Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: september 30 1993

Figuur 2. Orderpositie Industrie

Prijsindex gezinsconsumptie
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden juli en
midden augustus met 0,4% gestegen.
Tussen midden augustus 1992 en
midden augustus 1993 steeg de index met 2,0% (zie figuur 1). Over
deze periode was de prijsstijging van
de voedingsmiddelen, dranken en
tabak, meubelen en huishoudelijke
apparaten geringer dan het gemiddelde inflatiepercentage. De medische
verzorging kende als enige een, zij
het geringe, prijsdaling. De artikelgroep kleding en schoeisel kende
over deze periode de grootste prijsstijging (bijna 4%). Het is opvallend
Figuur 1. Prijsindex gezinsconsumptie,
procentuele maandmutatie t.o.v. voorgaandjaar

-25

beoofdeling ordesposhk
saldo pos. en neg. antwoordra
j fmainj jason J fmamj j asondi fmamj j a
1991
1992
1993

100). De dalende tendens, die vanaf
april 1992 zichtbaar was, lijkt hiermee tot staan gekomen. Ook de beoordeling van de Orderpositie van de
industriele ondernemers verslechterde niet verder (figuur 2). Dit oordeel
kan gezien worden als een indicatie
voor de ontwikkeling van de toekomstige produktie in de industrie. Per
saldo oordeelden 20% van de industriele ondernemers negatief over hun
Orderpositie. In mei was dit negatieve saldo nog 25%. Met name de
ondernemers in de investeringsgoederenindustrie beoordeelden hun
Orderpositie de laatste maanden
gunstiger.

de werkloosheid begon eind vorig
jaar. Daarvoor was er jarenlang
steeds sprake van een daling. In
augustus-oktober vorig jaar was het
aantal geregistreerde werklozen voor
het eerst hoger dan een jaar eerder.
Vanaf februari-april van dit jaar ligt
het aantal werklozen boven dat van
1990, maar nog onder dat van 1989.
In de afgelopen twaalf maanden is
de werkloosheid met name onder
jongeren tot 25 jaar aanzienlijk gestegen. In de periode juni-augustus bedroeg het aantal werkloze jongeren
99 duizend, 31 duizend meer dan
een jaar eerder. Dit betekent dat op

duizend jongeren in de beroepsbevolking er nu 69 werkloos zijn, wat
beduidend meer is dan in de periode
juni-augustus 1992 toen dit aantal 48
bedroeg.

Werkloosheid

Faillissementen
i fmimj j asondlj fmamj j asondlj fmamj j a

dat ondanks deze prijsstijging het
prijshiveau van deze groep nog duidelijk onder dat van het basisjaar
1985 ligt. Vanaf april 1992, toen de
inflatie bijna 4,5% bedroeg, zijn de
maandelijkse prijsstijgingen vrijwel
voortdurend afgenomen. Het meest
recente inflatiepercentage komt nagenoeg overeen met dat van de eerste
maanden van 1990. Gerekend vanaf
1985 bereikte de index in augustus
een waarde van 114,7.

Het aantal geregistreerde werklozen
kwam in de periode juni-augustus uit
op 374 duizend. Dat is 100 duizend
hoger dan een jaar eerder. In de
periode mei-juli was het aantal werklozen 79 duizend groter dan in dezelfde periode een jaar eerder. De
stijgende tendens van de geregistreerFiguur 3- Geregistreerde werklozen,
driemaands gemiddelden, mutaties
(x 1000) t.o.v. overeenkomstigeperiode
van het voorgaande jaar

Orderpositie Industrie
Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest in de Industrie steeg het
indexcijfer van de Orderpositie in augustus met 1%-punt ten opzichte van
juli. De index, die een beeld beoogt
te geven van het aantal maanden
werk in portefeuille bedroeg in augustus 83 (vierde kwartaal 1990 =

In augustus werden ruim 500 faillissementen uitgesproken. Vergeleken
met de overeenkomstige maand in
1992 is dit een stijging van ruim 60%.
Bij deze ontwikkeling wordt opgemerkt dat het aantal zittingen van de
arrondissementsrechtbanken in augustus dit jaar 90 bedroeg, tegenover
69 zittingen vorig jaar. Het aantal uitgesproken faillissementen in augustus 1992 was het laagste maandcijfer
van vorig jaar. In de eerste acht
maanden van dit jaar werden 37%
meer faillissementen uitgesproken
dan in het overeenkomstige tijdvak
van vorig jaar. Over deze periode bezien is dit het hoogste aantal na
1981. De stijging over het jaar 1992
als geheel bedroeg 24%.
Buitenland

j fmamj j asond| fmamj jasondjj fmamj j
1991

1992

1993

Bruto binnenlands produkt
Het volume van het bruto binnenlands produkt (bbp) in Nederland
was in het tweede kwartaal van dit

jaar 0,2% groter dan in het tweede
kwartaal van vorig jaar. Aangezien in
het eerste kwartaal van 1993 het bbp
met 0,2% was gedaald, kwam het
bbp in het eerste halfjaar uit op hetzelfde niveau als in het eerste halfjaar van 1992 (figuur 4). In Duitsland
(onze belangrijkste handelspartner)

Figuur 5. Produktie industrie, volume,

procentuele kwartaalmutaties t.o.v.
voorgaand jaar

vs

was geringer dan die van het industriele gemiddelde. De textiel-, kleding-

en lederwarenindustrie was wel de

was de economische groei zowel in
het eerste als in het tweede kwartaal

\\.

negatief. De daling in het tweede
kwartaal (-1,9%) was echter minder

\
EG
I
1
tDUI

Figuur 4. Bruto binnenlands produkt,

volume, procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaandjaar

i n m i v | i iiniiv|i i i r a r v l i n
1990

8

1991

1992

1993

ontwikkeling van de industriele

6

NED

produktie. De Europese Gemeenschap als geheel kent nu tien opeenvolgende kwartalen met een vrijwel
voortdurende negatieve produktieontwikkeling van de industrie.

Focus: produktie per

bedrijfsklasse
I n m iv I i n m rv I i n
1991

1992

1993

sterk dan die in het eerste kwartaal
(-3,4%). In de Verenigde Staten daarentegen groeit de economie al weer
zeven kwartalen achter elkaar. Vanaf
het derde kwartaal van 1992 liggen
daar de groeicijfers van het bbp
(steeds ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van het voorgaande jaar) ruim boven de twee procent.

Het volume van de industriele produktie was in het eerste helft van dit
jaar 2,6% kleiner dan in dezelfde periode van vorig jaar (figuur 6). Op
halfjaarbasis is dit de sterkste daling
na het tweede halfjaar van 1982. In
1992 lag het produktievolume nagenoeg op hetzelfde niveau als in 1991De voorlopige uitkomsten over juli
1993 duiden (als vergeleken wordt

De toegevoegde waarde in de industrie is een conjunctuurgevoelig on-

derdeel van het bbp. De fluctuaties
in de groeicijfers van de industriele
produktie zijn in het algemeen groter
dan de mutaties van het bbp. De
mutaties van de industriele produktie
(voor seizoeninvloeden gecorrigeerd) zijn in Nederland vanaf het
vierde kwartaal van 1992 negatief. In
Duitsland is dit al het geval vanaf het

enige bedrijfsklasse waar het groeicij-

fer, vergeleken met de jaarmutatie
over 1992, verbeterde. In de metaal

en de chemie nam de bedrijvigheid
sterk af. De chemie kende over het
eerste halfjaar van 1993 een ongekend sterke daling. De afneming van

het produktievolume was hier zelfs
groter dan in het depressiejaar 1982.
Ook in de delfstoffenwinning
(vooral aardgas) en in de openbare
nutsbedrijven nam de produktie af
(figuur 7). Voor de nijverheid (excluFiguur 7. Produktie nijverheid, delfstoffenwinning en openbare nutsbedrijven,
volume, procentuele jaarmutatie van het
voortschrijdend 12-mnds. gemiddelde
—— nijverheid

– — delfstoffenw.

/

s

i

1
1
1
f
1

• P • opcnb&r

l/

‘i
i
“••••.K \

•v-J \,i
V^

^^^i

met een jaar eerder) op een verdergaande afneming van de produktie.

De afzonderlijke industriele be-

Industriele produktie

te zien. In de textiel-, kleding- en lederindustrie, de hout- en bouwmaterialenindustrie en in de papier- en
grafische industrie nam het produktievolume in de eerste helft van dit
jaar weliswaar af, maar de daling

j mm j s ni n mm j s n n in in j s n p mm
1990

1991

1992

1993

drijfsklassen gaven in de eerste zes

maanden van dit jaar, vergeleken

sief de bouw) resulteren in de eerste

met de overeenkomstige periode van
1992, uiteenlopende ontwikkelingen

helft van 1993 dan ook volumedalingen die nagenoeg overeenkomen
met de ontwikkeling in de Industrie.

Figuur 6. Procentuele groei industriele
produktie per bedrijfsklasse, volume

tweede kwartaal van 1992 en bovendien is de terugval van de industriele
bedrijvigheid daar veel sterker. Het
aandeel van de industrie in Duitsland

in de totale produktie is bovendien
veel groter dan in ons land (in Nederland: 20%, in Duitsland ruim 30%).
Het verschil in groeicijfers van het
bbp tussen Nederland en Duitsland
kan dan ook voor een belangrijk
deel worden toegeschreven aan de

ESB 29-9-1993

Deze bijdrage is ontleend aan het Con-

junctuurbericht, nr. 9-93, dat wordt
I1992LO.V. 1991
I caste halfjaar 1993 l.o.v. eoste halfjaar 1992

samengesteld door de hoofdafdeling
Nationale Rekeningen van het CBS.

Auteurs