Ga direct naar de content

Veilen op z’n Hollands

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 13 2001

Veilen op z’n Hollands
Aute ur(s ):
Damme, E.E.C., van (auteur)
Hoogleraar economie, Katholieke Universiteit Brab ant en CenER.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4318, pagina 571, 13 juli 2001 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Wie aan Holland denkt, denkt aan bloemen en wie aan bloemen denkt, denkt aan de veiling in Aalsmeer. Per dag vergapen duizenden
toeristen zich aan de vele klokken, de snelheid van het proces, de serene rust bij de bieders en de efficiëntie van het logistieke proces.
Een prachtig exportproduct, waarvan de volmaaktheid pas echt doordringt als men in New Metropolis hetzelfde veilingspel op kleine
schaal zelf succesvol probeert te spelen.
Hoe anders toch met de veilingen die onder regie van de overheid tot stand komen. Hoe jammer is het dat het begrip ‘Dutch auction’
ondertussen synoniem geworden is met een veiling waarbij alles misgaat. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Hoe ver kan het nog
gaan?
Het lijvige rapport over de umts-veiling dat onderzoekers van de Erasmus Universiteit begin deze maand aan de Tweede Kamer
aanboden biedt inzicht. Marktwerking is geen doel maar een middel, formuleren politici zo prachtig. Geef mij een doel en voldoende tijd
en ik geef u een veiling die tot het doel leidt, respondeerde de econoom met de veilinghamer die overal spijkers zag. Het Erasmus-rapport
geeft twee heldere conclusies. Ten eerste hadden de politici de doelstellingen niet duidelijk geformuleerd. Ten tweede waren de
ambtenaren ervan overtuigd ook zonder deskundige hulp de hamer wel te kunnen hanteren. Klappen werden wel uitgedeeld, en na het
zomerreces zullen er vermoedelijk nog meer volgen, maar onduidelijk is vooralsnog of ze doel getroffen hebben.
Helaas is de umts-veiling niet de enige waarvoor de opmerkingen gelden en lijken de lessen nog steeds niet geleerd. Twee voorbeelden.
Neem de geplande verdeling voor omroepfrequenties. De discussie in de Kamer gaat over al dan niet veilen, maar de discussie moet
natuurlijk over de doelen gaan: wat willen we bereiken? In eerste instantie was het doel eenvoudig: diversiteit van de aanbieders, elke
partij mocht hoogstens één frequentiepakket verwerven. Zo’n doelstelling is eenvoudig te realiseren, maar daarmee niet
noodzakelijkerwijs zinvol. Er is ook weinig economisch inzicht nodig om te zien dat bij een gewone veiling alleen Sky-klonen winnaars
kunnen zijn; de tabel in de Volkskrant van 4 juli spreekt boekdelen. Logisch dus ook dat bestaande zenders in actie komen. Men kan
alleen maar bewondering hebben voor hun succesvolle lobbycampagne. Verwondering is echter op z’n plaats als de Kamer vervolgens
unaniem een motie aanneemt waarin het Kabinet gevraagd wordt de bestaande partijen te bevoordelen, temeer daar diezelfde Kamer bij
umts-veiling juist over dergelijke bevoordeling geklaagd hadden. Weinig consistentie, maar dat hoeft ook niet als je geen ander doel hebt
dan herkozen te worden.
Verwondering wekt ook de daaropvolgende reactie van het Kabinet, die de commissie-Bouw ongeveer een maand de tijd geeft om tot een
geheel ander veilingontwerp te komen. Alsof Aken en Keulen in één dag gebouwd zijn. Iedereen begrijpt dat fysieke constructies tijd
vergen, maar klaarblijkelijk ligt dat bij mentale anders. Ik vermoed dat dit ook komt doordat het instorten van geesteswerken minder
zichtbaar is. Het puin is daarom echter niet minder. Het kabinet heeft ondertussen een heel andere doelstelling: diversiteit van het
commerciële aanbod. Van mij mag het, maar ik zit er niet op te wachten. Het zal trouwens toch wel een vergelijkende toets worden. Onze
Rick, die eerst zo voor veilingen was, heeft immers reeds aangekondigd de lucratieve vergunning voor digitale televisie ook zo te
vergeven.
Verder verwijderd van de schijnwerpers gebeuren overigens ook rare dingen. Elektriciteit is in Nederland duur, duurder dan in Duitsland.
Er is dus geld te verdienen door stroom daar in te kopen, naar Nederland te transporteren en hier te verkopen. Helaas zijn er maar twee
verbindingswegen, interconnectoren met Duitsland. Capaciteit hierop is schaars en er moet voor het gebruik dus tol betaald worden. Via
veiling wordt de capaciteit op de interconnectoren toegewezen. In een efficiënte markt is de prijs voor capaciteit gelijk aan het
prijsverschil tussen Nederland en Duitsland. Een logisch gevolg is dat bij een efficiënte veiling de prijs op de ene interconnector gelijk
moet zijn aan die op de andere. Het zal een handelaar immers worst wezen van welke verbindingsweg hij gebruik maakt, technisch gezien
kan hij zijn stroom sowieso niet sturen. Voor de kwalitatief ingestelden onder u: kijk op www.tso-auction.nl en zie hoe de nulhypothese
van gelijke prijzen verworpen wordt. De orde van grootte? In de middag van 3 juli werd op de ene poort € 100 per megawatt betaald, op
de andere € 150. Het prijsverschil laat zien dat ook hier de veiling niet goed functioneert. Men mag vermoeden dat ook hier te weinig tijd
is genomen om tot een goed ontwerp te komen.
Privaat succes en publiek falen, wat te doen? “Waar visie ontbreekt, komt het volk om” parafraseerde Den Uyl Prediker. Ik zou het anders
formuleren: waar visie ontbreekt, moet meer aan de markt worden overgelaten. Herinnert u zich onze Gouden Eeuw? Het is alweer een
tijdje terug, maar toen deden we dat. Zelfs belastingheffing werd uitbesteed en het recht om belastingen te innen geveild. Als de
overheid zich nu zou kunnen beperken tot de discussie over doelstellingen en de regie vervolgens verder aan de markt zou overlaten,
zou veel gewonnen zijn.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur