Ga direct naar de content

Sars werpt schaduw vooruit

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 13 2003

Sars werpt schaduw vooruit
Aute ur(s ):
Konijn, R.J. (auteur)
Wiemers, S.M. (auteur)
De auteurs zijn werkzaam b ij de Nederlandse Amb assade te Peking serv.wiemers@minb uza.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4406, pagina 271, 13 juni 2003 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
china

De ziekte sars tast de fundamenten van economische groei in China niet aan. Maar het vertrouwen kan zodanig worden geschaad dat
de motor vastloopt.
Tussen het sombere economische wereldnieuws van de laatste tijd was er altijd één lichtpuntje: China bleef stug doorgroeien. De
afgelopen twintig jaar heeft China zich opgewerkt van een straatarm land tot de zesde economie ter wereld. Sinds Deng Xiaoping de
opendeurpolitiek begon, is het Chinese nationale inkomen bijna vervijfvoudigd. Volgens The Economist hebben we te maken met “the
most stunning economic performance of the past century”. Al eeuwenlang is China met zijn honderden miljoenen consumenten de
droom van iedere ondernemer. Met de beperkte koopkracht van de gemiddelde Chinees duurt het nog even voordat die droom wordt
gerealiseerd. Maar met een ongestoord doorgroeiende economie komt de realisatie wel steeds dichterbij. In een haperende
wereldeconomie kon China het eerste kwartaal van dit jaar een groei van het bbp van 9,9 procent rapporteren. En de buitenwereld heeft
dat door. Al die enthousiaste ondernemers zorgden ervoor dat China vorig jaar een record aan buitenlandse investeringen ontving van
52,7 miljard dollar. Daarmee werden de Verenigde Staten van de eerste plaats afgestoten als ontvanger van buitenlandse
investeringen. Wat is de basis van deze economische groei en wat is de invloed van de uitbraak van sars hierop?
De Chinese economie
China heeft vooral een naam als ‘werkplaats voor de wereld’. Het land exporteerde vorig jaar voor $ 317 miljard. Dit leidde tot een
handelsoverschot van $ 37 miljard. De succesformule is de concurrentie op prijs. In iedere Chinese stad staat een leger spotgoedkope
arbeidskrachten klaar die hard en lang willen werken. Een gemiddelde Chinese werk-nemer verdient bijvoorbeeld slechts een zesde van
wat zijn collega in een andere grote opkomende markt, Mexico, verdient. De combinatie van lage lonen en een goede werkmentaliteit is
een succesformule. Ondanks die mentaliteit is de efficiëntie vaak ver te zoeken. De productiviteit van de Chinese industriearbeider is
bijvoorbeeld slechts zeven procent van die van zijn Amerikaanse collega. En een Nederlandse boer is zelfs driehonderd keer zo
productief als zijn Chinese tegenvoeter. Het is duidelijk dat de combinatie van Westerse kennis en management met Chinese
productiecapaciteit een economische kracht oplevert die niet te verslaan is. Vandaar dat de buitenlandse investeringen binnen stromen.
Die investeringen zijn een belangrijke bron van economische groei. De export zelf draagt echter nauwelijks bij aan de groei. De bijdrage
aan de welvaart is door de extreem lage lonen en dito prijzen gering. Daar komt bij dat de Chinese munteenheid, de yuan (of renminbi),
fors ondergewaardeerd is. Dit blijkt ook weer uit de zojuist uitgekomen Big Mac-index. Een Big Mac is nergens ter wereld zo goedkoop
als in China: $ 1,02. Dit is iets minder dan de helft van de prijs in de Verenigde Staten. The Economist schat de onderwaardering van de
yuan ten opzichte van de dollar hiermee op 56 procent1. De meeste antidumpingzaken in het afgelopen jaar zijn aangespannen tegen
China. Maar het is de manier voor China om zijn wereldwijde marktaandeel uit te breiden en het immense leger arbeiders aan het werk te
houden.
Binnenlandse investeringen en consumptie
Naast de buitenlandse investeringen zijn de binnenlandse investeringen een belangrijke bron van economische groei. Doordat
investeringsbeslissingen genomen worden op basis van een sterke verwevenheid van overheid en bedrijfsleven, is rendement meestal
niet het criterium. Staatsbedrijven produceren meestal op basis van werkverschaffing. Het resultaat is overproductie. De prijzen dalen
daardoor. Zo verdwijnen de winstmarges ook voor private bedrijven als sneeuw voor de zon. En dat leidt weer tot een grote zwakte in het
Chinese economische systeem: de ‘non-performing loans’. Volgens sommige economen bedragen deze slechte leningen al zo’n veertig
procent van het bbp2. Dit is alleen mogelijk door een nauwe verwevenheid tussen overheid, staatsbanken en staatsbedrijven. Positief is
dat dit leidt tot werkgelegenheid. Anderzijds zorgt het voor inefficiënte allocatie van middelen en bij stagnatie of een zwakkere overheid
zelfs tot een schuldencrisis. Een groeiend aandeel in de Chinese economie komt van de binnenlandse consumptie. Los van de arme
boeren en arbeiders, die zo’n miljard van de Chinese bevolking uitmaken, ontstaat in de grote steden zoals Peking, Shanghai, Guangzhou
en Shenzhen een middenklasse die wat te besteden heeft. Een goede indicatie voor de omvang van die middenklasse is het bezit van een
mobiele telefoon. Inmiddels bezitten 224 miljoen Chinezen een mobieltje. Daarmee voert China de wereldtop aan. Met aanschafprijzen die
liggen tussen de tachtig en vijfhonderd euro geeft dat een idee van de koopkracht.
Sociaal-economische transformaties
Bij een analyse van de Chinese economie is het van belang te beseffen dat China een land in transitie is. China staat middenin vier

fundamentele veranderingsprocessen:
» » overgang van een centraal geleide naar een markteconomie; terugtrekking van het publieke aandeel in de economie leidt tot sanering
van staatsbedrijven;
» » overgang van een rurale naar een industriële (en diensten) economie. Het aandeel van landbouw in de productie is de afgelopen
twintig jaar gedaald van dertig tot achttien procent en het aandeel agrariërs in de beroeps-bevolking van 69 tot 50 procent. De oeso raamt
de uitstroom uit de landbouwsector tussen 2000 en 2010 op zeventig miljoen arbeidskrachten3;
» » overgang van een maatschappij met een hoge bevolkingsgroei en lage levensverwachting naar een lage bevolkingsgroei
(éénkindpolitiek) en hoge levensverwachting. Dit zorgt voor terugloop van de beroepsbevolking en vergrijzing;
» » overgang van een gesloten naar een open economie. Eind 2001 trad China toe tot de wereldhandelsorganisatie wto, hetgeen zal
leiden tot verlaging van de invoertarieven en openstelling van sectoren die verboden terrein waren voor buitenlandse ondernemingen.
Door blootstelling aan buitenlandse concurrentie vindt gedwongen sanering plaats van relatief zwakke economische sectoren.
Geen van deze transformaties is compleet en één van deze transformaties alleen al kan van bepalende invloed zijn voor de economie van
een land. In China vinden deze processen tegelijkertijd plaats.
Noodzaak tot groei
De belangrijkste doelstelling van de machthebbers in Peking is de continuering van de macht van de Communistische Partij en, direct
daarmee verbonden, sociale stabiliteit. Om die stabiliteit te garanderen is voortdurende economische groei nodig. Door de
bovengeschetste transformatieprocessen zullen naar schatting van de Wereldbank de komende jaren honderd à tweehonderd miljoen
werknemers op straat komen te staan4. Wanneer er onvoldoende groei is om deze groep op te vangen, komt de stabiliteit in gevaar. De
afgelopen jaren voerde de Chinese regering een effectief beleid in deze. De toetreding tot de wto, het binnenslepen van de Olympische
Spelen (in Peking in 2008) en de komst van de World Expo (Shanghai 2010) bedekten de zwakke plekken van de Chinese economie. Deze
gebeurtenissen fungeerden als aanjager voor de binnenlandse consumptie en de buitenlandse investeringen. De Chinese machthebbers
zijn nu doodsbang dat de economische zeepbel die ze hebben gecreëerd door sars wordt doorgeprikt. Teruglopend
consumentenvertrouwen, stagnerende export en stokkende buitenlandse investeringen zouden de groei danig kunnen afzwakken.
Het effect van sars
De eerste economische slachtoffers van de uitbraak van sars waren de luchtvaartmaatschappijen, horecagelegenheden en de
toeristenbranche. Het verkorten van de 1 meivakantie, die traditioneel leidt tot een uitgavenhausse, zette een extra rem. Genoemde
sectoren bedragen alles bij elkaar zo’n vijf procent van de Chinese economie. De binnenlandse consumptie is behoorlijk geraakt door de
sars-uitbraak. Met name in de getroffen gebieden is het consumentenvertrouwen zwaar aangetast. Grote uitgaven worden uitgesteld.
Betrouwbare cijfers zijn hierover echter nog niet voorhanden. Een indicatie dat ook de sterke Chinese export negatief wordt beïnvloed
door sars geeft de laatste editie van de Kanton Beurs. Op deze grootste handelsbeurs van China die ieder half jaar in Guangzhou wordt
georganiseerd, werd vorig jaar voor zeventien miljard dollar aan exportcontracten getekend. Op de beurs van afgelopen april kwamen
nauwelijks buitenlanders opdagen en werd voor slechts drie miljard dollar aan contracten getekend5. Indien de sars-uitbraak niet te lang
aanhoudt, is de bovengenoemde schade te overzien. De economische gevolgen zullen echter exponentieel stijgen naarmate het langer
duurt voordat de uitbraak onder controle is. Kortdurende rampspoed levert schade op, maar is te overkomen. Gezien de aard van sars
leidt een langere duur tot een steeds sterker afnemend vertrouwen en toenemende risicoperceptie. Dit geldt vooral voor de buitenlandse
economische betrekkingen.
Cultuurkloof
Een belangrijke factor in het zaken doen met China is cultuur. Een ondernemer moet relatief veel investeren in het overbruggen van de
cultuurkloof. Daarom zijn de handelsmissies naar China zo populair en steken westerse landen veel energie in het begeleiden van hun
zakenmensen op de Chinese markt. Zakelijke overeenkomsten komen pas tot stand na veel bezoeken en etentjes. Dat zijn precies de
activiteiten die worden geblokkeerd door sars. Een lege hotelkamer is niet alleen verlies voor het hotel, maar ook een potentieel gemiste
deal. Indien er sprake is van kort uitstel van een bezoek is de schade te overzien. Indien de sars-uitbraak lang duurt, kunnen
investeringsbeslissingen op de lange baan worden geschoven of verschuift de aandacht naar de concurrenten van China. Daarbij is er
een verschil tussen investeringen en handel. Investeringen kennen over het algemeen langere aanlooptrajecten; een kort uitstel heeft
dan niet zo’n groot effect. Handel kent kortere trajecten en kan dus relatief harder worden geraakt als er een tijdsperiode wegvalt. Daar
tegenover staat dat investeringen veel meer dan handel gebaseerd zijn op vertrouwen en veel afhankelijker zijn van risicoperceptie.
Transactiekosten
Het succes van het internationale zakendoen in en met China is wat betreft de aanbodkant afhankelijk van de productie- en
transactiekosten. De lage productiekosten in China worden deels teniet gedaan door de hoge transactiekosten om tot een overeenkomst
te komen. Dat verklaart waarom het veelal de grote, multinationale ondernemingen zijn die succesvol zijn op de Chinese markt. Voor het
mkb blijkt de drempel nogal eens te hoog, ondanks de poging van de Nederlandse en andere overheden de transactiekosten te verlagen.
Sars verhoogt juist het risicoprofiel van China. Een recent gehouden onderzoek laat zien dat investeerders als gevolg van sars een drie
procent hoger rendement op hun investeringen in China eisen6. Dat kan een rem zetten op de stroom aan buitenlandse directe
investeringen. In het eerste kwartaal van dit jaar, nog voor sars tot paniek leidde, groeiden de buitenlandse investeringen volgens de
Chinese statistieken met 56,7 procent in vergelijking met dezelfde periode het jaar daarvoor. Onder druk van de crisis kwam het Chinese
ministerie van Handel kortgeleden met cijfers over de maand april. Het feit dat de groei slechts terugzakte tot 37,2 procent moest de
buitenwereld gerust stellen7. Analisten verwachten dat het effect de komende maanden veel duidelijker naar voren zal komen. De
perceptie dat sars een gevaar is voor de economie is op zichzelf al een remmende factor8.

Nederlandse bedrijven
Alle Nederlandse bedrijven met investeringsplannen in China stellen hun beslissingen uit. Bestaande im- en exportcontracten blijven
buiten schot, hoewel de kwaliteitscontrole gehinderd wordt. Aanhoudende hoge kwaliteit is vaak een probleem voor Chinese
producenten. Controle door een buitenlander is essentieel. Bedrijven die zich al gevestigd hebben in China hebben derhalve een
voordeel boven diegenen die vanuit Nederland opereren.
Groei van het bbp daalt
Volgens de Chinese statistieken groeide het bbp het eerste kwartaal van dit jaar met 9,9 procent. Een indrukwekkend cijfer, waarbij wel
rekening gehouden moet worden met de notoire onbetrouwbaarheid van Chinese statistieken en het feit dat de uitgangspositie laag is
(het bbp per hoofd van de bevolking bedraagt ongeveer duizend dollar). Zeker is dat dit groeipercentage niet voor het hele jaar gehaald
gaat worden. Het zal wellicht drie procentpunt lager uitvallen, maar alles is afhankelijk van de tijd waarbinnen sars onder controle is (zie
tabel 1).

Tabel 1. Enkele prognoses voor de economische groei in China in 2003 na ontdekking sars,25 april tot en met 19 mei
eerdere
voorspelling

sars binnen
kwartaal
onder controle

Goldman Sachs (25 april)
7,5%
BNP Paribas (29 april)
7,4%
Citigroup (29 april)
7,6%
Morgan Stanley (8 mei)
7%
Asian Development Bank (10 mei)
7,5%
Economist intelligence unit (12 mei)7,7%
China State Information Centre
9%
(19 mei)

7%
6,9%
6,5%
6,5%
7,2%
7%
7,5%

sars binnen
half jaar onder
controle
6%
“lager”
7%
“veel lager”

Conclusie
Veel van de fundamenten van het Chinese economische groeiwonder blijven bestaan: de grote binnenlandse markt en het reservoir aan
goedkope, hardwerkende arbeidskrachten. Daar heeft sars geen invloed op. De zwakheden die ook typerend zijn voor de Chinese
economie van dit moment komen echter door sars duidelijker aan de oppervlakte. De tijdsfactor is hier essentieel. Vanwege het
exponentiele karakter is het van groot belang voor de economie om sars snel in te dammen. Het valt te verwachten dat de effecten van
sars zich niet alleen beperken tot afnemende bbp-groei in China, maar ook aantasting van de winst van bedrijven die gelieerd zijn aan
China en verlegging van investerings- en handelsstromen. De laatste ontwikkelingen wijzen erop dat China de sars-uitbraak binnen een
half jaar redelijk onder controle heeft. Een nieuwe Azië-crisis lijkt daarom vooralsnog een brug te ver.

1 Zie Mc Currencies, The Economist’s Big Mac index, The Economist, 26 april 2003.
2 China’s challenges, Financial Times, 6 maart 2003.
3 OESO, China in the world economy; the domestic policy challenges, Parijs, 2002.
4 C.J. Dahlman en J.-E. Aubert, China and the knowledge economy: seizing the 21st century, Wereldbank, Washington DC, 13 december
2001.
5 Sars: temporary bite on economy, China Business Weekly, 29 april 2003.
6 The SARS outbreak: nations hit by virus might face risk premiums to lure investors, Wall Street Journal, 12 mei 2003.
7 SARS dampens growth in foreign investment, South China Morning Post, 14 mei 2003.
8 Dat SARS als gevaar wordt gezien blijkt onder meer uit de reactie op de stelling “De economie wordt steeds kwetsbaarder voor gevaren
zoals SARS”, die ESB op het internet presenteerde (poll 15, 2 mei 2003); zestig procent stemde voor, tegenover 27 procent
tegenstemmers.

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur