
1918
12.813.584 6.599.182
7490.200
1.256.100
13 Jan.
1917
8.614.515
3.917.497
3.248.100 260.100
23 Juli
1914
750.892
943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.
Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Waarvan Waar-
P.R.
Data
Goud
voor dekking
van In
het bul-
Ztiver
etc.
Noten in
ct,cu.
F. R. Notes
tenland
laSte
15 Nov. ’18
2.056777
1.241.536
5.829
53.039
2.562.517
8
,,
’18
2.046.591
1.218.873
5.829
54.248
2.558.196
1
,,
’18
2.052.229
1.213.319
5.829
53.456
2.515.504
25 Oct.
’18
2.045.132 1.246.948
5.829
53.037
2.507.912
18
,,
’18 2.035.313
1.230.911 5.829 52.372
2.502.488
16 Nov. ’17
1.584.328
1
641.3261
52.6001
52.525
1
972.585
t
Percent.
Totaal
Waar-
1
Dek-
Goud.
Dato
Wissels
Depasitoz
van
king.,-
dekking
Kapitaal
1 percen-
circu-
_____________
!2._!
latie
15 Nov. ’18
2.175.685
2.383.462
79.903
51,4
50,2
8
,,
’18
2.171.760 2.348.989
79.824 50,9
49,8
1
,,
’18 2.123.019 2.347.692
79.360
51,7
50,9
25 Oct.
’18
1.944.787 2.580.825
79.190 50,8 50,7
18
,,
’18
2.058.692 2.384.319
79.057
51,2 50,0
16 Nov. ’17
681.719
1.961.747
1
66.691
71,4
1
78,6
t) Verhouding tueochen: den totalen goudvoorraad. Zilver etc.,
en de
opeischbare schulden:
F. R.
Noten
en netto depoeit&e met
inbegrip
van
het kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. BES. STELSEL.
Voornaamste nosten in duizenden
dollars.
Data
1
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
hij de
Totaal
Waaroan
time
t
banken
gelden en
bdeggin gen
F. R. bank,
deponttos
deponita
8 Nov.’18
751
13.903.015 1.267.855 12.025.989
1.450.895
1
,,
’18
750
14.040.777
1.174.340
12.104.471 1.468.664
25 Oct. ’18
749
14.022.210 1.360.662
11.671.211
1.438.992
i8
,,
’18
749
13.532.479
1.213.37 11.696.108
1.441.234
11
,,
2
18
749
13.520.174 1.224.771 11.680.004 1.465.474
120
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 27 Januari 1910.
De koersbeweging aan de internationale beurzen is ge-
durende de achter ons liggende dagen in verschillende lan-
den door onderscheiden factoren beheerscht geworden. In
de beursplaatsen der Centrale Mogendheden was de tendens
over het geheel aan den optimistischen kant, voorname-lijk in verband met den uitslag voor de Nationale Verga-
dering in Duitschiand. Er is geen sprake van, dat de onaf-
hankelijke socialisten, of de lieden der Spartacusgroep ook
niaar een kleine meerderheid hebben behaald. Zelfs de
meerderheids-socialisten zullen slechts kunnen regeeren met
de hulp van de burgerlijke democratische partijen, zoodat het spook van een consequente socialiseering der samen-
leving voorloopig uit de geesten verdwenen is.
Desondanks houdt men zich bij onze Oostelijke naburen
onledig met het projeeteeren van verschillende plannen
tot nationaliseering der voornaamste productiemiddelen, welke plannen echter op dit oogenblik in de eerste plaats
bedoeld zijn als middelen om de berooide schatkist te hulp
te komen en tevens om te kunnen voldoen aan de eischen, die de Entente zonder eenigen twijfel in financieel opzicht
zal stellen. Ook zullen er wegen gevonden moeten worden,
teneinde Duitschland zoo spoedig mogelijk in staat te
stellen zijn plaats weder te kunnen innemen op de wereld-
markt. Een oordeelkundige productie en verdeeling der
voornaamste exportartikelen is hiervoor in de eerste plaats
noodzakelijk. In dit, licht beschouwd, kunnen de aanhangig
gemaakte plannen voor de beurs niet meer het afschrik-
wekkende karakter hebben, dat oorspronkelijk als inhae-
rent hieraan werd beschouwd en staat men over het geheel
ook kalmer tegenover een en ander, nu men de absolute
noodzakelijkheid van krasse middelen beter gaat inzien.
Zoo trekken de verhandelingen van de. socialiseerings-
commissie wel alle aandacht, doch hebben zij niet meer de
drastische uitwerking op het koerspeil ter beurze, als aau-
vankelijk het geval is geweest. Als objecten, die tot nu toe
voor een nationaliseering in aanmerking zijn gekomen,
moeten hier gereleveerd worden de mijnbouw, de gasplo-
ductie, de zeevisscherij en de kali-industrie.
Een verder middel, om zooveel mogelijk kapitaal ter be-
schikking der Regeering te stellen is de hier ter plaatse reeds
vet-melde verhoogde oorlogswinstbelasting. Voorts worden er
thans maatregelen genomen, teneinde de ,,kapitaalvlucht”,
het voor den fiscus onbereikbaar maken van gelden, zoo-
veel mogelijk te belemmeren. Zoo moeten alle waardezen-
dingen naar liet buitenland, zoowel van particulieren als
van bankinstellingen, vooraf bij de autoriteiten worden
aangegeven, die dan beoordcelen, of de verzending geoor.-
loofd is. Ook zijn de buitenlandsche verzekeriugmaatschap-
pijen aangeschreven, iedere door hen af te sluiten polis bij
den desbetreffenden Regeeringsambtenaar aante geven. Dit
laatste voorschrift heeft echter geen terugwerkende kracht
en is van den 15den Januari af in werking getreden.
Inmiddels heeft, zooals reeds gezegd, de markt te B er-
lijn zich in opgaande richting kunnen ontwikkelen. Vooral
de koersen der diverse oorlogsleeningen hebben kunnen
profiteeren van de lichte verademing, die allerwegen tot
stand is gekomen. De prijs der betrokken obligaties heeft
zich langzamerhand kunnen herstellen van 88 pCt. als
laagste punt tot ongeveer 91 pCt. Naast de betere opvat-
tingen, die men omtrent de toekomst koestert, hebben hier
echter ook andere overwegingen gegolden. Zoo is de bepa-
ling, dat de stukken gebruikt kunnen worden als beta-
lingsmiddel van diverse belastingen oorzaak geweest, dat
velen, die anders zonder twijfel tot realisatie in de open
markt zouden zijn overgegaan, hun bezit hebben aange-
houden, teneinde hiermede de reeds bestaande en de nog te
scheppen nieuwe belastingen te kunnen voldoen. Ander-zijds zijn velen er toe gekomen nieuwe aankoopen te be-
werkstelligen, waardoor zij een bijna zekere winst kunnu
behalen, daar de obligaties stellig boven den actueel ge-
noteerden prijs door de Regeering aangenomen zuUen
worden.
Deze steun is ruim toereikend gebleken, om de markt
voor staatsfondsen over het kritieke punt, waarop de
interventiekoers van 94,10 tot 92,10 pCt. verlaagd werd,
heen te helpen.
Naast de oorlogsleeningen hebben ook de emissies der
verschillende afzonderlijke steden sterk de aandacht ge-
trokken. De meeste hebben een zeer goed onthaal gevonden;
zoo is Uambiu-g overgegaan tot de uitgifte van een tweede
leening ad 100 millioen mark, nadat eenige dagen tevoren
een emissie van hetzelfde bedrag, zij het tegen, een iets
hoogeren koers (98k PCt. tegen thans 97 pCt.) was door-
gevoerd.
De aandeelenmarkt was eveneens overwegend vast ge-stemd, vooral voor die ondernemingen, die belang hebben
bij een beslissing omtrent Elzas-Lotharingen, zooals Deut-
sche Erdöl, hoewel omtrent een al of niet gunstige beslis-
sing met betrekking tot dergelijke ondernemingen nog niets
‘bekend is.
Ook te W e e n e n is de stemming opgewekt gebleven.
Als aanlcidende factoren tot deze tendens kunnen wor-
den genoemd het handhaven van de orde in Duitsch-Oos-tenrijk, niettegenstaande den grooten nood, waarin de be-
volking zich bevindt; de aanvang, door de Entente ge-
maakt, met de voorziening van levensmiddelen; de over-
eenkomsten, met den Tschecho-Slowakischen Staat betref-
fende de steenkolen-leveranties getroffen, overeenkomsten,
welice tot dusverre wel niet uitgevoerd zijn, doch waarvan
alleen de ai’beidsverhoudingen in de kolengebieden als oor
–
zaak aangemerkt moeten worden; de nederlaag, die de
Spartacusgroep te Berlijn heeft geleden; de omstandigheid,
dat niet slechts de Januaricoupon der oorlogsleeningen
kan worden verzilverd, doch dat ook de betaling der
Februari- en Maartcoupons wel verzekerd mag worden ge-
acht, enz.
Echter zijn er ook andere, en minder gunstige factoren, die hun stempel op de beursbeweging hebben gedrukt. In
Joego,Slavonië zijn n.l. maatregelen genomen, om slechts een
deel van de daar in omloop zijnde Oostenrijksch-Hongaar-
sche bankbiljetten als volwaardig te erkennen. Dienten-gevolge gaan vele bezitters er toe over, uit vrees voor de
mogelijkheid, dat hun bezit geheel of ten deele nietig kan
worden verklaard, de reeds lang opgegaarde bankbiljetten
om te zetten in verschillende fondsen, waardoor een sterke
koersverheffing nog meer in de hand wordt gewerkt. Bo-
vendien is de technische marktpositie van dien aard, dat
er slechts een zeer geringe aanleiding noodig was, om de
markttendens geheel te doen omslaan. Maandenlang is de
stemming uiterst apathisch geweest en dit heeft een uit-
gebreide contraminepartij in het leven geroepen. Vele fond-
sen werden in blanco verkocht door hen, die den toestand
z66 donker inzagen, dat zij nog veel lagere koersen ver-wachtten. Deze zijn thans overhaast tot dekking overge-
gaan. Vooral vanuit Budapest kwamen aan de Weensche beurs
groote kooporders binnen in eerstgenoemde plaats heeft de
hausse-beweging zulke afmetingen aangenomen, dat de
ininimumkoersen buiten werking gesteld konden worden.
Zeer sterk zijn de aandeelen der Oostenrijksch-Hongaar-
sche Bank gemonteerd; zij konden zich van Kr. 1400 tot Kr. 1850 herstellen. Ook scheepvaartwaarden bevonden
zich in het middelpunt der belangstelling; koersverheffin-
gen van Kr. 150 tot Kr. 300 konden hier geregistreerd
worden. Overigens waren de z.g. ,,Vredes”-waarden sterk
gevraagd, waartoe gerekend kunnen worden de aandee-
len in brouwerij-ondernemingen, in chemische- en in spin-
tusmabnieken.
In de landen der Entente hebben de beurzen een niet zoo
opgewekt verloop te aanschouwen gegeven, bij zeer veel
geringeren handel. Vooral te L on d e n wordt de markt be-
invloed door de elkander opvolgende stakingen van verschil-
lende groepen der arbeidersbevolking in onderscheiden steden. Ook te P a r ij s is de markt niet meer zoo opge-
wekt gestemd, daa+ men nog verwikkelingen tusschen de
staten der Entente op de vredesconferentie vreest. Ook dc
overgang der Fransche industrie naar meer normale ver-
houdingen baart zorg. Met de leiding van dezen overgang
is belast de Minister Loucheur, voormalig minister van het munitiedepartement, die thans aan het hoofd, staat van een
speciale afdeeling, die ziçh uitsluitend met het vraagstuk van den overgangstijd bezig houdt. Voorloopig is men er
slechts in geslaagd den houtbewerkingsfabrieken voldoende
werk te verschaffen, door haar de vervaardiging van deu-
ren, landbouwwagens, enz., op te dragen. Moeilijker schijnt
de overgang voor de machine-industrie te zijn; voor een
totale regeling rekent men 5 ft 6 maanden noodig te heb-
ben. Vermoedelijk zal hiermede een groote werkloosheid
gepaard gaan en de vrees voor verwikkelingen, hieruit
voortspruitende, werpt thans reeds haar schaduuven vooruit
op de beurs. Aan den anderen kant wordt met ijver ge-werkt, om die industrieën te steunen, die artikelen ver-
vaardigen, welke vroeger door Duitschland werden geïm-
porteerd. Te dien einde is reeds een crediet verleend van
500 millioen francs.
Te N e w Y o r k heeft de beurs een zeer weifelend aan-
zien gehad. Over het geheel kon de stemming eerder onge-
animeerd worden genoemd; enkele uitzonderingen zijn
nochtans aan te wijzen. Zoo waren op sommige dagen aan-
deeloo Hide & Leather sterk gezocht; volgens berichten
zoude hier een pool zijn gevormd tot aankoop der aandee-
29,
januari
1919
CQNQMIScH.STATISTI$CHE BERICHTEN
121
len. Spoedig is hierop echter een Teactie.geoIgd, die thans
og niet volkomen is genivelleerd. Voor :afldeelen
Koninklijke Petroleum-Maatschappij bestond goede belang.
stelling, in navolging van de tendens te Amsterdam: De
industrie in de Vereenigde Staten ondervindt overigens
ook alle moeilijkheden van den overgangstijd en het is dan
ook hieraan toe te schrijven, dat industrieele aandeelen
eenigszins op den achtergrond zijn gedrongen, met, als ge-
volg, een afbrokkeliug van het koerspeil.
– Te o n z en t heeft de
staatsfondsenmcrrkt s
–
oor
de in-
beemsche soorten een kalm doch vast verloop gehad. De
nieuwste Nederlandsche staatsleening kon van het laagste
peil iets monteeren en verlaat de berichtsperiode in vaste
tendens. Ook do buitenlandsche soorten waren goed ge-
vraagd, met name ilussische obligaties, in verband met de
uitnoodiging, door de vredesconferentie gericht tot alle de
facto Russische Regeeringen om een gezamenlijke voorbe-
spreking te houden. Hoewel het er op het oogenblik naar
uitziet, dat deze vÖÔr-conforentie niet tot stand zal komen als gevolg van het verzet der niet-Bolsjewiki-partijen tegen
het actueele bewind, concludeert men toch uit het feit, dat de ‘iitnoodiging tot alle partijen is gericht, de geneigdheid
van de vredesconferentie om tot overeenstemming, ook met
de tegenwoordige Regeering, te komen. Hoewel een hervat-
ting der rentebetaling op de Russische staatsschuld geens-
zins wordt verwacht, wordt toch de gedachte aan een
schuldregeling in den een of anderen vorm door de conci-
liante houding te Parijs to voorschijn geroepen.
21 Jan. 24 Jan.
27 Jan-
Rij
4I/
0
/0
Ned. W. Sch
1916
91
92 93
+
2
4
0/
,,
,,
,,
1916
83
1
/4
84
83
8
/
-f-
‘/,
3
1
12
0
/0
,,
,,
,,
….
70 70
701!8
4..
3
0
/0
,,
,,
,,
. . .
64’2
641/
4
63
9
!,,
–
2
1
!,
0
/o Cert. N. W. S.
……
557/s
55 ‘/
55’/
5
0/
Oost-Indië 1915
901s
95
1
/,
96
+
1
8
!8
4
Io
Hongarije Goud
..
. .
33’1
37
1
!2
38
1
12
+
4’/
4
0
/0
Oostenr.Krouenrente
29
3
!,
32
1
!9
31
1
I!
+
2
6
!,,
5
O/
Rusland 1906 ……
W/4
36 35
1
4
1
41/,
0/
Iwangorod Dombr…
32
32
1
!,
33
7
!8
+
11,
4
0/
Rusland Cons. 1880..
31
1/
34
3416/16
+
3
7
I1
4
‘/o Iusl..bij Hope&Co
32
35
36′!,
+”
4
0/
Servië
1895 ……
52
54
52ij2
+
/1
4′,,
0/
China Goud 1898
..
64
1
!,
6611
4
69 ‘h
±
41
4
0
/o
Japan 1899 ……..
67V2
67/
67’I
4
°/o Argentinië Buiteni.
–
64′!,
64
1
/s
64′!,
5
0/
Brazilië
1895
——
70/,
70V,
70′!,
5
0
1
,,
1913
……
66/,
67 68
+ 1
1
/8
Voor de locale afdeelingen aan onze beurs is de berichts-
periode zeei opgewekt geweest. Dit gold vrijwel voor alle
markteh, doch de stoot is ongetwijfeld uitgegaan van de
cultuurafdccling.
Nadat reeds eenige weken het vraagstuk
van de al- of niet-inkrimping van den suikeraanpinut ter
beurze besproken was, was men door de successieve berich
ten uit Insulinde tot do gevolgtrekking gekomen, dat deze
maatregel vrijwel onvermijdelijk was geworden. Men knoop-
te hieraan allerlei pessimistische bcsèhouvingen vast om-
trent de naaste toekomst onzer suikerondem-nemingen, tot-
dat plotseling het bericht kwam, dat de maatregel op
groot verzet in Indië zelf stuitte en dat ook de Nederland-
sche Regeering tot de toepassing niet zonder meer haar
toestemming zou willen geven. Hierbij voegden zich geruch-
ten omtrent een zeer tegemoetkomende houding van Engel-
sche zijde, naar verluid waarvan een hoeveelheid rijst ter
beschikking van Java zou worden gesteld, overeenkomend
met het kwantum, dat anders meer zou worden verbouwd door het vrijkomen van suikerplantages. Hoewel dit laat-
ste gerucht reeds officieus is tegengesproken, hoddt men ei- ter beurze op dit oogenblik nog aan vast; overigens is
het., afgescheiden van deze omstandigheid, reeds vrij zeker,
dat tot inkrimping van don suikeraanplant niet zal wor-
den overgegaan. Dientengevolge konden alle suikerwaarden
zich in een min of meer aanmerkelijk herstel verheugen.
Het slot was echter mimider vast, in aansluiting aan een
op de geheele markt drukkende gedeprimeerde stemming,
in verband met de eischen, door het spoorwegpersoneel ge-
steld, waaruit men verwikkelingen en wellicht zelfs sta-
king vreesde te zien komen.
Ook de
petrolcummarkt
was uiterst geanimeerd. Aan-
vankelijk was het hoofdfonds, Koninklijke Petroleum-Mij.
gedrukt, doch spoedig kwamen zeer aanmerkelijke koop-
orders in de markt, deels als gevolg van geruchten, vol-
gens welke binnen afzienbaren tijd wederom tot kapitaals-
uitbreiding zou worden overgegaan, gepaard met het uit-reiken van een bonus aan aandeelhouders, deels als dek-
kingsaafibpen. Een – aanmerkelijke koersverheffing was
hiervan het gevolg; slechts een zeer geringe reactie is he-
den hierop gekomen in verband met de boven gereleveerde
omstandigheid, die op de gansche beurs haar stempel heeft
gédrukt.
De markten voor
tabak-
en
rubberwaarden
hadden een
vrijwel gelijkluidend verloop; ook
Indische bankaandeelen
werden tot hoogere prijzen uit de markt genomen.
Op de markt voor
niijnbouwoandeelen
viel een aanmer-
kelijke reactie te constateeren voor aandeelen Swansea
Copper, in verband met berichten omtrent ongunstige be-
drijfsresultaten.
De afdeeling voor
binnenland-seks industs-ieele a4.zndeelel,
was bij voortduring vast gestemd. In aandeelen Insulinde
Oliefabrieken werden zelfs groote omzetten tot stand
gebracht.
21 Jan. 24 Jan.
27Jan.
R
?
0f
Amnsterdamsche Bank
.. . –
182 182
182′!,
+ 1/,
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
175
178′!,
178
1
!,
+
3′!’
Rotterd. Bankvereeniging
..
138
1
!1
139
138
1
/
+ ‘/i
Amst. Superfosfaatfabriek.
–
158 165
1
!2
1867!,
+
8
7
!,
Van Berkel’s Patent
……
137′,’,
139
1
/4
1387/8
+
18!2
Insulinde Oliefabriek ……
232
234
‘/
238
+
4
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
105
105
104/4
–
1
/4
Ned. Scheepsbouw-Mij. .. ..
Philips’ Gloeilampenfabriek
184
400
1W/4
407
186’I
+
21!4
R.
S.
Stokvis
&
Zonen
– . . –
543
8
14
543
417′!,
546’/
+
17
1
!,
+
3
Vereenigde Blikfabrieken…
130
180
130
Compania Merca,til Argent.
237
1
!,
240
238
+ ‘/
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
Handelsver. Amsterdam….
142
1
/
380’I
151
1
1,
398′!
153V,
+
10/4
HoU.
Transatl. Handelever.
120
120
398’/4
120
+
18
LindeTeves&Stokvis
……
223 224’/4
224
3
/4
+ 1’/4
Van Nierop &Co’s Handel-Mij
178
177′!,
178
+
2
Tels
& Co’s
Handel-Mij
.. -. 154 155 154
Gecons.
Roll.
Petroleum-Mij
230
241
242
+
12
Kon. Petroleum-Mij …….
499′!,
519
ö27′!
+
28′!,
Orion Petroleum-Mij…….
80
81
1
!2
82’/d
+
2’/
Steaua Romana Petr.-Mij
-.
157
7
/,,
156
1
!8
158
—- ‘/,,
Amsterdam-Rubber-Mij…..
186 190
189’/
+
3111
Nederl.-Rubber-Mij……..
105 106
1
!2
106/4
+
1/4
Oost-Java-Rubbei
–
-Mij…..
222
221
228
+
6
Deli-Maatschappij
……..
491′!,
605 513
+
21′!,
Medan-Tabak-Maatschappij..
215 220
224’12
+
”
Senembah-Maatschappij
– – -.
459
1
19
464
473
1
h
+
14
Daarentegen bestond gedurende de gansche week voor
.schcepvaartwaai-den
een gedrukte stemming. De omstan-
digheid, dat onze schepen door de Geassocieerden weder
ter beschikking der reederijen gesteld zullen worden, deed de vrees ontstaan, dat zij ôf zonder emplooi opgelegd zul-
len worden, ôf tegen aanmerkelijk geringer vrachtprijzen
in de vaart zullen worden gebracht. Een uitzondering vorm-
den op een enkelen dag de aandeelen van den Koninklijken
1 [ollandschen Lloyd, in verband met een gerucht als zonde deze
maatschappij een fusie hebben aangegaan met de Holland-
Anmerika Lijn. Hef uitblijven van eenige bevestiging dien-
aangaande echter heeft den exceptioneel hoogen koers weder
tot het meer normale peil teruggebracht, op welk niveau
het fonds dan ook de berichtsperiode verlaat. –
21 Jan. 24 Jan.
•27
Holland-Amerika-Lijn
….
401
1
!2
407′!,
406
+
41/t
,,
gen,.eig.
390
392′!2
390
Eolland-Gulf-Stoomv.-Mij
..
250 250
250
HolI.
Alg. AtI. Stoomv.-Mij.
163
1
!9
162
162
flollandsche Stoomboot-Mij..
192
1
12
202′!,
201
+
8′!, Java-China-Japan-Lijn
…
310’1 317
3131/2
+
2’4
Kon. Hollandsche Lloyd
.. 173 175
11’0’/2
+
7’l2
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
228
231
231′!1
+
3′!2
Kon. Paketvaart-Mij …….
237 241
1
!2
2371!2
+ Ij
Maatschappij Zeevaart
….
313 312 312
– 1
Nederl. Scheepvaart-Unie
.. 248
1/
250’/4
2483/
± ‘!,
Nievelt Goudriaan
……..
475
.472
480
+ 5
Rotterdamsche Lloyd ……
.
277′!, 279′!,
277
1
!,
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 299′!,
299′!,
299
1
!,
»»
Nederland”
. –
277
1
!2
280 277
1
!2
»
Noordzee”
. –
186’/ 187′!,
189
± 2′!g
,,Oostzee”
.. ..
340
348
$70
+ 30
De
Amerikaansche afdeeling
bleef kalm; eenige handel
vond plaats in preferente aandeelen Hide & Leather, in
aansluiting aan de New Yorksche noteeringen voor dit
fonds. –
122
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
21 Jan.
24
Jan. 27
J•1Of
Anierican Car
&
Foundry 83
2
1
84 84
7
!,
+
1′!,
Anaconda Copper
……..
126’/s
129
1
!9
135
+
8/8
Un. States Steel Corp ….. 86’l
86
11
/i,
88
11
/1,
116
/
1
8
Atehison Topeka ……….
91
‘1,’
91
“1,.
92″!1,
±
P/,
Southern
Pacific ……….
93V,
941I/,
93′!,
+
13
Union
Pacific ………….
128”/i,
129′,!,
132
3
/
-]–
3
8
iii
Int.Merc.Marineafgest…..
27′!,
28
28’/te
+
/16
prefs
1
121/8
115
1
14
i1s’/t
–•
•
ex dividend.
De
geldrn.arkt
bleef ruim;
prolongatie varieerde van 3
tot 3
pCt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
27 Ja,u,ari 1919.
Het natte weder der laatste weken in West-Europa heft
daar op de vooruitzichten van het landbouwbedrijf reeds
een ongunstigen invloed uitgeoefend. Men spreekt nog niet
van schade van eenige beteekenis aan het te velde staande
wintergraan, doch wel is er door het ongunstige weder
zoowel in Engeland als in Frankrijk een belangrijke achter-
stand in de werkzaamheden te velde ontstaan. Droog weder
is dus hoog noodig. Gelukkig zullen de geleidelijke demo-
bilisaties althans het gebrek aan werkkrachten verbeteren.
In Noord-Amerika wordt nog steeds gevreesd voor vorst,
nu de sneeuw in vele streken gesmolten is en het bevriezen
van het zich op het land bevindende water gemakkelijk
schade kan veroorzaken. Zooals reeds in ons vorige week.
bericht werd opgemerkt, valt uit de officieele Argentijn-
sche oogstramingen op te maken, dat ten slotte de regen
in December daar belangrijke schade heeft aangericht. Wij
lazen echter reeds verschillende berichten, die twijfel aan
de juistheid dier ramingen uitdrukken en meenen, dat de
opbrengsten veel grooter zijn.
In Britsch-Indië zijn de slechte vooruitzichten niet ver
S
beterd. Zoowel voor rijst als tarwe wordt een veel geringere
uitzaai dan in het vorige jaar verwacht, vooral voor rijst,
zoodat van tarweuitvoer daar waarschijnlijk in dit seizoen
niet veel zal komen. Zelfs worlt bericht, dat de Britsch-
Indische Regeering reeds maatregelen heeft genomen om
tarwe uit Australië te betrekken.
Onlangs was er sprake van, dat Argentinië evenals het
vorige jaar ook voor dit seizoen eene overeenkomst voor
de levering van een groot gedeelte van zijn graanoogst
Noteeringen.
Chicago
1
Buenoa Avrea
Data
Tarwe
I
Jan.
Man
I
Jan.
Haver
Jan.
Toru.
I
Feb,
,Slaf,
Febr.
Litnzaad Maart
25Jan.’19
226
118V3
57
10,75
4,90
18X5
18
,,
’19
226
136
1
/
67′!2
10,40
4,95
18,15
25Jan.’18
220
125
0)
83
1
!,
12,70
7,45
18,80
25Jan.’17
185
1
)
1021/s
8)
586/
s
0)
14,15
10,45)
24,15
25Jan.’16
136
8)
79
8)
53l/0)
9,55
5,50′)
12,95
20Juli
’14
82
1)
56′!, ‘)
36%
t
)
9,40
1
)
5,38′)
13,702)
‘) per Dec.
‘)
per
Sept.
3
1
per Mei.
4)
per
Maart.
aan de geallieerden zou sluiten. Reeds geruimen tijd hoort
men, echter niets meer van die onderhandelingen en het
schijnt dus, dat de overeenkomst niet tot stand zal komen.
Verbazing zou dat eigenlijk niet behoeven te wekken. De
overeenkomst zou namelijk blijkbaar grootendeels ten doel
hebben, den tarweprijs op peil te, houden, opdat niet de
hooge prijsgarantie van de Regeering der Vereenigde Sta-
teû aan de boeren een al te hoog verlies aan die Regeering
zou veroorzaken. Het is de vraag, of dit doel bereikt zou
zijn en of het dus ondanks den overvloedigen wereld-
tarweoogst gelukt zou zijn, de wet van vraag en aanbod
buiten werking te houden. Naarmate de nieuwe Amerikaan-
sche tarweoogst nadert, en het zaak wordt de restanten
van den oogst van 1918 op te ruimen, blijkt meer en meer
hoe men zich zoowel in de Vereenigde Staten als in Enge-
land, waar eveneens den boeren een minimumprijs gega.
randeerd is, over de gevolgen dier garanties ongerust
maakt. Verschillende voorstellen zijn reeds gedaan om zoo-
wel verbruiker als Regeering voor te groote verliezen te
vrijwaren, doch een ‘besluit is nog niet genomen. Nu in
de Vereenigde Staten weder onvermeogd tarwemeel wordt
gebruikt, is het gebruik van gerst en rogge sterk afgeno-
men. Men rekent nu op de vraag uit Europa om zich van
zijne voorraden te ontdoen, die, wat rogge betreft, ook van
den oogst van 1919 weder aanzienlijk beloven te worden. De prijzen van mais hebben in de Vereenigde Staten in de
afgeloopen week eene sterke verlaging ondergaan. Zij wa-
ren te Chicago op 25 Januari ongeveer 15 cents per bushel
lager dan eene week tevoren. Haver heeft deze daling ge-
volgd en is dus nu eveneens veel lager te koop. De oorzaak
dezer prijsverlagingen ligt naast grootere aanvoeren in de
meer en meer veld winnende overtuiging, dat de vrede
prijsverlaging zal brengen voor vele graansooi
–
ten. De ver
–
wmCchting, dat Argentinië zoowel wat verschepingen naar
Europa als de meer directe mededinging door verkoopen
naar Noord-Amerika aangaat, een groote concurrent zal
zijn, heeft daartoe zeker meegewerkt.
In Argentinië blijven de graanmarkten flauw en de ver-
betering, die daar in de stakingsbeweging is ingetreden,
heeft geen prijsverhooging teweeggebracht. Blijkbaar is de
verschepingsgelegenheid nog steeds niet veel beter, daar
anders zeker de markten in Argentinië daarop wel door
prijsverhooging zouden reageeren. Slechts iijnzaad schijnt eene uitzondering te maken op de algemeene flauwe stem. ming in Argentinië. In de allerlaatste dagen zijn de prijzen
iets beter geworden, misschien door de overweging, dat lijn-
zaad een der artikelen is, waarvan geen groote overvloed
Locoprijzen te Rotterdam!A msterdam.
s
Cfl.
00
–
27
1
an.
1919
–
2
0
Jan
1919
27
1
an.
1918
Tarwe (inlandsche)
……
25,- ‘)
25,- ‘)
Rogge (70 Kg. natuur gew.)
28,50
1
)
28,50
1
)
– –
400,-
1
1
Gerst (60 Kg. natuur gew.)
23,-
1
)
.
23,- ‘)
–
Male
(La Plata)
………-
Haver
(inlaudsc-he) ……
23,-
0
23,-
‘)
–
Lijukoeken
(Noord-Anje-
rika
van
La Plata-zaad)
37,50
1)
.
37,50
1
)
28,-
9
Lijuzaad
(inlandsch)
….
40,-‘)
40,-
1
1
–
1) Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G voor verbruik in Nederland.
–
.4,fikelen.
Rotterdam
Amaterdam
Totaal
19-25
lan.
Sedert
Overeen1.
19-25
lan.
Sedert
Overeen1.
1919
‘918
1919
1
Jan.
1919
tijdvak
1918
1919
1
Jan.
1919
tijdvak
1918
Tarwe ……………..
4.837 10.783
–
–
– .
–
10.783
–
–
–
.
-.
-.
–
–
–
– –
–
–
–
–
–
–
–
–
–
– –
–
–
–
–
Rogge
………………
Boekweit
…………..
..
–
–
–
Mais………………
Gerst
………………
–
–
–
–
–
–
–
H
aver
………….
…..
Lijukoek ……………
–
–
–
–
–
–
–
Lijnzaad
…………….
–
..
681
‘-•
–
5.800
–
6.381
–
Tarwemeel
…………..
ni
Andere
eelsoorten
–
– –
– – –
–
–
T
arwe …………….
M
ais
……………..
Rogge …………….
T
arwemeel …………
G
erst …………….
Andere meelsoorten
AANVOEREN in tons van 1000.
X.G. voor België
5.250
58.896
11.879
–
–
1.283
6.658
–
–
–
2.75e
17.823
:
–
–
6.756
85.882
–
–
–
58.896
11.879
6.658
–
17.823
–
85.882 –
–
29 januari 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
123 –
bestaat.- Toch ontmoet blijkbaar ook voor lijnzaad de ver-scheping groote moeilijkheden. De Amerikaansehe Regee-
ring had vergunning verleend voor de verscheping naar de Vereenigcle Staten van 800.000 bushels Argentijnsch lijn-
zaad in December en 600.000 bushels telkens in Januari,
Februari en Maart. In December zijn echter slechts 123.000
bushels verladen.
In de Europeesche geallieerde landen zijn de aanvoeren
van overeesch graan nog steeds zeer voldoende. In Enge.
land is nu ook de schaarschte aan veevoeder verbeterd.
Mais wordt in grootere hoeveelheden beschikbaar gesteld,
evenals gerst en rogge en zelfs zal de extractie der bloem-
fabrieken weder worden verhoogd, daar versterking der,
zenielenproductie voor veevoeder niet meer noodig is. Dat
echter ook bloem in zeer voldoende hoeveelheden beschik-
baar is, blijkt wel uit de bekendmaking der Engelsche
Regeering, dat iedere huishouding weder een zak bloem
in voorraad mag hebben.
N e de r 1 a n d. In de afgeloopen week kon onze Regee-
ring berichten, dat voortgezette onderhandelingen met de
geallieerde Regeeringen hebben geleid tot verhooging der
hoeveelheden van verschillende goederen, die Nederland
onder het bestaande agreement mag invoeren. Daarbij is
het Nederlandsche jaarrantsoen broodgraan verhoogd van
375.000 ton inclusief 50.000 ton rijst .tot 600.000 ton plus 70.000 ton rijst inclusief sago, tapioca en nog enkele arti-
kelen. liet rantsoen mais en ander veevoeder is gebracht
van 300.000 ton op 500.000
6
ton. Zeker een verblijdend be-
richt, dat voor broodgi
–
aan den invoer ongeveer weder
brengt op het niveau van vÖSr den oorlog. Voor den’Neder-
landschen graanhandelaar is het echter nog steeds niet
weggelegd, tot dien aanvoer mee te werken. Het agreement
bepaalt, dat de toegestane rantsoenen zullen worden ge-
kocht hij regeeriugslichamcn te Londen en in de Vereenigde
Staten en bij die transacties is voor den gewonen handelaar geen plaats. Meer en meer echter herneemt de handel in de
geallieerde landen en in Amerika zijn vroegere plaats en
wij mogen dus hopen, dat binnen afzienbaren tijd ook voor
Nederland de belemmerende bepalingen vervallen of althans
minder strenge toepassing zullen vinden.
SUIKER.
Er deden zich in de afgeloopen week geen nieuwe ge-
zicht spunten betreffende de bietsuikermarkten voor.
Uit J a v a wordt bericht, dat een tweede millioen picols
uit- deti nieuwen oogst op basis van
f
14,- voor Superieur
verkocht werd aan de inkoopers van de ,.Royal Commission”.
Daarna werd de officieele verkoop-limite der suiker-
fabrikanten opnieuw met
f ‘lo
per picol verhoogd. Gemeld
vord, dat in Londen nog steeds pogingen worden aange-
wend teneinde de zekerheid te verkrijgen van aanvoer naar
Ned.-Indië van een kwantum Rangoon-rijst, gelijkstaande
met het kwantum, dat verbouwd zou kunnen worden op
de gronden, welke zouden vrijkomen, indien de suiker-
fabrieken haren – aanplant met 25
Ofo
zouden verminderen.
De suikerafschepingen gedurende December bedroegen
141.000 tons tegen 116.000 tons verleden jaar, waarmede
het totaal selert begin Januari 1918 gebracht wordt op
1.404.193 tons tegen 1.135087 tons in 1917.
In A m erik a -werd de prijs van Granulated voor export
verhoogd tot 7,82 c., gelijkstaande met 36 s./10’/, d. f.o.b.
Cuba- statistiek:
1919
1918
1917
Ontv.,ier week tot 11Jan
73.944
71.654
57.122 tons
i’otnal sedert 1 Dec.
‘)
161.120 170.839 127.292
Werkende fabrieken
136
158
148
E
,
p. d. week 14-21 Dec.
11
17.476
5.293
7.286 tons
Exp. U.K. 1 Jaii-21 Dec. ‘) 907.631 808.403 524.318
Exp. Frankr.,,,,
47.641
92.579 144.435 Voorraad op 23 Dec.
‘)
–
100.859
2.000
13.397
‘) 1918/17/16.
RUBBER.
De aanvoeren van rubber te Londen geschieden in den
la’itsten tijd regelmatiger en vlugger dan sinds langen tijd
het geval was en de vermeerdering van de toch al groote
voorraden laat niet na invloed uit te oefenen op de notee-
ring. De prijzen liepen verder terug tot 21- voor Prima
Crpe en 1/11 voor Smoked Sheets. Op het eind der week
koiiden prijzen zich weder iets herstellen en de notee-
ringen zijn: –
Prima Crpe loco …….. 2/’!, einde voorafg. week loco 2/1
Mrt./Sept. .. 211
Jan./Juni
…. 2/1
Oct./Dec. .. 2/1
1
/s
snioked Sheets 1 d. minder
siiioked Sheets 1 d. minder
Hard c-ure fine l’ara
. .. 210
Para……………
–
. 2/7
–
JAVA-KINABASTEN.
(Opgave van het Kina-Bureau).
Eerste hands Fabrieks- en Pharmaceutische Kinabasten. –
Voorraad te Amsterdam op 5 April 1918
..
. .
837 Colli
Aanvoeren: nihil.
Bij: Zolderveegsel …………………..184
1021 Colli
Afleveringen en verkoopen:
Toewijzing 23 Januari 1919 ……..911
Veiling
23
,,
1919 ……..10
Ondershands na Veiling …………10
931
Vodirasd te Amsterdam op 24 Januari 1919..
90 Colli
De ladingen ex s.s. Billiton en Sumatra werden voor bin-
nenlandsch gebruik vrijgegeven.
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
–
(Middling tJplands).
1
27Jan.l9I20Jan.I9Il3JanI9J26 Jan.
18127
Jan.17
New York voor
Middling .. 25,95e 28,05e 30,70e 31,60e 17,40e
New Orleans
voor Middling 27,- c 28,25e 29,50e 30,87e 17,- c
Liverp. v. Good
Midd. Texas . – 17,80 d’) 19,32 d 20,35 d 23,73
dl)
10,91 d’)
‘)
24
Jan. ’19. ‘) 28 Jan. 18 Good Middling Amer. ‘) 26 Jan. ’17 Middling Amer.
Ontvangsten in,
en uitvoeren van
Amerikaansche
havens.
(In duizendtallen balen.)
–
1
Aug.
I8
Ooereen&om,li
g
e
periodcn
tot
24 Jan.19
1917-18
1
1916-17
Ontvangsten Gulf-Havens..’1
Atlant. Havensj 3431
} 4020
} 5408
Uitvoer naar Gr.Brittannil }
1440
1823
‘t Vasteland. 2467
745
1436
Japan ete…
136
374
Voorraden
in
duizendtallen
I
24Jan. 19
251an.
18
1
26Jan
17
1401
1406 1399
Binnenland …………..
1410 1226 1203
Amerik. havens
…………
New York
137
142
f
..
417
489
New Orleans …………….
LiverQool
……………
416 ‘)
416
899
‘)
25 Jan. ’19.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Dato
Ij
N
zer
o._3
Cleo.
Koper
Standard
Tin
Lood
ZinS
27Jan. 1919.
•
nom.
89.101-
248.-!-
35.-!-
‘)
57.-/-‘)
20
,,
1919..
now.
93.101-
251.-1- 32.10/-
2
)
57-/-
2
)
1Febr. 1918..
nOw.
110.-1-
299-1-
30.10/-
52.-/-
26 Jan. 1917..
now.
132.-1-
190.-1-
30.10/-
52.151-
20Juli
1914..
51/4
61.-!-
145.151-
19.-/-
21.101-
1)
Noteering van
24 Januari.
5)
Notecring van 17 Januari.
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
25 Jan. 1919. In de Vereenigde Staten werden 248
schepen van 1.219.000 ton d.w. vrijgegeven, hetgeen ge-
volgd werd door een algemeene vrachtvermindering van
25
tot 30 pCt. voor stukgoederen. De basisvracht van Ame.-
rika,naar Engeland is thans $ 45
ft
$ 50 per ton, hetgeen
den reeders – nog een flinke winst laat, zelfs voor schepen
die tegen oorlogsprijzen gekocht werden. De vracht voor graan werd belangrijk verlaagd, t.w. van 40/- tot 17/6 per
quarter. Katoenvrachten werden eveneens verlaagd. In
Engeland wordep eveneens een groot aantal opgekomman-
124
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Januari 1919
deerde schepen vrijgegeven van af 1 Maart as., voor zoo-
ver ze niet voor directe regeeringsdoeleinden benoodigd
zijn. Toestemming om reizen uit te voeren blijft echter
vereischt; eenige maximumvrachten voor regeeringsiadin-
gen blijven bestaan. Ook Nederlandsche reeders kregen
eenigszins meer vrijheid van beweging, doch konden daar-
van niet bizonder profiteeren, omdat de schepen allen
vodr kôrte reizen afgesloten mochten worden.
De kolenvracht van de Tyne naar Rotterdam werd van
f
15 tot
f 10
verlaagd. Schepen tot• oorlogsprijzen gekocht
komén daarmede niet uit en worden dan ook, behoudens
een enkele uitzondering, niet meer afgesloten. Wellicht
koihen de kolenbooten, die vroeger in deze vaart waren en
die thans veelal andere lading vervoeren, eerlang weder
voor deze transporten in aanmerking. /1
Vcior de voedselvoorziening in Finland werd een aantal
schepen opgenomen om tot leenende vrachten in Nederland
te laden. De Indische lijnen gaven kennis, dat de vrach,ten
van Java naar Nederland ihet 30 pCt. verlaagd zijn. Ove-
rigens zijn alle uitgaande eii thuiskomende vrachten–op een lager peil aangeland dan sedert jaren het geval was.
De niaximum vrachten voor Fransehe en Britsche zeil-
schepen werden aanzienlijk verlaagd. Zoo werd de vracht
van Cardilf naar havens tusschen Brest en de Lorient van
93!
–
op 55/- gebracht, naar havens tusschen de Lorient en Loire van 110/- op 60/-, andere havens in dezelfde _yer-
houding.
Neutrale schepen in de kolenvaart van Engeland
a0p
Frankrijk moeten thans tot de voor geallieerde schepen
geldende vrachten varen.
Maximum vrachten voor kolen van het Vereenigd
Koninkrijk naar Italië, Middellandsche Zeehavens, Atlan-
tische Eilanden en La Plata Rivier werden met ingang
van 16 dezer vastgesteld. Deze bedragen voor’ eenige der
voornaamste havens van Cardifi: 37/6 Gibraltar, 39/-
Algiers, 40/- Malta, Bona, 4216 Las Palmas, Madeira, Tene-
riffe, Azoren, 45/6 Napels, 46/6 Marseille, 47/6 Genua,
Livorno, Bagnoli, Port Said, Alexandrië, Tunis, Sfax, 501-
Messina, Bizerta, Dakar, St. Vincent, 51/6 Toulon, 55/-
Biindisi, Piraeus, Zea, Syra, Salonica, Smyrna, 60/-
Ancona, Venetië, Triest, Fiume, Pola, 70/- Buenos-Ayres;
5/- extra van de Tyne, HulI en Oostkust; 2/- extra van de Mersey en Manchester; 3/- extra van de Clyde; 7/6 extra
van de Forth en Fifehavens. Deze maximum vrachten’ zijn
belangrijk lagr dan de tot dusver geldende. Zoo werd
voor Gibraltar op 10 dezer 47/6 betaald en in het einde
van het vorige jaar 100/-. Naar Port Said werd op 10 dezer
100/- betaald, en in het einde van ‘het vorige jaar 200/-.
Naar Bunos-Ayres werden eenige – vermoedelijk’ neutrale
schepen afgesloten onder de maximum vracht.
Voor onzijdige schepen naar neutrale bestemmingen
werden eveneens lagere vrachten genoteerd; afdoeniigen
naar Barcelona werden gemeld tot 60/-, 80/- en 851-, ver-leden jaar wisselde de vracht af van 3001- tot 440/-. Toch
zijn de tegenwoordige vrachten nog loonend, ook voor neu-
trale schepen, doch het is thans moeilijk toestemmiftg
t
vaii
de Inter Allied Chartering Committee te krijgen om’ audere
schepen in de kolenvaart te brengen, omdat vldoende
ruimte voor de beschikbaar komende kolen voor de geal-
lieerden in de vaart moet zijn. Naar onzijdige landen wordt
de uitvoer zooveel mogelijk beperkt; verbetering van den
toestand wordt verwacht, zoodra meer mijnwerkers gede-
mobiliseerd zullen zijn.
Van de Tyne naar Londen wordt voor Britsche schepen
circa 15/- per ton betaald; gedurende den oorlog gebouwde
of gekochte schepen kunnen daarvan de kosten amper dek-
ken, hoewel ze door de voorkeur, die ze bij de autoriteiten
genieten, vlug heen en weer kunnen varen.
Naar Gothenburg bleef de kolenvracht onveranderd op
Kr. 55,— naar Cliristiania op Kr. 25.— per ton. –
In Amerika werden een aantal schepen op timechrter
gehuurd tot onveranderde vracht, n.l. 35/- per ton d.w1n
Engeland werden eenige booten opgenomen voor 12 maan-
den tot 20/-
a
25/- per maand.
Aanbouw van koopvaardijschepen in de Vereenigde
1
Sta-
ten en Engeland gaat in hetzelfde tempo voort, voor; zoo-
ver het werk niet tijdelijk stopgezet wordt door stakingen,
die in den laatsten tiji
aan de orde viii en
ilag
7ij
In Glasgow wordt gestaakt om een werktijd van 40 uren en in Belfast om er een van 44 uren per week te krijgen.
in Amerika en Engeland met de thans in gebruik zijnde
hellingen wordt een totale aanbouw van ‘6.000.000t6 per
jaar verwacht, of bijna het dubbele van voor den oorlog.
Er 7iju thans 137 z.g. staudaardschepen in aanbouw voor rekening van de Britsche Regeering, met een waarde van
circa
f
240.000.000. Er ‘heeft zich een combinatie gevorrnd
om die schepen ‘aan den man te brengen tot den kotenden
prijs.,
In Nederland werden een aantal vrachtschepen besteld
tot prijzen, afwisselend van 300 tot 400 gulden per tor
draagvermogen naar gelang van grootte en uitrusting. Het
materiaal zou gedeeltelijk geleverd worden door de Entente-
landen. Naar verluidt, zal door Duitschland 100.000 ton
platen en spanten geleverd worden tot betrekkelijk lage
prijzen.
Uit Engeland en Noorwegen komen aanbiedingen van
schepen in Engeland in aanbouw of nagenoeg gereed, tot prijzen van
f
280 tot
f
360, zonder veel liefhebbers te
vinden. –
In de, Vereenigde Stten werden de prijzen voor bunker-
kolen verlaagd. De export- en bunkerpremie van $ 1,35
zou afgeschaft worden. De laatste noteeringen in de
Hampton Roadshavens waren $ 6.204 Pocahontas en
$ 6.506 New River; de vorige prijzen waren o.a. $ 6.42 en
$ 6.82. De aflevering van ladingen en bunkers ondervond
in den laatsten tijd weinig vertraging. Inmiddels zijn in de
havens werkstakingen uitgebroken en worden moeilijkheden
met de mijnwerkers verwacht.
GRAAN.
Dato
Pelro-
g
rad
Rdam
Odessa
Rotte,.
dom
1
AtI. Kust
1
Ve,. Staten
San Lo,enzo
Rotte,
tdam
&i,tol
Rotte,
–
Enge
Kanaal
dam
land
2025 Jan.
1919
–
–
.-
17/6
–
–
13/18
,,
1919
–
–
1716
–
126 Jan.
1918
– –
–
501–
–
2001-
22127 Jan.
1917
–
–
f
17,—
231–
–
1301-
Juli
1914 11 d.
7/3
1/111/
4
11111/
s
12/–
121-
KOLEN.
Carduff
1
Oost& Engdond
Dato
1
Bar.
1
La
1
Rotte,- IGofhen-
Port
Plato
1
deoux
Genua
Said
Rivier
dom
1
burg
20/25 Jan. 1919
54/–
47/6
47/6
651–
f
10 Kr.55
13118, ,, 1919
54/–
101/3 100/–
70/–
15 ,. 60
21/26 Jan. 1918
691– 110113 –
–
45
22127 Jan. 1917 34/–
59/6 –
701– ,, –
–
Juli 1914 Ir. 7,—
7/–
7/3
14/6
312
5..
DIVERSEN:
Bombag
Birma Vlodivo-
Chili
Dato
West
West
sfock
I
i’fest
I
Europa Europa
West
Europa
(d. u.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
20/25 Januari 1919
–
–
–
–
13/18
,,
1919
–
–
-•
–
–
21/26 Januari 1918 ….
275/–
500/–
–
22/27 Januari 1917.. -.
275/–
.
272/6
–
Juli
1914….
14/6
1613 251-.
2213
Graan Petrog,ad per gua,ter van 496 lbs. zwaar, Odessa r, Unit, Ver.
Stalen per guarler van 480 163. zwaar.
Overige
noteeringen
per ton van 1015
K.G.
–
RIJNVAART.
Week van 20 tot 27 December 1918.
De waterstand op den Rijn is in de afgeloopen week
ongeveer dezelfde gebleven.
Ter beurze te Rotterdam ‘werd doorgegaan met het
charteren van schepen ter ‘belading met levensmiddêlen
met bestemming – naar Beleië of ‘Duitschiand. Reeds zijn,
enkele schepen met graan, bestemd voor hetbezette gebied
en’den linker Rij noever, van hier afgesleept. Het’ grootte
gedeelte wacht echter nog op nadere béstemming. -‘
De vrachten bewogen zich op hetzelfde peil als gedurende
de afgeloopen week, even zoo die voor kol°n van ,Ruhrort
naar den Bovenrijn. De verladingen in de Ruhrhavens gaan
echter zeer langzaam en zijn zeer gering tengevolge -van
de nog steeds heerschende .stakingen – in de mijnen. Te
hopen is het, – dat hierin spoedig een verandering ten
goede komt, aangezien thans de meeste schepen en sleep-
booten tot stilliggen gedoemdzijn. – ——- – -.