Ga direct naar de content

REA-advies over innovatie is oubollig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 27 2006

debat

REA-advies over
innovatie is oubollig
“Waar de REA werkelijk een verschil kan maken in het

Stelling:

beleidsdebat, is in het signaleren en duiden van problemen, het

De REA biedt geen toe-

constateren van blinde vlekken en denkfouten in het bestaande

gevoegde waarde in haar

beleid en in het formuleren van alternatieve oplossingenâ€

advies over innovatie.

(ESB van 16 december 2005).

I

n de ESB van 16 december 2005 hield de Raad voor
Economisch Adviseurs een wat merkwaardige oratio pro
domo. Ik geloof gaarne dat de REA erg origineel is en veel
toegevoegde waarde biedt, maar in het advies over innovatie
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 385, nr. 2) in elk
geval niet. Verder dan het traditionele gezeur dat Nederland
hopeloos zou achterblijven, komt ze niet. Het is waar dat de
Europese Lissabonstrategie (onder meer met als doelstelling
investeringen in onderzoek en ontwikkeling tegen 2010 tot drie
procent van het bnp op te trekken) niet werkt en zoals zovele
anderen vraagt de REA zich niet af hoe dit werkelijk komt.
Het is ongetwijfeld waar dat ondernemingen af en toe te zeer
op de korte termijn gericht zijn, maar het minste dat we kunnen zeggen is dat ze nauwelijks minder investeren in O&O dan
twintig jaar geleden, toen er nog meer ruimte was voor fundamenteel onderzoek. Bovendien: gelooft de REA werkelijk dat de
ondernemingen zoveel innovatieve kansen laten liggen? Zou er
echt geen andere reden te bedenken zijn waarom de Nederlandse
O&O-investeringen al zeer lang op twee procent blijven hangen? Is het echt waar dat landen als Finland en Zweden die meer
investeren, het zoveel beter doen? Welke successen laat Finland
buiten Nokia zien? En zijn de Zweedse innovatiesuccessen
van de voorbije decennia niet vooral te vinden in sectoren met
officieel lagere O&O-cijfers: Ikea, H&M? Welke innovatielessen kunnen we daaruit trekken? Waarom heeft de REA het bij
Nederlandse innovatiesuccessen over relatief oude bedrijven als
Accell (bekend van het fietsenkartel!), Aalberts, Stork en Ten
Cate en niet over ING Direct, G-Star of Guerilla Games? Valt de
Nederlandse overheid zoveel te verwijten wanneer ze de voorbije
jaren uit de aardgasbaten ongeveer een miljard euro extra heeft
geïnvesteerd in innovatie? Is innovatie bovendien niet eveneens
een terrein waar afnemende meeropbrengsten gelden? Met het
eerste miljard ga je spaarzaam om, maar als er mee gegooid
wordt (de REA stelt niet minder dan 10 tot 15 miljard euro per
jaar extra voor!), dan zijn er toch nog nauwelijks nuttige projecten te bedenken, laat staan groepen om ze uit te voeren (ik ben
natuurlijk altijd bereid een miljardje op te maken)?

Zoals wel meer partijen noemt de REA de Verenigde Staten
als voorbeeld. Gelooft de REA werkelijk dat de VS zijn oude
industrieën (inclusief landbouw en staal) minder beschermt
dan Europa? We mogen niet vergeten dat internationale handel
tweerichtingsverkeer is, zegt de REA en suggereert daarbij dat
de VS het op dit punt beter doet, de VS die nota bene op de pof
van de rest van de wereld leeft!
Onze arbeidsproductiviteit stijgt te langzaam, maar is dat
niet een consequentie van het feit dat we een diensteneconomie
worden? Van Baumol weten we hoe moeilijk het is de productiviteit van bepaalde diensten te verhogen. Als we meer gaan
investeren in onderwijs, zoals de REA voorstelt, dan is de kans
groot dat daar de productiviteit afneemt. Dat is niet erg als de
kwaliteit toeneemt. Dat geldt voor meer moderne diensten: niet
elk bedrijf maakt de keuze van Wal-Mart of Aldi. Een belangrijk kenmerk van een diensteneconomie is ook dat er minder
‘officieel’ in onderzoek en ontwikkeling wordt geïnvesteerd:
Randstad en Achmea innoveren, maar in de O&O-statistiek
kom je dat niet tegen. Een nieuw winkelinterieur is belangrijk
voor kwaliteit en kwantiteit van de dienstverlening, maar geen
‘officiële’ investering in innovatie.
Een leuke is ook dat de REA in één adem pleit voor afschaffing van regels die technische vooruitgang hinderen en voor
meer outputfinanciering van het wetenschappelijk onderzoek.
Dergelijke outputfinanciering stimuleert bij de universiteiten
juist overmatige aandacht voor academische publicaties ten
koste van een productieve relatie met innovatieve bedrijven en
instellingen! Beste REA, gooi eens echt de ramen open! â– 
Dany Jacobs

Hoogleraar strategie Rijksuniversiteit Groningen en lector Amsterdam Fashion Institute
dany.jacobs@rug.nl

De redactie heeft de Raad voor Economisch Adviseurs
de gelegenheid geboden om te reageren, maar deze
heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De redactie behoudt zich het recht voor inzending voor de rubriek ‘debat’ te weigeren, wijzigen, in te korten, aan te passen of te redigeren ten behoeve van de leesbaarheid en argumentatie in het debat.
Bijdragen aan een debat kunnen gestuurd worden naar redactie-esb@economie.nl.

44

ESB  27-1-2006

Auteur