Ga direct naar de content

Veel aow-huishoudens hebben aanvullend pensioen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 18 2003

Veel aow-huishoudens hebben aanvullend pensioen
Aute ur(s ):
Statistiek (auteur)
Deze pagina wordt gecoordineerd door de sector nationale rekeningen van het CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4400, pagina 191, 18 april 2003 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
economie, samenleving

Eind 2000 telde Nederland bijna zeven miljoen huishoudens. In ruim 1,4 miljoen huishoudens ontving ten minste één persoon een
aow-uitkering. Tussen 1990 en 2000 nam dit aantal met 200.000 huishoudens toe. Dit is een groei van zestien procent, terwijl het
totaal aantal huishoudens in deze periode met slechts dertien procent groeide.
Ruim een derde van het inkomen is aanvullend pensioen
Vrijwel alle 1,4 miljoen huishoudens hebben naast de aow andere inkomsten. Zo hadden in 2000 vier van de vijf aow ontvangende
huishoudens een aanvullend pensioen. Gemiddeld bestaat het inkomen van aow’ers voor bijna dertig procent hieruit. Daarnaast is
inkomen uit vermogen een veel voorkomende inkomensbron. Slechts twee procent van de huishoudens had geen inkomsten naast de
aow. Voor de meeste gepensioneerden is de aow de belangrijkste bron van inkomsten, gevolgd door aanvullend pensioen. Gemiddeld
over alle aow ontvangende huishoudens bestond 44 procent van het inkomen uit aow, 29 procent uit aanvullende pensioenuitkeringen
en 27 procent uit vermogensinkomsten en overige inkomsten waaronder loon uit arbeid. De hoogte van de aanvullende inkomsten is niet
voor alle aow ontvangende huishoudens gelijk. Zo had één op de vijf huishoudens minder dan 250 euro bruto per maand naast de aow.
Bij 85.000 daarvan ging het om minder dan honderd euro. Deze cijfers zijn inclusief de huishoudens die geen aanvullende inkomsten
hadden. Naast ouderen met weinig of geen aanvullende inkomsten waren er velen die het beter hadden. Zo hadden in 2000 bijna twee op
de vijf huishoudens duizend euro of meer per maand aan aanvullende inkomsten.
Welvaartsniveau aow-huishoudens vijf procent onder gemiddelde
Aow ontvangende huishoudens hadden in 2000 gemiddeld 20.500 euro te besteden. Dit is ruim eenzesde lager dan het gemiddelde
inkomen van alle huishoudens. In aow ontvangende huishoudens zijn echter relatief weinig mensen van het huishoudensinkomen
afhankelijk. Na correctie van het besteedbaar inkomen voor het verschil in omvang en samenstelling van het huishouden lag het
welvaartsniveau van aow ontvangende huishoudens in 2000 nog maar vijf procent onder het gemiddelde.
Welvaart aow ontvangende huishoudens ongelijk over het land verdeeld
De welvaart van aow ontvangende huishoudens is ongelijk over het land verdeeld. In het noorden van het land is het inkomen van
pensioenontvangende huishoudens aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde. In 2000 was het inkomen van deze huishoudens in de
provincie Groningen bijna zestien procent lager en in Friesland veertien procent. Ook in Rotterdam was het inkomen laag. Gemeenten
waar het inkomen van pensioenhuishoudens hoger is dan landelijk, zijn vooral te vinden in een strook in het midden van het land. Dit
patroon komt in globale trekken overeen met de regionale verdeling van inkomens van huishoudens die geen aow ontvangen.
tabel 1

Tabel 1. Huishoudens met aow’er(s), aantallen x 1000
1990
particuliere huishoudens
met aow’er(s)
alleenstaande
waarvan vrouw
(echt)paar beiden aow’er
één aow’er
overig

6128
1239
587

1995
6549
1347
673

476
344
146
162

2000
6941
1443
725

535
391
146
137

569
432
169
116

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur