Ga direct naar de content

Nederland consumeert vermogenswinsten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 11 1999

Nederland consumeert vermogenswinsten
Aute ur(s ):
De Nederlandsche Bank (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door M.C.J. van Rooij en D.J.V. Hofman van de Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4218, pagina 634, 3 september 1999 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuurindicator

De groei in Nederland wordt vooral gedragen door de consumptieve bestedingen van gezinnen. Een stijgende rente zou hier een
einde aan kunnen maken.
De DNB-conjunctuurindicator, die ditmaal vooruitblikt tot en met januari 2000, duidt, zij het nog aarzelend, op een omslag in de
conjuncturele ontwikkeling (figuur 1). Ook indicatoren voor producenten- en consumentenvertrouwen vertonen een opwaartse
beweging. Het conjuncturele dieptepunt in termen van bbp-volumegroei lijkt dan ook bescheiden te blijven.

Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator
Vermogenswinsten stimuleren consumptie …
De particuliere consumptie groeit nu reeds enige kwartalen met 4% à 5%. Die krachtige toename heeft in belangrijke mate bijgedragen aan
het op peil blijven van de economische groei. Bij een groei van de consumptie die reeds enige jaren uitgaat boven die van de
gezinsinkomens nemen de gezinsbesparingen in Nederland af en zijn de vrije besparingen zelfs negatief geworden (figuur 2). De daling
van de gezinsbesparingen houdt mede verband met de tot begin dit jaar dalende rente en de hiermee gepaard gaande hoge
vermogenswinsten. De Nederlandse huizenprijzen en aandelenkoersen zijn sinds 1990 ruwweg verdubbeld respectievelijk
verviervoudigd. Huishoudens met een eigen woning en/of aandelenbezit hebben daardoor in het afgelopen decennium hun vermogen
fors zien toenemen. Deze vermogenswinsten voeden het consumentenvertrouwen en kunnen onder meer worden gebruikt als onderpand
bij het afsluiten van nieuwe leningen zoals tweede hypotheken. Berekeningen van CBS en DNB tonen dat gezinnen in zowel 1997 als
1998 voor circa 30 miljard gulden (4% van het bbp) meer hypothecair krediet hebben opgenomen dan nodig was voor de financiering van
woningaankopen en investeringen in woningen, terwijl beide elkaar in 1992 nog ruwweg in evenwicht hielden 1. Voor zover de
vrijkomende middelen worden gebruikt voor consumptieve doeleinden zal dit voornamelijk tot uiting komen in de consumptie van
duurzame goederen zoals huishoudelijke apparatuur, meubilair en vervoermiddelen. Deze vertoont inderdaad sterke stijgingspercentages
(8 à 10%), hetgeen overigens niet ongebruikelijk is rond een fase van hoogconjunctuur.

Figuur 2. Besparingen van gezinnen
… maar de rente stijgt
Sinds begin dit jaar is de lange rente met circa een procentpunt gestegen. In samenhang hiermee is ook de hypotheekrente meerdere
malen verhoogd, terwijl gelijktijdig de prijsstijging van woningen is versneld. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat woningzoekenden,
nu aan de rentedalingen een einde lijkt te zijn gekomen, nog snel een huis willen kopen om te profiteren van de historisch lage
rentestand. Op langere termijn zal een hogere rente evenwel een negatief effect op de woningprijzen uitoefenen. Indien huizenprijzen en
aandelenkoersen onder invloed van de huidige rentestijging zouden stabiliseren of licht afnemen, valt met een zekere vertraging de
positieve stimulans van vermogenswinsten voor de consumptie weg. Een minder uitbundige consumptiegroei hoeft echter niet
noodzakelijkerwijs te leiden tot veel lagere economische groei, daar de uitvoer wellicht kan profiteren van het economisch herstel dat zich
lijkt af te tekenen in voor Nederland belangrijke exportmarkten. Aldus zou een scenario kunnen resulteren met een meer evenwichtige
groei die minder afhankelijk is van consumptie op krediet

1 CBS, De Nederlandse economie 1997, en DNB, Jaarverslag 1998.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur