Ga direct naar de content

Vier tips aan het nieuwe kabinet voor een gezond Nederland

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 5 2024

Afgelopen dinsdag werd het nieuwe kabinet beëdigd en stonden de nieuwe ministers met de Koning op het bordes. Gezondheid is van levensbelang voor een vitaal en economisch sterk Nederland. Het nieuwe kabinet heeft dan ook een belangrijke taak om met de gezondheid van Nederland aan de slag te gaan. Burgers zijn het roerend met ons eens: zij beschouwen gezondheid en werk als belangrijkste onderdelen van brede welvaart (Van Ooijen et al., 2021).

De cijfers zijn bovendien glashelder. We leven weliswaar langer, maar het aantal jaren met ongezondheid neemt toe. Inmiddels heeft 59 procent van de bevolking problemen met zijn gezondheid (VZinfo, 2024). Nederland is qua levensverwachting binnen de EU afgezakt naar nummer achttien (vrouwen) en veertien (mannen) (CBS, 2023). Het verschil tussen hoog- en laagopgeleide mannen in levensverwachting in goed ervaren gezondheid is dertien jaar (voor vrouwen zelfs vijftien jaar) (VZinfo, 2024).

Gezondheid leidt tot hogere arbeidsdeelname

Gezondheid is óók cruciaal voor onze economie. Ten eerste leidt een stijging van gezondheid met één procent tot een vier à acht procent hoger bbp per capita (Neofytidou en Fountas, 2020; Bloom et al., 2001). Uit een analyse van 800 Europese regio’s blijkt dat de economie in regio’s met een goede gezondheid (levensverwachting) het hardst gegroeid is (PBL, 2017). De reden is simpel: gezondheid is, naast kennis, de belangrijkste dimensie van de kwaliteit en inzetbaarheid van menselijk kapitaal. Ten tweede leidt meer gezondheid tot een hogere arbeidsdeelname, zeer gewenst in een krappe arbeidsmarkt (Burdorf en Schuring, 2023). Ten slotte kan meer gezondheid leiden tot minder of later zorggebruik. Dat laatste is wenselijk in de zorg, die nu al overlopen wordt en op een zorginfarct afstevent.

Werk aan de winkel dus, in het hele kabinet! Dat is een uitdaging, omdat het stimuleren van gezondheid politiek wordt geassocieerd met bettutteling, overheidsbemoeienis en diplomademocratie. In de spreekkamers van de zorg zou het te veel tijd kosten of zouden patiënten het niet willen (beide aantoonbaar onjuist overigens). Daarom enkele tips voor de kersverse staatssecretaris Jeugd, Gezondheid & Sport, samen met zijn collega’s van VWS, SZW en OCW.

Ten eerste, geef verder gevolg aan het Nationaal Preventieakkoord. In dit akkoord (2018) zijn ambitieuze meerjarige afspraken gemaakt over terugdringen van overgewicht en problematisch alcoholgebruik richting 2040. De ondertekenaars uit het bedrijfsleven (zoals supermarkten, voedingsindustrie, cateraars, pretparken, alcoholbranches, sportondernemers) helpen de gezondere keuze de makkelijkere en toegankelijke keuze te maken. De staatssecretaris kan de ondertekenaars vragen wat zij extra gaan doen om deze doelstellingen alsnog te halen (én wat zij nodig hebben van de overheid in termen van regulering en het aanpakken van achterliggende oorzaken van overgewicht). Diezelfde vraag kan de staatssecretaris aan de publieke ondertekenaars vragen: het behalen van de gezondheidsdoelen vraagt van iedereen inspanningen. De staatssecretaris kan helpen de polarisatie in posities tussen (sommige) publieke en private ondertekenaars te slechten, zodat nieuwe partnerschappen ontstaan vanuit een gezamenlijke ambitie. Graag ondersteund met stevig marktmeesterschap van de nieuwe Europese Commissie: regels voor duurzamere en gezondere voeding met één gelijk speelveld voor de industrie, een belangrijke randvoorwaarde voor het bedrijfsleven (Stigter, 2023; SER, 2023b).

Ten tweede, richt onze samenleving zó in dat meer gezondheid het resultaat is. Er zijn tal van kansrijke en goed onderbouwde voorbeelden. Bijvoorbeeld, als kinderen op basisscholen bewegen (in plaats van zitten) en een gezonde lunch krijgen, daalt het aantal kinderen met overgewicht van 13,2 procent naar 10,2 procent (RIVM, 2020). Die aanpak kun je uitrollen van de kinderopvang tot en met het hoger onderwijs. Nederland wordt dan het eerste land die de trend naar meer overgewicht naar beneden buigt. Maak dus stevige afspraken met scholen. Als werkgevers investeren in de vitaliteit van hun werkenden, zoals met een gezonde lunch of leefstijlprogramma’s, helpt het als de fiscus dat niet langer beschouwt als loon in natura waarover loonbelasting verschuldigd is (VNO-NCW, 2024). Werkgevers gaan dan vanzelf meer investeren in vitaliteit, met een gezondere beroepsbevolking tot gevolg.

Ten derde, zet vol in op werk. Mensen die vanuit een uitkering gaan werken, worden gezonder, gelukkiger en gebruiken minder zorg (Schuring et al., 2010). Maak daarom een plan om de arbeids­deelname van 73 procent fors te verhogen: ook belangrijk want het tekort aan personeel is hét springende punt voor het kabinet. Als we aansluiten bij de Europese top, kan onze arbeidsdeelname met zeker 1,5 miljoen fte omhoog (Stigter en Wilthagen, 2022). Dat vergt een stevige verbouwing van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid. Is het niet asociaal om mensen in een kwetsbare positie alleen een inkomen (uitkering) te geven, als hun grootste gezondheidswinst voortkomt uit de zingeving, de structuur en het netwerk die werk met zich meebrengen? Voor wie betaald werk te hoog gegrepen is, zijn er andere vormen zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg. Een samenleving die meer mensen includeert, is een samenleving waar verschillen in levensverwachting op termijn dalen: een lange termijn succes voor het kabinet-Schoof!

Ten vierde, hervorm de bekostiging van de zorg. Zorg is de grootste en snel groeiende post in de rijksbegroting (110 miljard per jaar). De Nederlandse zorg wordt tot dusverre gedreven door productieprikkels op ziekte (NZa, 2023). Ziekte en ongezondheid hebben vooral achterliggende sociaal-maatschappelijke oorzaken (SER, 2023a): de spreekkamers in de zorg stromen er vol mee. Overheidsbeleid om mensen te helpen vóór de poorten van de zorg, voorkomt dat zij bij de huisarts belanden die pleisters of pillen plakt op een probleem dat in de kern niet medisch is. Artsen moeten deze problemen doorverwijzen naar het sociaal domein. Daarnaast kunnen artsen meer doen voor de tien miljoen mensen met chronische aandoeningen door gezondheid, leefstijl en werkbehoud onderdeel te maken van de behandeling. Dit leidt tot minder medicatie, complicaties, ziektelast en een betere kwaliteit van leven. Deze transformatie naar het de-medicaliseren van sociaal-maatschappelijke problemen en belonen van (positieve) gezondheid en leefstijl in de spreekkamer vergt een stevige hervorming van de bekostiging van de zorg.

Tot besluit

Kortom, alle ingrediënten liggen klaar om Nederland gezonder te maken. In het nieuwe kabinet moet goed worden samengewerkt, want de grootste gezondheidswinst ligt op het terrein van werk (SZW), scholen (OCW) en zorg (VWS). Daarom is het ook wenselijk dat in het nieuwe kabinet samen de voortgang van de gezondheid(sdoelen) wordt besproken. Voor een blijvend succes helpt het als het CPB de economische baten van gezondheid voortaan doorrekent, zodat meer politieke partijen de win-win van gezondheid in hun programma’s opnemen (Technische Werkgroep, 2023). Een brede coalitie van scholen, gemeenten, artsen, zorgaanbieders, sport, gezondheidsfondsen en bedrijfsleven staat klaar om de nieuwe kabinetsploeg en de Tweede Kamer te helpen bij deze grootschalige verbouwing naar een samenleving van 18 miljoen gezondere Nederlanders.

Literatuur

Bloom, D.E., D. Canning en J. Sevilla (2001), ‘The Effect of Health on Economic Growth: Theory and Evidence’, NBER Working Papers 8587.

Burdorf, A., R.C.P. Fernandes en S.J.W. Robroek (2023) Health and inclusive labour force participation. The Lancet, 14 oktober.

CBS (2023) Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals 2023. CBS Publicatie.

Neofytidou, A. en S. Fountas, (2020) The impact of health on GDP: A panel data investigation. The Journal of Economic Asymmetries, 21, e00139.

NZa (2023) De stand van de zorg 2023. NZA Document, 12 oktober.

Ooijen, R. van, J. van der Vaart en J. Mierau (2021) Regionale welvaartsindex wijst op structurele achterstand Groningen. ESB, 106(4800S), 28–32.

PBL (2017) Stedelijke regio’s als motoren van economische groei. Beleidsstudie.

SER (2023a) Gezond opgroeien, wonen en werken. SER Advies 23/07.

SER (2023b) Beleidsagenda Europese Unie 2024–2029. SER Verkenning 23/06.

Stigter, A. (2023) De kracht van het Nationaal Preventieakkoord. Nederlands Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde, 1. Editorial te vinden op www.ntvl.nl.

Stigter, A. en T. Wilthagen (2022) Arbeidsdeelname kan en moet fors omhoog. ESB, 107(4809), 204–207.

Technische Werkgroep (2023) Preventie op waarde schatten: Advies Technische Werkgroep Kosten en Baten van Preventie. Advies, december. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

RIVM (2020) Een gezonde schoollunch en meer bewegen op de basisschool helpen in de aanpak van overgewicht. RIVM Nieuwsbericht, 5 november.

VNO-NCW (2024) Gezonde bevolking als motor voor welzijn en economie. VNO-NCW Nieuwsbericht, 9 februari.

VZinfo (2024) Chronische aandoeningen en multimorbiditeit: Leeftijd en geslacht. VZinfo Statistiek, 18 juni.

Auteurs

Categorieën

Plaats een reactie