Ga direct naar de content

Redactioneel: Zzp’ers hollen de verzorgingsstaat niet uit

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 17 2015

353Jaargang 100 (4712) 18 juni 2015
Redactioneel ESB
I
n Nederland kiezen 760.000
mensen vrijwillig voor een
werkzaam leven buiten de
muur van zekerheden die onze
verzorgingsstaat rijk is. De zzp’er
was uitzondering , maar wordt
misschien de regel. Is dit een ont –
wikkeling die we moeten accepte –
ren en misschien wel omarmen of
holt dit onze verzorgingsstaat uit?
Als je het de zzp’er zelf vraagt dan
geeft 95 procent van hen aan dat
het een vrijwillige keuze betreft,
en dat zij en niet de werkgever
met het voorstel voor zelfstandi
gheid zijn gekomen. De zzp’er wil
geen loonslaaf zijn maar autono –
mie voelen. Ondernemers zijn
harde werkers, ze houden onze
economie flexibel en ze zeggen
hun eigen boontjes te doppen.
Als je het de zzp’ers niet zelf
vraagt, maar kijkt naar wat er van al die mooie verhalen
overblijft onderaan de streep, dan ontstaat een ander
beeld. 43 procent van de zzp’ers houdt jaarlijks minder
dan 10.000 euro over aan dat ondernemertje spelen en
dat komt niet doordat ze allerlei investeringen hebben
gedaan in een appeltje voor de dorst of in hun menselijk
kapitaal. Daartegenover staat dat 30 procent meer dan
modaal overhoudt.
Zeggen dat ze ‘ondernemertje spelen’ is natuurlijk niet
zo aardig , maar dit is precies wat de tegenstanders van de
zzp-groei dwars zit. Zzp’ers – zoals de boze fotograaf tij –
dens het interview met Ton Heerts in het FD – denken
dat ze hun handje niet ophouden, maar is dat wel zo?
Ze genieten immers zelfstandigenaftrek, en ze komen in
de categorie ‘minimale eigen bijdrage’ terecht bij allerlei
overheidsregelingen. In die zin zijn ze wellicht niet zo au –
tonoom als ze vaak zelf denken en zou je kunnen zeggen
dat ze de verzorgingsstaat uithollen. In welke mate zzp’ers
uiteindelijk terug vallen op de overheid als hun avontuur
mislukt, is onbekend. Daar is dit zzp-verschijnsel nog te
nieuw voor.
Een tweede argument dat Heerts in het debat slingerde,
is dat niet de zelfstandigen knabbelen aan de verzor -gingsstaat, maar de werkgevers.
Werkgevers sluizen de zelfstandi-
genaftrek via lagere tarieven voor
zzp’ers naar zichzelf toe, aldus
Heerts. Die lagere zzp-tarieven
maken werknemers relatief min

der aantrekkelijk. Of dat werke –
lijk zo is, hangt af van wie er het
meest te onderhandelen heeft: de
zzp’er of de opdrachtgever. In de
crisis stond de zzp’er zwak en gaf
hij waarschijnlijk alle aftrek door
aan de opdrachtgever om de op –
dracht binnen te kunnen halen.
Nu de economie wat aantrekt
krijgt de zzp’er meer opties en kan
hij een groter deel van de aftrek in
zijn zak houden.
Ten slotte is het meest tot de
verbeelding sprekende argument
voor uitholling van de verzor –
gingsstaat, dat van een leegloop
van werknemers uit het ommuurde stelsel van zekerhe –
den. Als de sterkste werknemers gaan ondernemen en
niet langer bijdragen aan het sociaal stelsel, dan hebben
we een probleem van averechtse selectie. Degenen die in
loondienst overblijven, zullen niet in staat blijven om die
zekerheden overeind te houden en de hele boel zal implo –
deren.
Maar het beeld van zzp’ers dat Marc Chavannes in de
NRC schetst ziet er heel anders uit. Dat gaat over de
weg werparbeid aan de onderkant van de arbeidsmarkt
waar machteloze zzp’ers tegen wil en dank onder het be –
staansminimum worden gedrukt. Het ziet ernaar uit dat
de groep zzp’ers ontzettend divers is en zowel de boven –
kant als de onderkant van de arbeidsmarkt beslaat. Dit
maakt het gevaar van averechtse selectie en de uitholling
als gevolg daarvan kleiner. Sterker nog , het zou de groep
mensen die binnen de muren van het loondienstverband
blijft homogener maken. Aangezien verzorgingsstaatar –
rangementen sterk leunen op de bereidheid tot solidari-
teit – die hoger is onder homogene groepen – denk ik
eerder dat we op een vrij solidaire verzorgingsstaat kun –
nen rekenen. Althans, voor diegenen die er niet uit stap –
pen om te ondernemen.
Zzp’ers hollen de
verzorgingsstaat niet uit
SANDRA PHLIPPEN
Hoofdredacteur ESB
sandra.phlippen@economie.nl

Auteur