Ga direct naar de content

Persoonlijkheid van ondernemers

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 9 2006

ontwikkeling

Persoonlijkheid van ondernemers
Naarmate de ondernemer ouder wordt, daalt zijn resultaatgerichtheid, dominantie, tegenslagbestendigheid en integriteit.
Ondernemers waar vader of moeder ondernemer is of was,
kunnen minder goed omgaan met tegenslagen.
ver de ontwikkeling van de menselijke
persoonlijkheid zijn er altijd verschillende
visies geweest. Sommigen benadrukten
dat de sociale omgeving waarin iemand
opgroeit de persoonlijkheid bepaalt. Anderen dachten dat biologische processen de ontwikkeling van
persoonlijkheid vormen. In recente visies is de
evolutiebenadering dominant: biologische processen
bepalen de grondstructuur van de persoonlijkheid
en de sociale processen zijn noodzakelijk voor de
verdere uitbouw.
Het biosociale multilevel model van persoonlijkheid van Hettema (2002) geeft een inzicht in deze
complexiteit. Volgens dit model is persoonlijkheid te
relateren aan emoties, motivatie, informatieverwerking, handelingen en cognities. Dit model bestaat
uit zeven lagen te weten genetica, neurologie, biochemie, fysiologie, conditioneren, sociaal gedrag en
karaktertrekken. De meeste basale niveaus zijn van
biologische aard terwijl de hogere niveaus de sociale
invloeden weerspiegelen. De opvatting is dat er wel
beïnvloeding is van beneden naar boven maar niet of
nauwelijks omgekeerd. Persoonlijkheidsontwikkelingen op de lagere niveaus zijn een voorwaarde voor die
op de hogere niveaus.
Volgens genoemd model komen alle eerdere lagen
tot uiting in iemands karaktertrekken en daarom
wordt persoonlijkheid op dit trekkenniveau bestudeerd. Het wetenschappelijk meest geaccepteerde
model voor persoonlijkheidstrekken is het Big Five
model (Goldberg, 1993). Dit persoonlijkheidsmodel bestaat uit vijf grote dimensies (trekken)
die elk uit diverse subtrekken bestaan. Het gaat
om de volgende vijf dimensies: extraversie, neuroticisme, consciëntieusheid, vriendelijkheid en
openheid. Bij extraversie wordt 54 procent van
de variantie tussen mensen door erfelijke factoren verklaard, bij neuroticisme 57 procent, bij
consciëntieusheid 40 procent, bij vriendelijkheid
52 procent en bij openheid 52 procent (Hettema,
2002). Volgens Hettema wordt dus aangenomen
dat 40 procent tot 60 procent van de variantie
bij de verklaring van persoonlijkheidsverschillen
genetisch is bepaald.

O

SHARDA NANDRAM,
KAREL SAMSOM EN
MARISE BORN
Respectievelijk hoofddocent verbonden aan de
Nyenrode Business Universiteit, hoogleraar entrepreneurship and innovation
verbonden aan dezelfde

Persoonlijkheid en ondernemersgezin

universiteit en hoogleraar

Dit artikel gaat over ondernemers. Kunnen we uit
onderzoek specifiek gericht op ondernemers meer
inzicht krijgen in de effecten van de verschillende
niveaus van persoonlijkheid van ondernemers? Goed

Personeelspsychologie
verbonden aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam

84

ESB

9 februari 2007

onderzoek naar dit thema vraagt om onderzoek
waarbij mensen in de tijd worden gevolgd al voordat
zij de keuze maken voor het ondernemerschap. We
kunnen wel via een indirecte manier iets zeggen over
de invloed van de omgeving onder ondernemers door
de rol te bestuderen van het al dan niet afkomstig
zijn uit een ondernemersgezin. Bij ondernemers die
komen uit een gezin waar vader en of moeder ondernemer is, zou de persoonlijkheid die relevant is voor
ondernemerschap, mogelijk sterker ontwikkeld kunnen zijn. Zij krijgen het dubbel mee: via de genen en
via de opvoeding. Hebben ze daardoor hogere scores
op relevante persoonlijkheidseigenschappen?

Persoonlijkheid en ondernemersleeftijd
Recente studies tonen aan dat persoonlijkheid
veranderlijk kan zijn. Roberts et al. (2003) toonden
op basis van een meta-analyse van longitudinale en
cross-sectionele studies aan dat persoonlijkheden
van mensen veranderen als gevolg van de opeenvolgende sociale rollen die zij hebben in de maatschappij. Invloeden van een gezinsleven, huwelijk,
nevenactiviteiten en werkervaringen beïnvloeden
de persoonlijkheid dusdanig dat er uiteindelijk een
meer gebalanceerde en volwassen persoonlijkheid
tot stand komt. In termen van het Big Five model
worden mensen in de loop van hun leven emotioneel
stabieler (lager op Neuroticisme in termen van de
Big Five) en consciëntieuzer. Roberts et al. hebben
in 2006 een meta-analyse van alleen longitudinale
projecten uitgevoerd. Hun meta-analyse liet zien
dat mensen naarmate ze ouder worden, hoger gaan
scoren op extraversie, consciëntieusheid, emotionele stabiliteit en vriendelijkheid. Ten aanzien van
openheid vonden ze geen veranderingen. In geen
van deze studies werden echter ondernemers onderzocht. Met behulp van een cross-sectionele studie
onder ondernemers in verschillende leeftijdsgroepen
proberen we ook inzicht te krijgen in veranderlijkheid
van persoonlijkheid van ondernemers.

Aanpak van het onderzoek
We verzamelden data onder een steekproef van
276 ondernemers afkomstig uit de ex-studenten
populatie van Nyenrode Business Universiteit. Van
de 870 ondernemers die waren benaderd, stuurden
341 de vragenlijst ingevuld terug (response van
39 procent). Op basis van onze definitie konden 276
van deze 341 als ondernemer worden aangemerkt.
Het gaat daarbij om mensen die tenminste twee
van de volgende drie kenmerken bezitten, te weten
oprichter, eigenaar en hoogste baas van de onderneming. 35 procent van de ondernemers bevond zich
in de leeftijdsklasse van 20-40 jaar, 46 procent in
de leeftijdsklasse van 41-60 jaar en 19 procent was
ouder dan 60 jaar.

Naast een paar achtergrondvragen zoals de vraag
naar leeftijd en al dan niet afkomstig zijn uit een
ondernemersgezin (dat wil zeggen tenminste een
ouder is of was ondernemer) werd een persoonlijkheidsvragenlijst voorgelegd die speciaal was ontwikkeld voor ondernemers. Deze vragenlijst bevat
persoonseigenschappen die relevant zijn voor ondernemers (Nandram en Samsom, 2001). Op basis
van een afzonderlijke dataset van 399 ondernemers
zijn via een geavanceerde statistische software
(AMOS) zeven betrouwbare factoren gevonden voor
ondernemerspersoonlijkheid. Het gaat om de volgende factoren (tussen haakjes worden de Big Five
dimensies genoemd waaronder deze factoren vallen):
resultaatgericht (onderdeel van consciëntieusheid),
dominant (onderdeel van extraversie), omgevingsbewust (onderdeel van openheid), tegenslagbestendig (onderdeel van neurotisme), betrouwbaar (onderdeel van vriendelijkheid), planmatig (onderdeel van
consciëntieusheid), integer (onderdeel van vriendelijkheid) (Born en Nandram, 2006).
We verwachten dat ondernemers uit een ondernemersgezin hoger scoren op een ondernemersprofiel. De
tweede verwachting, gebaseerd op onderzoek van
Roberts et al. (2006) is dat oudere ondernemers
hoger scoren dan jongere ondernemers op resultaatgerichtheid, dominantie, tegenslagbestendigheid,
planmatigheid, betrouwbaarheid en integriteit. Ten
aanzien van omgevingsoriëntatie als onderdeel van
de dimensie openheid, verwachten we geen verschillen tussen leeftijdsgroepen omdat in de metaanalyse van Roberts et al. geen veranderingen zijn
gevonden voor deze dimensie.

Verandering persoonlijkheid beter te verklaren
vanuit ASA perspectief
Het blijkt dat de verwachting rondom het persoonlijkheidsprofiel gerelateerd aan
de drie leeftijdsklassen evenmin wordt bevestigd. We vinden wel significante verschillen (testmethode is MANCOVA) voor vier van de zeven kenmerken te weten:
resultaatgerichtheid, dominantie, omgevingsoriëntatie en integriteit, maar in alle
gevallen zijn de gemiddelden voor de oudste leeftijdsgroep juist significant lager
dan voor de middelste en jongste leeftijdsgroepen. Met andere woorden, naarmate de ondernemer ouder wordt, daalt de resultaatgerichtheid, daalt de dominantie, daalt de tegenslagbestendigheid en daalt tot slot ook de integriteit. Een
mogelijke verklaring voor deze bevindingen is dat ondernemers een eigen ontwikkeling doormaken in hun levensfasen. De meta-analyses, waarop de hypothesen
zijn gebaseerd, hadden niet expliciet ondernemers bijgesloten.
Er is wellicht bij ondernemers eerder een soort selectieprincipe aan de orde volgens het attraction-selection-attrition model (ASA) van Schneider (1995), waarbij
mensen met een hogere dan gemiddelde score op de ondernemerskenmerken
zich sterk aangetrokken voelen tot het ondernemerschap en er daarom voor kiezen. De kans is groot dat hun relatief hoge scores in de loop van de tijd constant
zullen blijven of zullen dalen naar gemiddelde niveaus, volgens het ASA model.
Dat hun gemiddelde scores relatief hoog zijn, blijkt ook als we de ondernemers
in deze studie vergelijken met niet-ondernemers. Ook niet- ondernemers onder
de Nyenrode oud-studenten hebben meegedaan aan dezelfde studie. Deze
groep hebben we verder onderverdeeld in managers en potentiële ondernemers.
Tot deze laatste groep behoren zij die ten tijde van de dataverzameling of drie
maanden daarvoor aangaven alleen of met anderen bezig te zijn geweest een
eigen bedrijf op te zetten. Het blijkt dat ondernemers in vergelijking met managers significant hoger scoren op resultaatgerichtheid, dominantie, omgevingsbewustzijn, tegenslagbestendigheid en flexibiliteit. Het blijkt verder dat potentiële
ondernemers significant hoger scoren op omgevingsbewustzijn en flexibiliteit,
in vergelijking met ondernemers. Vanuit deze opvatting kunnen we stellen dat
persoonlijkheid eerder lijkt te wijzen op een vanzelfsprekend selectiemechanisme
voor ondernemerschap.

Conclusies
Ondernemersgezin is niet erg bepalend
In tegenstelling tot onze verwachting scoorden ondernemers uit een ondernemersgezin niet sterker
op het ondernemerspersoonlijkheidsprofiel bij tests
tussen ondernemers die wel en die niet afkomstig zijn uit een ondernemersgezin (testmethode
is ANOVA). Zij zijn niet meer resultaatgedreven,
niet dominanter, hebben geen sterkere omgevingsoriëntatie, zijn niet planmatiger, en scoren niet
lager op vertrouwen en integriteit in vergelijking
met ondernemers die niet uit een ondernemersgezin afkomstig zijn. Alleen op emotionele stabiliteit
scoorden zij significant verschillend maar dan in
onverwachte richting. Juist ondernemers die niet
uit een ondernemersgezin afkomstig waren, bleken
tegenslagbestendiger te zijn. Een verklaring hiervoor kan zijn dat juist de ondernemers bij wie een
ondernemersgezin als rolmodel ontbrak kennelijk
meer hun best moesten doen om deze persoonlijkheidseigenschap te verstevigen. Een andere
verklaring is dat zij al tegenslagbestendig waren.
Er had dus mogelijk al een selectie plaatsgevonden
op basis van hun persoonlijkheid. Ondernemers uit
een ondernemersgezin maken de stap naar ondernemerschap mogelijk wat lichtvaardiger omdat de
stap een logisch onderdeel is van het sociaal leren
bij de opvoeding.

Persoonlijkheid verandert in de levensfasen van een ondernemer. Hoewel het
genenkader van een persoon een belangrijke basis is voor zijn persoonlijkheid,
staat de persoonlijkheid niet vast voor zijn gehele leven. Selectie op basis van
persoonlijkheid aan het begin van een ondernemerscarrière is belangrijk. Zo kunnen ondernemers die zich het meest aangetrokken voelen tot het ondernemerschap op grond van hun persoonlijkheidseigenschappen deze uitdaging aangaan.
Banken en participatiemaatschappen kunnen in hun investeringsbeslissingen
ten aanzien van het ondernemerschap informatie over persoonlijkheid mee laten
wegen en mogelijk het aantal juiste beslissingen verhogen.
LITERATUUR
Born, M. Ph. en S.S. Nandram (2006) Entrepreneurial attributes during the life stages of Enterprise and Entrepreneur,
ongepubliceerd manuscript.
Goldberg, L.R. (1993) The structure of phenotypic personality
traits. American Psychologist, 48, 26-34.
Hettema, P.J. (2002) Persoonlijkheid van top tot teen. Assen:
Koninklijke Van Gorcum.
Nandram, S.S. en K.J. Samsom (2001). Persoonlijkheid en
ondernemerssucces. ESB 85,4271, 717-719.
Roberts, B.W., R.W. Robins, K.H. Trzesnieuwski en A. Caspi
(2003) Personality trait development in adulthood. In: The
Handbook of the Life Course. J.T. Mortimer en M.J. Shanahan (red.)
New York: Kluwer Plenum.
Roberts, B.W., K.E. Walton en W. Viechtbauer (2006) Patterns
of Mean-Level Change in Personality Traits Across the Life
Course: A Meta-Analysis of Longitudinal Studies. Psychological
Bulletin, 132 (1), 1-25.
Schneider, B., H.W. Goldstein en D.B. Smith (1995) The ASA
framework: An Update, Personnel Psychology, 48, 747-773.

ESB

9 februari 2007

85

Auteurs