Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 248

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 29 1920

9
,EPTËMËR iO

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

1schPSt’a
‘t1Sti*sche

Econom

Beri

.

chte
‘n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1920

No. 248

INHOUD

BIz.

VALUTA
EN
ART.
47 WETBOEK VAN KOOPHANDEL
door
Mr.
G.
H. A. Grosheide
.
…………………………….
837
Socialisatie van den Steenkolenmijnbouw. Nieuwe voor-
stellen 1 door
Prof. Ir. Is. P. de Vooys …………..
839 Kolen en Ijzerertsen in Zuid-Afrika
II
door
Dr. J. Rueb
841
Een nieuwe Bank tot wederopbouw van Oostenrijk door
Ir. C. van Dusseldorp ……………………….
843
Londensche Correspondentie
………………………
844
AANTEEKENINCEN:
De Regeeringen de Maatschappij ,,Zeeland” ……..
846
Suikerproductie der wereld
……………………
847
Stand der cultures en uitvoer gedurende het tweede
kwartaal
1920,
in Suriname
………………..
847
BOEKAANKONDICING:
Ir. Ch. E. A. Maitland: Staatstelefoon-exploitatie, bespr.
door
Prof.
ii!
r. A. ileringa ………………..
848
OvERzIcHT VAN TIJDSCHRIFTEN
………………….
85.1
MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen
Mei
1920

………………………………
852
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics” ……
852
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
853-860
Geldkoersen.

Effectenbeurzén.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen. Secretaris: Mr. G. W. J. Bruin.s.

Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige ‘Plaatweg 37.

Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postche’que en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonin.ementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 0,—. Buitenland en Kolon.iën f 22,50
per jaar. Losse n.’um.nsers 50 cents.

Leden en donateurs van. het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van hei Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor soos er daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel. Plaairirtg bij abonirte-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Njjgh & van. Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Grav enhag e.


27 SEPTEMBER 1920.

In den algemeenen toestand van de geldmarkt kwam

de afgeloopén week weinig verandéring; alleen had

het tegenovergestelde van de voorafgaande week

plaats, ten opzichte van particulier disconto en pro-

longatie. Voor wissels was nl. deze week iets meer

geld ‘beschikbaar, zoodat de rente ongeveer
Y4
pOt.

daalde; daarentegen was het aanbod van geld op pro-
,

longatie wat minder groot, vooral in de tweede ‘helft

dor week en steeg ‘de rente weder tot 4
h
4Y2
pOt.

Met uitzondering ‘van iden Markenkoeni waren de

eschom-melingen van de wisselkoersen deze week veel

minder ‘dan de vorige we’ek. De sterke daling van ‘de

Marken van de vorige -beiichtsweek, lokte een reactie

uit, vooral daar verschillende ‘baisse-posies met het

oog op den Jondschen feestdag werden afgewikkeld.

Toen aan deze vraag was voldaan trad de daling op-

nieuw in. De overige wissels waren bijna allen flauw.
Vooral Sian’dinavië was belangrijk lager. Een uitzon-

dering maakte Buenos Aires, ‘dat op berichten van

verkoop van het, aan ‘de Argentijnsche regeering be-

hoorende, nog te New York liggende goud, niet

onbelangrijk kon oploopen.
LONDEN, 25 SEPTEMBER 1920.

De aanstaande maand en kwartaalwisseling, stor-
ti’ngen voor belastingen en groote betali’ngen aan de

Aus’tral’ische -bankan voor woUeveri’ngen, welk geld

niet in d.e markt teruggie’vloei’d is, waren oorzaak, da-t

geld op het einde der week ‘bepaald schaarsch was en.

hoogstwaarschijnlijk voor de eerstkomende weken

kyap blijft. Bij ‘de Bank of- Englanci moest op het
einde der week zelf’s steun gezocht wovde’n tegen

714 pOt. -Daggeld werd’ dan ook gedaan op 5
3
4-6 pOt.,

zeven-daags-geld bleef bijna zonder zaken op 514 pOt.

In de diisco.nto-rar•kt bestond veel vraag voor 3-

maand’s-wissel’s met het oog op den verv,altijd; bijzon-

der gevraagd zijn December-schatki’stwi’ssels, die dan

ook met groove posten uit de markt genomen worden.

De laatste not’eoringen voor 2-, 3-, 4- .en 6-maands-
papier waren r’esp. 6%—ïs pOt., 6′
1
/ie—X
pOt.,
6’Iio

pOt. en .6
15
/1e_7
pOt.

VALUTA EN ARTIKEL 47 WETBOEK

VAN KOOPHANDEL.

Vele economische vragen, die in verband met het
valuta-vraagstuk rijzen, zijn door verschillende schrj-
vers op onderscheidene plaatsen en tijdstippen onder
do oogen gezien.
De valuta-moeilijkheden hebben echter ook een

junidischen kant. Tegen welkên koers zal een maatschappij haar vor-deringen op het buitenland opnemen ‘op de ‘balans?
Van belang is deze vraag ten opzichte van vorde-
ringen ‘op landen, waarop ‘de chèque’koers den pan-
koers overtreft, doch hier is het belang ‘meer econo-
-misch dan jui-‘idisc’h. Van groote juridische beteekenis
wordt zij echter, zoo het gaat om von’deni’ngen op die
landen, ‘die ten opzichte van Nederland een gedepre-
cieerd’e valuta hebben.
Als voorbeel’d noem ik: hoe moet, en zulks hier in
verband met de Nederlandsche wetgeving, een Hol-
landsche -maatschappij haar vorderingen op Duitsch-land waai’deeren op haar balans.

838

ECONOMISCHSTA11STISCHE BERICHTEN

29 September 1920

De waardeeringsvraag der vor’derin,gen is natuur:

lijk niet alleen voor Nederland belangrijk, doch even-

eens voor andere landen.
Immers maatschappijen in den vreemde met groote
schulden in ‘de valuta van een land, waarop 1de chèque-
koers steeg, zullen zich hebben af te vragen, voor

welke bed lagen deze schulden op ‘de ‘balans zijn
:01)
‘te

nemen.

De omvang van het juridisch belang – om deze
niet zuivere maar goed verstaanbaro uitdrukking te

gebruiken – ‘hangt voor een groot deel af van de

wetgeving van het betrokken land.

De ha•ndelswetten (belasting- en strafwetten laat ik

buiten beschouwing) kunnen in verband met de ba-
lansen der ‘maatschappijen verschillende soorten van

bepalingen hebben.

Deze kunnen o.a. raken ôf de waardbepaling van

activa en passiva ei/M voorschriften geven omtrent:
den rechts’toestan’d’ van ondernemingen, ‘die in ‘be
paalde economische omstandigheden verkeeren.

De Nederla’ndsche wet ‘kent geen voorschriften van
de eerste categorie, sommige ‘buitenland’sehe wel.
Zoo wijs ik in verband met hetgeen volgt op de

Dui tsche en Zw,itsersche, die beide ter zake van die

waa’rdeering ‘bepalingen bevatten.

Het ligt voor ‘de hand, dat men in landen, waar
nien dergelijke wettelijke balansvoorschriften hoef t,
eerder ‘de noodzakelijkheid van ingrijpen .gevoelt, dan

bij ons waar men ten ‘deze geen wettelijke banden kent.

In Duitschlan’d en Zwitserland zijn dan ‘ook reeds

voorzieningen getroffen.
In een door ‘den Schweizerischen Bankverein uit–

gegeven werkje leest men ‘op bladz. 123 het navolgen-
de: ,,Zur Erleichtrung der Aufstellung Ides Ja.hres-

bi’lan’zes fa’ste der Bun’desrat am 26. Dezember 1919
einen Beschlusz :betreffend die Folgen der W.hru’ngs:
entwertungen für Aktien geseilschaften.” Dit besluit ‘betreft zoowel onroerende ‘goederen als

vorderingen; waar echter in dit artikel speciaal de

vorderigen aan ‘nadere beschouwing worden ‘onder-
worpen volge hieronder de tekst van art. 3, die vor-,

derin’gen betieffen’de:

Art. 3. Die auf aushinclische Wahrung ‘lauteaden Forde-
riingen, sowie schweizeri’sche Beteiligungen an a’us’laaclischen.
Geselischaften oder Genossensehaf’ten, für weiche Art. 2, Abs. 2, ‘hiervor night zutrif 1 t, dürfen jeweilen höehstens
zu dem Werte fn die ]3ilanz eingesteflt werden, der sili
‘cltirch Umrechnung der auslihidischen Wi5hrung in Sch’wei-
zerwthruug •nadh ‘dein mittieren Kurse des ‘dem Bilanztage
vorangehen’clen Monats ergibt. Wurde dom Glatibiger ‘durch
den Schul’clner se’lbst oder durch Dritte ein ‘höherer TJmrech-
nungskurs garantiert, so darf dieser ‘bei der Bi1anzaufste1-
hing berücksichtigt werden.
Der Betrag des Ausfa’IIes, der sich bei Anwendunig ddeser
Gru’ndsiitze jeweilen gegenüber dem bisherigeu Buchwerte
ergibt, kann als besonderer Posten unter die Aktiven ‘in
die Bi’lanz aufgenommen werden.
Gesellscliaf’ten, die von ‘der in Abs. 2 iclieses Artikels ein-
gerliumten Befugnis Gebrauch machen, haben zur
Tilgnng
des unter den Ak’tiven ein.gestellten Postens, soweit •diieser
nicht idurch Reserven gedeekt ist, ‘bis zurn Bilanztage des
Jahres 1940 s.11jiih’rlioh wenigstens denjenigen Betr’ag zu verwonden, ‘der sich ‘bei Til’gung dieses Postens durch die
Zaihi von Jaliren ergibt, diie zwischen ‘dem jeweiligen
Bila’nztage und dem Bilanatage des Jahres 1940 liegen.
Erreicht eder ü’berstei’gt der durch Reserven nicht ge-
deekte Ausfali die Half te ‘des Gesellschaftskapita1s, so ist
auch ein über die im vor’hergehen’den Absatz bezeidhnete
Minima’1-Amortisat
1
ionsquote ‘hinaus vor’handener Betriebs-
tiberschuss ganz zur Tilgung zuverwenden.
Betritgt der durch Reserven nicht gedeckte Ausfaili weni-ger al’s die Half te ‘des Gesellsohaftskapita’les, so kanu em
über die Mininial-Amortisationsq’uote hinaus erzielter Be-ir’iebsüberschuss bis ‘zui Höhe von 5 ‘Prozent ‘des Gesel’l-sehaftskapïtales als Reingewinn erklart und als Dividen’de
ausgeriohtet werden. Soweit ‘der Betriiebsüberschuss nicht
als Dividen.de
ausbezahlt wird, ist er zur Tilgung ‘des Aus-
faills ‘zu verwenden.

Kier wordt dus toegestaan een hoogere waardee-
ring dan tegen den dagkoers, ‘doch ‘daarbij voorge-‘
schreven een periodieke afschrijving.

Duitschlan’d, dat eveneens ‘balansvoorschriften heeft,
is gevolgd: althans in de Frankfurter Zeitung van

3 Mei I.I. stond het navolgende ‘bericht:

Die Valutalage und die Ueberscliuldungs [rage.
Auch in
Deutschiand sielit man sich jetzt veranlaszt, auf dein Ver-
orcinungswege Vorkehrungen dagegen zu treffen, dasz die
durch die Val utaisituation eingetretenen Wertverseltiebun-
gen zerstörendl nuf den Bestand von juristischen Personen
(Aktieugesellschaften, GeselIschaften m. ib. H., Gmverbt
sehaften etc.) ein’wirken, die in ihren Bilanzen Schuidver-
pflichtun’gen in freinden, hochwertigen Wahrungen aufzu-
fii’hren haben.

Für alle diese ‘bestimmt nun ‘die ‘neue Verordnu’ng, die
natiirlidh an die Zahlungspflioht nicht rührt, also kein
Moratorium darstelIt, clasz gowtisse rechtqiohe Folgen
ausgesehaltet n’erden, die sich – wie Beantragung des
Konkursverfalhrens, Zahiungsverbot nach festgesteilter rech-
nungsmasaiger Ueberschuldung etc. – dann ergeben, wenn
der Uberwert der fremden Valuta die in Mark umge-
rechnete Schuldverpflichtung als Ueherschuldung des
Untornehinen s aufzeigen würde.

De vraag rijst nu vanzelf: Hoe staat het in Neder-
land? Is ook hier een ingrijpen van ‘den wetgever
n’oodig?

Wanneer ik mij beperk tot de vorderigen van Ne-
derlan’dsche maatschappijen op Duitschlanci ‘dan kun-
nen ‘zich twee gevallen voordoen.

Nederland ‘kan hebben vorderingen in Marken;
Duitschland heeft hier ‘dus Markenschulden, de scha-duwzij’de is dus aan den Nederlandschen kant. Neder-
land ‘kan echter op Duitschland hebben guidens-vor-

derin’gen; in dit geval is de sc’hade aan de zijde der
Duitsche ondernemingen. Nederland zou ‘hier finan-
cieel nadeel kunnen hebben, doordat de Duitsche debi-

touren door ,,d’en Ueberwert der fremden Valuta” be-

langrijk hebben geleden, of doordat het onderpand der
vorderingen, ‘door welke omstan’digheden ‘dan ook, w’as
te loor gegaan of in waarde verminderd.

Hier komt ‘de vraag dus aan ‘de orde, in hoeverre de
debiteuren-inguldens als solide kunnen worden aan-
gemerkt. Van een waardeering van vorderingen in
vreemde valuta ‘is hier geen sprake.

Ofschoon dit onderwerp wellicht voor den wetgever eveneens van ‘belang is, bepaal ik mij thans tot ‘de eer-ste categorie:

Nederlan’dsehe ‘maatschappijen met vorderingen, die
in Marken luiden.

Is nu ‘hier, in ‘verband met de positieve Nederland-

sche wet, behoefte aan een wettelijke regeling? Bo”‘en
werd reeds opgemerkt, dat onze wet niet kent dtwin-gen,de voorschriften omtrent waardeering van bezit-
ti’ngen en schulden op ‘de ‘balans:.
Wel
bevat zij in
art. 47 van ‘bed Wetbo!ek vtu Koophandel voor de
Naamlooze Vennootscha4ppen de bepaling:

Indien ‘het verlies (van het Maatschappelijk Kapitaal)
vijf-en-zeventig ten honderd beloopt, is een Vennootschap
van rechtswege ontbonden en zijn de bestuurders persoon-
lijk en hoofdelijk voor het geheel jegens derden verant-
woordelijk voor alle ‘verbint’enissen, welke zij, nadat ‘het
bestaan van die vermindering aan hen bekend was of
moest bekend ‘zijn, hebben aangegaan.

Tot op heden was de literatuur vrijwel eenstem-
mig in haar oordeel, ‘dat ‘bij de wettelijke vrijheid die
ten opnich’te van ‘de bada.nsw’aar’deer’ing bestaat aan art. 47 W. v K. geen groote beteekenis was te hechten.
Een enkel vooribeeld uit vele: Volmer, ,,De Winst-
rekening en ‘de Vermogensbalans”, ‘bl&dz. 108, zegt:
,,Dait de waarde van art. 47 W. v. K. door deze alge-
heele
vrijheid
nagenoeg iedere beteekenis inboet,
spreekt vanzelf.”

Ook hier bracht de valutaquaestie echter verande-
ring, althans gaf zij aanleiding tot een opnieuw cle
aandacht vestigen op artikel 47 W. v. K. –

In een

der financiieele bladen kwam on1angs een
betoog voor dat ‘een onzer scheep’shypotheekbauke’n
had opgehouden to bestaan ‘in verband met art. 47
W. v. K.
De positie van deze bank was onder 31 December 1919 als ‘volgt: Aandeelenikapitaal
f
3.000.000,—;

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

839

Leeniiaugen
f
13.398.118,02, waaronder in Marken
8.299.018,97 h 56 = 4.647.450,62.
Waneer men nu ‘den ‘chèquekoers 31 Dec. 1919 aan-
neemt als basis van omrekening staat de post Mat-
kerileeningen dus omstreeks
f
4.000.000 te hoog op
de balans.

Brengt men van dit bedrag ‘in mindering de reser-
ves
± f
500.000 bedragende, dan is er
bij
een kapitaal
van
f
3.000.000 een verlies van
f
3.500.000. Ook al
neemt men aan., zooails hier is geschied, dat het voile
obligo der aandeelhouders ad
f
2.700.000 binnen-

komt en al geeft men toe dat wellicht onder de acti’va
nog eenige stille reserves zitten, dan ontkomt men

toch moeilijk aan de conclusie, dat bij deze maat-
schappij zich voordoet het geval bedoeld in art. 47

2e lid W. v. K……tenminste als de Marienléem’n-
gen inderdaad tegen chèquekoers op de balans moeten
worden opgenomen.

Bij een andere maatsehapij, waarvan het jaarver-
slag mij onder de oogen kwam, was de toestand als
volgt: Kapitaal
f
2.000.000; Balansreserves hoogstens

± f
200.000; IvLarken’ieeningen:
f
6.190.007,85
t

= f
3.615.063.81Y.

Voorwaar ook een niet twijfelachtig geval.

Bovenstaande voorbeelden wettigen de vraag: Is in
verband met cle heerschende valuta-moeilijkheden en

artikel 47 W. v. K. een ingrijpen van ‘dein wetgever
gewen!scht? Eerst daarna zal dan moeten worden on
derzocht, hoe zoo’n eventuecle tijdelijke wettelijke
regeling er zal imoerten uitzien.

Het is hier niet de plaats om uitvoerige juridische

beschouwingen te houden over art. 47 W. v. K. Hun,
die zich daarvoor •i’nter•esseeren zij verwezen naar het
in 1.888 verschenen proefschrift van Mr. K. M. H. L.
Geuljans, Aanteekening op art. 47 Wetboek van Koop-

handel.. Tn opzichte van dit artikel zij slechts hier
opgemerkt:

De bepaling is absoluut, d.w.z. de toestand van

ontbinding treedt van reehtswege in, zonder eenige
rcchterlijke tu’sschenkomst. Hij die ten processe het

ingetreden zijn van dien ‘toestand beweert, zal dit
moeten bewijzen. Slaagt hij in het bewijs, dat op zeker
tijdstip cle toestand aanwezig was, dan zal een latere
verbetering van den toestand niet kunnen baten; de
vennootschap ‘blijf t ontibonden. Voor verbintenissen
aangegaan nadat bestuurders den toestand wisten of
moesten weten rijn zij persoonlijk en hoofdelijk jegens
derden (niet tegenover de aandeelhouders) verbonden.
Men ‘meeno niet, dat men na het intreden van den
geschetsten toestand gevrijwaard is tegen elke actie
van ‘do zijd:e’der maatschappij. Ofschoon deze on.t-honden is, is zij bevoegd in rechte op te tred’en voor
altes wat verhand houdt met de afwik.kelin.g der zaken
op liet oogertbliik van het int.veden dci ontbinding

hangende. Op het tijdstip ‘der ontbinding begint het
tijdperk der liquidatie. Alleen de juiste processueele
w’ij,ze van. optreden zal moeten worden gevol
g
d.
Ik stel mij voor, dat .de vraag omtrent de toepas-

selijkheid van art. 47 als volgt in een geding ter sprake
zal komen.

:De in rechte aangesprokene zal zich beroepen
Op
hot aanwezig zijn van ‘de omstandigheid dat
van. ‘het kapitaal verloren ‘is en dat dus ‘de eischen’de
partij ‘niet meer in rechte kan optreden. De e’ischer
zal dit ontkennen, gedaagde zal dus hebben te bevij-
zon. Nu hesiiisto het Hof den Bosch 17 Mei 1904
(W.
8003), dat ten deze getuigenbewijs uitgesloten is.
in het onderhavige geval zal hier do zaak niet op
stranden, ‘daar ‘de feiten tusschen partijen vaststaan.
Immers ontkend kan niet worden dat ‘d.e Marken zijn
opgen om en tegen een bep aa]deti koers. Het verschil
in waarde tusschen de op de balans voorkomende
leeningen, omgerekend tegen den aangenomen ‘koers f

tegen den dagkoers, is gemakkelijk te berekenen.
D0 rechter zal dus hebben te beoor.deelen of de
Ma’rkenleeningen al of niet tegen de juiste waarde op
de balans voorkomen.

Wat ik ter. zake aan jurisprudentie vond is niet
veel en voor de betrokken Maatschappijen niet be-

moedi.gend, maar het is…. oud. De Rechtbank te

Aimsterdam besliste ‘den 6 Mei 1879 (W. 4385), dat hij

de berekening van de waarde van onroerende indu-
s’briëele goderen als maatstaf moet worden genomen
de prijs die een industrieel daarvoor in openbare
veiling zou geven.

De Rechtbank neemt dus hier aan het z.g. hqui-
datiestan’dpuut.

ik geloof, ‘dat de hedenidaa,gsche jurisprudentie dit
niet zal doen. De rechter tot oordeelen geroepen, zal
zich nlet onwaarschijnlijk ‘door deskundigen laten
voorlichten.

Maar dan: Vorderingen ‘in R. Marken zijn geen
in.dustrieele gebouwen.

Het bo’venbedoelde financieel orgaan stelt zich
blijkbaar op het ‘standpunt dat ‘de dagkoers moet wor-
den genomen.

Volmer zegt in ‘zijn bovenaangehaalcl werk op bla.dz.
52, sprekende over vorderingen: ,,Is de nominale

waarde in vreemd geld uitgedrukt, dan wordt deze
omgerekend tegen den chèque-koers.”

Toegeven wil ik, .dat voor een andere redeneering

iets is te zeggen. De vorderingen, waarom het hier
gaat, zijn als regel vorderingen op langen termijn.
Men weet niet hoe de koers zal zijn op ‘het oogenbl.ik
‘dat zij worden afgelost. *

Een mi’ddenstandpun’t zou ‘dan in te nemen zijn. Men
zou het verschil tu,sschen boekwaarde en de waarde

verkregen door omr’ekeni’ng tegen den chèquekoers
kunnen ‘deelen ‘door den looptijd en het aldus verkre-
gen bedrag per jaar afsc.lirijven

Toch rijzen v’erschiilencl,e vragen. Zijn ‘de betrokken
maatschappijen hierdoor geholpen? MTeiie opvatting
zal de rechter ‘hul’digein? Is de maatregel practiisch

uitvoerbaar? Men vreest thans Mar]cenvorderi.nge
n
te
realiseer’en; bij aflossing zet men het geld veelal uit
in Duitsoliland; verwisselt Idus ‘de come Markenvorde
ring tegen ‘de andere. Zal het op deze. wijze echter

mogelijk zijn aan de verplichtingen te voldoen, die
veelal in Neder]andseh geld luiden2

is een, iingrijpe’n ‘van d’en. wretgevej. noodzakelijk?
Van groot belang is ‘voor ‘de betrokken maatschap-

pijen en voor het geheele verkeer dat er geen onzeker-
heid zij of men handelt met ‘iemand die bestaat of
die juridisch niet ‘bestaat.

Toch is er ‘bij ‘de beantwoording ‘van de gestelde
vraa’g nog een factor, ‘die ik niet behandelen ‘kan
wegens gebrek aan feitenmatei’iaal.

Hierboven werden aangevoerd ‘twee voorbeelden
o n.tl eend aan gepubliceerde j aar’versJ agein. Zij betrof-
f en ‘beide vorderingen in Marken. Hoeveel maatschap-

pijen zijn er, ‘di’o Mar’kenvorderd.ngen øp hun balans hebben staan., hoevele ‘zijn ei., die andere bezittingen
hebben, waarbij omrekerii’ng nooclzakel:ijk is, om te
komen tot een waar’cleering ‘voor een Nederia,ndsche
balans?

Hoe is bij al (leze maatschappijen cle verhouding
tusschen ‘deze ‘bezittingen en het kapitaal? Zulks in
venihan.d iniot art. 47 lid 2 W. v. K.

Het wil mij toch voorkomen dat het gewen’scht is
te dezer zake meei’der materiaal bijeen te krijgen; dan
toch kan beter beoordeeld of ingrijpen van den wet-

gever noodig is en zoo ja op welke wijze dit client te
geschieden.
Mr. G. H.
A.
GROSHEIDE.

SOCIALISATJE VAN DEN STEENKOLEN

MIJNBOUW.

NIEUWE VOORSTELLEN.
1. inleiding.
Onder bedreiging met een algemeene
staking zijn de En’gelsche mijnwerkers in onderhan-

deling met hun regeering ‘getreden. Hunne eischen:
verlaging van’den biunenla’ridschen kolenprijs en loons-

verhooging schijnen van eenvoudigen en zakeljken
aard. Men zou die zoo kunnen opvatten, dat de ar.bei-
ders meer loch willen ‘hebben, ‘doch – uit overwe-

1
840.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

gingen van duurte-bestrijding – niet w.enschen, .dat

de smijnen en de handel een voorwen’dsel zoeken in de
.loonsverhooging om meer winst te maken. Zoo een-
vo’udig is de zaak niet. De po’i’nte der nischen zit hier-

in, dat zij niet aan de werkgevers, maar aan .de regee-

ring kesteld worden, en dat zij gericht zijn tegen het

streven om de kolenmijnen te ontslaan van de staats-
bemoeiing, die ‘in den oorlogstijd werd ingesteld.

ie regeering moet verantwoordelijk blijven voor

de geheele gestie van :het mijn’hdrjf. Onder den half

opengesla.gen ‘dchmantl van directe arbeiders’belangen
komt duidelijk de eisch’ naar voren eener staatsbe-

m’oeii’ng met het ‘mijnwezen, die de theorethici onder
de arbeidersleidere door, het ‘woord nationalisatie aan-

geven. Waar ‘de pas aangenomen, doch ‘gedecapiteerde

wet tot regeling van ‘St mijnvezen niemand .bevredigde,
is het niet te’d’waas om te verwachten, ‘dat ‘binnenkort

in Engeland, ‘als ‘gevolg .der onderhandelingen, nieuwe

voorstellen zullen opduiken. In Duitschiand zijn o’ok
weer nieuwe voorstellen op komst. Direct na dan Kapp-

putsch in J’uni 1920 heeft de vorige rageering aan de

vakvereenigingen moeten ‘beloven den mijnbouw te
sociaii’teereu. Daartoe w’as de oude socialisatie-com-
missie, ‘die in Febr. 1.919 haar ontslag had genomen,.

weer .gerehabiliteerd en uitgebreid onder andere met
Wisseil, dan minister van ‘de ,,Pia’nw’it’tschaf.t” en
Rathena.u. Wegens het ongeduld ‘der arbeiders was

echter tegelijkertijd door het Reichswirtschaft’s

.ministerie een volle’dï.ge wijziging van wet en veror-
dening uitgewerkt. De uiteeugaan’de Rij’ks’d’ag liet

deze ‘voorstellen liggen, en de behandeling ‘dooi’.den

rijeuwen Rijksd’ag wachtte op .d.e ‘voorstellen d’er socia-
lisatie-com’missie. D’ze voorstellen zijn thans’ ‘inge-‘

‘dien’d, doch nog ni’et gepubliceerd. ‘Wel heeft d’e corn-

missie zelve een résum aan ‘de pers verstrekt, en op
grotid daarvan is beketid, dat er twee voorstellen zijn
met een reeks nota’s. Verder is het debat er over re’eds
geopend. Eene uitvoerige bespreking hier ter plaatse

blijve echter uitgesteld totdat de volledige redactie

bekend is. Hier 5ij slechts vermeld, ‘dat het meerder-

hoi’d!svoorstel (Raienau) niet .lereerst ‘de kolen
mijnen, ‘maar ‘dan koleniliand’el wenscht te.sooiaiiseeron,
terwijl onteigening der mijnen op den achtergrond

blijft , als een’ geleidelijk proces. De minderheid

wenscht directe onteigening ‘der mijnen en noemt ‘dit

,,Vollsozialisierung”.

In het vooruitzicht enner ‘bespreking van ongetwij-
feld interessante Engelsche en Duitsche beschouvin-
gen, wil ik trachten in ‘t kort enkele algemeene ge-
zichtspunten aan ‘te geven, die het overzien van de

beteekenis d’er’ socialisatie-plannen
v
e
r
gemakkelijken.

Alles wat met socialisatie ‘in verband staat, is
helaas omgeven door een volk van ‘de meest opge-
wonden illusies iich uitende in ‘veel groote wodrden
en vei’doezelen’de beschouwingen. Wanneer echter
sociahsatie zin heeft en de algemeene richting zal

ijangeven, waarin zich ‘de evolutie onzer maatschappij

moet bewegen, dan is de allereerste taak ven
wie wer-

kelijk willen socialiseeren, om nnchter en precies de
heteekeni’s van woorden en ‘begrippen te zoeken en te
omschrijven Dan moet ook vermeden w’orden, dat de gkste verwachtingen ‘worden opgewekt. En ten slotte
dient men in te zien, dat alle leeken en, amateurs het

woord moesten geven aan werkelijk deskundign in plaats van hen ,te overschreeu,w’en en als partijdig

terzij
te
stellen. Aan hen he’t’ woord te geven ‘hetee-

kent nog niet hen te laten beslissen. Wat toch ver-

leent aan ‘cle socialisatie beteekenis. Niet het geroep
van opgewonden: en ontevreden ni en:igte’n, wier no rcleel
uitsluitend ë’n alleen wordt bepaald ‘door kritiek op

onredelijke, .on.billijke of misschien selfs wel o’nzed’elij-

ke bevoorrechting van bezitters en door de begeerte het

zelf beter te ‘krijgen. Evenmin. de omzetting van deze
ontevredenheid met behulp van allerlei vage ‘beschou-

wingen in politieke l’euzenof nog erger in revolution-
naire frasen. De socialisautie ‘heeft voor alles ietee-
kenis doordat ‘de organisatie d’er maatschappelijke

voortbren,guing of, nog hseeder uitgedrukt, .d’e gelieele
samengestelde inrichting der verzorging van de maat-

schappij met wat zij noodig ‘heeft voor haar in stand
houding en hare ontwikkeling, in een toestand van
beroering ‘i’s geraakt: Het zijn niet alleen de arbeiders

die dit veroorraken, zooa’ls het weleens wordt voor-

gesteld. Tal van factoren hebben ‘hun invloed doen
gelden vanaf het ooge,nblik, ‘dat de oorlog een basta an cl
evenw’icht verstoorde. In elk geval ,is die beroering

angstig en spannend, vooral ‘voor hen, dcie verder zien

dan hun neus lang is. Zal die beroering met ‘de wan-

orde desorganisati’e, nood en on’ther’ing brengen? Of’
is het een teeken van de komst ‘der beter’e ‘maat-

schappij? De beteeken’is der socialisatie ligt nu ‘hierin

.dat de groote veranderingen, d’ie zich in de mater.ieele verzorging ‘deu maatschappij voltrekken zoodan.ig ge-

leid worden, ‘dat ‘het algemeen belang alle particuliere belangen en ‘hegeerten overheerscht. Dat geldt zoowel

voor de pessi’misten als voor ‘de optimis’ten.
Het kan zijn, ‘dat daarvoor politieke agitatie noodig
is, wellicht ‘zelfs revolutionna’ir ‘ optreden, maar aan de keuze van ‘het middel moet ‘voor alles zaakkennis

voorafgaan; zaaklçennis van de organisatie der voort-

breng.ig, ‘maar ook enakkennis van wat er thans in
de werel’dverz’orging omgaat. E’en sc’hip ‘geladen met
de beste bezittingen der maatschappij : is door zware

stormen uit dan ‘koers geslagen en onklaar geraakt. De
bemanning is verdeeld en vertrouwt elkaars ‘bedoe-
lingen niet meer. Maar’d’at is ‘geen reden om ‘het

stuur in handen te geven van’ zwakke handen met

goede bedoelingen. Zoodra er sprake is van sociali-

sa’tii’e ‘in eeni gen bedrijfstak, moet allereerst geweten
worden, hoe die’b’ecdrijfs’tak zijn maatschappelijke ‘functie vervulde en ivat izijn or.ganisatiè en levens-

voorwaardeti zijn. :Daarn’a dient te worden gevraagd
w’at de tegenwoord’i’ge ‘toestand is, en welke tendanze’n
zich v’or,toen’en om ‘door ‘de moeilijkheden van de
wereld crisis heen te ‘komen, misschien o’olc om Idaarvan

ten koste van ‘t algemeen belang te profitecren:
Pas daarna kan ‘het stuur gegrepen worden, om ‘de
werkelijk socialistische richting naar een in ‘t belang,
‘der gemeenschap’ werkend ‘bedrijf aan te geven. Hoe

krachtiger clan ‘de hand is, hoe ‘beter.
Het kolenvraagstuk dat thans de wereld beweegt

schijnt splinternieuw te zijn en slechts twee kanten te
hebben, nainalijk ,het herstel van de kolenproductie, en de anteigening der mijnbezitters door staat of ge-
meenschap. l)t is dc oppervlakkige zienswijze, die
1 geen rekening houdt met eenige ‘kennis van het mijn-bedrijf. Nog goedkooper wordt de vooisteUing die de
lcwesties elkaar laat oplossen, nl. ‘door onteigening

der mijnhezitters, de produotie te herstellen.

Ook’ ‘v661- dcii oorlog hebben de staat’slieden, en wel
een paar eeuwen ‘lang zich bezig gehouden en ‘moeten
houden met het mijnwezen. Het .mijnbedri:jf ‘is prac-
tisch gesproken altijd een onderwerp van. regeerings-zorg geweest, en voor l,a.ndeua mat bela’nrijke mine-
ralen, een oi’cderwerp van ‘de allereerste «beteeken’is.

Dat ‘is tot uiting gekomen in de ‘mijnwetgeving en in
het rnijnrecht, en deze hadden nooit eenige andere

l)edoeling dan de ‘vraag te b
ean
twoorden: hoe kunnen

cle mijnen liet bes,t dienstbaar worden gemaakt aan het
algemeen belang. Zelfs nog vôôrdat de,moderne
industrie opivam waren landen met mijnen rij’k en

krachtig. Met de ontwikkeling van het fahriekswezeru
steeg ‘de ‘heteekenis d’er mijnen nog aanzienlijk. In ons
land heeft de handel en in ‘t bijzonder de gunstige
ligging gemaakt, dat de heteekeni’s, die mijnen voor

eenig land hebben, nooit zoo dui’delij’k is ‘gevoeld. Wij
kregen onze mineralen gemakkelijk en ‘goedkoop.
Maar een blik om ons heen, naar de Engeische mijn-

districten, naar N
oor
‘d-Fa’nkrijk, naar België, naar

Westfalen is toch wel ‘voldoende om te, begrijpen ivat

de beteekenis ‘der kolenmijnen voor de welvaartsont-
ivi’kkelj’ng is geweest. Het mijurecht, dat dit proces
leidde, was nooit gemakkelijk. Het eerste te ‘behar-
tigen ‘belang was dat van ‘den staat of van
de gemeenschap en w’as steeds een snelle ontwi,lcke-

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

841

ling van het mijnbedrijf te bevorderen. De volksmond
spreekt wel steeds van bodemschatten, maar econo-
misch gezien zijn het niet ‘de mineralen, doch de
mijnen, die werkelijke waarde bezitten. De waarde

ontstaat pas bij den aanleg van mijnen. En dit geldt
temeer naarmate de direct grijpbare en rijkere mine-
ralen uitgeput zijn, en ‘de armere, dieper of moeilijkei

te delven mineralen aan de beurt moeten komen. Hoe
wordt verkregen, dat do bodemschatten aan ‘t licht
komen? en wel z66, dat er veel en goedioop naar boven

gebracht worden? Om dit te ‘verkrijgen moest van
oudsher de opspoorder •der bodemschatten en de out-
giuner der mijnen geholpen en beschermd worden. In

de geschiedenis van het mijnrecht ziet men ‘dan ook
dit overal gebeuren. Maar nauwelijks komt het mijn-

bedrijf tot ontwikkeling, of tweeërlei begeerlijkheid
weet zich te uiten. Allereerst van den ‘bezitter van den
bovengrond. Evenals deze bij de uitbreiding der cul-
tuur de landrente ziet
stijgen
en empoeheert, zoo ook
de waarde der mijnen, waarvan hij wil mede profitee-
ren. Naast den grondbezittei•komt ook de staat voor
den dag met eischen, en evenzeer uitgaande van de
gedachte, dat de mineralen aan ‘den mijnontginner

,,gesc.horaken” zijn, wril de regeering er wees’ beslag op
leggen. In de geschiedenis der mijnwetgeving vindt
men dat terug door het toekennen van rechten aan
grondbezitter en staat. De staat kan echter nog verder

gaan, en op grond van de algemeene beteekenis der
mijnindustrie en van de in dat bedrijf verkregen win-
sten het geheel aan zich trekken en zelf gaan uit-
oefenen. De geschiedenis van het mijnrecht toont
echter ook aan hoe deze ‘begeerlijkheid in verschillende
periodes geleid heeft tot verlammiug van het mijn-bedrijf, en van een irrationeele organisatie der ont-
ginning, zooda’t, èn in Duitsch’land en in
Frankrijk
èn
in Engeland de mijnwetgevin’g eene sliugering te zien
geeft ‘van de rechten, die aan den ontginner, aan den
gro’ndbezitter en aan dan staat worden toegekend. De socialisat’ie of nationalisatie van ‘het mijnwezen is eigenlijk in wezen een nieuwe periede in het zoeken naar een doelmatig mijnrecht, waarbij het lal te dwaas
zou zijn om aan splinternieuw schijnende principes,
de oude ervaring op te offeren. Er is echter een
groote verandering in getreden, waarmede ernstig
rekening gehouden moet worden. Het belang van dan
grondbeuitter is sterk op ‘den achtergrond getreden.
Zijn recht op ‘de stijging der groadrenite is alreeds
in onven tijd niet meer houdbaar, maar nog minder zijn
recht op een ,,royalty” voor de dieper gelegen mine-
ralen. Daartegenover komt nu een nieuwe rechtsaan-
spraak opduiken, ni. die van de arbeiders, welke door
voreen.igdo macht ‘hun aanspraak verdedigen.

Wat zal het nieuwe mijhrecht, waarheen de socia-
lisatlie-voorstellen voor den mijnbouw zich bewegen,
in de allereerste plaats zich ten doel moeten stellen,
en aan welke beginselen
zijn
derhalrve ‘die voorstellen te ‘toetsen?

De door dan oorlog veroorzaakte ‘dtesorganiiaatie van
‘de koleniverzorgin.g, maakt het duidelijk, dat nu meer
dan ooit moet vooropstaan eau krachtige ontginning
der bestaande mijnen en aanleg van nieuwe mijnen.
Dat is het eerste en algemeene belang. Daarvan hangt
tf .zoowel het ‘herstel ‘der wereldprod’uctie, ‘de bestrij-ding van de ‘duurte, als de waarborg voor de noodzake-
lijke progressie in de vobrtbrengin,g. Een toekenning
van rechten, die daaraan in den weg staat is uit den
hoezo; eene rechtsregeling die idat het heste bevordert
voor alles te verkiezen. Het komt er echter niet alleen
op aan de mijnontginnin.g te ‘stiimuleeren. A’an ‘het
nieuwe mijnrecht worden nog vele andere eischen
gesteld.

De ontginning der aanwezige ‘steenkolenivoorraden,
het gebruik ervan, •dat is het vervoer, de verdeeling
en de toepassing ‘kan tegenwoordig, wat vroeger niet
mogelijk was, als één geheel voor eenig district of
land overzien worden, en naar een rationeel plan uit-gevoerd. Dat dit zoo goed mogelijk geschiedt, is ook
een algemeen belang, want het ‘beteekent ‘besparing en

dus goedkoopere kolen. Het nieuwé mijnrecht moet

het ‘doorzetten van een rationeele en logische kolen-
politiek ‘bevorderen en zoo noodig eischen.
Daarmede is echter volstrekt niet gezegd, dat elk schema van gecentraliseerde of gedecentraliseerde

bedrjfsorgaini’satie passend is en aan te hevelen. In-
tegendeel is al ‘het schematische uit den booze, want
het komt er niet op aan
lijnen
te trekken, doch om
krachten bijeen te brengen en te ‘doen samenwerken.

Bevelen is altijd gemakkelijker dan overleggen, en toch
is het- alleen overleg, ‘dat practisch iets oplevert.

Ten slotte moet ‘het nieuwe mij nreeht rekening
houden met het ‘arbei’dersvraagstu’k. En wel in twee

richtingen. Allereerst door te bevorderen, dat er
arbeiders zich beschikbaar blijven stellen ‘voor het

ondergron’dsche werk, en daarvoor de ‘bekwaam’heid en
geschiktheid verkrijgen. Daarnaast echter ‘door aan
de arbeiders rechten toe te kennen, die in staat zijn
hen te bevredi’gen zon’der ‘de krachtige ontginning
en een d’oelmati’ge bedrjfsorganisatie tegen te wer-
ken. Niet echter kan aan de arbeiders de ‘beslissing
gegeven worden over rechten van anderen dan zij
zelven, alsof dat iets zou baten aan ‘de gemeenschap
of aan hen nelven.

Het ‘beginsel, dat de staat zich met het mijnwezen
bemoeit, is niet nieuw, integendeel zoo oud als het

mijnwezen zelf. Maar de aar’d der -bemoeiirig is altijd
door verschillend en wisselend geweest. En het mijn-
recht was en is gebleven een buitengewôon moeilijk
onderwerp. –

Wie meent, dat alleen met onteigening te kunnen
regelen, zooals vroeger ten opzichte van de gemeente-
lijke bedrijven voor ‘gas, eiectriciteit of telefoon, ge-
schiedde, vergeet dat ‘het kolendelven -heel iets anders is, en onderschat zoowel ‘de beteekenis als de moeilijk-
hei’d der gestelde taak. Het is mogelijk, ‘dat onteige-ning .nuttig en noodi’g is; meer nog het is steeds een element van elk mij nrec’ht geweest, maar ‘t is hoog-
stens een d’er middelen om een veel grooter doel te
bereiken.

Socialisatie ‘der mijnen – waarom zo’u het nieuwe
woond voor een ou’d’e taak niet aanvaard worden –
eischt voor alles het besef, -dat ‘het gaat om een ratio-node organisatie, waarvoor de formeele regeling ‘gele-
genheid, ruimte en machtsbevoegdheid moet geven,
doch in ‘geen geval belemmering, enge ‘banden en
dwang moet opleggen. Het besef ook, dat het gaat om
opbouw en niet om afbraak, want er -is al meer dan
genoeg afgebroken. Is.
P.
DR
Vooye.

KOLEN EN IJZERERTSEN IN ZUID-AFRIKA.

II.

Wij zagen in het eerste stuk ‘dezer beschouwing,
dat in Zuid-Afrika zich reeds een belangrijke kolen-
mijnbouw heeft ontwikkeld. Daarnaast is
1
de waar-
schijnlijkheid groot, ‘dat mede tengevolge van den
oorlog, in Transvaal zich ‘binnen’kort een eigen
ijzerin’dustrie zal ‘gaan ontwikkelen. Aan ide sinds
gerui’men tijid bestaande voornemens daartoe is
gedurende den oorlog een begin van uitvoering gege-
ven. Het ophouden van allen invoer van voor de goudmijnen benoodigde machines en ijzerwaren lei’dde er toe, dat Ide installaties, ‘die reeds v66r den oorlog ingevoerd ruw-ijzer ‘verwerkten, ‘bij
gebrek daaraan er toe overgingen de groots quan-
titeiten op ‘de mijnen aanwezig a,fvalijzer te gebrui-
ken. Tegen het eind van 1917 raakte deze voorraad
langzamerhand uitgeput en was men gedwongen bij
algeheel gébrek aan ingevoerd ruw-ijzer over te gaan
tort het versmelten van inlandsch erts. Aan het eind
van 1918 produceerden de Pretoria Ir&n Mines Ltd.
ongeveer 10 ton ruw-ijzer per dag. In ‘dat jaar werd
4.878 ton ijzererts gedolven, de productie over 1919
bedroeg 3.602 ton.
Het was sinds lang bekend, ‘dat Transvaal ‘beschikt
over talrijke en uitgebreide ijzerertsafzettingen van
goed gehalte, in welk opzicht het vermoedelijk alleen

842

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
;
September 1920

nog door Brazilië wordt overtroffen. Deze ijzererts-

afzettingen, die in tegenstelling met de kolen vrijwel
i.n alle formaties voorkomen, zijn van zeer verschil-

lende origine en samenstelling. In de bekende uit-
gave van het in 1910 gehouden .geologen’congres te

Stockholm: ,,The Iron-ore Resources of the World”;
onderscheidt G. A. F. Molengraaff vier verschillende

typen:
1°. Laagvormije afzettingen, door hezinking ge-

vormd, later al ‘dan niet
geme
t
amor
f
osee
r
d.

2
1
. Producten van magmatische differentintie, d.i.

plaatselijke concentraties van ijzerer.tsen, ontstaan
bij de langza.me afkoeling van het gloeiend vloeibare

magma.
30 Afzettingen van pneumatoly’tischen oorsprong,

d.i. uit gasvormige verbindingen.
40 Afzettingen ontstaan ‘door praecipi’tatie uit op-

lossingen.
Tot de eerste groep brengt men drie karakite-

ristieke ijzerafzettingen, die tot ‘drie formaties van
zeer verschillenden ouderdom behooren en desniette-

genstaauide in samenstelling en voorkomen zeer groo-

te overeenkomst vertoonen. De oudste hiervan be-
hoort tot het Swazilan’d-systeem, dat ‘geacht wordt

van archaïschen ouderdom te zijn. Het
zijn
kiezelzuur-

rijke lagen, sterk geïmpregn’eerd met magnetiet, clie

in banden is geconcentreerd en daardoor aan het ge-
steente den naam ,,calico-‘klip” heeft bezorgd. Deze
afzetting ‘komt vooral in het Zuidwesten, Oosten en

Noordoosten van Transvaal voor en in Natal in het
district Vrijheid, waar zij ook in exploitatie is geko-
men in verband met de onrtginning van de Hiohane-
kolenmijn. Een tweede afzetting van geheel analoog
voorkomen vormen de HospitaLHi’ll ijzerleien uit

de beneden-Witwatersrand-formatie. Aan den West-
Ran’d ‘komen tusschen deze Hospitai-Hill-leien en

het Main Reef aan de basis van ‘het boven-Witwaters-

ran.dsysteem nog de West-Rand ij,zerleien voor van
analoge samenstelling. Deze beide, alleen geologisch

van de eerste verschillende, soorten calico-klip zijn
wat ‘hun voorkomen betreft beperkt tot de omgeving

van den beroemden Witwatersran’d, die aan de for-

matie den naam heeft gegeven, ‘dus tot Zuid-Trans-
vaal en den aangrenzeuden V.rijstaa’t. Het ijzerge-

halte van deze calico-k]jip wordt gezegd ‘te
stijgen
‘tot
50 pOt.

De derde groep van ‘deze soort behoort tot het on-
derste deel van ‘de Pretoria-serie, de bovenste af doe-.
ling van het Potch’efstroom-.systeem, dat door het
Venrtersdorp-systeem van de Witwa’tersran’d-formatie,
door het Waterherg-systeem van de Kerroo wordt
gescheiden.
Iets hooger in het lagencompl’ex van de Pretoria
serie komen kwartsi’etische zandsteenen voor, be-
kend onder den. naam Timebail-Range kwartsieten.
In een ‘deel daarvan is de kwarts dermate door mag-

netiet gecemen’teerd, dat het gemiddelde ijzergehalte

van 40-45 pOt. ibedTaagt en plaatselijk tot 55 pOt.
stijgt. Deze ijzerhou’dende laag, die over zeer grooten
afstand kan gevolgd worden, i-epresenteert in ver-

band met de goede ontwikkeling van het Po’tchef-

stroom-systeem een enorme ijzerer’tsreserve. De in
1910 uitgesproken verwachting, dnt deze afzetting in

de toekomst wellicht ecouo’i’sch belang zou verkrij-

gen, is reeds in vervulin’g gegaan, doordat
zij
door cle

Pretoria Iron Mines Ltd. in exploitatie is genomen.

Deze maatschappij verwacht op het terrein, door haar

van de stad in erfpacht verkregen, 20 milloen ton erts te zullen kunnen winnen, met een gemiddeld

ijzergehalte van 48 pOt., terwijl iedere vierkante mijl
van de nabijgelegen stadseigendommen wordt geacht

30 millioen ton ijzererts te bevatten.

Tot deze zelfde groep behoort een, afzetting, waar-

op in het ,,Zuid-Afri’kaa’os Journaal van Nijverheid”

de aandacht gevestigd wordt in een artikel, dat oo’k

in de Engelsche ‘technische pers is overgenomen. Deze
afzetting ligt op cie plaats Buffeishoek No. 151, aan
de Krokodil-rivier in het district Rustenburg. Als op
zoovelé plaa’tsen in Transvaal geeft hier de ijzererts-

afzetting aanleiding tot heuvelvorming. De Timeba’ll-

Range-se’rie is op eenigen af staflid westelijk van de

Kroko dil-rivier door een verschuiving verdubbeld, ter-

wijl zij oostelijk van ‘de rivier zelfs ‘driemaal optreedt.

De afzetting is voornamelijk van belang in den zuide-
lijken rand west van de rivier, doch zet zich ook voort

op ‘de moer oostelijk gelegen ‘plaatsen, waar vooral

op Klipgat No. 672 oude sporen van exploitatie zijn
aangetroffen.
Westelijk
van ‘de rivier is de ‘lengte der
afzetting minstens 2Y2 mijl.
Bij
•de KrokGdil-rivier

komen.in de dikte drie lagen massief erts voor van
respectievelijk 21, 4. en 17 voet, geschideii door twee
lagen calico-klip van 2 en 3 voet. Hier, op Buffels-
hoek is dus de dikte der ijzerertsafzetting vele malen
groober dan gewoonlijk wordt aangetroffen. Het erts
is hier niet magnetiet, doch in hoofdzaak haematiet
met een zeer ‘hoog ijzergehalte, dat op 63 pOt. wordt

geschat. Verdere gunstige omstandigheden zijn het
ontbreken van zwavel en een laag phosphorgehal.

te
van 0,05 ‘pOt. Het kiezelzuur bedraagt 3,35 pOt. De
aanwezige ijzerertshoeveelhei’d wordt geschat te re-
presenteeren 130.000 ton ijze1 per meter outginnii.ngs.

diepte, doch ‘terecht wordt er op gewezen, dat, waar
men in het algemeen nog zeer weinig weet omtrent
de Tra.nisv’aalsche ij zerertsen, zorgvuldig v66r-onder-
zoek door schachten of ‘boorgaten naar den aard der
voortzetting in de diepte een eerste vereischte ‘is. In-
dien het resultaat van ‘dit v66r-onderzoek aan ‘de ver-
wachting beantwoordt is hier inderdaad een uitmun-
tende basis voor een ‘te stichten, ijzerindustrie aanwezig,

waar ontginning in oen breuk voor vele jaren mo-
gelijk
zijn
zal. De winningskosten worden op 3 s. 6 d.
per ton geschat. De schrijvers van het artikel, de as-

Overzicht der formaties in’ Transvaal (naar Hitch & Oorstorphine: The Geology of South-Africa).

Oppervlakte-afzettingen
Boven-Karroo

Kolen van Komatipoort en Kaapkolonie
Karroo-formatie ……….
Onder-Karroo

IJzerertsen van Middelburg
Kolen van Transvaal
Glaciaal conglomeraat

Waterberg-formatie ……..

Boschveld-laccolith

Magmatische ii zerertsen

Pretoria-Serie

Time Bali-Range Kwartsiet, Buffelshoek, Pretoria
Calico-klip

Potchefstroom-formatie ….

Dolomiet-Serie ……..

Black Reef-Seria ……

Ventersdorp-formatie ……

Boven-Witwaterarand ..

Goud
Witwatersrand-formatie ….


Onder-Witwatersrand ..

West-Rand ijzerleien, Calico-klip Uospital-Uull ijzerleien, Calico-klip

Swaziland-formatie ……..

.

Calico-klip, Vrijheid

29
September
1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

843

sistent-dlirecteur van de Geologische opname A. L.

Hall en ‘de adjunct-inspecteur van het Mijnwezen
C. J. N. Jourdan, berekenen .dat de kosten om dit
erts te Pretoria te levern niet meer zouden ‘bedragen

dan 8 s. 9 d. per ton, aangenomen dat geen rente-
garantie wordt verlangd voor den aanleg van een
spoorweg van 75 mijl naar het naastbijzijude spoor-

wegstation Brits aan de Pretoria-Rus’teniburglijn.

Deze nieuwe spoorweg zou komen te loopen door het
dal van •de K’rokodil-rivier, door een streek met
goede landbouw- en voeteelrtmogelijkheden en zou

dus ook uit anderen hoofde van belang zijn.

De tot de tweede groep, die der magmatische af zet-
tingen, te brengen ijzerertsen behooren tot het

Laccolith van het Boschveld. Binnen dit enorme

Laccolith zijn door de differentiatie bij de afkoeling
basische gesteenten nabij den omtrek, de ,,roodè gra-
niet”, in het centrum gevormd. In de basische ge-
steenten, die als een soort gordel het Bosohveld m-

geven zijn als ultra-basische producten magnetiet en
hier en daar chrom’iet tot afscheiding gekomen in den vorm van somtijds meer dan 100 M. dikke lenzen van
vrijwel zuiver erts, dat zich steeds onderscheidt door

een zeker gehalte aan titaanzuur. Verschillende
analyses• van Onderste Poort nabij Pretoria toonen

een ijzergehalte van 45-49 pOt. met 2-9 titaan-

oxyde. De aanwezige ertshoeveelhedeu zijn van dien
aard, dat in de Stockholmsc’he publicatie gezegd
wordt, dat zij zonder overdrijving onuitputtelijk kun-
nen worden genoemd.

Genetisch hangen met hetzelfde laccolith de afzet-
tingen van de derde ‘groep samen, die echter als zon-
der economisch belang verder ‘buiten beschouwing
kunnen blijven.

De afzettingen van de vierde groep behooren tot
het Karroo-systeem en komen in het district Middel-

burg voor. De ‘betiniking der Karroo-leien en -zand-
steenen schijnt aldaar gepaard te zijn gegaan met
praecipitatie van ijzerverbindingen. Het hierbij ge-
vormde gesteente heeft een wisselend ijzergehalte, ‘dat
echter zoo hoog kan worden, dat ‘haast zuivere
haematiet resulteert. Hun toekomstig economisch be-

lang danken deze afzettingen aan het samen voorko-
men met de Karroo-‘kolenlagen. De hoeveelheid wordt
belangrijk geacht

Wij zien dus, dat Transvaal ‘beschikt over zeer
groote quantiteiten
rijke
ijzerertsen van uiteenloopend
karakter, terwijl het tevens in de ‘benijdenswaardige
positie verkeert in het (bezit te zijn van zeer groote reserven aan althans zeer ‘bruikbare kool. Dat zich
aldaar dus tegelegenertijd een bloeiende ijzerindustrie
zal ontwikkelen, staat vast. De vra’ag, die momenteel
aan de orde is, ‘betreft of reeds nû ‘de tijd gekomen
is, om een begin te maken. En ook op deze vraag
schijnt het antwoord bevestigend te kunnen luiden.
De punten, die daarbij voornamelijk van gewicht zijn
betreffen de mogelijkheid van afzet van het product
en de geschiktheid der kolen om tot cokes te wor.den
verwei1ct. De noodi’ge hu’lpgrondstoffen zijn plaatse-
lijk verkrijgbaar.

Cokes werd v66r 1917 alleen in Natal geproduceerd.
In het algemeen is de Afrikaansche kool niet erg ge-
schikt voor cokesfabricage. Desniettegenstaande is het
aan de Pretori’a Iron Mines Ltd. gelukt om, ofschoon
zij slechts op kleine schaal kon werken en het gepro-
duceerde ijzer dus onregelmatig van qualiteit was,
aan de eischen harer afnemers te voldoen. In Rhodesi’a
zijn de ‘W’an’kie-kolen zeer ‘geschikt voor ckesfabri-
cage, waarvoor in 1918 dan ook 119.701 ton werden
ver’bruikt. Het is op zijn minst zeer goed mogelijk,
dat, indien er werkelijk behoefte aan ontstaat, oo’k in Transvaal meer voor cokesfabricage ‘geschikte kolen
znllen worden gevonden. De groote plaatselijke waarde
der bij de vereoking gewonnen bijproducten, maa’kt
het ‘bovendien waarschijnlijk, dat de cokes ‘tegen rela-
tief lagen prijs zal kunnen geleverd worden. De in
Zuid-Afrika ‘gekoesterde verwachting, dat op slot van

rekening het verkrijgen van geschikte cokes geen
overwegend ‘bezwaar zal vormen, komt gemotiveerd
voor.

Uit den aard ‘der zaak wordt de mogelijkheid tot

afzet der producten voorshands geheel ibeheerscht ‘door

de plaatselijke (behoefte. Volgens gematigde schattin-

gen gebaseerd op ‘den invoer vôôr en gedurende den

oorlog ‘kan deze plaatselijke behoefte aan op eenvou-

dige manier in een staalwerk van ‘beperkte capaciteit

te vervaardigen materialen op 165.000 ton per jaar

gesteld worden, nog te vermeerderen met 10.000 ton

ruw ijzer. Wat ‘betreft de productiekosten loopen de

gepubliceerde schattingen uiteen. In een rapport aan
d’e P’retoria Iron Mines Ltd. worden de productie.

kosten per ton ruw ijzer voor een installatie met een
capaciteit van 200 ton per dag geschat op E2.14.9%,
waarin 10 sh. voor afschrjving enz. is inbegrepen.
De productiekosten van het reeds te Pretoria op zeer

kleine schaal vervaardigde ruw ijzer zouden, tenge

v’oige van de lage kosten van erts en vloeimiddelen,
niet belangrijk hooger geweest zijn dan de productie-

kosten in het groot in Engeland, indien cokes ver-
krjgba’ar was geweest tegen £ 1.— per ton, den prijs

waarmede men in de toekomst meent te mogen reke-

nen. Prof. G. H. Stanley, die een speciale studie van
dit onderwerp maakte, ‘komt ‘bij een capaciteit der

installatie van 200 ton tot een kostprijs van £ 3.4.0,
maar ook dit bedrag is nog minder dan ‘de helft van
den prijs wa’arvoor – v66r den oorlog – ruw ijzer
in het ‘binnenland verkrijgbaar was. De kosten der

staalfabricage kunnen moeilijk worden begroot, doch

zullen uit den aard in verband met de kleine pro-
ductie grooter zijn dan in Europa. Waar de prijs van
de te vervaardigen materialen, alweer v66r den oorlog,.

uiteenliep tusschen £ 17 en £ 20 ‘blijft er in ieder
geval bij een kostprijs van het ruw ijzer van £ 3.4.-
een zeer ruime marge voor winst over. Door genoemclen

deskundige wordt dan ook de kans van slagen ‘bij de
oprichting van een ijzer- en sta’aiwerk met een capa-citeit van 200 ton ruw ijzer per ‘da’g, ‘als waarvan de
Pretoria Iron Mines Ltd. momenteel de oprichting
voorbereidt, zeer gunstig ‘beoordeeld. De voor ‘hare
ontwikkeling zeer ‘geschikte tijdsomstandigheden zul-

len der jonge industrie gelegenheid geven over de
moeilij’kheden der ‘beginjaren heen te komen en ‘daarna
is niet in te zien, waarom Zuid-Afrika, d’at ‘binnen
eigen grenzen ‘beschikt over ‘bruikbare kolen en voor-
treffelijke ijzerertsen in zeer groote quantiteiten, niet
een rol van ‘beteekenis zou ‘kunnen spelen in de
wereldijzerproductie. Voor het zoover ‘komt, za’l het
natuurlijk noodig zijn zéér groote kapitalen vast te
leggen in de nieuwe industrie. Wellicht ‘dat Neder-
land daar’bij door daadwerkeljken steun op lucratieve

manier zijn sympathie voor Zuid-Afrika kan ‘bewijzen.

J.
RtJEB.

EEN NIEUWE BANK TOT WEDEROPBOUW

VAN OOSTENRIJK.

Een van de jon’gste pogingen tot p’ractische uitvoe-
ring van het in het laatste jaar veelvuldig in schrift
behandelde probleem tot wederop’bouw der Centrale
Rijken is de oprichting ‘der in’ Juli geconstitueerde
Reconstructiebanic voor Oostenr’ij1c
te Den Haag.

Kort na het sluiten van den wapen’stilstariid in No-
vember 1918 hebben verschillende handeishu.izen ge-
tracht hunne v66r den oorlog ‘bestaande relaties weer
op te zoeken om te zien in hoeverre de
destijds
ver-
broken verbindingen weer op ‘de oude basis konden

wor’den gecontinueerd. Verschillende transacties wer-

den sindsdien afgesloten, welke meestal gebaseerd
waren op het vertrouwen, ‘dat men in vroegere oude
relaties ‘stelde en die veelal naar behooren werden ge-
liquideer’d, hoewel, vooral toen de ‘kronenkoers later
aanzienlijk terugliep, menige Oostenrijksehe firma

onmachtig bleek aan hare verplichtingen te voldoen,
waardoor verschillende contracten niet werden nage-
komen. Sommige leveranciers hebben zich toen boven-

844

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

dien niet ontzien, teneinde hunne verliezen te beper-ken, ‘goederen van minderwaar’dige kwaliteit te leve-

ren, welke handelwijze het hoe langer ‘hoe moeilijker maakte uit Oostenrijk goederen te betrekken. De eco-
no,mische en politieke toestand, de geïsoleerde lig-
ging, afgesloten van den zeeweg, en het steeds drei-

gende gevaar eener Russische invasie schrikten velen
af, zoodat het zakendoen zich voornamelijk beperkte
tot ‘het leegkoopen van Oostenrijk voor zoover het
voorwerpen betrof die men daar bij dalendén koers

bi’llijk kon koopen; aan een erns’tige poging om een

relatie aan te k.u•oopen met een der vele in Oosterijk

bestaande modern ingerichte en financieel goed ge-

fundeerde fabrieksconcer.ns werd tenslotte niet moer

gedacht.

Deze toestand kon niet zoo blijven voortduren. De

regeering begon met een stopetting van bovenge-
noemden uitverkoop en zon tegelijk op middleu om

het geschokte crediet en het verloren vertrouwen
wederom te herstellen, teuw’ijl van particuliere zijde
een legio aantal plannen naar Holland kwamen, allen

beoogend ‘de buitenlandsche relaties met Holland en
ovér Holland met andere landen te herstellen. De
meeste ‘dezer projecten waren echter al te eenzijdig,

daar men veelal zeer lange en groote credieten tracht-te to verkrijgen, waarbij niet voldoende zekerheid kon
uroi’,den gegeven, dat de gezonden grondstoffen niet in
beslag zouden wordën genomen en dat de regeering met

het disponibel stellen van .buitenlan’dsche valuta en
het geven van uitvoerpermissie geeno moeilijkheden

zoude maken.

Bij de oprichting van de R.eoons’tructiebank nu
zijn deze en andere moeil,ij,kheden zoo’veel mogelijk

vermeden. De Oostenrjksche regeering participeert
voor een belangrijk deel in het kapitaal der Bank, en
heeft in een contract met
de
Bank verchillen.de faci-

liteiten toegezegd.

Op deze wijze wordt dan een plan verwezenlijkt,
waarbIj de credietnemer niet met leege handen komt,

door zijn deelname als het ware ‘vanzelf de garantie

stelt, dat hij zijn volle medewerking tot ‘het welslagen
der onderneming zal geven en reeds aanstonds, door het inruimen van faciliteiten, blijk geeft het handels-
verkeer ‘krachtig te willen steunen. Bij Wet van 16

Juli 1920 werd ‘bovendien aan den buitenlandschen

grondstoffenleverancier het recht van eigendoms-
voorbehoud op de door hem verstrekte grondstoffen
verleend, waardoor ook tijdens de bewerking in de
fabrieken de geleverde grondstof of daaruit gemaakte

fabrikaten
zijn
eigendom ‘blijven.

De Reconstructiebank voor Oosten rijk heeft haar
zetel te ‘s-Grave.nihage, Jav.astraat 68. Haar kapitaal
bedraagt
f 10.000.000,
waarvan
f
4.000.000 gestort.

De Bank die opgericht werd op initiatief van de

Rotterdamsche Bankv.ereeniging met medewerking
van verschillende vooraanstaande firma’s op indu-

strieel •en commercieel gebied in Amsterdam, Rot-
terdam en Den Haag zal haren werkkring voorname-

lijk uitoefenen in .de richting van het financieren en
geven van grondztofcredieten aan modern ingerichte,
goed geleide fabrieken. Zij zal slechts credieten ver-
schaffèn aan die fabrieken, welke hunne afgewerkte

fabrikaten kunnen exporteeren naar landen met ge-
zonde valuta, waardoor het mogélijk wordt in de-
zelfde valuta te betalen als waarin de grondstoffen

werden aangekocht, zoodat het omzetten van goede
guidèns ‘in slechte ‘kronen wordt voorkomen, terwijl
daarbij tevens voor ‘den Oostenrjkschen ontvanger

het koetsrisico, dat tot op ‘heden vele aanvankelijk
.schoonsc.hij nende transacties achteraf tot rampspoe-
dige zaken deed worden, geël’imeerd kan worden.

Voor een onder zoo wisselende toestanden werkende
bank ‘is het uit den aard der zaak van zeer groot be-
lang .in Oostenrijk zelve een relatie te hebben, di’e niet
alleen vodrtdurend toezicht houdt op dc uitvoering
van afgesloten veredeliugs- en andere cred’ieten, maar
die ook elke inkomende aanvrage met grondige kennis

van ‘ personen en verhoudingen kan beoordeelen, en
aldus over elke aan.vrage een waardevol advies kan
uitbrengen. De Reconstructiebank heeft .zich nauw
verbonden aan de ,,Treuga” Akt. Ges. für Veredlungs-

verkehr und Treuihndige Gürterverwertung, welke

maatschappij in Juni 1920 met een kapitaal van
Kr. 30.00.000, werd opgericht en waarin verschillen-

de vooraanstaande personen o’p financieel en indu-
strieel gebied zitting namen. Deze maatschappij die

behalve als gewone handeisfirma optreedt als bemid-
delaar voor export-industrieën, houdt ‘zich bovendien

als
T”rustee
bezig met het uitoefenen der contrôle op

de door ‘de Recoiistructiehank verleende credieten, ter-

wijl zij de eerste beoor.deeling heeft van alle crediet-
projecten.
De Reconstructie,ba.nJc ‘voor Oostenrijk financiert

naast hare, met eigen middelen gegeven credieten,
ook andere particuliere transacties met Oostenrijk-
sche firma’s, waarbij zij hare cliënten de gelegenheid
opent gebruik te maken van ‘hare Trustee te Weenen,
waardoor voor vele firma’s het zaken doen met Oosten-

rijk weer mogelijk wordt.

De Bank ‘stelt zich voor langs dozen weg te geraken tot een wederopleven van do relaties tutec’hen Oosten-
rijk en andere landen en zo&t te dien ei’nde haren
werkkring tevens in ‘de richting vaii bemiddeling ‘bij

het aanknoopen van relaties.

Het zal vermoedelijk geen gemakkelijke taak blij-
ken in Oostenrijk, dat wel het meeste van alle ‘landen

van ‘den oorlog geleden heeft, ‘belangrijke verbeterin-

gen tot stan,c’ te brengen. De omstandigheid echter
dat er in liet huidige Oostenrijk een groot aantal f a-
bridken bestaan, ‘die ook ‘voor den oorlog reeds tot de

groote ex port-industrieën behoorden, gecombineerd met het feit .dat als spoorwegknooppunt en handels-
centrum Weenen toch ‘steeds zal blijven de doorvoer-
plaats naar het Oosten en vestigingsplaats voor alle
groote instituten, die naar dat Oosten hunne voel-

horens uitstrekken, geeft ‘gegronde ‘hoop dat het stre-
ven
om aldaar een ‘blijvende reconstructie te bewer-
ken, – mits krachtig opgezet en goed’ ondersteund, –
succes zal hebben.
C. v. D.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De n’iijnwerkersk.westie; de onderhan-

deling en met Rusland; wer1loosh,eid;
geldproblemen.

Onze Iiondensche correspondent schrijft ons d.d. 24
dezer:

The sands are rapidly running out, and ‘no man,
at the hour of writing can say wihether ‘there is to be
peace or war as the upshot of the proceedings .which
are stili in trai’n. So far only the demaud for an imme-
diate reduction in the price of coal ‘has disappeared as
a ‘bene of contention, but this has heil the effect of
making the w age q u es ti o na still more serious
feature, for the prestige of the Feferation is now
involved. The Go’vernmen’t has offered to s’nbmit the
matter to any tribunal the miners like: alteriatively,
there has been put forward’ by the Prime Minister a
proposal of an increased wege foiowing an increased
output, complementary to w.hich there is to go en an
inquiry ‘into the causes of reduced output ‘between the
owners and the miners. These i’s nothing substantially
new in all this; Sir Robert Home has all along.moved
along these lines. The only new feature in the situa-
tien is a certain clearvage inside the ranks of the miners themselves: for, according to the official
report of the Delegate ‘meeting yesterday Mr. Smillie
hi’mself would seom in favour of submitting the
proposal to ‘arbitrate to the vete of the whole move-
ment, a proposal whioh the advanced ‘districts
mana’ged to get ‘defeated ‘by a large thou,gh not
overhelming majority. The leaders are now in ‘a most
difficu’lt position, for •they are faced by the ‘danger
of disruption within the Federation itself. The So’uth
Wales miners have already in the past threatened to

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

845

leave the Federation, and pursue an autonornous

policy: this dauger will be increased if in the end the
moderates win. On the other hand, if t’here ‘is a strike,
and the movement is ‘beaten, as there is a very consi-

derale chance of its being, then the conservative
distriets, especially the Nottingham and Yorkshiro

Unions, will on their •side threaten secessions. Quito

apart from this, ‘the cost of the strike will be
enormous and the Federation, even if it emerges

victorious, will be badly of financiaUy for a long
time to come, its political and economie influence
therefore diminished.

It is very difficult to get an idea of how the Labour
Movement as a whole really regards the situation. 1

fiud opinion in the movement divided very much on

class lines: the middie class elements on the whole opposed: the trade union element more inelinecl to
support. This is a gener.alisation from which must be exelu’ded the left-wing of whatever social elements it
is composed: Jiere of course there is unanimity. The

wage-problem is such an ever present preoceupation
of the trade unionist that it would be a folly to expect
him to think on broader lines, but even here there is
an atteimpt to provide a moral justification in the

statement that ,,the Government wants the strike.”
One hears rather less of the probability that a

general election will be fought on the issue: but this
seems to me to confirm the rumours that there will
be one, only politicians are biding time. 1f public
opinion turns against the miners if the strike comes,
then the eleetion will ‘happen. As thiugs are, there
has bee
n
very littie exeitement, because everyone has
been hoping that the strike will be settied; but once the issue is clearly defined, there may such a revul-
sion in favour of the authorities that from their
point of view, they would be missing a golden oppor-
tunity. The Labour people console themselves with
the reflection that in any ev.ent their representation
in the Hous’e of Oommons will be largely increased: a belief for which T cnn fiud little real jus’t,ification.
The political pitch has been badly queered by the
folly of the ,,Daily Herald”, and 1 ‘believe that Labour people almost pathetically unable to take an objectiivë
view of their chances, with the exception of a very
few iuclividuals.
It is rather a grim commentary on the confusion
of mmd which attends these labour struggies that Mr.
Jiodges, the ‘very able lieutenant of Mr. Smillie, is
to represent Labour a’t the forthcoming conference
organised by the Fight the Famine Council on the
present distress in Europe. A strike would of course
inflict a hea,vy blow on an already overburdened
world, and yet is quito truc that men like Mr. Hodges
are absolutely sincere in their desire to better condi-
tions. All they lack is the power to put two and two
together, and it is really difficult to urge that they are
any worse than their opponents. ,,Fine words butter
no parsnips”, says an English proverb, and 1 find
nowhere a truc realisation of the position in Europe.
For, if the miners hope to divert the export surplus
profit to their own pockets, and have a’ttempted to
gain public support by demanding that a p&rtion

shail be diverted to the pockets of the consumer, one
can ‘have almost as littie sympathy with the demand of the Government that the surplus shall be used for
the public finances. Looking at the snatter from the
,,European” viewpoint, since the surplus is go’t
virtually at the expense of the unfortunate European
consumer, there is everything to be said for using the
surplus for the relief of distress. This is the point of
view of these who can support neither the Govern-
ment nor the miners in the present situation. As the Manchester Guardian puts it, ,,an impene-
trable fog is once more settling on R u es ja now. It is
a fortnight since M. K a m e n e f f has left: and no
further stops ‘have been taken by the Government either
to dear up the situation on the political •side, or to
advance it on the economie. The position as a whole

is as unsatisfactory as it well could be: and in addi-

tion to the rising hopes that are being put on Wrangel

and his forces, we must now reckon on a further
obstacle to the resumption to relations, i.e. the

incredible folly of the ,,Herald” in coqueting with
Russian gold, as well as the suspicion that the Rus-
sians have not been playing straight with the Govern-

ment. T am inclined to believe that M. Krassin is left

here in order not to advance trade, but in order that

the Government may demonstrate the hopelessness of
attempting trade. They will be able to say ,,We have

allowed M. Krassin to stay here, ho is open to take

any orders for Russian produce and give out contracts

for goods in return, but nothing is being done.” The

fact that there is siich an atmosphere of suspicion
about the Reds is in itself enough to prevent any
trade from being done, apart from the difficulty of
knowing whether in fact goods will be allowed to get
to Russia and from thence. The Council of Action is

dead, and is nôw only a useful stick to beat the

Labour Party with, and, in short, the supporters of
renewed relations with Russia are in a ‘hopeless
position.

The September issue of the ,,Labour Gazette” is
now available, and permits of some interesting ques-
tions being answered. Firstly, as to the cost of living

at the beginning of the present month. The R e ‘t a i 1

Index Number of the cost of food on the
ist of the month, as compared with July 1914,
showed a rise, for the United Kiugdom as a
whole, of 167 per cent. Including rent, clothing,
fuel and light, the percentage increase over
July 1914 was 161 per cent. It is iimportant to remem-

her that this result is arrived at by taiking the same articles, the same quantities, and so far as possible,

the same qua’lities, throughout the period. Conse-
quently, the index has ‘been vigorously attacked, by,
for instance, so distinguished an authority as Prof.
Bowley, as ‘giving a completely misleading picture of

the actual situation, for standards have changed for
all classes, owing to the virtual absence of some of
the things included in the pre-war standard of life.
Secondly, the question of unemployment
in recent weeks can be answered statistically. Taking
first the Trade Union index, this shows that at the

end of August the were unemploydd 1.6 per cent of
the workers covered by the return, being 0.6 per cent
less than at the corresponding period last year, and
0.2 per cent more than at the end of July. So far as the workers in the insured trades are concernd, the
percentage unemjployed on the 27th Aiigust was thus:

Increase or decrease on
August
’20

Month ago
Males……
2,89
0/0

+ 0,10′
tJnder Act
of 1911
Females….
3,63
0/

+
0,28
J
Males……
1,86
0/

+ 0,01

n der 1916
A
t
Females..
.. 4,46
0/

+ 0,66

c

All Industries Combined:
Males……
2,65
0/

+ 0,07
Females….
4.18
8
10

+ 0,54
Total ……
2,88
0/o

+ 0,15

The total number of persons insurod under the two
Acts of 1911 and 1916 is 4.2 millions, of whom six-
sevenths are males. Of course, these two acts leave
untouched certain important industries, notably the
textile trades. Nor ‘do they deal with the out-of-werk
ex-service men. Of these are still 142.600 unemployed,
whilst in the ‘textile industries, judging from returns
made by employers e’mploying 250.000 woikers, there
has been a decline of 0.7 per cent in the arvailable
volume of employment: though in the woollen, worsted,
jute and hosiery industries there have been improve-

ments. The heaviest decline is in the lace trede, where
the decline is 2.6 per cent.

The durrency problem continues to excite
interest: this week the pepers quote from a lecture
delivered at the Congress of the Chambers of Oom-

merce of the British Empire at Toronto by one of

846

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

the Direct-ors of the London, Joint City and Mïdland

Bank, Mr. Darling. The City- and Midiand has been

associated with the idea of a note issue based on
Bi-lis of Exchange for some time, owing to the

advocacy of this idea by the late -Sir Edwar-d Rolden.

Mr. Darliug goes one step further, and -desires to
associate his new n-ote -issue with the stabilisation of
exchange -between the various parts of the Em-pire:

the idea being that there should be an uniform cur-

rency, or, at leest a local Currency kept
al
par with.
the Bank of England note (w.hich is hexiceforth to be

backed -by bil-is). Mr. Darling seems to share Prof.

Cassel’s fear that the gold -supply of the world will

be toe small to serve as a basis for currency in the

future, as commanding too high -a price. So far as can

be seen, -Mr. Darlin-g does not deal with the problem
of infiation at all, nor with the question of how

panty can be maintained, in the event of one of the
countries exhaustin-g its balance. This is really the
crucial point, either the central bank will lend, in

which case we increa-se the currency, for the -basis of

which buis will serive, consequently the Empire cur-
rency -as a whole -will depreciate in terms of other
currencies; or the Bank does not lend, -in which case
a country which has temporarily exhausted its ba-l-ance

will have to oblain fresh fun-ds by offening its goed-s
at -a di-scount, whieh is equivalent to a depreciati-on
of -the exchange. The idea that because bi.11s are -based

on goods there can neven be too -much money seems

to fascinate -some business men.

T-her-e -have -been -several oversu-bscri-bed issues in

the la-st few days, -bul t h e n e w H -o u s in g lo a n of which T wrote last week, is not one of them. T-he
u-n-derwriter.s have in fact ‘been left with 74 pOt. of

– the issue on their

h-an-d-s. This i-s now becoming normal
in the casé of these issues, the -investor -h-opi-ng that
he will -be able to buy at a discount later bn, -a fact
which seems to -indicate that the issue price is rather
toe high as compared with other securities -available.

The ,,Tiimes” refers this morning to the growing

tendency to pay, not by means of cash derived from
the bauks in the shape of loans and overdrafts, -but

by -means of – accepta-nces, vhich it states has the
,,advantage, that it tend-s to -hasten the sale of goods
and to check fresh infiati-on of credit and

pnices.”

T-his is -surely f-inancial heresr. The recipient of the

acceptance -will do -his ‘best to turn the bill into cash
as -soon a-s possible, sö that the ‘demand for accommoda-
tien is simply thrust upon the banks indirectly,

in-stead of d-irectly. Quite possibly the sale of goods
will be hastened, ‘but will it be at 1-ower prices?

O-bviously not. The idea that things will get better if
payment can be postponed by proniising to pay in
three months time, or whate’ver it may be, is patently absurd. The whole policy seems to me to be a rev-er-

-sion to the state of affairs of the peri’ed ‘immedi-ately
after the passin-g of the Bank Act of 1844, wiien the
new currency stningency was equ-ally followed by the
widespread use of acceptances, with resulte that can
be studied in the ,pages of Gil-bart’s ,,Banking”, who
knew what ‘he was taliking about, harving had to live
thr-ough the tr-o-ule that ensued. – –

T .h e fio a t i n’g D e -b t p-osition this week is as

follows:

Increa8e or decrease

Sept.
181’20

on previous Week
Advances from Bank
of England ……£

31.000.000 £ 12.250.000
lesa
Advances from Go-

vernment Depts.
,,
144.441.000

9.250.000
lees
Treasury Buis
Out- –
standing ………
,
1.083.099.000
,, 17.226.000
more

Total …………
£
1,258.540.000

,, 4.274.000
lees

This inerease in the Treasury Buis is said to be

due to the policy of the Bank of England in dis-
counting October maturities, -provided the money is
reinve-sted in Decem-ber maturities. Consequeutly,
next m-onth like Government must find the where-

witha-1 to meet the discounted maturitiies, which will

of course lead to increased borr-owi-ng fr-om the Bank,

on Way-s an-d Mea-ns A-dvances.
T h e B a n k R e t u r n shows the following varia- –

tions: – –

Public Deposits ……….
£ 1.505.730
increase.
Other Deposits ………. ,,
17.127.478
iclecrease.
Government Seen-ritjes
,20.585.000
deerease.
Other Securities ………,,
5.331.782
i-ncrease.
Reserve ……………..,,
350.054
-decrease.
Circulation …………..
………….

321.330
‘increase.
Coin and B-ul-lion ………

28.724
decrease.

Pnoportion 13% pCt., beiu’g an increa-se of 1’/ per

cent.

The ex-planation of these movements is -not veiy

difficult: the ‘market lent the Government about 17

millions on Treasury buis, as is seen fr-om the

floating debt returns. It borrowed £ 5 millions from

the Bank, and like Government rep-aid £ 20 millions

to the B-an-k. There h-as

been a net -decline in -dep-osits

of 15.6 millions, and a net -decline of 15.3 millions
in s-ecunit-ies, as -a consequence of these eh-anges.

The Cu-nrency note Return shows a

decline of £ 1.273.449 in the total of notes outstan-d-
ing, the issue

being this week £ 349.667.412. The

notes called in ‘but not yet cancelled show a decline –
of about £ 100.000, whiist the nobe and -gold cover is

13.48 pen cent, -as again-st 13.43 per cent last week.

At the Count Meeting of the Bank of England, the
Director-s met wi’tih some criticism on like amount .of

dividend. The present dividend of 10 per cent per

annum, less income tax, was stated to -be inadequate,

being only equal to 7 -per cent free of tax, and it was
argued that th-e Bank -was – d-o’ing toe ‘much without

adequate return. The Gever-non an-were’d in a con-
ciliat-ony ton-e: the Bank could not pr-ofiteer -at the
expen-s-e of the State, and -had not done so duning the –
whol-e cour-se of the War. The holders of Bank Stock
were in no worse positioA than other h-olders of

Tnustee Secuniti-es. The profit,s of the Bank for the

h-alfyean were announced to have

been £ 513.511.

1-t is neported in the ,,Times” to-day that Nonweg-ia-n

-ban-ks are findiug it imp-ossi’ble to -dispose of South
Amenican buis -in Lond-on. The explanation is the
stagnati-on of ooffee experts, ,,Rus-sia and Genm:any…..
buying practical-ly iiothiug.” T-he 1-ogic of facts is
-beginnin-g to teli, and the statesimen of the world
cannot pursue the ostnich policy of keeping their
heads in the sand-s of illusi-on veny much longer.

AANTEEKENINGEN.

De regee-ring ers de Maatschcvppij

,,Z e e 1
a n d”.
– Uit een oogpunt van algemeene
verkeerspolitiek van belang is het -dezer dagen i-nge-dien-de wetsontwerp tot venleening van fina-ncieelen
steun aan de Maatschappij ,,Zeelan-d”. Voorgesteld wordt in het -kapitaal- der ,,Zeeland” deel te nemen
en een geld-elijk rentegevend voorschot aan ‘de maat-

schappij te verstrekken. Verder w-ordt dan nog
f
500

uitgetrokken voor belooning van den Regeeningscom-
missar-is even een -half jaar. Hieronder volgt -de

memonie van -toelichting:

Het ie aan de Regeering gebleken, dat de Stoomvaart-
-maatschappij ,,Zeelan-d”, ondanks de door haar wegens post-
vervoer genoten ‘vergoeding, in de eerstvolgende jaren zeer
waarschijnlijk -met groote financieele moeilijkheden ,te kam-
pen zal hebben. Aangezien de Regeeri-n-g het een -nationaal

belang acht, dat -cle ,,Zeelancl”, die n-a het uitbreken van
den wereldoorlog al -het hare -gedaan heeft om -hare uit ‘het
postcontract voortvloeiende verplichtingen na te komen,
-de nationale Vlissingsehe lijn ook in de toekomst zal kun-
nen handhaven, i-s door -haar overwogen op welke voor den
Staat -minst beawareude wijze financieel steu-n zou kunnen
worden verleend, ten einde -het voortbestaan van die lijn
zoo eenigszins mogelijk te verzekeren.
De vraag is uitvoerig besproken in bijeenkomsten van de
betrokken Ministers met vertegenwoordigers der belang-
hebbende groepen. –
Als
resultaat van deze besprekingen is, behoudens de

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

847

goedkeuring door de Staten-Generaal, deze oplossing aan-
vaard, ;dat de Staat van de Spoorwegmaatschappijen, die
groot-aandeelhouders in de ,,Zeeland” zijn, hare vierduizend
aandeelen van nominaal tweehonderd-en-vijftig gulden s.
pard zou overnemen en aan-de ,,Zeeland” met twee van
har,e in aanbouw
zijrde
schepen als onderpand een voor-schot van
f
2.400.000 zou verstrekken tegen eene cusnula-
tieve rente van 6 pOt. ‘s jaars, (waarvan 4 pCt. zal worden
genoten
vast,
en de overige 2 pCt. naar gelang en voor
zoover de winsten in opvolgende jaren, na statutaire
afschrijving, meer bedragen dan 6 pCt. over ihet aandeelen-
kapitaal en onder bepaling, dat het onderkaivige ontwerp van wet zou worden ingediend, tenzij ‘de statuten zouden
zijn aangevuld in •dien zin, dat besluiten tot verandering
van de statuten of tot ontbinding der vennootschap vSbr
den statutair bepaalden tijd (1 October 1938) niet verlin-
dend zijn dan na de goedkeuring te hebben verkregen van
den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en onder
voorwaarde, ‘dat deze Minister een Regeeringscommissaris
zal kunnen benoemen tot het uitoefenen van toezicht.
Overeenkomstig deze onderhandelingen is door de ver-
gadering van aandeelhouders, van de ,,Zeelwnd” van 10 Juli
1920 tot het aangaan von bedoelde geldIeening, alsmede
tot •het wijzigen der statuten, in ‘bovenbedoeliden zin be-
sloten.
Mitsclien wordt thans uitgetrokken een bedrag ‘van drie mil-
lioen vierhonderd duizend vijfhonderd gulden
(f
3.400.500),
waarvan een mi’llioen gulden benoodigd voor de overneming
van de vierduizend aan’deelen van de ‘Spoorwegmaatschap-
pijen, twee millioen vierhonderd duizend gulden voor ‘het.
rentegevend voorschot en vijfhonderd gulden als belooning
van den Regeeri’ngscommissaris over een half jaar.

De Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel,
H. A.
VAN
IJssELsrEijw.

De Minister van Financiën,

Ds
VRIES.

De Minister van Waterstaat,

A. A. H. W. Köwzc.

iS’uikerproductie der wereld. – Wij
laten
hier volgen de laatste taxatie der wereidsuikerpro-ductie voor 1919/20 door Willet & Gray in verge-
lijking met hunne vorige (1 April) taxatie:

Bie te u ik er.

Nieuwe Taxatie Oude Taxatie

Europa…………….2.762.794

2.809.000 tons

Ver. Staten…………652.957

650.000

Canada …………..16.500

18.500

Bietsuiker Totaal ….

3.432.251

3.475.500 tons
Riet suiker.

Ver. Staten.

Louisiana …………108.035

103.202 tons

Portorico …………426.631

426.631

Hawal …………….507.000

500.000

West Indië …………

12.000

12.000

Cuba ……………..3.650.000

4.000.000

Totaal Ver. Staten ..

4.703.666

5.041.833 tom

Dit verschil van 338.167 tons wordt voornamelijk
veroorzaakt door de 350.000 tons
lagere
taxatie voor
Ouba, doch volgens de
nieuwste
berichten zal deze
oogst 3.850.000/3.900.000 tons bedragen.

Britsch West-Indië.

Trinidad …………..65.000

65.000 tons

Barbados …………..50.000

70.000

Jamaica …………..50.000

50.000

Antigua …………..15.000

12.000

St. Kitte …………..11.000

11.000
Overig Br. West-Indië

.

10.000

10.000 ,

Totaal Br. West-Indië

201.000

218.000 tons

Dit verschil van 17.000 tons wordt i.roornamelijk
veroorzaakt door de
20.000
tons
lagere
taxatie voor
Barbados.

Fransch West-Indië.

Martinique …………22.000

22.000 tons

Guadeloupe …………31.000

31.000

San Domingo ……….150.000

180.000

Haïti …………….. 5.000

5.000

Totaal Fraasch W.-Ind,

208.000

238.000 tons

Dit verschil van, 30.000. tons wordt veroorzaakt
door de 30.000 tons
lagere
taxatie voor San Domingo.

Mexico………………50.000

50.000 tons

Centraal Amerika
Nieuwe Taxatie

Oude Taxatie
Guatemala

…………
15.000

15.000 tons
Overig Centr. Amerika
20.000

20.000

Totaal Centr. Am.

.
35.000

35.000 tons

Zuid-Amerika.
Demerara

…………
90.000

90.000 tons Suriname

…………
12.000

12.000
Venezuela (uitvoer)
18.000

18.000
Ecuador

…………..
7.000

7.000
Peru………………
300.000

250.000
Argentinië …………
260.000

260.000
Brazilië

…………..
187.000

187.000

Totaal Zuid-Amerika..
874.000

824.000 tons

Dit verschil van

50.000 tons
meer
wordt veroor-
zaakt door de hoogere taxatie voor Peru.

Totaal Amerika ……
6.106.666

6.441.833 tons

Werd dus 315.167 tons
lager
getaxeerd dan vroeger.

Azië.
Britsch-Indië ……….
3.001.000

2.800.000 tons

De nieuwe taxatie voor Britsch-Indië is
201.000
tons meer dan de vorige. Dit land kunnen wij echter

buiten beschouwing laten voor ,,Wereldsuiker”, daar
de productie geheel in
het land zelf geconsumeerd
wordt.

Overig Azië.
Java

…………….
1.335.763

1.335.763 tons
Formosa en Japan

….
300.000

300.000
Philippijnen

(uitvoer)
225.000

225.000

Totaal overig Azië
.
1.860.763

1.860.763 tons
Australië.
Australië …………..
175.000

175.000 tons
Fidsjieilanden

……..
60.000

60.000
Totaal Australië

..
235.000

235.000 tons
Afrika.
Egypte

(plaatselijk ver-
bruik)

…………..
90.000

90.000 tons
Mauritius

…………
235.490

235.000
Reunion

…………..
40.000

40.000
Natal

…………….
150.000

130.000
Mozambique

………..
50.000

50.000

Totaal Afrika
585.490

565.000 tons

De nieuwe taxatie is 490 tons
hooger
wegens hoo-
gere taxatie Mauritius met dit cijfer.

Europa.
Spanje

…………..
3.000

3.000 tons

Totaal Rietsuiker ..’
11.771.019

11.905.596 tons
Totaal Bietsuiker
.
3.432.251

3.475.500
Totaal

……………
15.204.170

15.381.096 tons

Recapitulatie:

NieuweTaxatie

Oude Taxatie
Amerika

…………..
6.106.666

6.441.833 tons
Azië ………………
1.860.763

1.860;763
Australië …………..
235.000

235.000
Afrika ……………..
565.490

565.000
Europa (Spanje)

……
3.000

3.000

Riet ……….
8.770.919

9.105.596 tons
Biet ……….
3.432.251

3.475.500

,,

12.203.180

12.581.096 tons

Willet
&
Gray’s taxatie
is dus
377.936 fons
lager
dan de vorige; neemt men daarbij echter in aanmer-
king dat de Ouba-oogst
ruim 200.000 tons te laag
getaxeerd wordt; dan wordt het verschil met de oude
taxatie van den wereldoogst
tot ca. 150.000 tons ge-
reduceerd.

Stand der cultures en uitvoer ge-
durende het tweede kwartaal 1920, in
S u
r i n a n e.
1)
– De weersornstandiigheden waren
niet gunstig, het kleine droge seizoen ‘heeft zeer lang
aangehouden, pas half Mei is het groote regenseizoen
ingetreden. Zo.oaJ’s reeds in ‘het le k

wartaaloverzicht
werd vermeld, is een groot gedeelte van de jonge
cacao

vruchten tengevolge van ‘die aanhoudende
droogte “verloren gegaan; slechts enkele plantages heb-
ben een gelijke hoeveelheid product
als
in 1919 in
denzelfclen tijd werd verkregen, geoogst.
De voorui’bnic.hten op een napluk zijn ongelijk, daar-

1)
Zie pag. 524, jaargang 1920.

848

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

van vaFt nog niets met eenige zekerheid te zeggen.

De stand der Li’ber-iakoffi•e is gunstig, de droogte
heeft het aanrijpen der koffiebessen tegengehouden,
thans is men echter overal ‘bezig met oogsten en wordt

een goede oost verwacht.

Op den groei van het jonge •suikerriet was de

droogte van grooten invloed, na-het invallen van de

regeiis heeft het riet zich krachtig ontwikkeld en is
thans de stand over “t algeniée.n .gms’bi,g, vooral op

de lagere gronden en wordt een orelale oogst ver-

wacht.
De vooruitzichten voor -de rij’stcultuur, welke zich in

do laatste jaren zoo belangrijk ‘had uitgebreid, zijn
zeer twijfelachtig. Door het laat invallen van’ het
regen-seizoen kan pas iii Mei met het uitzaaien van

de rijst voor bibit worden bSonnen, zoodat de cul-
tuur minstens 6 weken ten achter is bij andere jaren.
In het Noorden van Nickerie, het meest belangrijke
rijstdistrict ‘der kolonie, waar het regen-seizoen begin

Juni is i.ngetreden, is -de rijstcul-tuur zeker twee
maanden achter bij andere jaren. Houdt het regen-
seizoen wat langer. aan ‘dan gewoonlijk het geval is,
dan kan nog ‘veel terecht komen; de kans op een goe-

den rijstoogst is echter vrijwel verstreken.

De uitvoer der voornaamste producten over het
9
.
lwartaal
120 h”,droe:
2e
kwartaal
Totaal over
April-Juni
Januari-Juni

Balata ……..
K.G.
76.852
119.542

Cacao

……..
,,
73.597,5 846.158
1
5

Koffie

……..
,,
91.819
490.054,5

Maïs ……….
,,
208.800
307.282,5

Suiker

……..
,,
791.006V
3.029.247

Rum
……….’

83.084,5
108.854,5

Huiden ……..
K.G.
1.884
8.346

Hout ……….

1.019,5 2.247,5

Letterhout
K.G.
,,14271
41.163

Goud
……….
Gram
115816,7

-.
232.051,4

BOEKAANKONDIGING.

Sao,,tsielefoorixplôiatie,
Proefschrift

ter verkrijging van -den graad van doctor
in de technische wetenschap, door C.
E. A. Maitlan-d, electrotech.nisch inge-

nieur, Juni 1920. ………..

Na de eenigszins moeizame lectuur van dit onnoo-
-dig omvangrijke boek is het niet, zooals ik hoopte,
met onverd66ld genoegen, .dat ik voldoe akn het ver-.
zoek der redactie om bovengenoemd proefschrift

aan te kondigen. Met een. ,v,ariant – op een oud
ltijn-sch advies aan auteurs. kan . ik. .mijn hoofd-
indruk van het boek het ‘bondi-gst aldus samen–

vatten:
multa
sed n-on.
multum.:
Het zeldzame

feit, ‘dat een technisch ingenieur zijn- stu-dievak ook

van anderen kant tracht
te
bezien,-verdient op zich-

zelf waardeering. Want, zeide niet Dr. Kraus het
herhaaldelijk (b.v. in ,,’De Ingenieur”, van 6 Juli
1912), dat ,,voor een richtig -bestuur in tal van be-
drijven er méér wordt .gevorderd dan alleen technische
kennis?” Dat er ,,onder onze hedenda-agsche inge-
nieurs nog velen worden aa-n.getroff en, niet het
minst onder hen, die openbare betrekkingen -bek-lee-

-den, ‘die voor de economie eener zaak niet veel -ge-
voelen?” De schrijver maakt dus uitzondering op de ingenieurs, die volgens Ir. Blooker (,,De Ingenieur”
4 Febr. 1911) ,,het door hen geleerde ‘als doel be-
schouwen, niet al-s middel -om -het leidërschap te

veroveren in industrieele en andere ondernemingen;”
hij is dus rara -avis onder ,,de technologen, die niet
economisch’ zijn aangelegd, en ‘die zijn er, -helaas,

vele” (Ir. Enno v. Geld-er in ,,De Ingenieur”, 8 Juni
1916). Het werk van den heer Mai-tland is één van
de teekenen, dat -bij ‘den ingenieur de belangstelling

in economische vraagstukken wakker wordt, da’t hij
tot het besef ‘komt eerst dan leidende ‘betrekkingen

naar wensch te zullen kunnen vervullen, wanneer.
hij behalve den technischen -kan-t ook de economische

zijde beziet” (Dr. Kr-aus, in ,,De Ingenieur”, 7 Jan.

1911).

Verdient het’ werk uit dit oogpunt waardeering,

van meer -belang is de vraag, of het ook blijk geeft
van ,,den economischen zin”, ‘die Kraus noodig acht,

,,om den -ingenieur er van te door-dringen, ‘dat zijn
(technische) -arbeid -al-s ‘regel ten doel heeft om op de
meest economische -wijze – in een bepaalde behoefte
te voorzien,” dat m.-a.w. de techniek op zichzelf

veelal geen doel, doch steeds -middel moet zij.n in
dienst van de economie van het -bediijf. En die vraa-g

is m.i. ontkennend te -beantwoord-en; dok dit boek

lijkt mij een -bewijs van -het juiste inzicht des heeren Oollette, die in de vergader-ing der vereenig-ing v-an
Delftsche ingenieur-s in September 1915 als •zijne,

wellicht op lange ervaring gegronde, meening uit-
sprak, ,,dat voor alle ingenieurs economisch onder-

richt zeer noodig ‘is;” het werk bewijst mi. nog -meer

de noodzakelijkheid van de o.a. reeds door den heer

Gerlings in ,,De Ingenieur” van 11 Dec. 1915 ver-

dedigde, -schei-ding vaas de technische en economische
studie, m.a.w. op de instelling van een afzonderlijk
economische studie-richting aan ‘de Technische

Hoogeschool. –

In economisch opzicht -schiet n.m.-b.m. -di-t boek

tekort; het behandelt de staatstelefoon-ezploi-

tatie
te veel van den administratieven kant.

,,Geschrev-en in de jaren 1916 en 1917 in Ned.-Indië”

– toen -de schrijver n.f. in let gouver-neme’ntsbedrijf
werkzaam was – draagt ‘het -de sporen van de door
hem -gevoelde ,,zeer -be’zwarende omstandigheid van

het geheel ontbreken van Europeesche litteratuur”.
Volgens zijn voorwoord is ,,het werk hoogstens te be-

schouwen als een voorloopig onderzoek, een verzame-

ling van partieele schetsen en studies, ten doel ‘heb-

bende de wegen
te
vinden, waarlangs zich de Orga-
nisatie van het staatstel-efoonbedrijf -zal kunnen ont-
wikkelen.” Op mij -maa-kt het -den’indruk van een

verzameling -administratieve nota’s, voor een deel
over -on’derd’erpen van internen aard. En ook -als zoo-
danig zou het aan waarde hebben -gewonnen, als de

schrijver zich meer
boven- ,,’
den dienst” -had gesteld.

Ik denk hier speciaal aan ‘de – behandeling van en
partij kiezen in zuiver ,,ambtelijke kwesties”; zooals
de kibbelarij van den Ir. Mulder ovér de vraag van

het ,,beheer” van kantoren; onder -den weidschen
naam van reorganisatie van de telefoonexploitatie,

– in wezen niet anders dan een ,,’broodstrijd” over de
grootere directies tusschen technisch en administra-
tief personeel. De vraag -daargelaten of het admi-
nistratiêve, ,,be’heerende” personeel niet wat beter
technisch -geschoold kan wordén ‘heb ik -dien géheelen
storm in ech glas water, dien ik ‘als chef vah de af-dee-

ling Tel-efonie objectief van nabij kon observeeren,
evenals al de ,,am-btenarijtjes” tusschen die beide
categorieën van personeel, -die besef moeten toon-en

van samenwerking, -onwaar-di-g gedoe gevonden. Maar
in een proef-schrift, dat dus w-etensch.pp-eljke waar-de
pretendeert, beho-o-ren zulke ,,p.roblemen” allerminst

thuis! Dat -de heer Maitland ze wèl meende te moeten ‘be-
handelen, is waarschijnlijk en gdi.ol- van zijn
onjuiste opvatting, ,dat ,,exploit-atie”, slechts twee

kanten -heeft, nl. techniek en administratie. Want, zegt ,,wanneer men van de techniek -a-bstraheert, is wat er overblijft geen exploitatie meer, -doch is

zuijer -administratie, het onbetwi-st -gebied van den
H. Bureaucratius!” Hier ver-geet de schrijver de

waarschuwing van Krans: de derde, de econômische
-kant van het ‘bedrijf,, is de voornaamste. En juist die
zijde -is ‘de -kern -der exploitatie; – -iij i’de bedrijfslei-
ding, de generale directie, -beiustend aan het Hoof d-
-bestuur, dat al-s exploitant tot taak heeft. het vast-

stellen van de -economische beginselen, waarnaar zoo-
wel techniek -als administratie zich hebben te richten.

– In nog ander opzicht stelt het boek teleur. Waar de
auteur een zoo scherp critisch standpunt inneemt

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

849

tegenover de tegenwoordige Rijkstelefoonorganisatie,

had men van ‘hem mogen verwachten, dat hij zich van

die organisatie niet zou afmaken met de mededeelinig,
,,dat het niet in zijn bedoeling heeft gelegen een be-
paald voorstel te doen voor de organisatie van het

sta’atstelefoonbedrijf.” La critique est aisée, mais

1’art est difficile?

De schrijver gebruikt orinoodig ,,dikke woorden”:

b.v. ,,alge,heele overname door den Staat ook van de

locale Rijkstelefooninetten der groote gemeenten” –
overigens door hem volkomen terecht verdedigd –
,,zou onder de auspiciën der tegenwoordige Rijkstele-

foonorganisati.e hoogstwaarschijnlijk tot een débâcle
leiden”; de gevolgen van het niet verplicht stellen

van het kostprijs-beginsel als grondslag van ‘de tarie-

ven ,,zouden hoogstwaarschijnlijk de afmetingen aan-
nemen van een nationale ramp.” Dat dit wel lichte-
lijk overdreven
is,
moge hieruit blijken, dat, terwijl
in ‘de jaren
1908-1917
de door Schr. bepleite ver-

plichting om het ,,’dekkingsbeginsel” toe te passen
op de telefoontarieven niet bestond, deze integendeel
werden verlaagd, het nadeelig saldo van 3,11 pOt. van
het kapitaal in
1908
was veranderd in een voordeelig
saldo, een ,,winst” van 14,31 pOt. in
1917.
– En waar
hij op his.
59
zegt: ,,het zijn in hoofdzaak mijne ge-
dachten over dit onderwerp (der organisatie), die in
de volgende hoofdstukken zullen worden uitgespon-
nen,” daar is het wel zeer teleurstellend op blz.
91
te
lezen, dat ,,,het vanzelf spreekt, dat het uitwerken
van dit vraagstuk (welken vorm aan het bedrijf
moet worden gegeven) geheel buiten het kader van
dit werk valt.” Te meer, waar in onze dagen de
vraag omtrent dan meest wenschelijken vorm van
ov,erheidsbemoei ing met het econoniisch bedrijfs-
leven zoo allerïwege op den vooTgrond treedt (men

denke hier slechts aan de socialisatie-idee), was het
m.i. juist de hoofdtaak van een wetenschtppelijk
spinner van denkbeelden over organisatie van een der
grootste overheids-,,bedrijven” méér te geven dan

slechts ,,beschouwingen”, die ,,in hoofdzaak ten doel
hebben het terrein te verkennen en hier en daar
bakens uit te zetten.” Beschouwingen, waarin ik geen
nieuwe gezichtspunten of oorspronkelijke denkbeelden
vermocht aan te treffen, maar die goeddeels lijden aan

het ontbreken van soliden economischen ‘ondergrond.
Het zou gaan buiten het bestek van deze aankon-
diging om al de opmerkingen in economicis te ver-

melden, ‘waartoe het boek aanleiding geeft; ik moet
dus volstaan met enkele kautteekeningen omtrent de

min of meer apodictische verklaringen, die des schrij-
vers economisch inzicht doen kennen. Zoo treft al
dadeljk in het eerste hoofdstuk over pro en contra
staatsexploitatie, waar ‘hij de nadeelen van particu-

liere telefoonexploitatie bespreekt, de on’bewesen be-
wering, dat ,,de belangen van den ondernemer en die
van zijn afnemers van, nature niet elkaar in strijd
zijn.
i)
Uit dit economisch verouderde mercantilis-
tische ‘d’ogma en omdat ,,goede telefonische gemeen-
schap
tot op zekere hoogte
als een belang der gemeen-
schap moet worden aangemerkt,” ‘deduceert de schrij-
ver de plicht der overheid ‘om te zorgen, dat de be-
langen van ondernemers en afnemers met elkaar ,,in
evenwicht” zijn; die beide trachten zooveel mogelijk
te krijgen en zoo min mogelijk te geven. En •omdat

naar schrijvers meening er ,,maar twee middelen zijn
om ‘het eigenbelang van den ondernemer binnen
redelijke
grenzen te houden,” concurrentie en staats-.
toezicht, en z.i. geen van deze hij het telefoonbedrijf
voor dat doel kunnen dienen, ‘blijkt ‘het ,,hoofdbe-

zwaar tegen particuliere telefoonexploitatie
d?s
te
zijn de
onmogelijkheid
om ‘dat private ondernemers-
blang terug te ‘brengen binnen de
grenzen,
die daar-
aan ‘in het algemeene ‘belang moeten worden gesteld.
Een zuiver negatieve en vage beschouwing voor
staatsexploitatie, die ruimte laat voor allerlei vragen
als: wat is die
natuurrechtelijke
belangenstrijd? tot

i) Deze en volgende cursiveeringen van
mij.

op
wôlke
hoogte is telefonische gemeenschap een alge-

meen belang? wat zijn die
rèdelijlce
grenzen
van het
eigenbelang
der ondernemers, etc.? Bovendien spreekt
de
schrijver
zichzelf tegen; want 20 regels vroeger
lezen wij, dat ,,in de meer democratische wetgeving
der Vereenigde Staten het systeem (van staatecon-

trôle) uitstekend werkt” en de controleerende licha-
men ,,er werkelijk in geslaagd zijn de belangen van

ondernemer en publiek tot elkaar te brengen.”
Waar-

mede eerst uitdrukkelijk gezegd wordt, dat het prin-
cipieel wèl mogelijk is wat de schrijver even verder

voor ‘onmogelijk houdt. Een dergelijk betoog lijkt mij
niet sterk. –

Het uiterst moeilijke probleem in cle rechtsphilo-
sophie over de grenzen tussehen publiek en privaat

recht wordt door den schrijver in 5 regels beslist door
de bewering, dat ,,er geen
theoretische
grens is te
trekken waar het privaat recht ophoudt en de publiek-rechtelijke bemoeienissen van de overheid beginnen.”
Hier komt toch even op de gedachte aan de bekende

schoenmakersleest. Maar in de volgende paragraaf
over de bezwaren ‘tegen ‘staatstelefoonexploitatie be-
gint de schrijver zijn betoog met een verhandeling over
het ,,abstracte etaatsbegrip”, en eischt hij juist wèl

scheiding van de ,,twee aangezich’ten van den moder-
nen staat. De staat kan optreden als behenirder van be-
drijven, indien zijn hoofdtaak, d.i. het bevorderen van

het algemeen belang in den ruimsten zin van het
woord zulks meebrengt, doch doet
hij
dit, dan
legt hij
ook te dien aanzien tijdelijk zijn gedaanie van publiek-
rechtelijk orgaan af
en heeft zich verder te gedragen
als elke andere rechtspersoon met overeenkomstige

functie”. De logische conclusie zou •zijn, .dat de Staat
als exploitant van ‘bedrijven pi-ivaatrechtelijk op-treedt, en dus •de verhouding tusschen ‘dan Staat-

ondernemer en de afnemers d.z. de telefoonabonnô’s,
de ,,gebruikers”, ook is van privaatrechterlijken aar’d.
Waarôm de Staat als verzorger van algemeene ver-keersbelaugen als privaatpersoon, en als behartiger
van ander cultuurbelangen (b.v. onderwijs
i),
justitie),
als publiekrechtelijk orgaan optreedt, valt uit het
uiterst zwakke betoog van ‘den schrijver niet te begrij-
pen. Maar het lijkt mij voor de gebruikers, nier belan-
gen de Staatsondernemer juist wil behartigen bmdat zij
anders aan de willekeur van het eigenbelang van den
privaten ondernemer-monopolist zouden
zijn
overge-
leverd – private monopoly is for the classes, govern-
ment m’onopoly is for the masses – zeer gevaarlijk
om, zooals schr. wil, het beginsel van gelijke behande-
ling van allen eenvoudig over boord te gooien. –
Dat de Staat als exploitant van ‘bedrijven deze niet
moet beheeren naar de gbru.ikelj.ke
departementale
opvattingen van administratie, dat hij een commer-
cieel beheer zal voeren, b.v. door middel van zijne
commercieele boekhouding, spreekt wel vanzelf. Zoo-
als ik in mijn werk ,,Electrisch wreldverkeer” en ver-
schillende artikelen in het Tijdschrift voor Telefonie

en Telegrafie breeder heb uiteengezet – litteratuur,
waarvan ik mag aannemen, dat zij ‘den schrijver niet
onbekend zou zijn – l’état-industriel mie peut pas
opérer comme l’état-ju,ge, l’état-gendarme, l’état-
percepteur. De daar behandelde plannen van Webb
– een telefoonspecialiteit – en het wetsvoorstel-

Steeg, dan Fransc.hen minister, tdt reorganisatie van
de staatsbedrijven, worden door den schrijver in het
geheel niet onderzocht.

Evenmin trof ik aan een juist in onzen tijd
scherp naar voren komend bezwaar – rn.i. hèt
hoofd’bezwaar – tegen den tegenwoordigen vorm van
staatsexploita’bie: de afhankelijkheid der openbare
bedrijven van de politieke lichamen: ,,political contrôl
is the curse of the business, is the curse that lies on the telephone throughout ‘whole Europe. (Webb). –
De kunstmatige scheiding tusschen ,,bedrjven” en
1)
Zoo
werden te Amersfoort verordeningen vastgesteld voor
de ,,bedrijven”: ,,de gemeentelijke voorbereidende scholen” en
,,dehandelsdag-enhandelsavoudschool”. (TijdschriftGemeente-
belangen van
15
Augustus
1920).

850

ECONOMISCHSTATISTISCHE BÈRICHTEN

29
September 1920
II

,,publieke diensten” lijkt mij in ‘beginsel onjuist; maar

de sohr. heeft die noodig, omdat lhij beweert, dat van

,,de zuivere •gouverneinentsbedrijven •het duidelijk
vooropgezette doel uitsluitend •het behalen van winst

is.” Als dat waar was, dan is het onlogisch de tarieven
te ‘baseeren op het kostprijsbeginsel; doch dan moet
men, uitgaande van des schrijvers praemisse van

privaatrechtelijke verhouding, de tarieven, d.z. de

prijzen van de geproduceerde diensten, ‘bepalen vol-

gens de moderne waardeleer en de z.g. ruiltheor.ie
,

en juist niet naar het kostprijsbeginsel; dat overigens

door den auteur ten onrechte als retr.ibutie-principe beschouwd wordt. Ook over dit onderwerp zou nog

veel zijn te zeggen, doch in een korte aan:kondiging.

is idaarvoor geen plaats. Alleen moet ik opkomen tegen

des schrijvers voorstelling als zou-de ik de telefoon
gratis voor iedereen •beschikbaar willen stellen. De

methode, om een zinsnede uit een artikel, los van het

verband met het geheel, te lichten, de beteekenis er
van om te koeien, bewijst het gevaarlijke en ontoe-
laatbare van de ,,-redcneering-a-contrario”. In mijn
artikel over de ,,Economische ontwikkeling der Tele-

grafie en Telefonie” hb ik in ‘t algemeen den ont-
wi.kkelingsgang van private onderneming naar open-

bare taik van •staatszorg geschetst en aangetoond, dat
de telefoon is geworden ver.keersinstituut m.a.w. be-

stemd om het
algemééne,
niet het pr.ivarte belang te

dienen”. Waaruit de
schrijver
ten onrechte deduceert,

dat ik daarmee zou ‘beweren, dat ,,de telefoon werke-

lijk
niet het private belang dient.” Hetgeen eenvoudig

absurd is. Voor de kwestie moge worden verwezen
naar mijn artikel ,,Regaal of Retributie, Econo-

mische grondslag der tarieven”, Tijdschrift voor Tele-
,fönie Sept./Oct. 1914, en mijn boek ,,Electrisch

Wereidverkeer”, blz. 18.5, 186, 222, 224.

Het r.etributievraagstuk is n.m.m. d.00r den heer
Mai’tland onjuist behandeld. Vandaar, dat ook
bij
de
lezing van zijn beschouwingen over
,4e
fi-nannieele

politiek” allerlei vragen opkomen, waarop men een

bevredigend antwoord mist; zijne analyse van -de
nor-

male
zelfkosten en een
redelijke
winst is voor mij ten
eenerimale onbevredigend. Als richtsnoer.roor de ta-

rieven
blijf
ik, ook na de lezing van des schrijvers be-

toog over het kostprijsbegi’nsel – gesteld al dat dit
nauwkeurig ,,per eenheid”, .dit is dus ,,per gesprek”,
ware te becijferen, hetgeen ik betwijfel – de voorkeur
geven aan het zuivere retri.buiebeginsel, ook te vin-

den in art. 254 der gemeentewet als maximum van de
te heffen rechten voor Jet gebruik. Laat men dit los,
dan vervalt men – hoe men het ook moge keeren of

wenden – noodwendi.g in het z.g. regalitei-tsprincipe.
D stelling over de
noodzakelijkheid
van het ,,self-
suppor’bin,g”-bedrijf is ‘slechts in ha-re algemeenheid in

z66ver te aanvaarden, dat er op gron!den van opportu-

niteit – .b.v. ‘met het oog ‘op de steeds groeiende staatsuitgaven – naar ‘gestreefd
mag
(niet moet)
worden om het bedrijf zichzelf te laten bedruipen. En
wel als geheel beschouwd. Door den eisch van den
schrijver, ‘dat ,,elk der onderdeelen op zichzelf ren-
deert”, verliest men de strekking van ‘de telefoon als
verkeersinstituut uit het oog, ziet men dit openbare
verkeersmiddel slechts als ,,affaire”, komt .b.v. de ge-

heele plattelandstelefonie – door ‘den schrijver niet
behandeld – in het gedrang. Het gevaar is dan lang
niet denkbeeldig, dat men de inkomsten uit de staats-
bedrijven gaat •beschouwen a.ls de oude reg.alia, uit-
sluitend ‘bestemd om de schatkist
te
stijven. Dan wordt

de ,,-staatsthiitigkeit” niet meer ,,die Erzeugerin der
Gebiïhr”, maar de ,,Sehnsucht nach Gebithren die

E’rzeugerin der ‘Sta-atsthiitigkei-t”. De natuurlijke be-
trekkingen – aldus Pierson – worden dan omge-
keerd. ,,Der steuerhungerige Staat kopiert die

usseren Merkmale der Gebü’hr um’ die Auflage

schmackhafter zu gestalten; a-ber – das. wesentl•iche

Moment der Gebühr, die nützliche Leistu’ng, iëszt
er -beiseite.”

Gevolg van des schrijvers ,,f.inaucieele politiek”

zou dan ook zijn, dat de Staat precies ‘als de particu-

liere onderneming-om-winst, alleen de activ-lijnen en
netten zou -mogen exploiteeren en juist ide streken,

die door de telefoon uit hun ,i-solement kunnen wor-

den verlost”, verstoken zou laten van dit, het alge-
meen belang dien-end verkeersinstituut. –
Op tal van andere stellingen des schrijvers ware

heel wat af te dingen. Zoo zou de consequentie van

zijne m.i. onui-ste bewering, dat ,,tusschen telefoon-abouné’s en telefoon-directie een min ,of meer corn-

mercieele overeen-komst bestaat”,
zijn,
dat de tarie-
ven -niet op het Gebüh-renprinzip doch op het rein

privaitwirtschaft]iche (gwer.bliche) pri.nzip moeten

worden gebaseerd; hetgeen zou passen -in zijne op-

vatting, dat ook •het Staatstel’efoon-bedrijf,, als zaak
moet worden beheerd”. ‘Deze opvatting ‘komt er op

neer, dat niet de pu’blic utility er is voor het pu-

bliek, doch 1dit wordt geëxploiteerd door het ,,.bedrijf”.
Waardoor onder de leuzen van z.g. modern bedrjfs-

beheer en comm’ercieele gest’ie eenvoudig de oude leer

der rgalia opnieuw in het fiscaal belang in toepas-
sing gebracht wordt. –

Deze misvatting ‘is hieruit te- verklaren, dat, niet-
tegenstaande ,,het -op den weg ‘der -overheidsbemoeie-
nis ligt om een nieuw, doelmatig verkeersmiddel ‘onder
het bereik van ‘zooveel mogelijk personen -te ‘bren-

gen;” ,,de Staat” volgens -des schrijvers meening, die

ik alweer niet kan deelen, ,,door het telefoonverkeer
te b
evor
d
eren
‘in de eerste en voornaamste plaats de
groote handelsf-irma’s en en industrieelen ‘bevoordeelt

en slechts in betrekkelijk geringe -mate het geheele
volk.” Dit uitgangspunt past in ‘de ‘narrow-minded
opvattin-gen van het mercantilisme, waarbij de econo-

mische beteekenis van -het ver-keerswezen voor de
-geheele volkswel

vaart wordt miskend, en d’at ‘in de
bevordering van d
e
verkeersmiddelen in de eerste
plaats ziet -bevoordeelin.g van bijzondere in-d-ivi-dueele
of groepsinteressen. Alsof de Staat, de openbare vèr-
keersmjddelen ‘bevorderd, daarmee den handel prote-‘
geert, omdat nu eenmaal de kooplieden er ‘het meest
gebruik van maken!

Vooral ten aanzien van de voordeelen van het ver-
keerswezen voor de gcheele volkswelvaart geldt’ nog
steeds Bastiat’s ce qu’on voit- et ne -voit pas!

Zoo ooit, dan juist in dezen tijd van verarming -der
nationale en wereldhuishoud’ing tengevolge van het
gewelddadig stopzetten van het verkeer moeten alle
-iddelen tot ‘bevordering van het verkeer worden benut
tot herstel van ‘de welvaart. Wegens dat eminente
al-gemeen belang lijkt mij niet juist des schrijvers
standpunt, da-t de taak van -den Staat als telefoon-
exploitant zich er toe zou moeten ‘beperken ,,de be-hoefte nauwkeurig te
volgeis,”
dat -bij Staatsexploi-
tatie ,,geen ander -doel is dan in een
bestaande
‘behoefte
te voorzien.” Hetgeen ‘involveert, dat de Staat eerst
d-an telefoonlijnen aanlegt, als -eer-st ide -behoefte -duide-
lijk spreekt…..of ‘liever schreeuwt. Bij ‘deze opvat-
ting komt de Staat-exploitant
altijd
achter de be-
hoefte a-an. Van-daar de enorme ,,vertragingen” in het
telefoonverkeer, die niet zijn goed te pra-ten -met de bewering, da-t ‘zij inhaeren-t zijn aan het bedrijf. Zij
zijn alleen met succes te bestrijden, als de Staat-
.exploitant doordrongen is van het -besef, dat ‘de ver-
keersmiddelen – ook de telefoon – moeten -kunnen
voldoen aan den economischen verkeerseisali van
massa-capaciteit in de allereerste plaats. Dârin
schuilt -de efficiency van het ,,bedrijf’? en daaraan kân
dit alleen voldoen dbor -toepassing van het beginsel
dat de exploitant niet achter de behoefte aan -moet
-komen, deze niet heeft te ,,vol-gen”, -maar steeds ‘moet
trachten ‘deze ‘v66r te zijn. Dit is het vitale -beginsel
van overheids.exploitatie van verkeersbedrijven; volgt
men di-t niet, dan valt het moderne openbare -bedrijf –
noodwendi’g terug in de verou’derde pr-oductie-phase van ,,klantenbedienin-g”. Bij d’e reconstructie van ons economisch leven heeft ook het v-er-keer-smi-ddel de
telefoon een belangrijke taak, die zij ‘alleen ‘kan ver-
vullen ‘als de generale directie en de afdeeling Tele-

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

851

fonie blijven streven zoo goed mogelijk te voldoen aan
den eisch van massa-capaciteit en de andere econo-

mische eischen van de telefoon, niet als fiscale affaire,
doch als verkeersinsibituut in het ‘belang der algemeene
volkswelvaart.

Ik moet het kortheidshalve hierbij laten. Tal van

andere stellingen des schrijvers wijzen op de nood-

zakelijkheid, dat men ‘zich rekenschap behoort te geven
van de economische beginselen, waarop de grond-

slagen van exploitatie van een openbaar verkeersbe-

drijf behooren te berusten. Z’ôo lijkt mij de onder-

scheiding tusschen ,,bedrijven, die alleen een product
in stoffelijken vorm afleveren, zeggen wij
productieve
bedrijven ter onderscheiding van exploitatieve bedrij-

ven die slechts ten doel hebben tegen betaling diensten
te bewijzen” niet in overeenstemming met ‘de econo-

mische begrippen ,,productief” en productiviteit.
Want waarom alleen de voortbrenging van stoffelijke
producten productief zou zijn, is niet duidelijk; de

opvatting, dat prestatie van diensten, dus van imma-
terieele goederen, niet productie ‘zou zijn, behoort

thuis in de veroulder-de economie, die zich tot goede-
renproductie-leer beperkte. Men denkt ‘hier aan een uitdrukking van List: Wer Sehweine erzieht ist em

productives, wer Menschen erzieht, ein unproductives
Mitglied der Geseilschaft. Trouwens de voortbren-

ging van stoffelijke goederen is ook alleen productief
wegens de diensten, die zij den mensch kunnen bewij-
zen; alleen daaraan ontieenen zij hun economische
waarde.

Des schrijvers stelling, •dat ,,het beginsel der ver-

eenigde diensten”, voorgestaan in het rapport Oollette-
Leur, zou lijden aan de groote
fout van scheiding
van exploitatie en techwiek, dat die scheiding in een
bedrijf onmogelijk is,”
lijkt mij in strijd met de econo-
mische ontwikkeling en de praktijk van de moderne
groot-onderneming; men denke slechts aan de talrijke
,,bij uitstek technische” bedrijven uitoefenende naam-
boze vennootschappen, trusts of kartells, waar die
scheiding als noodwendig gevolg van nrbeidsverdeeling
en specialisatie tot uitdrukking komt in de splitsing:
technisch en commercieel directeur; en de hoofdtaak
van den laatsten is juist wat men verstaat ouder
,,exploitatie”. Daarom is des schrijvers bewering:
,,de telefoon is een
bij
uitstek technisch bedrijf, dat
daarom niet anders dan door een tech,n’icus kan wor-
den beheerd”
in strijd met de economische ontwikke-
ling der moderne groot-ondernemingen. Onwillekeurig

komt op de gedachte aan het spreekwoord van den uil
en de valk, en aan Kraus’ gezegde: Der Kaufmann
ist des erste Îdann im Staat.

• De door Schr. geschetste injdeeling van een perso-

neelorganisatie, de verdeeling van werkzaamheden
over de groepen en soorten personeel, het door hem
ontworpen schema der personeelsgroepen met 27 ren-
gen; dat alles ziet er vrij ‘bureaucratisch uit en dit
laatste heeft weinig van de inrichting van een privaat
commercieel grootbedrijf.

De administratieve hoofdstuikken van het werk
lijken mij toe de beste te zijn; zoo b.v. dat over ‘de
•bedrijfs’boekhouding, waarin terecht wordt vermeld
het uitstekend verslag van den heer De Vulder van
Noorden over de invoering van ‘het registratuur-
stelsel in den gouv.ernements’dienst in Ned.-In’dië. Da.t ,,het personeelsvraagstuk daar
prematuur
zou
zijn aan alle andere,” is niet recht
duidelijk;
de schrij-
ver bedoelt waarschijnlijk
préalable.
Ja, lie vreemde
woorden ook. . . .
A.
HERINGA.
Wageningen, 20 Augustus 1920.

ONTVANGEN:

De Concentratie in het Bankwezen door Mr. Dr. W.
M. Westeiman, 2e druk. Den Haag, Martinus
Nyiaoff, 1920.

De Volken,bond en zijn Belang voor Nederland
door
H. Oh. G. J. van der Mandere; met een inleidend

woord van Mr. H. 0. Dresselhuys. Bussum, gech
jaartal.

Essaj de politique positive
basée sur 1’6nerg6tiqu
sociale de Solvay avec ta’bleau de synthèse soc!ai

par G. Barnich, Bruxelles, 1919.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Schmollers Jahrbuch. – München, Leip-
zig, Jahrg. 44; Heft 2.
F. Tönsaies,
Die grosse Menge und das Volk;
L. von
Wiese,
Soziologie als Einzelwisseoschaft;
H. Herr-
fahrdt,
Das Problem der berufsst’ndtischen Vertre-tung im Zeitalter Bismareks;
0. Engliinder,
Gleich-
förmigkeilt von Pr.eis und Nutzen. 1;
K. Kumpmann,
Der Kampf gegen die Arbeitslosigkeit und die Reic.hs-
arbeitslosenversieherung;
E. Baasch,
Der Interessen-
gegeusatz zwisc.hen Kaufmaiin und Reeder in iUterer
Zeit, namentlich in Hamburg;
R. Bovensiepen,
Die

Fortbildung des bürgeiilichen Rechts Deutschlajnds;
M E. Lüders,
Die E’nitwicklung der gewerblichen F,rauenarbeit iim Kriege. II.

Jahrbücher für Nationalökonomie
u ii d S t a t i si i k. – Jena, Juli 1920.
K. Elster,
Die ,,Gruudgleiehung der Geidtheorie”;
W.
Hoffmann,
Die Benliner Depositenbanken wkh-
rond der Weltkrieges. (1 Teil).

Weltwirtschaft. – Berlijn, Augustus 1920.
Dr. Koeth,
Die Aufgaben der Deutschen Weitwirt-
schaftliehen Geselilschaft;
Prof.
Dr. A. W’irminghaus,
Die Rhein-Seesohiffahrt;
Prof.
Dr. R. ,Sieger,
Fehier-
hafte Karten, eine Schedigung der neuen Ausland-

deurtsc.hon;
0. E. Sutter,
Die Messen u’nd die Aus-landdeutschen; G.
Buetz,
Die Schweri.ndustrie Po-
lens;
Dr. Gröbster, Die ,,deutsche Gefahr” in Marokko;
Dr. P. Ostwald,
Arbeiterfrage und Arbairterbewegung
in Japan;
Wernelcice,
Die a’usrbraiischen Bu’ndesbah-
non.

The quarterly Journal of Economics.

– Oambri’dge (Mass.), Augustus 1920.
E. Day,
The American merhant fleet: a war
echievement, a peace problem;
A. C. Pigou,
The report
of the royal commission in the British incomo tax;,
0. Virtue,
The meat-packing inwestigation;
L.
Kotany,
The accuracy of labor;
W. Eidred,
The gram

corporation and the guaranteed wheart price;
J. Bera-
hardt,
The ‘trasisition from governmenit control of
sugar to competitîive eouditions.

Revue d’Economie Po’litique. – Parijs.
Juli-Augustus 1920.
H***
,
La monnaie dans la nouvelle Républiquc
autrichienzne;
E. Laslc’ine,
Le probléme des natio’na-
lisations et le ,,Gudld socialism”;
R. Gonnard,
Quel-
ques considérations sur le morcantilisme;
L. Hersch,
L’dnégalité deva:nit la snort, d’après les ntatistiques de
la ville ‘de Paris. (Suite).

The American Economie Review. –
Oambridge, Maas., September 1920.
A. Fetter,
Price economics versus welfa’re eco-
nomios;
A. Comstock,
British iucome tax reform;
E. J. Rich,
The transpontation act of 1920;
L. H.
Haney,
Integratina in marketing;
S. E. Howard, Interest, rent, and nor.mal return en capital invest-
menrt in thir relatien to manufacturing costs.

Die B a ii k. – Berlijn, Augustus 1920.
A. Lansburgh,
Sparsurnkeit;
H. ide,
Unbaire Ge-
haltszah.luug im Grass betr’iche;
A. L.,
Die natürli-
chen Grenzen der bargeldiosen Verkelirs.

Bank – Archiv. – Berlijn, 1Augustus1920.
Dove,
Aktieiifra,gen II; Dr. Delius,
Die Rechts-
verfolgung im Auslansle, is besondere die Voli-
streckung deutscher Urteile;
Dr. Koeppel,
Bewer-
tung von auslndischen Papieren beim Roichanotop-
fer; Dr. Friedrich Bendixen. t.

852

,

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

MAANDCIJFERS.

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN MEI 1920.

(Ontleend aan ,,de Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten,

Mei 1920.
Mei 1919.

Maatsch. tot Expi. van S.S., N. 0.-S., Noord-
Brab.

Duitsche

Spoorwegmaatschappij

en
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f
7.759.478,-
f
8.778.343,-
f 17.371.977,-
f11.868.391,- ‘)

Tramw.mij. ,,de Meijerij”
. –
,,

35.724,18’11
,,

34.326,40
,,

77.733,58
63.672,58
,,

146.682,48
140.326,15

Westiandsche Stoomtramwegmaatschappij
,,

34.532,661/1
,,

13.098,85
1
I,
,,

49.387,16
,,

33.145,50
,,

533.572,44

533.572,44
76.853,35

Nederlandsche Tramwegmaatachappij ……….

,,

109.595,12
79.127,26
,,

188.722,38
,,

173.061,01
,,

12.270,30
1
/2
,,

7.066,79
,,

19.816,21
,,

16.237,41

Nederlandach-Indische Spoorwegmaatschappij
lijn Samarang-Vorstenianden-Willem
1


,,

544.000ç
,,

444.809,-

Zuider Stoomtramwegmaatschappij ……….
..

6ost-Java Stoomtramwegmaatschappij


,,

16.600,-
,,

11.800,

lijn Soerabaja-Krian ………………..


,,

79.700,-
,,

63.900,-
Rotterdamsche Electrische Tramweg-mij…….
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ………

Semarang-Cheribon Stoomtramwegmaatsch


,,

473.900,-
,,


377.300,-
Samar.-Joana Stoomtramwegmaatschappij

-.
,,

356.300,-
,,

267.900,-
Sèrajoedal Stôomtramwegmaatschappij

lijn Modjokerto-Ngoro

………………………

……..


,,

81.600,-
68.300,-


,,

11.900,-

10.600,-
lijn Maos-Bandjarnegara ……………………

– –
647.000,-
526.970,-
lijn Bandjarnegara-Wonosobo……………….
Deli-Spoorwegmaatschappij

…………………..
S



,,

102.000,-
,,

78.000,-
Madoera Stoomtrammaatechappij ……………
Modjokerto Stoomtramwegmaatschappij …….
,,

15.474,-
,,

12.165,-
,,

27.639,-
,,

19.831,-

Da ontvangsten’ der groote maatschappijen, die in ,,de Ingenieur” ontbreken, zijn aan hot Maandsohrift Centr. Bureau Statitek” ontleend.
1)
Definitieve opgave.

RESUME UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (SUPREME EOONOMIO COUNOIL)

Maandel. gemidd.
19 19
19 2 0

1913
1

1919
Nov.
Dec.
Jan.
Febr.
Mrt.
April
Mei
Juni

Productievan
Engeland ……….
24,336
19,731
19,3501 21,766
19567
1

19,7901
23,893′
18,042
17,7952

24,305′

steenkool’.
43,100
41,157
23,946 40,405 50,867

42,162,
49,031
40,309
41,492 42,796

(1000 tons)
Frankrijk ………
3,404
1,8691
1,8202
2,066
2,9271

2,7152

2,380
5

2,553 2,7662

14,383 9,049
10,217
10,458′
10,400e

10,157 10,146 10,035 10,224
11,008

Productie van
869
627
634
642
,
676

656
710
682
751
738

ruw ijzer
Ver, Staten …….
2,622
2,590
2,431
2,676
3,064

3,028 3,431
2,785
3,038
3,093

(1000
tone)
434
110







Duitschiand …….
1,074
524
5288
5282




– –

Schepen

op

Engeland ………….

1,957
2,994 2,994
)

(
3,394

)
3,578


stapel eind

Frankrijk ………….

148
2,907
jKwar-
.

taaie-
2,967
Kwartaals-

!
2,573

!

Kwartaals-
2,106

der maand

Ver.

Staten ……..

229
217 op-

,
217
opgave
240
opgave
265

(1000 tons)

Duitschland ………

..

315
gave
.

315)
.
3557)
.
3547

Imports(net.
Engeland ………
54,931
122,299
123,298
143,575
158,034

147,910
149,616
146,747

146,074
150,367


to) 1000
£
30,501
64,809′
86,200
76,530
95,903

94,565
105,628 100,764
87,200

Engeland …………
Ver.

Staten …………

Frankrijk ………
28,071
99,2828

89,080
177,662
80,087

105,677
124,914
115,504 95,468
103,547

Frankrijk …………..
Italië

…………….

Italië

…………
12,152
55,058 49,988
68,372 44,520

44,520
.
44,520


Exports(bin.
43,771 66,531
87,111 90,858
105,880

85,964
103,699
106,252 119,319
110,352

nenlandsche
Ver. Staten …….
42,505

..

134,562 151,869
139,226
147,620

131,595
167,281
140,134
151,400
-‘

producten)
Frankrijk; ……..
22,934
..
29,044°
27,802 99,585
28,896,

52,953
53,506 55,076
48,401
72,375

1000
£


Italië

…………
8,372

17,295
23,763
30,859 20,907

20,907
20,907


Scheepsbew.:

Engeland ……
…..

Engeland

(geladen)
4,089

2,483. 2,678
3.000
2,588

2,420
2,950,
2,749
3,047
3,109

Biunenkom.
Ver. Staten

..
..

schepen

Ver.

Staten ………


(gel. en ballast)..
4,440
3,892 3,458
3,674 3,016

3,342
3,940
3,970

(1000 tons)
Frankrijk (geladen)

..

2,876
1,903
,

2,248 2,372
2,230

2,059 2,306
2,068

Index-cijfers:

Engeland

Groothand.-
(Economiet)
.

.100
235.2 259.4 273.5
288.5

303.1
310.2
305.7
304.5 291.4

prijzen
Ver., Staten
(Bradstreet’s)
100
202.7 216.1
219.0 221.2

226.8
225.5
225.7
316.4
210.7
Frankrijk ……….
100
358.3


407.1 424.9
489.3


524.8 557.4
590.6 552.0

Wisselkoer-
NewYork op Londen
100
91.18 84.21 78.19
75.71

89.28
76.79
80.63
78.96
81.03

een: (wekel.
NewYork op Parijs.

.

100
75.03 55.28
47.83 44.70

36.61 38.01
32.91
35.77
41.02
gemiddelde)
Parijs op Londen ..
100
125.53 152.61
153.76 170.39

190.66 201.50 247.73
225.30
198.79

– ‘) Vijf weken.
3)
Vier weken. ‘) Inclusief de productie van Lotharingen.
4)
Voorloopige opgave.
‘) Inclusief de productie van Lotharingen en het Saargebied.
6)
Inclusief Elzas-Lotharingen.
7)
Inclusief Triëst.
5)
Gemiddelde voor de twee maanden November/December.
9)
Gemiddelde voor de twee maanden Januari/Februari.

29 September 1920

ECONOMI5CH-STATISTISCHE BERICHTEN

853

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ” beteekent: Cijfere nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d fVrsch.inR.C.

Disc.Wissels.44
1Juli’15
Zweeds.R.ksbk
73l6Spt.’20
Bk Be1.Binn.Eff.
4
1Juli’15
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec.’19
54
19Aug.’14
Zwits. Nat. Bk; 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7.
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk.. 5 23Deo. ’14
Bank v. Spanje 5
12Nov.’19
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.
1
15 F.
Res.
Bk. N.Y. 6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Port.
Berlijn
Part.
Portie
Part.
N. York
CalI.
Part.
Prolon-
disconto
gatie
a’t,conto disconto
disc.
moneu

25 Sept. ’20
4
4
1
!,
6’I
4-‘!.

.

6-7 ‘)
20-25
,,

’20
3
1
!,-4
3’4-4
1
h
6
1
!
4-‘!a

6-7
13-18 ,,

’20
4
1
/8
-1
!4
3
1
/..4
1
/2
6
1
!
4-‘!,

6-7
6-11 ,,

’20
3
1
/2-4
4
8
I
6
8
I
4-‘!.

6-8

22-27 S. ’19
3
5
/84
4-5′!2
3
5
/8-
7
/8
4-
6
!,

22-27
S. ’18
2
7
/8-3
2
1
/,-3’I
817/,
2

4-/,

5
1
14-6

20-24Juli’14
3
1
/,-
1
/,.
2
1
4-‘/.,
2
1
/
8
/g
2
1
1,-
1
I,
2
1
!
1
8
4-2
1
/,
1)
Noteering von 24 Sept. 1920.

WISSELKOERSEN.

WTSSELMARKT.

De visselniarkt opende aanvankelijk vast. Londen bleef
ongeveer 11.30, Parijs steeg tot 22.25, België 23.45. Al spoe.
(lig trad echter een flauwe stemming in, waaidoor Londen
tot 11.22 terugliep. Na een kleine verbetering ‘brok-keicie de koers verder af. Voor Parijs en België trad
eveneens al spoedig een flauwe stemming in en bleef de daling verder regelmatig aa,n.houden. Marken waren tot
het midden der week sterk gezocht. Nadat het grootste ge-
deelte der baisse-posities van de vorige weken gedekt was,
kreeg het aanbod weder de overhand. Doilars bewogen
zich aanvankelijk in tegenovergestelde richting van de
andere koersen en openden flanw op ca 3.174. Al spoedig
trad op de verlaagde koersen wcdr een sterke vraag op,
zoodat de koers weder tot ca. 3.25 opliep, om verder tus-
schen 321 en 3.23 te blijven. Zwitserland en Spanje sonder
verandering. Pesos aanzienlijk vaster op’ beoichten van
goudverkoop. Indië iets flauwer 1.02
A
1.02
1
/
2.

KOERSEN IN’ NEDERLAND.

o
oM
Londen
Parijs

Berlijn
‘)
We.nen

Brussel
“)
New
York”)

20Sept. 1920..
11.30 22.10 4.85
1.35
23.30
3.18
1
!, 21

,,

1920..
11.283 21.85
5.074
1.40
23.074
3.21
7
!,
22

1920..
11.274
21.75 5.85 1.424 22.95
3.24I4
23

,,

1920..
11.244
21.90
5.273 1.423
22.974
3.22
24

,,

1920..
11.243 21.774
5.05
1.374
22.823
3.21′!,
25

,,

1920..
11.24
21.60
5.023
1.85


Laagste d.w.’)
11.223
21.50
4.50
1.273
22.50
3.17
1
!2
Hoogste
,,

,, ‘)
11.31
22.30 5.424
1.45
23.50 3.25
18 Sept. 1920. .
11.30
21.70 4.624
1.35
22.45′
3.22
11

,,

1920..
11.214
21.35 5.924
1.45
22.724′
3.183′
(untpariteit..
12.103
48.-
59.28
50.41
48.-
2.48’/
5)
Noteering te Amsterdam. ‘5) Noteering te Rotterdam.
t
) Particuliere opgave. ‘) Noteering van 17Sept. 1920.
8)
Idem van 10 September 1920.

D °°
Stock-
holm’)
Kopen.
hagen’)
Chris.
tianla’)
Zwitser.
land’)
Spanje
1)
Bataota
ii
telegrafisch

20 Sept. 1920
65.50
44.20 44.20
51.95
47.25
102-
1
!,
21,

,,

1920
65.20
44.- 44.-
51.87+
47.25
102-
1
!,
22

,,

1920
65.10
43.80 43.60
52.-
47.25
102-
1
!,
23

,,

1920
64.80
43.80
42.80
52.-
47.25
102

‘!2
24

,,

1920
64.50 43.75
42.60
51.85
47.25
102-
1
!,
25

,,

1920
64.50
43.80
43.-
51.90
47.30
102_
1
!3
L’ete d. w.’)
64.25
43.50
42.50
51.75
47.-
102
H’ste
,,

,,

‘)
65.60
44.30 44.30
52.10
47.50
102’12
18
Sept. 1920
65.50

44.15
51.95
47.25
102′!4-
8
h
11

,,

1920
65.25

45.30
52.-
47.25
103-
1
!
Muntpariteit
68.67
66.67
86.67
48.–
48.-
100

5)
Note.nng to Amsterdam.
8)
Particuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.


t

CableLond.
(in I
per.)
I Zicht Parijs I
(in ci,.
per

)
Zicht Berlijn
(in
ci.
p.4Rm.)
JZIcht Amsterd.
(in ci,. p.
gld.)

25 Sept… 1920
3.48.75
6.64
oom. Laagste d. week
3.47.75
6.64
nom.
Hoogste,,

,,
3.52.25
6.76
oom.
18 Sept… 1920
3.54.50
7.02
oom.
S”
10

,,

..
1920
3.50.50
6.63
oom.’
Muntpariteit.
.
4.86.67
5.18′!4
95
1
!,
40′!,,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Notaertnga.
eenheden
II
Sept.
1920
18Sept.
1920
20-25
Sept.
1920
Laagste Hoogste
2,5
Sept.
1920

AlexandriO..
Piast.
p.0
97j
16

97e!,,
97
7
!,,
97
7
!,.
97/
‘B. Aires’)..
d.
p. $
57
5
!s
56
7
!8
56
5
!8
58
1
!,
P58′!2
Calcutta

.. .
£ p.
rup.
1/10
1
,’4
1/10
8
!,
1/10
1
!8
1/10
1
,’9
1/1034
Hongkong
..
id. p. $
413
4/3
1
!
413
414
1
!3
4/3
1
1,
Lissabon….
d. per Mil.
11
1
/4
11
10
1
!2
11
1
!4
11
Madrid

….
Peset.
p.0
23.87
23.98
23.70
23.97
23.75
‘Montevideo’
d. per
$
57
1
!8

57
59
58
1
!2
Montreal….
$
per
£
3.88
1
!3
3.91
3.82
3.93
3.87
‘R.d.Janeiro.
d. per
Mil.
12
5
!,
12
5
!8
12
1
/
12
9
!,.
12
1
!,
p. £
81.13 80.75 80.50 84.50
84.00
Shanghai

. .
£ p.
tael
5/10
8
!4
5111
7
!,
5/10
1
!1
6/1

.
5111
3
!4

Rome

…….Lires

Singapore
..
id.
p. $
2/3
7
!,
2/3
213
1
I/,,
214
2/317/3,
‘Valparaiso..
d. p..peso
11
18
/,,
11
1
!8
11′!4
11′!16
11′!4
Yokohama
..
£
per yen
2110
7
!8
2111
2/108/4

2/11
5
,’,
2/11+3
• Koersen der voorafgaande dagen.
t)
Telegrafisch tran,fert.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering
to
Londen
te
New York
25 Sept.
1920
……..
591/
3

98
18

,,
1920 ……..
58′!,
98
3
!4
11

,,
1920……..
59
93
1
!3
4

,,
1920
……..
60′!,
94
‘)
27 Sept.
1919 ……..
63′!,
118
8
!8
28 Sept.
1918 ……..
49′!,
101
1
!
20 Juli
1914
……..
24″!,,
54′!8
‘)
Noteering van
3
September 1920.

NEDERLANDSCHE DANK.

Verkorte Balans op 20 Sept. 1920.
Activa.
Binnenl.Wia’rH.-bk.
f
29.404.100,17
sels, Prom., B..bk. ,, 2.819.084,89
eng, In dise.l Ap.geh.
101.916.850,95
1
/2
Papier o. h. Bi,itenl. in disconto ………
Idem eigen portef.. ( 36.435.340,-
Af: Verkocht’maar voor
debk.nognietafgel.

Beleeningen tH.-bk. f112.810.405,77
,nc1. vrsch.< B.-bk. ,, 27.316.484,68
1
!1
in rek.crt.j, Ag.sch. 173.815.530,44
op onderp.
f313.942.420,89
1
!,

Op Effecten ……f305.756.620,89′!,
Op Goederen en Spec. ,, 8.185.800,-

Voorschotten a. h. Rijk …………….
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.426.600,-
‘Muntinat., Goud .. ,,579.921.066,39

(636.34 7.666,39
Munt, Zilver, enz.

17.731.797,03
Muntmat., Zilver ..

Effecten
Bel.v.h.Re,,fonds..
id. van ‘/,v. h. kapit.

Geb.enMeub. der Bank,
Diverse rekeningen

Kapitaal ………………………
f

20.000.000,-
Reservefonde ………………….,,

5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop ………… ,, 1.030.310.030,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..1.610.938,59
Rek.-Cour. Het Rijk
f
-‘
saldo’s:
J
Anderen ,, 67.862.367,22
67.862.367,22
Diverse rekeningen ……………… ..10.487.475,07′!,

f
1.135.270.810,88112

39.435.340,-

313.942.420,89′!,
478237,50

654.079.463,42

4.105.883.12’12 3.850.127,371!,

7.956.010,50
3.594.000,-
,,

13.868.487,81
1
/,

f 1.135.2 70.8 10,88

Pas,iya.

854

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

NED. BANK 27 September 1920 (vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………… f
433.327.230,88
Op de ba9is van
‘Is metaaldekking .. .. ,, 213.370.563,64
Minder bedrag aan bankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.166.636.150,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s

…………….
8.239.747,45
Buitenlandsche wissels……
5.649.200,-
Beleeningen
1.019.693,27’l,
Goud
90,-
Zilver ………………..
349.825,86
Bankbiljetten

…………

2.282.780,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….

1.808.151,22

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
B k
blij7,
Andere
opcisdibar.

27 Sept.

1920

….
636.348
17.732
1.030.310 69.473
20

,,

1920

….
636.348
17.382 1.028.027
72.124
13

1920

….
636.339
17.096
1.026.215
75.112
6

1920

….
636.839
16.747.
1.033.388
75.450
30 Aug.

1920

….
636.839 16.530
1.026.033
83.137

27

Sept. 1919

….
631.763
5.008
1.000.138
66.693
28

Sept. 1918

….
708.708 8.042
971.557
66.637

25 Juli

1914

..
. .
162.114
8.228
810.437
6.198

1
lotaal
Hiervan
1

1
Dek.
Data
bedrag

1
Schatkist.
i

Balie.
1

baar
1

king,..
disconto,
sromessen
rechtstreeks
1
1

ningen
1

Metaal.

1
1

saldo

1
perc.n.
lage

27Sept.1920 101.917

313.942 433.327

59
20 ,, 1920

93.677

314.962 432.904

59
13 ,, 1920

91.100

317.576 432.347

59
6 ,, 1920

91.185

322.346 430.524

59
30Aug.1920

95.258

11.000 312.002 430.240

59

27Sept.1919 123.673

61.000 216.579 422.639

60

28Sept.1918 117.418

98.000 112.782 508.671

69

25 Juli 1914

67.947

14.800

61.686

43.521′) 76
1)
Op de basis von ‘/j metaaldeking.

Uit de bekendmaking van den M i n Is ter van Fin a n-
oi5n blijkt, dat uitstonden op:

1

20Sept. 1920
1

27Sept. 1920

Aan schatkistpromessen..
f
363.360,000,-

f $63.860.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

Aan schatkistbiljetten
..
,,

2.890.000,-
,,

2.390.000,-
Aan zilverbons
……..

52.290.000,-
,,

51.090.396,75

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
a
an
jetten
Andere
opeisch&
schulden

18 Sept. 1920
672.000
11

1920
570.600
4

1920
563.500

14 Aug. 1920 ……
206.660
6.445
344.491
209.969

7

,,

1920 ……
206.696
6.259
838.922 207.206
31 Juli

1920 ……
204.722
6.139
334.549
192.182
24

,,

1920 ……
205.346
6.128
334.210
185.810

20 Sept. 1919 ……
156.063
2.794
289.025
90.788 100.300 14.088 179.199
76.939
21

Sept. 1918 …….

26

Juli

1914 ……..
22.057
81.907
110.172
12.684
Wissel,.
Beachik.
Dek.
eb
Dis-
bulten
8dec.
Div1erse
baar
,

king,-
contos
N..Ind.
ningen

n ngen
metaal. perc.n-
betaalbaar
saldo
lag.

18 Spt. 1920
.
339.000

000
113.000

11

,,

1920
344.500
°
107.500
4

,,

1920
339.000
0
106.250

14Aug.1920
28.386
24.114
183.082
17.232
102.351
38
7

,,

1920
27.888
24.098
185.312
14.721
103.889
39
31 Juli 1920
27.902
22.878 165.154
24.020
105.665
40
24,,

1920
27.294 19.439
171.880 23.469 107.629
41
20 Spt. 19191
12.239 19.909 180.332
17.298
83.104
40
21 Spt. 1918
8.427
26.278
73.118 17.556
63.348
45
25 Juli1914
7.2591
6.395
47.934 2.228
4.842′
44
5)
Sluitpost der
activa.

5)
Op de
baai. van
1/ metaaldakking

DE SURINAAMSCHE BANK,
Voornaamste oosten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatie
Andere

1
opeisrhb.
1
schulden
1
D1scontos
1
Div:
reke-
ningen’)

7 Aug. 1920 ..
1.077
2.272
901
1.774
261
31 Juli

1920 ..
1.077
2.185 963
1.753
238
24

,,

1920

..
1.072 2.027
1.162
1.741
177
17

,,

1920

..
1.071
2.118
973
1.644
178

9 Aug. 1919 ..
943
1.510 1.124
1.521
381
10 Aug. 1918 ..
646
1.403
931
1.153
73

25 Juli

1914

..
645 1.100 560
735
$96
1)
Sluitpo.t der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Data Metaal
Ctrculat(c
Currencg Notes.

Bedrag

I
Goudd.

I
Gov. Sec.

22 Sept. 1920
123.066
125.486
353.038 28.500 321.925
15

,,

1920
123.093 125.165
354.416
28.500 323.975
8

1920
123.077
126.909 355.188 _28.500
324.374
1

1920
123.082 126.533
355.186
28.500 325.064

24 Sept. 1919
88.198
81.611
331.174 28.500
314.036
25 Sept. 1918
71.542
60.496
275.169
28.500
253.116

22 Juli

1914
40.164
29.317
1



Daba
Goo.
Other
Sec.
Public
Depos.
Re
Sec.
01/ier
Depos.

I

serve

22Sept.’20
35.518
88.728
16.708
105.448 16.029
13,12
15

,,

’20
56.103
83.391
15.202
122.575
16.379
11,90
8

,,

’20
69.628
76.341 16.501
116.989 15.619 11,70
1

,,

’20
57.408
75.467 16.433 113.340
14.999
11,56

24Sept.’19
26.229
83.706
19.396 97.457
25.038
21,42
25Sept.’18
54.203
100.336
31.942 133.988 29.497
17,78

22 Juli ’14
11.005
33.633 18.785
42.185
29.297
52
8
/
t)
Verhouding lunchen Reserve sn Deposite.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens- kassenscheine, in duizenden Mark.

Date
Metaal
Daaroan Goud
Kassen.
scheine
I

Circu-
latie

Dek-

1
pere.
1)

15 Sept. ’20
1.098.211 1.091.664
18.840.145
58.927.894
34
8

,,

’20
1.098.326
1.091.666 18.649.921 58.752.267
34
31 Aug. ’20
1.098.675
1.091.668
18.686.476
58.018.467
34
23

,,

’20
1.099.314
1.091.674
18.074.736
56.270.495
34

12 Sept. ’19
1.121.120
1.102.314
8.237.490 29.010.156
32
15 Sept.
1
18
2.466.472
2.348.225
2.303.655
14.044.593
34

28
Juli

’14 1.691.898
1.356.857
65.4791
1.890.895
93
t) Dekking der circulatie door metaal en Kasnenscheine.

Data
Wissel.
Rek.
Cr1.
Darlehenakassenacheine
Totaal
In kas bij de
uitgegeven
Reichabank
15 Sept.
1920
49.919.815
17.206.870 32.048.800
18.803.300
8

,,

1920
44.860.201
12.074.488
32.028.200
18.604.600
81 Aug. 1920
46.379.155
15.771.766 32.028.500
18.641.600
23

,,

1920
41.381.199
12.050.195 31.232.100
18.030.300

12 Sept. 1919
28.822.448
8.405.521
20.214.400
8.480.600
15 Sept. 1918
17.485.626
8.923.913 10.797.100
2.290.000
28 Juli

1914
750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Data
I1ctaai en
1
huilen1.
goudwlasels
Disc, en
beleentngen

1
B(jz. schuld
1
Oostenrijk
1
en Hongarije
I

Bank.
biljetten
1
Rek. Cr1.
1

saldi

7Feb.’20I
1
)290.428
19.251.400
32.954.000
56.994.022
6.057.846
31Jan.’201
291.083 19.162.543 32.954.000 56.772.802 6.220.538
31Dec.’19
I

287.840 19.196.063 32.954.000 54.481.264 7.906.378
23

,,

‘191
297.368
17.856.786
32.964.000 53.109.418
7.641.778

23
Juli’
14
1
1,589
.
267

954.356

2.159.759
291.270
t) waarvan 122662 goud. 10.818 buitenlandeche goudwie8els en
56.948
munt .a muntmateriaal zilver.

29 September
1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

855

ANI( VAN FRANKRIJK.
BANKSTATEN,
VoornaamBte posten in duizenden franes.
KWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN.
Waarvan
Te goed
Buligew.
Data

I

Goud

I

in hei Zilver in hel
voorsch.
II. BANK VAN SPANJE.
Buitenland
Buitenland
af d. Staat

(In millioenen Peseta’s.)

23Sept.’20
6.489.579 1.956.896
261.057
613.311 26.600.000
_______________

Staats.
Dis.
nto’s
Circu.
Rek.
16

’20
5.520.567 1.978.278
255.005
634.156 26.600.000
9

,,

’20
5.570.685 1.978.278
254.824
676.209 26.500.000
Data
Goud
Zilver
fond-
co
en
laiie
CII.
2

,,

’20
5.590.670 1.978.278
254.527
688.870 28.300.000
3en
f)
Releon.

18

Sept.

1920.. 2452,5

594,4

738,9

1562,1

4021,0

912,0
25Sept.’19
5.573.838 1.978.278
292.649
830.634 24.150.000
26Sept.’18
5.437.881 2.037.108
320.564

1.539.631
18.000.000
1920.. 2452,5

594,1

721,5

1555,9

4012,8

935,6
23Juli’14
4.104.390

639.620


4

1920.. 2452,4

598,8

729,4 1566,3

3996,9

935,8
28 Aug.

1920.. 2452,4

504,4

697,7 1567,7

3949,8

975,7
21

1920.. 2452,4

601,7

677,9 1583,3

3980,5

971,9
Uitje.
Belee.
Bankl,il.
Rek. Cr1.
Rek.
Wissel, ,telde
ning
I
Jetien
Parii.
Cr1.
14

1920.. 2452,4

602,1

681,7

1582,9

3982,1

970,2
Wissels
culieren
Staal
7

,,

1920.. 2462,4

601,7

658,4 1601,1

3978,4

964,6
31 Juli

1920.. 2452,4

609,5

856,7

1606,6

3920,4

974,3
1.964.641

483.219 1.982.900 38.689.733 3.825.114

59.385
1.859.724

484.104 1.991.282 38.665.735 3.026.086

34.842
24

1920.. 2452,5

609,6

670,3 1575,1

3910,6

972,5


1.937.657

485.630 2.009.409 38.622.449 3.269.494

39.983
17

,,

1920.. 2452,5

608,3

654,4 1596,6

3930,8

965,6

2.167.712

488.924 1.925.826 38.333.180 3.041.168

64.892
10

,,

1920.. 2452,5

608,0

656,3

1626,3

3910,6

978,7
3

1920.. 2452,6

614,5

655,7

1578,9

3905,9

1025,5
942.711

694.468 1.281.113 35.786.798 2.782.397

81.015
26 Juni

1920.. 2452,6

620,5

833,0 1512,0

3872,1

1159,9
851.272 1.059.226

818.855 29.922.374 3.106.859

57.485
24 Juli

1914..

543,5

729,8

494,4

783,8

1919,0

497,9
1.541.080

769.400

5.911.9101

942.5701400.590

t
)
Inclusief de schuld van de schatkist in rek.crt.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden france.
in.
ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Francs.)
Melao,Beleen.
mcl.

van
1
1

van
Binn.
wiuela
Circu-
Rek.
Data l,uiienl.

buiten!.
1
prom.
d.

en
latie

,

Partic.
Cr1.

Dis.
saldi

vorder.
1
provinc.
keken.
Data
Goud
Zilver
!euhs.
conto’s
Circu-
R&

23Sept.’20 358.155

84.653 480.000 687.976 5.637.866 1.254.030
kassen-
scheinc
en
Beleen.
latie
Cr1.
__
16

,,

’20 358.158

84.653 480.000 671.552 5.645.721 1.369.358
9

’20 358.105

84.653 480.000 680.193 5.620.202 1.354.915
15 Sept.

1920..

540,3

93,0

20,9

346,3

918,7

141,2

2

,,

’20 358.078

84.653 480.000 693.770 5.603.999 1.378.971
,,

1920..

540,1

91,7

20,1

350,5

933,4

127,8
31 Aug.

1920..

540,0

92,6

19,9

352,1

951,9

122,3
23

1920..

539,9

91,7

19,8

331,4

900,3

148,7
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
14

,,

1920..

542,2

90,2

18,0

354,5

913,9

150,5
FEDERAL RESERVE BANKS.
7

,,

1920..

539,1

59,3

18,4

336,4

928,8

112,0
Voornaamste posten in duizenden dollars.
31 Juli

1920..

540
1
9

98,8

18,3

355,6

951,1

120,9
23

,,

1920..

538,1

88,9

17,7

839,3

898,2

121,8
F.R.
Goudvoorraad
_________

Notes in
,,

1920..

534,5

88,4

17,6

317,0

9069

101,7
Data
dc.
circu.
7

,,

1920..

533,2

87,6

17,3

335,5

928,1

97,4
Totaal
1

Dekking
1

In hei
bedrog
1
F.R. Notes
1

buiten!.

1
latie
30 Juui

1920..

533,1

87,1

16,7

355,8

953,5

105,9
23

,,

1920..

533,1

86 7

15,9

315,5

883,7

119,4
3 Sept. ’20
1.962.310 1.275.278
111.455
155.647
3.243.270
27 Aug. ’20
1.971.825
1.300.959
111.455 156.002
3.203.637
23 Juli

1914..

180,1

18,9

107,8

267,9

50,7
20

’20
1.966.351 1.304.879
111.455 155.486
3.174.725
13

,,

’20
1.977.358 1.296.270
111.531
155.527
3.169.181
IV.
NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
5
Sept.’19
2.067.052
1.281.504

69.818
2.611.697
6 Sept. ’18
2.016.983
1.131.394
5.880 63.511
2.180.679
.

(Inmillioenen Kronen.)
Data
Wissel,
Tolaal
Gestort
i.
Dek.
Percent.
Goud-
Data
Goud
1

Zilver
Vorde-ID
ringen
op hei 1
1
conto’s
en
Circu.
latie
1

Rek.
1

Cr1.
Deposito’o
Kapitaal
bingo.
dekking
1
buiten!.
1
Beleen.
perc.’)
circul.
0)

8 Sept.’20 3.058.428

2.490.035

97.133

42,5

48,6
31 Aug.

1920..

227,6

2,6

26,4

407,2

542,3

53,6

27 Aug. ’20 2.989.092

2.447.756

97.055

48,2

47,7
31 Juli

1920..

227,8

2,6

36,8

360,6

541,2

45,4

20

’20 2.940.026

2.484.556

96.759

43,5

48,1
,,
30 Juni

1920..

228,0

2,6

33,9

367,5

528,7

43,3

13

,,

’20 2.909.624

2.490.605

96.551

43,9

48,6
30 Aug.

1919..

186,9

3,0

46,8

318,3

435,7

126,4

5 Sept. ’19 2.202.086

2.559.081

84.996

60,4

60,1
31 Aug.

1918..

186,9

2,5

68,1

239,6

391,9

74,0

6 Sept. ’18 1.776.740

2.244.027

78.359

64,7

69,2
30 Juni

1914..

75,6

6,6

19,8

.
95,6

159,8
1

4,8

t)
Verhouding tueechen: den totalen goudvoorraad. zilver atc.,
en de
opeiechbare schulden

F

R.
Notes
en
netto deposito’s.

1)
Na
aftrek
V. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
van
35
pCt. der totale

dekkingsmiddelen als dekkkg voor
de
netto
depoaitos.
(In millioenen Kronen.)

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.
Data
Goud
ringen
op het
Staat,.
fondsen
conto’s
en
Circu.
latie
Rek.
Crt.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
buiienl.
Beleen.

11

Sept.

1920..
261,3
93,1
45,8
645,9
741,0 205,2
1

Totaal
1
Data
Aantal
1

uitgezette
Reserve
s
Totaal
deposI1oa

1

Waarvan
time
4

,,

1920..
261,3
87,1
45,3
661,2 758,6
210,5
banken
1

gelden
en

F.
n&s
28 Aug.

1920..
261,3
87,2 45,3
631,5
694,6
241,8
beleggingen
21

1920..
14

1920..
,,
261,3 261,3 89,6 94,3
45,3 45,3
635,5
651,4
697,6
709,9 249,0 247,9
27Aug.’20

820

16.930.987

1.372.075 14.130.071

2.745.231
20

’20

818

16.882.540

1.362.501 14.125.024

2.723.828
,,

1920..
261,3
94,8
45,3
652,6
721,3
245,6
31 Juli

1920..
261,3
95,1 45,3
647,0
724,8
253,8
’20
18

,,

815

16.820.434

1.392.064 14.160.949

2.724.090
24

1020..
261,3
97,7
270,6

45,3
631,5
674,1
6

’20

815

16.813.847

1.374.808 14.096.697

2.721.624
17

1920..
261,2
93,0
45,3
654,2
691,3
276,9
29Aug.’19

773

14.964.914

1.324.374 13.233.658

1.919.905
10

1920..
261,2
95,2
45,5
658,2 699,9
274,8
30 Aug.’181

734

12.784.5311 1.232.163 11.228.827

1.450.020
3

,,

1020..
261,2
92,7 45,6
763,3 730,5
273,3

Aan het eind
van
ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven
26 Juni

1020..
261,1
88,7
276,6

45,6
643,8
676,6

van
enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
25 Juli

1914..
105,8 115,6
28,0
92,4
206,2 68,2

856

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

29 September 1920

VI. BANK VAN NOORWEGEN.

(In millioenen Kronen.)

Dato


Goud

Vorde-
ringen
i

,t
buiten!.

Effecten

Dis-
conto’s
en
Bdcen.

Circu-
Zatte
Rek.
CO.

15
Sept.

1920..
147,4
47,0
10,5
444,6
462,1
103,5
7

,,

1920..
147,4
46,5 10,5
459,0
468,2
112,7
31
Aug.

1920..
147,3
49,5
10,5
444,4
466,5
105,4
23

,,

1920..
147,3
49,1 10,5
441,0
458,7
108,8
16

,,

1920..
147,4
50,5 10,5
440,3 457,3
109,1
7

,,

1920..
147,4
49,7 10,5
457,8 460,0
126,1
31
Juli

1920..
147,4
50,7.
10,5
445,4

458,3
115,8
22

,,

1920..
147,4
56,3
10,5
423,6
447,9
111,8
15

,,.

1920..
147,4
66,1
10,5
434,6 450,3
127,5
7

,,

1920..
147,4
60,2
10,5
430,8 448,0
122,2
30
Juni

1920..
147,4
57,9
10,5
428,5
440,7 125,3
22

,,

1920..
147,8
61,0 10,5
411,9
426,1 128,6

22
Juli

1914..
52,4 65,7
.
.8,9
79,3
120,8
10,7

VII. BANKBUREAU VAN TSJECHO.SLOWAKIJE,

verbonden aan het Ministerie van Financiën.

(In miflioenen Tsjecho-Slow. Kronen).

Data

Vorder.

Ote,r..
Hong.
Bank’)

Dis.
conto a
Belee-
ningen

Vorde-
ringen
op
hei
buiten!.

Circu.
Zatte
Rek.
Co.

7
Sept.

1920..
9520,8 899,0 2184,5
263,9
9866,8
1216,3
31
Aug.

1920..
9520,4
797,4 2142,1
312,2
9814,9
1147,9
23

,,

1920..
9515,7
720,0 2045,5 385,2
9446,4
1168,9
15

1920..
9516,1
754,7
2175,8
405,2
9491,9
1249,4
7

,,

1920..
9515,5
712,3
1995,9
450,4 9318,1
1165,5
31
Juli

1920..
9515,0
742,8 1986,9
414,0 9267,9
1171,1
23

,,

1920..
9513,9
692,0
1974,7
457,8
8397,6
1497,1
15

1920..
9513,3 707,3
1950,4 463,6 8861,5
1541,3
7

,,

1920..
9511,5
750,5
1911,1
447,3
8839,5
.1522,9
30
Juni

1920

..
9508,5
691,8
1828,4
418,2 8729,2
1458,5
23

,,

1920..
9502,7
830,8
1656,5
345,6 8411,8
.1679,5
15

,,

1920..
9412,0 770,9
1659,2
328,0
8134,5 1642,6
7

,,

1920..
9325,4
789,6 1615,0
336,9
8261,7
1528,2
31
Mei

1920..
9310,3 756,0
1466,8
285,5
8268,7 1338,5
23

,,

1920..
9299,9 745,0
1280,6 225,8
8004,5
.1248,9
S)
Bankbiljetten, rekening-crt.-saldi en schatkistbons.

EFFEcTENBEURZEN.

Amsterdam,
27
September
1920.

De internationale effectenmarkten hebben gedurende de afgeloopen week voor een deel sterk onder den in1oed ge-
staan van de finannieele conferentie, welke thans te Brussel wordt gehouden. Voornamelijk de vraagstukken ten aanzien
van de stabiliseering der onderscheiden valuta’s hebben een
niet te ondersohatten beteekenis voor den economischen
opbouw der verschillende landen en hoewel men in het
algemeen sceptisch gestemd is ten opzichte van de te ‘nemen
besluiten, wacht men toch allerwegen het resultaat der be-
sprekingen met spanning af.
Eigenaardiig is het, de gebeurtenissen te beschouwen, die
ter beur.ze van B e r 1 ij n het gevolg der conferentie van
Brussel, althans -tot dusverre, zijn geweest. . Wel verre .van
optimistisch gestemd te
.
zijn, heeft men in Duitschland uit
de tot nu toe gehouden referaiten ide conclusie getrokken, dat ten aamzien van de Reidhsmar-k niet’ veel verbetering
te verwachten is. Dientengevolge is opnieuw •groote vraag
ontstaan naar zoogenaamde valuta-waarden, die dan ook
alle in prijs konden monteeren. Tegelijkertijd vond op de
buitenlandsohen ‘beurzen-groot aanbod -van Marken plaats,
voornamelijk uit in-dustrieele kringen, ‘waar men de export-
mogelijkheden, ondanks den lagen Markenkoers, nog niet
al te gunstig beoordeelt.
Hand aan -hand hiermede is een speculatieve beweging
gegaan, die wel net het geheele beurspeil -heeft kunan
beïnvloeden, doch -die ‘toch enkele specialiteiten vrij sterk
heeft kunnen doen monteeren. Hoe ver hierbij de ongemoti-
veerde peculatiezucht gaat, valt te concludeeren uit de
mededeeling in de Duitsche pers, ‘dat thans vaak met vaisch
onderteekende ddpêches getracht’ wordt stemming te wek-
ken voor 66n of an-der fonds en id&t op dez6 wijze, die toch
bijna steeds zeer ‘gemakkelijk te doorzien is, •nog voorWu-
reud slachtoffers worden -gemaakt. Met de intrinsieke
waarde der -fondsen wordt dan ook steeds minder rekening
gehouden.

Te We -e n en blijft de beurs ongeanimeerd gestemd. De
economische en financieele omstandigheden
zijn
dan ook
van dien aard, dat van een reëele verbetering -geen sprake
kan zijn. De bankibiljetten-circulatie toont een voortduren-
den aanwas; sinds 1 Juni tot
7
September is de omloop
aan Duitsch-Oostenrij-ksch gestempeld-e biljetten van
Kr.
16.97
tot
20.33
milliard gestegen. Om dezen stroom
van bainkpapier eeni-gsziins in te -dammen, heeft het -ininis-
terie van- financiën
6
pot. zes-jan-ge schatkistbiljetten uit-
gegeven, welke ‘door de bezitters -iedere drie maanden opge-
zegd kunnen wor-den, waar-door -het -disconteerbaar papier is geworden. Op deze wijze kunnen de biljetten zoowel voor
gelclbelegging, als voor tijdelijke plaatsing van bedrijfsgel–den worden aangewend. Desniettegenstaande verwacht men
geen -noemenswaardige vermindering van den biljetten-
omloop, daar al

leen reeds de -voortdurende loon- en salaris-
verhoogingen steeds grooter eischen aan de schatkist stellen.
Te -P a r ij s is de tendens veeleer aan -den gunstigen kant
geweest. Vermoedelijk moet -hier-in ‘tot op z-ekere hoogte een
steunen van het niveau door invloedrijke kringen worden
gezien, in verband -met de aangekondigde nieurwe Frainsche
6
pCt. leening. Er -gaan -geruchten, -dat een aanzienlijk
deel dezer Jeening te Londen zal -worden doorgevoerd, waar-
bij -bezitters -van
5
pCt. Fransche -leening i-n de gelegenheid
gesteld zullen worden, hun stukken tot
50
pCt. van het
inschrijv-ingsbedrag in betaling te geven. In verband hier-
mede is het opmerkelijk, dat fondsen, die zoowel te Parijs
– als te Londen een markt heb

ben, vooral sterk gevraagd zijn
geweest. –
Aan den anderen kant echter werkt voornamelijk de gun-
s-tiger wordende handelsbalans van Frankrijk wel er toe
mede, -een betere tendens ter -beurze in het leven te roepen.
Voor -de eerste acht maanden v-an het loopen-de jaar ‘toont de invoer wel een toename aan van circa
3
milliard Francs,
doch -hiertegenover paraisseert de export met een toename
van niet minder van ruim
8
mil:liar.d France. Naast -de
grooter wordende tonnenmaat der Fr-ansche handelsvloot
(diie derhalve -tot -de en-zichtbare inkomsten het “hare bij-
draagt) toont deze handels-beweging duidelijk aan, dat de
betalingsbalans van de Fransche -Republiek langzamer-hand
in een wat -gunstiger -daglicht gaat verschijnen.
Te Lo -n d e n hangt -de kwestie met de mijnwerkers en
de dreigende staking nog immer als een -zware wolk boven
de beurs. Nadat korten rtij4 geleden het -den schijn heef-t
gehad, alsof tot een compromis zou worden geleid, – is thans
alles weder op losse schroeven gesteld. Eenige ver-lichting
heeft het -gebracht, dat de mijn’werkersorgabisafiie besloten
heeft -de stemming omtrent een eventueele staking acht
dagen uit te stellen; hierin is een bewijs te vinden, -dat de
wil om tot een -minnelijke oplossing te geraken, althans
aanwezig is. Zo-o-lang echter geen definitief besluit is ge-
nomen, blijft -de stemming te Londen – uiterst -bom. De
omzetten zijn -dan ook afgenomen; toch valt van een sterk
teruggaande tendens niet te gewagen. Een uitzondering
vormden hier rubberaandeeleri, -die belnv-loed werden door
den teruggaanden prijs van het ruwe product. Te N e w Y o r k zijn -voornamelijk spoorweg-aandeelen
op den voorgrond getreden; in de eerste plaats wel de
aandeelen van lagen koers. De oorzaak -hiervoor is te vin-
den in – de laatstelijk genomen besluiten der Interstate
Commerce Comniission, waarbij aan een groep van spoor-
weg-systemen een -bepaald minimum-in-komen is gegaran-
deer-ci. -door -het gouvernement. Hierdoor echter kan het voor-
komen, dat -de eene maatschappij met verlies werkt, terwijl
de andere op een overschot kan wijzen ‘hoewel bei-de onder-
-n-e’mingen in hetzelfde district kunnen worden aangetroffen.
Deze mogelijkheid heeft de gedachte aan fusie’s doen op-
komen en hoewel tot op dit oogen-blik -van eenige definitieve
plannen nog niets vernomen is, schijnt de beurs zich
hardnekkig aan de mogelijkheid vast te klampen en favo-
riseert zij de lichtere s-hares. –
Te o n z en t heeft de beleggin-gsmarkt – een -gevoeliger
teruggang moeten ondergaan, die tot tweërlei oorzaak is
ter-ug te – voeren. – Wat de binnenlandsche
staats-fondsen
aan-gaat, moet de reden gezôcht worden i-n het rondschrij-
ven van de Nederlands-he Bank, -waarin op inkrimping van
de beleenin-gen op -binnenlandsehe staatspapieren wordt
aangedrongen en waarin wordt gewezen op het -plan, de
faciliteiten te -beperken, indien niet binnen afzienbaren
tijd een afname van de betrokken beleeningen zou ‘zijn te
constateeren. Vele beangste houders hebben het zekere
voor het onzekere genomen en hebben hun bezit voor een deel gerealiseerd, wijl zij nog grootere reactie voorzagen, indien op een bepaald moment gedwongen liquidaties het
aan

bod zouden komen – vermeerderen en de koersen der-halve nog verder zouden -druken. In invloedrijke kringen
neemt men weliswaar -niet, aan, dat de Nederlandsche Bank
het tot een soort van dwangverkoopen zou laten -komen,

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

857

doch cle beurs heeft de eventualiteit toch nogal Vrij ernstig
aangeslagen.
De overige beleggingswaarden werden gedrukt door het
feit, dat thans meer en meer prima obligaties van een
7 pCt.-rentetype aan cle markt w’orclen gebracht. Zoowel
olficieele lichamn als particuliere ondernemingen gaan
hiertoe over; de meest markante voorbeelden van den laat-
steis tijd zijn wel de 7 pCt. obligatie-uitgiften van de Ge-
meente Haarlem cii van de Stokivis-Furness-groep te Rot-terdam. Op het oogen’blik bestaat groot animo voor derge-lijke sehu.ldbrieven, met het gevolg echter, dat de overige,
oudere papieren van lager rente-type worden gedrukt.
Van de .buitenlanclsche soorten dienen hier te worden
gereleveerd Japansche obligaties, die tot hoogere prijs via-
ren gezocht. Mexicanen zijn ecnigszins op den achtergrond
geraakt.

21Sept. 24Sept. 27

5
0
/0
Neci. W. Sch.

1918-
87/4

85
1
hs 84
1
/to – 3
11
1io
4/
0/

,,,,

1916 86/j6

84
1
18

85

– l/jo
4

O/

,,

1.916 78’1

76
0
/
8

758/4 – 28/
4

3

°
/o ,,

,,

,,

62

61
1
/2

601/2 –
11/
1

3

0/

,,,,,,….

52

511/
4

510/4

– 8/
4

2
YL
0/
Cert. N. W. S…..44
3
/4

44/8

44

– 8/
4

5
°
Io
(‘not-Indië 1915

.

92
8
h

918/
4

911/8 –
it/s
4
0/
Hongarije Goud

8/8

7

7

—’ 1
0/s
4
oh
Oostenr.Kronenrente

51/4

5

5


1
/4
5

‘/o Rusland 1906 ……12
1/

1 2°/s

11112
– 8/
4

4
1
/
2
oh
Iwangorod Dombr.. . 11’/

11’/2

111/
2

4
0/
Rusland Cons. 1880 12/4

11/8

ll°/is
– INIG
4

0
h
Rusi. bij Hope & Co. 18
1
/
b

13
1
/,s 13
1
/io

1

/
io
4

o/o
Servië 1895 ……19

19

19
4/
0/
China Goud 1898

50

51

50

– 1
4

0/
Japan 1899 ……..56

597/
8

597/s + 37/8

4
0
h
Argentinië Buitenl..

57 ‘/2

572/
4

572/4 + 0/4

5

0/
Braailiii 1895 . …..

548/
8

548/
8

548/
8

5

0/0

,,

1913 ……51
2
/4

518/
4

518/
4

De locale aftleclingen aan onze beurs waren over liet
algemeen zeer lusteloos gestemd. Er is vrijwel geen enkele
rubriek, die prijsverbeteriugen kan aantoonen. Vooral
echter hebben
Indische C’jdt’aurwactrden
hierbij vooraan
gestaein.Als voornaaarnste oorzaak moet hier worden ge
noemd de indiening van het ontwerp der Indische belas-
tingwettcn, waarvan men zeer aanmerkelijke redueties der
winstnoarges verwacht. Voor
suiherwaarden
kwamen hierbij
oog de beschouwingen, in de vakpers geleverd met betrek-
king tot een verhooging der wereld-productie en een in-
krimpi ug der consumptie, waardoor cle hooge suikerprijzen
van het moment wellicht niet gehandhaafd zullen kunnen
worden. Met verlangen werd dan ook iederen dag uitgezien
jaar berichten omtrent afdoeningen door de V. J. S. P.
en waar deze tot nu toe zijn uitgebleven, heeft alles teza-men medegewerkt om de markt voor suiker-aandeelen in
het bizonder zeer scherp te doeii reageeren. De hoofdsoor-
ten gaven hierbij den toon aan: aandeelen ilandeisveree-
niging ,,Amsterdam”, Cultuur-Maatschappij der Vorsten-
landen, Javasehe Cultuur-Maaatsehappij konden alleen
plaatsing vinden tot telkens teruggaande koersen.
In verband hiermede waren ook de aandeelen der
Indische ban kinstelhnçj en
sterk onder den invloed. Voor
aandedien Neclerlandsch-Indische Handelsbank werkte hier-
loe nog mede het bericht, dat cle ‘maatschappij zou overgaan
tot het emitteeeren ver’ een nieuwe tranche van het aancice-
lenlcapitaal tot den uitgiftekoers van 220 pCt. De markt
o’oor de imiergenoemcle rubrieken sluit vrijwel op het laagst
bereikte peil.

21Sept.24 Sept. 27 Sept.
Rij
,
zuno0f

A,nsterdamsche Bank
192
0
/8
192
191
.

1 V1
Necl.EIandel-Mij. cert.v.a.aud. ‘228/s
222
1
14
217

liotterd. Baukvereeniging.

t44/4
144
1
/
1428/4

2
Amst. Superfosfaatfabriek.

155
152
.
150

5
Van Berkel’s Patent ……
124
123′!2
120
—4
Insulinde Oliefabriek
183V2
185
169’/4

140/
4

Jitrgens’ Ver. Fabr. pr.aand.
951/,
941/
9

935/s

2
Ned. Scheepsbouw-Mij
120
120

.
120
Philips’ Gloeilampenfabriekloio’i,
1023!,
1009

1’i
R.
S. Stokvis
&
Zonen ….
594
594
594
VQrëenigdle Blikfabrieken.
.
137
135
127

10
Compania MercantilArgent.
273
1
/4
266
1
/
261’/2

118/
4

Cultuur-Mij. d. Vorstenlanci.
365t/,
35l’/4
332

33′!,
Handelsver. Amsterdam
. .
851
1/,

830
810
41’18
litoll. Transatl. Handelsver.
.101
101 101
Linde Teves
&
Stokvis
– – . .
198
190/2
190

8
VanNierop&Co’sllandel-Mij.
168
1668/
4

163

5
Tels
&
Co’s Handel-Mij
– –

:
136
136 133

3
Gecous. Roll. Petroleum-Mij.
321
1
/2
320
315

6’/

21 Sept. 24Sept. 27 Sept.g0l

Kon. Petroleum-Mij.

……
827′!,
848
847
+
19’12
Orion Petroleum-Mij…….
83 83
1
/8
81
1
/8

1718
Steaua Romana Petr.-Mij..
191
189/8
189
—2
Amsterdani-Rubber-Mij…..
228
222
222

6
Nederl.-Rubber-Mij.

…….
l27’/o
1171/,
.1 20/4

7
Oost-Java-Rubber-Mij…..
3.93’/2
377
379

14
1
!2
Deli-Maatschappij

——–
547
534
1
/
539
1
!3

7
1
/3
I edan-Tabak-Maatsehappij
336
330′;,
339/8
+
3’is
Senemhah-Maatsehappij ..
669/4
669
1
/2
675’/
+
58/

In aansluiting hiermede waren ook de overige cultuur-
waarden ongeanimeerd gestemd, dodh toch lang niet in
gelijke mate Zelfs bestond voor tabaksaandeelen op som-
mige dagen een zeer geanimeerde tendens, waarvan voor-
namelijk aandeelen Seuembah konden profiteeren, die dan
ook de week self s op ‘hooger peil verlaten. Ook aandeelen
Medan Tabak Maatschappij konden van de opgowektere
tendens profiteeren, terwijl de reactie van de overige soor-
ten, in vergelijking niet de wilde koersfluctuaties in suiker-
waarden, van geringe beteekenis was.
Alleen
rubberwaarden
gingen vrijwel in dezelfde lijn als
suikeraandeelen, voornamelijk echter op instigatie van de
Londensche markt, waar rubbersoorten i’n het algemeen aan-
geboden bleven.
De
petroleurnafdeeliny
heeft zich vrijwel buiten de hier
geschetste variaties gehouden. In zooveire was ook hier van
een gedrukte tendens sprake, dat de betere noteeringen van
New York hier niet werden overgenomen.
o De
scheepvaartmarlct
bleef stil en gaf een teruggaande
tendens te aanschouwen.
Rijzing
of
21Sept. 24Sept. 27Sept. daling.

Holland-Amerika-Lijn ….400/4 3S8
1
/2
382114 – 17′!2
,,gem.eig. 386
370′!,
366’12

19’/8
hlollaood-Gult-StoomV.-Mij.


220 225
225
+
5
Roll. Alg. AtI. Stoomv.-Mij.
151’/
83/2
761!,
– 748/4
Hollandsche Stoomboot-Mij.
177 172
1
!2
165

12
Java-China-Japan-Lijn …-
261
1
h
251
248′!,

12814
Kon. Eliollandsche Lloyd
– .
161
1
1
153
1
!,
151

10/4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

– –
1
991;j
193
1
/
192′!,

7
Kouinkl.-Paketvaart Mij
269
2
/4
204
1
!,
202

72/
4

Maatschappij Zeevaart
240
235V2
225

15
Nederl.

Scheepvaart-Unie..
238
1
/4
229
1
/2
228

10’/
Nievelt

Goadriaan

……
480
460 460

20
Rotterdamsche Lloyd ……
236′!,,
230
223′!3

13
Stôornv.-Mij.,,Hillegersberg?’
246
1
12
246′!,
240
1
/2
,,Neclerlancl”

..
280/
276′!3
2751/,

51/
4

,,Noordzee”

. .
103
99
93

10

11

,,

,,Oostzee”

– . . .
234
1/,

235 235
+ !

Avierikaansche waarden
vast, in aansluiting aan
Wall-
street en in verband met den vasten
dollarkoers.
izi
21Sept. 24 Sept. ’27 Sept Rigof

American Car
&
Foundry.

172
169

169


3
Anaconda Copper

……..
137
1
/2
134 ‘/8

134
l/

Un. States Steel Corp…..
115
8
/s
11
3′!,

1
14°/is


18/,

Atehison Topeka

……..
105
HiS

105
Southern

Pacifie

……..
124 123

124
Union Pacific

…………
157’/o
157

158
1
/8

+
7/

Int. Merc. Marine orig.
Corn
32/,&
30/,s

30’/8


prefs
95 98
1
!

98/2

3
1
h

De
çjciclmarkt

werd

iets
vaster;
prololigatie

steeg

tot
44 pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
28 Septembr 1920.

Over het algemeen zijn de’ oogstberichteti uit Europa wat
minder guïistig. In den laatsten tijd’ is er in lbngelaaçlin
vele streken zooveel regen gevallen, dat er toch nog. een aanzienlijke hoeveelheid valt den oogst buiten staat, het-
geen schade heeft veroorzaakt.
De berichten omtrent te kleinen oogst in Duitsohiand
worden algemeen bevestigd. Ook in Frankrijk zijn de hooge
i’erwachbingeu niet geheel bevrecligd. Buiten Europa blijven
cle berichten over liet algemeen gunstig luiden. Ook nu nog
loopen de schattingen van Canada zeer uiteen, doch op een
grootemi oogst wordt in ieder geval gerekend. De ramingen
vaio het uitvoersurplus van Autralië blijven regelmatig
stijgen, doch men zal goed doen af te wachten hoe deze
oogst zich verder ontwikkelt. De berichten uit Indië zijn
wat minder gunstig; in sommige streken is de regenval
onvoldoende. Argentinië i6endt over het algemeen minder
vroolijke berichten. Weliswaar is in de afgeloopen week nog

858

ECONOMISCH

STATISTISCHÉ BERICHTEN

29 September 1920

Noteeringen.
Locoprijzen ‘te
Rotterdam/Ameterdam.

Chicago

J
Buena AVre3
Soorten.
27 Sept.

1

20 Sept.
1

27 Sept.

Tarwe
1

Mars
Have,

t
:
Ta,we
MaTa
Ltjnzaad
Data
.
1920 1920
t

919
1
.
Dec.
Sept. Sept.
.

Oct. OcL
Oct.
Tarw*

…………..)
34,76 36,25 _________

218′

121’/2

5/8

8)
_


25Sept’20
Rogge (No. 2 Western)
1)

Mars (La Plata)

……’)
31,-
380,-
31,50
388,-

356,-
’20
18 240

125
1
/8

60
20,25

)

10,15

26,40
Gerst
(48
ib. feeding)

.
.
2
)
430,- 450,-
450,

25Sept.’19
226

149/

66/4
5,85

,35

25,-
Haver(38 ib. white cL)
. . )
22;.-
23,- 21,-
.
25Sept.’18
226

148i8)

73’h
10,95

5,60

24,25


Lijnkoeken (Noord-Amen-
25Sept.’17
220

121/4 ‘)

60/8

9,55

22,40
ka van La P1atazaad)
8
)
250,-
250,-
285,-
’14
20 Juli
82

1)

56/
8
1)

36’h ‘)
9,40
2
)

5,38

)

13,70 ‘)

Lijuzaad (La Plata)
. . . .
4)
800,- 795,-
750,-

t
)
per Dec.
1) pen Sept.
8)
per Febr.
4)
per Oct.
1)
P.
100
K.G.

)
p. 2000
K.G.

)
p. 1000 K.G.
‘)

per
1960 K.G.

*) Hand/Red Winter Wheat
nr. 2.

.

AANVOEREN
in tons van 1000 K.G.

Rotterdam Amsterdam
Totaal
Artikelen.
20-25 Sept.
1920
.

Sedert 1 Jan. 1920
Oocree’ k”

ttjdoak Il
20-25 Sept.
1920
Sedert 1 Jan. 1920
Overcenk.
tijdvak 1919
1920
1919

7.786
386.810
312.464

105.721 85.332
492.531
397.796 81.782

67.344


515 19.953
82.297 87.297

Tarwe

………………..
Rogge

………………i.go

2.825
3.882
– –

2.825 3.882
Boekweit

……………
MaIs

…………….
9
.189
278.807
111.728

50.752
5.908
329.559
117.636
Gerst

……………..
4 .173
30.328
.

133.857

.

918
62.315
31.246 196.172
243
21.611 159.371




7.333
21.611
166.704

.. ..


32.225
49.355

12.404
19.403
44.629
68.758

Haver

………………
Lijnzaad

……………
Lijnkoek
30.498 43.387
e
.
1.406
200
31.904
43.587
Tarwemeel

…………….
72
22.966
192.243


– –
37.435
22.966
229.678
Andere meelsoorten
..
.
1.674
18.199 150.287

100 •
10.708
18.299 160.995
al

vat regii gevallen, doch vooral in het Noodeii is de
als rogge met Duiitsehlancl tot stand, terwijl er ook voor
neerslag fliet voldoende geweest en ‘de vooruitzichten van Nederlancisohe rekening gekocht werd. In mais hielden de
den iiieitwcn oogst zijn, over het algemeen genomen, niet
koopers algomecn terug wat ccii aanmerkelijke daling der
bijaoiider gunstig. De laatste dageh kwamon berichten over
prijzen

da

verschillende posities

teweegbraçht.

Ook

voor
de waarschijnlijkheid van vorst in, clie eventueel veel schade
directe

levering

zijn

cle- prijzen

teruggeloopen,

ofschoon
‘£OU
kunnen berokkenen. Niottegenstaande cle scherpe 1a1ing
daarvan het aanbod zeer beperkt is. Ok hier was de markt
‘aii tar.we in Noord-Amerika zijn dan ook

.le prijzen in
voor lij.nzaad goed cii in verbiu•d met een verbetering van Argcnhinië eclligszins gestegen. Op de ilaatste daling is te
de olieprijzen, w’ei.den ook hoogere lijnzaadprijzeu Vrij ge-
Chicago een kleine reactie gevolgd, ‘waarschijnijk ook onder
makkelijk ingewilligd.
invloed van dece Argentijnsche berichten. Bovendien blijft
.
de zichtbare voorraad in de Vereenigde Staten, alhoewel
SUIKER.
langzaam toenemend, nog zeer aanzienlijk ‘beneden dien van
de laatste jaren. Ophooping van. tarwe doet zich clan ook
NOTIERINGEN.

nog nergens voor. De versohepingen varen de laatste weken
Londen
zeer groot en volgens de scihattingen van vOOr dec oorlog,
Anister-
dom
per
New Yo,k

WhUe Java
1

.4mer. Gra.
‘verbruik.
aanmerkelijk grooter dan het

In ldngeland malen
Dato
/
oopende
Tatei
C 6
f.o.b. per
1_nulatedc.i.J.
96pCt.
Ceniri.
Sept./Oct.

alle molens op

volle kracht.

De

regeering heeft

zooveel
maand
Sept./Oci.’H
fugals
tarwe ter beschikking gesteld, dat allen een goeden voor-
Sh.

5h.

Sh.
1

8h.

$
ets.
rand ‘hebben, doch merkwaardig is, dat het meel ioo vlug wordt afgenomen, lt zich daarvan geen voorraden ophoo-
22Sept.’20
f

1161-

70/-

701-1

-.

I
10,76
pen. Alles wijst er op, dat aldaar cle consumptie aanmer-
15

..

’20
,,

1161-

70/-

71/-J

1

10,76
kelijk grooter is clan vroeger het geval was.
22Sept.’19

6419

51/-

511-1

711-

7,38
De eenigszins dalenide tendenz van de maïsmarkt, waar-
22Sept.’18

6419


1

-t

7,28
van ‘in ons laatste bericht sprake was, heeft zich in

de
11 Juli ’14
,
1
11
13
/c2

18/-

1

3,26
afgeloopen week voortgezet. Speculanten hebben de kans
waargenomen om van cle aarzelende stemming gebruik te
H

et weder der afgeloopen ‘week was voor ‘cle ontwikkeling
maken om door ‘lagere offertes ‘cle ‘markt ‘te drukken. Toch
der suikerbieten in Centraal Europa over het algemeen be-
zijn de con’su’mptiemar’kten geenszins overvoerd met maïs,
voi

‘derlijk en men begint thans met het oogsten.
maar waar iie den laatsten tijd aanzienlijk meer afgelade.
Iii

T) ti
i
tse Ii 1 a n d koestert men ernstige bezorgdheid
is, zal van eelt er’nstige schaarsoh’te voorioopig geen sprake
vcgcl:ls cle kolen’voorzieni’ng der fabrieken; ook vreest men,
dat de regeeriug liet aan de landbouwers vrij aal laten, de
Opmerkelijk is deze week ecu’ groote daling der prijzen
bieten te drogen en clan als veevoeder te verkoopen, waar-
in Noord-Amerika, zoo zelfs, dat cle Noorci-Amerikaansche
door

deze ‘hoogere prijzen

zouden

kunnen

beclingen

(lan
mais

in

Europa ‘cle aandacht ‘begint te trekken.

Ameri-
‘door aflevering aaii cle suikerin.clustrie. Volgens’ ‘F. 0. Lioht
knansche

huizen

ciie

belangrijke

voorraden

orrver.koch,te
bestaat cle mogelijkheid van eene opbrengst van 1.100.000
Plata-inaïs te New York hebben, trachten deze in Em-opa to’ns mits ede ‘bieten tot suiker verwerkt worden.
te verkoopei

en een enkele partij

werd

reeds van New
zeer gunstig ‘luiden cle ‘berichten uit T s uh e c h o

S 1
0-
York

naar

Antwerpen

verscheept.

Bovendien werd

voor
w a’k ij e,

alwaar

alles

goed

voorbereid

is ‘voor

de a.s.
oord’Anierikaansolie

rekening mais

in ‘de termijnmarkt
campagne, en ook in B e 1 g
i
ë en h
i
er t e 1 a n ‘d e
is
men
te Buenos Aires ‘verkocht, wat aanvankelijk een ‘daling der

over den stand der bietenvelden tevreden.
prijzcn aldaar tengevolge thad De’ laatste dagen toont de
De nietuve verordening voor de ver’cleeling van binnen-
Argentijiische

markt evenwel

eveclerom, meer

neiging

tot
lancische suiker

in N ccl erl and werd in de dagbladen
stijging.

1
van 22 dezer gepubliceerd. Bij deze regeling liet men zich
Ook in dc atgeloopeit week kwnmen verschillende zaken
1:
door

dezelfde beginselen

leiden

als

verleden jaar,

slechts
in
gerst tot stand, wear van ‘de prijzen vooral in vei-‘ho’u;
in enicele punten kwam veranclêring. De producenten heb.
ding tot mais goed

gehandhaafd

werden. Voor haver was
ben
zich
verplicht ongeveer 200.000 tons tot vastgestelde
cle

teudenz

aanmerkelijk

flauwer.

Ook

deze

week

bleef


prijzen voor ‘d’e binneulandsche consumptie en industrië te
lijuzaad vast met voldoende vraag zoowel uit Europa als
leveren ,emt daarvan viult1ijh.’de helft ouder de distributie,
int

Amerika.

Bovendien

zijn

de

berichten

omtrent

den
terwijl de ‘grootere’helf t als ‘vrije ‘suiker In de consumptie
nieuwen oogst in Argentinië verre van gunsti,g. Een spoe-
en ide suikerverwerkende i’ndpst’rie gaat. De prijs van de

.dige verbetem-ing van de weersgesteldheid moet nu in’treden,
gerantsoeneei-‘d’e suiker

(/

K.G. per hoofd en per week)
ivi’l
men nog een eenigszins normalen oogst verwachten,
wordt uicttegen’staan.de dec hoogen ‘werel’dprijs slechts met
N ed er
1
a n d.

Niettegen’staan’de

de

daling

in

Noord-‘
1f
0,10
per K.G. verhoogd en ‘dus’
op
f
0,70 per K.G. ge-
Amerika, kwamen wederom dagelijks zaken zoowel in tarwe
bracht, ‘terwijl ‘de prijs van vrije suiker onveranderd blijft.

29 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

859

Aangezien men in Holland eene opbregst van bij de
300.000 tons verwacht, zouden dus bijna
Y
3
van den nieuwen
oogst geëxporteerd kunnen worden,
)e zichtbare voorraden bedragen volgens F. 0.
Licht:’

1920
1919
1918
Duitschiand 1 Aug.

..
137.649
424.046 419.329

tons
Oostenrijk
1

Sept.
1)..
230.000
200.000
250.000
Frankrijk
1

Juli
..
. .
83.035
7.551
10.000
Nederland
1

Sept.

. .
19.786
26.542
71.273
België

‘1,,….
19495
28.006
41.872
Engeland
1

,,

..

. .
400.849
403.507
436.031

Totaal Europa 890.814 1.089.652 1.228.505 tons

V. S. v. N. A. 26 Aug… 131.990

72.958

55.356
Cuba, alle hav. 15 Sept. 306000

710.703

462.648

Totaal ……1.328.804 1.873.313 1.746.509 tons

‘) ’19/18/17.

Op alle suikermarkten heerscht aldoor eene gedrukte,
lustelooze stemming. Nog steeds geeft de A m er i k aan-
s clie markt de stemming aan ‘voor de overige wereldmark-
ten en is het aanijod op de’ verschillende markten thans
het meest van dit land afkomstig, dat een half jaar geleden
bijna
Y
2
millioen tons tot hooge prijzen uit verafgelegdn
producticlanden kocht, terwijl nu nog op Cuba van den
clitjarigen oogst ongeveer 150.000 tons onverkocht liggen.
De noteeringen’ te New York bleven vrijwel onveranderd:
Spot Centrifugals 10.78, Oct. 9.53, Dec. 9.43, Jan. 9.05, Maart 9.-, Mei 9.05. In J a v a brokkelden de prijzen voor Ready Superieur
nog iets af, doch komt aldaar nu meer vraag opze6ten uit
Britsch-Ind,ië en andere Oostelijke landen. 1let oogsten gaat
zonder stoorn.is voort.
De Cuba-statistiek luidt:

1920
1919 1918
Weekoutvangst t. 18 Sept.
8.000 25.911
14.521

Loos
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.543.563 3.760.788 3.249.732
Werkende fabrieken

..
. .
3 2
3
Weekesport tot 18 ‘Sept.
13.000
96.762
62.857
Totaal sedert 1 Jan. 1920 3:479.610 3.055.578 2.689.366
Export Ver. Stat. 28 Aug.
495.720
414.602
700:329
,,

Frankrijk

28 Aug.
52.761
132.982 18.230
Tot, voorraad op 18Sept.
300.000 639.852
414.312

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

127
SepL_20120Sepl._’201I3
Sept. 20127
Sept. ‘19127
Sepl.I8

New York voor
Middling

..
26,-
t
31,- c
31,25

32,60e
35,15
t
New Orleans voor Middling
24,- c
28.-
t
29,25e
32,13
t’)
32,50
t
Liverpool voor
Middling ….
22,58d 23,061 23,07d
20.48 d
‘24,76d 1)
Noteering van 26 Sept. 1919.

Ontvangsten in, en uitvoeren
van Amerikaansche havens
(In duizendtollen balen.)

1 Aug.’20

Ooereen&oa,rllge perioden
lol
24Sept. ’20

1919

1918

Ontvangsten Gulf-Havens..

372

237

469
,,

Atlant.Havens

97

256

231
tjitvoernaarG-r.Brittannië

152

288

224
‘t Vasteland. 1

195

398

313
Japan etc… )

Voorraden in duizendtallen

24 Sep!. 20 26Sept.’19

27Sepl.
18

Amerik. havens ……….
.784

820

911 –

Binnenland …………….
.810

675

775
NewYork

77

New Orleans ……………1

228
Liverpool …………..

85
.
4

145

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 15 September 1920.

De markt voor Amerikaansche katoen is nog zeer onre-gelmatig en prijzen fluctueeren van dag tot dag, terwijl de
markt ook flauwer blijft door de ongunstige arbeidstoestan-
den en den achteruitgang in de buitenlandsche wisselkoersen.
Ook spreekt men in Lancashire van inkrimping vanden

werktijd, hetwelk de markt beïnvloedt, hoewel deze ikrim.
ping voorloopig 14 dagen is uitgesteld. Het eerste Ginners-
rapport van verleden Woensdag geeft de hoeveelheid geginde
katoen aan als 368.000 balen tegen 143.000 ba)en verleden
jaar en de oogsteonditie als 66
/o
‘tegen 69
0/o
veertien
dagen geleden, welk bericht als bullish wordt opgevat.
Egyptische katoen blijft dalen, hoewel de oogstberichten
minder gunstig zijn dan eenigen tijd geleden.
De garenmarkt vertoont nog geen verbetering en over
het algemeen vindt men het jammer, (lat de inkrimping
van dec werktijd is uitgesteld, hoofdzakelijk over de onze-kerheid betreffende de kolenstaking. Er gaat weinig om en
voor het binnenland wordt alleen (le directe behoefte gedekt.
Hetzelfde geldt voor den exporthandel, die bovendien te lijden
.heeft van het dure geld en de onguns.tige wisselkoersen.
Voor
.
de Hollandsche markt zijn nog wdl eenige transacties
tot stand gekomen, doch alle Scandinavische markten zijn
slecht. Indië heeft eenige orders voor ruwe en geverfde
garens geplaatst, maar niet van beteekenis. China heeft
eedige. orders in 42/2 geplaatst, witarschijuljk aangelokt
dodr de groote daling in deze soorten. Over Egyptische
garens hoort men weinig en koopers schijnen voorloopig
geen behoefte td hebben.
De doekmarkt toont nog geen verbetering en de meeste
fabrikanten vinden het zeer moeilijk om hun touwen aan
het loopen te houden. Er zijn wel enkele kleine orders ge-
laatst, doch zoolang de groote markten niet koopen, heeft dit weinig invloed. Wij verwachten geen verbetering voo-
dat men meer vertrouwen in de markt heeft en ook de
geruchten omtrent werkstakingen euz. wat minder op den
voorgrond treden. De meeste markten zijn zonder voorraden
en men meent vel, dat koopers over het algemeen wachten
totdat de toestand wat meer bezonken is.

8Sept.’15 Sept.

8Sept. 15Sept.
‘Liverpoolnoteeringen.

T.T.op Indië .. .. 1/10 1110
‘1,
F.G.F.Sakellaridis 66,50 63,00 T.T.opllongkong4/2
1
/, 413
G.F. No. 1 Oomra 11,75 12,00 T.T.op Shanghai .5/11 5110

RUBBER.

Ii de afgeloopen week bleef de rubberruarkt in haar
flauwe stemming volharden en de prijzen voor loco liepen
wederom iets terug, hoofdzakelijk tengevolge van het bekend
vordeft van eenige nieuwe f’tillissementen van rubber-
handelaren zoowel te New York als Singapore.
De kooplust blijft gering en de voorraden vermeerderen
gestadig. Naar verluidt worden wederom pogingen aange.
vend om de productie te gaan beperken, ten einde de
positie der producenten ten verbeteren.’

De noteeringen luiden:

einde vorige week
Prima Crêpe loco ……….1/6
1
/
4

………….1/61/,
Smoked Sheets loco .

115

…………. 1/5 ‘/
Crêpe Oct./December .

1/8’/

…………1/7′!,
11

Januari/Maart.-

1/10

…………1/8’/4
Hard cure fine Para ……..1/7

…………1/7/4
28 September 1920.

THEE.

(Opgave van den makelaar J. van Eck.)
Bericht van den afloop Theeveiling.
Aangeslagen in veiling:

15878 6012, 50/4 kn. Java thee
802

Sumatra thee
1851

.. Java thee in na-veiling

Totaal 18531 60/2, 50/4 kn. thee.

Aanbod 1 Januari j.l. ‘tot heden

idem 1919
t

165639 kn. Java thee

118305 ku. Java thee
11531 ,, Sumatra thee 2256 ,, Sumatra theé

Totaal. :177170 kn. thee.

120561 kn. thee.

t
Ht verloop was eenigszins vlugger dan in voorgaande
veiling, ook de stemming, vooral voor bladthee, was iets bèter. De taxatie. was opgemaakt ,op basis afloop vorige
viling, een paar nummers zeer goede thee werden hoog
betaald. Prima blad liep 4 It 5 cts. hooger, midden kwaliteit
eû ordinair 2
It
3 cts, boven taxatie. Voor prima Gebroken
Oranje Peeco was iets minder vraag en werd daarvan ‘een
flink deel opgehouden. Gebroken ,Pecco tot vorige prijzen
en iets daarboven. Dust en Fannings werden slechts gedeel-
telijk verkocht tot circa taxatie.
De eerstvolgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 14 October e.k., aanbod circa 17000 ku. thee.

Amsterdam, 23 September -1919.

860

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 September 1920

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kohl
& Witkamp en J.eonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio Sanio,
Wis5elkocra
oo,rao
Prijs
No. 7
Prijs
No. 4

25
Sept. 1920
418.000
8.100
2.041.000
10.000
12/

18

1920
377.000
4.175
2.061.000
10.300
12
9
/it

11

,,

1920
390.000
4.450
1.981.000
10.300
12’/16

25 Sept. 1919
479.000
11.100
2.041.000
10.000
14
2
‘/82

Ontvangsten.

Rio
Santos
Data
Afgdoopen
Sedert
.
,
4fgeloopen
Sedert
I

week
t Juli
week
1 Juli

25 Sept. 1920 ….
59.000
701.000
197.000
2.701.000

1
26 Sept.1919 ….
43.000
604.000
178.000
1.562.000
COPRA.

De markt bleef deze week zeer vast gestemd en er bestaat voor Copra en Cocosolie speciaal voor vroege levering zeer
veel vraag.
Java f.m.s. stoomend ………………
f
68,25

Mixed

,,

………………., 64,50
Ned.-Indië f.m.s. September/November .. ,, 64,-
Ned.-Indië Mixed

..

,,

.. ,,
62,-

29 September 1920,

METALEN.

Loco-Noteeringeü te Londen:

Data
Ijzer
Cico.
No.3

Koper
andard
St
Tin
1

Lood
Zink

27 Sept. 1920..
noni.
95.716
271.2/6 34.17/6
41.5/-

20

,,

1920..
oom.
98.5/-
275.5/-
35.101-
40.-1-
14

,,

192€1..
oom.
97.17/6
272.1716
35.10/- 39.5/-

26 Sept. 1919..
nom.
102.-!-
277.5/-
25.1216
41.-.1-

80 Sept. 1918..
oom.
122.-!-
337.101-
29.-1- 52.-1-

17 Juli

1914..
1

5114
1
61.-!-
1
145.151-1
19.-1-
1

21.101-
VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.
Veertiendaagsch overzicht.

De Amerikaansche kolenvrachtenmarkt blijft nog ateeds
de meeste – aandacht op zich vestigen. Over het algemeen
bleven de vraohten op deze markt op dezelfde hoogte. De
laatste week echter werden er minder booten bevracht, daar
de kolenexporteurs in Amerika liever wachtten om te zien
of, indien er een staking in de mijnen in Engeland mocht
uitbreken, zij niet een hoogeren prijs zouden kunnen be-
dingen. Alhoewel er veel kans schijnt te ‘bestaan, nu de
staking een week is uitgesteld, dat men tot een vreedzame
oplossing zal komen, blijft de onzekerheid bestaan en blijven
Devrnchtinigen ‘beperkt. Indien de staking al mocht door-
gaan, is er zonder twijfel een veel grootere activiteit op
deze markt te verwachten met een rijzing in de vradhten. Afgesloten werd o.a. Rotterdam $ 12,75, French Atlantic
$ 13,50 en River Plate $ 14,50 en $ 15,- voor prompte
boo’ten.
Terwijl er dus minder vraag ‘is naar ruimte voor steen-
kolen, is er meer ‘vraag naar graan en wel hoofdzakelijk
voor rekening van Londensohe kooplieden. Er werd 16/-
betaald van de Nort’hern Range naar West-Italië, October

belading met 6 d. extra optie Montreal. Naar de United
Ringdom kan ongeveer 12/- worden bedongen van de
.Northern Range. De noteeringen van de Gulf zijn ongeveer
1/- meer naar beide bestemmingen.
De La Plata-markt was ed’urende liet eerste gedeelte
van de afgeloopen veertien dagen vast. Er werd voor
prompte belading 110/- betaald Up Ri-ver/U. K. voor mars
met 7/6 extra voor gedeeltelijke belading met zaad. Voor
een boot 15 Nov./15 Dec. werd 100/. bedongen van San
Lorenzo naar U. K./Conti.nent, Bordeaux/Rotterdam Range.
Dit cijfer toont niet slechts een rijzing aan voor een der-
mate late belading, ‘doch tevens, dat bevrachters zich voor
latere data trachten te dekken. Tot heden werd nog haast
geen belangstelling voor December-belading getoond.
De laatste dagen echter is de maïsmarkt in Engeland
veel lager met als gevolg een daling in maïsvrachten. Er
werden aan het eind der afgeloopen week weinig booten

meer bevracht, doch waarschijnlijk zullen de eerstvolgende
cijfers ‘wel lager zijn. De laatst bekende vracht was 100/-
van Up River en zelfs 87/6 van Down River voor een groote
boot.
De Oostersche markt is vast voor deaclwnight van Bom-
bay, Karachi op de berichten, dat 400.000 •ton tarwe voor
eind October voor export beschikbaar komen. Er werd
reeds 80/-, 82/6 genoteerd. Veel tonnage is er niet in de
Indische wateren en er zullen wel booten van uit de Middel-
landsche Zee op deze vrachten afkomen. Alen moet echter
niet uit het oog verliezen, dat de geregelde booten wel veel
van het graan zullen vervoeren.
Katoenzaad i’wa Alexandrië naar Hull of Londen noteer-
de als gevolg 2/6 thooger of wel 30!-.
De ijzerertsvraohten van de Middellandsche Zee waren de
laatste dagen wat vaster.

GRAAN

Au.
Kust

San Lorenzo
Petto- Odessa

Ver. Staten

grad

Roiter.

Data

Londen/1 dam

Roiier-
1
Brisiol
1
Roiier. Enge.
R’dam
1

dam
1
Kanaal 1 dam
I
land

20/25 Sept. 1920 –

11/311/3

107/6 107/6

13118

,,

1920

1116

11/6 – 105/- 1051-

22127 Sept. 1919 –

..

1)f
75 ) 816

165/-
t)
65/-

23128 Sept. 1918 –

501-

– 2251-

Juli 1914 lid.

7/3

i/ii’/ 1/11’/

12/-

12/-

KOLEN.

Data

Ca,diff
Oosik. Engeland
Bot-
deaux
Çenua
Port
Solo’
Plata
1
Rotter-
dam
Gothen.

burg
Rioler
1

20125 Sept. 1920

25/-
281-
– –

13118

,,

1920

. –
301-

2216

22127 Sept. 1919
501-
5116
501-
40-
f
20,- Kr. 50

23128 Sept.1918
691-
101/3
2001′-

120/-

Kr.200

Juli 1914
Ir. 7,-
71-
713

14/6
3/2

41-

DIVERSEN.

Bombaij
Birma Vladivo.
Chili

D ata
West
Europa
West
Europa
I

stack
West West
Europa
(d. w)
(rijst)
Europa
(salpeter)

20126 Sept.

1920..
751-
1151-

13/18

,,

1920
751-
120/-

22127 Sept.

1919.
. .
12716
2151-

245/-

23128 Sept.

1918 2751-
5001-

1901-

Juli

1914..
1416
161S
251-
2213

t)
Per ton stukgoed.
1)
Voor Britsche schepen.

RIJNVAART.

Week van 20 tot 27 September 1920.
In deze berichts’week werd het sieeploon Rotterdam-
Ruihr nog lager genoteerd dan in de vorige en wel gemi4-
deld 120-cents-tarief. Voor erts naar de Ruhrhavens werd
ongeveer 75 cents per last bij
1
/4
lostijd betaald, terwijl voor
reizen naar den Boven-Rijn schepen in da.ghuur tegen 4
Yx
cents per ton werden aangenomen.
In Antwerpen was de aanvoer evenmin grooster dan in
de laatste weken’ liet geval was. Voor de weinige reizen
die aan de markt kwamen, werden schepen tegen 18 en 19
centimes per ton per dag aangenomen.
R u h r o r t. De stemming aan de Ruhr was flauw. Er
is meer aanbod van- dan vraag naar sleepkraoht. Het sleep-
loon Ruhr-Mannheim kon zich dan ook ternanwernood op
Mk. 28.- per ton ‘handhaven. Van Man.n!heim Baar Straats-
burg werd het sleeploon begin der week nog met Mle. 35.-,
aan het einde der ‘week met Mk. 30.- per ton betaald.
De bevrachtingen van kolen van Ruhrort naar den
Boven-Rijn ‘vonden meestal per ton plaats, en wel op een
basis-vracht van ongeveer Mle. 17.- tnaar Mannheim. Ook
wei-desi echter nog verschillende reizen in daghuur bevracht
tegen 40 p1. per ton. Voor exportkolen Rulirort-Rotteridam
werd 40 cents per ton met vrij sleepen betaald.
De vaart Ruhrort-Mannheim ondervond eenige sta.gna-
tie, daar in het Binger Loch een schip geschonken is en ‘de geheele vaart door ‘het zoogenaamde ,,nieuwe -vaarwater”
moet plaats vinden. Men hoopt deze belemmering in ‘het
begin van deze week uit den weg te hebben geruimd.
Ht water bleef langzaam wassen.d. Canber Pegel noteerde
einde der ‘week Meter 2.28.

Auteur