Ga direct naar de content

Kapitaal, meer kapitaal en nog meer kapitaal

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 27 2014

Woensdag 29 oktober as. wordt een boek gepresenteerd over waarom u het boek Capital in the Twenty-First Century van Thomas Piketty zou moeten lezen. WRR-econoom Robert Went is gevraagd om te inventariseren hoe er in Nederland (en in het buitenland) door economen, journalisten en andere “pundits” wordt gedacht over dit boek en over het aanzwengelen van het debat over het belasten van vermogenswinsten of vermogens zelf. Het is een veelzijdige bundeling bijdrages geworden (met 49 korte stukjes) die het hele boek van Piketty bestrijken en van lof en commentaar voorzien.

In mijn bijdrage vraag ik me af hoe Piketty economische groei op lange termijn voor zich ziet. Daarvoor gebruik ik de meeste eenvoudige versie van het tekstboek Solow groeimodel, omdat dit model de mechanismen voor lange termijn groei het best duidelijk maakt. In dit model worden machines en mensen ingezet om te produceren. Het geld dat met de productie wordt verdiend, wordt voor een deel geconsumeerd en voor een deel geïnvesteerd. Machines worden in dit model gedefinieerd als kapitaal. Het deel van de opbrengsten van de productie dat wordt gespaard, leidt tot vermogensvorming. De dynamiek en economische groei van deze eenvoudige modeleconomie wordt gedreven door kapitaal, precies de input waarin Piketty is geïnteresseerd.

Meer kapitaal is mogelijk door te investeren en minder te consumeren. Meer investeringen leiden tot een toename van de hoeveelheid kapitaal in de economie. Dat werkt zo. Meer kapitaal vergt permanent hogere investeringen. Hierdoor groeit de hoeveelheid kapitaal waarmee in de economie wordt geproduceerd. Dat gaat gepaard met een tijdelijk snellere groei van de output per werknemer, omdat de economie sneller groeit. Er is bijvoorbeeld sprake van meer machines die een hogere productie mogelijk maken. Het extra kapitaal moet echter ook worden onderhouden, waardoor uiteindelijk investeringen weer gelijk zijn aan het nieuwe breakeven niveau waarin de economie met gemiddeld meer kapitaal produceert. Meer kapitaal gaat op korte termijn gepaard met minder consumptie. Immers hogere investeringen reduceren de hoeveelheid geld die overblijft om te consumeren.

Toen ik Piketty las, dacht ik in eerste instantie dat hij zich een economie voorstelde die minder consumeert en meer investeert, omdat we het zogenaamde golden rule evenwicht van optimale kapitaalinvesteringen nog niet hebben bereikt. Maar dat is niet wat hij bedoelt. Hij stelt dat we blijven investeren in kapitaal richting een economie die zo ongeveer alle middelen inzet om met meer kapitaal te produceren. Dit betekent ook een economie die nauwelijks nog ruimte heeft om te consumeren. In Piketty’s wereld werkt het zo. Hij veronderstelt dat de bevolkingsgroei afneemt als gevolg van vergrijzing en dat de groei van onze economieën (om allerlei redenen) ook daalt. Laten we aannemen dat beide naar 0 gaan. Als technologische ontwikkeling en bevolkingsgroei wegvallen, ontstaat een nieuwe situatie met een hoger aandeel kapitaal in de productie van goederen. Investeringen zijn lager, omdat alleen afschrijvingen moeten worden goedgemaakt. Er is immers geen economische groei of bevolkingstoename die onze machines en gebouwen vervangen of uit hun jasje laten groeien. Maar in de wereld van Piketty blijven de investeringen in kapitaal op het oude niveau, alsof we nog steeds groeien. Tegelijkertijd blijft ook het rendement op kapitaal op het oude niveau.

Hoe kan dit nu? Op basis van het standaard economische groeimodel moet ik het antwoord schuldig blijven. In hoofdstuk 10 probeert Piketty de lezer te overtuigen dat het kapitaal in een economie groeit, terwijl de opbrengsten stijgen, waardoor investeringen verder stijgen. Dit zijn interessante economische episodes die ver terug in de tijd gaan. Ik vraag me bij deze cijfers af of bruto en netto investeringen goed worden onderscheiden. De groei van het kapitaal in een economie is immers gelijk aan 0 (netto), maar dit betekent niet dat er geen investeringen zijn om het kapitaal te onderhouden (bruto). Er kunnen dus forse investeringen worden gedaan zonder dat de hoeveelheid kapitaal in een economie groeit. Een tweede punt dat ik niet goed begrijp is dat bij een lage economische groei, veel van wat wordt verdiend wordt geïnvesteerd in kapitaal. In Piketty’s wereld gaat de economische groei, door gebrek aan technologische verandering en een vergrijzende bevolking, fors naar beneden (of zelfs naar 0). Als we kijken naar de cijfers over investeringen in situaties waarin de groei terugloopt, bijvoorbeeld in de afgelopen crisisjaren, zien we echter dat lagere economische groei gepaard gaat met lagere investeringen. En niet met hogere, zoals in Piketty’s wereld.

Maar, wellicht begrijp ik het model dat hij in zijn hoofd heeft gewoon niet. Daarom is het waarschijnlijk een goed idee om zowel Piketty als het op ingenieuze wijze verzamelde commentaar en de geluiden van lof en scepsis van Robert Went te gaan lezen. Misschien dat u het me dan kunt uitleggen waarom er steeds meer kapitaal wordt ingezet en het rendement daarop ook nog eens stijgt.

Auteur

Categorieën