Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 239

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 28 1920

28 JULI 1920

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCEÊN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 28 JULI 1920

No. 239
1

INHOUD

BIz.
STOOKOLIE VOOR ZEESCHEPEN 1 door W.
B. K. Eerster ..
.. 645
De Internatjanale Zeeliedenconferentje te Genua II door
uh.

Jan

7
,
,
Tojen

…………………………….
647
De
Internationale Post-, Telegraaf- en Telefoonconferentie
te Parijs door E. P.
I’Veslerveld

……………….
649
De Strijd tegen den Makelaar in Assurantiën door
Dr- A.
0
.

hlolwerda.

………………………………
650
De

Rijksmiddelen

…………………………….
652
Londensche

Correspondentie………………………
653
AANTEEKENINCEN:
Prijsvraag van het Koloniaal Instituut voor 1921

. . . .
654
Productie der Ruhrkolenmijnen in het eerste halfjaar 1920
655
Bestrijding van de discontopolitiek der Bank of England
655
Financie- en Bankwezen in Argentinië…………..
655
De ontwikkeling van Zuid-Sumatra

…………….
856
BOEKAANKONDIGINGEJ:
Suriname’s toekomst: Voordracht van den heer J. C. S.
Kasteleyn in het Indisch Genootschap op 26Maart
1
920, bespr. door W. D. II.
Baron van Asbeck
– . .
057
OVERZICHT VAN

TIJDSCHRIFTEN

………………….
858
MAANDCIJFERS:
Productie der Kolenmijnen ……………………
659
Ontvangsten van

Spoor- en Tramwegmaatschappijen Maart

1920

…………………………..
859
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
660
Overzicht

der

Rijksmiddelen ………………….
660
STATISTIëKEN EM OVERZICHTEN

………………660-667
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Visselkoe rsen

Goede re ii handel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteelcende stulcicen: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No 8408.

Abonncn’&en.tsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonri.,é’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abov,nernenten
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

27 JULI 1920.

Ook deze week bleef de toestand op de geidmarkt

vrijwel onveranderd. De prolongatierento noteerde

weder meestal 5Vi pOt., een enkelen dag werd 6 pOt.

genoteerd, terwijl particulier-disconto voor 3Y8 h 3

pOt. werd af.gedaan, waarbij het aanbod van wissels

vrij gering was.

Op berichten van, sterke bolsjewi’stische overwin-

ningen oj de Poolsch-Russisehe fronten was de wis-

seliaarkt in het midden der week zeer flauw voor alle

wissels op de vroegere oorlogvoerenden. Vooral Mar-

ken en .Francs liepen sterk terug. Het aanbod was ech-

ter niet groet. Gisteren ontstond er op betere berichten

dan ook spoedig een flinke kooplust, waardoor alle

koersen flink verbeterden, welke verbetering echter

lieden niet ‘geheel, gehandhaafd kon blijven. Indië is
iets teruggeloopen. Afrika opnieuw belangrijk lager.

.flet agio in Londen voor T.T. Kaapstad is nu geheel

verdwenen.

LONDEN, 24 JULI 1920.

De geldmarkt werd in de afgeloopen week weder

‘grootendeels beheersc.ht door opneming en vrvallen

van schatkistwissels en door betalingen aan •het Gou-

vernement voor belastingen.

De geidruimte ‘was over het algemeen niet zeer

groot en er werd dooreengenomen 5 pOt. voor daggeld

betaald.

De omzet in disconto’s was beperkt en prijzen ble-

ven voor 2-, 3-, 4- en 6-maands papier in vergelijking

met de voorgaande week nagenoeg onveranderd op
515/j86 pOt.; 6
°
/ia-6% pOt.; 6% en 6?/8 pOt. resp.

STOOKOLiE VOOR ZEESCHEPEN.

1.

Van de verschillende patroleumproducten heeft de stookolie wel het meeste de algemeene aandacht ge-
trokken in den laatsten tijd, vooral door de groote

beteekenis, welke deze vloeibare brandstof heeft ge-
kregen voor de werel’dscheepvaart.
De algemeene brandstofpositie ‘dwingt de reeders
wel tot ernstige beschouwing ‘van het olievraagstuk.
Uit ‘de on’dervolgende aanteekeningen zal echter wel
blijken, dat het oliestoken nog niet tot ongebreideld
enthusiasme aanleiding geeft, ‘al behoeven daarom de
voordeel’en van de vloeibare brandstof niet onder-
schat te worden.

‘Voor de scheepvaart zijn de volgende punten van
belang welke in steeds toenemende mate ‘de aandacht
vragen:

De olievoorraden, de olidbunkerstation’s, de olie-
productie-vooruitzichten, de olieprijzen, en, in ver-
ban’d met de voorgaande: het bepalen, voor elk

scheepstype afzonderlijk, of een inrichting ‘voor het
stoken van vloeibare ‘brandstof ‘dient te worden aan-
gebr acht.

Uit den aard ‘der zaak blijft ‘bij elk dezer punten
voortdurende vergelijking met de kolenposirtie ‘nood-
zakelijk.

Ieder heeft uit de talrijke ‘dagblad-, en tijdschrift-
artikëlen over -het tegenwoordig zooveel belangstel-
ling genietende stookolievraagstuk wel kunen op-

646

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

merken, dat voor deze speciale petroleumsoort Mexico
het belangrijkste productiegebied is.
Tot v66r korten tijd werd dé olierijkdom van Mexi-

co schier onbeperkt geacht. D.e productio was in

1919 tot een totale hoeveelheid ‘van’ 13 s 14 milioen
ton gestegen, ‘waarvan circa 86 pOt. werd uitgevoerd.
Waarschijnlijk moet ‘aan de poreuze bodemgesteld-
heid geweten worden, dat de meer vluchtige en lich-

tere bestanddeelen uit de Mexicaansche olie grooten-

deel’s zijn ontweken, waardoor de soortelijk zwaardere

en dikvloeib’are deelen zijn overgebleven, welke in ‘het
algemeen vooral voor het gebruik als vloeibare brandI

stof geschikt zijn.
Hieibij valt nog onderscheid te maken tusschen de
olie van de Zuidelijke-, en die van de Noordelijke
Mexicaansche velden. De eerste is veel’aft nog voldoen-

de vloeibaar, de laatste echter, uit de omgeving van

de Panucorivier, (waaraan de bekende olie-exportiha-
ven Tampico is gelegen,) is veelal zoo viscoos, .dat

niet zonder meer verwerkt kan worden, en ook aa
boord van zeeschepen niet nit de tanks kan worden
wgtgepompt door de pij,leidingen, filters, rverhitters,
enz., naar ‘de branders, welke in de fronten der vuur-

haarden van de ketels zijn aangebracht. Deze olie
moet •dan .00k eerst door v66rverhitting’ in de tanks
op ide hiertoe vereischte dunvloeibaarheid worden ge-

bracht.
De veelbesproken zoutwater-invasie in vële be-
langrijke oliebronnen in de Zuidelijke velden (het

Tepetate-Ohinampaclistrict), waardoor naar sehatting

Y
millioen ‘barrels
1)
potentiâalproductie (per dag)

verloren is gegaan, en waardoor verschillende maat-

schappijen in gr.00te moeilijkheden zijn gebracht bij
de uitvoering van hare leverin’gscontracten, heeft

eensdeels aan’ ‘het vertrouwen ,in de Mexicaansche
oliiemogelij’kheden den eersten ernstigen slag toege-bracht, en ‘heeft aan den anderen kant de waarschijn-‘

lijkheid vergroot, ‘dat in de toekomst veel meer dan tot
nog toe met het zware dikvloeiibare ‘product der

Noordelijke’ velden zal ‘moeten worden gewerkt.
Het mengen van de dikke olie met dunvloei’bare
oliesoorten als gasoline, zooals dit nog niet l’ang ge-

leden ‘veel geschiedde, levert wel is waar een goed

bruikbare stookolie, doch door de enorme prijsstijging
van de lichtere oliesoorten wordt het
m
engseil’ even-

eens te kostbaar om ‘als ketelbrandstof te kunnen

dienen;
Waar ‘bovendien zoowel de Stan’dard-Oil, als de
Koninklijke Shell-maatschappijen in overeenstemming
met het bovenstaande hebben aangekondigd, dat zij in hunne bunkerdepôts hoofdzakelijk de genoemde dikke
oliesoorten zullen opsaan voor levering aan zeesche-
pen, beteekent ,,oliestoken” onherroepelijk dat men

met het verwerken ‘

van dergelijke zeer viscose kwali-
teiten zal hebben rekening ‘te h.ouden. De hiervôôr genoemde’ technische ‘bezwaren, welke
daaraan zijn verbonden, zijn aan boord van oliesto-
kende stoomschepen ‘slechts ten koste van belangrijke
offers op te lossen. Behalve de gewonè pompen, ver-,
hitters, filters, branders, enz., welke voor het stoken
van olie noodig zijn, is mén nu bovendien gedwongen
voor de v66rverwarmin.g in de tanks vele kilometer-

lange pijpleidingen aan te leggen, hetzij voor stoom-
verwarming ter plaatse (in de tanks), dan wel voor de
oh’ecircuiatie in en uit en door de tanks en van
en n’aar de verhitters van vergroote capaciteit, welke
bij toepassing van ‘het circulatiesysteem ‘benoodigd
zijn.
Niet alleen kost ‘de verwarming van .de olie ‘in

1)
1
IJ.S.-barrel = 42 U.S.-gallons, terwijl
1
Eng. ton
ruwiweg gelijkgesteld kan, worden aan
7
barrels. (Dit
laatste verhoudin.gsgeta’l bedraagt ‘iets meer
of
minder naar mate het soortelijk gewicht van de’ olie kleiner, iesp. groo-
ter is.)
Eén enkele bron in ‘het betrokken gebied, de. bekende
,,Casiano
VII”,
heeft in totaal ongeveer
100
.’millioen bart
rels ‘geleverd sedert September
1910
toen deze well werd
geopendl

het gebruik veel stoom, dus biandstof, maar een aldus

aan alle eischen voldoende oliestookinstaliatie kost
in aanlegzooveel
i),
dat alles te zamen: rente, af-

schrijving, onderhoud, assurantie, enz., den ‘gebruiks-

prijs van elke tôn stookolie nog belangrijk boven de
tegenwoordig reeds aoo hoogen
koopprijs
der vloeibare

bradstof doet stijgen.
Wil men de aangegeven groote kosten ‘van een der-

gelijk verwarmingssysteem n’iet, maken, of althans be-

perken, dan moet men een der voordeelen van het

stokoliegebruik laten vervallen, ni. de mogelijkheid
van berging in den dubbelen bodem, en dus de ‘olie

alleen bunkeren in speciaal daarvoor gebouwde tanks,
welke zoo dioht mogelijk bij de ketels moeten zijn ge-

legen, zocdat met beperkte leidingen en verwar-
mings-serpentijne’n ‘de olie ‘daar kan ‘worden ver-

warm’d en verpompt.
Natuurlijk gaat ‘door dergelijke tanks een ‘belangrijk

deel der voor lading ‘beschikbare ruimte verloren.

Ook in verband met de moeilijhheden van het rei-
nigen der weinig toegankelijke dubbele-bodemtanks,

zooals bij reparaties nood’ig kan zijn, blijken aan het
o’liebunkeren in den dubbeleri bodem bezwaren te zijn
verbonden, welke mede de neiging verklaren tot het

uitsluitend gebruiken van ‘de dubbele bdemtanks

voor ballast- en ‘voediugwaterberging, en niet meer
‘voor het bunkeren van stookolie.

Bezwaren als de bovenvermelde, welke in de prac-
tijk zich steeds ‘bij het gebruik van vloeibare brand-

stof voordoen, in welke richting men ook de ‘beste

oplossing tracht te vinden, -toonen wel aan, dat aan
het gebruik van de om zoovele’ redenen Ihooggeroemde

stookolie verschillende consequenties zijn verbonden,
welke ernstig overwogen ‘moeten worden, voordat voor

een ‘bepaald schip tot oliestoken ivordt besloten. Daar-bij moeten zoowel’ het speciale scheepstype, de ouder-
dom; de snelheid, de ‘brandstofconsumptie, de aard

van de vaart, waarvoor het schip ‘bested is, enz. wor-

den beschouw’d.
Hoewel het overgaan tot oliestoken dus absoluut
niet als ,,unbeidingt” aanbevelenswaardig kan worden

beschouwd,
blijven
toch ongetwijfeld in ‘vele gevallen

niet onbiangrjke voordeelen bestaan, welke hieron-
der nog eens naar hunne
werkelijke
waarde zullen

worden nagegaan.
Stookolie geeft hij verbranding meer caiorieën per
gewichtseenheid dan kolen, en, om eenzelfde traject
af te leggen is dus minder brands’tofgewicht noodig
bij eenzelfde snelheid, waardoor theoretisch meer ge-
wicht voor lading ‘beschikbaar blijft. Zoolang echter
het aantal ‘ olie-bunkerstations veel minder talrijk

blijft dan het aantal kolenstations, moet een ‘oliesto-kende boot veelal voor een grooter traject hrandstod
medenemen, en het voordeel van de meerdere lading
valt ‘dan dus weg. Met kolen zou’de immers op een
tusschenhaven nog eens bijgebunkerd kunnen worden,
waardoor het schip nog meer draagvermogen voor
ladiig beschikbaar zou kunnen geven. Hiertegenover
staat- da’t het aanloopen van een extra-bunkerhaven
weer
tijdverlies
en plaatskosten kan beteekenen.
Wat het karakter der brandstof betreft, dient niet
vergeten te worden, dat de olie-bunkercapaciteit van
een’ schip steeds beperkt blijft tot de werkelijk hier-
vior ingerichte oliedichte tanks, welke steeds daar-
voor bestemd ‘blijven. De kolenbunkercapaciteit van’ een schip is daarentegen veelal practisch onbeperkt,
omdat kolen oo’k ‘buiten de permanente, en spare-
bunkers, bijv. in de ruimen of aan dek medegenomen
kunnen worden. – –
Een’ voprdeel van olie, zoowel van financieelen- als
van moreelen aard ligt in de personeelbesparing in
1)
Reeds voor een
2000
tons D.W.-vrachtschip bedragen
de totale ‘kosten ca.
f 100.000
(waarvan
f’25/30.000
voor
de eigehljke stookinrichting,
f 12.000
voor settlingtanks,

f
20.000
voor’ olieballastleidingen,
f
18.000
voor verwar-
ming, het overige voor diversen.) Voor een
4500
‘t. D.W.
ss. worden de totale kosten’ ca.
f 125.000,—
voor een
10.000
t. D.W. ss. ca
.
f 165.000,—.

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

647

de stokers- en tremmersfunctiën. Dit geldt natuurlijk

hoofdzakelijk voor groote en snelle schepen, welke ni
met een groote ketelbatterij zijn voorzien. Op een olie-

stokend schip kan vrij algemeen met drie stokers

worden volstaan (één op elke wacht, die alle bran-
ders bedient en de verdere gewone contrôle uit-
oefent).

Tremmers zijn geheel overbodig.

Afgezien van de andere motieven, is ook hieruit te
verklaren, dat de gedurende – de laatste jaren-in een

zoo geweldig tempo gehouwde Amerikaan.sche koop.
vaardijvloot vrijwel geheel voor oliestoken, ten deele

zelfs uitsluitend voor oliestoken, werd ingericht. Een
der grootste moeilijkheden schuilde in het verkrijgen
van het noodi.ge ‘bevaren, en technische personeel.

Het oliestoken overigens,

is ongetwijfeld gemak-
kelijker, dan het kolen stoken, doch het vereisc’ht juist
daardoor grootere toewijding van het personeel.

Wordt -niet met veel zorg druk, temperatuur -en lucht-toevoer geregeld, ‘dan zal een onvolledige verbranding

van de olie en te groot brandstofverbruik het gevolg
zijn, en door onregelmatige verhitting. -het ketelma-

teriaal veel meer te lijden hehben dan ‘bij kolenstoken.

Vooral bij slechte kolensoorten, of bij slechte trek.
king is het

bij kolen, stoken dikwijls -moeilijk de ge-
wensch

te stoomspanning, en daarmede het juiste ver.
mogen en: snelheid te ontwikkelen. En voordeel van
olie is ongetwijfeld, dat dit slechte stoomhouden
daarbij niet behoeft voor
te
komen, en de gewen-schte
snelheid zal dus beter kunnen worden behouden.

Helaas is tegenwoordig een der voornaamste ‘be-
drijfsinvioeden waarmede rekening gehouden -moet

worden bedrijfsstilstand. De talrijke stakingen ver-
minderen het aantal ar-beidsdagen per jaar, en in vele
bedrijven heeft een arbeidsdag bovendien niet meer
eenzelfde nuttig effect als een ,,pre-war” volle ar- –
beidsd’ag. –

Op de vaardagen van een schip heeft dit laatste
geen invloed, maar in een haven liggende voor laden,
lossen, bunkeren, of repareeren, wordt dit treurig
verschijilsel bij de scheepvaart in elke richting op
zeer ongunstige wijze ondervonden.
De tegenwoordige lange duur van het verblijf in de
havens maakt dat per jaar met eenzelfde beschik-
bare scheepsruimte veel minder lading kan worden
vervoerd dan voorheen.

Vooral ook in het scheepvaartbedj’jjf moet ‘daarom
met alle middelen gestreefd worden ‘naar tijdwinst
en naar uitschakeling van den kostbaren en tijdroo.
venden -handénarbeid.

Het oliestoken geeft in deze richting mogelijk-
heden, omdat de olie bnel aan boord gepompt kan
worden, zonder dat, zooals •bij kolenbunkeren, veelal
sjouwers en tremmers noodig zijn.
1)
In dit verband
bestaan ook voor olie gunstiger leveringsmogeljk.
heden dan bij kolen, omdat ‘bij de productie en het
transport van ‘de laatste- veel arbeidskracht, -tijd en
-kosten te pas komen, zoowel bij het loshakken van

de kolen in de mijngangen, het vervoer door de gan-
gen, en het opvoeren door de schacht, het laden
in wagons of lichters, 4als bij het transport naar de
bu-nkerh-aven, enz., enz. –

Een ieder, die onder leiding van ingenieurs en’
bedrijfsleiders kolenmijnen en eveneens olievelden

heeft bezocht, wordt wel overtuigd dat de oliewin-
ning, als een bron eenmaal in bedrijf is, op veel een-. voudiger wijze product levert en veel minder arbeid

1)
Een der laatste opgaven
uit
een vakblad:
,,At
a cer-
tain por.t the handli-og and bun-kering of coal in pre-wa-r
days worked Out a-t
9
d. per ton, whereas the correspon-
ding charges to-day are well over
2
sh. per ton.
,,Not only an increase in wages, but an intensjfjed indus-
trial fati-gue are responsible for this exeessive rate of
inerease in the coat of- handling. –
One of the essen-tial conditions of the effective applica-
tion of fuel oil to industry is to cut down the amount
of manual labour to an absolute minimum,”

en kosten eischt, dan ooit bij de kolen.winning moge-
lijk is.

Op vele terreinen bevindt zich boven de olie een

gasmassa, welke de olie door de boorbuizen naar de
oppervlakte perst. Naar-mate de olie aan de well

wordt ontnomen, en ‘het gas zich heeft kunnen uit-
zetten en ten deele is ontweken, zal de gasdru-k af-
nemen en op den duur -niet meer voldoende krachtig

zijn om de olie omhoog te persen. Nadat de productie

van de bron al-dus geleidelijk ‘minder is geworden,

zal de olie dan ver-der omhoog gepompt moeten wor-

den, totdat ten slotte ‘de voorraad uitgeput ‘-zal zijn.
Een der eigenaar-digheden van de juist voor stook.
olie zoo belangrijke Mexicaansche velden, voortvloei-
ende -uit de vroeger reed-s vermelde poreuze bodem.

gesteldheid, is -dat -die geleidelijk in druk afnemende
gasm-assa veelal ontbreekt.

De olie wordt daar door den ‘druk van het zoute
water in deze tereinen omhoog gedreven met gewel.

dige kr-acht, en i-n hoeveelheden per ‘bron, als op
andere bekende olievelden nimmer werd ondervonden.

Na het aanboren van de oliehou-dende gesteenten
wordt -dan ook het enorme productievermogen per
dag (de z.-g.n. potentiaalproductie) door gedeeltelijke
afsluiting beperkt en onder contrôle gehouden.

Deze plaatselijke, gesteldheid brengt echter ook

mede, -dat de potentieele productie niet -als op -andere
velden met den gasdruk geleidelijk afneemt, doch dat
de olievoorraad welke in zoo krachtig tempo -boven
den -grond werd gebracht soms plotseling uitgeput
blijkt te zijn, en dat dan het zoute water zelf daarvoor
in de plaats treedt.

Het reeds vermelde -alar-meerende ge

beuren in de
Tepetate-

Ohinampa-velden, welke tot voor -korten tijd
een zoo rijke olieproductie leverden, de zoutwater-

invasie in de -meeste bronnen vân datzelfde terrein,
vindt hiermede eveneens zijne verklaring. – –

Tevens blijkt hieruit hoe de oliewinning, veel meer
dan ooit met de kolenwinning -het, geval is, een uiter-
mate speculatief bedrijf bljft

Een oliemaatschappij, welke misschien de krachtigst p-roduceerende bron in een dergelijk veld bezit, zoude
immers op deze wijze plotseling geruineerd kunnen
zijn.

Daarom is vooral in het oliebedrijf het bestaan van
zeer groots kapitaalkrachtige ondernemingen zeker

te rechtvaardigen, opdat dergelijke risico’s zonder
gevaar geloopen kunnen worden. – –

Een maatschappij als de Konink-ljke-Shelicombi-
natie, welke zoowel hare belangen ‘heeft in Mexico,
(,,Ooron’a”, en sedert kort de ,,Mexica-n Eagle”), als

in Noord-Amerika, in Trinidad, en Venezuela, in
Rusland, Roemenië, Indië, enz. enz., kan natuurlijk, – zonder ten onder te g-aan, plaatselijk kwade tij-den
doorma

ken. –

Van het -standpunt der consumenten (wat het arti-
kel stookolie betreft dus vooral de scheepvaartm-aat.
scha-ppijen,) bezien, blijft het bezwaar echter bestaan

dat -de wereldproductie – van een zoo belangrijke
brandstof in han-den is, in hoofdzaak van een tweetal

dergelijke oppermachtige maatschappijen en d-at daar-
door praktisch geen prj-smatigen-de invloed door
krachtige concurrentie wordt uitgeoefend op dit
artikel.

W. B. K. VERSTER.

DE INTERNATIONALE ZEELIEDENCOIqFE

RENTIE TE GENUA.
Weinig dacht ik, toen ik mijn vorig artikel schreef,
Elat’de afloop van de conferentie ten opzichte van het roo1.n,aamste punt, de regeling van den arbeidsduur,

cou zijn zooals nu is gebleken. De confeientie is den tOden Juli onverrièhterzake uiteen gegaan, omdat de

inhandel-de ‘ – de. vereischte
neer derheid -heeft kunnen verkrijgen! Het reglement
chrijft voor de definitieve vaststelling van een con-‘

ientie een meerderheid van twee derde der uitge-

648

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli
1920

El

brachte stemrnn voor cii het ontwerp heeft slecht
48 stemmen weten te verwerven, bij 25 stemmen tegen.

Indien nog één enkele van de aauezi’gen tot voor-
stemmen bekeerd ware, dan zou de internationale
conventie wettig zijn aangenomen en een besluit van

eer ver gaande beteekenis zijn genomen; .nu is er
niets gebeurd en is de tijd en arbeid van zoo’vele

hdnderden mannen, bijna vier weken lang aan deze

conferentie gewijd, .grootendeels tevergeefs geweest.
Het loont stellig de moeite eens na te gaan, ‘hoe dat
zoo is gekomen en welke ‘gevolgen deze ‘afloop met

zich ‘kan slepen.
“De bestudeering van het eerste punt der agenda,
de beperking van den arbeidsduur,’ werd door de con-

ferentie in de eerste week van haar zitting opgedra-‘

gen aan een commissie van 30 leden, 10 uit iedere

groep
regeer
ings
aSgevaardigden, reeders en arbeider’s.

In deze commissie hadden de navolgende landen zit-ting met het achter ieder land vermelde aantal zetels;
Engeland (3), Frankrijk (3), Italië (3), Japan (3),

Nederland (3), Noorwegen (3), Indië (2), Zweden
(2), Denemarken (2), Canada (2), Duitschland (1),

Spanje (1), Griekenland (1), Australië (1). De Brit-

•sche
regeer
i
ngsver
tegenwoordigel, Mr. Hipwood, werd

.tot voorzitter, tevens rapporteur, gekozen. In handen

-van deze commissie werd het voor-ontwerp voor een

conventie gesteld, dat’door ‘het Intern. Arbeidbureau
was samengesteld. Dit ontwerp had zich voornamelijk

naar de bestaande Fran’sche wet op den achturehdag
gericht en vond terstond heftige bestrijding. Eenige
zittingen gingen reeds ‘heen met discussies over de

vraag of het ontwerp een geschikte basis voor de
besprekingen was. Met een kleine meerderheid werd

het evenwel als, zoodanig aanvaard.

Daarna ‘kon het eerste artikel in bespreking ‘komen,
waarin een arbeidsduur van 8 uur per dag of 48 uur

per week als een beginsel was neergelegd. Hier kwam
een der tegenstellingen, in mijn vorig artikel geschetst,

in vollen omvang naar voren. De Franschen en hun
aanhang vonden niets natuurlijker dan met de voor-
opstelling van dit beginsel te beginnen en daarna de
praktische toepassing verder te ‘bespreken. De Engel-
schen en met hen vele anderen achtten het artikel

in hooge mate gevaarlijk, ‘omdat ‘zij zich gebonden

wanen, wanneer het beginsel eenmaal is aanvaard. De
knoop is hier door den Nederlandschen reedersafge-

vaardigde, den ‘heer Nij’gh, doorgehakt, die een amen-
dement indiende en zag aannemen, waarbij in art. 1
aan het principe werd toegevoegd: ,,onderworpen aan

de voorschriften en uitzonderingen neergelegd in de

volgende artikelen.” Dat was waarlijk het ei van
Columbus, dat het aan alle partijen mogelijk maakte

het artikel te aanvaarden. Dit is dan ook het eenige

amendement geweest, dat met
algemeene
stemmen is

aangenomen. De strijd echter wer.d er slechts door

verschoven.
Veel verder is de commissie dan ook aanvankelijk
niet gekomen. De En’gel’sche zeelieden dienden een
amendement in om den 44-urigen werkweek in de
haven vast te leggen en om overigens aan de wette-

lijke regelingen van ieder land over te laten, binnen

het kader van een 8-urigen werkdag en 48-urige werk-
week, den arbeidsduur voor de zeelieden te regelen.
Dit amendement werd afgestemd met 14-16 stem-

men, in anderen vorm weder ingediend en een einde-
loöze’ discussie volgde, die partijen meer van elkaar
verwijderde, dan hen nader tot elkaar bracht.

In een zeer bewogen zitting heeft toen de ,,zeelie-
den’konin:g”, de Engelschman Havelock Wilson, de
positie, die ontstaan was, uitvoerig uiteengezet en een

krachtig beroep gedaan op een tegemoetkomende hou-

ding ‘van de zijde der reeders. Toen ook in deze zitting
geen toenadering bereikt scheen te kunnen worden,
heeft de secretaris-generaal, de heer Albert Thomas,

voorgesteld een sub-commissie van 6 leden te benoe-
men, daar een vergelijk daar eerder te verwachten

zou zijn. In deze commissie kregen Engeland en

Frankrijk van regeeringswege zitting, Engeland en

Denemarken van reeder’szijde en Engeland en Austra-
lië. voor de zeelieden. Een overwegend Engelsche

invloed dus en – een
‘v
e
r
tegenwoordiging van de

uiterste elementen .onder reeders en zeelieden.

Met groote spanning werd dus ook uitgezien naar

de resultaten van zulk een commissie. Eigenaardig

was de werkwijze ‘zeker.. Onmiddellijk na haar benoe-
ming kwam de commissie bijeen en ontving terstond

van den Engelschen
r
egee
r
ingsafgevaar’digde een

afgerond ‘voorstel! Is het wonder, dat er van een ver-
tooning, van een doorgestolken kaart werd gesproken?

Evenwel, ,z66 vlot als de ‘heeren misschien wel gewild

hadden, ging het niet. Ook in de sub-commissie is hevig,
gestreden, ‘hetgeen wel ‘hieruit blijkt, dat slechts op

enkele punten overeenstemming werd bereikt, op

andere punten gestemd werd met als resultaat 4 tegen

2, 3 tegen 3 en zelfs 3-2-1 stem.

Met deze resultaten kwam de sub-commissie voor

de commissie van 30 en nu ‘volgde een regen van

amendementen en bede reeksen stemmingen, zoodat
men ‘ten slotte tot een conventie kwam, waarin heel
wat was gesc,hi.pperd en die weinigen geheel bevre-

di’gde.
De zakelijke inhoud ‘van de voornaamste dertien

aan de conferentie voorgestelde artikelen was:
Art. 1. Ac,hturige werkdag, 48-urige werkweek, of

evenredige arbeidsduur over een langer tijdvak voor

alle opvarenden van alle naties en rassen, behalve de
kapiteins en officieren met toezicht belast en niet bij

de wacht ingedeeld.

Art. 2. Driswachten-stelsel voor dek- en machine-
karnerpersoneel voor schepen boven 2000 ton, uiterlijk
een jaar na ratificatie der conventie in te voeren.

Op zee 48-urige werkweek met verplichting
boven-

dien den Zondag door te werken, waarvoor 6f vergoe-

ding in geld gegeven ‘zou moeten worden, 6f een vrije
dag in de haven, tenzij de bemanning in de verhouding

1 : 6 zou worden uitgebreid, zoodat den zevenden dag
gewerkt kan worden zonder de 48 uren te overschrij-

den.
Oierwerk, in het bij’zonder op den ‘dag van vertrek
en aankomst, mag 14 uur per week of 60 uur per

maand niet overschrijden. Overwerk te vergoeden in

geld of in vrijen tijd. In de haven zou 45 uur per week gewerkt worden.
Art. 7. De regeling van den arbeidsduur moet in

de monsterrol worden iopgenomen.

Dit was het ontwerp zooals het eindelijk en ten

laatste den 6den Juli in .de conferentie kwam. Terwijl
Mr. Hipwood, als rapporteur, de voorstellen verde-
digde, nam ‘zijn collega, de andere gedelegeerde, der
.Engel.sche regeering, Sir Montague Barlow, bij de
béhandeling vrijwel de leiding. In een uitvoerige rede
zette hij allereerst uiteen, dat zijn collega en hij
vol-

gens bepaalde opdracht
handelden en diende vervol-

gens amendementen op art. 2 in, er den nadruk op-

leggend, dat hij bij ‘verwerping van deze amendemen-

ten
tegen
de conventie zou moeten stemmen. Hier lag
de kiem voor de ontbinding der conferentie. Zijn rede maakte dan ook grooten indruk.

Een ander punt van het grootste gewicht uit de

mond van een zôo gezaghebbend man als Sir Montague
Barlow, ‘temeer echter waar ‘hij zoo uitdrukkelijk ver-
klaarde in opdracht van zijn regeering te spreken,

was zijn uiteenzetting, dat de conferentie van

Washington
geen
besluiten heeft kunnen nemen ten

opzichte ‘van zeelieden of bindend voor de Genua-con-

ferentie, omdat de regeling der zeevaart uitdrukkelijk
en met vooabedachten rade van de agenda voor

Washington was verwijderd gehouden.

De’ bedoelde amendementen hadden geen andere
strekking dan de voorstellen door Mr. Hipwood in de sub-commissie ingediend wèder in de conventie in te

vlechten en gingen uit van de volgende regeling van
den arbeidsduur: machineka’merpersoueel 48 uur, dek.

28 Juli 1920

ECONOMÏSCH-STATISTISCHE BERICHTEN

649

perzeneel’ 56 uur, stewards en koks 70 uur per week

en in cie haven 48 uur voor allen.
Het lot der conferentie was ‘nu feitelijk beslist.

Het was niet te verwonderen, dat deze voorstellen, die
noch in de sub-commissie, noch in do commissie-van-
dertig een meerderheid hadden kunnen verwerven,
zelfs in den vorm, waarin zij nu werden ingediend,
wrden afgestemd. En hiermede was de.houding van

‘de Engelsche regeering tegenover de conventie be-

paald. Zelfs zonder den moreelen invloed te tellen door
haar ‘houding op andere gedelegeerden geoefend,

bleken hare stemmen alleen reeds voldoende om te

beletten, dat de conventie bij ‘de eindstemming de ver-

eisohte ‘meerderheid verwierf, zooals in den aanvang

is geschetst. Onder de 48 voorstemmers waren slechts
drie reeders, de Fransche, (de Nederlandsc.he en de
Ar,gentijnsche; onder de tegenstemmers de regeerings-
afgevaardigden van Engeland, Japan, Noorwegen,

Zweden, Denemarken, Spanje en Portugal.

Hiermede was ‘het spel ten einde Wat zullen de
gevolgen zijn? Zal dè Internationale Zeelieden Fede-
ratie door het machtsrniddel van staking trachten te
bereiken, wat haar langs den weg van internationaal

overleg ontgaan is? Wie zal het zeggen? Zeker is
echter, dat zij dan een sterke macht tegenover zich

zou vinden, nu de Engelsche en andere regeeringen
zich duidelijk hebben uitgesproken haar eischen niet
te willen aanvaarden.
Ongetwijfeld zullen er zijn, die ‘zullen betoogen, dat
nu ‘Genua geen resultaten heeft gehad, Washington
uok op de ‘zee’vaart van toepassing zal zijn. Ook hier

echter zal het eenmaal vastgestelde boven omschreven
standpunt van het Britsche gouvernement een vol-
doend sterke hinderpaal zijn om met zulk een ‘betoog praktisch eenig succes te ‘behalen. • Zal het Internationale-Arbeidsbureau de zaak er ‘bij
laten liggen? Het komt mij weinig waarschijniijk
voor. Wellicht du’s zal een nieuwe Internationale Zee-
liedenconferentie volgen of ‘het onderwerp op de

agenda voor de volgende Arbeidsconferentie worden
geplaatst.

Inmiddels zullen de Jand’sregeeringen hier en daar
wel niet stilzitten. De debatten van Genua, de daar
aan ‘t licht gekomen denkbeelden zijn dankbaar
studiem’at’eriaal en menig gouvernement zal met
Genua, hoezeer dan ‘ook mislukt, tot richtsnoer, een
wettelijke regeling ontwerpen. Zoo denk ik mij ‘althans

de. houding van de N’ederlandsche regeerin.g. Wan-
neer ‘het echter dien kant opgaat is het zaak goed te
overwegen dat, nu internationale regeling uitblijft,
de concurrentie op de wereldnarkt eischen stelt z66
klemmend, dat deze ‘bij do vraag, of nationaal wette-
lijke regeling mogelijk is, ‘van doorslaand gewicht
moeten zijn.

Engeland ‘heeft zich niet willen binden. Ik geloof,
dat de afwèzigheid van de Vereenigde Staten, die dus
in ieder geval vrij zouden blijven, Engeland’s houding
stellig ‘heeft beïnvloed. Ook de derde maritieme
mogendheid ter wereld, Japan, heeft zich tegen de
voorgestelde regeling izitgesproken. En zou dan de
vierde ôp de ranglijst, Nederland, zonder zichzelf te
bedreigen, alleen verder ‘kunnen gaan? Mij’ dunkt de
vraag stellen, is haar beantwoorden.

Er is een phase van groot belang achter den rug,

maar .de zaak zelf is daarmede niet van de baan en al
wat te Genua gezegd en gedaan is, ‘zal zijn invloed

blijvend doen gelden op de verdere ontwikkeling der
verhoudingen. Nu nog meer dan toen i’k mijn eerste
artikel schreef, klemt dus mijn betoog; niet in de cli-
recte resultaten, doch in den indirecten invloed
schuilt de grootste beteekenis van de Internationale
Zeeliedenconferentje te Genua.
Mr. JAN NOLEN.

DE 1NTEENA’TIONALE POST-, TELEGRAAF-

‘EN TELEFOONCONFERENTIE TE P4.RIJS.
Op uitoodiging van’ de Fransche Regeering zijn
den 7en Juli j.l. te Parijs bijeengekomen vrtegen-

woordigers’ van de meeste Europeesche-Staten ter .be-,
spreking van de gebreken, welke thans ‘het Euro-

peesch’e post-, telegraaf- en telefoonverkeer aankleven.
Op deze conferentie, waartoe het initiatief is uitge-

gaan van den Oonseil Suprême Economique van den
Vol’kenjbond en waaraan ook door Nederland is deel-

genomen, is allereerst ‘de aandacht gevestigd op de

algemeene oorzaken van het ‘nog toe gebrekkige post-

verkeer t.w. ‘de beperkte treinendienst, mede als gevolg
van den kolenno’od, en de vele moeilijkheden, die ‘de
douane-bepalingen aan een vlug verkeer in den weg

leggen. Het behoeft dan ook geen verwondering te
wekken, Idat de deskundigen op postaal gebied
alge-
meen
van meening iwaren, dat ‘het absoluut noodig was
‘ er
bij
de verschillende Regeeringen op aan te dringen

om de douane-formaliteiten tot een’ minimum te be-
perkeu.

Als bijzondere oorzaak van het gebrekkige postver-

keer werd vooral de aandacht gevestigd op de groote

moeilijkheden, die – ‘vooral in Oost-Europa – wor-
den ondervonden van de nog ‘niet in allen .deele tot
klaarheid’ gebrachte veihoudin.gen tusschen de nieuwe
staten.

Het laat zich aanzien, dat, waar algemeen de groote
beteekenis van de hervattin.g van het internationale’

verkeer werd erkend en men van alle zijden bereid
bleek tot medewerking, binnen afzienbaren tijd de

groote internationale overlandpostverbindingen met
Praag en via Weenen of via Turjn-Laibach met den
Balkan zullen worden hersteld.

Ook aan het herstel der vroegere postverb’indingen

met Noord-Europa werd de noodige aandacht ge-
t
schenken.

Op telegraaf- en telefoongebied werd ‘allereerst

nagegaan, wat zou zijn te’ verrichten tot herstel van
de vroegere internationale verbindingen; daarna werd

‘onderzocht van welke verbindingen daarenboven de
‘aanleg moest worden ‘bevorderd. Voor zoover het hier-
bij ging om ‘verbindingen, waarbij slechts enkele lan-
-“den zijn betrokken, werden in klein comité de noodïge
besprekingen gevoerd. Wat Nederland betreft, werd uitera’ard aandacht geschonken aan de verbindingen
‘met ‘de omliggèn’de landen, met Frankrijk en met
Scandinavië.

‘Besloten werd de aandacht van de particuliere
kabelmaatschappijen te vestigen op hunne verplic’htin-

en inzake de volgorde, waarin telegrammen moeten
worden doorgeseind.

Ter conferentie werd voorts behandeld en vastge-
steld een ontwerp-conventie tot regeling van het’
• draadlooze telegraafverkeer tussohen de Europeesche
Staten. In dit ontwerp wor’dt uitgegaan van de ge-

dachte, dat de dra’adlooze telegrafie is te beschouwen
als eene u’itbrei’din van de gewone telegrafie, dérhalve
als eene aanvulling, indien ‘de capaciteit der gewone telegraafverbindingen niet toereikend is om het ver-
keer te kunnen verwerken. Een -voorstel, om in die-

zelfde conventie bepaalde regelen te stellen inzake
,de in het Europeesch verkeer te bezigen golfleng’ten,
kon geen algemeene goedkeuring krijgen ‘en werd
diensvol’gens ingetrokken.

I
.
Ook de luchtpos’td’ien’st maakte een onderwerp van bespreking uit, waarbij bleek, d’a’t door verscheidene
postadministratiën het groot’e nut werd ingezien van
het nemen van proeven met deze nieuwe wijze van
brievenver’voer.

Ofschoon ter conferentie door de verschillende ge-
delegeerden (deskundigén op het gebied der posterijen
‘en telegrafie) geen bi
n
d
en
d
e
toezeggingen konden
worden gedaan en het hers’tel der verbindingen in
enkèle Staten zelfs afhankelijk bleak van de verstrek-

king van crediet en van materialen, ‘heeft de confe-
rentie er toch ongetwijfeld toe bijgedragen, dat het
contact tusschen de pos’t- en telegra’afadministratiën
is hersteld en dat de persoonlijke kennismaking is be-
vorderd. Hèt spreekt wel vanzelf, dat ‘hiertoe niet

650

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

weinig bij droeg het feit, dat de conferentie een, zake-
lijk en geen politiek karakter droeg. Daardoor bestond

er ook gelegerilheid om -van gddachten ‘te wisselen aan-

gaande de feitelijke oorzaken van de verslechtering op
post-, telegraaf- en telefoongebied. En daarbij bleek,

dat deze verkeersmiddelen
i’er gen’s zoo
goed werken

als v66r den oorlog.

Voor de posterijen wordt de minder goede func-

tionneering in hoofd’zaak toegeschreven aan de ver-

mindering van het aantal’spoor- en lbootverbindingen,

zoomde aan gebrek aan geoefend peisoneel.

Wat de telegrafie en telefonie betreft, wordt –

althans in West-Europa – ‘in elk land gklaagd over

de zeer sterke overbelasting der lijnen en kantoren,

eene overbelasting zbô groot, dat men er ondanks

voortdurende uitbreiding’ niet in slaagt om haar het’

hoofd te bieden. In hoofdzaak wordt deze overbelas-
ting toegeschreven aan dezelfde oorzaken, die ‘daar-

voor hier te lande zijn geconstateerd, ni.:

1
0
. de abnormale economische toestanden met

sterke fluctuaties in de prijzen van materialen en in
de grootte der arheidsloonen, waardoor de handelaren
en industrieelen veel meer ‘telegrafeeren en telefonee-

tjen dan vroeger;

2
0
. de schommelingen in den stand der valuta met

daaruit voortvloeiede speculaties, die vrijwel uitslui-

tend per telegraaf en telefoon worden afgedaan.
Ten slotte kan nog worden medegedeeld, dat ter con-

ferentie de wenscheljkheid werd erkend om telkens

wanneer daartoe aanleiding wordt gevonden, buiten de

officieele conferenties van de internationale post-

unie om, ‘bijeenkomsten te beleggen in den zin van de
hier besprokene ter behandeling -van vraagstukken op

het gebied van het verkeerswezen.
E P. WESTERVELO.

DE STRIJD TEGEN DEN MAKELAAR IN

ASSURANTIEN.

Het is een uiterst opvallend ‘verschijnsel, dat de

laatste maanden in allerlei hoeken van de wereld;’
vnijrwel gelijktijdig en toch klaaibljkeljk gakeel’

onafhankelijk -van &]eaar, aanvallen worden gedaan’

op de positie (van den ,,ma’kelaar in assurantiën”. Om
slechts eenige van de meeste recente aanvallen te,

noemen: in .Aimoriika ‘heeft de
Natior&al ,Association

of I’nsurance Agents
een actie ingeleid tegen wat zij’
noemen de„aanm’atigin’g” der brokers; het zeer up to

date geredigeerde Duitsdhe
V’ersicherungs Zeitschrif t

van
Wallma.n
verscheen dezer dagen met een gedegen

artikel over de ,,misstanden”, die door den Versiche-
rungs-Ma’kler in het leven worden geroepen; de

hoofdredacteur ‘van de Nederiandsche
Verze1erings-

bode
schreef een fulm.i’neerend artikel tegen ‘de make–
laar.d’ij in ons lamd, daarbij speciaal. de aanidadh’t ‘vesti-
gend op het pro.visie-geknôei veler kantoren en de
nadeelen déaiwan ‘voor de vaste agenten-organisetie.s
der ver,zekeriugsinstellin,gen.

Men moet wel
begrijpen,
dat deze aanvallen zidh
niet alléén richten tot wat wij hier in ons land in meer
engerdn zin onder makelaars ‘verstaan, dat is de ‘bij de
we t erkende (en neutraal bedoelde) tusschenper.soon
tussoken verzekerde en verzekeraar, maar evenzeer, en
in gelijke mate, tegen alles wat, zonder officieel maike-
]aar te zijn, zich als assurantiebezorger ‘in het groot
opwe,r.pt, onder we]iken schoon klin’kenden titel (dan
ook. Het gaat dus tegen al die kantoren, die zich als
assurantie-warenhuizen aandienen, en die het publiek
in do meest verschillende iranches van adv’ies nullen
dienen en die men in de praktijk – vaék ten onrechte
– meestal al’s ,,makelaai’s”-k’antoi’en beti’telt.

Wat nu misdeed deze makelaar, ‘dat ‘hij aan zulk een
algemeenen aanval bloot staat? Een oppervlakkig op-
merker is geneigd om te zeggen: zijn misdaad is dat
h’et hem te goed gaat. Inderdaad toch nemen de zaken van iden makelaar, en parallel ‘daarmee zijn i’ruvloed,
zienderoogen toe. Een bewijis van dien voorspoed

levert ‘bijvooiibe’ailcl de ‘omzetting ‘van het assurantie.

kantoor
F. A. Sorel in Amsterdam in een naamlooze –

vennootschap, de
Algemeene Verzekerings Unie,
welker aandeelen inderdaad aan het publiek werden

gepresenteerd oeder het motief, dat de toenemende

omvang van zaken een ‘breedere basis van het bedrijf
‘noodig maakte.

Dit A’msterdamsehe feit staat.trouwens niet op

zidhzelf. Duitsche voorbeelden liggen -voor het grijpen.

De makelaardij in assurantiën, nog voor’ ‘kért een

vrijwel alleen in Ham’bur,g machtig bedrijf, slaat haar
tenten in steeds ‘meer steden op. Een der laatste ver-

schijningen buiten Hamburg ontstond in Berlijn, ook

in den ‘vorm van ‘een naaznlooze vennootschap: de

‘Ortis, A. G. für Versicherungswesen.
Het heeft er

dus “wel wat ivan alsof men thans overal den weg

inslaat, die voert haar een steeds
stijgenden
invloed
van het makelaarsgilde, een weg, dien .men reeds vroe-‘

ger in Fran’krjk een ‘heel eind aflegde.

Voor
t
wie echter verder ziet dan de op’perlakte

blijkt het al ‘heel spoedig, ‘dat de reden ‘van het mis-noegen van velen tegen,dé makelaardij in assurantiën

een veel dieper gaande oorzaak heeft -dan een eenvou-

dige bi;oodnijd 5f afgunst op den voorspoed der assu-
ran’tiebezorgers. In’deiidaad botsen hier een ‘tweetal

verschillende categorieën, namelijk makelaars en ver-

zekeraars, wier belangen uiteenloope’n en heeft hier

een economische veldslag plaats, d’ie zeker in broeder

kringen ‘belangstelling ‘verdient. ‘Het ‘algemeen ‘maat-
schappelijk belang ‘is -thans rzéézeer bij assurantiezaken
betrokken, dat deze strijd ten slotte n’iet igoheelbuiten

het publiek om beslecht zal kunnen worden.’

In ‘het volgende zal speciaal over dien strijd van
maikelaar en verzekeraar worden ‘gesproken. Buiten

beschouwing blijft ‘dus de andere istrijd, dien ‘de oudere
makelaars vooral bebben te voeren, dat is de strijd
tegen ,,Neujbildu.n’gen” van allerlei aard, waar:bij hun

gevaarlijkste concurrent wellicht te zoeken is in

het bankbedrijf. Men ‘z;iet toch meer en meer, dat de
groots bmilken éen aasur.antie-afdeeling openen en al
krijgt men wel eens den indiuk,,dat men ‘dat min of
‘meer aarzelend doet en het assurantiebedrijf geheel

als nevenïbedrjfbeseiouwt, toch weet men deze afdee-
ling, ten ‘koste dikwijls van de oude makelaardij, tot

een steeds toenemenden bloei te brengen. In den strijd
tsseJhen ‘makelaar ‘en ‘verzekeraar -veroorzaakt dit ‘ver
schij’dsel echter geen integreerend verschil. Hoogstens
een verplaatsing van ‘het terrein ‘van den strijd.

V’öor een ‘goed begrip van dezen strijd tusschen
makelaar ‘en -‘verzekeraar moet men wel in het oog
houden, hoe en waar de makelaardij in assurantiën

ontstond. Ongetwijfeld is’ het ontstaan te zoeken in
de ‘zeaiha’venplaatsau, en ‘bloeien ‘doet deze ‘branche nog
steeds ‘bij voorkeur in steden waar de zeeverzekerinig
een ruime plaats inneemt, hier te laude dus A’mster-

‘dam en Rotterdam.

De reden daarvan is gemakkelijk aan te geven. ‘De

zeevertekeniugok, of liever imeer algemeen de trans-
portverzekering, ‘stelt inderdaad bijzondere eisc,hen.
Welke e’isch’en ‘dit zijn, kan men meer in detail lezen

in ‘de heldere
Voorlezingen ovei Zee-assuran,tie
van

Mr. van
Wulfften
Paithe.
In het koit kan men dit er

vn zeggen: cle koopman voelt de ‘transportiver’zeke-

ring geheel als eên neveezaak, waaraan hij niiot ge-
neigd is, veel ‘van zijn ‘tij,d ‘en aandacht te besteden.
Het dekken van de weel voorkomende ‘zeer groote
risico’s, die meestal zéér vlug fgedekt moeten worden,

ei’scht een- speciale organisatie, die zich meestal ver
buiten de grenzen ‘van het eigen land u.itstrekt. De
veelheid ‘van ‘voorwaarden, van wettelijke regehnge’n, ei.scht zeor degelijke speciale- kennis, en als ‘de koop-
man zelf deze n’iet hoeft: speciaal ervaren personn

om ‘hem ‘voor te lichten.

Van makelaarsz,ijde stelt men ‘het nu gaarne z66
voor, dat reeds voor het tot stand komen ‘van de

verzekeringen in de transport-branche de maikelaar
niet ‘te missen is. Echter vrees ik, dat in ‘het afsluiten
niet ‘het’ sterkste argument ligt, ‘dat ‘de makelaar kan

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

651

aanvoeren om zijn onmisbaariieid aan te teonen. De
makelaar redeneer.t meestal aldus: ihet is voor den
koopman of groot-industrieel te bezwaarlijk cm ut

alle versdhillende assurantiemaatschappijen een ge-
schikte -keus te •doen, omdat de indiv.idueele maat-
-schappij-poli.ssen te weinig uniform zijn, dus zal hij

verkiezen om zijn ervaren makelaar deze zaken •in

handen te geven. Inmiddels sluit de makelaar, dit zij
hier -teeds terstond opgémer.kt, in hoofdzaak op de
(wel uniforme) beurspolis.

Daaruit vloeit edhter mijns i
nz
i
ens
geenszins de
onmisbaar.heid van de ‘makelaardij voort. Immers men

zou zich tQeh evengoed kunnen denken, dat de verze-
kering.zoekenide koojman zich direct tot de assurantie-

maatschappij of diens vertegenwoordiger wendt, met
voorbij-gaan dus van den- thans gebruikelijken tus-
schenpersoon. Men mag ‘toeh aannemen, dat in het
algemeen de assurantiemaatsohappij-en evengoed de
belangen van hun
verzekerden.
zullen behartigen, als
men hen die taak oplegde, als thans de makelaar

dit doen en ‘bijvoorbeeld ook, bij gebleken aandranig

van de zijde van het vertzekeringzoekende publiek,
evengoed zelf tot een uniforme beur.spol-is waren ge-
komen. Anders toch zou men moeten -onderstellen, dat
do leiders dier maatschappijen desociale taak der ver-

zekering âl héél slecht begrepen, als men moest aan-
nemen, dat deze alléén maar aan ziehzel’ven dachten.
Trouwens het argument van dè -makelaars, dat men
zich dan met handen en voeten zou overlever-en aan
de maatschappijen, kan door dezen dir.ect worden om-

gekeerd: nu leveren de verzekeringzoekenden zich
met handen en voeten over aan hun makelaars. Ook

cle rmaikelaarebedrijven zijn lang niet uniform, -Mr.
Palthe izelf merkt toch op, idat ieder makelaar zijn
eigen clausules heeft, waarmede men onderling heftig
concurreert. Als de koopmch geen igelegenhcid heeft
-om in elk ‘geval cle voorwaarden van een maatschappij

te bestudeeren, heeft hij dit evenmin cm de diverse
clausulen der makelaars aan nauwgezette studie te
onderwerpen. Verzekeringijs en blijft eén kwestie van
vertrouwen en ‘het is niet in te zien, waarom make-
laars dit vertrouwen . priori meer zou’den verdienen
dn cle verzekeraars zelf.
Wil men daarom de onmisbaariheid van den make-
laar in de transportverzekerin,.g aantoonen, idan denik

ik ‘veel liever san een ander punt, .dat is de’ regeling
van cle sohaidegevallen. Hier heeft de koopman – zie
het iveiik fvan Mr; Paithe – ontegenizeglijk de hulp
en den steun ‘van een ervaren assuradeur noodig, -die

voor hem handelt met den ‘verzekeraar, ‘vooral -in
twijfelachtige gevallen. Dan onderschrijf ik de woor-
den van Mi. Paltbe
1)
‘tea volle: ,,-da’n, vervult de
makelaar .de rol ‘van a1divocaat en van zijn gezag bij
assuradeuren en ‘zijn pleidooi. en overredingskracht
hangt ‘af, of ‘hij assura,deuren -to-t vergoeding der
schadegeheel of ten dieele kan ‘bewegen.” –

Mâér …. .clan is ‘de makelaar dus ‘de antagonist
van de ‘verzekerin,gsmaats&happjj, immer.s dan treedl
hij ‘véôr den iet’,zeker-de en al-s het noo’d’i,g is,
tegen
de
maatschappij op. Is (bet nu zoo onbegrijpelijk, dat de
maatsdha’ppijon zich trachten ‘te ‘verzetten tegen-den dwazen toestand, dat zij, aan ideze zelfde,
tegen
hen
optredande personen, het afsluiten van posten moeten
overlaten, en hen zelf’s ‘voor dat afsluiten een provisie
‘toe moeten kennen! Zelfs Mr. Palthe noemt •dit
2)

,,ei’genaardig”.

In d-e trensporbverzekering hebben echterdeze
eigenaard-ige toestanden nu eenmaal ‘burgerrecht ‘ver-
kregen en daar in het algemeen de oude, erkende
makelaarsfirrna’s een ‘hioogo opvatting van hun taak
hadden, koud-en do maatschappijen er zich bij neer-
1 eggen.

Maar dat neemt niet weg, ‘dat ieder verzekeraar
oneindig veel liever een
eigen
organisatie in
vasten
dienst heeft, die hm de zaken toevoert, dan dat •hij
afhankelijk is van dan gooden wil van een in

geen

i) BIz. 19.

‘) Blz. 20.’

enkel’ opzicht in vast verband met hem staaniden
-makelaar. De verzekeringsmaatschappijen zullen zich

-daarom steeds met hand en tand trachten te verzetten
tegen elke uit’hreiding van de makelaarsbemoeiinigen,
zoo goed als
– zijzeer ongaarne zien, dat naast de oude
makelaars een nieuwe categorie ‘van assuran.tie-bezor-

– gers ontstaat, die zonder officieel makelaar te zijn,
toch een analoge functie wenschten te vervullen.

– Het stei
4
kst uit zich dit ‘verzet daar, waar de.maat-
schappijen ‘thans ‘beschikken over een ‘goed corps van

vaste agenten en ‘van in ‘vasten dienst zijnde personen.
Deze vaste organen zu’llen niets liever doen dan dit

verzet steunen. Het is voor een vast agent van een
brandverzekeringsm-aatscthappij Ibijvoorbieeld uiterst
onaangenaam als hij op een gegeven moment moet be-
merken, dat het industrieele complex, waarvan hij
reeds jaren ‘lang de brandprolis ‘ver’zoigde, in handen

‘van een ina’kelaarsfirma is gekomen, die ‘voortaan de

assurantie bezorgt (en di-t wellicht bij een andere ver-
– zekeraar!) en die ook voortaan de provisie op zal
strijken.

Zulke gevallen zijn thans niet ongewoon. Had vroe-

ger de koopman voldoende aan enkele eenvoid-ige

verzekeringen, ‘de toenemende omvang van de bedrij-

ven en niet ‘minder het ‘steeds grooter veld, dat do
assur.an-tie gaat lbestrijken en de ‘veel meer verschil-
lende branches waarmede- de groot-industrieel of
koopman in -aanraking komt, maakt dat het hem
steeds, lastiger wordt om voor assuraritiezaken altijd

direct met de vaste m-aatschappij.-ver’tegenwoordiigers
in relatie te treden.
De
algemeene
‘assurantie-bezorger
heeft hier een dankbare
taak.

Wil -zulk een -assuranticbezoriger zijn taak breed
opvatten, dan kan hij moeilijk de vertegenwoordiging
voor één -enkele maatschappij ‘in elke branche op zich

nemen. Had men alléén te -doen niet ‘de oude -a-ssuian-
tie-tak-ken, ‘brand, leven en dergelijke, die een -ruime
ervaring achter ‘den rug hebben en wier bedrijven
daardoor een zekere stabiliteit -en ook uniformiteit
vertoonen, dan was ‘het hebben van één vaste verte
genwoordiging nog denkbaar. Maar komt men op het

gebd van ‘de transportverzekeringen, wettelijke aan-
spra’kelijkheidsverzekerjiigen en dergelijke, waar de

premie en voorwaarden steeds weer een ander beeld
vertoonen, omdat de omstandigheden waar-onder men, die ‘verzekering s-luit steeds weer wisselen, dan is ‘het
zker begrijpelijk, dat -de assurantdebezorger Vrij
wen-scht te zijn in liet pjaatsen van de verdekeringen’
van zijn cliënt,, omdat dahr te doen waar dit in elk
concreet geval het beste zal zijn. Ook hij het regelen
van de schade, waar -de assu’antiebezorger immers de
belangen van de verzekerden zal ‘hehartigen, staat hij
steviger als geen ‘vaste

handen hem met één specialen
verzekeraar verbinden, en dat -geldt ook weer speciaal
voor deze branches waar ‘het juiste bedrag der schade
niet ‘vooruit vast staat, maar eerst na het’ optreden
daarvan zal moeten worden vastgesteld.

D,e moderne -assurantje-anakelaar komt dus aan een
uitgesproken -behoefte ‘van den handel tegemoet. De
assurantiema,a

tsdhappijen, die met leede oogen hun
bedrijf steeds meer ‘dhan’kelijk zien worden van “deze
makelaars, zoowel als hun vaste -agenten, die don

strijd tegen do makelaars aanibinden, dienen dus wel
in’ liet oog, te, houden, dat ‘het makelaarswezen een

zeer reëelen ‘bod-em heeft waar het ‘in w-ortelt. De
makelaardij geheel ter zijde schuiven zal niet meer

gaan. Men ‘zal ‘het als een ‘vaststaand feit ‘moet-en aan-
vaarden, dat -cle -makelaardij er is en er zal ‘blijven.

Men ,k-ch echter als’ verzekeraar wel ‘strijden om

verdere “uitbreiding van de makelaarsbemoeiingen
naar mogelijkheid tegen te gaan en vooral om de
misbruiken, waartoe het stClsel aanleiding geeft, tot
een minimum te i’educeeren.

Een ‘der belangrijkste misbruiken waartoe ‘het insti-
tuut van de

assurantiebezorgers aanleiding geeft, is
wel het ‘op drijven -van de provisie. Hier kunnen de
maatschappijen inderdaad ‘een, halt! roepen, imi’ts ‘zij

652

EC0N0MISCHSTATISTl BERICHTEN

28 Juli 1920

met elkaar dö handefl in’eenslaan. Helaas echter is in de meeste landen, het aantal elkaar beconcurreerende

verzeker.inigsinstell.ingen op allerlei gebied ‘z66 groot,
dat er al te vaak wel een zwakke ‘broeder te.rvi’niden is,
die elke igoed.ibedoelde afspraak tot een vodje papier

weet te meiken. Een groot makelaarskantoor toch

heeft heel wat assurantiezaken onder te brengen en

naar deze productie likkebaarden er velen, die maar

o zoo zeer geneigd zijn om hun concurrenten den
bef af te steken en daarom tot de meest dolzi.iinige

provisieaanbiedi.ngen geraken om den makelaar maar
in het geivlei te komen.

Dat de makelaardij tot provisiejacht aanleiding

geeft is izeker. Dit komt niet alleen door het streven
van de vele nieawe kantoren op dit gebied, die in ‘hti,n

middelen niet altijd even kieskeurig zijn, als zij zelf

maar geld verdienen, maar de oude gevestigde kanto-
ren doen daaraan, bewiust of onbewust, evengoed mede.

liet bewijs daarvan levert momenteel de levensverze-
kering. Nog eerst sedert zeer korten tijd, enkele jaren
slechts, bemoeit de makelaardij zich hier te lande
neer intensief met levenszekering. Op hetzelfde
momentbegon’ bij de levens’verzekeri’izgsmaatsc.hap-

pijen de vraag naar meer provisie uit die kringen
dringender vorm aan te nemen. Hoewel het meeren-

deel der le’vensver.zekeraars het gevaar daarvan wel

deugdelijk inzag, is het tot nu toe toch niet mogen
gelukken een vaste houding aan te nemen tegenover
dien drang. Er zijn weder enkele instellingen geweest,

die de afhankelijkheid van hun bedrijf van deze losse

vertegenwoordigers op den koop toenamen, terwille
van de mooie (maar dure!) productie, die de make-

laarskantoren hen toewoer,den, en die er geen bezwaar in zagen de makelaars aan zich te binden door hoogere

provi’siev.00rwaarden.

Juist in de levensverzekering ‘hadden de verze-
keraars den makelaar rico gemakkelijk op het tweede

plan kunnen houden. De praktijk van de le’vensverze-

kejing toch is zoo hemelebreed verschillend van alles
wat schadesverzekerin,g is, dat ‘de makelaar, die
goede

adviezen op levensverzekeringsgebied wil geven, daar-
voor geheel afzonderlijk geoutilleerd dient te zijn.Om

echter een goed geoutilleerde ievensverzekea-i.ngsafdee-
linjg ‘bonen te maken, zal hoogstens enkelen weinigen
kantoren gegeven zijn. De provisies van de levensver-

zekering zijn – gelukkig voor 1het verzekeringrzoekende
publiek – niet hoog genoeg om daaruit
veel
onkosten
te kunnen bestrijden. Mijns inziens zal daarom steeds

de outiliage van de gevestigde maatschappijen zelf
gemakkelijk op beter péil te houden zijn dan die der

makelaarskantoren.
Bij
de groote maatschappijen

vooral
zijn
meer goed on’derlegde en ‘deekudige am’b-
tenaren in allerlei richtingen beschikbaar om ‘het
publiek goed en betrouwbaar advies ‘te geven dan
waarover een makelaarskantoor ooit zal beschikken.
Wie het levens’verzekeringsbedrijf van
nabij
kent, zal

geen minuut aarzelen om advies-zoekende personen
met hetzelfde vertrouwen naar ide directie dezer maat-
schappijen te verwijzen als naar een onafhankelijk

makelaarskantoor.

Daar komt nog ‘bij, dat de rol van ‘den makelaar
bij de levensverzekering rich uitsluitend beperkt tot

het geven ‘van advies ‘bij het
af sluiten.
van den post.

Een eenmaal gesloten post gaat toch geheel over in
het ‘bezit der rverzekeringsm’aa’tschappij, in tegenstel-

ling met wat ‘de edhadeverzekering doet zien, waar

èn ‘voor de vernieuwing van den post èn voor de zege-
liug van de schade ‘steeds weer de bemoeiing van
den imakelaar noodig is. Na wat hiervoor is opgerkt
is de taak van den makelaar ‘bij de levensverzekering
dus zeker geen onmisbare.

E’chter ook •in ideze branche zal men er voortaan
rekening mede hebben ‘te houden, dat de makelaardij

er is en niet meer ter zijde te stellen is. Men mag
slechts hopen, ter wille van het verzekeringnemend
publiek, dat de groote massa der levensverzekeraars

zich
pal
zal ‘weten te stellen tegen den drang naar

hoo’ger provisie. De levensverzkerinig toch kan zijn
voorname kapitaal vormende functie alleen dan goed
bljrven vervullen als men de onkosten niet noodeloos

opvoert. Elke opvoering van onkosten brengt toch

onvermijdelijk premigverhooging mede, en moet dus
door het ‘verzekeringnemen’de publiek betaald worden.

Dit verzekeriugnemende publiek imag dus in dezeu –

‘en dat geldt natuurlijk niet alléén voor de levensver-

zekering – wel eens ernstig bedenken, dat de vei:lig

ste weg om een verzekering goedkoop te houden altijd

nog is de weg ‘waarop men de minste tusscheiipersonen

ontmoet, ide weg dus ‘die direct naar de maatschap-

pijen of diens vaste agenten voert. Het publiek moge
er van doordrongen worden, dat het in den strijd tus-

schen makelaar en assuran’tiemaatschappij, ook gaat
om zj’n belangen. ‘
Dr. A. 0.
HOLERDA.

DË .RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer is opgenomen het gebruikelijke

overzicht met bijlagen van de opbrengst der Rijks-

middelen over- de maand Juni 1920, vergeleken met

de overeenkomstige cijfers
voor 1919. –

De Oorlogswinst- en Verdedigingsbelastingen

brachten tot dusver in totaal op
f
750.873.959, waar-

van
f
554.189.668 uit de eerstgenoemde heffing werd

verkregen.

Met inbegrip van de opcenten tea behoeve van het

Leeuingfon’ds – behalve die op ‘den suikeraccijns, die

geen venzwaring van belastingdruk meebrachten –

is dus in totaal f893.965.658 ontvangen uit belasting-

heffing, die haren grond vindt in de buitengewone

omstandigheden.

De gewone ‘middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
39.064.463 op tegen
f
28.914.065 in Juni

1919. Zij gingen mitsdien vooruit met
f
10.150.898.

in totaal werd ‘gedurende het eerste halfjaar van 1920

f
205.091.791 ontvangen of
f
66.739.263 meer dan in

de eerste helft van 1919 en
f
50.273.541 meer ‘dan de

•raming. Van dit laatste bedrag komt
f
37.012.119 op

rekening van ‘de eèrste vijf maanden van het loo-

pen’de jaar en
f
13.261.422 op rekening van Juni

1920. In deze ‘maand,bleen slechts .de personeele be-

lasting, de
suikeraccijna,
‘de zoutaccijns, de belasting

op gouden en zilveren werken en de domeinen ‘bij

1/12e van de ramin’g over een vol jaar ten •achter en

wel onderscheidenlijk iiiet
f
643.413,
f
981.064.,

f
74.633,
f
5.134,
f
1.498 en
f
171.196.

Hierbij ‘dient intusschen in aanmerking genomen te

worden, dat de lagere opbrengst van d’e personeele

belasting uitslu’iteh’d het gevolg is van ‘de vertraging

bij de aanslagiegeling door de herschatting ,van mo-

bilair en ‘huurwa’arden. Aangenomen mag worden, dat

deze achterstand niet alleen in volgende maanden zal

worden ingehaald, doch zal veranderen in een ‘belang-

rijk surplus ‘boven de raming.

Wat de overige zooeven genoemde middelen betreft

behoeft evenmin aan den achterstand groote ‘betee-

kenis te worden gehecht. Het is te verwachten, ‘dat

ook van deze middelen, behalve wellicht van den zbut-
accijns en van de nieuwe speelkaartenbelasting, de
opbrengst in 1920 de raming zal overtreffen. Voor de.

eerste helft van dat jaar is dit reeds het geval met
den .suikeraccijns en de belasting op gouden en mlve-

ren werken.
de zeer gunstige uitkomsten van de eerste zes

maanden van 1920 bedroegen vooral bij de inkomsten-

belasting, de dividend- en tantièmebelasting, de ver-
mogensbelasting, de gedistilleerdaccijns, de geslacht-
‘accijns,, de zegelrechten, de registratierechten, de
successierechten en de invoerrechten. Zij oversciare-
den de raming , respectievelijk ‘met
f
11.453.603,

f
2.139.906,
f
1.896.494,
f
6.772.969,
f
1.575.246,

f
3.592.074,
f
10.615.877,
f
3.313.142 en
f
10.982.516,

of in totaal met
f
52.341.827. ‘ –

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

653

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De positie der arbeiderspartij; de Vol-

lcenbon.d; crediet-accommodatie door de banken; winsten van N. V.; Llojds /cwar-

taalcijfers inzake de scheepsbouw; de
geldinarici.

Onze Londensche correspondent schrijft ons dd.
23
Juii 1920:

The world seems destined to pass from one crisis

to another. Having all last week lived under the im-

minentdanger of renewed military operations against

Germany, we are now on the verge of war against
Russia. The optimistic lines wihich 1 wrote last week

on the reopening of trade relations go the way of

most other optimistic calculations in these times. That
the City takes the danger seriously, is seen in ‘the de-
pressed condition of markets yesterday. It is too early

to say what the British Government intends to do
in the way of providing troops: in any case there
will be munitions and credit’s, and, one supposes, the
renewed bloccade of the Baltic, and a complete ces-
sation of Sovjet trade negotiations.

In these circumstances t h e p o s i t i o ii o f t h e
L a b o u r P a r t y becomes of great interest. Con-

trary to the expectations of most obser’vers, the Special

Trade Union Oongresa wiiich was called last week
to consider the question of Ireland and the supply of
munitions to Poland, took the line of supporting the
miners in the policy of a general strike if the attitude
of the Government were not modified. The new de-

mands on the Soviet authorities had justbeen made
pblic, andthe Congress went on to “warn the Bri-
tish Government and ‘the Spa conference that any
attempt to secure the support of the British Demo-cracy in order to give military assistance to Poland
is foredoorned to failure. . . . “. Of course, the votes
of a conference are not indicative necessarily of the
attitude of the rank and file, and a strike ballot
would prtybably yield a very different result. In any

case, the speech of Mr. Thomas in the House of Corn-
mons on the occasion of the Spa debate shows that
this very able tactician is not going to be stampeded
into, a policy of open opposition to all forms of assis-

tance to Poland. Should the position become very
serious, we are quite likely to see the same hopeless

division of the ranks of Labour as has so often before
pralysed ‘both wings of the party.

Last night the House of Lords debated th e q u es-

tion of the Lea.gue Nations. Nothing has
done the League so much harm as the non-possumous
attitude on the question of the Polish offensive; but

Lord Curzon, replying on behalf of the Government,
was of course quite correct in denying that the

responsibility for the sins of non-commission by the
League was to be attributed solely to the British
Government. His expression of opinion that the ex-

enemy powers should •be admitted to the League as

soon as possiible was a valuable feature of the speecJi.

The two other great banks, which together with the
three whose figures 1 gave last week, constitute ,,the

Big Five”, have now published their halfyearly ba-
lance sheets, which entvbles one to give more com-
plete review of the Banking situation.

To continue the table of c r e di t f a ci .1 i t i e s af-

forded by the banks to their customers, the figures
for Lloyds Bank are:
1)

30Juni 1920

30Juni 1919

£
16.3

£
15.7

164.4

92.8

40.7

,,

50.9

Totale •…
£
221.4

£ 159.4

In the case of the London, County and Westmin-
ster Bank they are:

1)
All the foilowing figures refer of course to m ii ii o n
pounids
sterling.

30Juni1920

30 Juni 1919

Acceptances …………£ 17.6

£ 12.3

Aidvances
.
…………..

,, 154.2

97.8
Djscounts

……………, 53.2

,,, 54.5

Totals …. £ 225.0

£ 164.6

The a’ggregate figures for ‘the five banks together:

30 Juni 1920

31 Dec. 1919

30Juni 1919

Deposits ……..£ 1585.190

£ 1548.842

£ 1503.717

Adjvances ……..,, 805.364

,, 712.868

,, 506.945
Cali Money ……..,

77.353

90.935

,, 294.123
Acceptances
1) . . .

,,

69.112

104.375

,,

54.357
Casli ‘in hand, ete

256.636.

.263.803

282.813
Discounts ………

189.6

It will be noted that the sum of the advances
anid the call-loans shows , a far smaller ‘varia-

ti’on than the separate items, which suggests that the
financing of trade bas been at the expense of specu-
la’t,ion and ‘the billmarket: excludïng the National
Provincial Bank, the volume of discounts has fallen

by about £
23
millions since the corresponding date

last year:
The ,,Economjst” last week’continued its usual infor-

mative article as to 4h e p r o f i te of J
0
i n t

S t o c k C o m p a n i e s. This return analyses the

profits of
1406
companies whose prof’its disciosed

(thouh not necessarily earned) in the period July
’19

to June
’20
were as follows;

In year under•survey …………£ 119.208.961
Prev!ious year ………………. ..98,507.899

Of this amount of £
119.
millions:

Ordinary Di’vidend absorbed .. £ 62.024.819 i.e 52.1 pCt.

Preference Dividend tolyk . . . .

15.249.663 i.e. 12.8
Reserve ete. took …………., 41.934.679 ‘i.e. 35.1

The rates paid work out as follows;

This eyar

Last year
On debentures

4.34pot.

4.15 pCt. Qn prefereace shares’ .

5.2

5.1

Ordinary shares ……11.9

11.0

,,These figures do not include bonus share distribu-
tions nor the benefit of subscrip;tiou to shares below
market price, the value of whjch to a shareholder it
is not possible to compute in this form.”
Among the various groups of which the above
figures represent a summary three (Gas, Nitrate, and
Waterworks) show a reduction in the net profit
earned. The rate of dividend on ordinary shares has fallen most heavily in ‘the case of Motor and Cycle
Companies, where the dividend was
17.4
pCt. and in
the current period is only
11.7
pCt.; and has Tisen most rapid.ly in the case of shops and stores, where
the rate ‘bas risen from
12.2
pCt. to
22.4
pCt. The most
profitable industry was still oil, paying
26.3
pCt., al-

tiough this represents a fafl from the last period,
when the rate was
27.9
pCt.
The quarterly figures of shipbuil-
ding c o n s t r u c t i o ii s published by Lloyds Re-
gister are now available. For the United Kingdom, the figures show that on June
30
of this year there
was under construction
3.578.000
tons of shipping,
as compared with
3.394.000
tons on March
31
and
2.524.000
on June
30,1919.
On June
30, 1914
there
was under construction only
1.722.000
tons. The fi-
gures for construction abroad ‘were:
• June
30, 1920…. 4.145.000
tons March
31, 1920.. . . 4.547.000
tons, as compared
with
1.441.000
tons ibuilding on June
30, 1914.
These
figures are exclusive of the German construction.
– The return shows a remarkable decline in the Uni-
ted States tonnage, which has fahlen off greatly since
the
30
June of last year.

In a previous letter to you 1 mentioned the oppo-
sition of the miners to the new Coal Bill. This
opposition, ivhich has takèn the form of a threat to
boycott the new institutions set up under the Bifl,
bas now led he Government to insert a new clause in
Oemmittee, the result of which is to give the Govern-

1)
Exclusive of the Nattional Proviincial figures en the
latest date.

Acceptances ……….
Ac9vances

…………
Discounts

…………

.54
.

ECbNÖMISCH-STAT1STISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

ment power to aibrogate the Nationl Board a.d the

Committee, the reult of whioh’is to givé.thé Govern-

‘epresentatives to these conamittees within twelve

month’s after the passing of thë Act W1iethei this will

be efective in foicing the miners to change their at-
titude remains to be seen: it is just as likely to force

the agitation for ,,real nationalisation” to the front

again. The lahour situation
is
altogether becoming
unsettied again. The E.agineers have heen unsuccess-

fiii in their demand before the Arbitration Court,
and in the woollen industry the signs are that a big’

strike’ is on the way: The textile situation is such as

to make it unlikely that the em.ployers will give way;-.

in fact a stri-ke would enable them to solve the short
time questibn effectively and the only sufferers woul’d
be-the textile workers’themselves.

The ,,Manchester Guardian’s” cotton expert reports

that the tide is on the tuin ‘in the cotton industry,
and that there is every prospeet of brisker trade. But

the woollen situation seems to be unehanged; there is
almost complete stagnation.

To turn to the m o n o y m a r ic e t, the followin.g table will enabio an o’versi’ght of the iates curreut in

heFlast six motiths, as compared with previou. years:

Daily Aveiage: Janu aty to June:

Bank Rate.
Market Rate
(3 Months).
Short .oans.
Bankers
depositRate.

1913
. .
£
4115/9
£
416110
£
3/19/1
£
8/5110
1914 ..
.
,, 314/7
,,

2/10/2
2/2/7
,,

1114/7
1918
. . .
,, 5/0/0
3/13/0
.
3/6/2
3/2/6
1919

…….
‘5/0/0
3/1010
3/4/7
31010
1920 ……
6/8/7
6/2/2
4/16/0
41817.

Margin betwoen:
J3nk Rate
&
beposit Rate &’
Deposit Rate
&
Market Rate.
Market Rate
Short Loan Rate.
1913..
£
018/11
£
1/I10
£
011313
1914..
0/1415
,, 0/15/7
0/8/0
1918..
.
,,

117/0
.

011-0/6
0/318
1919..
,,

1/10/0
0/10/0
0J417
‘1920..
9/6/5

1/1317
,, 0/7/5

It will

be seen that the margin between the markt

and the official rates has become substan-tially less

than in the similar perio’d last year, whulst the profit
making margins have ivi dened.
The floating debt ‘has fallen from £
1.290.620
on

July
10 £ 1.279.231
on July 17; but the volume of
Ways and Means Aclvances from the Bank of En.gland
has increased, from £
39%
to £
43%
millions. At the
same ‘time Treasury BiIlsoutstanding Jaawe fallen by
£ 1.2.639.000
to £
1.066.090.000;
the remaining diffe-
tence of £
2.850.000
‘being accounted for by a ‘decline
in the Advances by Government Departments.

The changes in the B an k R e t u r n, as compared
to last’week, are as follows:

Public Deposits ………………£ 1.111.993 down
Other Depoaiits ……
…………

.,

28.585 clown
Government Securjties ……….. ,, 2.850.222 clown
01/her SeeurFties ………………

1.458.834 up
Reserve

……………………

,,

263.396 up
Note Circulation

…………….

,, 138.815 clown
Coin and Bullion …………….., 124,581-up
Reserve ratio for week 12% pot., na lincrease ol
1%
pOt.

The fea’ture of this week’s Currency Return
is not any change in the gold holding, or the volume
of Bank notes held, both of which items show no
chage, but the separation from the total of -the notes

outstanding of notes called in and not yet cancelled.
The notes is-sued in the wek amount to £
6.964.229,
against which lÏh’ere have been cancelled notes to the
total of £
15.559.229,
so that there is a net decline of
£ 8.595.392
in the notes outstanding and in eircula-
tion. The nmount
of
these is now £
353.68L459,
but
in a/ddition the return shows ,,Notes called in ‘and not
yet canôelled” to the amount of
£’ 7.148.564/10.
The
t c t a 1 of notes for the redenaption of which the
clepartment is liable i-s thus the sum of these uncan-
celled but withdrawn notes and the notes actu-

ally outstanding. The net decline in the- respou-

sibilities of- the dep’artmënt.is’ therefore the amount
of £ ‘1.446.289.
In comparing the note return of this
aiid rovious weeks it must be remembered that the
phrase ,.notes outstanding” has had a new meaning
iïu

t u-pon it. Hetee the increase in the ratio from
12.92
püt. to
13.23
pOt. must not be oveistressed. The
new form of the return vhows that the net expansion
is not qui’te So serious as people thoug.ht
; part of the
increase must hdve been due to the accumulation of

these old notes for cancellation purposes

AANTEEKENINGEN.

Prujsvsaag van
het
Kolortiaal Jnsti-
t
it
ie
t v o o r- 190.

Gaarne voldoen
wij
aan het ver-

zoek, het volgende te plaatsen:

i)e Raad van Beheer van Itet
Koloniaak
Instituut te A.m-
sterdam looft zijn gouden eerepennin.g en ed ‘bedrag van

f
500,— (vijf ‘houdend gulden) uit voor bot. bes-te, de be-
krouingwaarclig gekeurdie, gch.rift over
De ont’wiklceling der [abrieksniiverheid in Ncd.-Indië jij
de laatste ja/ren en haar huidige stand,
da-t vol-doet aan cle eischen, clie in cle onderstaande toe-
lichting nader zij ii omschreven.
Toelichting.
Over het vraagstuk des industrialisatie van Ned. – 0ot-
Indië zijn in den laatsten tijd versdhillencle be]angrijlce –
– publicaties verschenen. 1-Fiar zij verwezen naar EI.. EL van
hol ,,De ontwikkeling Uer Groot-Industrie in Japan”,
1916 en naar het “vele, w’at naar aanleiding daaiwan is ge-
‘sOhreveu, na-aF ‘Mr.’ H. ‘s Jacob, ,,Fabrtsksnijvenhei’cl voor
Ned.-I’ndië”, Indische Gids, 1916, blz. 401,, naar A. Meen-
wesen, ,,Indtukkeu. op isiclu-strieel ‘gebied in Ned.-Indië”,
Tijdschrift dèr Maatschappij vaqi Nijverheid, 1916, -blz. 375
en 454, naar de veuibaaclelin-geia van Dr. E. C. J’. Mdhr, ‘in
,,Korte Bei-ieh’ten van Landbouw, Nijverheid en Handel”
1915 en 1916, naar cle diverse ,,Mededeeliagen des Corn-missie tot ontwikkeling der Fabrieksuijveuiheicl
in
Ned.-
naar J. C. ‘van Reigeraberg Versluys, ,,In’dustriali-satie van Necl.-Indië als “vraagstuk van algemeene econo
misdhe politiek”, md. Mercuur, 1919, blz: 927.
– In al deze publicaties is in hoofdzaak -sprake van de
toekomstige mogelijkheden, die ‘zoow-el voor inlandsohe tls
voor Euiopeesdhe fab’rieksnijvrheid, voor onze Ned. Oost-Indische Koloniën zijn aan te wijzen.
De Raad van Beheer
van het ‘Koloniaal Instuut meent
uiui; dat het wenschehijk is, eene uiteenzetting te-bezitten van
den tegeuiwoordigen ‘toestand op dit gebied en vooral ook
eene beschouwing over den ontwikkelingsgang, die de in- –
du’s-tri-ein Ne’d.-In’clië in de laatste jaren heeft ‘te zien ge-
geven. Wel zijn in de -hierboven genoemde ‘verhandelingen
gegevens voor zulk een studie te ‘vinden, terwijl ook uit ver-sohillende – publicaties van’ d Afdeeling Nijiveriheid van het
Departement van Land1ouw, Nijverheid en Handel iii
Ned.-Indië (Verslagen- omtrent Hantlel, Nijverheid en Land-
bouw van Ned..Indië, gegevens betreffende de .nijverlheid
iii -Ned.-Dndië, Ad-rethoe.k ‘van -de Ned.-Indische Nijverheid,
Jaarboeken Fvau Ned-I’nd-ië) veel materiaal daarvoor is ‘te
putten, maar eene -kritische verwerking van deze ver-
spreide gegevens tot ddn geheel ontbreekt. Ook is nadere
aanvcilling en vele opzichten noodig. – –
Terwij:l in liet verlangde geschrift zal moeten -gest-reef d
worden naar vo1edigheid ‘in de -beschrijving, zal toch het
zwaartepunt gelegçl moeten worden in beschouwingen over
de ooraken, die er toe, geleid hebben, dat sommige bedrij-
ven in de laatste jaren tot -grooten bloei kwamen, terwijl
dit voor andere niet het geval was, en voor wedes- andere
teleurstelling werd ondervonden.
Bedrijven, die reeds sedert een groot aantal jaren een
belangrijke beteekenis beibten men denke aan de sui-
ker-, ‘thee-, -tabak- en ru-bberi-ndus-trie en eok aan de gr-oo-tere nuijnbouwbed’rijven – en, waarover dan ook reed-s goede
litteratuur ‘bestaat, moeten niet nogmaals besohreven wor-
den, maar slechts in zoov-erre ‘besprokeb, als nood-ig is, om
het ‘verlangde ‘beeld van den Jauidigen s-tand der fabrieks-
nijverliéid te completeeren.
Het is ‘niet de bedoeling, dat de huisiudustrie in Ned.-
Indië zal worden behandeld, maar wel zullen ook kleine,
inlan’dsche zoowel als
Europeesche, fabriekmatige bedrij.
venbese,hou’wd moeten worden. Onid’erfirbriekmatige bedrij-
ven zouden daarbij ‘verstaan kunnen worden: zulke, ‘clie met minstens ‘vijf personen in fabrieken of werkplaatsen
worden ‘beoefend.
In het -voer-afgaande ligt opgesloten, dat niet gewenscht wordt: een n-ieuwe uiteenzetting van nog bestaande moge-

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BEflICHTEN

655

ljloheden. Dit neemt echter geensains weg (lat beschou-
wiiigen over een al of niet te vérwachtèn verdere ontwik-
keling der besproken industrièën, of v.n daarbij aanslui-
tende bedrijven, welkom zullen wézen

Het geschrift mag eên omv.ng hebben ‘vai’o hoogsiéns
320′
bladzijden
(20
‘vellen) druk; de bladijde ‘berékënd dp on-
geveer 35
regels (8
0
).

De beoor.deelingsraad betaa•t uit de Commissie vaii Bij-
stand voor den aan het Handeismuseum ‘van het Koloniaal Instituut verbonden Voorlichtingsdienst, welke Commissie
is samengesteld uit de heeren: Proi. Dr. F. A. F. C. Went,
voorziter, 1)r. L. Ph. le Cosquino de Bussy, secretaris, M.
IE. T. Bury, Mr.
J.
C. Â. Everwijn, Prof. Dr. Cl. van Iter-
seti Jr, D. F. W. van Rees, Prof. Dr. P. van Rorn.bur.gh

cii Prof. Ir. L P. de Vooys, leden.

Deze raad ‘brengt rae-advies uit, waarna de Rand van
Beheer van het Koloniaal Instituut beslist.

De uitgave van het bekroonde werk zal geschieden op
kosten van het Koloniaal Instituut. De voordeelen dier uit.
gave komen aan dit Instituut ten goede. De mededingers in
de prijsvraag, wier antwoorden niet zijn bekroond, blijven
vrij om die te doen uitgeven.
De antwoorden moeten ultimo December
1921
zijn ont-
vangen door den Directeur der Afdeeling Han(lelsuseum
van het Koloniaal Instituut.te Amsterdam (Plantage
Prin-
senlaan 17). Zij moeten gesteld zijn in de Naderiandsohe of
cle Maleische taal en met de schrijfmachine of duidelijk
leesbare hand geschreven, aan édne zijde van het papier. Op
de eerste ‘blazlzijdc moeten zij voorzien zijn van een ken-
spreuk, die mede voorkomt op de buitenzijde van een bijge-
voegden ‘briefomslag, welke iogesloten den naam en de
woonplaats van den inzender bevat. Aan alle inzenders zullen hunne geschriften vrachtvrj naar het mede op de
enveloppé op te geven correspondentieadres worden terug-
gezonden, vergezeld van het verslag van den beoordeelings-
taad, dat de ‘niet ‘bekroonde beantwoordingen alleen aan-
duidt met hare kenspreuike’ii.

Verdere inlichtingen, betreffende de strekking vwn.deze
prijsvraag, verschaft op verzoek de heer Dr. L. P. de
Bussy, directeur •der Afdeeling Handeismuseum van het
Koloniaal Instituut te Amsterdam.

De Raad van Beheer voornoemd,

H. F. R. HIJBRECHT, Voorzitter.
Th. DELPRAT, wad. ‘Secretaris:
Pro d u c t ieder 1? uh r ic o 1 e is mij
is
e
is
is-t het
e e r s t e It a 1f j a a r
19
2
0.
– De ‘hier volgende bij-
•zonderiieden zijn ontleend aan de Frkf. Ztg.

De kolenproductie in ‘het Ru]irgebied wijst voor
Juni ‘liet ‘hoogste cijfer •van dit jaar aan (7,45 miii.
ton) en is tevens de ‘hoogste maandproductie sinds de revolutie. De productie per werkdag is tegen Mei iets
verminderd, nl. van 305.043 ton op 304.246 ton.
De
hoogere totaalproductie van Juni is een gevolg hier-

van, dat deze ‘maand 24 werkdag telde, tegen Mei
233′. Deze afnemende productie per wer’kdag is een
gevolg van den toenemenden afkeer van het maken
‘van overuren, waartoe in Februari j.1. besloten werd’.
2
)
De totale productie ‘van het eerste halfjaar 1920 ‘be-draagt 41.019.878 ton, tegen

31.560.894 ton in het
overeenkomstige tijdvak van 1919, terwijl de produc-
tie per dag in deze tijdiperken resp. bedroeg 277.161

en 213.972 ton. Het resultaat van het eerste halfjaar
1920 blijft nog 27 pOt. achter bij dat over ‘t eerste
halfjaar 1914.

Productie van Ruhrkolen over het eerste halfjaar

1914 1918
I
19
b
9

1920

93
2


0 0
.
2 2

Januari
9.59
381.498
8.63
331.899
6.26 248.042
6.66
264895
Februari
8.91
371.244 8.02
334.047
5.43 226.282
6.88
286.511
Maart
9.45
363.492
8.47
333.775
6.30
242.292
6.40
2a6.95l
April
.
..
9.16
381.282 8.29
331.566 2.13 88.859
6.51
271.314
9.75
390.216
8.33
343.408 5.83
233.075 7.09 305.043
Mei
…….
Juni

. . –
9.21
393.814
8.40
346.571
5.61
241.203
7.45
304.245

Totaal

..
56.06
380.049 50.14
337.621
31.56
1
213
.
972
1
41
.
02

1277.161

‘) In tonnen. *) Stakingsmaand.

‘) Zie pgn. 165 van dezen jaargang.

Bésrij.ing van de discontopolitielc
der Banjc of Englartd –
1h verband met de
eenigen ‘tijd geleden iii dit bidd ‘gevberde discadsie
over de geidpolitiek der centrale ‘bank, een onderwerp,

dat ook in Engeland vele pennen in ‘beweging houdt,

trekt een artikel in een recent nummer, van ,,The

Financier” de aandacht, waarin in een kort bestek de

argumenten door de voorstanders ‘der goedkoop-geld-
politiek aangevoerd worden opgesomd.

Iii de eerste plaats wordt er op gewezen, dat goed-

kooper geld het vertrouwen ouder ‘het beleggend pu-

bliek zal doen toenemen, daar een onmiskenbaar ge-

volg van de discontoverhooging een koersdaling van

de ‘fondsen met vaste rente is geweest. Wanneer

dus verdere verboogin’g dreigt, zullen ‘houders van
deze fondsen tot realisatie overgaan, om niet straks
tegen nog lageren koers te moeten verkoopen. Tegen-
over hun aanbbd staat evenwel geen vraag, daar koo-

pers in de verw’achting van een hooger disconto uit

de markt blijven, alsdan een koersdaling vreezende en
hopônde daarna goedkooper te ‘kunnen koopen. Alleen
de zekerheid, dat liet ‘disconto niet verder verhoogd
zal worden, kan weder een atmosfeer van vertrouwen
op de beleggingsmarkt doen ontstaan.

Ve’vogens wordt be’toogd, dat, zooals allen die

zichna ernstige overwegingen een oordeel hebben ge-

-vormd, ook inzien, de verhooging van het disconto

der Bank of England, geen enkel gunstig gevolg
heeft gehad, een bewering, die wel zeer boud klinkt.

Geen prijsdaling is te constateeren geweest, be-
halve dan die van gilt-edged sedurities en andere
eei-ste klasse heleggingsfondsen. Het nationale cred’iet
is hieridoor gedeprecieerd, hetgeen beteekent een ver-

zwaring van den belastingdruk, doordat het gouver-

nement op meer onereuze voorwaarden moet leenen.
Alleen van een verbetering van den wisselkoers is
daling van het prijsniveau te wachten en de disconto-
verhooging heeft geen uitwerking op ‘den dollarkoers
gehad. Dit is ook onmogelijk, aangezien een hoog dis-

conto, de productie beperkt, de prijzen hoog houdt en
den export ‘belemmert. Alleen van opvoering van den
export is verbetering te verwachten.

Vervolgens wordt dan gewezen op de credietrant-
oeneering, waarvan wel effect wordt verwacht ton
aknzien van de goed’erenprijzen, doch krachtig wordt gewaarschuwd tegen een te ver gaan in deze richting,
waardoor ook de noodzakelijke productie in ‘het ge-
drang zal komen.

Tegen ‘het bovenstaande zou neker nog wel het een
en ‘ander aan te voeren zijn. Wij willen, waar reeds
zooveel over het onderwerp geschreven werd, het
echter laten ‘bij het weergeven van het wel geheel van
uit een producenten-standpunt geschreven artikel.

Over het ‘bovenstaande is verschil van opinie na-
tuurlijk inôgelijk. Als type van een uit een produ
centen-standpunt ‘geschreven artikel verdient het even-
wel vermelding.

– Fircan,cie- en Banlcwezen in Argerz.ti
is
i ë.
– Het ,,Federal Reserve Bul1etin” ‘van Tuni’
1920 geeft een overzicht over genoemd ontwerp, het-
welk ook hier eenige beiaugstelhig zal wekken.
Argentinië is groot-producent van graan- en
vleese’hproducten, importeur van producten der Euro-
peesche en Amerikaaneche nijverheid. Het land is
voor een groot deel door vreemd kapitaal ontwik-
keld, hetgeen blijkt uit ‘het feit, dat 3.746 millioen
dollar vreemd kapitaal ‘in Argentinië is belegd, waar-
van meer ‘dan de helft door Engeland. ‘Deze beleggin
gen zijn als volgt verdeeld: $ 1297 mil’lioen in. Spoor-

wegen, ‘634 millioen in ataatsleeningen, 490 mi’llioen
in de nijverheid, 483 millioen in ‘hypotheken en 449
millioen in ‘ha’n’delso’ndernemingen.

Sta’ndaardimunt is in Argentinië de gouden peso
(1.6129 gram goud van 900 fijnigehalte). Het circu-

leerend medium is de papierpeso bnkend onder den
naam ,,moneda ‘nacional” (m/n.). De waarde ‘van de
papierpeso is sinds 1899 bepaald op 44 pOt. ‘van de

656

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

gouden peso. In dat jar werd tevens de bekende

Con’versie.kas gesticht; Het conrver.sîefouds werd ge-
houden door de. Banco de la Naciôn. Het papiergeld
was op bovengenoemde basis inwisselbaar tegen goud.

Bij liet uitbreken van den oorlog werd deze inwissel-
baarheiid opgeheven en de uitvoer van goud verboden.

Het toezicht over het ihaitenlandsch betalingsverkeer

werd aan de Banco de la Naci6n opgedragen. De band

tusschen genoemde bank en Conversiekas werd nu

veel nauwer, aoodat er nog sledhts een kleine stap
gedaan behoeft te worden en Argentinië heeft een

modern circulatiebanksysteem. De Conversiekas

mocht commercieel papier van de Banco de la Naci6n

herdisconteeren en daartegen papiergeld uitgeven; de

dekkingsverbouding tueschen goud en papier mocht

niet beneden 40 pOt. dalen. In gevallen waar wisse1
van andere banken door middel van de Banco de la

Naciôn geherdisconteerd werden, mocht laatstge-
noemde bank slechts pOt. disconto meer berekenen
dan de Oonversiekas. De Oonversiekas mag ook bank-

biljetten emitteeren tegen goud gedeponeerd bij de

Argentijische legaties in het buitenland. De goud-

positie was op 31. Dec. 1919:
Peso’s

In ‘de Caja de Oonversiôn ….
300.031.943

Bij
Ar.gentijnsche
legaties
78.996.805

In de Banco de la Naci6n
10.000.000
389.028.748

De circulatie was toen (1 papierpeso is 44 centavos

in goud) 1.177 millioen. Gedurende bijna de geheele

oorlogsperiode deden de vreemde valuta’s disagio in

Buenos Aires. Alleen sinds 7 Juni 1919, toen het goud
emibargo in de Unie opgeheven werd, stond de dollar

‘somtijds ‘boven pan. Sindsdien werd, voor $ 106.705.000
goud uit de Unie naar Argentinië verscheept. De voor-
naamste locale, niet onder regeeringscontrôle staande
banken zijn: ‘de Banco Espanol, de Banco de la Pro-

viiioia de Buenos Aires, de Banco de Italia y Rio de
la Piata en de Banco Fra.ncés dcl Rio de la Piata. Zij
financieren den landbouw en bjnnenlandsche onder-S

nemingen.
De buitenlandsche handel wordt door de vreemde
banken gefinancierd. De Argentijnsche wet verlangt,

dat buitenlandsche banken een bepaald kapitaal in
hun filiaal in Argentinië beleggen. Dit kapitaal moet

in goud
bij
de Con’versiekas gestort worden, die er
papiergeld voor geeft. De grootste huitenlandsche
banken zijn ‘de Britsehe. Van 1914 tot 1919 stegen de
deposito’s van de Anglo-South Aimerican Bank van

12 tot 88 miljoen peso’s en die van de British Soutili
American Bank ‘van 50 tot 87 millioen. De rza’ken van

de Deutsche Ueberseeisahe Bank gingen achteruit. De
Fransohe en Italiaansohe ‘banken breidden hun zaken
uit. De National City Bank vestigde zich in 1914 in
Buenos Aires (zie ‘het nummer van dit tijdschrift van

19 Maart 1919 ,,De werkzaamheid van Amerikaansche
B’ankvesti’gingen in ‘den vreemde”). In Mei 1918
opende d’e Yokohama Specie Bank een filiaal in’
Buenos Aires: Verd’er mag niet vergeten worden de
Holiandsche Bank voor Zuid-Amerika, al vermeldt het’

Bulletin deze niet.
Regeeringbank is de Banco de la Naci6n. Hoewel’ haar eenigszins •het karakter van èen centrale bank
was toegekend en izij ‘voor die functie gedurende den
oorlog oo’k ‘wel eenige grondslagen bezat, wordt zij
door de ‘andere banken in hoofrizaak als concurrente’

beschouwd. Haar deposito’s •stegen van 1913 tot 1919-
van 541 millioen peso’s tot 1250 millioen. De disconto’s
daalden in die periode echter van 420 millioen op

361 millioen. De kasmiddelen stegen van 253 op 857
millioen en de voorschotten in rekening-courant van
58 tot 315 ‘millioen, waaronder groote voorschotten’

aan den Staat.
V’oôrstellen voor de oprichting eener centrale
S

bank -zijn nog steeds aanihangiig (?zie het nummer van
dit ‘tijdschrift van 5 Sept. 1917 ,,Een Centrale Bank iir
,A.rgentinië”) Een ‘goede organisatie van geld- en ere–

dietwezen wordt in Argentinië steeds urgenter. De

groote Europeesc’he k’apitaal’beleging is geëindigd en

evenmin kan spoedig veel ‘kapitaal uit de Vereenigde
Staten verwacht ‘woi-den (zie pag. 276/277 van dezen

jaargang). Velen in Argentinië meenen, dat de ont-

wikkeling van locale industrieën door binnenlandsch
kapitaal een van de dringen(dste eischen is en dat een

centrale-bank een ‘stap in dc richting zal zijn om ‘de

financieele organisatie hiervoor te scheppen. Er moet

ook rekening mede gehouden worden, dat wannecr
Argentinië zijn export ‘van ‘oedingsmiddelen en

grondstoffen’ naar Europa wil voortzOtteo, crediet-

verleeniug aan ‘Europa noodzakelijk zal worden.

In Januari 1918 stond ‘de Argentijnschè Regee-
ring aan Engel’a’nd •en
Frankrijk
een crediet van

$ 200.000.000 toe, terwijl op ‘t oogenjblik o’nderhan-
deli.nigen over een dergelijk credliet aan Engeland,

Frankrijk en Italië aanhangig zijn, doch zeer getrai-

neerd’ worden door het. Argentijn’sche gouverne-
ment. Wat ‘de Argcntijnsche Staatsfinanciën betreft,

deze hab:ben nog steeds met stijgende deficitten te

kampen. De gefundeerde schulden bedragen 592 nijl-
lioen goudpeso’s en op 10 Augustus 1919 was er een

vlotten,de schuld van 572.656.992 papierpeso’s. Een

merkwaardiigheid is nog, dat een aanmerkelijk deel
van de vlottende schuld van Duitsche firma’s geleend
is, welke afgesneden waren ‘van den internationalen

handel en op deze wize hun geld wilden beleggen.

De invderrechten leverden altijd een aanmerkelijk
deel van de staatsinkomsten op. Door den verminder-

den import is de Staat in moeilijkheden, hetgeefi tot

hervorming van het helastingsysteem aal leiden. Een

inkomstenbelasting is reeds an liet Congres voorge-

steld.

De onwi/ckeling van Z’uid-Sunsara.
– De dezer dagen ontvangen Volksraadstukken,

zitting 1920, bevatten een voorstel tot aanleg van een

spoorlijn van Laliat over Tebingtingg.i naar Moearo-
beliti, met zijta’k’ken vanuit laatstgenoemde plaats

naar Moearoklingi en Padangoelaktanding. De hierbij behoorende toelichting bevat
belangrijke
bizonderhe-

den omtrent de ontwikkeling van Z.-Surnatra, die
verdienen, dat aan hen meerdere bekendheid wordt

gegeven, weshalve
aij
hieronder volgen:

De verdere doortrekiking van de stamlijn Palenibang-
Moearaenim, ‘met ‘welker verlenging tot
La’hat in 1920
zal worden aangevangen, dient met spoed te worden be-gonnen, teneinde gelijken tred te houden met Ide econo-
mische opleving van ‘liet land, in
‘het
bijzonder met de
te verwachten ontwikkeling van het .groote landbouwbe-
drijf in de veel beicveiide stroomgebieden van de Beliti en
de Klingi.
Die doortrekking behoort ‘gericht te zijn op Moearobliti,
terwijl van uit die plaats reeds ‘dadeljk eene uitbreiding
van het net noodig is, eenerzijrds naar Moearoklingi aan
de Moesi, anderzijds zoover mogelijk in de richting van
de bovenlanden, voorloopig tot Padangoelaktanding.
Door nu iden aanleg gelijktijdig van twee zijden aan te
vtten, namelijk van uit Moearaenim en Moearoklin’gi,
zal de beoogde bespoed’iging der aansluiting van de boven-
landen, zoowel op (het riviertransport te Moearcklingi als
op de stamlijn Moearoenim—Palembang verkregen kunnen
worden. –
Kou vroeger omtrent den te verwachten omvang van
het verkeer weinig met zekerheid worden gezegd, thans geeft de exploitatie van de reeds ‘gereed zijnde lijnen in
Zuid-Sumatra een maatstaf voor verkeersramingen, ‘terwijl
ook omtrent de toekomstige economische betee,kenis van het
verkeersgebied der enderwerpeljke lijnen
thans op
goeden
grond verwachtingen ‘gebouwd kunnen worden.
• Deze verwachtingen worden in het algemeen hoog ge-
spannen, zooal niet wat de ‘door den spoorweg te door-
snijden streek, dan toch wat liet achterland betreft; en
list Boven-Klingigebied en aangrenzende streken worden
geacht zich in ‘de naaste toekoihst tot de meest aanzienlijke
cultuurstreck te zullen ontwikkelen.
Hoewel de lijnen nagenoeg geheel in het ‘lage heuvelland
verloopen, reikt (het afvoergebied tot ver
in
het gebergte
en omvat de zeer vruchtbare vulkanische gronden van de
Kelam, Kaba en Boekit Balai.

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

657

Op Tebingtin.ggi, Tanidj’oen.g Ni’ng en Moearosalln.g zul-
len afvoeren de oostelijk daarvan ‘tot aan de Moesi ‘te
vestigen rub’berondernemingen, atimede eeni.ge ‘binnenkort
in ontginning komende ‘koffie-ondernemingen op de oost-
en noordhelling van de Boekit Balai.
Qni Moearobeli’ti sds Centrum zullen verschillende laag-
land-ciil’tures ontstaan, terwijl rechts en links van de ‘toe-
koinstige fijn naar Padangoelakta’nding ‘perceelen ‘worden
aangetroffen, waarvan reeds ‘twee in ontginning zijn en
andere spoedig zullen geopend worden. Westelijk van het vooral om technische redenen als voor-
loopig eindpunt gehouden Padangoela’k’banidi.ng liggen de
rijke gronden van de Koba- en Kel’am-helli.ngen, welker
producten en toekomstige behoeften’ ook meerendeels hun
weg over de voorgestelde ‘lijnen zullen nemen.

Een drietal ondernemingen, ‘grootendeels voor koffie, doch
ook voor kina ‘zijn reeds met de ontginning ‘aangevangen,
terwijl twee andere waarschijnlijk reeds binnen twee jaar
geopenici zullen kunnen worden. Behalve de hierbedoelde
ondernemingen liggen ‘in .dit gebied nog meerdere per-
ceelen, ‘die nog niet zijn ingeschreven, doch waarvan met
grond verwacht kan worden, dat zij spoedig ‘daarna ook in
ontginning en ‘tegen den tijd datde spoorlijn gereed zal
zijn, in productie zullen komen.

Werd in de hiervoren beschouwde streken in den laat-
sten tijd reeds veel gedaan, ‘des ‘te vlugger en intensiever zal de ontwikkeling daar voortschrijden, wanneer de aan-
leg der thans voorgestelde spoorwegen vasten vorm aan-
neemt.

Nevens de boven besproken door het’ ‘groot-kapitaal ge-
dreven cul.tures verdient ide voora’l in het achterland van
Tebingtinggi, in het stroomgebied der Moesi en der Lin-
tang, tot ontwikkeling ‘gekomen vrij ‘belangrijke I’nlaiidsche
koff’iecultuur, waarvoor in ruime mate gronden zijn en zul-
len worden gereserveerd, de volle aandaOh:t. Het is vooral
daaroni dat het tracé van den spoorweg tussohen Lahat
en Moearobeliti zooveel mogelijk Tebi’ngtinggi na’dert.
.Dat Padan’goel’aktanding en Moearokliugi als voorloo-
pige eindpunten aangehouiden worden, houdt verband met
den voortgang der erkeninings- en opnemin,gswerkzaam-
heden.

Het voorgestelde plan houdt namelijk rekening met uit-
breidingen in twee richtingen en wel ‘noordelijk in de
richting van Djambi en westelijk in de richting van Ben-
koelen.

De eerstgenoemde uitbreiding zal i’n elk geval van een
punt der K’lingilijn (Padangoelaktand’ing—Moearok}ingi)
uitgaan, maar thans kan nog niet met zekerheid worden
uitgemaakt ‘van welk punt. Daar echter ‘de aanleg der
Klingilijn iedere later te wenschen oplossing mogelijk •laa’t,
wordt daarmede niet voorui’tgeloopen op latei- ‘te nemen
beslissingen ten aanzien der Dj’am’bilijn.

De uitbreiding van het Palem’bnngsche spoorwegstelsel in
de, richting van Benkoelen kan van verschillende, punten
uitgaan, nI. vanuit Laha,t, rebingtinggi of het ‘westelijke
eindpunt der Klin’gilijn.
liet is nog niet mogelijk om een dier gevallen als het
beste ‘aan te bevelen. Ook afezien van den stand van het
uiterst’ moeilijke en omvangrijke technische gedeelte van
het vraagstuk, is de oplossing wat betreft de zag. econo-
mische tracé’s op ‘zich zelve, die ‘dan toch vooraf dient ‘te
gaan, nog niet mogelijk geweest, omdat omtrent de econo-
mische ontwikkeling van de ‘vérsOhil’lende •door die verbin-
din.gsljnen t’ ‘deorsnijden verkeersgebieden slechts zeer
vage verwachtingen en dikwijls tegenstrijdige meeningen
geuit werden. Ln den ‘allerlaatsten ‘tijd eChter begint die
onti
wkkelin.gsgang .zich wat ‘duidelijker af te teekenen,
en ‘hoewel het maken van een eigenlijk
voorontwerp
nog.
niet dadelijk zal kunnen geschieden, zal het ‘nu waar-
sdhij:nljk ‘mogelijk worden om met de spoorweg.ver.kenn’ing
in Benkoelen een ‘begin ‘te maken op’ ‘meer zekeren ‘grond-
slag dan uiterst vage vervachtingen. De aansluiting van het Klingigebied en van de bovenlanden van Benkoelen
behoeft en ‘behoort niet ‘te wachten op de resultaten, van deze verkenni’ng noch op de totstandkoming van verbin-
ding met de hooi dplaats Benikoelen.
Zelfs al zou ‘later ‘blijken, dat Benikoelen’ voor ‘laatst-
bedoelde bovenlanden de voornaamste toe- of afvoerhaven’
zou wor’den, ‘ligt het voor de hand, dat het van ht groot-
‘ste. ‘belang is voor deze streek om zoo spoedig ‘mogelijk
ook met de ‘than’s zeer zeker ‘meer ‘ibelan’grijke ‘haven Pa-
lembang te worden verbonden. Komt, ‘zoodra ‘dit moge-
lj’k blijkt – en het’ schijnt ‘niet uitgesloten, ”dat indien
de ‘plannen ‘tot vestiging van industrieën en mijnbOuw in
Benkoelen spoedig meer vasten vorm aannemen, reeds
op een der eerstvolgende begrootingen ‘gelden daarvoor
zullen worden aangevraagd -, de uerbinding met. Ben-.’

koelen tot stand, dan ‘aal vanzelf eene rationeele ‘verdeeling
van het verkeer naar de heide havens ontstaan.
Het zou echter eene verkeerde politiek zijn om met het
oog op eene eventueele ‘verbinding met Benkoelen ‘de thans
voorgestelde lijnen, welke geheel of •ten deele ‘later ‘den
‘schakel ‘tu’sschen het’Benkoelen- en het Palem’ban’gnet zul-
len vormen, ‘weg te laten of uit te stellen.’
De, aanlegkosten ‘van het in ‘totaal pl.m. 180 K.M. lange
net kunnen thans niet nauwkeurig ‘worden bégroot tenge-
volge van dé onzekerheid der materiaalprijzen en van den
loonstandaard in de ‘komende jaren Houdt men echter re-
kening ‘met de bestaande prijzen en ‘bonen, dan kunnen
‘de aanlegkosten worden geraamd op rond
f 20.000.000.
Omtrent hetgeen daartegenover aan inkomsten kan wor-den verwacht, zijn uiteraard, de ramingen heel wat gunsti-
ger gemaakt kunnen worden dan eenige jaren geleden
mogelijk geacht werd.

Het is ‘toch ‘bekend hoezeer de resultaten van’ het reeds
in exploitatie ‘zijnde d’eel v’a’ii het Z. S. S.-net zijn meege-
vallen en ‘hoe snel de opbrengst van het net toneemt.
Het spreekt vanzelf, dait eene, raming der exploitatie-
uitkomsten bezwaarlijk anders kan opgemaakt worden
dan voor een geheel net •der toekomst, maar ons de ge-dachten te ‘bepalen, mag voor het onderwerpeljke plan,
met ‘het oog op hetgeen elders in Zuid-Sumatra te zien
i, bij toepassing van redelijke ‘vervoersitarieven wel op
een exploitatie-overschot gerekend ‘worden van ongeveer
f 4
ft
f 5
per dagk’ilometer op de nieuwe lijnen’ ‘zel’ven,
gevende ongeveer
f 300.000 ‘s.
jaars, ‘terwijl de Vermeer-
dering der netto-exploitatie-opbrengst ‘op de aansluitende
lijnen van ‘het Zuid-Sumatra-net ongeveer op ‘hetzelfde be-
drag mag worden geraamd.
Het totale-exploitatie-overschot kan dan voor den aller-
eersten,’tijd geraamd worden op
f
600.000, overeenkomende
met ongeveer 3 pCt. van ‘het aanlegkapitaal; voor eene
soorlj’n in de Bui’tengewesten inderdaad een ‘gunstig uit-
zicht.

BOEKAANKONDIGINCEN

Suriname’s toekomst. Voordracht van

,

den heer J. C. S. Kasteleij’rz, in het In-
disch Genootschap op 26 Maort 1920.

Öp den’ omslag ‘der uitgaven van het Indisch Ge-nootschap vindt men in een vignet de ‘spreuk:
,,alles
komt teregt”.
Het staat vlak onder ‘den titel der voor-
dracht. Dus zal men zeggen’ – kan Suriname ge-
‘rust zijn.

De hees- Kasteleijn denlot er blijkbaar anders over.
Hij heeft met de heeren B. J. Kluvers en E. Snéllen
een uitgebreid rapport samengesteld over Suriname
1)

en een hunner conciusiën is:
,,nog is het niet te laat”.
Dat klinkt anders ‘dan het ‘berustend
alles komt teregt.
Bij het rapport heeft ‘de heer Kasteleijn het niet
gelaten. Het is gevolgd door een voordracht in het

Indisch Genootschap. ‘Zij vormen een ‘geheel. Dat er
veel in beiden overeenstemt spreekt vanzelf, maar ter-

wijl in het rapport alles aan den indrulk van ‘het woord

en het cijfer wordt overgelaten, wordtin de voor-
dracht de grafische voorstelling’ ook gebruikt; en ‘het

komt mij voor dat ‘dit er belangrijk toe ‘kan’ ‘bijdragen
aan velen, wien de tij’d tot kennisneming ‘van het uit-
gebreide rapport .ontbreekt, een inzicht te geven in
het betoog en de concl’usiën van de commissie..
Uit de grafische tabellen blijkt dat in Demerara
bevolki’ng, oppervlakte in cultuur
en
waarde van in-en uitvoer
thans ongeveer 3-maal zoo groot zijn als
in Suriname; de
uitgaven
ongeveer 1Y2-maal zoo
groot, de
inkomsten
ongeveer 2 maal zee groot;,dat de schulden ongeveer gelijk zijn;
en
.dat Demerara geen
su’bsidies genoten heeft en Suriname ongeveer 37 mil-‘
lioen;

dat de ‘bevolking in Demerara, aanvankelijk ge-
lijk aan die van Suriname, door krachtig aangevatte

im’migratie snel toenam en ‘de productenuitvoer (sui-
ker) daarmede ‘geljken tred hield;’ dat ook ‘in Suri-
name ‘de uitvoerwaarde der landbouwp’roductn (su.i-
ker, cacao, koffie) evenredig aan de toeneming der
bevolking ‘steeg, maar ‘beider stijging ‘gering was. De
helling van de stijgingslijn is voor Demerara 8 op 14,

‘) Zie Econ.-Stat. Berichten, No. 225, 21 April 1920.

658

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

voor Suriname 2 op 14; vooral in de tweede helft der

vorige eeuw is het verschil groot; van 1850 tot 1880

is de helling voor Dernepara 5 op 6; voor Suriname is

er geen

stijging; de bevolking neemt

niet toe.

Het resultaat is, ‘zooals uit een volgende tabel blijkt,.

dat in Demerara de inkomsten de uitgaven dekken,
terwijl in Suriname de uitgaven in toenemen-de mate

de inkomsten overti’effen.
Bij al dezen achterstand echter is er in 66n ‘belang

rijk opzicht: gelijkheid. Er is volgens de laatste der

grafische voorstellingen gelijkheid
per hoof(I der bevol-

hing
t.a.•v::

oppervlakte in cultuur;
opibrengst der directe en indirecte belastingen;

uit- en iuioerwaarden;

i:akomsten.

De
‘uitgaven
per
hoofd
in Sûriname zijn belangrijk

hooger dn in Demerara; maar de bestuurskosten
stijgen niet in reden van de -bevolking en het is zeer

waarschijnlijk, dat er bij eene bevolking van Suri-

name, even tâlrijk als die van Demerara, ook op dit
punt gelijkheid per hoofid ‘zoflde zijn.
En nu’ is men gerechtigd tot de -vraag: .zoude men

bij eene stijging van de hevoikiug in Suriname, in

dezclfdc mate als in Demerara,.00k die gelijkheid per
hoofd van oppervlakte in cultuur, belastingopbrengst,

uit- en invoci’ en inkomsten hebben kunnen aanwij-
zen? Er is geen enkele reden voor, een ontkennend

antwoord.
1 ets anders is het of men dooi’ een zeer versnelden

invoer ‘van immigranten nu nog de verhoudingen zal
kunnen scheppen, die bij aanvoer in Engelschen stijl

geleidelijk geworden zouden zijn.
,,Nog is het niet te laat,” zegt do commissie van het

studliesyndicaat.
Hier komt men- op het terrein der waarschijnlijk-
heden, zonder dat ‘men de waarschijnlijkheidsrekening

kan toepssen Tal van onmeetbare en onweegibare

factoren komen in het spel, niet het minst cie betee-

keuisvan de leiding. En dan zal het oordeel verschil-
len of het JanSalie is of Jan Ooen aan wien de vraag

wordt voorgelegd. –

De rvoordracht van den :heer Kasteleijn lokte eenig

debat uit, ‘voral ‘van ‘belang voorzoo’ver door onge-

twijfeld bevoegide sprekers werd getwijfeld aan de
geschiktheid van den Javaan voor immigratie in
Suriname, en -van Suriname voor immigratie van den
Javaan. De inleider ga.f dienaangaande geruststellende
inlichtingen en het komt mij -voor, dat hij -verder had
kunnen gaan. Hij- sprak toch gedeeltelijk vergelijker-
derwijs: ,,Wanneer de Britsch-Indiërs onze, eigen

onderdanen waren, geloof ik zeker, dat ik aan hen de
voorkeur zou geven.” En nu is het een feit, dat de

plantage-directeuren, die vroeger zeer pro-Britseli-
Indiër wiren, thans geen voorkeur meer hebben of,

zoo zij die hebben, den Javaan stellen
boven
den

Britsch-In,diër. Gelukkig dan ook, dat de heer
Kluvers, lid ‘van het studiesyndicaat, zich ook door
het ‘gesprokene gerbepen achtte om gelijk hij zeide,

,,een lafls te :breken voor onze Javanen.” Ook nog in ander opzicht nam hij aan het debat deel -en ook hier

kan ‘hetgeen -hij zeide het best geresumeerd worden

door
zijn
eigen ivoorden: ,,De thans gevolgde belas-
tingpolitiek der Koloniale Staten is meer geschikt
om het kapitaal
te
weien -dan -om het
te
trekiken. ‘t Is

te hopen, dat hierin -verandering komt.”

Ten slotte nog -dit. Aan -de studie-commissie is

verweten
i)
dat zij in haar critiek op ons ‘bestuur over
Suriname onbilljk is. Laten wij aannemen dat dit juist is en wij niet te kort schoten, ook niet op dit
eene punt, de bevolkingsvermeerdering, -dodr de stu-

die-commissie voorgestaan als onmiebaar vereischte
voor de ontwikkeling van de kolonie tot eene finan-
cieel zelfstandige gemeenschap. Bij alle -verschil van

) O.a. in het Algemeen. Handelsblad van Maandag3 Mei,.
Avordblad, Eerste Blad.

meening over onze be’stuursgestie, staan ivij dan toch

tegenover het onloochenbare feit, dat er op het punt

van -bevolkingsver-meerdering minder werd gedaan dan
door onze buren. Hoeveel te ‘grooter wordt dan niet de
kans op effect van de’maatregelen, waartoe door de

studie-commissie wordt geraden ‘Want aan het ten on

rechte misprezen bestuur wordt de gelegenheid ge-
opend naar reden van de ruiffiere middelen, waaiovei’

de studie-commissie het de beschikking wil ‘geven, op

grootei schaal de resultaten te bereiken, die de be

strijders van hate critiek als zoo vele eereteekenen
stellen tegenover Demerara’s grooteren voorspoed.

Suriname zal niet alleen kunnen wedijveren met De-
merara, maar het zeker slaan.’ Suriname komt meer

dan teregt.

W.
D. H. VAN ASBECIC.

Juli 1920.

Eenigen tijd geleden verscheen de vijftiende jaar-
gang (1918) van het Statistisch Jaar-boek
der Gemeente Amsterdam, publicatie van

het Bureau van Statistiek der Gemeente Amsterdam (344′ pgns.). De omvang is iets grooter dan die -van
den vorigen jaargang, daar weder enkele nieuwe
tabellen zijn opgenomen. Van ‘deze zijn vooral belang-

i’ijk die, welke betrekking hebben op ‘de woningsta-
tistiek. Tabel 20 demonstreert duidelijk het steeds stij-
gen-de woningtekort,. 31 Decemiber 1914 6486 woningen

bedrageiid, welk cijfer 31 December 1918 tot 15.708
geklommen was. In de maanden Februari, Mei,

Augustus
en
Novemher 1918 .gingen niet minder dan

54.3 pOt. ‘der in die maan’den gehuwde echtparen bij

anderen inwonen. De cijfers over 1919 zullen ‘wel nog

scherper den ‘woningnood iliustreeren. Nieuw zijn

verder kleinhandeisprijzen van kleeding, terwijl de ge-
regeld in het Maan-dbericht van het Bureau gepu-
bliceerde :buidgetvtatistiek ‘ooi’ aubeidersgezinnen
thans ook hier is opgenomen. Ook ,,Openbaar en
Bizonder Onderwijs” en ,,Fin-anciën” on-dergingen

uitbreiding. Aan ‘het laatste hoofdstuk werd een tabel
toegevoegd, w-aaiin wordt uitgedrukt, welk percentage

de ontvangsten en uitgeven ‘der gemeente voor ver-schillen-de doeleinden uitmaken van ‘het totaal. Het
komt ons min-der gelukkig -voor, dat hierin ook zijn
opgenomen, de ,,Bijdrage ‘van het Rijk in de door de

Gemeente geleden Oorlogaschade” eeuerzijds, de ,,U.it-
geven, bestrden uit het algemeen crediet, in verband
met de tij,dsmnstandigiheden” anderzijds, daar ‘het ‘ver-
krijgén van een overzicht der onderlinge verhouding
van’ de gewone inkomsten en uitgaven ‘hierdoor be-

lemmerd wordt.
Ten slotte vermelden wij nog een interessante tabel

over ide Va.kbemid’delin,g der Gerneente-Ar-beidbeurs.
Het Jaarboek bevat verder een grafische voorstelling
van de wekdlij,ksdhe geboorte, sterfte en aantal hiujwe-
lijken per 1000 inwoners in 1918, waar hij de sterfte de
invloed -van de griep–periode scherp uitkomt en een
grafiek van geboorte en sterfte per 1000 inwoners in
het Rijk en Amsterdam per maand in -de jaren 1914-
1918 en de eerste helft van 1919. Aan ‘de ‘daling in de
lijn der geboortecijfers is ‘de invloed van den oorlog

zeker niet vi’eemd.

ONTVANGEN:

Kapitaal en Volhsinkornen,
door J. van den Tempel.

Haarlem, 1920.

Japan in d,n oorlog,
dooi’ Dr. P. A. Roeper Bosch.
tlitgave No. 6 van de Japansche Commissie der

Vereeniging ,,Nederland in den Vreemde”.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

De E c o n’o m i st. – ‘s-Gravenhage, 15 Juni 1920.

Prof. Mr. – Dr. H. W. C. Bordewijic,
Eenige ‘opmer-

kingen over socialisme en socialisatie;
Dr. E. M. A.

Tinim,er,
Grepen uit de geschiedenis der Delftsche

brouwnering;
P. J. Dobbelaar,
De toestand der nu-

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

659
1

verheid te Schiedam in 1816;
Tj.
Greidanius,
De geld-
politiek.

Journal des Economistes. – Parijs,
Juni 1.920.

YvesGuyo
Baisse ‘des prix et Baisse des changes;
J. Gz’rard,
L’évolution actuelle de la législa’tion fran-
çaise des pensions civiles et militaires; modificatjons
réalisées depuis 1914 et réformes .projetées;
G. de
NOUViOn
Lacrise, du logement;
J. I.e fort,
Revue de
l’Acad.émje des Sciencos morales et politiques (du
1.5 mais au 15 maj 1920);
A.
Barriol
et
1.
Brochu,
Emprunt en obligations émis par le crédit national
Pour faciliter da réparation des dommages 8aus6s par
la guerre (juin 1920);
X.,
La propriété et l’état;
G.
Mewier,
L’impôt sur le capital;
A.
Raffalovich,
Une
pl&vision des rcoltes et la péiiodicité des crises;
A.
i?a.ffalovjch,
Le Bo]chevisrne;
B. L. L.
E.,
La ligue
clii 1?bre-6change (juin 1920).

The Economie Journal. – Londen, Juni
1920.

J. R. Olynes,
Food control in war and pèace;
Prof.
A. C.
Pigo’u,
Oo-operative societies and income tax;
P. S.
Florence,
An official A’mei’ican study of indus-
trial fatigue;
W. M. Acworth,
The American railway situation;
Prof. M. Ansiaux,
The Belgiian exehange
since the war;
W.
H. Beveridge,
British exports and
the barometer H.

The Amerjean Economie Review. –
Oambridge (Mass.), Juni 1920.

A. Bergland,
The war and .the world’s mereantile
marine;
A.
Comstocic,
Fiscal aspects of state income
taxes; A.
Saliers,
Oost, fair ‘value, and depreciation
reserves;
C.
C.
Plehn,,
War profits and excess profits
taxes;
C.
Day,
Keynes’ Economie Oonsequences of
Peace;
S.
Litman.,
The past decade of the foreiign
doimmerce of the United States.

Reivue d’EconomiePo]itique – Parijs,
Mei-Juni 1920.

L. Hersch,
L’inégalité devant la mort, d’après les.
statistiques de la vuile de Paris;
B. Rambaud,
Les
pIogr è,s de i’agriculture en Franco et en Alle,agne;
H. Prowier,
Le nourbre indice du coût de ]a vie et l’en-
cinête cle l’Unior, suisse des sociétés de consonirn’ation;
J.
Lescu’re,
Le mouivement ouwrier depuis l’aimiatice
jusqu’en mars 1920.

S c:hmolLér s J ah rb uch – München Leip
zig, 44 J’alhrg. istes Heft.

H. Schumacher,
Gegenwartsfragen des Socialismus;
W.
Ma.utner,
Bolsehe.wiamus und Marxiismus;
0. Auhagen,
Urisachen und Wirkungen der Geldentwer-
tung;
R. J’u’nge,
Die Geidpolitik der ‘ingarischen Bol-
schewisten;
L. von Bortkiewics,
Der subjektive Geld
wert; C.
Brinlcmann,
Begriff und Aufgabe einer ge-
schidlctljchen Staatenkunde;
K.
Diehi,
Bemerkungen
iîber Begriff und Wesen des Kapitalismus;
0.
Jöh-
liriger,
Problome dci’ .Tagspresse;
M. E. Lüdrs,
Die
Entwiciklung der gewerblichen Frauenarbeit im
Jri ege.

‘MAANDCIJFERS.

PRODUOTIE DER KOLENMLJNEN.
5)

(Ontleend aan ,,Maandschrjft Centraal Bureau Statistiek”)

Naam van de
April
Mei
Mijn
1920
1

1919
1920
J

1919

$taat8mijnen.

,,Wilhelrnina”..,
,,Enjn,a ……….
,,Hendrik ……..

43.790
57.816
..28.442

47.742
51.070
20.542
41.034
60.089
28640

49.094
52.356
23.589

Totaal ..
. .
130.048

..

119.354
129.763
125.039

Particul. mijnen.

Domaniale mijn.
ljn Laura en Ver
43.995
40.483
41.767 43.150

Oranje-Nassa
u

39.631
39.329
38.061
44.869
eeniging …….

mijnen ……….
iljn

Willem

So-
62.715
57.394
59.938 62,428

19.045 ‘13.832
18.275
14.102
phie …………

Totaal ….
165.386′
151.038 158.041
164.549

‘Totaal generaal
295.434
270.392
287.804
289.588

) In tonnen.

Het ,,Maandschrjft” teekent bij de cijfers aan:
zooals uit deze cijfers-blijkt, was de productie in de

eerste 5 maanden van 1920 ruim 1.477.000 ton tegen
ruim 1.393.000 ton in het overeenkomstige tijdvak

van 1919, d. i. dus een toeneming van =1= 84.000 ton
of ruim 6

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAM*EGMAATSOHAPPIJEN MAART 1920.

(Ontleend aan ,,de Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.

Personen vervoer.

Goederenvervoer.
Totale ontvangsten,
________
Maart
1920.

1

Maart
1919.
Maatsch. tot ExpI. van S.S., N. C.-S., Noord-
Brab.

Duitsche

Spoorwegonaatschappij

en
Roll. IJzeren Spoorweginaatschappij
f
5.791.569,-

.
f
8.396.359,-
f 14.786.367,.-
f11.519.283,-‘)
Tranw.mij.

,,de

Meijerij”

…………………….

Westiandsche Stoomtramwegmaatschappij
,,

60.681,27

.

101.576,04
39.282,36
166.163,56
33.702,97
143.526,81
Nederlandsche Tramwegmaatsehappij

………..
.,.
25.641,03′!
2

,,

443.525,46′!,
9.184,75
37.786,14′!,
443.526,46
1
1,
37.076,63
316.735,34
1
/2
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij
Zuider Stoomtramweg-niaatschappij


144-351,3611,
,,

164.088,09
Rotterdamsche Electrische Tramweg-mij…….

Nederlandsch-Indisclie Spoorwegmaatschappij
10.170,55/
,
,,

7.185,11’/
,,

17834,78
19.262,54
1
/
………

lijn Samarang-Vorsten1anden_wjlie

T.;
Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij

.
381.000,-

44 3.580,-





,,

i.00,-
15.300,-
lijn Modjokerto-Ngoro ………………

….

emarang-Cheribon

m
Stoomtramwegaatsch
Samar.-Joana Stoomtramwegmaatschappij




,,

,
79.600,-
392.000,-
67.300,-
280.200,-

lijn Soerabaja-Krian …………………..

$erajoedal Stoomtramwegmaatschappij


302.300,-
242.400,-

lijn Bandjarnegara-wonosobo

lijn Maos-Bandjaraegara …………………


53,000,-
60.600,.
……………
Deli -Spoorwegm aatschappij

……………….
.

.

,,

10.400,-
10.000,-
714.000,-
531.404,-
Nagekomen over Fébrtiari
1920.
Zuid Nederl. Stoomtramweg.maatschappij -‘ . .,
f

10.170,23
1
!,
I
f
, 16.312,94!2
J
‘f

28.428,87

1
f

30.957,65
De ontvangsten der groote maatschappijen, die in de Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Mandchrif t Centr. Bureau
Statistiek” ontleend.
‘)
DeSnitieve opgave.

660

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

28 Juli 1920

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen

S

Juni 1920 Juni 1919

GELDKOERSEN.
.
Posten

Bedrag
Pôsten
Bedrag
BANKDISCONTO’S.
S

Voor reke-
Disc.Wissels. 4

1Ju
1
i
’15Zweeds.R.ksbk 7

19Mrt. ’20

ninghouders

34.129

f1.674.392.816

22.309

f1.058.925.386
Be1

Binn.Eff.4

1Juli ‘151Bk.v.Noorw.6-618DeC. ’19

1Vrs;’ch.inR.0.
waarvan door
.
5
19 Aug. ‘141
Zwits. Nat. Bk. 5

21Aug.’19

de H.-bank
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 5
28Apr.’20

plaatselijk…

13.429

,,1.279.797.251

7.167

,,

744.343.112
Duitsche Rijksbk.
.5 23Dec.
’14Bank v. Spanje 5
12Nov.’19
’20
Bk. van Frankrijk 8

8Apr.’
2O1Bank v. Italië. 6
20Mei
Ter voldoe-
Oostenr. Hong. Bk, 5
12Apr.
15l
F. Res. Bk. N.Y. 6-74
Juni’20
ning van
Rijksbelast.

1.568

,,

12.102.450

1.520

,,

8.210.558
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank
3+
1 Aug.’09

OVERZIOHT DER RIJKSMIDDELEN.
OPEN MARKT.

(In Guldens).

Data
Amaterdam
Londen
Part.
BcrlUn
Part.
Parijs
Part.
N. York
CaIl.
Scdcrl
1
Januari
1
komsuge
Part
Prolon-
1920 1920
1

periodè
1919
disconto
gatie
disconto disconto
disc.
monet,

Directe
bela8tingen.
24 Juli

’20
3’/,-‘I

5
1
/2 1)

66/,

4-t/,

-.

7-8
1)

S

3.089.731
8.435.978 9.063.974
1924J. ’20
3
1
/
8
1
I

5
1
!,-6

6/

4-
6
I



6-8
Personeele belasting
820.754
3.086.599 3.343.796
12-17 J. ’20 3’/8’/4

5
1
!,

6
1
/i

4’/s

7-11
Inkomstenbelasting
8.884.959
45.014.804 26.581.246
5-10 J. ’20 31/4

5
1
/
6
1
Ii

6
1
I

4-1/8

6-10
Dividend- en tantième-
1.803.109
7.139.905
1.279.634
21-25
J.
’19 35/7/

13-‘/’

3’/u,’Is
4-‘/a


5
1
12-7

Vermogensbelasting
1.401.339
7.296.804
4.069.899
22-27
J.
’18 2’/,-‘/

2’/-4

317/33

14-‘/a

-8112-6

20-24Juli’14 3
1
/_
4
1

2
2
/.-
8
/a

2’I-‘Is

2’/.’/i

2
1
I

l’Ia-2’/,
Accijnzen.

Grondbelasting

……..

1.935.602
18.334.275 17.825.370
t)
Noteering van 23 Juli 1920.
349.315
836.102 534.187
S

belasting ………….

4.143.583
23.272.970 13.316.742
WISSELKOERSEN.

.
133.701
1.018.898 607.187
S

Suiker

…………….
Wijn ……………….

295:482
1.013.588 338.714
S

WISSELMARKT.

Gedistilleerd

……….

1.251.890
7.075.246 6.069.018
De

wIsselmarkt onderging deze wek weder eens zeer

Zout

……………..

Belast. op speelkaarten
11.533
13.351

sterke schommelingen. Op slechte politieke berichten uit

Indirecte
belastingen.
Polen ontstond een sterke daling, waardoor Londen terug-


‘2.072.271
112.342.073
8.360.342
liep tot 10.88, Parijs tot 21.70, België tot 22.85 en Berlijn


Registratierechteil
3.808.682
25.615.877 15.708.709
tot

6.40.

Ook

de meeste neutrale wissels waren flauw.

2.448.761 16.563.143
14.441.892
Stockholm daalde van 63.25 tot 62.20, Qhristiania van 47.70

Invoerrechten

.
5.314.326
22.482.516
12.213.548
tot 47.-, Kopenhagen van 47.15 tot 46.90 en Zwitserland
………
van 50.60 tot 49.90. Alleen dollars waren weder vast en
Gouden en zilveren
werken
waren een oogenblik 2.90 biedend, waarna een kleine ialing

Bier

…….. ……….
Geslacht

…………..

Belasting …………
65.127
453.469
415.805
intrad. tot

2.89, op welken kders een groote vraag bleef
52
488
416
bestaan. Pesos daarentegen flauwer, ca. 1.14. Ook Indië iets

Zegelrechten

………

Successierechten ……..

593.870
2.518.622
2.030.101
gemaikkeljker, 1033% h 104.
198.350
524.330
221.152

73.054
875.007
954.35
S

S

S

S

Essaailoon …………

Statistiekrecht

………..

168.942
405.703
405.959
KOERSEN IN NEDERLAND.

Mijnen ………………
Domeinen

…………..

Jacht
en
vissoherij

..
40.085 41.504 46.068
S______
Londen
Parijs
Berlijn
Weenen
Brussel
New
Btaatsloterj

…………

Loodsgelden

……….
159.946 730.540
524.416
D
ata
‘ ‘
‘)
“)
York”)

39.064.464
205.091.7921
138.352.528
Totaal………..
.

VOOR
HETLEENINGFONDS
1914.
19 Juli

1920..
11.08
23.85
7.42+
1.90
25.22+ 2.87
1
!,
OPOENTEN
20

,,

1920..
11.02
23.50
7.37k
1.87+
24.97, 2.89
Sedert Overeen-
S

.
1
Januari
komsilgo


21

,,

1920..
li.06+
23.55
7.35
1
.
87+
25.

2.88
1
/4
1920

1920
periode
1919
22

,,

1920..
23

1920..
11.05k
10.98 22.95
21.70
7.22/t
6.35
1:80
1.55
24.42+ 2.89’/
23.35

2.89
1
/
Directe belastingen.
Grondbelasting
618.208
1.689.260
1.815.655

,,
24

,,

1920..
Laagste d.w.’)

10.88

21.40

8.20

1.50
– –
22.40

2.85+
Personeele belasting
149.497
597.451
615.931
Hoogste

‘)
11.09
23.95
7.44
1.92k
25.30

2.90
Inkomstenbelasting
2.551.553
13.239.484 11.468.547
,,

,,
16 Juli

1920..
11.11
24.-
7.42
1.92
25.47+ 2.85
Vermogensbelasting
350.625
2.356.169
1.625.472
9

1920..
11.18 23.80
.7.40
1.97+
25.40

2.82
+
Dividend- en tantième-
.

595.0
2
6
1.831.795

,,
Muntpariteit.
.
12.10+
48.-
59.26
50.41
48.-

2.48’/

S
Noteering te
Amsterdam.
5*)
F’loteering
te Rotterdam.
Accijnzen
.
387.120 3.666.855 3.565.074
t)
Particuliere
op
g
ave.

belasting …………

Gedist. (binn.-enbuitl.)
69.863
414.358
167.220
2.327.297
.

106.837 1.331.674
Dat a
Siock.
holm’)
Kopen-
hagen’)
1
tlantai


Chris.

Zwitser-
land’).
Spanje
1

Batavia
1)
‘)

telegrafisch

Suiker

…………….

Indirecte
belastingen.
– –

Wijn
………………

Zegelrechtvanbuitl.eff
39.958
271.743
397.644
S

19 Juli

1920

63.25

47.25

47.75

50.60

45.75

104-
1
/
Registratierechten
….
)

)

280
20

.,,

1920

63.-

47.-

47.30

50.20

45.75

104V4
5.176.208
26.147.274
20.927.064
Totaal
.. . .
21

,,

1920

62.80

47.35

47.7,5

50.32+ 45.50

104-
1
/

BELASTINGEN IN
VERBAND
MET DE
BUITEN-
22

,,

1920

62.85

47.30

47.75

50.15

45.75

104-
1
/

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.
:
23

,,

1920

62.60

47.-

47.30

50.-

45.50

104-!,

24

,,

1920

-.

45.50

104-‘I

L’ste d.
w.’)

62.10

47.-

47.-

49.80

45.25

104
Juni
1920

1
Sedert
1
Januari
1920
H’ste
,,

,, ‘)

63.45

47.60

48.-

50.65

46.-

104-
1
/

16 Juli
1920

63.35

47.60

48.-

50.60

45.50′ 104-
1
/’
Oorlogswinstbelasting

12.413.025

58.357.842

Verdedigingsbelasting la

422.110

2.195.193′
9

,,

1920

62.40

46.60

47.-

50.80

46.-‘ 102
1
!0

Verdedigingsbelastijig Ib
..

2.002.632

8.747.041
Muntpariteit

66.67

66.87

66.67
.
48.-

48.-

100

Verdedigingsbelasting
II
..
.

2.919.587

16.139.809
“t
Noteerina
te
Amsterdam.

I)Particuliere
opgave.

17.757.354

85.439.885
2)
Noteering van
17Juli
1920.

8)
idem van
10 Juli
1920.

1)
Hieronder begrepen
f
566.103

wegens zegelrecht van

van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
nota’s


betaald dan ontvangen. In de maand Juni 1920 werd ont-

(Beiirebelasting).

‘)
idem f3.636.105.

‘)
idem f1.997.764.
vangen-
f
0,66; zoodat over de eerste zes maanden nog! 0,04

4) Over de eerste vijf maanden werd
f
0,70 meer terug-
meer
is
terugbetaald dan ontvangen.

,

/

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Im

KOERSEN. TE NEW YORK.

D 0 0
CableLond.
ZichtPa,ij,
Zicht Berlijn
ZichiAmsie,d.
(lnj per)
(in cii. per
,f)

(in ci. p.4Rm.)
(in
ds.
p. gld.)

24 Juli .. 1920
3.78.75

7.63

nom.
Laagste d. week
3.76.75

7.47

nom.
Hoogste,,

,,
3.84.-

8.23

nom.

.

17 Juli .. 1920
3.8 7.25

8.31

nom.
10

,,

..
1920
3.95.12

8.46

nom.
Muntpariteit..
4.86.67

5181/4

951/4

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteeringo-
eenheden
10Juli
1920
17Juli
1920
19-24 Juli
Laagste

Hoogste
24Juli
1920

Aiexandri

. .
IPiast. p.
£
977/,,
977/1e
97
1
/je
97’/,o
97/ie
5
B. Aires
1
)..
d. p.
£
56
8
!,,
56’/4
55
8
!6
56
3
/4
t56
9
/82
Calcutta
. . . .
£
p. rup.
1110′!2
1/10
1
/8
1/10
5
/,
1/11
1110
ffongkong ..
id. p.
$
3/7
1
12
3/8
318
3/9
3/9
Lissabon
.. ..
d. per Mii.
11
1
/s
11’/4
10′!,
12
11’/8
kladrid

….
Peset. p.0
24.40
24.34 24.10
24.32
24.17
5
Montevideo
I
d. per
$
56
1
/e
5614
54
1
/2
56I8
55’/s
l’Iontreal….
$
per
£
4.49
1
!3
4.41
4.30 4.47
4.32′!2
5
R.d.Janeiro.
cl. per Mii.
14
17
132
141/
4

13’V,,
14
5
/81
14
Lires p.
£
65.50
66.25 65.50
72.-
70.-
Shanghai

. .
£
p. taei
s/o’i
5/1’/
5/1
5/5
5L3’/4

Rome

……..

Singapore ..
id. p.
$
2/4 2/3
25
/,,
2/3
21
/,,
2/41/,,
2/329/,,
5
Valparaiso..
d. p. peso
12171,
2

i1’/4
11’14 14
10”/,
Yokohama
..
£
per yen
2/7
1
/8
2/7′!,,
2172/s

219
1
/2
2/8
1
/8′
IÇ.oereen der vooralgaande dagen.
1)
Telegea6,ch tranefert.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering
te
Londen

te
New York 24 Juli
1920 ……..54
1
/2
81
8
!8
17
1920……..52
89
8
!8
10
1920 ……..

52’/s 92%
3
1920 ……..

51’/
89′!, ‘)
26 Juli
1919……..55
106
1
/3

t
27 Juli
1918 ……..

48″/is
‘)
99’/6
20 Juli
1914 ………
24″/,
1)
Noteering
van
2 Juli 1920.

2)
idem
van
26 Juli 1918.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 26 Juli 1920.
Activa.
Binnenl.Wis-ÛH.-bk. t 12.604.229,15
1
/,
seis, Prom., B.-bk.

1.712.248,31
enz.ln disc.L Ag.sch.,, 75.939 304,401/1

90.255.781861/2
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef.. t 41.088.077,-
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietatgel.

«

Beleeningen
(H.-bk.
41.088.077.-

mci. vrsch.
(117.667.257,14
B.-bk.

,, 28.101.301,30
1
/3
in rek.crt.(
op onderp.
.Ag.sch.

186.469.441,18

f332.237999,62’/,

Op Effecten

f319.644.999,62
1
/2
OpGoederenenSpec.
,,
12.593.000,-

,,
332.237.999,62
1
/
3

Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt en Muntinateriaal
Munt, Goud
.
……t
56.426.335,- Muntmat., Goud .. ,,579.912.075,53

1636.338.410,53
Munt,. Zilver, enz..

,, 15.014.522,11
1
/2
Muntmat., Zilver

Effecten

,,
851.352.932,64
1
/2

Bel.v.h.Res.fonds..

(

3.668.159,62
1
!,
id. van
‘I,v.
h. kapit. ,,

3.890.127,371/,
7.558.287,-
Geb. en Meub. der Bank …………….
,,
3.594.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
47.828.353,07
1
/,

(1.173.915.431,21

Passiva.
Kapitaal

……………………..
t
20.000.000,-
Reservefonds

………………….
5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop ………….,.1017.208.045,-
Bankassignatiën in omloop ……….


1.731.024,47
Rek.-Cour.

Het Rijk
t

1.837.671,18
1
/2
saldo’s:

J
Anderen ,,121.259.539,47
123.097.110,65
1
/2
Diverse
rekeningen ………………
,,
6.879.251,08
1
!3

(1.173.915.431,21

NED. BANK 26 Juli 1920
(vervolg). Beschikbaar.
metaalsaldo ………. …. ( 422.150.133,97
Op de basi8 van ‘/, metaaldekking ……
193.742.867,94′!,
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
,,
2.110.750.665,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
-Mee,

Minder
Disconto’s

13.999.039,421/2
Buitenlandsche wissels

621.399,-
Beleeningen …………..3.507.267.47′!,
Goud

. . 535
Zilver …………………300.132,09
Bankbiljetten

10.085.815,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s …. 12.509.565,61
1
/
2

Voornaamste posten in duizenden auldeng.


Daia
Goud
Zilver
B
k
bilj
a
e
7
len

Andere
opeischbare
schulden

26 Juli

1920
636.338
15.015
1.017.208 124.828
19

,,

1920
636.339
14.714
1.027.294 127.814
12

1920

..
636.311
14.416
1.026.554
151.474
5

,,

1920

..
636.305
14.141
1.040.751
127.594
636.304
13.894
1.004.808
145.646
28 Juni

1920……

26 Juli

1919


651.403
6.417
1.003 290
.

70.828
27 Juli

1918

….
715.123
7.793
909.750
78.846
25 Juli

1914

. . .
162.114 8.228
310.437
6.198

Dato
Tolaal
1

bedrag
discontos

Hiervan

1

Schatkist-
promeasen
rechtstreeks

1
t

Bdee.
1

nin gen

Beochik.
baar
Metaal-
saldo

t

Dek.
1

bingo-
1
percen.
1

togo

6 Juli 1920.
90.256
.


332.238
422.150
57
19

,,

1920
104.255 13.000 330.781
419.236
66
12

1920
106.950
13.000
351.093
414.329
.55
5

,,

1920
109.214
13.000
838.151
415.984
56
28Juni1920
177.252
21.000 296.978
419.315
57
Juli 1919
112536
66.500
208.158
442.070
.61
27 Juli 1918
52.139
32.000
112.300
524.919
73
Juli 1914
67947
14.300
61.686
48.521′)
76
lJp de balie van ‘(, metaaldekkjng.

Uit de bekendmaking van den Mi n is ter van Fin a n-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

19 Juli 1920

26 Juli 1920

Aan schatkistpromessen. ( 294.350.000,- f283360000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

13.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..

2.394.000,-

3.294.000,-
Aan zilverbons …….. …52.039.560,75
,,
52.980.861,75

JAVASCHE BANK.


Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
ijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Andere

Data

Goud

Zilver j

°
e

t

ten

17 Juli

1920
515:500
10

,,

1920
523.000
3

,,

1920 ……
512.000

12 Juni 1920……

..

196.054
5.416′
324.040

iöiiji’
5

,,

1920 ……196.169

..
*53

5.380 324:747

138.371
29 Mei

1920 ……191.823

..

5.200
322.510

130.804
22

,,

1920 ……..
189.845 5.146
322.489

125.436
19

Juli

1919 ……
136.722 5.510
250.676

88.630
13 Juli

1918 ……
101.951
12.446
193.483

62.204
2

Juli

1914

.
…..
.2’2.057

1
31.907

1
110.172

1

12.684
Wissels.
DIverse
Be,chik.
Dek-
Data
Dio- kuilen
Bdee.
baar
bingo-
conto’s
N.-Ind.
betaalbaar
ningen
ningen
1
metaal-
saldo
percen-
I

____________
age

17Juli 1920
10

•,,

1920
3

,,

1920

12Juni1920

291.500
291.000
281.500

°
36.486

106.500
105.250
107.500
106.577

*
00

42
19.357

21.273
160.986

5

,,

1920
19.328 21.941
156.016
31.925
109.137
43
29Mei 1920
19.679 23.731
158.495 34.318
106.546
43
22

,,

1920
19.463 24.458 153.779 36.768
105.594 43
19Juli 1919
10.202
18.107
74.476
13.664
73.646
42
13Juli 1918
8.036
22.995
72.369
24.643
63.401 45
5 Juli 1914
7.2591
6.3961
47.934 2.228
4.842′
44
1)
Sluitpost
der
activa.
‘)
Op
de
basis
van
5/

metaaldekking.

r

662

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden guldens..

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
ochulden
Disconto’s
I


Div. reke-
ningenl)

19Juni 1920 ..
1.071
1.947 911
1.647′
365

12

,,

1920

..
1.072
1.970
811
1.623
395

5′

1920

..
1.070
1.974 848
1.641
503

29 Mei

1920 ..
1.069
1.807
817 1.645
337

14 Juni

1919 ..
1.026
1.489
902 1.414
151

22Juni 1918 ..
6802
1.05
811
1.163
611

25 Juli

1914

..
645
1

1.100 560
735 396

) ‘Sluitpost der activa.

0)
Hiervan zilverbons 60 dz. gid.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder ‘bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Currency
Notei.
Dato

Metaal

Circulaile
Bedrog

Goudd.
I
Goo. Sec.

21 Juli 1920 123.004 124.099 360.830 28.500 330.080
14 ,,

1920 122.879 124.238 362.277 28.500 331.679
7 ,,

1920 120.738 122.744 380.122 28.500 331.847
30 Juni 1820 117.882 120.058 357.356 28.500 331.660

23 Juli 1919

88.331

78.895 340.967 28.500 325.328
24 Juli 1918

67.138

55.743 j 260.495 28.500 237.859

22 Juli 1914 40.164 29.317

Data
G’0v,
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.’
serve

Dek
g

21 Juli ’20
56.588
80.081
16.559
119.594
17.355
12,75′

14

,,

’20
59.439
78.623
17.671
19.623 17.092 12,50

7

,,

’20
52.425
83.895 17.886
117.035′
16.444 12,25

30Juni’20
90.078
103.188
15.748
175.967
16.274
8,50

23Juli ’19
49.823
81.863
19.687
122.013 27.886
19,68

24 Juli ’18
56.063 103.320
34.675
136.699
29.845
17,41

22Juli ’14
11.005
1

33.633
1

13.735
42.185
29.297
52e/8
1)
Verhouding tusschen Reserve en I)eposilo.

DUITSCHÉ RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bi.jvoeging der Darlehens- kassenscheine, in duizenden Mark.

Dola
Metaal
Daarvan’
Goud
Kassen.
acheine
Circu-
!atle

Dek-

I
kIngs,

)

15 Juli

’20
1.096.000j1.091.7.15
17.210.482
53.846.706
34
7

,,

’20 1.095.430
1.091.716
17.272.274
54.045.201
34
30 Juni ’20
1.094.984 1.091.717
17.251.609
53.975.118
34
23

,,

’20
1.095.174
1.091.714
16.492.649 51.656.516
34

15 Juli

’19
1.132.898
1.113.068
8.930.852
29.596.856
34
15 Juli’18
2.468.195
2.346.941
1.768.358 12.470.971
34

23 Juli

’14
1.691.398
1.356.857 65.479 1.890.895
93
t)
Dekking der circulatie door metaâl en
Knosenscheine.

Data
Wimela
Rek. Crt.
Darlehenskassenscheine

Totaal
In ‘La, hij de
uitgegeven
I
Reich,bank

15 Juli

1920
41.786;457
14.850.689
30.630.900 17.169.000
7

,,

1920
44.167.064
16.939.980
30.925.600
17.231100
30 Juni 1920
50.954.107 23.528.955 30.947.100 17.193.700
23

,,

1920
37.155.990 11.579.770 29.856.600 15.843.100

15 Juli

1919
29.999.332
9.642.901
20.915.400 8.909.500
15 Juli

1918
15.216.235 7.910.684
9.410.700
1.748.900

23 Juli

1914
750.892 943.964
1


OOSTENRJJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste oosten in duizenden kronen.

Dato
Metaal en
buiten1.
goudwissci
Disc, en
belecingen

1 Bijz. schuld
1
0o,t

n Hongarije

I

Bonk-
biljetten
Rek.. Cr1.
,saldi

7Feb.’20
‘)290.428
19.251.400 32.954.000
56.994.022 6.057.646
31Jan.’20
291.083
19.162.543
32.954.000
56.772.802
6.220.536
31Dec.’19
287.640 19.196.063
32.954.000 54.481.264
7.906.378
23

,,

’19
297.363 17.856.786
32.954.000
53.109.418
7.641.778

23Juli’14
1.589.267
954.356
-‘
2.159.759 291.270
1)
waarvan 222.662 goud. 10.818 buitenlandsche goudwissols en 56.948
munt en muntnattriaa1 zilver.

BANK,VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden trance.

Dato
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te qoed
in hei
Buitenland

BuiLgew.
voor,ch.
old. Staat

22 Juli ’20
5.588.878
1.978.278
247.516
679.128 25.700.000
15

’20
5.588.603
1.978.278 247.484
662.866
‘26.000.000
8

,,

’20
.5.588.511
1.978.278
247.447
687.846
26.000.000
1

’20
5.588.146
1.978.278
241.909 656.736
26.000.000

24 Juli’19
5.566.429
1.978.278
300.742 907.460
23.250.000
25 Juli ’18
5.431.553
2.037.108
277.156
1.459.290
18.900.00C

23Juli
‘141

4.104.390
– ,
639.620

1

Wissel,
Uit ge.
stelde
Wissels.

Bdee-
ning
1

Bonkbil-
jetten

Rek. Cr1.
Pont.
culieren
1

1

Rek.
1

Cr1.
Staat

1.807.509
510.196
1.942.381
37.764.829
3.165.062 134.170 1.848.130
511.916
1.936.454
38.010.973
3.194.301
168.428
1.822.834
515.263 1.957.605
38.012.119 3.408.105 52.285 2.024.004
519.693
1.874.628
37.762.706 3.706.255
44.813
862.225 757.487
1.251.678
34.931.600
2.951.571
103.849
1.099.095
1.070.070
883.048
29.146.0653.845.l96
138.394

1.541.080
‘.


769.400
5.911.9101
942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE’ BELGIQUE.

Voornaamste posteti in duizenden trancs.

7ii
Bv/een,
t

in.
,
Binn.
Rek.
Data
md.
‘von
1

von
wissels
Circu.
Cr1.
buiten!, buiten!.
1
prom. d.
en
latte
panttc.
saldi
vorder.
1
provinc.
heleen.
,

22Juli’20
356.688
84.653
480.000
723.834
5.354.912 1.482.992
15

,,

’20 356.333
84.652
480.000
735.675
5.341.535
1.506.372
24Juni20
356.687
84.653
480.000
746.696
5.166.370
1.623.471
17

,,

’20
356.587
84.653
480.000
727.709
5.143.138 1.671.000
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERiKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorrood
Zilver
vie.

F.R.
Notes in
circu-
Totaal
________________

Dekking
In het
,
_____________
bedrag
F. R. Notes
butteni.
loile

25 Juni ’20

1.969.375 1.284.096
111.531
139.230,
3.116.718
18

.
’20
1.962.321
1.287.079
111.531
138.579
3.104.810
11

,,

’20
1.965.058 1.353.429
111.531
137.533
3.112.201
4

,,

’20
1.960.853
1.253.576
111.531
138.087
3.127.291

27 Juni ’19
2.147.784
1.236.603

68.472
2.499,18€
28 Juni ’18
‘1.949.021
1.021.414 16.275
57.178
1.722,21€

Dato
wisicis


Totaal

[_

Depositos
Cc,to,t
Kapitaal

Algem.
Dek.
bingo..
pere. 0

Percent.
Goud-
dekking
circul.
2)

25 Juni ’20
2.830.979
2.504.067 94.506
43,6
48,3.
18

’20
2.694.728
2.567.580
94.462
44,5 49,4
11

,;

’20
2.926.846
2.153.036
94.284
43,0
47,5
4

,,

’20
,
2.974.946
2.596.791
94.108
42,5
46,9

27 Juni ’19
2.122.598
2.436.757
82.764
49,5 64,2
28 Juni ’18
1.(86.023
2.049.906
75.858 59,3

t)
Verhouding tusschen: den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare’ schulden, F R. Notee en netto deosito’o.
5)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale dekkingsmiddelen als dekking voor de netto
deposil o’s.

?ARTICULIÈRE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.’

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
hij de Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
F.
R. banks
deposito’ s
de posit,
beleggingen

18 Juni’20
814
17.049.347
1.368.251
14.563.392
2.684.497
11

’20
812
17.047.868
1.428.040 14.316.597
2.670.523
4

,,

’20
813
17.081.737
1.419.343
14.255.580 2.667.977
28 Mei ’20
814
17.053.589
1.415.397 14.280.397
2.645.701

20 Juni’19
771
14.349.049
1.323.267 12.825.091 1.756.894
21 Juni’181
695
12.422.6171

1.147.421
11.203.532
1.369.809

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
vaü enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.

11

28 Juli 1920

ECONOMISCH—STATISTISCHE BERICHTEN

663

EtFFECTENBEURZEN.

Amstendam, 26 Juli 1920.

Het zijn voornamelijk de gebeurtenissen in ‘het Oosten
van Eairopa geweest, die hun invloeden op ‘de internationale
beurzen gedurende de achter ons liggende dagen hebben
doen gelden. De voortdurende opma’rsch in Polen door het
Roode leger der Russisehe boisjewiki ‘heeft de gemoederen
sterk verontrust, hoewel er, zooals ter beurze van New
York, enkele uitzonderingen aan te toonen
zijn.
Vooral te
Berlijn echter heeft •de ooncentratie van Russisdhe en
Poolsche troepen aan den Oostgrens van Dottschland hef-
tige beroering te voorschijn ‘geroepen. Tevoren was de
beurs eerder in een vaste. stemivng’geweest, vooral ‘voor
steenkoolwaarcien, in verband met de vredes-onderhande-
lingen te Spa en het daaruit geboren vertrouwen, dat ten
slotte aan ‘de eisohen der Entente voldaan zou kunnen
worden en dat voor de te leveren kolen een Ibchoorljke ver-
goeding zou worden ‘betaâld. Er werd op deze wijze een
herstel valt een meer normaal economisch leven in het
vooruitzidht gesteld, hetwelik niet ‘nhdiet een .gunstigen
invloed op cle beurs uit te oefenen.. Plotseling echter keerde
de ‘tendens, toen ‘het ‘noodzakelijk bleek Duitsche troepen
naar den Oostgrens te voeren, waardoor de Entente wel-
licht een wapen in cle hand zou worden gegeven, in verband
met cle eisched van ontwapening, te €pa gesteld en geac-
cepteerd. De spanning heeft echter niet langer dan een
enkelen dag geduurd. Primo
. ‘kwamen er pertkiente verze-
keringen van Russisohe ‘zijde, dat het I)uitsnhe gchied niet
zou worden geadhonden, secuncio bleek Ruslanid steeds meer
geneigd ‘tot vredes-onderhandelingen met Polen, waardoor
natuurlijk aan de ,gansohe gevaarlijke constellatie een ein’d
zou ‘komen en tertio zijn tot nu ‘toe van de Ententé geen
bezwaren of bedreigingen binnen gekomen.. Vrij spoedig
heeft cle ‘beurs te B e r ‘lijn ‘zioh dan ook ‘weer hersteld;
toch is de tendens voor s’teenkoolwaarden ‘niet zoo vast
meet geworden, als’ zij vôôr de periode van spanning
is geweest. De oorzaak hiervoor moet gevonden ‘worden in
cle lie nemen maatregelen tegen den smokkelk’andel in
steenkolen, waardoor een scherpe contrôle, odk ten aanzien
v’an de te ‘bedi.ngen prijzen, wordt gevreesd. –

Te W e e n e ‘ii heeft cle beurs sterke schommelingen ‘te
aanschouwen gegeven, voornamelijk voor petroleu,niwaar-
den, die in groote posten aangeboden ‘waren, daar men de
Russische bezetting van Oost-Galiicië tot aan de petroleum-
bronnen’ als onvermijdelijk beschouiwd’e. Toen deze vrees
eohter niet werd bewaarheid, herstelde de ‘markt zich. Dit
geschiedde ondanks ‘het feit, dat thans besloten is (in vrij
gto&te haast, nadat de Natiioale Vergadering zeer lang
heeft getr.aineerd) tot onmiddellijke doorvoering ‘van de
heffing i’néôu’s. Daar ook naamlooze vennootschappen in
deze heffing ‘wonden aangeslagen, (tot een bedrag ‘van 15
pCt.) heeft men uilerwegen ‘verwacht, dat een scherpe
reactie voor diiverse aandeelen hiervan het gevolg
7,011
zijn.
i:[ot tegendeel is ech’ter waar gebleken. ])e reden ‘hiervoor
is vermoedelijk ‘te vinden in de omstandigheid, dat de
iianirelo’oze vennootschappen aan hunne verp’liohtin’gen kun-
nen voldoen door het creëeren van gratis-aandeelen tot een
maximum van
/1.7
deel van het tot nu ‘toe bestaande kapi-
taal of door het afgeven aan den fiscus van gratis-obliga-
ties. Bovendien wordt de kivestie

van dubbele heffing ont-
gaan door particulieren het recht te geven van (hun bezit
aan ‘diverse aandeelen eerst ’15 pOt, af ‘te trekken; ‘de Test
is dan slechts belasti’ngplichti’g (gaande van 3 tot 65 pOt. van ‘het vermogen). Dooi- deze gunstige bepalingen is de
daling voor aandeelon tot staan gebracht. Het ‘sterkst ‘heb-
ben ch’tcr gopi

of’iteeixl de obligaties der oorlogsleeningen
door de bepalingen in de ‘belastiugwet, dat deze obligaties
tot de helft vaa het te betalen bel’astingbedrag tot den
‘eni’issieprijs in betaling gegeven kunnen wordn. Deze
emissie-kooi’s varieert tuaschen 91 en 9& pOt. en waar de
stukken in de open markt ‘tot voor korten tijd verkrijgbaar
waren it circa 67 pOt., is het te begrijpen, dat hiervoor een
zeer kiachtig herstel is ingetreden.
Te ,P a r ii s is de stemming niet zoo geanimeerd geweest.
De voortdurende pogingen van verschillende landen, met name van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, om
met het voormalige Tsarenrjk in handelsrelatie ‘te ‘treden,
‘hebben het gevaar doen ontstaan, dat van eeni.g voorrecht
‘teit aanzien van ccii schnldregeling bij een eventueele be-
spreking tussçhen ‘Rusland en’ de West-Europeesche ‘Staten
geen sprake meer zal zijn. Gezien het izeer groote belang
van het Fransohe volk bij een dergelijke regeling, behoeft het geen verwondering te wekken, dat de igansche •beurs zich vrij lusteloos ‘b’etoo’nde, ‘Een uitzondering vormden
petroleuiniwaarden, ,met aan ‘ het hoofd aandedien’ Konink.

lijke Peti’oleum’ Maatschappij, die ‘gestimuleerd werden door
de v’aste houding te New York.

Vanuit ‘Le ii d e n ‘zijn geen berichten van bizondere be-
teekenis te vermelden.

De markt te N e w Y o r k daarentegen was meerendeels
aan’ den ‘vastèa kant, vooral tengevolge van ‘de gunstige
wending in ‘het spoorwegconflict. Het schijn’t nu wel, dat
een boonstaking is ‘vermeden, doordat is toegestemd in een
vrij omvangrijke loonsverhooging, welke op (het publiek zal
worden afgewenteld door middel ‘van ‘tariefsverhoogingen.
Deze .tariefsver.lioogiugen zullen rvermoedelijk meer ‘bedragen
dan strikt noodzakelijk is, iom de maatschappijen ook in
staat ‘te stellen de noodige verbeteringen aan te brengen en
hen, zoocloende langzamerhand voor te’ béreiden op eigen
beenen te staan en niet meer te steunen op staatshulp. Voor
iiie ‘meeste systemen zal het zeer wel mogelijk zijn een eigen
bddrijfspolitiek te volgen, mits’ ‘hun in’komstèn voldoende
verhoogd kunnen worden.

Doch ook de industi-jeele markt ‘heeft in het teeken van
optimisme gestaan. Hierboven ‘werd’ reed’s gewag gemaakt van ene,rgi eke pogingen, door Ainerikaan’sohé handelaren
aangewend, om oomitact met Rusland te verkrjgen de
industrie verwacht ,hieruit groote bestellingen en ide ‘ont-
ginning van een nieuw en zeer uitgestrekt ar’beidsvelld.

Te o ii zeii ,’is de tendens gedurende het gtootste ge-
deelte ‘van de ‘beriohitsperiode eerder flauw gebleven. Voor
staatsfondsen bestond slechts geringe belangstelling, iwat ‘de .i’iih’ee,niscihe soorten betreft, terwijl de ‘buitenlandsche, met
name Russen, eerder aangeboden twaren in verband met het
voortrukken’der bol.sjewieksche troepen, waardoor het ver-
winnende Rusland een nog -veel slechter debiteur gaat schij-
nen, dan ‘tot nu toe reeds het geval
wat.

20 Juli
’23
Juli 26Juli Rjjzin&of
5
f
fo
Ned. W.

Sch……..
86
8
/it
85
9
/
85/1-

1
434
O/

,,

,,

,,

1916
84
7
/s
84
18
/it
84/
4
1

0
/0

1916
75/10
75


75

/it
3340/0

,,

,,

. .
81814


3
0
/0

»

51/
51
507/8

‘Ii
234
0
/0
Cert.
N.
W. S…..
4’48/
44
8
/to
44
8
/it

8
/10
5
?/o
Oost-Indië 1915

. .
-.
901s
90Is
90
1
18
4
0/
Hongarije Goud
88/s

8
8
– 8/8
4
0/
Oostenr. Kronenrente
6
1
/3
61/8
6
t
/16

Iio
5
°/
o
Rusiand
1906
……
13
15
15
+2
434
°Io
Iwangorod Dombr
148/
4


138/
4

128/8

2
8
/s
4

‘0/s
Rusland Cons.

1880
138/
12
12

11
4
01 Rusi. bij Hope
&
Co.
15
1
‘/j6
14
14110
—Pl,
4
0/

Servië

1895

……
17’/s
17
1
/8

434
0/
China Goud
1898
..
531/
4

5311
4

5384
+
8/,
4
°/
o
Japan
1899
……..-.
49
1
/t
49’/t
49
1
/,
4
0/
Argentinië Buitenl…
SO’/b
50
1
/s
SOVs
5
°Jo,Brazilië 4895

……
.54i/
1

,
548/
4

548/4
+
8/4
5
0/

,,

1913

…….
5j
8
/4
518/
4

51/4

De ‘bocle markten hebben geheel onder den invloed van
de ‘gebeurtenissen in het Oosten ‘gestaan. Men ‘was te onzent
niet zoezeer bevreesd voor een voor’truloken der Rusuische
legers, zoodat men rekeningou moeten houden met een
daadwenkelijken oorlog, doch men was meer beducht voor
indirecte verwikkelingen. Hierbij ‘kwam, ‘dat de berichten
voor de
op
het oogoublil het sterkst op ‘den voorgrond tre-
dende beursafdeeling, de markt voor sui’ker.waarden, niet
zoo optimistisch meer ‘luidden. Te New York waren de
noteeringen voor suiker sterk achteruit geloopen; Cu’ba-
suiker kon niet voor cle ‘tot nu toe geldende (hooge prijzen
worden afgedaan, ‘terwijl ook de V. J. S. P., na cle eerste
afdoeni’ngen yan 1 ‘niil’lioen picol tot den prijs van f50,’ niets meer van ‘zich had doen hooren. De markt was op
deze ‘wijze rijp gemaakt voor conitraine-aanvallen en de
baisse-partij ‘heeft hiervan op on’bdkrompeii wijze ge-
bruik gemaakt. Op sommige dagen ontstond voor de leiden-
de soorten, als Haundelsvereeniging ,,A’msterdam” en Oul-
‘tuur-Mij. der Vorstenianiden een zoddanig aanbod, dat
slechts tegen zeer onereaze ‘koersen plaatsing ‘voor ‘het mate-
riaal kou ‘worden gevonden. Het ‘behoeft geen betoog, dat
de minder coutraute soorten, als ,J’a’vasche ‘Oultuur Maat-
schappij, in nog sterker mate den druk hehben ondervon-
den. Het scheen, alsof alle goede ‘beiih’ten van een’igen tijd
geleden volmaafct vergeten tvaren’ en dat niet anders dan
een uiterst pessimistisehe beschouwing meer was overgeble-ven. Dat dit alles ‘echter slechts ;,schijn” was, bewees wel de
laatste ‘beursdag van de berichtsperiocle, toen een buitenge-
woon krachtig herstel zich inzette, waardoor weliswaar een
slot, gevoelig lager dan dat van’de vorige week, niet kon
worden vermeden, doch dat toch ‘ten ‘gevolge, had, dat de
verliezen -zeer aanmerkelijk zijn ingekrompen. Men was
van verschillende ‘kanten in de markt ‘om ‘de lbianeo.posities

11664

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

28 Juli 1920

te dékiken en ook om nieuwe hausse-engagemnten aan te
gaan.
De eenige marktaldeeling, die zich niet bij het therstel,
aibhans niet in eenigsz’ins beteekenende mate, heeft kunnen
aansluiten, was de
scheepvaartmarkt..
De vrees rvoor een
vrach’ten-o.orlog tusscJhen Amerika en de overige landen
bljft.deze afdeeling beheerschen en zelfs het feit, idat vér-
schillende orders op nieuwbouw bij de wervén worden inge-
trokken, zoodat een, verkleind – aanbod van scheepvaart-
ruimte te wachten is, theef t niets aan de pessimistische be-
schouwingen kunnen veranderen. De omzetten op de seheep-
vaartafdeeling ‘zijn zeer gering en ieder aanbod heef’t een
nieuwe reactie ten gevolge.

20 Juli

23Juli 26 Juli
Rijzingof

Holland-Amerika-Lijn ….. 390
1
/
874
381

91/2:

,,-gem.eig. 381
365
369

12 –
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.
.
219 210
210

9
Hoil. Alg. Ati. Stoomv.-Mij. 151
1
/,
1511/
4

151
8/
4

Hollandsche Stoomboot-Mij. 172
172
166’1
– 51/4
Java-China-Japan-Lijn …. 260
259
254
—6
Kon. Hollandsche Lloyd .. 164
1518/
4

159
5
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

..
202
193
200



2
‘Kon. Paketvaart Mij…… 198
1
/,
188/
195′!3

3
Maatschappij Zeevaart …. 249
249 249
Nederi.

Scheepvaart-Unie.. 242
8
/8
230
1
/1

235
1
/s

7
1
/’
Nieveit

Coudriaan

……510
.
500 495

15
Rotterdamsche LIoy,d …… 236
225
232
1
/

3’/ Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
263

,,

,,

,,Nederland”

.. 277
1
h
263
268
263
278
+
,,Noordzee”

.

114
108’/4
108’4

,,Oostzee”

. . . .

244
1
!,
244′!,
244
1
!2

Op de geanimeerde ‘hoü•ding voor
tabakswaarclen is
tii
slotte ook een inzinking gevolgd. Op den laatsten beursdag
der iberichtsweék was ‘bovendien een der groote commissie-
huizen met een zeer omvangrijke verkoop-order in aai-
deden Deli-Maatschappij aan de. markt, welke het algemeen
gedrukte peil nog iets meer omlaag heeft gewerkt.
Rubberwaarden
echter hebben zich eenigsains kunnen
heFstellen, temeer, waar op de vorige flauwe motiveerd ‘1-age koersen genoteerd waren geweest. Alleen
eehter i’n aaiideeln Amsterdam Rubber ging iets

van be-
teekenis om.
De
pet i

oleumafdeeling
heeft ‘slechts geringe variaties
aangetoond. Na de sluiting der emissie van aandeelen
Geconsolideerde H1landsche Petroleum Mij., is de kors
dezer aan-deelen iets gemonteerd, terwijl de ondertoon vast
bleef. Aandeelen Koninklijke Petroleum bleven nagenoeg op
één hoogte.
Van
industriceele waarden
dienen hier te worden gerele-
‘veerd aandeelen Philips Gioeilampenfa’briéken en Holland-
sche Draad- enKabelf’abrie.k, die tot hoogere prijzen uit de
markt werden genomen en aandeelen I.nsulinde Oliefa’brie-
ken, die zeer flauw gestemd waren in verband met geruch-ten omtrent aanmerkelijke verliezen, ‘dopr de onderneming
geleden, en met berichten omtrent een te verwachten lager
dividend.

20 Juli 23 Juli 26 Juli
Riçivo

Amsterdamsche Bank …..
180
1
/
180
1
!4
180
1
!,
Ned.Handel-Mij. certv.aand.
232

S

224
231 ‘/,

Rotterd. Bankvereeniging..
136
1
/a

135
135

1/4
Amst. Superfosfaatfabriek..
136
1
1
135
135

1′,3
Van Berkel’s Patent
.
.’….
126
124
124

2
Insulinde Oliefabriek

….
192 176
184
1
/2

7
1
!2
J-urgens’ Ver. Pabr. pr.aaud.
971/
971/3
97I/
Ned. Scheepsbouw-Mij

….
128 128 122
1
14

5
8
I
Philips’ Gloeilampenfabriek
850
1
4
899
1
!2
899′!2
+
49
R. S. Stokvis & Zoiien ….
598
598
598
Vereeni’gde Blikfabrieken. •
135
134
1
!,’
129
1
/2

5′!2
Compania MercantilArgent.
308
302’h
304

4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
377

.
353
370

7
Handelsver. Amsterdam ..
802
738
767

35
Hou.
Transatl. Handelsver.
991/t
93 93

Gij,
Linde Teves & Stokvis ….
198’1
196 196

2
1
!2
VanNierop&Co’sHan’del-Mij.
.189
188′
187

2
Tels &. Co’s Handel-Mij ….
155’j
152

.
152

3’/,
Cecons. :fl:ll. Petroleum-Mij.
243t/2

232,
243
1
/
Kon

Petroleum-Mij . ……
662
650
655


7
Orion Petroleum-Mij …….
79/4
70
758/4

4
Steaua Romana Petr.-Mij..
.
159
3
/
150
1
4
148.

118/
4

Amsterdam-Rubber-Mij…..
229′!,
216
226
1
/

3
Nederl.-Rubber-Mij……..
131


124
1251/

58/4
Oost-Java-Rubber-Mij……
405
391 4001/4

48/,

Deli-Maatschappij

………
542
540
1
!2
517
1
!2

24’/
Medan-Tabak-Maatsehappij
320
1
/2
324
1
!2
316

4%
,Seuembah-Maatschappij
..
.
571


560

568’/
—.2
1
!,

De ‘
Amerikaanschc .
markt was vast, zonder groote om-
zetten.

-20 Juli 23 Juli 26Juli

American Car & Foundry..
157 157
154

3
Lnaconda Copper

……..
128
1
/2
129
1
!,
129
1
!4
+ 8/4

Un. States Steel Corp…..
l05′!


106
105
1
!,

Atéhison Topeka

……..
90’h
91
9014
+
!4
Southern

Pacific

……..
104
1
/2
106
105
3
!
+ 1
1
/
Union Pacific
………….
130″!,, 130’/.
130′!
– ‘/is

Int. Merc. Marine orig.
Corn.
357I
35
8
/8
353/eo
– 11/86

,,

,,

prefs.
105
5
!,
104
1
/,
104
— 1
1
/€

De
geldnarkt is
iets ruimer geworden; prolongatie liep
terug van 6 toi ‘5 ‘pÇt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

27 Juli 1920.

In de afgeloopen week is in West-Europa

veel regen geval-
len, welke -hier en daar nadeelige gevolgen gdhaid heeft voor
het te velde staande graan. Van veel betee.keni.s behoeven
die gevolgen echter niet te worden, wanneer het ongunstige
wéder niet langer voortduurt. Oogstberichten uit Noord-
Amerika blijven gunstig en men meent te mogen rekenen op
eene grootere opbrengst dan in het rapport van 1 Juli van
het Amerikaansche Ministerie van Landbouw geschat werd.
Berichten over roestsehade uit hét Noord-Westen fvan de
Vereenigde Staten hoor-t men niet ‘meer. Ook in Canada
blijft men de beste verwachtingen koesteren van den nieu-
well oogst, en de opbrengst wordt op een zeer hoog cijfer
geschat. Wanneer ongunstig weder ‘de verwachting niet
besdhaamt, (en juist in het weder dikwijls schade aan de zomer.tar.we) zal de
Noor’d-Amerikawnsohe tarweoogst niet zooveel ach’ter blijven
bij de opbrengst van het vorige jaar, dat de tarwevoorzie-
ning van Europa in -gevaar kuit. Daarvoor bestaat te min-
der vrees, omdat de Europeesche oogsten, met uitzondering
dan -van Itaii, eene grootere opbrengst beloven dan in het
vorige jaar en het oversdhot van den ouden oogst in de
Vereenide Staten grooter is dan in 1919. Niet slechts in
West-Europa, doch ook in Roemenië en in den Balîkan be-
looft de opbrengst ‘die van het vorige jaar te overtreffen.
In Roemenië wordt zelfs een uitvoero’verschot van om
streeks 300.000 tons verwacht, terwijl ook Bulgarije tarwe
voor uitvoer ter beschikking meent te zullen hdbben. Ook
in Dui’tschland laat, ide omstandigheden in aanmerking ge-
nomen, de oogst zich goed aanzien. In Argentinië ‘is de
lan’g gewenschte regen eindelijk gevallen, zeer ten voor-deele.
van den nieuwen oogst van tarwe, lijnzaad en haver.
De tarweverschepingen waren in de af.geloopen weék
weder-ruim voldoende voor de Europeesche behoef te. Argen-
tinië draagt daarin steeds ‘minder hij, doch van Noord-
Amerika uijn ‘de verschepi-ngen groot. Zij zullen dat zeker
voorloopig blijven, nu de nieuwe wintertarwe beschikbaar
begint te komen. Uit Argentinië zullen waarschijnlijk de versohepingen steeds minder belangrijk worden. Aan de
grens, die daaraan door ‘de Argentijnsohe regeering onlangs
werd gesteld, schijnt zij zich echter, niet onherroepelijk te
zullen houden. Zoo heeft bijvoorbeeld Frankrijk van zijne
Argentijnsche tarwe-inkoopen 100.000 tons tot den sterk
gereduceer.den prijs van Pesos 20.— per 100 K.G. aan de
Ar-gentijnsche regeering afgestaan en daarvoor het recht
verkregen zijne resteerende 180.000 ton’s nog te verschepen,
ook nadat ide grens, welke onlangs aan den export was ge-steid, aal zijn bereikt. De tarweprjs was in Noord-Amerika
in de afgeloopen week iets gemakkelijker, vooral aan de
binnenlandsche mark-ten, doch wegens de nog steéds hinder-
lijke transportmoei-ljktheden ‘bleek aan de kust weinig van
die prijsdaling. Het verband tussehen de weer geopende ter-
mijn-markt te Chicago en de exportprjzen is dan ook veel
minder nauw .dan vroeger het geval was. Europeesche
importlanden vertoonden in de afgeloopen week nog,sLeeds
niet weder ‘den sterken kooplust van eenigen tijd geleden.
Blijkbaar rekent men eenigszins op ide eigen oogsten en
beperkt de inikoopen van buiten. Daarbij -bestond er voor
Duitscihland nog een speciale reden zich van groote inkoo-
pen terug te -houden. Wegens de Russische successen in den Russisch-Poolsëhen oorlog zijn aan het eind der vorige week
de Europeesche valuta’s sterk gedaald en de Duiitsche regee-
ring gaf er de-voorkeur aan koersverbetering af te wachten.
Toch kwamen voor eenigszins lagere prijzen ook de laatste
dagen nu en dan izaken tot stand. Gisteren waren alle
graanmarkten in Noord-Amerika belangrijk lager, welke
-verlaging mogelijk tot eend heropleving van deze zaken
naar Duitséhland zal leiden, zoowel in rogge ais in tarwe.
– Mals en andere voederartikelen koopt men in Duitsch-

28 Juli 1920

ECONÔMISCH-S,TATISTISCHE BERICHTEN

665


Noteeringen.

Chicago
Buenos Aure,

Data
Tarwe Mata
Haver
Ta,we
MaYt
LiJnzaod
New York
Juli Juli
Aug.
Aug.
Aug.

24 Juli ’20
307
153
88/2
2550

)
9
1
70
24,80

17

,,

’20
310
149’14
89
1
1t
27,-
3)
9,45
24,80
24 Juli ’19
226
194 /2
80’14
18,75)
11,
42,40)
24Juli’18
226
154/&
745/
s

11,75
5,90
25,60
24 Juli ’17
254
163/4
4)

74)12
18,85e)
12,70′)
22,50

) –
20 Juli’14
82.

11
56
1
1s ‘)
361/1

t)
9,40 ‘)
5,38
2
)
13,70
1
)

‘)
per Dec.
1) per Sept.
‘)
per Juli.
4) per Sept.

Locoprijzen te RotterdamlAmsterdam.

Soorten.
26 Juli
1920
19 Juli
1920
26 Juli
1919

Tarwe
5

…………..
‘)
36,-
36,50

Bogge (No. 2 Westeru)

‘)
31.- 32,-

Mais (La Plata)

……’)
365,-
365,-
500,-
Gerst (48 Ib. feeding)
.

‘)
465

460,-
510
1

Haver (38 ib. white cl.).

1)

23,50
‘23,50
25,-
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zuad)’)
215,-
215,-
347,50
Lijnzaad

(La Plata) ….
4)
750,-
750,-
1265,-

1
)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) P. 1000 K.G. 4) per
1960 K.G.
S)
Hard/Red ijinter nr. 2.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
1,

Artikelen.

Roit,r,dam
Am.,terdam
Totaal

19-24 Juli
Sedert
Overeenk.
19-24 Juli
Sedert
Overeen4.
1920

1919
1920
1 Jan. 120
tijdvak 1919
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919


267.245
•247;313
3.029 92.175
37.834
359.420
285.147
Tarwe ……………….
Rogge

…………….
10
..239
41.191


50565
.


135
19.953
41.326
70.518
Boekweit

…………

2.825
2.29
‘-


2.825
2.829
Mais

…………….
12 .869
….
178.093
44.513
992

27.688 3.618
205.781
48.131
18.615
144.330
400
72Ö
42:315
19.335
186.645
20.178 142.182

,

7.333
20.178
149.15
499

..
.

22.436
12.174
100
7.038
12.919 29.474
25.093

Gerst

………………398
Haver

……………-

Lijnkoek

…………..
1.037 25.362
26.514

7

1.406
200
26.768 26.714
Lijnzaad

……………..

8.647
.
18.626
.

192.243


37.435 18.626
229.678
Tarwemeel

………….
Andere uteelsoorten ..
375
4.752
139.656

100
10.708
4.852
150.364

land nog steeds niet in groote hoeveelheden; zelfs treedt
aan de Rotterdamsche markt Du.itschland als verkooper op
van aangekomen mais. In Engeland is echter de vraag naar
mais sterk verbeterd en daar tevens de prijs in Argentinië
en de vrachten van Zuid-Amerika niet onbelangrijk ver-
beterden, vertoont over bet algemeen in Europa de •maïs-
markt eene vaste stemming en betere vraag. Daartoe draagt
ook de atneming un de Argentijnsche versdhepingen hij.
Groote beteekenis hecht men echter aan die .vermiiniderin.g
in de verschepingen niet, omdat

zij waarschijnlijk niet van
langen duur zal zijn. De zeer groote maïsivoorraden in
Argentinië doen verwachten, dat de verschepingen spoedig
weder ul1en toenemen. Echter dient men daarbij In het
oog te houden, (lat slechts weinig sOheepsruimte ter bela-
ding in Atigustus en September in Argentinië wordt aan-
geho-den. Het is dus niet onmogelijk, .dat nog eenigen tijd de versohepingen klein en de vrachten van Argentinië vast
blijven.
Ook ‘van Noord-Amerika werd eindelijk weder eens een kwantum van eenige beteekenis afgeleden, nadat maanden
lang de versohepingen zeer onbeteekenend waren geweest.
De maïsma,-kt te Chicago is de vorige week ‘zeer stand-
vastig geweest en aan het einde der week zelfs eenige
centen hooger. Gisteren echter is eene belangrijke daling
ingetreden en waren de noteeringen ongeveer 8 cent per
56 l’bs. lager dan Zaterdag. Voor haver trad eene overeen-
komstige prijsdaling in. Van directe beteekenis voor de
prijzen in Europa zal deze prijsverlaging waarschijnlijk niet
zijn, doch zij zak zeker eene vermindering -van de Noord-
Amerikaansche vraag naar Ar.gentijnsche mais veroorzaken
en daardoor misschien op de Argentijnsohe markt terug-
werken.
Uit Roemenië komen berichten van een belangrijk mais-
oversohot van den vorigen oogst. Men spréekt zelfs van een uitvoersurplus van 1′,4 millioen ton, het-geen onseenigszins
overdreven voorkomt. Ook echter, wanneer het cijfer te
hoog is, kan nog op een belangrijke ‘verscheping uit Roe-
menië worden gerekend, ‘waardoor de maïsvraag der landen om de Mi’ddellaindso.he Zee zeer zou kunnen verminldêren.
Reeds hebben de Roemeensche versohepingen van den laat-
sten tijd dat gevolg gehad.
Lijnza’ad was de vorige week in Argentinië vaster .wegens
droogte en herstellende vraag uk-t Noord-Amerika heeft
hierin echter verandering gdbrach.t en gisteren was lijinzaad
in Argentinië niiet onbelangrijk lager, ‘terwijl tevens uit
Noord-Amerika -berichten ‘komen over den zeer goeden stand
van den nieuwen oogst. Europa vollde de bewegingen van
de Argentijiasche markt en odk in verband met betere olie.
prijzen kwamen ‘tot hoogere prijzen ‘zaken tot stand. Van
grooten omvang zijn die aaken echter niet.
N e d e r .1 a n d. Er blijft eene geregelde, doch niet sterke
vraag bestaan naar maïs en aangekomen partijen vonden
telkens plaatsing. De aanvoeren waren niet groot en betrof-

fen vooral partijen uit Engeland en België. In deze week
worden evenwel enkele ladingen uit Argentinië verwacht,
• terwijl tevens de Duitsc.he regeering bezig is eene hier aan-
• gekomen lading te verkoopen en Deensdhe houders pogiingen
doen een gedeelte van hun overschot aan onze markt te’
plaatsen. Het gevolg is eene flauwe stemming -voor spoed.ige
posities. Latere verschepingen zijn in verband met de
wereldposities vast, doch de omzet daarin is gerIng. Ook in
gerst en haver, evenals in de andere voederartikaleif zijn de zaken van geringen omvang. ‘Zaken in tarwe -voor Neder-
land’sdhe consumptie hadden nog niet plaats, idoch in Noord-
«Amerikannsch -tariwemeel komen geregeld zaken tot stand.
Vermoe.delijk zullen binnenkort ook in tar.ive ide import-
zaken een aanvang nemen. Naar Duitsohland werden, zoo-
wel in .tarwe als in rogge, .de zaken, zij het in verminderden
omvang, voortgezet. Voor ljnzaad geldt hetzelfde als in ons
‘algemeen overzihit hierboven vermeld.

SUIKER.

NOTEERINGEN

Am,ter-
dam per

Londen
New York
96pCt.

White Java

1
Amer. Cro- Data

,
toopende
Taie
Cube3
feb. per
-1
1_nulaledc.i.j.
Centri.

Juli/Aug.
SepL/
Oct)
1

Mei
maand
jv0
/
fugals

Sh.
Sh.
5h.
5h.
$cts. 21 Juli ’20
f

116/- 91/6
91/6


16,56
14

,,

’20
,,


1161-
9216
901-

18,31
21 Juli ’19

6419
581-
581-

7,28

21 Juli ’18

64/9



5,92
11 Juli ’14
,,1i”12
18/-

– –
3,26

-De weersgesteldheid blijft zeer gunstig voor de E u r o-
-peesche bietoogsten.
De Royal Commission in E n g e la n d heel-t den prijs
van suiker -voor fabricatiecloeleinden verlaagd en noteert
bha’n voor geraffineerde suiker 151/- (tegen 166/-), voor
Cubes 1491- (164/-) en voor Granulated 145/- (160/-) per cwt.
Iii A m e r ik a liepen de noteeringen voor Spot Centri-
‘fugals verder terug en wal op 16,56; ook de termijnmarkt
t
i
,,
vas
fl-aixwer: voor September 14,90, October 14,75, Decem-
ber 13,65 en Januari 12,15.
De 0 uh a planiters blijven het restant van den oogst
voorloopig op prijs houden.
t
Van J a v a kwamen geen nieuwe berichten van hetee-
kenis binnen; ide stemming is zeer kalm en prijzen zijn
eerder iets lager. Voor oogst 1921 bleef de trustli-mite van

f
50 gehandhaafd. Speculanten in Londen bieden echter in
blanco tot
f
5 per pico1 lager aan. Van den thans binnen-komenden oogst is het rendement van 67 fabrieken op 15
Juli in doorsnee ongeveer -3 pOt. •hooger

dan op hetzelfde
‘tijdstip van het vorig jaar.

666

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 JüIi 1920.

De laatste Cuba-statistiek luidt:

als ook voor het binnenland zijn echter reeds verschillende
1920

1919

1918

orders geplaatst en men verwacht algemeen, dat de andere
Weekontvangsttot 17Juli

36.000

32.490 29.142 tons markten ook wel spoedig zullen volgen.
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.290.000 3.362.228 2.993.000

,,

.

7Juli 14Juli

7Juli 14Juli
Werkende fabrieken . . . .

6

12,

15

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opindië ….
1/97/, 1/lok
Weekexport. 10 17 Juli.

69.000

81.864

76.856

P.G.F.Sakellarides 62,00 62,00 T.T.opHongkong 3/7
‘1
3/8
1
1
Totaal sedert 1 Jan. 1920 2.807.110 2.361.599 2.173.556 ”

G.F. No. 1 Oomra 13,00 13,00 T.T.opShanghai..
5
1
0

5/0
1
I
Tot, voorraad ……….445.000 1.057.567 .754.923

,,

.

• KATOEN.

Noteeri’ngen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

1
26Juli’20
1
19Juli’20 112
Juli’20
1
26Juli’19
1
’26Juli’18

New York voor
Middling . 40,— c 42,25e
New Orleans
voor Middling 39,75e 89,75 e
Liverpool voor
Middling …….27,64d 28,68d
1)
Noteering yan 26 Juli 1919.

Ofitvangsten in,: en uitvoeren van
Asoerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.’19
Ooereenkoniitlge perioden

.
tot
23Jul1’20

19181919

4917-1918

Ontvangsten Gulf-Havens..
4243
3979
3492

,,

Atlant.Havens

3018
2639
2793
Uitvoer naar Gr. Brittannië
3039
2554
2141

td.
}
::

a

t

.
2370
2789
1837

Voorraden
in
duizendtallen
23Juli
’20
25Juli
‘I9
26Jull
’18

Amerik. havens ……….
7198
1272
998
Binnenland …………..
6243
844
689
New York

.

90
121
New Orleans

.

382 326
Liverpool

……………
9.88
587 270

Marktbericht van de Heerea Sir Jacob Behrens & Sons, –

Manchester, d.d.’ 14 Juli 1920.
De markt van Amerikaansche katoen was in het begin van
de week onder den indruk van een gerucht, dat de National.
Ginners Association een bericht zou publiceeren, dat een
oogstconditie aan zou geven .van 81
0
10 tegen 72
0/
veertien
dagen geleden. Hierdoor waren er verschillende verkoop-
orders aan de markt, maar toen definitieve cijfers na
publicatie geen verandering toonden, had een reactie plaats
en zijn prijzen iutusschen weer gestegen, terwijl speciaal
de Juli-termijn zeer vast is. De laatste weerberichten wijzen
weer op een uitbreiding van de BolI Weevil plaag, maar
de politieke berichten en ook het duurdere geld houden
een verdere, stijging tegen. De stand van den Egyptischen%
oogst schijnt gunstig te zijn, doch er gaat slechts weinig
om tot onveranderde prijzen.
Zoowel Amerikaansche als Egyptische garens zijn wat
lager en de spinnersmarge is al heel wat verminderd. Men
kan niet spreken van een verbetering van de vraag naar
Amerikaansche garens, hoewel er toch wel wat meer schijnt
om te gaan. Koopers voor het binnenland plaatsen slechts
weinig orders, daar er vele touwen stilstaan, door de
jaarlijksche vacantieweken. De exporthandel ondervindt nog
den invloed van de ongunstige wisselkoersen, daar deze’
niet alleen nieuwe zaken tegenhouden, doch ook koopers de
leveringen op oude contracten uitstellen in de hoop, dat de
garens voor hen wat gunstiger zullen worden. Al deze’
factoren hebben een ongunstigen invloed op de markt en men
moet zich wel verwonderen, dat deze nog niet slechter is.
Bundelgarens, speciaal 40/44’er Mule zijn voor het geheele
jaar uitverkocht en zijn fabrikanten daarvan dus zeer
vasthoudend in hun prijzen. Indië vraagt weer naar 40’er.
en 50’er Mule en men hoopt, dat zaken met Calcutta weer
spoedig mogelijk zullen worden. Daar prijzen van Egyptische
katoen vast blijven en garens toch zeer belangrijk in prijs,
zijn gedaald, hoopt men, dat daarin ook spoedig weer nieuwe
zaken mogelijk zullen zijn.
De stemming op- de goederenmarkt is deze., week wat.
gunstiger, hoewel er nog niet veel zaken tot stand zijn
gekomen. Men meent algemeen, dat’de overzeesche voorraden
zeer gering zijn en dat koopers langzamerhand wel wat meer
belangstelling zullen toonen. Er zijn dan ook wel meer’
aanvragen aan de markt,. hoewel deze tot nu toe nog niets
tot veel zaken hebben geleid. Zoowel voor Zuid-Amerika

RUBBER.

De rubbermarkt is gedurende de afgeloopen week vrijwel
onveranderd gebleven, zoowel. voor loco – als voor latere
levering. De gedwongen liquidaties te Londen schijnen een
einde genomen te hebben, doch een betere stemming is
niet gevolgd
Koopers zijn nog zeer terughoudend en zaken komen
slechts tot stand, als verkoopers tot belangrijke concessies
bereid blijken te, zijn. Ook. de termijnmarkt was flauw
gestemd en noteerde,: . .

Crêpe

Smoked Sheets

Juli…………

118
1
/

113
1
/
December ……..

iJS

‘ –

117
Juni ’21

……..

122
1
!2

125
1
!2

De noteeringen te Londen zijn:

I
einde vorige weék

Prima Crêpe loco ……….1/l0°/

………… 1/O
1
/,

smoked Shéets loco….

1/9

……….:

1/9’/
Crêpe Aug./September. 1111
1
/4
………….1/11
2
/4

Oct./December ..

21-
1
!3

…………2/-‘!,

Hard cure fine Para ……..1/11

…………1/11.

27 Juli 1920.

HUIDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co.

In ‘de afgeloopen week herleeMen ‘de zaken voor alle
huiden en kwamen ‘hier en d’aar transacties ‘tot eland, aan-
gezien verkoopers, zij hét dan ook onbelangrijke, concessies
deden. ‘Indien de verkoopers hunne prijzen niet verhoogen,
kunnen belangrijke zaken worden tegemoet gezien. Er
wordt met meer vertrouwen gehandeld, omdat ook in leder
wat ‘omgaat.
Ook de mindere soorten trekken thans de aandacht en
werden er 2000 Rio de Janeiro afgedaan.
Inl’andsc±e’huiden:’ka,lm.’
Kal f’s.v eli en: nog steeds verlaten.
J a v a – m a r k t: Hiervan werden 6500 huiden afgedaan.
Offerten op afladi’ng voor de goede merken
f
11074.
L
00
i s to f f e ii: met geregel’den handel. Quebracho no-teert
f
57,—.

Rotterdam, 24 Juli 1920.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data Ijzer
Cleo.
No.3

I

Koper
Standard
I
Tin
Lood
Zink

26 Juli

1920..
nom.
92.2/6
270.716
37.51-
42.-1-
19

,,

1920..
nom.
90.7/6
268.15/-
34.51-
41.101-
28Juli

1919.
nom.
107.51-
268.5/-
24.-/-
42.151-
29Juli

1918..
nom.
122.-1–
385.-!-
30.101-
52.-1-
17Juli

1914..

5114
61.-!-
145.151-
19.-1-
21.10/-

COPRA.

De markt bleef deze week wederom flauw gestemd, doch
het aanbod is niet bijzonder dringend.

N. I. f.zn.s. loco ……………………
f
48
1
/4
Mixed

,…………………….”
11

Juni/Augustus aflading – – ,, 47
1
!2

27 Juli 1920.

SCHEEPVAART.

GRAAN.

Data

Petro grad
Londenll
R’dam

Odeaio
Rotte,-.
dam

All.
Kuit
Ve,. Staten San Lorenzo

Rotte,-
t
B,i,iol
Rotte,-
Enge.

1
dam
Kanaal
dam
land

19/24 Juli

1920


f

2
.
0)
111-
100/- 1001-
12/17

,,

1920
–‘.1
– –
f-30.’)
101-

80/-
21/26 Juli

1919

1

-‘
‘)
816
220-
2)
65/-
22127 Juli

1918

1
– –
501-

2251-
.Juli

1914
11d.
7f3
1111
1
4
1/11
1
/
121-
12/-

40,60 c 136,36 c 128,55 c

39,—c 134,50e 128,— c

26,54 d 122,05
d91
21,26 d
1
1

28 Juli 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

667

KOLEN. –

Cardiff

1
Oostk. Engeland
Data
1 1

Bor-
a’eaux
Genua

Port
Sald
I

La

Rioter

1
Rotter-
dam
IGothcn.
I

burg

19/24 Juli 1920

261–
30/–’
35/–

f
12,—
Kr: 60
12/17

,,

1920

25/–
3716
37/6
37/6
1f
12,–

21/26 Juli 1919
2)
2
5/6:
47/6
4716
40/–
1f
10,–
Kr. 35
22/27 Juli1918

891–
101/3
200/–
120/–


,, 200
Juli

1914 fr. 7,—
7/–
7/3
14/6

3/2
4/-
DIVERSEN.


Bombay
Birma
Vladlvo-
Chili
Data

..
West
West
slock
WcaI
Europa Europa
West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

19/24 Juli

1920
751–
1301–


12/17

,,

1920
80/–
1251–


21/26
Juli

1919 ……
170/–
2151–

22127

Juli

1918 ……
275/–
.
500/–

190/7
J111i

1914 ……
..’14/6
16/3
25/–
2213

2)
Per ton stukgoed.. ‘) Voor. Britsche schepen.

Graan Petrogreut per quarter van 498 iba. ewaar, Odesea per unit, Ver. Staten
per quarter van 480 ii,,. zwaar.
Ooenge noteeringen per ton van 1016 Z.G.

RIJN VAART.

Week van 17. tot 24 Juli 1920.
Er was in
de
afgeloopen week voldoende aanbod van
soheepsruimte te. Rotterdam. De huur voor reizen naar den
Boven-Rijn en terug bedroeg gemiddelid 5 cents per

ton
en per dag. Enkele schepen werden voor ertsvervoer naar
de Ruhchavens aangenomen tegen ongeveer
f
1.30 per 2000
K.G. met
3”
Ios’tijd. Het s’leeploon, hetwelk in het begin der
week met 40 -pOt. boven het 200-cents-tarief genoteerd werd,
kon zich op dit betrekkelijk hooge peil :niet handhaven en
zakte a’llengs tot 10 pot. boven het 200-cents-tarief.
In Antwerpen was zeer weinig aan’voer van goederen
voor verscheping naar den Rijn. De stemming was’ itsdien
flauw; slechts enkele schepen konden wol-den gecharterd
tegen een huur van pl.m. 22 centimes per ton per dag.
R uh r o r t. De’ huur voor reizen van de Ruhr naar den
Boven-Rijn bedroeg 8,0 Pfennig per ton per dag met 30
dagen garantie; in het laatst der week ‘kon voor 10 ‘Pfennig per ton per dag zuiader worden aangenomen wegens ruimer
aanbod van soheepruimte. Het sleeploon Ruihr/Mannheim
werd de geheele week met .52 tot, 54 Mark per ton geno-
teerd bij over-vioedig aanbod -van schepen, zoodat vele
schepen zèlfs 14 dagen op de reede liggen alvorens te wor-
den opgenomen. .
Het sleep-loon Mannheim/Straatsburg ‘bedrôeg Mk. 45.-
per ton. -.
De waterstand was gunstig; Cau’ber Pegel ‘noteerde einde
der wéek bij langaamen val Meter 2.50.

– ‘

ADVERTENTIËN

De’ N.V. Nederlandsche Huistelefo.onla’a
*
tschappij

ROTTÈRDAM

‘- ,

S-GRAVENHAGE

‘-GRÖNINGE-N

Telefoon. 8600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

‘ LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon’N 5580

Telefoon 2723.

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
ètc.,,

in huur, en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er garant i.e oök alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE,

LLOYD

AMSTERDAM

Geregelde Passagiers- én

Vrachtdienst met nieuwe,

moderne post-stoomschepen

TUSSCHEN

AMSTERDAM

EN

ZUID-AMERIKA

VIA’

BOULOGNE s/M., PLYNOUTB, CORUIA;

LISSABON, LAS PALMAS, PERNAMBUCO,

B’AHIA, RIO liE JANEIRO, SANTOS, MONTE-

VIDEO en BUENOS ‘AIRES.

Utrechtsche

Hypotheekbank

te Utrecht.

Jhr. H. J.MvAschv.Wijck.
Kanto

Mr. A. J. S. van Lier.
orgebouw
COMMISSARISSEN:
Mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck, te
Ellecom.
Jhr. P. J. J. S. M. van der Does de Wille-
bois, te ‘s-Hertogenbosch.
Mr.
W.
K. F. P. Graaf van Bylandt, te
‘s-Gravenhage.’

,-

– Jhr. Mr. J. W. M. Bosch van Oud-Ameijs-
weerd, te Utrecht.
Mr. W. H. J. Roijaards, te Utrecht.
S. J. R. de Monchy, te.Rotterdam.
Mr. G. W. Baron van der Feltz, te Assen.
Mr. C. C. M. H. Baron de Bieberstejn
Rogalla Zawadsky, te Sittard.
R. P. Dojes, te Uithuizen.
K.- J. A. G. Baron Cullot d’Escury, te
Hontenisse.


F. A. R. A. Baron van Ittersum,’ te Utrecht.
Mr. C. L. Baron van Harjnxma thoe Slooten,
te Leeuwarden.
E. J. Bergsma, te Enschedé.
Jhr. G. W. J. Hooft, te Zeist.
Paul den Tex, te Amsterdam.

Kapitaal – – -‘ -.
f
3.500.060,-

Reserves .
. -. ‘
602.215,19

Hypotheken. 31.059.178,81
1
i

Pandbrleven. 30.431.800,—

Gebroeders ereils
M

1

IAARLEM

FABRIKANTEN VAN

TECHNISCHE

CAOUTCHOUC,

ASBEST-

EN EBONIET-

ARTIKELEN ‘

Telefoon 103


Telegr.adr: Gomfabriek,Haarlem

• .•..•..•..S.•.S..S..S..S…..S….S…………

Nijgh ‘& Van Ditmar’s

Uitgevers-Maatschappij.

Belast zich met
‘t
verzorgen van’uit-

gaven en tijdschriften op elk gebied

M
.

28 Juli ‘1920

HOLLANDSCHE STOOMBOOT MAATSCHAPPiJ

Telefoonnummers:
AMSTERDAM-ROTTERDAM

°

Telegram.adres:

N’oord 1411, 1699, 3011,7396, 8941, 9030, 9035.

HOLLANDIABOOT AMSTERDAM.

Geregelde afvaartenf Londen
en
Huli iederen Dinsdag
en
Zaterdag.

van

Le Trépert (Parijs) en Schotland iederen Zaterdag.’

Amsterdam naar:

Fowey,
Bristol,
Swansea, Liverpool
en Belfast om’de
14 dagen.

In

samenwerking met de NV. v/d. Eb en DrsseIhuis’ Soomvaart Maatschappij te Rotterdam en

met de ‘Nederlandsch ‘Zuid-Afrikaansche’ Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam:

i
°
.
iedere
3
weken van Amsterdam, en

Rotterdân

naar
West-Mrikaansche

iavens
van
Dakar

tot
Mossamedes.

2°.

iedere maand van Rotterdam naar
Zuid-Mrikaansche havens.

Ruime Loodsen, Spoorwegaansluiting. Billijke vrachten. Afvaartkaarten wordén desverlangd geregeld

toegezonden.

De Stoomschepen vervoeren een beperkt aantal passagiers.

N.V. GIPS” HOUTHANDEL, DORDRECHT.

DWARSLIGGERS EN PALEN VOOR ELECTRISCHE GELEIDINGEN.

N.V. GIPS’ HOUTBEREIDING, DORDRECHT.

HOUTBEREIDING VOLGENS DIVERSE SYSTEMEN

ÖPSLAG VAN HOUT

°

OP HARE TERREINEN AAN HET MALLEGAT, TE DORDRECHT.

N.V. CR
°
EOSOOTEXPORT-MiATSCHAPPIJ, DORDRECHT.

EXPdRT VAN TEEROLIÉ- VOOR’ HOUTBEREIDING.

Accountantskantoor
AANDEÈLEN

OBLIGATIËN
=
RECEPISSEN

James

a
.

en alle soorten HANDELSDRUKWERK worden in

degelijke, smaakvolle uihoering
in korten tijd geleverd door

(Lid Ned. Inst. v. Accountants)
NIJGII 4 VAN DITMAR’S Boek en flandelsdrukkerij

WIJNHAVEN 111-113

ROTTERDAM

lvi
AU RIT S
V
EG 1 3
B
Modellen’ voor belangstellenden ter inzage

ROTTERDAM.


Ontwerpen en verdere inlichtingen worden op aanvrage gaarne verstrekt

‘1

LUCIMED

h
NBACH LINES

GEREGELDE AFVAARTEN MET SNELVARENDE

OLIESTOKENDE TURBINE-STOOMSCHEPEN

ROTTERDAM

NOORD-AMERIKAANSCHE

VAN

AMSTERDAM


L

HAVENS

EN VIÇE’ VERSA.

MODERNE
EMPLACEMENTEN
TEIROTTERDAM, AM’STERDAM,
NEW YORK E14 PHILADELPHIA.

iVOOR INLICHTINGEF ZICH TE WENDEN TOT

DE GENER&ALAGENTEN

‘HUDIG
&
PIETER’S

49/51
CALANDSTRAAT.
ROTTERDAM

126 PRINS HENDRIKKADE, AMSTERDAM

Auteur