Ga direct naar de content

Redactioneel: Energie met beleid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 9 2006

Redactioneel

Eva Niesten
Redacteur ESB
e.niesten@sdu.nl

Energie met beleid
e nieuwe staatssecretaris van Economische
Zaken, Frank Heemskerk, heeft al een
aantal doelen gesteld voor de komende
kabinetsperiode. Hij wil de administratieve lasten reduceren en de positie van de burger
als consument verbeteren. De ministers en staatssecretarissen van Economische Zaken van de voorgaande kabinetten Balkenende wilden ditzelfde, ook
voor de energiesector. Het beleid van liberalisering,
deregulering en splitsing van de energiesector stelde
het publiek belang centraal. Minder regels en meer
marktwerking zouden leiden tot lagere prijzen voor
de consument. Aan het begin van Balkenende IV is
het interessant om te bekijken of het nodig is weer
dezelfde doelen te stellen voor de energiesector.
Cijfers van het CBS laten zien dat de energieprijzen
niet zijn gedaald. Het publiek belang is hiermee
niet gediend. Over een periode van zes jaar zijn de
energieprijzen zelfs met 75 procent gestegen. Dit is
zestig procent meer dan de consumentenprijsindex
over deze periode. De energierekening zal ook dit jaar
weer stijgen, met gemiddeld ongeveer 85 euro. Dit
betekent dat we bijna vijf procent meer gaan betalen
voor elektriciteit en gas dan in december 2006. Deze
grote stijging is zelfs aanzienlijk minder dan het vorig
jaar. Dit jaar valt het nog mee, doordat de heffing ten
behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van
de elektriciteitsproductie voor 2007 is afgeschaft.
De MEP-heffing bedroeg het afgelopen jaar 52 euro.
Deze daling van de belasting op energie betekent dat
de stijging van de energieprijzen vooral voor rekening
komt van het leveringsdeel van de prijs. Voor de levering van elektriciteit wordt dit jaar 18,5 procent meer
gerekend. Dit leveringsdeel kan vrij worden vastgesteld door de energiebedrijven, zonder de inmenging
van het ministerie van Economische Zaken of de
onafhankelijke toezichthouder.
De consumenten worden verder geconfronteerd met
het vooruitzicht van een groot energiebedrijf. Een fusie
van Nuon en Essent zal deze bedrijven gezamenlijk een

D

aandeel van bijna zeventig procent van de Nederlandse
markt opleveren. Het doel van de fusie is EssentNuon
N.V. een sterkere positie te geven op de Europese energiemarkt. Gerekend naar aandeelhouderswaarde (circa
24 miljard euro) zal deze nieuwe organisatie gaan
behoren tot de top tien van grootste energiebedrijven
in Europa. Uit een recent onderzoek van de NMa blijkt
echter dat de markt voor de productie en groothandel
van elektriciteit tijdens piekuren, de retailmarkt en
de onbalansmarkt voor elektriciteit, nationale markten zijn (NMa, 2006). Een nieuw energiebedrijf met
zo’n groot marktaandeel en het overgrote deel van de
Nederlandse productiecapaciteit tot haar beschikking
zal, althans in theorie, tot verdere prijsstijgingen leiden.
Ook de deregulering laat nog op zich wachten. Net
zomin als prijsdaling heeft plaatsgevonden is ook
deregulering niet vast te stellen. Hierbij kan de groei
van de NMa als voorbeeld dienen. De mededingingsautoriteit, waarvan de sectorspecifieke toezichthouder
DTe een onderdeel is, rapporteert van jaar op jaar een
sterke groei van de organisatie en het aantal medewerkers (zie bijvoorbeeld de jaarverslagen NMa 2002,
2003 en 2004). De DTe stelt de transporttarieven voor
elektriciteit vast. Deze transporttarieven zijn het derde
onderdeel van de elektriciteitsprijs, naast de energiebelastingen en het leveringsdeel. De regulering van de
transporttarieven heeft geleid tot een daling van dit
deel van de elektriciteitsprijs. Als gevolg van deze reguleringssystematiek is reeds 1,9 miljard euro bespaard
in de periode van 2001 tot 2007.
In tegenstelling tot het beoogde beleid van Balkenende
I-III heeft de liberalisering geleid tot forse stijgingen in
het leveringsdeel van de elektriciteitsprijs. Dit deel van
de prijs wordt niet alleen beïnvloed door concurrentie,
of een afwezigheid daarvan in nationale elektriciteitssectoren, maar ook door de prijzen van de grondstoffen op de wereldmarkt. Om verdere prijsstijgingen te
voorkomen zal een nieuw energiebeleid gericht moeten
zijn op het vinden van alternatieve, goedkopere energiebronnen die minder afhankelijk zijn van de wereldmarkt. Dit energiebeleid zal ook, met het oog op het
verbeteren van de positie van de consument, de elektriciteitsmarkt voorlopig als nationaal moeten definiëren.
Verder blijkt uit de groei van de NMa dat deregulering
naar alle waarschijnlijkheid niet heeft plaatsgevonden.
Een regulering van de transportnetten is echter in het
belang van de consument gebleken door de sterke
daling van de transporttarieven over de afgelopen zes
jaar. Wanneer het belang van de consument als uitgangspunt wordt genomen voor het energiebeleid van
Balkenende IV, blijkt een andere nadruk dan alleen op
deregulering en liberalisering nodig.

LITERATUUR
Nederlandse Mededingingsautoriteit (2006) Visiedocument
Concentraties Energiemarkten. Den Haag: NMa.

ESB

9 maart 2007

131

Auteur