Nieuwe kansen
De ontwikkelingen in de DDR, het uitzicht op vrije
verkiezingen, de keuze voor een hervormingsgezinde
premier en een niet-communistische parlementsvoorzitter en bovenal het openstellen van de grenzen hebben
geleid tot een wereldwijde discussie over een nieuwe
politieke, economische en militaire orde in Europa. Er
wordt druk gespeculeerd over een Duitse hereniging.
Scenario’s voor een nieuwe economische orde vliegen
over de tafel. Frankrijk en de voorzitter van de Europese
Commissie zien de ontwikkelingen in de DDR als een
reden om het Europese integratieproces te versnellen,
terwijl West-Duitsland liever nog even de handen vrijhoudt. Wel zijn de Europese regeringsleiders het erover
eens dat de hervormingen met economische hulp uit het
westen moeten worden ondersteund.
Voor de toekomst van de DDR is het van groot belang
of door het openstellen van de grenzen de uitstroom van
arbeidskrachten kan worden afgeremd en of de nieuwe
vrijheden de hoop op politieke en economische hervormingen zodanig versterken dat de DDR-burgers hun
land nog een laatste kans zullen gunnen. Dit laatste is
een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van
onvermijdelijk geworden economische hervormingen.
Om leegloop van het land en daardoor een economische ramp te voorkomen moet de DDR haar burgers
meer politieke hervormingen en meer kans op welvaart
bieden. Dit noodzaakt tot een snelle economische omschakeling of misschien zelfs tot economische integratie
met West-Duitsland. Deze tweede mogelijkheid, een
‘uitverkoop’ aan de Bondsrepubliek is echter iets wat
niemand in de DDR wil.
De kans dat de economische hervormingen in de
DDR meer welvaart, minder schaarste en betere produkten opleveren, is groter dan in de andere landen van
het Oostblok. De DDR heeft van deze landen de best
functionerende economie. De beroepsbevolking is goed
opgeleid, de lonen zijn laag, de buitenlandse schuld is
te overzien en het land kent grote ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van de chemie, kapitaalgoederen en industrials halffabrikaten. Deze kansen zijn de
laatste vijftien jaar echter niet goed benut. Door een
gebrek aan investeringen en te weinig aandacht voor
innovatie is het produktie-apparaat verouderd. De Oostduitse produkten zijn onaantrekkelijk voor het westen.
De DDR kampt daardoor met een afnemende buitenlandse handel. Volgens de officiele cijfers is er sprake
van een economische groei van enkele procenten, maar
de kans dat de groei doorzet is gering.
Onder de voorwaarde van vrije verkiezingen hebben
de Westeuropese landen de DDR hulp toegezegd om de
economie te moderniseren. Het is echter ook van belang
de DDR onbelemmerde toegang tot de EG-markt te verlenen, zodat ze niet langer gebruikt hoeft te maken van
de sluipweg die wordt geboden door de Duits-Duitse
handel. Een protectionistische interne markt kan een
hinderpaal zijn voor een zich hervormende DDR. Snelle
economische hulpverlening wordt ook bemoeilijkt door de
eis van de Westduitse christen-democraten dat de DDReconomie zo snel mogelijk moet worden omgevormd tot
een vrije-markteconomie. Voor de Oostduitse regering en
waarschijnlijk ook voor de oppositiebeweging is dit een
onaanvaardbare eis. Het is noodzakelijk om de logge
bureaucratische structuren te stroomlijnen en vooral het
midden- en kleinbedrijf zo snel mogelijk de ruimte te
geven op een vrije markt te opereren. De grote bedrijven
ESB 22-11-1989
hoeven echter niet direct in particuliere (Westduitse) handen over te gaan, als de prijzen maar vrij worden gelaten.
Tevens zal de koers van de Oostduitse mark aan de
marktwaarde moeten worden aangepast om handel en
buitenlandse investeringen te vergemakkelijken. Het belangrijkste is echter dat zo snel mogelijk duidelijk wordt
wat de economische koers is die de DDR wil gaan varen.
Daarmee kan de onzekerheid voor potentiele investeerders worden weggenomen en kan er zicht komen op wat
voor economische ondersteuning gewenst is.
Niet alleen op de economie van de DDR zelf maar
ook op de Westduitse economie kunnen de politieke
ontwikkelingen van grote invloed zijn. De vlucht van
honderdduizenden DDR-burgers heeft al gezorgd voor
een stroom van jonge, vaak goed geschoolde arbeidskrachten die de Westduitse economie op gang kunnen
houden in een tijd dat de bevolking in de Bondsrepubliek
vergrijst. De verwachting is dat de economische groei
door de komst van de Oostduitsers ook op de wat
langere termijn kan doorzetten. Het openstellen van de
grenzen kan de economie van de Bondsrepubliek echter nog veel meer kansen bieden. Als de genoemde
economische hervormingen worden doorgevoerd, ligt er
een nieuwe markt open voor de Westduitse ondernemingen. Investeringen in de DDR kunnen zeer rendabel
zijn, omdat de arbeidskosten laag zijn en Oostduitsers
al even hard werken als hun Westduitse college’s. Bovendien kunnen Westduitse ondernemers door met
Oostduitse bedrijven samen te werken, profiteren van
de handelsrelaties die deze bedrijven in andere Comecon-landen hebben. Van de ouderwetse Oosteuropese
produkten zullen de ondernemers nauwelijks concurrentie ondervinden.
De Westeuropese landen kijken met gemengde gevoelens naar de mogelijkheden die West-Duitsland worden geboden en vragen zich af hoe ze op de ontwikkelingen moeten reageren. West-Duitsland zegt loyaal te
blijven aan de EG, maar bij de andere EG-landen bestaat de vrees dat de Bondsrepubliek zich meer naar het
oosten gaat richten en het integratieproces stokt. De
kans hierop lijkt echter niet zo groot; economisch gezien
blijft West-Europaveel aantrekkelijkerdan het verarmde
Oostblok. Wel moet er rekening mee worden gehouden
dat West-Duitsland nog meer economische macht krijgt.
Frankrijk, dat het geluk heeft voorzitter van de EG te zijn,
tracht daarom het Europese integratieproces te versnellen. Als West-Duitsland eenmaal stevig in de EG zit
ingekapseld, zal het minder mogelijkheden hebben om
die economische macht uit te oefenen. Daarnaast zou
een sterke EG het hervormingsproces in Oost-Europa
beter kunnen ondersteunen of, door het stellen van
voorwaarden voor hulp, kunnen afdwingen.
De elkaar in snel tempo opeenvolgende hervormingen in de DDR bieden kansen voor zowel oost als west.
De DDR bezit een niet te onderschatten economisch
potentieel dat door goed gerichte investeringen en met
westerse steun tot ontwikkeling kan komen. Voor WestEuropa liggen nieuwe markten open. Vooral WestDuitsland is in staat, maar ook het meest geneigd om
deze markten te ontginnen. De overige EG-landen met
Frankrijk voorop, kiezen voor een defensievere tactiek.
Zij willen de hervormingen ondersteunen, maar vrezen
ook dat ze kunnen leiden tot een te machtig Duitsland.
D.E. Ernste
1149