Ga direct naar de content

Kosten van rechtsbescherming en veiligheid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 2 2000

Kosten van rechtsbescherming en veiligheid
Aute ur(s ):
Scheltinga, S. (auteur)
Dit artikel wordt gecoordineerd door de sector Nationale Rekeningen van het CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4267, pagina 651, 25 augustus 2000 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
economie, samenleving

Het grootste deel van de kosten van de overheid voor rechtsbescherming en veiligheid wordt gevormd door de uitgaven van het
ministerie van Justitie. Deze stegen van 1996 tot 1999 met 59 procent tot 8,9 miljard gulden (figuur 1). Daarbinnen stegen de kosten
voor het aandachtsgebied ‘vreemdelingenzaken en asielzoekers’ met 122 procent het meest. De uitgaven voor het Centraal Justitieel
Incassobureau verdubbelden bijna en die voor ‘preventie, jeugdbescherming en reclassering’ namen met 65 procent toe. De
uitgavenstijging bij de andere aandachtsgebieden was minder dan die van het totaal. Een deel van de kostenstijging in 1999 is
boekhoudkundig: huisvestingskosten die de Rijksgebouwendienst maakt ten behoeve van onderdelen van het Ministerie van Justitie
worden vanaf 1999 gedeclareerd bij het departement.

Figuur 1. Uitgaven ministerie van Justitie
Een groot deel van de uitgaven zijn bijdragen, onder andere aan speciale, gedeeltelijk autonome onderdelen van het ministerie, de
agentschappen. Met het ontvangen bedrag financieren zij grotendeels de kosten, gemaakt voor het uitvoeren van de hun opgelegde
taak. Deze ‘overdrachten’ vormden in 1999 bijna drievierde van de uitgaven van het ministerie (figuur 2).

Figuur 2. Uitsplitsing van uitgaven en overdrachten, 1999
Dienst Justitiële Inrichtingen duurste agentschap
De Dienst Justitiële Inrichtingen ontving over 1999 2,1 miljard gulden, één derde van de bijdragen die het ministerie verstrekte. Naast
deze bijdrage ontving dit agentschap nog circa 290 miljoen uit andere bronnen (voornamelijk verpleegvergoedingen AWBZ en
arbeidsopbrengsten).Ten opzichte van 1996 is de bijdrage van het ministerie met de helft gestegen. De dienst draagt zorg voor een
veilige, doelmatige en menswaardige tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. Onder de dienst vallen onder
andere de penitentiaire inrichtingen, inclusief die voor vreemdelingenbewaring en strafrechtelijke opvang verslaafden, en de justitiële

jeugd- en tbs-inrichtingen. Ze subsidieert de particuliere jeugd- en tbs-inrichtingen.
Het merendeel van de 2,1 miljard gulden besteedt de dienst aan de penitentiaire inrichtingen, namelijk 1,6 miljard. Het gemiddeld aantal
gedetineerden per dag ligt vanaf 1996 boven de elfduizend. In 1999 kostte een gedetineerde gemiddeld 364 gulden per dag.
Uitgaven Immigratie- en Naturalisatiedienst sterkst gestegen
Meer dan verdubbeld ten opzichte van drie jaar eerder is de bijdrage van 488 miljoen gulden aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Deze dienst onderzoekt, beoordeelt en beslist welke vreemdelingen in aanmerking komen voor toelating en verblijf in Nederland en
behandelt visumaanvragen en verzoeken tot naturalisatie. Ze werkt mee aan toezicht op grensbewaking, controle op legaal verblijf van
vreemdelingen en uitzetten van illegalen.
De overige agentschappen zijn het Korps Landelijke Politiediensten en het Centraal Justitieel Incassobureau. Het eerste ontving in 1999
430 miljoen gulden van het ministerie en negentig miljoen uit andere bronnen. Het korps verricht rechtshandhavende taken van nationaal
of internationaal belang en specialistische ondersteunende taken. Het Centraal Justitieel Incassobureau houdt zich voornamelijk bezig
met de afwikkeling van geldelijke sancties, geldboeten en aanslagen voor parkeerovertredingen. 64 van de 71 miljoen gulden aan
inkomsten zijn bijdragen van het ministerie. De geïncasseerde boetes en transacties worden doorgesluisd naar het ministerie. In 1999 was
dit circa 650 miljoen gulden.
Bijdragen aan niet-agentschappen betreffen 1,8 miljard gulden aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (belast met de materiële en
immateriële opvang van asielzoekers), 806 miljoen aan instellingen voor (gezins)voogdij, aan opvang voor alleenstaande minderjarige
asielzoekers en aan de Stichting Reclassering Nederland, en 446 miljoen aan de Raden voor de rechtsbijstand. De vijf raden zijn belast
met organisatie van en toezicht op de verlening van rechtsbijstand.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur