Ga direct naar de content

Onderzoek en ontwikkeling in de eu

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 24 2002

Onderzoek en ontwikkeling in de eu
Aute ur(s ):
Hers, J. (auteur)
Deze rub riek wordt periodiek verzorgd door het ministerie van Financiën.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4362, pagina 415, 24 mei 2002 (datum)
Rubrie k :
EU-monitor
Tre fw oord(e n):
kenniseconomie

Stimuleringsmaatregelen voor onderzoek en ontwikkeling leiden wel tot meer privaat uitgevoerde o&o, maar lokken geen extra
private o&o-uitgaven uit.
Tijdens de Europese top in Lissabon in 2000 is de ambitie uitgesproken dat de eu binnen tien jaar de “meest dynamische kenniseconomie
ter wereld” wil worden. Recentelijk is dit in Barcelona geconcretiseerd met de ambitie dat in 2010 de uitgaven van de eu-landen aan
onderzoek en ontwikkeling (o&o) en innovatie drie procent van het bbp zullen naderen, waarvan tweederde wordt gefinancierd door het
bedrijfsleven. De o&o-uitgaven geven een beperkt beeld van de o&o-positie en de totale innovatie-uitgaven. Toch rijst de vraag hoe de
verschillende eu-landen er op dit punt voorstaan. Alleen in Finland en Zweden bedragen de o&o-uitgaven drie procent van het bbp,
waarvan circa twee procentpunt wordt gefinancierd door het bedrijfsleven (zie figuur 1). Nederland bevindt zich met twee procent van
het bbp enigszins boven het EU-gemiddelde van 1,85 procent.

Figuur 1. O&o-uitgaven (exclusief andere innovatieve uitgaven) naar bron van financiering, 1999
Publieke financiering
In veel eu-landen, inclusief Nederland, is het aandeel van de publieke financiering aanzienlijk groter dan eenderde van het totaal. De
publieke o&o-uitgaven in figuur 1 zijn conform de oeso-definitie exclusief fiscale faciliteiten voor o&o. Voor een goede beoordeling van
de totale publieke o&o-uitgaven dient dus gecorrigeerd te worden voor dergelijke faciliteiten. In 2001 bedroegen deze in Nederland ruim
0,08 procent van het bbp.
Private financiering
Private o&o-intensiteiten variëren sterk. De verschillen tussen landen kunnen voor een belangrijk deel verklaard worden door
sectorstructuur; de ene sector (industrie) geeft meer uit aan o&o dan de andere (diensten). De sectorstructuur van de Nederlandse
economie verklaart ongeveer de helft van de achterstand. Ook de schaalgrootte van bedrijven en markten is van belang. Grote bedrijven
hebben meer mogelijkheden voor de financiering van risicovol onderzoek dan kleine. Ten slotte kan het aandeel van internationaal
opererende bedrijven een rol spelen, omdat deze hun o&o meer spreiden.
Stimuleringsregelingen
Alle EU-landen voeren beleid om de privaat uitgevoerde o&o te stimuleren. Steeds meer landen stimuleren o&o via een
belastingfaciliteit. Dit heeft het voordeel dat de ondersteuning generiek is (weinig gevaar voor ‘picking losers’), laagdrempelig en
eenvoudig in de uitvoering. Uit figuur 2 blijkt dat een aantal landen, waaronder Nederland, forse fiscale subsidies op o&o kent. In landen
waar fiscale faciliteiten minder genereus zijn, is er veelal sprake van meer omvangrijke directe subsidies voor o&o.

Figuur 2. Belastingsubsidie als percentage van o&o-uitgaven van grote bedrijven, 1999
Verdringing
Nadeel van een (belasting)subsidie voor o&o is dat deze gedeeltelijk in de plaats kan komen van private o&o-uitgaven. Vanwege
tekorten aan onderzoekers kunnen subsidies bovendien leiden tot hogere lonen en prijzen van o&o, waardoor een deel van de hogere
uitgaven weglekt. Empirisch onderzoek naar fiscale faciliteiten voor o&o komt over het algemeen tot de conclusie dat de totale o&ouitgaven van bedrijven die een subsidie ontvangen wel hoger zijn, maar dat de subsidie geen extra private o&o-uitgaven (gecorrigeerd
voor de subsidie) uitlokt 1. Een fiscale faciliteit draagt dus wel bij aan de doelstelling dat de totale o&o-uitgaven en privaat uitgevoerde
o&o omhoog moeten, maar niet aan de doelstelling dat tweederde daarvan privaat gefinancierd dient te zijn

1 B.H. Hall en J. van Reenen, How effective are fiscal incentives for R&D? A new review of the evidence, NBER working paper 7098,
1999. Volgens dit overzichtsartikel van een aantal empirische studies geven bedrijven die één dollar fiscale subsidie ontvangen
gemiddeld één dollar meer uit aan o&o.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur