Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 246

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 15 1920

15 SEPTEMBER 190

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

EconomischswStatistische

Beri”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL
NIJVERHEID,
FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARcANG

WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1920

No. 246

INHOUD

afz.
HET WETSONTWERP BETREFFENDE DE
ELECTRICITEITSVOOR-
ZIENING VAN HET LAND VAN
26
JULI
1920 door
Prof. C.
Feldmann

………………………………..
79
Het Ontwerp tot herziening van het Zeerecht III door
Prof.
Mr.

H.

R.
Ribbius..

……………………….
798
Voorlopige aanslagen door
W. J.
de Langen…………
799
De Nederlandsche Zuivelindustrie en Zuivelhandel onder
invloed van den Oorlog IV door G.
J.
Blink ……….
800
Londensche

Correspondentie……………………..
802
De Metaaldekking der Javasche Bank

…………….
804
BOEKAANKONDIGINCEN:
Ir. H. G. van Beusekom: Beschouwingen over

den
Woningnood, bespr. door
Ir.
J. H.
Faber
.

……..
804
OVERZICHT VAN

TIJDSCHRIFI’EN

………………….
805
MAANDCIJFERS:
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
806
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN

….

..

……….

806-813
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Brusns.

Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wanaink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postche qua en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco

P. P.

in Nederland f
20,—.
Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs ‘ean het Instituut ontvangefn
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel. Pkiatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abon-nemen.ten
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers.
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

13
SEPTEMBER 1920.
De ge,ldmarkt bleef •ook deze week weder aantrek-

ken. De prolongatierente noteerde meestal
43%
pOt.

en alleen aan het slot wat lager. De rente voor parti-
culier disconto was echter aanzienlijk vaster, zoodat

herhaaldelijk tot
4
pOt. bewilligd moest worden voor

prima papier.
S

S –
*

De omzetten op de wisselmarkt blijven nog steeds

aanzi’enlijk geringer dan in het voorjaar. Dollars waren

weder sterk gezocht en regelmatig iederen dag vaster.

Ook Londen was goed prijahoudend en vooral in ‘het

begin der week niet ‘onaanzienlijk hooger. Daarentegen

wal-en Parijs en België en de Centrale wissels door-

loopen;d flauw en brokkelden de koersen dagelijks af.

De Minister van Financiën stelt op 20 September

as. de inschrijving open op schatkisrtpapier.

Aangeboden worden promessen met een looptijd van

3 en 6 maanden en biljetten met een looptijd van

1 jaar tot eau totaal bedrag van
f
125 millioen.

LONDEN, 11 SEPTEMBER 1920.

-. In het begin ‘der week bleef geld sohaarsch en een

tamelijk groote Amerikaansche mail, die Maandag

aankwam, was oorzaak, dat op een moment zelfs

53% pCt. betaald werd voor daggeld. Tegen het einde

echter was de toestand gemakkelijker en noteerde dag-

geld deze week 531-5 pOt., evendaags 536 pOt.

De disconto-markt gaf blijk van een vaster tendens,

twee- en drie-maands papier toonde een avans van

pOt. op de week. Eenige October-wissels vaTen bij

de Bank van Engeland ondergebracht tegen 7 pOt.,

op conditie, dat de opbrengst ‘ter aankoop van Decem-

ber Sch’atkistwissels gebruikt ‘zou worden. De week

sloot met 2-, 3-, 4- en 6-maands papier tegen notee-

ringen van resp.:
63
%
13
/ie
pOt.;
63
%
13
/is
pOt.;
t3
7
/8-
15
/io
pOt. en 636-7 pOt.

HET WETSONTWERP BETREFFENDE DE

ELECTRICITEITSVOORZIENING VAN

HET LAND VAN 26 JULI 1920.

-, Reeds direct na zijn optreden heeft het Kabinet
als zijn meaning te kennen gegeven, dat het den tijd
gekomen achtte om de electriciteitsvoorziening en wel
bepaaldelijk de opwekking van stroom en de voort-
geleiding daarvan onder hooge spanning van Rijks-
wege te concentreeren.
In een ministerieele beschikking van 16 April 1919
– werd daarop een commissie benoemd met de
rtjaak
om • van voorlichting te dienen omtrent de wijze, waarop
dit denklbeel.d zou kunnen worden verwezenlijkt. Deze
Oommissie moast volgens ‘de haar verstrekte opdracht
uitgaan ,jvan ‘het standpunt dat de algemeene •elec-
1
triciteitsvoorziening van het land, althans voor zoo-
veel betreft de opwekking van stroom en de voortge-
leiding daarvan onder hooge spanning, in ééne hand
‘en wel jbij het Rijk zal ‘behooren Ie worden gebracht”.
De Staatscommissie 1919 heeft in haar reeds op 27
Nov. 1919 aangeboden verslag deze stelling, die als
iedere stelling voor bestrijding vatbaar is, aanvaard
1;
en (op blz. 6) op de volgende wijze verdedigd. ,,.De
meening van de Commissie, dat ‘s lands belangen
het best zullen worden gediend, indien de electri-
citeitsproductie in staatshanden wordt gelegd, berust
op de vb]gende overwegingen. Het geldt hier het
produceeren van een vorm van energie, welke voor
de geheele lbevolking van groot en intensief belang
is, immers het betreft hier, het •zoo goedkoop moge-
lijk beschikbaar ‘stellen van eleotriciteit voor dlrijf-
kracht, ktrnstlicht en ‘andere doeleinden over het ge-

796

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

heele land, waarbij tevens in ‘s lands belang de voor

de opwekking .dier energie noodige hoeveelheid ‘brand-
stof tot een minimum moet worden beperkt. De pro-
.ductie van de in het geheele land benoodigde eleetri-
citeit op de meest economische wijze is slechts dan
gewaarborgd, indien het bedrijf in zijn geheel door

één besturend orgaan overzien kan worden en de ge-
heele opwekking onder leiding van dit orgaan wordt

gebracht. Dit leidt er vanzelf toe, dat de Staat het
meest aangewezen is, om de opwekking van electrici-

teit in handen te nemen.”
Dit bewijs, bijaldien het als zoodanig bedoeld mocht

zijn, lijkt zwak. Want het is weer een stelling
4
on
wei

dezelfde, diè het te bewijzen tracht, alleen in andere

woorden. Zelfs wanneer men zou willen toegeven, dat

de Staat toezichthoudend en leidend zou moeten op-
treden, dan volgt daaruit nog geenszins dat hij ook
de opwekking van electriciteit zelf in handen moet

nemen. Wanneer men echter, wat .geenszins deuk-

.beeldig is, door zorgvuldige overwegingen en bere-

keningen tot de overtuiging zou komen, dat men
zeker niet met één renzen-centrale, en evenmin met

vier, maar ongeveer met twintig centrales de gecom-

bineerde productie en distributie onder zeer hooge

spanning zou hehooren door te voeren, dan verliest

ook de eerste helft der als bewijs .gebezigde stelling
aan kracht. Want die 20 centrales zouden ongeveer

daar behooren te komen, waar ze feitelijk ook zijn

en waar ze bovendien haast uitsluitend in han’den van
openbare lichamen zijn.

De ingenieur E. B. van Doesburgh heeft in ,,De In-
genieur” van 28 Aug. j.l., no. 35, een verkorte sta-

tistiek van elctriciteitsfabr.ieken in Nederland over
het jaar 1918 gepubliceerd, welke alle fahrieken bo-
ven 500 Kilowatt opgesteld vermogen omvat. De
daarin opgenomen 26 bedrijven geven
vrijwel
een vol-

ledig beeld, daar de nog overblijvende kleinere een)

trales gezamenlijk nog geen half procent van de to-

tale strooml.evéring bewerkstelligen. De 26 electri-

citeitsfabrieken bestreken een voorzieningsgebied
van 3,7 millioen inwoners, hadden een opgesteld ma-‘
chinev.ermogen van rond 218.000 K.W. en leverden
in 1918 gezamenlijk af 309 milloen K.W.-uren. Va&
deze naar de grootte der stroomlevering gerangschik-te centrales, waren de. nummers 7 Hen.gelo, 15 Leid-

schendam, 24 Vlissingen, 25 Veendam, 2. De Bilt,
in handen van particulidre vennootschappen de overige 21 in handen van openbare lichamen. Vijf dezer bedrij-
ven kochten gezamenlijk rond 7.4 millioen K.W.U.
van andere ibedrijven. Van 22 bedrijven bedroegen
de gezamenlijke exploit.-ontvan,gsten voor 222.043.691

K.W.U.
f
27.581.574,— of gemiddeld 12,4 cent per

nuttig afgegeven K.W.U., ‘de exploitatie-uitgaven
exclusieve rente en afschrijving gemiddeld 9,07 cent.
De gezamenlijke aanschaffingskosten van 21 bedrij-
ven met totaal 206.134 K.W. ‘bedroegen rond 78 mii-

lioen gulden, waarop reeds 28,4 pOt. werd afgesche-
ven, zoodat de totale boekwaarde op 31 Dec. 1918
nog rond 56 milliioen gulden was. Tegenover 1917
steeg het opgesteld vermogen met 14,6 pOt., de

stroomievering met 19 pOt.; tegelijkertijd klommen
de aanschaffingskosten met rond 20 pOt., de exploi-
tatie-ontvangsten met 78 pOt., de exploitatie-uitga-

ven met 121 pOt.
De Staatscommissie had in haar globaal plan ge-

rekend op een maximum belasting van 200.000
t

300;000 Kiiowatt, terwijl de som der maxima van 24 fabreken in 1918 slechts 114.400 K.ilowatt bedroeg;

maar zij onderstelde voorloopige 6 groote centra-

les, ieder van ca. 75.000 K.W. en raamde de kosten
hiervan en van 1500 K.M. hoogspanningsleidingen

en 50 transformatorenstation’s op ten minste 125 mil-
‘lioen gulden. Zij adviseerde ook nog volgens de op-
dracht omtrent de inrichting en het beheer van den
nieuwen tak van dienst ten gunste van een Staats-
elecricit.eitsbedrijf, eenigszins afwijkend van het
Staatsrnijnbedrjf, omdat ‘zij meende dat het Rijk de

beslissing n gewichtige beheersaangelegenheden in

handen moest houden of •m.a.w. niet door een corn-
binatie van andere aandeelhouders overstemd zou

kunnen worden. In verband daarmede achtte zij het
niet wa.rschijnljk, dat provincie- of gemeentebe-

sturen er prijs op zouden etellen voor eenigszins be-

langrijke bedragen in een vennootschap deel te nemen.

Het wetsontwerp wijkt ‘hiervan af. Het bepaalt in
art. 1, sub 1: ,,Voor den aanleg en ‘de exploitatie van

inrichtingen en werken tot het voortbrengen van
electriciteit, welke voor anderen beschikbaar zal wor-
den gesteld, het gelei’den daarvan door primaire hoog-

spanningsgeleidingen en het transformeeren in onder-
stations, die rechtstreeks op het primaire net zijn

aangesloten, wordt eene naamlooze vennootschap ,,het

Nederlandsche Electriciteitsbedrijf” opgericht. Aan-

deelhouders van die venncioschap ‘kunnen alleen zijn:

de Staat, provincies of provinciale electriciteits-

maatschappijen, gemeenten en bedrijven, welke door

de Kroon ,,zijn aangewezen of toegelaten”.

De N.V. Het Nederlan’dsch Eleetriciteitsbedrijf
heeft dus in hoofdzaak als aandeelhouders openbare

lichamen. Slechts
‘bij
wijze van tiitzondering kunnen

enkele particuliere bedrijven worden toegelaten. Dit

lijkt een verbetering tegenover het voorstel der Staats-

commissie om ,,van Staatswege ten behoeve der ‘alge-

meene electriciteitsvoorsiening van het land inrich-
tingen en werken aan te leggen en te exploiteeren tot

het voortbrengen, geluiden, tranformeeren, verdeelen

of leveren van electriciteit.” Het wetsontwerp laat
(in art. 1, ‘sub 2) deze mogelijkheid slechts ,,in bij-

zondere gevallen” •toe en opent ‘daardoor en door de
keuze van den bedrjfsvorm de mogelijkheid, dat de
concentratie der electriciteitsopwekkiiag geleidelijk
en met zoo weinig mogelijk wrjving en nieuw kapi-
taal tot stand worde gebracht.

Wrjvin.g zal niet uitblijven. Want ook al worden

de groote gemeenten, die nu reeds centrales exploi-
teeren vrijgelaten ,,zoolan,g de inrichtingen en ver-
ken niet belangrijk worden uitgebreid” – er zal vroe-
ger of ‘later de tijd komen, dat de bestaande gebou-

wen niet meer door grootere eenheden kunnen wor-

den bezet. En dan zal de Minister van vVaterstaat,
den Electriciteitsraad gehoord, ‘beslissen dat de voor-
genomen uitbreiding ,,belangrjk” is. Daarmee wordt

de betrokken gemeente genoopt concessie aan te
vragen. Want volgens art. 5 is het aan anderen dan
den. Staat en concessionarissen verboden, inrichtin-
gen en werken, als bedoeld in art. 9 onder 1, aan te
leggen of te .exploiteeren. Feitelijk heeft de Minister
reeds in enkele gevallen dergelijke ‘beslissingen ge-
nomen.

Het concessie-stelsel’ wordt door de artt. 2-5
achteraf gesa.nctionneerd. De ‘Kroon verleent con-
cessie aan de N.V. het Nederlandsch Electricite’its-
bedrijf, ev. ook aan andere, en bepaalt dat de vroe-
ger te dezer verleende concessies van kracht blijven.
Men mag hereid zijn toe te geven, dat het concessie-stelsel ‘gunstig gewerkt ‘heeft, zonder van de wettig-
heid van dit •dwangmiddel overtuigd te zijn. De
memorie van toelichting vermeldt omtrent art. 3 en 4:

,,Om misverstand te voorkomen zij hier aangeteekeud,
dat uit deze artikelen niet mag worden afgeleid, dat
de Kroon in het algemeen niet bevoegd zoude zijn
concessie te geven, indien Haar die ‘bevoegdheid niet

b’epaaldelijk bij de wet wor’dt toegekend”. Dat dit
recht in art. 3 uitdrukkelijk wordt vermeld en in ver-
band daarmede in art. 4 wordt vastgesteld, dat

de ‘bestaande concessies van kracht blijven, geschiedt
enkel om buiten twijfel te ‘stellen, dat ‘de concessie

aan de N.V. het Nederla,ndsch Electriciteitsbedrijf
geen uitsluirtende is. Volgens de slotbepaling van de
thans bestaande concessies zullen de voorwaarden,
waaronder deze zijn verleend, ook
zonder n’&edewer-

king van den concessionaris kunnen worden herzien na 5 jaren of nadat een wettelijke regeling ‘betr. elec-

triciteitsvoorziening is tot stand gekomen. Daarom

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

797

bepaalt het tweede lid van art. 4 ,,ten einde alle on-

zekerheid
01)
dit punt weg te nemen” nog eens uit-

drukkelijk, .dat de Kroon bevoegd is de concessie be-

treffende de centrale en de hoogspanningleidangen
in te trekken. Dit is wel degelijk wettelijke sanctie

va-nv roeger op onzekeren wettelijken gröndslag ge-
stelde, zeer scherpe voorwaar-den. En het is mede een

aanleiding tot wrij;ving. Die wrijving behoeft niet

alleen voort te ‘komen uit de bepaling der naas-tin-gs-
som, maar kan evengoed voortvloeien uit vercMl
van meening wat er genaast kan en moet worden.

De veiU,gheidsv.00rsc.hrif-ten van het Kon. Instituut

van Ingenieurs :definieeren als hooge spanning alles

wat 300 volt tegen aarde overschrijdt. De Electrioi-

teitsverordening voor Zuid-Hol and definieert als

hooge spanning ,,in den zin der vero.rdening” alles
wat 7500 vol-t ‘tusschen twee geleidingen overschrijdt
en wel met het bepaalde doel alleen de intercommunale, geleid-in-gen onder toezicht en naastingsbevoeg-d’hei’d

der Provincie te brengen, de gemeenten op haar eigen
terrein echter me vrij mogelijk te laten. Er- is in Ne-
dorland ten opzichte van de in de praktijk -gebezig-de

spanningen grootere uniformi-teit dan elders. Haast
alle intercommunale- en provinciale -netten werken met
10.000 olt; alleen Dordrecht bezi.gt 12.500 velt voor
de buiten nettei. Volgens het wetsontwerp bepaalt -de

Minister van Waterstaat, -den Electri-citeits-raad ge-
hoord, welke hoogspanningsgelei-din-gen als primaire
in den zin van art. 1. moeten worden beschouwd. Hij
kan dus ook – theo.retisch althans – alles naasten
wat een provincie op grond van de concessie tot -stand
heeft gebracht of maar een deel daarvan, oo-k van -de
1.0.000 velt kabels. De bedoeling i.s dit natunrlijk niet.
Faai- als dwangmidde-1 zou het te pas inn.rien -komen.

Haast- dlle groote gemeenten hebben in ‘haar cen-
trales, voor zooves -die -nog niet ver.bouwd zijn, oudere
gedeelten; ze hebben er

verder gel ijkstroommachi n es
en -apparaten in voor de tram; verschillende ge-

meenten bezitten ook een vuilverbranding, waarvan
de groote kosten voor een gedeelte worden goed ge-
maakt door de stroomleveting uit het ver-bran-devuil. Komt nu, na verloop van tijd, een gemeente voor eens
,,bela-ngrijke” uitbreiding te staan, -dan zullen ei’ tal
van vrngen van technisch en economisch belang rij-
zen omtrent de voorwaarden der alsdan aan die ge
meent-e te verleeneri concessie. De N.V. kan via -den
Elec

trici.teitsraad en den Minister verdere uitbrei-
ding van een gemeentelijke centrale eenvoudig -be-
letten; dan komt de gemeente voor de keuze te staan
haar bestaande centrale te handhaven of over -te

doen,
aan resp. in te brengen in de N.V. Zullen daarbij
ook de voor de distributie onder hooge -spanning in den zin der wet niet geschikte tramgeneratoren enz.
mee wei-den overgenomen? Zal -de vuilverbrandi.ngs-
inrichting gemeentelijk -blijven of hare s-toom- en
stroomproductie eveneens overdoen? Hoe zal de in-
breng worden verrekend en hoe de stroomlevering -en
gros aan de gemeente? Zal -men aan deze het s-echt
toekennen haar bestaan-de centrale te -handhaven en

alleen een cv. meer beno-odigde productie tegen i-ede-
iijke voorwaarden aan te koopen, tot bij tij-d en wijle
de gemeente het ook in haai- voordeel acht, de eigen
productie -stop te zetten of in te brengen? –

De vos-in der N.V. is daarom een verbetering tegen-
over het denkbeeld der Commissie van een Staats-
bedrijf omdat die -bedrijfsvorm de mogelijkheid opent

de wijze van handelen en onder-handelen van pas–
ticuliere vennootschappen toe te passen. An de
directie moet onder toezicht van commissarissen een

groote vrijheid van beweging wei-den gelaten. Ambte_
naai–ighei-d zou alleen narigheid geven. Veel hang-t’

in deze van den Electriciteitsraad af, waarin corn-‘ missarisien der vennootschap, tot ten hoogste eenj
derde der leden, zitting zullen hebben. Samenstelling,
werkwijze en bevoegdliei-d van deren raad, die den

Minister van Waterstaat in zake de algemeene dec-trici’teitsvooi’zioning van het land heeft te advisee.j

ren, worden bij algemeenén maatregel van bestuur

vastgesteld.

Maar de Staat, -die volgens ni-t. 9 bij -d-e oprichting
van de vennootschap daarin voor -ten hoogste

f
10.000.000 deel neemt en voorts bevoegd is dec-

trliche centra-les, die Staatseigendom zijn, in de ven-
noolsahap in te brengen, wenscht -door art. 10 een

overhevrschenden invloed in de vennootschap te krij-
gen. Dit artikel bepaalt, dat met afwijking van het –

W. v. K. iedere vennoot in -de ver-gaderi-ng van aan-

cleelhooders zooveel -stemmen uitbrengt, als overeen-

komt met het aan-tal zijner aa-ndeelen. Het blijft te

bezien of hiermede het

beoogde doel bereikt zal wei–
den, nog afgezien van de vraag, of -dit volstrekt -n-oo-

-dig is. Want het inbrengen van een enkele der he-
sta nde groote gemeentelijke centrales zal bedragen
van ettelijke millioenen vereischen, nog -afgezien van
de kapitalen vereischt voor het maken of overnemen
van interprovinciale hoo.gspanningslijnen van – bijv.
50.000 velt. –

De financieele basis d-er vennootschap i-s vooralsnog
onbekend. De Commissie heeft daaromtrent -alleen

algemeene denkbeelden ontwikkeld. Zij stelt zich ‘oor dat het Staatsbedrijf den stroom zou moeten
level-en a-an pr-ovinciën en aan de gemeenten, welke
thans eigen productiemi-ddelen explo-iteeren, tegen

zeifkos-tprijs, doch .dat de Staat als compensatie voor
zijn bemoeiingen een zeker percentage zou moeten ge-
n-ieten van – -de winsten, die ev. door die provinciale
en gemeentelijke electriciteits-bed.rijven zouden wor-
den gemaakt. De Staa-t zou -dan ook zorgen voor de
50.000 voltlei-dingen en onderstation-s, de provincies
zouden m-et 10.000 velt over het gewest distribueeren,
de gemeen-ten zou-den den stroom onder lage span-
ning bij de verbruikers aan-hui-s brengen, waarbij het
Rijk maximale grenzen vast zou stelen voor de ta-
rieven van de Provincie en de gemeen-ten -en cv. spe-
ciale regelingen voor grootverbruikers. Deze ver-dec-
ling – der taak is als het ware aangewezen. Zij is
voorbereid door d-e concessies en de meeste p-rovin-
ciaie verordeningen en zal niet veel tegenkanting
ontmoeten. –

Maar men mag niet over het hoofd zien, da-t de
grootste spanning tusschen verkoop en inkoop bij de
distributie in ‘rt klein optreedt, da-t zij geringer is bij
-de provinciale distributie onder 10.000- velt en nog
geringer tusschen productie en ver-koop en-der 10.000
velt na transformatie van 50.000 op 10.000 velt.

De cen’tralisabie -der productie kan besparingen ge-
ven; maar het is een voor ieder afzonderlijk geval te
bestu-deei-en vr-aag of deze besparing niet ten naaste-
bij of zelfs meer dan -gecompenseerd zal worden doo-r
de kosten van transport over -de 50.000 volt.lijnen. De kosten voor den aanleg -dezer trassportlijnen,
door de Oommis-sie (vermoedelijk
bij
de thans gel-
dende prijzen te laag) op 75 mi-ilioen gul-den geraamd,
zullen- vanwege de vennootschap ‘door leeningen moe-

ten worden gedekt, waardoor de Staat zich cv. -ga-rant
stelt (art. 8). Dit is een gezond denk-beeld, -waarvoor
d-e v-ooi-bere-iden-de stappen eveneens in de laatste
jaren zijn .gedaan.

In de Zuid-Hollandsche gemeenten, clie als een
voorbeeld van kapitaal-verspilling en -versnippering

op electrotdchnisch gebied herhaaldelijk genoemd
zijn, is een streven tot samenwerken duidelijk merk-
baar. Delft heeft voor een aanzienlijke levering ui-t
Den Haag gecontracteerd en -men hoort hier en daar
van toekomst-plannen. Maar er zal groote omuichtig-
heid, beleid en kennis van zak-en noo-dig zijn om to-t
een goede oplossing -te komen, die aan de belangen

van alle betrokkenen naar evem-edighei-d recht doet
w-edervaren. Ei’ moest daarbij geen dwang te pas -ko-
en. En in dit opzicht is art. 0, dat volgens de me-
morie van toelichting ,,vermoedelijk tengevolge zal
hebben, dat de provincies Friesland en Zeeland en
de gemeenten in Zuid-Holland zich genoept zullen
voelen eene concessie te aanvaarden,” niet gelukkig te

798

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

achten. Maar overigens maakt het wetsontwerp een

einde aan een toestand van onzekerheid, die ook in economisch opzicht door sommigen onaangenaam
wr’d gevoeld, en kan het bij loyale en royale uitleg.
ging van de letter gunstig werken op cle algemeene

el’ectriciteitsv’oorziening.
FELDMANN.

HET ONTWERP TOT HERZIENING VAN HET

ZEERECHT.

III.

De regeling van de vervoeiovereenkomst in het be-

staande zeerecht was ver •bij den tijd ten achter. Als

vooraa’msten vorm ‘kent de wet slechts het bevrachten

van .geheel’e schepen volgens reischarter. De thans veel
‘voorkomende tij dcharter is aan de wet onbekend;’ het

vervoer •op st’ukgoederen,’ ‘dat tegenwoordig verreweg

het grootste deel van het zeevervoer omvat, wordt
spaarzaam, het vervoer op vaste lijnen in het geheel

niet behandeld. Daarbij komt dat de regeling van het

vervoer, voorzooverre deze dan bestaat in ‘het wetboek,
hopeloos verouderd is. Termijnen van lig- en losdagen
zijn niet meer ‘berekend op de moderne schepen en de

moderne ‘havens; met algemeen geldende gebruiken

en gewoonten kon nog geen rekening worden gehou-
den. Wat is het gevolg: dat de ver voerovereenkomsten

geheel buiten de wet omgaan en een eigen regeling

scheppen, ‘welke aan ‘de moderne eischen voldoet. Voor
een groot deel nu ‘bestaat op dit punt de voorgestelde

wijziging hierin – zooals reeds in het eerste stuk is
opgemerkt – dat ‘cie wet de meest ‘gebruikelijke char-

ter- en cognossemen’tsbepalin’gen overneemt. Na ‘bepa-
lingen voor het verver in het algemeen vinden wij
regelingen voor de vaste lijnen, voor tijd- en reis-

charter en voor vervoer van stukgoederen. Zooas te
verwachten is, wordt aan het cognossement zijn •mo-‘derne beteekenis van lbewijs der vervoerovereenkost

gegeven, terwijl ook de ‘bestaande bepaling, dat ‘de

kapitein het cognossement moet teekenen, als geheel in strijd met ‘de tegenwoordige praktijk, niet meer in
dien imperatieven vorm voorkomt.,
De bijzonderheden van een’ ingewikkelde Overeen-
komst als het vervoercontract is, laten. zich moeilijk
in enkele ‘hoofdtrekken, zooals in dit ‘overzic’ht bedoeld
wordt, beschrijven. Wij vinden uitvoerige ‘bepa-

palingen over het laden, over lig- en overligdagen,
over de vaart en afwijkingen daarvan, over het lossen
en ‘de verplichtingen van beide partijen daarbij Ge-
wijzi,gde.voorschriften voor de gevolgen van het niet
tijdig aanbrengen van de gecontracteerde lading, de
gevallen waarin
partijen
van ‘de ‘overeenkomst kunnen
terugtreden en de voorwaarden waaronder; uitvoerig
geregeld wordt de vrachtbetaling en •wanneer de ge-
heele of ‘gedeeltelijke vracht niet ver’schuldigd is.
Veelal vinden wij die regels met groo’ter of kleiner
afwijkingen herhaald bij de ‘behandeling der verschil-
lende soorten vervoercontracten. Het is ‘dit gedeelte,
waarbij ‘de vra’ag opkomt of de regeling niet te uit-
voerig en te wijdloopig is. Practisch zal bet niet veel

verandering brengen in den tegen,wow:di.gen toestand,
behalve op een punt, dat hier wat meer in ‘bijzonder-

heden besproken moet worden.
Het ‘betreft de aansprakelijkheid van den vervoer-
d’er voor schade aan ‘het vervoer’de goed overkomen.
Zooals men weet ‘bepaalt de ‘wet hierover, dat de ver-
voerder voor alle ‘schade aansprakelijk is, ‘behalve ivan-
neer deze veroorzaakt is door een gebrek aan liet goed
zelf, ‘door overmacht of door schuld van den inlader.
De vervoerder zal dan ‘bevrijding van aansprakelijk-
heid hebben ‘te ‘hewijzeia. Zijn wettelijke aansprakelijk-
hei’d is dus streng, maar zijn feitelijke aansprakelijk-held is zod gering, dat men soms moeite heeft eehige
aansprakelijkheid van den vervoerder te vinden. Door
herhaaldelijk uitgebreidé en aangevul’e clau,ules in
d. cognossementen en ch’arters heeft- de vervoerder
zich langzamerhand schier geheel bevrjd’van de wet-
telijke aansprakelijkheid, welke regelend, geen dwin-
gend recht is. Heeft de vervoerder daartoe het recht?

Moet deze vrijheid
‘gehandhaafd
‘blijven?
De strijd
daarover loopt reeds zeer lang; ‘meer nog dan tusschen
reeder en inlader, tusschen reeder en a’ssuradeu’t. Den
inlader toch laat ‘het ‘betrekkelijk onverschillig; hij
dekt zich voor het risico, dat de vervoerder niet op
zich neemt.

in Amerika is in 1893 de. Harter Act tot stand
gekomen, waarbij de vrijheid van den ‘vervoerder om

zijn aansprakelijkheid te verminderen beperkt wordt.

Australië, Nieuw-Zeeland en Ganada zijn ‘gëvolgd.
In andere landen vooral Frankrijk is een dergelijke
beperking reed’s meermalen ernstig onder het oog

gezien. Een argument tegen eenzijdi’ge opneming in

een enkele wetg&ing was, .dat ide reeders van dat land
daardoor ‘in het nadeel ‘bij hun buitenlandsche con-
currenten zouden komen, daar zij onder onguistiger

omstandigheden zouden moeten vervoeren. Voorstan-
ders van ‘beperking waren daarom van oordeel, dat

deze materie internationaal door alle zeevarende

naties ‘behoort te worden ‘geregeld.

De saenstell’er van het ontwerp heeft zich ook
deze vraag gesteld. Hij komt tot do conclusie, dat de

tot ‘heden bestaande ‘ongebreidelde vrijheid om de
aanspralcelijkhei’d te ‘beperken en uit .te ‘sluiten, niet
langer gewenscht is en dat het de plicht van, den wet-
gever is hiervoor een grens te ‘bepalen. Blijkens 1e

wettelijke maatregelen en internationale gedachten-, wisselingen gaat de algemeene overtuigin.g in Ideze
richting. ,Het argument van ibenadeeling van den
inland,schen re’eder ‘bij eenzijdige regeling laat ‘hij niet
gelden; integendeel meent ‘hij, dat de lbetere voorwaar-

den, waaronder deze zal hebben te vervoeren, hem en
voorsprong ‘boven de anderen zuilen geven. Of dit zoo
is, zal men in ‘het midden mogen laten; waar
wij
reeds
gezien ‘hebben, dat de ‘kwestie meer den assuradeur
dan den inlader .belang inboezemt, zal waarschijnlijk de nieuwe regeling noch in de eene noch in de andere
richting werken. En dan is er zeker veel voor te zeg-

‘gen om den vervoerder te verplichten een zekere mate
van aansprakelijkheid te ‘behouden, waar, zooals de
niemorie terecht opmerkt, hij aangewezen is om voor
het goed, dat hij ‘onder zich ‘heeft, te zorgen, terwijl

de afwezige inlader niet in staat is een hand daarvoor
uit te steken. Indien dit wet wordt, moge dan oo’k die
beperking van de viij’heid van den vervoerder spoedig

tqt den ‘hinnenl.andshen beui’techipp’ei worden uitge-
breid!

De regeling wordt voorgesteld in den zin van de
Harter Act, die in haar meer ‘d’an vijf-en-twintig jarig bestaan getoond heeft aan ide behoefte te voldoen. De
beperking is niet algemeen; ten deele ‘blijft de moge-
lijkheid voor ‘den ‘vervoerder open om zijn aansprake-
lijkheid te verminderen. Maar volgens’ liet ontwerp
zal ‘hem dit niet zijn toegestaan vo,orzoover ‘betreft
,,schade veroorzaakt door onvoldoende onderhoud, uit-
rustin’g of ‘bemanning van het vervoermiddel, door
deszelfs ongeschilktheid tot het overeengekomen ver-
voer of door vetkeerd’e ‘behandeling of. onvoldoende ‘be-
wakin’g ‘van ‘liet ‘goed” (art. 470). Voor ‘deze scha’de zal

de ‘vervoerder cl us ‘zijn aansprakelijkheid niet mogen
uitsluiten; doet hij ‘dit toch, dan is dat ‘beding’ nietig.
Maar de aansprakelijkheid voor schade ‘veroorzaakt
door een aanvaring, waaraan de Icapitein van het schip schuld heeft, zal ‘door ‘den Teeder nog kunnen worden
uitgesloten. Volledighei’dshalve w’or’de er hier uog aan
herinnerd, dat ‘buiten geval van ‘schuld ‘van dec reeder
diens aansprakelijkheid voor de totale schade altijd
wordt ‘beperkt tot een ‘bedrag van
f
50 per W. inhoud
van het schip. Deze beperking tot een bepaald ‘bedrag
moet echter niet verward worden met ‘heper’lcingvan
de geheele of gedeeltelijke aansprakelijkheid zelve’. Moge hiermede ‘worden volstaan voorzoover ‘betreft
de verv’oerovereenkomst. Vermeld kan nog worden, d’at
meer aandacht dan in de ‘bestaande wetgeving is ge-
geven aan het vervoer van personen. Een veertital artikelen ‘is daaraan gewijd en wij vinden ‘daarbij
‘dezelfde indeeli.n.g van vervoer over vaste lijnen, tijd-
bevrachting en reisbevrachting, ja het vervoer van

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

799

,,stukgoederen” is niet vergeten in de paragraaf, welke
handelt over het vervoer van enkele personen.
Belangrijk is hierbij ‘weer de regeling van de aan-
sprakelijk’hci’d van •den vervoerder voor schade den

reiziger overkomen. De regeling komt in hoofdzaak
overeen met ‘die betreffende de aansprakelijkheid voor
schade door goederen geleden. De vervoerder is aan-
sprakelijk voor alle letsel den reiziger in ‘verband met
het vervoer overkomen tenzij hij bewijst, dat dit het

gevolg is van een voorval, dat ‘hij redelij’kerwijze niet

heeft kunnen voorkomen of van schuld van den reizi-
ger zelf. Komt de reiziger om het leven, dan moet de
schade vergoed worden door diens overblijvende echt-

genoot, kinderen en ouders geleden. Ook hier wordt
de bevoegdheid van den vervoerder om zich contrac-
tueel aan deze aansprakelijkheid te onttrekken, ‘be-
perkt. Het staat hm niet vrij te ‘hedirigen, dat hij niet
aansprakelijk is voor ,,schade veroorzaakt door onvol-
doende onderhoud, uitrusting of ‘bemanning van het

vervoermiddel of door deszelfs ongeschiktheid tot het
overeengekomen vervoer.” Ook hier echter voor den
reecter, die zelf geen schuld heeft, beperking van zijn
totale aansprakelijkheid voor schade gdurende een
reis aan reizigers of hun nabestaanden overkomen tot
het boitende bedrag van
f
50 per
M
3
.
inhoud. Men zou
uit de bewoordingen van het artikel ‘kunnen opmaken,
dat een reede.r dit bedrag eenmaal voor schade aan

goederen en nog eenmaal voor schade aan reizigers
zou kunnen ‘verbeuren Dit is de bedoeling echter niet.
Wij vinden, deze regeling nog eens bij de aanvaring; de
aansprakelijkheid voor aanvarFngschade wordt daar
ook tot ditzelfde maximum beperkt. In art. 540 0.
wordt dan echter daaraan toegevoegd, dat wanneer op
dezelfde reis een reeder aansprakelijk is wegens schade
doôr aanvaring toegebracht en •dor schade aan goe-
deren of reizige.i.s overkomen, zijn aansprakelijkheid
uit beide hoofden in haar geheel tot hetzelfde bedrag
beperkt is. Schade aan ‘goederen en personen wordt
hier dus sa’menenomen en zal dus in dit verband
oodzakelik ook tot eenmaal ‘het ‘bedrag van
f
50 ‘be-
perkt zijn. Toch ware het wellicht wenschelij’k, dat dit
duidelijk direct bepaald werd en niet middellijk be-
hoefde te worden afgeleid. –

Belangrijke wijzigingen worden voorgesteld voor het
aanvaringsrecht en het hulp- en bergloon. Zooals be-
kend is zijn hierover in 1910 ‘te Brussel internationale
verdragen gesloten, regelencle de gevallen, wanneer de
betrolcke.n ‘belanghebbenden niet tot hetzelfde. land,
maar tot een der aangesloten landen bebooren. Daar-
voor is een nieuw algemeen recht vastgesteld en het
was de bedoeling, dat ook Ide nationale ,wettCn ‘met de
in ‘dat nieuwe internationale
-.i’eclt gehuldigde ‘begin-
selen zouden worden in overeenstemming gebracht. In
ce.nige laaiden. is daartoe reeds ‘overgegaan; hij ons
waren. cl aar toe wetsontwerpen ingediend, maar nog
niet hfgehandeld. Deze worden nu ingetrokken en in
dit on’tvci’p ‘verwerkt.
De regeling-bij cle aanval

ing wor’clt eerrvoucl iger.
Tegenover de c’asuïstische regeling van thans en in

afwijking van liet thans ‘geldende beginsel, dat hij
beider schuld ieder zijn eigén ‘schade draagt, wordt
voorgesteld een ‘tweetal regels ,welke alle gevallen’
omvatten, Heeft é,én’ schuld, dan zal deze de geheele
schade, beperkt tot het ‘bqiende maxiteu.m ‘van
f 50
per Al”., hebben te vergoeden; hebben twee of ïneer
sehi.il’d, onverschillig of deze twee een derde schip heb-
ben aangevaren ,of d’at rIo ‘schuld ligt hij het aanva-
rende ioowel als ‘bij liet aangevaren schip, dan ‘draagt ieder de schade in verhouding tot de ma-te der schuld,
dooi’ den rechter vast ‘te stellen. Daarnaast ‘wordt een
regeling ‘gegeven ‘voor aanvaringen door. een gesleept
schip, volgens welke ook •dit schip aansprakelijk is,
wanneer cle aanvaring is’ geschied door schuld van
de sleepboot. Een betwiste ‘kwestie wordt hiermede
uitgemaakt.’

Bij het ‘hulp- en -berg-loon word-t met de onder-
scheiding tusschen helpen en bergen ‘gebroken en

voor- beiden een gelijke regeling vastgesteld. Aan

den rechter wordt niet meer voorgeschreven, als in de
bestaande ‘wet, op welke elementen hij voor de bepa-

ling van het loon acht moet ‘geven. Het ‘was ook een
volkonien nu-ttelooze poging cm tot leidend richtsnoer
te strekken. De rechter ‘bepaalde naar eigen overtui-
ging relrening houden’de met alle omstandigheden,
het bedrag en in zijn vonnis voegde hij daaraan toe,

gelet op ‘die omstandigheden, waarop hij ‘alleen mocht

achtslaan. Th’ans wordt in deze de ‘bepaling van het

loon aa ‘de,prudentie van den rechter overgelaten, die tevens – en ‘hiermede wordt in een belangrijke lacune

voorzien de verdeeling van dat loon tusschen ‘de
gerechtig-den kan opmaken.

Niet alleen voor het helpen en redden van schip en

goederen, ook voor het redden van personen is loon

verschuldigd. Het is verschuldigd ‘door den reeder en
‘bedraagt ten hoogste
f
300 voor eiken geredden
Persoon.

Ten slotte wordt een van ‘ouds bekend contract over
boord gezet. De bode-merij, welke nog voorkomt in het

ontwerp 1907, wordt thans losgelaten, als niet meer
voorkomende. Scheeps verband en -verzekering vervul-
len de functie, welke ‘vroeger door de bodemerj werd

uitgeoefend. De ‘bodernei’ij af’gesch’aft, de reeder.ij ster-
vende, het ahadon, de beperking der aansprakelijkheid,

tot aanmerkelijk kleiner proporties teruggdbracht; wan-
neer ‘straks de ‘dienstverhou-ding in het scheepvaart-
bedrijf zal worden geregeld op de wijze van het gewone
arbeidscontract, zal er weinig meer van het exeeptio-
neele in ‘hét ‘zeerecht overblijven, waarin het van de
andere rechtsve

r’houdingen verschildè en welke ver-
‘schillen voortsro’ten uit de eigenaardige omstandighe-den,, waaronder liet scheepvaa]’tbedrijf in le ni i dçlel-
oeu”wsche Italiaansche zeehavens werd uitgeoefend.
Thans is het een handelsbedrijf als een ander, het

grootere risico word-t ‘door de verzekering weggeno-
men, de vei’houding van reed’er tot kapitein, van
reeder tot -schepelingen is thans niet veel anders dan
e tusschen elken werkgever en werknemer. Geen
‘won-der dus dat langzamerhand het recht daarvan ook een afspiegeling geeft en de bijzondere alleen voor het
zeerecht geldende beginselen meer en meer verdwijnen.

Het overzicht, dat niet -bedoelt een nauwgezette
bespreking van elk onderdeel van het ontwerp, maar
d’at slechts de aandacht ‘op ‘de algemeene beginselen en
op de hoofdlijnen der herziening heeft willen vestigen,
kan ge,cht worden hiermede te zijn ‘geëindigd. Op
eenige punten, die wat zwak of niet geheel helder

schenen, is de aandacht gevestigd, maar dit neemt
geenszins weg, dat’het geheele w’erk als een pi.’achitig en

sterk stuk wetgeving mag ‘beschouwd -worden. Met deze
herzien-ing staat de wetgeving weder in het volle ‘leven
en ‘de practijk ‘kan zich weder ontwikkelen op de basis van de wet; thans laat aij de wet -terzijde liggen en ziet
niet naar haar om; voor zoove.r dwingende bepalingen
gelden worden ‘zij veelal als een -lastige rëm gevoeld.
De spoedige tntstandkoming dezer herziening is dus
ccii zaak van groot algemeen belang. Niets staat daar-aan. moer ‘in. den, weg; noch het niet politieke onder-
w’ei’p, noch de voortreffelijke voorbereiding: Mogen
wij s
poedig getuige er van zijn, dat Nederland het
nieuwste zeerecht i’ijk -is.
RIBBIUS.

VOORLOPIGE’ AANSLAGEN.
l)

Aan de Tweede Kamer is een wetsontwerp aange-
boden, dat beoogt he’t opleggen van voorlojige aan-
slagen in de direkte ‘belastingen mogehik te maken.
Er moet hier-in -de eerste plaats gedacht worden aan de rijksinkomstenbelastjng,’ verder is toepassing van

dé wet denkbaar op de vermogensbelastjng, de ver’de-
d:i-gii’i’gshelastingen en de personele belasting (niet op
de ‘dividend- en ta-ntièmebelastin-g). Het ‘belastinggeld
moet vroeger geïnd worden (waardoor ook het gevakr
van nié-invordbaarhej’d kleiner ‘zal worden), rent’-
verlies wil men voorkomen.

l) Vereenvoudigde spelling.

800

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

Vermoedeli’k is het de bedoeling de maatregel alleen

toe te passen op een betrekkeli’k klein aantal grote

aanslagen. Voor verkleining van de bestaande achter-

stand in de aansiagregeling baat zij immers, niet, in-
tegendeel, er zullen werkzaamheden tweemaal ver-

richt moeten worden. Door toepassing op grote schaal

zou de admialsiratie dan ook nog ernstiger in “t moe-

ras raken, de taak van de ontvan,gers zou omvang-
rijker worden, de invorderi’ng, die tans reeds niet
altijd met de nodige snelheid wordt gedaan, weer

vertraagd.

De voorlopige aanslagen zullen worden uitgereikt

in afwachting van ‘het on’deroek, dat de aangiften

moeten ondergaan, of, •bij de personele belasting, in
afwahtiizg van de schattingen van huurwaarde en

mobi.lai’r.

We ‘hebben hier dus te doen met een tijdelike nood

maatregel. Het is ‘duideli’k, dat deze voorlopige aan-
slagen van geheel andere aard zijn dan de voorlopige

aanslagen bedoeld in het artikel ,,Het stelsel van de

Rijksinkom.srtenbelasting” in no. 224. Hier waren
immers bedoeld voorlopige aanslagen (gekombineerd

met de definitieve aanslagen over ‘het afgelopen jaar), uit te reiken bij de aanvang van een jaar in

afwachting van de inkomsten, die gedurende dat jaar
zouden worden verkregen; zij zouden deel uitmaken

van een algemeen stelsel van aanslag in de inkomsten-
belasting, slechts ontworpen om te ontkomen aan het

tegenwoordi’ge, m.i. afkeurenswaar’dige, ,;bronnen-

stelsel.” Het al of niet slagen in de praktijk van de
tans ‘aan de Kamer vooigestelde maatregel ‘kan dan

ook niet ‘beslissend zijn ten aanzien van de ‘bruikbaar-

heid van het door mij ‘geopper’de den’kbeeld.

Het wetsontwerp wijst de aanslag van ‘het vorige

jaar ‘a’an als
maximum
voor de voorlopige aanslag. Kan

men, wat de personele belasting b.v. betreft, hier-
tegen geen ‘bezwaar hebben, ‘an’ders ‘is dit ten opzichte

van de inkomstenbelasting, die hier toch in de eerste

plaats ‘bedoeld wordt. Eén van ‘beide schijnt noodza-
kelik. Of de Minister ‘heeft het voornemen de aanslag,

van het vorige jaar ‘steeds als
basis
te nemen, zodat hij

de inlevering van ide nieuwe aangif’te’niet behoeft af te
wâcbten. In dit geval zal hij ambtenaren en publiek
een last opleggen, die te
vermijden
is •en die voort-

vloeit uit de correctie van tal van te, hoge voorlopige

aanslagen. De ‘belastingplichtige heeft ni. recht op
uitstel van ‘betaling, indien hij aa’nnemel’ik maakt, dat
de definitieve aanslag waarschijnl’ik lager zal
‘zijn,
een

regeling, die niet geschikt is om de bestaande achter-stand te d.oen verdwijnen. Of de Minister is van plan
deze last ,te vermijden en voor, te schrijven, dat ‘de

voorlopige aanslag overeenkomstig de aangifte moet
worden opgelegd, wanneer deze lager is dan de aanslag

van het vore jaar. In dit ‘geval is het onbegrijpelik, waarom ‘de aangifte ook niet als basis zou worden
genomen, wanneer zij hoger is dan de vorige aanslag,
en waarom de Minister zich dit bereikbare en zeker
niet onbelangrijke voordeel ‘wil laten ontgiippen.

Mogel’i’k kunnen de .biljettn in het eerste geval iets vroeger worden uitgereikt, maar ‘dit verschil zal op de
betalingen wel zo goed als geen invloed hebben. Ook
moet ‘bedacht worden, ‘dat hij de ‘tegenwoordige stand
van zaken tal van aanslagen eerst worden vstgesteld,

nadat reeds de aangiften voor het volgende ‘belasting-
jaar zijn ingevuld;’ de laatste zijn ‘dan
bij’
de’ .admi..
nistratie het vroegst ‘bekend.

Waarom wijst dus het wetsontwerp niet de aangifte
als basis van de voorlopige aanslagen aan? Of nog’
beter: hetzij de aangifte, hetzij de aanslag over het
vorige ‘belastingjar.

Want het is een feit dat de ‘belasting-
plichtigen dikwijls
bij
‘het definitief vaststellen
van de balans weinig voortvarndheid tonen. Het
is geen zeldzaamheid, dat de ‘balansen van zaken, bij

welke geen abnor’male omstandigheden in het spel
zijn, meer dan een ‘half jaar na het einde van het boek-
jaar gereed komen. Vertraging van de voorlopige aan-

slagen tengevolge’an dit euvel moet ,de Minister

kunnen voorkomen. ‘
Een zware éis zal gesteld worden aan de betalings-
middelen van ‘het publiek en een merkwaardige rijks-
rnddelenstaat zullen we wellicht te aanschouwen

kri,gen, wanneer de beoogde ‘maatregel over enige tijd
uitgevoeid wordt.
W. J.
DE LANGiN.

DE NEDERLAND.SCHE ZUiVELiNDUSTRIE EN

ZUIVELHANDEL ONDER IN VLOED VAN

DEN OORLOG. IV.

VII. De toekomst voor onze zuivelindustrie en

zuivelhaxidel.

Het ‘is niet
mijne
bedoeling, mij te wagen aan

ecoomische voorspellingen. Zullen de ka’asprijzen de

eerste vijf jaren hoog zijn? Zal de wereldprijs voor

gecondenseerde ‘melk zich op een laag niveau ‘hand-
haven? Zal de werel’dproductie
stij’gen
of dalen? ik

geloof, dat alle tijd, die op ‘het oogenbl’ik ‘besteed
wordt aan de beanbwoording van ‘deze en dergelijke

vragen, vrijwel verloren is. In het afgeloopen jaar
zijn wij eerst van hooge zuivelprbzen gevallen tot zeer

lage en daarna
zijn
de prijzen even onverwacht weer

ster’k gestegen. Alles wijst er op, ‘dat ‘dergelijke sterke
schommelingen voorloopig. zullen ‘blijven optreden.

Hoè de lijn’ zal loopen, weet echter niemand. Wij moe-
ten afwachten.
De elkveeho’uder weet vandaag n’iet of hij morgen

nog een loonenden prijs zal ontvangen voor zijn melk.
De zuivelindustrie weet niet of zij over enkele maan-

den nog voldoende grondstof voor haar bedrijf zal
kunne,n ‘krijgen, en of zij de producten regelmatig
tegen jrjzen zal kunnen verkoopen ‘in bi’nen- en

buitenland, die het mogelijk maken het bedrijf’ in

stand te ‘houden. Alles is onzeker; ‘de risico’s zijn
geweldig veel grooter ‘dan v66r’den oorlog, ‘toen de
toestand voor heide zijden van het ‘bedrijf, de bedrijfs-

kosten en ‘de opbrengsten,
vrij
stabiel was.

De eeni’gste zekerheid, ‘die de veehou’der de ‘zuivel-
bereider, heeft ten aanzien van de toekomstige uit’
komsten van zijn bedrijf is, da’t deze zeer onzeker zijn. En op deze wetenschap moet hij
zijne
daden baseeren. –

Hij moet zooveel mogelijk zijn ‘bedrijf inrichten op
allerlei mogelijkheden; hij moet ‘bedacht zijn op plot-

selinge ‘wijzigingen; hij moet gereed staan om zich
aan te passen aan de veranderingen, die zich kunnen
voordoen. Blijkt uit mijne vorige ‘beschouwingen ‘reeds,
dat de gezonde grondslag waarop de zuielbere’iding
met alles wat daarmede verwant is voor den oorlog
was opgegoeid, onder invlded van den wereidstrijd

grootendeels is ondermijud, thans moet ik – spreken-
de over de toekomst – constateeren, dat de herbouw
van die grondslagen moet geschieden onder omstan-
digheden, die veel ongunstiger zijn, dan die waar-
onder wij vrbeger ‘werkten. Juist ‘het wiselen’d’e ‘in die
omstandigheden, de plotseling optredende ups and
dowus, maken, d’at de ‘bedrjfslei’d’ér niet kan’ werken
volgens een bepaald plan, ‘doch dwingen hem voort-
durend in alle richtingen te zien ‘en telkens opnieuw
den koers vast te stellen, waarnaar hij het roer moet
richten.
Aldus trekken de economiSche omstandigheden
eiken ‘dag alle energie tot zich van hen, die geroepen
zijn tot ‘het vervullen van deze ‘belangrijke taak. Zij
mogen geen oogenbli’k rusten, zij m’o’eten ‘steeds gereed
staan om het roer om te werpen op ‘het juiste oogen-
blik. Deze ‘eisch geldt o’p het oogenblik voor elk ‘be-
drijf, voor elke industrie, voor elken tak van h,andel. Zijn vervulling is ‘moeilijker naar gelang het ‘bedrijf
ingewikkelder , is; zijn vervulling is zeer ‘moeilijk
voor het uiterst ‘gecompliceerde bedrijf ‘der productie,
verwerking en verkoop van melk.
Het is niet ‘mogelijk, algemeene voorschriften te
geven, waardoor men zich’in ‘bijzonderheden kan laten

leiden
‘bij
‘het vaststellen van de richting, waarin men
het ‘bedrijf ‘moet sturen om ‘de resultaten ‘zoo gunstig
mogelijk te doen ‘zijn. Wel kan wor’den aangegeven, ‘bij’

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

welk punt ‘men moet aanvangen lbij het dagelijks be-

oordeelen van den toestand en welke richting in de
eerste plaats moet worden in ‘het oog gehouden doQr

haar, die in meerdere

of mindere mate invloed kan

uitoefenen op de omstandigheden waaronder het ‘he-

d.rijf werkt: door •de Regeering.

T
e
lke
is de meest vooraanstaande factor waarop de
zuivelindustiie hare aandacht moet concentreeren? De

praktijk heeft het geleerd: in de allereerste plaats
dient te worden gelet op den afzet der producten. Dit

is de voornaamste factor, clie den bloei of het verval
van de meikveehouderij en ‘de zuivelindustrie ‘be-
heersoht. Indien afzet der pro’ducten regelmatig en
tegen goede prijzen plaats he’ef t, werkt dit verheffend

op liet bedrijf. Alen is dan in de gelegenheid, ‘de pro-
ductie op ‘te voeren men kan kapitaal in het bedrijf
steken om dit op een lioogei’ peil tebr engen, men kan
nieuwe methoden. beproe.îen en, zoo noodig invoeren.

Bij goede verkoopsmogelijkheid der producten is er,
wat ik zou willen noemen, ruimte om het bedrijf te

veredelen.

Heeft daarentegen de verkoop der producten te

kampen ‘met groote moeilijkheden, dan drukt dit op
het geheele bedrijf. Er ontstaat eene neiging, mis-
schien zelfs noodzakelijkheid om de productie in te
krimpen. Men wordt zuinig, misschien te zuinig; men
durft geen kapitaal vast te leggen, omdat men be-
vreesd is, hiervan geen opbrengsten te verkrijgen.
• Enkelen ‘wagen misschien hier en daar wat, doch het
bedrijf als geheel is ingesloten; gelegenheid voer

expansie ontbreekt.

Daarom – iedere zu.ivelberei’der weet het
bij
ervaring
– dient in de eerste plaats gelet ‘te worden op den af-
zet der producten. En het is duidelijk, dat onder de
huidige, onzekere omstandigheden kracht’ gezocht moet worden in ‘duurzaamheid en veelzij d’igheid.
Duurzaamheid wordt verkregen •dooi sol’iditeit; door te zorgen voor goede kwaliteiten, voor ‘een ‘goed ver-koopssysteem, voor coulante voorwaarden; door alles
wat op gezonde wijze de relaties met onze koopers
veraangenaamt. En, het is duidelijk, .veelzijdi’gheid
wordt verkregen door die rlaties aan ‘te binden naar zeer vele zijden. Wij moeten werken in alle landen,
in alle streken, waar iets yoor ons te doen valt. Wij
moeten er rekening mede houden, dat een land, dat 1
heden als ‘belangrijke kooper optreedt, morgen kan
zijn uitgeschakeld. Op idatzelfde oogenblik moeten wij gereed staan, om onzen afzet in an’dere richting
uit te breiden. Wij mogen niet afhankelijk zijn van,
twee of drie richtingen.

Het is n’iet mogelijk, aan de zuivelindustrie hier
een schema aan te wijzen, ‘hetwelk zij ‘moet volgen.
Alles hangt af van het persoonlijk inzicht en het
initiatief van ‘degenen, die op dit terrein werken.
Maar een algemeene raad kan men allen geven: zoekt duurzame’ en veelzijdige afzetgebiede.

Naast de belanghebbemien zelve is er nog een
factor, die op het welslagen van hun streven ‘invloed’
kan uitoefenen. Ik ‘bedoel hier de Regee’ring; zij kan
in het algemeen een’i’gszins :en arbi’d ‘der belangheb-
benden ondersteunen; zij ‘kan in zeer ‘hooge mate ‘dien
arbeid bemoeilijken en wet eenmaal tot stan’d is ‘ge-

bracht, afbieken. Zij kan ondersteunen ‘door het
sluiten van ‘guhstige handelsverdragen, doör ‘de han-
deisvoo1lichtiDg in het buitenland ‘te ‘bêvor’deren, door
in
liet
algemeen. ‘het ha’n’dchverkeer te vergem’kke-lijken. Dit is een zeer möeiljk ‘terrein. Even gemakke-
lijk ‘als ‘liet ‘is, ‘hiervodr algeeeue regelen en principes
te ‘geven, even moeilijk is .het, om in de praktijk de
juistegiens te’ vinden fuaschen ‘datgene wat nuttig is

en niet te ‘kostbaar en ‘datgene wat’nurttelöos isof ‘iet
rendeert. Speciaal voor ons kleine land is het vinden

van die grens moeilijk. Ik ktn er dan ook on’ze R.egee-
ring geen vetwijt van iaken, indien ‘de ‘ponitieve

steun, dien de ‘handel van ‘haar ondervindt in ‘de prak-
t.ij’k rDiot meevalt; in’diennaast veel ‘d’at prjznsivaardig

is, nog ‘zeer veel staat, dat wenscheljk is, doch nog
niet ‘bereikt werd.

Des te meer echter mag men aan ‘de Regeering den

eisoh stellen, zorgvuldig alles na te laten, wat op de
ontwikkeling van industrie en handel een remmenden
invloed heeft, ‘zonder daarnaast een zeer groot nut

,voor het algemeen af te werpen. Hiermede ben ik
gekomen aan ‘de duistere Wolk, die het leven-‘gevende

zonlicht belet, om tot de zuivelwereld doo’r te 1dringqn.

Onder de moeilijke en veelal zorgwekken’de invloeden,
welke thans algemeen op ‘handel en industrie inwer-
ken, is er voor ‘de zuivelindustrie één, d.ie alle andere

overtreft. De regeering belemmert op een wijze zooals

slechts eene regeerin’g dit doen kan, hare vrije ont-
wikkeling. Op de neest ohbereken’bare wijze legt zij
aan de bedrijven h’are diep ingrijpende voorsdhriften
op. Ik sprak ‘boven van de o,zelcere ‘invloeden der iute’matiale economische verhoudingen; ‘deze ver-
zinken geheel in het niet, indien men ze vergelijkt

met ‘den invloed van de Regeering op het zuivelbe-
drijf, op den zuivelhan’del.

• Het is niet mogelijk, de Regeeringsmaatregelen in kort bestek te beschrijven. Ter demônstratie geef ik
slechts enkele voorbeelden. Van ‘de botetproductie

wordt elke wee]c bepaald, welk percentage mag worden
uitgevoerd. Indien men een dusdanig percentage nu
bv. vo’or een jaar vaststelde, zou het mogelijk zijn,
hierop een ‘g’ereg’elden handel te ‘baseeren. Doch ook
dit – overigens zeer onpraktische en s’taa’tsrechtelij’k
niet ver’dedigbare systeem – wordt niet gevolgd. Alen
maakt den ‘boterbereider in zijn exportbedrijf geheel
afhankelijk van de ‘wekelijksche inzichten van de
Regeeri’ng. Dat ‘die ‘inzichten niet gekenmerkt worden
door veel vasthei’d blijkt wel uit het volgende lijstje •der wekelijksche ui’tvoerpercentages ‘voor boter in
1920:
Maart

0
Juni

35 20 30 20
35 25
7
25
Juli

7
April

35
7
40
,

15
40
20
40
25
Mei

50
Augustus
40
GO
40
50

20
35
20

De eportheffing ‘bedroeg tot 26 Juni 5 cent per
K.G., ‘daarna 25 cent per K.G.

De ‘kaas is er al niet ‘beter aan toe.
Op
25 Mei wordt
de uitvoer praktisch geheel vrijgegeven tegen eene
export’heffing van 15 cent per K.G. Op 26 Juni
wordt bepaald, ‘d’at nog sleohts de voorraa’d op dien
dag op dezelfde condities wordt vrijgegeven. Op
10 Juli wordt de productie van 26 Juni tot 10. Juli
vrijgegeven tegen eene exp’ortheffin’g van 25 cent per
K.G. Op 20 Juli wordt medegedeeld, dat van de pro-
ductie van 10 Juli tot 3 October onder geen voor-
waarde its izal mogen worden uitgevoerd.

Ziedaar en:kele staaltjes van de wijze waarop de
Regeering aan het Zu’ivel’bedrjf speciaal ten aanzien
van den expot alle stabiliteit outneemt. Waar liet
hare plicht was, ‘in deze ‘belangrijke en ‘moeilijke tijden
zooveel mogelijk alle hin’derpalen weg te nemen, doet
zij het tegendeel en ‘plaatst om ‘de geheele industrie
een muur, die haar alle bewegingsvrijheid en uitzicht
beneemt.

Waar ‘dus vaststaat, dat bezien uit het oogpunt van
fri’elkveehouderij, ‘zuivelindustrie en ‘han’del – ‘de zeer
•groote nationale beteekenis vdn deze bedrijfstakken
toonde ik reeds aan – het regèeringsbeleid zeer ver-
Werpelijk is, ‘moet ‘de vraag ‘gesteld worden of deze
va’n.grjke opofferingen wellicht worden geëischt
dooi n’og grootere lan’ds’belangen. Het hoof’ddoel, dat
men ivensch.t te ibe
i
reiken, is, de melkprjze’n voor den
consument op een bepaald niveau te houden; daar-
naast wil men ‘ook de ‘boter- en kaasprjzen drukken.

FA

802

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

15 September 1920

Afgezien van ‘den zeer gerechten twijfel, of dit, doel

op den duur door de aan,gewende middelen wel bereikt
wordt, meen ik, dat om verschillende algemeène. rede-

nen dit streven moet worden veroordeeld.
Ik acht het denkbaar, dat de Regeering van mee-

nin’g is, dat zij invloed dient uit ‘te oefenen op de
leveuskosten van ‘s lands burgens. Maar dan moet zij

dit ‘in het algemeen ‘doen. Indien zij van deze meening

is, kan zij niet volstaan met zich ‘te bemoeien met
zeer enkele artikelen. Daarmede kan zij slechts voor
het niet-oordeeiende publiek den schijn vestigen, dat
zij’ de ,,Duurte” bestrijdt; inderdaad doet ‘zij dit n.iet.

Wat geeft het, of de melk enkele centén per L. in

prijs gedrukt wordt, indien men ‘den huishuur, de
kleeding, het brood, vleesch, aardappelen, groenten,

vet, m’argarine vrijlaat? De beïnvloeding van de alge-
meene levenskosten dooi de Regeering is principieel
verdedig’baar; het drukken van alleen de zuivelprijzen

niet.
Ook ‘de wijze, waarop ‘de Regeerin’g optreedt, is niet

juist. Zij maakt ‘bij voortduring ‘gebruik van bevoegd-
heden, ‘die de Volksvertegenwoordiging haar voor den

duur van den’ oorlog verleend heeft. Bevoegdheden,
die in ‘de zeer ‘bijzondere oorlogsomstandigheden te
verdedigen waren, doch die op het oogeublik in geen
enkel op’zicht meer passen ‘bij onze staa’tsrechtelijke

beginselen en waarvan ‘de uitoefening onze hoogste

bur.gerrechten met voeten ‘treedt.
Aldus is het onze eigen . Regeering, die, met

onjuiste middelen ter’ber eiking van een schijn-doel
den Nederlandschen landbouw, de quivelindustrie en den %uivei’handel ernstig ‘belemmert i.n hunne vrije

ontwikkeling.

Wat zal de zuiveltoekoms’t voor Nederland ‘bren-
gen? Er valt weinigvan te zeggen. Alle economische
verhoudingen zijn zeer onzeker. De toestand eischt ‘de
volle energie van den boer, van den fabrikant, van

den handelaar. En in
de
allereerste plaats vereischt

hij een nauwkeurig volgen van, een met groo’te soepel-

heid zich aanliassen aan de omstandigheden, ‘die den
afzet van de producten beheerschen. Hij.v’ereischt het

openen ‘van een ‘zeer veelzijdig afzetgebied.
De Regeering maakt het den betrokkenen onmoge-
lijk aan deze e.ischen te voldoen. Gaat.zij nog lang

hiermede voort, dan rust op haar
de
verantwoordelijk

hei’d voor een landbouw, een zuivelindustrie, een handel,
die ‘bij den èersten ernstigen stoot ineenstorten. Dit
is de eerste gedachte die ons vervult ‘bij het bezien .van
‘de toekomst,. Wij kunnen slechts hopen, dat de Regee-
ring spoedig aan ‘het bedrijf ‘de vrijheid geeft ‘waarop

het recht h
e
eft Ook ‘dan is de toekomst nog zeer

onzeker. Maar men zal zich met alle energie kunnen
geven aan ‘het ‘oplossen van •de omvangrike mpeiljk-
heden. Men zal dan opnieuw kunnen opbouwen het

gezonde bedrijf van v66r ‘den oorlog, een ‘bedrijf, dat
in tijden van voorspoed sterk bijdraagt tot onze alge-
meene volkswelvaart, en dat in tijden van tegenspoed
in stént is menigen stoot te verdragen.
G. J.
BLINK.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

.4 rbeidersbeweging; han.delsbeweg’ing
gedurende Augustus; het prijzenvvraag-

stuit:.

Onze Lon’densche correspondent schrijft ons d.d.
10 September:

We are in the m’idst of the crisis, and all specula-
tion as to the outco’me is a pretty exercise in
ingenui’ty, ‘bu.t nothing more. It looks on the one hand
as if the outcome was to .dopen’d on factors which
have nothing to do w.ith the issue directly at all.
These wider issues are on the Government side the exploitation of the fear of Bolshevis’m and ,,’direct
acti’on”, in order ‘to secure a new ‘majority in a panic
election, and ‘on the ‘basis of this to enact .stringen’t
anti-extremist legisla’tion. In that event, we may look
forward to a period somewhat similar ‘to that throu,gh

which the United ‘States h’éve rëcently passed. On .the
other si’de, the miners may be playing for a policy of

ii a t i
011
a 1 is atio n, for the pretige of a big ‘direct

action vietory, and the claim on the grati’tude of the
consumer for a lowering of ‘the price of coal. On the

other hand, the risks of util’ising the situatidn in this

way pi’esents many da’ngors for botih sides. But .tak,ing

the ‘tone of public opinion as it is, there is no doubt
to my mmd where the ‘balanee of. advantage lies at

the moment. The general pu’blic is indifferent where

it’is not ‘hostile, ‘and no very great enthusiasm is to be
•discoveied in the trade union ran’ks, in ‘spite of the

favourable vote at the Tra’de Union Oon.’gress. Among

other factors, 1 ‘find that t’he group of ‘middie class
supporters of ‘the Labotnr movement ‘d’isinclined to

of ± er ‘much sympathy, ma.i’niy on, the rou’nd that the

surplus, derived from the sale of coal abr.oa’d, is in
itself an iliegitimate son ree from which to subsidise

the local co,nsum’er here.

A very clea’r-headed meniber of ‘the L ah o r

M
0
v
e m en t, whom 1 met today, was by no mearis
without hope. His argument was to the effect t h a t

t h e r e
w
i 11 b e no s t r i k e. Too much ‘attention

has been paid ‘to the last ballot. This was ‘bou’nd to go
in fav.our of the Executive, for otherwise the miners

could. not have shown• that they desired a rise of

wages. But t’h,ere is bound to be an offer from the

Government, and, since the m’oderates on.ly
require

20.000 votes to turn the scale against a strike,

any’thing like a reasonable ‘offer will mean an ‘end of’

the trouble.

At present, there is, unfortu’na’tely, no sign of
en

offer w3hich can be coustmued as so reasonable that
the miners will accept it. At yesterdays meeting of
the President of t’he B o’ar’d ‘of Trade
wi’t’h the M’iners Execu’tive, the only offer
made was one to su’bmi’t the wâges to an impartial
boar.d of one kind er another. This was refused. Only

as the deputation was leaving something was said

w’hich might lead to .bigger resuits. The President was
askod whether he ivould agree to su,bmit the price
question, as
well
as llhe wages guestion, to arbitration.
This inqu.iry received a hostile ariswer. But’here there
woul’d rdally seem a line of coneiliation.

The difficulty ‘here is that the Government argues

that the price of coal is not a mat’ter for ‘the miners
to sett,le, ‘but must ‘be settled, and h’as in fact b e e n
settled, :by the na’tional Legislatu’re, in sefar as the
decision of the Government to raise the priëe of coal

by 14/2 d per ton bas been ‘debated in Parliament, and
acceded to. Oonsequ’ently tliere must be foun’d some
formula by which Parliamenta’ry control eau be
reconciled with extra-P’arliamentary. act,i’on. 1f this
formula can ‘be found, well and ‘good: if not, the
1
outlook is depressing.

In any case, sooner om later, we will have to find

‘some way by which ‘those questions eau be set’tled
‘without .the constant intrusion of’ these poli’tical
probiem. A’s T have rnention’ed ‘before, the Govei’n,men’t

represents ‘both the public and the owners, and the
only logical solu’tion would ‘be come court competeint
to review ‘all the questious at sta’ke. The’ respousibility

Zr accepting or rejecting ‘the a’dvice of such a ‘body
would still ‘be the Gover.nments’ an’d wîhatever bo’dy
‘of w’orkers it happened to be negotia’tin’g w’ith: but
it would enable the intricacies of such questions to ‘be
1
worked out with much less fiction than is generated

now.

T h e o t h e r t r n u b 1 e s whioh T mentioned ‘last
‘week are none of. tihem settled, and in fact have gone
from bad to worse. With a ‘bad winter in front of us,
and tra’de declining, it is exasperating to see these

futile “cli’sp]ays of folly, and the masters are hardly
bettem than the men. In ‘the eleetrical trades disputes,
for instanee, i’t is dis’binetly the empioyers who are

now in the wrong. The print,ing trades dispute may
stiJl extend over ‘the whole country, and there is a

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

803

dangei that the •electrical workers may cali out dec-

tricians in other industries in retaliation forthe lock
out. Amid all this confusion, the significance of fihe
A u g u s t T r a ‘d e R e t u r n s is in some danger of
beiiig oveilooked; Values have moved as fol.lows:
August 1.920 as compared with July 1920. (In mii-
hou £ stg.).

Impor.s •…
£ 153.3

£ 20.1

les…..

. 12.2
iCt.
Exports
..
9 ……
22.5

]ess…..
16.4
Rcexports ..,,
13.4 ……
4.5

less…..25.1

August 1.920 as conipared with August 1.919:

Inipr.ts ……
£ 4.5 ……3.0
pOt. more.

Exports ……..
40.1 ……53.6

more.

]le.exports ……
1.9 ……12.6

less.

Year 1920 to date as compared with year 1919:

Iniports ……£
333.9 ……32.5
pOt. more.

Exports ……..
415.0 ……53.6

more.

Rc.exports ……
84.6 ……102.5

more.

As regards Q u a ii t i t i e s, the Estimateci Weig’ht
of Imports was (1.000 tons)
August August August

1913

1919

1920

ii’ood, Drink & Tobacco ……….
1529

1321

1263

:Rav niaterials
&.
uiuri’ï.d
articles ..
2709

2240

2383
Articles wiiolly or Maïnly m’fd

659

389

655

Total ……
4897

3950.

4301

The result is that the exports have suuk somewhat
helow the level of those of June, so far as values
go, and unfortunately, we have nofigures which will
tehi us the change ;in quantity. The deoline is a suf-
ficient warning as to the clan.gers of the present
position.

The Currency Con troversy has been
raised in a decidediy uew way this week, in cori.nection
with the coal strike and at the Trade
Un i o n 0 o n g
T
e s s. The miiners’ claim that they
are helping to lower the coat of living by pressing for
a reduction of 14/2 per ton hascalied forth the pro-
test of a group of ocoriomists, including Mr. Teyaes
and Prof. H. S. Foxweli, and two practical ba.n.kers,
Messis. R…Brand and 0. T Falk.
rflieji,
argu
meut is that as the cost of living depen.ds on the
relation .betweeii money and .goods, a reduction in the
price of coal would leave fthi,ngs in the a.ggregate
wliat they were; the price of coal would f all, that
of other goods would rise. ,,The conimwrity as a
whole would be no botter off than •before.” This bas

so far
not
been replied to by the niinOrs, but if the
Government bas to replace the loss to’ the Exchequer
from reducing the price of coal by increasecl taxation
in other directions, it wopid ho possible to argue that
thou:gh the price of coal to seine classes were lowered,

the effect on other comniodirties would be ‘offset by
the -reduction in ‘the available meaus of purehase
owing to the hi.gher taxation.
–1 the secoiid place, the T r a d e U n .i o n 0 o n-
gr
nss Jias been considoring a report na the oost
of living in which the subject of infiation has been
assignod- -the m aj or p1 ace.
-This reperthas been rather rougbly handled by a
portioi1of the pieas, who point to the fact that the
practics.lmen regarded -production as the ma.in reasnn,
ihilst the – question.-of.currency was inrtroduoed by
;,thioorists’–I’tis some-saitisf.ctien to see the Labour
Movemenit- awake to-.tlte.daager of inflation, .tho-ugh
it has so far had littie- effect on the various wage
dnmands.Por
c
time.theio iiîasa dangerous tenidency
in- tihe.Labour..world to.support. freak sohemes for
local currenczios, which wora.o pay for houses, but
with.the pivbhieation.of, this-report we ought to hear
no more of.suh.plans. -The ca.pital market…is:ery. quiet,:though a new
cotporation. lai .iiasjust.bè.n.underwritten. This
is :in issue of £ 5. millions..for.housi.ng
puiposes, di-
vicied amoni.iive towus:. the.rate.offered being 6 percent, and’the.issue .prioo 9536.perct..
This morninigispublished:.the first.l’ist of ex-

German stea.meis to be disposed of; since these are
all passenger liners, of vhich there is stili a shortage,
there will probaibly be no difficulty in disposing of
them.

The floating de.bt position is as foliows:

Increase or decrease

September
411920

on week
Advances byBank
of England …..£

46.250.000

£22.500.000
increase
Advances from Go-

vernm.Departm.
,, 151.691.000

,,
7.050000
decrease
Treasury Buis

outstanding
..
. .,,
1.069.009.000

2.273.000
inerease

Total …………
,,1.266.950.000

17.723.000
increase

The B a n k R e t u r n shows the following varia-
tiens:
Ptdblic Deposits . ………£

67.320
increaie.
Other Deposits …………
3.649.059

do;
-Government $eeur.ities ……
2.220.000

do.
Other Securities ………. ..
873.732

do.
Reserve

……………..,

619.442

do.
Note Circulaton ………
, 623.955
decrease.
Ooin and Bullion ……….
4.513
decrease.
Reserve l’roportion 113/
4
per cent, beuiig a risc of
t-per cent.

.

The Currency eirculation. Jias risen somewhat this week, the notes outst-anding hong £ 455,101 high-er

than last week. The gold and foto reserve remain
the same. The notes ca.lhed in for cancellation have
fallen to £ 3,628,899, a decline of £ 452,719.
1 had occasion a fortnight ago to call attention

to the difficulties of the Q u e e n sla nd Go v cru-
nu eni t in oonsequence of its policy over leasehol-ds.
It appears from the comments iii the ,,Tim

es” that
the policy of the Arge n tine Government in
introducing a bill for expropriating sugar stooks at
less than ‘tho maiket value of such stoeks is creating
o very urifavourahle impressioo. The matter is the
more Fnteresting in that the sanie paper has recen.tly
heen discussing the proper pohicy for the Loudon
monoy inarket to pursue with regard to fo-reiga hoans.
It is obvious that at a time of world shortage of
caijital like the present, invesbons eau more er less
piok and choose, and that Governinents which of f end
the mies of financi al equity caiunot complain if tihey
do not get the funds thiey need. The matter is inte-
mes tiug as sho-wing ii
0W
uriiiversal is the tendency to
cnt doen, the privileges of capital.ists. With ‘the United
States enio-rcing prohibition without compensatio n,
and the Argentinian Government seizing sugar stocks,
it almost looks as if the capitalit was deprived of
his last refuge from the sorrows of Europe. On the
geuerai questioni of foreign loans, it is obvious, that
in the long ru11 those ceutres which caiunot lend must
make way for those that eau, and u.nieas we are to
have perpetual contrl of the capital maiket, the
safest borrower aL the highest mate is going to get
what capirtal there is.

1 do not as a -mle -deal with political problems,
hut there
is
one aspect of the Iri-sh problem which
deserves mention. The policy of repri-sals is havivag a
sem-ious effect on the mest successful aspect of the
Irish agricultural movement, the Oo-operative esta-
blishments. The di-struction of creamerios will of
couiue -affect food prices, but the high coat of insu-
rance is preventing the work from proceeding. Some

se-rious comments of this aspect of the Irish -situa-
tion were made by Sir Her ace Plunkett, who deserves
well of his country, in a recent issue of the ,,Times”.
The Labo-ur Situation at home is pushing the Rus-
sian proihiem in the background at the moment, hut
it would ho idIe to say ‘that in this respect lihings are
inaproving. The attention of the Labour movoment
is heing diverted, and there is no sohid bocly of
opinion outside it to pijsh the matter forward. Thè
financial relations of the ,,Daily Herald” vith the
Third International are necessarily having a bad
effect, the languis-hinig of peace negotiations still
worse. Altogether the -si-tuation is almost hopeless,

804

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

and it would be much bettor if the virtually defunct

negotiations were officially daad. Then we would
at least know definitely where the West stood in
relation to the Sovjet Government.

DE METAALDEKKING DER JATASOTIE BANK

Ten vervolge op de beschouwingen over dan oco-

nomischen toestand in Indië in het .afgeloopen jaar,

ontleend aan het verslag van iden President de:r Java
sche Bank, welke afgedrukt werden in ons vorig

nummer, volgt hierondr hetgden in dit verslag over

de metaaidekking der In’d.isch Oirëulatiehank ge-
zegd wordt. In dit verband willen wij wijzen op het

dezer dagen verschenen werk van Mr.
G.
Vissering

,,Muntezen
en
Circul artiebanken in Nederlandsch-

Indië”, waarin
cie.
motieven woraen uiteengezet, wel
7

ke de Neder]andsche Bank hebben doen besluiten, de

goudafgifte aan Indië te staken.

Ook dit jaar kan met voldoening worden geconstateerd
(aldus het verslag) dat, in weerwil van alle moeilijkheden,
de Javasche Bank er in is geslaagd, om de metaaidekking
voor hare obligo’s boven dc 40 pCt. te houden en dat zij
dus geen gebruik behoefde te maken van de faciliteit haar
verleend, om die verplichte metaaldekking, zoo noodig, tot
20 pCt. te laten terugloopen.
De moeilijkheid om de metaaidekking op peil te houden;
werd in het afgeloopen jaar niet weinig vergroot, door de weigering der Nederlandsche Bank om verder goud voor
Indië af te staan.
liet besluit hiertoe werd door de Nederlandsdhe Bank in
Augustus 1.919 geheel onverwacht genomen en kwam voor
de Javasche Bank op een zeer ongelegen tijdstip. In het
volle vertrouwen, dat de Nederian’dsche Bank de Koloniën
steeds zoo noodig van metaal zou voorzien, had de Javasche
Bank hare middelen te Amsterdam belangrijk versterkt,
teneinde voorbereid te zijn op de sterk toenemende vraag
naar ïemises op Nederland, wanneer de groote winsten,
diehier te lande in decultures werden gemaakt daarheen
zouden moeten worden overgebracht, en zoodoende hare
traditioneele taak van handhaving der wisselpariteit tus-
schen Indië en Nederland naar bdhooren te kunnen vol-
brengen. Het spreekt vanzelf, dat zij daartoe alleen in
staat is, indien zij de zekerheid ‘heeft, dat hare saldi in
Nederland op een gegev.en oogenblik, wanneer .dat in ver-band met hare positie noodig mocht zijn, in metaal kunnei worden omgezet. Zulk een oogenblik rwas voor laar aauge broken, toen hai’e bankbiljettencirculatie en hare rekening-
courant saldi, als gevolg van de financiering der Indische
oogsten, zich in sterk oploopende lijnen gingen bewegen en
in overeenstemming idaarmede de metaaldekking steeds
ongunstiger verhoudingen ging aannemen. En juist toen
kwam de weigering der Nederlandsehe Bank, om voor de
vorderingen, welke cle Nederlondsoh-Indisehe circulatiebank
op haar kon doen gelden, metaal ‘beschikbaar te stellen.
De saldi, welke de Javasche Bank in verban.d mt hare
wisselpolitiek gewoon wks in Nederland aan te ‘houden,
kregen door dat besluit der Nederlandsche Bank plotseling
een geheel ander karakter, ‘hetwelk aan hunne ‘bruikbaar-
heid ernstig afbreuk deed. Onder deze omstandigheden zag
de Javasehe Bank ‘z.ich zeer tegen ‘haren zin genoodzaakt
hare aankoopen van Nederlan’dseh-courant tot ‘het strikt
noodige te beperken en zich verder ‘te onthouden van het
uitoefenen van eenigen invloed op het koersverloop ‘van den
Naderlandsehen gulden. Deze begon dan ook al spoedig
disagio te- doen, zoodat T. T. Amsterdam op een gegeven
oogenblik zelfs voor 105 verkrijgbaar was.
Het ligt niet op mijn weg in eene beoordeeling te treden
van vorenbedoeld besluit der Nederlaudsehe Bank, waaraan
ongètwijfeld gewichtige redenen ten grondslag ‘hebben ‘gele-
gen, ‘doch dat het, wegens de daaruit voortoloeieisde gevol-
gen, te betreuren valt, dat de noodzakelijkheid tot ‘het nemen
van dat besluit bestaan hbeft, zal moeilijk te ontkennen zijn. De verbreking fvan •de sedert jaren Lbetaande eenheid in
het muntwezen van Nederland en Indië, die feitelijk reeds
een aanvang had genomen, toen in Nederland t,t de uitgifte
van in Indië niet gangbare zilverbons werd overgegaan, en
later in Indië hetzelfde met de muntbiijetten werd gedaan,
heeft door cle weigering der Ned’erlandche Bank om
Indische vorderingen in metaal te voldoen, ‘haar beslag
gekregeu. Mocht deze ‘toestand bestendigd moeten worden,
dan zal een wettelijke regeling van de feitelijk tot stand
gekomen scheiding tussehen ‘het Indische en Nederlandsehe
muntwezen moeilijk kunnen uitblijven. Daarbij zal dan
waarschijnlijk tevens de vraag aan de orde komen, of de

instelling van eèn zelfstanihg muntwezen voor Indië niét
gepaard moet gaan met ‘de oprichting ‘van een eigen Indische
muntinrichting.
Voorloopig is cle terugslag van den in Nederland genomen
maatregel meer daarginds dan hier in Indië voelbaar. Voor
de Indische producten heeft men in Nederland, door de
verminderde koopkracht van den Nederlaudsehen gulden,
tegenwoordig meer te betalen ‘dan anders het geval zou
kunnen zijn. De verminderde productie en afzet, die hiervan
voor Indië ‘het gevolg kan zijn geweest, is zeker ruim-
schoots goed gemaakt door den meerderen koopiut van een
land als Amerika, waar goud vrij wordt afgegeven en welks
valuta tegenover de onze belangrijk geapprecieerd is. En
wanneer straks andere buitenlandsche koopers hunne in
Indisch-courant afgesloten transacties over Amsterdam moe-
ten financieren en ‘bemerken, dtt zij in extra kosten verval-
len, omdat de Nederlancische gulden tegenover den Indischen
gedeprecieerci is, dan kan dat weleens tengevolge hebben,
‘dat men Amsterdam als verrekeningsplaats ‘gaat uitscha-
kelen.
Doch ten slotte ‘hebben zoowel Nederland als Indië er
belang bij, ‘dat eene oplossing gevonden worde voor de
moeilijkheden die zich thans in ‘het betalingsverkeer ttis-
schen ‘beide landen voordoen.
Gelukkig ‘heeft meergenoemcle maatregel der Nader-
landsche Bank de Javasche Bank ten slotte niet belet hare
metaal’dekking op peil te ‘houden. Op 1 Augustus 1919,
toen de metaalverstrekkin,g door de Nederlandsche Bank
ophield, bedreeg de metaalvoorraad’ der Javasche Bank

f
147.286.413,09, en bij ‘het schrijven van ‘dit verslag (vide
weekbalans van 3 Juli 1920) ‘bedroeg die voorraad’

f
210.167.041,36, zood’at de Javasche Bank in den loop van
én jaar daaraan ongeveer
f
63 millioen, zonder medewer-
king van Nederland, heeft kunnen toevoegen.
Ter bereiking van dit resultaat zijn de in Amerika ge-
nomen maatregelen voor ons van groot nut geweest. Nadat in Maart 1919 tusschen de Federal Reserve Bank van New
York en de J’avasche Bank eene overeenkomst tot stan’d
was gekomen, welke opnieuw de mogelijkheid opende, om een ‘deel onzer Amerikaansche saldi in goud te earniarken,
werd in Juni d.a.v. het gouduitvoervenbod geheel opgeheven
en konden wij onze saldi in Amerika verder zonder beper-
king in goud omzetten. Waar de aanvulling ‘dier saldi echter
moest geschieden in eene muntsoort, die zoo aanzienlijk
agio deed als de Amerikaansche dollar, heeft de langs dien
weg verkregen’ ‘metaalvermeerdering een niet onbelangrijk
geldelijk nadeel opgeleverd.
Die opofferingen zijn, zooals de bovenaangehaalde cijfers
aantoonen, niet tevergeefs geweest. De Javasche Bank
hoopt hare sterhe positie ook verder te kunnen behouden,
ondanks de toenemende moeilijkheden en zorgen, ‘de aan
eene aanvulling van haren metaalvoorraad vejibonden zijn.

SOEKAANKONDIGNGEN.

Beschouwingen over den. Woning-

nood,
door Ir. H.
G.
van Beusekom,

civiel-ingenieur. Dissertatie Delft 1920.

De woningnood trekt thans wel de aandacht en voor
de tweede maal ‘binnen kort tij’dsverloop (de eerste

maal door Mr. Dr.
J. G.
Blink) zien wij hem tot het

onderwerp van een proefschrift gekozen; ditmaal in
een lijvig, goedverzorgd ‘boekdeel, dat wat omvang en
bedoelen aangaat ver uitgaat boven de meeste proef-
schriften. In zeven hoofdstuken en eene, inleiding, te
samen nagenoeg 350 ‘bladzijden ‘beslaande, geeft de
schrijver ons feiten en ‘beschouwingen over den aard
en ‘den omvang van den woningnood, over zijn oorza-
ken, over de middelen tot tijdelijke en blijvende voor
zioning en vooral over den rol die het grondvraagstuk
bij thet ontstaan en de ontwikkeling van het woning-

vraagstuk heeft gespeeld en nog speelt.
Ongetwijfeld hebben wij hier te maken met een be-
langrijke studie, waarbij veel materiaal verzameld is,
dat gaarne geraadpleegd zal worden en waarbij ver-
sch’illende nuttige wenken worden gegeven met be-trekking tot ‘de talrijke onderwerpen in de beschou-
win’gen betrokken. Dadelijk moet ik echter hierop
laten volgen, ‘dat schrijver’s conclusies, vooral waar
hij het grondvraagstuk behandelt, met groote omzich-
tigheid dienen te worden beschouwd. Hij toont zich
een enthousiast volgeling van Dr. E’berstadt en aan-
vaardt als axioma’s stellingen omtrent grondspecu-

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

805

latie en den invloed van die speculatie op grond-
prijzen, •die vermoedelijk thans door Dr. E. zelf niet
meer in hun vollen omvang oud’en worden verdedigd

en waarvan de onhoud’baarheid m.i. voldoende is aan-
getoond. .Dat de schrijver aan de. ‘bestrijdig, die Eber-
stadt’s theoriën vonden, ook in de kringen die hem in

Duitschl’and het naast staan (in Nederland o.a. ook
door Pi’erson en Van Gijn) geen plaats inruimt in

zijn zoo breed opgezet werk, acht ik eene tekortkoming

van beteeken.is, die te ernstiger is, omdat het genees-
middel, dat -hij voorgeschreven wil zien, naar Eber-

stadt’s recept, neerkomt op heteugeling van de ‘grond-

rente, waarmede het woningvraagstuk als ‘t ware op:
gelost ‘zou zijn. Een meening die ik niet deel en die

in hare algemeenheid wel nagenoeg nergens izal wor-

den aanvaard. De woningnood zooals hij zich thans
manifesteert is in hoofdzaak een gevolg van te ge-
ringen aanbouw in den omtrek en het achterblijven
van dien aanbouw is een gecompliceerd verschijnsel,

dat door tal ‘van oorzaken beïnvloed is. De invloed van
de grondprijzen is echter ‘veelal sterk overschat en
na de ontstellende rijz’ing in de prijzen van arbeid en
materialen is zijn invloed relatief sterk gedaald, wat

geenszins beduiden mag, dat men niet met vreugde
alles behoort aan te grijpen wat uitbuiting van den
grond kan tegengaan.

• Schrijver is – gedeeltelijk ook om gron-ds’pecuiatie
te keeren – een voorstander van omvangrijk ge-
meentelijk gron.dtezit en ‘meent, dat de gemeentebe-
sturen de bevoegdheid moeten ‘hch.ben alle gronden in
het uitbreidingsplan opgenomen tegen de gbruiks-
waarde te onteigenen. Dat ‘klinkt verleidelijk, maar is
het ibillijk en wordt mogelijk de moeilijkheid niet
slechts verplaatst? Wat is ten slotte de gebruiks-
waarde?
1)

Een voorstander van aanbouw door gemeenten, of
vereenigin’gen is schrijver niet en zoodra maar de
grdndspeculatie beteugeld is en grond tegen den kos-
tend’en prijs beschikbaar wordt gesteld, verwacht hij
eene opleving ‘van de particuliere bouwnijverheid, die als van zelf de noodzakelijkheid van bo.uw door over-heidsorganen zal opheffen. Vdorwa’ar een optimisme,
dat weldadig aa’ndoet, maar dat toch uit de practijk
nog veel zal hebben te leeren, willen ernstige decep-
ties uitblijven.

Uit den aard der zaak ‘is een korte introductie in
den regel een woord van critiek. Zoo ok ‘hier. Ik wil
echter niet eindigen zonder den schrijver een woord

van ‘hulde te brengen voor zijn veelomvattend werk,
dat vooral als archief groote waarde heeft en de hoop
uit te spreken, dat ‘hij in de richting dezer studie
voort -mag werken. Ik wensch het werk in vele handen
vooral in handen van hen, die door eenigszins ge-
schoold denken zich zullen weten te behoeden van te
veel onder den indruk te geraken van schrijver’s mee-
ning, dat eene o’plossing van ‘het grondvraagstuk ons
zou geven eene oplossing van het woningvraagstnk.

FABER.

Verschenen zijn de p r -a e – ad v i e z e n over ‘de
vraag: Welke gevolgen heeft de tegen-
woordige toestand voor de voorziening
in de geldmiddelen d e r gemeenten
door middel van leeninge’n op korten of
lan gen t e r mijn? voor -harc a.s. najaarsvergade-
ring door ‘de V.ereenijgiug voor de Staathuishoudku’n-

de en de Statistiek aan de orde gesteld.

De prae-adviezen zijn samengesteld ‘door Mr. G. J.
Fabius, Mr. P. Droogleever Fortuyn en F. M. Wijbaut.
Het eerste praeadvies, dat het uiitvoerigst is, brengt

een reeks gegevens bijeen omtrent de wijze, waarop
in de afgeloopen jaren -de gemeenten zich de noodige

1)
Bij de zeer omvangrijke literatuuropga’ve aan het eind
van elk Hoofdstuk, opgave die de waarde ‘van het werk
ongetwijfeld ‘v’erhoogt, mis
ik
de rapporten van den’
A-m-
sterdamschen Won.ingraad over Onteigening en Stadsuit-
breid-i.ng.

gelden hebben ver.schaft het standpunt van de Ne-

dorlan-dsche Bank dienaangaande etc. De heer Wi-

baut, die eveneens op het gebeuren dor laatste jaren
ingaat en die zijn ‘krachten concentreert op een be-

toog ‘nopens de credietwaarciighei.d ‘der groote ge-

meenten, wil de oplossing ‘der moeilijkheden vinden
in medewerking van den Staat,. desnoods langs den
weg van gddwongen leening. Goed toezicht vanwege
Ged. Staten acht de praeadvi’seur in verband met een

en ander van groote -beteekenis. Mr. Droogleevor For_
tuyn zoekt -het redmiddel in de eerste plaats in een

zoo solide mogelijke fi.nancieele politiek. De crediet-
waardigheid ‘zal hiervan vanzelf do gunstige ge-
volgen ondervinden.

Zooals ‘de lezer zich herinneren zal, werd in de
nos. van 11 en 18 Augustus jl. door ‘den heer A. R.
Veenstra de oprichting bepleit van een, speciale bank-
instelling

voor het vide.0 van gelden op langen ter-
mijn. Ook in de praead

viezen wordt enkele malen dit
punt aangeroerd:

Wij ontvingen het 8 -dezer uitgekomen ,,J o h a n
d.e Witt-nummer” van het weekblad ,,H et
S c h .i p”, waarop wij niet willen nalaten even de aan-
dacht .te vestigen.. –

Het nummer is aldus genoemd aangezien het een
uitvoerige ‘beschrijving bevat van het door de Neder-
landsche Scheeps’bouwmaatschappij voor rekening der
Stoom

vaart-Maatschappij ,,Nederla.n-d” gebouwde
D.S.S. van dien naam. Een.-i,ge goede foto’s, waaruit
men zich een indruk kan vormen van de .luxueuze ‘in-
richting van he’t vaartuig, versieren den tekst, terwijl

als bijlage een ‘duidelijke reproductie der teekeniogen
van het Algemen Plan bij het nummer is. gevoegd.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal de la Société de S’tatistique
de- P a r i s. – Parijs, Juli/September 1920.

F. Fau’re,
Les ca-dres ‘de la stati-stique ‘du coât de la
guerre;
Monrr&
Statistique ‘des f acteurs qui ont mc-
difié le taux -de ‘l’intérêt -de 1869 â 1914;
A. Nefln-tarcic,
Les – émissions et remibour’sements d’ohligation.s des
gran-des companiies de chenain’s de f er en 1919.

Revue internationale de Sociologie.
– Parijs, Juli-Augustus 1920.

P. Descamps,
Une forme -méconnue ‘de la propriété;
0. L. Duprat,
Psych.opathol-ogje in-dividuelle et
soci’ale;
R. Le Conte,
Oongrêgati’ons proteitantes et
sociétés communistes allemanzies aux Etats-Unjs.

Soc i-al e Voo
1
zo rg. – Amsterdam, Juli/
Augustus 1920.

Mr. C. W. Bitter,
Arbitrage ‘als element in ‘de
arbeidsovereenkomst;
Ir. J. Goud’riaa.n Jr.,
Ams-ter-
damsche -budgetstatistiek;
Ir. R. A. Gorter,
Medewer-
king van werkgevers en verkliedèn inzake ‘de veilig-
heid in fabrieken en werkplaatsen volgens de versla-
gen der arbeids-inspectie (1890-1914)
I;D. Brocx,
Wie moet de arbeidsongeschiktheid, ‘bedoeld in de
Ongevallenwet 1901, schatten?
Dr. P. H. van
De koers -der inval’i-ditei’tsschatting aan de Rijksverze-keringsbank.

D e Gids. – Amsterdam, Juli 1920.
Bevat o.a.:

Dr. E. J. Djjlcslerhu-js,
Gaiileï en zijn strijd voor de
leer van Coppernicus; Ir. H. Enno van Gelder,
Het
i.neensc.hakeiing.sraport en de ‘voorbereiding tot ho-
gere studie.

1 d. – Amsterdam, Augustus 1920.

Bevat’ o.a.:

II.
jij.
cie 1-leus,
De verantwoording d.er R-ijksin.kom-

806

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

sten en -uitgaven;
Dr. E. J. Dijhserhus,
Galileï en

zijn strijd voor de leer van Ooppernicus (slot).

1
d.

Amsterdam, September
1920.

Bevat o.a.:

Dr. P. Geul,
Disraëli.

Vr ag en d es Tij d.s. – Haarlem,
Ju.li 1920.
Prof. 1. P. de Vooys,
Socialisatie: leuze of program?

Mr. G. J. Fabius,
Suriname en het studie-syndicaat.

1
d. – Haarlem, Aug./Sept.
1920.

Mr. C. W. Stor Busmawn.,
Het erfrecht van echtge-
nooten;
Mr. D. Simons,
Naar een hernieuwd straf-

proce.s;H.
P.
J. Bloemers,
De financieele
zijde
van
het wou ingvraagstuk.

Onze Eeuw. – Haarlem, Juli
1920.

Bevat o.a.:

J. C. van Berde,
Dr. E. B. Kielstra,
(1844-1920),.

In
Memoriam.

1
d. – Haarlem, Augustus
1.920.

Bevat o,a.:

Is. P.
de Vooys,
Een socialisatie-program.

Id. – Haarlem, September
1920.

Bevat o.a.:

Luctator,
Weeusteisel en politi ewezen.

D e
1
n d i s c h e G i d s. – Amsterdam, September
1920.

B. L. K. Schmülling,
Het arbeidsvraagstuk op de
Groot-Landbnuwondern.emingeu buiten Java; be-
schouwd aan ‘de hand van het Verslag der Arbeids-
inspectie over ’17 en
’18; P. J. Za
.
.cher Jr.,
Wanneer
is Indië rijp voor ,,Zelfstandighe.id”?
S.
Kalff,
Eene
christelijke stichting op Java.

Technik u nd Wirtschaft. – Berlijn,.
Juni
1920.

M. Th. Strewe,
Die Industrialisierung China§ und
der wirtsohaftliche Wiederaufbau ,Deutschlan.ds;
M.
Lat rille,
Deutsche Paserstoff-Forschu.ng;
K. Klêin,
Or.ganisation wad Verwaltun.g;
W. K:.
Weisz,Rohstoff-beschaffung;
G.
Neumar&n,
CDie Verlëngeuung -des
Patent- und Gebrauchsmustershutzes.

IciT-
Berlijn, J’iili
1920.,

W..K.Weisz,
Preisgesta]tiung-in.dustri’ellor Rohstoffe;
M. Th. Strewe,
Die Industrial.isierung Chinas und
der wirtschaftiiche – Wieder’aiifbau Détitechiands
(Schlusz);
J. Kollntawn,,
Die Vor’bildunführeiider

Persönlic.hkeiten des. . wirtschaftlichen’
Lebens;
K.
Klein, – –
Organisation und Verwa’ltu-ng- öffen-tlicher
Unternehmungen
(Sc’hiusz) ..-‘
— – -.


MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZÈTB1J DE NEDERLÂNDSOHE
BANK
Augustus 1920 Augustus 1919

Posten
Bedrag
Posten
Bedrag

Voor reke-
ninghouders
33.060
f1.819.255.850
25.264
fl.274:534.374

waarvan door

de H..bank
plaatselijk…
13.083
,,1.453.290.605
8.047
,,

983.758.600

Ter voldoe-

ning van

Rijksbelast.
996
,,

10.811.024

1.101
,,

9.541.581

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d 1Vrsch.inR.C.

Disc. Wissels.
4 1 Juli
’15
Zweeds. R.ksbk
7
19 Mrt. ’20
Bk Bcl.Binn.Eff.
4 1Juli ’15
Bk.v.Noorw.6-6
18Dec. ’19
61
1
19Aug.’14
Zwits. Nat. Bk. 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 5,
1
128 Apr.’20
Duitsche Rijksbk. . 5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 5
12Nov.’19
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15 F.
Res. Bk. N.Y. 6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 3
1
Aug.’09

OPEN MARKT.

Dato
Amsterdam
Londen
Pa,!.
Berlijn
Part.
Parijs
Pa,!.
N. York
Cail.
Pa,!.
Prolon.
disconto
I

gaue
disconto disconto
disc.
moncy

11 Sept. ’20
8
7
44.
4
62/
4

4-
1
/

6-7
i
)
6-11

,,

’20
3 ‘/2-4
4/4
62/
4

4-‘/

6-8
30A.-4 S.’20
8
1
/s-‘/
4-‘/2
6’/4
4/8

6
7
10
23-28 A. ’20
3’/4-‘/2
41/5_8/4

6’14
4-1/s

6-10
7-13 S. ’19
3/_7/

34
31/52/4
4_
I
/

.

5-6’/
9-14 S. ’18
2’/,-3
3 3
1
182
4-1/8

58/4_ 8

20-24Ju1i’14
3/s/t.
2 ‘/-‘/
2
t/_*/

2’/s-‘!,
2
1
/4
1 ‘/-2 ‘h
1)
Noteering von 10 Sept.
1920.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De rechte stemming op de wisselmarkt schijnt nog niet
te kunnen komen. Het aanbod en de
vraag
voor ‘den handel
is aanzienlijk geringer dan in hot voorjaar en de, spectihitie
heeft niet voldoende motieven om sterk in te grijpen.
Alleen dollars blijven regelmatig stijgen en tiereikten
lieden een koeis van 3.213.4. Ponden waren in ‘het begin der
week flink gezodht, zoodat de koers plotseling van 11.15 tot
11.22 opliep. Daarna bleef de koers, afgezien van enkele
fluctuaties, op sommige dagen op dat punt ongeveer hangen.
Parijs en België gingen dagelijks iets terug, slot ca. 21.30
en 22.70. Marken steeds aangeboden en eveneens dagelijks
lager. Weenen liep terug van 1.45 ‘tot 1.3234 om Zaterdag
weder plotseling tot 1.45 te stijgen. Van de Skandinavische
wissels was ‘alleen Stockholm vast, slot ca. 65.20, de andere
twee eerder iets lager. Zwitserland met weinig verandering.
Spanje eerder-iets ‘vaster. Iu- de overige wissels waren de
ontzetten weder zeer gering.

KOERSEN IN’ NEDERLAND.’

11


ata
Londcn
Parijs

Berlijn,,

Weenen
.
Brussel.
«
JVew
YO,k»)

6Sept. 1920.
11.19
2].85

’63ii.
1.423
2120
3.15
7

,;

1920..
11.22
2L70

6.173

‘1.40’
23.10
3.1t3
2
/
‘8

1920
‘11.22
21;40-
6.–
1.’35’
22.774
3.17
‘9

1920
11.23
-21.80


6.074 1.35
22.90
3.17
1
1,
10′

,,

1920..
‘11.214
21.374
5.973

1.373
22.724
3.18
1
/
11..
,,.

1920..
11.214
21.35
5.924
–1.45
.-

Laagste d.w.’)
11.15
21.20

5.824
.1.30
.2255
3.13
Hoogste,,

,, ‘)
11.24
21.90
6.30
1.50
23.25
3.19
1
!1
4Sept.1920..
11.16 21.75 6.274
1.42
23.10e
27 Aug. 1920..
11.13
21.30

6.32
1
1

1.40
23.20
13.131
1

3.11
1untpariteit.

12.104
’48.-
59.26
50.41
48.-
2.48’/
0)
Notee,ing te Anieterdom.
*0)
Noteering te Rotterdam. 1) Particuliere opgave. 2) Noteering van 3Sept.
1920.


cia


Stock-
.
helm’)
Kopen-
hagen’)
Chris-
tianta’)
Zwitser-
land”)
Spanje

t
)
Balavia
t

tdegtajisch

8 Sèpt 1920
‘63.20
45.25
45.5
:
515
46.”75
104/
4

7

,,

1920
63.75
45.50 45.70
51.85
47:_

‘104-/4

8

,,

1920
63.90′
‘45.50
45.50
51:90
47.123
104.
1
14
9

1920
64.274
45.124
45.70
51.95
47.124
104-‘/4 10

.,,

1920
64.774
45.–
45.45
61.95
47.25′
104-‘/4
11

.,,

l92ci 65.25
45.—
45.30
62.-
47.25
104-‘/4

L’ste ,d.
w.’)
63.05
44.70

51.40
46.50
104-
H’ste

‘)
65.30
45.70

52.10
47.50
104-
1
/d
4 Sept. 1920
63.10-
45.20′
45.80
51:524
46.75
104-‘/4’
27Aug. 1920
63.40
43.90
43.75 51.40
47.10′
104-‘/
Muntpariteit
66.67
66.67
66.87
48.-
48.-
100
-) Noteering te Amsterdam. )
rarucullere opgave.
2) Noteering van
28
Augustus.

. –

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

807

KOERSEN TE NEW YORK.

D ata
CahleLond.
(in ,’ per £)
ZkhtPa,ij,
J
(In cl.,. per

)
Zicht Berlijn
(In
cl. P.
4 Rm.)
Zicht Amsle,d.
(In
dS.
p. gld.)

10 Sept….1920
3.50.50
6.63
nom.
Laagste d. week
3.50.50
6.63
nom.
Hoogste,,

,,
3.54.50
6.78
nom.
3 Sept… 1920
3.56.-
8.97
Dom.
28 Aug… 1920
3.56.50
6.97
oom.
Muntpariteit.
.
4.86.67
5.18
1
/
951/e

1
40I10

KOERSEN VAN DETOLO

F.14nP.
PIA ATSN ÛP T ÛJTI1P2

Plaatsen en
Landen
Noteering,.
eenheden
28Aug.
1920
4Sept.
1920
6-11 Sept. 1920
Laagste
1
Hoogste
II Sept.
1920

Alexandrië..
Piast. p.0
977/i
977/
97’/je
977/,
971!,6
B. Aires’)..
d. p.
$
56
1
!8
57
1
/8
56′!,
578/4
57/8 Calcutta
. . . .
£
p. rup.
1/10
1
/2
1110
1
/8
1192/4
1/10
8
/8
1110
1
/
4

Rongkong ..
Id. P.
$
4/3
1
!2
4/3
412
4131/2
413
Lissabon….
d. per Mil.
112/,
11
3
4
11 12
111/
4

kladrid

….
Peset. p.0
23.80
23.81
23.75 24.00
23.87
5
Montevideo’
d. per
$
57
1
/
57
1
/2
56
7
/8
57
1
/2
57
1
/8
Iontreal….
$
per
£
4.02
3.92 3.87 3.93
3.88V2
5
R.d.Janejro.
d. per Mil.
13110
13
1
/16
12V4
13
12
3
!8
Lire, p.
£
76.75
76.75 76.75
83.50 81.13
Shanghai

. .
£
p. tael
6/11/
4

5110
3
/
5/10
6/0′!,

5/10
8
/

Rome

……..

Singapore

..
Id. p. $
2/3
7
/8
2/3
7
/8
2/3’ijio
2/4
2/3
7
/8
‘Valparaiso..
d. p. peso
1217/,
2

12
9
/s,
11
11
/82
12
1
/8,
11
18
/82
Yokohama ..
per yen
2/101/
4

2/10-LL
2110
1
/
2/11
2/10
7
/8
roar,an oer voorargaande dagen.
S)

1
elegrahech tranafert.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te New York
11
Sept.
1920 ……..
59
932/,
4

,,
1920

…….
.6O’fs
94

1)
28 Aug.
1920 ……..
6O’/a
971/s
21

,,
1920

…….
83
101
8
/
13 Sept.
1919 ……..
60’/4
0)
112v/s
14 Sept.
1918 ……..
49
2
/,
100’Is
20
Juli
1914 ………
241t/,
t
)
Noteerng van
3
September
1920.
2)
Idem van 12 September
1919

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 13 Sept.
1920.
Activa.

Binneul, Wis{ H..bk

f
18.172.706,04
le, Prom.,
ge

,

B.-bk.

2.260.743 07
enz. in disc.

Ag.sch.

70.666.685,26
,
91.100.134,37
Papier o. h. Buiten!, in disconto

Idem eigen portef..
f
46.432.197,-
Af: Verkocht maar voôr.
debk.nognietafgel.

Beleeningen
46.432.197,–
f115.765.117,52
mcl.
vrsch.
{H..bk.

in rek.-crt.

B.-bk.

,, 28.200.078,70

op

onderp.

Ag.sch. ,,173.611.230,83
f317.576.427,05
Op Effecten

……(305.578.377,05
OpGöederenenSpec. ,. 11.998.050,-

Voorschotten a. h. Rijk ………

……

..
317.576.427,05

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
56.426.690,-.
Muntmat,, Goud .. ,,579.912.689,62

f836.339.379,62
Munt, Zilver, enz.. .,, 17.096.040,74
1
!,
Muntmat., Zilver

Effecten
653.435.420,36
1
/2

Bel.v,h.Reg,fonds,.

(

3.863.062,12/,
Id. van ‘/,v. h. kapit.

3.850.127,3711,

Geb. enMeub. der Bank …………….
7.713.189,50
3.594.000,-
,,
Diverse rekeningen ……………….
,,

16 409.442,63
2
/,

f1.136.260.810,92

Passiva.
Kapitaal

……………………..
f

20.000.000,-
Reservefonds

…………………..
,,

5.000.000,-.
Bankbiljetten in omloop
…………
1.026.294.670,-..
Bankassignatin in omloop ……….
..1.206.433,41′!,
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

10.025.557,26
saldo’s:

5
Anderen
,,

93.940.142.55

Diverse rekeningen
………………
,,

73.965.699,81
,,

9.794.107,69
,
/3
f1.136.260.810,92

NED. BANK 13 September 1920
(vervolg). Beschikbaar onetaalsaldo
…………..f
432.346.516.87
1
/2
Op de basis van ‘/, metaaldekking ……
212(65.176,23
Minder bedrag aan bankbiljetten inotnloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
,,
2.161.732.580,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Disconto’s
Minder
84.955,74
Buitenlandsche wissels……
1.134.406,-
Beleeningen

…………..
4.769.100,50′!,
Goud

……………….
Zilver ………………..348.605,41
Bankbiljetten
7.093.180,- Part. Rek,-Ort, saldo’s

.,..

9.385.480,42
1
12
Voornaamste posten in duizenden guldens.

a1a
Goud
Z11e,
Andere
opelschbare
ochulden

13
Sept.

1920

..
..
636.339
17.098
1.026.215
75.112
6

,,

1920

.. ..
636.339
16.747
1.033.388
75.450
30 Aug.

1920

…..
636.339
16.530
1.026.033 83.137
23

1920

.. ..
836.339
16.214
1.008.041
109.570
16

,,

1920

. ..,
636.339
15.912 1.025.134
109.288
13

Sept.

1919

….
631.577
5.830
995.715
82.014
14

Sept.

1918

….
707.695
7.988
954.057
67.561
25 Juli

1914

.. . .
162114
8.228
310.437
6.198

Data
lotaal
bedrag
-disconto’,

HIeroan
1
Schagkl,t.
promea,en
Beleg-
nlngen

Beschik.
1

baar
1

Metaal.
•aldo

king,.
percen.
lage

13Sept.1920
91.100

317.576 432.347
59
6

,,

1920
91,185

322.346
430.524
59
30Aug.1920
95.258
11.000
312.002
430.240
59
23

1920
95.259
11.000
308.176
428.235
58
16

,,

1920
94.859
10.000
303.716 420.572
58
13Sept.1919
136.139
65000
213829
421.095
59
14Sept. 1918
99.258
80.000
102.049
510.661
70
25 Juli 1914
67.947
.14.300
61.686
43.521
1
)
75
‘,
p ce 00018 van
‘/ meaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van.Finan-
cibn blijkt, dat uitstonden op:

13Sept. 1920

Aan schatkistproznessen..
f
374.260.000,-.
f
364.360.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

Aan schatkistbiljetten ..-
,,

2.390.000,-.

2.390.000,-.
Aan zilverbon, …….. …53.600.239,25 ,,. 53.197.983,25

JAVASCHE BANK;
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn. telegraphisch ontvangen.

Data
Go,,d
I

ZIlver

Bank
biljetten
nnaere
opelaehb.
schulden

/4

Sept. 1920 ……
563.500
28 Aug. 1920
553.500
21

,,

1920 ……
5*5

….

556.500
31

Juli

1920 ……
204
.
.722
6.139
334.549

192.1132
24

1920 ……

….

205.346
6.128
334.210

185.810
17

1920 ……203.615
6.220
335.187

180.428
203.778 6.000 335.477

187.652
10

,,

1920
……..

155.149
3.072
281.703

101.298
6

Sept. 1919…….
7

Sept. 1918 ……
102.247
14.058
183.629

74.756
2

Juli

1914
……

.22.057

.

31.907 110.172

1

12.834

Data
J

Dia.
WIssel,.

bulten
t
1
B1elee.
1
D,toene
1

Beschir-
1

baar
T
kIng,.
conto’s,
N..Ind.
n ngen
ntngen
t)
1

metaal-
percen-
I
1

_I
l
betaalbaar
saldo
taee

‘4 Spt. 1920

339.000

106.250

**
28Aug.1920 .

332.000

106.250
21
,,
1920

335.500

••

105.000

1 Juli1920 27.902 – 22.878 165.1

24.020 105.665

40
24

1920 27.294 19.439 171.880 23.469 107.629

41
17

1920 27.523 20.229 162.332 32.845 106.878

41
10
,,
1920 27.337 20.445 173.638 39.556 105.330

40
6 Spt. 1919 12.467 18.349186.993 14.776 81.780

41
7 Spt. 1918 8.090 24.694 73.808 20.225 64.862

45
25Juli1914 7.2591 6.3951 47.934

2.228

4.842′

44
1)
Sluitpost der activa,

2)
Op çle ba,ia van 2/6 metaaldekking.

$

1
808

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

15 September 1920

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in dujzenden guldens.

Data
Me taal
Circulâtte Andere
opeischi’.
schulden
Disconto’s
Div. rde.
nlngrn1)

31 Juli

1920

..
1.077
2d85
963
1.753 238

24

,,

1920

. .
1.072
2.027 1.162
1.741
177

17

,,

1920

..
1.071
2.113.
973
1.644
178

10

1920

..
1.072.
2.144
940
1.687
201

2 Aug. 1919 ..
940
1.608 1.101
1.510
442

3 Aug. 1918

..
632
1.431
1.006
1.153 849

25 Juli

1914

..
645
1.100
560 735
$96

‘)
Sluitpoat der activa.

BUITENLAND
5
SCHE BANKSTÂTEN

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Currvneg, Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrog

I
Goudd.

I
Goo. Sec

8 Sept. 1920
123.077
.125.909
355.188
28.500
324.374

1

,,

1920
123.082
126.533
355.186
28.500 325.064

25 Aug. 1920
123.029
124.894
356.012 28.500
325.467

18

,,

1920 123.081
124.845
358.412 28.500 327.809

10 Sept. 1919
88.625
81.127
331.442
28.500
314.177

11 Sept. 1918
70.703 59.056
271.629
28.500
249.572

22 Juli

1914
40.164 29.317


Go,,.
.

Other
Public
Other
Re.
kings
Data
Sec.
Sec.
Depos. Depos.
eerve

8Sept.’20 59.628

76.341 16.501 116.989 15.619 11,70

1 ,, ’20 57.408

75.467 16.433 113.340 14.999 11,56
25 Aug.’20 41.555 75.883 15.364 100.591 16.585 14,30
18 ,, ’20 58;508

76.117 16.115 117.135 16.687 12,50

10Sept.’19 21.657 83.297 23.078 89.364 23.588 22,76 11Sept.’18 84.644 9,393 36.127 138.924 30.098 17,20
22Juli ’14 11.005
1
33.633
1
13.735

42.185. 29.297 52
1
/8

)
Verhouding tue,chen Reserve
en Depoaite.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data

Metaal

Daarvan
1
Kassen.

Ctreu-

kin
Dek-

Goud

sd,etne

latte

g,-
perc.
1)

31 Aug. ’20 1.098.67511.091.668 18.686.476 58.018.467

34

23 ,,

’20 1.099.314 1.091.674 18.074.736 56.270.495

34

15 ,,

’20 1.098.535 1.091.674 17.964.366 56.461.863

34

7 ,,

’20 1.098.249 1.091.678 17.648.143 56.060.462

34

31 Aug. ’19 1.122.771 1.103.252 8.565.350 28.492.316

34

31 Aug. ’18 2.467.144 2.348.099 2.172.466 13.639.098

35

23 Juli ’14 1.691.398 1.356.857

65.479 1.890.895

93

1)
Dekking der
circulotie
door
metaal en Knesenscheine.

1 Darlehenskassenschetne

Data

Wissels

Rek. C,t.
II

Totaallj. ka, 60 d
uitgegeven Relehskank

31 Aug. 1920 46.379.155
15.771.766

32.028.500 18.641.600

23

1920 41.381.199
,,
12.050.195

31.232.100 18.030.300

15

,,

1920 44.550.576
15.572.929

31.233.500 17.920.800

7

,,

1920 42.242.412
12.975.818

31.015.400 17.823.300

31 Aug. 1919 31.246.515
10.885.265

20.348.900

8.541.500

31 Aug. 1918 17.674.154
9.432.051

10.534.600

2.158.800

23 Juli.

1914

760.892 943.964

1

. –

OOSTENRlJKSCHHONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten
in duizenden Kronen.

Metaal en
Disc,
en
Bljz schuld
Bank.
Rek. Cr1.
Data
_5′!,.
belerningen
biljetten
saldi

7Feb.’20 1)290.428 19.251.400 32.954.000 56.994.022 6.057.646
31Jan.’20 291.083 19.162.543 32.954.00Ô 56.772.802 6.220.536
31Dec.’19 287.640 19.196.063 32.954.000 54.481.264 7.906.378
23,; ’19 297.363 17.858.786 32.954.000 53.109.418 7.641.778

23 Juli’14 1.589.267 954.356 – 2.159.759 291.270
1)
waarvan 222.662
goud, 10.818 buiteulandscho goudwissels en 56.948
munt en rauntmatedW zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizendën francs.
Woaroan

Te goed

Bslt.gew.
Data

Goud

in het

Zilver

In het

voorich.
Buitenland
I

I
Buttenland af d. Staat

9Sept.’20
5.570.665
1.978.278
254.84
876.209
2.500.000

2

,,

’20
5.590.670
1.978.278 254.527
688.870 26.300.000

26Aug.’20
5.590.239
1.978.278
254.708
617.874 25.800.000

19

,,

’20
5.590.036
1.978.278
254.202
651.333
25.800.000

11Sept.’19
5.482.849
1.978.278
294.747
823.011
23850.000
12Sept.’18
5.436.899
2.037.108
319.740
1.648.461
18.000.000

23Juli ’14
4.104.390

639.620.

Utige-
Rek. Cr1.

Rek.
Wissels

. stelde

ee.

Bonkbil.

Part,.

Cr1.

ti

Vlssels

ning

jetten

eulieren

Staal

1.937.657 485.630 2.009.409 38.622.449 3.259.494 39.983 2.167.712 486.924 1.925.826 38.333.160 3.041.163 64.892 1.909.921 493.340 1.950.133 37.904.507 3.202.813 64.229

o
v
1.980.083 497.0461.948.034 37.899.776 3.203.750 129.839

901.094 703.809 1.262.671 35.681.670 2.773.038 39.676

1

812.269 1.061.895 818.856 29.763.683 3.089.989 354.318

1.541.0801 – 769.400 5.911.9101 942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Metaal Beleen.

Blnn.

Data

mcl.

vanvan

Wissels

Circu-Rek
bulten1.
1
bulten!. prom. d.

en

laSte
1 saldi 1 vorder.
1
prot’lnc.
i
keken.
i

portie.

9Sept.’20 358.105 84.653 480.000 680.193 5.620.202 1.354.915
2 ,, ’20 358.078 84.653 480.000 693.170 5.603.999 1.378.971
26Aug.’20 358.069 84.653 480.000 703.635 5.530.332 1.575.204
19 ,, ’20 356.943 84.653 480.000 713.137 5.504.260 1.614.870

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

D0t0
Coudvoorroad
Zilver
F.R.
Notes In
circu-
Totaal
_______________

Dekking
In hel
_______________
bedrag
F. R. Note,
buiten1.
lalie

20 Aug. ’20
1.966.351
1.304.879
111.455
155.486
3.174.725

13

’20
1.977.358 1.296.270
111.531
155.527
3.169.181

6

,,

’20
1.980.605 1.302.650
111.531
151.139
3.141.861

30 Juli

’20 1.977.704
1.302.605
111.531
150.936 3.120.138

22 Aug. ’19
2.074.285 1.234.298 68.416 2.553.534

23 Aug. ’18
2.003.051 1.103.0301
5.829
52.215
2.032.837

I
AePe
1
Totaal

Gestori

Dek. 1Goud.
Data

Wissel,

Depostto’s . Kapitaal

kings. 1 dck.ktng
Perc.
‘)
1
circa1.
1)

20
Aug. ’20 2.940.026

2.484.556

96.759

43,5

48,1

13

,,

1
20 2.909.624

2.490.605

96.551

43,9

48,6

6

,,

’20 2.889.223

2.431.650

95.341

44,0

48,9

80 Juli

’20 2.836.935

2.408.309

95.225

44,2

49,2

22 Aug. ’19 2.137.221

2.487.074

84.730

48,7

52,1

23 Aug. ’18 1.630.321

2.196.051

77.750

61,7

1

73,

I)
Verhouding
tueschen:
den totalen goudvoorrand, zilver sic.. en d
opeiochbare

schulden:

F

R.

Notes

en netto dep.,oito’r.
2)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale

dekkingsmiddelen

als
dekking
voor de netto
deposito’s.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.
Dato
Aantal
Totaal
uttgezctte
Reserve
60 de
Totaal
Waarvan
tIme
vangen gcsaen en
F. R. banka
epostto deposits
beleggingen

13Aug.’20 815 16.820.434 1.392.064 14.160.949 2.724.090
6 ,, ’20 815 16.813.847 1.374.806 14,096.697 2.721.624
30 Juli ’20 . 814 16.883.715 1.368.659 14.209.175 2.705.852
23 ,, ’20 814 16.916.291 1.388.021 14.274.099 2.715.438

15Aug.’19 769 14.930.870 1.359.099 13.372.969 1.882.701
16Aug. ‘181 735 13.002.6721 1.157.759 11.494.593 1.451.037

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

EFFECTENEURZEN.

Amsterdam, 13 September 1920.

De geruchten omtreut politieke omwenteli.ngen zijn in de
laatste weken eenigszi.ns tot stilstand gekomen, doch hier

•tegenoiver hebben – de economische ber.oeringen een veel
grootere plaats ingen,omea en deze hebben niet nagelaten
hun invloed op de’ stemmingen der buitenlandedhe beurzen
uit te oefenen. Hiermede is echter geenszins
gezegd,
dat
deze invloed in alle plaatsen op gelijke wijze ;tot lLiti.ng
is gekomen. in DuitschIand b.-v., waar het economisch leven bedreigd wordt door een crisis in de kolenvoorzieni.ng
, waar
•thans reeds maatregelen zijn genomen, die tèngevolge heb-
ben het gedeeltelijk stopzetten van enkele fabrieken, heeft
dt deplorabele toestand eerder een zeer geanimeerde
ten{1eis ter beuree te voorschijn geroepen. Hetzelfde beeld
van voor enkele maanden is weder te aanschouwen: ‘de
Markenkoers in ‘het buitenland daalt steeds en hiertegen-
over toont de beurs een nerveuze hausse-tendeni, qdie aan-
vankelijk begonnen is met cle zuivere valuta-waarden, doch
zich ‘al spoedig heeft overgeplant op de overige fondsen.
De rijzing in vaduta-waarden’is natuurlijk rechtstreeks af
1e leiden ut de verbetering der buitenlanlsohe deviezen;
de koersverheffing in de overige fondsen echter moet eerder
worden toegeschreven aan het verlangen staatsfondsen om
te zetten in industrieele papieren en voorts aan onberede-
neerde speculatiezucht. Wordt bij de eerstgenom’deruiling
nog een.igszins rekening gehonden met gehalte en rendement,
de zuivere speculiuie houdt met dergelijke factoren geenerlei
rekening en •drijft het koerspeil van tallooze fondsen tot
ver bo’i’en de intrinsieke waarde op. Het meest’ gefavori-
seerd ivaren montaauwaarden, wijl in dezen tak van industrie
zieli voortdurend fusies voordoen, clie dan meestentijds niet langs don weg van wederzijdsche ‘onderhandelingen worden
‘ooibereid, doch clie veelal een gevolg zijn van het opkoopen
van de meerderheid der aatideelen van een bepaalde onder-neming door een andere. Trustvorming en speculatie reiken
hier elkander de ‘hand, om de aandeelen op een hooger
•niveau te brengen.
Van de valuta-waarden kwamen Mexicanen,.wel ‘het meest
in aanmerking, waacbij geruohten, die ook aan de markt ‘te
Amsterdam in ‘omloop waren, als ‘zouden de onderhande-
lingen betreffende ‘de hervatting van den redtedienst op de Mexicaanschc’staatsschulden reeds ver gevèrderd zijn, een krachtigen stimulans vormden.
Ook te L o n d en bestaat de vrees voor een ernstige
steenkolencrisis, hier evenwel uit andere motieven. Naar-
mate de fatale datum nadert, waarop ide mijnwerkers wet-
telijk het recht hebben in staking te gaan, ‘heeft zih hoe
langer hoe meer een groote onrust van de ‘beurs ‘meester
gemaakt. Wel wauhoopt men nog niet geheel aan de moge-
lijlhei’d eener schikking, doch de kalme opvatting, ‘die
men tot voor een week nog ten opzichte van het mijnwer-
kersgeschil koesterde, heeft plaats gemaakt voor een nerveus
ahvachteu. En hier is de uitwerking op ide beurs geheel
anders igeweest. De valuta van •het Britsche Rijk is door de
een;igszins sombere vooruitzichten’ niet aangetast, zoodat
een ,,run” op ‘valuta-fondsen niet kon plaats hebben. Daar-
naast is de Engelsche industrie geheel ingesteld op een
zoo ruim mogelijke voorziening met steenkolen, zoodat een
onderbreking in ‘de productie bijna een nationale ramp zou
beteekeuen. Weliswaar houdt de beurs zich nog stevig,
doch de•”are lust heeft toch wel wat ontbroken. Alleen
petroleunswaarden bleven gevraagd; daarentegen bewogen
rcbbei-s zich sterk op den achtergrond en kon thier een
dalende tendens ‘woeden geregistreerd. Alleen Mcxi-
caansche waarden bleven ook ‘hier bepaald geyraagd, zoodat
een’ gemarkeerde hausse te aanschouwen viel.
De ‘beurs te Pa r ij s is echter weer levendig van toon
geweest, nu de leening in de Vereenigcle Staten eindelijk
zal worden doorgevoerd. Naar het schijnt heef t men de zeer
drastische voorwaarden licht opgenomen en toch zijn deze
scherp genoeg, om in noriinale tijden een gevoel van heftige
depressie te veroorzaken. Het rentetype toch ‘is vastgesteld
op 10 pCt.; er zullen 100 ‘millioen ‘dollar 20-jarige Bonds
uitgegeven worden. De condities zijn derhalve nog ongun-
stiger dan ‘die van’ de jongste Zwitsersche internationale
leening, waarbij ,,sleehts” een rente-vergoeding van 8 pCt.
moest worden toegestaan. De spanning op dre Fransche geld.
markt is echter zoodanig geworden, dat men deze verlen-
ging ad $ 100.000.000 van cle Ang’lo-French Loan reeds ‘als
ccii verlichting beschouwt. Er moet nu miog ‘worden voorzien
in de betaling van 50 millioen ‘dollar. In het geheel zijn ul.
af
te lossen $250.000.000, waarvan thans gevonden zijn:
$ 100.000.000 uit de nieuwe leé’ning, $ 60.000.000 uit effec-tenverkoopen (waarvan $ 21 millioen Amerikaansche spoor-‘
wegbonds) en $ 40.000.000 uit goudzenclingen.

Behalve ‘cle algemeene en locale markten ‘hebben te Parijs ook buiten.lanclsche fondsen van de betere stemming kunnen
proîitëem’en, met name Mexicaansche waarden (in navol-
ging van Londen en Amstem-dam) en aan’deelen Koninklijke
Petroleum Mij., ‘die -nog steeds de favoriets van den intem-na-
tionalen ‘handel vormen.

Te N civ Y o r k is het verloop der beurs zeer onregel-
matig geweest. Ten dccle moet dit worden toegeschreven
aan de stroefheid van de geidmarkt; ten anderen dccle
echter aan de vrees, dat ook de Amerikaansehe mijnwerkers
mccle zullen gaan met de actie ider Britten. Veel ‘waarde
wordt weliswaar nog wel niet gehecht aan de uitnoodigiug
in deze richting van -den heer Smillie, doch in de omstan-
digheden van den tegenwoordigen ‘tijd kan een enkele vonk
reeds voldoende zijn, om een heftig vuur te doen oplaaien.
Mcii idenkt ‘nog wel niet aan een staking, ‘doch een beroering
onder de. Amerikaansche niijnwerkers, juist in een tijd,
waar-in de oogsten -hun eisehen gaan stellen, zou vèr-strek-
kende gevolgen met zich kunnen ‘brengen. De beurs heeft
er dan ook de voorkeur aan gegeven een afivaOhtende hou-
dimig aan te nemen.
T e o .n
z
e ii t heeft de
staetfondsenmarkt
hoofdzakelijk
de aandacht getrokken voor zoover ‘het sommige buiten-l’andsche soorten betreft. De binnenlandsche bleven zeer
kalm en hoewel met vasten grondtoon, met sleohts fractio-
neele’ koersverschillen. Van ‘de ‘buitenlaiidsche soorten
diënen hier echter te worden geregistreerd in de eerste
plaats Meeicanen (mwaaromtrent hierboven reeds édn en
ander iverd medegedeeld), vervolgens Argentij nsch e staats-
fondsen en tea slotte Oostenrjksche KTonenrcnte. Deze
laatste ‘beweging in stijgende richting moet hoofdzakelijk
i.’orden toegeschreven aan de verbetering van den Kronen-
koers te Berlijn, welke te onzent een terugslag heeft onder-
vonden. De omzetten echter ivaren, behalve in Mexicanen,
gering te noemen.

7Sept. 10 Sept. 13 Sept. RiziROf

5

0
10
Ned. W.
Sch. ……

88

87’/j

878/
4

1/
4

434
0
/0
,,

1916 87
1
/8

88

878/4

-••l-‘ f8
4
0
/0

1916
78

788/
4

79

4-1
334
0
/0

. . . .

62

62

621

-.+-
/s
3

0/

‘ . . . .

52

51
8
/4

518/
4

114

234
0/
Cert. N. W. S. .
. . .

447/
8

448/4

4’/io
-1-‘
/ia
5

0
/
0
Oost-Indië
1915 . . .
.
92
7
/8

93

92
7
/8
4
0/
Hongarije Goud
….

6

8

9

+ 3
4
0/
Oostenr. Kronenrente

5
8
/u

5I0

5/16
5

°/
o
‘Rusland 1906 …….
12!)o

12I

I2/

+ 8/4
434
0
/
0
Ïwangorod Dombr..

12′

12
8
/8 ’12
1
/
4
‘0/
Rusland Cons. 1880
13%
13

128/4 –
4
o/o
Rusl. bij
Hope & Co. 1.4/8

14
8
/8

141/mo –
4 °/oServië 1895 ……16

15

17

+1
434
0/
China Goud 1898 .. 538/4 –

518/4 – 2
4 °/oJapan 1899 ……..53
8
/
4

56

56

+2/4
4
0/
Argentinië Buitenl… 50/8

598/4

58.

+ 73/
5

0
/i
Brazilië 1895 ……54
8/
3,
548/
8

548/s +
‘/
o
5

0/

,,

1913 ……55

55

De locale markten daarentegen hebben meereedeels in
het teeken der reactie gestaan. De tendens was echter
uiterst onregelmatig; sommige afdeelingen bleken zeer
nerveus gestemd -te zijn, zoodat op één enkelen dag her-
haaldelijk hefti’ge ups-an’d-downs voorkwamen, andei-e daar-
entegen konden zich vrij kalm op hetzelfde niveau houden,
terwijl ‘ sommige aanmerkelijke reacties aantoonden. Het
incest hebben wel
suikerwaarden
‘de aandacht getrokken
door hun onregelmatig verloop. In -den loop der achter
ons liggeide week kwam het bericht binnen, dat het
Indische gouvernement had afgezien van haar recht om een
partij suiker tot den prijs van
f
32 per picol voor zich te
doen reserveeren. Aanvankelijk werd dit opgevat als een
motief tot reactie, omdat men o.nderstelde, dat de Regeering
en daling in de sui.ker’prijzen voorzag en zoodoende ‘de
gelegenheid zou hebben zich binnenkort goeclkooper van de
benoodigde hoeveelheid te voorzien. De teruggang op de
markt te onzcn’t bleek vrij ernstig, temeer, waar tot nu toe
bepaalde •afdoeningen niet werden ‘gemeld. Spoedig echter
keerde de tendens, toen ‘bleek, dat van een ernstigen terug-
gang in den suikerprijs geen sprake was en de Regeering
alleen ‘daarom afstand ‘had gedaan van haar ‘optie, omdat
zij goedkooper andere voedingsmidden kan verkt-ijgen. Het
slot was ‘dan ook op de hoogste prijzen van de berichtsweek,
hoeivel de noteeringen van de eei-stc dagen niet meer be-
reikt konden ‘worden.
Petroieumnwaardcn
hebben, een kalm verlop gehad. Wel
waren cle omzetten van groote ‘beteekenis, ‘doch de variaties
bleven in ‘verhouding zeer gering. Met name geldt dit voor
‘het hoofdfonds; aandeelen Geconsolideerde Hollandsehe

13 Sept.1

6Sept.

1

13
Sept.
Soorten.

1920

1

1920

1

1919
Buenoi Ayre,

Tarwe
Mali
Ltjnzaad
Oct.
I

Oct.
Oct.

20,358)
10,35
26,40
19,95
8
)
9,70
2
)

25,502)

15,70
8,70
28,60
11,15 6,95
26,45
16;30
8,85 21,80
9,40
9
)I 5,38
2
)J 13,70
1
)

388,-
450, –
20,50

315,-
920,-

.G. 4) per

Data

Chicago

Tarwc
Mali
Haoer
Dec.
I

Sept.
Sept.

11S4t.’20
217
137
7
/s
63e/s
4

,,

’20
239′!2
137
64
11Sept.’19
226
153
68’/
10Sept.’18
226
154′,
70’/
11Sept.’17
220
118

1)
581!,
20Juli’14
82

2)

56
1
/o ‘)
361/2
1)

1) per Dec.
‘) per Sept.
2)
per Febr.

Tarwe
5

……………
1
)
37,50 35,50
Rogge (No. 2 Western) 1)
32,-
31.-
MaIs (La Plata)

……
2
)
380,-
362,-
Gerst (48 lb. feeding)

. .2)
445,-
445,__
Haver (38 lb. white ci.) –

1)
21,- 24,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
250,-
245,-
Lijnzaad (La Plata)
…..
4
)
790,-
775,-

1
) p. 100 K.G.

‘) p. 2000
K.G.

‘)
p. 1000 K
1960 K.G.

S) Hard/Red Winter Wheatnr.
2.

810

ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN

15 September 1920

Petroleum
Mil.
daarentegen toonden meer Fluctuaties en de
rijzing is hier ver.hbudingsgewijze dan ook veel aanzien-
lijker.
Tabnhlccn
en
r’abbers
hebben sleelits geriage wijzigingen
te aanschouwen gegeven; de stemming was hij beide niet
zeer opgewekt, hoewel eerstgenoemde toch veel meer weer-
standsverrnôgen hebben aangetoond. Van Rubberwaariien
dienen hier iog speciaal te worden vermeld aandeelen
Serdang Cultuur Maatschappij, die een voor dit kalme fonds
sensahioneele stijging te aanschouwen hebben gegeven. Aan-
vankelijk verluidde, dat de onderneming overgenomen zou
wordeu door een Engelsche groep; toen echter na cle .tegen
spraak niet de minste reactie intrad, integendeel de rijzing
vercleren voortgang had, werd de koersverheffing meer aan intrinsieke factoren toegeschreven. Een op den voorgrond tredende groep aancieelen was nog
de rubriek der
handelsondemeiaingen,
die, met uitzonde-
ring van aandeelen Oompania Mercantil Argentina, alle tot
hoogere prijzen gevraagd waren. Voornamelijk aandeelen
Van Nierop bleken gefavoriseerd.

7 Sept. 10Sept.

of
daling.

Amsterdamsche Bank ….
1888/
4
189/8
190

+ 1’/4
Ned.Handel-Mij. cert.v.aand. 237
1
/ 236

233


4
1
/2

Rotterd. Bankvereeniging.. 144
1
!,
143′!2 144

-‘/
Amst. Superfosfaatfabriek.. 138

1358/
4
135
8
4 – 2
1
1 o
Van Berkel’s Patent ……. 121

119
7
/8 119/

– 1/8
Insulinde Oliefa.briek …. 199

194

188’1 – 108/
4

Jurgena’ Ver. Fabr. pr.aand. 95
1
/
2

95/

95
1
/2
Ned. Scheepsbouw-Mij …. 123 . 120

120

– 3
Philips’ Gloeilarnpenfabrieklol9’/, 972

1019


1
/2
R. S. Stokvis & Zonen …. 594

594

594
Vereenigde Blikfabrieken.. 1318/
4
135

136/6
+S’ls
Compania MercantilArgent. 324

285’/ 276

– 48*

Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 394
1
!3
385
1
/ 374

– 20
1
/1
Handeisver. Amsterdam .. 890

875

865

– 25
Hoil. Transati. Ha.udelaver. 101

101

101
Linde Teves & Stokvis …. 201

200

199

– 2
VanNierop&Co’sHandel-Mij. 169′!, 175

175

+ 5’/3
Tels & Co’s Handel-Mij …. 139
8
/

139
3
/4 13921
4

Cecons. Roll. Petroleum-Mij. 3391/
2
3431/
3
345118 + 6

Kon. Petroleum-Mij . …… 843

856 ‘/i 846

+ 3
Orion Petroleum-Mij ……. 88’/i

88
1
/

89’/

+
‘lo
Steaua Romana Petr.-Mij.. . 208

210

209
8
/ +
1
8
l
A.msterdam.Rubber-Mij.
…:
248

244
1
!2
240

– 8
Nederl.-Rabber-Mij. ……. 139’/, 137

130

9
1
1
Oost-Java-Rubber-Mij…..424’/ 428/4 424.


Deli-Maatschappij ……..654

655

559

+ 5 – –
Medan-Tabak-Maatschappij.
3431/s
340

336


Senembah-Maatschappij •.-. 672

669
1
/2
664’/ – 7
1
!,

* ex dividend.

Dc
seheepvaartlnarkt
bleef vast, zonder .groote omzetten.


.

Rijzing
of

7 Sept. 10Sept. 13Sept.

daling.

Holland-Amerika.Lijn
394
407
1
/
.401′!,
+ 7′!2

,,

,,

,,gem.eig
3741/2
390.
382
1
!3
+ 8
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.


214
220
1
/,
220
1
12
+ 6′!,
Roll. Alg. Atl. Stoomv.-Mij
151
1
1


Hollandsche Stoomboot-Mij.
176
179 .
172
– 4
Java-China-Japan-Lijn ….
252
266
1
!3
262
+ 10
Kon. Hollandsche Lloyd . .
162
1
/ 1658/
4

159
– 3
1
/2
Kon. Ned. Stoomb..Mij.

..
198
204 201
+ 3
Kon; Paketvaart Mij…..
211’/
211
209

2
8
14
Maatschappij Zeevaart. . . –
237
2448/
4

2448/4

.
+ 78/4
Nederl.

Scheepvaart-Unie. .
232
1
/
242
236
+ 31/4

Nievelt

Goudriaan

……
465 480
480
+15
Rotterdamsche Lloyd……
235
242/o
234
3
/4
Stoornv.-Mij.,,Hillegersberg”
247 246
1
!2-
24 6
1
/1

1/5

,,Nederland”

. –
278 288
1
!3
281
1
/2
+ 312
,,Noordzee”

. .
110
109’/,
108
– 2
,,Oostzee”

. . . .
230
1
/
243
1
!3
243′!,
+ 13

De
Ameî

ikaansche markt
toonde,
behalve voor obligaties,
groote belangstelling voor lichtere shares, met name Inter-
cocitinental Rubber, die bij
levendigen handel tot
hoogere
prijzen werden verhandeld.

7Sept.
10 Sept.
13Sept.R00f
zing

American Car & Foundry. .
169/
167
1
/8
167’/4
– 2
1
1,
Anaconda Copper

……..
138’/2
137
135
1
/,s

3I10
Un. States Steel Corp…..
113’/8
114
1
!,
113’/2
– ‘/8
Atehison Topeka

……..
105
103
1
12
103
-2
Southern

Pacific

……..
120’14
120 120
1
/8

‘Is
Uniôn Pacific

………….
156
155
1
/i
155
– 1
Int. Merc. Marine orig. Corn
31
15
/,s.
31/8
31″116

preis.
95
95 95

De
geUlmarkt
bleef zeer ruim; prolongatie
is zelfs terug-
geloopen tot
41%
pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
14 September 1920.

Het veer in West-Euiopa is eindelijk aanmerkelijk ver

betei

d,. wat ontegenzeglijk en_goede zal zijn gekomen aan
het nog buitenstaande graan. De oogst zal nu wel dezer
dagen bijna overal zijn binnengehaald. De berichten zijn,
alles in aaunerking genomen, gunstig te noemen, ofschoon
een groot deel van den oogst vermoedelijk van minder goede
kwaliteit is.
Het Washington-bericht van Septembei

toont een aan-
merkelijken teruggang van den stand van zomertarwe. De
opbrengst wordt ongeveer 10 pCt. minder geschat dan een
maand geleden en 20 pct. minder dan in Juli. Aangezien
bovendien de verschepingen van Noord-Amerika zeer groot

Noteeringen.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

AANVOEREN iij’tons van 1000 K.G.

Rotterdam
Amaterdam
Totaal

Artikelen.
6Sept.-I 1Sept.
Sedert
Overeen1.
6Scpt.-1 1Sept.
Sedert
Overeen1.
1920 1919
1920


l
Jan.
1920
tijdvak
I9l9
920
1
Jan.
1920
tijdvak
1919

28.236
362.305
298.783
,

105621
70.176
467.926
368.959

3.255 78.821
66.230,

515
19.953
79.336
86.183
Tarwe

………………..
Rogge

……………….
Boekweit

…………

2.825
3.882

. –

2.825
3.882

5.283
….
260.459
105.671,
ca.

4.000 49.181
5.908
309.640
111.579

250
26.155
133.727-

918 62.315
27.073 196.042


21.118 156.616


7.333
21.1,18
163.979

Mais

………………

3.172
32.069
41.062

10.394 19.403 42!463
60.465

Gerst

……………….
Haver

…………….

222
30.198 39.477

1.406
200
31.604
39.677
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………..
2.500 22.138 192.243
– –
37.435
22.138
229.678
Tarwerneel ………….
Andere meelsoorten ..
338
10.496
150.257.
4

100
10.708
10.596
160.965

15 September 1920

ECONOMISCH-STATIS’fiSCHE BERICHTEN

811

blijven,
is
het te begrijpen, dat de stemming aldaar vast is,
wat vooral in vei,band met iden vasten dollarkoers zeer ten nadeele komt van Europa. Niettegenstaande de groote ver-
schepingen gedurende ‘dit jaar, hoort men feitelijk nergens
van eene opeenhooping van tarwe en gaan alle landen vrij regelmatig door met ‘het inkoopen. Uo moeilijk het ook is
precies de productie te schatten, zeer zeker is hit nog moeilijker een goeden indruk te krijgen van de totale
consumptie. In Engeland echter schat men de consumptie
aanmerkelijk grooter JaLf vdSr ‘den oorlog, ‘niettegenstaande
de verhooging van prijs.

De goede berichten zoowel van Indië als van Argentinii
blijven voortduren, doch Argentinië lijdt nog steeds onder gib
rek aan legen. Wel’ werd voortdurend vermeld, ‘dat er
regen dreigt, doch van eenigszins belangrijken neerslag
hebben wij niet gehoord. liet spreekt vanzelf, dat een goede
oogst zeer gewenscht is, teneinde Noord-Amerika na,
Januari af te lossen als grootste leverancier van Europa.
Gelukkig kan men zoo goed als ‘zeker rekenen op flinke
‘versehepingen van Australië.

De kansen om tarwe uit Rusland te bekomen, zijn wel utiterst gering. De lading, die in Italië is aangekomen, is
zuoals algemeen bekend, van een ondeugdelijke kwaliteit.
Zooals reeds (le vorige week medegedeeld, is ook van 410e’
jnen’ië en ‘de verdere Balkan geen tarwe ‘te verwachten;
alleen is er van daar een beperkt aanbod van rogge.

De goede vraag voor maïs in Europa hield o’ok deze week
aan en •in verband met ide stijgende vrachten blijft oork de
niaïsprijs hier stijgen. Ook in Argentinië ‘liep de prijs op,
doch aan ‘het slot toonen ‘de noteeringen eenige reactie. De
verschepingen van maïs zijn tamelijk ruim, doch cle premie,
die in bijna alle markten voor spoedige levering betaald wordt, geeft voldoende aan, dat de voorraden niet groot
zijn. Ook Donau-mais blijft geregeld aangeboden. G’erst en
haver ‘blijven vast; voor het eerste artikel trekken vooral
de Donau-soorten attentie.

‘Ook lijiizaad volgde de over •het algemeen stijgende lijn der granen, mede in verband met ‘de vastere vrachten. Ook
het gebrek aan regen deed de’ noteeringen in Argentinië
stijgen, terwijl bovendien het Washi:ngton.berioht een aan-
ntei’lcelijken achteruitgang toont van den stand van dcii
Noord-Ameri.kaanschen oogst, zoodat er van de optimis-
tische schattingen uieveel oveiiblijft. Weliswaar ‘mag men
verwachten, dat de oogst belangrijk grooter is dan verleden
jaar, terwijl in verband met de tamelijk goede opbrengst
in Canada de behoeften van Nooid-Amerika geringer ‘ge-
schat kunnen worden. Daarentegen blijft evenwel de vraag
van Europa zeer ‘bevredigend.
e
N ed r 1 an cl. Ook ‘hier blijft de prijs voor mais regel-
ncati.g stijgen. De Regeerin.g vei’lcle eene ‘hoeveelheid oude en
nieuwe maïs, die tot zeer ‘hooge prijzen verkocht werd. Ook
dc volgende week zal wederom een veiling plaats vinden,
waarbij. het restant van de Regeeri’ngs-voorraden zal ver-
kocht worden.

Donan-gerst werd tot goeden prijs iegelmatig verhandeld,
vooi-‘al naar Duitsohland. Haver blijft vast, doch de omzet
is gering.

Voor lijuzaad bleef ‘de stemming vast en er kwamen regel-
iiia.tig zaken tot stand tot oploopendc prijzen. Aan het slot, is de stemming iets lager.

.Lijnkoeken en andere voederkoeken bleven ‘goed gevraagd tot ‘hooge prijzen.

, De Engelsche Board of Tracle statistiek over Augustus
luidt:

– Aug.

Aug. Jan/Aug. Jan./Acg.

1920

1919

1920

1919
ton

ton

ton

ton
Import rietsuiker . .

44.492

86.480

837.702 828.340

biet ,, . .

I.

geraffineerd.

10.885

27.698

114.683 291.327

T.otaal ……..55377

114.178 ‘

952.385 1.119.668
Voorraad in entrepot 350.000 36,8.400


,, raffinaderijen

25.500

14.700


Opbrengst

,,

74.416

67.653

532.242 547.684
Tot. binnenl.verbrujk 92.505 112.772

808.831 1.003.882
Totaal export ….

2.556

8.485

9.078

21.864

Met den thans in ‘het land aanwezigen voorraad •en de
iocr verschepiug gedurende dit jaar gekochte hoeveelheden
zoi’de men t/m. April 1921 kunnen uitkomen, de tegenwoor-
dige consumptie ten grondslag leggende.

Over de m ‘a r k t valt niets nieuws te vermelden, overal
bleef de lustelooze semmin.g onder ileiding van ‘New York
gehan(Ihaafd, alwaar de ‘noteeri.n’g voor spot centrifngals
verder terugliep van 11.99 tot 10.76. Ook de termijnmarkt
sloot flauwer op basis van 10.10 October, 10.00 December,
9.75 Januari, 9.60 Maart. De Europeesche markten worden
met goecikoope offei-tes van Amerika bewerkt. De Engelsche
R&geering ‘kocht een lading Peru-suiker.

Op J a ‘vs hadden eenige berverkoopen ‘plaats tot’ vrijwel
onveranderde prijzen.
‘-)
De öogst komt zonder stoornis
binnen cci het doorsnee rendement van 73 fabrieken bedroeg
op 15 Augustus 3 pCt. meer dan verleden jaar op ‘het-
zelfde tijdstip.

De latste C ciba statistiek luidt:

1920

1919

1918
Weekontvangst tot 4 Sept.

20.000

38.839

22.191 ton8
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.521.563 3.632.000 3.359.771
Werkende fabrieken .. . .

.4

4

6
Weekexport tot 4 Sept. ‘ 32.000

94.454 ‘ 67.145
Totaal sedert 1 Jan. 1920 3.444.610 2.879.370 2.555.785
Totaal voorraad op 4 Sept.. 314.000 757.457 511.297
Deze statistiek, waarbij de ontvangsten tot dusver onge-
veer 100.000 ton beneden die van verleden jaar bedragen
met een gelijk aantal nog werkende fabrieken, wijzen opde
juistheid van de onlangs gegeven raming van den dit-jarigen
oogst van ongeveer , 3.900.000 ton, zijnde slechts p’l.ni.
i00000 ton minder d’an verleden jaar.

NOTEEiflGEN.

Data
,.4m,ter-
dom P,
Londen
Nou, York
96pCl.

T
ole, While Java
1 Amer. Gra.

loopende
Cub03
fO

per
1_nu!aledc.i.J.
Centri


Mei
maand
No.
/
Nov./
Sept/Oct.

Dec.
fuga!,

Sh.
Sh.
5h.
$ ets.
8Sept.’20
f

1161-

76/-
771-

t

10,76
1

,,

’20
,,


1161-
75/-
77/-
, –
1

11,19
8Sept.’19

6419
46/-
46/-

1
7,28
Sept.’18

64/9


J
5,92
11Juli ’14
,,11
13
/C2
18/-


i
3,26

SUIKER.

Dooi’ den aanhoudenden regenval der laatste twee iveken
werden de veldwerkzaamheden in de E u r o p e e s c h e
bictsuikerdistt-icten vaak onderbroken. Alhoewel ‘de sterke
neci-siag zeer geweuscht kwam, was ‘het weer over het alge-meen voor den groei ‘der ‘bieten niet ‘bijzonder gunstig, aan-
gezien cle regenval met zeer lage temperaturen gepaard
ging, wast-door de wortelen het opgenomen water ,niet ‘vol-
doende konden verwerken, zoodat het suikergehalte afnam. Men verlangde ‘daarom algemeen naar warm, zonnig weer,
hetgeen thans ingetreden is.

In F r au kr ij k neemt men de opbrengst van ‘den nieu-
wen oogst ‘thans met 205.000 tons aan, hetgeen ccce ver-
mindering beteekent van 15.000 tons tegenover de oorspron-kelijke raming.

In E tig e 1 a n d had ccce verdere belangrijke verlaging
der suikerprijzen plaats. De Öogstprjs voor vrije suiker
werd verlaagd au 140/-Itot 120/- per cwt. en suiker voor
industrieele doeleinden van 140/- tot 112/-. De consumptie
in de maand Augustus bedroeg 92.500 ton tegen 112.771 in
Augustus 1919, terwijl ‘het gemiddelde maandelijksahe ver-
biuik in 1920 ‘tot ‘d’usver 101.000 ton bedroeg.

KATOEN.

1″larktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
t


{
auchester, d.d. 1 September 1920.

Prijzen van Auierikaansche katoen zijn deze week iveer
gedaald, zoowel tengevolge van het betere weer alsook door
de ongunstige toestanden in de arbeiderskringen, terwijl
door de staking der drukkers, waardoor de couranten in
Manchester en Liverpool niet uitkomen, het zeer moeilijk
is berichten omtrent de verschillende markten te ontvangen.
Prijzen zijn gedurende de week belangrijk gedaald, want trwijl de loconoteering Maandag 93 punten hooger ‘was, is deze gisteren 176 punten vérlaagd in verband met den
overgaug naar de Septemberpositie. Egyptische katoen wordt
weinig gevraagd en prijzen zijn vrijwel onveranderd.
Amerikaansche garens zijn nog verwaarloosd en men meent
algemeen, dat er heil weinig zaken aan de markt zijn. De
groote fluctuaties in ruwe katoen v’eroôrzaken nog al onre

1)
De Ned. Ind. Regeering heeft geen geifuik gemaakt
vaci de haar ‘dooi’ de Suikertrust verleende optie op 1.400.000
picols, welk kwantum nu ivel spoedig door de Producenten
aan dc markt gebracht zal worden.

812

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 September 1920

gelmatigheden in de prijzen, daar de meeste verkoopers met
hun eigen zaken rekening houden en dikwijls lage prijzen
accepteeren, indien zij absoluut orders noodig hebben. Egyp-
tische garens zijn al even flauw als Amerikaansche. Koopers
nemen een afwachtende houding aan en wachten liever tot
de economische en politieke toestanden wat meer’opklaren.

Er is geen verandering in de stemming van de doekmarkt,
welke dagelijks fluctueert in verband met de fluctuaties
van ruwe katoen. Bij elke daling wordt de stemming flauwer,
terwijl bij een kleine stijging in den regel veer wat vraag
opkomt. Er is geen twijfel. aan, dat er zeer veel aanvragen
aan de markt zijn en dat men slechts op een gunstig moment
wacht om deze af te sluiten. Zoolang echter de groote fluc-
tuaties van ruwe katoen voortduren, blijft
.
de markt zeer
kalm en zijn er dan ook over het algemeen slechts weinig
zaken tot,stand gekomen.

25Aug. 1Sept.

25Aug. 1 Sept.

Liverpoolnoteeringen

T.T. op Indië…. 1110

1110
,1
9
F.G.F. Sakellaridis 66,00 67,00 T.T. opHongkong 4/2
1/
4/2
‘1,
.G.F.No.1 Oomra 11,75 11,75 T.T.opShanghai.5/1l 5110
1
/2

Noteeringen voor Loco-Katoe,

(Middling tJplands).

13
Sep

2017
Sept.
’20
130
Aug. 20Il3
Sept._I9l3
.Scpt.

I8

New York voor
Middling

..
31,25 ë
32,25e
32,25e
29,05 e
36,20e

New Orleans
voor Middling
29,25 c
28,75e
30,50 e
29,- c
33,50 e

Liverpool voor
Middling
.

..
23,07d 22,93d
24,67d
18,450)
25,73d

1)
Noteering’van 12 Sept. 1919.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Asnerikaansche haven.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.

1
OverecnkomtIgc perioden
tot
10Sept. 20

1919

1918

Atlant. Havens
120

Ontvangsten Gulf-Havens..

24(

316

353

Uitvoer naar Gr. Brittannië

.
229

‘t Vasteland.

211

608

Japan
etc…

18

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en .voorraden.

Dato Rio

.
Sanioa
Wis,dkoer.
oo,raa
Prijs
No.
7
oorraa
Prijs
No. 4

11 ‘Sept. 1920
390.000 4.450
1.981.000
.10.300
12
11
/,o
4

,,

1920
376.000 8.000 1.966.000
10.300
13
28. Aug. 1920
393.000
7.125
1.924.000
10.300
13
7
/16
11 Sept. 1919
467.000
1)
1.917.000
1
)
’14″/8

Ontvangsten..

‘Rio Santos
Dato
Afgdoo pen
Sedert
Afgdoopen I
Sedert
week

1

l
Juli
1

week
t

1
‘juli

11 Sept. 1920
.. ..
55.00
579.000
237.000 2.174.000

~
1-198-000
11 Sept. 1919
.. . .
48.000

1
493.000
1

151.000

‘) Niet genoteerd.

Statistiek der firma
G. Duuring
& Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Sept. 1920,
in duizenden balen.

1920 1919
1918

1917

1913

Voorraad in Europa.,

2.202
2.716
1.249

3.198

6.005

1Bzil

475
..
330
117

152

852
Stoomend

Oost-Indië.


113
?

?

40
xi. Europa iVer. Staten



4

2.677
3.159
1.366

3.350

6.901
Voorraad Ver. Staten 1.936
1.108
1.955

2.563

1.477

Stôomend
ÇBrazilië

625
609 546

619,

411
naar
ndië.

1
1
1

1

35
loost
Ver.Staten

5.238
4.876
3.867

6.532
8.824
348 547

759.
304
366
1.922
4.811
6.190
2.351
2.246
18
14
75
-44
48

7.526 10.248 ‘10.891

9.231 11.484

6.7,29 10.225 11.189

7.994 10482

Op 1 Juli ……….6.750 10.336 11.702

7.778
.
10.275

Voorraad in Rio
Santos..
Bahia

Totaal…….
Op 1 Augustus ……

Voorraden in duizendtallen
I0SepL20
I2Sept.’19

1

13 SepL”18

Amerik.
havens ……….
736 805 838

Binnenland ……………

841
625
641

1
. .

91
Newyork

……………
1
230
New Orleans ………….
Liverpool
?
188

COPRA.

De markt, welke aanvankelijk zeer vast gestemd was, sluit
veel kalmer met meer aanbod. In het begin der week wareu
de omzetten belangrijk.

Ned. Indië f.m.s. loco ……………… f66.-
Mixed
,. ……………… ,,
64.-
f.m.s. Oct./Dec. aflading ……
,,
63.-

l4ixed

,,

,.
…… ‘
61

14 September 1920.

THEE.

(Opgve van den makelaar J. van Eck.)
Bericht vn den afloop Theeveiling.

De taxatie was opgemaakt op basis afloop voorgaandè
veiling. Het verloop was zeer traag, stemming flauw. Prima
theeën, zoowel gebroken als blad, waren nauwelijks prjs
houdend en werden de meesten onder taxatie afgedaan,
slechts enkele nummers haalden taxatie eniets daarboven.
Midden kwaliteiten haalden geen van alle vorige prjze1t
en werden gemiddeld 5 A, 6 ets. lager afgedaan. Ordinair,
waarvan het aanbod zeer groot was, vond• slechts gedeelte’-
lijk, tot zeer verlaagde prijzen, koopers; het grootste gedeelte
werd opgehouden.
Opgehouden werden ruim 10.000 ku., zijnde meest ordi-
naire theeëo.
Volgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 23 Sep-
tember e.k., aangeboden zal worden ruim 16.000 kn. thee.

Amsterdam, 2 September 1920.

RUBBER.

Er is geen noemenswaardige verandering omtrent de
rubbermarkt te berichten. Zoowel de prijzen als de algemeene
toestand vertoonden geen wijziging van eenige beteekenis. De voorraden te Londen bedragen thans ca.’32.000 tons.

De noteeringen luiden:

vorige week

Prima Cr8pe loco ……….1/8/4

…………18′!,

Smoked Sheets ……1/7
‘/.

…………
1/7
1
/4

Crêpe Oct./December

119
‘/

…………
.
119
3
/4

11

JanuarilMaart.
.

11101/, …………

Hard cure fine Para ………1/9

………….1/9

14 September 1920.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
iJzer
Clev.
No.3

Koper
Standard
Tin
Lood
Zink

14 Sept. 1920..
nom.
97.17/6
272.1716
35.101- 39.51-

7

,,

1920..
nom.
95.2/6
264.15/-
35.101-
38.51-

15 Sept.1919..
oom.
101.216
286.-1-
25.51-
41.10/-

16Sept. 1918..
nom.
122.-1-
343.101-
29.-1- 52.-1-

17 Juli

1914..
5114
61.-1-
145.151-
19.-!-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

Veertiendaagsch overzicht.

‘Gedurende de voorafgaande 14 dagen zijn de vrachten
bijna overal vaster geworden De twee vooraanstaande
markten zijd wel Noord-Amerika met steenkolen naar Euro-
pa’en La Pla.ta voor mais naar Ti. K./Continent. .Va deze
twee
kan Noord-Amerika als de beste beschouwd worden,
daar -er gfoote behoefte bestaat in Europa aan steenkolen
en Amerika feitelijk de eenige leverancier is die groote

Totaal….
1

733

1
862.37511

415

1465.770

Periode 1 Jan.-
31 Augustus.

Nationaliteit.

Nederlandsche
Britsche ……
Duitsche ……
Noorsche ……
‘Belgische ……
Fransche . …..
Zweedsche……
Deensche ……
Vereen. Staten..
Andere ……..

3.893

14.567.946
II
3.099

13.050.582

201
204.839
134

.
124.333
217
221.779
132
129.400
89
28.234
46
20.261
56
67.775
24
$1.109
2
3.883
2
1.726
52
45.754
10,
19.701
15
12.816
19
15.943
17
19.794
3


‘.

3.862
39
137.634
34
94.443
45
120.367
11
24.992

15 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

813

hoeveelheden kan leveren. Dientengevolge behoeft er geen
groote vrees te bestaan, dat de vraag . naar tonnage plot-
seling zal verminderen. De . despatch is er veelal goed;
groote stoomschepen werden in een, of twee dagen geladen
en als dit zoo blijft maakt het deze• markt nog meer aan-
trekkelijk. De minimum vracht, aangenomen door de Arne-
rican Shipping Board, van $ 18 naar West-Italië is nog
niet berei.kt. Nu en dan wordt èr echter wel. een stoomboot
van de Shipping Board bevracht, een bewijs dat men toch
rekening met de mogelijkheid van het op deze markt bren-
gen van de schepen van de Shipping Board moet houden. Het behoeft niet gezegd, dat, indien de Shipping Board er
toe mocht besluiten een groot aantal schepen met steen-
kolen te beviachten, dit van grooten invloed op de ‘vrachten’
kan zijn. Een •bewijs, dat men deze markt gunstig beoor-
deelt, is wel het feit, dat zelfs schepen die oorspronkelijk naar Zuid-Amerika bestemd waren, op zee order hebben
gekregen van koers te veranderen en naar Noord-Amerika
te gaan. Vooral voor prompté booten kunnen hoogere cij-
fers worden bedongen. Sinds de groote daling is wel het
meest ‘gestegen de vracht naar La Plata en ‘wel tot $ 15,50
(prompt). Naar Rotterdam/Antwerpen werd afgesloten
voor $ 13,50, terwijl voor een prompte boot naar ‘Fransch-
Atlantische havens ‘zelfs $ 15 werd betaald. Voor West-Italië werd tegen $ 14 afgesloten.

De vastheid van de Noord-Amerikaansche markt laat niet
na haar invloed op de La Plata markt uit te oefenen en als
tweede stimulans komt het feit, dat de maïsmarkt in Europa.
veel vaster is. Vooral voor prompte ‘booten zijn de vrachten
veel hooger. Zoo werd 110/- afgesloten van up-river naar
U. K./Conti’nent September October belading. Latere booten
worden 5/- of 101- lager afgesloten al naar hun positie.
De graanvrachten van Noord-Amerika naar U. K./Con-
tinent blijven vast op .11/6 per quar.ter van 480 Ibs., doch dit cijfer heeft voor reeders weinig attractie, gezien de ko-
lenvrachten. Er worden dan ook haast geen zaken op dit
cijfer gedaan. De ivrachten van de Gulf is ongeveer 12/6
naar U. K. en 14/- naar West-Italië, op welké cijfers een
paar ‘vrachten zijn afgesloten.

Verder is er meer vraag van Amerika naar ruimte voor katoen, vooral naar Havre en Bremen en voor phosphaat
naar Denemarken.

Op de Oostersche vrachtenmarkt is er ‘een groote verbe-
tering waar te nemen in de vracht on deadrweight van Bom-
bay. Veertien dagen geleden was 60/- het cijfer, thans kan
72/6 bedongen worden, terwijl eenige dagen geleden 75/-
werd betaald. Op het oogemzblik beperkt deze stijging zich
hoofdzakelijk tot de Westkust van En.gelsch-Indië, de
vrachten van verder afgelegen plaatsen zijn nog ongeveer
hetzelfde. De verwacht wordende ophèffing van het uitvoer-
verbod van tarwe schijnt aan deze rijzing niet vreemd te
wezen.

De ertsvrachten vanaf de Middellandsche Zee blijven on-
geveer op’ hetzelfde lage niveau.


De kainietvrachten van Hamburg, Bremen, zijn weer
lager; zoo ‘kan naar havens ten Zuiden van Cape Hatteras
niet meer dan $ 4,50 worden bedongen.

NIEUWE WATERWEG.

Augustus 1920

Augustus 1919
Landen van
herkomst

Aantal-NRT

Aantal N.R.IT.
schepen

schepen

Binnenl. havens

46

27.822

40

17.155
Groot-Brittannië

271

160.196

177

118.564
Duitsehlaud

49

33.935

27

15.130
;Noorwegen

11

7.707

8

5.027

Zweden ……….65

55.771

22

11.011

Denemarken……11

4.857

2

98
Rusland-Oostz.h

1

314

3

2.475

Finland ……..
.-

1

691
België

25

39.393

14

17.236
Frankrijk

98

77.713

19

‘ 13.724
Spanje ………

26

45.079

3

1.024
-Pèrtugal

1

1.893

1

1.415

Italië …………7

19.523


Rusl.-Zwarte zee

3

5.899

Roemenië, Bulgr.

2

2.830


And. Midd. Zeeh

5

9.819


Senegal, Dakar.

6.

7.975
COver. Wk. Afrika

3

3:010

i

790
Zuid-Afrika

1

3.443


Voor-Indië

1

4.260


Achter-Indië

1

4.142

1

2.524
Ned. ‘Oost-Indië

4

15.408

7

20.074
And. Aziat. bas’

2

7.266

1

3.318
Australië

1

1.346
Vereen. Staten

80

283.959
,

62

183.314
Canada

2

8.330
South Georgia

1

2.474


Brazilië

1

874


Argent.,Uruguay

16

38.387

17

34.549

Chili …………1

4.231


Over. Z.-Amerika

1

2.170

Totaal ..
. . 1

733

1
862.375
II

415

1
465.770

‘) 1913, 7.663 8chepen met 9.276.504 N. R. T.

(Dirkzwager’s Scheepsagentuur Maassluis.)

INKLARINGEN.

DORDRECHT.

Augustus 1920 Augustus 1919
Landen van
Aantal
N. R. T.
Aantal
N. R. T.
her kom a t
schepen
schepen

Binneni. havens

3


412

Groot-Brittannië
1
50
1
50

Duitschland


1
450 Zweden
1
1,791
2
670
Finland ……..’


2
874

Totaal .. ..
5
2.253
6

2.044

Nationaliteit.

Nederlandsche
3
2.074


Britsche
1
50
1
50
Duitsche


5
1.994
Noorsche
1
129

Totaal ….
5
2.253
8
2.044

(Gerard
Mauritz.)

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Verschenen:
Bedrijfsleven én de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs
ingenaaid
f 3,-.

Gebonden
f 4.75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar g’esteld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque- en

girorekening No. 8408, Rotterdam.

814

15 September 1920

DE TWENTSCHE BANK

AMSTERDAM – ROTTERDAM – ‘SGRAVENHAGE – DORDRECHT – UTRECHT – ZAANDAM

Maandstaat op
31 Augiistus
1920

1

DEBET

Aandeelhouders nog, te storten ……………………….
f

1.784.700,—
Deelneming in de firma’s:

B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;

LEDEBOER
&
Co., te Almelo, f7.503.125,—, waarvan in

geld

gestort

…………………………………..
,,

5.953.125,-

Deelneming in bevriende Bankinstellingen f8.439.012,74, waar-
van

in

geld

gestort

……………………………..
4.824.412,74

f

12.562.237,74

Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage en Utrecht
. . .
f
38.260.250,-

Fondsen door ons gedeponeerd voor rekening van bevriende

instellingen ……………………………………..
,,

6.164.600,—
44.424.850,—

Kassa,

Wissels

en

Coupons

…………………………
,,

80.503.455,47

Nederlandsche Schatkistpromessen

………….,
,,

12.200.000,-

Saldo’s bij Bankiers:
beschikbaar voor eigen gebruik
:…………………..
f

6.142.506,66
voor

rekening

van

derden

………………………..
,, 38.727.215,04

44.869.721,70

Prolongatiën

gegeven

………………………………
,,

14.044473,88

Saldo te leveren en te ontvangen fondsen
,,

16.257,33

Eigen

Fondsen enSyndicaten

……………………….
,,

8.122.552,61

Credietvereeniging

…………………………………
f
71.518.019,99

Af:

loopende

Promessen
………………….. …………
..
12.300.000,—
1′

59.218.019,99

Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Ort.
f
77.061.712,92

Af:

loopende

Promessen
……………………….. . …..
,,

6.673.000,-
,,

70.388.712,92

Voorschotten op

Oonsignatiën

……………………….
,,

4.078.887,72
Gebouwen

en

Safe-Deposit
………………… . …………
,,

3.658.507,89

Totaal

……
f
334.087.677,25

CREDIT

Kapitaal .. …… ….. ………………….. . ………..

f
35.500.000,—

Reserve

. ‘………………………………………..,,

7.594.457,06

Buitengewone Reserve ……………………………… .,

1.000.000,-

Waarborgfonds Credietvereeniging …………………….,, 5.282.422,50

Reserve Oredietvereeniging
………………
………..
,, 3.429.427,82

f
52.806.307,38

Aandeelhoüders voor gedeponeerde fondsen

als waarborg voor90 pOt. storting op aandeelen B

f 1.784.700,-

in Leen-Depôt …………………………………,, 42.840.150,-
44.424.850,—

Zieken- en Pensioenfondsen …………………………

f

295.933,9314
Reserve voor te verleenen.Pensioenen ………………….. ,,

858.922,59

Deposito’s

……………………………………….
Prolongatie-D.eposito’s ……………………………….

Saldo’s Rekeningen Courant ……………….
…………
f
92.511.224,99

,,

voor gelden in het Buitenland..

,, 38.727.215,04

It

Credietvereeniging ………….

..4.738.404,55

Beleeningen en Daggeld genomen …………..
.. ……….
De Nederlandsche Bank ……………………………
Te betalen Wissels …………………………………

Divere Rekeningen ………………………

1.152.856,5234

53.001.194,07
6.219.176,01
135.976.844,58
3.043.000,-
2.599.021,3834
32.335.091,27
2.529.336,03

Totaal ……
f
334.087.677,25

Cl

Auteur