Ga direct naar de content

Milieuberichtgeving

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 3 1991

Milieuberichtgeving
HJ. Melis en E. de With*

D

e maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen betekent onder
meer dat in de externe berichtgeving aandacht besteed moet warden aan bet
milieu. Een onderzoek onder 27 beursgenoteerde ondernemingen leert dat er in
toenemende mate informatie over bet milieu wordt verstrekt, maar dat er nog grote
onderlinge verschillen bestaan. Op basis van een inventarisatie van de informatiebehoefte van verschillende groepen belanghebbenden verdient een jaarlijks
terugkerend milieuverslag de voorkeur.

Het milieu is de laatste jaren sterk in de belangstelling komen te staan. Vrijwel dagelijks worden er in
de media milieuproblemen en maatregelen daartegen besproken. Ook op het terrein van de externe
berichtgeving van ondernemingen is het milieu een
actueel onderwerp. Met name eventuele consequenties voor de jaarrekening en het wel of niet invoeren
van een milieuverslag staan ter discussie.
Naast deze recente, uit de praktijk voortkomende
discussie, is er al eerder, binnen de context van de
theorie over de maatschappelijke berichtgeving,
gewezen op de verantwoordelijkheid die bedrijven
hebben tegenover de omgeving en op de consequenties daarvan voor hun berichtgeving. Vooral in
de jaren zeventig ontstond er aandacht voor een ruimere vorm van berichtgeving; men zag in dat een
hogere winst niet vanzelfsprekend betekende dat
een onderneming een betere functie vervulde in de
samenleving. Naast financiele informatie zou ook informatie moeten worden verstrekt over de niet-financiele gevolgen van de ondernemingsactiviteiten
en met name over de gevolgen voor de werknemers, consumenten en het milieu.
Vooral op het gebied van de werknemers- en de consumentenberichtgeving is de theorie verder uitgewerkt en in de praktijk getoetst. Op het terrein van milieuberichtgeving echter is er minder aandacht
besteed aan het uitwerken van de theorie. In dit artikel wordt dit terrein betreden en wordt bekeken hoe
binnen de theorie van de maatschappelijke berichtgeving er verslaggeving zou kunnen plaatsvinden over
de milieu-aspecten van de ondernemingsactiviteiten.
Daarbij worden de volgende vragen gesteld:
– behoort informatie over de gevolgen voor het milieu van de ondernemingsactiviteiten in de externe berichtgeving opgenomen te worden;
– hoe zou de milieuberichtgeving plaats moeten
vinden;
– in hoeverre wordt er in de praktijk door ondernemingen milieu-informatie verstrekt?
Dit artikel beperkt zich tot het niet-financiele deel
van de externe berichtgeving en richt zich met
name op het jaarverslag1. Er wordt niet ingegaan op
de wijze waarop bepaalde milieu-aspecten in de

jaarrekening kunnen worden verwerkt, zoals het afwaarderen van vervuilde terreinen en het vormen
van voorzieningen voor milieurisico’s.

Maatschappelijke berichtgeving
Na de tweede wereldoorlog zijn de relaties van de ondernemingen met de buitenwereld intensiever geworden. Door de toegenomen integratie met haar omgeving die hierdoor heeft plaatsgevonden, kan de
onderneming gezien worden als een subsysteem van
het grotere maatschappelijke systeem. De onderneming functioneert als een open systeem dat wordt
be’invloed door de omgeving en op zijn beurt de omgeving weer be’invloedt. Met name voor grote ondernemingen is dit zogenaamde open model actueel. Volgens dit model moet de onderneming rekenschap
afleggen en informatie verschaffen ten behoeve van
diverse groepen belanghebbenden. De onderneming
is niet alleen verantwoordelijk voor de economische
effectiviteit, maar voor de totale effectiviteit van de
onderneming .
De keuze voor maatschappelijke verantwoordelijkheid, aansluitend bij het open model, heeft tot gevolg dat de onderneming diverse groepen deelgenoten in staat moet stellen om zich een oordeel te
vormen over de effecten van de ondernemingsactiviteiten. De aanvaarding van de maatschappelijke verantwoordelijkheid houdt niet alleen de bereidheid
in om informatie te verstrekken, maar ook om verantwoording af te leggen. Deze vorm van externe
berichtgeving wordt aangeduid als ‘maatschappelijke berichtgeving’ en door Schreuder als volgt om* H.J. Melis is werkzaam bij Paardekooper en Hoffman registeraccountants te Amsterdam. E. de With is universitair
docent bij de vakgroep Kosten- en Winstvraagstukken van
de Vrije Universiteit. Dit artikel is gebaseerd op H.J. Melis,
Milieuberichtgeving, publikatie 11 van de MSR-reeks van
de Stichting Moret Fonds.
1. Met ‘jaarverslag’ wordt het bestuursverslag of directieverslag bedoeld (zoals in de wet, artikel 391, Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek).
2. L. Traas, Veranderde visies op de onderneming en hun
consequenties voor de verslaggeving, in: J.W. van Belkum
(red.), De wet op de jaarrekening, in perspectief, 1975, biz.
23-35.

schreven: “de informatieverstrekking door een onderneming aan haar deelgenoten omtrent de door
deze deelgenoten relevant geachte effecten van de
ondernemingsactiviteiten . Maatschappelijke berichtgeving omvat niet alleen financiele maar ook
niet-financiele informatie.
Binnen het kader van de theorie over de maatschappelijke berichtgeving kan gesteld worden dat informatie over de gevolgen van de ondernemingsactiviteiten voor het milieu in de externe berichtgeving
opgenomen moeten •worden. De keuze voor maatschappelijke verantwoordelijkheid houdt immers in
dat ondernemingen verantwoordelijk zijn voor alle
voorzienbare milieu-effecten van de ondernemingsbeslissingen. De consequenties hiervan voor de externe berichtgeving zijn dat een onderneming informatie moet verstrekken en verantwoording schuldig
is over de milieu-effecten van haar activiteiten.

In het verlengde van de eerder gehanteerde definitie van maatschappelijke berichtgeving kan milieuberichtgeving worden omschreven als: “de informatieverstrekking door een onderneming aan haar
deelgenoten omtrent de door deze deelgenoten relevant geachte milieu-effecten van de ondernemingsactiviteiten”. De deelgenoten van de onderneming

staan in deze definitie centraal. Uitgangspunt is dat
de inhoud van de te verstrekken milieu-informatie
wordt bepaald door deelgenoten die redelijk gezien
een direct of indirect belang hebben op dit terrein.

Belanghebbenden
Op het gebied van milieu heeft een onderneming te
maken met een ruime kring van deelgenoten: omwonenden, milieugroeperingen, werknemers, consumenten, vakbonden, financiers enzovoort. In tegenstelling
tot hetgeen in de sociale en consumentenberichtgeving het geval is, is er dus niet sprake van een, goed
afgebakende groep van deelgenoten.
Om te bepalen wat de informatiebehoefte is van de
deelgenoten, hebben wij de zogenaamde vertegenwoordigingsmethode gehanteerd4. Volgens deze methode formuleren deelgenoten zelf al dan niet via
hun vertegenwoordigingsorganen (onder andere
vakbonden, consumentenbonden, milieu-organisaties) hun informatiebehoefte. De belangrijkste vraag
is nu: welke informatie wordt relevant geacht door
de verschillende belangenorganisaties?

gevolgen van de bedrijfsactiviteiten voor het milieu.
Er wordt gepleit voor een wettelijke regeling, waarin is bepaald dat ondernemingen die het onderwerp
zijn van milieuvoorschriften periodiek een milieuverslag schrijven. Zo’n verslag dient openbaar te
zijn en er moeten ten minste de volgende punten in
worden besproken:
– omvang van de vaste, vloeibare en gasvormige afvalstromen en de wijze van afvoer;
– een overzicht van milieu-incidenten en maatregelen en investeringen ten aanzien van de bestrijding van ongewenste milieu-effecten .
De werknemersorganisaties stellen dat er een milieuverslag moet komen dat inzicht in de bedrijfsvoering
verschaft aan belanghebbenden, waaronder vakbonden, omwonenden en milieu-organisaties. Het milieuverslag zou moeten worden voorgeschreven voor alle
vergunningsplichtige bedrijven. Verder dient het
openbaar te zijn, echter de openbaarheid mag niet zover gaan dat bedrijfseconomische belangen worden

geschaad.
Een verplicht milieuverslag kan volgens de FNV een
stimulerende rol vervullen bij het opzetten van een
milieuzorgsysteem: een goed verslag zal namelijk alleen gebaseerd kunnen zijn op een interne rapportage. Eisen aan de inhoud en de uitgebreidheid van het

verslag hangen volgens de werknemers samen met

de omvang van een bedrijf en de milieurisico’s7.
In de notitie Bedrijfsinterne milieuzorg geeft de overheid het beleid weer voor milieuzorgsystemen en milieuverslaggeving8. Ondernemingen dienen jaarlijks
aan de overheid te rapporteren over het functioneren
van de milieuzorgsystemen. Voor de invoering van de
milieuzorgsystemen en de rapportage daarover wil de
overheid vooralsnog geen wettelijke maatregelen treffen. Invoering wordt in eerste instantie gezien als een
verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf. Wat betreft de inhoud dient het milieurapport volgens de notitie inzicht te verschaffen in het functioneren van het
milieuzorgsysteem. De rapportage is ruimer dan de
reeds bestaande, die voortvloeit uit de vergunningsverplichtingen. Het bevat zowel een terugblik op de
getroffen maatregelen en de uitvoering daarvan, als
een vooruitblik op de te nemen maatregelen voor de
toekomst.
Ook aan consumentenorganisaties en organisaties

Wat betreft de milieuberichtgeving maken de werkge-

van vermogensverschaffers is gevraagd naar hun op-

vers een onderscheid tussen de informatieverschaffing aan de overheid en aan de andere belanghebbenden. De informatieverstrekking aan de overheid vindt

vatting over milieuverslaggeving. De Consumenten-

plaats door overleg, schriftelijke rapportages en be-

3. Zie H. Schreuder, Maatschappelijke verantwoordelijk-

zoeken van controlerende ambtenaren. Ze is vooral
bedoeld ter controle van de naleving van de vergunningsvoorschriften. Daarnaast vindt communicatie
plaats met de samenleving, waarbij het primair gaat
om voorlichting ten einde in een informatiebehoefte
te voorzien. Deze informatieverstrekking kan eventueel plaats vinden via een apart milieuverslag. Als een

gen, Leiden, 1981.
4. Zie onder andere A. Huizing, De gebruikersbenadering:
gewenste feiten?, Maandblad voor Accountancy en Be-

indicatie voor een mogelijke inhoud worden genoemd: een schets van het milieubeleid en van de
plannen van de onderneming, en een beschrijving
van de gang van zaken (onder andere de werking van
het milieuzorgsysteem, van de emissie naar het milieu
en van contacten met de overheid) .
De milieubeweging is van oordeel dat het bedrijfsleven schriftelijke verantwoording schuldig is over de

ESB 3-7-1991

heid en maatschappelijke berichtgeving van ondernemin-

drijfseconomie, 1987, biz. 15.
5. VNO, NCW, Milieuzorg in bedrijven, Den Haag, 1986;
VNO, NCW, Onderneming, en milieu, Den Haag, 1988.
6. P. Sprengers, Gewaarmerkt verslag is nodig om milieuzorg te stimuleren, Het Financieele Dagblad, 19 mei 1989;
W. Berends en T. Mol, Milieuzorg in bedrijven, ons een

zorg, Amsterdam, 1988.
7. FNV, Een vakbondsbasis voor milieubeleid, Amsterdam,
1988; FNV, Commentaar op Notitie bedrijlfsinterne milieuzorg, Amsterdam, 1990.
8. Tweede Kamer der Staten Generaal, Notitie bedrijfsinterne milieuzorg, vergaderjaar 1988-1989, nr. 206 333, Den
Haag, 1989; Tweede Kamer der Staten Generaal, Milieuprogramma voortgangsrapportage 1990-1993, Den Haag, 1989.

bond en de Stichting Konsumenten Kontakt bleken
geen officiele standpunten over dit onderwerp in te
nemen en wachten daarmee tot er op dit gebied wetgeving komt. Ook de Vereniging voor de Effectenhandel en de Vereniging voor Effectenbezitters hebben
geen officieel standpunt, hoewel erkend wordt dat
een ruimere informatieverstrekking over het milieu in
het belang van de aandeelhouders kan zijn. In de
bankwereld is er op dit terrein geen eensluidend
standpunt te vinden. Het Nederlands Instituut voor
het Bank- en Effectenbedrijf en de Nederlandse Vereniging van Banken hebben geen officieel standpunt.

van de zwaarte van de vervuiling (bij voorbeeld vergunningen van gemeente, provincie of rijksoverheid), maar ook op basis van de deelgebieden waarvoor de vergunningen worden uitgereikt (bij
voorbeeld luchtverontreiniging, geluidshinder, verontreiniging oppervlaktewater enzovoort).
Voorts maakt de aansluiting bij de belangrijkste onderdelen van het milieuzorgsysteem een zekere differen-

tiatie mogelijk bij de invulling van de genoemde

Uit het voorgaande blijkt dat een aanknopingspunt
voor de te verstrekken milieu-informatie kan worden
gevonden bij het vergunningenstelsel of wat ruimer,
bij de milieuzorgsystemen van de ondernemingen.
Alle vertegenwoordigingsorganisaties achten het

aspecten. Tevens kan door segmentatie van de informatie de milieuverslaggeving aangepast worden aan
verschillen in omvang van ondernemingen. Segmentatie kan plaatsvinden naar bedrijfsactiviteiten en in het
uiterste geval naar bedrijfsvestiging. Hiermee wordt
voorkomen dat grote ondernemingen kunnen volstaan met globale informatie, terwijl kleinere relatief
veel informatie moeten prijsgeven.
De milieu-informatie dient zoveel mogelijk verstrekt
te worden met behulp van kwantitatieve gegevens

verstrekken van informatie op het terrein van de

(indicatoren). Het voordeel van het gebruik van indi-

vergunningen relevant. Echter met name de werkgevers maken hierbij onderscheid tussen de informatieverstrekking aan de overheid en die aan de overige deelgenoten. Dit onderscheid is, gezien de hier-

catoren boven verbale informatie is dat de vergelijkbaarheid voor de onderneming met andere ondernemingen en voor dezelfde onderneming met andere
perioden beter mogelijk is. Zo kan er bij voorbeeld

voor getrokken conclusies, slechts van belang voor

door toepassing van indicatoren beter worden ge-

Inhoud milieuberichtgeving

zover er bij de vergunningverlening bedrijfsvertrou-

controleerd in hoeverre de voorgestelde program-

welijke informatie moet worden doorgespeeld. Aan-

ma’s ook werkelijk zijn gerealiseerd.

gezien de in te voeren milieuzorgsystemen voor een
belangrijk deel aansluiten bij de vergunningsvoorschriften, dient aanvullende informatie te worden verstrekt over het functioneren van het systeem.
Uit informatie ten aanzien van vergunningen en milieuzorgsystemen kunnen de volgende aspecten
worden gedestilleerd die in een milieuverslag kunnen worden opgenomen.
Allereerst dient in het milieuverslag een beschrijving
te worden opgenomen van het ondernemingsbeleid
en de algemene doelstellingen ten aanzien van het
milieu. Vervolgens moet een beschrijving worden

Aan de mate van informatieverstrekking door een onderneming worden grenzen gesteld door concurrentie-overwegingen, kostenoverwegingen en door de
mate van significantie van gegevens. Een belangrijke
beperking voor een grotere openheid wordt gevormd
door concurrentienadelen, die ontstaan als een onderneming bedrijfsvertrouwelijke gegevens naar buiten
brengt. Deze beperking is overigens in de wet terug
te vinden bij onderdelen van het jaarverslag waarvan

opgenomen van de gang van zaken in het verslagjaar bestaande uit:
– gegevens over vervuiling (emissies) op het gebied van geluid, lucht, bodem en water;

– informatie over het afvoeren van afvalstromen
(eventueel een overzicht van een stoffenregistratie);
– een beschrijving van de voorgenomen activiteiten
in het kader van een jaarlijks milieuprogramma
en van de uitvoering en het resultaat hiervan;
– een beschrijving van het functioneren van het milieuzorgsysteem;
– een overzicht van de milieu-incidenten (bij voor-

beeld calamiteiten, overtredingen vergunningsvoorschriften) en de daartegen genomen maatregelen.
Ten slotte moet in het verslag informatie over het
voorgenomen milieuprogramma voor het komende
jaar worden opgenomen.

Bovenstaande aspecten geven slechts in grote lijnen
de mogelijke inhoud van een milieuverslag weer.
Een nauwkeuriger invulling zal per onderneming
verschillen vanwege de ongelijkheid van bedrijven
naar omvang en aard. Op deze verschillen kan worden ingespeeld door de inhoud van de te verstrekken informatie af te laten hangen van de verstrekte
vergunningen. Dit kan niet alleen gebeuren op basis

de verstrekking wettelijk is geregeld (“voor zover ge-

wichtige redenen zich hiertegen niet verzetten”, Boek
2BW, art. 391, lid 2).
Een verdere begrenzing van de informatieverstrekking wordt gevormd door de kosten die gepaard

gaan met het verzamelen en presenteren van de gegevens. De kosten dienen op te wegen tegen het nut
van de verstrekte informatie. Overigens zijn er door
het aansluiten bij de milieuzorgsystemen veel gegevens reeds aanwezig, waardoor er in het algemeen
maar weinig extra kosten verbonden zijn aan de milieuverslaggeving.
Een derde beperking wordt gevormd door de materialiteit (significantie) van de informatie. Hierbij
komt de vraag aan de orde of een bepaald onderwerp wat betreft omvang van de gegevens belangrijk genoeg is om te publiceren. Deze vraag draagt
ertoe bij dat een overmaat aan gegevens wordt voorkomen en dat een administratief milieuprobleem,
‘gegevenspollutie’, wordt beperkt.
Over de wenselijkheid en de haalbaarheid van een
waarmerking van het milieuverslag door een milieuaccountant wordt uitgebreid gediscussieerd. Certificering komt de betrouwbaarheid van de verstrekte
gegevens natuurlijk ten goede, waardoor het milieuverslag beter kan voldoen aan de informatie- en rekenschapsfunctie. Controle in de nabije toekomst

lijkt haalbaar gezien de ontwikkelingen in de praktijk, waar accountantskantoren zijn gaan samenwerken met ingenieursbureaus om op de ontwikkelingen rond de milieuzorgsystemen in te spelen.

Vorm van milieubeiichtgeving

1986

Er bestaat een groot aantal mogelijkheden om milieuberichtgeving plaats te doen vinden. Dit kan on-

der andere door middel van jaarstukken, aparte brochures, vaktijdschriften, persconferenties, persberichten, interviews, reclame en redevoeringen bij
het aanbieden van de jaarstukken.
Het is onzes inziens in ieder geval zinvol om milieuinformatie in de jaarverslaggeving op te nemen. De
andere media hebben vaak een beperkter bereik en
zijn veelal gericht op specifieke doelgroepen, waardoor niet alle belanghebbenden worden bereikt. Dit
geldt zeker voor het milieu, aangezien er sprake is
van een groot aantal deelgenoten. Uit gebruikerson-

derzoeken komt bovendien naar voren dat de jaarstukken door verschillende belanghebbenden van
een onderneming als een belangrijke informatie-

1987

1988

1989

15
12

12
15

16
11

17
10

Milieu-informatie
Geen milieu-informatie

1986
1987
aant. %a aant. %
Milieuparagraaf
Meetniveau :
verbaal
kwantitatief

1988
aant. %

1989
aant.

%

3

20

3

25

7

44

8

47

15
0

100
0

10
2

83
17

10

62
38

12
5

71
29

6

a. Het percentage is berekend over het aantal onderneming dat rapporteert
over het milieu.

9

bron worden beschouwd . Ten slotte pleit ook de

goede toegankelijkheid van de jaarstukken ervoor

Resultaten

om milieu-informatie primair via de jaarverslaggeving naar buiten te brengen: de informatie is openbaar en veelal kosteloos verkrijgbaar.
Informatie over het milieu kan dus het beste opgenomen worden in de jaarverslaggeving. Gepleit wordt
om een apart milieuverslag, zoals een sociaal verslag,

Van de onderzochte ondernemingen gaat in de peBoven: label 1.
Aanwezigbeid
riode 1986 tot en met 1989 een steeds groter deel
over tot informatieverschaffing over het milieu. Een van milieu-informatie in
uitzondering wordt gevormd door het jaar 1987,
waarin een terugval kan worden geconstateerd, zie bet jaarverslag bij 27
label 1. Deze terugval wordt voor een belangrijk
beursondernedeel veroorzaakt doordat niet alle over het milieu
mingen
rapporterende ondernemingen consequent elk jaar

op te nemen naast de financiele jaarstukken. Daarnaast zouden binnen het jaarverslag in een milieupa-

ragraaf de hoofdpunten van dit verslag kunnen wor-

informatie geven, maar doordat dit wisselend plaats- Daaronder: ta-

den samengevat. Door een aparte paragraaf in het
jaarverslag op te nemen kan ook een zekere integratie worden bereikt tussen jaarverslag en jaarrekening,
zodat er een samenhangend geheel ontstaat tussen financiele en niet-financiele informatie over het milieu.
Te denken valt bij voorbeeld aan het opvoeren van
een voorziening die in de toelichting moet worden
omschreven en die ook van belang is om in de milieuparagraaf te vermelden. De bundeling van informatie
in een milieu-paragraaf heeft als voordeel dat de informatie niet wordt versnipperd en er niet tussen de regels door gezocht moet worden naar milieu-aspecten
van de ondernemingsactiviteiten. Hierdoor blijft de
verstrekte informatie overzichtelijk.

vindt. Zo wordt bij tien ondernemingen in een jaar
nadat milieu-informatie is verstrekt, niet opnieuw
tot informatieverstrekking overgegaan. In totaal
wordt overigens door 21 verschillende ondernemingen in de onderzoeksperiode minimaal een keer
over het milieu gerapporteerd.
De omvang van de verstrekte milieu-informatie vertoont een stijgende lijn. Dit komt naar voren uit de

Milieuberichtgeving in de praktijk

daarbij vaak gezamenlijk mel onderwerpen als ge-

Ons praktijkonderzoek beperkt zich tot de jaarverslaggeving van ondernemingen. Daarbij hebben wij
nagegaan in welke mate Nederlandse beursonderne-

zondheid en veiligheid van de werknemers plaals. Zo
wordt bij Hoogovens en de Koninklijke Shell Groep
gerapporteerd onder respectievelijk de titel ‘Veiligheid en milieu’ en ‘Gezondheid, veiligheid en milieu’.
Ook bij de milieuparagraaf is een wisseling zichtbaar:
publikatie ervan wordt niet allijd jaarlijks herhaald. In
het jaarverslag van Pakhoed over 1989 wordt bij voorbeeld verwezen naar het verslag van het jaar ervoor.
Naast de milieuparagraaf wordl soms ook bij de berichlgeving over produktgroepen of geografische gebieden ingegaan op milieu-aspecten. Deze loespilsing of segmenlatie vindl echler nergens volledig

mingen aandacht besteden aan het milieu, welke onderwerpen daarbij aan de orde komen en welke
vorm daarvoor is gekozen.
Het onderzoek is gericht op de groep van veertig
meest verhandelde fondsen van de Amsterdamse Effectenbeurs. Van deze groep van veertig worden de financiele en de software-ondernemingen niet rneegenomen in het onderzoek, aangezien hun invloed op
het milieu beperkt is. Er blijven dan 27 bedrijven over.
Het onderzoek strekt zich ten slotte uit over de jaarverslagen van 1986 tot en met 1989. Voor deze perio-

stijging van het gemiddelde aantal regels in een jaarverslag dat aan het milieu wordt besteed. In 1986 bedroeg het gemiddelde aantal regels over het milieu
19; in 1989 was dit gestegen tot 36.
Een steeds groter aantal bedrijven verstrekt milieu-informatie door middel van een milieuparagraaf, zie label 2. De behandeling van de milieu-aspecten vindl

plaats en betreft meestal slechls een of enkele van de
produktgroepen of geografische gebieden. In de ver-

de is gekozen omdat sinds het midden van de jaren

slagen van Akzo en DSM gaal de segmenlatie het

tachtig de milieuberichtgeving sterk ter discussie
staat. Verder is gekozen voor een reeks van opeenvolgende jaren vanwege het feit dat door de leiding
van ondernemingen veelal jaarlijks aan wisselende
onderwerpen aandacht wordt besteed. Door aaneensluitende jaren te kiezen wordt een beter overzicht
verkregen en kunnen eventuele uitschieters worden
herkend.

versl. Zo besteedt hel laaislgenoemde bedrijf in het
jaarverslag over 1989 behalve in een aparte paragraaf,
ook aandacht aan hel milieu in drie van de zes divisieoverzichten.

ESB 3-7-1991

9. J. Klaassen en H. Schreuder, Het financiele jaarverslag

van de ondernemingen: een onderzoek onder gebruikers,
Leiden, 1980, biz. 72.

bel 2. Vorm en
meetniveau
van de verstrekte milieu-

informatie

1986
aant.

Algemeen/milieubeleid

Gang van zaken
milieuzorg
emissie
vaste afvalstoffen
gebruik grondstoffen
contacten met overheid
incidenten en maatregelen daartegen
juridische procedures
produkt en produktontwikkeling
investeringen
Toekomstgericbte
informatie

1987
1988
aant % aant.

7

47

1
3
4

7
47
14
20
27

1
0

7
2

1989

aant.


59

58

10

63

10

4
8
1

4
4

25
50
6
25
25

6
7
4

3

17
34
8
25
25

6
4

42
24
35
24

7

2

17

0

0

0

3
1

19
6

2
0

12
0

2

4
1

3

35

5

34

7

47

4
5

42

11
6

69
38

11
7

42

1

7

1

8

4

25

1

6

Totaal aantal aspecten 38
Gem. aantal aspecten
per onderneming
2,5

34

32

56

58

2,7

3,5

65

3,4

lijke stoffen terug te brengen. Bij het aspect Verbruik
grondstoffen’ wordt vooral ingegaan op energiebesparing en hergebruik van materialen. Veel bedrijven
gaan in op het ontwikkelen en het op de markt brengen van milieuvriendelijke produkten. Het milieu lijkt
in sommige jaarverslagen dienst te doen als middel
voor produktreclame. Een voorbeeld hiervan vormen
de jaarverslagen van Philips, waarin de aandacht voor
het milieu vrijwel volledig is gericht op bijzondere eigenschappen die aan produkten worden toegedicht.
Ten slotte is toekomstgerichte informatie op het gebied van milieu schaars. Er wordt vooral informatie
verstrekt over investeringen.
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat een groter deel van de industriele ondernemingen melding
maakt van milieu-aspecten en dat dit vaker gebeurt
door middel van milieuparagrafen dan bij de overige
(niet-industriele) ondernemingen. Binnen de industriele groep is er bij de chemische en staalindustrie de

meeste aandacht voor het milieu. Er bestaat een duidelijk verband tussen de informatieverstrekking en de
aard van de onderneming.

Besluit

Tabel 3. Inbou-

De informatieverschaffing over milieuzaken geschiedt

In dit artikel is ingegaan op de (niet-financiele) berichtgeving van ondernemingen op het gebied van
het milieu. Eerst is vastgesteld dat berichtgeving over
het milieu een logisch gevolg is van de aanvaarding
van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van
ondernemingen. Vervolgens is ingegaan op de in-

dettjke aspecten van de mitteu-informatie;
aantal ondernemingen en

voornamelijk in verbale vorm (zie label 2). Slechts

houd van de milieuberichtgeving. Aan de hand van

een klein aantal ondernemingen gebruikt indicatoren,
en die worden vooral toegepast bij informatie over
emissies en investeringen. Het gebruik ervan is overigens veelal beperkt tot een of enkele gegevens die
kwantitatief worden uitgedrukt. Een uitzondering
hierop wordt gevormd door het jaarverslag van Hoogovens over 1988, waarin verschillende indicatoren
worden gebruikt.
In het jaarverslagenonderzoek is nagegaan of een aantal inhoudelijke aspecten over het milieu door de on-

opvattingen van verschillende belangenorganisaties,
is in grote lijnen een inhoud vastgesteld van het milieuverslag. Deze kan overigens varieren, afhankelijk
van de aard en omvang van de onderneming.
Uit een onderzoek van de jaarverslagen van grote
ondernemingen over de periode 1986 tot en met
1989 komt naar voren dat er in toenemende mate informatie wordt verstrekt over het milieu. Er zijn echter grote verschillen tussen verschillende soorten
ondernemingen. Wat betreft de vorm van de milieuberichtgeving bepleiten wij om jaarlijks een milieuverslag te publiceren en de hoofdlijnen van dit ver-

a. Het percentage is berekend over het aantal ondernemingen dat rapporteert over het milieu.

procenten van
totaal

derzochte ondernemingen ter sprake worden gebracht. De aspecten waarnaar is gekeken staan

vermeld in tabel 3 en sluiten aan bij de onderwerpen

slag op te nemen in het jaarverslag.

die eerder naar voren zijn gebracht. De lijst van onderwerpen is overigens niet volledig en bepaalde aspecten kunnen samenvallen. Zo kan bij voorbeeld informatie over investeringen in de ontwikkeling van
nieuwe produkten vallen onder zowel het aspect ‘investeringen’ als ‘produkt en produktontwikkeling’.
Aansluitend bij de toenemende hoeveelheid milieu-informatie is er ook in het aantal aspecten waarover

Ten slotte nog een kanttekening bij het al dan niet
wettelijk regelen van een milieuverslag en de inhoud
ervan. Door een wettelijke regeling wordt het verstrekken van milieu-informatie gestimuleerd. Ook
biedt ze bescherming tegen de ongelijkheid die ontstaat als de ene onderneming niet en de andere wel
informatie verschaft. De druk vanuit de samenleving
is groot om snel tot resultaten te komen.

wordt bericht een stijgende trend te vinden. Over al-

Toch heeft de overheid voor milieuverslaggeving on-

gemeen milieubeleid wordt in de loop van de tijd
door meer ondernemingen informatie gegeven. Een
groot aantal ondernemingen geeft algemene informatie over of een beschrijving van het beleid omtrent
het milieu. Veel bedrijven maken van het jaarverslag
gebruik om, naast het benadrukken van hun interesse
in het milieu, een standpunt in te nemen ten aanzien
van het beleid van de overheid op dit terrein.
Een stijgend aantal ondernemingen geeft informatie
over het ontwikkelen en het functioneren van een mi-

zes inziens een goede strategic gekozen. Door voorlopig geen wettelijke regelingen te maken maar er wel
mee te dreigen als er onvoldoende vooruitgang op
het gebied van milieuzorgsystemen en rapportage
wordt geboekt, ziet het bedrijfsleven in dat het beter
is om zelf de problemen ter hand te nemen dan het te

lieuzorgsysteem. Relatief veel informatie wordt ver-

praktijk volgt en niet andersom.

laten aankomen op overheidsinitiatieven en uitgebreide regulatie. Deze strategic past overigens in de traditie van de wetgeving op het gebied van de verslaggeving in Nederland, waar de wetgeving veelal de

strekt over emissies in water, bodem en lucht. Veelal

wordt hierbij ingegaan op de resultaten van de maat-

H J. Melis

regelen die zijn genomen om de uitstoot van schade-

E. de With

Auteurs