De polder en de expert moeten dus het land in om een maatschappelijk debat te gaan voeren. Maar makkelijk is dat niet. Wie zich buiten de relatief beschermde muren van het Haagse waagt, merkt al snel dat het spel er anders gespeeld wordt. Feiten en analyses doen er ook daar wel degelijk toe, maar een aangrijpende casus, een al lang gedebunked zombie-idee en een vlotte babbel werken er ook.
Er zijn grote spanningen tussen de polder aan de ene kant en de expert aan de andere. Maken we economisch beleid nu op basis van expertise of van draagvlak? Jan Tinbergen kon als geen ander tussen beiden in balanceren.
Bij de klimaatverandering, de stikstofcrisis en de aanpak van corona wordt twijfel gezaaid over de juistheid en integriteit van de wetenschappelijke analyses die als uitgangspunt dienen voor het beleid. Die twijfel vindt zijn weg naar het politieke en publieke debat. Het vallen en opstaan van Jan Tinbergen in de naoorlogse jaren helpt lessen te trekken voor de huidige tijd.
In een gefragmenteerde samenleving is het moeilijk om draagvlak te vinden voor beleid. Hierdoor blijven politiek ingewikkelde hervormingen vaak uit. Toch laat bijvoorbeeld het pensioenakkoord zien dat hervormen wel kan. Om te begrijpen hoe hervormingen tot stand komen, is inzicht in de werking van de overlegeconomie, die onder invloed van Jan Tinbergen ontstond, cruciaal.
Jan Tinbergen staat bekend als iemand die niet schuwde om op basis van persoonlijke overtuigingen of economische analyses voor te schrijven hoe iets moest zijn. Wat is de invloed geweest van Tinbergen’s normen en vuistregels op het beleidsdenken?
Het is een feest, natuurlijk, dat iedereen ontdekte dat er een stukje Tinbergen in zijn of haar werk, missie of onderzoeksveld zat. Maar wie al die splinters aan elkaar plakt, komt uit bij het Rotterdamse kunstwerk De Verwoeste Stad van Zadkine.
Ogenschijnlijk zachte vraagstukken, zoals onderlinge verbondenheid en institutioneel vertrouwen, zijn keihard als het gaat om draagvlak voor beleid. Beleid dat te weinig rekening houdt met de ervaringen en motivaties van burgers, ondergraaft het sociale contract tussen burgers, overheid en samenleving, en voedt het maatschappelijk ongenoegen.
Mensen die menen dat ze grip op hun leven hebben, zijn gemiddeld genomen gelukkiger. Grip blijkt zelfs meer aan het levensgeluk bij te dragen dan inkomen. Dat zou politieke implicaties kunnen hebben.
Populistische partijen zijn niet meer weg te denken uit het politieke landschap in Europa en daarbuiten. Men vreest dat populisten kiezers zullen paaien met aantrekkelijke beloften die op de lange termijn financieel onhoudbaar zijn. Is die angst gegrond?
De scepsis tegenover vrijhandel wordt door theoretici vaak weggewuifd als onbegrijpelijk en irrationeel. Toch is het van belang om de groeiende groep sceptici een luisterend oor te bieden. Want wat motiveert deze groep en in hoeverre hebben ze gelijk?
Je moet in de Polder niet radicaal nadenken en dat dan willen uitventen. Dit drong tot me door na mijn oratie op de VU in 1994, waarin ik het Nederlandse loonmatigingsbeleid bekritiseerde. Intussen wordt het duidelijk wat loonmatiging en flexibilisering gekost hebben: we worstelen in de Polder al twee decennia met populisme. Het goede nieuws is dat er intussen draagvlak voor verandering bestaat.