Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 210

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 7 1920

7 JANUARI 190

AUTÈUR9RECHT VOORBEHOUDEN

Ecònomischp,Stati
ostsche

B’eri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIË.N EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 7 JANUARI 1920

No. 210

INHOUD

FINANCIEELE HULP DOOR AMERIKA
door
W.
Westerman.
Kapitaalhulp aan de Centralen door
Prof. Mr. Ant. van Gijn
Economische Verwachtingen, rede van den voorzitter der
K. v. K. te Rotterdam
E. P.
de Monchy Rzn………..
Ambtenaarspensioenen door
Dr.
A.
Winter …………
Gedwongen Leening door
Jhr.
F. W. L.
de Beaufort
De nieuwe Duitsche Belastingen door
Mr.
A.
span far
AANTEEKENINGEN:
Toepassing van den
achturigen arbeidsdag ……….
De groei der Japansche concurrentie in Britsch-Indië
De Federal Reserve Board inzake credietverleening aan
Europa
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
……………………
MAANDCIJFERS:
Productie der Kolenmijnen
……………………
Emissies
………………………………….
Rijkspostspaarbank ………….. . …………
…..
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
…………..
Postchèque en Girodienst
……………………..
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………………..13-
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postche qua en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,50 per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen )tet
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonnijs, laden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën. f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonne-
vnent volgens
tarief.’
Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhag..

5 JANUARI 1920.

Voor de jaarswisseling ontstond tamelijk veel vraag

naar geld, zonder dat in ‘de prolon’gatienoteerin’g

eenige verandering ‘kwam. Voor een groot gedeelte

kon ‘daü look aan de vraag voldaan worden door eau-

geld, terwijl voor het ‘overige tamelijk veel geld aan

de bank ‘onttrokken werd. De binneniandsche wissels

vermeerder’den ni. volgens den weekstaat met ca. 29
miljoen, terwijl ‘de rekening-courant-saldi van ande-
ren met 18 ‘miljoen verminderden. Daarentegen ver-

mirtder,den ‘de ‘beleeningen met bijna 5 miljoen, zoo-

dat de ‘bankbiljettenomloop ten slotte ‘bijna 40 mil-
li’oen grooter werd. Van de vermeerdering der bin-

nenlandsche wissels komt echter een groot ‘gedeelte

ten laste van ‘de regeering, die voor 13 millioen laan

sch’atkistpapier bij ‘de ‘ban’k onderbracht. –

In de noteering van paticulier disconto kwam

eveneens slechts weinig verandering. Over ‘het alge-
meen was de markt in het nieuwe jaar iets gemakke-

lijker, zoodat ‘heden ‘b.v. enkele posten tot 4¼ pOt.

plaatsing konden vinden. De wisselmarkt was over het

algemeen iets flauwer, zoodat
bijna
alle koersen terug-

liepen. De dalingen bleven echter beperkt; ‘alleen voor

Zwitserland was ‘de ‘daling iets grooter en maakte het

agio van de vorige weken ‘weder plaats voor een niet

onbelangrijk ‘disagio.

FINANCIEELE HULP DOOR AMERIKA.

Nu de oorlog voorbij is en de eerste overwinnin’gs-
roes heeft plaats gemaakt voor den onvermij’delijken
,,Katzeiij ammer”, ‘begint ook het ,,’dronkenmansge-
‘bed”! Buitengewoon opwekken’d is het resultaat niet
en de inventarisatie toont duidelijk aan, ‘dat met ge-
wone middelen het gat in den zak niet kan worden gestopt. Met vene luchtigheid, nog uit de ‘oorlogs-
psyche overgebleven, ‘keert men nu niet tot zichzel-
ven in, maar verwacht men ‘hulp van buitenaf. En
natuurlijk valt ‘het ‘oog in ‘de allereerste plaats op ‘dan
,,Oom uit Amerjka”, op de Vereeniigde Staten, het
land van ‘de ‘onbegrensde mogelijkheden, dat immers,
vbôr ‘het zelf aan den oorlog deelnam, zoo reusachtig
heeft geprospereerd en toen het er zich in had ge-
mengd, de schaal in het voordeel ‘der geallieerden ‘deed
overslaan met een spoed en in een tempo, zooals nie-mand had mogelijk geacht. Wel stonden de geallieer-
den reeds voor meer ‘dan tien ‘billioen dollars ‘bij ‘de
Vereenigde Staten in het krijt, wèl ‘had ‘ongeveer een
jaar oorlog ‘dit land ‘dertig billioen dollars gekost,
maar dit alles ‘deed niets af aan ‘de moreele verplich-
ting om nu look verder voor het in ‘de war geraakte
Europa te zorgen.
In Atlantic City kwamen afgevaardigden van al de Europeesche geallieerde landen vertellen hoeveel zij
noodig ‘hadden om weer ‘op de ‘been te worden ge-
bracht en tegelijk verzekeren, idat men zich over ‘de
zekerheid niet behoefde ongerust te maken. Groot-
Brittannië sdhaar’de zich niet ‘aan ‘de zijde der ,,bor-
rowing-n’ations” en gaf er de voorkeur aan zijn eigen zaken ‘te regelen. Jui’st toen men te Atlantic City ver.
gaderde, ston’d de inschrijving open op eene leening
van £ 250 miljoen, tot zeer attractieve voorwaarden
den Amerikaanschen geldbelegger ‘aangeboden, maar
door hem met een zeer matig enthusiasme ‘begroet.
Wanneer vlaggen en redevoeringen, zoomede een
gastvrij onthaal, eene oplossing hadden kunnen ‘bren-
gen, voorzeker, ‘die ‘oplossing zou er reeds ‘zijn geweest,
want ‘daaraan heeft ‘het niet ontbroken.
Toen ‘de afgevaardigden ‘weer huistoe waren ‘gegaan,
bleef er over een ‘door de New Yorksche Ohamber of
Oommerce ingestelde commissie, welke het vraagstuk

BIz.

1
3

9
10

11 11

12 12
13 13
13
-20

S

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

zou bestudeeren, allereerst vanuit het gezichtspunt
der wisselkoersen, wat ook alweer begrijpelijk is, om-
dat ‘in die ontwrich’te wisselkoersen het eenige werke-
lijke gevaar schuilt
voor de Vereenigde S’tatenJ
Die wisselkoersen, welke voortgaan zich steeds meer
ten gunste der Vereenigde Staten ‘te bewegen en daar-
door den afzet van den Amerikaanschen exporteur
bedreigen, zijn tot een ware nachtmerrie geworden.
Senator Owen, die in den Senaat ‘de allures van finan-
cieele specialiteit aanneemt, schrijft ‘de beweging ‘toe
aan manipulatiën door de banken en heeft in een
schrijven, opgenomen in het ,,Congressional Record”,
den President der Vereeni’gde Staten verzocht te
Washington eene officieele conferentie
‘bijeen
‘te roe-
pen, teneinde daaraan paal en perk te stellen. Geluk-
kig zagen de secretary van de Treasury, Glass, en de
heeren van ‘de Federal Reserve Board het ‘onzinnige van deze bewering in en komt er odus niets van deze
conferentie, welke, volgens den Senator, op ‘de instel-ling eener ‘internationale ,,devisencentrale” ‘had moe-
ten uitloopen. Excusez du peu!
In’tusso,hen is de loop der wisselkoersen een gevaar
voor den Amerikaanschen export, hetgeen later nog
wel
duidelijker
zal blijken en tot ‘op zekere hoogte is
dit een geluk voor de gel’dbehoef’tigen in Europa.

*

Wanneer men ‘het over de cre’diet- of kapitaalbe-
hoef’ten van Eur’opa ‘heeft, ‘dan spreekt men over de
geallieerden, maar meent men ‘meestal Duitschland.
Men ziet zeer goed in, dat dit land er financieel het
slechtste voor staat, dat het ook met ‘dreigende interne
politieke gevaren rekening te houden ‘heeft en dat het
niet te gronde mag gaan. Men gevoelt, dat Centraal
Europa ‘de ,,pivot of the situation” is en is volkomen
bereid die landen ‘tegelijk met de ‘andere te helpen.
Maar hoe? Hoe ‘krijgt men de beschikking over de
‘ongetwijfeld groote

rijkdommen, die het Amerikaan-
sche publiek zoa kunnen afstaan, zonder dat men
verdere inflatie veroorzaakt, of de financieele positie des lands in gevaar brengt?
Om de ‘moeilijkheden, ‘die zich bij ‘het verwezenlijken
van dit ‘doel voordoen, goed te begrijpen, moet men
allereerst realiseeren, dat de Amerikaan eigenlijk geen
belegger is, maar een ‘deposant. Dit verklaart ‘ook het
onnoemelijk aantal banken in de Vereenigde Staten!
Van de 120 millioen Amerikanen zijn er slechts
500.000 effectenbezitters, wat nog lang niet synoniem
is met ons ‘begrip va ‘belegger.
De farmer, de werkman, de mijnwerker, zij allen
zijn deposanten en ‘hebben niet het minste begrip van
effecten.
Toen de eerste groote oorlogsleeningen •aan de
markt kwarhen en de inschrijving ook bij de pos’tkau.
toren openstond, kwamen tal van ‘lieden hunne spaar-
penningen ‘brengen en vroegen hoeveel rente zij nu
verder moesten
bealer&.
Hooglij’k verbaasd waren die
goede niensehen toen zij eene oblig’atie ontvingen,
waarop zij rente konden
onvan gen.
Dit is authentiek!
Men ‘kan zich eenvoudig geen idee vormen van ‘de
reusach’tige reclame voor de plaatsing van die lee-
ningen gemaakt en ‘nog is er in New York geen open
plaats voor een aanplakbiljet, geen schutting te vin-
‘den, waarop niet het publiek de opwekking tot in-
schrijving kan lezen.
Maar hier ‘gold ‘het ‘de nationale eer, een nationale
zaak en hiervoor spande ieder zich in.
To Philadelphia wist een dame uit de ,,Society”
in een week $ 30 miljoen inschrijvingen te verzame-
len, zooals ze met zelfvol’doeiaing vertelde. Dat niet
ieder over de contante middelen beschikte ‘om de
storting op de toegewezen obligatiën te bewerkstelli-gen, sprak wel vanzelf en ‘dat ‘dus g’r-oote ‘bedragen
door de ‘banken als voorschot op ‘de oorlogsleeningen
moesten worden verstrekt is duidelijk. Een lage
taxatie voor de thans nog in dien vorm bij de banken te New York loopende beleeningen is 300 á 500 mil-
lioen dollar’s, waarvan niets meer afgaat, omdat het

publiek ten volle verzadigd is. Aan de uitgifte van
nieuwe leeningen is dus niet te denken, trouwens het
élan is verdwenen, de ‘oorlogspsychose
voorbij.
Men
vindt het nu ,,welletjes”! En toch zou eene nieuwe
directe leeningdoor de Regeering aan Europa, naar
het vroegere voorbeeld, ook de uitgifte van een nieu-we leening door de Vereenigde Staten beduiden. Een dergelijken maatregel durft de democratische ‘ regee.
ring, staande voor de verkiezingén van 1920, niet aan.
Haar toch niet groote populariteit kan er alleen maar
door worden geschaad. De nu afgetreden secretaris
van de schatkist heeft zich te dien opzichte ‘duidelijk
uitgesproken en de Federal Reserve Board, die men
als eenigszins buiten ‘de politieke partijen staande
kan beschouwen, is er beslist tegen, omdat onder de
tegenwoordige ‘omstandigheden iedere verdere leen’ing,
verdere inflatie beduidt.

Volgens ‘de Regeering moet dus hulpverleening aan
Europa van de zij’de van het publiek komen en wel
hoofdzakelijk van hen, die daarbij het meeste belang
hebben, nl. van de exporteurs.

Maar aangezien bij dezen vooralsnog ,,das heilige
Müssen” ontbreekt en de vrees voor risico’s den
Amerikaan, wat zijne relaties met het ‘buitenland be-
treft, aangeboren is, is ‘ook van dien kant althans
voorloopig geen directe hulp te verwachten. Met één
oog kijkt men ‘dus naar ‘de War Finance Board, aan
het hoofd waarvan de zeer bekwame heer Eugene
Meyer Jr. staat en die nog altijd de ‘beschikking over
1 miljard ‘dollars heeft, en het an’dere oog is ge-
richt op de banken.

Nu staan er voor de banken twee wegen open. In de eerste plaats de weg ‘der éredietverleening en in
de ‘tweede plaats de uitgifte in een Qf anderen vorm
van schuld’beken’tenissen. In bankkringen gevoelt men
zeer goed, ‘dat crediet niet het instrument is, waar-
mede in de kapitaalsbehoefte van Europa k’an wor-
den voorzien. Orediet is ‘bestemd om ‘tijdelijke kapi-
taalsbehoeften te overbruggen, niet ‘om in een blij-
vend tekort aan werkkapitaal te voorzien en daarom

gaat ‘het toch eigenlijk. Afgescheiden van de omstan-
digheid, ‘dat ‘de Federal Reserve Bank ten slotte den
geheelen last zou te dragen hebben, en dat de Federal
Reserve Boar’d, die zich ‘heftig tegen verdere inflatie
verzet, daarin toch ook eenige zeggenschap zou heb-
ben, begrijpt men zeer goed, dat aan een voortdurende
verlenging van accepten of van contante voorschot-
ten, gedurende eene periode ran tien of wellicht vijf-
tien jaren, niet te denken is. Wie zal zeggen voor
welke moeilijkheden de gel’dmarkt in de Vereenigde
Staten zelve niet zou komen te staan en hoe zal men
de noodige zekerheid verkrijgen. Over dit laatste punt
loopen de meeningen natuurlijk zeer uiteen, ook al
naar gelang van de landen waarom het gaat. Maar dit
is een on’derwerp op zich zelf.

De vorm der credietverleening kan ‘dan ook eerst
aan de or’de komen, wanneer de nood in het eigen
land er om gaat vragen, wanneer de exporteur door

gebrek aan afzet, de industrieel door ‘gedwongen in-
krim’ping der productie in moeilijkheden zou gera-
ken. Maar zoover is het nog niet.

Blijft ‘dus de
mogelijkheid
in een of anderen vorm
schuldbekentenissen
bij
‘het publiek te plaatsen. Dit
punt is reeds aangeroerd en er is reeds op gewezen,
dat zich vooralsnog
‘bijna
onoverkomelijke ‘bezwaren
te dien opzichte voordoen. Van eene ‘directe plaatsing
van schuldbrieven b.v. van Italië of van Frankrijk
behoeft men zich niets voor te stellen. Het beleggende
publiek kent dergelijke instrumenten niet en heeft er

geen ver’trpuwen in. Men zou dus ‘het ‘doel langs een
omweg moeten bereiken en debentures moeten uitge-
ven van een Investment-Trust, ‘die op haar beurt
hou’dster van de buitenlandsche obligaties zou moeten
worden. Dan heeft men althans een Amerikaansch papier. Aan het succes van eene dergelijke uitgifte
twijfelt men om twee redenen. De eerste is, dat de
grooto belegger ‘door de enorme belastingen zelfs van

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3.

een hooge rentedragen’d effect slechts een zeer be-
scheiden rente zou genieten, en de tweede nog zwaar-
wichtiger reden is, dat een vaste reïite, zonder eenigen
speculatieven bijsmaak, niet in den smaak valt van
het groote publiek. De Amerikaan moet een specula-
tieve belegging hebben ôf, en ook hierin is de room
alweer van de melk, een preferent aandeel met een
exhorbitant hooge rente, 8 pOt. bijvoorbeeld.
Er zijn natuurlijk nog andere mogelijkheden, bv.
een direct beroep op de sympathie van ‘beaalde groe-
pen der bevolking, die uithoofde hunner afkomst
gaarne zouden medehelpen om hun bakermat of die
hunner voorvaderen ter hulp te komen. Maar de druk,
die uit den oorlog is blijven hangen, die oorlog, die
nog zoo kort geleden is en waarvan men de gevolgen
nog zoo zeer gevoelt, maakt, dat er slechts weinigen
zijn, die ‘den moed van hunneovertuiging hebben
behouden.

Eene andere mogelijkheid is het scheppen van eene
attractie in den vorm eener valutaspecuiatie. Maar
hier stuit men weer op de •on’kunde van ‘het groote
publiek, dat nauwelijks weet wat international
exchango is.

Zoo zal het voorloopig wel bij individueele kleinere
credietzaken, ruil-transacties of veredelings-credieten
blijven. Ten opzichte van voedingsmiddelen voor
mensch en dier heeft men het oog op Hoover en diens
groote energie te richten; het is wel waarschijnlijk,
dat voor dat speciale doel nog belangrijke credieten
of leeningen zullen worden toegestaan.
Het spreekt vanzelf, dat ‘het bovenstaande eenigs zins aan de oppervlakte moest ‘blijven, daar particu-
liere gesprekken en vertrouwelijke mededeelingen zich
minder voor wedergave in dozen vorm leenen.

W. WESTERMAN.

KAPITAAL-HULP AAN DE CENT.RALEN.

In het Handelsblad (in een serie artikelen over den
internationalen financieelen en economischen toe-
stand) bespreekt Mr. Vissering – 23 December Derde
Avondblad – de noodzakelijkheid van hulp van ‘de
landen, welke er alsnog tamelijk goed aan toe zijn aan
de volkeren, zooals Duitschland en Oostenrijk, welke in ellendigen toestand zijn, of meer en meer beginnen
te geraken, door gemis aan kapi’taalgoederen, welke zij
behoeven om ‘ook maar weer eenigszins te ‘kunnen pro-
duceeren als voorheen.

Ik ben ten volle met hem eens, dat de eerstgenoemde
groep van landen – klein en groot, zonder uitzonde-
ring – moeten medewerken om de Centralen weer op
de beenen te helpen. Met hem eens •ook, dat zulks
vooral voor ons een plicht is, alleen reeds uit ‘het oog-
punt van goed begrepen eigenbelang, omdat wij an-
ders onvermijdelijk gaan doelen in de ellende, welke
aldaar reeds is en nog voor de deur staat. Met hem
eens al wederom, dat wij bereid moeten zijn om daar-
voor groote offers te brengen, en dat het zon’der groo-
te offers niet kan. Wij zi’tten zelf reeds ‘dun in ons
kapitaal; dat blijkt uit een hypotheekrente van min-
stens 5,5 pOt., uit het feit, dat onze gemeenten niet
meer o’n’der 6 pOt. kunnen leenen en onze Staat op
langen termijn zeker ook niet veel goedkooper, als er
geen dwang wordt gebruikt. De reëele rente, ‘de rente,
welke de uiting is van vraag en aanbod van
kapitaal-
goederen,
is ten onzent reeds hoog, om’dat ook bij ons
‘de kapitaalgoederen schaarsch
zijn
geworden door den
oorlog. En zij zoude no’g hooger worden als wij onze
buren een deel van onze kapitaalgoederen (waaronder grondstoffen en halfproducten en ook Subsistenzmit-tel om ‘de arbei’ders gedurende het productieproces te
laten leven) uitleenden.

Zeker onze
geldrente
is nog niet hoog; onder lei-
ding van de Nederlandsche Bank wordt door de ban-
kiers
geld
nog tegen relatief lage rente verstrekt. Met
het gevolg, dat er
altijd
meer geld wordt ‘gecreëerd,
chèque- en girogel’d en bankbiljetten, dat er althans allerminst een inkrimping plaats heeft, nu de oorlog

uit is en veel geld, ‘dat weggestopt was, loskomt. Met
het gevolg s’teeds grootere duurte!
Mr. Vi’ssering erkent, ‘dat ‘het scheppen van ruil-
middelen ten einde credieten te geven, ‘duurte mede-
brengt, al spreekt hij in ‘dit verband alleen van ere-
‘dieten aan den Staat en de gemeenten; hij erkent dat
die ‘duurte een plaag is.
Hoe wil ‘hij nu echter d’ie offers voor ons ‘deel in de
redding ‘der Cen’tr•alen ‘doen brengen? Wederom door
meer geld te creëeren en op die ‘ijze credieten (in ze-keren tegen misbruiken waarborg gevenden vorm) te
geven aan de Centralen, waarvoor zij ‘dan koopen
kunnen ‘de ‘kap’itaalgoederen, welke ‘zij behoeven. Al
weer meer duurte zal er het gevolg van zijn, zoo erkent
hij, maar dat moeten wij dragen voor de goede zaak.
Ik vraag echter: wie dragen dan de offers?
en liet
antwoord luidt: niet allen, niet ons geheele volk, dat
belang hëef t ‘bij het overeind blijven van ‘de Oentralen,
maar speciaal zij, die van de duurte het meest last
hebben, de men.schen met’ vaste inkomens uit arbeid
(de han’denarbeiders, doch veel meer nog de ietwat hco-
gere arbeiders, ‘die niet zoo in het ‘beklag zijn als ‘dc
‘handenarbeiders), de menschen ook ‘die geheel of go-
deeltelijk leven van pensioenen, rente van – vaak
door spaarzaamhei’d verkregen – schul’dbrieven van
Staat en gemeente, enz., rente van hypotheken en der-
geljken, in het kort een .groote groep, die niet aan
den weg timmert. Voor bijna al wie in zaken zijn, wie
gron’d ‘bezit of fabrieken, werktuigen, ‘schepen, is de duurte imaar een ‘kwestie van hoogere cijfers van in-
komst en uitgaaf; zij profiteeren van ‘het feit, ‘dat hun
schulden en de rente ‘daarvan, wèl in guldens gelijk
bleven, ‘doch in verhouding tot hun inkomsten maar
half zoo zwaar wegen als te voren.
Het is mijns inziens al erg genoeg, dat ‘de sterke
toeneming van ruilmiddelen (naast afname van de
te verhandelen goederen) gevolg van te veel bank-
credieten aan ‘den Staat, ‘de gemeenten en laatsteljk
ook aan
anderen.,
zulk een verschuiving in ‘de werke-
lijke ‘inkomens d.i. wat men met zijn inkomen kan
koopen) heeft teweeg gebracht rton nadeele van een
deel ‘der ‘bevolking. Moet nu ‘de steun aan ‘de Oen-
tralen, in het algemeen belang te verleenen 66k w66r
ten laste van ‘dit ‘deel worden gebracht; moeten nu do offers ook weer van hen alleen gevraagd?
Zeker, als wij goederen willen verstrekken aan onze
buren, dan moeten ‘die òf Jj ‘ons ‘door zuiniger ver-
bruik worden uitgespaard ôf wij komen er zelf nog
slechter in te zitten ten nadeele van onze pro’ductie.
Maar is het ‘billjk, dat zuiniger verbruik van é6n
bevolkingsdeel af ‘te dwingen, door ‘de zaken voor
hen n’og onbereikbaarder te maken? Het is een middel,
maar een hoogst onbillijk. Als Nederland kapitaal wil voorschieten aan andere
naties (uit eigenbelang, i’k herhaal het) ‘dan mag
dat niet alleen worden ‘bijeengebracht ‘door de beper-kingen van het verbruik van een toch al zwaar getrof-
fen gioep. Dan moet er zuinigheid
in alle kringen

zijn..
En daartoe kan de Minister van Financiën het
meeste doen. Door niet ‘alleen naar inkomen en ver-
mogen te vragen bij het belasten, ‘door niet verkwis-
ters en ‘hen, die kapitaalvormen uit ‘hun inkomen ge-
lijkelijk te treffen, maar d’oor nu eens
eindelijk
te
komen met zware belastingen op onnoodige verterin-
gen en hen, die wel een groot inkomen hebben, doch
dit ten algemeenen nutite opleggen, zoodat er (onder
anderen) ‘kan ‘geleend worden aan de ‘buren, verder te ‘ontzien, ja zelfs wat te ontlasten. Mr. V’issering zegt: er moet gewaak’t worden, dat
er’ niet verder ruilmicldelen werden ‘gecreëeed om
onze gemeenten en ‘den Staat te financieren; ik ben
dit volkomen met hem eens, maar zoude er alleen de
vraag willen bijvoegen, ‘moet niet 66k het verstrek-
ken van geld on’der de reëele rente aan handel en
nijverheid en aan de beursspeculatie ophouden? Fi-
nancieren van den Staat en de ‘gemeenten ‘door ruil-
middelen-creatie is lasten leggen op een ‘deel der be-

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
januari 1920

volking (hen, die hun inkomen niet zien stijgen in
verhouding tot het duurder worden) ten bate an
het algemeen. Financieren van handel, nijverheid,
onz.,
door ruilmiddelen-creatie, in zooverre die voort-
vloeit uit het ‘handhaven van een geldrentcvoet, be-
langrijk onder den reëelen rentevoe’t, is subsidieeren
van handel en nijverheid ten laste van dat zelfde deel
der bevolking. Het is een bijzondere vorm van pro-tectie. Waren wij nu nog maar zeker, dat’ dan alleen
het nuttige deel van handel en nijverheid, dat
zich bezighoudt met ‘hoog noodige verbruiksartikelen
en kapitaalgoederen, welke weer verdere productie lie-
vorderen, er kunstmatig door werd geprikkeld, dan
was het een onhillijkheid, die ook een ‘goede zijde had.
Maar ook veel onnuttige productie, b.v. van luxe
auto’s, jenever, films, bioscopen, edelgesteenten, enz.,
wordt er ‘door geprikkeld boven het natuurlijke;
voorts veel export, ‘die met marken en kronen, dank-
baar door de speculanten opgenomen, wordt betaald,
en nijverheid ook, die straks topzwaar wordt, als •de
kunstmatigc steun niet altijd door kan worden ver-
leend.
1)

Willen wij onze buren helpen, dan moeten wij alle
kunstmatig aangewakkerd kapitaalgebruik zoowel door
gemeenten, door den Staat als door de nijverheid en
‘handel staken, dan moet hel de bevolking maar
dan allen en niet slechts &n groep – tot zuinigheid
gedwongen worden. Van zelf komt dit ook weer ton
goede aan onze nijverheid, omdat dan door het af-
staan van kapitaal aan dc Buren bij ons ‘de reele
rente niet o± niet veel naar boven wordt gedreven. ,,Offers, als ze noodig zijn om in ons eigen belang
en uit menschlievendheid onze Buren naar krachten
te helpen, gaarne,” zoo zal het Nederlandsche volk
naar mijn overtuiging zeggen, ,,maar dan allen gelijk

0
1).
liet moet geen zaakje voor den één en een o.ndra-gelijke last voor den ander worden.”
Het is zeker gemakkelijker om vat men noodig
heeft, maar weer stilletjes door vermeerdering der
inflatie af ‘te tappen bij de menschen met vaste in-
komsten, die maar zeer zelden begrijpen waar ‘de oor-
zaak van het kwaad ligt, en degenen te ontzien, die
het weten voor te stellen alsof hun ‘belang samenvalt
met het algemeen belang, maar goede en billijke poli-
tiek is het niet.
ANT. VAN GUN.

ECONOMISCHE VERWACHTINGEN.

In de Maandag j.l. gehouden vergadering van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken aLhier, hield de
voorzitter, de heer E. P. de Monchy Ran., de gebrui-
kelijke nieuwjaarsrede, welke met eenige hekorting
hier zij opgenomen.
Het afgeloopen jaar – aldus spreker – is zeker
een zeer gewichtig jaar geweest voor de economische
ontwikkeling van ons Vaderland. Het feit, dat wij ongeschonden uit dan wereldstrijd
gekomen zijn, mag in de eerste plaats aanleiding geven
tot groote dankbaarheid; anderzijds zijn daaruit echter
plichten geboren voor onze geheele maatschappij om
zich ‘dien toestand ten nutte te maken en zorg te
dragen, dat wij de plaats in het wereldverkeer behou-
den, die ons dooi’ de omstandigheden wordt aange-
wezen.
Het mocht worden verwacht, dat het ophouden van
den strijd met de wapenen – indien men dat reeds
zoo mag noemen – de vroeger strijdende Mogend-
heden zou doen zoeken naar wegen om de handelsbe-
trekkingen weder aan te kkoopen, zonder al te zeer
den schijn op zich te laden, dat de vijandschap zoo
spoedig zou zijn vergeten en de neutraal gebleven

1)
Terecht zegt Mej. Mr: Van Dorp in den jongsten
,,Economist”: ,,Tot zekere hoogte is het, tegen de gewone
meening der practici in, nuttig, zoo de oudernemingsiust
binnen perken wordt gehouden.” Ook bij cle productie moet
de zuinigheid worden bevorderd, welke tegenwoordig in
menig bedrijf bedenkelijk zoek is, misschien wel tengevolge
van ‘de bovenbedoelde subsidieering
van
bedrijven, waarin
veel vlottend kapitaal noodig
is.

landen konden daartoe gereedelijk een brug vormen.

Niet echter was het te voorzien, althans niet door de
oningewiijden, ‘dat dit herstellen van de handelscon-
necties zoo ‘bezwaarlijk zou wezen en dat de geschokte
financiën het wederopnemen van het verkeer dermate
zouden bemoeilijken. Hoe toch zou het anders ver-
klaard moeten worden, dat ‘de Nederlandsche zeeha-vens in ‘die mate met goederen worden overstroomd,
dat de betrokkenen groote moeite hadden om ze een
behoorlijk onderdak te bezorgen? –

Deze overstrooming ondervond bizondere bezwaren
daar waar het zich handelde om ,kwaliteitsartikelen,
wier behandeling geschoolde krachten en zorgzame
behandeling vorderde.

Mocht ‘het zijn – en er bestaat daarop wel uitzicht
– dat ‘die
wijziging
in -de aanvoeren een blijvend
karakter zal dragen, dan kan er niet genoeg op worden
aangedrongen, dat daarmede rekening gehouden wordt.
Het vroeger zoo uitgebreide transitoverkeer, waarbij
geheele ladingen erts en graan van boord stoomschip
iii Rijnschepen ‘werden overgestort,, waarbij ‘dus in zoo
groote mate kou worden gebruikgemaakt van de. rivier
zelve en van liet midden der groote havens, is nog
niet wedergekeerd en ‘het dient te worden afgewacht,
of liet binnen korter of langer tijd wederkeeren zal.
In de plaats daarvan trad de aanvoer van stukgoede-
ren op, weliswaar met minder stoombooten, maar
waaraan veel meer handen te pas komen en die min-
der snel kunnen worden behandeld.

Behalve een direct nadeelig verschil in de op-
brengst van de havengelden, ondervinden de Gemeen-
tefinanciën hiervan ook den terugslag, doordien voor-
zien dient te worden in meerdere kaderuimte en uit-
gebreider gelegenheid tot voorloopigen opslag in
loodsen of open ‘terreinen. Medewerking van particu-
lieren, waar die uit eigen middelen in die behoefte
zullen willen voorzien, zal zeker van Gemeente-zijde
gaarne worden erkend.

Er is vroeger wel op gewezen, dat het transitover-
keer, ofschoon in hooge mate bijdragende tot verle-
vendiging op stroom en w’aarop uit statistisch oog-
punt niet voldoening kon worden gewezen, n’iet dat
groote voordeel afwierp, ‘dat men oppervlakkig uit de
cijfers zou willen afleiden. De bewering was slechts ten
deele juist; maar toeneming van eigen ‘handel is toch
zeker te verkiezen en ‘het is zeker noodig, dat al het
mogelijke woede gedaan om ons aan die gewijzigde
toestanden aan te passen. Onze bestaande handels-
huizen ‘zijn in die richting werkzaam en ‘de talrijke
zich hier ter stede vestigende nieuwe firma’s hebben
schijnbaar geen ander doel.

De grootere aanvoeren vielen samen met blijvende
duurte en ‘het was alleszins begrijpelijk, dat ook hier
ter stede groote loonsverhoogingen konden worden
doorgevoerd, te meer, waar van ‘werkgeverszijde billjk
werd ‘geoordeeld, ‘dat de loontrekkenden in staat ge-
steld werden, niet enkel om het hoofd ‘te ‘bieden aan
de grootere uitgaven voor levensonderhoud, maar om
ook mede te genieten van den meerderen voorspoed,
die meerder werk allicht met zich bre
n
gt en ‘daartoe
ook den noodigën vrijen tijd over ‘te houden. Zoowel
bij ‘onderlinge overeenkomsten ‘als hij overheids’bepa-
lingen ‘drong dit streven ‘door. Dat daarbij matiging
dient te worden ‘betracht, is meermalen in het licht
gesteld; juist in den ‘tegenwoordigen tijd, waarin zoo
ontzettend veel dient te ‘vor’den ‘bijgewerkt om •het
verlorene ‘te herstellen. Daar echter het streven niet
kan worden tegengegaan en trouwens ook op zichzelf
geen afkeuring verdient, zal het oog er blijvend op
gevestigd moeten zijn, om ‘door intensiever werken
hetzelfde ‘te bereiken. Het enkel werken om dun
broode ‘is réeds lang verouderd en men mag het als
eene gelukkige omstandigheid beschouwen, dat de ge-
legenheid tot meerdere ontwikkeling ‘op geestelijk ge-bied voor velen toegankelijk wordt, ‘die daarvan voor-
heen volkomen verstoken waren. Door vreedzame
evolutie, zonder al te ‘hevige schokken, zal er meer

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

gelijkheid ontstaan, die ten slotte aan het algemeen
ten goede kan komen. Nood’i’g is echter, dat er ‘blijvend
werk te verrichten vail voor hoofd en hand ‘beide en
in dat opzicht zijn voor ons de uitrichten niet ‘ongun-
stig. Van alle zijden is de aandacht ‘op ons land ge-vestigd, zoowel van handelshuizen in verschillende
buitenlan’dsche centra als van ‘buitenlarzd’sche reede-rijen, ‘die onze havens in hun verkeer wenschen
01)
te
nemen, terwijl onze nationale .scheepv’aartondernemin-
‘gen zeker niet achterblijven om uitbreiding te geven
aan ‘het ‘door haar te omvatten veld. De lang ge-
wenschte en tegen het einde van het afgeloopen jaar
tot stand gekomen verbinding met Zuid-Afrika moge
in het bijzonder worden vermeld.
Niet gaarne, mijne hoeren, zou ik uit het boven
gesprokene cello onverdeelde vreugde willen zien af.
geleid. De vriendschappelijke verhouding met de vele
‘buitenlau’dsche verbindingen, waaron’der er zoo velen zijn, die nog hevig lijden onder de zware gevolgen van
den oorlog, ‘is daarvoor een ernstige hinderpaal. Bui-
tendien kan het ‘niet uit liet oog worden verloren, dat
ook ons land zeer geleden heeft en volstrekt niet enkel
tengevolge van de ‘dalin.gen in vreemde waarden en
van de drukkende lasten, die wij ons zelve hebben
moeten ‘opleggen. Ons land is er te zeer van ‘door-
drongen, ‘dat eigen voorspoed niet kan bestaan ten
koste van andere landen. De handel veet te goed, hoe
de volkeren ‘afhangen van elkander en elkander niet
kunnen ontberen. Al ondervindt ‘de totstandkoming
van den veel besproken V’olkerenibond ‘nog vele en
groote moeilijkheden, de ,,League of Business Men”,
die de Internationale Conferentie te A-tlantic City in
uitzicht stelde, wordt zeker ook alhier ernstig ge-

wenscht.
De daarbij v’oorzittende bedoeling is immers, in de
Staten, die bij ‘den Volkerenbond zullen zijn aange-
sloten, den internationalen ‘handel aan te moedigen,
den omgang to vergemakkelijken en overeenstemming
te verzekeren op alle internationale vraagpunten, die
handel en nijverheid raken; ‘daarbij den vrede, den
vooruitgang en de vriendschappelijke verhouding tus-
sehen de Staten en ‘hunne inwoners te bevorderen, kien
wil daartoe een permanent internationaal hoofdbu-
reau in het leven roepen, waar alle gegevens over
economische ‘onderwerpen en maatschappelijke ver-
houdingen worden verzameld, alsmede de feiten, waar-
op zoowel de ‘behoeften eenerzijds, ‘als de mogelijkheden
om daarin te voorzien, voor ieder land in het bizonder

worden nagegaan.
Dergelijke plannen staan zeker ‘in het teeken van
den vrijhan’del en het zal ons land ‘dus niet moeilijk
vallen, zich daarbij aan te sluiten, waar tot ‘dusverre
weerstand ‘geboden is aan hier en daar geopperde
denkbeelden, die van ‘dat stelsel zouden willen doen
afwijken op gronden, hoezeer op zich zelve van on-
miskenbaar gewicht, echter in strijd met het algemeen
belang.
Op het eerste ‘gezicht schijnt het ‘denkbeeld in zijn

grooten omvang
nauwelijks
voor uitvoering vatbaar;
maar wanneer men nagaat, dat samensmelting van
belangen en samenwerking op allerlei gehied zoozeer
is doorgedrongen, dikwijls zelfs van ‘overheidswege
voorgeschreven, dan komt hot
eigenlijk
geheel in den
geest van den tijd te staan en lijkt de verwezenlijking
minder ver.
De voorgenomen nieuwe regeling van het ‘toezicht
op den Rijn is ‘onze voortdurende aandacht waard. Wij
moeten vertrouwen, dat de nieuw te vormen Com-
missie de belangen van het verkeer in :de eêrste plaats
zal blijven ‘behartigen en de vrees, die wel is geuit, dat
concurrentie met andere verkeerswegen eene voort-
durende ontwikkeling van ‘het Rijnverkeer zou kunnen
schaden, niet zal worden bewaarheid.
Ons aller taak schijnt het mij toe, ons aan te passen
aan het vele nieuwe op het gebied van Handel, Scheep-
vaart en Nijverheid en al het mogelijke te doen ‘om de positie, die ons vaderland gedurende ‘den oorlog heeft
verkregen, ‘ook te behouden en zoo
mogelijk
te ver-

sterken. Onze Kamer zal daartoe zeker willen mede-
werken.
Mijne heeren. Het ‘afgeloopen jaar heeft ons zeker dichter gebracht
bij
een meer rustigen toestand van
den handel. Het postverkeer is, in ‘t bijzon’der met de
verre gewesten, weder ‘als normaal te ‘beschouwen; de
geregelde vaart van Nederland naar Indië door het
Suezkanaal was reeds in de maand Januari ‘hersteld;
de opgehoopte voorraden in onze Oost-Indische Kolo-
niën konden geregeld worden afgevoerd; de meeste
han’delsartikelen zijn door onze Regeering vrijgelaten
en het toezicht van de Nederlandsche Overzee-Trust
behoort nagenoeg tot het verledene, tot voldoening zeker niet het minst van de Leden van het Bestuur,
die door hunne voortdurende ‘bemoeiingen er zoo ont-
zettend veel toe hebben bijgedragen om het den han-
del ‘gedurende de oorlogsjaren mogelijk te maken zijn
plicht te vervullen. Een woord van warmen dank aan
die hoeren moge te dezer plaatse niet ontbreken. Bij
het aanvaarden van hunne taak had men niet ver-
wacht, dat daarmede een zoo langdurig werk zou ge-
moeid zijn, een werk, dat voortdurend in omvang toe-
nam en ,hchal.ve groot ‘organisatietalent, een helderen
koopmans’blik en voortdurende opgewektheid ver-
uischte. Voor buitenstaanders was ‘het ‘somtijds niet
gemakkelijk ‘te ‘beoordeelen, welke drijfveeren ‘de lei-
ding veelal ‘bewoog en streng was djkwijls ‘de critiek
en ‘onverdiend. Algemeen heeft men desniettemin ge-
voeld, dat ‘de N.O.T. gedurende de bange ‘oorlogsjaren
een onontbeerlijk instituut is geweest, weiks Bestuur
hulde verdient te worden toegebracht ‘door den gehee-
len han.delsstan’d ‘in al zijne vertakkingen.

Zoo ooit, ‘dan ‘ligt ‘de toekomst thans wel zeer in het
duister en meer dan immer ‘is voorzichtigheid in ieder
opzicht geboden. De zoo zeer opgedreven prijzen van
alle handelsartikelen, de enorme vrachten, terugwer-
kende op ongekende prijzen voor nieuwbouw en aan-
koop van schepen, zullen op den ‘duur wel n’iet geheel
standhou’den, hoewel terugkeer tot het verledene niet
te verwachten is. De onzekerheid ligt in het tijdstip
waarop meer normale verhoudingen verwacht mogen
worden.

Laten wij hopen, dat ook die tijden ons voorbereid
zullen vinden.

A MBTENAARSPENSIOENEN.

Nu het Rapport der Staatscommissie inzake de
herziening ‘der pensioenwotgeving is verschenen, doen
zich verschillende vragen voor, die de pensioenwet-
geving in haar geheel raken. Ik zal niet treden in de
bijzonderheden van ‘do voorgestelde regeling, daar dc
tendens ,,hoogere pensioenen” ‘duidelijk in liet Rap: port ligt opgesloten en ‘de details dier verhoogingen
voor mijn ‘beschouwingen van weinig invloed zijn. Het
feit alleen, dat de pensioenen zullen ‘worden ver-
hoogd, van welke verhooging niemand de wensche-
lij’kheid ontkent, geeft tot eigenaardige conclusies
aanleiding.

W’at betreft de eigen pensioenen der ambtenaren is de zaak zeer eenvoudig. Deze worden uit de be-
grooting ‘gekweten, ter,wijl de bijdragen der ambte-
naren in de schatkist worden gestort. Daar er voor
deze pensioenen ‘geen reserve ‘aanwezig is, ‘betalen ‘de
belastingbetalers eik jaar onderling eenvoudig het
verschil tusschen de uitbetaal’de pensioenen en ‘de ont-
vangen kortingen op de salarissen. Daar de salaris-
‘kortingen veel te gering zijr om de pensioenaan’spra-
ken te dekken – de ‘korting ‘bedraagt 50 pOt. van het
salaris bij indiensttreding benevens 50 pOt. der ver-
‘hoogingen van salaris, terwijl de berekening leert, ‘dat
ongeveer het ‘drievoudige nood’ig is – worden de las-
ten der pensionneering naar de toekomst verschoven.
Verhooging der pensioenen ‘beteekent eenvoudig ver-hooging der belastingen in de toekomst en verhooging
met een stijgend bedrag – nog s’terker indien ‘de bij-
dragen der ambtenaren, zooals in ‘het voorstel der
commissie ligt opgesloten, zullen worden gestaakt, en

6

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

de loopende pensioenen eveneens zullen worden ver-
hoogd.

Geheel anders staat de zaak bij de weduwen- -en
weezenpensioenen der ambtenaren. Bij deze laatste
betaalt de ambtenaar een jaarlijksche korting ten be-
drage van 5 pOt. van zijn salaris en deze bijdragen
worden gestort in een afzonderlijk, commercieel be-
heerd fonds.

De ervaring heeft geleerd, dat tot nog toe de gehe-
ven korting ruim voldoende was, maar wat zal er nu gebeuren, indien plotselin.g alle pensioenen worden
verhoogd? Het is duidelijk, dat het evenwicht dan
zal worden verbroken, daar de ingehouden kortingen
dan niet meer voldoende zullen zijn en het tot nog toe
bestaande batig saldo zal dan in een nadeeli’g saldo
veranderen. Ongetwijfeld zal de Staat het aan de
reserve ontbrekende, hetzij ineens, ‘hetzij waarschijn-
lijker in den vorm van een annuïteit ibijpassen, even-
als dat zal moeten gebeuren
bij
‘de reeds loopende
weduwen- en weezenpensioenen. Dit
bij
te passen
bedrag komt dus wederom ten laste der belastingbe-‘talers. Indien men dat in het oog vat, vraag ik
mij
‘af
waarvoor een wetenschappelijk opgezet fonds dan dient, indien toch de Staat aansprakelijk is voor de
tekorten. Waarom worden de weduwen- en weezen-
pensioenen ook niet rechtstreeks uit de begrooting
gekweten, evenals dat bij de eigen pensioenen der ambtenaren het geval is, terwijl do kortingen voor
de weduwen- en weezenpensioenen eenvoudig in de
schatkist worden gestort? Welk een besparing aan
administratiekosten zou daarvan het gevolg zijn!
Het vraagstuk hangt nauw samen met wat men onder
pensioen verstaat. Is do staat verplicht een bepaald
bedrag aan geld aan haar ambtenaren of hun wedu-
wen •of weezen uit te keeren, of is de Staat verplicht
haren wegens ‘ouderdom ‘of lichaamsgebreken ontsla-
gen ambtenaren of ‘hun weduwen en weezen een pen-
sioen uit te keeren, waarvan zij naar gelang van hun

stand kunnen leven? M.a.w. is het pensioen onafhan-
kelijk ‘of afhankelijk van de ‘koopkracht van het geld?
Zeer langen tij’d jheeft men het eerste principe ge-
huldigd, ook al was sinds een reeks van jaren de
koopkracht van het geld ]angzamerhan’d achteruit

gegaan, in de laatste paar jaren echter schijnt de
Staat tot het tweede principe over te gaan en in dien
gedachtengang is er geen plaats voor een commercieel
ingericht en wetenschappelijk beheerd weduwen- en
weezenfonds, ‘daar ‘dan tegenover de bepaalde premies
ook de vastgestelde uitkeeriu’gen moeten staan, ter-
wijl een verhooging der loopende pensioenen ‘op tech-
nische gronden nooit is goed te praten.

Om deze quaestie nader onder de oogen te zien,
wil ik eerst even stilstaan bij het verschil tusachen een
wetenschappelijk beheerd fonds en een handelwijze,
zooals nu bij do eigen pensioenen der ambtenaren
wordt gevolgd. Bij een wetenschappelijk beheerd fonds

‘zullen de sommen, die men ter reservevorming in liet
fonds moet storten, in den eersten tijd meer bedragen

dan de kosten, wanneer men eenvoudig de pensioenen
uit de loopende begrootin’g voldoet, en later zullen
de uitgaven lager zijn. Het verschil, de ‘belegde
reserve, zal moeten dienen om het latere tekort aan
te vullen. Wat ‘doet ‘dus de Staat
bij
een pensioen-

fonds? Er wordt dan in de eerste jaren meer belas-
ting geheven dan n’oodig is en de Staat belegt die
te veel opgebrachte belasting en wel weer voorname-
lijk
‘bij
zichzelf, door ten behoeve van ‘het pensioen-
fonds Staatsschuld aan te koopen. Later, bij het stij-
gen der pensioenaanspraken, zal die Staataschuld weej
in omloop worden ‘gebracht. Hoeveel eenvou’diger is
het niet, dat alles na te laten, daar het toch neer-
komt op eerst nemen en laten teruggeven. De Staat

verzekert zijn ambtenaren een pensioen, de Staat ga-
randeert eveneens de uitbetaling en ten slotte wor-
den de kapitalen weer voornamelijk bij den Staat be-

legd, zoodat de Staat toch evenals bij de niet weten-sohappeljke wijze van handelen de gelden ontvangt,
in de schatkist stort en later aan de pensioen’gerech-
tigden uitkeert. Het eenige verschil is, dat in het
geval van een wetenschappelijk beheerd fonds, de be-
lastingdruk, ontstaande uit de benoodigde gelden voor
de pensioenen, of indien er ‘bijdragen ‘door de ambte-
naren worden geleverd, uit het verschil tussehen de
benoodigde pensioenen en de bijdragen der ambtena-
ren gelijkmatig over de achtereenvolgende jaren wordt
verdeeld, terwijl die druk
bij
de niet wetenschappelijke
handelwijze
stijgende
is. Het is nu de vraag wat ver-
kieseljker is, en wanneer wij nu de enorme stijging
van het belastbaar inkomen in de laatste jaren nagaan, dan is het’ ‘duidelijk ‘dat de stijging der onkosten voor
de pensioenen zeer sterk kan zijn, voordat zij de stij-
ging der belastbare inkomens overtreft, m.a.w., indien
de belasting benoodig’d voor de pensi’onneering der
ambtenaren, benevens hun weduwen en weezen uitge-
drukt wordt in een percentage van het belastbaar inko-
men, ‘dan zal dat percentage hij de wetenschappelijke
wijze van handelen ‘sterk dalen, en
bij
‘de methode van

kwijting uit de ‘begrooting veel minder dalen, misschien
zelfs wel constant blijven. Daarom verdient m.i. do
laatste methode de voorkeur. Waartoe is het noodig
dat wij voor de pensionneering onzer ambtenaren een
grooter percentage van ons inkomen als ‘belasting
offeren dan onze nakomelingen? Het spreekt vanzelf,

dat slechts uitvoerige
becijferingen
ons eenigszins
kunnen leeren hoe het belastiugpercentage zal ver-
loopen, maar zeker is het d’at de tweede methode, ni. ‘de niet-wetenschappelijke, dichter bij de door de bil-
lijkheid geëischte oplossing komt dan de vorming van een pensioenfonds, waarvan
wij
a
priori ‘kunnen in-
zien, ‘dat de percen’tsgewijze belastingdruk dalend ‘zal
zijn.

Waar ik in het bovenstaande heb gesproken van
,,ambtenaren”, he’b ik het oog ‘gehad ‘op de ambtenaren
van Staat en Gemeente in engeren zin, ni. die voor de

huishouding van Staat en Gemeente noodig zijn, maar
niet op de vele ambtenaren in dienst van Staat ‘of Ge-
meente,

die, ‘hetzij in concurrentie met het particulier
bedrijf, hetzij als ‘monopolie producten voortbrengen of diensten verrichten. Is het voor de eerste catègorie
billjk dat hun pensioenen ‘door de belastingbetalers
worden opgebracht, evenals dat ook imet ‘hun salaris-

sen het geval is, zeer onbilljk is ‘het dat de belasting-betalers voor de tweede categorie zouden zorgen. In-
dien Staat of Gemeente een of ander
bedrijf
exploi-

teert, ‘dan ‘dienen alle kosten ‘op die exploitatie ‘druk-kend aan’de afnemers in rekening te worden gebracht,
dus ook de kosten der pensionueering van de daarbij

betrokken ambtenaren. Voor ‘die categorieën zou ik de
voorkeur geven aan wetenschappelijk opgezette fond-
sen, zoodat de kosten der pensionneering juist ‘kunnen
worden berekend en in ‘den prijs der producten opge-
nomen. Waarom moeten bv. de pensioenen der ainbte-
naren van post en telegrafie eenvoudig ten laste der
loopendé ‘begrooting worden gebracht? Neen, het pro-
‘duet, dat nu wordt afgeleverd, ‘of de ‘diensten, die
nu worden verricht, moeten het juiste aandeel ‘dragen
der kosten van pensioenneering. Hoe zou men anders
moeten doen bij liquidatie? Stel, zooals waarschijnlijk
is, ‘dat er een aantal gemeentelijke gas- of electrici-
teitsbedrijven worden geliquideerd, moeten dan de be-
lastingbetalers der toekomst de ‘dan ingaande pen-

sioenen voor deze ‘ambtenaren of hunne weduwen of
weezen betalen? Neen, natuurlijk, de nu gevraagde
prijzen voor gas- of electriciteit moeten worden be-last met ‘de wetenschappelijk ‘berekeide kosten ‘der

pensionneering. Doet men dat ‘niet, ‘dan zal het par-
ticulier initiatief nooit de concurrentie ‘met de
Staat’s- of Gemeentebedrijven kunnen aanbinden, daar

bij een goed commercieel beheer ‘de particuliere onder-
nemingen stellig die kosten op hun product moeten
leggen en het kan toch nooit ‘de bedoeling van ‘den
Staat zijn het particulier initiatief te onderdrukken,
door een gedeelte der exploitatiekosten van zijn eigen bedrijf ‘af te wentelen op de belastingbetalers, in casu

7 Januari
1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

op de concurreerende particuliere ondernemingen
zelf.
De conclusies, waartoe ik in dit artikel kom, zijn
‘dus in het kort de volgende: Voor de Staats- en Gemeente-ambtenaren in enge-ren zin moeten ‘de pensioenen van hen zelf benevens
hun weduwen en weezen voldaan worden uit de loo-
pen’de begrooting, zonder vorming van reserven. Voor de ambtenaren in Staats- of Gemeente’bedrij-
ven werkzaam moet een wetenschappelijk berekende
verdeeling der lasten worden toegepast. Of deze laat-
ste ambtenaren in een’ fonds zullen worden opgeno-
men of .dat eenvoudig ‘de schatkist als ‘bewaarder der
reserven zal optreden is, zooals ik hierboven reed’s
aantoonde, van weinig belang, in.dien de ver’deeling
der lasten slechts juist is.
Dr.
A. WINTER.

GEDWONGEN LEENING.
,,In de eerste plaats worde niet voorbijgezien, dat
het ‘hier niet gaat om eens definitieve oplossing van
de ‘dekking der crisisuitgaven doch om eene kas-
operatie, welke met het oog op den stand van ‘s Rijks
schatkist, op ‘de positie van de Nederlandsche Bank en op de belangen van Handel en Nijverheid, urgent
is.” Aldus Minister de Vries in de Memorie van
Antwoord op het ontwerp-wet tot het aangaan van
eene geldleening ‘ton laste van ‘het Rijk.
Het wetsontwerp heeft echter eene wijdere strek-
king, dan het simpele woord kasoperatie doet vermoe-
den. Weliswaar wordt slechts bedoeld de consolidee-
ring van een groot deel onzer vlottende schuld, maar
het zeer groote bedrag, dat volgens ‘den minister voor
consoli’datie in aanmerking komt, maakt de wijze
waarop zulk eene consolidatie tot stand wordt ge-
bracht van diep ingrijpend be]ang. Eene leenin’g van
pl.m. 450 millioen gulden is zelfs in een inflatie-tijd-
perk als het tegeiawoordige een belangrijk bedrag.
,,Gedwongen leening.” Dus geen leeriing met den
,,Stok achter de deur.” De Minister noemt dit zeer
terecht eene verbetering, en ware ‘het alleen de ‘ken ze
tusschen deze twee stelsels, ‘dan kan dit moeilijk ont-
ken’d worden. De Stok-achter-de-deur-politiek is toch
eene belasting, die alleen opgebracht wordt door de
plichtsgetrouwen en angstigen, welke voor grooter
verlies
bij
eene eventueele gedwongen leening bevreesd
zijn. Bij de beoordeeling van ‘de politiek, welke moet
gevolgd worden bij het plaatsen van leeningen tot der-
gelijke bedragen, als de Staat jaarlijks noodig heeft,
moet niet uit het oog verloren worden, dat ‘het niet
wel mogelijk is, zonder het betalen van een buiten-
sporigen rentevoet, zulk eene leening in eens onder
te brengen. Eene leening eenigszins aanpassend aan den rentevoet van het oogenblik, zal ‘dus steeds een
verlies moeten beteekenen voor den inschrijver. Van
‘dit standpunt uitgaande valt het slechts toe te jui-
chen, dat deze belasting naar billjkheid yerdeeld
wordt. Een juister bezwaar wordt echter naar voren
gebracht door ,,sommige leden, welke verklaarden bo-
ven ‘de gedwongen leening, welke thans wordt voor-
gesteld, de voorkeur te geven aan eenb heffing ineens.”
Voor het oogenblik wensch ik op de voordeelen eener
heffing ineens of wat ‘daaronder wordt verstaan, niet
dieper in te gaan, maar wel moet nu op den voorgrond
worden gesteld, dat iedere leening op min of meer
langen termijn, de bezwaren tegen eene heffing ineens,
grooter maakt.
Nu kan ‘de Minister wel vooropstellen, dat het niet
gaat om eene definitieve oplossing van ‘de dekking
der crisisuitgaven, maar juist nu, waar het gaat om
den overgangstoestand van crisis naar normale tijden
te regelen, daar is noodig geen finiancieel stukwerk,
maar moet het probleem als een groot geheel ‘be-
schouwd worden. Wel geeft artikel 12 van het ont-
werpwet een
mi n.i mum
bedrag aan, ‘dat
jaarlijks afge-
lost moet worden, zoodat vervroegde aflossing niet
uitgesloten is, toch wordt ook eens heffing in eens
daardoor bemoeilijkt. Mogen ‘de nieuwe obligaties in
betaling gegeven worden voor een ‘bepaalden koers,

door allen of alleen ‘door de orgineele houders? Wor-
den ze eventueel niet in betaling genomen, maar al-
leen ‘door inkoop ter beurze of uitloting afgelost, met
de daarmede gepaard gaande koersstijgin’g?
In ieder van deze gevallen onbillijkheden voor
hen, ‘die eerder met verlies verkochten, onzekerhQid
voor alle houders.

Gedeeltelijk moet toegegeven worden, ‘dat de Minis-

ter gelijk ‘heeft, waar hij vooropstelt ,dat hij het bij
uitstel gevaarlijk zou’de achten, nog geruimen tijd met
het opvoeren van het op korten ‘termijn loopend.
schatkistpapier ‘door te ‘gaan, vooral waar het bedrag
dat bij het publiek werd opgenomen, voor het over-
groots deel bedrijfskapitaal vertegenwoordigt, het-
welk in afwachting van de mogelijkheid van zijne na-tuurlijke ‘bestemming ‘te volgen, tijdelijk in schatkist-
papier is belegd”. Is dit gevaar echter du’sdanig, dat
het niet toelaat een uitstel van enkele maan’den, waar-
door tevens èn heffing ineens èn onze ontwerpbelas-
tingwetteu na’der beschouwd ‘kunnen worden.

Daarom kan medegegaan worden met den heer
Vissër van Yzendoorn, waar deze zegt, dat delging
van de geheele vlottende schuld voorhands nog niet
noodig
is.
Niets is in deze tijden gevaarlijker te ach-
ten, ‘dan het partieel ‘behandelen van het financieel
vraagstuk.

In dit verband moet ook beschouwd worden eene
an’dere zijde van ‘het overheidscrediet. In ‘deze jaren
heeft niet alleen de Staat groote bedragen moeten
opnemen voor het voorzien in ‘allerlei behoeften, ook
Provincie en Gemeente komen voor steeds stijgende
moeilijkheden ‘over de wijzen, waarop zij de benoodig-
de gelden moeten verkrijgen. Was zelfs nog enkele
jaren terug het plaatsen van dergelijke leeningen een
gewild object voor onze banken, tegenwoordig ont-
breekt dit animo vrijwel geheel. Voor hen geen moge-
lijkheid van ,,stok achter de deur” of ,,gedwongen
leening”. Een gedwongen staatsleening tot een bedrag
van
f
450.000.000 maakt de marktpositie voor de
overheidsobl.igatie steeds ongunstiger.

Het Rijk kan zich niet langer onttrekken aan ‘de
plicht ook hiervoor eens zeer spoedige oplossing te
zoeken, daarbij ‘hetzij een deel der gemeente- en pro-
vinciale schulden op zich nemen, hetzij een ‘deel der
uitgaven van provincie en ‘gemeente tot zich ‘te
trekken.

Het bedrag der leening wordt op pl.m.
f
450.000.000
vastgesteld. Daarvan is
f
200.000.000 bestemd tot dek-
king van tekorten op de normale begrooting,

f
120.000.000 voor crisisui’tgaven en
f
25.000.000 voor
voorschotten inzake de wonin’gwet.

In ‘de nota Visser van Yzendoorn wordt ‘betoogd,
dat het niet aangaat ‘gelden te leenen ten behoeve van
crisis- en gewone uitgaven, die nog moeten goedge-
keurd worden. Hij wil de leening slechts aangaan tot
een maximum-bedrag van
f
250.000.000.

Op he’t ‘oogenblik bedraagt onte vlotten’de schuld
alleen aan schatkistpapier pl.m.
f
555.000.000. Een
dergelijk bedrag wettigt wel degelijk ‘de consoli’datie
der vlottende schuld.

Volgens ‘den Minister is deze leening slechts een
kasoperatie. Eene kasoperatie wettigt slechts regeling
in de voorziening der huidige kasbehoeften, ‘dus be-
hoeft ‘geen rekening gehouden te worden met komende
getaxeerde tekorten en uitgaven, waarvoor nog toe-
stemming gevraagd ‘moet worden. In dit ‘opzicht kan
met de nota Visser van Yzendoorn worden medege-
gaan, waar deze de leening slechts op 250 millioen
gulden wil gesteld hebben. Volgens den Minister is
het slechts mogelijk met ‘het stelsel van gedwongen-
of semi-gedwongen leeningen ‘te ‘breken, wanneer na
de uitgifte van de thans voorgestelde leening, de
Staat er in slaagt, geruimen tijd in zijne kasbehoef-
ten te voorzien, zonder opnieuw een beroep ‘op de kapitaalmarkt te doen. Is ‘dit laatste ‘het geval, dan
kan ‘deze leening slechts beschouwd worden als onder-
‘deel van een groot plan van financieelen afbouw der

8

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

crisisuitgaven en is een juist oordeel slechts mogelijk
in het kader van een dergelijk groet plan.
De aanslagen geschieden zoowel naar ‘de vermo-gens- als naar ‘de inkomstenbelasting. Enkele leden
betreuren het, dat zij, die een klein vermogen heb-
ben, doch een groot inkomen, voor een groot bedrag
zullen moeten deelnemen. Volgens hen zal het gevolg
daarvan zijn, dat zij hun uitgaven aanzienlijk zullen
moeten inkrimpen. Inkrimping van uitgaven achten
zij over ‘het algemeen niet verkeerd, doch men meende,
dat ‘die toch zoover niet moest gaan, als uit het ‘hier
voorgestelde tarief onvermijdelijk moet volgen. Alle
luxe zaken zullen volgens hen hiervan den na’dee’ligen
invloed ondervinden en eene groote werkloosheid in
dergelijke ondernemingen zal het gevolg zijn. Met
cenige verbazing moet een dergelijke redeneering ge-
volgd worden. Allcrwegen wordt om ‘meerdere productie
geroepen, gepaard gaande met minder luxe. Eene der-
gelijke verschuiving gaat steeds met moeilijkheden
gepaard, en moet nu een maatregel, die in de ge-
wenschte richting kan werken, afgekeurd worden?
Ook mag ‘de vraag gesteld worden, of de uitwerking
van de gedwongen leening niet te hoog wordt aange-

slagen. Nemen
wij
b.v. iemand met een vermogen van

f 50.000
en een inkomen van
f 30.000.
Deze moet nu

volgens de oorspronkelijke ‘schaal in totaal in-

schrijven voor f 5.000.
Volgens de nieuwe schaal wordt

dit bedrag
f 2.800.
Hetzij de inschrijver de stukken
onmiddellijk met verlies verkoopt, hetzij hij ‘deze in-
schrijving door besparing met eigen geld tracht te

verkrjgeh, dergelijke bedragen,
zijn
niet van een der-

gelijk belang, dat de luxe industrieën zich ‘bedreigd kunnen echten. De invloed van de aanslagen ‘op ‘de
vermogens is van grooter belang. Nemen wij een ver-

mogen van
f 1.000.000,
voor een deel belegd in vaste

goederen, met een inkomen van
f 40.000
en geen in-
komen uit arbeid. De inschrijving ‘bedraagt daarvpor

volgens de ‘oude schaal f 64.700
en volgens ‘de nieuwe

schaal f51.200.
Wordt op ‘de inschrijving een verlies
van pl.m. 10 pOt. geleden, dan zal het verlies ‘bedra-

gen resp.
6470
en
f 5120.
Een dergelijk iemand i’s in

‘deze tijden echter niet in staat zulk een verlies spoe-
‘dig weder ‘door besparing goed te maken, zar dus meer

rente moeten trachten te maken, en vast goed ver-
koopen. Is dit echter ‘te betrèuren? Hoe meer prikkel
er ‘bestaat om een inkomen door arbei’d te verwerven,
hoe ‘gunstiger dit ‘mag géacht
worden.
Mocht ‘deze
leening, zij het ook in geringe mate, in deze richting
medewerken, dan kan dit slechts toegejuicht worden.

Volgens art.
12
kan de Minister het bedrag, waar-
mede de aanslagen ‘de
f 450.000.000
te boven gaat,
gebruiken tot inkoop van .sc’huld’bekenten.issen bene-den pan. Door weinigen is deze bepaling on’billijk ge-
acht. Waar èn Engeland èn Frankrijk ‘bij ‘de laatste
oorlogsieeningen een fonds gevormd hebben ‘tot steun
van de koersen, kan eene
dergelijke
politiek slechts
toegejuicht worden, die toch ten bate van alle in-

schrijvers komt.

Eene ‘moeilijkheid is echter gelegen in art.
6,
waar-

in staat, dat het indienen van bezwaarschriften de

verplichting tot storting niet ‘opheft. Zulk eene voor-
waardelijke houder van schul’dbekentenissen wordt in
de jui.ste wijze, waarop hij zijne
inschrijving
moet

financieeren, bemoeilijkt.

Moet ten slotte een eindoordeel geveld worden, dan
kan het slechts ‘dit
zijn,
dat ‘de ‘ontijdige en haastige behandeling van dit wetsontwerp slechts kan voeren
tot eene verduistering van de groote lijnen, welke ge-
volgd moeten worden, wil onze financieele politiek
zich weder in meer normale banen gaan bewegen.

Het amendement-Van de Tempel met ‘de leening
niet vooruit te loopen op ‘de definitieve regeling ‘der
crisisuitgaven en slechts te leenen een bedrag van
f 250.000.000,
zijnde slechts de voorziening in de te-
korten ‘op de gewone diensten en voor de voorschot-
ten inzake de woningwet verdient dus toegejuicht

te worden. F. W. L. os
BEMJFORT.

DE NIEUWE DUITSCHE BELASTINGEN. *)

De heer Mr. A. Spanjer schrijft ons alsnog over:

Das Lcrndesstcuergesetz.
Artikel
70
van ‘de ‘oude Duitsche grondwet verwees
het Duitsche Rijk voor de dekking van zijne gewone
financieele behoeften naar ‘drie ‘bronnen:
Inkomen’de rechten en belastingen.
Inkomsten uit liet spoorweg-, post- en telegrafie-
bedrijf en uit verdere regeeriugsbenioeienissen van

het Rijk.
De Matrikularbijdragen, ‘die den laatsten tij’d
meer en meer het karakter hadden van directe belas-
tingen via de bon’dsstaten geheven.
Aan belastingen hief het Rijk vej-bruiks-
1)
en an-

dere verteringsbel’astingen
2)
benevens verkeersbelas-

tingen
3),
successiebelasting en ‘directe belastingen
(nl. op tan’tièmes en een Wehr’beirtrag (verdedigings-

bij’drage); aan ‘bon’dssta’ten en gemeenten viel meer
en meer vooral ‘de opbrengst van ‘directe ‘belastingen (inkomens- en vermogensbelastingen) ten deel.
Na den oorlog ‘zijn ‘de financieele behoeften van
het Duitsche Rijk ‘geweldig gestegen. Die van het

Rijk stegen van
2
tot
20
miljard, die van ‘bon’dssta-

ten en gemeenten van
2,4
tot rond
6,5
milliar’d. In

de verdeeling der belastingen ‘tusschen Rijk, bonds-
staten en gemeenten had een sterke verschuiving ten
gunste van het Rij’k pléats. Vandaar, ‘dat een vast-
leg’gin,g van ‘de grenzen der onderscheidene ‘belasting-
gebieden, in het ‘bijzonder ter vermj’ding van enge-
ljkmatigheden en een regeling van de fi’nancieele
verhouding tusschen het Rijk en ‘bondssta’ten met ge-
meenten, ter vergoeding van ‘de kortwieking der be-
iastin’gbevoegdheid van laa’tstgenoemden, noodzakelijk
bleek. Een en ander is het doel van het ,,Landessteuer-
gesets”, waarvan de hoofdinhoud ‘hieronder wordt
weergegeven.
De wat grijpt krachtig in ‘de souvereiniteit der
bondsstaten en ‘de autonomie ‘der gemeenten in. In
de toekomst zullen bondsstate.n en ‘gemeenten slechts
tot belastingheffing ‘bevoegd
zijn,
voorzoover het Rijk
de heffing niet verbiedt, terwijl het bestaan eener
Rijksbelasting ‘de heffing van soortgelijke ‘belastingen
door ‘bondsstaten en gemeenten uitsluit. Opcenten-
heffing door bondsstaten en gemeenten is ‘afhanke-
lijk van de toestemming van ‘het Rijk, hetgeen in de
practijk – althans voorloopig – met een verbod ge-
lijk ‘staat De Rijksregeering ‘kan gemeentelijke ‘belas-
tingverordeningen verbieden; ‘deze moeten haar ter
goedkeuring worden voorgelegd. Men ziet, van de
vrijheid van ‘hondsstatcn en gemeenten op het gebied
der ‘belastingheffing laat het ‘ontwerp niet veel over.
Bon’dsstaten en gemeenten ‘hebben in het ‘belang van
het Rijk groote ‘offers gebracht, die slechts in den
uitersten financieelen nood rechtvaardiging vinden en
getuigenis afleggen van de toenemende kracht der
Duitsche Rijkseenheid. –
De zoo mild vloeiende belastingbronnen, die tot dus-
ver tot ‘bevrediging van de finaneleele ‘behoeften van bondsstaten en gmeenten ‘dienden, zijn vrijwel geheel
aan het Rijk ‘overgedragen. Hun verbleven slechts,
binnen nadere door het ontwerp aangegeven grenzen,
zakelijke belastingen op grond, gebouwen en onder-
nemingen; de ‘zakelijke ,,Kapitalertragssteuer” ) komt
het Rijk ten goede. Eene zonderlinge splitsing der
,,Ertragssteuern”, die der zoo noodige é6nheid in be-
lastingsysteem en -heffing niet ten goede zal ‘komen.
Het ontwerp legt voorts aan de gemeenten de vér-

*) [Zie ag. 1191 van den jaarga.ng
1919. – Red.i
Nl. op tabak, sigaretten, suiker, zout, brandewijn, azijn,
bier en champagne.
Nl. op verlichtingsmiddelen, ontstekingsmiddelen, speel-
kaarten, meterkaarten, vervoerbiljetten.
Nl. zegels op veunootschapscontracten, waardepapie-
tea, koopcon’tracten, winstbewijzen, vrach’tbrieve’n, cheques,
wissels, grondoverdrachten, verzekeringspolissen; waarde-
vermeerderingsbelasting, etc.
De opbrengst hiervan wordt ruw geschat
01)
1,4
mii-
hard Mark.

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

plichtinig op een belasting op vermaken te heffen,
waarvan ‘de opbrengst op slechts 40 m’iilioen Mark
wordt geraamd. Niet veel, als men bedenkt, ‘hoe zeer
het ongelukkige Duitschland zich nog in bioscopen,
bars, caf-chantants, etc., ‘aan vermaken te buiten
gaat. Het is zekei een gelukkige gedachte, deze belas-
ting tot eene gemeentelijke heffing te maken, daar
hare regeling zich aan tal van plaatselijke en bijzon-
dere verhoudingen moet aanpassen.
De raming der aan ‘hondsstaten en gemeenten ver-
blijvende belastingen is volgens het ontwerp:
Verhoogde opbrengstbelastingen (grond, gebouwen en
winstbelastiugen) ……………1000 mifl. Mark.

Belasting op vermaken …………40
Waardevermeerderingsbelasting .. . .

36

Eleinere belastingen met zegelbelast.

34

Totaal ……..1110 mill. Mark.

De ontbrekende 5,39 milliar’d Mark zal worden ge-
vonden uit een aandeel in sommige rijksbelastingen.
Voorts wordt in een overgangsbepaling eiken Bonds-
s’taat ‘de laatste opbrengst gewaarborgd van de door
Rijksinkomsten-, kapitaalopbrengst- en Rij’kssuccessie-
belasting vervangen belastingen van •bon’dsstaat en

gemeenten. Voor het aandeél in ide ‘inkomstenbelas-
ting heeft het ontwerp 7 klassen. Het totale aandeel
van boudsstaten en gemeenten zakt, naarmate van de’
hoogte van het inkomen, van 90 pOt. in ‘de lagere in-
komens (tot 15.000 Mark) ‘tot 30 pOt. in de hoogere
inkomens (boven 300.000 Mark). Waar bondsstaten en
gemeenten tot ‘dusver van ‘de .h’oogere inkomens de
grootste baten trokken, ligt het voor do ‘hand, dat
deze regeling voor hen groote moeilijkheden zal mccle-
brengen. Merkwaardig is, ‘dat den gemeenten daar
naast ‘het recht tot belasting van de door het Rijk
vrijgelaten bestaansminima wordt toegekend. Deze ‘be-
paling motiveert het ‘ontwerp door er op te wijzen, dat
die minima volgens vaste regels zijn bepaald, doch
plaatselijk, door meerdere of mindere kosten van le-
vensonderhoud, zeer kunnen verschillen. Men vraagt
zich echter af of van een minimum van 1000 Mark,
dat zwaar ‘door indirecte heffingen zal worden belast

in een ‘duren ‘tijd nog wat af ken.
Voorts worden bondsstaten en gemeenten 20 pOt.
uit do successiebelasting, 50 pOt. uit de ‘grondverkrij-
gingsbelasting en 600 millioen uit de omzetbelasting
toegewezen. Het bleek buitengewoon moeilijk voor de
onderscheidene ‘bondsstaten cn gemeenten een juiste
vercleelingssleutel der toegewezen bedragen te vinden.
Een toewijzing naar de behoeften van eiken ‘bon’ds-
staat zou ‘scherpe contrôle en lastige bemoeienis met
de financieele huishoudingen van bondsstaten nood-
zakelijk hebben gemaakt. In verband met groote ver-schillen in• belastingpolitiek, leverden ook de onder-
scheidene vroegere ‘belastingopbrengsten geen juisten
maatstaf op. Hot ‘ontwerp vond den sleutel in de
plaatselijke opbrengsten der nieuwe Rijkabelastingen
en de bevolkingsc.ijfers. Toewijzingen ui’t ‘de inkom-sten-, successie- en ‘grondverkrjgingsbelastin’g zullen
– wat eerstgenoemde belasting ‘betreft, voorloopig –
enkel met de plaatselijke opbrengsten rekening hou-
den. Ter tegemoetkoming van ibelastingarme bonds-
staten is een ‘bijzondere regeling getroffen. De toewij-
zingen uit de ‘omzetbelasting houden rekening met het
bevolkingscijfer. Voorts ontvangen de gemeenten, als
vergoeding voor
,
hulp bij de heffing, 5 pOt. van de
opbrengst der op haar territoir geheven, tot het ,,aan-
deel” behoorendo belastingen.
Het Rijk neemt tal van uitgaven – in to’tal tot een
bedrag van 11 milliard Mark – ‘die voorheen ten laste
van bondsstaten en gemeenten kwamen, voor zijne
rekening.
Het ontwerp is ongetwijfeld een ernstige poging
tot een ‘billijke regeling van do financieele verhouding
tusschen het Rijk en bondsstaten met gemeenteh. De
verhou’ding tusschen ‘bon’dsstaat en daarin gelegen
‘gemeenten wordt ter nadere regeling ‘aan eiken bonds-
staat overgelaten.

AANTEEKENINGEN.

Toepassing van den achurigen ar-

b e i d s d a g. – ,,
Naar aanleiding van een desbetref-fenden wensc’h van ‘d’e Centrale Commissie voor de
Statistiek, heeft het Centraal Bureau voor
cl e S t ‘a t i s t i e k in den zomer van dit jaar een
onderzoek ingesteld naar ‘de kosten van de invoering
van den 8-urigen arbeidsdag voor het personeel in
dienst ‘der gemeenten.

,,Daartoe is aan de besturen van de gemeenten, welke op
1 Januari 1919 minstens 10.000 inwoners telden, een circu-
laire ‘gericht waarin verzocht werd te willen mededeelen:
10.
of de 8-urige arbeidsdag was ingevoerd en op weikea
datum;
20.
het bedrag berekend oyer een vol jaar waarmede
de begrooting tengevolge van de invoering verhoogd moest
worden, dit bedrag zooveel mogelijk gesplitst naar kosten
voor aanschaffing van materiaal, voor aanstelling van
nieuw personeel en andere kosten;
30
de besparing, welke
na invoering van den 8-urigen arbeidsdag, bv. tengevolge
van beperking van verlichting en verwarming, verkregen
werd.
,,Vau de 106 gemeenten aan welke bovenstaande vragen
gesteld werden, antwoordden 49, dat nog geen besluit tot
invoering genomen was. Van deze 49 deelden Vlaardingeti en Harderwijk mede, dat de werklieden reeds een arbeids-
duur hadden, welke ongeveer met dien van 8 uur per dag
overeenkwam. Emmen, Roosendaal en Nispen, Tietjerkstor-
adel, Alphen a/d. Rijn, Ermelo, Meppel, Hoogezand en
Wageningen berichtten op de wettelijke regeling te willen
wachten. In Leiden, Apeldoorn, ‘s-Hertogenbosch, Opster-
land, Roermond, Barneveld, Hoorn en Wijmbritseradeel
was een besluit tot invoering nog hangende. De overige ge-
meenten
1)
deelden zonder meer mede, dat de 8-urige
arbeidsdag niet was ingevoerd. Door twee gemeenten,
111.
Amersfoort en Harlingen, werd geantwoord, dat in
beginsel tot invoering van den S-urendag besloten was.
,,De ontvangen gegevens van de 55 geneenten, waar de
S-urige arbeidsdag is ingevoerd, zijn verwerkt in een tabel. )
De vraag betreffende de kostenbesparing is door de meeste
gemeenten niet beantwoord. Slechts twee gemeenten, Tjtrecht
en Enschede, maakten melding van eenige besparing van
kosten.
,,Met betrekking tot de kosten van kolom 2 berichtten
verschillende gemeenten, dat deze geheel of ten dccle niet ot
nog niet konden opgegeven worden.
,,Enkele gemeenten deelden mede, dat de practijk zal
moeten uitwijzen, in verband met de prestatie der arbeiders,
of meer personeel in dienst genomen zal moeten worden.
In één gemeente was bij een bepaald bedrijf geen nieuw
personeel noodig, omdat door een betere werkverdeeling en
betere contrôle, door het oude personeel minstens 50 pOt.
meer arbeid geleverd werd. In een paar gemeenten was
voorts, door inkrimping van het bedrijf tengevolge van (Io
bijzondere omstandigheden, een teveel aan werkkraehten
ontstaan, zoodat de invoering van den 8-urigen arbeidsdag
niet onmiddellijk aanstelling van nieuw personeel noodza-
kelijk maakte.

,,Ten slotte deelden enkele gemeenten nog mede, dat de
volledige doorvoering van den verkorten werktijd moest
wachten op cle vorming van nieuw personeel.”

Gem. waar en
1
1
J5esparing
van kosten
datum, waarop
Kosten tengevolge van

i
(bv. door
de 8-urige

i
de invoering, berekend over een

i
beperking
arbeidsdag
werd ingevoerd
vol jaar
t van ver!, en
i
1
verwarm.)

Aanstelling nieuw person.f 29.303.
Betaling over’. (reiniging) f2.800 Aanstelling nieuw personeel:
gasfabriek f 4.500.
electr. centraal station f1.000.
politie
f
10.000.
Andere kosten kunnen nog niet
opgegeven worden.

Schiedam, Gouda, Ede, Lonneker, Zutpheu, Assen,
Sloten (N.-H.), Woensel, Achtkarspelen, Oosterhout, Hooge-
veen, Wonseradeel, Slochteren, Dautumadeel, Princenhage,
Losser, Weert, Odoorn, Voorst, Ridderkerk, Tiel, Bergh,
Maasbree, Ambt-Hardenberg, Epe, Oss, Hellendoorn, Maas-
sluis, Aalten, Borger, Sittard.
[Wij beperken er ons toe het onderstaand zeventien-
tal grootore gemeenten over te nemen, die bijzonderheden
hebben opgegeven. – Red.]

Alkntaar
t)

1
Juni 1919. ttlmelo
12 Mei 1919.
Geen.

10

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

Gem. waar en

1
1

Isesparing
datum, waarop
J
Kosten tengevolge van van kosten
(b.v

door
de 8-urige
de invoering, berekend over een
beperking
arbeidsdag

1
werd ingevoerd
vol
jaar
van ven, en

verwarm.)

Havendienst: aanstelling nieuw
personeel
f
20.211.
Aaosch. uniformkleeding f1.205.
Kosten van andere takken van
dienst zijn nog niet bekend.
Werklieden f120.000.
Politie
f
45.000 (hieronder voor
kleeding van nieuw personeel
/5.000).

Aanstelling nieuw personeel:
electrische centrale f 4.500.
reinigings- en ontsmettings-
dienst f25.000.
Kosten voor de overige diensten
kunnen niet opgegeven worden.
Materieel (rein igings- en ontsmet-
tingsdienst) / 101.310.

Aanstelling nieuw personeel en
aanschaffing materieel f657.000.
Personeel f116.997.
Materieel f 1.770.

Haarlem
Aanst. nieuw person.f 151.764,15.

17

Juli

1919.
Aanschaffing

mater. f21.004,50.
Heimonci
4)
Publieke werken:
Geen.
19 Mei 1919.
Vast personeel f 2.000.
Los personeel 15
ft
20 pCt. meer
dan vroeger.
Gemeentebedrijven:
Personeel ± /6.000.
ilengelo (0)
5)

Aanstelling nieuw person. f12.500.
Geen.
Aug. 1919.
Aansehaffing materieel f2.500.
Kerkrade
15
b 20 pCt. meer dan vroeger.

1 Juli 1919.
Aanschaffing materieel f 50.
Aanstelling

nieuw

politieperso-
neel f34.800.
Maastricht

)
Aanstelling nieuw person.f 15.000.

1 Jan. 1919.
Nieuw materieel behoeft nog niet
aangeschaft te worden.
Middelburg
Fabricage
f
6.813,30.

1 April 1919.
Gasfabriek f 7.600.
Electrisch bedrijf f800.
Nijmegen
7) Personeel f130.887.

1 Jan. 1919.
Aanschaffing materieel f17.925.
Rotterdam
8)
Aanstelling nieuw personeel
Kan

niet
Bij Raadsbesl
±
f 2.585.025. opgegeven
van
5 Juni ’19
Andere kosten (aanschaffing vau
worden.
materieel eoz.) kunnen niet ge- raamd worden. Tilburg
8)
Aanstelling nieuw pers.f89.769,76.
Kan

niet
1 Mei 1919.
Dit kan niet opgegeven worden
opgegeven
voor de afd.

gemeentewerken
worden.
van

den dienst van Publieke
Werken; de kosten zijn afhan-
kelijk

van

de

uit

te voeren
werken.
Aanschaffing materieel f18.225.
Utrecht
10)
Aans elling nieuw pers. f
160.700.

f
2.700.
1 April 1919.
Betaling voor overwerk, vervan-
ging, enz.
/
30.900.
1)
Ingevoerd
is (Ie 45-urige werkweek.

2)
Ingevoerd
is de 45-urige werkweek; voor de politie-
agenten de 47-urige
werkweek,
t)
Ingevoerd
is de 45-urigewerkweek met vrijen Zater-
dagmiddag.

Bij de brandweer is de 8-urige arbeidsdag nog
niet ingevoerd.
4_7)
Ingevoerd
is de 45-urige werkweek.
8)
In verband
met de vorming van nieuw personeel is de
onmiddellijke invoering
bij alle dienstvakken niet mogelijk.
8)
Ingevoerd
is de 45-urige werkweek met vrijen Zater-
dagmiddag.
10) Ingevoerd is de 46-urige werkweek; Zaterdags wordt
6 uur gewerkt.

De groei der Japai,sche concur-
r enti ei n, Britse h-I’ndi ë.
– Onder dezen titel
geeft het Board of Tra’de Journal van 18 December

1919 eenige belangwekkende beschouwingen, ‘belang-

wekkend ook voor den Nederlan’dschen koopman en
industrieel in verband met de toenemende belangstel-
lig op economisch gebied in het land van de Rij-

zende Zon ten opzichte van Nederlan’dsch-Indië.
Japan neemt thans bij den ‘buitenlan.dschen handel

van Britsch-Iudië de tweede plaats in. Bedroeg de
waarde der uit het Vereenigd Koninkrijk in 1913114
ingevoerde artikelen £ 78.000.000 tegen £ 3.000.000
uit Japan, in 1918119 waren deze cijfers respectievelijk
£
51.000.000 en £ 22.000.000. Van dit laatste bedrag
komt
47
pOt. ‘op rekening van katoenen garens en
weefstoffen, op rekening van -zijden stoffen 6 pOt. en
van lucifers 4 pOt. Verder vermeldt de lijst der im-
portartikelen uit Japan: ijzer en staal, aardewerk,
koper, papier, enz.

Voor den oorlog waren de Japansche handel en indu-
strie in hoofdzaak bezig met de vergrootin.g van hun

afzetgebied in Korea, Man’d.sjoerije en China. De
oorlog, die den import uit Europa sterk deed vermin-
deren, gaf hun evenwel een pracht van een gelegen-
heid in Zuidoost-Azië nieuwe ‘débouche’s té vinden en

zij aarzelden geen oogeublik. Ook hier volgde de han-
del de banken. De Yokohama Specie Bank, de Bank
van Taiwan en de Sumetomo Bank openden filialen
te Qalcutta en Bombay. Directe stoomvaartlijnen tus-
schexi Japan, Indië en ‘de rest van ‘de wereld werden
geopend. De Nippon Yusen Kaisha stelde o.m. vier
diensten in van Calcutta resp. naar New Yoik,
Boston en Philadelphia, naar de Kaap, naar Seattie,
naar Java en een
lijn
Colombo-New York en Boston.
De Osaka Shosen Kaisha-diensten van Calcutta naar
Java, ‘de Kaap en Zuid-Amerika, van Colombo naar
Japan en van Bombay naar Marseille en Genua, ‘de
Yamashita Kisen Kaisha tenslotte van Colombo naar
de Pacific kust.

Tal van groote Japansche handelshuizen openden fili-
alen, han’delsre.izigers werden in groeten getale uitge-
zonden, evenals particuliere missies, die nog steeds
ijverig nagaan,voor welke artikelen Indië een markt
zal opleveren, -tei’wijl zij tevens maatregelen treffen,
teneinde den strijd tegen bekende Engelsche goederen
aan te binden.

Intusschen wordt iedere koopman in Br.-Indië, •die
zaken van eenig belang drijft, met prijslijsten, catalogi
en marktberichten overgoten. Japansche detailzaken
zijn in elk gunstig gelegen stadje te vinden; terwijl
in 1911 volgens het Censusreport slechts 32 manne-
lijke Japanners verblijf hielden in het land, over-
schrijdt hun aan-tal thans aanzienlijk de tweeduizerLd.
Niet alleen dat Japansche goederen in groote hoeveel-
heden worden ingevoerd, maar Japansche huizen ne-
men reeds een gewichtige positie in ten aanzien van
de distributie van importen uit ‘de meest verschillende
landén en als exporteurs van Indische producten.
Een der meest karakteristieke trekken van Japansche
organisatie is de wijze waarop buitenslands één lijn
getrokken wordt ‘ter bevordering van de nationale
zaak en waarop wordt getracht elkander te bevoor,

deelen en vremde concurrentie uit te schakelen, door
een ‘differentieele behandeling van lan’dslie’den en
vreemdelingen. Deze coöperatie wordt doorgevoerd in
zulk een ‘omvang, dat zelfs ‘de toch hec’hte organisatie
van den Duitsch.en handel buil enslands (voor -den oor-
log) er niet bij vergeleken schijnt te kun.nen worden.
De Japansche concurrentie kan onder twee hoofden
worden samengevat:
1
0
. De concurrentie van Japansche industrieproduc. ten met die ‘der Indische industrie.
2
0
. De concurrentie van Japansche kooplieden met
Britsche in dezelfde branches, wat betreft de distribu-
tie der importen en den export van Indische produc-
ten en in’dustrieartik’elen.

Het -is de Britsche handel in stapelartikelen (katoe-
nen garens en weefstoff en), die het meeste önder de
concurrentie heeft geleden, terwijl deze op dit gebied
waarschijnlijk het hardnekkigst en meest permanent

Amsterdam
5 Mei 1910.

Dordrecht
t)

1 Januari ’19
(voor de poli-
tieagenten 1
Juli 1919).
Enschede
28 April 1919
(voor electr.
centrale, gas-
fabr., drink-
waterleid. en
gemeentew.),
30 Juni 1919
(voor reini-
gings- en ont-
smettingsd.)
‘s-Gravenh
5)

15 Juni 1919.
Groningen
Juni 1919.

Geen.

Geringe
besparing bij ge
meeute-
werken.

Is niet te
ver.

wachten.

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

zal zijn, daar de Japanners een grooten voorsprong
hebben door hun lage bedrijfskosten. Assistenten
en kantoorpersoneel kan men gemakkelijk uit Japan
laten komen op zeer geringe salarissen, vaak ‘weinig
meer dan de helft van hetgeen Europeesche huizen
voor hetzelfde werk betalen. De levensstandaard der
Japanners is veel lager dan die van den Europeaan.
Zij wonen samen in groote huizen en nemen geen deel
aan het gezelligheidsieven van de buitenwereld, zoo-
dat zij geenerlei uitgaven hebben voor clubs en ver-
maak en bijgevoig zeer weinig geld in het land uit-
geven. Zij maken geen bezwaar in afgelegen distric-
ten geplaatst te worden eu te leven onder voorwaarden,
die de Britsche assistent niet zou dulden, en dat tegen
een belooning, waarvan de laatste niet zou kunnen
bestaan. De Japanners zijn harde werkers. Zij, die
buiten hun vaderland’ leven, hebben zeer weinig be-
langstelling voor zaken buiten hun werk en geven
al hun energie aan hun zaken. Ofschoon men niet
kan zeggen, dat zij populair zijn in Indische kringen,
schijnen zij toch die kleine gevoeligheden n den
Indiër te ontzien op een wijze, zooals de Europeesche
koopman dit nooit tracht te doen. Dit kan ten dee]e zijn oorzaak vinden in hun vaardigheid ten aanzien
van de landstaal.
Naast de fabrieken te Bonabay zijn Japansche firma’s
de vdornaamste koopers van ruwe katoen en zij heb-
ben hun eigen agenten voor den inkoop en zuiverings-
inrichtingen voor het product in ‘de ‘katoendistrictcn.
Het is zeer waarschijnlijk, dat vroeger of later, een poging gedaan zal worden deze staf en ‘organisatie
aan te wenden voor ‘de directe distributie en verkoop
van den import, inplaats van ‘hiervoor het ingewik-
kelde mechanisme van makelaars, grossiers en detail-
listen te gebruiken, een tactiek in Ohina met succes
toegepast.
Het overzicht eindigt met ‘de volgende woorden: ,,Ter
verbetering van ‘den toestand kunnen de Bri’tsche
huizen slechts twee wegen inslaan. Zij moeten ôf hun
eigen ‘Organisatie perfectionneeren, ‘oude opvattingen
en methoden afdanken en ‘dan moeite doen het han. deisverkeer aan zich te trekken op een wijze harmo-
nieerend met de eischen, die de tegenwoordige tijd
stelt, ôf
zij
moeten afzien van het zaken doen. Tot op
den huidigen ‘dag schijnen zij slechts te hebben ge.
werkt in de richting van adressen aan de regeering,
door bemiddeling van •de Kamers van Koophandel,
ten einde de vreemde concurrentie aan beperkende be-
palingen onderworpen te krijgen, zooda’t ze ortgestoord
op de oude onwerkdadige, lukrake wijze voort zouden kunnen gaan.

De leidende J’apansche firma’s
zijn
groote ‘huizen,
met ruime financieele bronnen en goede relaties over
de geheele wereld.”

De Federal Reserve Board ivzake
cr,edietverleening aan Europa. –
In verband met het artikel van den heer W. Wester-
man in dit nummer over ,,Financieele hulp door
Amerika”, is het niet oneigenaardig kennis te nemen
vdn hetgeen op de eind October jl. ‘gehouden confe-
rentie te Atlantic Cit
y
door den heer Harding, pre-
sident van den Federal Reserve Board, in het mi’den
is ‘gebracht.
Zooals het Federal Reserve Bulletin van November jl.
mededeelt, concludeerde de heer Harding ‘aldus:
,,De zienswijze van den ,,Federal Reserve Board” is, dat
Europa lang crediet noodig heeft en dat daarvoor een beroep
op de geidmarkt moet worden gedaan. Vele problemen,
waartegenover nu de meeste Europeesche hnden staan, doen
zich in dit land in zeer scherpen vorm voor en er wordt
grootere productie, verminderde consumptie, meer spaar.
zaamheid en zuinigheid vereischt.
,,De beschikbare rijkdom der menschheid, vertegenwoordigd
door goederen en productiemiddelen, is door dan oorlog be.
langrijk ingekrompen, terwijl de omvang van het crediet
buiton alle verhouding is met de hoeveelheid der goederen.
Teneinde normaler toestanden te scheppen, zal het noodig
zijn, het evenwicht tussehen dan omvang van het crediet en
de hoeveelheid goederen te herstellen. Dit proces zal nood-
zakelijk langzaam moeten zijn, maar hoofdzaak is, dat een
begin moet worden gemaakt en het herstel alleen bereikt
kan worden door strenge doorvoering van het economisch
spaarprincipe.
,,De regeeriug der U.S. gaf kort na toetreding tot dec oor-log, machtiging tot het verleenen van voorschotten aan de
regeeringen der met haar in den oorlog verbonden landen,
tot een totaal bedrag van
$ 10.000.000.000;
bijna alles is nu toegewezen en gebruikt. Er is hoegenaamd geen reden aan
te nemen, dat onze regeering zonder de meest nadeelige
inflatie, zal of zelfs kon voortgaan met het doen van voor-
schotten uit zijn schatkist aan vreemde landen en ik ben
overtuigd, dat de oplossing van het vraagstuk van de finaji-
ciering van Europa, voorzoover Amerika daarbij is betrok-
ken, moet worden overgelaten aan het particulier initiatief
en den individueelen ondernemingsgeest.”

De heer Harding endosseert de taak dus aan ‘het par-ticuliere bankwezen. Wat Regeering en Fed. Reserve
Stelsel betreft, vindt men in zijn woorden ‘de in het
aangehaald gesignaleerde ‘afwijzende houding terug.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal des économistes. – Parijs, De-
cember 1919.
Yves-Gupol,
Les programmes économiques et poli-tiques;
A. 1)eschamps,
Critique de Ja stipulation de
réciprocité dans Ja clause de la nation Ja plus favo-
risée comme complément d’un traité de commerce;
A. Raffalovich,
Fournitures de guerre en Allemagne;
D. I. Georghiu,
Aperçus sur la situation économique
et financière mondiale;
A. R.,
L’office du ,,Public
Trustee” en Augleterre;
J. Lef ori,
Revue de l’Aca-
démie des Sciences morales et politiques (du 15 août au 15 novembre 1919);
B. L. L. E.,
La Ligue du
Libre-Echange en novembre 1919.

Journal de
le
Société de Statistique
d e Paris. – Parijs, October 1919.
M. Huber,
Le mouvement des prix et du coût de la vie en divers pays pendant la guerre;
M. Dewa-
vrin.,
L’industrie manufacturière au Canada et spé-
cialement le grande industrie, d’après les recense-
ments de 1910 et de 1915.

Idem. – Parijs, November 1919.
Marion,
Statistique comparée des impôts de guerre
après 1870 et après 1916;
Dugé de Bernonville,
Chronique des questions ouvrières et des assurances
sur Ja vie;
A. Barriol,
Statistique Mathématique.

1 dem. – Parijs, December 1919.
Borel et Michel,
Compte rendu du Congrès de
l’Agriculture (30 juin-3 juillet 1919); Al.
Huber,
Chronique de démographie.

Tijdschrift voor Economische Geogra-
phie. – ‘s-Gravenhage, 15 December 1919.
Prof. Dr. H. Blinic,
De economische positie van
Peru en zijn havens;
Dr. H. ‘ Been,
Het veeteelt-
bedrijf in onze Oost-Indische koloniën;
Ir, E. R.
W. J.
Hondelinic,
De economische ontwikkeling van
Frankrijk na den oorlog. III. De spoorwegen;
J. R.
Kuiper,
Overzicht van de kosten van levensonder-
houd in de Vereenigde Staten.

The geogiaphical Journal. – Londen, Oc-
tober 1919.
W. B. R. King,
Geological Work on the Western
Front;
R. H. Whitbecic,
Irrigation in the United
States;
F. Kin,gdon. Word,
On the possible prolon-
gation of the Himalayan Axis beyond the Dihang;
0. Coales,
Economie notes on Eastern Tibet;
W.
Wat ers van Ness,
Light railways in new. Countries;
M. A. Czaplicla,
Problems of Eastern Europe.

Idem. – Londen, November 1919.
Sir Aurel Stem,
The desert crossing of
,
Hsuan-
tsang, 630 A.D.;
F. H. Melland,
The Kasempa dis-
trict, Northern Rhodesia;
L. Wal nisley,
The aeroplane
in African exploration;
R. 1. Money,
The irrigation
of the Konia Plain;
Prof. L. 1V. Lyde,
The inter-national rivers of Europe.

12

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

Fin an z-Archiv. – Stuttgart, Berlijn,
XXX
Vie

Jaarg., 2de Band 1919.

L. Buck,
Zur Frage der Neuorganisation der Ver-
waltung der direkten Steuern in Preussen;
Dr. F. W. R.
Zimmermann,
Wert und Wertabmessung in al]ge-
meinen sowie Wertfeststellung des staatlichen Finanz-
vermögetis nach dem Ertrage im besonderee;
Dr. C. H. P. Iothüisen,
Die englischen Finanzvor-
anschliige für das Jahr 1919120;
Dr. E. Schuit ze,
Die Verschulduug der Stadt Newyork;
Dr. H.
Seeck,
Der Kampf des deutschen Reichstags om sein
Budgetrecht.

Koloniale Rundschau. – Berlijn, Jahrg.
1919. Heft 719, Juli/September.

E. D. Morel,
Afrika und der europ.ische Friede;
Dr. B. Hennig,
Um die deutschen Kolonien! (Neu-
trale und feindliche Stimmen zu den Pariser Kon-
fcrenzbesch]üssen);
B. Koppe,
Hauptmann Wietgens
Rückzug von Ruanda nach Tabora und die Kiimpfo
um Tabora.

Rechtsgeleerd Magazijn. – Haarlem, 38e
jaarg. afi. 516.

Prof. Mr. W. L. P. A. Molengraaff,
Summum jus,
summa injuria;
Mr. Jacob Israël de Haan,
Rechts-
kundige significa.

ONTVANGEN:
*J
M.
Keynes,
C.
B., Fellow of King’s College,
Cambridge. The Econornic Consequences of the Peace,
London, Macmillan 1919.

* Gedenkboek, uirbgegev’en door de Vereexriging
,,Beurs voor den Diamanthandel”, ter gelegenheid
van haar 30-jarig bestaan. Amsterdam, 1919.

C.
D. van Vliet. Hypotheek op Landerijen. Over-
druk uit het jaarboekje van de Vereeniging van Di-
recteuren van Hypotheek-banken, Ve jaargang, 1919.

Wordt nader aangekondigd.

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER KOLENMIJEN.
S)

(Ontleend aan ,,Maandschrift Centraal Bureau Statistiek”)

Naam van de
September
October
Mijn
1919
1918 1919
1

1918

Btaatsrnijnen.

,,Wilhelmiva”
46.286
53.161
49.676
58.536
53.569
61.782 57.855
69.445
26.352
18.442 31.427 20.833

Totaal
..
. .
126.207
133.386 138.958
148.814

,,Emma” ……….
,,Hendrik” ……..

Particul. mijnen.

Doinaniale mijn.
39.938
41.859
46.514
46.557
Mijn Laura en Ver
42.500
38.700
46.700
45.600
Oranje-Nassau
eeniging ……..

mijnen ……..
65.350
73.941
69.115
80.087
Mijn Willem So
15.800
20.000
16.745
22.500
phie …………

Totaal ….
163.588

..

174.500
179.074
194.744

Totaal generaal
289.795
307.886
318.032 343.558

) In tonnen.

Het ,,Maandschrift” teekeut bij de cijfers aan:
zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, is (evenals in
1918) de productie in October grooter dan in elk der
voorafgaande maanden. Echter bleef de productie tot
dusver – uitgezonderd in Januari, Mei en Juli –
beneden die van de overeenkomstige maanden van
1918. De totale achterstand voor de eerste 10 maan-
den bedroeg ruim 58.000 ton. –

EMISSIES IN DECEMBER 1919.

Provinc. en Gemeentelijke leeningen
f
12.894.500,-
zijnde:
Delft
f
2.000.000,- 6
0/
obl.0.9971s°Io
Utrechtf 8.000.000,- 60/oobI. 0.99
8
/4
0
/0
Waalwijkf 514.000,- 6
0
/s
obi.
0.
100°Io
Zutphenf 500,000.-5
1
1,
0
/s
obl.ft960/o Nijmegen 11.100.000,- 60/ obi. 0.99 ‘/o
°
/o
Tilburg
f
500,000– 6
0
1

ohi.
0.
99
7
/s
°
/0
Stolwijk f325.000,- 5
/2
0
/0
obl. 0.100
0
/0

Bank- en Orediet-instellingen ……,,
8.139.620,
zijnde:
Nederlandsch-Indische Effecten-

en
Prolongatiebank f1,00 0.000 aand.
0.
105

°/o
N.V. Noord-Hollandsche Bank v./h.
v. d. Stok, Kaan
&
Co, en v. d.

Wolff, Courrech
&
Zoon, f227.000,-
aand.
0.
106

O
lo.

Crediet-,

Handels-

en

Spaarbauk
Rotterdam f 100.0u0,- 6
°/o
obi.
0.99

0/,

Noorg-Hollandsch

Landbouwcrediet
f 700.000,- 6
0/

cum. pref. aand.
0.

100

Ol
o.

Utrechtoch&Voorschotbank
f
200.000,-
aand.

(waarop te storten 20
°/o)
0.
125
O
lo.

Geldersche Credietvereeu.f 4.000.000,-
aand.
0.
150

°/o.
Hypotheekbanken

(werkzaam

in
Nederland)

………………

,,
154.000,-
zijnde:
Zuider Hypotheekbank f 500.000,-
aand.

(waarop te storten
10 °/o)
0.

170

°/o.
i)ordrechtsche Hypotheekb.
f
300.000,-
aand. (waarop te storten 20

0
/o)
0.

115

0
/0

Hypotheekbauken (Scheepsverband-
Maatschappijen)

……………,
500.000,-
zijnde:
Noord-Hollancische Scheepsverbandb.
f 500.000,- 6
0/

pandbr.
0.
100 °/o.

Industrieele Ondernemingen
……

..
38.325.625,-
zijnde:
N.V. Anton Jurgens’ Vereenigde Fa-
brieken

f

6.000.000,-

aand.

0.
252
01
2

0/s.

f

18.000.000,-

6

°/o
cum, prei. winstd. aand.
0.100
0
/o.
The

United

Java

Oil

Mills

Ltd.
f 962.500,- aand.
0.
175
0/,

N.V.
W. A.
Hoek’s Machine- en Zuur-
stoffabriek

f

200.000,-

aand.
0.
125

0
/0
N.V. Machinefabriek en Scheepswerf
van
P.
Smit Jr.

f

1.000.000,-
6

°/o

obl.

0.
98

0/

Nederlandsche Gutta-Percha Mij.

1
375.000,- aand.
0.
155
Ol
o
.

Koninklijke Mij. ,,De Schelde”
f 400.000,- 5
0/

obi.

0.

95

°
/0.
N.V.
Nationaal Bezit van Aandeelen
Koninklijke

Mij.

,,De

Schelde”
f

1,000.000,-

aand.

0.

130

0/,

Cultuurondernemingen, Handelsver-
eenigingen
en
Handelsvenn…..,,
2.435.120,-
zijnde: N.V.
Overzeesch-Hardhout
Imp. Mij.
f

500.000,-

7

0/

cum.

prei.
vinstd. aand.
0.
10211

0/s.
11andolseompagnie ,,Padang”

f
400.
1
t00,- aand.
0.
115

Ol
o
.

N.V. Koloniale Tabak Import Mij.
v.h.
G. Elomp
f
666.000,- aand.
0.

107

O
lo.

N.V. Deventer Glas-Maatschappij v/h.
J. Pouwels Coeliagh
f
500.000,-
aand.
0.
150

0/o

Rubber-Maatschap pijen

……….,,
480.000,-
zijnde:
Rubber Cultuur Mij. ,,Kendeng Lom-
boe” f 400.000,- aand.
0.
120
0/,___________________

Transporteeren..
f
62.928.865,-

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13

Transport.
.
f
62.928.865,-

Scheepvaart-Maatschappijen …… ..

6.300.000,-
zijnde:
N.V. Solleveld, Van der Meer en T. H.
van Hattum’s Stoomvaart-Mij.

f
2.000.000,- aand. â 315
Olo.
Diversen …………………….,

1.08.125,-
zijnde:
Nederlandsche Maatschappij tot É-
ploitatie van Veestallen en Vee-
transporten
f
86.500.- aand.
t 125
O
lo.

Totaal….

f
69.336.990,-

Bovendien:

f
36.440.000,- 31m. Schatkistpromessen
ft
f

988,55
11.723.000,- 4
1
19
0
/0

Schatkistbiljetten

,, ,,
1000,85
terwijl voorts ook hier te lande gelegenheid bestond tot
inschrijving op

de uitgifte

van

$

1.000.000,- aandeelen
Canadian General Electric Company Ltd.
a
100
0/

en van frs. 4 milliard 5 °/o Obi. van het Fransche Nationaal Crediet
j

99

0/s,

Totaal der emissies in Januari

. .
f
351.300.909,-
Februari

,;
32.726.200,-
Maart

. . .

,,
35.629.547,50
April

..
.

,,
16.512.875,-
Mei

……,,
42.243.720,-
Juni ……,,
80.519.075,-
Juli

……,,
277.824.815,-
Augustus.

,,
13.503.019,-
September

,,
147.090.495,-
October …..,
49.552.990,-
November

,,
65.865.635,- December

,,
69.336.990,-

Algemeen Totaal ……
f1.182.106.270,50

RIJKSPOSTSPAARBANK.

NOVEMBER
1

1917
1

1918
.

1919

f

7.846.348f
9.322.044
f

10.303.650
Terugbetalingen

..
,,

6.858.116, 7.893.355,
9.379.513
Tegoed der inleggers
,
216.619.949
,, 231.145.403 ,, 261.387.610
Nom. bedr. der uitst.

staatsschuldboekjes

op ultimo ……….

,,

28.358.250
,,

32.114.350
,,

36.793.800

Inlagen

.
……….

Spaarbankboekjes:
op ultimo ………

Aantal nieuw uit-
gegeven
10.249
10.459
11.515
Aantal

geheel af-
betaald
6.411
6.343
,
6.747
Aantal

uitstaande
op ultimo
l.761.1181
1.812.3621
1.886.320

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

October 1919

. Ii

November 1919

Posten
1

Bedrag

11
Posten
1

Bedrag

Ontvangen en
betaald:
in contanten. 125440
f
8.985.880
99121
f

8.156.147
door over-
schrijving
‘).
46168
,,
80.968.073
40750
76.668.590
Particuliere
rekeningboud.
59320)

21.310.905
6431e)
21.063.286
Saldo te goed
part. rek.
uO.
,,
4.176.749

3.814.142
0)

Inclusieve verrekeningen

tusschen gemeentediensten,

zijnde
pl.m.
f
20.263.957.79 per maand.
a)
Aantal.

POSTOHEQUE
EN GIRODIENST.

October

11
November

Aantal
Bedrag
Aantal
1

Bedrag

Aantal rekening-
houders op u
0

18.799

20.543

Aantal rekenin-


21.199

Stortingen ……
100.027
42.752.676
97.285
49.625.268
Overschrijvingen
.
55.372
101.956.906 53.283 101.515.862

gen op
u0
……19.404

Afschrijvingen ..
60.453 29.767.136
58.161
158.290.139
Totaal tegoed reke-

ninghouders op u’.

169.915.924

60.535.407

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

20
Juli
1914

Ned

(‘Disc.Wissels.
4
1
1 sedert 1 Juli ’15
3’/2sedert23 Mrt. ’14

Bank
4
1
1

,,

1

,,

’15
4

,,

23

,,

’14
(Vrsch.inR.C.
5
1
1

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14
Bank van Engeland
6

,,

6 Nov.’19
3

,,

29 Jan. ’14 Duitsche Rijkabank
5

,,

23 Dec.’14
4

,,

5
Febr.’14
Bank vauFrankrijk
8

,,

21Aug.’14
3
1
1t

,,

29Jan.’14
Oosteor. Hong. Bk.
5

,,

12 Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
7

,,

21 Nov.’19
5

,,

GFebr.’14
Zweedoche Rijksbk.
6

,,

12 Juni’19
4
1
1a

,,

6

,,

’14
Bank
v.
Noorwegen
6064,,

18Dec. ’19
4
1
12

,,

11

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
5

,,

21 Aug.’19
3
1
1,

,,

19

,,

’14
Belgische Nat. Bk.
3
1
/,

,,

6 Oct.’19
4

,,

30 Jan.’14
Bank van Spanje..
5

12 Nov.’19
411,

,,

24 Sept.’03
Bank
van
Italië
..
5

10
Jan.’18
5

9 Mei ’14
Feder.
Bes.
Bk.N.Y.
4-54



Javasche Bank….
3
1
12

,,

1Aug.’09
3
1
11

,,.

1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amiterdam
Londen
Part.
1

Berlijn
Pan.
ParC,
Port.
N. York
Cdl-
Port
1

P,of.,
dIsconto
1

gatie

dtconIo
di,conto
di,c.
moncr.i

3 Jan. ’20
4
1
/
4’I-‘/*
5
0
18
4/a

6-7

1)

29D.-3J.’20
41/
4

2)411
4
_5
5
04_31
4

4_11

6-25
22-27 D. ’19
4114
4’/,-5
5
7
18
4-‘/o

10-16 15-20 D. ’19
4 ‘/4-/8
3014_5
5
5
18
4-
1
1s

5-8

30D.-4J.’19
3t1..4
3_I/,
31/
4_51

5
,
12-6
31 D.-5J.’18
311-4114
31/4_0/4
4’faa

‘/s
4-EIs

20-24Juli’14
31f_0/j

21414
2’/°/
2ij,_’/,
21i
lt/a2
1
12

1) Noteering van 2Januari. 1) Het particulier disconto der gemeente-
wissels wes in de afgeloopen week
114115
pCt. honger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

In de wisselkoersen kwamen er gedurende deze beriehts-
week geen groote schommelingen voor. De markt was regel-
matig flauw, zoodat alle koersen terugliepen; de dalingen
bleven echter over het algemeen zeer beperkt. Londen liep
terug van 10.17 tot 10.04 en sloot op 10.08; Parijs van 24.80
tot 24.15 slot 24.40; België 25.30-24.45-24.60. Berlijn was
zeer kalm. Gedurende de eerste drie dagen was de beweging
beperkt tot 23 cent 540-542; daarna trad een kleine
daling in tot 5.30. Ook Weenen was zeer statinnair en be-
woog zich enkele dagen op 1.51 h 1.524 en ging eveneens
later iets meer terug op 1.40-1.35. Skandivanië kon de
rijzing van de vorige weken niet voortzetten en vooral
Christiania en Kopenhagen liepen in verhouding niet onbe-
langrijk terug. Ook Zwitserland was belangrijk lager. Spanje
aanvankelijk iets vaster daarna weder op dezelfde hoogte
als de vorige week. Buenos Aires 1.15. Warschau bijna niet
te plaatseii. Praag onveranderd.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Londen
*
Parlji
5)
Berlijn
5)
Weenen
5)

Bruasel
)
New
Yorkt)

29 Dec.

1919..
10.18k
24.90 5.50
1.524
25.60
2.671
30

1919..
10.15+
24.85
5.42+
1.52+
25.35
2.67
31

,,

1919..






1
Jan. 1920..

– –



2

,,

1920..
10.03+
24.20
5.30 1.45
24.55
2.67/4
3

,,

1920..
10.08+
24.42+
5.35
1.47+


Laagste d.w.
1
)
10.02
24.05
5.25 1.35 24.35 2.65
1
1,
Hoogste
,,

,, ‘)
10.19 25.10
5.52+
1.55
25.90
2.68
24 Dec. 1919..
10.19 25.15
5.52+
1.55
25.85
2.65/9
20

,,

1919..
10.08+
24.65
,.5.50
1.524
124.90

2.67k’
Muntpariteit..
12.104
48.-
59.26 50.41
48.-
2.48/i

5) Noteering te Amsterdam.
*5)
liering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
1)
Noteering van
19
December.

14

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.

7
Januari
1920

NEDERLANDSCHE BANK.
Siock-
Kopen-
1
Chils-
Zwitser-
1
Spanje
J3ataoIa
1)
Data
h
o
l
m
*)
hagen)
tIanla)
!cnd*)
(

1)

telegrajÇch
Verkorte Balans op 3 Jan. 1920.

Activa.

29 Dec.

1919

57.50

51.60

55.55

47.5

51.-

10114
30

1919

57.80

51.60

54.85

47.80

61.50

101
1
14
31

,,

1919

51.35

10114

Binnenl.Wie-{H.-bk.

f135.348.793.47’h
sels,Prom.,

B.-bk.

1.746.585.79

1 Jan. 1920

1018/
4

enz.in
disc.

Ag.sch.

60.404.535,52
‘.

197.499.914,78
1
/2
2

,,

192′)

5730

51.30

54.50

47.45

51.25

101)/


Papier o. h. Buiteul. in
3

1920

57.40

5 1 .-

54.25

47.40

51.10

1018/
4

disconto …..
L’ste d. w.’)

57.25

51.-

54.15

47.30

50.50

1011
………………….
eigen portef..
f
48.282.261,-
H’ste
,,

)

57.90

51.80

55.40

48 10

51.75

10121
4

Af: Verkocht maar voor
24 Dec.

1919

5730

51.30

55.12

47.95

51.-

101814
debk.nognietafgel.

20

1919

57.75

49.50

55.50

48.25

51.25

10
1
1
1
,,
,,

48.282.261,-
Muntpariteit

66.67

66.67

66.67

48.-

48..-

100
Beleeningen
H.-bk.

f138.135.856,89
0)
Noteering
te
Amsterdam.

1)
Partictiliere opgave.
.
md.
vrsch

B.-bk.

14 457.087.19
in rek.-crt.
{
Ag.sch. ,, 92 920.457,52
op onderp.
KOERSEN TE NEW YOR.
K
f245.513.401,60

Op Effecten

……f240 329.501,60
Cab/e
Zicht
Zicht
Zkh!

Data
Londen
(in
S
Parijs
(in
frs,
Berlijn
(in cetits
Ansslerd.
(in cent,
Op Goederen en Spec. ,,

5.183.900,-

245.513.401,60
per £)
P.
5) P.
4 Rm.)
per gld.)
Voorschotten a. h. Rijk ……… …….

.,

13.275.764,94

3 Jan…..1920

3.79.-

10.75

now.

37118
Munt en Muntmateriaal

Laagste d. week..

3.76.50

10.70

nom.

378/
s

Munt, Goud …….
f
56.411.170,-

Hoogste,,

,,

..

3.80.-

10.92

now.

378/2
Muntmat., Goud ..

,,580.911.599.36
1
13

27 Dec…..1919

380.-

10.61

now.

3712
f637.322.7(9,36
1
1,
20

,…..1919

3.80.75

10.5

nom.

371/4
.
Munt, Zilver, enz..

,,

6.566.691,76
1
1,
Muntpariteit….

4.86.67

ö.18’1a

95114

408/is
Muntmat., Zilver
.. ,,


,,

643.889.461,13
Effecten
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
BeI.v. h. Res.fonds..

f

4.514.257.25
id. van
1/,
v. h. kapit.

3.913.409.6211:
8.427.666,87
1
1
,,
Tijdperk

Plaatsen en
Noteerings.
20 Dec.

24Dec.
29 Dec.-3 Jan
1920

3Jan.
Geb. en Meub. der Bank …………….,,

3.312.000,-
Landen
eenheden
1919
1919
Laa
g
ste’ Hoogste
1920
Diverse rekeningen ………………,,

39 205.444,6912

fl.199.405.915,02
1
12

Alexandrië.. Piast. p.
£

97
8
18

97
8
19

97e18

9781s

97218
•B. Aires’).. d.p.gd.pes.

62
1
1,

611,

61

6218

62818
Paasiva.

Calcutta ….
sh/d.p.rup.

21411
2

21418

2/4
8
/1e

214814

214/io
Kapitaal

……………………..
f

20.000.000,-

Hongkong

..

id. p.
$

5/111,

4111′,,

4110
1
12

4111

J3’eestd.
Reservefonds

………………….,,

5.000.000
v

Lissabon
….
d.p.escudo

20
1
1

20
1
1

19

20/4

19’1
Bankbiljetten in omloop
…………

.,,1.071.608.820,-

Madrid

….
Peset.
p.0

19.38

19.90

19.60

19.97

19.81
Bankassignatiën in omloop ……….

..3.105.687,90
1
/,

0
Moutevideo’

d.p.peso

6612

65

64
1
14

66

65314
Rekening-Courant saldo’s:

Montreal..
..

$
per
£

4.09

4.13

4.07

4.12’/, 4.13
Van het Rijk
….
f

•R.d.Janeiro.

d,p.milr.

17
1
1

1781
4

17
11
/1

17
85
102

17»/82
Van anderen

….

,,

84.829.972,52

Rome

……
Lires
p. £
50.33

49.55

49.50

50.40

50.25
,,

84.829.972,52

Shanghai

. .
sh/d.p.tael

81
1
12

81
1
18

719

813

7/111/,
Diverse rekeningen
:

,,

14.861.434,60

Singapore

. . –

id.
p. $

2/4
9
1t2

24/1j

214
6
1,1

2141

214
7
19

..

f1.199.405 915,02
1
12
•Valparaiso.. d.p.pap.p.1
11
8
110

ll”/so

11
1
/j6

12
1
/jo

12/j

1
Yokohama
..
sh/d.p.yen

218

2/7’a

2178/
4

218112

217715
Beschikbaar metaalsaldo
…………..f

411.086.645,19

• Koersen
van den dag
voorafgaande, aan de
data in het hoofd vermeld.
Op de basis van
215
naetaalde/cking ….
..
179.177.749,10’/,
1)
Telegrafisch transfert.
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is .. ,,
2.055.433.225,-

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagetijksche ontvangsten
Verschillen met den vorigen weekstaat:
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
Meer

Minder
tijdelijk niet bekend gemaakt.
Disconto’s

…………….

28.638.144,24V,
Buitenlandsche wissels……

71.61
0
4,-

NOTEERING VAN ZILVER.
Beleeningen

4.602.260,87’1
Noteering te Londen

te
New
York
Goud

………………..-

3 Jan.

1920.
……..76/a

13012
Zilver ………………..463.380,50

27

Dec.

1919……..-

77
1
/8
t)

132’/,
Bankbiljetten

…………38.876.675,-

20

,,

1919
……..

78’Ia
8)

133’/
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….

17.513.218,27
1
/

13

,,

1919 ………78V2

131’12
Voornaamste posten in duizenden guldens.

4

Jan.

1919
……..

48/io

10111
8

Andrre
5

Jan.

1918
……..

45’/8

BO’Ia
8)
Data
Goud
Zilver
Bonk-
biljetten
opeischbare

20

Juli

1914
………

54118
,chulden
1)
Noteering van 24 December.

8)
idem van 19
December.
8)
idem van
7
Januari
1918.
3 Jan.

1920

….
637.323
6.567
1.071.609 87.936
27 Dec.

1919

.. ..
637.323
6.103
1.032.732 104.083
N. U. M.
20

1919

•…
637.329
6.761
1.032.710
102.737,

Weekstaat der Nederlandsche IJitvoermaatschappij.
13

,,

1919

….
637.320
7.268
1.036.953
110.997

Voornaamste posten in duizenden guldens.
6

,

1919

….
632148
6.757 1.046.881 101.077
29
Nov.

1919

….
22

,,

1919

….
632.156
632.160
6.325
5.854
1.048.397
1.033.194 83.508
85.564
1

Ruilen!. Debet
5
pCi.
1

Credit
Data
Bankier,
t

Schot-
Diverse
Schuld.
1

Diverse
1919
,,

….
632.160
5.350
1.048.991
84.49
ki,ibilj.
reken.’)
brieven
reken.’)
8

,,

1919

….
1

,,

1919

….
632.167 632.167
4.986 4.955
1.057.999
1.068074
83.778 76.052
31 Dec. 1919..

2.973

58.650

1.580

17.174

50.181
23

1919..

2.603

58.650

1.584

17.166

49.922
25 Oct.

1919

.. . .
632.167
4.907 1.010.411 92.941
18

1919

….
,,
632.170
4.758 1.013.204
78.893
18

1919..

2.448

58.650

1.574

17.166

49.765
11

1919

….
,,
632.173
4.662
1.015.774 66.600
11

,,

1919..

2.527

58.650

1.549

17.166

49.552.

2 Jan. 1919..

1.905

53.200

70.400

4.790

99.347
4 Jan.

1919

….
691.436
8.588
1.100.948
91.626
2) Beide rekeningen
omvatten, behalve garantiewissels in
portefeuille
5 Jan.

1918

….
697.181
6.940
895.174
45.968
tot
het
bedrag der
buiten!. achatkietbitietten.
io
hoofdzaak garautiewiseels
in
depht bi, de Ned.
Bank.
25 Juli

1914

.. . .
162.114
8.228
310.437
6.198

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15

Discanfos
__

Besehik.

Dek-

T) t

Hiervan

Beter..

king,.

0
a

Totaal

Schatkist.

ningen

Metaal.

parcon.
promeesen

saldo

lage
rrchtstrerks

3 Jan. 1820 197.500 100.000 245.513

411.087

56
27 Dec. 1919 168.862

87.000 250.116

415.169

57
20

1919 158.162

77.500 254 287

416.107

57
13 ,, 1919 157.615

80.500 263.977

414.104

56
6

1919 155.844

81.500 271.101

408.561

66
29 Nov. 1919 146.037

79.500 262.964

411.348

56
22

1919 137.846

75.000 258.277

418.511

57
15 ,, 1919 139.480

77.000 266.852

410L062

56
8 ,, 1919 153 375

88.000 263.935

408.046

56
1 ,, 1919 149.956

80.000 277.271

407.544

56
25Oct. 1919 141.166

85.000 2314.945

415.636

58
18 ,, 1919 142.813

8.000 227.312

417.741

58
11 ,, 1919 127.119

76.000 229.685

419.592

59

4 Jan. 1919 252.852 177.800 149.907

461.013

59
5 jan.1918

72.738

40.000 103.235

515.063

75

25 Juli 1914

67.947

14.300

61.686

43.521
1
)

54

‘)
Op
de basis van
51
metaaldekking.

TJit de bekendmaking van den M i n i s t e r v a n Finan-
ciön blijkt, dat uitstonden op:

27
December1919
1

3
Januari 1920

Aan schatkistproniessen f445.750.000,- f471.580.000,-
waarvan rechtstreeks bij


de Ned. Bank geplaatst ,, 87.000.000,- ,, 100.000.000,-
Aan schatkiatbiljetten ,. 101.442.000,- ,,102.431.000,-
Aan zilverbons ………..41.350.530,50 ,, 41.844.313,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden tot.aalcijfers der obligo’s en uitzettingen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Andere
Data
Goud
Zilver
°74
en
bjet
opetschb.
schulden

ase
5.5
414.500
20

1919
414.000
27

Dec.

1919………

13

1919 ……
*S
*5*
415.000

8 Nov. 1919……

3.164
304.382 103.719 166.900
3.032
301.159
116.294
166.965 3.005 300.940
108.512
20

,,

1919 ……

16
.9.053

167.012
2.814
295.708
117.588

1

,,

1919 …….
25 Oct.

1919 …….

28

Dec.

1918 ……
108.017 14.376 197.634
99.237
29

Dec.

1017 …….
80.824
18.548
168.026 66.280

25

Juli

1914 ……1
22.057
1

31.907
1

110.172

1
12.634
Wt,,eis,
iûe,se
Beschik.
Dek.
cia
Dis.
buiten
Belet.
r

C-
baar
king,-
conto’,
N..!na’.
ningen
nin gen
t)
metaal-
percen.
betaalbaar
saldo
lage

27Dec. 1919
196.000
92.250
20

1919
194.000
•°
92.250
**

13

,,

1919
201.500
‘°
90.750

8Nov.1919
13.628
14.677 173.420
44.722
90.852
42
1

,,

1919
12.868
13.945

189.081
42.407
86.700
41
25Oct. 1919
12.686 14.272

187.526
35.564
88.354
42
20 Dec. 1919 13.168
13.933 191.152
35.581 87.341
41

28Dec.1918
8.533
18.045
82.954 14.486
63.325
41
29Dec. 191-7 .523
33.789 70.762
23.028
58.511
45

25Juli 1914J
7.259
6.895
47.934
2.228
4.842′
44
1)
Sluitpost der activa.

t)
Op
de basis van
21

metaaldekking.

SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulalie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s Div. rcke.
ningen’)

15 Nov. 1919 ..
1.059
1.635 1.131 1.518
496
8

,,

1919

..
1.060
1.867 1.114
1.536 465
1

,,

1919

..
1.058
1.658 1.220
1.537
497
25 Oct.

1919

..
955
1.642
1.207
1.572 506

16 Nov. 1918

..
921 1.627
2)

1.181
1.263
151
17 Nov. 1917
.
614
1.199
1.036
1.049
1.019

25 Juli

1914

– –
645
1.100
560 735 396
1)
Sluitpost der activa.
5)

Hiervan
zilverbons
274
de. gIsl.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der
Currency
Notes,

in duizenden pond. sterling.

Currenci, Notes.
Data

Metaal

Circulatie

Bedrog
1
Goudd.
1
Gov. Sec.

31 Dec.

1919
91.342
91.350 358.152 28.500 337.537
26

,,

1919
91.392
92.149
358.231
28.500
339.367
17

,,

1919
91.499 90.300
348.373
28.500 329.463
10

1919
91.660 88.581
343.293
28.500
324.533

1 Jan.

1919
79.976
70.190 323.241
28.500
305.133
2 Jan. 1918
69.199
46.591 212.451
28.500
187.629

22 Juli

1914
.
40.164 29.317


1

Ccv.

1 Other

Public

Other
1
Re. 1 kings-

Data

Sec.

Sec.

Depos.

Depos.

serve percen-
Ier,,,
it

31 Dec. ’19 92.469 106.778 19.213 180.638 18.442 9,20
26 ,, ’19 68.175

85.179 20.338 133.361 17.693 11,50
17 ,, ’19 68.189

76.860 21.538 125.312 19.649 13,38
10 ,, ’19 77.205

77.074 20.174 137.694 21.526 13,63
1 Jan. ’19 124.304 106.473 26.306 214.894 28.236 11.70
2Jan. ’18 70.834 106.481 32.075 158.411 31.058 16,30

22Juli ’14 11.005

33.633 13.735 42.185 29.297 52’/

t)
Verhouding tustchen Reserve en Deposita.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data

Metaal 1 Daarvan 1 Kassen. 1

Circa.
1
king,.

1
Goud

scheine

latie

percen

23 Dec. ’19 1.110.279 1.089.497 10.511.033’34.126.605

34
16

’19 1.110.664 1.089.613 1(1.094.177 32.875.631

34
6 ,,

’19 1.112.598 1.091.265 9.926.549 32.460.351

34
29 Nov. ’19 1.111.848 1.090.519 9.741.397 31.905.815

34

23 Dec. ’18 2.282.776 2.262 629 4.896.872 21.124.313 34
23 Dec. ’17 2.569.373 2.405.992 1.166.811 11.026.037

34

23 Juli ’14 1.891.398 1.356.857

65.479 1.890.895 93

t)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.

Darleltenskassenschcinc

Data

Wissel,

1
Rek. Cri.

Totaal

In kas bij
uitge-

de Retchs.
geven

1

bank

23 Dec. 1919 34.848.713 11.146.956 24.191.100 10.472.800
15

1919 34.371.362 10.953.684 23.638.300 10.163.900
6 ,,

1919 32.772.612

9.688.711 23.271.100 9.896.700
29 Nov. 1919 34.266.286 11.137.577 22.646.700 9.711.700

23 Dec. 1918 24.459.084 11.483.870 15.214.000 4.894.000
23 Dec. 1917 12.618.156

6.635.153
1
7.373.7001 1.154.500

23 Juli 19141

750.892
1

943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Metaal en

Bijzondere

Data

buitenl.

Disc, en

schuld van

Bank-

Rek. Crt.
goud

belee.

Oostenrijk

biljetten

saldi
wtssel

ningen

en Hongarije

15Dec.’19 9298.143 16.8
0
4.017 32.954.000 52.034.816 7.705.242
7 ,, 19 308.113 16.051.885 32.954.000
2
4.798.651 6.584.789 29Nôv.’19 318.158 15.846.140 32.954.000 51.344.147 7.474.540
23 ,, ’19 319.502 14.974.374 32.954.000 50.916.077 7.137.876

23Juli’14 1.589.267

954.356

2.159.759 291.270
t)
waarvan
232.732
goud
8.642
buiteclandsebe goudwissei8 en 56.769
munt- en mununaceriaal zilver.

16

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden france.

Data
Goud
Waarvan
In het
Buitenland
Zilver
Te goed In het Buitenland

BuiLgeui.
000r,ch.
old. Staat

31 Dec.’19
5.578.950
1.978.278
265.703
***
25.850.000
26

,,

’19
5.578.523
1.978.278
268.035 778.615 28.500.000
18

’19
5.577.925
1.978.278
272.160
796.711
25.600.000
11

’19
5.577,647
1.978.278
276.308
836.593
26.100.000

2Jan.’19
5.486.092
2.037.108 318.164
1.281.319
17.800.000
3Jan.’18
5.355.517
2.037108
246.828
810.331
12.700.000

23 Juli ’14
4.104.390

839.620
-.

JVissds
Uit
g
.
stelde

1
Wissels
Belee.
t,ig
Bankl,l?..
Rek. Cr1.
Parti.
culieren
1

t

Rek.
t

Cr1.
Staat

1.654.804
821.875 1.493.680
37.660.543 3.270.513
93.667
°
1.268.239
626.438
1.451.457
37.274.540
3.120.796
76.497
..
1.194.808
631.040
1.397.497
37.378.432
3.18.251
82.179
1.114.619 635.900
1.385.146
37.677.945
3.053.251 94.195
0
1.361.922 1.026.433
1.238.502 31.055.037
2.391.710
34.278
810.331
1.137.679
1.220.629
2.789.123
2.777.721
336.604

1.541.080

769.400 5.911.910
942.570
400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

TII
Binn.
1

Rek.
Data
mcl.
van

1

van
wissels
Circu-
Cr1.
buitenl. buitenl.
prom. d.
en
Zatte
Parlic.
saldi
verder.
proelnc.
heleen.

31 Dec.’19
353.055 84.955
480.000 455.139
4.763.802
2.216.665
24

,,

’19
350.652
84.955
480.000 426.548 4.712.818
2.242.856
18

,,

’19
349.810 84.955
480.000
426.883
4.695.708
2.142.639
11

’19
349.931
84.955
480.000
394.097
4.713.734 2.002.582
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

1
Waarvan

Waar-

J
F.R.

Data

Goud

voor dekking van in

Zilver

Notes In

F. R. Notes i het
bui.

dc.

1
cireu.

tenland

latie

5 Dec. ’19 2.087.264 1.290.895 132.985 66.831 2.881.359
28 Nov. ’19 2.093.641 1.282.311 135.696 66.020 2.852.277
21
11
’19 2.119.315 1.284.561 142.195 67.657 2.817.173
14
,,
1
19 2.133.260 1.298.405 146.176 86.846 2.808.458

6Dec. ’18 2.067.401 1.285.873

5.829 53.966 2.584.523
7
Dec. 171 1.631.358

701.424 52.500i 51.949 1.110.537

Totaal
Waar-
1
Dek.
Goud-
Deposito’s
van

1
Kapitaal

t
kings.
percen.
dekking
circu-
1
lage’)
Zatte

2.681.820
86.973
45,0
46,4
2.902.825
87.001
44,2
45,5
2.847.088
86.885
45,4
46,9 2.881.832 86.769
45,7
47,1

2.354.39080.304
1
52,3
1
51,5
1.811.189 . 69.048

66,6

63,2

1)
Verhouding tusachen: den
totalen goudvoorraad. zilver etc., en
dc
opeiechbare schulden:
F
R. Notes en netto dcpositos met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN
AANGESLOTEN BIJ HET

FED. BES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
uitgezette Reserve
bij de Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. banks
depo,ito s
de
p
osits

hele ggingen

28 Nov.’19
794
13.481.453 1.414.779
13.827.879
2.287.964
21

,,

’19
791
13.471.091 1.408.880
13.860.118 2.287.897
14

’19
790
13.561.912 1.428.223
14.017.161
2.293.139
7

,,

’19
783
13.584.626
1.461.741
13.824.254
2.209.167

29Nov. ’18
754
18.587.832
1.192.264
11.800.640 1.461.098

EFFECTENBEURZEN.
.

Amsterdam, 5 Januari 1920. Een overzicht Gver liet verloop der internationale eifec-
tenmarkten over de laatste dagen moet op dit oogenblik
noodzakelijkerwijze uiterst summier blijven. Sinds de jaar-
wisseling toch zijn nog slechts enkele dagen vetloopen en
dit zijn nog niet eens alle dagen geweest, waarop de beurzen
geopend waren. Uit den aard der zaak zal dit eerste ovcr-
zicht in het nieuwe jaar zich dan ook slechts met enkele
bijzonderheden moeten bezig houden, in afwijking van de
normale samenstelling. Allereerst komt de markt te N e w Y o r k in beschouwing,
die merkwaardig vast is verloopen. Ondanks de omstandig-
heid, dat de geldmarkt daar ter plaatse wederom teekenen
van stroef heid heeft vertoond (zoodat de noteering voor geld
,,on ccli” zelfs tot 25 pCt. op een enkelen dag is gestegen),
heeft de foudseumarkt blijk gegeien van sterk optimisme.
Wellicht staat dit voor een deel in verband met het uitzicht
op internationale hulp, dat geopend is door de aannemiug
der z.g. Edge-bill, waardoor het mogelijk is gemaakt, dat de
Vereenigde Staten eenigszins beteekenende middelen ter
beschikking van het uitgeputte Europa stellen, zonder dat
de Staat rechtstreeks de risico’s hiervoor draa.gt
. Er zal nl.
een company worden opgericht, die eigen obligaties uitgeeft
ter plaatsing onder liet publiek, welke obligaties, behalve
het – aandeelenkapitaal der emitteerende maatschappij,
natuurlijk ook de uit Europa te verkrijgen onderpanden als
zekerheid zullen bezitten. De Federa-1 Banks hebben het
recht een deel van hunne deposito’s in deze obligaties te beleggen, zoodat hier een instituut tot indirecte hulpver-
leening is geschapen. Wellicht moet hiermecle ook in. ver-
band worden gebracht het bericht, dat de laatste dagen tot
ons is doorgedrongen, dat reeds een crediet van 17 milliard
dollar ter beschikking van België en Frankrijk is gesteld.
Het is zonder eenigen twijfel van groote important.ie, dat
eindelijk eens een aanvang wordt gemaakt met den opbouw
van het economisch leven in Europa en het kan niet anders of de Vereenigde Staten moeten vroeger of later cle vruch-
ten hiervan in den vorm van belangrijke bestellingen en van
vergrooten export gaan ondervinden. In ieder geval blijkt
de effectenmarkt de vooruitzichten gunstig
01)
te vatten,
waartoe ook heeft medegewerkt de verbetering van de wis-selkoersen van Engeland en Frankrijk.
De kwestie van de teruggave der’ spoorwegeu is nog niet
volkomen opgelost, al heeft President Wilson bepaald, dat
deze teruggave aan- de aandeelhouders thans definitief
binnen enkele maanden zal moeten plaats hebben. Waar-
schijnlijk zal het er toe moeten komen, dat cle Regeering een
grooter bedrag dan oorspronkelijk was bepaald, ter beschik-
king van de noodlijdende systemen zal stellen, daar anders
het gevaar van een faillissement voor zeer vele onderne-
mingen, gezien de ontva-ngststaten van de laatste maanden,
geenszins denkbeeldig kan worden genoemd. In verband
met deze onzekerheid is de animo voor spoorwegwaarden
dan ook niet al te groot gebleken.
De beurzen van het C o u t i n e ii t hebben alle een min
of ieer gelijkmatig aanzien gehad-. Als gevolg van de
vacantieda.gen waren de omzetten meestentijds slechts van
geringen omvang, doch de stemming is vast gebleven. Vooral
voor Londen was dit opmerkelijk met betrekking tot rubber-
en petroleumwaarden, welke beide rubrieken van een goede
koersverheffing hebben kunnen profiteeren.
Te B e r 1 ii n was de tendens bij de jaarwisseling even-
eens gedecideerd vast, ondanks de zwarte toekomstbeschou-
wingen, die allerwegen overheerschend zijn geweest. Hier.
tegenover werd echter -gesteld de verwachting, dat thans toch
wel binnen afzienbaren tijd eenige hulp ten aanzien der
valuta en van den import van de meest noodzakelijke grond-
stoffen zal worden verleend.
eh

Te o n z en t heeft de beurs een zeer merkwaardig ver-
loop gehad. Reeds in de laatste dagen van het thans ver-
loopen jaar had zich een duidelijke hausse-stemming alge-teekend, die echter in de eerste da.gen van het nieuwe jaar
sterker werd gemarkeerd. Het is merkwaardig, dat niet
slechts speculatieve, doch ook zuivere beleggingswaarden
denzelfden loop van zaken te aanschouwen hebben gegeven.
Zoo waren bv. obligaties der Nederlandsche Staatsschuld
zeer vast van stemming, zoodat de koersen aan het einde
der berichtsperiode een aanmerkelijke verbetering te aan-
schouwen geven. Hiertoe heeft echter ook medegewerkt de
omstandigheid, dat de verkoopen voor Fransche en voor
Engelsche rekening voorloopig tot een einde zijn gekomen.
De markt ondervond derhalve geen druk meer van deze zijde
en dit, gevoegd bij de grootere vraag uit het publiek op de
lagere koersen, heeft de af deeling voor inheemsche staats-
fondsen
sterk gestimuleerd. Van de buitenlandsche soorten
heeft geen in het bijzonder de aandacht getrokken.

Data

t
Wissels

5
Dec. ’19 2.622.327
28
Nov. ’19 2.709.804
21

’19 2.604.680
14

’19 2.595.271

6 Dec. ’18 2.235.190
7
Dec. ’17 877.584

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17

Rijzingof
30 Dec.
2 Jan. 6 Jan.

+
2
5
1ie
Van Berkel’s Patent ……
135t/
135′;
137
1
/1
+
2
9
/
Insulinde Oliefabriek

. . . .
227
1
12
237 239
+
2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand.
100
1
1g
100
1/4

100
+ 11
Ned. Scheepsbouw-Mij…..
141’/
14111
4

142
11
+ 12
Philips’ Gloeilampenfabriek
850
850
85011
2

+ 51
R.
S.
Stokvis
&
Zonen
….
558
558
565
Vereenigde Blikfabrieken.
.
132
1
1
132/4
133
+
3
Compania MercantilArgent.
259
1
1
262
1
14
271/,
+ 2/1
Çultuur-Mij. d. Vorstenland.
285/8
290
3
/o
293
Handeisver. Amsterdam
. .
626
3
14
627
636
1
1
Hoil. Transati. Handels’ver.
114
1
1
2

114
1
1
114
1
/,

611,
Liude Teves
&
Stokvis
….
196 196 2021/,
VanNierop&Co’s Handel-Mij
183
183
184
1
12

+
3
Tels
& Co’s
Handel-Mij
….
139V1
139
1
/,
14111
2

+
1/8
Gecons. Hol!. Petroleum-Mij.
281’1
286
1
12
287
+
214
Kon. Petroleum-Mij.
…….
801’/
827
1
14
841
1
!,
Orion Petroleum-Mij…….
70
70’/
70

8/4
Steaua Romana Petr.-Mij…
145 145
145

30 Dec. 2Jan.
5 Jan.

6

°/o
Ned. W. Sch.

.

.

.
88
1
/
89
15
I1i
90’/4
434
0
/
0

,,

,

,,

1916
83/1
84
86’I2
4

01

,,

,,

,,

1916
76
77214
78
334 01

,,

,,

.
60 ‘/
602/
o

6014
3

O/

,

,,

,,

.
51
5
14
52
52
1
14
234
01 Cert. N. W. S…..
47
1
/&
47’/s
47
31
5

01 Oost-Indië 1915
90 90

90
4

0
10 Hongarije Goud

. . .
711
4

7114
10’14
4

0
1
0
Oostenr.Kronenrente
5
11
116
8’1
7
7
1
5

01

Rusland 1906

……
18’Ia
lSVo
189s
41%
01 Iwangorod Dombr…
15
15 15
4

0
1
0
Rusland Con..

1880
15’11
15’12 9 4

0
10U

bij Hope
&
Co.
iö’/io
15
1
110
15
1
/13
4

0
1
0
Servië1895

……..
22 25
25
434
0
10 China Goud 1898 ..
55’12
55
1
/,
56
5
18
4

0
1
0
Japan 1899

……..
53
5514
551/4

4

°/,
Argentinië Buiteul..
50
50
50
5

0
1

Brazilië

1895 ……
56V4
5611
4

48
_5

°Io

,,

1913 ……
64
64
64

De locale afdeelingen hebben alle blijk gegeven van een
zeer optimistische opvatting. Weliswaar varen het oor-
spronkelijk
suikerwaarden,
die de leiding van de opgaande
beweging namen,
doch reeds spoedig hebben de overige afdeelingen zich hierbij aangesloten. Dit heeft echter niet
tot den laatsten dag der berichtsperiode standgehouden.
Juist heden is een zeer gevoelige reactie over de geheele linie
ingetroden, die weliswaar geen duidelijk aanwijsbare oor-
zaken heeft gehad, doch die toch niet heeft nagelaten de
markt te verontrusten. Verschillende geruchten deden de
ronde, o.a. omtrent een mogelijke staking van de werklieden
der Gemeente Amsterdam, een aftreden der Duitsche Regee-
ring, enz., alle niet te coutroleeren, doch van verontrustenden
aard. De markt, clie zich juist langzamerhand begon te her-
stellen van cie schokken, haar toegebracht bij gelegenheid
van de jongste reactie, werd hierdoor weder uit haar voegen
gerukt, waardoor dan ook vrij omvangrijke koersverliezen
zijn ontstaan. Het is echter teekenend voor het uiterst
krachtige herstel, dat in de vorige dagen heeft plaats ge-
had, dat de slotkoersen toch alle zeer veel boven die van de
vorige beriehtsperiode uitsteken. Zooals reeds is opgemerkt, is de opgewekte stemming van
suikerwaarden uitgegaan en deze hebben zich dan ook op
het verhoogde niveau goed kunnen handhaven. De berichten
omtrent de plannen tot verhooging der minimum-verkoop-
prijzen door de Java-Suiker-Proclucenten-Vereeniging, voor
zoover het de nog onverkochte oogsten betreft, heeft de
gedachte aan nog omvangrijker winsten, dan reeds werd
aangenomen, doen postvatten. Dientengevolge ontstond
groote vraag voor aandeelen Haudelsvereeniging ,,Amster-
dam”, Cultuur-Maatschappij der Vorstenlanden, enz., terwijl
ook de minder courant verhandelde waarden, als Javasehe Cultuur Maatschappij, in den algemeenen tendens konden
doelen.
Naast suikerwaarden waren het
o-ubberaandeclen,
die, in
aansluiting aan de stemming te Londen en aan den ver-
hoogden marktprijs voor het ruwe product, de aandacht tot
zich konden trekken. In aandeelen Rubber Cultuur Maat-
schappij ,,Amsterdam” vonden groote omzetten plaats. Wel
moesten de toonaangevende soorten ook bier heden een ge-
deelte van hun avauce prijsgeven, doch de grondtoon bleef
beter dan bij de overige afdeelingen het geval was.
Van de
handelsvènnootsclvappen
waren de pas gemntrodu-
ceerde aandeelen Koloniale Tabak Import Maatschappij
voorh. G. Klomp, tot sterk verhoogde koersen gevraagd.
Industrieele aandeelen waren doorgaans beter van toon,
vooral voor aandeelen Insulinde Oliefabrieken.
De
tabaksrnarkt
heeft geen aanleiding tot bijzondere
opmerkingen gegeven. De vaiaties bleven binnen enge
grenzen beperkt, terwijl de omzetten eveneens van geringe
heteekenis waren.
De
petroleumafdeeling
ondervond de werking van de
optimistische tendens aan de buiteulandsche beurzen, althans
voor zooverre het aandeelen Koninklijke Petroleum Maat-
schappij gold. Deze werden voor buitenlandsche rekening
sterk gevraagd, zoodat de koersen aanmerkelijk konden mon-
toeren. De overige soorten der afdeeling sloten zich bij deze
richting aan, allereerst de met de ,,Koninklijke” gelieerde
soorten, als aandeelen Dordtsche Petroleum, doch voorts ook
aandeolen Geconsolideerde.

30 Dec. 2 Jan. 5 Jan.
Rijzingof

Amsterdamsche Bank …. 188
1
1 188
1
12 188′!,
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand. 225

222

225
1
!,, + 1/to
Rotterd. Bankvereeniging.. 143
1
/1 145
1
!, 146

+ 2
1
12
Amst. Superfosfaatfabriek.. 130
11,
130
1
1. 131114 – + 1
Rijzing of
daling.

+
2’/a
+ 11′!,

+1

+’/
+
7

+
°
/4
-f- 12’/
+ 71/s
+ 93/4

+ +

+
5’I,
+ 398/g

Amsterdam-Rubber-Mij…..245’/
4
257

258

+ 12’/ Nederl..Rubber-Mij. ……. 119′!, 119
1
I

122

+ 2
1
12
Oost-Java-Rubber-Mij…..330

340

34 7’/, + 17
1
12
Deli-Maatschappij ……..443
1
/, 449

45411t + 3/4

Medan-Tabak-Maatsehappij 225

226

2291/, +
4
1
1s
Senembah-Maatsehappij

440

445

447
1
12 + 7
1
1

&heepvaartwaarden
hielden zich aanvankelijk eenigszins
op den achtergrond met uitzondering dan van enkele aan-
doelen, als Holland Amerika Lijn, doch reeds spoedig ont-
wikkelde zich ook hier goede belangstelling, zoodat het
gansche terrein der scheepvaartaandeelen door de opgaande
richting werd bestreken. Hoewel de afdeeling zich niet aan
den dcpnimeercnden invloed van de heden eirculeerende
geruchten heeft kunnen onttrekken, bleven de slotkoersen
in de meeste gevallen zich sterk boven die van de vorige
week bewegen.

30 Dec.
2 Jan.
5 Jan.

Holland-Amerika.Lijn

. .
481
48114
491
1
!,
+ 10’I
gem.eig
464’12
467
1
1,
474
+
9’1
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
284
280
284
Holl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij
165 170
177
1
1
+
12
1
12
Hollandsche Stoomboot-Mij
245
245
1
12
245’/
+
214
Java-China-Japan-Lijn
332
8
[a
336’/
3391/t
+
6°/
Kon. Hollandsche Lloyd
.
184
187
192
5
14
+
8’1
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.
244
1
1
24614 24614
+
2
1
12
Kon. Paketvaart-Mij…..
2381/,
242
24614
+
8’1
Maatschappij Zeevaart
345 345 345
Noden. Sieepvaart-Unie
297 30014
307
+ 10
Nievelt

Goudriaan

……
555
555 580
+
25
Rotterdamsche Lloyd ……
308’/2
308 317
+
8′!,
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
330 330
339
+
,,Nederland”
.
367
1
12
371’/
3731/,
+
6
,,Noordzee”

.
150’18
151
15714
..
718
,,Oostzee”

….
320 320 320

De
Amerikaanscice markt
heeft meer belangstelling kun-
nen trekken dan in de laatste weken het geval is geweest.
De houding van Wallstreet werd te onzent zeer gereedelijk
overgenomen; vooral voor Marinewaarden was de interesse
vrij groot.

30 Dec.

Rijzingof
T au.

T nu.

daling.
American Car & Poundry. . 150
1
!1 1501!,, 15412/ + 43/a
Anaconda Copper ……..132v/s 140 140′!, + 7’/o
Un. States Steel Corp. . . . . 113
1
12 114
11
/, 1161,0 + 3
1
/
Atchison Topeka ……..89°!. 89718 90112 + 2/
Southern Pacifie ……..10712/,, 110

110

+ 2’/,
Union Pacific …………134

182
1
12 136+ 2
Iut.Merc.Manine afgest…..52°!,, 52
31

56
8
1

+ 4°!,,
prefs. 164
7
18 167
1
!8 170

+ 51/8

De
çjeldmarkt
is
na een aanvankelijke stroefheid in ver-
band met de jaarwisseling wat ruimer geworden; geld op
prolongatie ongeveer
434
pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

6 Januari 1920.
Oogstberichten uit West-Europa blijven minder gunstig
dan zij eenige weken geleden waren. Schade door overma-
tigen regenval, veranderlijk weder met weligen groei van
onkruid en vetder gebrek aan meststoffen en arbeidskrach-
ten zijn de oorzaken der minder optimistische verwachtin-
gen. Slechts uit Duitschland verneemt men nu eenige ver-
betering van de in November zoo slechte vooruitzichten. De
vroegtijdige vorst en sneeuw schujnu minder schade te

18

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920

hebben berokkend dan men gevreesd had. Berichten over wintertarwe in de Vereenigde Staten zijd dan laatsten tijd
dikwijls tegenstrijdig, doch het schijnt wel vast te staan,
dat afwisselende vorst en dooi in vele streken een ongun-
stigen invloed hebben uitgeoefend, zoodat dit jaar veel
,,winterkilling” verwacht wordt.
In Argentinië is op de in ons vorig verslag vermelde
droogteperiode weder regen gevolgd, welke voor de mais
gunstig, doch voor den oogst van tarwe en haver zeei’ onwel-
kom was. In Australië is verdere regen gevallen, terwijl ook
Britsch-Indië regen meldt. In dit laatste land werd juist
in den laatsten tijd over te sterke droogte geklaagd.
De graanmarkten in West-Europa waren in de afgeloopen
week weder vrij levendig, doch de prijzen worden meestal
meer genegeerd door de vrachtenmarkt en dc sterk fluc-
tueerende valuta’s dan door de prijs.schommelingen in de
exportianden. Vrachten zija vast, ondanks de omstandig-
heid, dat de in de wereld beschikbare scheepsruimte met
rassche schreden weder den omvang van vSSr den oorlog
nadert. Nu echter de uitvoer van kolen uit Noord-Amerika
weder is aangevangen, wordt daarvoor op veel scheepsruimte
beslag gelegd. Tevens ondervinden in vele, vooral Euro-
peesche, havens de schepen tegenwoordig wegens gebrek aan
opslagruimte en arbeidskrachten zeer groote vertraging, het-
geen een economisch gebruik der beschikbare schepen ten
zeerste belemmert.
Voor de Europeesche tarwevoorziening blijft de aandacht
vooral gevestigd op Argentinië. Men berekent, dat van den
nieuwen oogst
234
millioen tons voor uitvoer beschikbaar
zal zijn, waarbij ongeveer 1 millioen tons overschot van den
vorigen oogst dient te worden geteld. Het is nauwelijks
aan te nemen, dat die geheele hoeveelheid in het jaar 1020
kan worden verscheept. Tengevolge van regenachtig weder zijn de tarweprijzen in Argentinië gedurende de afgeloopen
week Vrij belangrijk gestegen, doch deze verhooging kan
nauwelijks als blijvend worden beschouwd.
In de Vereenigde Staten is de tarwemarkt vast en grijzen,
vooral voor goede soorten, zijn gestegen tot ver boven den
door de regeering gegarandeerden prijs. De Amerikaansche
molenaars werpen begeerige blikken op de goede Cana-
deesche tarwe en misschien staat het hiermede in verband,
dat de Canadeesche regeering den prijs voor tarwe met 50
cent per bushej heeft verhoogd. Het is niet na te gaan in
hoeverre deze prijsverhooging den Canadeeschen boeren ten
goede komt en in hoeverre de Europeesche, speciaal En-
gelsche, consument haar te dragen heeft, want het is niet
met nauwkeurigheid bekend, voor welk gedeelte van den
oogst de Canadeesche regeering reeds tot vroegere prijzen
had gecontracteerd. Het schijnt echter, dat dit voor verreweg
het grootste gedeelte van den oogst het geval was. Prijzen
van Amerikaansche tarwe blijven, ondanks de hoogere
vracht, welke van Argentinië en Australië wordt betaald,
nog steeds zeer veel boven die van Argentijnsche en Austra-

Noteeringen.

Chicago

t

Buenos Ayres
Data

Tanve – Man

Haver

Tarwe

Mars L(jnzaad
Jan.
1

Jan.
1
Mei

1

Jan.
1
Jan.

1

Fel,.

3Jan.’20 226

1345/

831

13,60

6,55

2fl,55
27 Dec.
19
226

1
)134
2
/4 1)
8011
4
1)
13,10
t)

6,45
8
) 19,65
3Jan.’19 226

143
1
12

7
(8/t

11,85)

5
,
354) 18,752)
3 ,, ’18 226

127

7611
2

12,95′) 6,80

16,85
3 ,, ’17
226

9718)
57
1
12

13,40
5
) 10,20
2
) 22,20
20 Juli ’14 82

t)
5610
1)
361/,
1)

9,40
2
)

5,38
2)
13,702)
t)
per Dec.
2)
per Sept.
8)
per Jan.
4)
per. Febr.
t)
per Maart
6)
per Mei.

TOTAAL AANVOEREN in tons van 1000 K.G
voor verbruik in Nederland;

Van 1 Januari-Bi December 1919.

Artikelen.
Rotterdam.
Amsterdam.
Totaal.
Totaal
1918.

237.141 152.997
390.138
143.444 15.960
25.653 41.613

Tarwe ………..

Boekweit
4.170

4.170

Rogge …………

217.369
29.633
247.002
4.590 63.065 135.195

43.657
7.633
51.290

Mais

………..

90.290
27.796
118.086

erst

………..72.130

Haver

………..

88.647
670
89.317

Lijnzaad ………
Lijukoeken …….
48.R85
37.435
86.320
8.014
rarwemeel …….
And. meelaoorten
87.109
10.708
47.817
29.387

lische tarwe. De kans, dat de Vereenigde Staten zonder ver-
lies hunne tarwe zullen kwijtraken, blijkt echter den laat-
sten tijd iets verbeterd te zijn; niet slechts, door leveringen
op crediet aan noodlijdende Europeesche landen, maar ook
door het gebrek aan beschikbare scheepsruimte, hetweik de
groote Europeesche verbruikers wegens de kortere seereis
nog steeds dwingt, een flink gedeelte hunner behoefte in
Noord-Amerika te dekken. Tengevolge van de verbetering
in het spoorwegvkeer door de vermeerdering der kolen-
productie waren in den laatsten tijd de aanvoeren aan de
Amerikaa.nscbe graanmarkten weder grooter. In die rich-
ting werkt ook de door de Amerikaansche regeering weder
ingestelde voorkeur, die graan bij het spoorwegvervoer ge-
niet. Voor tarwe heeft de vermeerderde aanvoer geene prijs. daling veroorzaakt, doch voor mais is dit wel het geval. Met
sterke fluctuaties is de maïsprijs te Chicago tea slotte vrij
belangrijk gedaald. Tot exportzaken van eenige beteekenis
naar Europa geelt die daling nog steeds geene aanleiding;
slechts naar Engeland kwamen eenige kleine zaken tot zeer hooge prijzen tot stand. Overigens bepaalt men zich tot den
invoer van La Plata-mais, waarin naar vrijwel alle daarvo,or
in aanmerking komende landen weder belangrijke zaken
werden gedaan. Naar Scandinavië, Nederland en België
vonden deze zaken tot stijgende prijzen plaats in verband
met vaste vrachten en lagere valuta’s De naar Engeland
betaalde prijzen bewogen zich in dalende richting als ge-
volg van verlaging der officieele vrachten.
Voor lijnzaad is in Argentinië de prijs in de afgeloopen
week niet verder gedaald; de regen heeft zelfs eenige prijs-
verhooging veroorzaakt. Zaken naar Europa waren niet
omvangrijk. De weifelende houding der koopers houdt
verband met de omstandigheid, dat de situatie eigenlijk
geheel wordt beheerscht door de vraag, in hoeverre Amerika
met Zijne groote inkoopen in Argentinië zal voortgaan.
Vermelding verdient nog, dat men zich in Zuid-Rusland
gereed schijnt te maken tot den uitvoer van graan. Er
schijnt sprake te zijn van uitvoerconsenten voor ongeveer
100.000 tons gerst, terwijl ook spoedige tarweuitvoer voor-
speld wordt. Voor dezen uitvoer komen slechts partijen in
aanmerking, welke in of nabij de havens liggen, omdat het
binnenlandsche vervoer nog totaal ontredderci is. Tevens zal
hij verderen voortgang van het succes der Moskousche
regeering de kans op, uitvoer er zeker niet op verbeteren.
Ook de Roemeensche berichten wijzen niet op de waar-schijnlijkheid van spoedige tarweverschepingen. Niet meer
dan
34
der normale oppervlakte is uitgezaaid, terwijl voor
voorjaarsuitzaai niet genoeg tarwe beschikbaar is. Men
schijnt pogingen te doen om die uit Argentinië of Noord-
Amerika te importeeren, doch de daarvoor nog beschikbare
tijd is uiterst beperkt.
N e d e r 1 a n d. Aan de Nederlandsche markten blijft
de vraag beter dan eenigen tijd geleden het geval was. Het
aanbod van spoedig leverbare mais is zeer beperkt en de

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.
5 Jan.
1920
29 Dec.

1919
5 Jan.
199




Rogge (No. 2 Western)



Mais (La Plata)

……..
358,- 340,-

Tarwe…………………

Gerst (48 lb. feeding)
440,- 440,-

Haver (38 Ib. white clipped)
22,-
21,-.

Lijnkoeken (Noord-Ame-

..

rika van La Plata-zaad)
267,50
260,-

Lijnzaad (La Plata) …….
810,-
820,-

TOTAAL AANVOEREN in toet van 1000 K.G.
voor verbruik in Buitenland.

Van 1 Januari-31 Derember 1919.

Artikelen,
Rotterdam.
Amsterdam.
Totaal.
Tot..el
1918.

230.143

230.143
420.621

14.372
99.000
Tarwe ………..
MaIs

………..14.372
.

44.506

56.712
5.174
Rogge ………..56.712
Tarwemeel ……
.-
144.506
92.338

62.537
29.834
Haver ……….
123.757

123.757

2.690

.


2.692

Gerst

………..62.537

Lijokoeken
2.412

2.412

Lijozaad ………..

And. meelsoorten
122.238

122.23e
86.606

7 Januari 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

19

prijzen konden zich in de afgeloopen week belangrijk verbe-
teren. Latere posities ondervonden daarvan eveneens den
invloed. Van groot belang zijn daarin de zaken echter niet.
De regeering blijft voortgaan met hare verkoopen van mais
en ve.rkocht gisteren te Amsterdam 5000 tons voor verschil-
lende prijzen van gemiddeld ongeveer
f
340 veilingscondi-
tiën. Zij kocht in de laatste dagen van 1919 circa 70.000
tons Argentijnsehe tarwe ter verlading met door haar opge-
vorderde schepen en blijft gelukkig in de gelegenheid zich
onafhankelijk van de Vereenigde Staten van voldoende tarwe
te voorzien. Dezer dagen is in Nederland het uitvoerverbod
van haver, rogge, gerst en enkele andere graansoorten (doch
niet van mais) opgeheven. Het is echter de vraag of deze
maatregel tot zaken van beteekenis zal’leiden.

KATOEN.

Marktbericht van da Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 3 December 1919.

Fluctuaties in Amerikaansche katoen zijn gedurende de
afgeloopen week minder hevig geweest en prijzen zijn vrij-
wel onveranderd. New York sloot gisteren hooger. tenge-
volge van het feit, dat de werkstakingen in de fabrieken
van New-England geëindigd waren, zoodat voor December
een prijs van 39,70 werd bereikt, het hoogste punt tot nu
toe voor dit seizoen. De algemeene stemming is bullish,
ook door de groote verkoopen in Liverpool en de berichten,
dat het slechte weer in het Zuid-Westen het plukken moei-
lijk maakt, terwijl ook de vaste stemming in Wallstreet
gunstig op de markt werkt. De fluctuaties in Egyptische
katoen zijn zeer groot geweest en hebben zelfs 4
ft
500
punten in een dag bedragdn, hoofdzakelijk tengevolge van den
politieken toestand in Egypte, welke nog zeer onzeker schijnt,
zoodat de noteering in Liverpool tenslotte 9 d. hooger sloot.
Arnerikaansche garens zijn opnieuw duurder, hoewel de
vraag wat minder levendig is, niettegenstaande er toch nog
geregeld zaken worden afgesloten, zoowel voor binnenlandsch
gebruik als voor export. De fijnere nummers van Amen-
kaansche garens zijn zeer sterk gestegen, voornamelijk door
de hooge prijzen voor stapelkatoen, zoodat bij de fijnere
nummers het verschil tusschen Amerikaansche en Egypti-
sche garens niet groot meer is. Indië heeft opnieuw orders
geplaatst en China toont belangstelling voor 4212, terwijl
ook de vraag van het Continent blijft voortduren. Egypti-
sche garens zijn zeer veel duurder in verband met de stij-ging van ruwe katoen en bovendien zeer onregelmatig in
prijs.
Wat de doekmarkt betreft, is er weinig nieuws, ook nl
omdat zaken zeer moeilijk worden bij de voortdurende prijs-
stijging. Voor fijne goederen vooral is de prijs bijzonder
hoog en waarschijnlijk meer, dan de afnemers’-kunnen be-
talen. De markt is daardoor wat rustiger, omdat vele koo-
pers er de voorkeur aan geven voorloopig nog eens te
– wachten. Er worden echter nog steeds zaken afgesloten
voor verschillende overzeesche markten, daar men ook vreest
anders nog meer te moeten betalen.

Manchester, d.d. 10 December 1919.

Prjzen van Amerikaansche katoen hebben gisteren een
nieuw record bereikt en wel toen Mid. American genoteerd
stond op 26,02 te Liverpool, tegen de vorige hoogste
noteering van 25,93 op 5 Nov. Het Amenikaansche Ginners-
report van verleden Maandag geeft het aantal geginde
balen tot 30 November als 8.833.000 aan tegen 9.571.414
verleden jaar. De zichtbare voorraad van Amerikaansche
katoen is echter een millioen balen grooter dan verleden
jaar en de hoeveelheid, die in Engeland voorradig en
daarnaar zeilende is, is zeer voldoende. Noteeringen werden
gisteren flauwer, hoofdzakelijk door den beteren wisselkoers.
De vraag van den handel blijft echter goed. Er is weinig
nieuws van Alexandrië. Door het slechte spoorwegvervoer
komt de Egyptische katoen ook

zeer onregelmatig binnen
en door speculatieve aankoopen hebben de prijzen een zeer hoog niveau bereikt.
Spinners van Amerikaansche garens volgen weer het-
zelfde systeem van 1918 vOOr den wapenstilstand door hun prijzen na eiken verkoop te verhoogen. De algemeene vraag
is nog steeds zeer voldoende en de verkoopen voor binnen-
landsch gebruik blijven zeer groot. De exporthandel is
levendig; voor Indië zijn verdere hoeveelheden ruwe en
geverfde garens verkocht, tei-wijl China zeer hooe prijzen
voor getwijnde garens betaalt voor spoedige levering en
Japan zelfs 40er mule koopt, dat tot nu toe van daar in
groote hoeveelheden werd uitgevoerd. Ook is de vraag van
het Continent zeer voldoende en Egyptische garens zijn zoo

duur, dat cle consument de tegenwoordige vraagprijzen bijna
niet meer kan betalen.
Niettegenstaande de steeds stijgende prijzen van manu-
facturen worden er nog geregeld zaken gedaan. Verkoopers
zijn niet op verdere orders gesteld en zouden er in vele
gevallen de voorkeur aan geven enkele maanden door
koopers met rust gelaten te worden, om zich uitsluitend te
wijden aan de afdoening der oude contracten. Op de overige
markten schijnt een dusdanige schaarschte aan manufacturen
te heerschen, dat er nog steeds orders binnenkomen, die dan tegen zeer hooge vraagprjzeu wordpn geboekt. Hoe
lang deze toestand nog duren zal, valt moeilijk te zeggen,
doch voorloopig schijnt er nog weinig kans op verbetering.

3Dec. 10Dec.

3Dec. 10Dec.
Liverpoolnoteeringen (loco)

T.T.op Indië…. 212/s 213 ‘/
F.G.F.Sakellaridis 50,00 48,50 ‘tT.opflongkong5/0
1
12
511
1
1
1

G.F. No. 1 Oomra 17,35 17,60 T.T.opShanghai 714

714

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

5Jan.20
29
Dec. 19
1

22Dec. 191
6Jan.19
1
5
Jan.18

New York voor

Middling

..
39,25e
39,25 c 39,25 c
31,30 c 32,40 c
New Orleans
voor Middiing
41,—c
40,— c
40,— c
30,75e
30,88e
Liverpool voor
Middiing ….
31,23d
28,75d 27,46d
21,70d
1
)
23,63d2)
1)
Good Middling Texas.
1)
4 Januari 1918 Good Middiing.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

Aug.19
to
2Jan.
20

Ooereenkomiige perioden

1918

1
917

Ontvangsten Gulf-Havens.
.
Atlant. Havens
3882
2837
}
3546
}

Uitvor naar Gr. Brittannië
996
1281
‘t Vasteland.
2898 789
704
Japan ete…
131
89

Voorraden
in
duizendtallen
1
2Jan.

20
3
Jan. 19
1

4Jan.

18

Amerik. havens ……….
1551 1411


1325
Binnenland …………..
1277
1392
1191
New York

.

116 147
New Orleans

.

434
365
Liverpool

……………
856 ‘)
452
454

1)3 Jan. 1920.

SUIKE1.

Het nieuwe jaar begint met zeer vaste suikermarkten in
alle productie- en consumptielanden.
De Regeeringscontrôle, waarvan men verwachtte, dat die
in 1920 in de meeste landen opgeheven zoude worden, duurt
in Engeland en de Vereenigde Staten voort – in E n g e-
1 a n d is men zelfs ‘weder tot eene verscherpte rantsoenee-
ring moeten overgaan. Deze bedraagt daar thans 6 ons per hoofd per week, terwijl aan fabrikanten 50 tot 75 pCt. van
hun rantsoen in 1919 zal worden toegekend. De maximum-
prijs voor z.g. vrije suiker, dus suiker behoorende aan impor-
teurs en vOOr 27 December ingevoerd, evenals voor American
Granulated, is vastgesteld op Sh. 115 inclusief rechten, het-
geen ongeveer gelijk is aan Sh. 851- c.i.f.; deze pnijsbepaling
geldt voorloopig tot 24 Januari.
In A me r i k a is de officieele prijs voor Centrifugals
sedert -1 Januari verhoogd tot 13 c.
Op J a v.a is oude oogstsuiker bijna niet meer te krijgen.
Nadat uit den nieuwen oogst eenige partijen witte suiker
tot de verhoogde trustlimite van
f
33 afgedaan waren,
bracht de trust hare verkooplimite op
f
35 voor Superieur,

f
32 voor No. 16 en beogen en
f
31,50 voor Muscovados.
De taxatie -van den nieuwen C u b a – oogst door Guma
bedraagt 4.436.000 tons en verschilt dus nauwelijks met
Himeley’s cijfer van 4.446.000 tons, terwijl Willett & Grey
4.300.000 taxeeren.

Cuba -statistiek:
1919
1918

1917
Ontv. der week tot 27 Dec
57.000
21.815

23.636 tons
Totaal sed. 1 Dec.-27 Dec
106.000 44.514

58.804
Werkende fabrieken
108
91

84
Export der week tot 6 Dec.
15.354 37.134

20

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1920
NOTEERINGEN.

KOFFIE.

(Mededeeling van de Make1rs G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
Wtudkocra
Voorraad
Prijs
No.
7

Voorraad

Prijs
No.
4

3 Jan. 1920
326.000
11.025
1.611.000
13.800
17
28
/,2
27 Dec.

1919
401.000
10.550
1.658.000
13.800
17″/,2
20

,,

1919
377.000
10.475
1.857.000
13.800
17’/
3 Jan. 1919
876.000
‘)
5.266.000
1)
131
‘182

Landen van
herkomst
Aantal

N.R.T.
schepen
Aantal

N.R.T.
schepen

Binnenl. havens
12
8.695
10
4.655
Groot-Brittannië
37
30.436
8
4.082
Duitschiand.. .-
18
6.112


Noorwegen
2
1.214
10
4.406
39
19.879
27
17.746
Denemarken
1
526
.
6
1.815
Rusland-Oostzee-
havens
1
547
– –
Finland
1
510


Frankrijk
9
4.297


Spanje
5
5.179


-Portugal
2
1.960

Levant
2
2.407

Zweden ……….

And. Midd. Zeeh
1
735


Oostkust Afrika
1
693


Voor-Indië
1
1.815
– –
Ned. Oost-Indië
9
29.718


Vereen. Staten
1
2.169
2

6.728
Over. Z.-Amerika
9
18.296

Totaal ….
151
135.188
63
38.930

Periode 1 Jan.-
31 Dec;

….
1.267
1.295.660

282
160.934
1
)

Nationaliteit.

Nederlandsche
80
78.855
60
37.750
Britsche
15
18.701
2
1.060
Duitsche
44
22.406


Noorsche

5

4.801
– –
Belgische
1
2.810


Zweedsche
3
1.880
– –
Deensche


1
120
Vereenigde Stat;
1
2.169


Andere
2
3.566

Totaal
.. ..
151
135.188
63
38.930
1)
1913, 2.501
8ohepen
met 2.838.276
N. R. T.

(Halverhout & Zwart’s Scheepsagontuur.)
VLISSINGEN.

December 1919
December 1918
Landen van

herkomst
Aantal

N. R. T.
schepen
Aantal

N. R. T.
schepen

Groot-Brittannië
21
18.220
– –
België
(Bijleggers en
Sleepbooten)
.
22
1.047

Totaal ….
43 19.267

Na t io na 1
i
t ei t.

Nederlandsche
32
19.079


Britsche
6
50


Duitsche
1



1
138


Belgische
2



Noorsche ……..

Fransche
1

Totaal ….
43
19.267

(B. Stofkoper & Co.)

DORDRECHT.

December 1919

December 1918

Aantal

Aantal
1

N.R.T.

N.R.T.
schepen

schepen

2

379


1

47


6

1.763

1

349

10

2.538

3

-701


1-

47


6

1.790

10

2.538

(Gerard Mauritz.)

DELFzrJL.

December 1919
December 1918
Landen van
herkomst
Aantal

N. R. T.
schepen
Aantal

N. R. T.
schepen

Binneni. havens
7
574


Groot-Brittannië
1
159
– –
Duitschland
14
1.762
3
3.588
Zweden
9
2.876
19
22.546
Denemarken
.2
300


Finland
8
1.829

3
6.815

Totaal ….
41
7.500
25
32.949

Nationaliteit.

Nederlandsche
13

1.815


Duitsche
28
5.294
23
29.451
Zweedsche
1
320
1
1.411
Andee
1
71
1
2.087

Totaal ….
41
7.500
25
32.949

(A, van Dijk.)

RIJN VAART.
– Week van 29 December 1919 tot 5 Januari 1920.

In de afgeloopen week werden weinig schepen aangeno-
men. De scheepshuren in Rotterdam bedroegen 4 tot 5 cents
per ton per dag, terwijl, om in Antwerpen te gaan laden,
de huur bedroeg 8 tot 9 cents per ton per dag.
Tengevolge van het abnormaal hooge water werd niet
meer gesleept, noch hier, noch op den Bovenrjn.
Ook de verladingen in de Ruhr- en verdere Rijnhavens
moesten, doordat alle laad- en losplaatsen onder water
stonden, gestaakt worden. Gelukkig is het water thans
weder vallende. Het zal echter nog wei eenigen tijd duren
voor het bedrijf weder kan worden opgevat.
Cauber Pegel wees aan het einde der week een water-
stand van na. meter 6.50 aan.

Dato
Amsterdam per

Londen
New York
96%
Tates
Whlte
1
Januari
Cubes
Jaeas
Centrifugals No. 1
fob.

2 Jan. 1920..
..
f

721-
801-

7,28
19 Dec. 1919..
..

72/-
711-

7,28
2 Jan. 1919….
,,


6419


7,28
2Jan. 1818..
..
,,


5819

– –
21 Juli 1914..
..
,,

11
13
/,
181-


3,28

Landen van
Ontvangsten.


herkomst


Rio
Sontos

Binnenl. havens.
Dato

Afgeloo pen
1

Sedert
Afgeloo pen
Sedert
week
1

1 Juli
week
1 Juli
Groot-Brittannië
Duitschiand
3 Jan.

1920….

37.000

1.370.000

60.000

3.O01.000

1

11.018.000
4.588.000
3 Jan.

1919….

37.000

160.000
Finland
……..

‘)

niet genoteerd.

Totaal

Nationaliteit.

VERKEERSWEZEN.
……………….
.
……………

IJMUIDEN.


Duitsche

……

Totaal.
December 1819
.
Deceniber 1918

Auteur