Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 257

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 1 1920

1 DECEMBER 1920

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch-Statistisie

Beri”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL
NIJVERHEID,
FINANCIÊN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 1 DECEMBER 1920

No. 257

INHOUD

BIz.

HANDELSORGANISATIE
EN
HANDELSPOLITIEK
IN
BRITscH-INDIË door
J.

G.
Bendien …………………………
1039
Het Ontwerp Pensioenwet voor niet-militaire Ambtenaren
door
Dr. A. 0. liolwerda

……………………
1041
Verloopend Getij door
Mr.
J. D.
van Ketwich Verschuur
1042
De Invloed van de Waardedaling van het Geld op de
Financieele Gestie der-Onderneming

…………..
1043
De Economische Opbouw van Palestina door
Mevr. Mr.
J.

Ornstein–F.Joö[ien

……………………….
1044
Londensche

Correspondentie

……………………
1045
AANTEEICENINGEN:
Prijsvraag over de beperking van invoer en uitvoer
van

Goud

…………………………….
1047
Nijverheidsbescherming in de Tweede Kamer ……
1047
De economische toestand van Britsch-Indië ……….
1049
OVERZICHT VAN

TIJDSCHRIFTEN
………………….
1050
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank…………………………
1050
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam …………
1050
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank

…………
1050
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN
.
……………1051-1057
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteelcende stukken:
Bijkantoor
Ruige Plaatweg 57.
Telef. Nr. 5000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—.
Buitenland en Koloniën
f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,150 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschap
pij,
Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

29 NOVEMBER 1920.

De verruiming van de geldmarkt maakte deze week

verdere vordering. Particulier disconto liep tel-ug van

334 tot 3% pOt., terwijl enkele posten ook zelfs nog

lager plaatsing konden vinden. Aas-t het einde der

week werd de vraag naar wissels iets minder drin-

gend, zoodat de rente weder iets hooger werd, daaren-

tegen liep de prolongatierente, die steeds 4 pOt. ge-

noteerd had, tot 34 pOt. terug. .Oallgeid was de

meeste dagen nauwelijks te plaatsen.

*
*

Over liet algemeen waren de fluctuaties op de wis-

selmarkt deze week veel geringer. Alleen in het begin

der week liepen Marken een oogeniblik weder snel op.
Daarna was het aanbod, dat ook nu weer hoofdzakelijk

uit Duitschland kwam, overheerschend en trad een

daling in.

LONDEN, 27 NOVEMBER 1920.

De aanstaande maan.dw&sseling teza.men met stortin-

gen van belastingen en het achterwege blijven van ver-
vallen van schatkistwissels waren oorzaak van de krap-

heid dci- geidmarkt, hetgeen mede de laatste ,,Bank

Return” toonde, welke een vermindering van ruim 11

miii. pond sterling in ,,P.rivate Deposits” aangaf. De

maikt moest in de laatste helft dezer week de hulp

der ,,Old Lady” inroepen en betaalde voor zeven-daags-

geld 7’% pOt., voor daggeld werd letaald 534-6 pOt.

In de disconto-markt bestond er vraag voor wissels;

prijzen waren echter onzeker, aangezien in sommige

kringen de mogelijkheid van een spoedige verniin-

dering van het o.ffici.eele disconto wordt tegemoetge-

zien. 2-, 3-, 4- en 6-maands-papier noteerden resp.

6
3
4-
13
/is
pOt., 6%_._.11/io pOt., 6
3
%
pOt. en idem.

HANDELSORGANISATIE EN HANDELS.

POLITIEK IN BRITSCH.INDIË.

De handelspolitiek van Britsoh-Ixidië en van Japan
heeft een vasten vorm aangenomen; tot miijn leed-
wezen heb ik dezen in Nederla.ndsch-Iudië niet kun-
nen waarnemen.

Ik laat hier eenige korte beschouwingen volgen
inzake de

Handels politiek in Britsch-Indië.

Meaning van den inlander over uitsluiting van
vijandelijke (Duitsohe en Oostenrijksohe) concur-
rentie.

De geschiedenis en het fiasco van
,,The mercha.n-
dise marlcs act”
ligt nog verseh in het geheugen. De
bedoeling was den inlaxuder te waarschuwen voor Duit-
sche goederen, in de veronderstelling, dat hij aan En-
gelsche de voorkeur zoude geven.
Het resultaat was, dat
Made in Germany
tot recla-me verd voor Duitsche goederen.
En de inlander, wien het onverschillig was uit
welk land de goederen oorspronkelijk kwamen, mits zo
maar goedkoop waren, voelde zich bovendien aauge-
trokken door de faciliteiten zoowel ten opzichte van
erediet als anderszins en de meer gemoedelijke wijze
van zaken doen, welke den Duitschen handeishuizen
in het Oosten eigen is.

Men zal dan ook Duit,scihe goederen, nu de oorlog
voorbij is, niet kunnen weren uit de Britsche kolo-
niale markten.

Dit voor zoover het de gevoelens der inland.sche be-
volking betreft.

Meening over de te volgen handelspolitiek, ‘soo-

1040

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Decembez. 1920

als die nu in;gang vii
Jdt bij de Engelsche handelshui-
zen in Indië.
De En.gelsch-e handeishuizen hebben v66r den oorlog

denvreemdelingen op de meest liberale wijze, de vrije
hand-gela

ten- (de hoofden en deelgenooten van vreem-

dehandelhuisen namen dikwerf bij keuze zitting in

dë’ Cômmissies der Kamers van Koophandel: en aan-
vçrwante instellingen). De vrees voor en de geest

van verWeei tegen buitenlan-dsohe concuxrentie,

die
nu in. deze laatste oorlogsjaren
.zdo
sterk aan het licht

is getreden, sluimerde reeds sinds langen tijd.

Reeds nieer dan 15 jaar geleden werden er
in
het Engelsche Parlement vragen gesteld omtrent de leve-ring van Duitsohe locomotieven aan Britsch-Indische

spoorwegen en al heeft men het dan ook moeten laten
bij deze vragen over de toenmalige leveranties, het pro-

test heeft wel uitwerking gehad, want na dien tijd zijn

er -nooit meer Duitsche spoorweglocoiniotieven in
Britsoh-Indië ingevoerd.

De groote electro-technische firma Siemens &
Sohuekert kwam niet in aanmerking voor het doen

-van groote leveranties aan -de Britsch-I’ndische Re-

geering of aan de Gemeenten in Britsch-Indië door
tûssehenkoinst van -hare Duitsche agenten en werd dit

bezwaar uit den weg geruimd door de oprichting van

de firma Siemens Bros.,met hoofdkantoor in Londeii.

Doch afgezien van een enkele uitzondering, wan-
neer het contracten betrof met de Regeering en off i-

cieele corporaties, kon de vreedzame hanidelsman zich
zonder eeni-ge belemmering bewogen en kon hij zijn
handel ontwikkelen op de
wijze,
zooals hem dat goed
dacht, met dezelfde -rechten en verplichtingen als zijn

Britsche concurrent.

Die onbeperkte vrijheidsgeest, het gevolg van de
Britsche ,,open deur politiek” was te eigenaardiger,
omdat in den exporthandel van Britsch-Indië, de eer-
ste plaats werd ingenomen doo.r niet-Engelsche

firma’s. –
En zeker is het kensohetsend, dat nog in het eerste
oorlogsjaar de president, die meerdere jaren aan het

hoofd had gestaan van de Kamer van Koophandel in
Bombay, in zijn afscheidarede ‘v66r zijn vertrek iraar
Engeland zich nog in verzoenenden geet kon uiten

over de Duitsche concurrentie, daar men na den oor-
log toch weder nfet haar moest samenwerken, eene
meening waarop hij eenige maan-den later, toen hij

in Engeland tot een R-egeeringsambt geroepen was,

weer is teruggekomen.
Eerst in deze -laatste oorlogsjaren •is er een andere
geest gekomen, die krachtig aandringt op maatrege-

len tegen deze concurrentie en zijn ,,de handel na den
oorlog -problemen” ernstig in studie genomen.
En al heeft men niet volkomen overeenstemming
verkregen onder de -vertegenwoordigers van dan han-
del in de verschillende deelen van dit uitgestrekte Rijk,
waar de belangen niet altijd parallel loopen, to-ch
ivorcK de hoofdliju, waarin de meening zich beweezt
weèr.gegeven door ‘de politiek van nationaal ziji bin.
en de grenzen vhn hat imperialisme, werin van bui-.
iéilandscho invloeden, en het ligt dan ook voor de
hand, -dat na den oorlog vreemde -ba-n-lelshuizen er den
di-uk van zullen ondervinden

• liet niet meei toelaten van -buitenlandsche firma’s
tot het lidmaatschap van Kamers van Koophandel in
dc Engelsche -koloniën, let heffen vsn invoerre-hten
on thee, •heriomstig uit oudere landen ian Engelshe
koloniën of bezittingen, het weren van vreemd kapi-taal en liitaniauders in niainlooze veunc,otschnppen,
de uitsluiting van vreemdelingen van -deelneming in de z.-g. sleutel-industrieën, de maatregelen genomen
om leerlooierijen op te richten, saniengaan-de met de
nation-aliseering van den Br.itsch-Indischen handel in
ituiden, de meening van -,,-den man in de straat” die
zegt, dat Engeland tracht hij de olie-industrieën op
Java een groot belang te verkrijgen door opkoop van
aandeelen in de ,,Insulinde Oliéfabrieken”, ,,omdat Engeland vetten noodig heeft”, (de waarheid eener
dergelijke opmerking laat ik geheel buiten bespreking;

ik vestig alleen ‘de aandacht op het karakteristieké
ervan) al •deze verschijnselen beoordeele men nog

meer naar den -geest, die -daaruit spreekt, dan wel naar
de daad zelve.

En de

practijk is

er om an te toonen, dat het-niet

louter- bij theoretische maatregelen blijft: – de oprich-
ting van eenMaatschappij van 2.000.000 pd. st
. (voor
de stichting van diamantslijperijen in Zai-d-Afiika),
de opkoop van de Hollandia Rica Mills in Rangoon,
-zijn eenige gevolgen van deze nieuwe richting.

c. Handelspolitiëk der Regeering (Britsch-Indië).

Sinds -vele jaren is er n Britsch-Indië eene hechte

samenwerking tusschen de Regeering en den Handèl.
Reeds lang .vôôr den oorlog heeft men daar in toepas.
sing gebracht,, wa

kernachtig ge.cgd wordt in de

spreuk der ,,Trade Unions”: ,,door ontoereikendheid

van eigen krachten worden de menschen er als van
zelf toe iia.ngezet zich met elkaar te vereenign.”

Talrijke bewijzen daarvan vindt men in de ver-


slagen -der Kamers- van Koophandel en die der
Pa-
-brieken.

De Minister van Handel (Department of (orn-
nier-ee and Industry met afdeelingen voo-t Handels-

inlichtingen ,,Commercial Intelligence” en ivoor Sta-
tistieken) en van Financiën, de Directeuren van Han-
delsinlichtingen -en van de Statistieken bezoeken ge-

regeld de verschillende hoof-dplaatsen en confereeren
met het Bestuur -der Kamers van Koophandel.

De voorzitter van -de Kamer van Koophandel -i-s

meestal lid van den Wetgevenden Eaad van dan On-
derkoning en dan is de on-dervoorzitter lid van den

Prov.incialeia Wetgeven-den Raad; zij zijn tevens lid

van de
,,Port Trus”
(Het Haveubestuur), van de

,,Cit
y
Improvezae’nt Trust”
(ter verbetering van de

stad). –

• Men heeft zoo-doende het voordeel, dat door het

sterk ontwikkeld vereenigingsleven de gemeene belan.

gen in de eigen vereènigingen van alle kanten woiden -bekeken, zoodat -de Regeering dikwijls goeden raad,
stuwende krachten vindt hij de particulieren. –

Behalve d-e reeds genoemde -vereenigingen, d.w.z. de
Kamers van Koophandl en de Kam-er-s van Fabrie-

ken, vindt men talrijke andere, o.a. The Indian Met-
chan-ta Ohamber & Bureau, T-ho Marwaree Chamber
of Oomm-erce, (deze laatste twee zijn eigenlijk inland-
seine Kamers van Koophandel), The piece goods Asso-
ciation, (groothandelaren in katoentjes), The Cotton
Trade A-ssociation, (Vereeniging van dein Katoenhan-

del) (exportfirma’-s), The Cotton Merchants Asso.
ciation, (Vereeniging van Katoenhaudelaren), The

Cotton Broker’s Association, (Makelaars), The Jute
Association, The Grain Merchants A-ssociation, (de
graanhaudelaars), The Coal – Merchants Association,
(de Steenkolenhandelaars), The Associated Exchange
Baniks, (Vereeniging van Banken en Bankiers), The
Underwriters Association, (Zeeassurantie), The Fire
Insurance Agents Association, The Iron Merchants

A-ssociation, enz. –
Enkele van deze corporaties hebben het recht een
hunner leden af te vaardigen naar den Provincialen
W-etgeven-den Raad. Het -gevolg is dan oo-k, dat de
handelspolitiek der Regeeriug minder eenzijdig – en
officieel is dan in andere landen. Er bestaat niet die

af-stand tussehen de ambtenaaiswerald en -den handel,
zooals bij ons het geval is. –
Vooraanstaande mannen in den hand-el geven hun
tijd onbeperkt aan d-e belangen -der gemeenschap en
het -gebeurt meermalen dat de – hoofden van groote
handel-shu-jzen, -maandenlang afwezig zijn van hun
woonplaats, al-s leden eener Staats-co-mmissie, om een
onderzoek in te stellen, -hetwelk een reis door het ge-
heele land -noodzakelijk maakt, of
tijdens
de zittingen
van -den Provincialen Raad of van den Raad van
Indië.
De civiele ambtenaren -worden goed -gesalarieerd en
zonder hiermede te willen zeggen, dat zulks alleen om
materieele belangen geschiedt, komt het in Britsch-

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1041

Iië voor, dat mannen uit zlé practijk van den
hen-

del een ambtenaarspositie gaan innemen, terwijl het
mij opvalt, dat in Ned.-Indië ambtenaren den dienst

verlaten om over te gaan naar den handel. –
Het vorenstaande mogè dienen om aan te toonen,

dat do handelspolitiek der Regeering sterk beïnvloed
wordt door do meening der handelscorporaties, en toch

gaat veel-al leiding uit van de Regeering.
De Britsch-Indisohe Regeering heeft zich op het
einde van 1916 tot alle Kamers van Koophandel in

dit Rijk gewend met het verzoek om inlichtingen te verstrekken en haar oordeel te gévn omtrent eenige

prôblemen vah den ,,handel na den oorlog”, die in 4

groepen -geclasificeerd zijn: de behandeling van vijandelijke en vreemde fir-

ma’s en personen;
de behandeling van vijandelijke en vreemde

s
toomvaart-maatséhappijen;
de behandeling van den invoer en ideu uitvoer;
vraagstukken betrekking hebbénde op patenten

en hondelsmerken.
Het is opmerkenswaardig, dat reeds v66r dat dit
verzoek de Kamers van Koophandel bereikte, ideze

zelve reeds commissies uit haar leden hadden be-
noemd, tea einde deze vraagstukken in studie te

nemen. J.
G. BENDIE.

HET ONTWERP PENSIOEN WET VOOR
NIET-MILITAIRE AMBTENAREN.

Den løden November 1919 werd het rapport van
de Staatscommissie, wier -taak het was om de pen-

sioenrechten van alle niet-militaire ambtenaren en
dat hunner weduwen en weezen opnieuw – ‘en zoo
mogelijk eenvoudig en uniform – te regelen, aan do
Koningin u:it.gebracht. Bijna juist een jaar later biedt
de regeering thans een wetsontwerp aan de Kamer

aan, daarbij het voor-ontwerp der bedoelde commissie

vrijwel op alle punten volgend.

Het moet erkend worden, dat de voorgestelde rege-
ling inder daad eenvoudig is, als men tenminste afziet

van de overgangsbepalingen. Erkent men echter dat
deze noodig waren, opdat men toch nergens bestaande
rechten zou bekorten, en bedenkt men, dat deze over-

gangsbepalingen op steeds minder personen betrek-
king zullen hebben, om na verloop van een mensohen-
leeftijd vanzelf hun effect te verliezen, dan kan men

daar vrede mede hebben.

In het algemeen mag verwacht worden, dat het

leger van 150.000 ambtenaren in ons land niet onte-
vreden zal zijn. Aan alle kanten is de regeling veribe-
terd, zoodat met en door deze wet de ambtenaar op
pensioengehied weer in alle opzichten de bevoorrechte
positie in zal nemen ten opzichte van zijn collega’s in het particulier bedrijf, die hij ook vroeger steeds had.
Het is hier echter niet de bedoeling -nader in te
gaan op al •de kleinere verbeteringen en wijzigingen
die in de pensioenregeling aangebracht
zijn,
ook al zijn

daarbij meer beteekenende veranderingen, zooals b.v.
de stijging van het maximum weduwenpensioen van

f 800
tot
f
1500. Wij willen hier slechts een en ander
opmerken omtrent enkele groote lijnen -die het ont

werp karakteriseeren.

T-en eerste dan is er -deze zeer principieele wijzi-
ging: het Rijk zal voortaan de fon-dsvorming, die tot
nu toe alleen voor het weduwe- en weezenpens-ioen
gebruikelijk was, ook doorvoeren voor de o-uderdoms-
en invaliditeitspensioenen. Het opnemen van ide -bij-dra-

gen onder dê gew’one jaarlijksche inkomsten en van
do uit te keeren pensioenen onder de gewone uit-
gaven, zal tot het verleden behooren. Dit systeem dat
practisch neer-kwam op een ontlasten van het verleden
en het heden ton koste van de toekomst, maakt nu
plaats voor het systeem, waarbij voor het later – aan
den ambtenaar uit te keeren pensioen gedurende zijn
geheelen diensttijd gespaard wordt. Deze juiste ver-
deeiirg der lasten is niet genoeg toe te juichen, ook
al heeft men hier een schaduwzijde. Immers het fonds

in kwestie begint
met een
respectabel tekort, omdat
er voor de thans dienende ambtenaren in het verleden
niet gespaard is. Met de dol-ging van dit tekort zal

men dus wel het tegenwoordig levende geslacht moe –

ten belasten. Ornvillekeurig vraag-t men zich echter af:
is het nu wel de tijd om dit geslacht, reed-s zoo onder
belastingen gebukt, nog meer -te -dragen te geveni

Echter hebbe men te bedenken, -dat in geval van xood

de aanvulling van dit tekort over zeer vele jaren ver-
deeld kan worden, ja zelfs grootendeels naar een

verre toekomst te ver-schuiven is. Het principe, idat de
ambtenaar -zijn pensioen verdient in
zijn
jaren van
actieven dienst, is ‘zôôzeer juist, dat tèrecht hier

andere overwegingen verstommen moeten.
Principieel is op dit punt dus gehuldigd het thans

algemeen erkende principe, pensioen is in den dienst
verdiend of: pensioen is uitgesteld loon. Als
een ver-
dcie doorvoering van dit principe kan men ook do

regeling beschouwen, -dat de Staat voortaan van den
ambtenaar geen enkele
-bijdrage
meer zal vorderen, ook
al ontkent cle Staatscommissie in haar memorie van
toelichting (hlz.
89)
uitdrukkelijk, dat dit haar motief
was. Het wegvallen der bijdrage motiveert zij in

hoofdzaak als zijnde administratief de eenvoudigste
regeling, wat het ontegenzeggelijk ook is. Slechts het

lid der commissie Van Taack Tra Kranen -geeft van
andere opvatting blijk.
Dat de Staatscommissie in meerderheid inderdaad
de moderne ibeschouwii-n-gswijze van pensioen als uit-
gesteld loon niet aanvaardde, maar bleef vasthouden

aan de ver-ouder-de opvatting, dat het pensioen feitelijk

niet meer is dan ccii -gereglementeerde ondersteuning,
waarbij men dus niet behoeft uit te gaan boven het
garandeeren van een minimum levensonderhoud,
blijkt verder uit tallooze punten in haar ontwerp.
Klaaiiblijkelijk heeft de corn-missie zich niet los kun-
non maken -van -de bepalingen dienaangaande in de
bestaande wetgeving, in hoofdzaak een pro duet uit
tijden to-en de onder steuni ngsgedachte de eeiiig gang-
bare – opvatting was. In dit opzicht is de gelegenheid
om een monumentaal stuk werk te leveren helaas
verzuimd.
Dit blijkt ten eerste uit het feit, dat men een
maximum voor het eigen pensioen –
f
4000 – be-
hield. Waar nu zoo talloo-ze -salarissen ver daarboven
komen, beteekent idus p;ensiiouneering voor alle hoc-
gero ambtenaren een zeer aanzienlijke vermindering
in inkomsten. Het scherps-t zal dit nog gevoeld worden
voor de thans in dienst zijnde oud-ere ambtenaren, die
hun hoog salaris nog te kort genoten hebben om
daarvan naast hun pensioen een reserve voor den
ouden dag te hebben -kunnen vormen. Dat men ook
een maximum voor het weduwepensioen –
f
1500 –
iuivoerde, heeft natuurlijk niet deze beteekenis. Im-
mer-s van het weduwepensioen kan men nooit bewe-
ren, da-t dit ,,uit.gesteld loon” is. Hier is heteenvou-dig
-cle.werkgever – de Staat – die een deel van de -be-
loonisig van
zijn
werknemers uitkeert in den
VOTM
van een verzekering bij
overlijden;
men zou hier kun-
nen spreken van een gedwongen verzekering. Men
mag de hooger geplaatste ambtenaren genoeg moreel
besef toekennen om van hen te verwachten, -dat zij
aan hun zedelij-ken plicht om voor hun gezin te zorgen
uit eigen beweging -zullen voldoen en aldus het mini-
mum, dat de werkgever geeft, uit eigen beweging
zullen aanvullen.
Veel soherper nog wordt echter het verouderde standpunt van de Staatscommissie gevoeld in een
ander opzicht:
wie ontslag uit den dienst neemt, ver-
speelt alle rechten.
Men ‘bindt al-dus den ambtenaar
heel vast aan zijn ambtenaarsloop-baan; ovêrgan-g naar
particulieren dienst isal heel bezwaarlijk, ja oaudoen-
lijk vo&râi op meer gevorderden leeftijd. Men schept
dus een ambtenaars-stand, d-ie vast aan zijn positie als
ambtenaar kleeft. Dit gevoel van ,,gebonideu-zijn” kan
onmogelijk een frisschen geest en een opgewekte
am’btsvervulling in de hand werken.
– In dit opzicht heeft men in de nieuwe wet zelfs

1042.

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

1 December 1920

een stap terug gedaan. Voorheen kon de ontslagen
ambtenaar althans zijn weduwe- en weezenpensioen
continueeren, die mogelijkheid vervalt thans. Het is

een feit, dat zeer veel ambtenaren, die dan dienst ver-
lieten, van dit recht gebruik maakten. Niet minder

dan 5 van de 11 leden der Staatscommissie blijken

zich dan ook tegen deze reactionnaire bepaling verzet
te hebben.

Het mag zeer te betreuren heetei:i, dat de regeering

hier het min-derheidsadvies niet volgde. Temeer omdat

hier gemakkelijk een regeling ware te treffen, zoodat

van het Rijk bijna geen offers worden gevraagd.
Dat er een meerderheid te vinden was voor het ver-
vallen van het eigen pensioen, is nog begrijpelijk: nu

brengt elk willekeurig genomen ontslag het Rijk een
bate. Ook uit -het vervallen weduwepensioen vloeien

natuurlijk baten . voort, maar omdat het hier een

risico-verzekering betreft, waarbij een deel der be-.

taalde premie verbruikt -is, is de bijeengespaarde
reserve
r
v
eel geringer. Bovendien: de Staat kan een
groot ‘deel zoo niet het geheel dezer bate toch incas-
seeren, door liet voor doorzetting dezer verzekering

vast te stellen tarief op geschikte wijze te ontwerpen.

Als dit tarief -z66 uitvalt dat de van den ontslagen
ambtenaar gevraagde premie ook maar iets beneden de

premie komt die liet particulier verzekeringsbedrijf
vraagt van iemand, die zich op dat moment geheel op-

nieuw verzekert, zal er van het continuati-erecht
ruimschoots gebruik gemaakt worden, naar te ver-

wachten is. Bovendien, kan niet ieder zich opnieuw in
het particulier bedrijf dekken, hij kan .dat alléén als

er op rijn gezondheidstoestand niet het minste of ge-
rinste is aan te merken. De ambtenaar heeft dus

welhaast een zeker moreel recht op dat continuatie-
recht –

– In dit verband mag den wetgever nog wel eens ge
wezen worden op het particulier voorbeeld. Toen kort
geleden door ,,Oentraal eh.eer” de groots werkgevers-organisatie op verzekeringsgehied, een afdeeling voor

pensioenverzekering werd gecreëerd, werd er zeer
nadrukkelijk het standpunt ingenomen: pensioen is

uitgesteld loon. Wie zijn verzekerden werknemer ont-
slaat moet hem bf een premievrje polis voor het ver-
diende pensioen meegeven, M hij ontvangt in het

geheel niets terug in ruil voor •de gestorte premie,

-die alsdan aan het algemeen ten goede komt. Direct persoonlijk voordeel -heeft de werkgever bij ontslag
van
zijn
werknemer dus niet. –
Moet thans de Staat minder vooruitstrevend zijn?
Om thans nog te willen aandringen op omwerking vân ‘het wetsontwerp, opdat het moderne pensioens-
begrip een betere waardeerin.g -zal vinden, is wellicht te laat. In ambtenaarskrin.gen rekent men op spoedige
regeling van deze ‘materie, uitstel kan allicht -aanzien-lijke outstemming verwekken.

Maar er is slechts een z66r geringe wijziging van de
wet noodig om -den -stap terug ten opzichte van het
weduwepensioen ongedaan ‘te maken. Moge men hier
althans nog toe ovOrgaan. Dr. A.
o. HOLWERDA.

– VERLOOPEND GETIJ.

Het economisch getij in de Unie van Zuid-Afrika
is aan het verloopen; de door -den oorlog teweegge-
brachte vloed van welvaart, veroorzaakt vooral •door
ide in -omloop gebrachte groote bedragen voor aankoo-
pen ten behoeve van de Unie- en ‘de Imperiale troe-
pen, door de’ hooge prijzen, verkregen voor de Zuid-

Afrikaansche producten, idoor het ontstaan van nieuwe
nijverheden en -het zich uitbreiden van de bestaan-de
industrie tea gevolge van den belemmerden invoer
van buitenlandsche goederén, bègint te ebben. In de
cijfers van -de handeisstatistiek drukt dit zich reeds
duidelijk uit; iover -de eerste 8 maanden
ian
dit jaar
toch is -de handelsbalans passief ten bedrage van
£ 6.758.772, terwijl zij in het -overeenkomstige tijdperk
van het vorige jaar -actief was ten bedrage van niet
minder ‘dan £ 33.912.796 en ook gdurende de oorlogs

jaren stéeds in belangrijke mate ten gunste van Zuid.

Afrika is ‘geweest. Deze ommekeer vindt haren grond
-zoowel in dan achteruitgang van -den uitvoer, als in

de stijging van de invoercijfers. Het uitvoercijfer was

dit jaar op 31. Augustus reeds £ 7.325.298 lager dan

verleden jaar op dien datum, wat voornamelijk te

wijten is aan -den voor een landbouw-land bedenkelij-

ken achteruitgang van den uitvoer van voedingsmid-

delen, gedaald met niet minder dan £ 2.1 98.184. De

wâarde van den uitvoer van het belangrijke export-
product wol bedroeg tot 31 Augustus j.l. weliswaar
nog bijna £ 2Y2 millioen meer dan in de eerste 8

maanden van het vorige jaar, doch in de maand
Augustus zelf is zij gedaald tot slechts £ 222.802 tegen

£ 1.164.197 in Augustus 1919 tengevolge van de plot-

selinge ineen-zakking van de Londensche wolmarkt,

‘terwijl Duitschlan-d, vMr den -oorlog een ‘der grootste

afnemers van Zuid-Afrikaansche wol, door den ongun-

stigen stand der valuta niet kan koopen en plannen
voor het organis’eeren van een goederen-ruilhandel
met de Duitsche republiek ‘door Nederlandsche tus-

schenkomst zich niet hebben kunnen verwezenlijken.

Aan de hâvens ligt voor eenige millioenen onverkoop-

bare wol opgestapeld, die tot voor kort nog tegen
speculatief hooge prijzen werd omgezet en waarin

dintengevolge zware verliezen zullen worden geleden.

De exporteurs en de boeren kunnen bovendien geen

voorschotten op hun producten tengevolge van de

sch-aarschte aan geld bij de groote banken, die

gedurende den oorlog hooge saldi hebben aan-
gehouden te Londen en -tengevolge van den on-
gunstigen wisselkoers van het £ slechts met groot

verlies goud naar Zuid-Afrika kunnen overbrengen.

terwijl de eerlang te verwachten inwerkingtreding van
de nieuwe bankwet hen tot het houden van grootere
goudreserves dwingt en dus de vermindering van de
hoeveelheid papieren ruilmiddel in den
VOTM
hunner
banknotes en daardoor -de inkrimping van de crediet-
verleening in de hand werkt. De rentevoet is daardoor

gestegen en zelfs voor solide credietaanvragers is tegen

onderpan-d met ruime overwaarde -moeilijk crediet
te verkrijgen. Een groot deel van het publiek beschikt

daardoor niet over contanten en is gedwongen zijn

dagelijksche levensbenoodigdheden op crediet- te koe-

pen en zoo wordt een niet gering gedeelte van de

samenleving rechtstreeks betrokken in de nioeili,ikhe-
den van de schapenboeren, -die vooral kritiek dreigen
te worden, wanneer binnenkort het nieuwe scheersel
op de -markt -komt.

Soortgelijke moeilijkheden ondervinden de Kaap-
sche wijnboeren. Den ongewoon grooten. ‘oogst van

het vorige seizoen immers hebben zij tegen heel

hooge prijzen kunnen verkoopen, doch niet betaald
gekreren. Voor de betaline plaats vond, kwam de in-. ëenzakking ook van de wijnmarlçt en zoo zitten ver-
scheidene .gr-oote wijnf-irma’s met enorme voorraden

onverkoopbaren wijn en cognac, terwijl -de ‘boeren

tevergeefs wachten op betaling van de opbrengst van
hun oogst, ‘die reeds op allerlei wijzen door hen is
igedisconteer-d. De Unie wordt dientengevolge bedreigd

door een er-nstige financieele crisis – de typische

moeilijkheden van de intredende deflatie na de -in-
flatie van de laatste vijf jaren. De voorboden daarvan

hebben in den vorm van eenige faillissementen reeds
hun intocht gedaan.

Zoowel in den groot- als in -den kleinhan;del gaat
hier in ‘den laatsten tijd weinig om. maar toch zijn de

invoeren van Zuid-Afrika tengevolge van de plotse
linge, -onverwachte, volledige uitvoering van vroeger

geplaatste groote bestellingen tot nu toe juist, van
-bijzon-deren omvang -geweest; zij bedroegen in de eer-

ste acht maanden van dit jaar reeds £ 67.771506,

tegen slechts £ 34.427.236 in hetzelfde tijdvak van 1919,
zoodat de importeurs hier klaarblijkelijk groote hoe-
veelheden ‘goederen in voorraad hebben, juist -nu de
koopkracht van het publiek achteruitgaande is. En
bélangrijke, buitenslands geplaatste orders schijnen

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1043

nog niet uitgevoerd te zijn, zooclat vele groote huizen
binnenkort in niet ‘geringe mate ,,o’verstocked” zullen

zijn. Een daling van de prijzen in het algemeen is dan

ook niet onwaarschijnlijk; katoenen goederen zijn

thans reeds nauwelijks tegen fabrieksprijzen verkoop-
baar. Opvallend is dit jaar de omvang van den invoer
van voedingsmiddelen; in de eerste acht maanden be-
droeg deze bijna £ 9 millioen tegen nog geen £ 2

millioen in dezelfde periode van 1919. In de cijfers

van den in- en uitvoer van voedingsmiddelen komen

voor een deel tot uitdrukking de gevolgen van de
droogte, welke verleden zomer de Unie heeft geteis-

terd; zij zijn een vingerwijzing voor hen, die in over-

dreven optimisme Zuid-Afrika binnenkort niet alleen

geheel ,,self supporting”, maar de permanente voor-
raadschuur van andere wereiddeelen meenen te zullen

zien worden.

Ook de arbeidsmarkt vertoont een ongunstig beeld.

Van het land beweegt zich naar de steden een voort-

durende stroom van arbeidzoeken den, van huis uit boe-
ren, die door den ,,boerenoorlog” of andere oorzaken

verarmd, tot den staat van bijwoner zijn vervallen
en tengevolge van de doodende concurrentie van den
goedkoopen kafferarbeid uit hun natuurljken werk-

kring worden gestooten en in de groote bevolkings-

centra veelal tot de diepste ellende vervallen. De on-
geëvenaarde stijging der koèten van het levensonder-
houd en.de daarmee samenhangende loonsverhoogng
der laatste jaren heeft bovendien de exploitatie van
verscheidene der armere (lowgrade) goudmijnen on-

mogelijk gemaakt; een brand heeft dezer ‘dagen de
sluiting van 6n, een geweldige instorting die van
een andere goudmijn teweeggebracht en zoo werken
verschillende oorzaken noodlottig samen tot het wer-
pen van duizenden op de reeds overvolle arbeidsmarkt,
waarop het aanbod nog wordt vergroot door gedemo-
biliseerde soldaten en Engelsche immigranten, waar-

van elke boot er honderden aan land zet. De ongun-
stige wisselkoers van het £, ‘doet ‘den prijs van goud,
dat te Londen op •de basis van den Amerikaanschen
wisselkoers verkocht wordt, automatisch stijgen en
werkt er zoodoende gelukkig nog toe mede de voort-
gezette exploitatie morelijk te maken van verscheidene

,,lowgrade mines”, die bij den normalen gotidprijs
zouden moeten sluiten en nog duizenden gezinnen
moer broo’deloos ‘zouden maken. Over het geheel kan
echter de prognose van den economischen toestand
van het sub-continent voor de eerstkomende maanden
niet gunstig luiden; belanghebbenden bij •de Zuid-
Afrikaansche markt mogen nauwkeurig het verloop van het getj volgen teneinde de bakens te verzetten,
naarmate de omstandigheden dit mochten vereischen.

Mr. T. D.
VAN KETWICH VERSCHUUR.

Pretoria, October 1920.

DE 12’tTVLOED VAN DE WAARDEDALTÎtTG VAN

HET GELD OP DE FINANCIEELE GESTIE

DER ONDERNEMING.

De privaateconomische ‘beteekenis van de waarde-
daling van het geld is, alhoewel inflatie in’het centrum
van de ‘belangstelling staat, nog steeds ôp den achter-
grond gebleven. Bij de bespreking van de O.W.-helas-
ting en ,.ijzeren voorraad” (E.-S. B., 7 Febr. 1917)
vestigde Prof. Volmer voor het eerst de aandacht op
dit probleem. Pas veel later werd deze kwestie in
buitenlandsche
tijdschriften
nader ‘bekeken voor de
andere activa.

Onlangs werd’ door Prof. Prion voor de ,,Verein
‘deutscher Maschinenbau-Anstalten” een voordracht
over de balans en de geldwaarde gehouden. ‘Deze voor-
dracht is voor ons een aanleiding nader op genoemd
onderwerp in te gaan. Laten we eerst de beschou-
wingen van Prion, die in de ,,Frankfurter Zeitung”
van 23 September 1920 te vinden zijn, weergeven.

Prion stelt zich de vraag, of de groote winsten die
‘door de prijsstijging gemaakt ‘konden worden niet

slechts als schijnwinsten te qualificeeren zijn. Het is
zelfs
waarschijnlijk,
dat er in werkelijkheid verliezen

zijn, niet aan geld, doch aan kapitaal. Hier komt Prion

reeds dadelijk voor een vraag te staan, ‘die hij zelf

niet duidelijk stelt en welke de ondernemer zich wel

zelden gesteld zal hebben. John Bauer (,,The journal
of Accountancy” December 1919) formuleerde deze

vraag als volgt:

,,The question therefore arises, is the purpose of the management merely to maintain investinent in

terms of money, and to show current costs and profits

accor’dingly, or is it really to keep up the plant and

equipment and to. maintain the physical productivity

of the property?”

Het eerste ‘standpunt zal men zooals later
blijkt
op

den duur niet straffeloos kunnen handhaven. Of het
tweede standpunt te bereiken is, is een vraag, die
Prion zich ook stelt. Voorloopig houde men zich deze

vraag voor. oogen.

Prion gaat als volgt verder.

Men ziet tegenwoordig het streven, ‘de goederen
?OO

laag mogelijk in de balans op te nemen. De waardee-

ring nadert meer de .goudwaarde der goederen (be-doeld zal wel ziin opvoering tegen prijzen van v66r
den oorlog). Hierdoor wordt uitkeering van ‘over-

dreven groote dividenden verhinderd. Bij het vaste
kapitaal dat v66r ‘den oorlog aangeschaft werd, heb-
ben we met goudwaarje te doen, terwijl Prion ook ziet,
hoe het nieuwe vaste kapitaal, dat tegen papierrnark
gekocht werd, dikwijls ‘onmiddellijk op goudwaardo

afgeschreven wordt. Debiteuren en crediteuren zijn
zuivere papiermark*aarden. De tegenwoor’d ige balan-
sen toonen dus een vermenging van goudmark, quasi. goudmark. papiermark en quasi-papiermark.

Van ‘de grootste beteekenis is de waardedaling van
het ‘geld echter ‘geworden voor de afschrijvingen. Bij
afschrijving op vast kapitaal was vroeger de hoofd-
gedachte, dat zoo’veel middelen in het ‘bedrijf moesten
blijven als nndig waren om de kosten van dat activum
te dekken. Wil men den ouden omvang van het bedrijf
handhaven, ‘dan moeten, in verband met de waarde-
daling van het geld, de activa van v66r den oorlog,

die nog te boek staan tegen den prijs van v66r den
oorlog, afgeschreven worden in de nieuwe waarde-
eenheid, d.w.z. tot een ‘bedrag groot genoeg om een
nieuw activum aan te schaffen. Of ‘deze bedragen
onder den naam afschrijvingen of reserve te boek
staan doet niets ter zake.

Bij cle. besprekin’e van de divide-ndnolitiek blijkt
volgens Prion duidelijk, dat de afschrijvingen te klein
zijn en men ‘slechts schiinwinsten ‘maakt, die voeren
tot ‘de bekende speculaties aan de centrale beurzen.
Prion ziet dit juist, maar komt misschien met zich.’
zelf in strijd, nadat ‘hij van zoo groote afschrijvingen
gewaagde.

De noorliottigheid van de verkeerde afschriivin’gs-
politiek blijkt nog duidelijker uit ‘de vele kapitaals-
uitbreidingen, die niet rioodig zijn om het ‘bedrijf uit
to breiden, doch alleen om te trachten den ouden om-
‘van’g te handhaven. Prion
wijst
nog op het, gevaar
waartoe bankcrediet voert wanneer het voor zooeven
genoemde doeleinden wordt gebruikt. Tot zoover
Prion.

We constatee-ren dus: ‘de ondernemer keert groote
winst uit en tegelijkertijd neemt zijn vermogen af.
Hetzelfde verschijnsel is, dat iemand bv. geld voor
een jaar tegen rentevergoeding uitleent en na afloop
van ‘het jaar ziet, dat de waarde van dit geld aanmer-
leliik verminderd is.

Hoe is ‘dit te verklaren? Privaateconomisch ‘kunnen
we misschien snel tot de verklaring komen. Het is
een gevolg van het feit, dat de ondernemer een
op-
brengst wil verkrijgen uit een vermogen, dat in een
bepa ald aantal geldeenheden, waarvan een even tueele

waardeverandering wordt ‘buiten beschouwing ‘gela-
ten. wordt uitgedrukt.
Hiertegenover staat, dat de taak van den onder-

1044

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN1 December
.
1920

nemer kan zijn: ,,really to keep up the plant and

equipment ‘and to main’tain the physical productFity

of the property.” We zien echter, dat dit niet is ge-

sciiied en dit is alleen sociaal-economisch te verklaren.

Is de gestie van den ondernemer zooals die geconsta-

teerd werd wel juist, wat moet hij zich ten doel stel-

len? We zullen trachten hierin een weg te vinden.

Uit het verhoogde prijsniveau ziet men de waarde-

daling van het geld; met de
afschrijvingen
wordt hier-

mede echter geen rekening gehouden. Dit is alles
behalve wenschelij’k; wat is echter ‘de beteekenis
wanneer men afschrijft in aanmerking nemeude de

inflatie en men dus niets of weinig winst uitkeert?

We zullen de kwestie in twee deelen behandelen, ni.
ten eerste zijn de ,,inflatieafschrijvingen” tegenwoor-

dig juist voor alle ondernemingen en ten tweede
kan

dit tegenwoordig wel door alle ondernemingen gedaan

worden?
De eerste ‘kwestie is
als
volgt te beschouwen. Men

zou hij gebouwen en machines, die vôôr den oorlog

gebouwd werden, voor een bepaalde onderneming, die
haar vaste plaats in het economisch leven innam, de

tegenwoordige ‘kostenwaarde als grondslag voor af-

schrijvingen moeten nemen. Een bepaald deel van de
opbrengst werd vroeger gebruikt om op dit vaste kapi-

taal af te schrijven. Tegenwoordig zal genoemde
onderneming relatief echter door de verschuivingen,

dia een gevolg van den oorlog
zijn,
waarschijnlijk een

andere plaats in ‘het economisch leven innemen, wo-
dat ‘de prij.svor.min.g van het product in vergelijking

tot andere producten veranderd is: Een voorbeeld is,

dathet index-cijfer van een bepaald product beneden

het index-cijfer staat van de goederen waaruit het

vaste kapitaal bestaat. Dit vaste kapitaal ontleent zijn
waarde b.v. aan het gebruik in de oorlogsindustrie.
Men mag den prijs, dien het vaste kapitaal tegenwoor-
dig heeft, niet als grondslag nemen voor de balanswaar-
deering van het vas;te ‘kapitaal van de onderneming,

die het in prijsverhooging ten achter gebleven product
lévert. Voor dit bedrijf heeft het vaste kapitaal van

v66r den oorlog niet die waarde, die met de inflatie
zou overeenkomen. Dit vaste kapitaal wordt nu anders
1
gewaardeerd en bij nieuwe investatie zal men niet
overgaan tot aanschaffing van hetzelfde vaste kapi-

taal als v66r den oorlog,
terwijl
van menige industrie
dc levensvatbaarheid kwestieus wordt. Het is de vraag
of het in deze gevallen wel juist is om zooveei af te
schrijven als met de inflatie overeenkomt. In het omgekeerde geval zou de ‘afsohrijving met in
aanmekiisg nemen der inflatie mogelijk zijn, hierbij
client echter op de volgende restrictie gelet ‘te worden.

Kan bij de afschrjvin in het algemeen ‘de waarde-
daling van het geld in acht genomen worde?
De nieuw geschapen koopkracht, die het econo-

misch
leven
in andere banen dan v66r ‘den oorlog
leidde, heeft ‘de hoeveelheid goederen verminderd en
tot ‘prijsstijging geleid, zbodat het niet mogelijk is
zonder VeTmogen in te tereh op dnnzelfden
levens-

standaard te blijven. Het streven dèr ‘arbeiders hun reëel loon te handhaven moest ‘de prijsstijging ver-
sterken en gaat met voortdurénde initering van het
onidernemingsvermogen
gepaard.
Dit is mogalijk door
de tendens die het beheer van de onderneming ‘ken- i
merkt nl. ‘dart de toeneming van het kapitaal in geld-
eenheden aan het einde van het ‘bedrjfsproces als
winst beschouwd wordt: Een deel van de bedragen,.
die voor
afschrijvingen
gebezigd moesten worden,
wordt als loon uitbetaald, de rest ‘dient voor
,,reservevorming” of dividend.
Inf]atieafschrjvinigen zijn dus slechts ‘ten deels
mogelijk.
Er zijn echter ondernemingen, die wel de geheele
inflatie bij de
afschrijvingen
in aanmerking kunnen
nemen. Dit zijn de ondernemingen, ‘die niet passief
in het infiatieproces stonden; door nieuwe afzetge-
bieden, nieuwe commercieele- en technische organi-
atie ‘konden deze ondernemingen prospereeren. In

deze richting is ook een aanvulling van het goederen-

tekort te zoeken. Resultaat van de onderzoeking is, dat
groote afschrijvingen wenscheljik zijn, doch dat de

verschillende gevallén afzonderlijk behandeld moeten
worden.

Prion eisohit nu echter nog, dat over de ,,inflatie-
afschrijvingen” geen belasting betaald wordt, want de

belasting zou hier niet de winst, doch het vermogen
aantasten. Voor ‘dit argument is veel te voelen, doch
hoe moeten de belastingwetten toegepast worden, daar

het verschijnsel zich op zee verschillende manieren
manifesteert? Belas’tingvrijheid uver ‘hiervoor ge-

noemde afschrijvingen is van ‘bedrijfseconomisch
standpunt alleszins gerechtvaardigd, doch van sociaal
standpunt is er heel wat tegen in te brengen.
H.M.H.

DE ECONOMISCHE OPBOÜW VAN

PALESTINA.
1)

Het J’oodsche vraagstuk moge in de eerste plaats
een nationaal vraagstuk
zijn,
het uit zich veelal als
een economisch probleem. Zoo is ook de opbouw van
Palestina al’s een J’oodsch land – een ,,J’ewish national

Home” geijk het in het vredesverdrag met Turkije

aangeduid is – wel een nationaal probleem, maar de
economische kant er aan zal waarschijnlijk de meeste
moeilijkheden baren.

In den tijd dat de verwezenlijking der Zionistische
plannen nog veraf geleek, dacht men zich de econo-

mische structuur van het nieuwe gemeenebest in

hoofdzaak die van een agrarisch land; Palestina zou
een land’bouwerslan’d worden. Daarbij speelden dan
allerlei momenten mede, die hier geen nadere beschou-

wing ‘behoeven, als: de zucht om de Joden lichamelijk
te regenereeren, de leuze ,,terug naar den akker”, e.d. Ook trachtte men in ‘dien tijd, toen het Zionisme nog

in ‘de utopistische kinderschoenen stak, in de nieuwe

gemeenschap, die men zich droomde het ‘geheele

sociale probleem nog tegelijkertijd op te lossen. Groot-
grondbezit zou niet mogen ontstaan en er werd naar

allerlei nieuwe hedrjfsvormeii gezocht. Zoo werd de

proef genomen met de ,,Genossenséhaftliche Sied-
lungsform” naar het bekende model van Prof. Franz

Oppeiiheimer. De practijk dezer arbeidersgroepen,
vermenigvuldigd en later gewijzigd tot de z.g.

,,Kewoetsoth”, levert ongetwijfeld een belangrijk
materiaal op hij ‘de bestudeering en het scheppen van
nieuwe ‘bedrijfsvormen – hèt probleem van onzen tijd.

Nu echter de kolonisatie van Palestina in een

oneindig sneller tempo geschieden, moet, begint men
van vele zijden andere eischen, te stellen. Een der
eerste voorwaarden voor het slagen is, dat het land
binnen korten tijd ‘dicht bevolkt wordt met J’oden.

Anders kan nimmer het overwicht verkregen worden
op de Arabische bevolking van het land, die op dit
oogeublik nog ongeveer 6 maal zoo groot is als de
J’oodsehe. Krijgen nl. de J’oden niet de cnumerieke
meerderheid, dan is ook ‘de pdlitieke, economische,
cultureele meerderheid voor hen verkelcen en zonder
deze, d.w.z. zonder vrijheid en zelfstandigheid voor

het J’odsche volk als zoodanig, heeft Palestina
geenerlei attractie als immigratielanid voor de groots
J’oden’massa’s boven Amerika of ‘welk ander ls.nd ook.

Waar ‘dus snelheid en dichtbevoiktheid eischen zijn
bij de kolonisatie, is men gaan inzien, dat ook stede-
lijke bevolleingen van beteekenis zullen moeten ont-
staan, d.w.z. dat naast ‘den landbouw ‘de rndustrie een
groote rol zal moeten spelen. Ook }at de landbouw

1)
Litteratuur:

Dr. Ruppin, Der Aufbau des Landes Israel.
Ihg. agron.
J.
Oettinger, Methoden und Kapitalbedarf der Kolonisation Pal.stina’s. Dr. Soskin, Over Irrigatie’mogelijkheden en Tuinbouw-
mogelijkheden in Palestina.,
Prof. F•ranz Oppenheimer over
zijn
Siedlungsgenossen-
sohaft.en.
Verg.
ook
ihet tijdschr. ,,Ei’Ctz-Israël”, uitgave van
het
Jooctscli Nationale Fonds.

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1045

zelf ‘de meest intensieve vormen: tuinbuw, groenten
en vruohtenteelt op geïrri.geerd land, zal moeten aan-

nemen.
Of daarbij vastgehouden kan worden aan die half
coöperatieve, haLf communistische bedrijfsvormen,
die ‘de in Palestina reeds gevestigde Joodselie arbei-
derspa,rtijcn voorstaan, is zeer de vraag. Vooral de
groote fractie der Amerikaarsche Joden, ‘die bovenal

voor ,,aanpakken” zijn, meent dat kap.itaalimport

thans van het grootste belang is. Zonder ‘de ijrnmi-

gratie van talrijke kapitaalkrachtige Joden, die land-
bouw en industrie op kapitalistische wijze drijven,

zal het doel nimmer bereikt worden. Ook dan nog zal

er van ‘het geheele Joodsche volk de grootste fiian-
cieele kracht.sinspanning noodig zijn en de beste tech-

nische ispecialiteiten, om te kunnen slagen. De be-
noodigde fondsen zijn ontzaglijk. Wil men er een denk-

beeld van krijgen, dan is een blik op het desbetref-

fende memorandum van den Amerikaanschen Opper-
rechter Brandeis voldoende. Dit memorandum zal
waarschijnlijk eis grondslag dienen bij de bijeen’bren-
ging der benoodigde gelden.
In dit schema worden onderscheiden kapitaal-

investaties, quasi investaties, en gelden gestort h
fonds perdu. De Engelsche overheid, de Hooge Com-

missaris van Palestina Sir Herbert Samuel, heeft een rentende staatsleening uitgeschreven voor de uitvoe-
ring van openbare werken. De Zionistische banken
Angio-Palestine Comp. en Jewish Oolonial Trust, in

zekeren zin Staatabanken, zullen zich, bij uitbreiding
van hun kapitaal, van hun grootere credietverlee-

ningstaak kuninen kwijte’n. In deze leening en banken
geld te steken zal een der eerste eischen zijn, aan de

kapitaalkrachtige Joden te stellen.
De gelden
te
verstrekken voor huizenbouw, irriga-

Ixie, drainage, licht- en krachtvoorziening, enz. zullen
niet zoo zeker renten. Deze werken moeten da’delijk
snel worden uitgevoer’d —om de boven aangeduide
politieke redenen zoowel als om dan niet te weer-
houden aandrang der emigratie van overal – onge-

acht dus de
oogen
blikk
e
lijk
e
duurte in b.v. bouwma-

terialen, diie zeker, als men wachten kon, luwen zonde.
Het zal met dezenhuizerbouwdusb.v. zijnals met dien
van den London County Council: de huizen zullen
later moeten concurreeren met de goecikooper ge-
bouwde. De ,,quasi-investeerders” weten bij voorbaat,
op geen vaste rente te kunnen rekenen.
Zeer veel geld zal ook noodig zijn
als
gift: alle

noodige openbare instellingen, die ‘door het opkomen-
‘de land onmogelijk all64n bekostigd kunnen worden,
als: medische hulp, bibliotheken en een universiteit,
bebossching, landaainkoop, een deel van het onder-

wijs, ons.
Het is nog onmogelijk vooruit te zeggen of het

ontstaanide gemeenebest ook uit een oogpunt van
nieuwe organisatie van het economisch leven ‘belang-
rijk zal zijn. Eenerzijd’s is het feit, dat evenmin als
in Rusland, in Palestina gerekend behoeft te. worden
met oude kapitalistische democratieën, bevorderlijk
aan hetscheppen van nieuwe vormen. Anderzijds zijn
er toch reeds zoo talrijke en ongekende noeilijkheden, dat wellicht alle energie noodig zal zijn voor de over-

winning hiervan.
Doch in elk geval is het Jooclsche volk in onzen
tijd voor een taak gesteld, welker vervuiling ook uit
economisch oogpunt van het allergrootste belang is.

Mr. J.
O.-H.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

Industrie-bescherming; het recht op

den
geestelijken
eigendom en de Research
Associations; toenemende werkloosheid
in October; de onderhandelingen met
Rusland; toenemende moeilijkheden bij
het plaatsen van emissies; de Agricul-
tural Bill.

Onze Londensche correspondent schrijft ons d.d.
26 November 1920:

This has ‘been a week of great mnterest to those who
had hoped that the protectionist agitation which has

been using the hatred of G’ermany and the military

necessities of the country as a cloak would be
weakaning in view of the refusal of prices to come

down and of the trade depression, the reality of wbich

is no longer in doubt. But, on the oontrary, the new

President of the Boa.rd of Trade has fallen a viotim

in preoisely the same way as did his predecessor, now
at Washington. The Government intends to begin
next session with an ,,A. nt i – D u m p in g B iii”,

which is to cover ,dyes, key industries, duinping and

foreiga exchanges”. In the aiext few weeks we shall
wi’tncss a procession of distressed industries, doing

their utmost to provo the injury whioh is being
inflicted on them under one or other o’f the last two
heads, and proving to theiir owin satisfaction, at any

rate, their essentiality to the country, to Westminster

and the offices of the Board of Trade, in order to
deepen the impression already made. This is not to say that there is not saaie truth in the fears that are
entertained of the effects of a depreciated exchan.ge.
Certainly some i.ndustries must suf f er to some extent
.if foreign goeds can be bonght more cheaply. But to

a large exten’t the complaint that there is much
unciercutting seems exaggerated. The dye peopie, for
instance, to judge from the letter which has been
addressed to the ,,Times” by the head of Scottish
Dyes, Ltd. His arguments go to prove that there is
very littie to choose between the cost of dyaing with
British or German dyes. But there can.not be at once
dumping and equality of prioes. The real point of
course is that the dye-user is obtaining a better
articie if ho gets the German dy.e, so far as con-
sistency in quality is concerned, and it is absurd to
pretend that this is nut the case, otherwise the dyb
industry could hardly want protection at all. A good

‘deal is bei.ng
made of the f act that the users have
agreed to the policy of prohibition of import exeept
under licence. But the consu.mers desire to have a
majority’ of the members of the Committee wb..ich is
to administer the schame, and they have not yet won
this point. Further, they desire that, in addition to
the limitation of imports, ‘the Government shail give
the manufacturers cash subsidies, so that the cost of
the dyes to the user shall not put him beyond the
competitive point in pricing. No dou’bt, it is all very
satisfactory from the standpoi±it of the makers and
the users, who are to be given help against the Germans,
and than againet the British makers, but 1 fail to
see how th’e public is to gain ‘by being bied, first
over the quality and then over the taxation necessary
to maintain this monopoly.
But, of course, the public stands to loze over eacb
of these propositions. The toy- makers can .hardly pr.etend that the.irs is a key industry. But disabled
•soldiers have been trained to turn out toys: conse-
quently, we ‘have the toy-makers sentimentalizing
over the woes of these men. The f act that toys are
now so expensive that the demand must be very
restricted is discreetly forgotten. There is no reason
at all for supposing that it would not ho possible to
specialise the British toy-mekers in certain directions,
and indeed, T understand that in certa.in directions
the British makers have always held their own
against the rest of the world. It really is heart-
breaking to see the simplest economie pointsforgotten
in these sordid demand.s. 1f the prices of toys were
lowered, more would be bought, and there would be
room for both types of toys. Again take magnetos.
This industry demands prohibition, for it already
enjoys a 30 per cent ad valorem duty. The slump in
the production of cars, and the subsitution of new
methods making the magneto un-necessary have no
doubt led to a slump in the industry. But even the
protagonist of this industry in last Saturdayb
,,Times” had to admit that the first effect of the
importation of German magrietos was to break the

1046

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

– 1 December 1920

price-rin of th British makers, and it is certain that

ii these people gain their point, the first result of
prohibition will be the re-creation of the ring.
As for the proposal that everything coming from

a country with a depreciated exchange is to be
specially taxed, it is obvious, were this scheme really

carried out, that British foreign trade would

disappear, so far as most European countries are
concerned, and would probably lead to the introduc-

tion of retaliatory measures in the United States,

where we are dumping goods owing to thestate. of
the exchanges. One supposes that the class of peoplp

who seriously contemplate steps of this sort are

impervious to the argument that foreigners have

rights also, and that the effect of the measure must be to furt.her impede the work of restoration in. Europe.

One really does despair of the world sometimes. All

this after the pronouncements ôf the Brussels Finan-
cial Conference!

As your readers probably know, there was a sudden

demafid for the fostering of ,,science” during the war,

which led to ‘the creation of t h e 1) e p a r t
in
e n t
of Scientific and Industrial Research,

the official policy of which has been to foster the

creation of research association.s in the various
industries, and to leave the problems which did not
offer an immediate return in cash to special Boards
directly under the Department itself. The work of

this .Iiepartment has come under the resentful
criticism of the newly formed National Union of

Scientific Workers, and its brilliant movin.g spirit,

Prof. Soddy of Oxford. The ]Jepartment is charged

with allowing the research associations to monopolise the results of the work of the scientists employed, and
one gathers that ivhat the Union especially objeets to
is the fact that the capitalist manufacturer should
enrich himself at the expense of the underpaid

research worker. The Association therefore demanded
that part of the funds of the Department should be’
given to the Universities, and that the policy of
secrecy and monopoly should be abandoned. The reply

to these charges and demands, which appeared in the
Times” of .Monday last, is really illuminating. It is
admitted that the stronger firms have a cumulative

vote which may be five times that of the weaker
firms, and that even the veto powers of the Depart-
ment which cnn be used to ,,limit the absolute
ownership otherwise reserved to the Association”
includes the right to veto the communication of the resuits to a foreign person or a foreign corporation.
Further, the Department will not make the results
available to any firm eligible to join an association,
but which has not joined its appropriate association.

Thus there is certainly a good deal of secrecy about the resuits, which does not appear very attractive to
those who, like Prof. Seddy, are accustomed to regard
the resuits of their labours as the heritage of mankind

as a whole. The demand of the Union that part
of this public money should go the Unïversities is
thus met in this semi-official reply, the questions
naturallyarise, ,,what have the tJniversities done for
industry? Have they ever known, and do they know
now, what industry wants?” (sic). 1f this is the tone
of those who direct our industries, it is hardly surpri-sing that our manufacturers should desire protection.
Its arrogance of tone is only to be exceeded by its

ignorance. A spirited and adequate answer by the bearer of an honoured scientific namè, Mr. Julian
Huxley, has answered this insolent statement in an excellent letter. But the revelation of the mentality of many a business man was revealed in this state-ment, and, it goes far to explain the growing impa-

tience of many of our scientists with the current
industrial system.

• The figures relating to u n e m p 1 o y in en t for
October are now available, and indicate a big advance

çver the previousmonth. Of course, the unemploy-

mentposition last month was complicated .by the coul

trike, and it ja not at all .necessarily the case that

there will not be an improvement to be recorded
when the new figures come out. Among the members
of the Trade Unions making a return to the Ministry

of Labour, and excluding the coal miners throughout,
the growth of unemployment was 2.8 per cent over
the previous month, and 2.4 per cent as compared

with October, 1919. By far the heaviest increase was

in the pottery trade, where the increase was 49.6 per

cent, as compared with a month ago, and 48.9 per cent

as compared with a year ago. The Ministry estimates

that the growth of unemployment between Oct. 8 and

Nov. 4, ,,was at least 350.000 and may have been
considerably greater,” and this figure is exclusive

of workers on short time, but not actually discharged

or suspended. It appears from the figures prepared

from returns made by certain firms that the diminu-tion in the total wages paid hy those firms averaged

nearly 30 per cent. The rise in the case of the
pottery trades is obviously diie to the strike.

The Russian Problem has again sunk into
the background, or, rather, one hears nothing as to

what is happening. The rumours that the Premier
has had another interview with M. Krassin must be

dismissed after ‘the official dementi in the Daily
Herald,
which cnn
certainly be relied on in this
matter. It is to be noted, by the way, that the Herald

has for the first tini,e publicly criticised the Sovjet

Government: it looks rather as if George Lansbury,
the Editor, was coming to realise that Moscow is
not necessarily infallible when it pronounces on the

Labour-Movement in the West European couritries.
But the terms of the new agreement wit.h Russia are

not yet known, and when they are, it will be time
enough to talk of trade with Russia. Even the Man-
chester Guardian Weekly is driven in its current
issue to talk of the ,,financial purists” in connection
ivith the problem of the debt. The reported decision

of the Frnch to allow trading will certainly have
important consequences on public opinion here, if it
is really true. On the other hand, the details of the
ili-treatment of the Baku prisoners will certainly
have the opposite effect.

The floating de’bt position has slightly
improved this week, as the following figures will
show:

lucrease or decrease

Nov. 201’20

on
week
Ways and Means Advances:
Advanced
by
Bank
of
England..
£

50.500.000
£
5.250.000
decrease
Goveriim.Departm……
185.864.000
,,
1.100.000
decrease
Treasury Buis Outst.
,,
1 090.179.000

1.325.000
ineresse

Total …………..£
i.326.743.00
,,
5.025.000
decrease

The Figures of th e B a xi k R e t u r n show the
following variations:

Public
Deposits

……….
£ 1.519.236
decrease
Other Deposits……… ,,
10.063.930
Other Securities ………,,
1.059.225
Government Securities . . . . ,,
11.385.000
Reserve ……………… ,,
1.908
Circulation

……………,,

395.435
increase
Coin and Bullion ……….
393.527

The reserve proportion has improved by 1 to
11
7
/8
per cent. It rather looks as if the increase of
the gold ‘reserve had beenbrought about by the
trnsfer to the Bank of certain gold held by other
banks. It is quite dear from the answer given in the
I1ouse of Commons aday or two ago that the gold
purchase vhich the Bank was reported to have made
a week ago was en exceptional affair. ,It related to
certain gold from Swedên which had been sent there
about a year ago. The reason for the original ship-
ment was not stated; presumabl.y it was in connection
with our ciebt service. It is certainly strenge that the wedes nllc.wed the gold to return when they could have sold itin New -York and have earned’consider-
ably by selling drafts against it. . – •

1
December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1047

The decline in the other deposits is rather

remarkable, unless jt is due to the Banks withdrawing
their balances to assist trade. The Clearing ilouse
Return again shows a clecline, this time of £ 8 mil-

lions odd.

The Ourrency Note Issue shows a further

contraction, the total of notes outstanding being down

by £ 1.101.562, the total now being £ 346.377.371. The
reserve ratio shows a further small improvement. 1
find that the economists are rather pessimistic about

the effects of contraction on the position of the
exchanges, their argument being that the American

deflation is going on
50
rapidly that our own relati-

vely feeble eforts in the same direction do not leave

us much better off positively, although, negatively,
there is this to be said, that if we did not def late, the
position would be stili worse.

The Stock Exchange has had a nasty time

in the last day or two, and all sorts of rumours as to

the failure of important firms have been bruited
about. There is no truth in any of them, although it
appears that one old-established Liverpool firm of

stock-brokers has been hit hard by the slump in War
Loan. In any case the depression in the Oil Market
cnn be easily explained. People must have money, and

they will séll the shares which will give them the best
return. There are reasons enough to account for
selling in these times. 1f there is trouble, it is due to
holding stocks of goods such as cotton and leather,
and thougli this may lead to stock selling, it is an
extraneous influence, and does not in itself indicate
a bad stock-exchange position. The refusal of the
banks to hold shares for customers makes. it difficult
for the public to speculate much, although T under-
stand that the Scottish Banks were much later in
coming to a decision on this matter than the London

Banks.

The flood of new issues continues, but the
undersvriters are finding a good deal of even the at-
tractive new ,,Note” issues left on their hands, and
1 -learn that the task of gettiiig new issues uriiderwrit-

ten is getting more and more difficult.

The ,,Times” this week has rightly called attention
to the creation of certain publicity agencies in close
dependence on promotion and issuing houses, and

has stated its intention of refusing to accept infor-
mation from these concerns except as advertising

material.

The Australian exchange position remains what it
was: the Federation of British Industries has
addressed a memorandum to the Australian Govern-
ment, asking it to allow the Australian banks to
export gold here, or to release its’funds in this
country for the benefit of traders.

It was stated that the Indian Government had sold
£ 50.000.000 of reverse bills on London before deciding
to stop the sale. This information was given in
answer to a question in the House of Commens.

The new Agricultural Bill has received its
third reading in the House of Commons. This bill
continues the policy of offering the British farmer
guaranteed prices, in order to stimulate him to go
on growing wheat, in spite of unremunerative world

prices. The rejection was moved by a member of the
Coalition, a Oonservativ-e and land export to boot,
who pointed out that it was incredible that the town

population, which was in a vast majority in this
country, would go on paying the landed interest in this way. The only effect would be that the farmer
would be encouraged to grow wheat ma second and

third rate land, which should be used for other crops.
Of course the cost to the public will vary with the
world price of wheat, which shows sigus of coming
down. 1f we must spend money in this way, one
supposes that the principle of the guaranteed price
is about the best, since at any rate we know precisely
how much the whole policy is cc>stiug, but even in

these extravagant days’ it seems a somewhat wasteful
method of prepârin,g for the next war. ii, as all the
exportn teil us, we are to be poisoned en bloc, even
the British farmer will not be much of a staudby.

AANTEEKENINGEN.

Prijsvraag over de beperking van

invoer en uitvoer van goud.
– Op verzoek

van de Vereen.iging ,,Hst Vrije .Ruilverkeer” wordt

medegedeeld:

De (Jobden Club te Londen, daartoe door de vrijgevigheid
van een harer leden, Mr. Samuel Evans, in de gelegenheid
gesteld, buit een prijs van
£ IUU
uit voor de beste verhan-
ueliug over:
,,’lhe
wisdoni
or unwisdom
of restrictions on the expor-
,,taiion
and
importation of
gold”.
Voor deze prijsvraag zijn ue volgende voorwaarden ge-
steld:
liet antwoord moet in het Engeisch geschreven zijn;
liet mag niet meer aan
20.000
wouruen lang zijn;
De Uoouen Ulub zal het auteursrecht krijgen van de be-
kroonde verhanueling; Niet beRroouue antwoorden zullen aan de inzenders wor
den teruggezonden, mits er een geiraukeerde en geadres-
seerde enveloppe bijgevoegd is;
De beëruutug
zal
gescnieuen bij beslissende uitspraak
van een jury, benoemd door, het bestuur van de Uobiien
Ciub;
De antwoorden moeten geadresseerd worden aan den
secretaris van de CoLiueu Ciub, iroadway Court, Londen
S.W. 1
en zij moeten uiterlijk
M)
6epteiuuer 1921
in diens
bezit zijn.

Nijverheidsbescherming in de Twee-

d e ii a na er. –
iJe Handelingen deelen omtrent de

gedachtenwisseling over dit punt het volgende mede.
iie heer De Wijkerslooth de Weerdesteyn zeide in

‘de zitnng van 16 Bovenuber
j.l.
o.m.:

,,Als
ik mag resumeeren, ons land is als afzetgebied voor
duze eigen inuustrie grootendeels verloren.
La uezen buitengevonen tijd is het zeer zeker noodig om
ons te ontdoen vau allerlei economische theorieën, welke wij
ook gedurenne de oorlogsjaren als niet bruikbaar voor dezen
tijd ter Zijne gesteld hebben.
Hebben wij niet, om het meest klemmende voorbeeld te noemen, den vrijen uitvoer volledig belet waar het noodig
was voor de voeuing van ons volk En dat was zeer zeker
niet in overeenstemming met de oude economische theorieën.
Zullen wij nu ook hier, nu onze industrie dreigt ten
onder te gaan, niet verder moeten gaan, en in het belang
van diezelfue voeding en v&n diezelfue werkgelegenheid hier
te lande niet moeten zorgen, dat de eigeu industrie een
afzetgebied vinde in het eigen land. Daarvoor is het eenige
miduel in dezen tijd geheeie of gedeeltelijke sluiting van ue
grens voor die lanuen, die een zoo lagen valutastanu hebben.
Als
de heer Teenstra mijn betoog had gevolgd, dan zou
misschien de tegenspraak zijnerzijds hier minder positief
zijn.
Het eenige middel om onze industrie in den toestand, dien.
ik geschetst heb, te houden en daarmede de werkgelegenheid
in ons land, is de geheele of gedeeltelijke sluiting van de grens van Nederland voor die landen; waarmede het ons,
door den lagen valutastand, onmogelijk is te concurreeren.
Het is een teer punt. ik hoor het reeds aan een enkele
interruptie.
Het Vrije verkeer
1
Dat is, weder een van die economische
theorieën, welke wij immers in den -oorlog ter zijde gesteld
hebben, toen het gold den uitvoer te beletten. Nu gaat het
er om, in het belang van dezelfde voeding en van dezelfde
werkgelegenheid voor ons volk, den invoer te beletten. Toen
namen wij den maatregel tegen ons, Nederlanders, door den
uitvôer te beletten; nu betreft het een maatregel, die moet
verhinderen, dat het buitenland hier onze voeding en onze
werkgelegenheid onmogelijk maakt.
Het is thans zeer zeker de tijd om ons af te vragen,
of
wij de theorie van het vrije ruilverkeer niet tijdelijk ter
zijde moeten stellen.
De heer Treub heeft indertijd in zijn boek: ,,Vrijhandel
of protectie” er op gewezen, dat de textielnijverheid ouder
Koningin Eliabêth in Engeland opgekomen was, omdat
men toen de protectie heeft toegepast en hij prijst dat als
een ‘tijdelijken opvoedkundigen maatregel.
Hier geldt het den ondergang van onze industrie door de
concurrentie van ‘het buitenland tea gevolge van de lage

1048

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 December 1920

valuta, en dan is liet de vraag, of wij niet, evenals wij den
uitvoer belet hebben, den invoer geheel of gedeeltelijk tijde
lijk moeten beletten uit landen met
lagen
valutakoers.
Men zal mij zeggen: maar het Vrije verkeer tusschen de
volken. Ik elimineer dit argument. Wij hebben de econo
mische dogma’s in dezen wereldoorlog wel ter zijde leeren
stellen. Maar men zal zeggen: ge zult represaille-maatre-
gelen uitlokken, het bekende argwnent, dat de heer Kolk-
man zich uit zijn Ministerstijd ook nog wel zal herinneren.
Maar wat doet het buitenland zelf? Met welk recht zou
men ons kunnen verwijten onze industrie te willen redden
van den ondergang ten gevolge van de daling van de valuta?
Duitschiand belet den invoer van alle luxe-artikelen. Ik
critiseer dat niet: dat land moet weten of het in het belang
van zijn eigen bevolking die luxe-artikelen moet weren.
Hoe gaat het met den invoer van onze planten in Amerika?
Die kunnen ook niet ingevoerd worden. Al die landen ge-
oeleii, dat wanneer het belang van eigen industrie, van
eigen bevolking wering vn bepaalde artikelen noodig maakt
die ivering, met voorzichtigheid natuurlijk, moet worden
toegepast. Met welk recht zou men dan tegen ons represaille-
maatregelen willen uitoefenen, waar men op deze wijze te
werk gaat? Bovendien, onze exportar.tikelen heeft men in een tijd als
deze noodig en wij kunnen aan den uitvoer daarvan be-
paalde voorwaarden verbinden voor den mede-uitvoer van
minder gewenschte artikelen in het buitenland. Als men die
artikelen noodig heeft, zal men deze niet om een gevoes-
quaestie door represaille-maatregelen treffen.
Een ernstig bezwaar, dat ik in dit verband nog onder de
oogen •heb te zien, is de quaestie: zou men niet door het beletten van invoer van met goedkoope Marken betaalde
producten de duurte bevorderen? Ik zeg niet, dat onder alle
omstandigheden, voor alle artikelen, in de meest onbeperkte
mate per se de grens moet worden gesloten. Volstrekt niet.
Mijnheer de Voorzitter! De Regeering moge tegen elkaar
wegen de noodzakelijkheid om een industrie op de been te
houden daarmede de werkgelegenheid op groote schaal, daar-
mede den loonstandaard, met de daaraan verbonden ge-
volgen op het gebied van haxidhaving van de orde, enz. en
van belastingen, zij mogen die belangen wegen tegen het iets
duurder worden van een artikel en naar gelang van zaken
beslissen. Komen er dan uitwassen, dan moet de Regeering,
in den vorm van Duurtewet of anderszins, die uitwassen
tegengaan. Maar het gaat niet aan, dat wij lijdelijk zouden
toezien, dat een reeks industrieën, waarvan ik op goede
gronden weet, wat zij onder de valutaquaèstie lijdt, te
gronde gaat, waar zij de concurrentie niet vol kan hou-
den door de buitengewone tijdsomstandigheden. Dit is een
vraagstuk, dat ik der Regeering in overweging wensch te
geven.”

De Minister van Binuenlaneohe Zaken antwoordde
hierop 23 Novem’ber:

,,Door den heer De Wijker.slooth de Weerdesteyn is in zijn
belangrijk betoog de gedachte uitgewerkt, dat onze nijver-heid moeilijke tijden doormaakt. Meer dan door de bezwa-
ren, die voor de industrie voortvloeien uit de verkorting
van den arbeidstijd, wordt die industrie bedreigd, doordat
op dit oogenblik tal van artikelen i.n verband met den
lagen valutastand in de ons omringende landen worden in-
gevoerd op prijzen, waarmede de Nederlaudsehe Nijverheid
onmogelijk kan concurreeren. De volle aandacht van de
Regeering is op deze aangelegenheid gevestigd.”

In dezelfde aitting verklaarde de Minister van
Financiën: –
Wanneer de tabaksaccijns, de grondbelasting en de suc-
cessiebelasting aan de orde zijn, zal er gelegenheid zijn, met
de Kamer te onderhandelen over een herziening van liet
tarief van invoerrechten, over een verhooging van den’
drankaccijns, over een weeldebelastin’g, want die kunnen
•de vertering beperken en de kapitaalvorming in de hand
werken.”

De heer Marehnn’t unide onmiddellijk hierop:

,,Als ik het goed heb begrepen is een wetsontwerp te
wachten tot liet weren van buitenlandsche goederen. De
Regeering schijnt dus den weg van het protectionisme te
willen opgaan. Deze mededeelin.g vervult mij met groote
zorg. Wij zullen over deze zaak nader kunnen spreken,
wanneer het wetsontwerp zal zijn ingediend. Moge het nog
lang duren!

Op de zaak terugkomende eide de heer De Wijker

•sloo’th in de zitting van 24 November j:l.:

Mijnheer de Voorzitter! In antwoord op mijn beschou-
wingen omtrent den slechten toestand waarin onze industrie
verkeert door den lagen stand van de valuta en cle niet

vol te houden concurrentie met het buitenland, heeft de
Minister-President geantwoord, dat dit onderwerp zijn volle
aandacht heeft. Dit is voor mij zeer zeker meer dan een
plirase, zooals sommigen het schenen op te vatten, ik stei
natuurlijk het volste vertrouwen in de woorden van den
Minister, maar ook al ware het een phrase geweest, hetgeen

ik natuurlijk buitengesloten acht, dan zou toch de nood van
de industrie vanzelf tot de Regeering opstijgen en haar tot
aandacht dwingen..

Ook van andere zeer geachte en scherpzi’nnige zijde heeft
men mij niet alleen een protectionist, maar zelfs een’prei-
bitionist genoemd. Dit is een vergissing. Ik heb geen
protectie gevraagd of prohibitie voorgestaan in dien zin,
dat dit zou zijn een duurzame maatregel, maar ik heb
gewild een tijdelijken noodmaatregel voor den a,bnormalen
tijd, dien wij nu doormaken, door tijdelijke wering van
‘producten van een industrie, waarmede wij de concurrentie
niet vol kunnen houden. Er is groot onderscheid tusschen
protectionisme en het voorstaan van een tijdelijken maat-
regel om te beletten, dat onze industrie te gronde gaat.
De oorlog is wel voorbij, maar de maatregelen, door den
oorlog noodig geworden, duren voort. Dit heb ik gewild en
ik zou aan de heeren, die mij bestreden hebben – naast
die ‘bestrijding heb ik ook vele bewijzen van instemming
uit het Jand ontvangen – deze woorden willen voorhou-
den van den nieuwen President der Vereenigde Staten
Harding, die dezer dagen heeft geschreven:
,,Een stroom van importen ‘uit debiteurenlanden, ten
doel hebbende hun productie weder te stimuleeren en zij
‘t ook onopzettelijk bevorderd door een onganstigen
wisselkoers, zou een bittere ondervindin.g zijn• voor de
kredietgevende natie. Het ligt in onze bedoeling hulp te verschaffen, maar niet om Amerika te verlammen,
teneinde elders een herstel mogelijk te maken. Wij heb-
ben het recht ons tegen een dergelijke invasie te bescher-
men.”
De Amerikanen ‘hebben den ‘naam een ‘practisch volk van
zaken —soms misschien al te practisch – te zijn, wars van
theorieën. ‘Welnu, Mijnheer de Voorzitter, wellicht zouden
wij hier van den President der Vereenigde Staten, die de
publieke opinie daasginder blijkbaar vertegenwoordigt, iets
kunnen leeren?’ –

Verder vinde hier dan nog vermelding een be-
rich’tje van zijn gewoonlijk goed ingeliohteia
X
-corres-

pondent in het ilbid. van 24 Nov. Avond’bl.:

X
,,De Telegraaf” van hedenmorgen meldt, dat zeer
spoedig een wetsontwerp zal worden ingediend, dat de mo-gelijkheid opent de grens voor den invoer van verschillende
artikelen te sluiten.
Inderdaad is in verband met de gevolgen van de buiten-
landsche concurrentie, die niet slechts door de hooge Neder-
landsche valuta maar ook door de zeer hooge zelfkosten in
– Nederland (dure kolen, korten werktijd, hooge bonen)
wordt gestimuleerd, sedert eenigen tijd het vraagstuk in
studie, of niet ‘hetzij door invoerverbod, hetzij door de hef-• fing van differeatieele rechten de ongebreidelde invoer kan
worden geremd.

Wij gelooven levenwel niet, dat reeds zeer spoedig een
ontwerp ‘bij de Kamer zal worden ingezonden. Zoo’ al, dan zal de voorbereiding nog wel eenigen tijd kosten.

Ten slotte volgt nog een
in
dit verband nierkwaar

dig communiqué, ‘afgedrukt in de N. ‘R. Ot. van 24
Nov. Avoncibl.

Naar wij vernemen, heeft het Deensche ministerie, na
onderzoek van het voorstel der valutacommissie, een ver-
klaring gepubliceerd, waarin
wrdt
uitgesproken, dat men
het om verschillende redenen niet raadzaam heeft gevonden het voorstel dier commissie, strekkende tot importbeperkin-
‘gen of verhooging van invoerrechten; aan te nemen. –

Pleidooien voor industriebescherming als dat van
den heer De Wijkerslooth, worden thans overal ter

‘wereld gehouden. Japan verscherpte dezer dagen aan-
zienlijk zijn beschermende wetgeving, het Harding-
bewind zal in de
V. S.
straks ongetwijfeld hetzelfde
doen. Wat Engeland betreft, in di’t nummer en in de
hieraan voorafgaande wijd’de onno Lonudensche corres-
pondent reeds zijn aandacht aan de propaganda voor
protectie, die daar. zeer ‘krachtig gevoerd wordt
Merkwaardig is, dat zoowel in Japan als in de
V. S.
als in Engeland hierbij speciale aandacht gewijd wordt
aan de verfstoffeniudustrie. De beteekenijs der import
van Duitsche kleurstoffen in Engeland wordt, zoo-
als op paug. 98,5 aan dezen jaarganug betoogd, sterk

1 Decémber 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1049

overdreven,
1)
terwijl do toeneming een gevoi.g is van

de ‘bepalingen van het vredesverdrag, waarbij Enge-
land zich een voorkeursrecht verzekerde op 25 pOt.
der Duitsche productie vanaf 1 3anuar.i 1920. Met dat

al staat de ‘kwestie in het middelpunt der belanigstel-

‘ing. Het Briitsche gouvernement zal zijn belofte, de

industrie gedurende ‘tien jaren te steunen inlossen.
Maar hoe? Door invoerrechten te heffen van buiten-

landsche verfstoffen of door invoervergunningen toe
te staan? En moet ‘dit gelden voor alle vreemde kleur-
stoffen of alleen voor ‘die, welke in Engeland ge-
maakt worden?

Uit den aard der zaak zullen verbruikers, d.w.z. de

textielfaibrikanten, voor de laatste regeling zijn, als
de minste van twee kwaden. Want het betreft hier
weer de oude lowestie: wat voor den een grondstof is,
is voor den ander eindproduct. De textielin&ustrie
heeft belang bij zoo goedkoop mogelijke
en
200
goed
mogelijke verfstoffen. De goede kwaliteiten worden
niet in Engeland gemaakt.

Hoewel men verwachten zou, dat invoervergunnin-
gen door ‘de consumenten eerder zouden worden aan-
vaard dan invoerrechten, iets wat de Econ’omist van
20 Nov. ook doet, blijkt toch het omgekeerde het geval.
In de Econo’mist van 27 November schrijft H. Broad-
bent namens de Calico Printers’ Associatioxi, dat ‘bij

het bestaan van een Tarief vreemde ‘kleurstoffen ten-
minste altijd te krijgen zullen zijn, hetgeen bij een
systeem van invoerlicentios niet het geval is, daar dit
den producent alleen zal bevredigen, als de consu-
•ment ten aanzien van de verleening ‘hiervan niets in
te brengen heeft.

Overigens, schrijft ‘hij, is de ver’brui!kervan ‘kleur-
stoffen tevred’en met den ‘huidigen toestand en

weiisoht allerminst gesubsidieerde industrieën, noch
een protectionistisch tarief. De Economist, de ‘kwestie

van het doen van een keus tussc’hen ‘deze ‘beide aan de
orde stellend, kiest den eersten vorm, ook al weer als de minste van twee kwaden. Deze keuze steunt op de
overweging, ‘dat kleursto’ffabrieken potentieele muni
tiefa’brieken zijn en ‘dus evenzeer onder Staatstoezicht
behooren te staan als Woolwich Arsenal o’f Ports-
mouth Dockyard. Zoo mogelijk moeten ‘ze zichzelf be-
druipeax, maar men moet zich helder voor oogen stel-
len, aldus het blad, dat aan Engelsche verfsto’ffeu-
fabrieken geen enkel monopolie verleend mag worden
of ‘bescherming door middel van tarieven, waardoor
een ‘slag4yoom gelegd zou worden tussehen ‘de groote
kleurstoffen-verbruikejijde industrieën en een Vrije

markt voor het aa,nbod van de beste ter wereld te
verkrijgen verfstoffen.
1)
De waarde van den totalen invoer van Engeland be-
droeg de eerste 10 maanden van
1920 £ 1.650.752.970;
die
van
do
groep chemische praeparaten, verfstoffen
ccx.
£ 28.683.134, dus
nog geen
2
pCt. van het totaal.

De economische toe stand v an Bri is
c h-
1
n d i ö. –
In ‘de Vereenigde Staten, in West-Europa,
in Zuid-Afrika en in 3apa overal ‘heer’scht een
economische depressie. Ook Britsch-Indië doorleeft
than’s een zeer moeilijke periode van ,’krap:heid der
geidmarkt en hef tige conjunctuurdaling. Het laatste
B’oard of Tra’de J’ournal bevat hieromtrent eenige

bijzonderheden.
Het is algemeen bekend, dat op het einde van den
oorlog Britsch.In’dië een periode van ongekende wel-
vaart doormaakte. De hooge prijzen der Indische pro-ducten maakten de stijgende kosten van levensonder-
hou’d maar zeer weinig voelbaar. De merkwaardige
industrieele ,,boom” van 1919 beteekende het hoogte-
punt van een periode van phenomenalen voorspoed,
groote expansie en
gevaarlijke
inflatie.
De eerste maanden iran 1920 gaven een ‘dui’delijken achteruitgang ‘te zien en ‘de hierop volgende periode is
bijna geheel beheersoht door ‘de fluctuaties in ‘den wis-
selkoers. Deze steeg in den aanvang van het jaar tot 2 s. 10 d. T.T. Dit ‘beteekende een krachtige rem op
den export, waaibij zich nog een stagnatie op de

markten in E’ur’o’pa en de Vereenigde ‘Staten voegde.
De prjzén ‘daalden en ‘het voordeeliig saldo d’er hen.

de’lsbalans sloeg om in een n’adeeli’g. De import daar-

entegen werd door den hoogen koers van de rupee
bevorderd. De voorraden waren gedurende den oorlog

opgebruikt en van ‘den gunsti’gen koers werd thans

gebruik gemaakt, deze aan te vullen. Dit leidde tot

een enormen en steeds nog voortdurende’n import van
goederen uit Engeland en de Vereenigde Staten.. Het

gevolg was, ‘dat de rupee in October tot op 1 s. 7 d.
daalde. Dit maakt den import du 40 jCt. ‘duurder

da’n tegen bovenvermelden ‘koers, met welke prijsstij-
ging evenwel geen
stijging
van ‘den binnenlan’dschen
prijs gelijken tred houdt. De bazaars kunnen de im.

portprijzen niet betalen en importeurs trachten dus
op ‘groote schaal orders te annuleeren. Bovendien
zitten :de’ ‘bazaars, hetgeen den toestand nog erger
maakt, alleen zeer krap i’n hun kasmiddelen. Ook de da-

ling aan de effectenbeurs heeft groote verliezen ver-
oorzaakt. In verband met een en ander staat natuur-
lijk, dat ‘de ‘banken hun ui’tzettingen aanzienlijk heb-

ben ingekrompen en zeer spaarzaam ‘zijn met het ver-

leenen van ‘voorschotten, totdat de aanwezige goede.
renvoorraiden wat sneller gelikwiideerd worden.

In ‘het geheele Oosten, van Bombay tot Yokohama,

bestaat tegernvoor’dig een zeer ernstige con’gestie in
den handel, gepaard gaande met een zeer gespannen
finaucieelen toestand. Britsch-Indië is echter iii een
veel sterker positie ‘dan sommige landere ‘maTkten in

het Oosten en indien slechts de goederen het binnen-
land in vervoerd konden worden en geconsumeerd
werdën, zou het vertrouwen spoedig terugkee;en. De
voorraden in het binnenland zijn niet gro’ot. Nood-
zaak is evenwel dat importeurs verlies nemen.
Intusschen is het raadzaam, ‘dat naar Britsch-Indië
oxporteerende hui’zen de bestaande moeilijkheden niet
vergrooten door ‘goederen te verschepen, waarvan zij
kunnen vermoeden ‘dat 2ij niet geaccepteerd worden.
Vooral ten aanzien van ‘de zaken gedreven met klei.
nere inlan’dsche firma’s moet groote voorzichtigheid
betracht worden. Vele firma’s met weinig ervaring
in den Indischen handel hebben gedurende ‘de laatste
jaren ‘dergelijke zaken gedreven. Bij stijgende prijzen
loopt alles wel goed af. In een
crisistijdper’k
geraken deze inl’andsohe zaken echter spoedig in moeilijkhe-

den en het gevolg is, ‘dat de exporteur opgescheept
blijft met een hoeveelheid goederen ergens in ‘de bin-
nen’landen van B’r.-In’dië, waarvan hij zich slechts ten
koste van zware verliezen kan ontdoen. De nadruk
moet er op gelegd worden, dat het voor elke onder-
neming noodzakelijk is, zoo voorzichtig mogelijk te zijn hij het afsluiten van zaken met kleine BrFbsch-
Indische maatschappijen.

Het Sociaal J’aarb’oe’k voor Neder-
land, dat onder Redactie van Prof. Mr. P. T. M. Aalberse, Minister van Arbeid, Mej. Dr.’ J. van
Anrooy, lector aan de Universiteit te Utrecht, Prof.
Mr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan ‘de Vrije Uni-
versiteit te Amsterdam, Prof. Dr. D. van Em’bden,
hoogleeraar aan ‘de Universiteit van Amsterdam, Mr.
H. J. Nieboer, lid van ‘den Gemeenteraad te ‘s-Gra.
venhage en H. Ch..G. J. van der Mandere, Secte-
taris, in 1918 en 1919 een tweetal jaargangen deed
verschijnen, loopt, naar ons wordt ‘medegedeeld, em-
sti’g gevaar van niet te worden voortgezet, indien geen
meer afdoende financieele grondslag voor
zijn
voort-
bestaan wordt gevonden.

Het zou niet voor den eersten keer zijn, dat eene
nuttige uitgave, als ‘hoed’anig wij dit ‘verzamelwerk,
van sociale gegeven’s beschouwen, niet ‘kan worden
voortgezet, omdat de uitgevers weigeren een risico te
dragen, ‘dat tot nu toe slechts verliezen aanbood.
Do Redactie doet ‘daarom op ‘al ‘degenen, die belang
atellen in ‘sociale aangelegenheden een ‘beroep teneinde te
verkrijgen,
dat zich voor ‘den aan’staanden derden
jaargang en eventueel ‘de latere jaargangen zoodanigé

1050

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
December 1920

belangstelling uitspreekt, dat een noedzakelijke finan.

cieele grondslag voor het Jaarboek wordt gevonden.
Degenen, die zich reeds als inteekenaar willen opge-

ven, kunnen dit doen ad
f
5 bij A. W. Sythoff’s Uit.g.

Mij. te Leiden: zij verkrijgen dan den derden jaar-
gang tegen een lageren prijs dan later in den boek-

handel kan worden berekend.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRiFTEN.

Journal de la Soclété de Statistique

de P a r i s. – Parijs, October 1920.

M. Dewavrin,
Quelques chiffres 4 propos des élec-

tions législatives françaises de 1919;
M. Huber,
Ohro-

nique de démogaphie;
G. Roulleau, Ohronique des

banques et des questions monétaires.

B a n k-A r c h i v. – Berlijn, 15 September 1920.

Dr. Koep pel,
Die Richtlinien des Finanzministe-
riums für die Wertermittelung nach dem Notopfer-

gesetz;
Dr. H. F. Abraham,
Steuerinquisition oder

Sdhâtzungsverfahren? Eine Kritik der Grenzen staat-licher Zwangsanwendung; Dr. B. TVeil,
Die Em.

führung der französischen Whrung in Elsasz-Loth-

ringen;
Dr. R. Wassermann,
Die Bedeutung der

Wuchergerichtsverordnung für den Bankier.

F in a ii z-A r c h iv. – Stuttgart, Berlijn, Jahrg.

37, Band 1.
Dr. R. Schranil,
Steuerpflicht, Steuerlast, Steuer-

schuld;
Dr. Fr. Diepenhorst, Die finanzrechtlichen

Bestimmungen dei Reichsverfassung;
A. Heichen,

Fonds im stâdtischen Haushalt einst und jetzt;
Dr.

Schma user,
Geschichtliche Entwicklung der Bierbe-

steuerung in Bayern;
Dr. 0. Schwarz.
Die Finanzen
der europiiischen und der wichtigeren aussereuropiii-

schen Staaten;
Dr. R. van der Borght,
Die Reichs-

steuergesetze von 1919.

Journal of the In stitute of Bankers.

– Londen, November 1920.

J. Brunton,
Notes on the Bankruptcy Act, 1914;

J. H. Rainey,
Lien and set-off;
E. S. Cockeli,
A corn-

party’s Jien on its own shares.

D e W e s t-T n d is c h e 0 i d s. – ‘s-Gravenhage,

September 1920.
Joh. F. Snelleman,
Chineesche immigranten in

Suriname;
H. Weiss,
De zending der }leinhutters
onder de Indianen in Berbice en Suriname 1738-

1816.

1 d e m. – ‘s-Gravenhage, October 1920.
Prof. Dr. K. Martin,
Vroegere rijzingen van den

bodem in Nederlan’dsch West-Indië;
Ferd. Greinei,

Suriname en de oorzaken van de achterlijkhcid dezer
Nederlandsche kolonie;
Mr. R. Bijlsma,
De annotatiën

van Gouverneur Jan Nepveu op Herlein’s beschrij-

ving van Suriname;
Mr. B. de Gaay Fort man,
Vrecrn-

delingen?

1 d e m. – ‘s-Gravenhage., November 1920.
Jhr. L. C. van Panhuis,
Luchtvaart in Guyana;
Dr.

H. D Ben jamins,
De grenzen van Suriname;
Mr. R.

Bijlsma,
De karteering van Suriname ten
tijde
van

Gouverneur van Aerssen van Sommelsdijck;
Jhr. L. C.
van Panhuys,
Een man van de dad.

T e
c
h n ik und Wirtschaft. – Berlijn,Sep-
tember 1920.
C. Weihe,
Die kulturgeschichtliche Betrachtung
der Tëchnik; A.
Eppler,
Die deutsche Diamantindu-strie;
E. Singer,
Altstoffverwertung;
R. Hennig,
Die
Neugestaltung der Weltschiffahrt nach dem Kriege;

J. L’uebeck,
Bayern und die Grosschiffahrtstrasse
Rhein-Dönau;
A. Argelander,
Der Standort der In-
dustrien.

Bulletin de l’Institut Inter.médiaire
T n t e r n a t i o n a 1. – Haarlem, ‘s-Gravenhage,
October 1920.

La genèse de la ,paiz; L’application du traité de

pai.x avec l’Allemagne; La Société des Nations;

Avant-projet pour l’établissement de la Cour perma-
nente de justice internationale visée A l’art. 14 du

pacte de la Société des Nations présenté au Conseil

de la Société par le Comité consultatif de juristes;

L’organisation internationale du Travail; Aperçu de

la jurisprudence du droit international.

V r a g e n des Tij da. – Haarlem, October 1920.

Bevat o.a.:

Mr. M. W. F. ‘Treub,
Boisjewisatie en socialisatie;
Mr. A. de Graaf,
De Kinderrechter in Nederland;
F. van der Laan,
Handelsonderwijs.

D e G i d s. – Amsterdam, October 1920.

Bevat o.a.:
Dr. P. Gepi,
Disraëli. (Slot);
Mr. Dr. K. H. Corpo.
raal,
Venezuela en wij.

T d e m. – Amsterdam, November 1920.
Bevat o.a.:
Dr. N. van Wijk,
De Tsjecheslovaak-

sche Republiek. Indrukken en beschouwingen;
Mr. P.
C. J. A. Boeles,
Het bronzen tijdperk in Gelderland
en Friesland;
Dr. G. Heymans,
Wilhelm Wundt.

• Zeitschrift fürandelswissenschaft-
Ii c he F o r s c h u n g. – Leipzig, Juli-Aug. 1920.

Dr. M. R. Lehmann,
Zur Theorie der industriellen
Kalkulation (Fortsetzung);
Dr. W. Mahiberg,
Be-
zugsrecht und Bilanzkurs.

1 d. – Leipzig, Seiit.-Oct. 1920.

Dr. F. Kürbs, Der deutsche Speditionsverkéhi. nach
Frankreich.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAAR BANK.

SEPTEMBER
1918
1919 1920

f

8.06.207
f

0.I5.91

f

.9.897.272
.Inlagen

………..
Terugbetalingen

..
,,

6.374.171
,,

9.61 7.736,,
9.819.016
Tegoed der inleggers
,
229.526.577
260.973.182
,, 267.863.746
Nom. bedr. der uitst.
staatsechuldhoekjes
op ultimo ………..
31.248.150
,,

36.463.200
,,

41.310.700
Spaarbankboekjes:

o,p
ultimo ………

gegeven
10.862
11.654
10.582
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel af-
betaald
5.051
6.735
8.024
Aantal

uitstaande
op ultimo
1.802.955 1.876.795
1.908.213

GIRO-KANTOOR DER
GEMEENTE
ANSTERDAM.

October
1920

11

0
tober
1919

Posten 1

Bedrag

II
Posten
1

Bedrag

Ontvangen en
betaald:

in contanten.

96376

t
11.605.758 125440
f

8.985.880
doorover-

.
schrijving
Q.

56986

,,.76.162.701 .46168
,,
80.968.073
Particuliere
rekeninghoud.

94562) ,, 20.210.017

59322),,
21.310.905
Saldo te goed


part, rek,
no.

,, 5.065.93t’

,,

4.176.749
1)
inciusieve verrekenineen tussehen gerneentediensten. znnde
117.702.530.08 in de maand October
1920
en
f24.742.764
in de maand
October
1919.
2)
Aantal.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCRE BANK

October
1920

II

October
1919

Posten
Bedrag

11
Posten
Bedrag

Voor reke-
ninghouders
38.093
f2.366.194.028
29.023.
f1.378.693.529

waarvan door
.
.
de

11.-bank
.
plaatseljk.
15.620
,,1.856.-737.452
9.548
,,1.020.257.213

Ter voldne

.

.

………


ning,yan
……………….
.

.


.
.

.:
Rijkbe1ast.
1.356
,,

17.525.1ö0
‘1.267
,,

7.390.55

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1051

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent Cijfers nog
niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned 1Vrsch.inH.C.69′
190ct.

Disc.Wissels.
44 1Juli’15
Zweeds.R.ksbk
74l6Spt.’20
Bk Be1.Binn.Eff.54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.6-6+
18Dec. ’19
’20
Zwits. Nat.Bk. 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7 16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk..5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië.6
20Mei ’20
Oosteur. Hong. Bk. 5
12Apr.
’15 F. Ree. Bk. N.Y. 6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7 .19 Apr.’20
Javasche Bank 34
.1 Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen Part.
Berlijn
Part. Parijs
Part.
N. York
Cdl-
Part.
Prolon.
disconto

gatte diaconto
disconto
dt,c.
monet,

27 Nov.’203
1
14-/s
3’/44
68/
4

4-
1
/

6-7

1)

22-27 N.
’20I3’1-7I8
3
1
/s-4
68/
4

4’/,
6-7
15-20

,,

’20 37/_4i/
3’/-4
6
8
/4
4-1e

68
8-13
,, ’20
4’/8-
3
Ie
3
1
/,-6
6
5
I8-‘I4
4-
1
!.

7-10

24-29 N. ’19 4-‘/
4-5
55/a7/
4-
9
!,

6-8
25-30 N. ’18
3-
1
I
3’/,

12
1
/s-$1&

3’/,-44
4-
1
/

5

It

20-24Juli’14 3
1
/,-

8

/14
2’/t-‘Ig
2’/,’/
2
8
4
1
8
!42
1
/i
0
Noteering ven 26 Nov. 1920.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Na een vrij bewogen opening op Maandag en Dinsdag
vas de wisselmarkt gedurende de verdere week zeer stil en
bleven de koersen ongeveer op dezelfde hoogte. Ponden lie-
pen op van 11.40 tot 11.48 maar daalden Woensdag weder tot 11.40, om daarna langzaam zonder groote omzetten tot
11.45 te stijgen. Parijs liep op tot 20.50 en daalde daarna
tot ca. 19.90. Belgiif maakte ongeveer dezelfde schommeling.
Ook Marken liepen aanvankelijk sterk op, maar hadden
daarna hetzelfde verloop. Alleen Dollars maakten een uit-
zoudering. Aanvankelijk nog sterk terugloopend, trad
Woensdag een herstel in, waarna de koers tusschen 3.26 en
3.273% bleef schommelen. Kopenhagen en Christiania noteer-
den meestal gelijk en de dagelijksche verschillen waren
zeer gering. Stockholm was meer bewogen. Het eindresul-
taat was echter hetzelfde. Zwitserland eveneens stil en
zonder beweging. Sptnje weder iets flauwer. Buenos Aires
stationnair. Indië iets vaster 99
3
%-1004.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
ata
Londen
Parijs
‘t
Berlijn
‘1
Weenen
‘t
Brussel
“)
New
York’)

22 Nov. 1920..
11.45
20.20
4.95
1.-
21.35
3.20!.
23

1920..
11.45
20.30
4.80
1.024
21.55
3.23
7
!,
24

,,

1920..
11.40
20.-
4.674
1.-
21.224
3.25
1
/
2

25

1920..
11.394 19.75
4.55
0.95
20.95
3.26
1
/4
26

1920..
11.42+
19.871

4.724
0.97k 20.90
3.27
8
!.
27

,,

1920..
11.454
20.-
4.774
1.-


Laagste d. w.’)
11.38 19.65
4.474
0.924
20.80 3.22′!,
Hoogste
,,

,, t)
11.48
20.50
5.224 1.10
21.70
3.28′!,
20 Nov.1920..
11.40
19.80
4.45
0.95
2
20.95
3.30
13 Nov. 1920..
11.334 19.424
3.924 0.924
820.424
3.364′
Muutpariteit.
.
12.104
48.-
59.26
60.41
48.-
2.48′!4
) Noteenng te Amsterdam.
5*)
Noteenn
g
te Ron,.rdam.

P..6
0
6,.r,..,,,,..,

8)
Noteering van 19Nov. 1920.
‘)
Idem von 12 Nov 1920.

Da
°
t
Stock.
holm’)
Kopen.
lagen’)
Chili.
tionia)
Zwitser.
land’)
Spanje
t
)
Batavia aj
telegrafisch

22 Nov. 1920
63.10
44 35
44.10
51.30
43.50
994-
1
004
23

1920
63.25
44.40
41.50
51.324
43.80
994-1004
24

1920
63.20
4440
44.50
51.224 43.25
994-1
0
04
25

1920
63.-
44.20
44.20
51.20
42.85
994-1004
28

1920
6310
44.30
44.30.
51.30
43.

994-104
27

1920
63.30
44.40 44.40
51.35
42.90
9
4-1004
L’ste d. vr.’)
62.80
44.-
44.-
51.15
42.70
99′!.
H’ste

,.

,,

1
1
63.50
44
55
44.60
51.45
43.5
100
1
!2
20 Nov. 1920
63.-
44.05
44.25
51.30
43.25
99_991/
13 Nov.1920
62.95
43.85
43.85
51.35
39.80
99991/
3

Muutpariteit
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
100
5)
Noteering te Amsteroam. t) Particuliere opgave,

KOERSEN TE NEW VORE.

D a a
CoMe
Land.
(in
.
peri2)
Zicht Parijs
(in cli. per$)
Zicht Berlijn
(in ci.p.4Rm.)
Zicht Amsterd.
(in
cl,.
P. gid.)
27Nov. .. 1920
3.50.-
6.12
oom.
Laagste d. week
3.49.75
6.07
nom.
Hoogste,,

,,
351.25
6.25
oom.
20 Nov… 1920
3.49.-
6.15
oom.
13

,,

..
1920
3.37.50
5.79
oom.
Muntpariteit.
.
4.86.67
5.18
1
!4
95
1
!4
40
1
I,,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen Noteeringi.
eenheden
1
13 Nov.
1

1020
20Nov.
1

1920
22-27
Nov.
1120
Lm,agstr

Hoogate
127
Nov.
1

1920

Alexandri..
Plast..
P. £1
977/,,
977/

1

977/,,
97
1
!,.
97
1
!,,
B. Aires’)..
d.
p. $
53618
52
8
!,
51
58
1
!4
58
1
!,
Calcutta
. . . .
£ p.
rup.
1/8
1
!,
117
1
!4
1/6′!,
lIP!,
1/6
1
!,
Hongkong
..
id.
p. $
3137/
1
,
398j,
3/4
3/8
7
!,
3/8
1
!,
Lissabon
….
d.
per
Mil.
9
1
18
7
1
!,
7
8’l1
78/t
Madrid

..,..
Peset.
p. X
28.75 26.40 26.25
26.80
26.55
‘Montevideo’ d. per
$
5580)
53/’!,
51/
531/s

518!43)
Montreal….
$
per
£
3.78
1
!2
390
390
4.02
3.98
‘R.d.Janeiro.
d. per
l’vlil.
11″!,,
11
5
!,,
10″!16
11
7/
II

/s
Lires
p. £
96.75
92.00
88.00
95.80
94.50
Shanghai

. .
£ p.
tael
5/3
3
/4
4111
8
!,
4/7
4111
1
/4
4110 ‘/8

Rome

…….

Singapore

..
id.
p. $
213
7
!.
2/3
7
!.
213
11
1$2
2/3
1
‘/82
2/3
1
!,,
‘Valparaiso.
.
d.
p.
peso
928/,
2
8)
99/
91/
2

928/
32

9251
32

Yokohama..
£
per yen
2111
7
!8
2/11
1
!4
2110
1
!4
2/11
2110
3
!4

Koersen
der
vooraFgaande dagen. ‘I TelpgreP.rk tran.#,’rt.
8) Noteering van 12 November.
8)
idem von
26 November.

NOTEERING VAN
ZILVER.
Noteering te Londen
te
New York
27 Nov.
1920 ……..
49′!,
76
20

,,
1920
……..
49
75
13
1920 ……..
53′!,
79
8
!8
8

,,
1920
……..
54′!.
82
29 Nov.
1919……..
72
1
!8′)
129
30
Nov.
1918
……..
48′!,
101
1
!8
20
Juli
1914
……..
24″!,.

.
5•41/

‘)
Noteering van
28
November 1919.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 29 November 1920.

Activa.
Binnenl. Wis{ H.-bk.
f
76.708.493,40
1
!,
sels, Prom., B.-bk. ,, 5 719.227,42
1
!,
enz. In disc. Ag.sch. ,,100.506.864,25 ( 182.934.689,08

Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef..
f
44.415.343,-
Af : Verkocht maar voor
debk.nognietatgel.

44.415 343,-

mcl. vrseh.
Beleeningen {H.bk.
f
99.341 432,51
in rek.-crt. B.-bk. ,, 21.54.617,20
1
!2
op onderp. Ag.sch. ,,143.205.311,72

f264.131 441,43′!,

Op
Effecten

……f259.633 041,43
1
,
Op
Goederen en Spec.
,.

4.498.44,-
,,

264.131.441,43
1
!,
Voorschotten a. h. Rijk

…………
..14.980.571,77
Munt
en
Munt,nateriaal
Munt, Goud
……
f
56.219.755.-
Muntmat., Goud
..

,,579.921.066,39

f636.140.821 39
Munt, Zilver,
enz..

20.171.366,32
Muntmat. Zilver
..

Effecten
656.312.187,71

BeI.v. h. Res.fonds..

f

4.443 7.14.62
1
!,
id.
van
1
1
5
v.h.kapit.

,,

3.841.107,371!2
8.284.822,-
Geb.enMeuli. der Bank
………………
3.59k
Diverse

rekeningen

……………….
..34.662.782,76′!,

f1 .209.285.737.76

Passiva.
Kapitaal

……………………..
t’

20.000.000,-
Reservefonds

………………….
..5.000.000,-
Bankbiljetten

in omloop
…………
..1.078.031,740,-
Bankassignetiën in omloop ……….
..2.287.064,59′!,
Rek.-Cour. Het Rijk
f


saldo’s:

J
Anderen
,,

87.881.729,88 87.881 729,88
Diverse rekeningen

……………….
16 085.213,28
1
!,

f
1.2u9.285.737,76

11
-1052

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

1 Decniber 1920

NED. BANK 29 November 1920
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
421.876.5 17.43
1/

Op
do ba8i8 van
‘1 metaaldekking
…. ,, 188.236.412,54
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.109.382.585,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s

…………….
7.S23.989,24’/
Buitenlandsche wissels…… 943.353,-
Beleeningen

…………..
1.211.256.6OVs
Goud

………………..
Zilver
………………..
234.394,97
Bankbiljetten

…………14.968.715,-
Part. Rek.Crt. saldo’s

….
6.702.105,47
1
!2

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
B k
blIj

ten

Andere
opeischbare
schulden

29

Nov.

1920

….
836.141
20.171
1.078.032 90.169
22

,,

1920

….
636.141 19.937
1.063.063 96.350
15

1920

.. …
836.141
19.615 1.084.441
94.171
8

1920

….
636.141 19.354
1.090.924
88.142
1

1920

….
636.141
19.229 1.108.201 82.739

29
Nov.

1919

….
832.156
6.325 1.048.397 83.508
30 Nov.

1918

….
693.392
8.230
1.082.164 75.660

25 Juli

1914

…..
162.114 8.228
$10.437
6.198

Data
bedrag
disconto’,

7otaal””””
Schatkist.
promcssefl
rechtstreeks

Bdee.
ningen
baar
1

Metaal.
1

saldo

king,.
percen.
I

(age

29Nov.1920
182.935
47.000 264.131
421.877
56 22

1920
175.611
42.000
262.920 423.400
57
15

1920
171.859
39.000 278.056
419.238
56
8

1920
149.284
9.000
299.179 418.886
56
1

,,

1920
137.729
9.000
322.939
415.971
55

29Nov.
1919
146.037
79.500
262.964
411.348
56
30 Nov. 118
225.288
145.800
144.867
469.579
61

25 Juli 1914
67.947 14.800
61.886
43.521′)
75
1)
Op de
basis
van
115

metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

22 Nov. 1920

1
29. Nov. 1920

Aan schatkistpromessen.
f
371.770.000,-
f
377.770.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

42.000.000,- ,, 4 7.000.000,-
Aan schatkistbiljetten

, 21.113.000,- ,, 21.113.000,-
Aan zilverbons ………..50.832.425,75 ,, 51.191.852,25

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

B

k-
Andere
Data
Goud
Zilver
biljetten
peischb.
ochulden

20 Nov. 1920
580.500
13

1920
591.500
6

1920
586.500

2

Oct.

1920
……
223.903
7.583

358269

218.877
25 Sept. 1920…..

.
220.943
7.456
358.668

210.609
18

,,

1920
……
210.146
7.384
358.901

213.566
11

,,

1920……
214.8
69
7.133
359.022

211.976

22 Nov.

1919 …….
168;905 2.793
305.658

106.157
102.967
.
.

14.577
192.361

90.850
23 Nov.

1918 …….

25
Juli

1914
…….
22.057
31.907
1

110.172

1

12.634
Wissel,.
iverse
Beschi.
Dek.

ata
Di,-
buiten Belee.
te e.
baar
kings.
conto’,
N.-Ind.
ningen
n ingen
t)
metaal.
percen.
oeiaa coat

.
50
00
(ag.

20 Nov.1920
.

324.500
117.000
13

,,

1920
339.000
115.000
6

,,

1920

835.000
/
0

115.750

2Oct. 1920
23.405
116.210
40′
29.276
34.690
138.544
25 Spt. 1920
29.032 34.904
135.016 21.625
114.690
40
18

,,

1920
29.391
35.150 143.779
22.170
113.173
39
11

,,

1920
29.545 24.469 154.896
20.004 107.724
39

22Nov.1919
15.362 15.009
172.976
47.912
89.577
42
23Nov.1918
8.965 17.206
81.132
19.754 61.168
42

25Juli
1914
7.2591
6.3951
47.934
2.228
4.842′
44
t)
Sluitpost
der activa.
1)
Op
de basis
van
1/

metaaldekking.

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten In duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatte
OCnlhrvb.

schulden
Disconto’,

2 Oct.

1920

..
1.053
2.157
916 1.836 896
25 Sept. 1920 ..
1.054
1.981
975
1.816
418
18

,,

1920

..
1.053
2.005
900
1.824
424
11

1920

..
1.081
2.096
848
1.821
863

4 Oct.

1919 ..
961
1.615 1.084
1.552
461
5 Oct.

1918

..
729
1.606
1.219
1.268
234

25 Juli

1914

..
645 1.100 660
735
396
1)
Sluit,ost
der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, ondér bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulaile
Currenc

Notes.

Bedrag
I

Goudd.
I
Gov. Sec.

24 Nov. 1920
124.113 127.965
*5*
*5*

17

,,

1920
12a.719 127.569
350.423
28.500 319.344
10

1920
123.477
127.848
354.082 28.500
322.977

3

1920
123.146
128.458 355.985 28.500
324.701

26 Nov. 1919
87.902
86.694
338.347 28.500
320.077
27 Nov. 1918
75.846
65.990
296.341 28.500 275.814

22 juli

1914
40.164
29.317


D ata
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve

Dck-

24
Nov. ’20
52.401,
74.107 17.989
105.315
14.598 11,83
17

,,

’20
63.786
75.166
19.509
116.279
-14.600
10,75
10

,,

’20
62.701 73.222 19.816
112.470
14.079 10,64
3

,,

’20 63.973
73.870
18.143
115.135
13.158
9,87

26Nov.’19
38.335 80.080
19.308
100.989
19.658
16,33
27Nov.’18
62.630 100.992 30.428
143.749
28.305
16,20

22Juli ’14
11.005 83.683
18.735
42.185
29.297
62
3
1,
E)
Verhouding tusechen Resetve
en Depoeita.

DÛITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen,
schetne
Ctrcu.
latte

Dek.
kings.
rc.’)

6 Nov. ’20
1.098.87011.091.658
20.160.071
63.600.113
33
30 Oct.

’20
1.098.214 1.091.867
21.340.019
63.596.445
34

23

’20
1.098.575
1.091.652
20.243.817 62.066.107
84
15

,,

’20
1.098.593 1.091.656 20.431.898 62.128.756
34

7 Nov. ’19
1.113.091
1.092.835 9.458.627 30.975.284
84

7 Nov. ’18
2.578.655 2.550.263 3.187.226 16.959.253
34

28 Juli

’14
1.691.398 1.356.857

65.479
1.890.895
93
t)
Dekking
der circulatie door tnetael en
Kaacenscheine.

Dato
W(ucla
Rek. Cr1. Darlehcnskauen,cheinc
Totaal
In kas bij de
uitgegeven
I
Reichsbank

8

Nov.’

’20 49.779.073
.13.292.389 33.136.900 20.160.100

30 Oct.

‘1920
53.807.493
17.945.359
34.435.700 21.291.400

23

1920
47.817.833
12.347.175
.
33.257.100 20.196.000

15

,,

1920
51.676.188
16.415.314
$3.667.400
20.387.800

7 Nov. 1919
32.264.906 9.707.802
21.271.100
9.430.500
7

Nov. 1918
.
1
19.443.590
9.325.904 12.911.700
3.277.400

23
Juli

19141
750.892
943.964
1


OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste oosten in duizenden Kronen.

Data
Metaal en
buitenl.
Igoudwi
ssels
Disc, en

1
l’deeningen

1
Bijz.
schuld
Oostenrijk
1 en Hongarije

1

Bank.

1

biljetten
1
Rek. Cr1.
saldt

31Oct.’20
1
)321.121
36.474.610 32.954.000
72.902.605
9.930.245

7Feb.’20
290.428
19.251.400
32.954.000
56.994.022
8.057.646

31Jan.’20
291.083
19.162.543 32.954.000
56.772.802 6.220.536
31Dec.’19
287.640 19.196.063 32.954.000
54.481.264
7.906.378

31Oct.’19
325.475 14.271.649
32.954.000 49.403.131 7.641.871

23Juli’14
1.589.267
964.356

.2.159.759
291.270
1)
waarvan
222.669 goud. 51.979 buitenlandache goudwiuels en
O.qIZ
munt en muntmateriaal zilver.

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTIS CHE BERICHTEN

1053

BANK VAN FRANKRIJK..

Voornaamste posten in duizenden trance.

Waarvan

T. goed

Bui f.gew.
Dato

Goud

in het

Ziloe,

In het

voo,och.
Buitenland

Buitenland af d. Staaf

25Nov.’20
5.491.697
1.948.367
264.856 599.212
26.600.000
18

,,

’20
5.499.877
1.948.367
268.915
601.355
26.600.000
12

,,

’20
5.449.767 1.948.367 270.761 861.321
26.600.000
4

,,

’20
5.486.848
1.948.367
284.173
657.796
26.600.000

27 Nov.’19
5.576.962
1.978.278
283.649

25.850.000
28Nov.’18
5.462.095 2.037.108 319.263 1.449.219
17.000.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

Uitge.Belee-
1
Bankbil-

Rek. Cr1.

I

Rek.
Vtucl,

itelde
Wissel,

nisg

jt

Pa,lt.
culteren

Cel.
I

Staaf
___

1

3.279.519 428.003 2.018.453 38.806.733 3.639.893 287.335
3.226.915 437.145 2.054.705 39.256.257 3.804.150 37.351 3.302.176 445.885 2.094.371 39.619.154 3.605.817 55.201 3.660.129 452.967 2.049.763 39.645.897 3.636.194 30.049
1.153.456 644.749 1.316.044 37.423.808 3.089.275 52.161
818.112 1.037.959 1.080.290 29.072.412 2.816.043 31.282

1.541.0801

769.4001 5.911.910 942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden trance.

I

JW’etoal Bdeen.
I
Beleen.

Binn.

I

Dato

mcl.

I

van

van

wissel,

Ct,cu-
j
buiten1. buiten1. prom. d.

I

en

laffe
1

saldi

vorder.

provinc. heleen.

partic.

25Nov.’20 350.752 84.653 480.000 764.184 5.845.802 1.081.964
18 ,, ’20 350.964 84.663480
.000 730.513 5.826.528 951.919
11 ,, ’20 351.196 84.653 480.000 749.809 5.844.4 181 974.926 4 ,, ’20 349.981 84.653 480.000 731.176 5.817.955 1.065.404

27Nov.’19 352.213 84.955 480.000 387.154 4.670.895 2.134.917

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudgoorraad

F.R.
________________________________________

I

Ziloe,
1
Notes tn
Data

Totaal

1
Dekking
1 In het

dc.

J
circu.
I
bedrag

1
F. R. Notes
1
buitenl.

1

lalle

29 Oct. ’20 2.003.320 1.347.622 74.686 161.718 3.351.303
22 ,,

’20 1.994.811 1.363.663 80.441 162.659 3.356.199
15

’20 1.992.101 1.330.828 87.021 162 810 3.353.271
8

’20 1.996.324 1.297.178 90.409 161.944 3.322.123

31 Oct. ’19 2.138.000 1.309.924 129.913 67.5922.752.876
1 Nov. ’18 2.052.229 1.213.139

5.829 53.45612.515.504
Data
Wissel,
Totaal
Depositos
I

Gestort

1
Kapitaal

1 1

.bek- kings.
Perc.’)

Goud.
dekking
circul.
2)

29 Oct.

’20 3.099.672

2.417.529

97.753

43,1

47,2
22

’20 3.049.948

2.450.065

97.692

43,3

47,3
15

’20 3.093.390

2.692.618

97.594

42,7

46,6
8

,,

’20 3.101.361

2.506.899

97.519

42,9

46,9

31 Oct.

’19 2.522.902

2.725.565

86.013

47,9

60,6
1 Nov. ’18 2.123.019

2.347.892

79.360

56,6

51,3
2)
Veehouding
tusochen:
den totalen
goudvoorraad,
zilver etc., en de
opeiechbare echulden:

F

R.
Notes
en
netto depoetoe.

1)
Na aftrek
van 35 pCt.

der totale

dekkingomidde!en

als dekking voor de netto
dèpooito’e.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Dato
Aantal
Totaal
uitgezette
1

Reseroe
1

60 de
T
otaal
Waarvan
time
banken
t

gelden °”
1
F. R. bank,
dep ooito,
depo,tt,
1
bdeggingen

1

22 Oct. ’20 823 17.101.060 1.333.215 14.469.628 2.814.559
15

’20

822 17.188.604 1.384.680 14.255.542 2.796.176
8

’20

822 17.189.958 1.343.551 14.255.542 2.796.176
1 ,, ’20

820 17.144.662 1.343.551 14.298.972 2.793.861

24 Oct. ’19 778 15.425.888 1.387.175 13.658.084 2.056.087
25 Oct. ‘181 749 14.022.2101 1.360.662 11.671.211 1.438.992

Aan het eind van.ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 29 November 1920.

Nu het aspect tier internationale beurzen nog absoluut
niet beter is geworden en het er ook niet naar uit ziet, dat
hierin spoedig aanmerkelijke verbetering zal komen, door-
dat de grond-oorzaak, de malaise in den goederenhandel,
steeds voortduurt, auiken er af en toe geruchten op, die
er op wijzen, dat men pogingen aanwendt, om de funeste
gevolgen dezer malaise te verzachten en, zoo mogelijk, te
voorkomen. Vooral op de beurzen van Berlijn en van New
York is dit Let duidelijkst merkbaar geweest, omdat er sprake van is, dat tussehen de Vereenigde Staten en de
Duitsche Republiek een goederen-crediet afgesloten zal wor-
den Wel is waar zijn de voorbereidingen hiertoe nog niet
getroffen en zijn alle geruchten hieromtrent nog zeer vaag,
doch indien de toestanden zich blijven ontwikkelen als tot
op dit oogenblik het geval is, zou het niet onmogelijk zijn,
dat invloedrijke en belanghebbende kringen de onderhan-
delingen in deze richting zouden openen. De loop der wis-
selkoersen heeft overigens dit prospect reeds vooruitgeloo-
pen; de dollarkoers is vrij sterk gereageerd, hetgeen ge-
paard is gegaan met een monteeren van den koers der
Reichsmark.
De hoofd-oorzaak van de goederen-malaise moet dan ook
in den stand der wisselkoersen worden gezocht. Aan den
dnen kant bevindt zich Amerika, met een schat van voort-
brengselen, die niet alle in het binnenland een ddbouché
kunnen vinden; aan den anderen kant het groote midden-
europeesche complex, dat door gebrek aan koopkracht niet
in staat is die voortbren.gselen tot zich to trekken. Het zou
derhalve een ivederzijdsch belang genoemd kunnen worden,
indien over den afgrond der valuta-ontreddering de brug
van het crediet geslagen zou kunnen worden. Wel is waar
zijn te dezen opzichte reeds vroeger voorstellen gedaan,
doch toen was de dringende noodzakelijkheid nog niet zoo
sterk naar voren gekomen als thans, nu de afzet der Ame-rikaansche producten eenigszins begint te stokken. Noch-
tans zal het vermoedelijk nog geruimen tijd moeten .duren,
alvorens een crediet-overeenkomst in alle finesses tot stand
zal worden gebrac.ht. Als onderpand voor de richtige na-
koming der Duitsche verplichtingen nou men in de Ver-
eenigde Staten het in-beslag-genomen Duitsche particuliere
bezit van vSSr den oorlog willen beschouwen; met de bezit-
ters zelf zou de Duitsche Regeering ziah dan hebben te
verstaan. Dit punt zou, hoewel er waarschijnlijk moeilijk-
heden te over gevonden zouden worden, geen onoverkomen-
lijke bezwaren behoeven op te leveren, indien slechts tevo-
ren vast zou staan, op welke waarde dit bezit kan worden
gesteld. De vroegere taxaties gaven alle ongeveer een totaal
van 500 millioen dollar aan; nu het er op aankomt de
waarde i.n de practijk tot toepassing te brengen, gaan de
schattingen niet hooger dan 400 millioen dollar.
Inmiddels is, zooals gezegd, langs officieelen weg nog niets tot stand gebracht. Ook aan de het eerst in aanmer-
king komende beurzen is nog niets van het vooruitzicht
op een crediet-overeenkomst weerspiegeld. Wel is, nooals
gezegd, de koers van de Mark iets gemonteerd en is dien-
overeenkomstig de prijs van den dollar eenigszins gedaald,
doch de beurs te B er 1 ij n heeft de gunstige overwegin-
gen, die aan deze fluctuaties op de wisselmarkt ten grond-
slag liggen, niet in aanmerking genomen. Integendeel is
ht verloop daar ongeanimeerd geweest, volkomen in over-
eenstemming met den gang van zaken in de laatste tijden,
die een lager peil voor de verschillende fondsen te aan-
schouwen gaf, naarmate de waarde van het Duitsche be-
taalmiddel in het buitenland steeg.
Ook te N e w Y o r k is nog niets doorgebroken van een meer optimistische opvatting in verband met de mogelijke
levering van• voorraden naar het buitenland. Zelfs de be-
richten omtrent het afsluiten van een handelsovereen-
komst tusschen den heer Van der Lip en de Russisohe Re-
geering hebben geen uitwerking gehad. Nu is het eener-
zijds waar, dat de stappen van den heer Van der Lip als
zuiver persoonlijke zijn te beschouwen, al zal dan wel een bankgroep haar steun verleenen en anderzijds, dat de Rus.
isch-Amerikaansohe Kamer van Koophandel het afsluiten
van een overeenkomst en het afstaan van Siberische con-
cessies heeft tegengesproken, doch in normale tijden pleegt
de beurs dergelijke gebeurtenissen vooruit te loopen, ook
als zij later worden gedementeerd. Een en ander is wel een
bewijs voor het vergevorderde stadium van depressie, waar-
in Walistreet zich op dit oogenblik bevindt.
De nog •niet gereleveerde vastelands-beurzen geven ove-
rigens geen aanleiding tot een opgewekte beschouwing. Na
de definitieve nederlaag van generaal Wrangel schijnt er
in Parijsche Regeeringskringen geen hoop meer te bestaan

1054

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 December 1920

op het verdrijven der Bolsjewiki door buitenlandsche inmen-
ging of buitenlandschen steun aan de verschillende legers en
is men er toe overgegaan particulieren handelaren geen
beletselen meer in den weg te leggen, indien zij den handel
met het voormalige Tsarenrijk weer willen opnemen. Hoe
verblijdend dit op zich zelf voor sommige kringen in
Frankrijk kan wordengeacht, bij het publiek heeft het alle
hoop op een eventueele regeling vair dd Russische schulden
den bodem ingeslagen en hoewel dit op zich zelf misschien
ook weder overdreven moge zijn (indien Rusland langzamer.
hand weder in den kring der naties wordt betrokken, zal
vermoedelijk toch een schuldregeling niet kunnen uit-
blijven),. ter beurze heeft deze gang van zaken geen pret.
tigen indruk gemaakt. De omzetten zijn dan ook minimaal
en de tendens is eerder. neergaand.
Ook vanuit L on d en hebben ons geen opgewekte be-
richten bereikt. Verschillende emissies zijn mislukt en hoe-
wel cle statistiek van den handel gedecideerd betere cijfers
te aanschouwen geeft, is de wisselkoers op Engeland wei-
nig stabiel en eerder flauw to noemen. De hoofdoorzaak
hiervan is wel te vinden in het feit, dat Engeland groote
hôeveelheden artikelen in het buitenland, voornamelijk Amerika, op korten termijn heeft gekocht, welke het in
verwerkten vorm aan andere landen heeft afgeleverd, doch
op crediet. De directe schulden kunnen dus niet vereffend
worden met de directe vorderingen en dit veroorzaakt
eenige stagnatie op de wisselmarkt, hetgeen, gevoegd bij de
algemeene tendens in het buitenland, het optimisme van de
effectenbeurs niet heeft kunnen versterken.
Te o n z en t is de markt meerendeels uiterst bom ge-
bleven. In de afdeelingen voor siaatsfondsen is
dit natuur-
lijk niet naar voren gekomen, omdat deze afcleeling mee-
rendeels afhankelijk is van andere factoren, met name van de geidmarkt. En deze is de laatste dagen vrij ruim geble-
ven. Hierdoor is het dan ook te verklaren, dat de meeste
binnenlandsche soorten nog een kleine verbetering hebben
kunnen aantoonen.
Wat de buitenlandsehe staatspapieren betreft, was men
voor Russen zeer ongeanimeerd gestemd. Hoe sterker het
bolsjewieksch bewind er voor komt te staan, hoe minder
vertrouwen men over het algemeen in de erkenning der
vroegere staatsschulden krijgt. De meeste soorten •waren
dan ook op lagere prijzen aangeboden.

23 Nov. 26Nov. 29 Nov.
Rijzing of
dal,ng.
5
% Wed. W. Sch.

1
is
82
1
/g

82

81
duo

ijn
4%
0
10
,,

,,

,,

1916
81 ‘/

81
15
/te
82
1
/

11
/16
4

0/

,,

,,

,,

1916
731/4

72
8
1
8

73/

± 1/6
3

0/

,,

,,

,,

. ….

52

Whe

521/

+
1/,

2%
0/
Cert. N. W. S. ….
42’/

43

43

+
‘Is
5

01, (.nst-Tndië 1915 . . . –

87
1
!,

88

87


1/

4
0/,,
Hongarije Goud ….

3

3

3
4
0
/,, Oostenr. 1ronenrente

1
11
,i

2
1
!2

21/4 +
I/j
5

,
n
.flnsland 1906 ……11

10

10

– 1
4%
Of,,
Two ngorod Dombr..

96/4

8’/4

8’/8 – 1
Is
4
0/
Rusland Cons. 1880

97/
8

611

511

4
0
10 1l,,sl.
hij iïope & Co. 10

10

9

– 1
4

0/
Servië 1895 …….17
1
/,

17’I9

17’/2
4%
0/
China Goud 1898 .. 55/8

55Io

55!8
4 °/
o
Japan 1899 ……..58

58

58
4

0/,,
Argentinië Buitenl… 57
5
/,, 57/

57/jg
5

O/
Brazilië 1895 ……53

53

53
5

010

,,

1913 …….55

55

55

De locale markten hebben echter vrijwel alle een beeld
vanverwoesting te aanschouwen gegeven. Slechts twee uit-zonderingen kunnen hier worden gereleveerd, met name de
tabaks-
en de
rv.ltber-ofdeelinq
De eerste was bij uitstek op-
gewekt, in verband met de zeer mooie resultaten, door de
meeste ondernemingen op de jongste inschrijvingen behaald
en met de vooruitzichten voor den volgenden oogst. De
meest in het oog vallende verbeteringen zijn hier behaald
door de Senembah en de Medan Tabak Maatschappij.
De
riibher-afdeling
was eenigszins meer geanimeerd
door de betere prijzen, die voor het ruwe product uit Lon-
den werden gemeld. Wel is waar heeft men hieraan in rub-
berkringen geen groote waarde gehecht, doch op het zeej
lage niveau, waarop de prijs voor ruwe rubber thans aan
gekomen is, is slechts een minimale verbetering noodig,
om de hoop bij een deel van het publiek weder te doen her-
leven.
Bij alle overige afdeelingen echter hebben koersverliezen
van beteekenis den boventoon gevoerd. Het heeft geen zin,
iedere afdeeling in het bijzonder te bespreken, daar de ge-
bede beurs door dezelfde motieven werd heheerscht en een
daling of stijging in het ddne fonds onmiddellijk een gelijke
beweging in een andere rubriek te voorschijn riep. Zon

oefende b.v. het feit, dat aandeelen Koninklijke Petroleum
Mij. op een gegeven dag iets beter uit Parijs werden ge-
seind, een stimuleerende werking op de
suikermarkt
uit,
terwijl omgekeerd een daling in aandeelen H. V. A. een
reactie van aandeelen Koninklijke Petroleum Mij. te voor-
schijn riep. Het zijn op dit oogenblik geen factoren van
bijzonderen, doch van zeer algemeenen aard, die het aspect
der beurs beheerschen en zoo komt het ook, dat, behou-
dens. een enkele uitzondering, de beurs van het oogenblik
als én geheel kan worden beschouwd, waarbij de bizondere
overwegingen vann enkel fonds of van een rubriek van
fondsen geen rol van beteekenis kunnen spelen. Wil men
een enkele rubriek er uit lichten, dan zou het zijn de
afdeeling voor binnenlandsche industrieele waarden, die
bovenal van aanbod te lijden heeft en voor welke fondsen,
in tegenstelling met suiker-, petroleum- en dergelijke pa-
pieren somtijds. niet de allergeringste vraag bestaat. Hier-
door is dan ook vaak iedere handel uitgesloten en zijn ver-
schillende fondsen iit de of ficieele noteering vervallen, om-
dat zij langer dan ‘aier weken niet verhandeld zijn.

23 Nov. 26Nov. 29 Nov.
R
p:

t

5

Amsterdamsche Bank
.
178
6
/4
178
17V!,

8
14
Ned.Handel-Mij. cert.v.aand
196
1
/1
19061
4

1921/4
41/4

Rotterd. Bankvereeniging.
134
131
‘1,
131
1
!2

2
1
!3
Amst. Superfosfaatfabriek
152 150 150

2
Van Berkel’s Patent ……
106
106
1071/4
+
11/4
Insulinde Oliefabriek

. .
115ij
1081/
2

1091/
4

—8
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
91
3
/
91
1
14
91’/
Wed. Scheepsbouw-Mij
120
120
120
Philips’ Gloeilampenfabriek
780
7991/2
767/,

12′!2
R. S. Slokvis
&
Zonen
593 576
577

16
Vereenigde Blikfabrieken
125
1
/
123
1251/

‘/8
Compania MercantilArgent
197/,
187
1
1,
188

9’/,
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
276
26(11/
8

267
8
/s

Handelsver. Amsterdam

.
656′!,
626
640

16′!,
Linde Teves
&
Stokvis
1586/
4

150
140

18
1
/4
VanNierop&Co’srTandel-Mij
123
1
!2
120
121/4

1’14
Tels
&
Co’s Handel-Mij
102
103I,
102
Gecons
Roll.
Pef.rnleum.Mij
277 261 267

10
Kon. Petroleum-Mij.

……
698/4
659
6(18
1/

29
8
/4
Orion

Petroleuim-Mij …….
65 64
7
/a
65
Steauua Romana Petr-Mij..
150′!,
150
150’/4

1/
4

Amsterdnm-Ruhher-Mij. ….
1561/,
155’/,
161’/4
51/4

Nederl.-Biihher.Mij.

…….

80 80 80
Oost-Java-Bubber-Mij…..
225
222
3
14
235
+
10
T)eli-Mauitschappij

……..
501
509
1
!9
514
+
13
Medan-Tohak-Maatschappij
292 304 31$


+
26
Senembah-Maatschappij
616
649
6596/1
+
431/,

Scheepvaartwaarden:

23 Nov.
26 Nov.
29 Nov.

Holland-Amerika-Lijn

…:
321
305
310

11
11

,,

,,gemeig.
310
295 302

8
lïolland-Gulf-Stoomv.-Mij.

.
183 185 185
TToll. Alg. Ati. Stooniv.-Mij.
49
49
49
Ilollandsehe Stoomboot-Mij.
140 140 140
Java-China-Japan-Lijn ….
207
201
200
-. 7
Kon. Iïollandsche Ltoyd
. .
120
1
/,
116
16’/4

41/
4

Kon.

Wed.

Stoomb..Mij.

..
162
166 155
1
/

6/4
Koninkl.-Paketvaart Mij…
173
175
1
1
4

171
—2
Maatschappij Zeevaart

..
.
170
1
/
175
175
+
0/
Neierl.

Scheepvaart-Unie..
1R4
3
/
182
181
1
1,

Nievelt

Gou,lriaan

…….
365
351
349
1
4

15′!3
Rotterdamsche Tiovd
……
1811/,
1758/
4

1766/
2

_5
Stoomv.-Mij.,,TTillegersherg”
246
1
!2
246
6
/,
246
1
!2
,,Nederlaod”

. .
204
1
/4
205
2071/
2

+
3l/

,,Noordzee”

– .
Wh
681/4

88’/4
,,Oostzee”

– . . .
184 184 184

De
Am.erikaansche markt
bleef zwak, in overeenstemming
met New York en met den dalenden dollarkoers.

23 Nov. 26Nov. 29
Nov.
Rijzina
clafin
American Car
&
Foundry..
156
1
/s
156
1
/
156
1
/8
Anaconda Copper

……..
108′!,
106
106
—2′!,
Un. States Steel Corp…..
10R/4
106
105/4
– 1
Atchison

Topeka

……..
109’/
109 109

0/
4

So,tthern

Pacific

……..
145 145 145
Union Pocific
…………
1556/,
1548/
4

155
1
!1
Int. Merc. Marine orig.
Corn.
20
1
!,s
20
201/,
– 1/8
,,

,,

,,

,,

prefs.
74
6614
666/4

78/
4

De
gek/markt
was ruim; prolongatie doorgaans 334 ft
4 pCt.

Chicago

1

Buenoa A,rea

Data

1
Tarwe
I
Mars
I
Have,
I
Torwe
I
Mars
I
Lljnzoaa’

Rogge (No. 2 Western)
11

24.50

25.

So.rtcn.

1
29Nov.
1
22 Nov.
1
29 Nov.
1920

1

1920

1

1919

1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1055

Noteeringen. –

..

Locoptijzen te Rott’erdamAmstedm.

27 Nov.’20
155′,
662/,
477/8
17,fl5
9,05
18,75
20

,,

20 169
64!8
43
6
!, 18,95
9,25
20,10
28Nov.’19
226
136
2
/8
74′!,
14,70 ‘)
7 00
24,76
3
1

27 Nov. 18
226
1
24’I
71
2
/8
11,80

)
5,50
19,05
4
)
27Nov.17
220
124’/4
72
12,10
8
)
8,20 15,10
20Juli’14
82

‘)
56
1
/s
1
)
36
1
4
1
1
9,40
2
)
5.382)

13,70′)

Ma

(La Plata)

……)
290-.
300,-
405,-

Dec.

Dec.

i

Dec.

Febr.

Dec.

Dec.

Tarwe*

…..
…………25 50

26,50

Gerst (48 ib. fesding)
..’)
380.-
390.-
440,-
Haver(38 Ib. white cl.).
.1)
18,-
18,50
22,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
215,-
22250
285,-
Lijnzaad

(La Plata) ….

)
522,- 540,-
915,-

1
)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G:
4)
per
1
1960 K.G.
S)
Hard/Red Winter Wheat Dr. 2.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G.

Rotterdam

Am,terdom

II

Totaal
A,ttkelen.

22-27 Nov.
1

Sedert

1
Ooereenk.

22-27 Nov.
1

Sedert

1
Overeen8.
1920

1 Jan. 1920
1
tijdvak 1919

1920

1
1
Jan. 1920
1
tijdvak P119

1920

1919

.
603.796
393.883

120 456 135.702
724.252 529.585
Tarwe ……………..28.422
Rogge

…………….
.11.086
189.911
72 168

752
25.653 190.663
97.819

.
3.268 4.324
– –
3.268
4.324
Male

…………….
42591
191315
ca.850
57690
23465
483.805
214.810

Boekweit

……………

6.185 69.645 134.492

4.772
63.065 74.417 197.557 25.906
161.187


7.653
25.9116
168.820

Gerst

……………..
25
..511

.
53536
84.408

34.723
25.566
88.259
109 974

Haver

…………..440
Lijuzaad ……………297
Lijnkoek ………….
1.034
37.728
69.049

3.1Q6
200
40.834
69.249
Tarwemeel ………….

.
26.157
192.524


37.435
26.157
229.959
Andere rneel,00rten ..,
9914
32.527
156.887

100
10.708 32.627
167.595

0
per Dec. ‘) per Sept. ‘) per Jan.
4)
per Febr

COEDERENHANDL.

GRANEN.
30 November 1920.

De tarweprijzen zijn in Noord-Amerika in de afgeloopen
week verder gevoelig gedaald, waartoe de zeer gunstige be-
richten uit Argentinië veel hebben bijgedragen. De termijn-
markt te Buenos Aires gaf tengevolge van de gunstige be-
richten dagelijks lagere noteeringen te zien. In Noord-Ame-
rika blijven de aanvoeren steeds ruim, waartegenover
slechts een geringe vraag voor export bestaat. De loco.
markt te New York toont dan ook over de afgeloopen week
eene verlaging van bijna 24 c.. per bushel aan. De versche-
pingen van Indië beloven zeer groot te worden en 66n en
ander veroorzaakte, dat de Europeesche importlanden zich
zeer gerese,rveerd toonen.
Mais was voortdurend flauw gestemd en wel tengevolge
van verdere daling der vrachten en van den druk tot ver-
knopen door Noord-Amerika. In Engeland werd in den
laatsten tijd maTs verhandeld tot prijzen, welke gelijk
stonden met den f.o.b.-prijs in Argentinië, dus zonder eenige
marge voor vracht. Dat deze daling dus overdreven was, is
gemakkelijk te begrijpen. Op het einde der week herstelde
zich de markt in Engeland dan ook aanmerkelijk. Op het
continent waren de prijzen niet zoo gedrukt en Duitsch-
land, alwaar het verbruik van mais steeds grooter wordt,
was tot de dalende prijzen sterk als kooper in de markt.
De verschepingen van Argentinië waren in de afgeloopen
week weder tamelijk groot. Van den Donau was nogal drin-
gend aanbod van afgeladen en stoomend goed, hetgeen •tot
lage prijzen vlot werd opgenomen. –
Gerst was tengevolge van dringend aanbod van Noord-
Amerika eveneens flauw gestemd en houders waren tot
zeer groote concessies gedwongen.
Lijnzaad. De daling van lijnzaad zette zich in de afge.
loopen week nog voort tengevolge van het feit, dat Amerika
nog steeds uit de markt blijft. In Europa is de kooplust
op het lagere niveau evenwel zeer vermeerderd en tenge-
volge hiervan was de stemming op het einde der week aan-
zienlijk beter.
N e d e r 1 a n d. In tarwe ging deze week tot de verlaag-
de prijzen weinig om. Naar Duitschland kwamen geregeld
afdoeningen tot stand.
Voor directe levering bleef van de zijde der consumptie steeds goede belangstelling bestaan, met het resultaat, dat
de voorraden hier in de haven uiterst gering zijn. Voor
stoomende mais blijft men terughoudend gestemd, echter
trad de Duitsche handel voor deze positie sterk als kooper
op den voorgrond. Ook op aflading naar Hamburg werden
groote kwantiteiten omgezet.
Gerst was matig gevraagd en’de prijzen brokkelden ge-
voelig af. Alleen voor Donaugerst blijft goede vraag van
Duitsche zijde bestaan.
Lijnzaad. Bij de dagelijks dalende lijnzaadprijzen daalde

lijnolie in een nog sneller tempo, doch de overdrijving,
waaraan men zich schuldig maakte, wreekte zich in een
scherpe reactie, waardoor tenslotte vrij veèl zaken in lijn-
zaad tot stand kwamen. De prijzen zijn aan het slot der
veek niet onaanzienlijk boven ‘het laagste van de week.

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

29Nov. ’18

New York voor
Middling . . 15,75e 17,10e 19,25e 39,50e 29.05e
New Orleans
voor Middling 15,- c 16,- c 18,25e 39,- c 29.25 c
Liverpool voor
Fy Middling 11 56d 13,71d 15,65d 25.48l
1
22.37d ‘

Ontvangsten in, en uitvoeren van Awerikaansche havens.
(In duizer.(ltallen b0len.)

1
Aug.

20

Overeenkomiitge perioden
tol

26Nov.

20

1919

198

Ontvangsten Gulf-Havens.. 1966

1533

1327
11

Atlant.Haven,

503

1186

771

UitvoernaarGr,Brittannië

637

1028

670

‘t Vasteland.

971

901

572
Japan

Voorraden
in duizendtejlen

26Nov.’20 28 Nov.’19 29 Nov. ’18

Amerik. havens ……….
.1353

1516

1395

Binnen1and …………..
.1366

1189

1270

New York ……………..1

69

140

New Orleans ……………1

450

381
87

Liverpool …………..
4

590

266

‘) Noteering van 28 Nov. 1919. ‘) Middling.

Marktbericht van de fleeren Sir Jacob Bhreae & Sons,

Manchester, d.d. 24 r’ovember 1920.

Prijzen van Amerikaansche katoen zijn bijna dagelijks
gedaald door groote aanbiedingen uit het Zuiden, de daling
in graanprijzen en ook de flauwe effectenmarkt. Het laat-
ste ginnersbericht geeft. het aantal geginde balen aan als
8.920.000 tot 13 November tegen slechts 7.471.000 balen
verleden jaar en 8.706.000 het jaar daarvoor. Egyptische
katoen is ook lager zonder zaken.
De garenmarkt blijft zeer flauw, speciaal voor het bin-
nenland. Bundelgarens voor het Oosten ondervinden nog eenige belangstelling en hierin zijn nogal vrij veel orders gepiaatst, echter tegen slechte prijzen. Warpe boomen en

1056

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 December 1920

cops worden alle dringend âangeboden, daar men slechts
voor directe levering koopt en niemand voorraden schijnt
te willen, maken. Terwijl men algemeen aanneemt, dat prij-
op een veiliger basis aijn gekomen, blijft de stemming tob zeer onbevredigend, ‘zoodat eigenlijk niemand durft te
koopen.
De.
vraag naar manufacturen is bepaald minder en de
markt blijft flauw, zoodat er absoluut geen vertrouwen
is. Prijzen zijn lager en met uitzondering van enkele or
dérs voor Calcutta in gebleekte ‘goederen en ‘dhooties, is
de.tqesandvoor fabrikanten steeds slechter geworden. Als
er eenige vraag mocht opkomen, kan men stellig hoogere
prijzen verwachten, aangesien fabrikanten zeker niet tegen
de tegenwoordige prijzen doorverkoopen, daar deze alle
gro ‘yerliea laten. Als de markt in een pessimistische stem-
ming is, zooals thans, wordt dit dikwijls overdreven en
het
i3
niet. ‘omogelijk, dat een opleving van de vraag ter-
stond het geheele aanzien• van de markt zou veranderen.
Deze wordt bovendien iog ongunstig beïnvloed door de
geldschaarsehte en iie fluetuaties in de buitenlandsche
wisselkoersen.
17Nov. 24Nov.

17Nov. 24Nov..

Liverpoolnoteeringen.

T.T.op Indië …. 1/7
1/
117
‘Is
F.G.F. Sakellaridis 36,00 32,00 T.T. op Hongkong 3/9
‘1
3/4
G.F. No. 1 Oornra 8,00 7,25 T.T.opShanghai 510
1
/2
418′!2

SUIKER.

Tengevolge van de daling van den suikerprijs op de
wereldmarkt kon het h i e r t e 1 a n d e bestaande stelsel van suikerprijsregeling en suikerverdeeling niet gehand-
haafd blijven en zijn alle beperkende maatregelen thans
opgeheven.
De binnenlandsche industrie toonde vÔSr het bekend
worden der opheffing der Regeeringsmaatregelen eenige
belangstelling voor loco Java-suiker, waarvan een en ander
afgedaan werd tot f56,— en f54,—.
Ook in E n ge 1 a n d is de rantsoeneering met 27 Nov.
geëindigd en wordt verwacht dat de contrôle der Regeering
op den suikerhandel binnenkort geheel zal ophouden. De
door de Royal Commissie in de laatste weken gedane in-
koopen van Braziliaansche en Peru suiker bedragen onge-
veer 40.000 resp. 20.000 tons. Op de verschillende markten is de daling van dan suiker-
prijs tot stilstand gekomen en blijkt uit de hoogere ter-
mijnnoteeringen op de N e w Y o r k s c h e beurs, dat men
aldaar voor de toekomst iets beter gestemd is. De notee-
ring voor Spot Centrifugals bleef onveranderd 5.76 c., ter-,
wijl de laatste noteerin.g voor levering op termijn luidde:
5.37 voor Dec., 5.34 Jan., 5.44 Mei, 554 Juli.
Ook in J a v a is de stemming iets minder flauw en ver-
wisselden eenige tweedehands partijen van eigenaar tot,
f25.—/26.— voor suiker No. 16-20. Australië interes-‘
seerde zich voor deze bruine Javasuiker, terwijl Britsch-
Indië zich geheel uit de markt teruggetrokken heeft.

NOTEERINGEN.

1
.4mster.
Londen
New York
T
ole,
Cube.,

Whiie Java
f.ob. per
Amer. Gro.
nulatea’ cli.
Data
1
dam
100
pcnde
96pCt.
Ceniri-

Dec./Jan.

Dec 1Jan.
maand
No.!
jugals

Sh.
Sh.
$cts.
24Nov.’20f

1001-
411-

5,76
17

,,

‘201
_
1001-
41/–

6,51
24 Nov. ‘igi

721–
59/8

7,28
24Nov. ‘181 –
6419


7,28
11 Juli

‘141,,111’1:2
. –


3,26

HUIDEN.

Berielit vaii de
firnia Griar & Co.
De markt is in de afgeloopen week iets levendiger ge-;
weest, ofschoon koopers voorzichtig waren bij hunne ope-
raties. In Duitschiand zijn de koers-schommelingen nog
steeds zeer groot, hetgeen min of meer belemmerend werkt,
op de zaken. Aan de La Plata werden verkocht 3000, San-‘
sinena osseii, onder zout 10 November, tegen
125/ja
d.;
is000 ‘Las Palmas ossen, September/October slachting en
50.000 Swif t ossen, September/October slachting, tegen
12
3
/
ii; 1000 La Blanca ossen, November slachting, ‘tegen
1

46 $oro, naar de V. S.; 4000 Swif t Colci Storage La Plata ossen, November slachting, ft 47/ $orö.
In Liverpool werden verkocht ‘3000 loco Smithfield, lang-
haar, tegen 11% tot 11 Y
2
pence.
Droge La Plata-huiden zijn iets vaster en worden hoo-‘
ger geh’ouden. ‘
De Saladero Montevideo en Saladero Union del Posario

(Swif t) slachtingen zullen eind December 1020 aanvangen,
die van Saladero Bovril, Santa Elena en Saladero Dickin-
son Itaqui van Januari tot Maart 1921. De slachtingen
van de andere Saladeros zullen niet voor April 1921 be-
ginnen.
De Frigorifico slachtingen bedroegen 160.000 in October
1020, tegen 105.000 in October 1919. Het tekort over de
eerste 9 maanden van 1920 bedraagt circa 837.000 stuks
(2.354.747 in 1919, tegen 1.517.590 in 1920).
Te Rotterdam werden afgedaan: 1000 gezouten ossen-
huiden Concordia Saladero, Mei slachting, circa 26 kilo
wegend, loco; 3000 droge Buenos Aires Americanos huiden,
loco Le Havre, beide partijen tot geheimen prijs.
Inlandsche huuden: De verkoopen in de laatste
weken in de V. S. bedroegen 500.000 Packerhuiden, tegen
16 $ cents voor zware Texas, 15 $ cents voor unbranded
cows en 13 $ cents voor brands; deze transactie heeft
echter geen invloed op de Europeesche markt gehad. Leip-
zig was 10 pOt. en Parijs 20 pCt. lager. Hier te lande ko-
men bijna geen zaken tot stand, aangezien houders nog
niet voldoende rekening met de daling houden.
Kal fs veil en flauw, zond’er zaken.
Looistoffen: Quebracho op levering wordt tegen
£ 35/36.— aangeboden. Voor de Forestal Quebracho welke
.hier ligt opgeslagen, bestaat voldoende vraag, doch de
vraagprijs is te hoog om tot zaken te kunnen komen. Voor
mimosa, divi-divi en myrabolanen bestaat meer ‘interesse;
eenige kleine zaken werden afgesloten.
27 November 1920.

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Sanio, Wiudkoera
oorraa
Ps
,jj
No. 7
oo,,aa
.
Pais
No.
4

27
Nov.1920
518.000
7.850
2.634.000
9600
12
1
/4
20

1920
512.000
7.625
2.536.000
9.600
1P/8
13

,,

1920
484.000
7.825
2.463.000
10.000
111 27 Nov. .1919
354.000
9800
1.716.000
1
)
18
8
/

Ontvangsten.

Rio

Santo.
Dato
Afgdoo pan

Sedert

Afgdoo pan

Sedert
week

t
Juli

week

t Ju’i

27 Nov. 1920 .. . –

80.000 L259.000 294.000 &127.000
27 Nov. 1919 ….

64.000 1.134.000

119.000 2.644.000
1)
Niet genoteerd.

BANKA–TIN.

In Nederlandech-Indië zijn in October 1920 verkocht
26.336 picols Gouvernements-Banka-tin. De opbrengst daar-
van bedroeg ongeveer
f
4577.000,—. (St.ct.)

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN.

Data
Pet,..
grad
Londen!
Rdam

Odessa
Roit,.
dam

All. Kust
.

Ve,. Staten
San Lorenzo

Rotte,,-
Briatol

Rotte,-
Enge.
dam
Kanaal
Jam
land

22127 Nov.

1920


91- 9/6
501-
50/-
15/20

,,

1920

.


601-
60/-
24/29 Nov.

1919


1)f
80
°) 816
210
1

2
)65/-
25/30 Nov.

1918



501-

225/-
Juli

1914
lid.
713
111111
4

1/111/
4

121- 121-

KOLEN.

Card1ff

1
Ooalk. Engeland

Data

EO,.

LaI

1

deaux

Genua

Rotte,. Got hen.
Said

P10t0

dom

burg
1
Ritje,
1

22/27 Nov. 1920 20/-

25/-
2e
1

301-

15120 ,, ‘1920

176

23/-

20/-

15/
7

24129 Nov. 1919

60/-

80/-

701-

47/6 / 10,- Kr. 40

25/30 Nov. 1918

69/- 101/3
200!-

851-
f
15,-


Juli 1914 Ir. 7,—

71-

713

14/6 ‘3/2

4/-

1
) Per ton stukgoed.
1)
Voor Britsche schepen.

1
1 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1057
0

DIVERSEN.

Bombay
Birma
Vladioo-
Chili

1)
a
0
West
Europa
West
Europa
I

stock
West
West
Europa
(d.
w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

22’27 November 1920..
651-


90/.-
15/20

,,

1820..



951-
24/29 November 1919..
130/-
1751-

2301-
25130 November 1918.
2751-
5001-

190/-
Juli

1914..
14/6
1618
25/-
2213

Graan Petrograd per quarter van 408 16.. zwaar, Odeua
per
,nit, Ver. Stoten
per qtzarter van 480 £8.. ewaar.
Overige noteeringen per ton van 1015 X.G.

RIJN VAART.

Week van 22 tot 29 November 1920.

In de afgeloopen berichtsweek was de scheepvaart van
Ruhrort naar den Bovenrijn zoo goed als stop gezet; slechts
enkele bijzondere schepen werden nog bérgwaarts gesleept.
Het water bereikle dan ook in de .afgeloopen week de sinds
menschenheugenis ongekende laagte van 38 cM. Cauber
Pegel.
Het sleeploon Rotterdam—Ruhrort bedroeg ongeveer 240
cents tarief. De huren van Rijnschepen werden iets lager
genoteerd dan in de vorige week en deze bedroég aan het
einde der berichtsweek 7 cents per ton per dag.
In Antwerpen bedroeg de huur voor reizen naar de Rijn.
stations ongeveer 40 centimes per ton per dag. In Ruhrort
werden nog schepen aangenomen, hoofdzakelijk om to lich-
ten, voor Mk. 1,35 per ton per dag.
De vracht voor exportkolen van. Ruhrort naar Rotterdam
bedroeg
f
2,— per ton met
Vrij
sleepen.

ADVER1ENTIËN

De NX.Nederlandsche Huistelefoon-ladschappli

ROTTERDAM

‘s.GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 8600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

. LEEUWARDEN

. ARNHEM

Telefoon N 5580

Telefoon 2728

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc,,

in huur en koop.

Herstelt en .onderhoudt on d er garantie ook alle niet door haar uitgevoerde
installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

ONTVANG-
EN
BETAALKAS UNIE’ BANK

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM

voor

Nederland en Koloniën

DEPOSITO’S
VOOR
1
JAAR
FIXE
A
4’j2 PCT.

AMSTERDAM en ROTTERDAM

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP

Agentschppen in Nedeend en Indjê:

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

‘s-
tRAVENHAGE,
TILBURG, LEEUWAeDEN,
NIE’r OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-
OISTERWIJK, UDENHOUT,

ZWIJGEND ‘VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

.
LOCHEIVI, BORCULO,

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER
BATAVIA, SOERABAVA,

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

SÈMARANG,
BANDOENG,
(Y1EDAN
EN
WELTEVREDEN

Accountantskantoor

James Polak

(Lid Ned. Inst. v. Accountants)

MAURITSWEG 13B

ROTTERDAM.

De praktijk van den

Wereld – Graan handel

DOOR

JAN SCHILTHUIS

Prijs – .
.
f 4,50

Verkrijgbaar in den Boekhandel en
bij NIJGH & VAN DITMAR’S UIT-
GEVERS-MAATSCHAPPIJ, R’dam.

1058

1 December 1920

HOLLANDSCHE STOOMBOOT MAATSCHAPPIJ

Telefoonnummers:
AMSTERDAM—ROTTERDAM

Telegram-adres:
Noord 1411, 1699, 3011, 7396, 8941, 9030, 9035.

HOLLANDIASOOT AMSTERDAM.


Londen en Hull iederen Dinsdag en Zaterdag.

Leith (Glasgow, Edinburgh) iederen Vrijdag.

Geregelde afvaarten
Aberdeen Vrijdags om de 14 dagen.

van

Dundee Vrijdags om de 14 dagen.

-.
Amsterdam naar:

Le Tréport (Parijs) iederen Zaterdag.

Liverpool en Belfast om de 10 dagen.

Fowey, Bristol, Swansea om de 14 dagen.

In samenwerking met de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatsch. te ‘s-Gravenhage, de

N.V. v/d. Eb en Dresselhuys’ Scheepv. Maatsch. te Rotterdam, den Koninki. Hoil. Lloyd te Amterdam
en met de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Stoomvaart Maatsch. te Rotterdam, naar
West-
en
Zuid-Afrika.

Ruime Loodsen, Spoorwegaansluiting. Billijke vrachten. Afvaartkaarten worden desverlangd geregeld
toegezonden. De Stoomschepen vervoeren een beperkt aantal passagiers.

GEREGELDE STOOMVAART LIJNEN
.4
Lancashire
&
Yorkshlre Raliway

AMSTERDAM.GOOLE.

Stoomvaart Maatschappij ,,Noordzee”

1

AMSTERDAMLON
DEN.

S.S. ,,BOEKELO” en S.S. ,,HENGELO”.

Agenten: GEBROEDERS SCHELJER.

Onze afdeeling ASSURANTIE belast zich met hét sluiten van alle

soorten verzekeringen tegen scherp concurreerencie premten.


KONINKLIJKE
0

1-1 OLLANDSCHE

LLOYD

AFD. DRIJF WERK

SPAItBObflhlItD8IJVIII011 fiebroedersMerens:

AMSTERDAM
Voordeelen:
HAARLEM

Geen slip

Geen inKorten
van riemen

PASSAGIERS-, VRACHT- EN
assen,
FA 6 R t K A
NT EN VAN

POSTDIENSTEN
Automatisch gespannen riemen
Wegvallen

van

tueschentrans-
NAAR missies
CAOUTCHOUC,

ZUID
-AMERIKA
Uit voorraad leverbaar

ASBEST-

CUBA
EN MEXICO
ENEBONIET

ARTIKELEN
EN

NOORD-AMERIKA
PRACTISCH EFFECTENBOEK
Telefoon 103
Prijs
1
1,25

Verkrijgbaar

bij

1en

Boekhandel

en

bij
a

Telegr.adr: Gomfabriek,flaarlem

r.flJGH&VANDTTMAR’SUITG..MjJ,R’flAtI
…’…..•

……..
S..

N.V. GIPS’ HOUTHANDEL, DORDRECHT.

DWARSLIGGERS EN PALEN VOOR ELECTRISCHE GELEIDINGEN.

N.V. GIPS’ HOUTBEREIDING, DORDRECHT.

HOUTBEREIDING VOLGENS DIVERSE SYSTEMEN

OPSLAG VAN HOUT
OP HARE TERREINEN AAN HET MALLEGAT, TE DORDRECHT.

CREOSOOT EXPORT-MAATSCHAPPÏJ, DORDRECHT.

EXPORT VAN TEEROLIE VOOR HOUTBEREIDING.

Auteur