Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 241

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 11 1920

11 AUGUSTUS 190

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Eatistische

Be
‘ richten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NUVERHEID
,
F1NANCËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 11 AUGUSTUS
1920

No. 241

INHOUD

Blz.

HET CREDIET VAN DE GEMEENTEN 1
door A.
R. Veenstra..
691
De Assistentenregeling voor de Oostkust, van Sumatra II
door
ifr.
H. J. Boot ………………………..694
De Invloed der Techniek op denKlassenstrijd door
Ir.
J.
W. $cherrer

………………………………
697
Londensche Correspondentie……………………..
700
AANTEEKENINGEN:
J. M. Keynes over de Overeenkomst van Spa ……..
701
De Metaalindustrie in België …………………..
701
De Tsjecho-Slowakijsche federatie van metaalbewerkers
702
BOEKAANKONDIGING:
Mr. K. H. Corporaal: ,,De Internationaal-rechtelijke
betrekkingen tusschen Nederland en Venezuela,’bespr.’
door
Dr.
II.
de Warssel van Cingeishouck ……..
702
INGEZONDEN STUKKEN:
Goudafgifte door
Mr.
W. M. J.
van Lutterveld……
704
MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen
April
1920

…………………………….
704
Handelsbeweging over de maand Juni 1920 ………..
705
STATISTIEKEN EN OVERZICRTÉN

706-711
Geidkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

.

Verkeerswezen.

INSTITUUT’

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen. Secretaris: Mr. G. W. J.
Brui
ns.

Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wanaink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.

Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en dônateurs van het Instituut ontvangtn

/et weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën
f
0,50 per regel. Paatsing bij abone-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

9 AUGUSTUS 1920

Deze week bleef de vraag naar wissels ter beleg-.

ging der overvloedige middelen voortduren. Vani

3Y4—Y8 pOt. liep de rente voor privaat-clisconto tot

8 pOt. terug en er werd ook nog wel iets lager af’ge-

daan. –

Prolongatie verminderde van 4 tot
38%
pOt., welke

laatste noteering feitelijk nog te hoog is; 334 pOt. zou

beter den.. juisten rentestand weergeven. Heden no-

teerde men weder 4 pOt.

De wisselhandel was deze week veel minder leven-

dig. De dollarkoers bleef tot boven de 3.03 stijgen.

Vrijdagmiddag, toen hier de New Yorksche openings-

koers bekend werd, begon een vrij sterke daling in te

treden en op den laatsten dag der week liep de koers

tot circa 2.98 terug. Heden herstelde .de koers zich

weder ‘tot 3.02.

Over het algemeèn was de stemmin’gzeer onzeker.
*

8
S

De omzetten van wissels op termijn nemen allengs

meer in belangrijkheid toe, en hoewel •het nog niet
steeds mogelijk is alle voorkomende posten te ver-

werken, valt een .gestadige uitbreiding van de ter-

mijnmarkt in wissels hier te lande waar te nemen.

LONDEN, 6 Augutsus 1920.

De maaiidswisseling ging met gemakkelijker condi-

ties in de geld markt gepaard en . er bleef in de afge-

looperi week genoeg aanbod om aan de groote vraag

naar geld (o.a. voor stortin.gen voor provinciale lee-

ningen) te voldoen.

‘Voor daggeld werd over het algemeen 5 pOt. be-

taald, voor 7-daagsgeld 534 pOt.
De discon’tomarkt was over het algemeen rustig en

de prijzen vertoonden geen noemenswaardige veran-

dering. Op het eind der week werd de markt zenuw-
achtig door de Poolsche quaesti, de constante daling

in de waarde van het Pohd Sterling te New York, den

ongunstigen bankstaat en een sterk verminderde vraag

naar schatkistwissels.

HET CREDIET VAN DE GEMEENTEN.

1.

Er is, naar ik meen, sedert de ontwikkeling van het
gemeentewezen, ni de invoering van de Gemeentewet,
geen peiiode aan te wijzen, waarin zooveel pennen in
beweging zijn gebracht, om te schrijven over .de ge-
meen.te-financiën als die, welke wij thans beleven.
Toch is het onderwerp niet nieuw en als men de
periodiek’en raadpleegt, dan blijkt het, dat van af de
invoering der Gemeentewet steeds ontevredenheid
heeft bestaan over de regeling van de financieele
verhouding tussehen Rijk en Gemeenten. De oorzaak daarvan moet dan ook worden gezocht in het feit; dat
bij die invoering geen zuiver standpunt door den Rijks-
wetgever is ingenomen en het ook sedert dien geen
Minister is’ mogen gelukken de oude fout afdoende te
herstellen of radicaal weg te nemen. Vandaar dus, dat
het onderwerp: de financieele verhouding, aan de orde is gebleven en telkens weer naar voren trad,
wanneer de gemeenten, soms tengevolge van gansch
anderê omstandigheden, meer dan gewone zorg aan
den dag moesten leggen, om de begrooting kloppend te

kunnen krijgen. . . .

11
692

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

11 Augustus
1920
II

Aan dit voortdurend aan-de-orde-zijn van het onder-

werp is ‘het’ dan ook wellicht toe te schrijven, dat

velen, die thans over de gemeentefinanciën het woord

voeren, de fout begaan, twee ‘zaken met elkander te
verwarren. Mij wil het althans toeschijnen, dat de z.g.

financieele verhouding een op zich zelf staande

kwestie is en slechts in verwijderd verband staat met

die andere: de moeilijkheid, die de gemeentebesturen ondervinden bij het aangaan van leeningen.

Zeker, er is verband. Was er een, voor de gemeenten
meer voordeelige, regeling ‘omtrent de yrgoeding door

het Rijk aan de Gemeenten voor het verrichten van

rijksdiensten enz. dan zouden de ,,gewone” uitgaven

wellicht niet zee hoog zijn opgeloopen en was er kans
geweest, dat ‘de belastingen niet tot zulke hooge ‘bedra-

gen behoefden te worden geraamd. En de mogelijkheid

is denkbaar, dat ook de kans op leenen daardoor ‘gun-
stig zou zijn heïnvioed.

Maar het wezen van de kwestie, die thans aan de
orde is, de financieele moeilijkheid, raakt niet die

verhouding, althans wordt niet enkël ‘daardoor be-
heerscht.’
De Rijksuitkeering krachtens de wet van 1897 wordt

in de rekening verleden onder de ,,’gewone”, ont-
vangsten.

• Leeningen, worden, althans behoorden te worden

aangegaan tot dekking van ,,buitengewone” uitgaven.
En nu is het wel waar, ‘dat de verschuldigde renten en aflossingen uit de gewone middelen worden be-
streden en bestaat er dus verband tussehen de hoe-

grootheid van de uitkeering en de beschikbare mid-

delen, maar, voorzoover ‘bekend is nog geen enkele
gemeente in gabreke gebleven haar verschuldigde

renten te voldoen. Bovendien is ‘zoo de iaak ook nog
niet geheel juist weergegeven, want wel ‘betaalt •de
gemeente renten en aflossing uit de ‘gewone middelen,
maar een deel, ja soms het overgroote deel daarvan

wrdt ontvan’gen van een afzonderlijike administratie:
‘bedrijven en diensten.

Maar ook ‘hierop wordt – helaas! – bijna geen
acht geslagen. Het verzet van het publiek, da’t zich tegen het leenen door de gemeenten ‘heeft geopen-
baard, is dan ook naar mijn gevoelen, niet in de eerste
plaats geboren geworden uit vrees, dat de gemeenten

niet meer de renten zullen ‘kunnen ‘betalen, dat verzet is veeleer gericht tegen ‘het leenen zelf, tegen de poli-

tiek, waarvan het leenen een ‘gevolg is. Ik laat nu ge-
heel rusten de vraag, of het publiek door een juist
inzicht wordt ‘geleid, i’k constateer slechts het
feit dat er vrees bestaat. Wie er ‘zich dus
toe wil zetten, studie van de financiën der
gemeenten te,maken, om zoo mogelijk een oplossing te
vin’den van de ‘moeilijkheid, waarvoor thans wel de meeste gemeenten staan, zal m.i. de twee besproken
kwesties los van elkaar moeten houden; ‘de finan-
cieele verhouding ‘tusschen Rijk en Gemeenten kan
alleen verbeteren, wanneer de wetgever besluit tot
herziening der wet van 1897. Versterking van de
eigen inkomsten der ‘gemeenten kan ook alleen de
wetgever mogelijk maken, door de gelegenheid tot
belastingheffing te verruimen. Maar om verbetering
te krijgen in de gelegenheid. tot het aangaan van lee-

ningen, om de credietwaardigheid van de gemeenten
weer ‘boven verdenking te ‘brengen, ‘daarvoor zullen
andere middelen moeten worden gevonden. En bij
het zoeken daarnaar – ‘ik herhaal ‘het – ‘kan de
financieele verhouding en tot op zekere hoogte de
financieele toes’tand der gemeenten onbesproken
blijven.

Welke
zijn
de oorzaken geweest, dat’ Vrij plotseling voor de gemeente-obligaties geen voldoende plaatsing
meer bij ‘het publiek zas te vinden?

Indien het mogelijk zou zijn, die oorzaken met
juisthei’d vast te stellen, dan zou, naar mijn ‘gevoelen,
blijken, dat zij veelvuldig zijn en ‘dat ‘zij deels een
tijdelijk, deels een ‘blijvend karakter vertoenen.
Al dadeljk moet het, ‘bij ‘bestudeerin’g van de. aan-

gelegenheid, de aandacht trekken, da’t nimmer te

voren door de gemeenten een zoo groot bedrag aan

obligaties ter markt werd gebracht, als in 1919 het
geval is geweest. Het volgende overzicht van dë
emissies van provinciale- en gemeenteleeningen in

1919 – ontleend aan ,,In- en Uitvoer”, no. 53 van

1919 – toont dit aan:

1913 ……..43 millioen gulden.

1914 ……..25

1915

……..42′

1916

……..55

1917 ……..41
1918 ……..70

1919 ……..124

En
‘terwijl
de totale schuld der gemeenten einde

1915 ‘bedroeg 569 .millioen, vermeerderde deze sedert

dien met ongeveer 250 millioen of nagenoeg 50 pOt.

In nog veel sterkere mate werd voor andere doel-

einden – door Rijk en particuliere ondernemingen –

een beroep ‘gedaan op het .beleg’gend kapitaal. En

d’at dit een grootere waardeering ‘koesterde voor aan-deelen in ondernemingen met een min of meer specu-

latief ‘karak’ter en voor de z.’g. ,,pr’eferente aandeelen”

d’an vroeger het geval schijnt te zijn ‘geweest, wordt

door ‘de deskundigen in tal van ‘bladen erken’d.

Dat hierdoor de lust tot koopen van Rijks, Provin-

ciale en Gementeleeningen is ‘gedrukt, mag als

vaststaande worden aangenomen. In dit verband
moet ik er toch even op wijzen, ‘dat ook de Provinciale

besturen moeilijkheden ondervonden bij het aangaan
der leenin.gen, terwijl de politiek daar nog niet aan-

leiding gaf tot’ongerustheid.

Verder vraagt het feit de aandacht, dat door ‘de

stijging van den rentevoet de vroegere leeningen der
gemeenten zijn gedeprimeerd, zoodat ‘than’s bij realisa-
tie koersverlies moet worden geleden, hetgeen even-
eens af’breuk ‘heeft gedaan aan het vroegere vertrou-
wen in gemeente-papieren.

En eindelijk — om nog een van de vele oorzaken te
noemen – wordt gewezen op de omstandigheid, dat
te weinig gegevens voorhanden
zijn,
om de crediet-

waardigheid van de gemeenten te peilen, waarom in
sorhmige bladen in overweging is gegeven, over te

gaan tot het maken van een balans en deze te publi-
ceeren.
Deze en meer andere storende invloeden, welke de
gemeenten he’bben moeten ondervinden bij ‘haar pogin-‘
gen om de leeningen onder te brengen,
zijn
stellig

niet van belang ontbloot, maar vormen zij de hoofd-
oorzaak? Ik geloof het niet. Wel komt het mij aan-

nemelijk voor, dat ‘zij, toen eeniiaaal de afkeer tegen
gemeen’teleenin’gen zich openbaarde, dien afkeer heb-
ben gesteund en,vers’terkt, maar zij alleen zouden niet
dien bljvenden iivloei ‘hebben kunrfen uitoefenen.
Daarvoor hadden zij alleen een te tijdelijk karakter.
Welke is d’an wel de hoofdoorzaak?
Deze moet naar mijn vaste overtuiging worden ge-
zocht:
10.
in ‘het veranderde karak’ter van den Ge-
meenteraad, ontstaan door de invoering van het alge-
meen kiesrecht met evenredige vertegenwoordiging;

2°. door de wijziging, die is ontstaan in ‘de verhou-
ding van het algemeen bestuur tot de lagere organen. De wetgever heeft door ‘de invoering van het alge-
meen’ kiesrecht en de eenredige vertegenwoordiging
de gemeenteraden omgezet in politieke clubs met al de
gevolgen daaraan nu eenmal noodwendig verbonden.
Op zichzelf wil ik deze veranderingen hier niet
critiseeren, maar het zou, naar mij wil voorkomen,

aanbeveling verdiend hebben, dat die invoering van
algemeen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging
gepaard was gegaan met een wijziging van de be-
stuursinrichting ‘der gemeenten en met de invoering
van een verbeterde’ administratie der gemèente-finan-
ciën. Dit bestek laat niet toe, ‘beide punten in den
breede te onderzoeken en te bespreken.’ Maar ik zal
tocheen enkel woord daarvan moeten zeggen, wil mijn
verder betoog begrepen worden.

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

693

Zooals de taak en bevoegdheid van den Gemeente-

raad thans zijn geregeld, staat het dezen volkomen
vrij ,de huishouding der gemeente geheel naar eigen

inzichten te regelen, zijn autonome macht is vrijwel
onbeperkt.
• Dit beginsel zelf acht ik juist en zou ik niet gaarne
zien prijs gegeven, mits onder ôéne voorwaarde. En

deze is: dat de Raad ‘blijve binnen de perken van de

draagkracht der gemeente. Doet
hij
dat niet, dan

schaadt hij daarmede niet alleen ‘het gemeentebelang,

maar terdege het algemeen ‘belang, ja, hij ondermijnt
daarmede het groote beginsel, waarop de organisatie

van den Staat is opgebouwd.

Daarom, als ik de zaak
•bekijk
van ‘uit dit stand-

punt, komt het mij volkomen logisch voor, naast den
eisch van behoud der autonomie, den eisch van strenge
contrôle te plaatsen. Contrôle zoowel door de gemeente
zelf als door hooger gèzag. Maar dan ook, een deugde-
lijke, afdoende contrôle, die de grens van de draag-

kracht spoedig, helder en afdoende vaststelt.
Nu is het wel waar, dat die draagkracht niet door
een algemeene ‘formule is te ‘omschrjen en te bepa-
len ,maar dat is ook allerminst noodzakelijk. Wel nood-
zakelijk is het, te voorkomen, dat de Raad tot maat-
regelen besluit, waarvan achteraf ‘blijkt, ‘dat de ‘daar-
uit voortvloeiende kosten niet dan zeer bezwaarlijk
kunnen worden gedekt en nog erger, dat die maatre-
gelen niet meer teniet kunnen worden ‘gedaan.
Een ‘drietal maatregelen
zijn
•noodig:
In de eerste plaats zal de verhouding tusschen Raad
en Burgemeester en Wethouders moeten worden ge-
wijzi’gd. De Raad ‘kim en mg niet meer het lichaam zijn, dat de volle bevoegdheid heeft ieder oogenblik
en los van de begrooting maatregelen van financieelen
aard te nemen, die ‘de begrooting en dus de financiën
hopeloos’ in de war ‘kunnen sturen. De Raad kan niet
bij machte worden geacht de financiën te kennen en
op elk tijdstip te overzien. Dat kan ‘hij hoogstens dan,
wanneer hij wordt ‘geroepen ‘de begrootin’g te ‘behan-
delen en deze ‘aldus wordt samengesteld, dat zij een
goed overzicht biedt. Daarom moet de begrooting een
ander karakter ‘krijgen;’ ij moet meer ‘bindend zijn
voor een ‘bepaalde periode, waarbinnen zij niet dan
in ‘bijzondere gevallen wij ziging kan ondergaan en dan
nog slechts met inachtneming van ‘bepaalde voor,

schriften.
In de tweede plaats zal daarom de financieele admi-
nistratie der ‘gemeentehuishoudin,g naar een ‘geheel
ander begrip moeten worden opgetrokken.

En in de derde plaats – en dit hoidt verband met
de ‘beide vorige punten – zal het hooger toezicht
anders moeten worden geregeld.
Het is hier niet de plaats deze punten nader uit te
werken. Mijn doel’gaat thans in’andere richting. Maar wie het credietvraagstuk wil behandelen, zal zich van
deze – en nog meer an’dere punten – terdege reken-
schap moeten geven. Want zal ‘het credietvraagstuk
kunnen worden opgelost, duurzaam opgelost, dan moet
vast staan, dat het ‘beheer der gemeente-financiën zdo
deugdelijk mogelijk is ingericht. Thans zal ieder inge-
wijde moeten erkennen, dat dit nog niet h,et geval is.
Het is misschien te sterk uitgedrukt, maar ik voel
neiging om te zeggen: het beheer is veronachtzaamd,
omdat het redmiddel belastingverhooging steed’s lbij
de ‘haiid was.

Wordt dit alles overwogen en wordt daarbij ‘bedacht,
dat de nieuwe toestand – ik ‘bedoel het optreden van
den nieuwen Raad, verkozen naar het beginsel van
algemeen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging
– is ingetreden op een oogenblik, dat tengevolge van
de crisis verreweg de meeste gemeenten diep in de
schuld zaten, werkelijk, dan behoeft ‘het niet te ver-
wonderen, da’t ‘het een met ‘het ander, wantrouwen
heeft gewekt ‘hij het .beleggend publiek.

Ik wees op de verandering, die is komen te ontstaan
in ‘de verhouding van het algemeen bestuur tot de
lagere organen.

Ook ‘dit punt kan ‘hier niet tot in details worden
.ui’tgewerkt.
Volgens het bepaalde
‘bij
art. 144, 3e lid der Grond-

wet, nader uitgewerkt in de gemeentewet, zijn de
Gemeentebesturen, wanneer zulks wordt verlangd,

verplicht mede ‘te’ werken aan de uitvoering van •de
wetten, algemeene maatregelen van ‘bestuur, enz.

Die medewerking is steeds in niet bescheiden mate

van •de gemeentebesturen gevraagd. De bestaande
financieele verhouding vindt daarin mede haar oor-
zaak en de klacht tegen haar regeling wordt er door

gerechtvaardigd.

Maar, naar mijn ‘gevoelen ‘draagt die medewerking”

een geheel ander ‘karaktei, berust
zij
op een geheel ander principe, dan de vele verplichtingen, die de
laatste jaren op ‘de ‘gemeentebesturen
zijn
‘komen te
rusten. ,,Medewerken tot uitvoering” veronderstelt,
dat de uitvoering is en blijft bij ‘de hoogere macht,
maar dat is niet het geval, als wordt voorgeschreven,

.dat de gemeenten heiaalde zaken ter hand moeten
nemen, bepaalde uitgaven moeten doen. Ik denk aan
het
7ia
van de distributiewet, verhoogd door de onge-noem’de administratiekosten; aan de woningnoodwet;
aan de werkloozenverzekering, aan . de arbeidsbemid-
deling, enz. enz.

Eén voonbeeld: op de ‘begrooting dezer gemeente
voor 1920 werden de uitgaven in verband met de
wer’kloosheidsverzekering geraamd op
f
7.700,—. De
meening bestond, ‘dat die raming ruim was genomen.
Eind Juli kon reeds worden vastgesteld dat die uit-
gaven minstens
f
27.000,— zullen ‘bedragen, zonder
dat het ‘gemeentebestuur daarop eenigen invloed heeft.

De hoogere mac’ht heeft daardoor zeggênschap ge-
nbmen over het budget van de ‘gemeenten, op voor
deze ,niet ongevoelige ‘wijze. Daardoor is een verhou-

ding ontstaan, die voorheen niet ‘bekend was.

Ook hier geen critiek, maar het constateeren van een feit, dat recht geeft tot de meening: indien vast
staat, dat de Staat hiertoe het recht ‘bezit, ‘dan heeft
de Staat ook mede ‘de verantwoordelijkheid te dragen
voor de geolgen daarvan. Wel behoeven die gevolgen
niet hierin te ‘bestaan, dat de Staat aandeel in de
kosten draagt – hij doet dit deels – maar wel hierin,

dat hij de gemeente steunt, bijs’taat in het vinden van
de middelen ‘die het verloren evenwicht moeten terug-
brengen.

Uit dit alles, kan naai’ ik meen, deze stelling worden
geformuleerd en verdedigd:

hét moet wenschelijk worden geacht, dat de auto-nomie van de gemeenten zoo weinig mogelijk wordt
aangetast;
de gewijzigde omstandigheden als een gevolg van
de methode, naar welke de ‘gemeenteraden worden ver-
kozen, alsede van de voortdurende uitbreiding van
de taak der gemeenten, make het wenschelijk zoo niet
noodzakelijk, ‘dat de uitoefening van die autonome
macht wordt gesteund door een deudeljk financieel
beheer met een financieele contrôle, naar een’ preven-
tief stelsel;
dat de Staat mede verantwoordelijkheid draagt
voor het budget van de gemeenten.

Ik heb het noodig geacht een en ander op te merken,
alvorens ik overga tot de behandeling van het crediet-
vraagstuk, wat mijn doel is.
Maar nog op een ander punt wil ik eerst nog de
aandacht vestigen. Ik zou de vraag willen stellen’: is
het een algemeen belang, dat de gemeenten worden
geholpen, of kan ‘de zaak op haar beloop worden ge-
la’ten?

Ik heb geen lust tot politieke beschouwingen, maar merk slechts op, dat het negeeren van een aankomen-
den stroom, het gevaar, dat die stroom kan veroor-
zaken, niet ophef t. Wanneer de werkelijke oorzaak van de leeningsmoeilijkheden is ‘gelegen ‘in de houding, die
sommige gemeentebesturen aannemen, dan wordt het
gevaar daarvan niet opgeheven, enkel door te weige-
ren de gemeenten aan geld te ‘helpen. Dan kan het

694

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Augustus 1920

niet afi’ders, of een botsing moet komen, met alseind-

punt den strijd om de autonomie. Die strijd reeds moet

naar mijn meening zoo mogelijk worden voorkomen.
Want hij kan slechts twee gevolgen hebben: de auto-

uoiie blijft toegekend, maar de Staat moet nu voor

de noodi’ge leeningen zorg dragen, of de autonomie

wordt afgenomen en het zeifbestuur wordt ingevoerd.

Wordt niet ingegrepen, dit is
mijne
vaste meening,

dan zal de strijd vroeger aanvangen, dan velen mis-
schien vermoeden. Beide gevolgen acht ik fataal en

in strijd met het algemeen belang.

Maar ook al zien we dit eindresultaat niet, dan toch
zal dit moeten worden erkend: is het oogenbilk daar,

dat de gemeenten niet meer kunnen leenen, dan zal

de Staat moeten helpen op welke
wijze
dan ook. Dat
kan niet anders. En voor dezen toestand geldt 66k

mijn zooeven genoemde opvatting.

Daarom, van welken kant ik de zaak bezie, telkens

weer kom ik tot de conclusie, dat het algemeen belang

eischt, dat iets tot oplossing van de kwestie wordt

gedaan; dat wordt getracht langs ‘kalmen maar zeke-
ren weg naar een oplossing te zoeken.

Het middel, dat die oplossing kan geven, kan zijn

gelegen in het scheppen van een ‘goed georganiseerd

credie’bwezen voor de gemeenten.
Ik zal in een volgend artikel trachten aan te geven,

hoe ik
mij
die organisatie deuk en op welke begin-
selen die organisatie moet steunen.

A. R. VEEJSTRA,
Gem, Secr

Amersfoort, Aug. 1920.
DE ASSISTENTENREGELIIVG VOOR DE

OOSTKUST VAN SUMATRA.

II.

Wij willen thans’nagaan de wijzen, waarop de
over-

eenicomst eindigen kan,
en de gevolgen, die daaraan

verbonden zijn.
De overeenkomsten voor bepaalden duur eindigen

door afloop van den termijn (indien ze
a
lth
ans
vier

maanden voor den afloop opgezegd
zijn
door een der

partijen, art. 2 al. 2, vergelijk art. 1639 e B. W.) en de

overeenkomsten voor on’bepaalden duur eindigen vier
maanden nadatze door een der
partijen
opgezegd zijn,

althans na het eerste jaar (art. 2 al. 3).
Volgens het Burgerlijk Wetboek (art. 1639 g en i) kunnen overeenkomsten voor onbepaalden tijd altijd
worden opgezegd, doch is de termijn van opzegging
gelijk aan den tijd, die tusschen twee loonsbetalingen
verstrijkt, doch niet langer dan zes weken. In het ont-

werp is de opzeggingstermijn dus belangrijk verlengd.
Behalve nu op deze wijzen, na afloop van den ter-

mijn, zal de overeenkomst ook v66r den’ afloop van
den termijn of den opzeggingstermijn, dus
,tusschen.-
tijds,
kunnen eindigen. Dit ‘kan dan plaats hebben met
onderling goedvinden, maar het kan ook geschiéden,

dat een der partijen de overeenkomst tusschentijds op-
zegt, zonder dat de andere partij daarin toestemt en’
dan is die beëindiging
onrechtmatig
en wordt degeen,
die het
contract aldus verbreekt een
schadeloosstel-
ling
verschuldigd (art. 10, vergelijk art. 1639 o B.
W.),

welke schadeloosstelling voor den werkgever bestaat
in een bedrag gelijk aan het salaris van den assistent
voor den tijd van één jaar; voor den assistent is de

schadeloosstelling een bedrag gelijk aan zijn salaris
van drie maanden (art. 13).
‘Echter is de tusschentijdsche opzegging van het
contract niet onrechtmatig – en is dus ook geen scha-
deloosstelling verschuldigd – indien die , opzegging
geschiedt op grond van
dringende redenen
(art. 10,

men zie art. 16390 B. W.). Die, dringende redenen
worden in het ontwerp omschreven (art. 11 en 12). Voor den
werkgever
zijn het zoodanige daden, of
gedragingen van den assistent, dat van den werkgever
redelijkerwijze niet gévergd kan worden de overeen-‘komst te laten voortduren: Van dergelijke dringende

redenen worden dan voorbeelden genoemd ‘in alinea

2 van art. 11. Het is in hoofd’zaak dezelfde opsomming

als in artikel 1639 p in het Burgerlijk Wetboek. Een

afwijking is te vinden in no. 7, alinea 2 van art. 11 van

,’het ontwerp, waar een dringende reden wordt geacht

aanwezig te zijn: ,,wanneer ‘hij (de assistent) den
werkgever misharidelt, grovelijk beleedigt of op em-
stige wijze bedreigt, dan wel op de onderneming wo-
nende of werkzaam zijnde personen slaat, mishandelt,

verleidt of tracht te verleiden tot ‘handelingen strijdig
met de bestaande verordeningen of de goede zeden.”
Dus het slaan en mishandelen van een koelie kan een

reden tot onmiddellijk ontslag zijn, zoo ook ongeoor-
loofde verhoudingen met vrouwelijke koelies. Uit den
aard der zaak ‘komen deze redenen van dringenden
aard niet in de correspondeerende artikelen van het

Burgerlijk Wetboek voor, daarentegen staat wel in het

laatste (art. 1639 p, al. 2 no. 5), dat er een dringende
reden tot tusschentijdsche opzegging aanwezig is, in-

dien de assistent den werkgever, diens familieleden
of huisgenooteij of
zijn
medear.beiders .groveljk be-

leedigt, wat niet in het ontwerp assistentenregeling
is overgenomen.

In het Burgerlijk Wétboek wordt ook nog als re-

den tot onmiddellijk ontslag van den werknemer ge-

noemd (art. 1639 p, al. 2 no. 9) het geval, dat deze

laatste bijzonderheden aangaande des werkgevers huis-

houding of ‘bedrijf, die hij behoorde geheim te hou-

den, bekend maakt. De reden, dat dit geval niet werd

overgenomen is vermeld in de Toelichting op het

eerste ontwerp, ul. omdat de overname van deze drin-

gende reden tot ontslag ,,aauleiding kan geven tot

misverstand, waardoor toestanden op de ondernemin-

gen wellicht voor de overheid geheim gehouden wor-

den, terwijl juist het tegenovergestelde beoogd wordt”

(wij cursiveeren). In de toelichting op’ het tweede ont-
werp, dat aan den Volksraad wordt aangeboden wordt
over het weglaten van ‘de ‘bedoelde dringende reden

van het Burgerlijk Wetboek niet gesproken. Reeds in

het Afdeelingsverslag komt men er tegen op, dat deze
• dringende reden van ontslag niet vermeld wordt op grond dat de Arbeidsinspectie inlichtingen verlangt,’

die ‘ze vreest anders niet te verkrijgen, zoodat hier
niet ,,een rechtsoverweging, ‘doch een berekende bedoe-
ling” van de Arbeidsinspectie voorzit. ,,De Memorie van Antwoord verklaart dadelijk, dat

de Ar’beidsinspectie geen
‘bijzonderheden
‘van ‘des
werkgevers huishouden of bedrijf wenscht te weten,”
zij wenscht alleen gegevens te hebben ter beoordee-
ling of de werkgever zijn verplichtingen
ten aanzien
van de koelies
nakomt, welke gegevens vaak door de
assistenten kunnen worden verstrekt, doch die thans
vaa’k niet gegeven worden uit vrees voor ontslag.

Toch werden de dringende redenen van art. 1639 p,

no. 9 niet overgenomen. In de vergadering van den
Volksraad wordt er weer op aangedrongen, dat die
redenen overgenomen zouden worden, de Regeerings-
gemachtigde gaat daar niet toe over daar, wat betreft
het ,bekend maken van de ‘geheimen van de huishou-

ding des werkgevers, dit alleen een dringende reden
tot ontslag voor inwonende arbeiders zou zijn. Dit
staat niet in de artikelen van het Burgerlijk Wetboek
te’ lezen en dit zou ‘bovendien geen bezwaar behoeven
te
zijn,
want de assistenten worden ook in andere op-
zichten wel beschouwd als inwonend, nl. wanneer het
de kostelooze geneeskundige verpleging en behande-

ling betreft, die volgens art. 1638 ij alleen aan inwo-
,,nende arbeiders verstrekt behoeven te worden.

Waarom het bekend maken van technische gehei-
men geen dringende reden tot ontslag is, waarop ook
wordt ‘aangedrongen in de vergadering, wordt niet na-der aangegeven. De Regeerin’gsgemachti’gde is er niet

voor. Dit zal intusschen den rechter niet beletten om
hierin toch een reden tot tusschentijdsche opzeggiug

te zien. De ,dringende redenen, in art. 11 genoemd,
zijn alleen voorbeelden, zij zijn niet limitatief; en als
in fabriek of fermenteerschuur een procédé wordt toe-

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

695

gepast, waarvan de geheimhouding aan den assistent
is voorgeschreven, dan is het duidelijk, dat wanneer

de assistent het geheim procédé bekend maakt, rede-
lijkerwijze niet van den werkgever geëischt kan wor-

den, dat hij de dienstbetrekking laat voortduren, waar-
mede aan de definitie van een dringende reden vol-

gens alinea 1 van art. 11 is voldaan.

Voor den
assistent
worden als dringende redenen

om tusschentijds de overeenkomst op te zeggen be-

schouwd zoodanige omstandigheden, die tengevolge

hebben, dat van hem redelijkerwijze niet kan gevergd worden de overeenkomst te doen voortduien (alt. 12).

In alinea 2 van art. 12 worden dan voorbeelden ge-
noemd, die alle ontleend zijn aan art. 1639 q van het

Burgerlijk Wetboek.
0

Behalve op de hierboven behandelde wijzen ken de
overeenkomst nog op verzoek van een der partijen
door den rechter ontbonden worden. wegens gewichtige
redenen zooals art. 1.5 vermeldt. In alinea 2 van dit

artikel wordt nog nader aangeduid wat onder ,,gewich-
tige redenen” is le verstaan ei. de dringende redenen
hierboven reeds besproken en verder bv. veranderin-

gen iii den persoonlijken of ‘ermogenstoestand des
verzoekers of der wederpartij of in de omstandigheden,
waaronder de arbeid verrichtwordt, welke van dien
aard zijn, dat de overeenkomst bi]lijkheidshaive dade-

lijk of na korten tijd behoort te eindigen (het .artikel is gelijkluidend aan art. 1639
w
Burgerlijk Wetboek.)

De schadeloosstelling,
die hij onrechtma’tige verbre-king der overeenkomst betaald moet worden, bedraagt,
zooals wij fboven zagen, voör den werkgever een jaar

salaris van den assistent en voor dcii assistent een be-
cirag igelijkstaande aan drie maanden van zijn salaris.

Dit is een belangrijke afwijking van de regeling van
het Burgerlijk Wetboek. In agt. 1.639 r is toch de
schadeloosstelling voor beide partijen gelijk en boven-
‘diefl woedt zij in het geval bener onrechtmatige ver-
breking bij dieostbetrekkingeri, voor onbepaalden tijd
aangegaan, gesteld op liet loon gedurende den opzeg-gingstermijii (deze is in het ontwerp eener assistenten-regeling vier maanden) en bij dienstbetrekkin’gen voor
bepaalden tijd gesteld op het loon, dat nog verdiend
zou worden indien de verbintenis tot het einde van

den duur was nageleefd.

Tegen liet hooge bedrag, dat de werkgever in zulk
een geval volgens het ontwerp moet betalen (de sala-
rissen der meeste assistenten loopen van
f
350 per
maand met jaarlijksche verhoogingen van
f
50 tot een
maximum van
f
500
k f
600 per maand) is dan ook
in de vergadering van den Volksraad bezwaar ge-
maakt. De ininimumduur toch der overeenkomst is
één jaar en nu zöu de assistent zich wel aan die over-
aankomst kunnen onttrekken, zij liet ook met betaling

van een ‘bedrag, doch ‘de werkgever niet, daar deze altijd het voile salaris over een geheel jaar moet be-
talen.

Ook tegen het
motief
voor liet verschil ‘tussclien de
schadeloosstelling was nien opgekomen, watit in de
toelichting
bp
liet ontwerp der assisfentenregelin.g en
ook in de Memorie van Antwoord, was voor ‘het niet
overnemen ‘der regeling, ‘van het Burgerlijk Wetboek
– ‘gelijke schadeloosstelling voor beide partijen –
als reden aangevoerd, dat de regeling van het ontwerp
,,eenvoudiger” was, de assistent zou dan niet meer
over een volledige schadevergoeding behoeven te
procedeeren,
welke volledige schadeloosstelling par-
tijen volgens art. 1.4 van het ontwerp het recht hebben te eischen in plaats van de schadeloosstelling.

Men vond het nu in de vergadering
vch
den Volks-
raad onbillijk, dat, met het oog op de eenvoudigheid,
cle assistent steeds een jaar salaris ‘zou ontvangen
ofschoon het in het geheel niet vast stond, dat de
schade altijd zooveel zou bedragen, terwijl toch de
assistent daarnaast altijd de gelegenheid had, die
gerechtelijk in te vorderen.

De Regeerungsgemachtigde blijft echter op het

standpunt van het ontwerp staan. Hij zoekt ook nog
een argument in het verschil tusschen ‘de fina.ucieele
draagkracht van den werkgever en die van den

assistent, waarmee echter door het Burgerlijk Wetboek

geen rekening wo rcl t gehoudn.

Wij achten de schadeloosstelling noodeloos hoog.
Het eerste ontwerp beoogde het geven van bestaans-
zekerheid en schreef daarom overeenkomsten van min-
stens één jaar voor met het hooge strabedrag. Het is

aangetoond, dat dooi een regeling als deze geen be-
staanszekerhei’d kan bereikt worden. Zij kan hoogstens

cle elementen dci rechtsvelioudin’g tusschen werk-
gever en assistent regelen, hun rechten en verplich-

tingen vaststellen én het strafbedrag zal dienen om te

beletten, dat ‘de assistent zonder geidige redenen op
•staanden voet ontslagen wordt; tegen het laatste nu
waakt reeds een regeling, als liet Burgerlijk Wetboek

in art. 1.639 r geeft, op afdoendevij’ze.

Het ontwerp der assisteutenregeling bevat ook nog
een strafhepaling (art. 17). De werkgever kan ni. ge-

straft worden met een boete van ‘hoogstens
f 1.000,
indien hij een assistent in ‘dienst ‘heeft niet op den

voet van de voorschriften der regeling en wanneer hij,
als er een proeftijd bedongen is, dezen langer dan 5

maanden doet duren of een nieuwen proeftijd aangaat.
In het ‘boveesCaade hebben wij nu. ‘de voornaamste
bepalingen van het ontwarp leeren kennen; de overige
– zooals .b.v. de ‘bep’zlingen over ‘het getuigschrift
(art. 7) waarin art. 1638 aa is overgenomen – laten
w’ij buiten ‘beschouwing.

Een regeling, die een basis geeft voor de verhouding

van werkgever en assistent als zoodanig en daarbij
naar billijke grondslagen zoekt, heeft reden van bestaan.
Weliswaar hebben de assistenten bij de nieeste maat-
schappijen ter Oostkust ich allernunst te beklagen over
eene onrechtmatige behandeling, die een u:itvloeise]

was der ‘bestaande overeenkomsten, doch de afwezigheid
van voorschriften bracht nice, dat soms bepalingen in
de contracten voorkwamen, die willekeur in de behan-deling van den assistent mogelijk maakten, hetgeen nu
voorkomen wordt. De willekeur, ‘die zich ‘bv. uitte in
een ontslag op staanden voet, indien het contract dit
toestond, zal nu een rechtmatige liandeling worden
indien een der gevallen, waarin de regeling een der-
gelijk ontslag toestaat, zich voordoet, maar overigens
zal een dergelijk ontslag niet mogelijk zijn, tenzij dan
met voldoening eener schadeloosstelling aan den
assistent.

Zoo zullen onderw’erpen, die van belang zijn, in ‘liet contract geregeld moeten worden en aal, mocht dit niet
geschied zijn, toch een basis voor de regeling aange-
geven zijn, nl. het plaatselijk gebruik of de billijkheid.

Ofschoon voor een regeling in het algemeen der
r
e
c
h.t
sver
ho
u
.di
ng
tueschen werkgever en’ assistent
ieden van bestaan was, zoo was de onmiddellijke aan-
leiding tot het ontwerpen eener assistentenregeling
voor de Oostkust van Sumatra cciie andere, nl. de aan-
vallen’ op assistenten ‘door koelies ter Oostkust. De
ontwerpers der regeling meenden’ die aanvallen zoo
niet geheel dan toch voor het ‘grootste deel te kunnen
doen ophouden dooi’ etin regeling, die aan den assistent
dit was de bedoeling der regeling – ‘bestaanszeker-
heid zou geven waardoor deze niet meer gedwongen
zou zijn onbillijke ‘bevelen ‘der werkgevers op ‘te volgen
uit vrees anders uit zijn betrekking ontslagen te wor-den, want in het opvolgen van die on’bi’llijke bevelen
was volgens de ontwerpers de aanleiding der koelie-
excessen ‘gelegen.

Het onlogische in deze redeneerun’g werd door de
twee plantersvereenigingen in hare kritiek van het
eerste ontwerp aangetoond en later ook in het Afdee-
lingsverslag en ‘in de openbare vergaderingen van den
Volkeraad. Bestaanszekerhei’d ‘toch kan de regeling
niet brengen, die ligt geheel in de wijze, waarop de
assistent zijn werk doet, en in de verhouding tusschen
werkgever en assistent. De redenen, ‘die aanleiding

696.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN’

11 Augustus 1920

zijn, .dat er aanvallen op assistenten voorkomen, liggen

op een ander gebied.

-.

Ten slotte erkent de Regeeringsgemachtigde in den
Volksraad, dat het uitgangspunt verkeerd was en

dit ontwerp alleen kan bereiken ‘het scheppen van een

billijken band tusschen werkgever en werknemer en

dat het gevolg van vermindering der aanvallen
,,z66
hypotheti.sch en indirect is, dat de hoofdstrekking der
regeling elders moet liggen.” Dooi een der leden van

den Volksraad wordt dan ook geconstateerd, zonder

dat de Regeeringsgemachtigde daartegen opkomt, dat

de oorspronkelijke opzet der assistentenregelin.g verla-

ten is en deze alleen te beschouwen is als een maat-

regel om een basis voor de reohtsverhouding ‘tusschen
werkgever en assistent te scheppen.

Indien men nu echter van alle rzijden het er over

eens is, zooals ook door de. Regeerin,g erkend wordt,

dat het ver’band tusichen koelie-excessen en deze rege-

ling ontbreekt, dan komt het ons voor, dat dan ook de
aanleiding om deze regeling in de eerste plaats ter

Oostkust van Sumatra in te voeren, vervallen is en er
dus zeer wel gewacht. kan worden totdat een regeling

is ontworpen, die bestemd is in alle gewesten te ver-
ken. Temeer waar de Indische Regeering er thans toe
overgegaan is omtrent liet ontwerp overleg te plegen

met werkgevers en assistenten elders en de debatten
over het ontwerp nog niet gesloten •zijn, heeft het

weinig zin nu reeds een machtiging te vragen tot

invoering van dit ontwerp, zooals het daar ligt, en dan
speciaal voor een enkel gewest. –

Bij kennisn•arne van de behandeling der assistenten-
regeling in den Vol’ksraad valt het op, hoe hier een

parlementaire werkwijze wordt gevolgd, die door het

kark’ter van den Volksraad niet gerechtvaardigd

wordt en dan ook door de praktijk der Regeering niet

gesanctionneerd wordt.

De Regeeringsgemachtigde is in den Vol’ksraad

slechts een orgaan der Regeering, ten einde de noodige

toeliclitingen te geven, verkeerde meeniu’gen recht te

zetten of •te bestrijden evenals •de Regeeringscommis.
sans in het Hollandsche Parlement, doch hij is niet

de Regeering zelve zooals de Minister in Hollan.

Wat de gemachtigde in den Volksraad ook zegt, hij.
kan •de Regeenin’g niet ‘verbinden, deze behoudt zich
voor haar standpunt na afloop der debatten vast te

stellen, wat zij doen kan nu de Volksraad slechts een adviseerend college is. Toch ziet men, dat de Regee-
ningsgemachtigde zich op het standpunt der Regee.
ring stelt, haar oordeel anticipeert, voorstellen uit den
Volksraad afwijst, amendementen onaannemelijk ver.
klaart, anderzijds weer wijzigingen toezegt, voorstellen

en amendementen overneemt. Dit schijnt een gevaar.
lijk procédé, waar de verantwoording niet door den
gemachtigde gedragen wordt, doch door de Regee-
ring, die op dat oogen’blik niet geraadpleegd is en geen

standpunt heeft bepaald. Het
is
echter geen gevaarlijk

procédé daar achteraf de zaak zdo geregeld wordt als de Regeering meent, dat praktisch en noodzakelijk is
en dus de Volksraad het karakter van adviseeren’d

college, dat niet zooals in Holland, door aanneming van een amendement den Minister kan dwingen dit
over te nemen, ‘blijft ‘behouden. Het doet dan echter
vreemd aan in de Handelingen van .den Volksraad te

lezen, dat een lid ‘zegt, ,,de Regeeniug heeft dit amen-
dement overgenomen” of. een ‘lid vraagt: ,,neemt de
Regeering die alinea’s over?”

En ook is de houding van den Regeeringsgemach.
tigde zonderling, die toezeggingen doet of verklaart
zich te vereenigen met amendementen, die men nader-
hand tevergeefs zoekt in het ontwerp en omgekeerd
amendementen door den Volksraad aangenomen, ver.
werpt, die later door de Regeening toch in het ontwerp
worden overgenomen. Alen zou zeggen, dat de ‘gemach.
tigde der Regeering er zich toe moest ‘bepalen aan de

discussies deel te nemen, de bedoeling der bepalingen
zooveel mogelijk tot •haar recht te doen komen, doch
zich moest wachten een standpunt in te nemen, dat

later misschien toch, na rustiger ‘overweging, gewij-

zigd moet worden.

Een paar voorbeelden.
In de vergadering merkt een lid .opi, dat hij vernomen

heef t, dat alinea 4 van artikel 4 oorspronkelijk aldus
luidde: ,,de overige in het eerste lid ‘bedoelde punten

(salaris, bedongen -arbeid, vrije dagen, enz.) worden,

voorzoover de overeenkomst ter zake geen
billijkere

(wij cursiveeren) regeling in’houdt, ‘beheerscht door

het plaatselijk gbrui’k of bij gebreke van dien, zoo

noodig naar ‘billjkheid door den recher geregeld.”

Inderdaad had in het eerste ontwerp het woord

,,’billijke” (niet billijken) in die alinea gestaan, doch
was naar aanleiding yan de kritieken ‘daarop, ver,d:we

nen. Het lid van d’ên Volksraad stelde nu voor dit

woord weer op te nemen en dan niet ,,billij.ke”, doch
,,billijker” ‘te schrijven, waardoor de redactie tot nog

zonderlinger consequenties voerde. De Regeeringsge-
machtigde gaat hiertoe tover, hij ,,heeft er geen be-

zwaar tegen”. Het .eigenaardi’ge is, dat de Regeerings-
gem.ach’tigde aan een ander lid reed’s een, weer andere,

redactie. van ‘de alinea had toegezegd. Het resultaat is,

dat in het 3de ontwerp, na de beraadsiaging in dan

Volksraad opgemaakt, ‘het woordje ,,’billijke” ontbreekt

(natuurlijk, het was onhoud’baar), en ook de andere
toegezegde redactie niet gegeven wordt, doch ‘het oor-

spronkelijke ontwerp behouden ‘blijft.

Een ander voorbeeld. In de ver,gaderin.g wor’dt een

amendement ingediend, ten doel hchbende om den

werkgever strafbaar te stellen, die in de overeenkomst
riet den assistent niet de onderwerpen regelt, die vol-

gens art. 4 in de overeenkomst moeten worden be-

handeld. De Regeeringsgemachtigde ,,heeft er geen bezwaar tegen” en laat dienovereenkomstig art. 16,

waarin de strafbepalingen zijn opgenomen, ook slaan
op het hiet regelen der aangegeven onderwerpen. In

het derde ontwerp heeft de Regeering echter die bepa-
ling weggelaten, o.i. terecht, het ontwerp voorziet er

in wat er geschieden zal, indien die onderwerpen niet

in de overeenkomst worden geregeld. Maar waarom
behield de Regeeringsgemachtigde zich dan niet zijn

standpunt voor?

Een amendement, bedoelende een omschrijving in
het ontwerp te ‘brengen van de wijze waarop de winst

berekend wordt (met het oog op de berekening van
het tantième) wordt met algemeene stemmen aange-

nomen, de Regeeringsgemachtigde had het afgewezen,
wenschende de wijze der wi’nstuitkeering aan partijen
over te laten, een ander amendement, .beoogende in

art. 7 aan den assistent het recht te geven om te
eischen, dat in het getuigschrift vermeld zal worden

op welke wijze hij aan zijn verplichtingen voldaan
heeft (hetgeen ook art. 1638 aa Burg. Wetboek toe-
staat) wordt met algemeene stemmen aangenomen, de
Regeeningsgemachtigde verzet er zich tegen, neemt

het niet over. Wat ziet men nu? Dat hot eerste amen-
dement ook in het ‘derde ontwerp ontbreekt, doch dat
het tweede amendement wel is overgenomen in art.
7.

Een mengeimoes dus ‘van parlementaire prchtijk in

Nederland en staatsrechtelijke bevoegdh&id der Re-
georing in Indië.

Er wordt Tweéde Kamer gespeeld. Evenals de Mi-

nister tracht
zijn
wetsontwerp ‘door toegeven hier, het
laten vallen -van eischen ginds, in een behouden haven
te -brengen, zoo ziet men hier ook den Regeeringsge-
machtigde hier zijn standpunt prijsgeven, déér conces-

sies doen, al even hegeeri’g als de Minister in Hol-
land, den oo.gt binnen te halen, doch met veel minder

noodzaak. In Holland wordt de ïinister door een

stemming der Kamer
gedwongen
zijn ontwerp te wij-
zigen, hij zoekt door plooien, geven en nemen, zooveel
mogelijk zijn denkbeelden te behouden tot er eindelijk
een oogeublik komt, .dat hij zegt: ,,tot ‘hiertoe en niet

verder”, concessies weigert en het ontwerp temng-
neemt. Hoe geheel anders in den Volksraad. -De Re-
geenin’gsgemachtigde kan onbewogen de debatten aan-
hooren, amendementen met algemeene stemmen zien.

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

697

aannemen, de verantwoordelijke Regeering zal toch

vrij blijven de regelingen te treffen, zooals zij dit
ivenscht.

Een ibestrbding van den Regeeringsgemachtigde van

voorstellen in den Vol’ksraacl past daarbij, een afwij-

zen of overnemen van voorstellen of amendementen
niet, want het a] later blijken welk lot de opvattiflgen

van den
VoJksraad
ondervinden, als zij overwogen

worden.

Maar…. het bloed kruipt, waar het niet gaan kan,

de sitûatie van den ‘gemachti.gd’e in den Volksraad

brengt ‘blijkbaar mee; dat hij zich partij stelt en met

de Regeering vereenzelvigt op gevaar af, dat’ hij later
door haar wordt gedésavoueer.d of. . . . zichzelf reeds

heeft gedésavoueerd.

En bij de lezing der debatten voelt men ‘hoe de
Volksraad er behoefte aan heeft in de vergadering
niet de Regeering zelve te doen te hebben, met een ver-

arLtwoordelijk persoon, die aan zijn woord gehouden

kan worden, niet met een afgezant, die slechts toe-
licht en registreert, terwijl de definitieve ‘beslissing
later vernomen zal worden.
Met belangstelling zal dan ook afgewacht worden in

hoeverre de Herzieningscommissie voorstellen doet,
ivaarbij de positie van den Regeeringsgemachtigde ge-

wijzigd wordt en daarvoor in de plaats treedt een
grootere verantivoordelijkheid, toe te kennen aan de
Hoofden van Departementen of van andere takken
van Dienst, die in den Volksraad al’s Regeeringsperso-
cien ‘verschijnen en anderzijds hoe de Herzienings-
commisie voorstellen doet om de bevoegdheid van den
Volksraad uit te breiden.

Wij noemden het ontwerp eener assistentenregeling
belangrijk als proeve van sociale wetgeving, dat wil
zeggen van een wetgeving, die bepalingen, vaak van
dwingend reaht, brengt teneinde maatschappelijke te-

genstellingen, en onhillijkieden, of aanstoot geven’de
toestanden, die ‘voortspruiten uit den ‘tegenwoordigen

vorm der maatschappij, uit de in ‘haar ontstane ver-
houdingen, weg te nemen, de ontwikelingsvoorw’aar-den voor de economisch zwakken gelijk te ma’ken met
die der economisch sterken, waaibij soms zedelij.ke
verplichtingen tot wettelijke gemaakt worden. Daarbij

wordt aan partijen cle vrijheid ‘om overecnkomsten
aan te gaan, zooais ‘zij dit zouden wen’schen, vaak be-
perkt.

in dit ontiverp is die vrijheid’sbeperking in hooge
mate opgevallen in art. 4,. waar in al. 2 wordt voor-
geschreven hoeveel verlof aan den assistent minstens
gegeven moet worden en dat de assistent gedurende
dit verlof vol salaris zal behouden. Do Regeerings-
gemachti.gde liet het standpunt, dat in het ingediende
ontwerp en ook nog ‘in de Memorie ‘van Antwoord was
ingenomen, ni. dat partijen ‘rij zouden zijn hierom-
trent de regeling te treffen, ‘clie zij wenschen, op
eens in de vergadering ‘van den Volk’sraad varen om het amendement met liet kategorisch voorschrift van
bepaalde ‘verloveii en vol salaris als minimum over to nemen en de Regeering heeft dit standpunt in het
derde ontwerp behouden.

Een belangrijk novum! Het Hollandsch Burgeiljk
‘Vetboek ‘kent geen dergelijke verloven, alleen die voor

korten tijd in verband met ‘huiselijke omstandigheden
zooals bevalling, overlijden enz., of met uitoefening
van kiesbevoegdheid, enz.

Het argument van den voorsteller van liet ‘betref-
fende amendement was, dat het leven van den as-
sistent zoo zwaar is, dat zoowel jaarlijksche verloven
van één maand als een verlof van acht maanden na
zes jaar dien’st ‘bij de’nzelfden werkgever ,noodig zijn.

inderdaad, er ivordt,in Deli hard gewerkt, de werk-
kring van den assistent brengt een groote physieke
inspanning mede, soms nog voor hen, die niet de kunst
verstaan gemakkelijk hun autoriteit aan de koelies
op te leggen, vermeerderd met een ‘zekere nerveuze
spanning. Echter wordt in ‘andere bedrijven, mijnbouw,

handel, Ibankinstellingen ook – en doorgaans niet

minder – ‘hard gewerkt, ‘ vaak met een afmattende gees’telijke inspanning, zoodat het voorschrift ook
elders toepassing zal moeten vinden. En ook Gouver-
nements-am’btenaren werken hard, ook deze, die nog

geen recht hadden op jaarlijksche verloven en nog geen

vol salaris kregen bij buitenlandsche verloven, zullen de voorschriften op zich toegepast willen zien.
Als de bepaling in het ontwerp gehandhaafd wordt, zal over de geheele linie dezelfde vrije
tijd
en finan-
Icieele vergoeding moeten wor’den ‘toegestaan.

Dus wel een muisje met een staartje!

Het is ons wel, er is ‘geen reden waarom een sociale

‘wetgeving ook niet voorschriften zou geven omtrent

vacanties voor werknemers. Doch het is wel zonder-

‘lin’g dat de Regeering, die eerst op het standpunt
stond, dat de regeling der vacan-t,ies aan partijen moet
worden overgelaten, op eens tot’ een geheel tegenover-

gsteld standpunt overgaat gedurende de vergadering,

tevens het alternatief van ?f een jaarlijksch binnèn-

‘landscli èf een later buitenlandsch verlof omzetten’d
in een
optclling
van ‘beide verloven, en het niet noodig
dordeel’t deze ‘zaak tevoren nog onder de oogen te zien.
Het pleit niet voor den ernst, waarmede de regeling is
voorbereid.

Het zal ons ‘benieuwen welk standpunt het Opper-
t
l$estuur omtrent deze zaak, wettelijke regeling der
vacanties, zal innemen.

Het ‘doet’ ‘hier minder ter zake, dat ‘het ontwerp
eener assisten’tenregeling langere verloven voorschrijft
dan ‘ter Oostkust’ usance waren – ‘het ligt geheel in
de lijn det tijds, ‘waarbij hoogere loonen.gevraagd

worden bij mindere arbeidsprestatie, om ook de ver-
loven te verlengen – het gaat hier om’ het principe,
tde vaste aanspraken van werknemers op verschillende
geregelde vacanties, wat een belangrijk nieuw be-
ginsel is.

Wij hebben, gevolg gevende aan het verzoek der.

Redactie, in liet bovenstaande ‘den inhoud van het
ontwerp der assistentenregeling ‘behandeld en enkele
beschouwingen daaraan toegevoegd en hopen, dat
belanghebbenden gemakkelijker in staat zullen zijn een

overzicht dezer zaak ‘te verkrijgen.
Mr. H. J. BOOL.

DE INTUOED DER TECHNIEK OP DEN

‘KLASSENSTRIJD.

Onze samenileving maakt een ‘ern’sti’ge crisis door,
bostande in onderliisgen strj’d ‘harer leden. In dezen
strijd tracht de aauvalien’de partiij (de arbeiders) de
tot nu toe bestaande orde van rvoo’rtbren!gin,g en ver-
deeling van goederen te veranderen, terwijl de tegen-
partij ‘deze orde tracht, ‘te han’dhawen.

Bij cle manier ‘van produceeren tot nu toe gevolgd,

wordt de leiding daarvan in handen gelegd van
particulieren; zij .dden het oj eigen risico en de voor-
deelen ervan worden als winst hun eigendom, welke
zij liet recht hebben aan hunne nakomelingen van
‘geslacht op geslacht na to laten. Het igoheele, pai’ticu-
liere bezit, z.00als we dit kennen, hangt dus ten
rnauivste samen met dit ‘systeem.

Nu is het zeker een ‘sterk’beivijs van de deugdelijk-
hoid van dit ‘systeem, ‘dat het zich door alle eeuwen,
‘die voor ons liggen heeft gehandhaafd, dat niettegen-
staande er altijd mensnhen geweest ‘zijn, die het goed
recht ervn hebben ‘betwist, deze personen7 nooit vat
hebben gekregen op do groo;te ‘massa van het volk;
alle
rijkdommen
in dese imaatschappij aanwenig, voor-
zoo’ver ze niet zonder meer door de natuur worden
gegeven, aij;n volgens ‘dit systeem verworve, zij
‘gingen door erfrech-t van hot eene geslacht over op
‘t andere. En het is niet ‘toolang geleden, dat er bijna
niemand gevonden werd, die ‘het goed recht van den
eigenaar op idie ‘eigendommen betwijfelde. D,at in
!dezen toestand bij ‘de groote massa van het volk een

zoo groote ommekeer is ingetreden,’ kan wel niet

698

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ii Augustus 1920

allen worden toegeschreven aan de systematische

propaganda van do leiders der socialistische partij;
hier moeten ook andere omstandigheden hebben, mee-gewerkt, want ofschoon het vrijwel alleen de arbeiders

zijn die het eigendom.sreoht, zooals het nu bestaat,
daadwerkelijk bestrijden, is ook in andere klassen
onzer samenleving geen werkelijke achting mcci aan-

wezig Voor het ‘bezit, zooads het nu in onze maat-

schappij is verdeeld.

En dit is een zeer ernstig verschijnsel, want het

moet iedereen duidelijk jn, wanneer het eigen’dorns-
recht uiting was van een werkelijk rechtvaardig be-

ginsel, het bezit zelve reeds recht moest geven op

achtinig.

Deze achtin,g is er vroeger wel geweest; had zij niet

bestaan, dan zou het systeem van rijkdommen ver-

ivorven zich onmogelijk zoolaug hebben kunnen hand-
haven. En deze achting kan wei niet anders dan

daarop gebaseerd zijn geweett, .dat het vroeger wer-

kelijk verdienstelijk was rijkdomnien te verwerven;
zij dateert uit den tijd v66r den grooten opbloei

der industrie, uit den tijd ‘dus dat het vee] moeilijker

was kapitaal te vormen. Er was voor d.èu ondernemer
veel meer moed, ‘groot overleg, huid en taai werken

ti.00dig,
gepaard aan zuinig beheer, om te maken dat

de onderneminig bloeide.

Hij werd dus aangezien als de werkelijke oorzaak

van het vormen van nieuwe rijkdommen en hem werd

cle belooning daarvoor, als iets dat vanzelf sprak,

gegund.

Hoe grooter echter de algemeene rijkdom wordt des

te groo’ter wordt ook de kan’s, lait een oiderneming
slaagt, want algemeene welvaart brengt voor elk

nieuw artikel veel kooper’s, vandaar .dat voor het geld

verdienen in nieuwe en ook ‘in bestaande zaken niet
meer die eigenschappen werden ‘vereischt, die er
vroeger voor noo’di.g waren.

Met de ontwikkeling der techniek in de. laatste

tientallen jaren vôôr den oorlog, brak zulk een tijd-

perk van algemeene welvaart aan; het vormen van
rijkdommen in dien tijd is den ondernemer ‘dikwijls

zeer gemakkelijk gevallen en hij is daarbij lang niet
albijd de voornaamste factor geweest. De hoof’door-
zaak van het ‘vormen van rijkdommen sedert dien ‘tijd
moet gezocht worden in nieuwe vin’dingen en ontdek-

kingen, waarvan de verdienste toekw’ani aan de kun-
dige ingenieurs en do mannn der wetenschap, die,
meestal voor een vast salaris werkende, slechts voor

een klein deel profrteerden van ‘de voordeelen, die zij
aan ondernemingen, welke hun vinding exploiteerden,
en daarmee ook als regel aan cle geheele samenleving,,

bezorgden.
Bovendien waren dooi cie ontwikkeling der ve:nnoot-
schappen de ondernemers voor ‘t meerendeel kapita-
lijsten, voor wie het deelnmen niet anders dan een

geidbelegging was. . – .

Is hiermede dan ook al de aoh.ti,iio’ van het bezit

verminderd,
de oorloig heeft daaraan zoo goed als ge-

heel en al een eind gemaakt. Door de Ruseischc
revolutie en den val der centrale rijken – wond ieder-
een, die in ‘t bezit was van Russische, Duitsche of.

Oostenrijksohe papieren, armer; de ‘val der valuta’s’

had nieuwe rampen tengevolge; wie echter in ‘t bezit’
was van vaste of losse igooderen, van petroleum- of,

cultuur aandeel en werd
rijk,
wie handig speculeerde

werd
Zee?’ rijken
‘wie smokkelde werd
schatrijk.
Van-

daar dan’ ook, dat menschen, die hun leven, lang
nuttig werk verrichtten en daanmee een kapitaaitje
verdiend hadden, waarvan ze op hun ouden dag een
velverdiiende rust kond’en genieten, niet zelden straat-
arm werden, terwijl de speculanten en smokkelaar’s,
cle ‘beruchte O.W.-ers, ongestraft onder ons voortleven
en van ‘t vette der aarde profiteereri.

Men ziet het dus, uit piëteit tegenover de werkers
van ‘vroeger behoeft het tegenwoordig systeem niet,
gehandhaafd te blijven, er is geen moreele grondslag
meer aanwezig voor het bezit, zooals dit nu in onze

maatschappij is verdeeld en de geschiedenis heeft al

dikwijls bewezen, .dat daar, waar de moreele grondslag

ontbreekt, ook de zaak zelf verdwijnt..
Het is dan ook geenszins meer de achting om ‘t bezit,

die de toestand doet blijven zooais hij is; dit is veel
meer ‘toe te schrijven, behalve aan het egoïsme van de

bezitters, aan de werkelijk ernstige overtuiging van

weldenkende men’schen, dat het gevaarlijk is ‘hierin
verandering te ‘brengen, omdat men niet mag tornen
aan ‘t beginsel van ‘t particulier initiatief, waarmede
het particulier bezit ten nauwste samenhangt en dat,

zooals we zagen, steeds de grondslag was, waarop

ondernemingen werden op touw gezet en bestuurd,

waarmede dus nieuwe rijkdommen werden ‘verworven

en voor de gemeenschap bewaard, en men kan dus
gerust beweren, dat dit beginsel een van cie peilers

vormt, waarop ‘door de eeuwen ‘heen onze samenleving

is gebaseerd geweest en waardoor het dus mogelijk

was, dat de men’schheiid leefde.

Dit erkenneude kan rnën echter den voorstanders

van dit beginsel voor.houden, dat het particulier
initiatief slechts dan zin ‘heeft, wanneer de onder-

nemer beschikt over personeel, dat dit beginsel er-

kent, dat evenwel, nude arbeiders er vijandig tegen-
over staan en zij, door steeds hooger looneischen
efl

steeds minder prestatie, bezig zijn de voordeelen, die

daaruit voor onze samenleving voortvloeien, tot zich

te •trekken en op te maken, dat bede principe zijn
recht van bestaan vrijwel verloren heeft en er voor

de gemeenschap veel minder van te verwachten is.
Want men moet niet vergeten, dat de arbeider

niet spaart en .dè ‘bezittende klasse kan dat door hare

verarming &renmin, er wordt dus niet meer voor de

toekomst ‘gezorgd en dit moet voeren naar den onder-

gang. –

Bovendien komt liet nut van dit particulier initia-
tief ‘t best tot zijn recht hij pionierswerk, ‘hij ‘t op-
sporen dus van nieuwe bronnen van rijkdom. en dit

ii door de tijdsomstandigheden veel minder mogelijk

geworden; men kan dan ook vrijwel zeggen, dat het
particulier initiatief voor zoover dit het gi’oote op-

bouwen’de werk diende, waarbij onze heele samen-

leving profiteerde, voor een deel is lamgelegd. Wel
komt liet tot uiting en hierin tiert het zeer w’elig,

in de speculatie op allerlei gebied, waarbij het echter,

zooals iedereen begrijpt, niet alleen waardeloes is,
doch zelfs schadelijk
‘OOi
d& gemeenschap.

Dat een dergelijk fundamenteel beginsel niet meer
onaangetast in onze samenleving aanwezig is, is
zeker een tweede zeer ernstig verschijnsel te iïoemeu.

Deze zeer gewichtige veranderingen zijn, zooals

we zagen, beide ontstaan dooi’ den invloed der zich
steeds meer ontwikkelende techniek en daarna ver-
sterkt door den oorlog. Deze techni’ek heeft echter
nog meer groöte veranderingen gebracht. Zij ontwik-
kelde zich juist in een tijd, dat de bevolking
in

Europa boven het getal steeg, dat zich van eigen
bodem kon voeden. In een tijd dus, dat ware zij er
niet geweest, noodzakelijkerwijs een al’gemeee ma-
l’aise zou zijn ingetreden, waaruit emigratie op broote
schaal slechts zou hebben kunnen redden. Haar in-
vloed uitte zich echter z66 sterk, dat juist het tegen-
overgestelde plaats vond. Door haar enorm vermo-
gen rijkdommen te ‘scheppen, ontstond oveial wel-
vaart en in tegenstelling van wat vroeger
ooit
plaats

vond, niet alleen voor de bezittetde klasse, ook de
arbeiders toch voerden hun levensstandaard steeds
op. Zonder strijd is dit, zooals we weten, niet ge-
schied. En dit ‘kan ons, niet ver’wonderen; want ‘hoe-
wel de arbeiders achteraf ‘beschouwd niet meer kro-
gen, dan hun billjkerwijs toe kwam, zoo was dit voor-
uit moeilijk te ziOn. Menige concessie is hun dan
ook gedaan, waarbij de werkgever verder ging dan hij

volgens zijn innerlijke overtuiging voor het welzijn

van zijn onderneming gaan mocht; en dat als regel
de ondernemingen niet te gronde gingen, dooh in-
tegendeel steeds meer in bloei toenamen, hebben de

Ii Augustus 1920

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

ondernemers onmogelijk vooruit kunnen voorzien.

Het wordt da•ook van dé zijde der arbeiders

meestal vergeten, dat hun succes in de laatste tien-
tallen jaren in hoofdzaak niet aan hun strijd is toe
te schrijven, maar meer daaraan, dat deze strijd

plaats ‘vond in een daarvoor bij uitstek gesohikten tijd; zondei strijd hadden ze waarschijnlijk weinig
of niets bereikt, doch had die strijd 100 jaar geleden

plaats gevonden, ‘dan had hij op den, duur aan ar-
nioede van ‘t geheel moeten mislukken en. ware bo-

vendien, zooals we later zien zullen, ook veel moei-
lijker te voeren geweest. Hiermede is echter ook niet

bewezen, dat het ideaal, dat de hoogerstaanden onder

de arbeiders zich voorstellen, voor •de toekomst onmo-
gelijk of onhillijk is en daar dit zonder strijd niet te

bereiken is, zoo kan mën dien strijd niet per se ver-

oordeelen.
De arbeiders moeten echter niet vergeten, dat voor
hen dat ideaal slechts te naderen is in tijden van
groote welvaart. Bij het groote aantal arbeiders toch,

in verhouding tot de leden der bezittende klasse,

moet het opvoeren van den levensstandaard der arbei-
deis zeer. spoedig tot verarming van het geheel voe-
ren, wanneer de heele samenleving zich niet verrijkt.
En ‘al wordt in dat geval de bezittende klasse in de

eerste plaats het kind van de rohening, op den duur
komen ook zij zelf met wiskunstige zekerheid aan

de beurt. .
Voorbeelden hiervan vinden we reeds in onzen tijd
in die ]anden, welke door den oorlog ‘t sterkst ver-
armd zijn, waar zooals we weten de arbeiders armoe

lijden, terwijl hun inkomen boven dat van ‘de meeste

leden der bourgoisie is gestegen.
V66r die verarming echterwas het zooals we za-
gen Weet onze techniek, die den klassenstrijd feite-
lijk voedde, zij heeft dus vooral bijgedragen tot het
opvoeren van het groo’te zelfbewustzijn in onze arbei-

ders, ook heeft zij het gevooi in hen versterkt van hun
goed i:ccah.t, want, daar zij telkens en telkens weer
overwinningen bevochten, houden zij wel niet anders dan de overtuiging krijgen, dat de tegenstand dien zij
ondervonden, alleen ‘zijn oorzaak vond in grof egoïsme

“au de zijde der bezitters.

Doch hiermee is de rol, die de techniek in deii
kiassenstrijd heeft gespeeld, geenszins ten einde. Zij
heeft de arbeiders ook de wapenen geleverd om dien

strijd te voeren.
Om dit in te zien hebben we slechts na •te gaan
hoe de werkman vroeger en hoe hij later werkte;

waar hij vroeger zoo goed als al zijn werk deed met
de meest ‘primitieve werktuigen, zooals beitel, schop,
enz., staal hij nu bij onze locomotieeren, electrische
generatoren, werktuigmachines, enz., welke voor elk
bedienend werkman een produktie vertegenwoordigen

van het tien-, honderd-, ja duizend’voudige van
vat vroeger uit zijn handen kwam. Hij is dus
mei

ijn machine een factor ‘ in •de algemeene produktie
van onveigelijkeljk meer beteekeni dan
zonder
haar

en door haar stop te zetten, rukt hij niet zelden onze
geheele ‘saenleving uit haar verband. We hebben
hietbij slechts te denken aan spoorwegstakingen,’ sta-
kingen in de gemeentebedrijven, mijnwerkersstakin. gen, enz. Vergelijken we dit resultaat met’het effect,
dat hij vroeger bereikt zou hebben, wanneer hij zijn
hamer, schop, enz., zou hebben neergelegd, dan wordt
het ons duidelijk, w’elke geduchte wapenen onze tech-

niek den werkman bij zijn strijd in handen gaf.

Met dergelijke wapenen in de hand is het niet te
verwonderen, dat de arbeider de sterkste is ‘in den

klassenstrijd.
Wij hebben ons dit feit heel duidelijk voor ooge.o
te houden en ei onze consequenties uit te trekken.

De techniek heeft zijn intrede gedaan in onze
samenleving. Zij dreef de arbeiders van het land in
groote massa’s naar de steden, waar de voor hen
slechtere levensvoorwaarden den’ strijd van zelf deden
ontbran’den, zij is door ons hoog bevolkingscijfer uit

Ônze samenleving niet meer te verbannen en
me

deze techniek ka.n onze samenleving niet bestaan,

wanneer zno goed als de heele arbeidcn’de bevolking

zich vijandig stelt tegenover de andere. klassen. der
maatschappij, omdat de arbeiders, zôoals we zagen,

voor de •bestrjding te sterke wapenen ip handen,
kregen. De zaak met middelen van ‘geweld op te los-
sen gaat evenmin, omdat zulks ie. niet meer strookt

met onze opvattingen en Ze. omdat onze samenleving

een machtsmi’d.del •daartçe ontbreekt. Elke goed gooi-
ganiseerde maatschappij dient over een machtsmid-

del te beschikken, dat, samengesteld uit leden va:ci

al hare klassen, steeds bereid is haar gezag te hand-

haven.

Dodh het is een ernstig teeken des tijds, •dat ons

een. dergelijk machtsmi’d’del ontbreekt. Daar ons lege]
n.m. voor dat doel niet meer te vertrouwen is, heeft
men zijn toevlucht moeten nemen tot de hurgerwacht,
een eenzijdig geiecruteerde macht, die wellicht in

staat is te beletten, dat van de
zijde
der arbeiders

onze samenle’ying
met geweld
wordt uit elkaar ge-

rukt, doch meer kan men van haar in geen geval
verwachten; zou zij willen optreden om de orde te

herstellen, zooals
WO
die vroeger hchben gekend, dan

zou direkt een algemeene staking uitbarsten en daar-

tegen is zij in geen geval bestand.

Het is dus feitelijk weer de techniek, ‘die ook dit

iddel deed verouderen.

Er is ‘dus geen oplossing ‘te zien, tenzij een middel
gevonden wordt dat den klassenstrijd in zijn geheel
tot stilstand brengt; den werklieden telkens na afzon-

derlijke stakingen concessiën doen, brengt geen ver-
betering zooal.s w’e ‘weten, integendeel wakkert dit
middel den strijd voortdurend aan en brengt ‘onze

geheele samenleving, zooals we zagen,
01)
den duur

naar den ondergang.’

Hoewel dit middel met juistheid niet bekend is,
kan men wel met groote waarschijnlijkheid zeggen,

dat het een ander systeem van produceeren en ver-
deelen der goederen in zidh moet sluiten, w aardoor
de arbeiders het gevoel krijgen, dat het stopzetten of
remmen der produktie geen middel meer is opi hun eigen levensstandaard op te voeren, dat zij integen-
deel daarmee ook ‘zi,chzelven schaden. Is dit gevoel
einmaal geboren, clan ‘zal het ook mogelijk zijn ziet
behulp ‘der arbeiders de wetten te maken tegen sta.

kingen.
De st.ap, die gedaan moet worden, is geweldig;

wordt ze evenwel met ‘de noodige voorzichtigheid uit-
gevoerd, dan is zo niet zonder hoop, omdat de
techniek, die zooveel bijdroeg tot het ‘afbreken van
het oude, ons de middelen in de hand gaf ook

het nieuwe
oii
tO bouwen.

Wan’t aan grondstoffen is praktisch een eindelooze hoeveelheid voorhanden, we behoevep er slechts aan
te denken, hoe véôr ‘den oorlog bijna de geheele
wereld werd afgezocht naar mineralen, waarvan tel-kens weer emirme afzettingen werden ontdekt, onze
transportmidcleleu zijn dusdanig volmaakt, dat zij met
gemak die grondstoffen va.n ‘de verste uitihoeken onzer
planeet ter verwerking in ons ‘midden brachten en de
machines, voor de verwerking noodig, ontwikkelden zich zoowel in grootte als in volniaaktheid, en voort-
durend verschenen er nieuwe vormen tot in bijna

cm
dëiooze verscheidenheid.

En dëze ontwikkeling staat zelfs nu niet stil, ook
gédurenide den oorlog sohreed zij voort, hoewel natuur-
lijk veel minder snel; wanneer we dan bovendien nog
bedenken, dat vlijtii.ge i.n plaats van werksehuwe han-
‘den, die machines zullen bedienen, dan wordt het
ons duidelijk dat, eenmaal een oplossing gevonden,
het zeer w’el mogelijk is, dat zich een tijdperk openen
zal van ongekende welvaart, die niet het deel zal zijn
va’n enkelen, doch van allen.

Ir. J. W. SCHERRER.

F[eerlen.

700

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Augustus 1920

LONDENSCHE .CORRESPONDENTIE.

Handelsbewegin.g over het tweede

kwart aal 1920; cle Spoorweg finan.ciën; de kwestie van. NaUTU Islan.d; Imperial
preference; de arbeidsmarkt.
Onze

‘Londensche correspondent schrijft ons d.d.

6 AuSustus:

• War with Russia almost a certainty, and an
exchan ge r ate with America that is the

• worst since the exchange wag unpeg.ged are two .phe-

nomena that consort -badly with the beginning of the

holiday month par excellence. The financial experts

associate the exehange position with the erop move-

menta, but it is difficult not to see in it a foresha-

dowing of w-hat is likely to be the state of Europe if
the war ‘broaks Out afresh. On the last occasion when

war seemed imminent, the sale of English and pur-

chase of A.merican currency •by neutrals was one of.

the features of the situation, and piobably something
of the kind is happening now.

It is loo early to say what the Labour Party is

going to do. The ,,Dai]y Herald” is appealing for
united action, bot part of the responsibility for the

present impasse rests on the shoulders of that jour-
nal, w.hich is always exa.ggeratiag the extent to which,

the English movement is ,,left”, and thus had pro-

bably done something to stiff en the Russiaii resistan-

ce to a more moderate attitude. It is highly impro

ba-ble that the Labour Party will do more than
register an academic protest, espècially as it is- ru

moured that the Labour Delegation was not on the –
whole struck with the Soviet regime when they camo
into close touch with it.

The Board of Trade Jourual- has puibished the,
t r a d e f i g
it
r es of the second quarter of the year,.
reduceci to the values of 1918, which enables one to
judge the extent to which the volume of trade is

below 1)1e-war level. The position is as foliows:

Total -im-ports ….
£ 182.5

£ 502.8

£ 176.2

3.4
pCt.
Re-exports ……..
28.0

60.8

,, 26.5

5.-
Net Imports ……
154.5

,, 442.0

149.7

2.6
Special exports .. ,,
129.8

341.9

95.4 29.5

With the possi-bility of new war demands, thet
policy of the Government in finding revenue by the
sale of surplus stores may -come to an abrupt end.

In a recent White Paper (Omd. 850) particulars are
given of the sales .up to March 31, 1920 together with
estirnates from that dato to Juno 30.

The total comes to well over £ 500 millions, as
thos:

Sales of stores:
From Armistice to March
31

£ 210
millions.
April 1 to
June
30
……………,

41

£251
Sales of raw materials.:

Froni Armiatice to March
31
……
£
227 millions.
April
1
to June
:30
…………….
,,

26

£253
Total on
bofih
accounts ……….
£ 504

It is estimated that some
f
200 millions will -become
available from the sales of surplus store, and ano-

thor £100 millions from the sale of raw materials.
The Government will want all the money it can get,
if the supplementary es-timates go on increasing.
Within the la-st fortnight over £ 20 millions -additio
nal has been asked for. The floating debt shows some
dccliiie: it was £1..271.699.000
011
July 31, and bas
fallen to £ 1.262.189..000 on July 31, though the in-debtedness to the Bank of England has increased by
£ 93′ millions, from £ 36 millions to £ 45 mil-
lions treasury bills outstandin-g have fallen. from
£ 1.066.338.000 to £ 1.058.348.000 and Advances from
the departments from £ 169.341.000 to £ 158.591.000.

T-ho accounts for the working of the;
r a i 1
w
a y-s for the last three months are now also
availabie, and show how necessary the revision of the

rates, of which 1 wroto last week, really is. The net

government liability- wor-ks out at nearly £ 11 mil-
lions ,the pos’ition -being as .follows:

Recei-pts from traffic ……
.; …………..
£ 60.5
Less expenses of collection ………………
3.1

Total traffic earnings …………………,,
57.4
Miscellaneous.

……………………..

,,
0.5

Total Revenue caineci …………………
£ 57.9
General Oharges

……………………..
57.2
Balance……………………………..
£

0.7
Other business (loss) …. . …………….

0.4
Total………..
……………………
£

0.3
A-mount gtuaranteecl -by Government …….
£ 11.3

Net Government Liability ……………..£ 11.0

The Nauru Islaid Bill -bas now reached the

House of Lords, and a rene,wd statement of the po-

sition of the Government as to the relations of man-.
datory states to the ieague is now available. Lord

Mi]ner, seaking in defence of the bill, set out the

following points: (1) The mandates were disposed

of -by the Allies and not by the League. (2) The draft

mandates could not -be materially called in questiou

by the League, ,,for they were nothing more than an
elaboiation, a setting out with the necessary detail

and in proper legal form of the provisions contained

in Article XXII o:E the Covenant.” (3) It was impos-
si-ble for the maiidatory powers to wait until the

League had approved any and every act in a manda-

tory area, such an attitude would bring the wliole sys-

-tom into disrepute. The Leagne had the right of

supervision, bbt this was quite anot-her thing to saying

that nothing could -be done without the previous

assen.t of the League. (4) The trade provisions of the
Act -were not inconsistent with Article XXII of the

Covenant, for the Government had ibought the rights.
from a private syndicate, and as a private syndicate
could legitimately monopolise the -deposits, why not
a govrnmeat? (5) Finally, Aiticle XXII a-pplied to
some areas, – and not to others, ,,and among those
areas to which it clearly did not app]y was this little
isiand. To attempt so to apply it would be to run

counter to the provisions of the Covenant, and to
upset that -portion of the Peace Treaty, as it would
he to fly in the

face of the

cii’stinct undèrstânding-
which Article XXII was carefully drafted to imple-

ment. Without that understanding a number of the
signatorios of the Covenant would foyer have agreed
to sign it”
– –

The linkin-g up of the Empiro by means of p

r e f e-
1
en ti a 1 d u t i es proceed apace. It has been known

for some time that the Oolonial Office bas heen res-
sin-g the policy on the Crown Coloiies; and Malta, Oy-
plus, and Jamaica are among those portions of the

Empire whicli -have adopted the policy. Now come
particular-s of the new agreement which has been
concluded between Canada and the Wes-t Indian Oolo-

nios. Ever since 1907 some of these have -had prefe-
rential arrangements with Canada, whieh, in virtue
of the -general
cons
tit
u
ona
l rules governing these matters, Ivere applicable also to the United King-
dom. But Jamaica, the most important of the West
In-dian Colonies, was not a -party to the 1907 agree-
ment, which also only referred to selected goods. The

present agreement includes Jamaica ,and conside-
rably widens the preferen ce, as also the rate of pro-
ference. In the case of West Indian goods imported into Canada (with the exeption of revenue articles,
to;bacco, cigar-s, cigarettes, and alcoholic liquors),
the rate of duty -shall not at any time he more than
50 pCt. of the duties imposed on similar goods w-hen
imported fi’om any fQreign country.

In return, the preferences granted on. Canadian
imports are as foliows:

In the case of Barbados, British Guiana, and
Trinidad, 50 pCt. al least.

In the ca-se of British Honduras, Léeward Is-
lands, and Windward Islands, at least 66% pCI.

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

701

c.) in the case of Bermuda and Jamaica, 75 pCt.

at least.

cl.)
In the case of the Bahamas, 90 pOt.

The agreement is not to interfere with other pre-
ferences .granted by the signatories to other portions

of the Empire, or may in the future be .granted to

other portions of the Empire or the granting of any

future preference b
3
r
the said Oolonies among them-

sel ves.
S

The shipping arrangernents set up in virtue of

the agreement inelude the ri.ght to make the prefe-rences conditional on direct importation, subj eet to
six months aotice, whist the Canadian Government,

if at any time it makes use of this right, is to make

due provision for the control of freight rates ja con

tracts entered irito uh subsidised lines. Fu’her,
vitliin a maximum peiiod of Lhree years the Cane-
hen Ocvernment is to arLrIgc for a mail, pase!uer
and ireight steainship service providing for definit.
weekly
0′
fortnight]y calls; the steamersto be capable

of maintaining an ocean speed of 12 knots, the ton-
nage to be hetwoen 5000-6000 tons gross, and giving
eertain minnium passenger acconimodation. The

agreerneni is .to remain, in force for a period of ton
years and thereafter until terminated by twelve
months notice by any of the sigaatories, hut this

notice will oi:iiy abrogate the agreèment so far as the
signatory in question is concerned.

The labour situation continues to be extre-
mely unsettied, .and the expiration of the W a g e s
R o gul a t i o n A c t, (which prevented the rate

of wages from failiug below war level) next Septem-
hei is not likely to ease the situation. The Goveru-
ment and the Employers alike are swingiag. round.
to the point of view that wagen have reached the
lirnit of what industry cnn bear. Meanwhile the cost
of living is showing no signs of falling, and will
rise. sharply as soon as the new freig.ht rates become
effective.

Uuaernployment is reported to be on the iricrease.
1f the situation is further complicated iby a new war,
it is very ‘difficult to nee w’.hat will happen: war or-ders will put off the ovil day, .but the consequent in-

flation must come to an. &id come time, and the post-
ponement will make things worse the long run.
Bradford reports to the effect that foreigu compe-
tition is on the increase and the feeling of renewed optimisrn as to the prospeets in the cotton industry

seems to be dying down again. The question of orga•
nised short time has been di.sciissed by the Oldham
Master Spinners Association, but an adverse decision was come to. Black’burn seems to be the only district
upon which the Manchester Guardian reports fairly
optimistically this week.

Th e B a n k R e t u r n this week shows considera-
bie variations:

Puhhic Deposits …………..
£ 2.313.800 up.
Other Deposits …………….
12.035.549 up.
Government Secui’,ities ……..

16.353.579 up.
Other Sectirities …………..

692.644
down.
Reserve

…. . …………….

1.246.088
dowu.
Circulabion ………………
1.119.880
dow.n.
Coin and Bullion …………..
126.208
down.
Proportion 1.0 pCt., heiuig a fali of
21, as
compared
to last week.

The Ourrency Note Account •equally
shows a disturbing increase: the total of notes out-
standing has risen from £355.065.691 tof 360.077.542,
whilst the notes in the reserve have only gone up by
£ 100.000. The fiduciary circulation is thus iuicreased
b3 £ 100.000 lens than the total increase, by
£ 4.911.851. The margin for further expansion is.
thus £ 7.622.458. No doixbt the drain for holiday ex-
penses accounts for a good deal of the increase,
though a year ago there was only an expausion du-
ring the holiday period of £ 707.616.. 1 would like
again to draw attadtion to the fact that these figuren
ai

e exelusive of the Governments liability on notei

called in but not yet cancelled. These now stand at
£ 6.602.287, a decline as compared to last week of
£ 243.543.

AANTEEKENINGEN.

J. M. Keyrbes over de overeenlcomst

v a WS p a. – In
een ingezonden stuk in de ,,Times”

van 4 Augustus j.i., waarin hij een critiek op de door

hem in zijn ,,The Economie Oonsequences of the

Peace” gegeven cijfers voor de Duitsche kolenproduc-
tie weerlegt, schrijft Keynes:

Sir………………………………………….

The dangors of the Spa Agreement seem ‘to me to be
two: – First, that, althoagh the su.pply of
2.000.000
tous
n mon’th ought to he physical’ly possibIe for Germany so
long as s’he retains the Silesiani output, yet the sacrifice
involved may ho greater than the present German Govern-
ment will ho able to impose in practice, and, in this contiu-
gency, and in that of the disarmament cI’auses .iiot ‘being
literally executed, it may ho. more difficult than before for
statesmen to werd of f the immeasuraible danger to Europe
of a French occupation of the Ruhr; and, secondly, that,
when ‘the exohange value of ‘the franc fails, this may furnish
a ‘dangerous cry to certain Frenoh politicians,
‘who
are sure
to attribute the failI to the Spa advances to Genuiany, iii
spite of the tact’ that the fahi would have been worso if
France had to buy ‘the coal outright from us.
My name bas been so often mentioned ilately as represen-
tative
of
a pohicy entagonistic ‘to the in’terests of France
‘that perliaps’ t may ‘be perunitteci to recail three of ‘the
proposaJa of
riny
book. 1 proposeci that this country and ‘the
United States shouFcl forgive Franco the whole of what the
owes them; that this country shoukiweive ‘the whole of its
claims to repara’tion until the claims of the levastated areas
of Fi’ance anti Jlelgiu’in had ‘heen satisfied; and that this
country shoulci place the ‘whole of its exportable surplus of
cowI
at the disposal of a Coinmission of the League of
‘Nations ,,so far as our soverei.gnty and vital interests
permit.”
At present the Fi-eneh people are living on wor,ds, and
• tiaturally fiud theni trn.satisfyiug. But, in ‘the rea’lm
of
‘actions, t’here are on1y two ‘possible policies –
ii
policy of
1 geiier.aI peacea.id a policy of general disorder. Europe bas
been allowod ‘to drift into a posit’ion where great misfor-

ipeop
le
tiuies may be tinavoidable. Bu’t 1 am convinced ‘that ‘the
of this country have absolutely made up their ‘mmdi
tha’t they want the first policy, and any i’ncitents ‘to the
opposite, on ‘echatever pretext, are the merest froth. And
when it comes beyond words to acts, 1 believe ‘that deep
ldown iu their huearts the Freuch people have come to ‘the
san,e decision. That is why, in spite of
hot
words, M. Mille-
rand did, after all, secure a vei’y great onajority last week
in the U’u’ench Ohamber. 1 am, &c.,
J. M. KEYNES.
King’s College, Cambridge, Aug.
2.

De Metaalirbdusrie
irb
België.
– Een
recent nummer van de ,,Revne Universelle des Mines”
bevat eenige belangwekkende bizonderheden over de
Belgische metaalnijverheid: voor, gedurende en sinds

i145.600.

den oorlog.
In 1913 waren in de Belgische
ijzerindustrie
i
39.500 arbeiders werkzaam c in de kolen,mijnen
De staalproductie bedroeg 274.450 ton Mar-
tin-staal en 2.192.180 ton Bessemer-staal, bovendien
1.409.460 ton zuiver staal. In totaal werd 2.162.210
ton ein’dproduct ‘geproduceerd.
Het brandstoffenverbruik ‘bedroeg 26.046.000 ton,
waartegenover ‘een eigen productie van 22.846.000 ton
stond.
Er waren 54 hoogoven’s in werking, waarvan 21 in
de provincie Luik en 23 te Oharleroi. Met dit aantal
Istond België op de vijfde plaats, voorgegaan door de
V. St., Engeland, Duitschland en Frankrijk; de pro-
‘ductiecapaci’teit der Amerikaansche hoogovens over-
treft de Belgische evenwel met 25 pOt.
De hoogovens consumeerden 2.622.680 tons cokes,
vaarvan 24 pOt. uit het buitenland kwam en produ-
ceerden 2.284.690 ton ruw ijzer. Van de verwerkte
6.860.130 ton ijzererts leverde België slechts Y pOt.,

702

.

ECONOMISCH-STATISTISCHÉ BERICHTEN

Ii Augustus 1920

Frankrijk 4.754.162 ton, Luxemburg 1.578.010 ton;
Zweden 256.619 ton en Spanje, Duitsehiand, Eng-
lan.d en Portugal het voornaamste deel van de rest.
Van •de productie van 2.16221.0 ton eindfa’brikaat

werd 1.1.62.425 ton geëxporteerd. De J3elgische ijzer-

industrie moest dus op ‘de wereldmarkt kunnen con-
curreerën, daar geen land een zoo groot deel van zijn.
prociucfie uitvoert; v66r den oorlog exporteerden de

V. St., Frankrijk en Engeland resp. 5, 13 en 44 pOt.

van hun productie.
De Zink-industrie consumeerde 480.645 ton zink-

erts, waarvan 392.535 in de provincie Luik werden

ven ruikt, geïmporteerd uit Australië, Italië, Spanje,
Portugal, Mgiers, Frankrijk, Duitschiand, enz. :0e

ruw.zinkproductie bedroeg in 1.91.3 2Q4.220 ton (Luik

164.610), terwijl 460.000 ton in het land werden ge-

valst. Geëxporteerd werd 1.41.575 ton ruw zink en
35.218 ton gewalst. Duitschiand en België waren

v66r den oorlog de twee groote zinkexporteurs, want

nergens anders was de productie gelijk aan de con-

sumptie.
Het eenige metaal, dat verder belangrijk is, is lood

doch de productie hiervan dëkt de consumptie niet.
Verwerkt, werden in 1913 28.685 ton erts. en geprodu-

ceerd 13.590 ton lood eb 254.000 K.G. zilver.
Gedurende den oorlog was de p]oductie zeer ge-

ring, daar men afgesneden was van de ertsmijnen en

van ‘de afzetgebieden.
Productie (in tons)

Gitijzer

S’nal

Zink

lood
1913

2.484.690

2.466.630

204.220

103.480

1914

1.454490

1.396.300

.145.925

79.980

191.5

68.150

98.820 .

51.660

16.770

1915

1.27.825

99.370

22.930 –

15.560

1917

7.990

9.530

10.290

22.745
1918

10.540

9.245

20.630

De laatste hoogoven werd gedoofd in 1917. Maat
Oockeni.11 en de Sociôtô d’Ougrée Marikaye gebruikten

hun electrische ovens voor de productie van calcium

arbid, in verband met den petroleumnood..
Toen de wapenstilstand gesloten werd, verkeerde de
Belgische ijzerindustrie in een treurigen toestand.
Bijna de helft der hoogovens was vernietigd en het zal

wel geruimen tijd duren, voor zij herbouvd zijn.
Bovendien waren de hooge prijzen een belemmering
om . weet op gang te komen. Een dozijn hoogovens
werkt evenwel weer en evenveel convertoren. Einde

1919
1)
was in de, ijzerindustrie 60 pOt. van het
aantal arbeiders van vSSr den oorlog weder werkzaam.
De productie had evenwel nog slechts 34 pOt. van
haar voor-oorlogsche hoogte bereikt. Voor de cokes-

ovens zijn de correspondeerende cijfers 53 en 57 pOt.
De voornaamste moeilijkheid is schaarschte aan grond-
stoffen door hooge prijzen hiervan, mede veroorzaakt

door een on.gu nstigen wisselkoers.
1)
Zie pag.
475
van clezen jaargang.

Da Tsjecho-Slowaki.iscice fedrati.a

van m e t aalb ew ark ers.
1
)

De eerste organisa-

tie van Tsjechische metaalbewerkers was de ,,Vakver-
eeniging van Boheemsche Metaalbewerkers”, opgericht
te Praag in 1,892. De eerstetijd was moeilijk: de onder

nemers, gesteund dooi de Oostenrjksche regeening,

werkten iedere eenigszins belangrijke verbetering der
arbeidsvoorwaarden tegen en eerst na 1905 slaagde de
‘vakvereeniging er in eenige hervormingen, den negen-
uren-dag, de extra ‘betaling ‘van overwerk en vaststel-
ling van een minimumloon doorgevoerd te krijgen.
In 1904 k’w’am de fusie ‘tot stand van de Boheemsche
Vakvereeniging. en den OostenTij.kschen Vakbond. Na
viër jaren werd de band door de Tsjechen evenwel
weer doorgesneden, terwijl ze een zelfstandige organi-

satie opnic’htten
;
de metaalbewerkers vn Bohemen,
Mor-avië, Siiezië en Neder-Oostenrjk om’vattend.

Hoewel de oorlog den vakbond in zijn activiteit sterk
belemmerde en inzonderheid op -de leiders door de

1)
Oucleeud aan een ntedcdeeling van het Ts.-S1. pers.
bureau.

.Oostenrijksche
au
t
oirit
e
it
en
scherp toezicht werd uit-

geoefend, heeft hij zijn actie zooveel mogelijk voort-

gezet, waarvan een groote toevloed ‘van nieuwe leden
hij het einde van den ‘oorlog het gevolg was. De vor-

ming van Tsjecho-Slnwakij-e gaf aan de beweging, die

op zijn congres in November 1919 den naam aannam

van Tsjecho-Slowakij.sche federatie van metaalbewer-
kers, een ni eu well stoot.

Van ‘de ontwikkeling der beweging geven onder-

staande cijfers een beeld:

Aantal

Inkomsten

Uitgaven

Vermogen

leden

.

(in Ts.-S1. kronen)

1909

5.724

210.849,7

140.752,61 .

74.450,16′
1910

8.940

192.290,01

159.687.36

104.726.31
1911

11.407

249.709,25

188.072,75

169.827,29
1912

17.522

450.892,56

402.965,73

227.167,35
1913

17.497

446.519,29

399.501,90

283.317,52
1914

7.555

356.911,33

381.238,04

259.905,97
1915

4.957

174.046.34

126.435,08

304.802,21
1916

4.295

163.821,63

262.697,10

334.950,57
1917

13.873

328.212,10

232.271,05

452.599,01
1918

48.130

1.050.172,66

636.742,77

1.038.565,71
1919

114.790

3.003.273,85

1.430.072,41

2.701.234,49

Einde Juni 1920 was het aantal leden geklommen
tot ruim 140.000.

De fede’vitie staat op syndicalisti’schen grondslag. Zij

heeft vier organen: een Tsjechisch, een Slowaaksc’h,
een Duitsch en een Magyaarsch. Men kan zich een
beeld vormen van de verhouding dezei nationaliteiten
uit de oplagen der organen:

Oplagen
Naam:

1 Jan.
’20 30
Jiin
’20

Metaa’Ibewerkersbelangen i)

(weekblad)
97.000

102.500
Kovorobotnik

(3
X per maand) ……
15.200

17.000′
Metallarbei.ter

(3
X
pei maand)

11.000

17.000
Utörö

…………………………

4.000

In Juni 1920 besloten alle Magyaren en .i)uitschers
in Slowakije, die lid waren hetzij van de Bïidapester-

federatie, hetzij van onafhankelijke vakvereenigingen,
tot de Tsjecho-Slowakijsche federatie toe te treden.
Van 1.908-1918 heeft de Tsjecho-Slowakijsche
Fede’ratie aan zijn leden uitgekeerd:
Kronen
bij werkloosheid

………………………….
483.848
bij staking

……………………………..
375.304
bij overlijden (begrafenisfonds) ………………
168.017
bij ziekte ……………………………….
60.486

De Vakvereeniging heeft weten door te zetten een
vacan-tie -met ‘behoud van loon ‘van 4, 6 of 10 dagen
voor alle metaalbewerkers, terwijl overwerk met 30-
50 pOt. extra betaald wordt, Zoi’idaSsarbeid met 100

pOt. ‘De 8-uren ‘dag is ingevoerd. Door de arbeiders
gekozen ,,vertrouwen’smannen” ‘beslissen mede over het
aannemen en ontslaan van werklieden.
De organisatie, die praktisch alle metaalbewerkers
omvat, is de mach’tigste Vakbond van Ts.-S1. Naast
haar werkzaamheden op economisch terrein tracht zij
de arbeiders vertrouwd te maken met de socialistische
-beginselen. De kwestie Vam het medezeggenschap der
arheider’s is tegenwoordig het voorwerp van ernstige

studie.
1)
Tsjechisch.

BOEKAANKONDIGING.

– NEDERLAND EN VENEZUELA.

,De Int’ernatzonaal-rechtelke betrek-
kin gen iusschen Nederland en -Venezuela.

1816-190.” Academi-sdh Proefschrift
van Mr. E. H. Oorporaal. Leiden 1920.

Werd onlangs in dit tijdschrift met waardeeniug de

aandacht gevestigd’ op een academisch proefschrift,
waarin liet verloop onzer staatsrechtelijke betrekkin-
gen met Japan wordt behandeld, en wijdde dezer da-
gen een nieuue doctor van de Handeishoogeschool te
Rotterdam zijn proef.schnift aan datzelfde land, in
economisch opzicht, thans geest bovenvermeld pas

11 Augustus 1920 – ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

703

verschenen werk een derde en welkom bewijs, dat
jongeren in de wetenschap de oogen ook naar den
vreemde richten.

Bij de 700 bladzijden heeft, ter verkrijging van den doctoralen graad in de staatswetenschap, de schrijver
zonder ]angdradigheid maat met volledigheid besteed

aan het relaas onzer staatsreohteiijke betrekkingen

met Venezuela, van de geboorte dier repuibliek af.

.1-Tij ontieende het aan de archieven, de .gedrukto be-
scheiden en vreemde evenals eigen boekwerken, laat

het volgen door een juridische samenvatting, de he-

1 angrij kste wetten, besluiten, protocollen, uitspraken,
overeenkomsten en verdragen, en maakt het naslaan

gemakkelijk dooi registers vdn namen en ondèrwerpen.
n w

a
Dit is eeerk vn blijvende waarde, dat geen be-
stuurder van Curaçao na zal laten te lezen en te raad-
plegen.

Het is de geschiedenis van juist een eeuw verwik-
kelingen; want dat, het leven een strijd is, geldt in een

eerste plaats voor ons vriendelijk Curaçao, waaraan
wel geen bezoeker zon der vriendschap en behagen
terug denkt.

Tel heeft de phosphaat-tntginning er onder gou-verneur Barge (1890-4901) de schatkist doen over-.

loopen. Wel heeft de moederlandsohe regeerin.g cle door
dec Britschen concessionaris dier mijnen baloorig

gestaakte ontginning na jaren weder doen ter hand
nemen., Wei bracht defermo landvoogd De Jong van
l3eek en Dook (1901-1.909) door opvatting van het
regenwate.r in danimen enz. leven in dan plaatselijken
landbouw, en door karaktervolle inzameling der ver-
schuldigde belastingen een geleidelijke vermindering

in’ liet koloniale begrootingstekort, na hem hiaas
weder sterk gestegen. Wei heeft de zorg der overheid
voor de kunstige vervaardiging van stroohoeden, die
nijverheid doen groeien tot een belangrijk middel van
volkabestaan. Wel eindelijk heeft de vestiging der

petro1eum-insaliatjes en-fabriek van de Bataafsche
Petroleum-Maatschappij er een nieuwe bron van wel-
vaart aangeboord. Maar het groote middel van bestaan
sedert oudsher en zijn grootste waarde ontleent het
eiland aan zijn ]i.gging, vlak ohder de Venezolaan-
sche kust, en aan zijn handel en vaart op dat gemeene-

best en in mindere mate op liet voorheen daaraan
vastgeklonken Coluinbia.

Curaçao bezit een prachtige haven, met plaats in
het Schottegat voor geheele vloten;Venezuela daaren-

tegen heeft slechts open reeden en voor diepgaande
schepen niet toegankelijke havens. Curaçao boogt op
tvat Venezuela evenzeer mist, een klasse van bekwame
en ijverige zeevaarders, haast allen van neger-afkomst,
en ep een ter piaatse gebouwde vloot van kleine zeil-
vaartuigen. Er heerschen orde, vrede, tucht, waaraan
het in de republiek telkens hapert. Vandaar de rol,

die ons kleine eiland ten opzichte der uitgestrekte
republiek speelt.

Langd urige tijdperken van rustige ontwikkeling
heeft deze zelden gekend; haar geschiedenis is er een
van gewel ddadige oxnwen teli ngen. Eerst vereenigd met
Columhia, scheurde liet zich dia daarvan af, niet onbe-

grijpelijk, waa.r bv. de gemeene hoofdstad Bogot
40 dagreizen verwijderd lag en ligt van die van Vene-

zuela! Tevoren had de oorlogstoestanci niet Spanje,
die in Napoleon’s tijd overal in Zuid- en Centraal-

Ametika begon en formeel eerst in 1845 eindiigde, het
aanzijn gegeven aan de ‘Monroe-leer, toen Rusland
dacht tusschonbeide te komeh. Voor den vorm een
republiek,
0])
papier ontworpen naar liet voorbeeld
der gi’odte Noord-Amerikaansche zuster, kent de
staat aan een grootendeels Inchiaansehe en onopge-
voede bevolking rechten toe en legt’ haar plichten op,
yoor welke zij in de vei-ste verte niet rijp is. Het
bestuur wordt daardoor alleen mogelijk door de dicta-

tuur, dat wil zeggen door machtsuverschrijiding, alleen
deaL’ geduld, waai’ een onaantatbaai sterke ‘de teugels
in handen heeft genomen. De dictatuur, ‘het regeeren
zonder, ja tegen de wet,- roept, zoedra die ijzeren

vuist vei-slapt of verstijft, de revolutie te voorschijn.

Ziedaai’ de sleutel, dien :l)i. Hendrik. Muller jaren
geleden in zijn ,,Land van Columbus” ‘gaf voor de
heroeringen in Spaansch-Amerika, en die sleutel past

ook op het slot der Venezolaansche verwikkelingen.
Hij beleefde er in 1902 de vpertigste omwenteling!

De macht in eigen handen wenschende te houden,

hebben de presidenten der repuibliek zich zoo min

mogelijk door verdragen geibond’eh. Het land heeft bv.
slechts één enkel consulaiT ‘verdrag, behoort tot de

zeer zeldzame staten die geen uitlevei’ingsverdragen
•met Nederlaiid sloten, en heeft, sedert het in 1.848
ons handelsverdrag o’pzegde, dat dagteekende van

Vader Willem 1″, van 1.829, en een der vele blijken

gevormd heeft van zijn groote belangstelling in
Curaçao, er nooit een nieuw aanvaard. Mishaagt een
vreemd diplomaat of consul, zijn terugroepiug wordt

oiet bij zijn regeering aangevraagd, zooa]s overal ge-

bruikelijk, neen, ‘hij wordt fluks over de grenzen gezet;
dat ervoer Frankrijk, dat ervoer Nedei-lând.

Voortdurend hebben de Curaçao’èche handel en scheepvaart, evenals hun landgenooten in de repu-

hliek, na de Spanjaarden de talrj’ksten, zich over wille-
keur, in Venezuela van overheid en bevolking onder-
vonden, te beklagen gehad, meestal tengevolge van om-
wentelingen, die omgekeerd den handel in wapentuig

aanwakkerden en veelal door naar ons eiland uitge-
weken i’epubiikeinen waren ontworpen of aangestookt.
Vandaat weder klachten van de overzijde, daarop be-

velen en maatregelen van moederiand en Gouverneur,
ui tvoerverboden, ui tzettin.gen en diplomatiek overleg

‘te ‘s-Gravenhage; het onderhavige werk geeft van hen
alle een getrouw en volledig verhaal. Guzman Blan-

co’s verjaging van onzen bodem, een oogenblik voor-
dat hij tot groote en langjarige macht kwam, heeft

Noor ons zelfs blijvende gevolgen gehad; want-hij be-

zwaaide den invoer uit de Antillen met een recht, 30 pOt. hooger dan van elders, dat steeds in stand is ge-
bleven en voor de republikeinsche schatkist zoo
groote ‘baten afwerpt, dat intrekking §teeds is ge-
weigerd. Gedood heeft het ouzen handel op Vene-

zuela niet; les gans que vous tuez se -portent assez
bi en. –

Wel hebben de wraak-maatregelen van zich veron-
geljkt achtende staatspresidenten, zich o.a. uitende
dooi’ liet tweesnijdeud zwaard der sluiting van tegen:
over Curaçao gelegen havens, den handel jaren lang
doen kwijnen en wrijvingen doen ontstaan, hetgeen

liet toenmalige kamerlid des Amorie van der Hoeven
mismoedig een zoogenaarncI edelmoedigen afstand der

kolonie aan Venezuela deed aanibevelen, alsof men
zijn kind afstaat, zijn naam of zijn eer, een stuk zijner
geschiedénis en een stuk toekomst. G-uzman Blanco
heeft daarop gestreefd naar aankoop, aankoop uit een

leege schatkist. Maar hij ervoor, dat Nederland, wars van ‘het Goudkust-voorbeeld, niet denkt aan zeIfver-
rn in’king. . –

Had de blokkade ‘dooi Engeland, Duitschiand en Italië dec overmoedigen president Cipriano Castro
gebogen tot schadevergoeding, de Minister van Swin-

deren heeft diens al te ver gaande willekeur ten op-
zichte van Curaçao ‘bedwongen, doordat de toenmalige
kapitein-ter-ze
e
van Hecking Colenbrander met zijn
beroemde Ge] derland de geheele Venezolaansche
1 andsvioot, bestaande uit twee armzalige stoombootjes,
uaar Curaçao opbracht. Het eigen volk, den voortdu-
renden strijd met Europa en de willekeur van zijn
regeering moede, verjoeg toen hotel te fierestaats-

hoofd voorgoed, en deze verdween sedert van ‘s we
reids tooneel. –

Wonderlijkerwijs zijn jaren la – ng Maartsche buien
van Venezolaansche ridderkruisen juist neergedaald op

liet Nederland, waarmede de republiek overhoop lag,
tegelijk – knoopagaten doende ontkiemen in kleuren-
pracht en ‘de ibeurzen bevi-uchtende der staatspresi-
denten en de niet hen verbonden leveranciers der ver-
sierselen.

Géeft de schrijver niet als van de opvolgende staats-

hoofden en van de Curaçao’sche landvoogden een lijst

onzer vertegenwoordigers te Bogotl en later te Cara-
cas, wel laat hij ons met hen kennis maken. Wij zien

het raadsel opgelost, hoe de Gouverneur-Generaal van.
Nederi. Oost-Indië van Lansberge uit de West stamt,

doordat nI. zijn vader vice-consul was onder den con-

sul-generaal Ridder

de Stuers te Bo.got en later zelf

consul-generaal. Wij zien er krij:gsofficieren met de

diplomatieke en consulaire taak ‘bekleed, evenals een
gewezen post-directeur uit Curaçao, een recks con-

suls en voor •een .00genblik een enkelen diplomaat.
Dat die heeren altijd gelukkig zijn geweest in de ‘ver-

vulling hunner taak, die indruk is niet versterkt door

het onderhavige boekwerk. Run taak was zeker niet
steeds gemakkelijk noch aangenaam. Thans staat het
lang en herhaaldelijk onderbroken diplomatieke ver-

keer te worden hervat. Curaçao bloeit weder op en

vedeizijdsche veèten liggen verre achter ons. De kans

schijnt gunstig. Zij worde niet verspeeld.

Dr. H.
DE WARSSEL VAN C,

INGEZONDEN STUKKEN.

GOUDAFGIFTE.

In dë dagbladen heeft men verleden week eene

mededeeling gelezen omtrent de broodvoorziening in

ons land. –
Met 15 dezer wordt de invoer van tarwe en met

15 September a.s. die van tarwebloem en meel geheel

vrijgegeven.
De Regeering verwacht, aldus het bericht, dat na

15 September concurrentie zal ontstaan tussahen de
van overzee aangevoerde bloem en de hier gefabri-.

ceerde.
Tevens wordt aangehaald een facter, welke die
concurrentie in den weg zonde kunnen staan ni.

hooge scheepsvrachten; deze zijn echter thans niet

meer zoo hoog als ze geweest zijn.
Een factor is er echter thans wel en wel meer dan

anders, welke de concurrentie in den weg staat en

dat is de sterk gestegen wisselkoers op New York;
is eendollar ongeveer in goudwaarde gelijk aan

f 2
1
50, heden – 4 Augustus – is de dollarkoers

boven de
f
3,03 di. ruim
20
p.Ct. hooger.

Nu verkeeren wij in de gunstige positie, dat de

Nederlandsche Bank een goeden voorraad goud heeft

bewaard; zij heeft echter meermalen goud beschik-
baar gesteld, wanneer dat in het belang van het land

was (o.a. naar Zwitserland, ten behoeve van zuiver

Nederlandsche ‘belangen – zie Jaarverslag
1919/20).

Zoude er thans geen aanleiding zijn om goud be-
schikbaar te stellen Ier betaling van Arnerikaaansch

graan, tarwe, meel, bloem, uitsluitend tot, bevrediging

van strikt noodzakelijke inheemsche behoeften die-
tiend? Ingewonnen, welwillend verstrekte inlichtin-

gen geven tot die vraag te meer aanleiding, omdat
er uit ibWkt, dat de prijs van tarwe, graan, meel,

bloem, hier te lande a±:hangt van den Amerikaanschen

invoer, en op dezen de stand van den wisselkoers op

New York invloed heeft; omdat er uit blijkt dat het
dreigend gevaar voor prijsverhooging van graan,

tarwe, meel, bloem, dooi’ den hoogen stand van den

wissel op New York vergroot wordt.
De binnenlandsche yoortbrenging is niet voldoen-

de voor de bevrediging van de inheemsche behoeften,

zoodat ingevoerd moet worden.
De voortbrengevs ven graan, tarwe, hier -te lande

ontvangen thans voor hunne voortbrengselen een la-

geren prijs dan de prijs hier vaii de Amerikaansche
producten. Wanneer de voortbrengers hier weder

vrij hunne voortbrengselen ku
fl
nen verkoopen, is de

kans groot dat de prijs zal opspringen tot aan den

prijs van de Amerikaansche voortbrengselen hier.
En die prijs wordt zeer beïnvloed thans door – den
prijs in Hollandsch geld van het betaalmiddel, den

dollar; en deze is thans
20
pCt. höoger dan zijn

goudprijs.
Wordt goud beschikibaar gesteld voor de betaling
van graan, tarwe, meel, bloem, uit Amerika betrok-
ken uitsluitend ter voldoening aan do strilct nood’

zakelijke behoeften der bevolking van – ons land, dan

zal het betaalmiddel
20
pCt. goedkooper zijn, ruw

gesproken eveneens do Amerikaansche voortbi’engse-

lan
20
pCt. en indirect ook het brood hier
20
pCt.

goedkooper dan bij betaling dooi’ een remise op New

York
t
f 3,03
per dollar.
v.—d.
Bid., 4 Augustus
’20.

MAANDCIJFERS.

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN
APRIL
1920.
(Ontleend
âan
,,de Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten,
April
1920.
April
1919.

Maatsch. tot Expi. van S.S., N. C.’S., Noord-
Brab.

Duitsche

SpoorwegmaatschapPij

en

Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f
6.888.01,—
f
8.512.556,—
f 15.918.126,—
f11.432.676,.—
1)

36.68962h
,,

40.450,
1
6′
12

,,

68.014,19

,,

81.090,56
.,,

153.520,89
,,

131.142,94’/2

Westiandsche StoomtramwegmaatschapPij
….
,,

27.964,951/
2

,,

9.566,51

,,

38.582,89
1
/s
461.776,56’/
,,

32.499,15
1
/1
255.573,13
,,
Rotterdamsche Electrische Tramweg-mij
……
,,

461.776,56’/
,

85.081,61
,,

70.250,03
1
/2
,,

155.331,64’1,
,,

167.022,26

,,

7.393,84’/2
,,

18.971,33
14.802,88′!2

Tramw.mij.

,,de

Meijerij”

………………………
Néderlandsche TramwegmaatsChappij
……….

Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
341.000,
432.126,
lijn Samarang—VorstenlandenWillem
1..
-.

,,

Rotterdamsche Tramwegmaatschappij
………..

Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij

..,

11.098,37

15.100
,,
9.700,-


71.700,—
63.000,-

Semarang—Cheribon Stoomtramwegmaatsch…
– –

.
,,

409.200,
,,

276.600,

Zuider St
oom
tramwegmaatschappij
………….

Samar.—Joana St
o
omtramwegmaatschappij°
..
.

.



,,

299.900,—
,,

233.200,-

lijn Modjokerto—Ngoro
……………………..

Serajoedal Stoomtramwegmaatschappij
51900,
,,
,,

58.600,-

lijn Soerabaja—Krian
……………………….

-.

.

.
10.300,
9.500,
,,

.
,
661,000,
,,
,,

516.986,

lijn Maos—Bandjarnegara
……………….

lijn Bandjarnegara—W000sobO
……………



113000,
,,
,,

79.000,-
Deli-Spoorwegmaatschappii

……………….

Ivladoera Stoomtrammaatschappij
……………

?,lodiokerto Stoomtramwegmaatsehappij
…….

,,

13.884,—

,,

13.038,—
,,

26.922,—
,,

23.948,-

Nagekomen over Maart
1920.

Zuid Nederl. Stoomtramwegmaatschappij
….

f

10.30,12

1
f

22.487,48

1
f

35.420,92
1
13
1
f

33.597,33

De ontvangsten der groote maatschappijen, die in
»
de Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift Oentr. Bureau Statistiek” ontleend.

‘) Definitieve opgave.

II
Augustus
1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN


70

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND JtJNÏ 1920

(volgens de groepen der naamlijst van goederen
j
opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Groepen
Invoer

.
Uitvoer
Saldo tnvöer
Saldö tJitvber
.
Gewicht
Waarde
.
Gewicht
Waarde
.

Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

1 Dieren en dierlijke
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G..
aiiiden
K.G,
Gulden

producten
6.162.016 8.425.770 39.676.055
35.777.166


33.514.039 27.351.396
II Plantaard.

voort-

56.005.787 123.282.894
25.136.673 16.221.092
30.869.114


brengselen

……..139.503.986

III Mineralen,metalezi
en

niet in andere
groepen

opgeno-
men fabrjk, daarv.

768,437.841 73.521.296
111.137.661 13.855.787
657300.180
59.665.509


IV Meel en meelfabri-
katen

……….
10.168,897
3783271
30.181.520
8.407424


19.992623
4.624.153
V Chemische produc-
ten,

geneesmidde-

len, verfwaren

en
kleurstoffen

, , .
16.223.494
9.315.613 7.119.780 6.019.790
9.103.714
3.295.823


VI Olie,hars,was, pek,
..
S

teer en distillatie-

producten van teer fabrikaten van deze
stoffen,
ii.
a. g.
43.874.506
16.907.587 14.562.001
11.352.263 29.312.505
5.555.324


VII Hout en fabrikaten
.

van hout en derge-
lijke stoffen; men-
belen, v.a.s …….
135.994.995
25.318.706
7.614.319
2.471.556
128.380.676
22.847.150

VIII Huiden, vellen, Ie-
der

en lederwerk

..

1.759.777 8.095.162 1.511.737 4.380.138
248.040
3.715.024


IX Garons,

touw

en
touvwerk, weefsels
en stoffen, kleede- ren en modewaren
8.991.000
58.152.355
5.058.333
25.965255
3.934.667 32.187.100


X Aardewerk, porse-

leizi,

pottenbak-
kerswerk,

gebak-

ken steen en andere

2.353.585
6.685.415
1.338.416
11.206.163
1.035j69


XI

Glas …………
3.273.387 1.851.866
6.706.583
2.698.348

3.433.196
8462
.8

kunststeen

……..17.891.578

XII

Papier ……….
8

6.925.376
46.324.108
1L313.783


38.174.775
4.388.407
XIII Voedings- en ge-
….149.333


notmiddelen,

niet
genoemdindegroe-

pen 1,11, IV en VI
32.939.703
26.501.786 27.080.166
20.831.210 5.859.537
5.870.556


XIV Rijtuigen, voertui- gen, vaartuigen en
vliegmachines ….

17.303.715
11.255.237
2.504.549
2.025.377
14.799.166
9.229.860
– –
XV Andere

goederen

dan gebracht onder
de groepen

1 tot

en met XIV

..
26.293.284 37.050.564
11.616.130
10.852.657
14.677.154
26j97907


1.236.967.512
345.463.941 441.039.251
182.225.843
795.928.261
163.238.098

Waarvan Gouden Zilver,

Totaal ……..

al of nietgemunt (op-
genomen ingroep III)
478
61.568

39.382
2.747.398


38.884
2.885.830

OVERZICHT van
de waarde
van den
In- en Uitvoer
voor
elke maand
van

het
loopende jaar
en de
drie daaraan voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van
Munt en Muntniateriaal,
in guldens.

Maanden
Invoer
Uitvoer
1917


J
1918
1919
1920
1917


1918
1919
1920

Februari
68.009.520
75.073.388 256.207.615
74.619.462
51.437.578 41.321.453
135.932.785
Januari ……………115.159.177
…………
Maart
71.927.189
45.903.517 106.229.028 233.591.043 81.728.903 54.372.261
44.543.205
113.340.509

April
…………….
75.943.200 48.897.456
148.758.852 187.916.138
68.751.001
47.372.422 52.660.723 68.210.466

Mei
60.390.470

.

33.786.855
35.302.563
189.565.086
203.502.81-2
71.320.538 30.702.241
50.827.142 99.448.337

…………….

Juni

..

86.189.135 35.055,767
257.009.335 298.514.162 61.926.103
35.843,354 96.168.708
170.393.137
…………….
Juli

..

30.330.163
258.183.821 345.402.373
84.585.917
23.040.469 126.270.353
179,478.445

………………

…………….
Augustus
…………
96.712.651
47.764.858
274.264.390
– –
98.699.121
35.046.826
133,623,129

Septeiuiber
……….
67.716.675
..
40.567.746 313.403.619

76.058.261
25.501.391
183.771.619

..

October
80.496.497
07.610.188
298.107.886

67.335.222 27.641.796
162.131.110

…………..
November
…………
63.996.898
67.702.922
319.833.079

46.730.074
12.704.155
214.577.467

December

.. ..

64.322.295 57.929.799 296.351.809


83.531.083
15.278.909
171.171.804

…………

..
..
..

48.090.197
63.282J14
288.958.920

43.959.519
22.268.327
154.241,692

Totaal …….
766.803.679
964.731.239
608.356.613
2825,739.214
1.525.224.143
819.245.204
381.209.729
1.411.308.405

313.077.725,90

1I.$24.625,58/9

651.917.076,82

7,533.287,-3.594.000,-
42.391.137,29′!,

706

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Augustus 1920

STATISTIEKEN. EN OVERZICHTEN.

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N jDisc.Wissels.
4 1Juli’15
Zweeds.R.ksbk
7 l9Mrt.’20

Bk Bel.Binn.Eff.4
1Juli’15
Bk.v.Norw.6-61
18Dec.’
1
9

V.rsch.inR.C.
519Aug.’14
Zwits. Nat. Bk. 5
21Aug.’19

Bk. van Engeland 7
1
16Apr.’20
Belg. Nat. J3k.5+
28Apr.’20

Duitsche Rijksbk. .5
23ec. ’14
Bank v. Spanje 5
1Nov.’19

Bk. van Frankrijk 6
84pr.’20
Bank v. Italië . 6
20Mei ’20

Oostenr. iong Bk. 5
12Apr.’15
F.Res.Bk.N.Y. 6-7
4Juni’20

Nat. Bk.
v.
Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 31
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Dato
Amsterdam

1
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Part.
N. York
.

Cail

Part.

1
p,olon.
-.
disconto
gatte disconto disconto
1
.!:_
monet,

l3
7 Aug.

20t)


4
6’/
4_2/
.-
6

2-7

,,

‘2013-V4
3 t/,_4
16’It
_5/4
1
4-11
s

.

6-8
t)

26-31
J

‘203 ”s’/
4 5
l6/s-/a
I4-/s

7-10

19-24
J

’20I3’fs-‘/
S’h-6
6
6
/o 4_ho

6-8

4-8

A. ‘1913
7
/8-4
4_
1
1,
35/
I

“•
t


3
1
/-6

5-10 A.
18I2
2
1s_hI
,

2
t/4I,
31/82

12’/&-‘/&

4_h/

5-6

20-24JuIi’l 4!3 t/2/
2’/-‘Io
12
1
1s’1
,

1
2
3
4
1/2
tJ

t)
Noteeeing van 6 Aug.
1920.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De opleving van den handel in wissels is slechts van
korten duur geweest. Deze week predomineerde weer
.
een

1nstelooe stemming.
Het voornaamste
in
liet oog vallende punt was cle stij-ging van dcii dollar tot boven 3.03; daarna volgde op den
laatsten (lag der week-een teruggang tot 2.98, heden weer

een rijzing tot 3.02.
Een dergelijke onzekerheid niet daaraan gepaard gaande
groote fluetuaties was bij meerdere deviezen waar te nemen
en einoi1jkte het zaken doen in liooge mate. Ponden b.v.
.10.96_10.86-i0.99-i0.90. De beide fr.ans-daviezen, be-
halve Zwitserland, bleven eerder aangeboden; hedeii zelfs
zeer flauw (21.35 en 22.80). Marken liepen van 6.95 tot
6.40 terug. Skandi navië nonder veel verandering.
KOERSEN IN NEDERLAND

ata
Londen

Parijs
5)
Berlijn
5)
Weenen
*
Bruuci
5$)
New
.

York’)

2 Aug. 1920..
10.96+
22.57+
6.95 1.70
24.-
2.94 t!,

8

1920..
10.93+
22.25
6.77+ 1.62+
23.80
2.96’I,

4

1920..
10.851
21.771
6.471
1.55
.
23.20
3.02
3
Is

5

1920..
10.94
21.90
6.57+
1.60
23.45
3.01°/4

6

,,

1920..
10.92 21.65
.6.50
1.60
23.07+
3.02
1
/1

7

,,

1920..

– –



Laagste d. w.’)
10.85
21.40
6.
32
+
1.50
22.95 2.92
2
/4

Hoogste
,,

,, ‘)
10.98
22.60
7.02+
1.75
24.10
3.03!1

31 Juli 1920
2
)
10.88
22.20 6.80
1.70
23.67+
2.93

24

,,

1920

)
10.98
21.70
6.35
1.55
23.35
2.89

Muntpariteit..
12.10+
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48’I4

5)
Noteering te Amsterdam.
00)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
2)
Noteering v.
30Juli1920. ‘) id. V. 23 Juli 1920.
Data
Stock..
holm’)
Kopen.
!.agen’)
Chrts.
ttanla)
Zwitser.
land’)

Spanje

Batagia
1
.

t)

tdegraflsch

2Aug. 1920
62.15
46.10
46.35
50.-
44.85
104_
1
j4

3

1920
62.10
46.10
46.40
50.

45.-
104’/

4

1920
61.90
46. 46.25 49.90
46.
104_t/
a

5

1920
62.-
46.-
46.30
50.-
44.75
104-
1
/4

6

1920
62.25
46.10
46.40
50.-
44.75
104-
‘I4

7

,,

1920

– – –
44.55
104-‘/

L’ste d.
w.’)
61.65 45.85
46.-
49.80
44.50
104

H’ste

,,

,.

‘1
62.30
46.20
46.50
50.10
45.25
104-‘/4

31Juli
19202)

61.65
45.80
.46.40
49.75
104-/4

24

,,.1920
8
)
62.60
47.
47.30
50.-
45.50
104-
1
/

Muntpariteit
66.67
66.67 68.67
48.-
48.-
100

9 Noteenng te
Amsterdam.
t)
rarticullere opgave.
2)
Noteering
van 30 Juli 1920.
8)
idem van 23 Juli 1920.

KOERSEN TE NEW
YORK.

CableLond.
I
Zicht Parijs
I
Zicht Berlijn JZlchl
Amsierd.
ata (in

pert-) (in
ci,.
per$)
(In ct.p.4Rm.)
(in
ci,. P.
gld)

7-
Aug.

.
1920-
3.67.50

7.33

oom.

Laagsted. week
3.62.-

7.22

oom.

Hoogste.,

,,
3.71.37

7.61

nom.
.

31
Juli
-.

1(20
3.73.25

7 68

oom

24

,,

. .

1920
3.78.75

7.63

nom.

Muntpariteit.
4.86.67

5.18’I4

95
1
I4

1

40I16

trALID.QV14 VA7 1W VflTi1NDE
PLAATSEN
OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noicerings-
eenheden
24
Juli
.1920
31
Juli
1920
3-7 Aug.
Laagste
1
Hoogste
7Aug.
1920

Aiexandriö
. .
Piast.
P. £1
97
7
/tt
97
7
/10
97
2
!io
97
7
Ito
9
7
/15

‘B. Aires’)..
l. p. £
5691
578/
s

568/
8

58′!2
56
7
I8

Calcutta . . . .
£ p.
rup.
1110++
1111
v’v
1110’/4
1/111/
4

1110
7
/s

Hongkong
..
id.p.
$

319
410
1
!,
4101/
4/21/
2

4/2′!1

Lissabon
. . . .
1.
per
Mii.
11’/s
121/
2

12
8
/s
1
3/e
13/io

Madrid

….
Pijset.
p.oC 24.17
24.27 24.13
24.35
24.27

‘Montevideot
d. per
$
55t/8
55
t
/
55/8
562/
8

56
1
/4

Montreal..
..
$
per
£
4.32t/
2

4.181/
2

4.01
1
12
4.18
414

*R,d.,Janeiro.
d. per
Mii.
14
141/,
o

14
14t6/82
14

Lires
p. £
70
69.53 69.50
72.50
71.-

Shanghai

. .
£ p.
tael
5/3’/4
516
2
/
517
5111′!,
5/108/4
Romé

…….

Singapore

..
Id.
p. $
2/3’°/
2/3
20
182
2/322/82
2/38t/,
2

2/3
20
/,i

‘Valparaiso.
.
tI. p.
peso
10
15
/to
ll/it
11°/oi
12′ 82
– –

Yokohama
..
£
per yen
28
1
/s
2/82/
s

218
1
/s
2!10
2
1
9

O
Koersen
der vooralgaande dagen.
t) 1 elegrahoch
translert.

NOTEERING VAN ZILVER.

– Noteering te Londen

te
New York

7 Aug. 1920 …….. 582/s

95

31 Juli

1920 …….. 56°/s

93
1
/8

24

,,

1920 …….. 54′!,

81/8

17

,,

1920……..52

891/8

9 Aug.

1919 …….. 582/
s

1116/
8

10 Aug.

1918 ……..4818/to

996/8

20
Juli

1914 ……..24!tt

54’Is

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 9 Aug: 1020

Activa.

Sinnenl.Wis-( U.-bk.
f
10.875.857,26

sels, Prom., B.-bk. ,, 2.059.335,04
eng, in disc.! Ag.seh. ,, 75.798.741,91′!1 88.733.934,2111

Papier o; h. Buiteni. in disconto ………


Idem eigen portef..
f
44.341.249,-.

Af: Verkocht maar voor
debk.nognietatgel.

. –

44.341.249

Beleeningen IH.-bk. (101.434.266,13
nc .
B..bk.,, 27.137.860,34
in rek.-crt. Ag.sch. 184.505.599,43 op onderp.
f313.077.725,90

Op Effecten ……(300.501.725,90
Op Goederen en Spec. ,, 12.576.000,-

Voorsch’otten a. h. Rijk ……………
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.426.335,-
Muntmat., Goud .. ,,579.912.0 75,53

(636.338.410,53
Munt, Zilver, eng. • ,, 15.575.668,29
Muntmat., Zilver ….-

Effecten
Bel.v. h. Res.fonds..
f 3.668.159,62t1,

id. van
2
/syhkapjt ,, 3.865.127,37
1
!,

Geb. en Meub. der Bank ………………
Diverse rekeningen ………………

fl.163.413.035,81 t/2

Paosiva.
Kapitaal ……………………..
f

20.000.000e-

Reservefonds ……………………
5
.
000
.
000,

Bankbiljetten in omloop …………., 1027.587.395,-
Bankassignati8n in omloop ……….
..1.581.098,71

Rek.-Cour.Het Rijk
f


saldo’s: J Anderen ,, 101.105.974,621/, ,, 101.I05.974,62/2

Diverse rekeningen ……………….,

8.138.567,47
1
1i

f1.163.413.036,8l
1
/s

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

707

NED. BANK 9 Aug. 1920 (vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………… f 425.066.620,50′!3
Op de bo8is van
3
1 metaaldekking ….., 199.011.726,83
1
!,
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.125.333.100,-

Verschillen met den vorigen weekstaat
Meet

Mmde,
Disconto’s

.2.322.981,41′!,
Buitenlandsche wiseels

1.151.109,-
Beleeningen ……….. ….

13.936.776,66′?,
Goud
………………..


Zilver
.
…………………

.227.751,61 Bankbiljetten
…. ……..
19.031.885,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s .. .. 7.475.709,02

Voornaamste posten in duiaenden guldens.
Data Goud
Zilver
blIjellen
Andere
opeischbarc
schulden

9 Aug.

1920

..
636.338 15.579
1.027.587
102.687
2

,,

1920

. . .
636.338
15.351
1.046.620 96.508
26 Juli

1920

..
. .
636.338
15.015
1.617.208
124.828
19

1920
636.339
14.714
1.027.294
127.814
12

1920
636.311
14.416 1.026.554
151.474

9 Aug.

1919


646.533
5.822
1.004.122
76.992
10

Aug.

1918

.. ..
706.419
7.867
919.104
56560
211

Juli

1914
162.114
8.228 310.437 6.198

Data
Totaal
1

bedrag
disconto’s

Hiervan
Schatkist-
0me55n,,
rechtstreeks

1


Belee. ningen
1

baar
Metaal-
saldo

Dek-
kings-percen-
lage
_______________
9Aug.1920
88.734

313.078 425.067
58
2

,,

1920
91.057

327.015
422.268
57
26 Juli 1920
90.256

332.238
422.150
57
,

19

,,

1920
104.255
13.000
330.731
419.236
56
12

1920
106.950 13.000
351.093
414.329
55
9Aug. 1919
107.751
52.000 234.038 435.244
60-
10Aug. 1918
61.395
43.000
101.508
58.330
.

73
25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686
43.521′)
75
‘)
Op
de basis
von °f,
metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den M i n i s t e r v a n Fiijan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

1

2Aug. 1920

9 Aug. 1920

Aan schatkistpromessen f
279.350.000,-
f 279.350.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

Âan schatkistbiljetten ..

2.390.000,-

2390000,-
Aan eilverbons ………..51.860.677,75

53.272.029.25

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden gtildens De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphischôntvangen.

Data
Goud
Zilver
Bank

J
biljettcn
Andere
opciachb.
schulden

31Juli

1920
526.500
24

1920
520.000
17

1920
515.500

19

Juni

1920 ……
199.750
5.407
330.817.

152.700 196.054 5.416
324.040

151.382
5

,,

1920 ……196.169
5.380 324.747

138.371
191.823 5.200
322.510

130.804

12

1920 …….

2

Aug. 1919…..
142.286 4.726 256.033

87.580

29

Ilei

1920 …….

10 Aug. 1918 ……
03.476
13.170 187.525

73.261

25

Juli

1914
……

.22.057

.

1

31.907

1
110.172

1

12.634

1
Wissels,

Diverse
i

Data
Dis-
buiten
,
i

Be,ee.
reke-
1

baar
kings-
conto’s
N..lnd.
nin gen
ningen
1)
metaal-
percen-
Ibeioall,aarl
J

saldo
lage

31 Juli 1920
307.500
aa*
105.500
24

1920
304.500
t*
107.500
17

,,

1920
.

291.500
“°°
106.500
°

19Juni1920
19.987)
20.856)
163.373
36.498
108.661 42
12

1920
19.3571

21.2731
160.986

36.486
106.577
42
S

,,

1920
19.3281

21.9411
156.016
31.925
109.137
43
29 Mei 1920
19.6791
23.7311
158.495
34.318
106.546
43
2Aug.1919
11.221
16.8831
91.288
22.524 78.384
42
10Aug.1918
7.5211
24.0911
71.630 27.752 64.712
45
25 Juli 19141
7.2591
6.3951
47.934
2.228
4.842′
44
S’
)
Sluitpost
der activa.
‘) Op
de basis
van
9/
6

metaaldekking.

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in
diii,enden mildan.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden

Disconto’s iv. re
D

ke-
ningen’)

19 Juni 1920 ..
1.071
1.947
911
1.647
365
12

1920

..
1.072 1.970
811
1.623
395
5

,,

1920

..
1.070 1.974 848
1.641
503
29 Mei

1920 ..
.1.069
1.807
817
1.645
337

14 Juni

1919

..
1.026 1.489
902
1.414
151
22 Juni

1918

..
6802 1.405
811
1.163 611

25
%
Juli

1914

..
645
1.100
580
735
396
‘) Wuitpost
der
activa.

5)
Hiervan zilverbono
60
dz. gld.


BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes
in duizenden pond sterling.

Data
Metaal
Circulotie

Curren’c,,
Notes.

Bedrag
I

Coudd.
I
Go,,. Sec.

4 Aug. 1920
123.108
126.489 366.680 28.500
336.481
28 Juli

1920
123.234
125.369
361.911
28.500
331.529
21

1920
123.004
124.099
360.830
28.500
330.080
14

,,

1920
122.879
124.238
362.277
28.500
331.679
6Aug. 1919
88.312
.$0.128 340.441
28.500
324.327
7Aug. 1918
67.952 56.778
265.985
28.500
2.43.859
22 Juli

1914
40.164
29.317
1



Dala
Cao.
S.
Other
Sec.
Public
Depo,.
Other
Dcpos.
Re.
verve
Dek.
kings-

4Aug.’20
76.266 74.789
17.462
130.686
15.069
10,20
28Juli ’20
59.912
75.481
15.149 118.650
16.315 12,20
21

’20
56.588
80.081
16.559 119.594
17.355
12,75
14

’20
59.439
78.623
17.671
119.623
17.092 12,50
6Aug.’19
33.675
80.493 22.935 99.845
26.634
21,70
7Aug.’18
57.855 103.194
39.878 .132.762
29.624
17,16
22Juli ’14
.11.005
1

33.633
13.735
42.185
29.297
52
1
/a
‘) Verhouding tu,achen
Reserve en Deposite.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens.
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan Goud
Kassen.
,cl,eine Circu-
latie
kings.

31 Juli

’20
1.096.20611.091.677
17.829.748 55.632.255
34 23

,,

’20
1.097.807 1.091.715
17.254.498 53.983.147
34 15

,,

’20
1.096.000 1.091.715
17.210.482
53.846.706
34
7

’20 1.095.430 1.091.716
17.272.274 54.045.201
34
31 Juli

’19
1.129.127 1.109.348
8.824.334
29.268.889
34
31 Juli

’18
2.467.696
2348.083
1.851.526
12.704.503
34
23 Juli

‘141
1.691.398
1.356.85
11
65.479
1.890.895
1)
Dekking der circulatie door metaal
en Kaasenacheine.

Dato
Wtsscls
Rek. Cr1.
Darlehenskassenscheine
Totaal
!n kas bij de

uilge geven
Reich,bank

31 Juli

1920
48.427.450
19.834 069
31.279.300
17.831.100
23

1920
39.452.371 14.595.463 30.497.100 17.212.200
15

1920
41.786.457 14.850.689 30.630.900 17.169.000
7

1920
44.167.064
16.939.980
30.925.600 17.231.100
31
Juli

1919
30.680.853
10.362.127
20.851.500 8.802.600
31 Juli

1918
15.988.653
8.454.876
9.692.900
1.836.200
23Juli

1914
750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste oosten in duizenden Kronen.

Data
1
‘Aletaal en
1
buiten1.
1
goudutiosels

1 1

Disc, en
beleenin gen
1 Btjz. schuld
Oostenrijk

en Hon
1

garije
I

Bank.
biljetten
Rek. Crt
.
saldi

7Feb.’2011) 290.428119.251.400132.954.000
56.994.022
6.057.646
31Jan.’20
291
.
083
1
19
.
162
.
543
1
32
.
954
.
000

56.772.802 8.220.536
31Dec.’19
287.640119.196.063132.954.000
54.481.264 7.906.378
23

,,

’19
297.363
17.856.786
32.954.000
53.109.4i8
7.641.778
23juli’14
1.589.2671 954.3561

2.159.759
291.270
t
) waarvan 222.662 goud.
10.818 buitenlandsche
goudwiaaels en
56.948
munt en muntmateriaal Zilver.

708

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Augustus 1920

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Dato
Goud
Waarvan
in het Euiienland
Ztloer
Te goed
in hel
Buitenland

BuiLgew.
voor,ch.
old. Staat

5Aug.’20
5.589.479
1.978.278
247.980
600.178
25.900.000

29 juli’20
5.589.174
1.978.278
247.636
618.975
25.550.000

22

,,

’20
5.588.878
1.978.278
247.516
679.128 25.700.000

15

,,

’20
5.588.603
1.978.278
247.484
662.866
26.000.000

7Aug.’19
5.567.649
1.978.278
298.860 874.118
23.400.000

8Aug.’18
5.433.322
2.037.108
304.850
1.497.079
19.1 5000
4
0

23 Juli
1
141
4.104.390

639.620

1

Wissels
Uitge.

1
stelde
Wissels

Belec.
ning
BankbiI
jetten

Rek. Crt.
Parti.
culieren

Rek.
Co.
Staal

to
2.360.513
503.592
1.918.835
38.213.259 3.235.152
56.974

,
2.032.907
508.039 1.917.244
37.695.875 3.306.666
109.618

57
1.807.509
510.196
1.942.381
37.764.829 3.165.062
134.170

1.848.130
511.916
1.936.454
38.010.873
3.194.301
168.428

923.410
741.621
1.272.000
35.258.465
2.865.144
87.041

1.002.990
1.068.410 837.471
29.476.586
3.888.665
68.403

1.541.080

769.400
5.911.9101
942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in auizenden francs.

Metaal
Beleen.
Rek.
Data
mcl.
bulten!.
t

van
1

buiten!,
con
prom. a’.
wissels
en
Circa.
luik
Cr1.

saldi
1

varder.
praolnc.
heleen.

5Aug.’20
356.974
84.653
480.000 721.883 5.464.632
1.571.854

29 Juli’20
356.511
84.653
480.000
720.648
5.387.493
1.505.623

22

,,

’20
356.688 84.653
480.000
723.834
5.354.912
1.482.992

15

’20
356.333 84.653 480.000 735.675
5.341.535
1.506.372

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorraad
_______________

Zilver
dc.

F.R.
Notes in
circu
Totaal
Dekking
In hei
bedrag

I

F. R. Notes
I

buiten!.
lalie

0 Juli

’20
1.971.316
1.288.096
111.531
136.877
3.180.948

2

,,

’20
1.97] .696
1.286.229
111.531
137.805 3.168.814

25 Juni ’20
1.969.375
1.284.096
111.531
139.230
3.116.718

18

,,

’20
1.962.321
1.287.079
111.531
138.579
3.104.810.

11 Juli

’16
2.111.824
1.277.467

68.387
2.538.127
12 Juli

’18
1.960.052
997.560
1

15.529
55.93211.813.425

Data
W,ssels
Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal

Algem.
Dek-
kin ga-
perc.
1
)

Percent,
Goud-
dekking
circu!.
‘ )

9 Juli

’20
2.934.184
2.505.216 94.639
43,1
47,5
2

,,

’20
2.935.279 2.539.950
94.594 42.8 47,2
25 Juni ’20
2.830.979
2.504.067 94.506
43,6 48,3

18

,,

’20
2.694,728
2.567.580
94.462
44,5
494

11 Juli

’19
2.296.348
2.583.427
82.851
50,3 60,5
12 Juli

’18
1

1.378.346
2.194.C74
1

76.324 55,0
-.

t)
Verhouding
tusochen: den totaien
g
oudvoorraad, zilver etc., en de
opciochbare
achulden,
F R.
Notea en netto depooito’n.
2)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale
dekkingsmidde!en
als dekking voor de netto
depositos.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ aET

FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gdden en
beleggingen
F. R. banks
deposito’s
depssi1,

3 Juli ’20
814
16.92S.893
1.445.713
14.294.352 2.700.371
25 Juni20
814
16.970.751
1.393.709
14.298.869
2.691.880
18

’20
814
17.049.347 1.368.251
14.563.392
2.684.497
11

’20
812
17.047.868
1.428.040
14.316.597 2.670.523

3 Juli ’19
773
14.499.413 1.269.102 12.871.212
1.768.103

5 Juli ‘181
696
12.459.7081
1.079.196
11.048.921
1.383546

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENREURZEN.
.

Amsterdam, 9 Augustus 1930.

Het is, zoo mogelijk, aan de intcrnatioale beurzen nog
sluier geivoiden, dan tot nu toe reeds ‘het geval is geweest. Zonder eenigen twijfel speelt de fvacantietij,d hier een rol,
temeer, waar het op het oogenblik, zij het onder in-acht-
name ‘van eenige pas-fonmahteiten, weder mogelijk Is ge-
worden, .buiteulasidsohe reizen te ondernemen en de leiders
van de financieele wereld ‘derhalve langer vail huis weg-
blijven, dan in cle laatste zes jaren mogelijk i.s geweest. Aan
dcii anderen kant echter werkt de hoogst preoaire en wissel-
vallige toestaild van Oostelijk-Europa er toe mede een
ifwachtende houding in het leven te roepen. Er wordt druk
gec.onfereerd tusscben de politieke leiders der Entente,
zonder dat men nochtanG tot eenig resultaat is gekomen
tegenover de onverzettelij’khei’d en het zelfvertrouwen der
Ru.ssische machthebbers. Ook ide goede verstancihoucling
tussehen Duitschiand en thet voormalige Taarenrijk heeft
eonige verwarring bij ‘de Geallieerden te fvoorsehijn geroepen,
hetgeen het vinden van de goede richting nog meer heeft
bemoeilijkt. Toch kan niet worden gezegd, dat een bepaald
pessimistische stemming overheerschenci is geweest. Wel was
men in geen enkel centrum opgewekt van toon, bijhoudens
voor enkele uitzonderingen, doch groote realisaties kwamen
ook niet voor. Indien nien een karakteristiek zou moeten
geven valt cle buitenlancische beurzen, zou men het best tdoen,
te verklaren, dat men ‘met getemperde bezorgdheid. den 1001)
van zaken gade slaat, aonder reeds ‘het. oogenblik van ingrij-
pen gekomen te achten.
Overheersohend is cle stilte in zaken geweest en hierop
heel t geen enkele beurs een uitzondering gemaakt. Zooals
hierboven reeds werd gereleveerd, traden enkele fondsen
uit deze ma•theld’naar voren; voor B er 1 ij n moeten in
dit opzicht petroleumwaarden worden gereleveerd, clie, naar
men beweerde, door groote Holiandsche groepen opniôulv uit
cle rnat,kt werden genomen. Daarbij traden moitaan- en
valutawaarden op den voorgrond. De stijging van de laatste
is voornamelijk te danken (of te vijten, al naar het stand-
punt, waarop men zioh stelt), aan de verkoopen uit Amen-
kaansch bezit van obligaties van Duitsche stedelijke leenin-
gen, die voor korten tijd naar de overzijde van den Oceaan
zijn verscheept. Nu de toestanden in liet Oosten van
Europa, dicht aan de Duitsche grens, zoo onheilspellend zijn gewor-
den, geèft menig Amenikaansoh bezltter •van Duitselie obli-
gaties er •dc voorkeur aan thans tot realisatie oi’er te gaan,
hierbij een klein i’ei’lies prei ereerend boven ‘de kans op latere
otiverkoopbaarkeid. Door deze verkoopen edhter wordt de
vraag naar dollar-remises steik vergroot, waarin dal) ook
een gedeeltelijke verklaring voor de stijging van dit devies
moet ‘worden gevonden, tet

wijl tegelijkertijd de waarde van
de Duiitsche Mark ‘daalt. :liii en ander ‘heeft opniduw de
aandacht op valuta-waarden gevestigd, rwel]çe dan ook in dc
laatste dagen vrij aanmerkelijk konden inonteoren.
Van de bcui-zcn te Lo
ii
‘den en te Pa r ijs is absoluut
geen bijzonderheid te vermelden. Op sommige dagen is de
handel zoo goed als tot étilstan’d gekomen en hoewel hieruit
volgt, ‘dat ook geen realisaties te bespeuren zijn geweest,
werd het algemeene leil
‘aIi
de markt toch Ihiercloor omlaag
gednlLkt. Niet in zeer beteekencnde mate, doch voldoende,
om ‘de weinige animo nog te doen verdwijnen.
Ook te N e v Y o rk iisfieb7c1fde verschijnsel op te merken
geweest. Hier ‘heeft bovendien op sommige dagen de geld-
markt nog medegewerkt, om het algemeen aspect .nog matter
en lusteloozcr te maken. In ‘het gezicht van •de berfst-ei.sdhen
beginnen sorninige kringen zich reeds voor te bereiden op de alsd’ae aan den dag :tredencle behoeften. Hiervoor is liet wel
eens noodig gebleken, dat heleeni.ngcu ter ‘beu rze werden
opgevraagd en dat het onderparid dientengevolge moest wor-
den owergesloten of gerealiseerd. In een .zoo ‘kleine markt
als de tegenwoordige kan dit laatste ,niet anders dan tegen
zeer onereuze prijzen plaats vinden; ‘het minste aanbod is
reeds in staat de miarkt te drukken.
T e o
cl
z e n t hebben
staatsfondsen,
voor zoover de bin-
nonlandsche soorten betr-eft, van de geidruimte kunnen
profiteeren. Nu ‘de zakenomvang •zeer sterk is afgenomen
en bovendien de gelden uit coupon- en diviclend-ibetalingen, benevens die uit ‘de nieuwe emissies, langzamerhand naar de
geldmarkt terugvloeien, worden de beschikbare kapitalen
ineer int vaste-rente-dragende obligaties belegd, ‘waarbij
staatsfondsen, vooral ‘de nieuwe soorten in verband met de
uitlotingsbepalingen, ‘vaak de voorkeur verdienen.
Voor buitenla.ndsche soorten bestond absoluut geen
interesse, zelfs niet voor Russen. Vraag kon er natuurlijk
niet opkomen als gevolg van den zegev’ieren’den toeht der
bolsjowiki, doch ook ‘het aanbod bleef achterwege. Men acht
de kwade ‘kansen op de tegenwoordige koersen vrijwel ver-
disconteerd.

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

709

3 Aug. 6 Aug. 9 Au
Rii
,zigof
g.

5
0f
Ned.
W. Sch
. …… 86

86Ia

86/4 + 114
434 0/

,,

,,

,,

1916 84

84
1
/

83
1
/ – ‘/1
4

0
/

,,

,,

1916 75
11
/je 76

76

.+. 1/5
3340/

,,

,,

,,

. .. .

60

59
1
!,

60
3

0/

,,

,…….51

51

51
1
/

+ ‘/
2340/ Cert. N. W. S…..44’/i

441/8

443/8 + /ie
5
0
/0
Oost-Indië 1915 . . . . 90
1
/2

91

997/8 + 8/8
4
0
/0 Hongarije Goud ..’..

6’/,

7
1
/2 + 1
4
0/
Oostenr. Kronenrente

55/s

5
5
/8

6

+ 1/8
5 °/oRusland 1906 ……—

•14
1
/,o ,
13I


Iho
434
0
/0
Iwangorod Dombr.. . 12
8
1s 131/0

+ 0/4

4
0/
Rusland Cons. 1880 12


4 °/oServië 1895 …….—

16


5
0
/0
Brazilië 1895 ……’ –

548/
4

5

0/

,,

1913 ……—

55

551/

+ 1/2
Een sterke uitzondering op de algemeene ‘lustelooshei’d
heeft de
suikernzarkt
te onzent gevormd. Plotseling ontston-
den er namelijk wilde ‘bewegingen in de vooraanstaande
soorten ‘als Handelsvereeniging ,,Amsterdam”, Cultuur-
lvEaa’tschappij ‘der Vorstenlanden, afz. die het koerspeil met
tientallen procenten tegelijk opdinven. Groote commissie-
‘huizen kohten omrvangrijke posten tot stijgende prijzen;
later werd bekend, dat groote biedingen voor Javasuiker
waren ‘binnengekomen, hoewel afdoeningen tot ‘nu toe niet
h’bb’en plaats gevonden. Weliswaar ‘volgde onmiddellijk
eenige reactie in verband ‘met ‘berichten omtrenf werking
van de Merapi, ‘doch toen bleek, ‘dat de uitbarstingen niet
van errisbigen aard waren, terwijl bovendien ide suikervelden dan nog geen ‘gevaar ‘zouden loopen, ‘herstelde de markt zich
spoedig. Hoewel bevestiging omtrent de ‘hooge Ibiedingen
niet zijn binnengekomen en de kooporders ook niet meer
in dien omvang ‘hebben plaats gevonden, ‘kon de fmarkt zich
als geheel toch zeer goed ‘handhaven en sluit de suiker-
afdeeliug ‘bijna op het ‘hoogste punt.
In veiband hiermede waren ook awndeelen in
Indjsch
banhinstcllinçjen goed gevraagd.
Als bizonderheici ‘dient hier nog te ‘worden vermecl de
betere ‘tendens voor aancieelen Oliefabrieken Insulinde, die
aanvankelijk op geruohten van een ‘zeer gering dividend
sterk waren aangeboden, doch thans-door dezelfde zijde
werden ‘teruggekooht.
Rubber- en tabekswaarden
konden slechts geringe belang-
stelling -trekken. Alleen tegen ‘het slot ‘monteerdea de ‘voor-aanstaande ‘rubber’wa-ard en een igsz’i ns, terwijl ook enkele
van de zwaardere ‘twba’kssoorten tot ‘hoogere prijzen werden
verhandeld.

3 Aug. 6 Aug. 9 Aug.
Rigof

Amsterdamsche Bank
..

1.80/ 180/8 180
1
/&
Ned.Handel-Mij. cert.v.aand 228/4 236

236

+ 71/4
Rotterd. Ban.kvereeniging

1352/
4
136

136

+ ij,,
Amst. Superfosfaatfabriek.. 134


Van -Berkel’s Patent ……120/, —


Insulinde Oliefabriek …. 182

190

190

+ 8
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand. 90

91
8
1

91/ + 118
Ned. Scheepsbouw-Mij …. 123
1
h —


Philips’ Gloeilampenfabriek 861

892

900-

+ 39 R. S. Stokvis & Zonen …. 597
1
,’2
597
— — ‘/2
Vereenigde Blikfabrieken. . 126
‘1,,
1 31
1
/2 1311/2 + 51/4
Compania MercantilArgent. 300 306 307 + 7
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 365

367′!, 367

+ 2
Handelsver. Amsterdam .. 765

73’/, 785′!, + 20
1
!
HoU. Transatl. Haadelsver. 93

101.

+ 3
Linde Teves & Stokvis …. 198

202

200

+ 2
VanNierop&Co’sHandel-Mij. 186


Tels & Co’s Handel-Mij . . . . 141*

140

Cecons. Holl. Petroleum.Mij. 254

248
1
/

247

•– 7
Kon. Petroleum-Mij . …… 643

638

643
Orion Petroleum-Mij…….. 73

737/

?S’/o +
1
/8
a
Steai Romana Petr.-Mij… 145

150

+ 5
Amsterdam-Rubber-Mij…..224

220/,
226’/2 + 2/
4
Nederl.-Rubber-Mij. …….113 l/* 114

114′!2 + 1
Oost-Java-Rubber-Mij……390


Deli-Maatschappij ……..480 479’/2 4841/
2
±
41/
Medan-Tabak-Maatschappij. 319
1
!2
319
1
/2 3061/2 – 13
Senembah-Maatschappij …. 569′!2 560 561 — 8′!3
* ex dividend.
Daarcu tegen trok cle
scheepvaart markt
bij weliswaar
kalmen handel goed aan. Gedurende eenigen tijd ‘heeft een
vrij sterke coi.itraminepartij hier cle overhand gehad; nu
blijkt, dat

de daling niet zulke grnote afmetingen aauneemt,
als aanvankelijk was gedacht, ‘gaat men allerwegen iang

zamer’hand ‘tot dekking over. De geleidelijkheid, waarmede
dit geschiedt, is wel ‘niet in staat plotselihge of .groote koers-
‘verheffingen -tc’doen ontstaan, doch ide stemming als ‘geheel
is er toch wel iets beter door geworden.

3 Aug. 6 Aug. 9 Aug.
Rijzing of
daling.
Holland-Amerika-Lijn

…. 383
385
384
+
1

,,

,

,,

,,’gem.eig.

370 378 376
+6
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.

.
225
220


5
Hol!. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 1611/
4


-.
-Elollandsche

Stoomboot-Mij.’ 173’/,,


‘Java- Chi na-Japan-Lijn …. 253
252
3
/4
251
1
/2

jI/
1
Kon. Hollandsche Lloyd ..

153
1
!,,’
155/,,
156
1
14
+
3
1
-Koa.

Ned.

Stoomb.-Mij.

..

192
1
!,,
199
1
!,
196
+
32/4
(Kon. Paketvaart Mij…… 199
200
199’/4
+
8/4
Maatschappij Zeevaart ….

240


,Nederl.

Scheepvaart-Unie..

226′!2 230′!3
229
+
2’1
Nievelt

Goudriaan

……500
500
495

5
Rotterdamsche Lhyd…..

. 227
231
227
.Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 263

263

,,Nederland”

. .

270
5
/
276 273
1
14
+
28/s
,,Noordzee”

. .

11013
111/
2

1101/,,

1/
4

,,

,,

,,Oostzee”

. . . .

244
1
/,

De

.éi,merikaansche

afdeeling
bleef in goede stemming,

hoofdzakelijk door de rj.zing van den
dollarkoers. De om-
zetten waren niet zeer groot, ‘doch er
werd ‘wel
eeni’g mate-
‘iaal door het publiek opgenomen.

3 Aug.
6 Aug.
9 Aug.
Clalng
‘Â.merican Car
&
Foundry.. 156
156 155

1

Anaconda Copper

……..l27″/,
125
5
/j
125″!,,—
2
Un. States Steel Corp. ….

102/8
104
1
/
102’/

1
/4
Atchison ‘Topeka

………

92/,,
9518/
95


t

2!,,
Southern

Pacific

……..105′!,,
109
1
/16

+
351’j’
Union,Pacifie …………134
137/4
1371!2
+
311
Int. Merc. Marine orig. Corn.

31/8
30
1
!2
30’/2

1
7
/,,
prefs. 102
8
/
93 92
– 10’4


De
gcldnvarkt
bleef doorloopen-d
op
3% f1 4
pCt.

– GOEDERENHANDEL

GRANEN.
10 Augustus 1920.

Wegens uitstedigheid van onzea medewerker, zijn wij tot
ons leedwezen ditmaal niet in staat, ons wekelijksch over-
zicht te geven.
– Zie voor den staat volgen-de pagina.

SUIKER.
Volgens berichten uit ‘de ‘E u r op ee s ch e bietsuikerlan-
den is aldaar wel wat veel regen gevallen en wordt ‘nu naar
warm en droog weder verlangd..
1 In Eii g e 1 a n cl, waar suiker nog het eenige -gerantsoe-
ifeercle’ artikel is, wordt voor deze tweek eene verhooging van het rantsoen ‘voorspeld, en wel op 12 oz. per hoofd en
per week.
Aan -de Europeesche sui-kermarkten gaat er weinig om.
-Iii A in e r i Ic a daalden de -prijzen in de tweede helft der
en word-t tha’ns ‘genoteerd voor Spot Ceiitrifugals 16.03
c’, Septenmber-leve-r-ing 13.75 c., October 1.3.60 c., December
12.60 c., Januari 11.45. Cubasuiker niemve oogst -is te koop
tot 12 cents f.o.b.
De J ii v a -nm a r k t is ‘niet veel veranderd; aangezieu
]3ritsch-Indi6 met grootei-e oi-‘ders aan de markt was, kon-
den vich prijzen handhaven. De -ditjarige oogst gaat goed
vooruit’ en ‘liet doorsnee ren-dement van 136 faibrieken op
15 Juli ‘hedraagt 2% pCt. meer dan verleden jaar op ‘het-
zelfde tijdsti.p. –
‘De laatste Cubastat -istiek luidt:

1920

1919

1918
Weekoutvangst tot 31Juli

43.000 48.000

23.466 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.370.000 3.540.288 3.065.970 ,,
Werkende fabrieken . … .

5

6

12
Weekezport. 24-31 Juli.

62.000

46.614

23.466
Totaal sedert 1 Jan. 1920 3.272.110 2.459.625 2.258.545
Tôtale voorraad ……..384.000 1.024.139 685.186

NOTEERINGEN.

Data
A n,ster.
dam per
loopende

Londen
New
Yozk
96pCt.
Centri-
T
ales
cu

Wufte Java
f.o.b. per
1
Amer. Cia-
nulated c.i.J.
maand
No. /

Aug/Sept.
1
N0.

________
1

Mei

‘ ,
fuga1

Sh.

Sh.
Sh.
5h.
$
ets.
4 Aug.’20
f

116/-
91/-
92/3


16,30
28
Juli
’20
,,


1161-
88/- 92/-

16,30
4TAug.’19

64/9
551-
55/-.

7,28
11′

,,

’18
,,


6419



5,92
11
Juli
’14
,,ii”/,,
18/-

– –
3,26

710

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ii Augustus 1920

Noteeringen.

Chicago

I

Buenos Adres

Locoprj zen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.

9Aug.

2 Aug.
1

9Aug.
1920

1920

1919
Data
Tanae

Mars

Haver
I
Tarwe

Mars

Lljnzaad –
Dec.

Sept.

Sept.

Aug.

Aug.

Aug.

7Aug.20
243
146/8
70’14
23,-
9,60
26,10

31 Juli’20
21 1′!,
133

4)

69

4)
23,70
8,80 24,35

7Aug.’19
226
186’/4
72’Is
16,702)
9,85
40,00
2)

7

’18
226
158
3
/
8
8)
69
1
/
82
)
11,65
5,85
25,50

7

,,

’17
225

2)

116/o
5)

58Is
18,602)
12,752)
21,602)

20Juli’14
82

‘)
56’Is
1
)
36′!,
t)
9,40
2
)
5,38 ‘)
13,702)

1)
per Dec.
‘)
per Sept.
8)

per Aug.
4)
per Juli
5)
per Dec.

Tarwe*

…………..’)
35,50 33,50

Rogge (No. 2 Western)
1)

30.-

28,50

Is-laTe (La Plata)t……
2
)
350,-
325,- 463,-
Gerst (48 Ib. feeding)
.
.2)
460,- 460,-
465,-
Haver (38 Ib. white cl.).
.2)

25,- 25,-
23,50
Lijnkoeken (Noord-Amen-
-ka van La Plata-zaad)
8
)
215,- 215,-
337,50

Lijnzaad (La Plata)..
..4)
755,-
760,-
1175,-

1)
p. 100 K.G.

2)
p. 2000
K.G.

3)

p. 1000 K.G.

4)

per

1960 K.G.

5)
Hard/Red Winter nr. 2.
t Nieuwe oogst.

AANVOEREN in, toos van 1000 K.G.

Rotterdam

II

Amsterdam

Totaal

Artikelen.

2-7 Aug.

Sedert
1
Overeen4.
II
2-7 Aug.

Sedert

Overeenk.

1920

1919
1

1920

1
1Jan.
1920
1
tijdvak
1919
fi

1920

1
1
Jan.
1920
1
tijdvak
1919
II

9.439
285.230
263.147
2.346 95.521
42.184 380.751 305.331

9.865
56.093
50.565

515
19.953
56.608
70.518


2.825
2.829
.




2.825
2.829

Tarwe ………………..

MaIs

…………….
209.367
550.087
6.861
36.779 3.618
246.146
58.705

Rogge

……………….

Gerst

……………°
292
18.907
117.135

918
51.415 19.825 168.550

Boékweit

…………….

20.178
145.403


7.333
-20.178
152.736

Lijnzaa.d

.. …………

16
…577

25.675
12.174
1.000
9.798 12.919 35.473 25.093
Haver

………………-

26.296 28.210

1.406
200
27.702
28.410
Lijnkoek ……………322
Tarweeel …………
sn

1
…964
.
19.181
192.2 43


37.435
19.181
229.678

Andere meelsoorten
.149
1310
6.077
1

140.429

100
1

10.708
6.177
151.137

KATOEN.

Marktbericht van de Heerea Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 28 Juli 1920.

Sedert ons laatste bericht waren prijsen van Amerikaan-
sehe katoen lager en
zijn
thans op het niveau -der vorig
week gekomen. Dit vond zoowel zijn oorzaak in de flauwe
fondsen-markten, als ook in het betere weer ën de slechte
berichten uit de industriedistricten, zoodat men over het
algemeen tot vekoopen geneigd was. Tegen het einde der
week -hadden eenige .clekkingskoopen plaats, doch prijzen zijn
toch flauwer. Het oogs-tbericht van de Nat-ional

G6nuers
Association geeft een conditie aan van 76.5, hetgeen op een
oogst wijst van plus minus 13 millioen balen zon-der linters,
wat gunstiger is, dein men algemeen -had verwacht. In Egyp-
•tische katoen zijn nog al. zaken gedaan en prijzen zijn weer

vaster.
De verbetering in ‘de vraag naar Amerikaansche gareus
is toch minder dan èen week geleden. Fabrikanten sdhijnen
hunne onni.iddl’1jke behoeften gedekt te hebben en de
hooge vraagprijzen niet te willen betalen. De aanvragen voor export zijn Vrij talrijk, maar biedingen blijven over het alge-meen te laag. Zoowel in 40/2 voor Bombay en ook de fijnere
nummers voor Inidiji is nog al iets gedaan, doch oVer ‘het
algeiiieen blijven -de Oostersche markten heel kalm. In
Egyptisohe garens
zijn
vrij groote partijen verkocht, doch
in bundlegarens blijft -de. omzet gering.
De doekmankt is zon-der een-igc beweging, ‘hoewel -de stam-
ming vrij gunstig blijft. Er komen nog al aanvragen bin-
nen, maar deze shijiien slechts in enkele gevallen tot izakeu
te 1-ei-den. Over het algemeen heerscht er in de markt een
vacantiestemm-ing, hetgeen in den regel in -de zomenmaanden
het geval is, doch het ware verfruwen ontbreekt, ook nog
op de oveyeesche markten. De eenige markten, die nog iets
doen, zijn Zuid-Amerika-en Indië, doch voor Ohina en ook
voor

het binnenland gaat absoluut niets om.

21Juli 28Juli

21Juli 28 Juli

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opindië… 1/10k io*
F.G.F.Sakellaridis 66,00 67,00 T.T.opllongkong 318
1
/ 3111
G.F. No. 1 Oomra 13,75 13,50 T.T.opShunghai. 5/1
1
/
4
516
2
/
4

Not.eeriugen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

9Aug. 20 2 Aug’20 26Juli20
I
9Aug.19 9Aug.18

New York voor
Middling . . 39,- c 40,- c 40,- c 32,65 is 32,05 c
New Orleans


voor Middling 36,25e 38,50e 39,75 c 31,75e 28,75
is

Liverpool voor
Middling …. 28,20d 26,81d
1
) 27.64d 19.13d’) 22,09(1

2)
Noteering van 3 Augustus.

2)
idem 8 Augustus. –

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.19

Overcenkomstige pertoden

tot


6Aug.
20

1919

1

1918

Ontvangsten Gulf-Havens..
13
49
13
,,

Atlant.Havens
7
61
29

Uitvoer naar Gr. Brittannië
8
125
10

‘t Vasteland.

-12
87
46
‘Japan etc… )
3
3

Voorraden in duizendtallen
6Aug.
20
8
Aug
’19
9Aug.
18

Amerik. havens ……….
740
1071

898
Binnenland ……………
727

661

New York
.793
..

80
115
7

342


268
New Orleans
…………..
Liverpool

……………
991
770
237

Manchester, d.d. 4 Augustus 1920.

Het .heric’ht van het Landbouwbureau te Washington op
2 Augustus gepubliceerd, geeft een gemiddelde conditie aan
vais den Amerikaansehen katoenoogst van 74.1 tegen 67.1 ver-
leden jaar en 73.6 in 1918. Daar de weerberichten sedert di-t
rapport gij nsti-g zijn gebleven en ook de vraag van dei.s handel
verminderd is, zij-n -prijzen sedert weer wat fI-auwer, ook al
in verband met de -minder gunstige politieke toestanden in
Amerika en de steeds verder gaande daling in de vreemde
wisselkoersen. Liverpool i-s niet zooveel lager dan New York,
hoofdzakelijk door-dat geïmporteerde katoen door de hooge
prijzen van -den dollar -toch duur blijft. De Egyptische oogst
blijft goed vooruitgaan en hoewel de loco-noteering Le Liver-
Pool niet verminderd-is, zijn prijzen op (Ie tet-mijnmark-t
gedurende de week toeh ongeveer 5 d. per -Ib. lager.
Spinners van Amerikaansohe garens hebben niet veel vor-
cleringen gemaakt. Prijzen zijn wei.nig veranderd, doch de
bi-nnenlandsohe -vraag is min-der en er gaat slechts weini-g
out. Wel zijn er orders aan de markt, maar -hoofdzakelijk tot
lage prij-zlï, zoodat Spinn erf daarvoor weinig belangstel-
ling -too.uen. Bundelgarens voor expor-t zijn flauw, maar er
is -wel iets gedaan in goedkoopere kwaliteiten 40’er en ook
in 70/100’er medio -voor Indië. Getwijnde garens zijn onver-
anderd en er is nogal drang tot verkoopen, terwijl ook in
Egyptische garens weinig omgaat. De meeste belangstelling
bestaat -nog vooi- de gewone soorten getwij-nde .garens, hoe-
wel ook daarnaar -de vraag van weinig ibeteekenis is.
De -doek-mark-t is zeer kalm, hoofdzakelijk door de f eest-
dagen, zoodat er weinig omgaat. Er komen wel wat meer
aanvragen binnen, – zoowel van Indië als van het verre
Oosten, zood-at de stemming over -het algemeen niet ongun-
stig is.

11 Augustus 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN


711.

28Juli 4Aug.

28Juli 4Aug.

Liverpoolnoteeringen. T.T. op Indië …. 1110 1/10
F.G.F. Sakellaridis 67,00 67,50 T.T.opflongkong 3111 410/
t

G.F. No. 1 Oomra 13,50 13,25 T.T.opShanghai
5/6
1
I4 5/7

RUBBER.

Wat den prijsloop gedurende de afgeloopen week betreft
valt, hoewel zeer klein, een kleine vooruitgang te consta-
teeren.
Op de termijnmarkt te Amsterdam varen de prijzen echter
lager, tengevolge van den lageren koers.

einde vorige week

crêpe

sheets

crêpe

sheets

Augustus ……… 109’/1

1051/,

115

112
December ……113’/2

112

116

114
Juni ’21 .. ….. .119’/,

119V3

120
1
/,

118
1
/2

De noteerin gen te Londen zijn:

einde vorige week

Prima Cr9pe loco. ……….

1/101/4 .’
………..1/9
1
/
4

smoked Sheets loco . .

1181/,

…………
1/9

Crêpe Aug./September.

1110
1
/2 …………1j9’/,
11

Oct./December . .

1/111/
3
…………
1/108/
4

Hard cure fine Para ……..
1/9
3
14

…………
1/10

10 Augustus 1920.

KOFFIE..

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf
t

& Witkanip en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
Wi,,c!koe,,
Voorraad
Pet)3
No. 7 Voorraad

Petje
No.
4

7 Aug. 1920′
845.000
8.450
1.648.000
11.000
13
11
/16
31 Juli

1920
322.000
8.725
1.567.000
11.600
14/
24

,,

1920
320.000
9.325
1.504.000
12.000
14’/i
7 Aug. 1919
499.000
15.525
1.812.000 20.000
14
1
/i6

Ontvangsten.

Rio

I

San to,
Dota

Afgdoo pen

Sedert

Afgdoo pen

Sedert

a

I

1
lul.!

week

1 Juli

7 Aug. 1920 ….

53.000

301.000

240.000

880.000
7 Aug. 1919 ….

47.000
1
234.000
1
118.000

485.000

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Aug. 1920, in duizenden balen.

1920 1919 1918 1917 1913
Voorraad in Europa.. 2.220 2.470 1.462 3.265 6.392

StoomendfVer.
Brazilië ..

275

758

272

293

319

Oost-Indie.

83

9

9

18
n. Europa

Staten

.-

11

2.495

3.311
Voorraad Ver. Staten 1.783

914
Stoomend

naar

fBrazilië

543

648

Ver.StatenlO08t11

9

9

4.821

4.873
4.550

6.420

8.640
Voorraad in Rio ….

322

628
796

.196

265
Santos..

1.567

4.714
5.762

1.343

1.531
Bahia ..

19

10 81

35

46

Totaal……6.729

10.225
11.189

7.994

10.482
Op

1

Juli

……….6.750

10,336
.

11.702

7.778

10.275

COPRA.

De markt bleef gedurende de laatste weken wederom zeer
vast gestemd en de prijzen liepen voortdurend vrij sterk
op. Het aanbod is echter nog steeds
niet groot te noemen.
De noteeringen zijd:

N.

1.

f.m.s. loco ……………………
1

58
1/2
Mixed

,.

……………………
,,

58
1
/2
f.m.s.

Sept./Nov. aflading ……….
..58/,
9.lixed
1/
3
…..,

56
I/

10 Augustus 1920.

HUJDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co.

E o ‘t is c h e h u ri d e n: Gedurende de afgeloopen week
zijn weer overl meer zaken afgesloten, vooral dank zij de
groote concessies, door de verkoopers zoowel in Europa als
in Amerika gedaan. Belangrijke verkoopen zijn in de laatste
dagen tot stand gekomen, waaronder:

8000 Swift la Blanca ossen, 9. 50
$
oro, naar ‘de Veree-
nigde Staten; 5000 Campanas ossen, tegen 48 $ oro, naar
de Vereenigde.Staten; 5000 Union Rosario ossen,
9.
48 $ oro,
naar Europa. ‘
Bovendien ‘nog: 20.000 Anglo South American ossen,
tegen 46 $ oro; 10.000 La Blanca- ossen, tegen 49 $ oro; 5000
Rio Grande Magelhaes Industrial Sal. koeien, gewicht 23
kilo’s, slachting Maart/Juni,
9.
12% d. c.i.f. insehepings-
gewicht; 5000 Rio Grande Twmborindeguy & Vosta koeien,
•gewicht 22 kilo’s, zelfde slachting, zelfde prijs en zelfde
condities; 3000 Vicjo Cuareim Saladero ossen, z1fde slach-
ting,
9.
13 d. zelfde condities.
L
00
i s ‘to f f e n: met regelmatige vraag voor quebracho, gehakte mimosa en divi-divi, met bela.ngrijke aaken.
In 1 a n s c h. e h u i d e n: zonder de minste verande-
ring.

Rotterdam, 7 Augustus 1920.

VERKEERS WEZEN.
RIJN VAART.

Week van 2 tot 9 Aügus,tus 1920.

1n de afgeloopen week waren de aanvoeren zoowel te
Rotterdam als te Antwerpen van matigen omvang. De alge-
meeuie toestand. ‘op de vrachtenmarkt bleef onveranderd.
Voor erts van Rotterdam naar de Ruhrhavens werd
f 1,10
per ,last met
1/4
lostijd betaald, terwijl voor reizen van
Rotterdam naar den Boven-Rijn schepen tegen 5 cents per
ton pr dag verhuurd werden.
De huur te Antwerpen bedroeg 2) tot 22 centimes per ton per’dag.
Het sleeploon van Rotterdam naar de Ruhrhavens werd
de geheele week met 200 cents tarief genoteerd.
Ruhrort. Het sleeploon van de Ruhr naar Mannheim,
zoowel als van Maunheim naar Straatsburg, bleef hetzelfde
als de vorige week en bedroeg dus resp. Mk. 52,- en
Mk. 45,- per ton. De vele schepen, die in Ruhrort op
sleepgelegenheid wachtten, zijn langzaznerheid opgeruimd,
zoodat., nu de waterstand gunstig blijft, eenige daling in
het sleeptoon is te voorzien.
De vracht voor exportkolen Ruhrort-Rotterdam bedroeg
in de eerste helft der week 80 cents en daarna
f1,-
per
ton -met vrij sleepen. Voor reizen Ruhrort/Boven.Rijn be-
droeg.de
scheepshuur 70 pf. per ton per dag.
Cauber Pegel noteerde eind der week Mtr. 2.49.

SCHEEPVAART.

GRAAN

Data
Petra grad
Londen/ R’a’am

Ode,,a
Rotte,.
dam

1

All. Kual
1

Ve,. Staten
San Lorenzo

1
Rotte,.
Brt.,tol
Rotte,.
Enge.
dam
Kanaal
dam
land

2/7

Aug.

1920

11/6
1116
85/-.
80/-
26131 Juli’ 1920


128+
1)

11/-
100/-
1001-
419

Aug.

1919
-.
-.
90
1)
)
8/6
210/-
2)65/-..
5/10 Aug.

1918
– –

so/-

2251-
Juli

1914
11 d.
713
1111
1
/4
1/11
1
/4
12/-
.12/-

KOLEN.

Cardif

1
Oo,tk. Engeland
Data Boe.
a’eaux
Genua
1

Port

1

Said
La
Plato
Rotte,.
Jam
Golhen.
burg

2/7

Aug. 1920

22/6

351-
3216
37/6
1716

26131 Juli 1920

23/3

.32/6
85/-
3716
f
12,-
Kr.42+
419

Aug. 1919
2)
25/6

48/-
4716
40/-
,,10,-
,

30
,
5/10
Aug.1918

69/-

101/3
2001′

120/-

,, 205
– Juli

1914 fr. 7,-

7/-
713
1416
3/2
4/-.
1

DIVERSEN.

Bombag
Btrma Vladico.
Chili
Data
West West
stock
Weet
Europa
Europa
Weet
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

2/7

1
Aug.

1920 ….

60!-



26131

Juli

1920

-.
701-
130/-

4/9

Aug.

1919
..
2201-



5110Aug.

1918
..
275/- 500/-

190/-

Juli

1914 …….
14/6
1.613
251-
2218

‘) Per ton stukgoed. ‘) Voor Britsche schepen.
G,’aan Fetrogra4 per gaan,,
,
van 490 iko. zwaar, Odewei per ,init, Ver. Staten
per guur!,,, van
480
itt.
zwaar.
Ovenjije noteeri,,qen per ton van 1015 Z.G.

1.734

3.558

6.740

2.175

2.548

1.639

641

314

228

9

9

33

712

ii Augustus 1920

De N,V,”Nederlandsche.’
,
Huistelofoon-Maatschappli

ROTTERDAM

‘s.GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon
3600

Telefoon H 280,
300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N 5580

7

Telefoon 2723

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en
koop.

Herstelt en onderhoudt o n d er g a r a n t ie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS
GRATIS.

ONTVANG

EN
BETAALKAS
•’

NIEUW.E DOELENSTRAAT
20

22

AMSTERDAM

KONINKLIKE

DEPOSITO’S VOOR
1
JAAR FIXEj

4’/2
PCT.

GELDEN, OP DEZEN ÏERMIJN GESTORT,IZIJN.NA
AFLOOP
HOLLANDSCHE

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
1.
LLOYD
NIET

OPGEVORDERD

ZIJNDE,

WORDTDE POST

STIL-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

AMSTERDAM
DE RENtE KAN NAAR VERKIEZING PLKVARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGÉN WORDEN.

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

GEREGELDE STOO1I VAART LIJNEN

.

POSTDIENSTEN

Lancashire
.&
Yorkshire Raliway


AMSTERDAM.- GOO LE.

NAAR

ZUID-AMERIKA.

Stoomvaart Maatschappij ,,Noordzee”
CUBA
EN
MEXICO

AMSTERDAM.-LONDEN.
EN

S.S. ,,BOEKELO” en
E 1 A
NOORD-AMERIKA
Agenten: GEBROEDERSCHEUER.

Onze afcleeling ASSIJRANTIE belast zich met het sluiten van a!le

soorten verzekeringen tegen scherp concuFreereflde premten.

KONINKLIJKE STEARIN KAARSENFABRIEK GOUDA

GOUDA

.’

GOUDA KAARSEN

NACHT-, THEE. EN SCHEMERLICHT

STEARINE – KARSENPIT – OLEINE

CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Het vraagstuk van. de g1druirnie in Nder1anden de

goudpolitiek van de Nederlandsche Bank

met bijlage:

Nederlandsch-Oost-Indiê en de Gold-Exchange-Standaard

door Mr. G. VISSERING

Prijs
f
1,50

Het Bankwezen in ;Nede.rlandsch. West-Indië

door Mr. G. J. FABIUS

Prijs
f
1,50

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Rotterdam

18 Augustus 1920

71

HOLLANDSCHE STOOMBOOT MAATSCHAPPIJ

Telefoonnummers:
AMSTERDAM—ROTTERDAM

Telegram-adres:
Noord 1411, 1699, 3011, 7396, 8941, 9030, 9035.

HOLLANDIABOOT AMSTERDAM.

Londen en Huil iederen Dinsdag en Zaterdag.
Geregelde afvaarten
Schotland iederen Vrijdag.

Amsterdn naar:
Le Tréport (Parijs) iederen Zaterdag.

Fowey, Bristol, Swansea, Li’verpool en Belfast om de 14 dagen.

In samenwerking met de N.V. v/d. Eb en Dresselhuis’ Stoomv. Maatsch. te Rotterdam, den Koninki.
Hou.
Lloyd te Amsterdam en met de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Stoomvaart Maatsch. te Rotterdam:
1
0
.
iedere
3
weken van Amsterdam, en Rotterdam naar
West-Afrikaanscfie havens
van
Dakar
tot
Mossamedes.
2
0
iedere maand van Rotterdam naar
Zuid-Afrikaansche havens.

Ruime Loodsen, Spoorwegaansluiting. Billijke vrachten. Afvaartkaarten worden desverlangd geregeld
toegezonden. De Stoomschepen vervoeren een beperkt aantal passagiers.

KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA

GOUDA

GOUDA KAARSEN – NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT

STEARINE – KAARSENPIT – OLEINE

CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE

N.V. W. vao opiel’s

Stoomboot
011
Tpan8poptondepnominpon

ROTTERDAM

Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Zeebevraohtiugsagenteu

Telegramadr.s: FIAT.

Telefoonnummers: 1958, 1977, 1997.

MOTOR LOCOMOTI EVEN

TRANSPORTWAGENS

VOOR ALLE DOELEINDEN

AANLEG VAN

FABRIEKSSPOOR

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAp

Wester-Sui.kerraffinaderD

AMSTERDAM

GROOTSTE RAFFiNADERIJ
IN NEDERLAND

Levert de mooiste Suiker,

omdat haar zuiveringsver.

mogen het grootst is.

Produceert behalve alle soorten
lii elie-
suiker
en
Ba.terds:

Cristollen, groots en kleine, Klont jes
(Cube8), Theeklontje8, Cru8hed (brokken)
Tab letten, Brooden, Poedersuiker, fijne
guiker8 voor Vruchten gebruik, enz. enz.


SPDORWECMATERIEEL

71

VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ

,,GELRIA”

ROTTERDAM

Maatschappelijk Kapitaal
f
2.500.000,—.
waarvan geplaatst t 500.000,-

TRANSPORT- en

BRAND VERZEKERING

DIREKTIE:
C. TH. DAAMS

H. G. SCHUDDEBEURS

Kantoor
WIJNHAVEN 103

reletoon No. 13883 Ts!egr.-Adres: ,,VERMAAGEL’

NEDERLANESCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE, KOBE,

MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,
SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal / 45.000.000,—

Reserven / 32.000.000,-

714

18
Augustus
1920

ROTTERDAMSCHE


SCH-EEPSHYPOTHEEKBANK

Wijnhaven 94a

Tel. No. 7846

De Bank geeft uit 6 pCt. PANDBRIEVEN..

in stukken van
f 5000,—, f
1000,—,
f 500,—
en
f
100,—

Dé Directeur.. Mr. W.
C. MEES

NED ERLANDSCHE HANDEL-
MAATS’CHAP.PU-

Kapitaal
…………f
80.000.000,

Statutaire Reserve
.
……….
f
17.353.284,
– .


Buitengewone Reserve
………
f
22.660.000,

Hoofdkantoor: AMSTERDAM . Agentschappen te ROTTERDAM
en
‘s.GRAVENHAGE.

Vestigingen in
NEDERLANDSCH.INDIE:

BATAVIA, SOERABAJA, SAMARANG, MEDAN en andere voorname p1aatsen.

Vestigingen in
de
STRAITS.SETTLE1(ENTS, BRITSCH.INJIIE, CRINA
en
JAPAN:

SINGAPORE, PENANG, RANGOON, HONGKONG, SHANGHAI en KOBE.

In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafisçhe Credieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekening Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij.

.

Opgericht in 1857.

Kapitaal f
$0.000.000,—,
waârvan geplaatst en volgestort
f 35.000.000,—. Reserve fonds f 7.800.000,—.

HOOFDKANTOOR: BATAVIA.

AGENTSCHAPPEN
te: Soerabaja, Söerabaia-Simpang, Semarang,
Weltevreden, Padang, Bandoeng, Cheribon, Macassar, Djokdja,

AMSTERDAM .

Medan, Tegal.

‘8.GRAVENHAGE,
,

Keizersgracht 573/5.

Prins Hendrikplein 14.

BATKZAKEN IN HET AiIGEMEEN.

Electrische Werfkranen

Nederlandsche StaaIindistrie

ROTTERDAM

7anI7lssûcia(fe

CTJ)erfeim
.&
omper(z 1834 en -edie(vereenqii.g
1853.

ALLE BANKZAKEN.

Kapitaal en Reserves
f
19.500.000,—.

Negen-en-twintig Kantoren

HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING

HAAItLEM, AALSMEER, BEVERWIJK, BLOEMENDAAL, EDAM, HILLEGOM,

HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, PURMEREND, IJMUIDEN, ZANDVOORT.

Kapitaal en Reserve
/
5.000.000,-

Auteur