Ga direct naar de content

Schone schijn

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 16 1987

Schone schijn
De Macro Economische Verkenning en de Miljoenennota schetsen dit jaar een tegenstrijdig beeld. De teneur
van de Miljoenennota is zeer positief. Net als in de
toespraak van de secretaris-generaal van het Ministerie
van Economische Zaken, Rutten, bij de opening van het
academische jaar, vorige week in Maastricht, wordt de indruk gewekt dat de gebrachte offers hun vruchten beginnen af te werpen. De vette jaren zijn weliswaar nog niet
aangebroken, maar het licht gloort, de magere jaren zijn
achter de rug. De toenemende beheersing van de overheidsuitgaven en de meevallende economische groei
scheppen dit jaar zelfs ruimte voor belastingverlaging.
Bij nadere inspectie van de MEV blijkt echter dat het
vooral goed gaat in vergelijking met de prognoses uit het
Centraal Economisch Plan van dit voorjaar. In vergelijking
met de afgelopen jaren is het beeld een stuk minder rooskleurig. Alleen de uitvoer doet het goed. Ondanks de recente verslechtering van de concurrentiepositie wordt
voor 1988 een exportgroei verwacht van 4%, waardoor het
overschot op de lopende rekening niet verder afneemt.
Voor het overige lijkt het wel alsof het niet de magere jaren
zijn die we achter de rug hebben, maar de vette. De groei
van het produktievolume van bedrijven en van het bruto
nationale produkt halveert tot 1% in 1988. De particuliere
consumptie groeit in 1988 met slechts 1 %%, tegen 2%%
in 1987. De groei van de investeringen, die in 1985 en
1986 nog 12% bedroeg en dit jaar afneemt tot 4%, daalt in
1988 tot nul, zodat de investeringen in procenten van het
bruto nationale produkt zelfs afnemen.
Het opvallendst is de ontwikkeling op de arbeidsmarkt.
De werkgelegenheid in arbeidsjaren, die in 1986 nog toenam met 80.000 en in 1987 met naar schatting 35.000,
stijgt in 1988 met nog slechts 10.000 (tabel kerngegevens)
a 15.000 (tekst MEV). Op grand van demografische factoren valt te verwachten dat hiertegenover een toename van
het arbeidsaanbod zal staan van 80.000 personen. Je zou
verwachten dat de werkloosheid dus met ongeveer 70.000
zou toenemen. In de MEV wordt echter een dating van de
werkloosheid voorzien met 25.000 personen. Dit is te danken aan een aantal correcties die hier en daar wel wat ambitieus zijn. Zo wordt verondersteld dat werkverruimende
maatregelen 25.000 arbeidsplaatsen opleveren en ontmoediging, statistische factoren en fraudebestrijding
35.000. De toekomst zal leren of deze correcties realistisch zijn, maar vooralsnog ziet de werkloosheidsprognose er weinig betrouwbaar uit.
Al met al wordt in de MEV een somber beeld geschetst
van de economische ontwikkeling. Deze somberheid vinden we echter nietterug in de Miljoenennota. Integendeel,
daar ziet men zelfs de mogelijkheid om de ombuigingen en
meevallers dit jaar niet alleen te gebruiken voor tekortreductie, maar ook voor een belastingverlaging, die f. 1,9
mrd. gaat kosten. Hiermee wil het kabinet bijdragen aan
een matiging van de loonkosten. De kosten van deze bijdrage worden in de Miljoenennota gebagatelliseerd: ,,De
verkleining van de wig zal het functioneren van de arbeidsmarkt verbeteren en daarmee de economische groei bevorderen. Het draagvlak van belastingen en premies kan
hierdoor toenemen, terwijl de werkloosheid kan verminderen. Een verdere verlaging van de belastingen is dan een
wenkend perspectief” 1). Er wordt dus gerekend op ‘inverdieneffecten’, men verwacht dat de beer zich aandient zodra zijn huid is verkocht, een uitgangspunt dat in het verleden niet altijd realistisch is gebleken. Bovendien doet de
verhoging van de kinderbijslag met 6%, die wordt betaald
uit de wig, in dit licht wat merkwaardig aan.
Tegen de plannen voor lastenverlichting zijn twee bezwaren in te brengen. In de eerste plaats bemoeilijkt de belastingverlaging de belastingvereenvoudiging. Plannen
hiertoe zijn ruim een jaar geleden ingediend door de

commissie-Oort. Ze worden gesaboteerd door de SER en
de Stichting van de Arbeid, die maar niet tot een advies
kunnen komen. Dit heeft ermee te maken dat vereenvoudiging onmogelijk is zonder dat koopkrachtverschuivingen
optreden. Dit probleem had kunnen worden verzacht door
met de belastingverlaging te wachten tot de invoering van
de vereenvoudiging.
Belastingverlaging is bovendien niet erg verstandig uit
het oogpunt van de financiele situatie bij de overheid. Om
deze reden heeft de president van De Nederlandsche
Bank, Duisenberg, er in april van dit jaar nog ernstig tegen
gewaarschuwd 2). In de Miljoenennota zelf worden bovendien ook dit jaar weer de bekende onheilsplaatjes gepresenteerd met betrekking tot de rentelasten 3). Uit deze
overzichten blijkt duidelijk dat stabilisatie van de rentelasten op een aanvaardbaar niveau alleen mogelijk is
wanneer het financieringstekort verder wordt teruggebracht dan tot de 51/)% die in het regeerakkoord is afgesproken.
Het rooskleurige beeld dat Rutten en de Miljoenennota
schetsen en dat nog wordt versterkt door de belastingverlaging doet dus nogal geforceerd aan. Ook met de beheersing van de overheidsfinancien gaat het namelijk niet al te
best. Om de diverse tegenvallers en beleidsintensiveringen op te vangen zijn dit jaar extra ombuigingen nodig ter
groottevanf. 4mrd.,bovenopdef. Smrd.waartoealinhet
regeerakkoord was besloten. Net als in de vorige Miljoenennota’s is aan de beheersbaarheid van de overheidsuitgaven weer een apart hoofdstuk gewijd. Hierin wordt alleen aandacht besteed aan de financiele aspecten van de
beheersbaarheid. De regering is voornemens de groei van
de overheidsuitgaven in te dammen door de open-einderegelingen minder gevoelig te maken voor externe ontwikkelingen en extra budgetteerbare uitgaven alleen toe te
staan als elders dekking is aangegeven. Tegenvallers
moeten, liefst op hetzelfde beleidsterrein, worden gecompenseerd. Het stringente begrotingsbeleid wordt dus nog
eens nieuw (even ingeblazen. Het is echter de vraag of
hiermee de discipline werkelijk wordt hersteld. Alle goede
voornemens ten spijt is de strijd tegen de beleidsintensiveringen en tegenvallers elk jaar weer een strijd tegen de
bierkaai gebleken. Telkens weer blijken additionele ombuigingen noodzakelijk om de totale overheidsuitgaven
binnen de overeengekomen grenzen te houden. Er is eerder sprake van paniekvoetbal dan van weloverwogen beleid, en in die zin is beheersing van de overheidsuitgaven
dus nog ver weg.
Ondanks alle kritiek die geuit kan worden op de Miljoenennota, blijft natuurlijk staan dat het kabinet de afgelopen
jaren een opvallende prestatie heert geleverd. Ondanks
een miljardentegenvaller in de aardgasbaten kennen financieringstekort en collectieve-lastenquote nog steeds
een dalende trend. Dat daarmee alles onder controle is, is
echter schijn. Vooral de economische situatie wordt veel
mooier voorgesteld dan de prognoses van het CPB rechtvaardigen, en de hoofddoelstelling van het kabinetsbeleid, een werkloosheid van maximaal 500.000 personen in
1990, lijkt verder weg dan ooit.
M.A. Langman

1) Miljoenennota 1988, ‘s-Gravenhage, 1987, biz. 9.
2) De Nederlandsche Bank, Jaarverslag 1986, Kluwer, Deventer,
1987, biz. 29.
3) Miljoenennota 1988, biz. 10 en 38.

Auteur