Ga direct naar de content

Silvio Gesell, een geniale ,,monetary crank

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 20 1983

Silvio Gesell, een geniale
,,monetary crank”
PROF. DR. H. VISSER*

Inleiding
De naam van Silvio Gesell leeft voornamelijk voort dank
zij de lovende woorden die Keynes aan hem gewijd heeft in
de General theory. Keynes waardeerde Gesell omdat hij — in
tegenstelling tot de hoofdstroom van het economische denken voor Keynes — aandacht schonk aan de effectieve
vraag: ..The great puzzle of Effective Demand with which
Malthus had wrestled vanished from economic literature.
( . . . ) It could only live on furtively, below the surface, in the
underworlds of Karl Marx. Silvio Gesell or Major Douglas” 1). Hij herhaalt zijn lof aan het einde van de General
theory.vtaar hij spreekt over ..Mandeville. Malthus. Gesell
and Hobson. who. following their intuitions, have preferred
to see the truth obscurely and imperfectly rather than to
maintain error, reached indeed with clearness and consistency and by easy logic but on hypotheses inappropriate to the
facts” 2). Keynes had zelfs zo’n hoge dunk van Gesell dat hij
poneerde: ..I believe that the future will learn more from the
spirit of Gesell than from that of Marx” 3). Wie was deze Silvio Gesell en welke waren zijn ideeen. ideeen die door een
georganiseerde beweging werden uitgedragen?
Curriculum vitae
Jean Silvio Gesell werd in 1862 geboren in Sankt Vith.
toen in Duitsland. nu in duitssprekend Belgie. Meer formele
opleiding dan lagere school en een jaar gymnasium kreeg hij
niet: wegens ziekte van zijn vader moest hij van school af.
Hij werkte drie jaar bij de posterijen en kreeg vervolgens
functiesbij vcrschillendehandelsondernemingen. In dejaren
1882-1884 was hij te Malaga gestationeerd. Daar heeft hij
niet voor niets Spaans geleerd: in 1887 vertrok hij naar
Buenos Aires. waar hij een handelsonderneming in tandartsartikelen stichtte. die snel tot bloei geraakte.
In de jaren negentig van de vorige eeuw onderging de Argentijnse economic grote schokken. Deze wekten Gesells belangstelling voor economische vraagstukken. Tussen 1891
en 1900 laat hij een aanzienlijk aantal geschriften in het
Duits en het Spaans het licht zien. In 1900 doet hij zijn bedrijf, Casa Gesell, over aan zijn broer Ernst en vertrekt naar
Europa. Hij koopt een boerenbedrijf in Zwitserland en kan
zich daar wijden aan — zoals Keynes dat noemde — ..the
two most delightful occupations open to those who do not
have to earn their living, authorship and experimental
farming” 4).
Hij besteedt zijn krachten voornamelijk aan de ontwikkeling en uitwerking van zijn gedachten op economisch terrein.
Zijn belangrijkste werken zijn: Die Verwirklichung dvs
Rechts aufden vollen Arbeitsertrag (lurch die Geld- und Bodenreform van 1906 en Die neue Lchre -orn Geld und Zins
van 1911, alsmede. op deze twee boeken verder bouwend.
zijn magnum opus Die naiurliclw Wirtschaftsordnungdurch
Freiland und Freigeld van 1916.

370

Niet alleen door middel van publikaties tracht hij zijn
ideeen te verspreiden, ook door de vorming van organisatics.
In 1915 sticht hij te Bern de I’erein fur Freiland und Freigeld. waaruit in 1919 de Freiwirlschajishund ontstaat. In
1925 heeft deze beweging in Duitsland al 40.000 leden. Bij
zijn overlijden in 1930 worden zijn ideeen niet alleen uitgedragen door de Freiwirtschaftsbund in Duitsland. de Oexierreichischer Freiwirtschaftsbund en de Schweizerischer Freiwirtschaftsbund. maar ook door de Physiokralischer Kampjbund in Duitland en Zwitserland en door de Deutsche Bund
fiir krisenlose Volkswirtschaji. Later vinden zijn ideee’n ook
aanhang in Noord- en Zuid-Amerika.
Tussen de bedrijven door gaat hij nog wel eens naar
Buenos Aires. Van 1907 tot 1911 neemt hij de leiding van
Casa Gesell weer op zich. in verband met het overlijden van
zijn broer. Zijn zoons zetten het bedrijf voort. Ook in de politick doet hij ervaring op. maar die is minder prettig. Op
7 april 1919 wordt in Miinchen de eerste Beierse radenrepubliek uitgeroepen, voornamelijk geleid door de links van
de socialistische partij staande onafhankelijke socialisten.
Hoewel Gesell zelf anti-socialistisch is. wordt hij op aanbeveling van twee leidende onafhankelijke socialisten in die
radenrepubliek. Gustav Landauer en Ernst Niekisch (geen
van beiden marxist), op 8 april minister van financier*. De
eerste Beierse radenrepubliek wordt evenwel reeds op 10 april door de — communistische — tweede Beierse radenrepubliek vervangen. Gesell krijgt op 16 april zijn conge. Wanneer op 2 mei de radenrepubliek omvergeworpen wordt door
de soldaten van de legate Beierse regering van Adolf Hofmann. wordt Gesell gearresteerd. Na een proces enkele
maanden later volgt zijn vrijspraak. Hij blijft schrijven en
spreken. totdat hij in 1930 aan een longontsteking overlijdt.
Uitbuiting en de economische orde
Het bestaande economische systeem vertoont volgens
Gesell grote gebreken. Twee gebreken springen in het bijzonder naar voren: het bestaan van arbeidsloos inkomen in de
vorm van pacht en interest — noem het uitbuiting — en het
optreden van conjunctuurcycli. Maar de oplossing die zowel
de communisten als de nationaal-socialisten aandroegen.
verwerpt Gesell. Ordening van de economic door de overheid betekent staatsdwang en past naar het inzicht van Ge-

* Verbonden aan de vakgrocp Macro-economic binnen de economische faculteit van de Vrije Universiteit. Een eerdere versie van dit artikel is verschenen in Ekonomies Bulletin, tijdschrift van voornoemde faculteit.
1) J. M. Keynes, The general theory of employment, interest and
money, Macmillan, Londen, 1961, biz. 32.
2) Idem. biz. 371.
3) Idem. biz. 355.
4) Idem, biz. 354.

sell niet bij de menselijke natuur. Hij is sterk gehecht aan een
economische orde waarin individuen zich in vrijheid kunnen
ontplooien en in wedijver met elkaar hun capaciteiten kunnen ontwikkelen.
Gesell heeft zich uitvoerig met het marxistische uitbuitingsbegrip beziggehouden. Bij Marx vindt uitbuiting in de
produktie plaats: de arbeider krijgt minder uitbetaald dan de
waarde van wat hij produceert. In de ruil kan geen uitbuiting
plaatsvinden volgens het inzicht van Marx, omdat op de
markt equivalenten geruild worden 5). Geld is geen zelfstandig kapitaal. Nee, zegt Gesell, uitbuiting vindt niet in de produktie plaats, maar vindt haar grond in de ruil. Geld is wel
een zelfstandig kapitaal. De bezitter van geld heeft een
machtspositie tegenover de bezitter van goederen. De goederenbezitter staat onder een grotere dwang om te verkopen
dan de geldbezitter om te kopen. Het aanhouden van goederen is kostbaar: de goederen dalen in waarde. het opslaan
kost geld, het verzekeren evenzeer. Bij een interest van 4%
per jaar heeft degene die geld aanhoudt een verlies van ongeveer 1 pfennig per dag per 100 mark. Volgens Gesell mag
een goederenbezitter wel met het drievoudige verlies reke-

de pachtopbrengst. die dan vrij ter beschikking van de overheid staat. vervolgens gebruiken om moeders een uitkering te
geven naar rato van het aantal kinderen dat zij hebben.
Daarmee wordt de vrouw vrij van de man. zij is niet meer
van hem afhankelijk. Zij hoeft dus ook niets meer van hem

te slikken. Gesell verwacht daarvan zoiets als een zedelijke
verheffing van het volk, zonder dat de overheid daartoe
dwang hoeft uit te oefenen en zonder dat allerlei wereldverbeteraars een aanhang hoeven te verwerven. Immers, als
vrouwen mannen de deur kunnen wijzen zonder angst voor
verlies van voedsel en onderdak, zullen zij, in de idealistische
voorstelling van Gesell. alleen nog maar geestelijk en lichamelijk gezonde mannen als vaders van hun kinderen accepteren. Dus gaan die mannen zich deugdzaam gedragen, jawel.

Bij de verpachting van grond mag ieder meedingen: kleine

Gesell nu wil de uitbuiting. zoals die in de interest- en

gezinnen. grote gezinnen. maar ook cooperaties, anarchistische, communistische en sociaal-democratische kolonies en
kerkelijke gemeenten. De vrijlandbeweging moet bij voorkeur de gehele wereld omvatten. Niemand, van welk ras. geloof of geslacht ook. wordt uitgesloten. Nationalisme en oorlogen kunnen op die manier verdwijnen. De overheid krijgt
twee taken: ten eerste. het waarborgen van de economische

pachtbetalingen tot uitdrukking komt. afschaffen; niet door

zekerheid en algemene vrijheid van het individu, en ten

het particuliere bezit van de produktiefactoren af te schaffen.
maar door ten eerste de grond te nationaliseren en ten t weede
het geldsysteem zodanig te wijzigen dat het overwicht van de
geldbezitter tegenover de goederenbezitter verdwijnt. waarmee volgens Gesell ook het interestverschijnsel kan verdwij-

tweede. het verschaffen van diensten die individuen niet zo
gemakkelijk zelf kunnen voortbrengen. Gesell denkt hieraan
zaken als de uitbouw en het beheer van verkeersmiddelen, en
wel over de hele wereld (het gaat hier dus om collectieve goederen).

ning houden.

Freigeld
Freiland

Er zijn wel meer maatschappijhervormers geweest die in
de nationalisatie van land de oplossing zagen voor de kwalen

van de samenleving. ook als ze geen socialistische samenleving voorstonden. Als alternatief is ook wel voorgesteld het
surplus dat land oplevert boven de kosten die er aan worden
besteed. in zijn totaliteit weg te belasten (Henry George). Die
hogere opbrengst, een rent, is immers te danken aan een monopoliepositie. Land, als gift van de natuur, behoort aan de
gemeenschap. Deze hervormers, inclusief Gesell. wilden de
nationalisatie van het land of het wegbelasten van de rent inbedden in een individualistisch economisch systcem met
particulier bezit van de overige produktiefactoren. Immers.
die overige produktiefactoren zijn reproduceerbaar. er is
daarbij geen sprake van een natuurlijk monopolie. De vrij-

heid stond voorop (zowel Gesell als Henry George waren tevens fervente voorstanders van vrijhandel).
Gesell wilde het land niet zonder meer confisqueren. De
eigenaren zouden schadeloos worden gesteld met staatsobligaties. De overheid zou het land aan de meestbiedende verpachten. De opbrengst zou in eerste instantie voor een deel
moeten dienen om de interest op de aan de landeigenaren
verschafte staatsobligaties te betalen. Die obligaties dragen
echtergeen vaste interest. Bij een volledige compensatie van
de voormalige landeigenaren zou in dat geval de pachtopbrengst immers juist voldoende zijn om de interest op de aan
de landeigenaren overgedragen obligaties te betalen. Gesell
verwachtte evenwel dat de door hem gepropageerde geldhervorming tot een daling van de interest zou leiden. Bij een algemene interestdaling en een variabele interestvergoeding op
staatsobligaties (zodanig dat de nominale waarde van de
obligaties voortdurend a pari blijft), daalt de interestvergoeding beneden de pachtopbrengst (bij een daling van de interest verwacht Gesell ook wel een daling van de pachtsom.
maar een geringere). Er blijft een overschot over dat mede
gebruikt kan worden om de obligaties af te lossen. Binnen 20
jaar zou volgens Gesell de schuld gedelgd zijn 6). Gesell wil

ESB 27-4-1983

Voortbouwend op zijn idee dat de geldbezitter een machtspositie heeft tegenover de goederenbezitter, ontwikkelt Gesell zijn origineelste bijdrage aan het economische denken:
het voorstel om ,.Freigeld”te introduceren. Freigeld bestaat
uit bankbiljetten die. in het voorstel van Gesell, elke week
1 promille van hun waarde verliezen (men spreekt dan ook

wel van ,,Schmtndgeld”, te vertalen als kwijngeldl)). De
overheid geeft plakbonnen uit, in vellen zoals bij postzegels.
Deze bonnen dienen elke week op de bankbiljetten geplakt
te worden om ze hun waarde te laten houden. Elke week
dient men dus bij voorbeeld een bon van 10 pfennig te plakken op biljetten van 100 mark. Aan het eind van een jaar, als
het bankbiljet volgeplakt is. wordt het vervangen door een

nieuw exemplaar.
Door de introductie van Freigeld wil Gesell het interestverschijnsel aanpakken. In een niet-monetaire economie zou
volgens Gesell geen interest geheven kunnen worden. Mensen die over een goederenvoorraad beschikken zullen die

graag tegen een interest van nul procent uitlenen, omdat die
goederen anders toch maar in waarde achteruitgaan (door
bederf) of opslagkosten met zich brengen. In een monetaire
economie kan men ook geld aanhouden, in plaats van goederen. Geld gaat niet teniet en het aanhouden ervan gaat niet
met kosten gepaard. Voor het uitlenen van geld zal men
daarom wel interest vragen. Die interest remt de bestedingen
aan goederen.

5) K. Marx, Capital, Vol. I, vert. S. Moore en E. Aveling, red. F.

Engels, George Alien and Unwin, Londen, 1946 (oorspronkelijk verschenen bij Swan Sonnenschein, Lowrey & Co., Londen, 1887), biz.
3-6.
6) S. Gesell, Die natiirliche Wirtschaftsordnung durch Freiland und
Freigeld, Stirn-Verlag Hans Timm, Hochheim, 1931, biz. 75-76.
7) Ik dank deze vertaling aan dr. W. Keizer.

371

Deze analyse van Gesell lijkt op die van Keynes in hoofdstuk 17 van de General theory, getiteld ..The Essential
Properties of Interest and Money”. Keynes was bang dat in
een rijke, ontwikkelde economie de opbrengstvoet van investeringen. dus de opbrengst van het aanhouden van kapitaalgoederen. zou dalen. Aangezien geld een liquiditeitspremie
geeft en het aanhouden van goederen met kosten gepaard
gaat. door Keynes aangeduid als ..carrying costs”, stokt de
besteding aan goederen. Gesell gaat nog een stapje verder

dan Keynes door te veronderstellen dat de Wickselliaanse
natuurlijke interest naar nul tendeert. De oplossing van Gesell. door Keynes zo toegejuicht. is dan om het aanhouden
van geld ook met kosten gepaard te laten gaan. In de terminologie van Keynes komt Gesells oplossing hierop neer dat
de liquiditeitspremie op geld gecompenseerd wordt door bewust gei’ntroduceerde ..carrying costs”.
Conjunctuurpolitiek

De introductie van Freigeld biedt de mogelijkheid een actieve conjunctuurpolitiek te voeren. Economische crises
worden in Gesells ogen veroorzaakt door dalende prijzen.
Ten gevolge waarvan dalen de prijzen? Gesell noemt drie
oorzaken:
1. in het systeem van de gouden standaard is het mogelijk
dat de goudproduktie achterblijft bij het goederenaanbodi
2. goud wordt ook voor niet-monetaire doeleinden gebruikt.
bij voorbeeld voor de produktie van sieraden. Daardoor
wordt ruilmiddel aan de circulatie onttrokken. Dat drukt
de bestedingen;
3. de wellicht belangrijkste oorzaak is dat, zoals ook Keynes
beschreef, bij stijging van de kapitaalgoederenvoorraad de
marginale efficientie van de investeringen daalt. De kapitaalbezitters verhinderen een navenante daling van de interest. Zij potten hun geld liever op. Dat remt de bestedingen. Immers, de opbrengst op kapitaalgoederen daalt
beneden de rentabiliteitsgrens.

Door nu geld waarde te laten verliezen kan men in Gesells
ogen zowel van het vervelende interestverschijnsel als van de
depressies afkomen. Geld moet worden uitgebracht ten behoeve van de Schatkist, de uitgifte mag niet aan particuliere
banken worden overgelaten. Richtlijn moet zijn de stabiliteit
van het prijsniveau. Wanneer het prijsniveau dreigt te dalen
moet de overheid meer geld uitgeven. Dat geschiedt door be-

uitgcgcvcn aan lonen voor lieden die eerst werkloos warcn en
nu konden worden ingezet bij openbare werken. Deze lieden
brachten hun geld snel naar de winkels en de winkeliers betaalden hun achterstallige belastingen aan de gemeente. Binnen vier maanden had de stad openbare werken uitgevoerd
ter waarde van Sh. 100.000. De werkloosheid was teruggelopen en de middenstand bloeide. De Oostenrijkse centrale
bank heeft het experiment een voortijdig einde bezorgd middels een gerechtelijke procedure. Immers. het monopolie van
de bankbiljettenemissie werd door het optreden van het gemeentebestuur van Worgl aangetast.
Een soortgelijk experiment vend plaats in het Beierse dorp

Schwanenkirchen, waar de plaatselijke mijneigenaar en
grootste werkgever lonen ging uitbetalen in het door de
..FreiwirtschafT’-beweging uitgegeven ..Schwundgeld”. genaamd Wara. Bij gebrek aan beter accepteerden winkeliers
en groothandelaren betalingen in Wara, iedere ontvanger
verrichtte snel zelf weer betalingen en handel en nijverheid
bloeiden. De regering verbood evenwel. in haar streven naar
deflatie, in november 1931 het gebruik van Wara 8).
Ook in een aantal Amerikaanse steden heeft men de
ideeen van Gesell in de praktijk gebracht. Deze ideeen vonden een krachtig pleitbezorger in de persoon van de grote
economist Irving Fisher 9).
Na de depressie zijn de ideeen van Gesell in de vergetelheid geraakt. Als er inflatie optreedt. heeft men ook in feite
al ..Schwundgeld”. Wie geld aanhoudt in tijden van inflatie.
lijdt verrnogensverlies. Er zijn dan dus al ,,carrying costs”.
Die hoeft men niet meer kunstmatig in het systeem te brengen. Een bezwaar van Gesells Freigeld-systeem was voorts
dat er alleen papiergeld. door de overheid uitgegeven, circuleerde. Voor giraal geld was geen plaats. Maar wie zou particuliere banken kunnen verhinderen om girale vorderingen
aan te bieden die hun waarde zouden behouden, en wie zou
het publiek dan kunnen verhinderen om die vorderingen aan
te houden. liever dan bankbiljetten die hun waarde verliezen? Voor de introductie van het ,,Freiland”-systeem moet
de politieke wil aanwezig zijn. Die is voor zo’n drastische ingreep uiteraard moeilijk te vinden.
Gesell heeft een elegante oplossing gegeven voor een aantal maatschappelijke problemen. een oplossing met een
grote innerlijke consistentie 10). Maar de logica van zijn
systeem hield geen rekening met de veelvormige. weerbarstige werkelijkheid.
H. Visser

lastingverlaging en de financiering van een (groter) deel van

de overheidsuitgaven met nieuw gecreeerd geld. Bij dreigende prijsstijgingen verhoogt de overheid de belastingen en
neemt zij op die manier geld uit de circulatie. De prijsstabiliteit die men dan bereikt zal er volgens Gesell tevens toe leiden dat de omloopsnelheid van het geld stabilised!, zodat de
kwantiteitstheorie geldigheid verkrijgt en door het manipuleren van de geldhoeveelheid het gewenste resultaat wordt
bereikt.
Slotopmerkingen

Gesells ideeen zijn na zijn dood op kleine schaal in praktijk gebracht, met name wat de uitgifte van Freigeld betreft.

Bekend is het experiment in het Oostenrijkse stadje Worgl.
Het gemeentebestuur wilde — het was de tijd van de grote
depressie — iets aan de werkloosheid doen. Het bracht biljetten uit van 1. 5 en 10 schilling, die 1% per maand aan
waarde verloren. Wie aan het einde van de maand biljettcn
in bezit had. moest zegels kopen om de waarde op peil te
houden. De opbrengst ging naar dc armenzorg.
Op de introductiedag van de biljetten werd 1.800 schilling

372

8) H. R. L. Cohrssen, Wara. The New Republic, jg. 71 nr. 923. 10
augustus 1932.
9) Zie I. Fisher. The Stamped Script Plan, The New Republic, jg. 73
nr. 942, 21 deeember 1932 en I. Fisher, Booms and depressions,
George Alien and Unwin, Londen, 1933, Appendix VH.
10) Zie behalve de reeds genoemde literatuur: D. Dillard, Silvio Gesell’s monetary theory of social reform, American Economic Review,
jg. 32 nr. 2, 1942; H. T. N. Gaitskell. Four Monetary Heretics, in:
G. D. H. Cole (red.), What everybody warns to know about money,
Victor Gollanez, Londen. 1933; S. Gesell, Die Ausbeulung, ihre Ursachen und ihre Bekampfung; Eine gegenitberslellung meiner Kapitaltheorie und derjenigen van Karl Marx, Vortrag gehalten in der sozialistischen Vereinigung zur gegenseitigen Weiterbildung in Dresden, 8. Mai 1922. Silvio Gesell-Spende 1932, Bern, 1932; O.
Popescu. Silvio Gesell, in: E. von Beckerath e.a. (red.). Handworlerbuch der Sozialmssenschaften, Band 4, Gustav Fischer, Stuttgart,
J. C. B. Mohr (Paul Siebeck), Tubingen, Vandenhoeck & Ruprecht,
Gottingen, 1965; B. Uhlemayer, Silvio Gesell, Rudolf Zitzmann Verlag, Lauf bei Niirnberg. 1931 (tekst van een herdenkingsrede n.a.v.
Gesells overlijden).

Auteur