De Moderne Monetaire Theorie biedt een politieke en economische visie op de geldpers. Jasper Lukkezen beschrijft in zijn inleiding voor het nieuwe themanummer hoe deze theorie gebruikt kan worden om de huidige impasse over het gebruik van de geldpers opgelost kan worden.
Het terugdringen van overheidsschulden door hogere belastingen en lagere tekorten domineert de beleidsagenda’s in Nederland en de rest van Europa. In de beleidsagenda van de Moderne Monetaire Theorie verschuift de aandacht naar volledige benutting van de productiecapaciteit en de werkgelegenheid, samen met een beperkte inflatie.
Na de coronacrisis zou, volgens de gangbare visie, de rol van de overheid snel beperkt moeten worden. Maar de opkoopoperaties van de Europese Centrale Bank maken juist een verdere verruiming mogelijk. Wat is nu, na de herontdekking van de monetaire financiering, verstandig beleid?
Moderne Monetaire Theorie (MMT) heeft de Eurozone minder te bieden dan MMT-geschriften op het eerste gezicht suggereren. Maar MMT biedt wel meer dan de aanhangers van bezuinigingen lief is.
De Moderne Monetaire Theorie (MMT) wint aan populariteit omdat deze oplossingen voorstelt voor zorgen omtrent achterblijvende bestedingen en hoge publieke schuldniveaus. Maar houden de MMT-oplossingen wel voldoende rekening met de beperkingen van monetaire financiering?
Een formele, modelmatige uitwerking van Moderne Monetaire Theorie ontbreekt, waardoor deze theorie niet wordt begrepen en er spraakverwarring ontstaat. Ook is de toepassing van deze theorie in beleid en onderwijs problematisch. Analyse van een drietal belangrijke MMT-claims met het IS-LM-model toont dit aan.
In het februarinummer publiceerde ESB een overzicht van alle verkiesbare economen. Eelco Heinen (VVD) was een van hen, en is nu nieuw in de Tweede Kamer. We spraken met hem over zijn nieuwe baan.
Relatieve CO2-indicatoren worden vaak gebruikt om te bepalen of de financiële sector via zijn beleggingen bijdraagt aan de doelen van het Parijse klimaatakkoord, en om aan klimaat gerelateerde transitierisico’s van financiële instellingen in te schatten. Het meenemen van inflatie en wisselkoerseffecten is hierbij van belang.
Op 1 januari 2021 steeg de overdrachtsbelasting over woningen waarin de eigenaar niet zelf gaat wonen. Zowel kleine als grote investeerders hebben daarom in de laatste maanden van 2020 de woningtransacties naar voren gehaald, om nog te kunnen profiteren van het lagere tarief.