Ga direct naar de content

Jrg. 8, editie 397

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 8 1923

S AUGUSTUS 1923.

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

EconornÏsch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

8E
JARGANG

WOENSDAG 8 AUGUSTUS
1923

14.
397

INHOUD

Blz.
IN MEMORIAM PROF. MR
.
A. A.
H. STRUYC]CIIN
door
Prof. Mr. J. P. A. François ………………….690
De Nederlandsche Bank en de Javasche Bank II (Slot)
door
Mr. J. Gerritzen ……………………….690
Filippijosch Bankbeheer door
Prof. D. G. Stibbe ……692
De Econèmische Ontwikkeling van Klein-Azië 1 door
it. Dunlop …………………………………693
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Strijd over het Bankclisconto door
i)r. ‘1’. E. Grey ory 695
AANTEIIKENINGEN:
Reichsrnark en Assignaten …………………..
697
De Amerikaansche meer brood campagne……….
700
MAANDCIJFERS:
Emissies in
Juli 1923 ………………………701
STATISTIEKEN EN OvERzIoITEN …………….
701-708
Geidkoersen

Effectenbeurzen
Wisselkoersen

Goederenhandel.
Bankstaten

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Redacteur-Secretaris van het weekblad:
D. J.
Wansink.

Secrelariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aa,ngeteelcende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
– Telefoon Nr. 3000. .Postchèque- en girorekewing
Rotterdam No. 808.

Aboivnemenitsprijs vo6r het weekblad franco p. ‘p.
in Nederland f20,—. Buitenland en,’Koloniiërt f25,-
per jaar. Losse wunvnsers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituit uitgaande
ontvangen de abnné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor
zover
daaromtrent niet a.ndrswordt beslist.

‘Advertenties
.
f 0,50 peY reg’el. Plaatsing bij abonn.e-
ment volgens tarief. Administratie van abônnemersten
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam; Amsterdam, ‘s- Graven/rage.

7
AUGUSTUS
1923.
in verband met cle maanciwisseling was er gedu-

rciicle (ie afgeloopen week een aanzienlijk grootere

vraag naar cailgeld. Op verschillende dagen kon er

lang tiet aan alle vraag voldaan worden en moest

er voor groote bedragen hij De Nederlandsche Bank

aangeklopt worden. Desondanks bleven zoowel cle

noteeridg voor particnil ier disconto als clie voor pro-

longatie zeer laag, gevolg van den zeer gedirtkten

toestand. Het aanioci van wissels blijft uiterst ge-

ring en ‘hoewel ook het aanbod van-gelcl niet groot

was, overtrof het op verschillende dagen nog de

vraag, zoodat de noteering nog eerder iets terugliep,

ca. 3 pCt. Alleen Vrijdag was het aanbod wat grooter,

hetgeen direct de rente bijna % pOt. deed oploopen.

Hetzelfde gold ook voor de prolongatierente; na 2%

pOt. op Donderdag werd Vrijdag 3 en 3% pOt. ge-

noteerd * *

De invloed van cie maandwisseling komt in dezen

weekstaat van De Nederlandsche Bank weinig naar

voren. De post binuenlandsche vssels is toegeomen

hij de Ti[oofdbank en de Aentschappen, daarentegen

verminderd bij cle -Bijbank. De beleeningen zijn bij de

T-Ioofdbank en de Agentschappen Vrij sterk gedaald,

in totaal met bijna
f
10 millioen; daarentegen hij

cle. Bijbank gestegen met rijim
f
1 millioen. hiertegen-

over staat, dat de rekening-courant saldi van ande

ren zijn verminderd met
f
6.7 millioen. Het saldo van

dé schatkist is• weder verdwejien ‘en de’eo is wedel

debet geworden met! 6.4 millioen.

De post papier op liet buitenland is afgenomen

met
f
5.3 millioen, terwijl de diverse rekeningen zijn

toegenomeh met ruim
f
2′ millioen, zoodat door de
Bank blijlcbaar een bedrag van onge’ieer
f
3.3 nul-

lioen aan Ponden is gerealiseerd. In verband et de

verschillende wijzigingen is de omloop der bankbil-

jetten gestegep. .

*

‘.’riseiivarkc’ feefde cle gheele ‘veck grooten-

deels in afwachting: AileeI), irancs liepen nog . n:iet
önaanzienlijk terug, maar Marken waren evenals cle

meeste andere wissels vrij stationriair.’ Blijkbaar wist

nimand mét éenie zekerheid të kroorêpellen, wét

de gevolgen zouden zijn vait de aangekondigde , af-

schaffing van de nieuwe deviezenverordening. Na

herhaald uitstel werd de intrekking per gisteren vast-

gësteld, met het noodlottig gevolg, -dat de Mark nu

eeist recht fla uv was. Men verkeert’ in Du:itschlaucl

in -den noocllottigen toestand, dat alle maatre,gelen
verkeerd uitkomen. Bij .de instelling, een geweldige
daling, bij cle intrekking juist hetzelfde.

LONDEN,
4 AUCRJST1iJS 1923.

De vraag naar kort crediet bij het einde der maand

bleef dit maal vrij gering en alhoewel alle ‘saldo’s,

welke h 2 pOt. verkrijgbaar waren,. opgenomen werden

en men dus niet van eenig-surpius kon spreken; meer
clan 2% pCt. is voor daggëid niet betaald: Onmiddel-

lijk na den , ultmo nam cle ruimte’ toe cii ‘claggicl

sloot, flauw op 1% pOt. Zevou’daags geld variee.i:de

van. 2%-2%- pOt. .

In cle discontoma.rkt waren cle zaken zeer beperkt;

2-rincls. bankaccept was ietwat vaster.

2-mnds. prima hankaccept. 3 pOt.

3-mnds. idem

3Ys-
8
/ie
pOt.

4-11,11ids. idem

– 37i—% pOt.

16-‘mnds. idem –

3%7/ pOt:’

690

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

IN MEMORIAM.

Prof. Mr. A. A. H. STRUYCKEN.

Zoo is dan, na langen strijd, aan het leven van

dozen onvermoeiden werker een einde gekomen. Za-
terdagochtend 28 Juli is Struycken heengegaan. Zijn
dood is voor Nederland een zeer groot verlies, in het

bijzonder uit internationaalrechtelijk oogpunt. Oor-
spronkelijk was ht meer het nationale staatsrecht,
dat Struycken’s bèlangstelling heeft gehad. Maar tij-

dens den oorlog begon
hij
in die meesterlijke artike-

lenreeks in ,,Van Onzen Tijd” ook op tal van vraag-

stukken yan volkenrechtelijken aard het licht van zijn

scherp vernuft te doen vallen. En niet lang duurde

het; of hij werd geroepen in het internationale leven
een’ actieve rol te vervullen. Minister van Karnebeek

wees hem aan ‘als een der onderhandelaars in de Bel-

gische kwestie. Sinds dien tijd is er
bijna
geen con-

ferentie van beteekenis geweest, of Struycken behoor-

de tot de Nederlandsche delegatie.
Hij
vertegenwoor-
digde Nederland op alle vergaderingen van den Vol-
kenboud, op de conferenties van Genua en Den Haag,

en het laatst op de conferentie tot herziening van het

oorlogsrecht. En hij deed het op een
wijze,
die in hoo-

ge mate aan onze positie op die conferenties ten goede

kwam. Hij was niet een man, die imponeerde door de

gave van het woord; vooral in den aanvang van zijn
internationale loopbaan had hij te worstelen met de
vreemde taal. Vandaar dat hij zich in een kring als

de eerste Volkenbondsvergadering niet onmiddellijk
het gezag kon verwerven, dat zijn woord verdiende.
Maar hoe spoedig zou dat veranderen! Hoe snel heeft

men dat scherpe verstand, die meesterlijke klaarheid,

die veel omvattende kennis, dat diepe politieke in-
zicht, erkend, waarvan alles, wat Struycken sprak

getuigde! En hoe kort duurde het of Struycken had
zich onder de juristen, te Genève een positie gescha-
pen als welhaast geen andere. Geen commissie kon
worden ingesteld, belast met het onderzoek van kwes-

ties van juridischen aard, of Struycken kreeg er zit-

ting in, en steeds was hij het, wien het maken van
het rapport werd opgedragen. En hoe overkropt met

werk hij ook was, en hoe noodlottig het drukke confe-
rentieleven inwerkte op zijn wankele gezondheid, hij
bleef op zijn post, tot hij niet meer kon – en zelfs
lang daarna., Zij, die’ Struycken tijdens zijn laatst

conferentie hebben medegemaakt, zullen steeds met

diepen eerbied
blijven
denken an de ijzeren wils-
kracht, waarmede hij. den geest over het lichaam wist
te doen triomfeeren.

Men heeft ‘Struycken wel te groote neiging tot
critiek verweten. Maar was het niet begrijpelijk, dat

dit scherpe veinuft terstond de zwakke plaatsen in
elk betoog ontdekte, terstond de schaduw zag van

elke
eenzijdige
belichting? En was het dan niet goed,

dat
hij
op die plekken den vinger legde? Wellicht ‘op
geen ander ‘gebied dan het internationale is het ge-

vaarlijker, zich over te geven aan illusies.
Zij,
die, bij
hun pogen om tot een betere wereldorde te komen,

0
1)
den bodem van de realiteit blijven staan, zullen
steeds blijken de beste vrienden van het.internationa-
lisme te zijn geweest. .
Struycken laat een plaats open, die niet kan worden

vervuld. Moge de belangstelling, die
hij
in zijn e-

schriften ‘voor de internationale vraagstukken heeft
getracht te wekken, er velen toe brengen, het voet-.
spoor van dezen grooten Nederlander te drukken, en
zich aan de studie der volkenrechtelijke problemen te
wijden. Beoefenaars van het internationale recht met
zoo diep politiek en juridisch inzicht en zoo klarèn
practischen blik kan Nederland niet missen. È’

DE NEDERLANDSCHE BANK EN DE

JAVIASCHE BANK.

H.
(Slot).

De President der Ne’derlandsche Bank heeft in zijn
laatste jaarverslag gezegd, dat zijne instelling in de

jaren 1916-1919 geleidelijk tot een ‘gezamenlijk be-

loop van ruim
f
85 mill. goud aan de Javasche Bank
heeft afgestaan. Op dit
cijfer
bracht ik eene correc-
tie aan. Ik wees erop, dat in 1916 de Nederladdsche

Bank van de J’avasche Bank sovereigns ontvangen

heeft tot een ‘bedrag van rond
f
18 milloen. Dit feit
betwist de heer Vissering niet; het’ staat dus vast.

Maar hij voert er tegen aan, dat de sovereigns, die de
Nederlandsche–Bank in 1916 van de Javasche Bank
kreeg, zouden zijn geweest ,,onbruikbaar” goud. Im-

mers, die 114 millioen soveieigns waren z.g. NOT.-

goud, dat uit Engeland was aangevoerd. En de heer’
Vissering beweert verder, dat op dringend verzoek

van de Javasche Bank de Nederlandsch’e Bank dt

goud heeft, aangenomen uitsluitend in het belang

der Javasohe Bank, opdat deze in ons land weder be-
schikking over middelen zou verkrijgen.

Hier moet ik het geheugen. van ‘den heer Visse-
ring, dat hem
blijkbaar
in den steek gelaten heeft, te hulp komen. Inderdaad waren de 114 millioen
overeigns in
civaestie
uit Engeland aangevoerd en
lagen
zij
onder N.O.T.-verband. Maar daarom waren
die sovereigns geenszins, zooals dc heer Visseriug

het noemt ,,on’bruikbaar”. Wel was de eigenaar van

dat goud in zijne vrijheid van beschikking daaromtrent
beperkt, maar geheel onbruikbaar was het niet. Het

N.O.T.-verband was geene verhindering om het goud

bijv6orbéeld naar Oost-Indië uit te voeren, iooals
dan ook een, gedeelte daarva’n later tijdens den oorlog

naar Indië is uitgevoerd. Het kon ook voor “de Nedet-

landsche en voor de Javasche Bank zeer goed dienen
als dekking ‘der obligo’s. Toen de Javasche Bank de
sovereigns uit Engeland in Amsterdam had aange-
voerd, heeft zij die aanvankelijk bij de Ne’JerlauJ-

sche Bank beleend ten einde in Amsterdam midde-
len te
krijgen
voor het doen van betalingen, daar
Indië toenmaals groote behoefte had aan remises op
Nederland. Die beleening heeft eenige maanden
renteloos plaats gehad; dat was inderdaad eene tege-

moetkoming, waarvoor de J’avasche Bank dan ook
haar ‘dank heeft betuigd (zie ‘verslag van den presi-

dent der Javasche Bank over 1915116 pag. 28). Doch
op sterken aandrang van de Nederlandsche Bank is
de Javasche Bank er na eenigen tijd toe overgegaan
om voormeld goud aan de Nederlandsche Bank te
rerkoopen De J’avasohe Bank .i’as er volkomen mede

tevreden, het goud bij de Nederlandsche Bank te
kunnen beleenen en voelde er niet de minste behoefte
aan om zich van dat goud te ontdoen. Zij ontdeed
er zich echter van ten gevolge van den door.
de

Nederlandsche Bank op haar geoefenden aandrang,
omdat deze – om welke reden is mij niet bekend –

tegen eene voortzetting der beleening bezwaren maak-
te. Voormeld goud is door de Javasche Bank aan de
Nederiandsche Bank verkocht tegen den
prijs
van

f
1650 per KG. fijn. Diezelfde ,,onbruikbare” sover-
eings verkocht de Nederlandsche Bank in 1919,
na opheffing van het NOT-verband aan de Java-

sche Bank terug, maar nu tegen een
prijs
van
f
1661
per KG. fijn. Zij hebben ‘dus aan’ de Nederlandsche
Bank een zoet winstje bezorgd van ruim
f 120.000.

Ik releveer deze feiten om aan te toonen, dat waar
de heer Vissering voormelde sovereigns als ,,onhruik-
baar”, ên de transacties van koop en verkooj, te dier
zake door de Nederlandsche Bank met -de J’avasche
Bank gedaan, als ,,stoun” qualificeerde, hij bij deze
woordenkeuze niet de noo’dige nauwgezetheid betracht
heeft. Het ten deze ‘door dien heer Vissering gehe-zigde woord ,,steun” doet denken aan het Fransche
gezegde: Charit6 bien ordonnée commence par soi-

même.
De héer Vissering heeft ten aanzien van de sover-eigns, door de Nederlandsche Bank van de Javasche

Bank in 1916 overgenomen, opgemerkt, dat die han-
deling stond buiten de earmark-overeenkomst. De

strekking dezer ‘opmerking is mij niet duidelijk. Het spreekt vanzelf, dat goud, hetwelk door de Javasche
Bank aan de Nederlandsche Bank verkocht weid, niets

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

te maken heeft met eenë overeenkomst, krachtens
welke de Nederlandsche Bank op verzoek van de Java-
sche Bank goud in bewaring neemt. Doch nogmaals,

vlke beteekenis aan de op zichzelf volkomen juiste
opmerking gehecht moet worden, is mij een raadsel.

Niettegenstaande ik in mijn artikel van 18 Juli jl.

met cijfers aantoonde, dat in het tijdvak Juni 1916
tot September 1919, gedurende hetwelk de goudaf gif-

ten door de Nederlandsche Bank aan de Javasche

Bank . plaats hadden, de Javasche Bank zoowel uit
het eigen land als uit Amerika en Japan goud ver-

kreeg tot een bedrag van ruim
f
24 millioen, houdt

de heer Vissering vol, dat de Javasche Bank in den
loop van 111 herhaaldelijk zou verklaard hebben,
dat zij nergens anders dan in Nederland goud kon
verkrijgen. Ik kan dit niet als juist aannemen, omdat
de Javasche Bank in dat geval iets zou verklaard

hebben, dat zij. wist dat onwaar was. De heer Vissering
is dan ook tot dusverre in gebreke gebleven, voor de
juistheid zijner bewering eenig bewijs bij te brengen.

In mijn artikel van 18 Juli besprak ik de bewering
van den President der Nederlandsche Bank als zou

cle Javasche Bank hare groote w’i.nst over het boekjaa.L
1921-1922 slechts hebben kunnen maken, omdat de

Nederlandsche Bank haar zooveel goud heeft afge-
staan tot vSSr-oorlogsprijzen, d.w.z. tot de wettelijke
padteit. Ik wees erop, dat de goudvoorraad der Ja-
vasche Bank sedert 24 Juni 1916 – toen de goud-
afgiften der Nederlancische Bank begonnen – tot
uit. Maart 1921 vermeerderd was met bijna
f
95 ruil-

lioen goud, hetwelk de Javasche Bank uit
and ere
lan-

den dan Nederland verw’orven had. Ik wees er verder
op, dat het van Nederland betrokken goud tot een

bedrag van
f
68,2 mili:ioen nog intact ligt te Am-
sterdam en te Batavia, en dat een deel van voormelde

pim.
f
95 millioen na uit. Maart 1921 met w:inst was gerealiseerd. En ik stelde ten slotte de vraag,
hoe deze winst, zooals de Pres:ident der Nederland-
sche Bank beweerde, verband zou kunnen houden met
het door zijne instelling geleverde en nog geheel in-

tact aanwezige goud.

Op deze vraag antwoordt de heer Vissening, dat de
Javasche Bank nimmer tot reahseering van een ge-
deelte van haar goudvoorraad had kunne.0 overgaan,
annee
;r zij tevoren haar goudvoorraad niet had ver-
sterkt door goud van de Nederlancische Bank te be-trekken. Dit antwoord komt mij geheel onvoldoende
oor. In de eerste plaats toch heeft de Javasche
l3arik, zooais ik reeds herhaaldelijk in ‘het licht stel-de, ter versterking van haar goudvoorraad niet alleen
uit Nederland, maar ook uit Amerika, uit Engeland,
uit Japan en uit het eigen land goud verkregen. Tot
de versterking van den goudvoorraaci der Javasche Bank heeft dus niet alleen Nederland, maar hebben
ook versh.illende andere landen bijgedragen en w’el
te zarnen in eene veel grootere mate da:n met Neder-
land liet ‘geval was. Maar, zal de heer Visser:ing mis-
schien hiertegen aanvoeren, wanneer de Nederland-
sche l3ank de door Indië aan Nederland geleverde
producten niet in goud had betaald, dan zou de goud-
voorraad der Javasche Bank dan toch aanzienlijk min-
der zijn geweest en zou de Javasche Bank in 1921
niet zooveel goud hebben vrijgekregen en kunnen ver-
koopen. De juistheid dezer gevoigtrekking moet ik
ontkenine:u. Tot half September 1911 toe was in Ame-
rika goud te krijgen tot elke gevraagde hoeveelheid;
daarna kon ook in Japan nog goud verkregen wor-dcii, zij het in beperkte hoeveelheid. Na het sluiten
van den vrede van Versailles in Juni 1919 gaf Ame-
rika weer goud af :in onbeperkte hoevelheclen. Wan-
neer dus de Nedenlandsche Bahk hare obligo’s niet
in goud had willen betalen, clan zou de Javasche
Bank zich van het koopen van Nederlandsche guldens
hebben onthouden, zooais zij later ook deed, toen de Nederlandsche Bank in September 1919 hare goud-afgiften staakte en zou de Javasche Bank zich elders
van het benoodigde goud hebben kunnen voorzien.
Daartoe had zij tot half September 1917 en van Juni

– 1919 af in Japan en Amerika volop de gelegenheid.

Het denkbeeld van den heer Vissening, alsof de Ja-
vasche Bank de Nederlandsche Bank broodnooclig had
om zich van het noodige goud te voorzien, is met de
werkelijkheid in strijd. Ik behoef hierover niet ver-

der uit te weiden, daar de cijfers en de feiten, die ik
in mijn vorig artikel aanvoerde, te dezen opzichte

eene volkomen duidelijke taal spreken.
In mijn artikel van 18 Juli ji. heb ik er ook op

gewezen, dat de koerswinst, die de Javasche Bank in

haar boekjaar 1921-1922 maakte door verkoop harer
Amer.ikaansche saldi, van geheel denzelfden aard was

als die door de Nederlandsche Bank werd gemaakt in

het boelcjaar 1920-1921, welke onder hare deelge-
rechtigden werd verdeeld. De heer Vissering meent
echter, dat tusschen een en ander een groot verschil

bestaat, m.i. echter geheel ten onrechte. De feiten

zijn, dat beide circulatieba.nke:n goud en saldi iii
Amerika hadden, welke zij beide met winst vericocht
hebben. Nu ligt volgens den heer V.issering het ver-
schil hierin, dat volgens hem de dollars, die de Ne-

derlandsche Bank in Amerika had, voor haar steeds

,,handelswaar” zouden zijn geweest, terwijl de Java-
sche Bank volgens hem goud verkocht uit hare en-

caisse métallique. 1-let onderscheid echter, dat de heer
Visseri.dg maakt tusschen goi.id als handelswaar en goud, dat behoort tot de encaisse métallique, bestaat
niet. Het octrooi van dle Nederlandsche Bank schrijft
nergens voor, dat goud, dat dieze instelling in het
buitenland heeft, niet tot haar goudvoorraad mag ge-
rekend worden. Wanneer dus de Nedenlandsche
Bank goud, dat zij in het buitenland heeft liggen,
niet onder haar goudvoorraaci telt, dan maakt zij een
onderscheid, dat haar octrooi niet kent, en dat ook in
het wezen der zaak geene reden van bestaan heeft.
Doch bovendien rijst de vraag, waarom goud, dat de Javasche Bank in het buitenland heeft wèl, en goud,
.dat de Nederlandsche Bank in liet buitenland heeft,
nièt tot de encaisse rn6tallique zoud.e behooren. Wan-
neer toch goud, dat in het buitenland ligt, door eene
circulatiebank niet onder haar goudvoor.raad mag ge-
rekenci worden – welke stelling ik intusschen niet
als juist kan aanvaarden -, dan zou ook het Amen-
laansche goud der Javâsclie Bank nimmer tot hare
encaisse métallique behoord hebben, maar volgens de
terminologie
ai den heer Vissening als handelswaar
moeten beschouwd wôrden.
De bewering van den heer Vissening, dat de Java-
‘sche Bank bij het goud en de saldi, die zij in Amerilca had, niet cle minste risico heeft geloopen, en niemand
daarmede geholpen heeft, is geheel en al uit de lucht
gegrepen. Uit eigen wetenschap is mij bekend, dat
cle Jaasche Bank dat goud en die saldi tot hooge
prijzen en ver hoven pa.niteit gekocht heeft, en dat zij
deze transacties dcccl om den Indi.schen import en
export te steunen. Evenzeer is uit de lucht gegrepen
de bewering van den heer Vissening, diat cle Regeering
opgekomen is tegen de door de Javasche Bank ge-
maakte koerswinst. De Regeening is tegen het maken
van die winst niet opgekomen, doch heeft gemeend,
dat een gedeelte van die w.inst moest besteed worden
tot het vormen. een er extra-reserve, tot eventueel mo-
gelijken steun voor den Nederlandsch-Indischen gul-
den, di.e gedeprecieerd is ten gevolge van de sedert
1910 door de Regeering gevolgde financieelé politiek.
De heen Vissring geeft ccce uitvoerige uitlegging,
w’aarom de Nederlandsche Bank voor de Amerikaan-
sehe gouddepôts, die zij indertijd van diverse Neder-
landsche handelaren en instellingen overnam, een
prijs betaalde van slechts f2,42 per dollar. Ook dezé
t:ransactie quaiificeert hij als ,,steun”. Mi. is die
cival:ificatie onjuist. De Nederlandsche Bank heeft
door het koopen van die goud-depôts, die zij later met
g.roote winst venicocht, eene zeer voordeelige trans-
actie gedaan, waartoe zij alleszins gerechtigd was,
maar die zij ‘moeilijk als ccce steunactie Ican voor-
stellen.

Ten slotte heeft de heer Vissering opgemerkt, dat

692

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

cle twee circu]ati.ohanken in Nederland en Indië ge-

roepen zijn om nauw samen te werken. Met deze op-
merking vereenig ik mij van ganscher harte en ik

eindig met den wensch uit te spreken, dat die samen-,

werking, die in vroeger jaren steeds bestaan heeft,
ook in de toekomst bestendigd zal worden. Maar daar-
toe is rioodig wederzijdsch vertrouwen en wederzijd-

sche waardeering, die zeker niet bevorderd worden

door uitlatingen, als in het laatste jaarverslag van
den President der Nederlandsche Bank hebben plaats
gehad. Integendeel scheppen zulke uitlatingen een

atmosfeer van ontstemming en van wantrouwen, die

eene goede samenwerking zooal niet belet, dan toch
hoogst moeilijk maakt. J.

FILIPPIJNSCH BANKBEHEER.

Een der overwegingen van de wet tot vaststelling,

van de tegenwoordige constitutie der Filippijnen, de

Philippine Government Law van 1916, welke aan die kolonie een zeer ruime mate van zelfstandigheid ver-

leende en er o.a. een inheemsch Parlement instelde,
verklaart dat het
altijd
de bedoeling van het volk.
der Vereenigde Staten is geweest, aan de Amen-

kaansche souvereiniteit over de Filippijnsche Eilan- t
den een einde te maken en. hunne onafhankelijkheid
te erkennen, zoodra daar een ,,stable government”
1

kan worden gevestigd.

De vraag, of de Filipino’s al dan niet er reeds

geslaagd zijn zoo’n ,,stable government” te vestigen

– waarbij vanzelf die andere vraag opkomt: wat

men onder dien term heeft te verstaan – heeft al

heel wat discussie uitgelokt. Van hun kant hebben

de Filipino’s, begrijpelijkerwijze, getracht met alle

middelen aan te toonen, dat zij nu toch heusch en

werkelijk een ,,stable government” in hun land heb-:

ben tot stand gebracht (het aandeel, dat de Amen-
kanen daarin nog altijd hebben, wordt
bij
die pogingen
1

gemakshalve niet belicht); van andere zijden ontmoettei
die bewering gemotiveerde tegenspraak. H
oewe
l!

President Wilson, als volbloed Democraat en dus

voôrstander van de onmiddellijke onafhankelijkheid
dèr Filippijnen, blijkens een brief aan den Minister
van Oorlog (die tevens Minister van Koloniën is)

van 7 December 1920,
1
) de overtuiging koesterde dat
het volk der Filippijnsche Eilanden geslaagd was in
,,maintaining a stable goveinment” en dus ertoe

wenschte over té gaan de door dat volk zoo vurig

begeerde onafhankelijkheid te verleenen, is toen daar-
toe niet overgegaan, omdat het Congres te Washing-
ton die overtuiging, op grond van hetgeen omtrent
de Filippijuen bekend was, niet deelde.
Bij de bestaande tegen strijdigheid van inlichtingen
en gegevens omtrent de Filippijnen achtte President

Harding, die Wilson kort daarna opvolgde, het niet
verantwoord een beslissing te nemen, alvorens men
in Amerika zou kumen beschikken over een betrouw-
baren beoordeelings-grondslag en in verband hiermede.
benoemde
hij
in het voorjaar van 1921 generaal
1

Leonard Wood, gewezen gouverneur van de Moro-
provincie (thans sedert October 1921 Gouverneur-Generaal der Filippijnen) en den heer W. Cameron
Forbes, oud-Gouverneur-Geneiaal der kolonie, in
commissie, ten einde den toestand aldaar te bestu-deeren en daarover rapport uit te brengen.
Dit kunstig-sobere rapport geeft in enkele tien-
tallen
bladzijden
druks een
zakelijk,
helder, afgerond
beeld van land en volk der Filippijnen, de gevolgen

van Amerika’è beleid in den Archipel en de thans
te volgen gedragslijn.
Het is hier de plaats niet, dit staatsstuk, dat overi-
gens een breedere bespreking alleszins verdient, in
zijn geheel in beschouwing te nemen. Slechts op één
der vele daarin behandelde onderwerpen weusch ik
op deze plaats de aandacht te vestigen. Ik bedoel

1)
Report of the Special Mission on Investigation to the
Philippine Islands. Washington, Government Printing
Office,
1921, blz. 7.

de na de zelfstandigmaking (wél te onderscheiden

van onafhankelijk-verklaring) der Filippijnen in 1916

door de Filipino’s gedreven bankpolitiek.
Laat ik, ter voorkoming van misverstand, hier

dadelijk verklaren, dat het mij nuttig voorkomt dit

bankbeheer in Nederland meei bekend te maken, niet

ter veroordeeling van een staatkunde, welke over-
zeesch gebied den weg tot zelfstandigheid opleidt,

maar uitsluitend bij wijze van aanschouwelijk onder-

wijs in koloniale politiek, i.c. van een politiek van

oveiijling bij het najagen van het zelfstandigheids-
doel. Ook in de maatschappij spreekt, evenals in de

school, aanschouwelijk onderwijs sterker dan leering middels ,,graue Theorie”.

Het in het op 8 October 1921 door de commissie-
Wood uitgebracht rapport voorkomende hoofdstuk

over de Filippijushe circulatiebank luidt in vertaling
als volgt:

De Philippine National Bank.

De geschiedènis van de Philippine National Bank
vormt een van de ongelukkigste en donkerste blad-

zijden in de historie der Filippijnen. Deze Bank is
opgericht in 1916 en er werd een wet vastgesteld,
waardoor alle provinciale en gemeentelijke besturen

genoodzaakt werden al hunne fondsen bij die bank

te deponeeren; en tegelijkertijd werden maatregelen
getroffen om alle bij andere banken gedeponeerde
gouvernementsgelden over te brengen, met uitzon-

dering van gelden, in bewaring in de Vereenigde
Staten; later werd de bank in de gelegenheid ge-
steld de contrôle over deze gelden en reservefoudsen

te krijgen. De som van ‘ ‘41.500.000, bestemd voor

munt-conversie, werd naar de Filippijnen overge-
bracht, waardoor de bank een flinke wissel-winst
maakte. Een groot deel daarvan werd toen uitge-

leend voor speculatieve doeleinden, onder omstandig-
heden, die ernstigen
twijfel
hebben doen rijzen om-
trent de goede trouw van de transacties.

Iemand, van wien ondersteld werd, dat hij ervaren

was in bankzaken, liet men overkomen uit de Ver-
eenigde Staten en deze werd aangesteld tot president,

een ambt dat hij korten tijd bekleedde. Daarna
kwam in zijn plaats een Amerikaan, die geen ervaring

in bankzaken had en na diens overlijden een Filipino,
eveneens zonder bank-ervaring. Het resultaat van dit
alles is geweest een opeenvolging van verliezen door

de bank, welke door den kolonialen auditor
1)
geschat
worden op het nietgeringe totaal van $ 22.500.000.
Een lid der accountants-firma Haskin & Sells te
New-York maakt, na nauwkeurig onderzoek van den
stand van zaken bij de bank, de volgende aan-
teekening:

,,Our examination thus far reveals the f act that
,,the bank has been operated during almost the
,,entire period of its existence prior to the appoint-
,,ment of Mr. Wilson as manager in violation of
,,every principle which prudence, intelligence, or eyen
,,honesty, dictate.”

Naar aanleiding van de resultaten van dit onder-
zoek is een klacht ingediend tegen generaal Concep-
cién, een vroegeren president van de bank.

De regeering maakte zich bezorgd over den ernst
van den toestand en verzekerde zich van de diensten vai een in bankzaken ervaren man uit de Vereenigde
Staten, onder wiens degelijke leiding de zaken van
de bank geleidelijk aan op gezonden grondslag ge-
vestigd worden. Maar een groot deel van de gelden
der bank zijn )litgeleend aan ondernemingen, die ge-
durende vele jaren niet in staat zullen zijn het
geleende terug te betalen – voornamelijk suiker-.
centrales en klapperoliefabrieken -. Deze leeningen

zijn tot buitensporige bedragen aangegaan gedurende
het
tijdperk
van de ,,boom”
prijzen;
en een minimum
aan voorzorg met betrekking tot zekerheidstelling

1)
De auditor vervult hier in hoofdzaak dezelfde functie
als de Algemeene Rekenkamer
bij
ons.

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

693

werd genomen, met het gevolg, dat de bank hare
reserves veel lager heeft doen dalen dan wettelijk

veroorloofd was, niet in staat is aan haar loopencie
verplichtingen te voldoen, genoodzaakt is geweest,
aan andere banken te verzoeken niet aan te dringen

op inwisseling van haar papier en voorts uitstel
heeft moeten vragen voor de nakoming van haar

verplichtingen aan vele banken in Sjanghai, die vele
landen vertegenwoordigen, en aan welke zij groote

sommen gelds schuldig was tengevolge van verliezen
geleden door speculatie in wissel-transacties.

Een afschrift van de overeenkomst tusschen den

kolonialen auditor en deze banken ter vereffening
van deze schulden is aan het rapport gehecht.

De bank vestigde ook door heel den Filippijnschen

Archipel bijkantoren en agentschappen, aan het hoofd

waarvan zij onervaren Filipino’s stelde en zonder
uitzondering
zijn
deze bijkantoren slecht beheerd.
Tegen ieder der béheerders van de vier hijhanken,
ten aanzien waarvan het onderzoek is afgeloopen, is
een strafrechtelijke vervolging ingesteld.

Bij deze verliezen is de Filippijnsche regeering in
hooge mate betrokken geworden en het feit, dat zij

niet in staat was hare verplichtingen na te komen,
heeft haar crediet ernstig geschokt. Wij hebben in-

lichtingen ontvangen van vertegenwoordigers van
banken in Noord-Borneo en Japan, dat zij instructies

gekregen hebben, papier of wissels van de Philippine’
National Bank niet te honoreeren.

De dekking voor de circulatiemiddelen is wegge-
nomen. Het zilver, dat tot dekking diende, is verpand
en voor andere doeleinden gebruikt. Het fonds voor
de instandhouding van de goud- en zilverpariteit

is in die verliezen meegesleurd, met het gevolg,
dat de voornaamste steun voor het bankpapier, in-

stede van een voorraad metaal, is de borgtocht van het Filippijnsche Gouvernement en het vertrouwen
van de
zijde
van het publiek, dat de Vereenigde
Staten niet zullen toelaten dat deze dingen weer
gebeuren. De circulatiemidde]en zijn nu practisch
ongedekt.

In aanmerking genomen de goede verdiensten,
middelmatige uitgaven, eigen welvaart, een kleine
openbare schuld en den steun van het crediet der
Vereenigde Staten, moet het probleem van het herstel
van het crediet der Filippijnsche Eilanden emakke-

lijk zijn op te lossen. De les is bitter geweest voor
de Filipino’s en liet gewicht van de fout wordt over
het algemeen begrepen.
Een van de functies van de nationale bank be-
stond in het behandelen van Gouvernements-wissels.
Nadat
zij
alle fondsen, die gewoonlijk voor wissels
beschikbaar waren, naar Manilla had overgebracht
en daarna het geld op zoodanige
wijze
had uitgeleend
dat het niet terugontvangen kon worden, moest het gouvernement den verkoop van wissels staken. De
koersen liepen op tot 15 procent, hetgeen overeen-
kwam met een depreciatie van het Filippijnsche
ruilmiddel tot ongeveer dat beloop, hetgeen éroote
moeilijkheden voor de bewoners der Filippijnen ten-
gevolge had, vooral voor de zakenmenschen.
Hoewel men gewoonlijk liet tegendeel
ge
loo
ft,:

hebben de Filippijnen alle uitgaven voor het burger-
lijk bestuur van den aanvang der Amerikaansche
occupatie af betaald uit de koloniale geldmiddelen,
zonder steun uit de Amerikaansche schatkist. Wèl
heeft Amerika alle kosten betaald voor leger en
vloot. De eenige hulp door de Filippijnen ontvangen
van de Vereenigde Staten, is een som geweest van
$ 3.000.000 ter bestrijding van hongersnood in 1903.
Tot zoover het rapport.

Dat niet gemis aan waardeering voor de Filipino’s
en hunne capaciteiten dit ongunstig oordeel over
hun bankbeheer – dat overigens, zooals uit het
bovenstaande blijkt, op feiten berust – heeft uitge-
lokt,
blijkt
duidelijk uit den geheelen toon van het
rapport en de ,,general conciusions” aan het slot,

waarin de inhoud kortelijk geresumeerd wordt. Daar

treft men o.a. de uitspraak aan: ,,We find that many

Filipinos have shown marked capacity for govern-

ment service and that the young generation is full

of promise.” Dat – en andere uitlatingen in dien

geest – schrijft niet iemand, die voor het volk in

kwestie niet een zekere sympathie voelt. Geeft men

zich rekenschap van het inderdaad objectieve stand-

punt door de Commissie bij haar beschouwing en
be’oordeeling van den toestand ingenomen, dan moet

te meer waarde gehecht worden aan deze uitspraak in de ,,general couclusions”: ,,We feel that the lack

of success in certain departments should’ not be
considered as proof of essential incapacity on the

part of Filipinos, but rather as indicating lack of
experience and opportunity, and especially lack of

inspection.” Dat dit ook van toepassing is op het

beheer van de Filippijnsche circulatiebank behoeft,
na het vorenstaande, geen betoog.

Zelfstandigheid is een mooi ding, ook voor een

kolonie. Wie echter te vroeg wordt losgelaten en
daardoor meer zelfstandigheid en daarmede verant-

woordelijkheid te torsen krijgt dan waartoe zijn
draagkracht hem in staat stelt, bezwijkt onder den
last’— ook een kolonie. D. G. S’rjuois.

Den Haag, Juli 1923.

DE ECOIV OML9CHE ONTWIKKELING ‘VAN

KLEIN-AZIE.

1.

Een der eigenaardigsto kenmerken van het Turk-sche bestuur, door de eeuwen heen, ligt in den aard der Turken zeiven, ni. hun gebrek aan handelsgeest

en hun geringen zin voor nijverheid. De Turken zijn
van oudsher krijgslieden en landbouwers geweest, en
het is niet aan cle Turken te danken dat, Constanti-
.nopel, Saloniki en Smyrna groote centra van handel
en nijverheid zijn geworden, of liever tot voor enkele
jaren nog
waren.

Waar in het voormalige Turksche rijk welvaart
heerschte
cii
de wereidhandel een belangrijk arbeids-
veld kon vinden, was dat in hoofdzaak te danken
aan de rassen, die door de Turken onderworpen wa-ren: Grieken, Armeniërs, Joden, en dat eigenaardige
mengsel van velerlei rassen: de Levantijnen, over-

wegend van Italiaanschen oorsprong. Al die niet-Tur-
ken vormden niet eikan der den economischen rug.-
gegraat van het groote Turlcsche rjic, en daaraan al-
leen was het te danken – behalve natuurlijk ook
aan den naijver der mogendheden – dat Turkije
eeuwen lang den rang eener groote mogendheid heeft

kunnen bekleeden en zich nog tot op onze dagen, zij
het ook met kunst- en vliegwerk, heeft kunnen hand-
haven, al werd het grondgebied van den staat, alçloor
ingekort. Had niet een partij jeugdige heethoofden,
door het in practijk brengen van op Turkije aJler-
m:i.nst toepasselijke W’estersche theorie liet oude Sul-
tanaat nu 15 jaren geleden afgeschaft, en door een
con stitutioneele monarchie vervangen, de Turksche
Staat zou niet, zooals sedert dien tijd het geval is
geweest, het grootste deel van zijn gebied verloren
hebben, maar vermoedelijk gebleven zijn een soortvan
federatie van velerlei rassen en volkeren, dikwijls
autonoom onder een vrij gemakkelijk en gemakzuch-
tig oppertoezicht van uit Stamhoel.
Maar van een goclsdienst:ig en veelal in zichzelf

gekeerd ras, dat zijne nietMohamedaansche prtder-
danen en tal van vreemde, Westerhngen in het groote
rijk rustig voor zich liet arbeiden en geld liet ver-‘dienen, is het Turksche volk plotseling veranderd
in een nationalistisch-gestemde natie, geheel zooals liet daarvan in het Westen en i.n de afvallige Staten
de voorbeelden voor het grijpen had.

Het is nu niet meer de Koran, het is niet meer het
zwaard, waarop Turkije zich beroept. Dat zijn roman-
tische overleveringen uit het verledene. Turkije moet
zijn voor de Turken, Turkije moet een ,,moderne”

694

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

staat worden met eigen handel en nijverheid, de

Turksche taal moet in Turkije de eenige taal
zijn,

kortom Turkije wil een Westersche cultuurstaat wor-
den. Daarom moeten cle capitulaties worden afge-

schaft en de Europeanen en andere Ohritenen moe-

ten nu eens en voor altijd
begrijpen,
dat de Turken

niets minder zijn dan zij. Hoezeer men ook van uit een geheel onbevooroor-

deeld standpunt den ernstigen wil •der Turken moet

loven,- om hun volk tot beteren staat te verheffen, dringt zich toch de vraag op, of dit in vele opzich-

ten achtenswaardige volk wel een duidelijk begrip
heeft van de richting, *aarin de tegenwoordige lei-
ders te Angora het willen sturen, of althans dit voor-

geven. Men mag aannemen,, dat bij de groote meer-

derheid, die bestaat uit eerzamé landbouwers in

Klein-Azië, dat begrip jiiet dan uiterst vaag is, ter- –
wijl men van deze godde lieden niet kan verwachten,

dat zij zich de grenzenlooze ingewikkeldheid van een

modern staatsweze’n ook maar in de verte kunnen

vooistelien, noch ook kunnen
begrijpen,
dat om een

moderne, staatsmachine aan den gang te houden een

langdurige intel lectueele ontwikkeling vooraf moet
zijn gegaan, waardoor aldoor tienduizenden intens:ie-

ven geestelijken
arbeid moeten verrichten en er al-

door groote stroomen van geschoolde lieden gereed
moeten ziji om de opengevallen plaatsen aan te iul-

len.- Op dit alles zijn de Turken noch door hun aan-

leg noch door hun. verleden voorbereid, en daarom
‘is het zeer de vraag of het nationalistische fanatisme

van Angora
01)
den duur niet noodlottig kan wor-

den. Dit klemt te meer, omdat terwijl in het gewich-
tigste deel, van Turkije, ni. Klein-Azië, de Grieksche

en Armenische elementen de meerderheid van han-

del en
bedrijf
in handen hadden, deze twee rassen

in den allerlaatsten tijd uit Klein-Azië zijn verdre-

ven of het leven hebben verloren,
1)
iets dat voor Tur-

kije weinig minder dan economischen zelfmoord be-

teekeut.
Dat de leiders te Angora van de
impasse,
waarin

hun land door het plotselinge wegvallen dier uiterst

waardevolle volkselementen geraakt is, wel eenig be-
grip hebben, blijkt wei uit het verleenen van de druk

besproken Ohester-concessie. Maar ook hier, zooals
uit nadere bespreking zal blijken, hebben wij te doen

met een overdrjving en een geb:rek aan evenwicht
die kenmerkend zijn voor lieden, die over weinig
ervaring beschikken, en die in alle richtingen over-

drijven. Bovendin schijnt in den boezem van het
Turksche bewind o.neenigheid te heerschen. Anders
toch is -het moeilijk te verklaren, hoe het mogelijk
is, dat hetzelfde bestuur, hetweik aan Chester en de
zijnen op 30 April I.I. de zéér ver-strekkende conces-

sie van dien naam verleende, reeds den 15en Juni H. –
te Lausanne eene overeenkomst teekende, waarbij een
Turksche Elandél Maatschappij werd opgericht, aan –
welke de vertegenwoordiging werd verleend van cle iationale Turksche Compagnie voor het importeeren en exporteeren van goederen in het gebied door Au-
gora bestuurd. Eigenaardig voor de opvatting van
het werk en de plichten van volksvertegenwoordigers
is wel het feit, dat van dit monopolistische college
niet minder dan 115 Angorasche afgevaardigden lid –
zijn. Overigens schijnt de – Chester concessie reeds
door de Fransche regeer:ing te zijn aangevochten als
in strijd met de Franco-Tnrlcsche spoorweg- en ha-
ven-overeeiikomst’van 1014. Verder is de contrôle der
bestaande Anatolische spoorwegen den 15en Mei I.I.
in Britsche handen overgegaan: een Britsch syiidi-
gaat heeft de aandeelen der Banque des Chemins de
Fer d’Orient te Zurich opgekocht, die de ,,holding”
company der Anatolische spoorwegen was. Achter de
Britshe groep, die uit vijf leidende Londensche ban-

1)
Van
de 13 millioeh inwoners van Klein-Azië, Armenië
en Koerdistan waren ongeveer 7.000.000 Turksehe, 3 mii-
lioen andere Mohameclanen, ongeveer
1.150.000
Armeniërs,

ongeveer
1.500.000
Grieken en de overige ;,andere Christe-nen”, Europeanen en Joden.

Icen bestaat, wordt gezegd

de Anglo-Persian Oil

Oompany te staan (zooals bekend, is de meerderheid

der aandeelen in handen der Engelsche regeering)
die in Mosoul groote belangen heeft. De Anatolische

spoorwegen hebben natuurlijk veel geleden, en de
Britsche groep zal, naar bericht wordt, dadelijk on-

geveer £ 5.000.000 voor verbeteringen en herstel f our-

neeren van den spoorweg van Haidar Pasha naar Konia en vandaar naar Bagdad, welk laatste deel

voo:r meer daia de helft gereed was, toen de oorlog
uitbrak. Ook de Baghdad-spoorweg schijnt in con-

flict te zijn’ met de ‘Ohester concessie, vooral in de
‘buurt van Mosoul, zeer ten ongerievb van Amerika-

nen en Franschen.

Niet alleen echter mag men liet verleenen van meer

dan een concessie voor ongeveer dezelfde objecten
schuiven op bovengenoemd gebrek aan ervaring. Het
i.s te vreezen, en dat is veel erger, dat het den Turk-

schen leiders nog steeds ontbreekt aan die betrouw

baarheid, die voor het verkeer met Europa noodig is,
en aan die onkreukbaarheid, die een modernen staat

op den duur niet in
zijn
bewindvoerders ontberen

kan. Bestond er tijdens het Sultanaat reeds een over-
ou.d systeem van corruptie, men wist ten minste waar

– men aan toe was. Het was een systeém, met bepaalde –
gebruiken, die werkelijk iets respectahels hadden.

— Men wist hoeveel aan iedereen. toekwam ingevolge
,-oud gebruik. Ook w’aren er inderdaad
grenzen.
En

– bovendien was men zelcer, voor hetgeen men offerde,

iets te krijgen. Een corrupte autocratie is al erg ge–
noeg. Maar verander haar plotseling in een demo-
cratie, en zij wordt dadelijlc veel corrupter en veel

minder
doelmatig
dan het regime, dat
zij
ve:rvangt.
1-let is hetzelfde in Rusland (alleen nog erger).

W’ari’neer wij nu overgaan tot bespreking der Ches-

ter-concessies, dan doen wij zulks met alle mogelijke
reserves, ten eerste nopens oppositie en verwarring
in Turkije zelf, ten tweede nopens oppositie van an-
dere mogeudheden dan Amer:ika, ten derde .nopens
de nog niet beantwoorde vraag of cle geweldige som-

men, d.i.e voor de ten uitvoer legging der ‘concessie
noodig zijn, gefo’urneerd zuilen worden en ten slotte
uit hoofde van de verwarring, waarin de warhoofden
te Angora de zaken van hun land gebracht hebben.

Die besprelcing levert in ieder geval een gelegen-
heici op, om Anatolië, dat zeer helangrjlce gebied, het-
welk zoovele economische mogelijkheden oplevert,
mede aan de hand van bijgaand kaartje, :in dit tijd-

schrif t onder de aandacht de:r lezers të brengen.

* *
*

De Chester-concessie, verleend aan de
Ottonman-
American
Development C’ompany,
onder leiding van
den gepensionneerden Amerikaanschen schout-bij-
nacht Colhy
M.
Chester werd definitief goedgekeurd
door het Angora bewind op 10 April 1923 en een con-
ventie deshet:reffend werd den 30en April 11 door dien
Turkschen Minister van, Openbare Werken, door
Chester’s zoon A. T. Ohester en door K. E. Clayton
Kennedy (als vertegenwoordiger der Anerilcaansche
maatschappij) geteelcend.
De concessie, zooals reeds dadelijk uit het kaartje
duidelijk wordt, is van een zoo groote draagkracht,
-dat zij niet veel rni:nder- beteekent dan de overdracht
van een zeer groot deel, der nationale hulpbronn en
aan vreemdelingen. In dit opzicht vertoont zij veel
overeenkomst met de i?euter-concessie, die in 1812
door Perzië aan Baron de Reuter werd verleend en
die later onder den druk der openbare meening door
den Shah he:rroepe’n moest ‘wo:rdeu, geen aangenaam
precedent voor de heeren te Angora.
Zij verleent aan de Amer.ilcaansche Maatschappij voornoemd in een concessie die
99
jaren loopt o.a.
de volgende rechten:
1. De aanleg van 4385 kilometer spoorwegen in
Anatolië ten Oosten, ten Noord-Oosten en ten Zuid-
Oosten van Angora, in verbinding met het reeds be-
staande spoorwegnet van ongeveer gelijke lengte tot

8
Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

695

.-
a
L
SEt?
‘.ADRIAMO
0
TIFLI

____________//f
?’

,
.fc6rio

PAMO PM A
RIVAN

1
4

BRU
Z IL
/
ArlGOflA

$NG4•IR1

tIUR

KUtS
R1ERUM
1
CULRE1
HAWI5HMAÏI
MULTI

t’

AFuI, KaRAIMSAR
.

i
NAT

M’RNA
CAECRER
)

I1LIS


________
(
RUMNU
TATRIZ

ISARTA

5T’

KONIA
fJ
iD

MOsL
/•

ME9
rgrn’V.ep’Y

____
S

y
i::

1

A
RI(U

:

/

OAMA5CUS
AGD
AD

1-let schuin gearceerdt gedeelte om Mosoul vormt het gebied, hetwelk door Engeland als een deel van Mesopotamië wordt aangemerkt en waaromtrent de beslissing van den Volkenbond kan worden ingeroepen. Het afzonderlijke kaartje
links onder geeft vergroot de situatie weer van het havengebied van Yumurtalik aan de Middellandsche Zee.

aan de Perzische grens, en met aansluiting aan den
i3agdaclspoorweg.
Voor de spoorlijnen verwijzen wij naar de kaart.

liet recht tot de exploitatie van minerale hulp-
-bron tiert .i u een strook ter

breedte van 20 KM. aan
weei-szijcle van dcii spoorweg. (I-Ïiermede is dus een
oppervlakte gemoeid van niet minder dan 115.400
vierkante kilometers of ongeveer een derde van- cle
geheele oppervlakte van Klein-Azië!)

liet bouwen van een hoofdstad te Angora en
van 3 haveusteclen, wo. Yumurtalik en van zoovele
steden en dorpen als de concessionarissen wenschen,
ter vervanging van verwoeste plaatsen.
De exploitatie van de olievelcien van Erzeroem,
I3itlis en Van.
Wanneer men dé oppervlakte van Klein-Azië en
zijn bevolking vergelijkt niet die van Nederland, dan
is het moeilijk te gelooven, dat spoorwegen in eerst-
genoemd land voordeel kunnen opleveren. Klein-Azië heeft een oppervlakte van ongeveer 500.000
KM
2
. cii een bevolking van 10 millioen zielen, na de
evacuatie van Grieken -en Armeniërs, tegen Nederland ongeveer 30.000 KM
2
. en
1
miifloen zielen. In Tur-
kije dus een groot grondgebied, dun bevolkt, in Ne-
derland het omgekeerde. En ten onzeut leveren dé
spoorwegen niet eens winst op! Bovendien is Turkije,
en vooral Klein-Azië dood-arm, gedeeltelijk door oor-
log verwoest en met een geweldig gedeprecieërd
muntsysteern -en’ een bestuur dat vermoedelijk wei.-
nig deugt, al zijn de bedoelingen ook goed, althans
clie van sommigen. –
liet ,,bouwen van een hoofdstad” klinkt te zeer
als een diooni van weimeeneude Jong-Turken te
Angora om werkelijk ernstig te worden opgevat. Ook
is liet de vraag, hoe de Maatschappij op den. duur van
den bouw, na afschrijving etc. eenig belangrijk voor-
deel kan hebben, gezien dat zij ten eetien male van
cle genade der regeering te Anora afhangt, clie wel-
licht alleen door bedreiging met Amer:ikaansche oor-
iogsvioten – mocht zij ooit de verzenen tegen de
prikkelen slaan – tot rede zal kunnen worden ge-
bracht. Ongeveer even zonderling lijkt het bouwen
van steden en dorpen, gezien de nioeilijlcheclen, die
men in zulk een land met het incasseeren van huren
of pachten cii allerlei andere bijzonderheden dient te
verwachten.
Volgens berichten uit Amerika, die men alweder

met een zekere reserve zal moeten aanvaarden, zou-
den met den -bouw der spoorwegen, steden etc. be-
dragen van 200 â 300 millioen dollars zijn gemoeid en
wordt de waarde der minerale rijkdommen op 10 mii-
1 iard dollars geschat.

Op welke – positieve gegevens deze schatting be-
rust, is onbekend. Maar liet heeft er veel vân alsof
het geweldige cijfer erop is berekend op het geldbe-
leggencl publiek in Amerika indruk te maken. Zoo
worden cle olievelden van Erzeroem, Bitlis en Van
geschat, milliarcien vaten olie te bevatten en de
Arghana kopermijnen een paar honderd milli oen ton-

nen koper. Onder de te exploiteeren delfstoffen, die
in d-e strook langs de te bouwen spoorwegen worden aangetroffen worden genoemd o.a.: koper, goud, pla-
tina, zilvej, lood, zink, tin, kwikzilver, kobalt, man-
gaan, nikkel, antimonium, zout, kolen en ijzer.
(slot volgt).

H. DuNLoP.

BIJITENLANDSCHE, MEDEWERKING.

DE STRIJD OVER HET BANKDISCONTO.

Dr. T. E. Oregory te Londen
schrijft
ons:

Sinds het bankdisconto tot 4 püt. verhoogd werd
is
bij
voortduring fel gediscussieerd over de juistheid
dezer verandering.. Dank zij de gelukkige omstandig-
heid, dat de voornaamste tegenstander van de politiek
der Bank. of England Mr. J. M. Keynes is, wordt
de strijd niet alleen met kracht, doch ook met vernuft
gevoerd. Om te begrijpen hoe het komt, dat Mr. Keynes
een zoo leidende rol speelt in de onderhavige discussie,
dient vermeld te worden, dat onlangs het weekblad –
,,The Nation” van eigenaar wisselde en het beher
overging naar een nieuwe maatschappij, waarvan
Mr. Keynes president-commissaris is, terwijl in, den
Board of Directors thans ook Mr. W. T. Layton, de
redacteur van ,,The Economist”, zitting heeft: De
nieuwe redacteur van ,,The Nation’ is Mr. D. H.
Henderson, vroeger docent in de
1
economie aan de
universiteit va Cambridge. De nieuwe cit3-redacteur
is Mr. Keynes zelf. De ,,Nation’? wordt derhalve
thans in economisch opzicht beheerscht door de
Cambridge-richting, en deze oefent, gelijk waar-
schijnlijk bekend is, door haar connecties met de
City op het openbare leven een invloed uit, buiten
evenredigheid tot het aantal harer aanhangers.’

696

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

Wat zijn nu de beginselen op geld- en bank-
•gebied, welke deze richting aanhangt? Hier moet

onderscheid gemaakt worden tusscheu haar politiek

en de beginselen, waarop deze is gebaseerd. De
Üambridge-richting heeft het bijzondere gezichtspunt

t.o.v. de prijsvorming uitgewerkt, dat in het scheppen

van crediet door de banken de oorzaak ziet van
prijsveranderingen. Nu draait het Britsche bank-

stelsel om de. kasmiddelen van de ,Toint Stock Banks

en deze kasmiddelen nemen in hoofdzaak den vorm

aan van saldi bij de Bank of England. De ,,other

deposits” worden gevoed, doordat de Bank crèdieten

opent aan de Britsche Regeering in den vorm van

,,Ways and Means Advances”, welke credieten uit-

eindelijk in handen van de markt komen en aldus

de saldi der Joint Stock Bancks bij de Bank of

England vergrooten. De Joint Stock Banks voeren

echter
hun
crediet-verleenings-politiek op de basis

van hun eigen saldi bij de Bank. Aangezien
zij
te

allen
tijde
een kaspercentage van ongeveer 10
?t
15 pCt.
venschen aan te houden, zullen dus hun voorschotten

stijgen en dalen met den omvang van hun saldi bij

de Bank of England. Vandaar, dat de oorzaak van

een daling van hun kas gezocht wordt in een zekeren

tegenzin van de Bank of England om voorschotten

te verstrekken, d.w.z. crediet te verschaffen en deze

tegenzin om te leenen – deze crediet-deflatie –
ontvangt nu steun van een verhooging van het bank-

disconto, aangezien deze de kosten van geldieenen
doet toenemen en de geldnemers dus tot beperking

dwingt.

De vraag wordt natuurlijk gesteld, welke rol de
biljetten-uitgifte
bij
dit alles speelt. Hierop ant-

woordt de Cambridge-richting, dat deze een geheel

en al ondergeschikte is. De omvang van het door de
banken – de Bank of England inbegrepen – ge-
schapen crediet beheerscht die van de biljetteneircu-
latie en niet omgekeerd en daarom het vermogen der

banken, om voorschotten te verstrekken. Bankbiljetten
zijn slechts benoodigd voor kleine betalingen, terwijl

de omvang der, door de gemeenschap benutte betaal-

middelen een functie is van het
prijsniveau,
dat op

zijn beurt weder afhangt van den omvang der bank-
credieten, waarin slechts de meerdere of mindere ge-

neigdheid der bnken om voorschotten te verstrekken
tot uiting komt. Derhalve nemen de deposito’s niet

toe, omdat de. papiergeld-circulatie en dientengevolge’
het geldinkomen der gemeenschap is gestegen, integen-
deel, de papiergeld-circulatie neemt toe, omdat de
deposito’s een
stijging
vertoonen en de deposito’s
stijgen, wanneer de voorschotten toenemen en op het

gebied van deze laatste
zijn
de banken autonoom.

Deze theorie wordt natuurlijk .door vele economen
aangehangen, die niet zelf behooren tot de zgn. Oam-
bridge-richting. Overigens is
zij
geenszins de opvat-
ting van alle economen ‘en Prof. Cannan uit Londen
heeft haar onlangs becritiseerd, doch zelfs indien
men niet gelooft, dat de banken het vermogen hebben

crediet te scheppen, zelfs indien men aanneemt, dat
al hetgeen de banken kunnen doen is uitlèenen wat
aan hen geleend is, – welk laatste dan in hoofd-

zaak afhangt van het geldinkomen der gemeenschap
– dan is het toch nog
mogelijk
staande te houden,
dat cle
prijzen
door de meerdere of mindere geneigd-
heid uit te leenen wat er uit te leenen valt, beïn-

vloed worden. Doch het is
duidelijk,
dat voor hen,
die de stelling dat ,,loans make deposits and banks
make the loans” in haar vollen omvang onderschrij-
ven, eeii stijging van het bankdisconto een zeer em-

stige zaak’ is, aangezien dit (Ie directe regulator is –
van het geheele prijsregelende mechanisme i).
De practische politiek, welke deze ‘richting voor-
staat, is die der prijsstabilisatie. Noodig is noch

1)
Diegenen mijner lezers, welke vertrouwd zijn met de
geschiedenis van het Engelsche muntwezen, zullen in dezen
theoretischen strijd de gedachtenwisseling over banking
of
currency principle terugvinden.

stijging, noch daling, der .prijzen,..welke slechts sta-
biel behooren te
zijn.
“Dientengevolge behoort het
crediet-mechanisme vrijelijk te werkii, ‘wanneer het
prijsniveau teekenen van daling vertoont, d.w. z. het

bankdisconto moet dan omlaag, voorschotten, d’epo-

sito’s en dientengevolge de biljettencirculatie zullen
stijgen en de
prijzen
volgen eveneens.
Stijgen
de
prijzen, dan behoort het disconto omhoog te gaan

en dooi’ middél van crediet-defiatie de prijzen omlaag
te drukken.

T’ee practische kwesties van groot belang doen zich hier
tegelijk
voor, resp. welke houding aan,

te nemen t. o. v. de huitenlandsche wisselkoersen en
ten aanzien van het herstel van den gouden standaard.

Wat de eerste aangaat,
stijging
of daling der
prijzen in een bepaald land, welke niet vergezeld

gaat van een gelijke wijziging elders, zal natuurlijk
de koopkracht- pariteit veranderen. Anderzijds sta-

biliteit als ideaal toestand aanvaardende, zullen,
wanneer andere landen defleeren, de wisselkoersen

ongunstig worden en, indien deze inflatie vertoonen,

gunstig. Stabiliteit van het binnenlandsch prijs-

niveau is echter van meer belang dan stabiliteit in

de wisselkoersen en destemeer is dit het geval, wan-

neer storingen in de wisselkoersen niet gepaard gaan
met bewegingen ‘in de verschillende prijsniveaux,,

maar met seizoenbewegingen. Dan is het de plicht

der centrale bank, betoogt Mr. Keynes, een politiek

te volgen van opnemen van voorschotten buitenslands,

exporteeren van goud e.d., maar niet eene van

disconto-verhooging, welke ”ehéel nutteloos het bin-
nenlandsch
prijsniveau
zal verstoren. Wanneer der-
halve stabiliteit hoofdzaak is, is van terugkeer tot

den gouden standaard van voor den oorlog, indien

daarmede een actieve deflatie-politiek gepaard gaat,
vanzelfsprekend geen sprake. Alleen kan deze terug-
keer worden voorgestaan, indien zij gepaard kan

gaan met gelijkblijvende
prijzen
en dit wil niet
anders zeggen, dan dat men er niet op tegen heeft,

dat het herstel tot stand komt door voortgaande
stijging der Amei’ikaansche
prijzen.
Mochten ander-

zijds deze dalen en wel sterker dan onze eigen, zoodat
de waarde -van het pond, in dollars uitgedrukt, daalt,
dan moet aan
prijs-stabiliteit
de voorkeur worden
gegeven boven wisselkoers-stabiliteit.

Ik geloof, dat ik hiermede Mr. Keynes’ geld-

theorie zonder hem tekort te doen heb weergegeven. Het is o.m. duidelijk, dat zij zich stelt zoowel tegen-
over het Ounliffe-rapport als tegenover een terugkeer
tot den gouden standaard. De politiek van het Oun-
life-rapport toch is onmogelijk zonder eenige deflatie

en haar resultaat, de gouden standaard, zal, omdat
daarmede hervatting van de vrije aanmaak van
gouden munt gepaard gaat, een nieuw gevaar ople-
veren voor de standvastigheid der
prijzen
en de
bankautoriteiten van die volledige iontrôle over het
prijsniveau berooven, welke zij bij een papieren
standaard volgens Mm. Keynes bezitten.

Gevraagd dient thans te worden, wat de officieele
politiek is der Bmitsche Regeering. Twee dagen voor

het bankdisconto verhoogd werd stelde Mr. Hilton
Voung
bij
de tweede lezing van de Oonsolidated Fund
Bill het vraagstuk der geldpolitiek aan de orde, met
nadruk pleitende voor wat
hij
noemde een politiek
van ,,non-flation”. The Prime Minister bepleitte sta-
biliteit en daarmede was de zaak afgeloopen. Doch
hierbuiten hebben
wij
in den laatsten
tijd
geenerlei
officieele uiting ten aanzien der geidpolitiek. Wat de currency-notes circulatie betreft, de omvang hiervan
wordt nog beheerscht door het beginsel, dat de fidu-
ciaire circulatie in ieder jaar het maximum, dat zij
het vorig jaar bereikte, niet mag ovemschmjden4 Nu
is het een feit, dat in de laatste maanden
zij,
die de
publicaties over de currency-notes-circulatie’ met
aandacht gevolgd hebben, gewezen hebben op het feit,
dat de wekelijksche fluctuaties in zekeren omvang
van die van vorige jaren afwijken, m.a.w. dat er een

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

697

zekere nëiging tot stijging aanwezig is. Dit kan vrij

gemakkelijk worden uitgelegd als één van de gevol-
gen van den ietwat beteren toestand in het bedrijfs-

leven en behoeft geen achterdocht te wekken ten

aanzien van een eventueele wijziging in de financieele

politiek. Ook oefent de Regeering in geenerlei op-
zicht druk uit op de Bank of Engeland. Onmiddellijk
nadat het disconto verhoogd was werd zij hierover
ondervraagd en verklaarde, dat de Bank ten aanzien
van het disconto geheel onafhankelijk was.

Wat is nu de houding van het bedrijfsleven en de

financieele wereld ten aanzien van deze kwesties? Het
bedrijfsleven, voor zoover het althans zijn meening

doet kennen door de Federation of British Industries

is voor goedkoop geld. Gegeven, dat er nog ruim 1
millioen werkloozen zijn, gegeven voorts de hooge

belastingen en de verwarrende wereldsituatie is dit
volstrekt begrijpelijk. Kort voor de jongste verhooging

van het disconto had de Federation of British In-
dustries aangedrongen op een nieuw onderzoek naar

de eldpolitiek en sinds de verhooging tot stand is
gekomen heeft
zij
haar eisch hernieuwd. De City
verkeert, naar Mr. Keynes zeer juist opmerkt, in een

staat van verstandelijke onzekerheid. Eenerzijds gaat
het prestige van het pond sterling haar zeer ter harte
en is
zij
niet geneigd voor het heden de hoop op terug-
keer tot den gouden standaard op te geven en toch

wil zij er anderzijds voor waken, dat niets gebeurt,

dat de menschen van de wijs brengt en het heer-
schende pessimisme vergroot.

Er zijn natuurlijk lieden, die het risico van verdere
ontwrichting willen loopen, ten einde naar de voor-

oorlogsche pariteit tusschen pond en goud te kunnen
terugkeeren. Deze richting gaat uit van de over-

tuiging dat een ,,managed currency” niet wenscheljk
is en dat het disagio van het pond in goud zoo
gering is, dat het met betrekkelijk geringe inspanning

op pariteit gebracht kan worden. In ieder geval is
deze richting ongeneigd het dollar-agio nog te laten

toenemen en derhalve is zij voor deflatie in zoo-

danigen omvang, dat de dollarkoers stabiel blijft,
ofschoon zij tot voor kort nog van meening was,
dat de hoog-conjunctuur in de Vereenigde Staten
het pond in staat zou stellen zonder veel moeite de
dollarpariteit te bereiken. Tot eind Maart hebben de

feiten deze opvatting gerechtvaardigd. De Amen-
kaansche wisselkoers, die $ 4.30 per pond in Sep-
tember ji. bereikte (maandelijksch gemiddelde), steeg
in de volgende maanden als volgt:

Oct. 1922 4.44

Jan. 1923 4.6534
Nov.

4.47

Feb.

4.69
Dec.

4.62

Maart

4.6934

Daarna daalde zij weder tot 4.56 in de 7 Juli
eindigende week. Er bestaat niet de geringste twijfel,
dat het het vraagstuk van de Amerikaansche wissel-

koers is, dat de Bank tot handelen bracht. Daarom

zijn de oorzaken van deze daling de werkelijk vitale
kwesties. Was deze daling een zuiver tijdelijk ver-

schijnsel, gevolg van seizoenbewegingen of handels-
transacties, of moet zij worden toegeschreven aan
dieper wortelende factoren, die een drastisch ingrijpen
vereischten? Het antwoord op deze vraag zal de

kwestie, of de Bank goed of niet goed deed, nog niet uit de wereld helpen, doch in ieder geval zal
het de bankpolitiek verklaarbaar maken. Deze maakt

dus een onderzoek naar de relatieve prijsbewegingen
en nog meer naar de relatieve geldmarktverschijnselen
in de twee landen noodzakelijk.

Op één punt dient hier reeds geenerlei onduide-
lijkheid gelaten te worden. De stijging van het dis-
conto kwam zeker niet zonder waarschuwing. Op
Maandag 18 Juli hield Prof. Cassel uit Stockholm
hier een voordracht, waarin hij wees
0
1) de daling
der wisselkoers als een teeken, dat het bankdisconto
te laag was, of beter gezegd, dat de Britsche prijzen
te hoog waren in vergelijking tot de Amerikaansche.

Op dat tijdstip besprak men in de City reeds de

mogelijkheid van een stijging van het disconto. Niet
natuurlijk omdat een econoom een verandering had

aangeraden, doch omdat men het gevoel had, dat

het pond te veel naar beneden kwam. Derhalve werd
op prof. Oassell’s voordracht veel commentaar ge-

leverd. Men kan niet veel anders zeggen, dan dat

de wijziging eenige weken kwam voordat zij werd
verwacht, en dat zij het dus niet was, doch haar

datum, welke het wezenlijk punt van besprekingen

uitmaakte. De markt- en prijstoestanden zal ik de
volgende maal bespreken.

T. E. GRECORY.
(Slot roigt).

AANTEEKENINGEN.

Reichsmark en Assignaten. –
In 1914 kon
nog van de Assignatenwirtschaft geschreven wor-

den: ,,Der Satz, dasz hei willkürlicher Vermehrung
der Zahlungsmittel die Warenpreise steigen müs-
sen, bewahrheitete sich in Dimensionen, die in

der Geschichtserziihlung m iirchenhaft erscheinen

i Sindsdien is dit wel zeer veranderd en het loont de

moeite in enkele zeer groote trekken het verloop van

de huidige inflatie in Duitschiand met die uit de
jaren 1789-1796 te vergelijken.

Om te beginnen vinden hier dan plaats eenige
historische bijzonderheden uit genoemde periode.

In den zomer van 1789 was de Fransche Staat niet

meer in staat zijn verplichtingen in hard geld te
voldoen. Groote voorschotten aan de regeening maak-
ten zulks evenzeer aan de Caisse d’Escompte, de
voorloopster van de Banque de France, onmogelijk.

Deze ging over tot het emitteeren van biljetten, die
reeds in Augustus 1789 een disagio van 2 pCt. deden.

Het dalend vertrouwen in dit papier deed nar andere middelen tot dekking der tekorten van de staatshuis-
houding omzien en besloten werd, de geconfiskeercie

goederen van de kerk en de emigranten niet slechts,
gelijk aanvankelijk de bedoeling was, tot schulddelging,
doch ook tot dekking van de loopende Staatsuit-

gaven aan te wenden, door op de opbrengst, die men
bij verkoop ervan verwachtte, door papiergelduitgiften
te anticipeeren.

Vanaf December 1790 werden derhalve ,,anticipatie-

biljetten” uitgegeven, waaraan men den naam van

,,assignaten” gaf, die 5 pOt. rente droegen en in
stukken van 10.000 Livres luidden en een hypothe-

caire vordering op de ,,domaines nationaux” verte-
genwoordigden. Ze zouden door den Staat in betaling
worden genomen en naarmate de nationale eigen-

dommen verkocht werden, uiterlijk in 1795, worden
ingetrokken en verbrand. Aanvankelijk werd voor

170 millioen Livres geëmitteerd, die de Caisse d’Es-compte overnam tegen een voorschot aan den Staat. De assignaten, die al spoedig ook in bedragen van

1000, 300 en 200 Livres (3 pOt. rentende) werden uitgegeven en daardoor meer en meer het karakter

van geld kregen, werden aanvankelijk door velen met
ingenomenheid begroet, daar men er een ophouden
van de geldschaarschte van verwachtte, die het gevolg
was van de revolutionnaire woelingen.
De beslissende stap naar den afgrond werd gedaan

in het decreet van 2 September 1790. De Minister
van Financiën, Necker, leed de nederlaag tegenover Mirabeau, die voorstelde het deficit door niet rente-dragende assignaten te dekken, waarvan voorloopig

1.9 milliard zou worden uitgegeven. Op de reeds
uitgegeven 3 pOt. rentende biljetten zou voortaan
geen rente meer vergoed worden. De coupures wer-
den steeds kleiner en ten slotte ging men over tot
het drukken van biljetten van 5 Livres, en zelfs van
50, 25 en 10 Sous.

Het disagio steeg voortdurend en in April 1793

werd iedere betaling in metaalgeld, dat naast het
papier in circulatie was gebleven, verboden, een ver-
bod, dat eerst in April 1795 na den val van Robes-
pierre werd opgeheven. Het spreekt wel vanzelf, dat

1)
Jastrow, Geld und Kredit,
1914 p. 55.

Pa-
Goud- pier-
livre
livre
in in
0
/0
papier v d
livre
goud!.

Datum
31 Aug. 1789
29

Dec…..
25 Mei

1790
25 Dec. 1790
29 Jan. 1791
9.12
1,00
28 Juni
1.151
1,26
27

Dec…..
31

Jan. 1792
29 Juni
1.972
.
2,16
30 Nov…..
2.826 3,10
29 Jan. 1793
28 Juni
3.776
4,14
8

Oct…..
12 Jan. 1794
5.891
6,46
9 Juni 1794
6.082
6,67
6.618
7,26

7.229 7.93

8.327 9,13

12.338 13,53
17.879 19,60

27.565 30,22

36.672 40,21

34.509 37,84
45.579 49,89

28 Nov…..
30 Dec.

24 Febr. 1795
26 Mrt…..

23 Apr…..
15 Mei .
10 Juni

16 Juli
15 Aug…..
15 Sept –

15 Oct…..
15 Nov…..
15 Dec…..

1,5 Jati. 1796
15 Febr…..
15’Mrt.

15 Apr…..
15 Mei
25 Mei
3 Juni.
5Juni….

1.02 98.4
1.05 956
1.06 94.1
1.09 92.0
1.09 91.6,

1.17 85.7

1.47 68.0

1
. 581 63.2
1.67! 60.-

1.451 69.-

1.83 54.8
3. –

33.3

3.38 29.6
247 405

3.331 30.

4:08 24.5

5.

20.-

5.71

17.5
8.33 12.–

10.08

9.92 15. –

6.67

28.75

3.48

.3 1.25

3.20

36.17

2.76

.47.71

2.10

65.-

3.54

129.-

078

170.8

0.59

211.2

0.47
275.4 , 0.36

295.8

0.34

247.9

0.40

345.8

0.29
500.- 0.20

635.6

0.16

7*47.9

0.13

698

ECONOMISCH-STATfSTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

de vân het verbod verwachte vermeerdering van ver- die weigerden assignaten te ontvangen en td betalèn,

trouwen in de assignaten niet intrad.

anders dan tegen de volle waarde. De uitwerking

Op
den eersten Augustus van hetzelfde jaar volgde – hiervan was ook nihil en nadat een plan om met

een decreet, waarbij zij met straf .bedreigd werden, de opbrengst van geforceerden verkoop van domein-

Reichsrnark

Circulatie

1

(Baukbi)jetteu)

Wear(le

Goudmark in
Papierm.in°/o
papiermarken
van goud m.

op
grond
OP
op
grond
OP
in mil-
begin-
stand
lioenen
=
1
v. t
grond
.
grond
Zwits
v.d.
Dollar
Zvits. V.

d.
Dollar

Franc
Frarc

Assi
g
naten

Circulatie

1

Waarde

1

in
1
milli- bein
Datum

1

stand
loeneni =1
ILivresl

Datum

Ii

2.909
11

1,00

1.01

1.- 99.30 IUU.

4.491

1,54

5.046

1,73

5.624

1,93

5.840

2,01

6.158

2,12

6.918

2,38

6.988

2,40

7.241

2,49

7.370

2,53

8.055

2.77

8.616

2,96

8.699

2,99

10.205

3,51

11.468

3,94

11.978

4,12

12510

4,30

15.334

5,27
16.959
1
)

5,83

22.192

7,63

25.490

8,76

29.968

10,30

29.784

10,24

35.698

12,27

45 170

15,53

53.975

18,55

61.735

21,22

68.805

23,65

69.417

23,86

75.321

25,89

86.384

29,70

113.639

39,06

115.376

39,66

120.026

41,26

130.671

44,92

140.420

4827

151.949

52,23

169.212

58,17

189.795

65,24

238.147

82,21
316.870 108,93
374.506 128,74
469.457 161,38
517.036) 177,74

582.105 200,30

643.750e) 221,30
754.086 259,23
846.894 291,13
970.202 333,52, 1136.910 390,83 1280.095 440,05 1336.501 459,47
1654.574′ 568,78

2252.963 774,48 3123.540 1083,8
387 1.256 1330,8

4955.635 1703,3 5624.113 1933,4
6096.053 2095,6 6723.103 2311,2
7586.646 2607,0
9309.566 3200,3

November.
3)
7

1.06 1.03
93.96
97.17
1.08 1.09
92.75
“92.06
1.12
1.16
89.28
86.02
1.13 1.18
88.61
84.64
1.13
1.16
88.74
86.38
3

Juni 1791

1.25
1.25
79.99
79.96

1.33
1.31
75.17 76.60
1

Oct.

1791

1.29
1.24
77.48
80.96
1.34
1.31
74.84
76.46
1.46 1.32
68.54
66.00

1.56 1.52
64.19
‘75.91
22Sept..1792
1.82
1.68
55.49 59.54

3.91
1.74
52.49 57.58
1 Jan.

1793

1 44
3.21
70.39 82.47

1.44
1.21
68.93
82.96
1.79
1.57
55.89
63.70
1 Aug

1793

1.83
1.61
54.68
63.19

1.82
1.75
55.08
57.11

2.06
1.91
48.60
52.47
1 Me

1794

2.71 2.51 36.8.6
38.51
2.90 3.04
34.43 32.85
1

Juli

5.25
5.52
19.04
18.13
1 October

10.83
11.55
9.23

8.66

15.53 17.13
6.44
5.83

8.62
‘9.17
11.60 10.90
1

Jan.

1795

12.16
11.80
8.22
8.48

13.72
17.48
7.29
,

5.72

1342
14.88
7.45
6.72
1

April..

15.63
17.90
6.40
.
5.58

25.20
27.51
3.97 3.63

44.89 43.83
2.23
2.28
1

Juli

48.41
47.92
2.07

2.09

55.36
54.19
1.81
1.85

69.75
72.66
1.43
1.38
68.59
67.41
1.46 1.48
1

Oct.

65.67
65.99
1.52 1.52

85.14
89.21 1.34 1.12

150.6
159.6
0.66
.

0.63

425.7
410.9
0.23 0.24
1 Jan.

1796

374.1
393.1 0.27
0.25

617.3
649.1
0.16
‘0.15

1028.8
1072.1
0.097
10.093
1543.2
1530.5
0.065
0.065
1

April..

1763.7
1828.3
.
0.057
0.054

1763.7
1790.2
0.057
0.056

1763.7
1584.4
0057
0.064
1763.7
1721.1
0.057
:0.058
2057.6
18223
0.048 50.055
1914.1
1929.5
0.052 0.052
1

Juli

1796

1815.5 1828.3
0.055
Ç0.055
7 Sept

1582.8 1649.6
0064
0.061
1679.7
1754.5
0.060
0.057

1975.3
2033.6
0.051
0.049
4748.4 4764.3
0.0211
0.0210
11224.0
11673.0
0.0089
0.0086

8818.4
8718.6 0.0113
0.0117

5165.6 5407.5
00194
0.0185

4841.5
4925.1
0.0207
0.0203
4785.2
4966.9
0.0209
0.0201

4851.0 4978.8 0.0206
0.0201

4748.4
5021.6
0.0211
00199

7054.7
5955.4 0.0142 0.0168

5879.0
6550.9
0.0170
0.0153

8230.6
8968.7
00122
0.0114
12346.0
13221.0
0.0081
0.0076
17637.0 18937.9
0.0057
0.0052

November.
4)
23
November.

27 Juli 1914
Einde van:

September ……
December………
Maait 1915 ……
Juni………….
September ……
December…….
Maart, 1916……
Juni……….
September …..
December ……
Maart 1917……
Juni
September ……
December ……..
Maart 1918……
Juni …………
Sept ember…….
11 November .
December.
……..
Maart 1919 ……
Juni……….
September
December ………
&Iaart 1920……
Juni …………
September ……
December……..
Maart 1921 ……
Juni…………
September
December ……..
Januari 1922
Februari ……..
Maart ……….
April………..
Mei …………
Juni………….
Juli …………
Augustus …….. September ……
14 October ……
31

,,
6 November
10 15
20
25
30
7 December
14.,,
23

,, …..

6 Januari 1923..
23′
31′
Februari

2
3

,,.
7 Maart
to’

23
.
,,…,
.
7 April
18
23
7Mei
23
7 Juni

1)
31 Mei.
2)
7

S Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

699

goederen de circulatie te vermindereu
gestrand was, ging de Staat er zelf toe

over het disagio der assignaten te er-
kennen, daar hij hen anders tegen de

volle waarde in ontvangst nam, doch

bij zijn aankoopen de waardedaling in

steeds stijgende prijzen bespeurde.

Gemeend werd, dat de omvang der
circulatie een objectieven maatstaf

voor de depreciatie bood en men op de
0
ontwikkeling der betalingsbalans geen
acht behoefde te slaan. Derhalve werd

bepaald, dat degeen, die bij een cii-

culatie van 2 milliard Livres, welke

als normaal werd beschouwd, 100 Livres

schuld had, bij 2500 millioenen circu-

latie 125 Livres zou terug betalen, bij
een omloop van 3500 millioen 175 livres
en verder Y4 pOt. meer voor iedere
nieuwe 5 millioen stijging en evenveel

minder bij daling. Deze bepalingen zou-

den aanvankelijk slechts voor betalin-
gen aan den Staat en voor pachten gel-
den. Zij bleken echter ondoorvoerbaar.

De overheid ging op den ingeslagen
weg voort en nam voortaan de assig-
.naten slechts in betaling aan met in-

achtneming van het goudagio. Bij de
gedwongen leening van 1795/1796 wer-
den ze tot een honderdste van hun
oorspronkelijke waarde geaccepteerd,
terwijl twee derde van het bedrag de
deelneming in hard geld moest worden
voldaan.

Bepaald werd voorts,

dat

schuld-
eischers betaling in assignaten konden
weigeren. Het behoeft derhalve geen
verwondering te baren, dat de waarde
van het papiergeld hoe langer zoo snel-
ler daalde.

op
23 December 1795 kondigde het
Directoire

de vernietiging der assig-
natenpers aan, welk voornemen den

19′ Februari 1796 op plechtige wijze
werd uitgevoerd. Tegelijkertijd werd
echter nieuw papiergeld in circulatie
gebracht, ni. de Mandats Territoriaux,
waarvan voorloopig 2400 millioen frs.
zou worden uitgegeven. Evenals de as-

signaten zouden ook zij worden inge-
trokken, naarmate de verkoop der

Staatsgoederen voortschreed. Zij ver-
schilden echter va deze eerste, in
zooverre bepaalde goederen als hun

dekking werden aangewezen. be assig-
naten konden in deze mandats tegen

den koers van 3Y2 pOt., bij een notee-
ring van den dag van 1 pOt., worden
ingewisseld. Wat na 1 Juli 1976 niet
was ingewisseld zou zijn geldigheid
verliezen.

De hervorming mislukte geheel
;
ook

de wisselkoers steeg niet. HetDirectoire

gaf zijn pogingen op, het aanvankelijk

verboden afsluiten van contracten in

hard geld werd weer toegestaan en de

1-
staat nam de mandats, gelijk hij met

de assignaten gedaan had, ook slechts
tegen den koers van den dag aan. De

eenige rol van het papier werd lang-

zamerhand die van speculatieobject.

Reeds in 1795 was de aanmaak van

hard geld weder ter hand genomen.

Als nieuwe eenheid werd 15 Augustus

1795 de Franc ingevoerd, gelijk gesteld

aan 1 Livre goud, en als zilvermunt in

de circulatie verschijnend. Officieelstaat

vast’), dat in den herfst van 1796 op
de markten bijna uitsluitend in zilver-
geldwerd betaald. Langzamerhand ging

ook de staat weder tot betaling in hard

geld over. Het overgangstijdperk

duurde verscheiden jaren, waarin de
assignate.n en mandats geheel verdwe-

nen.

We zien dus, dat toentertijd papier-
en metaalgeld naast elkander bleven circuleeren, terwijl het tweede thans

geheel uit de circulatie is verdwenen
met het gevolg, dat men vel schijnt te
mogen aannemen, dat het overgroote
deel der Duitsche bevolking langen
td zich van de daling van zijn wer-
kelijk inkomen veel minder rekenschap

heeft gegeven, dan zulks bijna ander-
halve eeuw geleden, met het goudagio
voortdurend voor oogen, in Frankrijk
het geval was.
Intusschen maakt men zich ook in

Duitschland, gelijk bekend, reeds sinds
geruimen tijd hij zijn berekeningen

meer en meer los van het landsgeld.
Het eerst natuurlijk de exportindustrie,
vervolgens in de binnenlandsche nijver-
heid
;
thans ook de arbeiders met hun
eisch van index- of goudloon. Het lijdt
geen twijfel, dat, mocht deze beweging
zich in grooten omvang voortzetten en
dus een particulier muntwezen naast
het wettelijke ontstaan, dit laatste in
steeds sneller tempo zijn beteekenis zal

verliezen en de staat a.h.v. in de lucht
zal komen te hangen,
2)
tenzij hij er
slaagt zijn huishouding weer op orde
___________

Aldus

])r.

Singer

in

de

bij

de

tei’
gelegen1eid

van

den

5den

Aligerneinen
Deutschen Bankiertag verschenen Sonder-
beilage bij het Bank-Archiv van 25 October
1920.

Verg. een art.

in

de Frkf. Ztg.

van
17
Juni ji., Erstes

M orgenblatt.

L
2040
2020 2000
1980
10
1940
1920
oo
1880
1860
1840
1820
1800
1780
1760
1740
IflO
100
1680
1660
640
1620 1600
1580 1560
1540
1520
1500
1480 1460
1440
420
1400
1380
360
1340 1320
300
280
1260
1240
220
200
80
1160
1140
1120
1100
080
1060
1040
1020
1000
980
960
940
920

880
860
840
820 800
780
760
740
720
700
680
620
éx

580
560
540 520

480
460
440
420 400
380
360
340


– –

:

– –

1
iii
ii
T
1111
1

– –

1
1
1

– –

:

– –

:

__

:
c

– –

:
ii ii

– –

:

: :
– –
_

: :
:
:
– –

: :
:



:
:
t



:
– –

:
:

:
ii

:
:
– –

:
– –

:



_

.

:
T
:

:
:
.

i

-‘

4





-,
1









Cl
0
320′
3oo
1
2801
1
2601
.240
1
1

220
200i
1801
160
40 1
1
1201
100 1
801
601

__
__
‘1:1!-
u,
r.
1

JAAPTALLEN
__

_____________________

BEIIOORENDE

__
_________
_________
___________
II

‘CD
II
1

2
1

l

II

VERKLARING:

________
RElCHSMAPK(C.AT

(BEGINSTAN D:1)
d6OUDMARK IN PAPIEPMARKEN
ASSIGNATN ICIPCULATIE(BEGINSTAND:1)
tIGOUDIIVRE IN PAPIEPLIVRE

1

1

1

_______________________
I
11111,

:tIt
T
I
T
JLLJj
_____________________________________
________________________________________________________
juli
________________________
II/II1
ii?Ii,
‘1
1111

r,,iHHHH

______ _________

vuil1
1111H’
1

1

.-
________________________________ ___________

I_1_
j

_________________
z

u

j ‘-

iac
üJ

OZ-j

co

0

401
201
_j

Q,

700

ECONOMISCH-STATfSTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

te stellen, waarbij hij dan langzamerhand, gelijk

Frankrijk in 1795/96 en volgende jaren tot de nieuwe

munt kan overgaan. In eerstgenoemd geval toch zal
de biljettenpers,
het
middel, dat hem thans in staat
stelt zijn functies te vervullen, haar heteekenis ver- –

liezen.

Wordt het zoo juist genoemde verschilpunt van’

steeds minder beteekenis, de overeenkomst springt

in het oog ten aanzien van het punt, dat in beide,

gevallen de overheid, buiten staat een ordelijke huis-

houding te scheppen, de groote infiator is.

Dan treft de
gelijkenis
tusschen de rol van de

dekking toen en nu. In beide gevallen staat tegen-

over het biljet een collectiviteit, toen de domaines

nationaux, thans, na het opheffen van den inwissel-

plicht, de goudschat. Het verband tussehen papier

en dekking is hiermede verbroken en de waarde van
het papiergeld wordt door andere oorzaken bepaald,
met de
mogelijkheid
van de grilligste schommelingen
b.v. in verband met de krijgskans. Uit den jongsten
tijd behoeven hiervan geen voorbeelden te worden,

aangehaald —1792 en 1793 leveren ze ook; in eerst-
genoemd jaar deden de overwinningen bij Valmy,,

aan den
Rijn
en in België, in het volgende de suc-
cessen van Jourdan in België en Hoche in den Elzas

(mede voorts een gedwongen leening) den koers van

het livre te Hamburg
stijgen
en wel van 13 op 17′

Schilling banco in 1792 en van 7 op ruim 17 in de
tweede helft van 1793.
1)

Ook cijfers en grafische voorstelling vertoonen

punten van overeenstemming.
2)
In beide gevallen

valt in de waardedaling, is eenmaal een bepaald punt

bereikt, een sterke progressiviteit waar te nemen.

Merkwaardig is, dat deze daling geruimen tijd
sneller gaat dan de toeneming der circulatie. Het
duurde bijna vier jaar, voor bij de assignaten de
verhouding omsloeg, bij de marken bijna zeven. Het

verschil vloeit voort uit het verschil der periodes,

verloopende, totdat de staat geen ernstige pogingen

meer doet tot een sluitende begrooting te komen.’
Bij het bereiken van dit tijdstip bevindt men zich al
in de periode der sterk toenemende waardedaling.

Het voorgaande houdt niet in, dat er tusschen
omvang der biljettencirculatie en waardedaling een

omgekeerde evenredigheid zou moeten bestaan. Trou-

wens,
bij
sterk
voortschi’ijdende
inflatie speelt steeds

voornamer rol het technische element van de capa-
citeit der biljettenpers.
De rol der assignaten in het betalingsverkeer was
bovendien van meer beteekenis dan die der bankbil-
jetten thans, nu daarnaast nog andere geldvormen

zijn ontstaan.

De vraag naar genoemd verband gedurende een
infiatieproces wordt hier echter niet nader onder het
oog gezien.
Duidelijk
blijkt
voorts, hoe
tijdens
de Fransch
revolutieperiode de omvang van het proces veel ge-
ringer was dan deze thans is, waardoor, naar aa
n
i

genomen mag worden, de huidige sociale verschui-
vingen en andere gevolgen ook zooveel ernstiger zijn.
Bij de vraag naar deze laatste zij voor alles het

agrarisch karakter van Frankrijk voor bijna ander-
halve eeuw, de industrieele aard van het huidig
Duitschiand in het oog gehouden.
– W.

Dr. Singer tap. De noteeriog geldt voor
3
Schilling
banco.

Ilij
de beschouwing van de waardeverhouding van.
papier- en goudmark dient er mede gerekend te worden,
dat in Zwitserland al spoedig na het uitbreken van den –
oorlog een gouduit.voerverbod werd ingesteld en dat zoo-
danig verbod van
.10
Sept.
1917
tot
9
Juni
1919
in de
T
ereen
i
g
d
e
Staten van kracht was, waardoor het verband
1
tusschen goudwaarde en :koers van franc en doilar werd verbroken. Aan dit bewaar viel echter niet te ontkomen.
Ter wille van cle duidelijkheid loopen de lijnen op de
teekening slechts tot Januari
1923.

De Amerikaansche meer brood campagne.-

In de Unie is men begonnen voor de crisis in den

landbouw verbetering te zoeken. De Amerikaansche

boer wordt door de lage noteeringen. voor tarwe in

moeilijkheden gebracht. Sedert eenigen tijd wordt nu
in Amerika een ,,eat more wheat campaign” gevoerd.

Deze campagne is van de groote meelfabrieken uit-

gegaan. Dit verdient de aandacht, want er is beweerd,

dat de noodtoestand in den landbouw een gevolg is
van de positie der meelfabrieken, die de graanprjzen

zouden drukken. De belangstelling aan de
zijde
der meelfabrikanten voor grooter broodverbruik laat

evenwel veronderstellen, dat ook voor hen de toestand verbetering behoeft.

De propaganda wordt op echt Amerikaansche wijze

gemaakt. Geheele pagina’s vindt men er in de bladen

aan gewijd. Van een der groote ondernemingen kwa-
men
mij
enkele annonces onder oogen, die een
niet onaardige vindingrijkheid laten zien. De aanbe-

velingen varen zoowel in woord als in beeld gedaan.
Men ziet den thans in het Amerikaansche 1andbouw,

bedrijf zoo populairen tractor een aantal voigwagens

trekken. De tractor stelt voor de tarwe te zijn. De
wagens
zijn
beladen met kannen mèlk, boter, kaas,
varkens enz. ,,When wheat moves all these products
move”, is het bijschrift, (commentaar volgt). Hierna
wordt onderstaand opmerkelijk betoog gehouden.

Aangezien Amerika meer tarwe produceert dan in

het land wordt opgegeten, wordt de
prijs
van onze
tarwe door andere landen bepaald en concurreeren

wij dus tegen artikelen die met lager loon en bij

een geringeren levensstandaard worden voortgebracht.
Willen
wij
onzen levensstandaard behouden en het
voortbestaan van onze welvaart verzekeren, daiï moet

in ons land het verbruik van tarwe op de hoogte van

de voortbrenging worden gebracht. Indien ieder dage-
lijks één boterham meer eet, dan zullen er in Amerika
jaarlijks 170.000.000 bushels tarwe meer verbruikt
worden en
zijn
we onafhankelijk van het Europeesche
verbruik.

De mentaliteit die uit deze gevôlgtrekking spreekt

is niet oninteressant en wekt niet veel vertrouwen,
dat het Amerikaansche publiek groote geneigdheid
heeft de economische politiek in overeenstemming te

brengen met de omstandigheden waarin Europa zich
bevindt.

Het betoog gaat dan verder met er op te wijzen,
dat tot brood verwerkte tarve bovendien ,,the great
vehicle” is waarmee andere boerderij-producten ter
markt worden gevoerd. Hierop doelt de afbeelding
waarvan hiervoren gesproken werd. Het gebruik van

één boterham meer per dag beteekent
namelijk
een
meerdere jaarlijksche consumptie van acht miljoen
brooden. Voor de vervaardiging daarvan is volgens

de Amerikaansche advertentie,- behoudens het meel,
noodig:

1.000.000.000 ponden boter
4.375.000 varkens (voor reuzel)
1.533.000.000 ponden melk

162.500.000 bushels mais (om de varkens te voeren)
4.500.000 bushels mais, rogge en gerst (voor
de vervaardiging van gist)
140.000.000 pond suiker
40.000.000 yards katoen (voor meelzakken). Nog ongeacht de millioenen ponden kaas, marmelade,
vleesch enz. die op de boterham gegeten worden. ,,Prosperity on the f arm means prosperity every-
where”, is de slotopmerking.

Of de cijfers juist zijn kan buiten beschouwing
blijven, de wijze van voorstelling is origineel. Het is
evenwel aan twijfel onderhevig, of op de aanbevolen
wijze een landbouwcrisis uit den weg kan worden

geruimd. Wanneer het Amerikaansche publiek zijn
broodrantsoen vergroot zal het daarentegen van andere
levensmiddelen minder gebruiken en de afzet voor de
bedrijven, welke deze vervaardigen, dus moeilijker
worden. Voor zooveel ook voor de producten die bij

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

701

de bereiding van méér brood gebruikt moeten worden

een crisis bestaat zullen zij, dank zij de ,,more bread

campaign”, misschien tijdelijk in een betere l)ositie

kunnen komen. Vereischt de grootere broodfabricat.ie

evenwel een meerdere productie van deze artikelen,
dan dreigt daaruit echter weer, dat de markt van

zuivelproducten, gist enz. overvoerd wordt. Misschien,
dat er dan een ,,eat more bread campaign” begonnen

wordt om deze producten er weer op te halen.

Eigenlijk is het wel heel eigenaardig, dat wordt
aanbevolen een malaise te doen ophouden door wat
meer te gaan eten 1
– H.

ONTVANGEN:

Devisen-Graphik,
Berechnet, gezeichnet und erldutert
von
S.
Zuckermann;
1923,
Wirtschaftsstatisti-
scher Verlag, Berlin.

Het Taylorstelsel en zijn toekomst
door G. de Olercq;
Politechnische Bibliotheek
No. 50; N.V.
Uitg.
Mij. v/h. van Mantgem & de Does, Amsterdam.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN JULI 1923.

Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
f
1.251.200,-
zijnde:
Helder f 1.360.000,- 5
0/
obi. h 92
0
i.

Bank- en Oredietinstellingen. …..

,,
498.000,-
zijnde:
N. V. ]3ank voor Onroerende Zaken

f
500.000,- 6
0
/0
obi. t 98
0
/0.

Hypotheekbanken …………….,,
zijnde:
1.181.800,-

Noord-Hollandsche

Hypotheekbank

f
900.000,- 6
0
10
pandbr. t 98
0
/0;

f299.800,

6X
0
/0
pandbr. t 100
“je.

Industrieele ondernemingen ……,,
5.142.500,-
zijnde:
Nederlandsch.Indische Gas-Maatsch.

f
5.500.000,- 5
0
/0
obl. It 93y
2
0
/0.

Oultuurondernemingen, Handeisver-

eenigingen en Handelsvenn…..
534.375,-
zijnde:
N.V.

Cultuur-Maatsch.

,,Goalpara”
fl87.S00,_ aand. Ii. 285
o/.

Totaal….

f
8.607.875,-

Totaal der emissies in Januari….
f
86.663,725,-
Februari ..,,
5.757.500,-
Maart

. . .

,,
4.765.840,-
April

. . .

,,
6.979.250,-
Mei

……,,
8.503.000,-
Juni

……,,
93.667.500,-
Juli

……,,
8.607.875,-

Algemeen Totaal.
. f
214.944.690,-

Bovendien:

f
73.840.000,- 3jm. Schatkistpromessen t
f
991,25
9.250.000,- 61m.

,,

,, ,,
982,04
12.730.000,- 1-j. 4o Schatkistbiljetten,, ,, 1003,75
3.403.000,_ 6.j. 4%
01

,,

,, ,,
1001
1
…..

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekeiit: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned

1Vrsch.

Disc. Wissels. 4 18Juli ’22 Zwits.
Nat. Bk. 4
16Juli ’23
Bk Bel.Binn.Eff.
4 18Juli ’22
N.Bk.v.Deaem. 6
1Mei ’23
inlLC. 5
18Juli ’22
ZweedscheRbk 44
1Juli ’22
Javasclie Bank … 34
1Aug.’09
Bankv.Noorw. 6
1Mei ’23
Bankvan Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 30
2Aug.’23
slowakijë…
4428 Mei ’23
Bank v. Frankrijk 5
llMrt. ’22
N. Bk.v.O’rjk 9
2Sept.’22
Belgische Nat.Bnk.
5422Jan. ’23
Hong. Bank.. 12
25Apr. ’23
Fed. Res. Bank N.Y.
4421
Feb.
’23
Bank v. Italië.
5411Juli
1
22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam

Londen
1

Port.
‘Tart.

Prolon.

disconto

1

disconto

gatie

1
(3 mnd.)

1

Berlijn
Part.
1
disconto

Parijs
Part,
disc.

N. York
1

Cail-
J

mone/J

4Aug.
1
23
3%
1)
3-3%
1)
3

01
– –
44%
)
30J.-4A.’23
3-y
4

23


4_6%
23-28 Jli’23
3ui
3%
31
1b

)


16-2
1 ,,
’23
2i2-3


4

-5%
311-5A.’22
2
7
13
1
1,
2%3%
1
7
18_2%
– –
3_534
1-6 A. ’21

3-%
4%1/
– –
5_6%
20..24J1i’14
2%_3%
2
1._%
211,
2%
134 _2%
1)
Noteecing
van
3
Augustus.
,)
idem van
2
Augustus.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De algemeene tendens der wisselmarkt was deze berichis-
week niet slecht. De meeste koersen bleven statiosinair en
enkele konden zelfs iets verbeteren. Londen opende welis-
waar flauw, maar al spoedig trad een kleine verbetering in
en het slot was op liet hoogste punt circa 11.623.. Dollars
ongeveer evenzoo, 2.53%-2.54%, slot 2.54
1
/
8
. Marken waren
bijna de geheele week omstreeks 0.0002
1
/
8
. Van Skandina-
vië was Stockho]m zeer stationnair en kon Kopenhagen
aanzienlijk verbeteren. De aanvoer van Australische boter
schijnt ergens te hokken, zoodat Denemarken een goede
kans had voor groote leveringen en daar direct van gepro-
fiteerd heeft. Ook de bacon-afzet is aanzienlijk beter. En tegenstelling hiermede was Christiauia weder flauw, 41,-
40,45, slot iets beter 40,75. Zwitserland was opnieuw hon-
ger. liet reisseizoen valt buitengewoon mee, zoodat heel wat
geld liet land binnenvloeit, 45,20-45,45. Spanje flauwer.
De groote uitzonderingen 01) cle prijshoudencle stemming
ivaren de franken. 1-let aanbod was de geheele week weer
overwegend. Donderdag iverd voor 14,42 en 11,50 afge-
diaan. Daarna trad een licht herstel in, maar het slot bleef
flauw. Buenos Aires ongeveer onveranderd, heden circa
85% t
853′.
Indië opnieuw lager 96,- Ii 96.

7 Augustus 1923. _________

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a a
Londen
. .)
Berlijn
•)
Weenen
•)
Parijs
•)
flrussel
•.)
New
York”)

30 Juli 1923
11.604
0.0002k
0.0036
14.90
12.18
2.53%
31

,,

1923
11.00e
°.0°°2′
0.0035e
14.824 12.114
2.53+
1
Aug. 1923
11.624
0.0002k
0.00357
14.67 11.99
2.53h
2

1923
11.614
0.0002
0.00354
14.624
11.53
2.531,
3

1923
11.024
0.0002k
0.0035
1

14.65
11.69
2.548/
8

4

1923
– –
– – –

Laagsted.w.
1

11.594
0.00014
0.0035
14.424
11.50
2.53%
Hoogste,,,,
1

11.634
0.0003 0.0037 14.974
12.30
2.543%
27 Juli 1923
11.65
0.00024
0.0036
15.01 12.35
2.53+4
20

,,

1923
11.704
0.00064
0.0036
14.974 12.644 2.54+4
Muntpariteit
12.10
59.26
50.41
48.- 48.-
2.48%

‘) Noteering te Amsterdam. ‘) Noteering te Rotterdam.
‘) Particuliere opgave.


Da a
t
Stock.
holm

)
Kopen.
hagen)
Chris-
)

Zwitser.
tïania°

land”)
Spanje
1)
Batavlai)
telegrafisch

30 Juli

1923
67.70
45.30 41.10
45.20
36.20
96_%
31

,,

1923
67.55
45.40 40.80
45.324
36.10 96_%
1
Aug. 1923
67.70
45.70
40.65
45.50 36.05
96_%
2

,,

1923
67.60
46.-
40.70 45.40 35.65
96
3

,,

1923
67.65
46.35 40.75 45.45
35.75
96-%
4

,,

1923
– – –

35.90
96_%
L’ste d.
w.
1)

67.40 45.20 40.40 45.10
35.65
96
H’ste

,,

,,

1)
67.80
46.55
41.10 45.60
36.35
96%
27 Juli

1923
67.85 45.15
41.30
45.45
36.25
2

96
8
1897e
20

,,

1923
67.75 44.50 41.30 45.10 36.20 97_97%
8
Muntpariteit.
66.67
66.67 66.67
48.-
48.-
100

5)
Noteering te
Amsterdam.
8)
Particuliere
opgave.
0)
Noteering van
28 Juli.
8)
Idem
van
21 Juli.

702

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

KOERSEN TE NEW. YORK.

Da
CableLond.1
(in fjperI.)
ZichiParijs

Zicht Berlijn 1ZichtAm3terd.
(in cts.p.frs.).(in cl. p. Mik.)
(in ets. p. gid.)

4 Aug.

3923
4.57.12
5.84
0.000089
39.33
Laagste d. week
‘4.56.75
5.74
0.000089
39.28

Hoo’stè

,,
,,
4.57.50
5.84
0.000105
39.42
28 Juli

1923
4.58.62
.5.89 0.000105
39.41
21

,,

1923
4.59.75
5.94
0.000295
39.30
Muntpariteit..
4.86.67
19.30
23.81%
1

401

KOERSEN-VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
21 Juli
1
1923

1
28 Juli 130
1923

1
JuIi14
Laagsie
Aug.’23
Hoogste
4Aug.
1923

Alexandrië.
.
Piast. p.
£
9715
132
9715182
971s132
97151
33

97
15
1
2

*B
ang
k
o
k…
Sh.p.tical
1110
1110

1110 1110
1110
B. Aires’) ..
d. p.
$
40%
4031 4011
4034
40ii

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
11411
114
1
1
8

114
1
1
32

114
1
1
8

114’1

Constantin.
.
Piast. p.
£
725
740 735
840
780
Hongkong ..
id. p. $-
2/231
8

21271
8

212%
2133I
21210132

Lissabon’)
. .
d. per Mii.
2
3
1
2
3
1
35
211
16

2
5
1
33
2
3
1
33

Peset. p.
£
32.13
32.121
32.10 32.00 32.401
Mexico …..
d. per
$
24.26 24.26
24.26
24.26
24.26
Montevideo
1)
id.
4011
40%
39’1
40%
%

Madrid ……

Montreal

$
per
£

..

4.72
4.70
4.06%
4.69%
4.67+
p.
£
153% 154%
154
150%
155%
Praag …….Kr.
R.d.Janeiro
1)

.
.
per Mii.
513
112
53
18
5/o
513
132
18
Lires p.
£
106
105
10471
8

100%
1053/
8

Shanghai …
Sh. p. tael
31031
8

3/05/
s

310
311%
310%
Rome ……..

Singapore …
id. p.
213’51
213l51
21371
8

214
1
1
32

213311
33

Valparaiso’).
peso p.
£
36.20 37.00
30.40 37.20
37.00

Yokohama ..
Sh. p. yen
2/1″
5
/,
2/lo/,
2/1
17
/32

2/111/
16

2/1’/
s

Koersen
der voorafgaande
dagen.
1)
Telegrafisch
transfert.
2)
90 dg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te
Londen
N. York

te
Londen
N.York

4Aug. 1923.. 3071
8

6211
8

5Aug. 1922.. 35l1

69518

28 Juli 1923.. 30131
1
62%i
s

6 Aug. 1921.. 38%

61%
21 .,

1923.. 30t5/

63

20Juli 1914.. 24151

541
/s

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 6 Aug. 1923.
Activa.
Binneni.Wis-I R.-bk.’
f
46.787.392,26
solo. Prnm..
B.-bk… 34.575.694.31

NED. BANK 6 Aug.11i23
(vervolg).
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Goud
Zilver
Bank
bi
ii

Andere
opelschl, are
schulden

581.793
10.748

951.022

28.133
6 Aug.

1923
…….
581.794
10.934
947.432

36.759
30

Juli

1923
…….
581.794
10.821
932.540

31.210
1.6

1923 ……581.792
10.491
946.350

28.547
9

1923 ……581.792
10.439
952.094

39.697.

23

1923
…….

7 Aug. 1922 ……
605.955 8.239
981.568

37.864′
8 Aug. 1921
……
605.969
10.792
1.018.6

60.967
17

25

Juli

1914
……
.
162.114

1

8.228
1

310.437

6.198

Totaal
1

Hiervan
t
1

Beschic-
t

Dek-

Data
1

bedrag
Schatkist- Belec.
1

haar
1

kings

disconto’s
1

promessen rechtstreeks
1

ningen
1
1

Metaal.
t

saldo
1
percen
1

lage

6 Aug. 1923
142.916

139.317
396.016
61
30 Juli

1923
140.607

149.313
395.195
61
23

,,

1923
140.370

152.940
399.171
.
61 16

,;

1923
141.599

158.271
396.607
61
9

1923
160.932
18.000 152.460
393.175
60

7 Aug. 1922
199.273
34.000
102046
409.567
60
8 Aug. 1921
275.816
338.700
130.229
400.191
57

25 Juli

1914
67.947
14.300 61:686 43.521
1
)
54
1) Op de basis van
1/

metaaldekking.

Uitdebekendimakiugvanden M i n i s t e r
van Finan-
ci
ë n

blijkt, dat uitstonden
op:

1

30
Juli

1923

1
6Aug. 1923

Aan schatkistpromessen.
f
192.270.000,-

f
waarv. direct bij Ned. Bk


Aan schatkistbiljetten
..
,,22S.70ti.000,-
1
,,220.97
1.000,-‘
Aan zilverbons
……….
,,
27.776.763,50
,,
27.741.855,-

Onder de vlottende schuld
is
begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
,,148.731
.000,-
,,148.395.000,-
Voorschot aan Gemeenten)
31
Mei 1923
30
Juni1923
voordoorRijkvooihen
57.208.892,95 42.427.860,97
te heffen Ink. belastingj

30Juli 1923
6Aug. 1923
Tegoedv. d. Postc. &G. dst

,,103.828.949,374 ,,106.053.949,37
‘)
Waarvan
f
37.056.000 vervallen
op of
na
1
April
1927.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Bank-
b,ljeiien

Andere

1
opeischb.
schulden
Beschikb.
metaal

saldo
28 Juli 1923
213.750
261.000
107.000

140.150
21

1923
209.250
263.500
99.500

136.650
14

1923
207.000
267.000
92.500

135.100

23juni1923
ï071

61.372
264.468
80.852

149.009
16

1923
151546

61.377
265.579
78.483

146.719
9

1923
153.128

61.277
264.950
80.597 145.943

29 Juli 1922
147.34

52.371
266.793
84.963
130.016
30Juli1921
208.021
1

18.819
300.395
140.015 139.213

25 Juli 1914
22.057

31.907
110.172
12.634
4.842
2

Wissels.
t

1
Voor-
1

Divers e
1

Dek-

Data
Dis-
1

buiten
1

Belee-

1
schotten
reke.
kings-
conto’s
N..Ind.
ningen
aan het
1
n,ngen
1)
1
percen-
1
betaalbaar
1

1
Gouv.nem.,
i

lage

28 Juli1923 –

16i’0

10.100

*5*

58
21

1923

169.990

13.800

– ‘ 58
14

1923

170.160

19.100

58

23Juni1923 35.760 28.338 05.795 5.424 19.813

’63
16 ,, 1923 36.043 27.102 64.345

8.231

20.127

62

9

1923 35.765 26.863 66.446 8.590 10.852

62

29Juli1922 32.880 26.529 99.777

20.898

57
30Juli1921 35.768 23.318 104.443 25.684 31.808

51.

25 Juli 1914 7.2591 6.395 47.934

6.446

2.228

44

‘)Slultpost activa. . 1) Ba
ale
1/rnetaaldekkiflg.

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Andere

Data

Metaal Circulatie opeischb. Disconto’s Div. reke-
schulden

-nlngen

30 Juni
1923.» 1.201
1.764 1.032
1.207
557
23

,,
1923..

1.202 1.580
1.185
1.183
522
16
.1923..

1.201
1.650
1.101
1.186
.
535

1
Juli
1922..

1.543
2.014
764
1.052 1.164

25 Juli
1914..

645
1.100
560
735′ 396

‘)
Sluitpost der activa.

;;:t Ag.sch.

:

61.552.476,69

f
342.915.563,26
Papier o. h. Buiten!. in disconto

Idem eigen portef.
.
f

34.460.464,-‘
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.


34.400.464,-
Beleeningen
t
H.-bk.

f

31.558.525,30
md.
vrsch.
in

rek.-crt.l

,,
B.-bk.

9.206.979,91
i
Ag.sch.

98.551.219,30
op’ onderp.

f
139.316.724,51

Op Effecten…….
f
129.022.116,11

Op Goederen en Spec. ,,

10.294.608,40
139.31 (.724,51
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..
6.447.800.31
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

56.240.245,-
Muntmat., Goud
.. ,,
525.553.107,95

f
581.793.352,95
Munt, Zilver, enz..

10.747.512,61
Muntmat. Zilver
.. ,,


592.540.865.56
Ëffecten

Bel.’v.h.Res.fonds
.
f

5.973.480,24
id.van l/,v. h. kapit. ,,

3.969.006,62
9:942.486,86
Geb. en Meub. der Bank,…………….,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
89.129.773,54.

f
1.019.753.684,04
Passiva


Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
5.999.469,43
Bijzondere ‘resefve ………………..,,
9.000.000,-
Bankbiljetten in
oiioop …………..

,,
951.022.485,-
1Bankassignatiën
in

omloop ………..,,
1.087.162,04
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f

saldo’s:

Aideren,,

27.045.443,16
27.045.443,16
Diverse

iekeniiigen’………………

,,
5.599.124,41

f
1.019.753.684,04

Beschikbaar metaalsaldo
.
…………f
396.016.326,04
Op de basis
van
‘/

rnetaaldekking… – ,,
200.185.308,-
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd
i?.
1.980.081.630,-

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

703

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoegirg der Currency Notes,

in duizendenpond sterling.

Currency Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
i

Goudd.
Gov. Sec.

2 Aug. 1923
127.641
126.622
1
291.745
27.000
247.728
25 Juli

1923
127.640 125.717
289.049
27.000 244.810
18

1923
127.637
125.786
289.310 27.000
245.057
11

1923
127.623
126.410
290.155 27.000
245.856

2 Aug. 1922
127.400
125.774
299.730
27.000 257.343

22 Juli

1914
40.164
1

29.317
– – –

Data
1

Gov.

Other
.1
Public 1 Other

Reserve kings..
Lied-

Sec.

Sec.

Depos.

Depos.

2 Aug.’23 45.899
t
69.921 12.784 105.759 20.769 17,52
25 Juli ’23 45.634 70.556 10.463 109.384 21.673 18,08
18

’23 47.529

71.582 11.094 111.639 21.601 17,60
11

’23 46.839

69.702 11.597 107.982. 20.963 17,53

2Aug.’22 44.280 76.980 15.356 107.970 20.075 16,28

22 Juli ’14 11.005 . 33.633 13.735

42.185 29.297 523/
8

1)
Verhouding tusscben Reserve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK

Vooru:samste posten, onder bijvoegiug der Darlehen.s.
kassenscheine, in millioenen Mark.

Data
Metaal
Daarva
Goud nIbij
Waaro.
Buit!.l
Icirc.bkn
1
i

1

Kassen-
_scheine
Cïrculatie
i
Dek-

lperc.
kings.
2)

23 Juli

‘23124.531

616
1

110

13.444.804131.824.821
11
15

’23
22.071
657
1

110
3.160.983125.491.739
12
7

,,

’23
20.949
707
1

130

13.284.092120.241.783
16
30 Juni ’23
19.903
717
1

140
2.866.837117.291.061
17

21 juli

’22
1.025 1.005
1

50
9.3511
177.027
6

23 Juli

’14
1.691
1

1.357

1
651
1.891
93

L,arienens-
Wissels

Crt.
Rek

assensc cme
.
T

1

Handels-

Schatkist-

Totaal

In kas bij de
p
,

otoo

wissels

papier

u
n RiJksbank

. 53.027.175 13930.412 39096763 20402161 3456.800 3.444.800
°’
40.971.288 11061.138 29910150 16927077 3173.100 3.161.000
30.447.068 8600.861 21846207 12092054 3296.000 3.284.100
CD
25.253.076 6914.199 18338877 9.952.717 2879.200 2.866.800 –

203.026

7.008 196.018

35.603 20.725

9.337

751

751 –

944
– 1 –
Onbeiast. Bovendien verpand op 30 Juni 1923 174,9 miii.,
O)
7 Juli
1923 184.9 miii , op 15 Juli 1923 204.9 miii., op 23Juli1923 245.5 miii.
Dekking der circulatie door metaai en Kassenscheine.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden 1 rancs.

Waarvan
Te goed
Bult.gcus.
Data
Goud
in het
.
Zilver
in het
voorsch.
Buitenland
.
Buitenland
old. Staat

2Aug.’23
5.537.882
1.864.345
293.918
565.049
23.700.000
26. Juli ’23
5.537.874
1.864.345
293.742 565.279
23.000.000
19

,,

’23
5.537.844
1.864.345
293.685
565.647
23.300.000

2Aug.’22
5.530.360
1.948.367
285.355
578.015
23.000.000
23
5

uli’14
4.104.390


639.620
– –

Wissels
Uitge.
stelde
Ber
1

Bankisil.
Rek. Cr1.
Parti-
Rek.
Crt.
Wissels
ningen
jetten
culleren
Staat

3.035.555
18.919
2.087.839
37.39.190
2.262.507l

16.556
III
2.471.741
19.338
2.101.135 36.929.324 2.039.428
32.277
2.451.920
19.375
2.125.672
37.233.697
2.074.112
12.433

cD
2.517.259
35.042
2.139.106 36.399.294
2.357.561
25.115

1.541.980

1

769.400
5.911.910
942.570 400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

:’;

Ctrcu.

Rek.
Data

buiten!, hutten!, prom. d.

en

. – latic

01.
saldi

verder. provinc.
1
. beleen.

portie.

2 Aug.’23
350.926184.653
480.000
1
1044.094
7.016.9471
168.477
26
Ziuli
’23
350.060 84.653
480.000

989.790
6.888.36
223.294
18

,,

’23
349.303 84.653 480.000
971.223 6.852.250 245.202

3 Aug.’22332.073
84.653j480.000
590.19316.402.679

219.636
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad

FR.
_________ Zilver

Notes in

Data

Totaal

Dekking

In het

dc.

circu-
_______________

bedrag

F. R. Notes buiten!.

latie

18 Juli ’23 3.099.720 2.104.132 – –

83.702 2.216.994
11
,,

’23 3.100.379 2.101.270

76.769 2.265.149
3
,,

’23 3.087.703 2.099.668

79.200 2.282.054

19 Juli ’22 3.045.335 2.236.735

123.987 2.132.848

Totaal

t Gestort

1 Dek-
1

Data

Wissels

Deposito’s

Kapitaal
1
kings
1
kings
1
perc.
1)
1
perc.

18Juli ’23

988.950 1.942.521

109.714
1

1
76,5
11
,,

’23 1.032.653

1.949.722

109.621

73,6

75,4
3
,,

’23 1.128.751

1.974.251

109.584

72,6

74,4
19
,
Juli ’22

592.438 1.942.531

105.239

74,7

77,8
‘) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schuiden:
F.
R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totaien
voorraad muntmateriaal en wettig betaaimiddei tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

– FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Totaal

Reserve .s

Waarvan
anto

uitgezette

otaa

Data

bj de

. .

time
banken geMene,, F. R. banks deposmio

deposits

11 Juli ’23

773 11.852.865 1.423.87915.427.397 3.967.571
3
,,
’23

773 11.951.453 1.441.086 15.491.995 4.011.974
27 Juni’23

774 11.850.417 1.390.388 15.360.049 4.000.009
12 Juli ’22

796
10
.
839
.
1
611 1.438.146 14.783.545 3.476.360

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 6 Augustus 1923.

Een algesmieen gevoei van teleurstetii ng is in de achter ons
liggende week gevolgd op cle met zoo groote belangstelling
verwachte uiteenzetting in het Eiigelsche Parlement ten
aanzien van de Europeesche vei-houcliitgeit. Na cle pers-corn-
nientaren van cle laatste weken had min ges

ekencl 01) CCII
definitieve uitspraak van dcii Engelschen Premier, eelt aan-
wijzing met vaste hai.icl van de richting, clie €hans zou
wor

den ingeslagen. inpl;mats daarvan is een beroep
01)
cle plI-
hheke opinie gekomen – want veel anders zal vermoede-
lijk i,iet zijn bedoeld niet het publiceeren van cle Fransc-he
en Engelsche antwoorden – hetwelk, als alle teekenen niet
bedriegen, in het geheel geel) uitwerking zal hebben en
zeker niet een zooda nige, dat hierdoor cle l.uitenlandsche
politiek van Frankrijk ook slechts eenigermate zal worden
gewijzigd. Zoo staan wij derhalve voor dezelfde onoplosbare
raaclselen hot warnet der Europeesche verwikkelingen
schijnt slechts ontrafelcl te kuren worden door denTijd.
Alles is tot nu toe afgestuit op cle machtspositie, waarin
.I’ratikrijk zich in vele opzichten bevindt. Die machtspositie
vindt niet alleen, en zelfs niet hoofdzakelijk, haar uitdruk-
king op militair gebied; veeleer zijn het cle economische
verhoudingen, clie het voor dit ]ancl nog niet noodzalcelijle
maken (le tot nu toe a.angeuomen houding te veranderen.
In cle!)
1001)
der laatste twee jaren heeft Frankrijk kans ge-
zien cle door dell oorlog geslagen wonden vor 6en gs

oot
deel te herstellen. Wel zij ii de verwoeste provincies nog ii jet
alie ie cl&n vroegereil staat teruggebracht, heeft de i ucitis-trie nog met moeilijkheden te kampen, is cle l:egrootiuig
i nclien men de gewone en bit itengewone budgetten als dun
geheel neemt – nog niet sluitend gemaakt, wei is ook cle
Fransche valuta zeer gevoelig gedaald, doch hiertegenover
staat een vooi

uitgang op bijna ieder der hier genoemde ge-
bieden, clie uitermate bevredigend moet rclen genoemd.
Een uitzondering moet hier wordesi gemaakt voor dcii koers
van liet betaalmiddel, cloch al is de s-eactie hier van groo-
ten omvang geweest, het euvel is zeer zeker u,iet als spe-ciiek Fransch aan te merken. Terwijl cle groei, zoowei in
iniportemi als exporten van dec buitenlandschen hatidel
(ii’elke cijfems hier ter plaatse reeds zij Ii besps

oken) cmi de
groote activiteit vati cle nijverheid, tezamen met het ont-brekende van een omvangrijk aantal. werkloozn
‘togt
uit,-
sluitend in het credit van cle Fransche Repub!iek mag w’or-
den geschreven. Men staat hiey indlerc1ai[ Met in zoo
groote mate voor cle moeilijkhec1en v rrmBede-,rnen – elders,
in Engeland, in Duiitschland, in België,’-heeft te- kamen.
Zoolang dan ook binnenlandsche toestaiden’cemr mentaliteit

704

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

van het eigen volk een beslissende rol spelen in het be-
1)a1e11 van de houding ten aanzien van het buitenland en
zoolang de ontwikkeling der omstandigheden voor het
grootste deel der Fransche bevolking eer vr- dan nade
r

leo afwerpt,
iS
het eenigsins naïef te verwachten, dt over-
wegingen van algemeenen iird meer gewicht iii de SChULl
zullen leggen. De beurs van Parijs heeft dit tevoren reeds
gevoeld. Wel was hier vöÔr de rede vali Baldw’in eenige
OH-
zekerheid te bespeuren — in een di1)lornatiek spel en vooral
iii d’iii van (le beteekenis, als het onderhavige, is abs-
lute zekerheid omtrent den afloop niet bestaanbaar
— doch deze is niet tot nervositeit gegroeid Eii onmicidel lijk
11fl
cle redevoeringen iii het Engelsche l)ar1emeTt kon de
efeetenrnarkt zich geheel eiii al herstellen en heeft zij en
vast verlool) gehad. .

Dit in tegenstelling niet de markt te L o n d e n. YeIis-
vaa1

w’aS cle tendens hier hiet bepaald ongeanimeerd, doch
cle teleurstelling, waarvan hierboven werd gesproken, heeft
aan cle Theems toch een veel sterke.uitweikiug gehad in
den vorm van een lustelooze houding van de beurs. l)it
‘alt gemakkelijk te begrijpen, als meti ook hier slechts weder
acht slaat op cle bin uenl;cndsche verhoudingen. In Groot-
Brittannië speelt het werkloozen-vracigstuk wel ccci rol
valt groote beteekenis — cle ,,clole” vormt het onderwerp
van vele couranten-arikelen — en cle cijfers van den bui-
tenlandschen handel zijn niet onverdeeld gunstig te noemen.
Wij wezen er reeds vroeger 01), dat een vergelijking niet
vorige cijfers niet gemakkelijk is, omdat thans cle opgaven
voor Ierland afzonderlijk worden vermeld, doch 11et is on-
twijfelbaar, dat van grooten vooruitgang geen sprake kan
zijn. Daarbij komt, dat cle wisselkoers, ook na cle jongste
cliscontoverhooging, opnieuw is gedaald, welke reactie in cle
hand wordt gewerkt door de betalingen aan hoofdsom cii
interest, die aan cle Vereenigde Staten geschieden. Dat liet
hier geen onbeteekenende som geldt, wordt duidelijk, indien
men weet, dat gedurende de twaalf maanden van 30 Juni 1922 tot 30 Juni 1923, Groot-i3rittannië aan afbetalingen
$ 30.500.000 en aan rente $ 175.568.000 naar de Unie heeft
overgemaakt. (De totale bedragen, door Amerika in (le ge-
noemde 12 nian nden vaut cle diverse debiteurenlanden ont-
vangen, waren $ 31.616.000 aan afbetalingeic en $ 200.700.000
aan rente). De politiek van Engeland is er
01)
gericht, geheel
aan zijn financieele verplichtingen te voldoeit en tegelijker

tijd het machtige handels-centrum der wereld te blijven.
Doch hiervoor is het noodzakelijk, dat de Europeesche ver-
houdingen althans iets normaler worden. Itet valt nietite
ontkennen, dat cle Regeering niet alle kracht in deze rich-ting stuurt, doch evenmin is liet tw’ijfelachtig, dat zij, door
den drang der omstandigheden, zooals die zich nu eenmaal
hebben ontwikkeld, hierin spoedig zal kunnen slagen.
De gedrukte stemming aan de beurs te Londen is dan
ook volkomen verklilarbaar. Gedurende de achter ons lig.
getale week is hierbij nog gekomen het vooruitzicht op.de

vacautiedlagen in verband met den Augustus bank-holiclay, waardoor cle ontzetten ook nog geringer waren, clan anders
wellicht het’ geval zou zijn geweest.

Voor Duitsehland heeft de voorloopige mislukking van cle
goede bedoelingen der Engelscho Regeering liet gevolg, dat
men, zonder eenige zekerheid aangaande cle i-egeii tig der
schadeloosstelling en zonder vooruitzicht
01)
een spoeclige
wijziging der actueele verhoudingen in liet Ruhrgebied,
moet trachten het zinkende sehip van Staat vlot te houden.
Met verschillende middelen tracht men dit doel te bereiken,
middelen, clie voor een deel veel te laat komen, voor-een
ander deel volkomen zonder effect blijven. Ten aanzien van
cle laatstgenoemde soort zij hier slechts gewezen op de dcvie-
zon-regeling, the een volkomen fiasco heeft geleden. De op-
heffing dier regeling, in liet vorig overzicht reeds in het
vooruitzicht gesteld, is thans een feit geworden. Hiermede
is dauj tenminste een einde gernaak.t aan de fictie van lager
koersen voor buitenlandsche hetaalmidclelen in het eigen
land dan over de grenzen. T
,oe weinig men zich overigens
in het vrije verkeer hieraan heeft gestoord, bewijst veli de
verhouding tussehen goederen-prijzen en de officieel-vastge-stelden dollar-prijs. Volgens cle berekeningen van de ,,Frkf.-
Ztg.” i’as de officieele dollarkoers per einde Juni gestegen
totdiet 216.905-voud van den vredestijd, terwijl de goederen-
prijzen waren geklommen tot liet 286.248-voud van dit ni-
‘eau. Men heeft derhalve in dcii handel ter deze rekening
gehouden met den gedwongen lageren koers der buitenland-
sehedeviezen, zooclat het algemeen nuttig eiject van dede-
i-iezen-regehing nihil is geweest. Thans tracht men in
Duitseblatici wit orde op cie zaken te stellen, oct. dqor een
diSC0ntO
;
Vè1hi)Oiflg.’tOt 30 pCt. Indien hit iiiet beteekent
een eerste sta tot- voei. clrnstischer rente-verhooging, zal
ook deze ‘maatregelgeheel zonder uitwerking moeten blij.
• ven; men bedenke, dat in de open markt ccii rentevergoe-
ding van 1 pCI.. per dag, derhalve van 360 pot. per jaar,

regel is geworden. Het is de vraag, of cle Rijksbank het
a.;inclurft het mes zoo diep iii de i’onde te zetten ; voorloo-
pig lijkt dit iiie waarschijnlijk. De komendle goud-leening
(een tweede poging om den chaos te bestrijden) biji’. wordt

0p
cle gewone voorwaarcleti beleenbaar gesteld, hetgeen dus
iril zeggen een uiitbreidling van cle crecliet-geving met vont-
loopig ccii extrapremie voor dcii crediet-nemer. Indien deze
goud-leèiu uig dlus al een succes zal worden — waaraan
sterk wordt getwijfeld, gezien het resultaat der dollar-
leening — zal het guistig resultaat weder voor een goed
deel worden geëlirnineerd doordat de biljettei.u-circulatie in
verband niet de beleen i ngs.niogelijkheid toch ii jet ingekrom-
pen zal kunnen worden. Vervolgens zijn er onderhandelin-
gen gaande omtrent het -invoeren van goud-rekeningen. en
van rentebc-relccning op
ij

ouci-basis. Bij cle zeer invloedrijke
belangen, die de plannen der Regecring tot nu toe vaak
hebben doen falen, is liet evenwel twijfelachtig of het tot
een doorvoering zal kunnen komen, geheel afgescheiden van
dle kwestie of ,,tiberhaupt” van cle voorgestelde projecten
veel nut mag worden verwacht. En ieder geval echter schijnt
men zich thans bewust te oorden van cle noodzakleijkheid,
dat zeer ingrijpende maatregelen noodig zijn om een einde
te inciken aan cle inflatie en aan de zeer erustige gevolgen.
hiervan. Voorloopig heeft men in breede kringen der bevol-
lcin
g
te dozen aanzien nog geen al te groot vertrouwen, ge-
tuigo liet feit, dat dc effectenbeurs te I3erlijn ook deze i’eelc
weder het beeld van een stormachtige hausse te aanschoii-
weit heeft gegeven. Koersverheffingen vail boven liet mii.-
1 ioeu procent waren geen uitzoitclerï ng meer.
De markt te N e w Y o r k wa.s stil, vooral door liet over-
lijden’ van President Hcircling, waardloor de beurs ccii dag
gesloten was en de politiek ten aanzien ‘a ii Europa nog
in i ncler vast onilijncl is geworden, clan tot
uh
toe reeds het
geval was.
T e n o
ci
z e
ci
t heeft de markt evenmin groote sensaties
gegeven, behalve dan dlat sommige afdeelingen zeer luste-
loos gestemd zijn geweest.
iielcgy’ings’waavden
hebben zich
hieraan kunneut onttrekken; de variaties bleven hier be-
perkt en de stemming was over liet algemeen vast.

30 Juli 3Aug. 6Aug.
Rijzijig of
daling.
6

o/ Nederland 1922 . . . – 101
51

101’1 101i51 -+-

5

oj
o

,,

1918

•.

‘%
+iio
4%
O/

,,

1916 ….

92

92i1

92

4

O/

,,

1916 …. 86%

86

. 86i1

— 31
8

3%
0
/0

,,

. . . .

7671,

7671
s

76718

3

Olo

,,

. . .

67

6671

66
51
8
— 11
8

2%
0
/0
Cert.
N. W. S
. …… 567/
s

5671
8

56’1

7 o/ Oost4ndië 1921 . .

1.02% 102%
102
1i6 + 1
116
6

olo

,,

1919 . . .

9971

99i1
10

99


5

o,’

,, •

1915 …. 943/
s

94i
8

94% _%

5 i/ Rusland 1906

3% –


4
Of
Rusl. bij Rope & Co

381

3°119
4 ol
o
Japan 1899 …….. 675,
8

68%

69% + 1
71

5

0
/0
Brazilië 1895 …… 48%

4811

48%
8
0
/0
San Paulo 1921.

97

97

97ii
+
15
116

6
0/
Amsterdam 1920…. 100%


7
ol
o
Rotterdam 1920…. 10211

102

102

—%

Het sterkst is de markt voor
stoikerwacorden
aangegrepen

door cle sensationeele daling van de Cuba-noteeringeci te
New York en cle hierop gevolgde ongeanimeerde houding
van het Inchisc:he product. Een licht herstel kon weliswaar
iiitreden, doch dit stoiicl niet in verhouding tot dle placcts.
gehad hebbende verliezen. De hoofdoorzaalc hiervan moet
worden gevonden in het feit, dat de verkodpdrang op cle
lageie prijzen — in verband met vele geforceerde liquida-
ties — veel sterker was dan de hierop gevolgde kooplust:
Ook de
pefroleum-afdéeling
was lustelool, met uitzoncle-
ring van aancleelen Geconsohideerde, die gezocht waren in
verbctncl met gunstige bedrijfsresultaten van de Astra Ho-
niana.
Rubber-
cmi
tabukswaarclen
bleven nagenoeg onver-
andlerdi; cle prijs van. riubber in London Eluctueercie slechts
gerii:ig en cle cilhemeene opinie omtrent de naaste toekomst bleef gunstig.
Bin?neflldnnd/scke industi-ieelø waarden,
daarentegen moes-
ten voor vele soorten een veer laten. De Duiitsche concur-
rentie, tezamen met die van België, heeft hier invloed ge-
hati.

,
30 Juli
3Aug.
6Aug.
Rijzing of

Amsterdamsehe Bank
%
117 117
117%
a ing.

Incasso Bank …………
89


Koloniale Bank ……….
144
13851
8

140
4
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
122%
120
5
18
120% —
2%
Rotterd. Bankvereeniging..
9071

Amst. Superfosfaatfabriek.
35

33
—2
Van Berkel’s Patent ……
37
32%
33
—4
Gouda Kaarsen

……….
76
73%
73
3
Holl.Draad-enKabelfabriek
53% 53% 53%

8Augustus 1923

ECONOMISCH-STATIS1ISCHE BERICHTEN

705

30 Juli
3Aug.
6Aug.
Riizng of
daling.
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aand
46
44
118
– 4,18
pr. aand
50%
56
50

Leerdam Glasfabrieken …..
30
31%
32
+
2
Philips’ Gloeilampenfabriek
240
231%


8%
Vereenigde Blikfabrieken
98%
9851
8

99
+ K
Vereen.ChemischeFabrjeken
35 33
– –
2
Compania Mercantil Argent.
9%
6 6

3%
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
150%
14151
8

144

6%
Handelsver.Amsterdam
416
403%
406%
-9%
Handeisverg. Reiss
&
Co
26
24
1
1
8

24%

1%
Int. Crediet-
en
Handeisverg.
Rotterdam

…………
171

173
+
2
Linde Teves
&
Stokvis
60%
57%
57

3%
Tels
&
Co’sHandel-Mij…..
5
.

4%

Redjang Lebong Mijnb.-Mij
104
101%
103

1
Gecons. bil. Petroleum-?4ij
109% 117%
121
+
12
Kon. Petroleum-Mij.

……
333%
324
328

5%
Orion Petroleum-Mij…….
Afgest. Aand
24% 23
24%
Amsterdam-Rubber-Mij …
..
146
7
/8
143%
147
+
’18
Nederl.-Rubber-Mij .

……
74


Oost-Java-Rubber-Mij…..
214%
216
217
+
2%
Deli-Batavja Tabak Mij.
296
294
292%
-3%
Deli-Maatschappij

……..
275%
2731
,
2

277%
+
2
Senernbah-Maatschappij
242k
243j
g43,18
+
18
ScIcecpvaar!,[oncisen
bleven nagenoeg zonder handel en
zonder kocrswijzigi ngeil.

30Juli. 3 Aug. 6Aug.
Rijzing of
daling.
Holland-Amerika-Lijn

81% 80% , 80

– 1%
,,gem.eig 72% 70% 70% – 1%
Hollandsche Stoomboot-Mij. 18%

18

20

+ 1112
Java-China-Japan-Lijn …. 64

-64

M
Kon. Hollandsche Lloyd . .. ,,,,7

7

8

+ 1
Kon. Ned. Stoomb.-Mij ….. .51

52

+ 1
Konink.Paketvaart-Mij. … 108%

109% + 1 Maatschappij Zeevaart .. . – 54% –


Nederl. Scheepvaart-Unie .. 10691,
6
10471
8
105% – 1
1
/16
Nievelt Goudriaan ……..81

81

81
Rotterdamsche Lloyd.. . … 120

1131
14
115% – 4%
Stoomv.-Mij. ,,Nederland” .. 1344 133

132

– 2′
,,Noordzee” . . 27% –


De
Amcri/caansche markt
gaf slechts geringe omzetten te
aanschouwen spoorwegWaLrdeiL bleven hier aangeboden.

30 Juli 3 Aug. 6Aug.
Rijzing of
daling.
Americ. Smeiting & Refining 59%

58’11,

– 1116
Anaconda Copper ……..80
116
80%

83% +
3u
’11
Studebaker Corp . …….. 102% 104

102
,
1
8

Un. States Steel Corp. …. 89%

88
1
/
8

90

+ %
Atchison Topeka……….103

101% 101% -: 1%
Ene
………………..11
ij,

11%

+

.
Southern Pacific ……….89

88%

88% –
Union Pacific ………….. 132%

131%

13011
8
-2s1
Int. Merc. Marine oi

ig. gew.

7

6%

6’11

– ‘/
16
,,

. ,,

,,
pret

24%

23o1
5

24,18 – 18
De
gek/markt was kalm ; prolongatie 3 ii. 3 % pCt.

GOEDEREN HANDEL

GRANEN.

7 Augustus 1923.

De afgeloopen week heeft weinig verandering gebracht ii,
cle positie van de tarwe. De nog verdere ontwrichting vara
den Duitschen wisselkoers heeft veroorzaakt, dat er van
clieii kant weinig of geen vraag bestond. Bovendien is het
weder over heel Europa gunstig geweest, hetgeen op dit
oogeiblik van groot belang is. De omzet was ook daardoor
(liet van groote beteekenis, omdat iii cle berichtsweek eenige
Eiigelsche feestdagen vallei,, terwijl bovendien op 3 dezer
de Noord-Arnerikaansche nuirkten gesloten waren wegens
liet overlijden van President Harding.-
De September-termijn te Chicago clie
01)
Bi Juli op 96%
sloot, eindigde op 6 Augustus op 96
7
/8,
nadat
01)
d&n isten
Augustus de prijs even tot 98% gegaan was; oorzaak van
cle betrekkelijke vastheicl w;tren nog steeds de minder gun-
stige oogstberichten uit het Noordwesten der Vereenigde
Stateii batreffencie de zomer-tarwe. Môigen zal er wederori,
een maanclelijksch oogstbericht door Washington geptb1i-
ceerd worden, dat waarschijnlijk een verlaagde oogstraming
voor de zomer-tarwe zal aangeven.
Belangrijk zou het zijn spoedig ook meer definitieve cij-
fers betreffende den Canacleeschen oogst te vernemen. In
tusschen is de zichtbare voorraad in cle afgeloopen week
zeer aanzienlijk vernieerdercl, hetgeen overigens in dezen
tijd van het jaar niet anders dan normaal is.

Ook de berichten uit Argentinië en Australië zijn gnn-
stig, zoodat er op het oogenb]ik weinig a,anleiding bestaat
een verhooging der prijzen van broodgraa n te verwachten.
Dit
g
eldt evenzeer voor r o g ge, in welk artikel eveneens
slechts woinig zaken tot stand kwamen, aangezien de meeste
niarkten iii Europa zich vergenoegden met eigen voorraden
af te werkeii. Ook de roggeprijs bleef in de afgeloopen week
vrijwel onveranderd. Voor in al s liep cle markt nog verder
terug, althans voor La Pl ata-maïs.
De Noorci-Amerikaansche markt handhaaft zich ver boven
export-pariteit. De verschepingen van La Plata-maïs waren
evenwel wederom ruim en zoowel 01) Engeland als
01)
Ant.
ierpen en Rotterdam bleven cle prijzen regelmatig terug-
loopeti. Sedert gisteren is de stemming evenwel beter en
kwannien hier en daar kleine verhoogingent tot stand. Het
cani,ocl vara ge r s t kwam voornamelijk van Tunis en Ma-
rokko. De offertes van Rusland en den Donau zijn zeer
schaarseb. Dit gaf de markt een, stantclvastiger aanzien, of-
schoor ten slotte de prijzen niet van beteekenis konden ver-
lieteren. Ook voor h a v e r i’as het een kalme week met
vrijwel geen verandering der prijzen. Voor lijn z ii a cl
bleef de toestand vrijwel onveranderd; de Argentijnsche
prijzen bleven op en neer gaan, doch sluiten zeer prijshou-
dend. Ten gevolge der minder gunstige oogstbenicbten is
ook de Noorci-Amerikansche markt hooger gesloten.
‘Zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.

Al blijven schijnbaar de clugelijksche Air,enikai,n,sc.1te no-
teeringeni de richting der overige suikerniarkten aangeven,
oo valt niet te ontkei

,nen, dat- in – den laatsten tijd het
zwaartepunt der positie .ini Java hing.
eNaclat houders van., Javasin iker door verkoopen op de ver-
schillencle terntiijtirntarkteu, vooral te Now York, deze mark-tena gedemoraliseerci hadden, maakte zich de druk der groote
afschepingeni gedurende Juni en Juli van Java, clie tot tel-
kens lagere prijzen in cciie onwil 1 ige markt aangebodeni wan-
del), zeer voelbaar. Ook op Java zelf werden vele houders
van de thans in cle afscheephaveus binnenkomende suikers
nerveus.
iOitlanigs werd bekend, dat Japansche en Chineesche
stil-
kerkopers
01)
Java in onderhandeling waren over de vor-
ming eener combiniat-ie, die ten doch had, den suikerprijs c.p
Java
01)
te honden, hetgeen dadlelijk van invloed was 01) de
prijzen. Intusschen is het echter tot dusver bij onderhande-
len gebleven zonder resultaat en kon de prijs voor witte
suiker op Java- gedurende de afgeloopen week terugloopen
tot benedeni
f
14,- per pied.
‘In, A m e r i k a waren gedurende (Ieafgeloopen week
slechts vier beursdagen – en kon zich cle termijnmarkt na
eene inzinking van ongeveer 0,60 dc. den vierclen dag weer
0,25 dc. herstellen. Spot Centnifugals liepen terug van 6,65
de. tot 6,03 dc. Citbasuiker werd afgeclinani tot 4,25 dc. c.&f.
Néw
York, waartoe aan het eii,cle ‘Ir week koopers in de
markt bleven.
01) C ii b a werkt thans nog m:.cr t fabriek en wordt
eene totale productie vani 3.620.000 verwacht. –
De laatste Cii b a -statistiek luidt als volgt

1923

1922.

1921

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 30 Juli ’23

10.883

68:195

18.273
Tot. sedert 1 Dec. ’22-30 Juli ’23 3.266.591 3.488.104 3.013.761
Aantal werkende fabrieken

1

13 . .

4
Weekexport 30 Juli ’23

27.599

85.800 – 42.450
Totaleexport 1Jan.-30 Juli’23 2.742.910 2.848.441.17602.255
Totale voorraad 30 Juli’23

523.687 650.164 1.410.886

De zichtbare voorraden zijn volgens C. Czaniiikow Lt’d.
,Llá volgt:

. 1923

1922

1921

Tons

Tons

Tons
Duitschlaiid1 Juni ’23

656.000 308.000 381.200
Tsjechoslowakije 1 Juli ’23

107.100

83.300 206.000
Frankrijk 1 Juli ’23

108.700

60.400

70.200
ederland 1 Juli ’23

80.000

94.000

51.000
België 1 Juli’23

.

34.800

30.300

60.000
Engeland 1 Juli ’23

393.800 368.100 407.400

i.

. In Europa. . 1.380.400

944.000 1.176.700
V. Staten v.N.Am. 28Juli 23 124.000 233.300 104.500
Cdba (alle havens) 28 Juli’23 523.700 650.100 L428.900

Totaal… 2.128.100 1.827-500’2.710.100

in, 11 n ge! an cl clâalde de termijnnarlct oiiler den ,in-
vloed a’ar, groote hiquidaties tot Shi.23/. voor Augustus, om
zich ten slotte weer tot 8h. 2413 te herstellen. Véor Decem-
ber was de laatste noteeriitg 8h. 20/7%.


In o na s 1 au d gaf de niarkt een dergelijk beeld te zien.

t-.

706

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Augustus 1923

Noteerin.gen.

Chicago
Buenos Ayres

Dato
Tarwe
Mais
Haver
Tarwe
Mais
Lljnzaad
Sept. Sept. Sept.
Aug.
Aug. Aug.

4Aug.’23
96%
7/
35%
10,60
8,051)1
075

28Juli’23
95%
7734
35
11,60 8,35
21,45

4Aug.’22
108%
62’1
3334
12,15
8,15 20,30

4Aug.’21
121%
57
18
37
1
18,65
9,35
23,85

4Aug.’20
235%
142%
71
22,-
9,05
1
)
24,45
1
)

20Juli’14
82
568/,
36% 9,40
5,38
13,70

‘)

Sept.

AANVOEREN in

Rotterdam

Tarwe
.
…………… ‘)
11,80 11,75 13,50

Rogge (No. 2 Western)
1)
8,20 8,50
10,50
Maïs (La Plate) ……..
2
)
180,- 180,-
208,-
Gerst (48 ib. malting) …
2
)
172,- 172,-
205,-
Haver (38 ib. White cl.).
.1)
9,
9,10
10,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)
1)
10,70 10,85
1

14,-
Lijnzaad (La Plata) … .3)
405,- 413,-
456,-

1)
p. 100 KG.

2)
p. 2000 KG.

3)’ per 1960 KG.
*)
Nr. 2 Hard/Bed Winter Wheat.

ons van 1000 KG.

Amstèrdam

Totaal

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

1
6Augustus 1 30Juli

1 7Augustus
Soorten

1

1923

1

1923

1

1922

Artikelen.

29Juli14 Aug.
1

Sedert

1
Overeenk.

1
29Juli14 Aug.
1

Sedert

1

Overeenk.

1922 1923

1 Jan. 1923
1
tijdvak 1922

1923

1 Jan. 1923

tijdvak 1922

32.020
445.176
616.477

31.086
26.976
476.262
643.453

2.170
‘279.463
,

125.291

485

279.948
125.291

115
9.937 9.555

– –
9.937
9.555

13.497
352.059

632.553
1.822
50.277 69.705
402.336 402.318

11.015
128.217 88.634

7.062 3.597 135.279
92.231

Tarwe ………………
Rogge

……………….

2.134
50.069 79.212

533
50
50.602
79.262

Boekweit

………………
Maïs

……………….

2.580
85.680
94.893
504
40.156
58.480
133.836
153.373

Gerst ……………….
Haver

………………

4.014
133.514
74.725


1.547
133.514 76.272
Lijnzaad …………….
Lijnkoek …………….
3.306

51.451 32.647

3.864 4.954
55.315
37.601
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten
. . .

1.344 6.222
– –
2.615
1.344 8.837

Na van
f
27,- tot f24,- teruggeloopen te zijn, sloot cle
en gebleekte goederen voor de Indische markt wel verbeterd

Augustus-termijn

op

f
25

en

November/December op
en zijn er veel aanvragen aan de markt. Hoewel biedingen

f 22’/ na f22,-. Ï)e omzet
01)
cle Amsterdamsche markt
over ‘het algemeen te laag zijn schijnt er wel kans tot zaken

beliep de afgeloopeii week 4250 tons. In stooinencle cii aal,-
te komen, indien katoenprijzen trninste niet verder dalen.

gekonien Javasuiker werd nog het eer, en ander gedaan, cloh
Tot nu toe zijn er dan ook slechts weinig orders tot stand

het grootste gedeelte vatt de voor Nederland bestemde ladia-
gebracht,

doch er

zijn wel

teekenen

dat

de vraag

naar

gen jprilen naar andere havens, zooals Marseille en Noor-
manufacturen bona fide is, zoodat de toestand waarschijnlijk

delijke havens gedirigeerd.

.
wel zal verbeteren indien er slechts wat meer vertrouwen

NOTEERINGEN.
in de tegenwoordige prijzen komt.

Londen New York

White Java
Amster.
Amcr. Gra-

96pCt.
Data
dom per
Tates
f.o.ls. per
nulated c.t.f.

Ccntri.
Aug.
Cubcs
No.
/
Aug.

fugals

Sh.

$

Aug.

Sh.

2 Aug. 123if241iv
6019
211_
321_
1
)

6,03
2
)

26 Juli
1
231,,27
5
18
6119
211_
21
7
1)

6,97

2 Aug. ‘221,,267/,,
5819
2016
24174

5,36

2 Aug.’211,,35’/
4

651_
211_
311_

4,86

4 Juli

141,
5
11
13
1
32

181_

3,26
1)
Nom.
2)
Laten.

KATOEN.

Marktberi’elt van de Heeren Sir Jacob Behren’s .& Sons, Manchester, d.d. 1 Aukustus 1923.

Prijzen van Amerikaansehe katoen zijn dit seizoen liet
hoogst geweest 01) 12 Juni, toen middling loco 17.13 noteerde.
Sedert zijn prijzen geregeld gedaald en was de noteering
voor loco op 30 Juli 13.43 d. hetgeen nog ’33 punten hooger
is dan de laagste noteering voor den 1922/23 oogst öp
10 Augustus 1922. 1)e meeningen omtrent den vaarschijnlijln
prijsloop van ruwe katoen loopen nog al uiteen, maar de
daling is hoofdzakelijk het gevolg van de kleinere ver

koopen aan de industrie, doordat de meeste fabrieken nog
,,korteren tijd” werken terwijl men ook goede verwachtingen
heeft van het te verwachten ilureaubericht. Prijzen’ van
voorradige katoen gaan achteruit en tegen termijncontractèn
w’erden gisteren zelfs 17.000 balen aangediend daar houdrs
prefereeren thans te liquideeren in plaats van deze katoen
langer aan te houden, zoodat prijzen dan ook over het
algemeen zeer belangrijk zijn gedaald. Egyptische katoen
blijft vast en de vraag is bevredigend.
De verkoopen van Amerikaansche garens zijn zeer gering.
Enkele Spinners verkoopen nog al wat, maar over het
algemeen blijft de omzet onvoldoende en nemen koopers
door de daling van katoenprijzen liever een afwachtende
houding aan. Er zijn enkele aanvragen voor Indië aan de
markt, die in sommige gevallen tot zaken hebben geleid.
Ook voor Egyptische garens blijft de vraag gering, hoewel
enkele partijen 70180′ medio voor Indië verkocht zijn en er
ook wat vraag naar fijne garens bestaat. Voor getwijnde
garens blijft de vraag gering en de positie voor fabrikanten
van deze soort is slechter dan ooit.
Na de daling van katoenprijzen is de vraag naar gedrukte

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolfi
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio

Sonto,
Wisselkoers

No.4

Voorraad
Prijs
No.7
Voorraad
Prijs

4 Aug. 1923
828.000
19.4751
1.305.000
119.500
513133

28 Juli

1923
1) 1)

.1)
1

1) 1)

21

,,

1923
884.000
17.025
1.273.000
18.000
57,,

4 Aug. 1922
1.804.000
15.450
2.569.000
18.800
7
13
1
32

Ontvangsten.

Rio
Santas
Data
Afgeloopen
Sedert

Afgeloopen
Sedert
week
1 Juli
week
1 Juli

4 Aug. 1923….
92.000 388.000
203.000 846.000
4 Aug. 1922….
.63.000
302.000
206.000
547.000
1)
Feestdag.

Statistiek dei firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Augustus 1923 in duizenden balen.

1923 1922 1921
1920 1919

Voorraad in Europa.’.
1.840
2.463
1.997
2.220 2.470
StoomendfBrazilië ..
421
478 633
275
758

n. Europa

Oost.Indië.
12
7
52

83

2.273
2.948 2.682 2.495
3.311

Voorraad Ver. Staten
797
1.124
1.761
1.783
914

Stoomend –
naar

,Brazilië

237

229

430

543

648

Ver.Staten)

3.307

4.301

4.873

4.821, 4.873
Voorraad in Rio

890 1.819 1.351

322

628
Santos.

1.342 2.481 2.932

1.567 4.714
Bahia

11

13

36

19

10

Totaal ….. 5.550

8.614

9.192

6.729 10.225

Op 1 Juli
……….
5.340

8.369

8.700

6.750 10.336

8 Augustus 1923

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

707

THEE.

(Opgave van den makelaar J. van Eck.)

Bericht van den afloop Theeveiling op 26 Juli 1923.

Aanbod in veiling bestond uit:

Heden:

10647, 27212, 2014 kn. Java thee
5658, 48612,

Sumatra thee
1141,

voor reken. belanghebb.
9612,

China thee
172, 27812,

voorg. veilingen

Totaal.. 17618, 113212, 2014 kn. thee.

27 Juli 1922:

13785, 33812, 2014 kn. Java thee
658,

Sumatra thee
619,

voorg. veilingen

Totaal.. 15062, 33812, 20/4 kn. thee.

Aanbod 1 Januari jl. tot heden:

1922

1921
Java thee

93486 kn. 89351 kn. 177189 kn.
Sumatra thee

34525

19728 ,,

7697
Voor rek. belangh. 4496

4480 ,,

1482

Totaal ………..132507 kn. 113559 kn. 186368 kn.
Gem. per veiling

13251 ,,

11356 ,,

18637

China thee …….11924/2 ,,

10012

Bij een vaste stemming was het verloop vrij onregelmatig.
De Java Oranje Pecco’s moesten veelal iets lager worden gegund, waarbij een enkel partijtje, even mooi als in vorige
veiling, doch minder van smaak, niet onbelangrijk. Daar.
entegen brachten vele Pecco’s en Pecco Souchon’s van 2
tot 4 ets meer op, uitgezonderd die theeën waarvan de
kwaliteit veel te wenschen liet.
De goede Sumatrabladtheeën bedongen vorige prijzen en
iets daarboven, doch op de theeën waarvan smaak en af-
werking te venschen lieten waren de biedingen lager.
Gebroken Oranje Pecco, zoowel Java als Sumatra, waren
over het geheel iets lager, de goede middenkwaliteit Ge.
broken Pecco, hoewel iets onregelmatig goed prjshoudend.
Voor Dust, Fannings, Gebroken thee en Bohea was een
goede vraag en vele werden iets hooger betaald.
Onmiddellijk na veiling kwamen nog vele afdoeningen
tot stand.
Uitgezonderd No. 3222 werd de China thee in hoofdvei-
ling eenige centen boven taxatie verkocht, in naveiling
gedeelte afgedaan.
De volgende veiling zal worden gehouden op Donderdag
30 Augustus e.k.

NEDERLANDSCH-INDISCHE THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 111 Kisten.)

Voorraad 30 Juni 1923 ……………38.892
Sedert aangevoerd………………..19.883

58.775
Sedert afgeleverd…………………19.432

Voorraad heden …………………..39.343

Waarvan in de eerste hand…………7.906

Amsterdam, 31 Juli 1923.

RUBBER.

Ofschoon de stemming in de afgcloopen week iets beter
was, zijn de prijzen vrijwel op hetzelfde niveau gebleven.
Van Amerikaansche zijde wordt nog steeds zeer weinig
belangstelling getoond, terwijl de producenten op hoogere
prijzen houden. Omzetten bleven dan ook zeer beperkt.
J)e. slotnoteeringen zijn:

einde voorafgaande week:

Prima Crpe Augustus
79K
ct.

………… 80k’ ct.

September 80

,…………. 80

Oct./Dec.. 82

,…………. 83

Smoked Sheets Augustus 80

,………….. 80

September 80

,…………. 81

Oct./Dec.. 83

,…………. 83

6 Aug. 1923.

KAP OK.

(Opgave van de Makelaars Gebr. van der Vies, Amsterdam.)

Kapokstatistiek op 31 Juli 1923.

Voorr. Aanv. Verk.

Voorr.
Importeurs:

1 Jan.

tot

tot

op
1923 31 Juli 31 Juli 31 Juli
H. G. ‘I’h. Crone ………

-__

3191

3131

60
Edgar & Go …………..

728

728


Van Eeghen & Go …….. – 1964

1964


N.V. Handelen Cultuur Mij.
v/h. Smidt & Amesz q.q.
Edgar & Go’s Handel
Mij. Soerabaja ……..
Van Heekeren & Go;…..
Hoving & Beer …………
.
Int. Hand. & Crediet Mij.
Koning, Teves & Co…….
Landb. Mij. ,,Geboegan”…
Maintz Producten Handel.
Mirandolle, VoOte & Co…
W. Tengbergen & Co……
Zweedsche Oost-Ind. Cie..
Weise &Co …………..
Order……………….

STEENKOLEN.

Sinds ons laatste rapport zijn de prijzen op alle markten
constant teruggeloopen. De nootkolen zijn de eenige, die
nog eenige vast.heid vertoonen, hetwelk in hoofdzaak ver-
corzaakt wordt door afwezigheid van elke vraag voor cle
grove kolen. De daling is het meest markant in het Dur-
hem-district, dat, zoonls bekend, van de laatste groote stij-ging het meest geprofiteerd heeft. De prijzen voor gewone
stoomkolen in dat district zijn nu zÔS, dat het twijfelachtig
is of Amerika zijn kolen even goedkoop hier op de markten,
kan brengen, zelfs bij de meer dan lage vrachten van het
oc.genblik.

I)e prijzen zijn als volgt:

Northumberland Ongezeefde
f
16,15.
Durham Ongezeefde

—————-17,25.
Gardiff Ongezeef de —————-

-, 18,50.
Schotshe Ge’zeefde —————-

,, 16,75.
Yorkshire Gewasschen Doubles

,, 19,25.

Gietcokes

————————

,,
40,25.
Alles per ton van 1000 KG., franco Rotterdam/Amsterdam.
Markt lusteloos.
7 Augustus 1923.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Standaard
1

Koper

1

Electro.
lytiscl
1

Tin
1
Lood Zink

3 Aug. 1923..
64.101J
71.15j
181.101..
24:_/_
31.51_
30 Juli 1923..
65.151_ 72.101_
185._/_
24.716
31.1216
23

,,

1923..
65.1216 72.151_ 186.1216 24.101_
30.51_
16

,,

1923..
64.1716 72.151_ 178.1710
24._/…
28.1216
8 Aug. 1922..
>
65.51_
71.101_ 161.151_
25.216
31.1216
20 Juli 1914..
-61._/_
1

145.151_
19._/_

1

21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
Sinds
OUS
overzicht van de vorige week is er in de vrach-
ten zeer weinig wijziging gekomen en clezelf cle cijfers gelden
ongeveer overal. Er zijn zeer weinig zaken tot stand geko-
men door dd bank-holiday in Engeland, welke zich reeds iii
den loop van verleden week deed gevoelen.

De dood van
President Harding was in de Vereenigde Staten ook aan-
leiding om de kantoren te sluiten.
7 Augustus 1923.
GRAAN.

Data Petra

0de33a
grad

Rotte,’- Londen,

Jam
Rdam

AtI. Ku31
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,’.
Bruto!
Rotter.

1
Enge.
dam
Kanaal
dom
land

30 J.-3 Aug. 1923

161…
2

2,13


20/3
2013
23-28 Juli

1923

1516
2

2,15


20110
20110
31 J.-5Aug. 1922
– –
1 ly,
3

219
231_
231_
1-6 Aug.

1921


516
516

46/3
Juli 1914
11 d.

713
1/11k
1/113
121_ 121_

1) $
per ton kolen.
2)
Per ton cLw.
8)
Am, cents per 100 lbs.

273
1305
1476
102

659
659

72
210
282

1248
1248


842 842

lii
143
159


247
247

314
4905
5182
37

290
290


529
529

444
2620
755
2309
82
6188 6270

1201
25069 23762
2508

708

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

&A’ugutu 423

KOLEN

Cardi,9

.

1
Oostk. Engeland
Data
Bora’caux
1
Genua
Sald

1

Plata
1

Rotter-
1 Goihen.
burg
i

Rivier
ïI

30 J.-3 Aug.’23
5110
9/41
1017 1416
5/1
6/1
23-28 juli

’23
613
9151
1017,

.
1.416
514 .519.
31 J.-5Aug.’22
619
1211
13/9
1.5,1._.
,515
‘713
1-6 Aug.

’21
815
1716
16/6,
.141_
714
10/
juli 1914
fr. 7,-
71_
713
1416
312
41_,

DIVERSEN.

Boml,at,
Birma
Vladivo-
Chili

D

ato
West
Europa
‘Wëst’
Europa
stad
West
We3t
Europa
(d. u.)
(rij3t)
Europa
(salpeter)

30 Juli-3 Aug.

1923..
2316
301_
,

351-
351_-
23-28 juli

1923..
251_
,
301_
351_’
351-
31 juli-5 Aug.

1922..
181
.

251_
351.-
341_
1-6 Aug.

1921..
3216
601.-


Juli

1914..
1416
‘1613.
251.-
22/3

RIJN VAART.
Week van 29 Juli-4 Augustus 1923.
– ‘De aanvoeren van kolen voor den Bijn namen tOe. Ook
kwamen er eenige ei-tsbooten binnen.
De beschikbare scheepsruimte bleef schaarsch zoodat
zich ten gevolge van de groote navraag een voortdurend ge-
trek aan schepen deed gevoelen.
De daghuur varieerde voor Hollandsche schepen van
3%-4 cents, terwijl voor Duitsche schepen 2Y2-3 cents
betaald werd.
De waterstand bleef ‘alleucl, zoodat gemiddeld’ op 2.10-
2.15 M. afgeladen werd.
Het sleeploon werd in doorsnee genoteerd volgens het
65-cents-tarief.

INKLARINGEN.
VLISSINGEN.

Juli 1923 Juli 1922
Landen van
herkomst

.
Aantal

M.
schepen
Aantal

118.
schepen

Binnenl. Havens

1
5.520
1
8.240

Groot.Brittannië
32
258.095
33
258.102

Zweden
1
1.368

België
1
268

Portugal’)
(
1

s,


542
1.584

3
1.858

Levant
2)
10
5.344
7
‘4.054

49
272.721,
44
272.254
Totaal….

Nation aliteit.

Nederlandsche
34
255.785
34
265.552
Britsche
5
5.139
3
3.896

4′

8.877
_
-‘


Duitsche ………
Belgische

6
2.920
7
2.806

49
272.721

44
272.254,
‘Totaal

….
‘1 Biileuers.

21
Sleenbooten. (Barend
Stofkoper
&
Co.)

DELFZIJL.

Juli 1923
juli 1922
Landen van,
herkomst
Aantal
schepen
N.R.T.
Aantal

schepen

N.R.T.

Binneol. havens.


1
215
Groot.Brittannië
9
6.508
4
3:149
Duitschland .
14
1.446
6
460
Zweden
11
2.574
11
2.083
RusL-Witte Zee

‘-
1
828
Finland
6
2.373
7
1.432
Midden-Amerika
1

.
3.364
.

Totaal
41


16.265
30
.8.167

Nationaliteit

Nederlandsche
18
3.894
14
4.228
]3ritsche

.
……
2
1.079
1
684
3.951.
9
1.567
Duitsche ………15
Noorsche…….

,


1


828
Belg-isch

……..
..

1
3.169

Zweedsche •.. ..
3
767
5

,
860
1
..

41


IDeensche ……..
Vereen. Staten..
1
3.364

41.,
16.265
1

,

30

,.
8.167
TQtaal
..’. …

,
1n. vau Anja.

IjMUIDEN.

1623
Juli 1922
Landen van
Aant1
schepen
N.R.T.

Aantal
schepen.
N.R.T.
herkomst

Binnenl. havens.
9
7.544
13
18.996
Groot-Brittannië
101

.
‘69.610
107′
67.561
Duitschiand …..
47
64.851
.

32
54.824
Noorwegen .. …
..

.

4
3.939
4
1.742
.
.16
9.048

22
15.680
S
9.588

.

i0:
3.895
Rusl._Oostz.hav.
S
8.256

44
30.629

35
‘28.135

Denemarken …..

10

.
:

11.193
5
9.680
6
5.615
3
1.586
5

3.883
‘ ‘


4
5.585

3

3.563
1
927


2
1.894

Finland………

Oosteur.-iong.,
Griekenland
1
630
2
2.154
,
RuslandZw. Zee
1
2.089-


Roemenië, BuIg.
2
2.252

–‘


And. Midd. Zeeh.
4
3.625
3
4.143
Senegal,

Dakar
1
1.794
.2

2.580

Frankrijk ……. Spanje …….. ..

Ov.Westk.Afrika
1
2.128

Oostkust Afrika.
‘1
2.9691′
3.646
Ned. Oost-Indië.
9
39.931′
10
41.836
And. Aziat. hav.
4.914′



Verven. Staten..
4
11.919


Midden-Amerika



4
15.038

Zweden ……….

Ned. West-Indië-
Ned. Antillen.
7
15.203
5
9,648

België……….

Brazilië………

.
.
1
‘5.128

Portugal ……..

Argent., Urug…
3
18.209
2
7.569

Italië………..

2
4.504
1
2.726
Chili ………..

Totaal

….
,
298
339.486 269 304.979

Periode ‘1 jan.-
1.817


2.054.787
1.935
1.811.921

Natioii aliteit

31.

Juli

……

Nederlandse lie .’
124
200.235
119
167.162
64

.
55.7-22
63
46.542
Duitsche
85
-51.302
41
30.723
Noorsche …….

9
1(1,742
13

9.924′

Britsche ………

Zweedsche
;. ..
9
5.418
15


9.962
Deensche …..
.
2
2.162
9
8.700
Verven, Staten
2

..

8.197

7
29.876
Andere

……….
3′-
5.708
2
2.090

Totaal

. .
..
298
339.486
269

304.979

(Vereenigde Scheepsagenturen van

Ha’l’verhout & Zwart en Zurmühlen &. Co.)

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Verschenen:

Bedrijfsleven ‘en ‘de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f
3,-.

Gebonden
f
4.75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-

neerden ‘op het Weekblad wordt dit werk

‘beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
‘f
4,- gebonden.

Bestellingen -richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter – de Hooghweg 122, onder gelijk-‘

tijdige remise per postwissel ‘of op .postchèque- en

‘girorekening No. 8408; ‘Rotterdam. –

III

Auteur