Ga direct naar de content

Rutte en Samsom verdienen (nu) een compliment

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 15 2012

Mark Rutte en Diederik Samsom verdienen een compliment met het zo snel op hun schreden terugkeren na het zorgpremiedebacle. Rutte heeft ruiterlijk zijn excuses aangeboden en toegegeven dat de VVD en de PvdA fout zaten. Dat het invoeren van inkomensafhankelijke zorgpremies een onverstandig idee was, is vrijwel iedereen (behoudens een paar roze brillers) het nu wel over eens. Het is lang geleden dat een onderwerp de media zo heeft beheerst.

Waarom verdient deze vorm van zelfreflectie een compliment? Ten eerste omdat het een ondoordacht plan was, waarin de zorgverzekeringsmarkt onnodig verstoord werd, de solidariteit in de zorg op de proef werd gesteld en de middenklasse niet alleen moest bloeden voor de lage maar ook voor de hoge inkomens; een perverse manier van nivelleren. Het nieuwe plan waarin de nivellering plaatsvindt via de belastingen is logischer en eerlijker.

Maar het compliment is bovenal nodig omdat zelfreflectie in de politiek een zeldzaam fenomeen is. Politici hebben enorme moeite om formeel op een eerder ingenomen standpunt terug te komen, en zeker zo snel. Doorgaans wordt zo’n stap omkleed met doorzichtige retorische trucjes, waardoor die politici vaak ook nog worden beticht van draaien.

Politici hebben naast weinig zelfreflectie ook doorgaans een zwak ontwikkeld gevoel voor mededogen. Zo gaf PvdA voorzitter Hans Spekman zichzelf een brevet van empatisch onvermogen door het ondoordachte nivelleringsplan een feest te noemen. Leiders van enige oppositiepartijen draafden door. Wilders verloor zich in een optocht aan krachttermen. Ook hoorde ik Arie Slob van de Christen Unie zaterdag op de radio zeggen dat nu Rutte II het plan van tafel had gehaald, dat ze daarmee haar geloofwaardigheid had verspeeld. Wat is dit voor onzin? Het omgekeerde is waar.

NRC-journalist Marc Chavannes schreef op 5 mei 2012 een stuk getiteld: ‘De kunst van het draaien vergt fijn moreel kompas’. Hierin bespreekt hij de dunne lijn tussen ruggengraat en opportunisme. Zo was het opvallend hoe snel na het onvermijdelijke instorten van het zwalkende gedoogkabinet Rutte I diverse CDA-prominenten afstand namen van de PVV. Je kunt zeggen zoals toenmalige CDA-minister Spies: ‘We kijken vooruit. Er is nu een nieuwe realiteit’. Maar het kan ook wijzen op een gebrek aan ruggengraat. CDA-spindokter Jack de Vries gebruikte het ruggengraatmotief door toenmalige lijsttrekker Balkenende Wouter Bos te laten beschuldigen van draaien omdat het PvdA standpunt over ontslagrecht steeds opschoof.

Wat bepaalt nu of het van standpunt veranderen opportunistisch gedraai is of gewoon het verkrijgen van nieuwe inzichten? In het geval van Spies was het evident gedraai, maar het is niet altijd duidelijk. Volgens Chavannes wordt de grens bepaald door het al dan niet bestaan van morele grenzen. Spies is de grens overgegaan, want zij noemt het gedoogavontuur “een experiment dat niet voor herhaling vatbaar” is, terwijl ze weigert toe te geven dat het hele avontuur een kardinale fout was.

Het is opmerkelijk dat politici zo’n moeite hebben met zelfreflectie. Voormalig premier Balkenende maakte het helemaal bont door naar aanleiding van het opstappen van Groen Links kamerlid Wijnand Duyvendak in 2008 andere politici op te roepen tot zelfreflectie, terwijl hij zelf berucht was door het volkomen ontbreken daarvan (althans in publieke uitspraken). Waarom is dat eigenlijk zo?

Het fenomeen lijkt weinig onderzocht. Ik zie een voor de hand liggende verklaring en een iets minder voor de hand liggende. Omdat leiders van politieke partijen nu eenmaal meegezogen worden in het mediaspektakel, is er bij verreweg de meeste politici sprake van een gemankeerd zelfbeeld. Een gemankeerd (lees: te rooskleurig) zelfbeeld is alvast een heel slecht begin voor politici op weg naar zelfreflectie. Immers hebben ze geen fouten gemaakt, het kwam door de omstandigheden, de media, en verzin er zelf nog maar een paar.

(dit artikel verscheen in iest gewijzigde vorm in nrc 14-11 en nrc next 15-11)

De minder voor de hand liggende verklaring is dat politici zelfreflectie verwarren met het boetekleed aantrekken. Vaak liggen politieke besluiten ingewikkeld, hangen aan elkaar van compromissen of komen tot stand onder grote tijdsdruk. Om dan als individuele politicus het boetekleed aan te trekken als het misgaat, lijkt op electorale suïcide.

Het vreemde is dat deze redenering gebaseerd is op electorale naïviteit. Fouten toegeven op een goede manier, getuigt juist van kracht. Kiezers worden doodmoe van politici die om de hete brij heen draaien, hun kop in het zand steken of dingen lijken te verbergen. Hulde dus voor Rutte en Samson in plaats van hoon.

In deze tijd is het ontwikkelen van zelfreflectie en mededogen belangrijker dan ooit. We leven immers in een tijdperk waarin problemen door media worden uitvergroot, populisten een groot platform hebben en de 2e kamer hijgerig achter elk non-incident holt. Zo’n tijdperk maakt mensen snel angstig voor veranderingen. Veranderingen kunnen gemakkelijk geframed worden als verslechteringen, zelfs als objectief gezien het land als totaal er sterker van wordt.

In de plannen van het regeerakkoord verandert er nogal wat, in de huizenmarkt, de langdurige zorg en het ontslagrecht. In zo’n snel veranderende omgeving met stevige inkomenseffecten voor sommige groepen is het heel belangrijk dat mensen beginnen naar zichzelf te kijken en politici het goede voorbeeld geven. Wat kan ik doen om de welvaart of het geluk van mijzelf, mijn omgeving of het land te verbeteren? En als het een keer misgaat en burgers of politici tonen zelfreflectie, dan is het gepaste antwoord van de samenleving mededogen in plaats van zout in de wonde wrijven.

Het tot stand komen van een hervormingsagenda vereist wederzijds begrip, sociale cohesie en een slagvaardig kabinet. Maar ook een kabinet dat durft terug te komen op eerder ingenomen standpunten zonder daarvoor de hoon van de natie over zich heen te krijgen.

Auteur