Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 205

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 3 1919

.
LECEMBÉR 109

Ati1’ËÜR8Ë90Ht VOOËËEOÜ]Eh

E

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG 3 DECEMBER 1919

No.
205

INHOUD

BIz.

OVER DIscoNTovERH000INc EN DE NEDERLANDSCHE BANK
door
Prof. Mr. H. W. C.
Bordewijk
…………….
1097
De N. U. M.-Hefflngen door
Joan Gelderman

……..
1099
Coöperatie II door
Mr. H. J. Romeyn …………….
1101
Verhoogde Spoorwegtarieven II ………………….
1103
Het Canadeesche Spoorwegvraagstuk en de Overneming
der Grand Trunk door
P.
van Eyk …………….
1105
De Internationale Luchtvaartconventie III door
Mr. J. F.
Lyciclama
4 Nije/zolt

……………………….
1100
AANTEEKENINGEN:
De stijging van het loon; het tekort van vaklieden
1109
De economische toestand in cijfers

…………….
1109
Vrouwenarbeid in Engeland………………….
1110
Het beheer der Amerikaansche Spoorwegen

……..
1110
BOEKAANKONDIGING:
Von Schulze Gaevernitz: Der Frieden und die Zukunft
der Weltwirtschaft, bespr. door
Prof. Mr.
G.
W. J.
B
ruins

………………………………
1112
Grotius: Annuaire international pour l’année 1918
. .
1112
Jhr. Mr. H. Smissaerr:
De
regeling van kantoor-arbeid
in de nieuwe Arbeidswet

………………….
1112
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….1113-1119
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
%Visselkoersen.
I
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTiTUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD ECON031ISCII-BTA7’l$TISCIIE BERICETEN
Secretaris-Redacteur: U.
E.
Hef fnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.

Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

1 DECEMBER 1919.

In den toestand van de geidmarkt kwam ‘de afge-

]oopen berichtsweek weinig verandering. Over het

algemeen was de stemming vrij vast. Op verschillende

dagen ‘werd voor prolongatie 5 pOt. genoteerd, daaren-

tegen was particulier disconto eerder iets gemakke-

lijker te plaatsen, oodat na 436, ook voor 4Ys en 4 pOt.,

werd afgedaan. Ook was er tamelijk veel aanbod op

enkele dagen van ‘gelden, ‘die imet het ‘oog op de

maand’swisseling en de as. betaling van het schatkist-

papier niet ‘op langeren ‘termijn konden uitgezet

worden.

De wisselmarkt was wederom zeer flauw. De daling

van Lon’den maakte ook ‘deze berichtsweek weder ver-

deren snellen voortgang, zoodat een koers van 10,55

bereikt werd, terwijl ‘heden zelfs voor 10,32 werd afge-

daan. In Londen slaat men met bezorgde ‘blikken de

beweging der wisselkoersen gade en zint op middelen

om een herstel te bevorderen.

De sterke uitbreiding van den omloop van ,,cur-

rency notes” is natuurlijk een’der oorzaken. Als eersten

maatregel tot herstel doet men daarom allerlei voor-

stellen om een vermindering van den omloop te be-

werken, en of een igrootere metaaldékking te ver-

krijgen. Door de sterke stijging van den zilverprijs,

waardoor de zilveren munten uit den omloop verdwij-

non, is echter eerder een toeneming te verwachten, zoo-

dat men zelfs •over ‘biljetten van kleinere waarde dan

de tegenwoordig in omloop zijnde biljetten van £1 en

10 sh. hoort spreken.

Ook Skandin’avië was wederom flauw, waarbij Ko-

penhagen ‘opnieuw liet sterkst terugliep.

OVER DISCONTOVERHOOGING EN DE

NEDERLANDSCHE BANK.

• In d.e laatste weken werd in verschillende landen
van uiteenloopenide economische beteekenis, die echter
alle belangrijke ‘han•delsbetrelokingen met Nederland
oniderho’niden, een tendens tot discontoverh.00ging waar-

genomen.. De toestand is ‘thans deze, dat in Amerika
het disconto eene vei’hooging heeft ondergaan, bij de
Bank of Englaid op 6 pOt. staat, bij de Zweedsche Rijks-

bank op 6 pOt., ‘bij de Bank van Spanje op’ 5 pOt., de

Zwitsersche Nationale Bank op 5 pOt. De Banque de
Fran ee nam nog niet aan de hausse-beweging deel, even-
iu als rIo Belgische Banque Nationale. Nederland vol-
hardt seder.t 1. Juli 1915 bij den stand van
436
pOt. De vraag dring-t
zich
op, of ook ten .onzent een discontover-
hooging voor de dear staat. Daartoe is het nooidi’g na te
gaan, welke redenen zoodanige banikpolitiek kunnen
moveeren. De eerste, die genoemd ‘moet worden bij
een op een istandaar.dmetaal gefundeer.d geidsysteem
als wij naar de uitlating van dan Minister van Finan-
ciën, ) ondanks het gouda,gio ‘bij verkoop door de Ned.
Bank aan de industrie, nog steeds schijnen te bezit-
ten, is: bescherming van den goudvoorraad. De edel-
metaaldekking beoogt tweeörlei: handhaving van de
pariteit met het buitenland, di. voorkomen, dat oare
valuta daprecieert •tegenorver ‘de vreemde en voorts
verschaffing van een basis ioor de credietverstrekking
langs den weg van disconteering en beleening. Noodig

is zoowel voor het een als liet ander een z.’g. beschik-
baar metaalsaldo, hetwelk beschikbaar heet, 6mdat
hot ‘t surplus is boven hetgeen noo4ig geacht wordt
om de inwissetbaarheid der biljetten en ‘de betaling
der overige dadedijk opei.sohbare vorderingen te garan.
deeren. Wanneer bij een verzwakte banikpositie de discontoschroef wordt aangedraaid, is de verwach-
ting, die in normale tijden veelal in vervulling ging,
deze, dat ‘het opereerend kapitaal afneemt, daarmede
het aantal biljetten slinkt en de leemte in den geids-

omloop via de dalende wisselkoersen door aanvoer van
goud zal worden gevuld. Voor ‘den norninalist mist
zulk een politiek alle ‘bekorin,g. De meest ,,verstokte”

1)
Bij gelegenheid van cle indiening van het wetsvoorstel
tot verzwakking van onze teekeamunt van 0,945 op 0,800.

r

1098

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

metailist in onze idagen zal echter wel willen toegeven,

dat de positie onzer Ned. Bank ook thans, nu zij een

honderd miljoen aan goud geleidelijk wist te ‘spuien,
niet zoodaniig is, dat zij door verhooging van ‘haar

disconto haar beschi;kliaar metaaisaido, dat nog ruimte
laat voor een milliard
meer
aan biljetten, saldi en
assignaties, zou moeten gaan ‘beschermen.

Er is echter iets anders. De geldr.ui.mte, die hier te
lande tijdeils den oorlog ontstond, had veel kunstma-‘

tigs. Immers de bedrijven liepen, voor’tproduceerende,

langzamerhand leeg door gebrek aan grondstoffen en

halfproducten, waarvan ‘de voorraden niet meer of
niet in die mate konden worden aangevuld. Vandaar

een geidvioed in de kassen z66 hoog, dat geen mercan-

tilist daarvan had kunnen ‘droomen,. In het verslag van

den President der N. B. over 1916/17 lees ik, dat geld

ôp korten termijn meestentijds ‘voor pl.m. 2 pOt. was

te verkrijgen en de ‘laagste ‘stand zelfs 1

on

pOt. noteer-
de. Natuurlijk was dat een zeer

gezonde toestand,,
wijzend niet op kapitaahijkdom, doch op gebrek aan

emplooi voor het in geidvorm teruggekeerd.e bedrijfs-
kapitaal. Di.t wordt nu anders en wat zich thans meer
en meer zal gaan openbaren is de ware noodtoestand

der kapitaal-goederenmarkt, waarover zoo langen tijd

het geld en geidswaardig papier (obligaties voor cri•sis-
uitgaven van den Staat) een flatteerenden sluier heb-

ben gespreid. Nu is het onweersprekelijk, dat de oorlog
een groot gebrek aan kapitaal heeft doen ontstaan,

niet alleen Ibij •de oorlogvoerencien, maar ook bij d.e

neutralen. Om ‘bij ons land te blijven: tegenover de

naar schatting 2 milliard oorlogswinst, die echter voor
een deel in het binnenland werd verdiend en voor dat

deel meer verplaatsing van weliaart dan toeneming

in totaal ‘beduidde, staat ongeveer 1
3
/2
milliard crisis-schuld, vermeerderd mèt de niet te ‘begr.00ten verar-
ming uit den stilstand 6f de belemmering van den

buitenlan’dschen handel en de ‘de productie immobili-seerende mobilisatie •gesproten. Het is begrijpelijk en

behoeft ‘geen bewijs, dat wij als natie ons ‘deel der
wereldverarmin’g toegemeten krijgen. Oorlogswinjst,

op het ‘buitenland verdiend, kan dit wat verzachten, n’immei echter compenseeren. Naarmate nu het be-

drijfsleven zich gaat herstellen, de landbouwer zijn
door roofbouw verarrnden grond gaat verbeterendoor
terugkeer tot norimale bemesbing en zijn ‘bij gemis aan

veevoeder gedun.den veestapel gaat uitbreiden, de

industrieel zich kapitaaluitgaven zal moeten getroos-ten voor herinrichting en nioderniseering van de prp-
ductie en een duren ‘leertijcl moet doormaken v66r de

,,versnelde polaslag” op sociaal gebied met de rentabi-
liteit van zijn ‘bedrijf in overeenstemming zal
zijn
ge-

braht ‘en de koopman de nieuwe ma’r’kten en relaties
zal hebben, gevonden, die voor onze export- en import-
bedrijven noodig zijn, in afwadhtirng van de ontwik-
keling der toestanden in Midden-Europa, naar die mate
zal eerst recht de verarminig in zake den kapitaal-
voorraad blijken. Niet alleen op de markt voor korte

credieten, doch evenzeer op ‘die voor lang geld, zal een
spanning ontstaan – is ‘zelfs reeds waar te nemen -,
die aan een ieder ‘de nadeelijge verandering der kapi-
taalmarkt zal dnidelijk maken. En daarom is het de natuurlijkste ‘zaak van de wereld, wanneer de Ned.
Bank, bij haar discontopolitiek met de kapitaalver-

armiug, ook al is deze niet nauwkeurig te meten,
rekening houdt. Want ‘het is omveersprekelijk, dat een
rentestand
bij
de bank, die lager is dan de rente, die
voor,tvloeit uit de verhoudingen op de echte kapitalen-markt, prikkelt om van het goedkoope hanikcrediet ge-
bruik te maken en ‘het versohil der beide renten als

zoet winstje in ‘den zak te ‘steken. Hier opent zich

een geduchte bron voor ide zooveel besproken inflatie,
die ‘zuUr een schadelijke rol see1t in het ‘duurte-
probleem. De kapitaalgoederen zullen steed.s hooiger in geld noteeren en dien heilloozen indruk van schijn-.

rijkdom vestigen, waaraan de groote massa zic’h ver-
gaapt.

Veelal wordt als argument, om met discontoverhoo-

gingen mee te doen, vernomen, ‘dat uinders ‘de kapi-

talen de ‘gunstiger markt zullen opzoeken, waardoor
het land met laag disconto zou verarmen. Ik meen,

dat men zich daarvan een overdreven voorstelling
maakt, niet, alleen in dezen tijd, doch ook algemeen.
Dat er enorme risico’s
thans
veribonden zijn aan bui-. tenlandsche kapitaalbelegginig, weet iedere leek. Maar

ook bij meer normale omstandigheden moet men de
beteekenis van het ‘disconto der centrale bank niet te

hoog aanslaan. De invloed dier bank kan zeer ver-
schillend zijn – in Engeland was hij nooit bijzonder

groot -, maar dieper economisch inzicht doet als den

waren grond voor kapitaalverplaatsing zien den rela-

tief l’ageren resp. hoogeren rentestand
in het algemeen.

Het is niet alleen schaarsc’hte aan vlottend kapitaal,

waarvan een verhoogd di’sconto slechts het symptoo’m

zou zijn: daartoe is een bewuste discon’topolitielc te
opzettelijk, te zeer rnaakwek, waarbij allerlei overwe

gingen gelden. De Vrije markt kan ons beter omtrent

den waren toestand inlichten. Wanneer de op die

markt ontstane rentestand lager is dan elders, treedt
vanzelf een nivelieerin.gstendens op in de richting van

kapitaaiuitvoer, tegengewerkt min of meer door de

vermeeaderde risico’s, daaraan verbonden. De rènte zal
hier
wt oploopen en, zijn we een belangrijk land,
ginds
wat dalen, het verschil krimpt in. Het enkele
feit der discontoverhooging bij de circulatiebank heeft

te deren, geen andere heteekenis dan ‘dat ‘de bank wat
terughoudender wordt met het beschikhaarstellen

(niet van kapitalen maar) van middelen, welke be-

schikkingsmacht geven over reed’s aanwezig kapitaal.

De eigeiaardigheid van een circulatiebank is, dat
zij. haar ,,opereeren’d kapitaal” veranderend, tevens
den geldv6orraad wijzigt. Een gewone depositobank,

die haar credieten duurder maakt, i’nfluenceert alleen
beperkend op het aanbod van
crediet,
een circulatie-
bank lbeinvloedt èn den omvang der door haar te plaat-sen credieten èn den.omvang der ruilmiddelen. Opvoe-

ring van de ‘discontoiente der circulatiebank versterkt
haar positie ook als zuiver geldinstituut: haaL’ biljet
ten worden schaarselier doordien niet voor alle afloo-

pende credieten nieuwe in de plaats treden, het
dekkingspercentage stijgt, ‘maar vooral heeft betee-
lenis de vooruitgang der geldswaarde in het algemeen,
met name in een land als het onze, waar de bankbil-

jetten alléén reeds het milliard overtreffen. Een
discontoverhooging ten onzent zou een groote factor
kunnen zijn in de duurtebes’trjding, nl. voor zoover
in die duurte het teveel aan ruilmid’del zich afspie-
gelt. Intussdhen zal deze discontopolitiek zeer gelei-
delijk moeten gaan. Want anders dreigt het gevaar,
dat snel intredeasde prijzenidaling ons op de duurte
ingericht ‘bedrijfsleven in de war stuurt. Ook is er
noig het andere gevaar, dat de ondernemi’nigsgeest door
rentestijging wordt ifgeschrikt, hetgeen eenerzij’ds de vraag der ondernemers naar kapitaalgoederen en naar
arbeid tampert en ‘de prijzen en ‘bonen drukt, ander-
zijds ‘sohaarschte aan producten kweekt, waarvan de
prijzen oploopen. Het ‘moet in
deren
tijd vooral als een
groot nadeel gelden, wanneer factoren ‘de. overhand
gingen krijgen, ‘die dwars ‘tegen de uitbreiding der
productie ingaan.

Zoonis het thans met het particulier disconto ge-steld is, dat altijd nog ongeveer
Y2
pOt. lager staat
dan het hankdisconto, schijnt mij oogeniblikkeljke
veidsooging door ide Ned. Bank nog niet noo’dig. Doch
het oo’genblik ‘kan onjvetwijfel’d zeer spoedig komen,
dat urgentie intreedt. Het staat wel vast, .dat meer en meer ook ten on’zent algemeene kapitaalschaarscihte

zich sterk zal doen gevoeleal: dan moet van ren’tever-
hooging de prikkel kernen tot intensiever kapitaal-
vorming en tot besparing op kas. En het zou on.verde-digbaar wezen, wanneer ‘de geldrente bij de ban’k dan
daalde beneden ‘de reëele kapitaalrente, omdat dhn
inflatie niet zou ‘kunnen uitblijven en ‘de aanzwellende
ongedekte circu’latie tch tot di’scontorverhooging zoude

nopen. Middelerwijl zou echter veel kaad
zijn
ge-

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Its

schied en de zoo noodige stabiliteit onzer v.al:ata ander-

maal (eerst door de goud-invasie) een knauw hebben
gekregen. Het ware een ramp, zoo onze invoeren uit

Amerika door den lagen stand van onzen gulden nog

meer belemmert? werden. Ik zou mij willen houden
aan Pierson’s woorden uit zijn Leerboek: ,,De Bank
moet duur zijn in vergelijking met anderen. Stijgt de
rente algemeen, bij haar niet meer dan elders, zoo zal

(voor don stand der betalingsbalans B) s]eohts heil

zijn te verwachten van de hierboven beschreven wer-

king op de prijzen der goederen en fondsen; doch de

vermindering der kasvoorraden, die onder zulke om-

standigiheden nooit uitblijft, zal invloed oefenen in de
tegenovergestelde richting en deze invloed a,l over-
wegend kunnen blijken. Doch brengt de Bank ‘hate

sentekoersen boven het algemeene peil, zoo is het
zeker, dat have handeling doel treft. Zij maakt dan de
ongedekte ci:rculatie kleiner en bijgevolg het.ruilmid-
de? shaarsch.” Ik zoude echter zoo.dani’ge politiak niet

willen aanvaarden om den goudvoor1aad te besaller

men of te versterken, doch om door ingrijpen op het
juiste ooger blik te voorkomen, dat de verhouding
tussdhen gel’trente en kapitaalrerite zoodanig wordt,

dat een bijzondere wiustpriikkel voor het in massa

disconteeren en beleenen wordt geschapen. De dis-
con.toren.te is wel eens een zuivere kapitaalrente ge-
noemd. Dit is evenmin waar als de uitspraak, dat

crediet kapitaal is. Maai de gelijkstelling met de
maatschappelijke of oorspronkelijke k.apitaalrente kan geen kwaad, w’anneer men er mede zeggen wil, da,t de
discontostand niet onder dien.reëelen rentestand mag

dalen. Rijst hij ei iets boven, da.n kan dat een welkome
gelegenheid zijn om een deel van een overcompleet aan
ruilmiddel kwijt te raken en tot ‘meer normale prijs-
verhoudingen terug te kere,n. Het is vooral Kunt
WTicksell geweest, die op de verhouding tusschen
redde en geldrente als beslissenden factor der geld-
creatie Joor de banken heeft gewezen.
i)

Hiermede zijn, meen ik, enkele ‘hoofdpunten in deze

belangrijke aaisgol egeriheid aangewezen. Er zouden
nog andere te noemen zijn. B.v. cle roeping van ‘de
Bank, om speculatie te beteugelen. Dit ktn een ‘motief

zijn, maar ‘liet is tweesnijden’d en gevaarlijk, voor zoo-
ver ook de goede en onmisbare speculatie, die op
redden ‘handel cii studie van toekomstige waarsohijn-iijk.heden berust, gelijkelijk ‘het kind van de rekening

zou kunnen worden. Gelooft men echter in gemoede,
‘dat, ook bij hoogeren diseontostand der Ned. Bank,
er minder in marken en kronen zou zijn ‘gedoibeld
dan thans? Dit is minst genomen zeer onwarschijn-
lijk. Niet zonder reden noemt de ,,Fin. Ti’mes” ) al’s
vermoedelijke oorzaken voor de Londensche disconto-
vdr’hoogig de inflatie in het geidwesen en het reus-
achtige bedrag der vlottende schuld. Wanneer het
blad dan later nog de mogelijkheid oppert, dat het
doel dier venhooging met 1 pOt. ,,grootendeels” is
gciweest om de speculatie te beteugelen, niet alleen wat de foridsenmarkt betreft, maar ook, ezi meer in
het bijzonder zelfs, de goederenbeurzen, dan ddet het
dadelijk da arop deze ontnuchterende woorden volgen:
Wel zal dan verhooging met 1 pOt. in die richting
niet zoo heel veel uitwerken, maar de waarschuwing,

die er
me(.
,
gegeven wordt aan dc ba.nkiers, die spe-
culatieve josities financieren, zal toch zeker niet ,,ge-
heel” in den wind worden geslagen, en geeft het blad
daarmede blijk van een ia dezen mi. zeer passende
bed achtzaamheid.

Mijn conclusie is, dat momenteel van ccii urgentie
tot discontoverh’ooging voor de Ned. Bank nog geen
sprake kan zijn, doch dat zij zich wel eens spoedig zou
kunnen voordoen. Daartoe zal vermoedelijk in veel

) Vgl. de beschouwingen over Wiekseli’s leer in het
voortreffelijk werk
van
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart :,,In-
leiding tot de leer der waarclevastheid van het geld”, vooral
blz.
92 v.
en
138 v.
2)
Vgl. ,,Nieuwe Rott. Crt.” van Zondag
9
November
1919,
Ochtendblad D.

sterker mate de ontwikkeling van de binnenlan’dsehe

kapitaalmarkt en de uit de verhouding tusschen voor-

raad van en behoefte aan kapitaalgoederen van aller-
lei aard resuiteerende rentestand nopen dan de bui-

tenlanidsehe discontostijgingen. In.tussch en zouden
deze meer belang ‘krijgen; wanneer ‘zij z66 intens wer-
den, .dat ‘de risico’s voor kapitaalbelegging in het bui-

tenland met een ‘saldo werden gecômpenseeril. Wij

zijn thans in een periode van, moge het zijn vaak-

zaaim, afwachten.
H. W. C. BORDEWIJK.
Groningen, 27 November 1919.

DE N.U.M.-HEFFINGEN.’

In Engeland en in-de Britsche ,,dominions” over de

Zee heeft men den eersten verjaardag van het sluiten
van den wapenstil’stan,d, ‘die feitelijk een einide maaicte
aan den alles vern-ieti;genden wereldoorlog, op 11 No-

vember j.l. des morgens ‘om elf uur herdacht met een

st,ilzetting van alle geluid en vervoer gedurende twee

minuten. Deze onigineele en toch zeer in’drukwelc-
kende wijze -van herdenking ‘diende in de eerste plaats

als een’ bewijs van eerbied en dankbaarheid voor hen,

die in den oorlog hun leven lieten, terwijl het ver’der
aan iedereen nog eens gelegenheid gaf om zich er re-

kenschap

van te ‘geven, dat -de wapenstiishand nu

reeds een jaar ‘geleden werd gesloten en dat het ‘dus
nu eindelijk wel hoog tijd wordt -om niet te veel meen
te denken aa’n de tij-den van vernietiging, die achter
ons liggen, ‘doch dat nu werkeljic ‘alle beschikbare

energie en inspanning. noodig zal zijn voor ‘de moei-

lijke jaren van opbouw
cii
‘herstel, die nu komen

moeten.

Ook in ons land mag- ‘d-aaaan wel wat meer aan-
dacht worden gewijd en wel eens -nidt krndht -worden
aangedrongen op liet nu eindelijk ophouden van ver-
schillende Regeerings’bemoeiingen, die zeker in nov-
male tijden niet zouden worden geduld. – De meeste

distributie-bureaux zij’n nu geleidelijk wel verdwenen en hoe nuttig went vele -dezer -ook in oorlogstijd mo-
gen hebben verricht, ‘hun verdwijnen zal wel door
• weimgen worden ‘betreurd. De N.O.T., die in ‘de oor-
-logsjaren van zoo groote waarde voor onze vaderland-

1
sche schieep vaart, -handel en industrie is geweest, is nu in staat van ]’iquid’atie; met ‘het ophouden van het
,,Agreement” met de z.’g. Geassocieerde Mogen-dheden

-verviel ook 1haar ‘toezicht ‘op de Nederl’a’ndsch-e scheep-
• vaart, ‘handel en industrie en ‘de groote macht, die

– dit lichaam hie
r
door op ons economisch leven kon

uitoefenen. Alleen ‘de N.U.M. (‘de Neder-lardsche Uit-
voer-Maatschappij) bestaat niet alleen nog, doch hand.
• haaft ook nog ‘hare omslachtige ‘bepalingen en druk-

– kende uitvoerrechten.

Met ‘de N.U.M. is het eigenlijk altijd’ misère ge.
wees-t; misère ‘hij de oprichting, misère gedurende het
bestaan eh nu weer misère v66r de opheffing. De oor-
spronlcelijke i-dée van Minister Treub om een instituut
te scheppen, dat onzen in- en uitvoer moest controlee

• ren en tevens kou zorgen, dat van ‘de abnormnal hooge
win’stn, ‘d’ie ‘daar-door in de oorlogsjaren gemaakt kon
den worden, een gedeelte in -de Nederlandsche Schat- –
kist terecht kwam, was zeker niet slecht en indien de
• N.U.M. eenige jaren eerder was opgericht, zou ‘het
misschien mogelijk zijn ‘geweest om op ‘deze wijze een

flinke bijdrage in ‘de erisisk’osten te verkrijgen zonder
• schade voor liet h-lgemeen belang. Toen de N.U.M.
echter einde 1917 eer’st in werking ‘trad, na-dat -deze
oprichting eerst ‘aan-leiding gaf tot kra-keel tusschen
de toen-maligè Ministers van Financiën en van Land-bouw, was de tijd van de groote oorlogswinsten reeds

voorbij en stond de overzeeseh-e aanvoer vrijwel geheel
stil. Op verschillen-de uitvoerproducten, voornamelijk
laad- en tuin’bouwproducten, werden echter nog vrij
belangrijke bedragen bij uitvoer geheven, zoodat vol-,
gens het verslag van de N.U.M. over 1.918 het totaal
dezer heffingen in dat j-aar dan ook bruto
f
26,7 mil-
lioen heeft bedragén en de balans van d-t lichaam per

1100

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
December 1919

ultimo December 1918 sluit met een winstsaldo van

f
26.664.000.

Over 1918 had niet veel uitvoer plaats van nijver-

hei’dspro’ducten. Over sigaren werden zeer lange onder-

handelingen gevoerd en toen ten slotte overeenstem-

ming was verkregen, trad we’ldra de wapenstilstand in

en werden vele buitenlan’dsehe orders geannuleerd.
Voor de gewone nijverheidspr’oducten werd aanvanke.

lijk in de meeste gevallen een ad’ministratierecbt vah

% pOt. als dekking voor de administratiekosten ge-
heven. Met 1 Februari 1918 werd dit administratie-

recht op 1. pOt. gebracht, omdat er zoo weinig werd

uitgevoerd en de ‘administratiekosten toch hoog bi.

ven. Sedert is d.i t verhoogde recht gehandhaafd;

alleen werd in April 1919 een beschikking getroffen,

waarbij uitvoervergunningen naar de Nederlandsche

Roloniën – niet meer onder ide competentie van dQ

N.U.M. vielen en d’us 1 pOt. voortaan alleen berekend

werd
01)
uitvoeren naar vreemde landen.

•De N.U.M. zelve was in haar Jaarverslag van 1918

(gedateerd Maart 1919) niet zeer optimistisch over

het voortduren dezer heffingen. Zij sc’hrijft daarover

ni. het volgende:
,,Tot ongeveer November 1918 was het dus iii liet algemeen
ook mogelijk geweest aan het enciosseeren van uitvoervcr-gunningeli de opleggi ng van
v
rij belangrijke voorwaarden
van geldelijken aard te verbinden en viel, ondanks den be-
perkten uitvoer, voor de Maatschappij op niet ônaa.nzienlijke
inkomsten uit dien hoofde te wijzen. Sindsdien deed evenwel
ook hierin zich een kenteriti
g
gevoelen en liet het zich aan-
zien, dat, hoezeer ook de omvang van den export en daar-
mede het aantal uit te reiken consenten vermoedelijk allengs
tot uitbreid.ing zouden komen, de geldelijke eischn van dé
Maatschappij zich iiieei en meer zouden hebben te bepalen,
althans in de meeste gevallen, tot 1e heffing van niet meer
dan een betrekkelijk geringe vergoeding, verband houdende
met de bedrijfskosten en andere lasten der Vennootschap.
.,In het vorenstaande ligt mede opgesloten, dat – ondank
hetgeen is opgemerkt omtrent cle beteekenis der vroegere
heffingen,
01)
ziehzelve beschouwd de financieele resul-
taten voor de Neclerhandsche Uitiv-oermaatschappij van stonde
aan in geenen dccle konden beantwoorden aan iie hooge ver-
wachtingen, welke op dat punt aanvakelijk zijn opgewek.t
In sommige gevallen is het bovendien aan bijzondere omstan-digheden to ete schrijven geweest, dat exporten voor de Ven-‘
nootsohap niet de voordeelen hebben afgeworpen, welke daar-
van tegemoet mochten worden gezien.”

Ten slotte schijnen deze heffingen toh nog al meege
vallen te zijn. Op den laatst gepubliceer.den weekstaat
van de N.U.M. van 20 November 1919 komt een post
voor van diverse rekeningen van totqai
f
47.966.957.

Volgen’s -de balans per 31 December 1918 bestaan deze
diverse rekeningen hoofdzakelijk uit reserves en ge

maakte winsten en ‘bedroegen deze toen, na betaling
van de 5 ‘pOt. dividend oier 1918, totaal
f
28.824.304,
zood’at men daaruit zou mogen beslu:iten, dat in het
loopen’de boekjaar tot en met 20 November totaal aan
uitvoerrechten een bedrag van circa
f
1,9.000.000 is
ontv’angen. De administratiekosten van ‘de N.U.M.
over 1918 hebben ‘volgens ‘de win-t- en verliesrekening
over dit jaar totaal plus ‘minus
f
1.200.000 bedragen,
terwijl deze over 1919 waarschijnlijk veel lager zullen
zijn door de groote inkrimping van personeel, z-oodat
het er nog niet veel op ‘lijkt, dat de heffingen zijn
,,een betrekkelijk geringe vergoeding, verband hou
den.de met de bedrjfs’kostn en andere lasten der ven-
nootschap”. Tenzij, en hier komt misschien het teere
punt, onder deze ,,an’dere lasten” ook wordt be-
schouwd h’et ‘bezit der N.U.M. aan vreemde schatkist-
l)iiJett.efl. In 1,91,7 en 191.8 .zij’h ah een-ige overeen-
komsten met de Centrale Rijken gesloten betreffende
den in’ om vati goederen van -daar, o.a .sten’kolen,
ijzer en kali uit Duitseh’land, machine-olie uit Oosten.
rijk-Hongarije en ‘ook andere producten, bij welke over-
eenkomsten ons land tevens een zekere hoeveelheid

scliatk-istb’iljetten van die landen moest overnemen.
Een. gedeelte dier schatkistbiljetten werd dadeiij-].i
genomen door de ‘belanghebbenden, die ‘direct bij d’e
invoer profiteerden en zoo zijn b.v.
f
34.000.000 •aan
Duitsche ‘schatkistbiljetten overgenomen ‘d’oor ‘de

hoofdzakelijk ‘daarvoor opgerichte organisaties uit de

kolen: en ijerverbruikers. Voor alle credieten was

zulks niet mogelijk, in de eerste plaats, om-dat het
niet steeds mogelijk was alle ‘daarvan profiteeren-de

Nederlandsche belanghebbenden te ‘bereiken en verder,

om-dat ook bij enkele overeenkomsten ‘de uitvoer van

Nederlandsch-e producten was bedongen en dus, de Ne-

derian’dsche uitv-oer-ders eigenlijk de schat-ki-stbiljetten

hadden moeten nemen. Waar -deze echter toen reeds in
vele ge-vallen een ‘hooge uitvoerprernie’ moesten -beta-

len, was zulks ook n’iet altijd billijk, zoodat ten slotte
de N.U.M. het aan-gewezen lichaam was om •deze

sdhatkistbiljetten, die bovendien door ‘de eerste Duit-

sdhe en Oostenrijksch-Ho-ngaarsche banken zijn gega-

randeeid, over te netnen. Volgens de laatste balans had
de N.U.M. voor -totaal
f
34.600.000 aan Duitsche en
voor
,f
24.000.000 aan Oostenrj-k’scih-Hongaar-sehe sdha-tkistbiljetten genomen, o-p -welke biljetten to-t nu
toe -de rente geregeld -betaald -schijnt te -zijn. Al deze

sdhatkistbiljetten hebben een looptijd van drie jaren,

zoodat de eerste -tegen October 1.920 zullen vervallen.

Over de contante waarde dezer biljetten kan man van

meen-ing verschillen; wel zijn de garanties zeer gun-

stig, doch na ‘hèt uitoenvallen van ‘het Oostenrijksch-
Honigaar-scihe Rijk en bij de -tegenjwoor-dige toestanden

daar en in Duitsc’hlain-d is ook met het oog op de tegen-

ivoordige ‘valuta zeker wel eenige reserve noedig en is
het niet uitgesloten, ‘dat ‘dit bezit van ‘de N.U.M. ten
slotte wel verlies zal opleveren. Hoe groot dit verlies

zal kunnen worden is ‘nog niet te zeggen, terwijl liet
hier ook cie plaats -niet is daarvoor een schatting te
doen, doch het is wel mogelijk, d-at de Minister van

Financiën daarover een ei-gen meaning heeft en dat

ZExc. gaarne zou zien, dat de reserves van de N.TJ.M.
ten slotte zoo groot zouden kunnen worden, dat zelfs
een eventueel verlies op deze schatkistbilj-etten daaruit
geheel gedekt zou kunnen worden.

Behalve ‘haar kapitaal v-an
f
5.000.000 heeft de
N.U.M. ni. ook nog
f
17.106.000 uitstaan aan 5 pOt.
schuidbrieven, die ‘indertijd hoofdzakelijk moesten
worden genomen door de exporteurs van land- en
tuin’houwpr-oducten, ‘die voor hun uitvoer -de bemidde-
ling van de N.U.M. -noo-di’g had-den. Verschillende de-
zer exporteurs hebben bij behoefte aan werkkapitaal
deze obligaties iveer verkocht; de koers daarvan was

in het voorjaar 1919 ‘ongeveer- 70 pOt. Nu de reserves
van ‘de N.U.M. geleidelijk toenemen, schijnt het ver-
trouwen va-n het publiek in deze obligaties -grooter te
worden en is de koers der laatste maan’den geregeld
gestegen, zoodat -deze than’s pim. 87 pet. bedraagt, dus

n-iet veel minder dan -de N-ederlanidsche Staatsschul-d.

In ‘de Tweede Kamer is aan -den Minister van Finan-
ciën herhaaldelijk gevraagd aan deze -obligaties een
staatsgarantie te geven, om-dat het volgens velen niet
billijk zou zijn, dat -de exporteurs, ‘die indertijd ge-
dwongen werden deze obligaties te nemen, ddarop la-
ter misschien groot verlies zouden lijden. De Minis

ter van Financiën is d’aarop -nooit ingegaan, doch het
zal ‘hem zeker uit een fiscaal oogpunt later misschien
zeer welkom zijn, indien de N.U.M., zelfs bij ‘een ver-
lies aan ‘de huitenlandsche ‘schatkistbilj-etten, toch aan
al haar verplichtingen zal -kunnen voldoen en eventueel
nog een ‘batig saldo in ‘s Rijks schatkist zal kunnen
storten. M’ag zulks echter een reden zijn om de tegen-
woordi-ge uitvoerr-echten nog langer te handhaven?

In de ,,N-ieuwe Rotterdamsche Courant” komt d.d.
8 November een hoofdartikel voor, waarin -op klem-
mende wijze op afschaffing daarvan word-t aangedron-gen: -de Nijverlieid-sraa’d heeft volgens de ‘bladen van
25 November in een schrijven -aan den Minister van

Landbouw om afschaffing v-an verschillende uitvoer-
ver’b&d-en verzocht: het Verbond van Nad-erlan’dsche
Fabrikantenver-eenigin’gen heeft -in een brochure het-
zelfde gevraagd; in verschillende Kamers v-an Koop-
handel wordt geregeld -ook dit punt ter sprake ge-
bracht, doch de Minister van Landbouw schijnt hier-
van nog n’iet te willen hooren. Wel is er ‘begin August.

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

MH

tus een mooi communiqu6 van het Nd. Correspon-
dentiehureau in de dagbladen verschenen, waarin op

bijna geestidriftige wijze de heffing der N.U.M .-rech-
ten werd verdedigd en gewezen werd op de prijsrege-
.Len’de werking, die deze op de Nederlandsche markt

zonde kunnen uitoefenen.
In de practijk is echter vrijwel alles hetzelfde ge-

bleven: de uitvoerverhoden op eenige overzeesche
grondstoffen en ook op enkele fabrikaten werden op-

geheven, doch de rechten op de meeste Nederlândsche
industrieproducten, zelfs indien deze van ‘buitenland-

sche grondstoffen ‘werden gemaakt, bleven onveran-

‘derd gehandhaafd.
Ook in de Memori’e van Antwoord op Hoofdstuk X

van ‘de begrooti’ri,g voor 1920 maakt Minister Van
IJ’sselsteiu zich nogal ‘gemn’kkeljk van deze N.U.M.-

heffi.gen af. Hij schrijft daarover ‘het volgende:

,,Ten opzichte van de opmerking door eenige leden ge-
maakt omtrent de werkzaamheid der N.U.M. worden opge-
merkt, dat het niet wel mogelijk zal zijn de taak dier ven-
iiootschap binnen af zienbarea tijd te beëindigen. Het is toch in het belang der voorziening van ons land van verschillende levensbehoeften dringend nooclig tal van uitvoerverboden te
handhaven. Zoolaag dit geehiedt moet er ook een orgaan
zijn, dat de uitivoerconsenten verleent. In tal van gevallen
is het noodig, dat de verleening dezer uitvoerconsenten ge-
paard gaat met heffingen of met het opleggen van bijzondere
verplichtingen; het desbetreffende stelsel is door den onder-
geteekende bij de behandeling der interpeflatie-Saniies uit-
voerig uiteengezet.
,,Elk artikel moet te dien opzichte op zichzelf beoordeeld
voeclen. De ondergeteekende aarzelt niet, om een uitvoer-
verbod op te heffen, zoodra het hem blijkt, dat zulks in
verband met de voorziening hier te lande zonder schade kan
plaats hebben.”

Dit klinkt heel mooi en men zou oppervlakkig zeg-

gen, dat voor artikelen, waarvan de uitvoer vond’er

bezwaar voor de binnenlandsohe voorziening kan wor-
den toegestaan, qok slechts een minimaal uitvoerrecht
zou worden geheven; doch zulks is in werkelijkheid
niet het geval; alle nijverheids’produeten, voor zoover

daarvoor een uitvoerverbod bestaat, worden met het-
zelfde recht van 1 pOt. belast.

In dit verband is het rnisshien wel een’s de moeite
waard (le uitvoerpositie van een onzer -belangrijkste
nijverheidsproducten, nl. die van katoenen manufac-
turen, wat nader te bekijken. Zooals bekend mag wor-
den verondersteld, worden deze manufacturen ver-
vaardigd van overzeesche grondstoffen (ruwe katoen
uit Noord-Amerika, katoenen garens uit Engeland)
en wordt ook in normale omstandigheden ruim % van
de productie uitgevoerd. In de laatste oorlogsjaren
was dit hoofdsakelijk door gebrek aan igrondstoffen
niet mogelijk en werd de Ndderlandsche (hoodzake-
lijk Twentsche) industrie op vele overzeesdhe ‘markten verdrongen door ‘het Engelsche en Japan’sc’he product.

M.en zou nu zeggen, dat een vèrziende Regeering
juist ‘zou moeten trachten den uitvoer’dezer producten
te vergemakkelijken om zoodoen’de de industrie in

staat te stellen ‘het verloren terrein weer zoo spoe-
dig mogelijk te herwinnen en dat dus een uitvoerrecht
van 1 pCt. daarvoor zeker niet ‘bevorderlijk zal zijn.
Men ‘kan nu wel moenen, idat een recht van 1 pOt. van
de waarde niet veel uitmaakt, maar als men weet, dat
van enkele soorten manufactu’ren de -kostprijs voor

80
t
85 pCt. uit grondstoffen bestaat en de ‘bewer-

kingskosten dus slechts 15 h 20 pOt. van de waarde uitimaken, ‘beteelcent een recht van 1 pOt. over die
goederen een v.enhoogin.g van 5 k 7 pOt. van den pro-
ductieprijs, hetgeen toch zeker, niet zonder belang is.

Bovendien worden dergelijke manufacturen voor export
dikwijls ‘met een kleine winstmarge van enkele pro-

centen verhandeld en kan een recht van 1 pOt. pro-
centsgowijze een ‘zeer groote ‘winstderving kbeteekeneu.
Het argument van den Minister kan misschien
zijn, dat verhinderiug van den export een druk ‘kan
brengen op de binnenlandsche verkoopprijzen en dus
remmend op de ‘duurte ‘hier te lande ‘kan werken. Dit is toch ‘zeker ook niet juist. In de eerste plaats

zou een percestage van 1 pOt. te laag zijn daarvoor’,

verder zijn de meeste uitvoerartikelen niet voor

binneniandsch gebruik geschikt en de fabrieken, waar
déze vervaardigd worden, door ‘hare machines en ver-

kdoporganisaties- ook niet ingericht om voor de bin-nenlan’dsche markt te werken. Bovendien is juist een

sterke industrie, die op de wereldmarkt kan concur-

reeren, beter geschikt dit ook op de binnnlandsche

markt te doen, dan een industrie, die men verhindert
hare vleugels uit te breiden. Ook is er nog een wereld-

prijs voor katoenen goederen en indien de Neder-

landsche .industrieelen
‘t3
duur zijn, is de Neder-

landsche handelaar actief genoeg-om zich te voorzien

in Engeland of Amerika, indien
hij
daar beter en

goedkooper terecht kan. Ook in normale tijden ge-

schiedt zulks geregeld, verschillende grossiers en con-fectiefabri’kanten koopen geregeld z,00wel hij de bin-
nbnlandsche fabrikanten als in Manchester en volgens
de Engelsthe uitvoercijfers ‘heeft de uitvoer van

katoenen man’u±actur.en naar Nederland gedurende de
eerste tien maanden van 1919 nog 49 millioen yards
b’edragen. –

In werkelijkheid is de toestand dus. zo’o, dat de bin-

nenlandjsdhe verbruilcer zich itihans evenals vroeger, zoo-

wel ‘hier te lande alis in ‘het buitenland voldoende kan
voorzien en dit ook in de laatste maanden zeer ruim

heeft gedaan. Er
zijn
voldoende voorraden van katoe-
nen man’ufacturen in ons vaderland aanwezig en men
kan gerust zeggen, dat de binnenlandsche behoefth
ruimschoots is gedekt. Weliswaar zijn prijzen zeer
hoog, doch dit is niet te vermijden; ruwe katoen kost
thans bier te lande
f 1,40 ic f
1,50 per half ‘kilo, tegen
35 it
40
centen in de jaren 1912/3, terwijl ook de pro-ductiekosten bij fabrikanten enorm verhoogd zijn. De
heffing ‘der N.U.M. heeft dus geenerlei invloed op de
binrienJan.dshe markt, ‘doch ‘komt alleen ten laste van
die fabrikanten, die voor hunne exportgoedere,n orders
van vreemde landen moeten accepteeren en vermin-dert hun concurrentievermogen op ‘de wereldmarkt.
Bovendien is de heffing onbillijk, omdat de fabrikan-
ten, die voor de Nederlandsch-Indische ‘markten wer-
1en, deze niet behoeven te betalen, zoodat deze uit-
sluitend ten laste komt van ‘de weverjen, ‘die voor de
vreemde overzeesche markten, hoofdzakelijk Engelscih-
Indië, China, Afrika, Zuid-Amerika, Den Levant, enz.
werken. Op al die markten is de concurrentie zwaar,
zoowel tegen de zoo’veel grootere Manchester-industrie
alsook tegen Japan en in vele landen ook tegen de
plaatselijke industrieën, ‘zoodat de grief van de Neder-
landsche fabrikanten tegen deze ‘heffing dan ook
alleszins gemotiveerd is.

Bovendien is juist een bloeiende ex.portin’dustrie
vooral in de tegenwoordige omstandigheden van zeer
veel belang voor een land, omdat productiekosten en
winsten betaald worden door de ‘buiten.lan4sche afne-
mers en ‘het verschil tussohen de waarde vaa de inge-
voerde grondstdffen en het uitgevoerde product geheel
ten bate komt van ‘de nationale handelsbalans.
Wat ‘hier gezegd is voor de katoenen manufacturen,
geldt met eenige variatie ook nog voor vele andere
van onze in.dustrieële uitvoerproiducten. Het is slechts

te hopen, dat ook de Minister van Landbouw ‘hiervan
spoedig zal zijn te overtuigen en dat bij de Neder-

lanjd’sche Regeering de bloei van ‘de vaderlandsche
nijverheid zwaarder zal wegen dan de fiscale belangen
van de Nederlanidsehe Uitvoer Maatschappij. J. G..

COÖPERATIE. II.

Aan ‘liet slot van mijn vorig artikel zeide ik, dat de
weg tot de bestrijding der duurte leidt ‘dbor de ver-
li.iikscoöperatie, omdat door deze in eerst instantie
organisatie van verbruik en vervolgens organisatie
van productie wordt verkregen.
Het zijn echter niet alleen de verbruikers die de
fouten van ‘het ongebreidelde concurrentie-systeem
bestrijden met zijfl nadeelen van overproductie en
kap iitaalrver.kwisting. Een’zelf de strijd wordt’ ook ge-

1102

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

voe.rd door middel van trast- en karteivorming. Ter-

wijl echter do verhruikscoöpera’tie besparing tracht te

bereiken door organisatie van de koopkracht der
menigte, is
ht
doel van de trust- en kartelvorming
aan de concurrentie een eind te maken door monopo-

liseering van de productie.

l)e eigenaardiige economische heteekenis van de

vei.bruiksooöperatie kan misschien het best begrepen

worden door haar tegenover deze andere hetveging te

stellen, waarmee zij bij overigens diepgaand verschil
toch ook overeenkomst vertoont.

Het doel van de trust- en kartelvormiog is de pro-

dnctie te beheerschen in het belang der producenten.

In de trust vindt de monopoliseering plaats door

consolidatie van het ‘bedrijf. :De trust ‘is eene kapi-
taalcombinatie, welke alle bestaande ondernemingdn

in een ‘bepaald bedrijf in zich ‘opneemt, zoodat de

eigenaren dier ondernemingen aandeelhouders worden

in de nieuwe onderneming en zij geen belan.g meer

hebben bij het vooiitbestaan hnnner oude onderneming.

De productie kan ‘dan in het vervolg op de meest
economische wijze door de daarvoor het best uitgeruste
inrichtingen plaats hebben.

De wijze van ontstaan der trust, door uitkoopen der

tegenstrevers dikwijls na fellen strijd, leidt menig-

maal tot overkapitalisatie. De deelhebbers zien daarin

echter geen bezwaar, daar ide verbruiker, is het doel
epnimaal bereikt, ten slotte toch de kosten moet dra-

gen; vooral de trustvorming, veroorzaakt doorgaas
sterke prijs’verhooging.

De leiding der
trust
ijs geheel gecentraiiseer.d en in
handen van de grootaandeelhouders, het is eene

in,dustrieele •oligardhie. De hoofden der afzonderlijke
ondernemingen ‘zijn ‘bloot agenten, die de bevelen der
centrale directie hebben op te volgen.

De truist ‘heeft de neiging zich steeds over grootr
terrein uit te strekken. De monopoliseering van een bedrijf brengt als gevolg mede de noodzakelijkheid

om alle factoren van dat bedrijf onder eigen coitrôl

to brengen. Behalve de redhtstreekshe productie is

het ook noodig de daartoe vereischte grondstoffen, de
verkeersmiddelen voor den aanvoer daarvan en h’et

vervoer van de «ereede productie te beheerschen.

In tegeh.steliing met de trust draagt het kartel,
dikwijls ook syndicaat genoemd, een meer democra-

tisch karakter, ‘daar het berust op een vrijwillige over-
eenkomst van fabrikanten, welke ten doel ‘heeft den prijs van een bepaald artikel te regelen, de te produ-
ceeren hoeveelheid vast ‘te stellen of het afzetgebied
van een artikel onderling te verdeelen.

Zoowel trust als kartel hebben evenals de verbruiks-
coöperatie tot doel de voortbr.enging en het verbruik
nader tot elkaar te brengen en hebben de strekking
overbodige tu’sschènpersonn uit te schakelen.,Terwil
echter de verbruikacoöperatie van zelf een vast
markt heeft, streeft de trust er naar de markt te be-
heersdhen door monopoliseering van het aan’bod. Het
doel van ‘de trust is prijsverhooging ten bate van de producent, •het doel •van de verbruikscoöperatie be-,
sparing ten behoeve van den verbruiler.

In de coöperatie is ‘het de afnemer zelf
bij
wien de
beslissing ‘ligt. De coöperatie is democratisch. Dp
leiding is in handen van hen, di’e het vertrouwen
hunner medeleden hebben weten te winnen. De leiding
van het centrale lichaam, de gr’oothandelsvereeniging,
is in thanden van de afgevaardigden der samenwerken:

de vereenigingen. Elke vereenigiug zelf is echter
autonoom, zij is zelfs niet verplicht tot inkoop bij het
groothandeislidhaam. Het bestuur van ‘het centrale
lichaam kan zih bepalen tot de leiding der instellin
ge.n iechtstreeks aan zijne zorgen toevertrouwd.

Democratiseering van de tr’ust is niet mogelijk; het
belang van ‘de verbruikers kan er niet in worden ver
tegenwoordigd. Het aandeelenikapitaal
ken
niet worden
uitgebreid en althans niet op zooda’nige wijze, dat de
kleine aandeelhouders zeggenschap bekomen. De eoö-

peratiedaarentegen is steeds voor uitbreiiding vatbaar,

ieder kan lid worden, de aandeelen stijgen nooit hoven
pan. Ieder, ‘die lid wordt, brengt ook zijn veribruik

naar den coöperatieven winkél over, de vermeerdering

van kapitaal gaat gepaard met vermeerdering van

omzet. Daar de coöperatie in een groote verscheiden-
heid van artikelen handel drijft, behoeft zij voor over-
kapitalisatie niet bevreesd te zijn.

Coöperatie heeft met trusts en kartels te maken,

hetzij als leveranciers, hetzij als tegenstanders. Reeds

menige poging is van die zijde gedaan om de ver-
bruikscoöperatie te fnuiken. De georganiseerde pro-

ducenten leggen aan ‘hunne afnemers de verplichting

op bij de distributie van ‘het vanhen betrokken artikel

zich te ‘houden aan bepaalde voorwaarden, anders

wordt hun niet geleverd. Zij stellen bijvoorbeeld den
detailprijs vast en verbieden den detajillist daarop

korting te geven. Soms gaan zij nog verder, zij weige-

ren aan coöperaties te verkoopen en verbieded ook

aân hun afnemers om dit te doen, bewerende, dat de

coöperatie ‘aan haar leden reductie op de prijzen geeft.

Een voorbeeld hiervan levert de Vereeniging voor

den Boekhandel, die den bij haar aangesloten uitgëvers
– en dit zijn de meesten, daar de meesten tgelijk

boekhandelaar en uitgever zijn – verbiedt aan coöpe-

ratieve vereenigingen te leveren. In dit geval is de
strijd nog te ‘begrijpen, omdat d’e boekhandelaren de

concurrentie van ‘de coöperatieve vereenigingen heb-

ben te vreezen. Doch wanneer een fa’biikant weigert
aan
haar te ver’koopen – en ook dit komt menigmaal

voor – dan doet ‘hij dat uitsluitend om zijn andere

afnemers, de winkeliers, te gerieven. Hier is dus geen
rech’tstreeksch klassehelang ‘aanwezig, doch heeft men

te ‘doen met een gevoel van saamhoorigiieid tusschen
twee groepen.

Bij de coöperatieve vereeniging behoeft echter,
tenzij zijop rechtatreeksehe prijsverlaging uit is, geen
principieel bezwaar te bestaan tegen het verkoopen

van artikelen met een bepaald handelsmerk voor een

uniformen prijs. Het is haar tactiek om tegen den
marktprijs te verkoopen en zij heeft geen belang bij
prijsverschillen, integendeel vaste prijzen zijn ook

voor haar een voordeel. Hot argument, dat zij zich
sdhuidig zou makeb aaj verkoop beneden den markt-prijs door het geven van rabat kan ook niet met recht
worden volgehouden, tenzij zij ook dividend aan niet-
leden uitkeert.

Het overschot, dat de exploitatie aan de coöpera-
tieve vereeniging laat, wordt ohder haai leden ver-
deeld, doch welk verschil maakt het voor den fabri-
kant, dat die verdeeling naar den nia’atstaf ‘van hot
verbruik en niet naar dien van het kapitaal plaats
heeft? Zooais in elke onderneming gaat het exploita-
tieoverschot naar de aandeelhouders; bij de coöperatie
ontvangen dezen echter over het dooi’ hen gestorte

inleggeid slechts een vast percentage, de rest wordt
op andere wijze verdeeld. Werd alles naar den maat-
staf van
:het
inleggeld uitgekeerd, dkn zou het door
dezelfde personen worden genoten, alleen zou er ver-

schil zijn in het bedrag, dat ieder individuëel Ont-
vangt. Er wordt zoo weinig aan gedacht rabat op den
prijs van een ‘bepaald artikel te geven, dat het zeer
wel mogelijk is, dat iemand dividend ontvangt, tot
weIks vorming is medegewerkt door het exploitatie-
overschot
up
den verkoop van een artilel, dart hij zelf
in het geheel niet heeft afgenomen.

In de meeste gevallen heeft een aanval, op de coöpe-
ratie gericht, geleid tot hare groo’tere ontwikkeling.

De ‘besturen worden daardoor geprikkeld tot grootere

activiteit, het solidariteitsgevoel ‘der leden wordt
opgewekt. Waar er geen sprake is van monopolie der
grondstoffen en het gaat om vervangbare artikelen
(dus niet ‘bv. m boeken, zooais boven vermeld), zal de
afsnijcling van den toevoer van een bepaald product
er toe leiden, dat gezocht wordt naar een ander arti-
kel; dat het kan vervangen of dat de productie zelf
ter hand wordt genomen. De verbruikers in de coöpe-
ratie georganiseerd kunnen daartoe zoo’wel het kapi-

3
December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1103

FA

taal als den arbeid leveren. Er is in de coöperabie van

heide factoren een groote stille reserve en menigmaal
is het juist de prikkel van ‘buiten die ontbreekt om

die reservo actief te maken. Eer voorbeeld van •dergeiijken strijd heeft zich ge-

durende de crisis hier te lande voorgedaan, toen de
georganiseerde diukkersbedrijven cle typografenver-

eeniginigen, met wie zij een collectief contract hebben,

er toe wilden brengen de coöperatieve drukkerijouder•
nom i ogen, die i’iare afnemers in de winst laten doelen,

te boycotten.
Men kent het beginsel van ,,economische bedrijfs-

organisatie”, dat Prof. Veraart het eerst tot grond-

slag heeft weten te leggen aan de overeenkomst tus-

schen we:Lkgevers en werknemers op dit gebied: on-

dein cme
t
en arbeider hebben een gemeensohappelijk

belang, dat de prijs ‘van het product zoo hoog moge-
lijk zij.

Tegen dit beginsel komt gelukkig allerwegen verzet.

ie tegenstelling kapitaal en arbeid zou er ontegen-

zegl.ijk dooi wonden verzwakt, zoo zij niet geheel zou

worden opgeheven; de ondernemer zou om zoo te zeg-
gen bereid zijn elk loon te betalen, mits hij ‘de kosten
maar
0])
den consument zou kunnen verhalen. De te-
genstelling producent en consument zou daarentegen,
tot liet uiterste worden opgevoerd. De prikkel tot eco-
nomisch werken, lostenbesparing, verbetering van
het product, zou geheel worden weggenomen.

Een dergelijke ‘wijze van werken is rechtstreeks ge-
kant tegen hot beginsel der coöperatie, waarmede
Prof. Veraart ‘dan took openlijk den strijd ‘aan’bin’dt,
zooa’l’s blijkt uit zij.n praeadvies voor ‘het ‘derde R.-K.
mid’denstandscongres (De middenstand en •de econo-
mische bedrijfsorganisa’t,ie). Niet alleen, dat ‘hij de
verbruikscoöperatie bestrijdt, doch hij verzet zich ook
tegen de mni’ddenstan’dscoöperatie, althans op ‘den duur.
Hij wil •aankweeken het solidariteitsgevoel tuaschen
winkelier, grossier, fabrikant en producent van grond-
stoffen. Hij wil, dat de winkelier zal trachten op de

been te komen met ‘de ‘hulp van de fabrikanten en
grossiers en derhalve die groepen zal ‘eer’biedigén. Wel
wil hij echter ‘de winkeliers, zoolan,g de toestanden
zich niet radicaal wijzigen, ‘ook aan het wapen ‘der
coöperatie helpen.
,,i’aa.r,” zoo gaat ‘hij voort,
.1)
,,’d’at ‘neemt niet weg,
dat ik onomwonden mijn ‘niee.ning kan zeggen over
de eindehijke’doelmatigheid van het ‘middel; ‘dat i’k
mij zelfs ‘genoodzaakt zie te waarschuwen tegen de
gevolgen, die de ‘toepassing van ‘de coöpera’bie op den
duur met zich zal voeren. Ik zal tdaarbij groote be-perking in acht nemen.

En dan zij maar ‘aanstonds vooropgesteld, dat het
middel der coöperatie een’wapen is van den klassen-
strijd,
dat ‘dit middel •den winkelstand wel in handen
kan
worden gegeven
om
ZiCib
tegen den aanval van
andere klassen te veriv eren, ‘maar ‘dat ‘zoo’dra ‘de eco-
nomische maatschappij zich voldoende in organische
richting ontwikkeld ‘heeft,
zoo spoedig mogelijk van dit middel afstand moet worden gedaan.
2)

En verderop zegt hij, dat alles van zijn plaats is
gehaald ‘door de coöperatieve gedachte: ,,Het ‘bedrijfs-
leven is er ‘door geworden één verbitterde klassen-
strijd: verhru’i kscoöperatie, in’koopcoöperatie, ‘coöpe-
ratieve verzekering, productiecoöpera.tie en de zelf-
sta’ndige productie en ‘distributie, het stormt alles op
elkaar in., – laten Ave er •bijvoegen, ten zeerste tot
schade van de leden onzer ma’a’tschappij, als produ-
cent en als consument bekeken……

,,Tot welk een afschuwelijke ‘ontbinding van de eco-
nomische maatschappij zou de coöperat’iegodachte wel
voeren, indien zij ‘onbelemmerd kon voortgaan!”
Professor Veraart ‘verwijt ‘den, ‘verbruikers, ‘die zich ,coöperatief or’ganiseeren, idat zij ‘vergeten, ‘dat zij ook

een plaats innemen in ‘de productie en er dus ‘belang
bij hhbeu, ‘dat de prijzen :hoog zijn. Men zou omge-

Blj.dz. 13 van het Praeadvies.
De cureiveeringen zijn in den tekst zelf.

koerd kunnen vragen of Prof. Veraart niet verget,

dat alle prodrcen’ten ook verbruiker’s zijn en ‘dat dus
het wapen, dat ‘hij ‘voor hen ‘smeedt, zich tegen hem

zelf ‘keert. Welk een afschuwelijke ‘oneconomi’sche

maatschappij zou ‘het zijn, indien alle ‘bedrijven naar
zijn idee ,,econ’omiseh” waren georganiseerd!

‘.Men klaagt over de onèconomi’sche wijze va’n wei-
ken van overh’eidsbed’rij’en, ‘doch als het te erg wordt kan de ‘belasting ‘betalende ‘burger zich nog laten gel

den, ‘hoe zou echter geklaagd worden over de wijze

van werken in de economisch georganiseerde maat-
schappij, waarin de verbruiker wordt beschouwd als
ta’ill’able et corvéaib]e ii merci.

De werknemers in ‘de dru’kkers’hedrjven zijn geluk-
kig zoo verstandig geweest ‘om niet uit het oog te ver-
]iezen, ‘dat, ‘indien zij hunne medewerking verleenden

om ‘de ‘coöperati’e te ‘bestrijden, zij zich ten slotte tegen
zichzelf ‘keerden. De aanval i’s mislukt. Was hij daar-
entegen geslaagd, dan zou ongetwijfeld het gevolg

hiervan zijn geweest, ‘dat de verbrui’k’scoöeratie voor

eigen ‘behoeften zelf een of meer ‘drukkerijen zou
hebben opgericht, zooals idie ook in het buitenland
worden aangetroffen.

Zooals ik reeds eerder zei’de
1)
is voor rechtstreek-
sche en ‘onmiddellijke prijsverlaging van ‘de ver’bru’iks-
coöper’atie niet zooveel te verwachten, omdat zij niet
alle factoren ‘heheersoht, die daartoe noodig zijn,
doch have geh’ecle werkzaaimiheid is op ‘dit doel ge-
ii,cht, omdat de leiding in handen is van hen, die
bij lage prijzen ‘belang hebhen, de verbruikers zelf.
‘Ti1
de coöperétie echter met Icans top succes ‘den

strijd aanvaarden, dan zal zij in menig opzicht de
werkmethodes van haar tegenstanders moeten navol-
gen. Zij zal er naar moeten streven elk stadium, dat

de goederen moeten ‘doorlo’open alvorens bij den ver-
bru’iker te komen, onder ‘haar contrôle te ‘brengen.
Zij zal da’artoe nog veel moeten ‘leeren, maar het bui-
tenland, met name Engeland en Schotland, heeft
daartoe het voorbeeld reeds gegeven en ‘de coöperatie

heeft, zooals gezegd, in deze voor boven ‘de tru’st, om-
dat ‘zij ide verantwoordelijkheid kan v’eedeelon. Een
b’clangrijke stap in de goede richting zou w’or’den ge-
dan, indien een ‘bel’angengemeenschap kon worden
geschapen tusschcn ‘de landbouw- en’zuivelcoöperatie
ei de ver’brui.kscoöperatie.
‘ROMEYN.

VE1?H0 0 ODE SF001? WEGTARIE VEN. II.

De bewering, in het voorgaand n’uniimer onder
bovens’taanden titel neergeschreven, dat de uitkomsten
van ‘het ‘spoo’r’oregbe’drijf de zoo belangrijke ver)hooiging
der spoor’wegtarieven alleszins wettigen, vereischt nog
eenige toelichting.

Z’ooals ‘bekend, zijn de uitkomsten van dat bedrijf
hoor te lande, althans sedert 1890, nooi’t schitterend
geweest.

Blijkens
‘liet
Verslag der in 1908 ‘ingestelde St’aats-
commissie, ‘die rapporteeiide omtrent den financieelen
toestand van ‘het spoo’rwegbedrjf hier te lande, keer-
den, de ‘be,i’d,e eenige valirie exploitanten ‘sedert ge-
noemd jaar gemiddeld een ‘dividend uit van 3,80 res’p.
3,48 pOt. Nietitogeustaande de eigenaar van het over-
groo’te deel van ‘het spoorwegnet – de Staat’— zich
niet een nog ‘heel wat geringere rente van zijn spoor-
weg
k
ap
it
aa
l tevreden stelt en de paohtvoorwaarde,u
zoo weinig onereus zijn, ‘dat de Staat jaarlijks eonige
miltioenen op zijn spoorwegkapitaal inteert.

Aangezien de bedoelde Commissie in haar rapport
(bladz. 58 cv.) ook een blik in de toekomst trachtte

te slaan en daarbij uit de 10 aan 1908 voorafgaande
jaren poogide af te leiden hoe ‘het over 10 jaren m.a.
w
r.

int 191,8 globaal met de spoo’rwegf:inanciën zou staan,
i ‘het niet onaardig de onderstellin,g d’er Commissie,
die uiteraard niet de lJmwertung aller Werte kon
voorzien, welke in het op haar verslag volgende clecen-
I’iiu’in zou plaats ‘grijpen, eens te vergelijken niet de

1)
Zie ,,Coöperatie 1″, pag. 1076.

51

1104

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

werkelijkheid zooais zij
zich
in het verslag der beide

spoorwegmaa’tscihappijen over 1918 afspiegel’t.

De Commissie ging uit van de on’derstelling, dat de

ontvangsten in de eerstvolgende 10 jaren gelijkelijk
zouden stijgen als in het voorafgaande decenninm,

in welk geval de bruto-ontvangsten in 1918 bij de

beide maatschappijen
f
71.663.461 zouden bedragen;
zij erkende echter daarnevens de mogelijkheid van een
progressieve stijging, :in welk geval de hruto’s voor

1918 op ruim 80 millioen werden geschat.

De werkelijkheid gaf het cijfer van
f
120.238.838,

dus 50 pOt. ‘honger dan het hoogste cijfer der Com-

missie.
Dit, vroeger ongekend, ontvangstcijfer, nee.rko-

me’nde op ruim
f
96 per dagkilometer, hetwelk voor

het loopende jaai’, blijkens de in de Staatscourant

verschenen cijfers, wel de f 100
zal overschrijden, is

te ‘merkwaaridiiger, omdat het is bereikt in een tijd

waarin het verker met het buitenland nagenoeg stil-
staat, een .groot ‘deel van het vervoer, o.a. dat tussehen

de ‘z.’g. natte plaatsen, opzettelijk naar den waterweg

is afgeleid en voorts de vervoede goederen grooten-
deels be,hooren tot de relatief rinder vrachtgevende,

zooais steen- en bruinkolen, hetgeen tot op zekere

hoogte ook voor ‘de reizigers geldt, wegen’s ‘het nog steeds zeer groole militair vervoer, hetwelk tegen de
zoozeer gereduceerde militaire vraohtprijzen geschiedt.

Bij de interestrekening meende de Commissie met
het oog op den acihjterstanjd in de uit’breidi’agswerken

voor de volgende jaren op een grootere stijging van
den rentelast te moeten rekenen dan in de vooraf-
gaande jaren had plaats geJhad en kwam voor het
geval van progressieve stijging tot een bedrag van

f
13.351.437 in 1918. In werkelijkheid is di’t cijfer

f
11.467.053 gebleken, een meevaller, die
zich
gereede-

lijk laat verklaren ‘door dan rem.menden invloed, dien
de oorlogsjaren hebben uitgeoefend op de aan’schaffing

van rollend materieel en de uitvoerig van werken.

Dat onldan.ks ‘deze beide gunstige factoren – de

enorme stijging der ontvangsten en het relatief dalen-

de cijfer van den rentelast – de uitkomsten dusdanig

zijn, dat de Staat, teneinde de maatschappijen in staat
te stellen aan hre verplichtingen te voldoen en eene

uitkeering van 3 pOt. over haar maatschappelijk kapi-
taal aan aandeelhouder’s en van 1 pOt. aan ‘het reserve-
fonds te idoen, over 1918 eene uitkeering van ruim

4 millioen aan ‘de ‘maatschappijen ‘heeft
moe
t
en
doen,

is te wijten aan de ‘buitennporige stijging ider exploi-
tatiekosten, die sedert 1908 per jaarkilometer meer

dan
ver
d
u
bb
e
ld, per treinki’lometer zelf’sverviervou-

di’gd zijn.
Ook de genoemde Oonimissie, ‘de groeikracht der
sociale ‘kwaitie beseffende, meende, ondanks het toen-
maals zeer ‘sterk streven naar bezuining niet op eene
verbetering ider, in vergelijking met elders, hier te
lande zeer ongunstige verhouding tusschen exploita-

tiekosten en bruto-ontvangsten te mogen rekenen.

De opmerkelijke ‘verlaging van den exploitatie-

coëfficiënt ‘in de op het verschijnen van het rapport
volgende gunstige jaren scheen aan’vanikeli,jk ‘de
vrees dér Commissie te logenstraff en; wellicht ware,
indien de oorlog niet ware tusschenbeide gekomen
en de fusie ook ‘zonder dat ware tot stand gekomen,

de idaaruit v’oortspruitende, ongetwijfeld belangrijke
besparing op de exploitatiekosten in staat geweest om
de •onon.twij’kbare verbeteriii,g der loon- en andere
dien’stvoonwaar den eenigermate ‘te n eutraliseeren.’
Thans is echter de exploita.tie-coëfficiënt in verte-

lij’kin’g met 1908 met ruim 10 pCt. gestegen.

Volgens kolom 15 van staat 8 vai het verslag der

beide spoorwegmaaitsehappijen bedraagt’hij voor, 1918
82,14; aangezien daarbij echter niet als explbitatie-
kosten zijn aangenomen de penisioenlasten en de
afschrijvingeu’op ‘het roliend ‘materieel, zal hij, indien o’vereenkomstig het verslag der Staatscommissie, ook
deze on’der de exploitatiel,os’ten worden gerekend,
zeker nog een 3 A 4 procenten hooger komen.

Deze wanverhouldin’g is in ‘hoofdzaak te wijten aan

de exorbitante
stijging
der koléniprjzen en der perso-

neelkosten, ‘twee factoren, waarvan juist het spoor-
wegbedrijf uit zijn aard een zoo groot en veelal zoo

weinig intensief gebruik maakt.

Van deze ‘beide is
ongetwijfeld
de tweede het meest

bedenkelijk; van de kolenprijzen mag althans worden

aangenomen, dat
zij
op ‘den duur niet op ‘de tegen-

wooi’d’igo hoogte zullen
‘blijven,
al dient niet uit het

oog te worden verloren, ‘dat in de huidige ‘beperking

van 1het âantal en de snelheid der treinen eene bpa-

ring is gelegen, die op den iduur eveneens zal ver-

dwijnen en dan ,’de eventueele verlaging ‘der ‘kolen-

prijzen weer ceni’germ’ate zal neutraliseeren.
Van de personeelkosten valt echter ‘het omgekeerde

te vreezen,
zij
zullen zich – ook relatief – in sterk

stijgende lijn bewegen.

Men leze slechts ‘de cijfers, welke ‘ter zake worden

genoemd in de Memorie ‘van Toelichting op het “on-

lang’s ingediende wetsontwerp No. 232, waarbij de

spoorwegmaatschappijen de voorgenomen plaatskaar-

‘tenbelasting afkoopen idoor eene verzwaring harer
pens’ioenlasten.

De bedoelde verzw’aring van den jaarlijksc’hen pen-

sioenlast word’t daarbij voor 1920 reeds op ten minste

f
1.650.000 geschat, doch tevens wordt daarin terloops
medegedeeld, dat de onlangs tot stand gekomen loons-

verhoogi’ng, welke dus nog niet in ‘het verslag over

1918 en ideu bovengenoemJden exploitatie-coëfficiënt is
tot uitdrukking gekomen pl.m. 20 millioen bedraagt,

en het totale loonbedrag ‘daardoor reeds tot

f
56.200.000 is gestegen, welk loonbedrag nog me,t

3 miiioen zal
‘stijgen
door de iii gang zijnde invoering

van den wekeljkschen rustdag, eene schatting, welke

nog
Vrij
‘matig ‘schijnt, indien men ‘bedenkt, d’at vol-
gens ‘de meidedeeling van Minister König ‘bij de, be-
spreking in de Tweede Kamer in het voorjaar van

den toestand van het spoorwegpersoneel, ‘deze invoe-

ring alleen reeds eene vermeerdering met pl.m: 2400

man cischt. Wanneer men nu voorts in het oog ‘houdt,
dat ‘tegen einde 1920 reeds weder eene nieuwe her-

ziening der l’oonregelin’g is toegezegd en ‘dat de invoe-
ring van den 8-urigen werk’dag ook voor het spoor-
wegpersoneel voor ‘de ‘deur staat en ‘denkt aan ‘de ,uit

dat alles wederom voortspruitende nieuwe pensioen-
lasten, dan is ‘er een groote dosis optimisme noodig
om eene verlging ‘van den exploitatie-coëf’Eiciën.t te

verwachten.

Daarnevens ‘kan een stijging van den rentelast, te
sterker na ‘de relatieve ‘daling ‘der ‘laatste jaren, niet

uitblijven.
Immers valt een groote ‘achterstand in ‘te halen,
zoowel wat het rollend ‘materieel ‘betreft, w,arbij bo-

vendien ‘op eene ondersteuning van het wagenpark met
buitenlan’dsch materieel, zöoals voor ‘den oorlog, niet
meer valt te rekenen, al’s wat aangaat ‘de uitvoering
van werken, ten aanzien waarvan de destijds ‘door de

meergenoem’de Staatscommissie geconstateerde ach-
terstand nog ‘geenszins is ingehaald, veeleer verergerd.

De bedragen, welke than’s voor de vele noodzakelijke
stationsver’bouwingen, als te Gouda, Leiden, Hilver-sum, Apeldoorn, Groningen, Arnhem enz. en voor de

versterking en, verdubbeling van ‘spoorwegbruggen en
voor ‘de oplossing der ‘reeds zoolang hangende
‘0 trechtsdhe, Rotteiidamsche en andere s’tationskwesties
noodig zijn, geven cijfers om zelfs in de tegenwoordige
tijden van te duizelen.
Wel zal de Staat reeds direct een deel van den daar-
uit voortvloeien’den rentelast op zijn breeden ruig moe-
ten nemen, doch waar deze voor den’af’bouw van
on’derhand’en zijnde en ‘den aan’bouw van nieuwe secun-
daire spoorwegen, ,ja zelfs voor het in stand houden
van de bestaande tramwegen reeds zoo diep in ‘den
buidel zal ‘moeten tasten, ‘zaLhij toch ook dikwijls de
op zijn zak terende pachters naar het nog steeds be-

staande pachtcontract ‘moeten verwijzen.
Wanneer ‘dan ten slotte wordt bedacht, dat de Maat-

December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1105

schappijen voorshands het voor dit alles benoo’di.gde

geld niet meer tegen de rente zullen kunnen verkrij-

gen, waarop zij tot dusverre het grootste deel harer

leeningen hebben geplaatst, idan schijnt met al het

bovenstekn’de de bewering, dat de .tarief’verhoeging
niet oii.gemotiveerd is te achten, voldoende igestaafd.
Niet alleen echter van tarief’verhoog’ing zeil hulp
mogen en, vooral hier te lande, kunnen worden ver-

wacht. Ingrijpende maatregelen tot bezuiniging op de exploitatiekosten zullen waarschijnlijk noodig zijn.

Electrificatie van drukke lijnen, wijziging van •de

zeer gebrekkige en veel personeel’ ei•schen’de wijze van
iberemming ‘der goederen.treinen, vereenvoudiging van

het 3-klas’senstelsel, waardoor op vele lijnen veel en-

noodig’ dood gewicht wordt meegesleept, zouden zeker

eene aanzienlijke besparing op kolen- en personeel-

kosten geven. –
Met 1 Janu’ar.i a.s. neemt de vordering ‘der spoor-

wegen en daarmede de Staatsgarantie een einde.

Met belangstelling zal zijn af te wachten of het dan

voor ‘het eerst op eigen krachten aangewezen ver-
‘eenigde bedrijf der Ned. spoorwegen in staat zal zijn

den moeilijkheden het hooM te bieden, dan wel ge-
bruik zal ‘moeten maken van het gedurende de vorde-

rin.gsj aren uitgeschakelde recht om bij al te slecht

rendement het ‘bijltje
er
bij
neer te leggen. Hd.

HET CANADEESCHE SF0 ORWEGVRAAG-
STUK EN DE OVERNEMiNG DER GRAND

TRUNK.

Nadat in 1867 het Dominion of Canada was ont-
staan door vereenigin;g van rverschillende Britsche
koloniën, sloot Bri’tis’h Columbia, de kolonie aan de
Westkust, zich in 1870 bij het nieuwe .geenebest
aan onder voorwaarde, .dat een spoorweg van ‘kust tot
kust zou worden aangelegd. Na vele jaren voorberei-
ding geschiedde zulls ‘door ‘den aanleg der Oanadian
Pacif ie Railway (C.P.R.), waarbij ook Hollandsch
kapitaal in ruime mate betrokken was. Hier te lande
is men zulks vrijwel vergeten, in. Canada echter niet,
te meer daar een der vooraanstaande C.P.R.-ieiders de

Hollandsoh-kmenikaan.sche ingenieur William van
Home was. De totstandkoming der C.P.R. beteekende
den aanvang van het moderne Canada.
Na moeilijke jaren te hebben doorgemaakt., kwam
als resultaat van Van Home’s onvermo’eid streven bij
het begin dezer eeuw eindelijk het tijdperk van groo-
ten bloei, waarbij overtuigend bleek, dat een spoorweg

van kust tot kust reden van ‘bestaan had. Gezien de
groote vruchtbaarheid ‘der. pra.irie en ide te ver-
wachten bevolkingstoenerning, meende men, dat meer-
dere verbindingen reden van bestaan ‘hadden. Boven-
dien speelde de nationale trots daarbij een rol: men

wilde een transcontinentale verbinding, geheel over
Canadeesch grondgebied (‘de C.P.R. legde haar ‘hood-
lijn door den Staat Maine, om •op die wijze een korte
verbinding met de Oostelijke havensteden te krijgen).
De verwezenlijking dier ,,afl Canadian route” hoopte
men te vinden in den aanleg der Grand Trunk Pacific
(G.T.P.), als dochtermaatschappij der Grand T,runk Railway (G.T.R.), die in den loop der jaren een om-

vangrjk net dn Ontirio, Quebec en ‘het Noord-Oosten
der Unie ‘had verkregen (Detroit, Chicago, Portlan’d
enz.). De gevraagde concessie werd zonder bezwaar

verleend, doch daarbij de bepaling gemaakt, dat

slechts Canadeesch materiaal mocht worden gebruikt.
Ook moest het ‘wegbed, in tegenstelling met de C.P.R.,

ineens een definitief karakter dragen en waar door

beperking •der Aziatische imrnigrat.ie slechts blanke

werkkraeh’ten tegen hooge bonen konden worden ge-
bruikt, werd de aanleg ‘der G.T.P. een zeer kostbare
zaak. Tevens ‘kreeg zij er een onverwachte concurrente
bij, ‘de Canadiian Nor’thern (C.N.R.).

Tegelijk toch met ide G.T.P.-plannen kwamen
Mackenzie en Menu, de C.N.R.-leiders, met een

,,transconti’nental” voor den dag, .gebateerd op hun

oorspronkelijke. spoorwegonderneming in Manitoba.
De hoodroute – werd gekozen door de Noordelijke
prairie, door igunstig gelegen districten. Waar de

C.P.R. een gunstige Zuidelijke route bezat, kwam de

G.T.P. tuisschen beide in te liggen en liep door’min-

der vruchtbare lanidstreken, terwijl zij tevens , haar eindpunt koos in Canada’s Noordelijkste ijsvrije ha-
ven, Prince Rupert. Daardoor had zij wel de ‘beste

verbinding met Oost-Azië, doch v.00rloopig waren de
andere ondernemingen, die in Vaaicouver de kust be-
reikten, ver in het voordeel. Tevens was het Noorde-

.lijk deel van British Co’lu.mbia nog vrijwel een wil-
dernis, terwijl het Zuiden door, zijn vruchtenteelt
reeds locale vrac’hten opleverde. Daarbij moest de
G.T.P. ‘het in den strijd om concessies voor zijlijnen

afleggen tegen hare mededingsters, terwijl
‘de noodige

fondsen voor aanleg van zijljn,en slechts met groote

moeite verkregen werden. De financieel sterke C.P.R.
ondervond niet ‘den misten last, terwijl de C.N.R.
zich ‘de medewerking van vQrschillende provinciale

autoriteiten wist te v’brzekeren, ten koste der Graud

Tmunk-plannen.
De aan zijtakken ar’me hoof’dlijn ‘der G.T.P. was
daardoor een ‘steeds met verlies werkende ondemne-

m,in’g, doch i.n de ‘hoop dat ‘het sioedig beter zou gaan,
pktte de (.T.R. voor den oorlog steeds de tekorten.
bij. Het bleek echter, ook na voltooiing der hoodljn

(in 1914), ‘da’t er van winst geen sprake was, terwijl
er nog een tweede teleurstelling ‘te vermelden viel.

De Oostelijke sectie toch, van Winnipeg naar Mciie-
ton (New Brun’sw’ick) in vrijwel rechte lijn door het
oiivruch’tbare Noord-Ontario aangelegd, bleek zoo kostbaar, dat ‘toen de regeering (die deze route had ‘aangelegd onder een ‘huurovereenkomst ton gunste

‘der G.T.’P.) nakoming ider pachtvoorwaarden vroeg,
waarbij de jaariijlksche vergoeding op 3 pCt der aan-
legkoirten was bepaald, de G.T.P. moest berichten, dat
jij het contract niet kon nakomen. De aanleg toch
kostte in plaats van de geraaih’de $ 61.000.000, niet

minder dan $ 159.000.000, hetgeen de huur tot een
nimmer goed te maken peil opvoerde.

Deze Oostelijke sectie, bekend onder den naam Na-
bional Transcontiunental, is ‘daarop door de regeering
in exploitatie genomen, doch daarmee sneed ‘de Graixd
‘Trunk haar eigen onjdemnenring in een Westelijk stuk,
d.e G.T.P. en een Oostelijke divisie, de G.T.B., zoodat er
van een transcontinen.tale lijn geen sprake meer was.

t

OwEl

1106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

December 1919

Inmiddels had d.e oii’twrich’ting dor geidmarkten
het voor de G.T.P. onmogelijk gemaakt, haai bedrijf

verder uit te hri’cicai door aanleg ‘van zijlijnen. W.oi:i.s-
vaar verleende de regeering haar in 1.914 een voor-

schot van $ 6.000.000, doch dit bleek totaal onvol-

doende, noodat ‘in 1916 een commissie werd ingestéld,
• tot onderzoek der geheele spoorwegkwestie, daar in-

tusschen de O.N.R. eveneens in fi’nitnei’eele moeilijk-

heden was geraakt. Deze commissie kwam echter nit
tot overeenstemmi.n,,g, zoodat twee rapporten aan de
regeering werden inigezonidan.
1)

Beide rapporten lieten •de Canadian Pacif ie t.o’teii.l
onaangeroerd, doch terwijl Sm’iith (de New York Ceti-

tral-presi.dent) het particuliere karakter der beide

andere ondenamingen onaangetast wilde laten ei

haar verdere hulp wilde verstrekken – waarbij hij
ter betere exploitatie voorstelde, de G.T.P. ten Westtii

van Wininipeg aan de O.N.R. oer’te geven, terwijl de

Oostelijke sectie dezer laatste onderneming aan di
G.T.R. zou worden overhandigd— oordeeldea :Drayton

en Ackworth, de andere leden, dat de Granid Trunk’-

lijnen, zoowel als ‘het Canadian Northern-systeem, in
staatseigendom moesten overgaan.

Het gouvernement volgde echter geen der beiderap

poi’ten: het nam de C.N.R. over tegen arbitraigeprijs
doch liet de Granid Trunk-.systemen bestaan en ver-
schafte nog eens financjeeien ‘bijstand: Onder de oor-

logswetgev ing werden ook de j aa rlijksche tekorten

verder door de regeer.ing voorgeschoten, om de mant

schappijen niet geheel van kasmi’ddelen te ontblo.ten
doch op dan duur kon zu]ks natuurlijk niet doorgaan;

zoodat liet lang verwachte «Ln’deiijk gebeurde, toen in

Maart ji. de G.T.R. aan de regeering berichtte, dat
zij niet in staat was verder de zorg voo’i de G.. P. op

zich te’ nemen. Daarop volgden onderliandeii.ngen;
welke echter door het ingewjkkeld financieel systeem,.
waarop de G.T.P. gebaseerd is, lang niet geniaikkelijk
waren en welke ten slotte deden besluiten om tot

naasting ‘der Grond Trunk-lijnen over te gaan. ,

•De financieele band ‘tussehen de beide maatschapi
pijen toch is zeer gecompliceerd. De G.T.R. is een goed
1

te overziene onderneming, daar zij naast (eenige cate-.
go’rieën) ireferen’t en gewoon kapitaal verschillende

obligatieleenin,gen ‘heafit uitstaan op hare eigen lijneu.
of ten laste van gecontroleerde ondernemingen. De

moeilijkheid voor de G.T.R. zit echter in hare garan-
ties ten behoeve der Pacif.ic-ljn.

Deze laatste, wier gehee.le kapitaal in handen derh
moedermaatschappij ijs, werd aangelegd uit de op-

brengst van verschillende obii’gatieleeningen. Voor
de prairiesectjie gar’andeerde het Canadeesche gou-

vernement obligaties tot een bedrag van $ 13.000 per!
mijl, voor de sectie door het Rotsgibeirgte ging dit
tot drie vierden der aanlegkosten, terwijl ‘voor de rest!

van deze sectie de provincie British Columbia assis-”
tentje verleende. Daarbij gaf ‘het Dominion-gouver-
riement nog verschillende algemeene voorschotten

(o.a. in 1.909 en 1913) in den ‘vorm van aankoop
van’
obligaties, dan wel ‘door dergelijke schuldbekentenj,s- a
san gedekt. De zijlijnen in ‘de prairie, voor zoover aan-

wezig, zijn gebouwd uit obligaties, welke ‘door pio- s
vinoiale gouvernementen zijn gegarandeerd. In ruil
voor dergelijke garanties kregen Dornin.ion en pro-‘
vincies h
yp
o
thi
ca
i
re
vorbanden op ‘hoofdlijn en zij-
lijnen, welke dan, weder door ‘de G. T. R. werden .gega-
t
randeend. ‘Op ‘die wijze rusten ‘b.v. op’ de hood’dlijn niet
minder dan vijf hypotheken, zoodat het te begrijpen

valt, dat, toen eenmaal de finanoieele toestand te

wenschen ging overlaten en verschillende garanties
effectief werden, zeer ingewikkelde verhoudingen
ontstonden, waaruit niemand een oplossing
wiSt
th”
v.inden. Daarbij kwam, ‘dat ‘de provincie Saska’tchewan
begon te dreigen met inbeslagneming van de zijljnen,

waarvoor zij garantie had vers’t.i’ekt, en ook British
Oolu’mbia begon daartoe aanstalten ‘te maken.
‘) [Vergelijk
jaagang 1917, pag. 401, 460, 679 en 953.
– Red.]

Aangezien cle regeering van ‘het Dominion reeds
groote Posten obligaties in han:den had, kwam men er

noodgedwongen toe, de oplossing van ihet Probleem
te zoeken in ‘de richting van aankoop ‘door den Staat.

Uit iief de voor isrtaatsexploitatie geschiedde dit niet,
want afgezien vat de weinig talrijke aanhangers van

deze theorie in Canada, begreep een ieder, dat de

naaste toekomst heel wat moeilijkheden zal brengen.
Men ziet zeer .god in, idat de Gran’d Trunk Pacific

nog langen tijd een blok aan het been zal zijn, ook

nadat d’e Canadia,n Northern reeds een winstgevende

onderneming zal vormen, doch om het faillissement

van een der grootste transpor’tcnidereminigen met liet
onvermijdelijk schokken van het Canadeesch crediet

te vermijden, was men wel gedwongen de ‘behulpzame
hand uitte steken.

Het resultaat was een overeenkomst tussohen lands-
bestuur en G.T.R.-beheerders, waarbij alle preferente
en gewone aandeelen der maatschappij tegen arbitra-
geprijs door ide regeering worden aangekocht, die

daardoor indirect ook de G.T.P. in handen krijgt.
Hoe die arbitrage zal uitvallen, valt nu natuurlijk
nog niet ‘te zeggen.

De exploitatie ‘der G.T.R. en G.T.P.-lijnen zal
wor

den toevertrouwd aan de Canadian National Rai]-
ways, ‘die aladan zullen omvatten de oude Canadian

Northern, ‘de National Transcontinental, de Hudson
Bay Railway, de Intercolonial (‘dit is een lijn in New
Brunsw,ick en Nova Scotia) en ‘de beide Graad Tru.nk-

systemen, ter ‘gezamenlijke lengte van ruim 20.000

Eng. mijlen, liet grootste spoorwegnet ter wereld .I’Iet
beheer daarvan is toevertsouwd aan D. B. Hanna, den

vroegeren general manager der C.N.R., die ui’t de ran-

gen i’s voortgekomen en een vooraan staand spoorw’eg-
specialiteit is.

Door deze combinatie vormen de Oanad.a.n Natio.nad
Railways een goed sluitend net over geheel Oana’da

en een ieder, idie zich voor het vraagstuk van staats-
exploitatie interesseert, zaF goed doen, gade te slaan,

hoe de machtige Oa.nadien Paciific zich houdt tegen-
over deze nieuwe onderneming. Hier zijn twee maat-
schappijen van gelijke kracht, de één een ipachtig
financieel lichaam, de ander gesteund door het cre-
«Eet van het energieke, ‘rijke Dominion. Weliswaar’
heeft ‘de Oanadian National nog te worstelen met on’

voldoende financieele resuijtarten, doch met grond

mag verwacht worden, dat hierin elk jaar verbetering
zal komen, dank zij ‘den toenemenden bloei van het
I)omiinion en de toeneming der’ bevolking.

Worden deze verwachtingen ‘vervuld, dan zal het

jonge Oanadeesche volk rijkelijk ‘beloond worden voor
den durf, dien het ‘toonde, toen het de verantwoorde-
lijkheid op zich nam ‘voor ‘zulk een reusach’tige onder-
neming als het Oana’d’ian National-systeem nu is.

P. VAN EYK.

DE INTERNATIONALE LUCHTVAART

CONVENTIE.

Buigen A-G.

Thans rest nog de bijlagen te bespreken van de door

de Geallieerden en Gea’ssocieerden in Parijs vastge-

stelde en onderteekende conventie tot regeling van
liet internationaal luchtverkeer. )

In ‘het geheel behooiien bij ‘het verdrag acht bijlagen,
welke gelijke kracht als ‘het verdrag zelf hebben, en
waarin uitvoerige ‘voorsdhriften gegeven worden betref-
fende de op liet lucihtvaartnig aan te’breaigen kenteeke-

nen, de eisdhen voor ‘liet afgeven van bewijzen van

iuchtwaar’dighejd en van geschikikeid, de scheepspa-pieren, kaarten, lichten, sigalen, verkeersregels, mete-
orologische inlichtingen, uiteraard dus voorschriften,
die nagenoeg uitsluitend van technischen aard zijn en ‘dus behoudens eenige algemeene opmerkingen
ter beoordeeli.ng
aan tech’nici moeten worden overgela-
ten. Het komt ons voor, ‘d’at zij met groote voorzich-

1)
Zie
Nos. 202 en 203 van
dit tijdschrift.

3
December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1107

tigheid opgesteld zijn. in vele gevallen van ontmoe-
ting in de lucht is voorzien, aan cle vermijding van

collisie op de landingsplaatsen is speciale aandacht
geschonken, eveneens aan de mogelijkheid van commu-

nicatie bij nacht en ontij tusschen het luchtvaartuig

en autoriteiten op den beganen grond; de eischen voor
toelating tot ht luchtverkeer zijn, zoowel wat het toe-

stel en zijn onderdeelen betreft als wat betreft de be-
man.ninig, verzwaard voor het geval personen of goede-

ren vervoerd worden; de meteorologische inrichtingen
zullen per etmaal twee- of zoo mogelijk viermaal over
de weersgesteldheid railporteeren en zelfs zullen gere-
geld speciale weersvoorspellingen metvermeld’ing van
al of niet geschiktheid van het weer voor de verschil-

lende soorten luchtvaartuigen worden uitgegeven.

Als leek vraagt men zich bij de lezing van deze
bijlagen wel eens af, of zij niet wat vooru.itloopen op
de behoefte, maar de bij uitstek deskundige Engel-
schen hebben een .gedetaii!ll eerde regeling blijkbaar

onontbeerlijk gevonden; Engeland heeft althans zei f

ook reeds uitvoerige technische voorschriften voor de

lucht;vaart in zijn luchtgebied gegeven.

Bijlage H.

De laatste bijlage bevat eenige :clouanebepalingen.

De noodzakelijkheid of zelfs de wenschelijkheid van
deze afzonderlijke regeling is ons niet duidelijk ge-
worden. De pii.ncipieele bepalingen waren beter op
haar plaats in het verdrag, vooral ook met het oog op
het hierboven aangewezen verschil tusschen verdrag
en hijlagen, wat betreft wijziging en. meeniugavor-

schil over interpretatie; en de niet-principieele bepa-
lingen lijken ons internationaalrechtelijk weinig be-
langrijk. Dat reisjournaal en ladingsmanifesten bij

aankomst en vertrek moeten worden getoond, dat bij
het vertrek de douanebeambte de stukken naziet, tee-
kent en de goederen verzegelt en bij aankomst de zegels
naziet en de verdere 1douaneverrichtingen uitvoert,
gelooven wij immers ook wel zonder internationale

overeenkomst; eveneens, idatde Staten uitzonderingen
kunnen
toestaan op een regel, idien zij
kunnen
maken

(ni. om speciale landingsplaatsen aan te wijzen voor
naar het buitenland vertrekkende of uit het buiten-
land komende luchtvaartuigen). Ook van de afzon-
derlijk (§ 12) gegeven transitobepalingen ontgaat ons

het belang. De bevoegdheid een land over te vliegen

zonder daling, nijits zioh houdende aan d aangegeven
routes, bestaat reeds dugevolge art. 15 van liet verdrag
en bchbefde hier dus niet gegeven te worden; de ver-
plichting daanbij, bepaalde signalen te geven, had,
indien men dit in zoo’n geval een noocizalcelijke rvoor,

wraard.e vindt, lij art. 15 van het verdrag niet mogen

ontbreken en was dan in deze bijlage eveneens over-
bodig; dait voor luchitvaartuigen, die op een doorreis
een land .aaindo’en, de gewone regel geldt, waarm’ede
de bijlage aanvangt: ,,luchtvaartuigen, uit het buiten-
land komende, moeten op de aangewezen douanelan-
di.ngspiaatsen landen”, spreekt zonder meer ‘van zelf
en behoedde dus niet nog eens in § 12 vermeld te
wordeii; evenzoo, dat de douanebeambten de papieren zullen naaien, hetgeen ook reeds uit § 5 van de bijlage
cci uit het verdrag zelf volgt (aett. 21 en 22).

Principiëel is bv. de bepaling, ‘dat de staten be-
paalde luchttoegangen kunnen aanwijzen voor uit den
vreemde komende luchtvaartuigen; dat van het lucht-
vaartu’ig zelf wèl, maar van de medegevoerde, voor

de reis benoodigde brandstof nièt invoerrechten kun-nen worden geëischt; dat als extra-straf voor overtre-
ding van ‘de bepalingen van deze bijlage de inschrij-

ving van het luchtvaartuig kan worden geschrapt; dat
de douanebeambten en in het algemeen alle vertegen-
w.00rdigers der openbare macht een vrijwel onbeperkt
visibatierecht van alle luchtvaartuigen en hun lading

zullen bezitten; dat het uitladen en overboord werpen
van alles, behalve ballast, kan worden verboden, uitge-
zonderd aan postluchtvaartuigen. Al ideze bepalingen
behooren, wat wijziging en interpretatie aangaat, zeker

niet achtèr te staan hij de bepalingen van liet verdrag

zelf.

De laatste drie der genoemde bepalingen hebben

bovendien ook lbeteekenis buiten het gebied der douane
en behooren ook om die reden in het verdrag zelf
thuis (en dan in een meer algemeenen en wat het
verbod ‘van eveihoond werpen betreft niet in faculta-
tioren, maar in imperatieven ‘vor,na). Het verbod van

oorw’erpeu over boord te werpen is immers ook non-

dig als veilighei’d!smaatregel, het onderzoek van ‘lucht-

vaartuigen en lading eveneens; dit kan als gewone

politiemaaitregei noodig zijn. En waarom alleen bij

overtreding van de idouanebepalinigen met schrapping

van de inschrijving van het luchtvaartuig moet wor-

den gedi.eigd, is niet goed in te zien. Wil men deze

straf – en daar ijs zeker wat voor te zeggen – dan
moet zij algemeen gelden, dus ook voor overtreding
van de bepalingen van het verdrag of van een der
andere bijlagen. Zoo zijn b.v., om een paal- voorbeelden

van belainigriji e bepalingen buiten de douanebijlage te
noemen, overtreding ‘rein het verbod, onrtplofbare stof-

f en mee te voeren of overtreding van de voorschriften
voor het uitwijken en liet voeren van lichten, overtre-
dingen, welke de openbare veiligheid in gevaar bi-en-
gen en dus niet minder belangrijk clan b.v. ontduiking
van een adini:nistratieve d ou anebepal ing.

Dat deze strafbedreiging alleen in de douanebijlage

voorkomt, is vermoedelijk een bewijs, dat men, hoewel
het ‘te onvooiideelig achtend het vervoer door de lucht
geheel vrij van invoerrechiten te laten, toch tegen
h anicli a’vi nig van douanetoezicht bij hot luchtvervoer

oi)ziet. O.i. is het ‘verstandig, mcli steeds helder yoor

oogen te stellen, dat smokkelen door de lucht uiterst
moeilijk zal zijn tegen te gaan; hoeveel moeilijker mmers nog dan liet smoklçelea over den beganen groi*i en wat heeft dat in de afgeloopen jaren niet een teleurstelling gegeven Aan afzien van invoer-
rechten zal in de togeirwoordige omstandigheden wei
geen Staat kunnen denken, het spreekt tdain ook van-

zelf, dat men begin:t niet de proef te nemen of hand-
having ten aanzien van het luchtvervoer mogelijk

is, en van do eerlijke luchtviaarders zâl men ook’ in
ieder geval liet verschulidiigide wol ontvangen. Verder
zal de practijk moeten loeren, in welkerichting deze
kwestie het best opgelost wordt, maar die richting
zal naar onze meeninig nooit zoo mogen zijn, dat men.
aan liet douanebela.ng moer aandacht schenkt dan
aan de openbare inei1igioiid, zoaaAss in casu liet geval
schijnt te zijn gewetst.

De wijze, waarop men het douanetoezicht volgens –
deze bijlage hoopt uit te oefenen, komt in hoofdzaak
hierop neer, dat ‘de luchvaarder gehouden is het
luchtgebied van een Staat niet binnen te gaan dan
boven bepaalde daartoe aangewezen grensgedeelten;
wenscht hij dat land weder te verlaten zonder landing,
dan heeft hij slechts de aangegeven route te volgen en
signalen te geven van afstand tot afstand; voor zijn vertrek naar een ander land en zijn aankomst in het
andere land moet hij gebruik maken van de aange-
wezen douane-landingsplaatsen en in beide gevallen
zich bij de autoriteiten . melden ter verifieering van
de papieren, waarbij in geval van goederenvervoer een
(iadiizgismanifest en een rlouaneverklaring moet zijn;
de goederen worden, voor zoover zulku is voorgeschre-
ven, v66r het vertrek verzegel’d, ‘de-autoriteiten heb
ben uitgebreide surveillance-bevoegdheden en het on-
;derweg uitwerpen of u.itladen van goederen kan ver-
boden worden. Voor eerlijke lieden is dit ongetwijfeld
‘voldoende. Maar voor eerlijke lieden is’ het ook niet

noodig, bepaalde routes voor te schrijven of een zeer
belemmerende extra landing en daar schijnt toch de
bepaling betreffende de aanwijzing van bepaalde
douanelandingsplaatsen wel heen te wijzen. Het is te

hpen, dat in de practijk alle of althans alle belang.
rijke laindi ngsplaatsen tevens douanelaridingsplaatsen
zullen zijn.

Het in de bijlage aangenomen beginsel, dat het

1108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

luchtv’aartui-g, waarmede mn aan komt vliegen, aa
invoerrecht onderhevig -is, kan ons uiet ‘bevredigen,
al is het ook ‘gematigd ‘door bepalingen in geval van

wederu-itvoer. Wij hadden liever het in igebruik zijnde
luch-tvaartuig geheel vrijgesteld gezien, desnoods met
een voorbehoud -ten aanzien van luch-tvaartuigen, die
-kennelijk slechts ter aflevering door ‘de lucht worden
aangebracht.

Zijn -er onder ‘de ‘bedenkingen, die wij aangaven,
zulke, dat zij een beletsel ‘voor toetredtinjg moeten zijn?

De -ernstigste achten -wij de te ‘groote beperking ten

aanzien van het sluiten -van de grenzen, de -bemoei-

lijking ‘van de toetreding ‘voo-r de (Jentraflen en de

uitsluiiti’ng 1,an niet-toegetreden staten. Ten aanzien

van deze plinten lijkt het ‘dus -wenschelijk een groote-
ref -aandrang ‘tot wijziging uit te oefenen -dau tea

aanzien van -de overige bedenkingen. Hoe ver -die
aandrang ‘ial kunnen gaan is -echter, ‘gezien den aard

der bezwaren, grootenideels een ‘kiwestie van politiek,
waarbij gegevens – wellicht aan de r,egeeriing ‘bekend

– betreffende de ‘houding der geallieerden een groo-‘ ter rol kunnen spelen. Blijkt wijziging -onmogelijk,

dan gelooven wij niet, ‘dat ‘het in ‘het belang van

Nederland zal zijn, zich daarom afzijdig te houden.

Overheidsbenioeiinge’a, uit het verdrag voortvloeiende.

Toetreding tot het verdrag -zal tot velerlei over-

heids-bemo-ei’i-ngen ‘aanleiding -geven, van -wetgevenden

zoowel als v-an anderen aard. De uitvoering’s-maat-
regelen van wetgevenideaf aard, waartoe het verdrag
verplicht, mogen hier eerst kort worden aangegeven.

Art. 2, waarbij het vreedzame internationale ver.

keer wordt gegarandeerd, maakt het ‘noodig een voor-
ziening ‘te treffen, waardoor ‘hinder ‘van ‘de ij’de van

grondeigenaars tegenover luchtvaarders, welke
bij
‘het
geldende Nederla’ndsche recht niet is uitgesloten,
wordt voorkomen.
1)

Hoofdstuk II ‘maakt ide instelling van een r-egister

nood-ig met voorzorgsmaatregelen, -d-at geen inschrij.
ving plaats vindt van lucht

vaartuigen, die reeds elders
zijn ingeschreven; -en vaststelling van ‘de n’atiouali-

teits- en in-sch-rjvingskenmerken, met i-nachtneming
van ‘de algemeene voorschriften- v-an
bijlage
A. Voor
,

-het nationalititsteeken is -daarbij -het -gebruik van een
hoof’d]etter voorgeschreven, ‘de oranje baJ zal dus als –

Nederlan,dach -kenteeken. niet voldoende zijn.

Art. 5 maakt een verbod -tot toelating van lucht-
i’aartui’gen, beh-oorende t

ot een -niet-toegetredn me-
g
e
ndhei’d, nood’i-g.

De hoofd-stukken II—V -stellen ei-sghen voor toela-
tin’g tot -liet internationale

verkeer; ongetwijfeld zal ‘dit

moeten leid-en tot het stellen van gelijke eisahen voor
de toelating tot -het -binneLil,andscihe verkeer; ook ‘daar
voor zal men ‘dus moeten voor-schrijven: inschrijven in
register; k’entee,kenen dragen; bewijs leveren van
luchtwaardighai-d,
van
geschiktheid met m’iiui,muim eisch-en volgens ‘bijlagen B en E; bewijzen aan boo’rd

hebben en op verzoek aan -de autoriteiten toonen; geen
toestel ‘voor draadiooze telegrapliie -medenemen. zon

i
dex speciale toestemming; – zooveel mogelijk zood’anig
toestel aan boord -hebben, -in ieder ge-val wanneer het een vervo’erluchtvaartuiig voor minstens tien personen
geldt. Daarbij zal nader -bepaald moeten worden, wie
‘de certificaten zal uitreiken, en ‘d’at de bui-tenl-and-

sche bewijzen ‘hier te lande geldig zijn (-art. 13). PracJ
ti-sch zal het zijn vo&r het -nationaal verkeer ook de
in art. 19 voor -het -internationale verkeer voorgeschre-‘ –
ven en in de bijl’agen te vinden formulieren te volgen.

– Verschil -maken tussc-hen bin-nenl-an-dsch en inter
nationaal verkeer, waar ‘het de ‘verkeersregels(bijlag
D) betreft, is onmogelijk; ‘deze regels zullen dus ool
voor het ‘binnenl-andsche veï-keer moeten worden voor
geschreven, hetgeen ‘bovendien -ook volgt uit ‘art.
261
1
,

hetwel-k bepaalt, dat ‘de Staten voor fde handhaving
van ‘die regels ‘hebben te zorgen. In’g-evol’ge -art. 26 zal
‘) Zie ,,Het Vliegveld” van
1
Aug.
1919, -blz. 175.
(Het
outwerp-Luchvaartwet.)

voorts voor overtreding -van -deze regels straf bepaald-
moeten worden.

Behalve deze regels volgen-s -bijlage D komen ook de
bepalingen van ‘het verdrag en van ‘de andere bijlagen,
voor zoover zij voor overtreding vatbaar zijn, voor
str-af-voorziening in aanmerking.

Bijlage F geeft voorschriften voor de ‘aan te bren-
gen oriënteeri-ngskenmerken op ‘den grond en op ge-

bouwen; voor zoover liet noodig is, deze kenmerken
ook op particuliere eigendommen ‘aan te brengen, ‘za]

een wettelijk voorschrift noodi.g zijn, om de noodige
vrij hei’d hiertoe te verschaffefl.
Onder de regelingen, waartoe het -verdrag niet ver-

licht, maar waartoe het bevoegdheid geeft, zijn te
noemen:

regels tea ‘aanzien van ‘de toelating van vreemde
luchtvaartuigen (art. 2);

overeenkomsten met -nabur-i’ge Staten, regelende in
welke -gevallen politie- en douaneluchtvaartuigen de

renzeu -mogen passeeren (art. 34);
werkeersverbo’d voor bepaalde -zones (art. 3);

aanvullende voorwaarden, aan een vereeniging of

-vennootschap te stellen, om als eigenaresse van – een

lucht-vaartuig te kunnen worden ingeschreven (art.
7 alinea 2). Hierbij zij ‘aangeteekend, da-t terwijl de
bevoegdheid to-t ‘deze aanvuilli.ng uitdrukkelijk ‘ver-

meld ijs, het artikel zwijgt over, aanvulling van de

algemeene eischen voo’r de insch-rij’ving, ‘dat wil dus
zeggen voor ‘de toekenning van nationaliteit, zooals

b.v. met ei’schen.

ten aanzien van -de nationaliteit van,
d-e bemanning’of ‘de.p

laats van vorvaardigiing van het

toestel. De redactie van de eerste alinea slui-t een

dergelijke aan-‘vulliiig.s’bevo-egdih-eid wel niet uit, en
-da-t deze bevoegdheid bestaat, zo-u dan ook niet betiwij-

feld behoeven te worden, ‘zoo niet ‘de tweede -alin-ea
die uitdrukkelijke vermeld-ing ten aanzien van het
anidere punt bevatte. Verduidelijking van ‘de redactie
ware hier wel gewensch-t;

niet-erkenning vaii certificaten door een vreemden
Staa-t aan een Nederlander verleend (art. 13);


aanwijzing van luchtwegen v-oor ‘het transito-verkeer
(art. – 15), van luchttoegangen tot het Nederlan-dsche
luchtgebied (-bij-lage II, par. 2), en van speciale
douane-landinigspla-a-tsen (art. 15 -en

bij-lage
II
par. 1);

-het reserveeren van het – binnenland-sc’he vervoer
voor Nederl’an’d-sche luchtvaartui-gen (art. 16);

voorschriften -ter verzekering v-an ‘de onschadelijk-
hei-d van den doortocht door vreemde lucht-vaartuigen
(art. 23);
ve

i’bed of regeling van het, m

edevoeren en het ge- –
bruik v-an photog-r’aphietoestellen of – met het oog
op ‘de- -openbare veiligheid – van andere voorwerpen
(artt. 28, 29); –

aanvullende voorschriften voor den -inhoud van ‘het
la-dingsm-an-ifest ‘of de ‘douanedecl-ar-atie – (bijlage II,
par. 6);

– -heffing van invoerrechten van luchtvaartuigen (‘bij-
l-age II, par. 9);

verbod tot uitwerpen of uitla-den van voorwerpen
(bijlage III, p-ar. 15 — behoudens ide ‘daar genoemde
uitzonderingen);
.aanvullen:de voorschriften betreffende de ei-schen
voor ‘het verkrijgen va-n de bewijzen v-an luchtwaar’dig-
hei’d -en geschiktheid (bijingen B -en E geven do mini-
murn-eiiso,hen).

Deze -op-som-mingen tooneii aan, dat ook voor de
bi-nnenlandsoh-e wetgeving het verdrag van g-rcot be-
lang is. Tot de overheidsbemoeiingen, die er uit
voortvloeien, zonder dat daarvoor direct wettelijke
voorschriften nood’ig
zijn,
‘behooren voor-namelijk: -de
instelling van -een contrôledienst ten ‘aatizien van lan-
dingspla-atsen, cert’ific-aten en douane; het verzamelen
en mededeelen van meteorologische en ‘andere -gege-
vens, alsmede van alle -gegeven voorschriften, die voer
de luchtvaart van be]an-g
zij-n
en van de inschrijvin-gen en doorhalingen in het register; bevordering van
-de draadlooze tel-egraph-ie; en bovenal de zorg, -dat de

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

IDE

noodige oriënteeringskenmerken met bijbehooren.de

kaarten niet ontbreken en evenmin ide geschoolde
autoriteiten, voor zoover dit voor de uitvoering van
het verdrag noodig is, en dat de gasten, die wij bin-
neishalen, hier ook goede lanidingsgelegenheid vinden!

Mr.
J.
F.
LYCKLAMA â NijasoLT.

Tot ons leedwezen moet de plaatsing van het

tweede gedeelte
.der
verhandeling over T s
j
e c h o-

S 1 o w a k ij e tdoor
Prof.
Dr. H. Blink,
wegens gebrek

aan ruimte tot ‘het eerstvol’genid nummer worden uit-

gesteld.

AANTEEKENINGEN.

De stijging van het loon; het tekort

v a is v ah 1 i e d en.

Belangwekken,d zijn
de cijfers

omtrent de loonstijging
iii
de dezer
dagen door het
Centraal Bureau voor de Statistiek in
liet licht gegeven statistiek van de loonen en den

arbeidsduur bij werken ten behoeve van het Rijk bij

aanbesteding uitgevoerd. Deze publicatie, welke uiter-

aard hooddzakelijk bouw- en baiggerwerken betreft,

ontleent ‘hare waarde vooral aan de vergelijkingen die
getrokken worden tussehen de arbeidsvoorwaarden in

1918 en in vroegere jaren tot 1894 terug.
Hieronder ziet men de gemiddelde bonen per uur

van de mannelijke arbeiders van 21
jaar en ouder
bij
alle Rijkswerken in ‘het geiheele land in 1918, 1913 en
1894.
1918

1913

1894
ets,

ets.

cts.
Steenhouvers …………51

32,5

24
Betonwerkers …………45,5

28,5


Stukadoor ……………..45,5

30,5

19
Straatmaker …………..44,5

28

21,5
Metse1ar …………….43,5

27,5

18
Bazaltwerker enz. ……..

43

24

19
Heibaas ………………42,5

27,5

17,5
Timmerman …………..41,5

24

16,5
Opperman …………….
39

20,5

13,5
Eleier ………………..38,5

24

13,5
Machinist …………….38

25,5


Kapitein (baggerschuit)
….

37

26,5
Molenbaas …………….
36,5

25,5


Rijsverker …………….

36

22,5

16
Verver ………………35,5

22,5

16
Groudwerker …………
34,5

21,5

14
Sjouwer ………………
34,5

19,5

15
Baggerman …………..
34

20.5
Stoker

………………
33,5

23


Smid ………………..
33

23,5

17,5
Schipper

…………….
32

21,5


Dekkuecht …………….
31

21


Los
arbeider…………..
30,5

18,5

12
Planter ………………
28,5

17,5

16
Roeier
.
………………
26

19


In de groote plaatsen komen
de bonen natuurlijk
ver boven
het gemiddelde
int. In Den Haag b.v. ver-
diende een metselaar 62 ets., een timmerman
59,5 ets.,
een los arbeider
58 ets., een betonwerker en een
op-perma.n 55. cts.
1)
Een beeld
van
de lotonstijging (in
percenten) voor
eenige
der ‘voornaamste
beroepen
geeft het
volgende staatje.

Vaklieden

Niet-vaklieden

(1)

1894-1908..+ 17+11+ 2+ 21+24+ 22+ 14+ 29+ 19+17
1903-1908..
+
12
+
13
+
29

4
+
5
+ 5
H-
12
+
6
+
16- 3
1908-1913..
+
17+ 7+
3
+3
0
+ 12+ 10
1
H- 19+ 12+ 11
+
15
1913-1918..
+
E8+ 4
1
1
57
+ 49+
7
3+
H-
60+ 65+ 90+ 77
1894 -1918.. + 142 +
89
+
112
+
1
93+
1
5
2
+
122
1
)

f
-14

154
+
1
89+
130

Zonder uitzondering
is het loon
van
1913 op 1918
aanmerkelijk meer gestegen
dan
in de vorige 5-jaar-
1ijksehe perioden. Verder is gebleken dat voor de
meeste beroepen het loon van 1913 op 1918 in de ge-

9
Volgens de Collectieve Arbeidsovereenkomsten is het
uurloon van een timmerman, metselaar en cemeatwerker
te ‘s-Gravenhage sedert 1 Sept. 1919 72 ets., van een opper-
man en grondwerker 69
ets.

rneenten beneden 20.000 inwoners meer gestegen
is

dan in de grootere gemeenten, wat waarschijnlijk een

geuolg is van het streven der vakorganisaties naar
grootere uniforniiteit in de bonen. Een uitzondering

hierop maken de stukado.ors, opperlieden, metselaars,

timmerlieden en, hoewel in minidere mate, de
losse

arbeiders, sjouwers, smeden en molenbazen, wier loon
in de grootere steden meer gestegen is. Dit laat zich

verklaren doordat de bouwvakarbeiders
in
de groots

gemeenten
meer
dan
in
de kleine,
‘kans zien bonen te
verdienen
die ver boven de geldende startdaard-loonen

uit gaan.

Over
het algemeen zijn de bonen der niet-vaklieden

sterker omhoog gelgaan dan die van de vaklieden, zoo-

dat deze elkaar
hoe langer
hoe meer naderen. Een

bekend verschijnsel, waarover hij het in verschlllein,d
takken van
bedrijf voorkomend
tekoft aan
vaklieden
door de ondernemers ernstig geklaagd wordt. Inder-

daad mag aangenomen worden, idat het geringe ver-

schil in loon van vaklieden en ongeschoolde
arbeiders
menig jeugdig persoon den prikkel zal ontnemen
een

min
of meer la.ngdurigen
leergang
door te loopea.
Zooais liet Maaindschrift
van
genoemd Bureau mede-
deelt, heeft ‘het tegenwoordig in meerdere bedrijven

bestaand
tekort aan
vaklieden, verschillende oorzaken.
Eerstens heeft
men
de opleving van de
industrie;
verder is er vraag naar personeel ontstaan door de
verkorting -van den arbeidsduur (8-uriigen werkdag)
niet alleen bij
particuliere ondernemingen, maar ook
bij
de
openbare
diensten. Het behoeft veil geen be-
toog dat het niet alleen voor ,,geoefenden”
maar
ook
voor vaklieden
van
buiten verleidelijk is om in de
groots steden •booger bezobdigde betrekkingen bij
openbare diensten aan te nemen.

Voorts
mag
niet uit het oog verloren worden, dat in

een aantal
bedrijven
tijdens de crisis de gelegenheid
tot pr.aceische opleiding ontbrokén heeft, terwijl ton
slotte het woningvraagstuk ook in
deze aaiugeleigen-
heid een rol speelt. Wegens
de onmogelijkheid toch

om
een behoorlijk
onderdak te
vinden,
komt liet voor,
dat in sommige plaatsen vraag
naar vaklieden bestaat,
terwijl deze
elders
werkloos moeten blijven rond-
boopen.
D.

De economische toestand in cijfers.

De Britsahe
regeering heeft een
,,!’arliamentary
Pap
er”
uitgegeven,
getiteld
,,Statements of Prod’2-
tion, Price Movements and Currencp Expansion in
Certain Countries”
[Cmd. 4341 prijs -/1.
Het volgende
staatje van een aantal oogsten in de landen, waarvoor
gegevens beschikbaar zijn, nemen wij er uit over.
Artikelen.
1919
1918
Gein.
1910-’14

1919
in
verg. met

1918
G

=100
11
91~
O
~i4
=100

(in duiz. metr. quintals)
537.053
586.827 540.982
91,5 99,3
Tarwe w. p.

.

.


1.021.644


44.073
34.066
95,5
123,6
logge w. p.

.

. 06.973

437.574

Tarwe ………

*Gerst

……..
121.521 102.834
88,0
104,0

*Rogge ………42.089

Gerst w. p..


322.376


*flaver

……..
283.550 338.848
291.886
83,7 97,1
Haver w. p.

.

.


637.124


766.309 685.258
730.914
111,8
104,8
Maïs W. P.



968.435
– –
10.798
13.364
65,7
53,1

*Maïs

………

Lijnzaadw.p
– –
28.965
– –
•Lijnzaad …….7.099

Tabak V. S.
5.797 6.078
4.499
95,4
128,9
Tabak w. p.


9.248


Geg. katoen
V.S.
23.191
26.107
31.508
811,8
73,6
Geg.katoenw.p


45.321


(in duiz. kilogranimen
)

*Zijde.coeons
284.604
272.520
1

204.574
1104,4
139,1
Zijde-coe.

w. p


230.955


(in
duiz. tons)
Suiker w. p.

.
16.350
17.333
1

16.972
1

94,3
96,3

*
In landen, waarvoor cijfers over 1919 beschikbaar zijn.
w. p. beteekent wereldproductie.

1
Î 16

ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN

3
December 1919

IT

:De Britsche regeeriug heeft van dezen stap op het glib

herig pad der statistiek niet veel plezier beleefd. De ,,Times” verklaart in een hoofdartikel, dat de publi-

catie een zeer inferieur product is. ,,A number of

tables, deading with produotion, price movernents, rates,

of exchange, and inerease of public dlebts, are given,

without any attempt to co-ordinate them or to explain

th,eir bearings.”
Het grootte Engelsche dagblad heeft

hieraan volkomen gelijk, maar er valt op te merken,,
dat nog nergens in de wereld heter geleverd is. Statis-

.tishe instellingen kunnen niët anders haar ijver en

goede bedoeling toonen dan door vindingrijk te zijn’

in nieuw-model staatjes, waarin de reeds bekend&

cijfers nog eens nieuw ‘worden opgedischt. Of gegevens’

verspreid staan on’d’er een aântai hoofden of gecom-

pri,meer’d worden tot een tabel, de overzichtelijkheid

moge er dooi winnen, het blijven •ten ‘slotte toch nogT

altijd de onverwerkte aanwijzers van politiek en con-
janctuur. De klacht van de ,,Tirnes” is volkomen juist,

het is jammer genoeg, dat zij ‘nog gemaakt kan vor-

dan. De ,,Economist” wil een ,,In’ternation’al Oonfe-‘
rence on Ourrency end P.rices” samengeroepen, zien.

internationale ‘samenwerking ten deze is de eenig&

mogelijkheid om het ‘doel naderbij te komen, maar Ihet
blijft te bezien of de wetenschsp ver genoeg gevor-

derd is om van ‘de
vergelijking
van statistische regi$

str.aties iets meer te makën dan rijtjes in’dices, samen-2
geschreven op een en ‘hetzelfde blad papier. Aan po- –
gingen iets helers te leveren heeft het zoowel v66r als.

sedert ‘den oorlog niet ‘ontbroken. Door Oalwer en•

anderen zijn waardevolle bijdragen geleverd. Ook hier’ te lande vormde zich een ‘instituut, ‘dat op ‘dit ‘gebied

werkzaam wil avezen. Hoe tadloos de bezwaren zijn, die

voor het uitwerken van conclusies gelden, kan een
voorbeeld illustreerren, dat in een rapport van den
adjunct-secretaris van het
,,Instit’nut voor Crisison-

clerzoeic”
gegeven werd. De steenkolen bieden een be-

langrij ke crisis-indicatie. Nu hebben evenwel onder-,

zoekingen uitgewezen, dat de steenkolenprijzen in Frankrijk en Duitschland eerst ‘in 1908 ‘een daling

ond’er.gingen, terwijl de crisis in 1907 uitgebroken is. Voor Duitschiand is gebleken, dat zulks een gevolg is
van de piijspoli’tiek, welke door ide sterke kartelleering’

daar te lande gevoerd kon worden. Voor Frankrijk

zoekt men nog naar
aanwijzingen
om het verschijnsel

te verklaren. Hieruit ‘blijkt dus, dat de steenkolen-
prijzen
ouder bepaalde omstandigheden ophouden een
indicatie te zijn.
Voor het oogenblik kan men er zich reeds over ver-

leugen, dat in
‘liet
,,Mo’nthly Bulletin of the Supreme
Economic Council”
1),
waarvan wij dan ‘lezers gere-
geld een uittre,ksel aanbieden, een betere com.pilatie’

tot stand gebracht
is,
dan bereid’s ten dienste stond..
Wat ons eigen land betreft, is de tabel, getiteld

,,Enkele maandcijfers,
welke een blik geven op den
econom’ischen toestand in Nederland”,
die sedert

eenigen ‘tijd in het
,,Maandschrif t van het Centraal

Bureau voor de Statistiek”
v6or’konit, een aanwinst.
Aan het groote werk moet echter in hoofdzaak nog
begonnen worden.

H.

) De ,,Times” spreekt de verdenking uit, dat ‘het boven-
genoemde whitepaper in hoofdzaak is nageschreven uit deze
publicatie.

VrouwenarbeidinEngeland. – In Sep-
tember van liet achter ons ‘liggende jaar benoemde de
Engelsch’e regeering eene commissie, ‘bestaande uit
Sir J’atmes Riehard Atkin (voorzitter); Mej. J. f.
Oamphell; Sir Lynden Livingstone Macetsey; Sir
Williairn W. Macken’zje; S’ir Matthew Nathan en Mevr.
Sidney Wehb, ‘om, naar cle officieele aanstelling het
uitdrukt: ,,to investigate and report upon the relati’on
whic’h shou’ld ‘be mai’ntained between the wages of
women and men, Ihavi.ng regard to the interests of
both, as well as to the value of their w’ork. The recom-
mendations should ‘have in view the necessity of out-
put dur’ing the war, and the pr’ogress and well-bein’g

of’industry in the future”.

AJs vrucht van het onderzoek, dooi’ de commissie in-

gesteld, i’s thans verschenen ,,R e p o
t
t o f t h e W a r

Cabinet Committe’e on Women in In-

cl u s t r y” 1919 [Om’d. 1351 prijs 1/6. A’aii het uit-

voerige rapport – in het ‘geheel telt de publicatie

341, bladzijden – waachij ‘behoort een memorandum

,,Healtih of Woman in Industry” van Dr. J”anet Oamp-
bell, is nog toegevoegd een ,,minderheidsrapport”,

uitgebracht door Mevrouw Si’dney Webb. Inzon’der-
heid ‘gaat het rapport in op do vraag of de Regeering

hare toezeggingen, tegenover ‘de werknemers ‘gedaan,

is nagekomen.

In ‘deze rubriek moeten wij er mede volstaan aan den

inhoud S’an het rapport een enkel staatje te ontleenen.

De medegedeelde cijfers
zijn
‘die, welke door den Board

of Trade verzameld worden.

Werkz. zijnde vrouwen:

Juli1914 Juli 1918

Verschil

voor eigen rekening .

430.000

470.000 + 40.000
in industrie ……….2.178.600

2.970.800

+ 792.000
in huisdienst ……..1.658.000

1.258.000

– 400.000
in den handel ……..505.500

934.500

+ 429.000
in overheidsdienst

262.200

460.200 + 198.000
in
landbouw……….190.000

228.000

+ 38.000
in hotels, theaters . . .

181.000

220 000

+ 39.000
in
transportbedrijf

18.200

117.200 + 99.000
overigen ‘) ……….542.500

652.500

± 110.000

Totaal
in
betrekking 5.966.000 7.311.000 + 1.345.000
Niet
in
betr., maar
ouder dan
10
jaar 12.946.000 12.496.000 – 450.000

Onder 10 jaar……
4.809.000

4.731.000

– 78.000

23.72]
.000
24.538.000

+ 817.000

‘) inclusief huiswerkslers, V.A.D. nurses enz.; de laatste
rubriek telde in Sept. 1918 rond 61.000 personen.

Een gedetailleerd overzicht voor de industrie wordt

in het navolgende staatje gegeven:
pCt. vrouwen

Soort industrie:

Juli 1914 Juli
1918
verschil

Juli

metaal
……….
170.000

594.000 + 424.000

9

25

1’5.000
chemische

40.000

104.000
-1-
64.000 20

39

35,000
textiel
………..
863.000

827,000 – 36.000 58

67

64.000
kleeding
……..
612.000

568,000 – 44.000 68

76

43.000
voedingsm., tabak 196000

235,000 + 39.000 35

49

60.000
papier en drukw. 147500

141.500

6.000 36

48

21.000
hout
…………
44.000

79,000 + 35.000

15

32

23.000
aardewerk

32.0001
leer
…………..
23 100″ 197.100 + 93.000

4

10

62.000
andere
……….
49.000)
staatsbedrijven ,

2.000

225.000 + 223.000

3

47

197.000

totaal
……..
2.178.600 2.970.600 + 792.000 26

37

704.000

*) In de laatste kolom
is
eene schatting gegeven van het
aantal vrouwen in Jan.
1
18, dat geacht ‘werd plaatsen
in
te nemen die door mannen bezet waren• geweest.

De cijfers zijn ten deele geschat. Het staatje brengt
duidelijk tot uitdrukking, dat,, ‘zooals voor de hand
ligt, de meeste vrouwen ondergebracht werden ,bij de

voor cle legerbehoeften werkende bedrijven.

11e t beheerd er A m e ri kaansche Sp oor-

ie e g e n.
– Men kan aannemen, dat voor 1 Januari
as. in de Unie een wetsontwerp aangenomen wordt,
dat de vergoedingen, welke de spoorwegen ‘thans van
cle regeering genieten – zie laatstelijk pag. 329 van
dezen jaargang – nog enkele maanden zal doen voort-
duren. Wat de overige ibepalingen, ten aanzien van het
regime der spoorwegen te treffen, aa’ubadaugt, is de
toestand nog onzeker. Er zijn ‘velerlei voorstellen, die

ouderling veel van elkaar afwijken.
De ,,Oh a mb er of Oom me ree ‘of the United
S t a t es” heeft ‘een schema samengesteld, waarin op
overzichtelijke wij ze zeven voorgestelde wettelijke
regelingen geresutmeerd zijn. Het ,,Transportation
Oonfei’ence plan” werd voorgesteld door de ,,National

Tra’nsportation Conference”, die onder de auspiciën
van de ,,C. of 0. of the U.-S.” gehouden werd (van-
daar de opvallende wijze, waarop dat ontwerp in het bijgaaudè schema tot uitdrukking is gebracht). Des-

lcundiigen ‘hier te lande geven •de beste kansen aan de
Cummins Bill, di. in het schema liet ,,Senate Corn-
mittee Plan”, 2e kolom,
S.
2906, aanbevolen door het
Su’b-committee oct Intersta’te Oo’mm’erce en daarnaast

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1111
.

.

.

.


a:
-:

:
E.

E
-=

.-

?

::
:_
o
.

E
o,
.
o
‘-°
u_.

o 2:


E-
‘-

.-

—–,

a
QE:°E
.

Eo
.
, .-


2:
u_:
_Q

E


.–
r

2
«-

E_

-E
wc
;;c
E
__
:-
2

,
Z
lo
E



O2:

s

E
:1

.

=

=::,-:=


-z

-E
<

È
g

lo

;-

E

E

:0
E
.

E:_-
,
1
.

E2
5
,

_J
Z51E2

.
ij

:

a_
__

_
L-
u
_


:-
_E
:-


o
‘:
.

t

0
d
=

R

2h_
-_
t
•o
ow.A_a
-°’
.
9

_o
°
0

tDO
5

;

‘•
r

E

5

‘2-

,’

-f
°

•__
_

<,_

,:

E

E.

-::
&
co
-‘–
2
(

,E

EQ
2
– –

,
—-.-

.–



o

&
oO
o
E
:

E

_

3
C)

oE

ou

cau
uus
a,
°
=_

.r
-_
.
.
.
…..

•_e

•-=

E

a1_.c
v

n=

_

0

1
.
oE
=
EE
2

°
;:0
E_–55

E

– E

2

_
,
0
E
aaft
0

0
1
!

a

– :
•_
..

..
-:–
>
•o

E
=E

____

;z_0
_E
°’.

:
t&


E

_i
_2E
_:o
oÇ_

: :


–_

E



.
°
E.
,

_,
o
0
z••_
0


0_
0
-..
=

2

z

o
E0t
3

0>
o,
600

___
=
0
0Z;_a
0

ot


-3

.0

_-,o


o_
E0oEt00
_
ZE 25
ut
0′
oo

Eo~x
:.i;
o

;:

-;
0020

:
2f-

tE
-0e
E

.0
Eo°n>0

.0

0

a
-:

00
o

o

– °
a
o

.0:

0

E

‘–
.0

o
«.o
-_

.E
.0E
0
_t
0E

3
.0
:
:-

0


E.0
.0

2
-2
Oz0
0
u2
0o
Xt20
100C
5oo

0

o0t000

2
00
.00
o
E0.0g0
0.0
z

.
2

t

ScJ

.0

“0.0

0
2oE
c3=000
39
55
t
0
22t0
t
0O

2.302

.0

=
.
2.I.
5E55o.o
c
..
0 0
o

E-
._00
=o

E
.0
3
=..
5o2
2g
3

E°_
=

0′
.0
2

0
0
0
0

o

E2
1
6o
0

.0

E
00
.00C=
_t
C

t
oz

0
:
0

E
=
7
E2
2

0
9z.2.2282.%
.03
=
E’°2′
_•5
0t

3


.0
_:.05.01t5tt-
f

.0
-:

ot
°

.0
0
.0
0

n_3-

to.

0.20

_
E-a5_
3

.0.0
.0


U’E

Oo

60
0

E
°
.-2

:=
00 0

.3

.0
6E
.
.
:

°2-
o
t_tE.2



.0

=5.00

_:t=
_
lo
0

.0
E
0

o

3


0_.0=
t
00
.
0
.0
=
__

E.0

.-
c

_ L
– 0%

.
°2

E
0

t
_”
E=
3
0
E.0
00
000
=
22S
‘.,228
22i2o
3t82, 5322
o2

.0
0.0

t
2

2-.0
o.0t
#
.
l
w
3
0 0
•0

3
.
-==
.

1
1112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Decenber 1919

aan de Pr.elinghuy.sen Bill, 5e kolom, S. 2998, het
hiervoren genoemde ,,Tranisportation Conference

plan,” al zijn ook daarin nog belangrijke wijzigingen

te wachten.
l)e al of niet juistheid van het compri.mé, door de

,,Ohamber of Comm’erce of the U.-S.” ‘vervaardigd,

ontgaat natuurlijk aan onze beoordeeling.

BOEKAANKONDIQING.

Von Sehulze Gaevernitz. Der Frieden

und die Zukunft der Welzwirtschafi.

Zürich, Orell-Füssli, 1919; 32 blz.

De in de laatste maanden door zooveleri gestelde
vraag: wat de economische beteekenis is van dezen
vrede voor ‘het geslagen Dui.tshe volk, wordt ‘in dit

korte ern’stige geschrift ook door den bekenden Prei-

burger ‘hoogleeraar aan de orde gesteld. In zijn voile
breedte en diepte treedt het probleem uit deze ‘blad-
zijden naar voren. Het voor een toenemend deel van

zijn levensbehoeften en den afzet zijner producten op,
het w.ereldver’keer aangewezen Duitshla,nid, geplaatst.

voor een schier onioplosbaar valuta-problee, zonder
handelsvloot, ‘zonder eigen overzeesch koioniaal afzet-

gebied, yoor één geslacht of meer bezwaard met een.:

ontzaglijke ‘oorlo’gsschatting, getroffen in zijn kolen
en verdere grondstoffen – kortom gebracht in een

toestand van knechting, waaruit den schrijver geen

uitredding mogelijk schijnt dan ‘door wijziging van de

opgelegde voor’waarden.
Duitsohland, ook het Duitsehe volk, heeft schuld.

De shrjver ‘gaat ver in zijn erkentenis. Misschien zou:
de neutraal, die a’ls geen in deren oorlog het ‘hoor en’

wederhoor •heeft ‘kunnen toepassen
;
geneigd kunnen
1

zijn nog bij’ enkele ‘beschouwingen een vraaigteeken tel

stellen – desniettemin weet hij waar hij den schrijver

moet indeelen.
Met dankbaarheid mag in den laatsten tijd gecon-
stateerd worden, .dat in vrijwel alle oorlogvoerende’

landen het getal dergenen, die met ernst en waar

:
aohtigiheid er naar streven zich te verheffen boven de.
tegenstellingen van de afgeloopen jaren en een brug td
slaan, ‘vaarover een nieuw geestelijk contact mogelijk

zal zijn, sterk toénemende is. Ziet ‘men in Engela:nd
waar deze beweging het sterkst is,, zelfs niet reeds het
oogénblik iaderen, ‘dat met mannen al’s Ro’bert Oecil,”
Clynes én Hen.derson, ‘deze strooming in de landsre

geering haar intrede
zal
doen? Tot ‘deze ‘groepen mag

men ook den schrijver van het aangekondigd geschrift
rekenen. E’en herziening van ‘het vredesverdrag is ii
zijn oog noodzakelijk. Alles; wat een Duitsch democraat

in ‘dit ‘opzicht ‘billijkerwijs verlangen kan, echt hij echter
reeds vervat in de punten, ‘door H’en’derson en Ramsay
MacDon’ald aan het in Augustus 1919 te Luzern ge:

hpuden congres vorgelegd. Van welk. beginsel de toe
.koms’tige handelspolitie.k der volkeren en in .de eerste
plaats van Duitsehiand, 1doordrongen zal moeten .zijn,
wordt ten slotte in een aanihangsel van enkele blad

zijden uiteengezet. Is het kleinmoedigheid van den

schrijver jegeti’s den door he en
m nauwelijks genoemd

Volkenbond, dat hij dezen in dit verband zelfs geheel
oriaangehaald laat? Toch stelt het statuut, wanneer
.het in art. 24 sub e, spreekt van een plicht tot
,,assurer la garantie et le •maintien de la li’berté des. communic’ations et du transit, einsi qu”un équitable
traitemen’t du commerce de ‘tous les ‘m.embr.es,” geheel

het door ‘den schrijver voorgestaan ‘beginsel. B.

Orotius. Annuaire international pour

l’anne’e
1918. La Haye, Martirins Nijhdff,

1919, IX en 451 bl’z.
Nagelaten werd tot dusver van ‘dezen reed.s eenige
naaniden geleden verschenen j.aargang ‘van Grotius
melding’ te maken. Het geschr.ift.wordt geopend met

een bijdrage van Dr. H. J. Lovink over Nederlan’dscli-
indië gedurende den wereldoorlog. Een algemen
aperçu wordt gegeven van landbouw, industrie, handel

en scheepvaart in de afgeloopen jaen, waarbij in het

bijzonder bij .de nieuwe oriënteering van den handel

woidt stilgestaan. Ook het gel’d- en credietwezen en

het vraagstuk der voiksvoedin’g worden in het kort

besproken. De beide volgende bijdragen bewegen zich

op thet gebied van het strafrecht. Mr. J. R. B. de Roos

bespreekt de. ontwikkeling der criminaliteit in de

,afgeloopen jaren, Mr., J. V. van Dijck de straf’wet-

gevinig en de maatregelen tegen criminaliteit gedu-

rende hetzelfdç tijdvak.
Overzichten worden gegeven van de werkzâaiheid

van de bibliotheek van het Vredespaleis door Mr. P.
C. Molhuysen ‘en van den Anti-Oorlog-Raazi, door H.

Oh. G. J. van der Mandere, gevolgd door het jaar-

lj’ksch internationaal-juridisch overzicht van de ‘hand
van den hoogeeraar Van Eysi’ng’a. Niet minder dan

300 bladzijden wonden daarna gevuld ‘door de in

extenso opgenenien vieemde prjsvonni’sssu., Neder-

landsche schepen betreffende.
De gewone overzichten van internationale inetel-

l’in’gen, in Nederland gevesti’gd en va’n ‘hier te lande

verschenen internationale litteratuur voltooien den

inhoud.

Jhr. Mr. H. Smissa.ert. De Regeling

van Kantoor-Arbeid in de Nieuwe Ar-

beidswet.
‘s-Gravenha’ge, Mouton & Co.,

1919, 82 ,blz.

Uit hoofde van ‘de nieuwe arbei’d’swet, waarvan de

inwerkingtreding ‘niet meer ver afgelegen zal zijn,
wordt ook de arbeidstij’d van het kantoorpersoneel

onder het .toezicht van de Overheid gebracht. i) Hier-
in ‘heeft Jhr. Mr. H. S’missa’er’t, oudsecretaris der

Vereenin4g’ van Nederlandsche Werkgevers, aanlei-
ding gevon.den een ‘overzicht en toelichting van de
wettelijke ‘bepalingen, voor zooveel ‘die ‘betrekking
hebben opi kantoor-arbeid, samen te stellen, dat thans

bij Mouton & Co. ‘het ‘licht heeft gezien. De techni-
sche verzorging van ‘het ‘werkje, waarin van verschil-
ien’d letter.type gebruik gemaakt is, maakt ‘het den

‘gebruiker gemakkelijk spoedig te v.inden wat hij noo-
‘dig heeft te weten. De bewerking van ‘deze helder ge-
schreven handleiding had zeker niet in betere han’den
‘kunnen gelegd zijn dan die van den heer Smissaert

en men ‘mag hem ‘dan ‘ook dankbaar zijn voor ‘de moeite
voor ‘de samenstelling van het ‘boekje, dat in een ‘be-
hoefte zal ‘blijken te voorzien, genomen. Op de vier
hoofdstukken, waarover de ‘stof verdeeld is, volgt de

tekst van die wetsartikelen, welke in verband staan

tot ‘de regeling van den ‘kantoor-arbeid.

Wij ontvingen Bundel 12 der ,,V o’o r n ‘a a m s t e

b es ch e i ‘d e n door het Comité uitgegeven van
1 Januari 1918 tot en met 31 Decem:ber 1918,. bene-
vens mededeelin’gen omtrent ‘de door het K
0
n i n

lijk Nationaal St.euncomitê verleende on-

d.er.steuningen.” De bundel vangt aan met het navol-

gende voorwoord.
,,Deze bundel ‘bevat niededeelingen over het geheele jaar’
1918.
Werd aanvankelijk verwacht, dat in dit jaar de werk-
zaamheden’geleidelijk zouden afnemen, die verwachting w’erd meer en meer beschaa.mcl. De werkloosheid breidde zich over
steeds meer vakken uit, ‘zoodait ook de vroegere wijze van
financieren geheel moest worden ‘verlaten. Bepaalde de
Regeering zich steeds tot het verleenen van eau subsidie
gelijk aan het totaal der vrijwillige bijdrageii, het bleek
noodzakelijk door ‘het sterk inkrimpen dier vrijwillige bij-
dragen en het stijgen der uitgaven om steeds meer te steu-
nen op subsidie van het Rijk.
,,Het einde van den oorlog bracht tegen veler verwachting allerminst vermindering in (le werkzaamheden van het K.N.
S.C. Met het sluiten van den wapenstil’stand en het demo-
biliseeren van een groot deel van ons leger in November

1918
brak een winter aan van nooit gekende werkloosheid
en andere moeilijkheden, die van het K.N.S.C. een arbeid en
uitgaven eisoh.ten, die de sombefste vrwachtingen verre
overtroffen.”

1)
[Zie pag.
693
van dezen jaarga.ng.]

3
December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1113

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

29November 1919

20Ju11
1914

(Disc.Wissels.
4
1
/
sedert 1Juli ’15
3
1
/
2
sedert23 Mrt. ’14
Ned
j
Bel.Binn.Eff.
41/t

,,

1

’15
4

,,

23

,,

1
14
B
&fl
(Vrsch.inR.C.
5
1
1t

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14

Bank van-Engeland
6

,,

6Nov.’19
3

,,

29 Jan.’14

Duitsche Rijksbank
5

,,

23Dec.’14
4

,,

5Febr.’14
Bank
van
Frankrijk
S

,,

21Aug.’14
3/,

,,

29 Jan. 14

Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12 Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14

Nat.Bankv.Denem.
7

,,

21 Nov.’19
5

,,

6Febr.’14

Zweedsehe Rijksbk.
7

,,

19Nov.’19
4
1
/3

,,

6

,,

’14

Bank v. Noorwegen
5
1
1

,,

11Mei ’19
41/t

,,

11

,,

’14

ZwitserscheNat.Bk.
5

,,

21 Aug.’19
3
1
!,

,,

19

,,

’14

Belgische Nat. Bk.
3
1
/

,,

6 Oct.’19
4

30 Jan.’14

Bank van Spanje..
5

,,

12Nov.’19
4
1
!,

,,

24 Sept.’03

Bank
van
Italië ..
5

,,

10Jan.’18
5

,,

9 Mei ’14

Feder. Res. Bk. N.Y.
34-44



Javasche Bank….
3
1
!2

,,

1Aug.’09
3
1
!1

,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

1

Amsterdam

1
Lona’en
1
Berlijn
1

1
N. York
Data

1
Part.
1
Prolon-

Part.

Part.

a.

Cali-

1
disconto

gatie

1
disconto disconto disc.
1
Inoneij

29 Nov. ’19
4
1
/
5
5/4
1)

4.8/
s

7-8

9
24-29 N. ’19
4-
1
I

2
>4-5
5
1
/4
-1
/o

4-°!s

6-8

17-22
,,
’19
4
‘/o-‘/
4-‘!,
6/-6

4-°/,

6-12

10-15
,,
’19
4-‘/o
4-
1
/9
5
8
/-6

4-
1
/s

6-25

25-30 N. ’18
311
347
1712
4-/8

5-8/4
26N.-ID.’17
3’/s-‘/,
4-’14
4
25
/32

4-5/8

3-6
7
/8

20-24Juli’14
3
1
/o-
°
/is
2
1
/4-
1
/4
2’/-‘/

2
1
/-
1
/

2
1
/

1
3
/-2
1
Ii

3)

Noteering van
28
November.
5)

Het

particulier

disconto

der
gemeentewlsoels
was in
de afgeloopen
week
‘/v.°/c
pCt. hooger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.
Londen zette ook deze berichtsweek de sensationeele daling
voort, zoodat aan het einde der week voor 10.55 verhandeld
werd. Parijs was eveneens weder aangeboden en liep tot
ca. 27 terug. Tegen de verwachting blijft ook België steeds
terugloopen en zelfs in den laatsten tijd in verhouding
sterker dan Parijs. Er werd voor 28.15 afgedaan, maar daar.
na
kon de koers zich een weinig herstellen. Berlijn was
aanvankelijk beduidend vaster. Maandag steeg de koers tot
ca. 6.75 en Dinsdag werd 7.- en ook hooger betaald. Daarna
zakte de koers weder even snel in en werd zelfs voor lagere
koersen verhandeld dan de vorige week. Dit bleek echter een
te sterke reactie te zijn, zoodat de week sloef. op ca. 6.10.
Weenen 1.90-1.80. Dollars iets flauwer ca. 2.63. Skandi-navië wederom tamelijk sterk terugloopend 59.95-59.10,
54.05-52.95 en 58.10-57.60. In tegenstelling met cle vorige
week was Zwitserland ook terugloopend, hoewel de daling
slechts gering was 48.508.-. Spanje, dat reeds enkele
weken zeer vast was, liep ten slotte ook terug 53.25-52.10
en zei/s Buenos Aires was niet onbelangrijk flauwer 115-
113/. Indië onveranderd.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Londen Parijs

Berlijn Weenen
1
Brussel Neu
Data

*5)
York551

24 Nov. 1919..
10.734
27.70
6.45
1.524
29.20
2.66
25

,,

1919..
10.754
28.-
6.95
2.-
28.924
2.66
26

,,

1919..
10.74
27.55
6.20
1.924
28.40
2.64’/
27

,,

1919..
10.704
27.15 5.90
1.85
28.20
2.64

28

,,

1919..
10.634
27.10
6.074
1.80
28.324
2.63
8
/4
29

,,

1919..
10.574
27.024 6.10
1.85


Laagste d.w.’)
10.55
26.95 5.60
1.75
28.05
2.63
Hoogste ,,

,,
9
10.76 28.10
7.05
2.-
29.30
2.67
22Nov. 1919..
10.754 27.60
6.30-
1.85
2
29.46
2.674′

15

,,

1919..
10.98
27.70
6.50
2.25
8
30.55
2.66k’
Muntpariteit..
12.104
48.-
59.26
5041
48.-
2.48°/s

S) Noteering te
Amsterdam.
5*)

Noteerina
te Rotterdam.
t)
Particuliere opgave.
2)
Noteering
van
21
November.
0)
idem van 14
November.

Data

Stork. Kopen-

1
Chris. Zwitser. Spanje

Batavia
t
)
1
holm’)
1
hagen
5
) tionia) land
5
) 1

.’)
1
telegrafisch

24 Nov. 1919
59.95 53.95
8.-
48.05
53.25
11
3
/4

25

1919
59.90
54.15
58.-
48.15
52.40
101/4

26

1919
59.95 54.10
58.-
48.074 52.25
101
8
/4

27

,,

1919
59.75 53.75 57.75
48.-
52.25
101’/

28

,,

1919
59.35 53.25
57.40
48.-
52.10
101/4

29

,,

1919
59.10
52.95 57.60
48.-
52.20
101/4

L’ste d.
w.’)
59.10
52.90 57.30
47.85
52..-
101/4

H’ste
,,

,,

‘)
60.-
54.25 58.20 48.30 53.40
101/4

22 Nov. 1919
59.60
54.-
58.60
48.35
53.20
101
3
/

15

,,

1919
61.80 55.95
59.85
48.30
52.45
101°/
Muntpariteit
1
66.67
66.67 66.67
48.-
48.-
100

5) Noteering te Amsterdam.
5) Particuliere
opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

1

Cable

1

Zicht

Zicht
I

Ztcht
Londen
1

Parijs

1
Berlijn

Amolerd.
Data

(in
S

1

(in frs.
1
(in cents

(in cents
per
£)

P.
$)

p.
4
Rm.)

per gld.)

29 Nov…..1919
4.00.75
9.84
nom.
37
2
/8
‘)
Laagste d. week..
4.00.75
9.52
oom.
37
1
18
Hoogste,,

,,

..
4.06.75
9.84
nom.
3754

22 Nov…..1919
4.04.50
9.60
nom.
15

,…..
1919
4.10.75
9.53

,
nom.
37°/s
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18/4
951/4
40/

t) Noteering van
28
November.

KOERSEN VAN DE
VOLGENDE PLAATSEN
OP
LONDEN.

Plaatsen en
1
Notcertngs.
115
Nov.
22
Nov.1
24-28
Nov.
128
,Vov.
Landen

eenheden

1919

1919

1919

1919
Laagste
1
Hoogste

Alexandrië..
Piast. p.0
97e/s
978/s
97
8
1s
97
3
/8
97
3
1s
*B. Aires’)..
d.p.gd.pes.
56
1
/s
58
2
/8
57/i,
58
5
/8
58e/s
Calcutta
. . . .
sh/d.p.rup,
210
5
/ja
2/21/
4

2/2
2/211/i,

2/2°/is
Hongkong
..
id.
p. $
4/8
511
4111
5/1′!2
4111
Lissabon….
d.p.escudo
25
1
/
24
1
!9
23
24
1
/4
23/4
Madrid

….
Peset.
p. X
20.57
20.26
20.30 20.57
20.39
•Montevideo’
d.p.peso
61
1
/g
62
1
14
61 ‘/3
62’/
62’14
Montreal….
$
per
£
4.28
4.23
7
/8
4.21
4.27
1
!2
4.21
1
/4
•R,d.Ja.neiro.
d.p.miir.
16
1
/ja
17/,6
17’/4
18
7
/io
18’/,
Lires
p. £
49.03 48.75 46.50
49.50 49.13
Shanghai

. .
sh/d.p.tael
710
714
714 714
7/4
Rome

…….

Singapore
..
id.
p. $
2/4
9
/s2
214
9
182
2/4
1
/,
214
8
/8
2
1
1
4
1
1o2
•Valparaiso.. d.p.pap.p.
11
I
ll’/s
ll°/i,
11!8
11
2
/8
Yokohama
..
sh/d.p.yen
215
1
/s
2/5
1
!,
2151/
4

2/6’/4
216’/8
Koersen van
den dag voorafgaande
aan de
data in hct
hoofd
vermeld.
5) Telegra6sch
transfert.

GOUD EN ZILVER.

Sedeit 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt. –

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen

te
New York

29 Nov.
1919 ……..
725/s
1)
129
22
1919
……..
74
135
15

,,
1919
……..
67°/t
124
8

,,
1919……..
67
123
5
/8

30
Nov.
1918
……..
48°/g
101’/s
1
Dec. 1917
………
42°/t
84!4
20 Juli
1914
……..
24
16
/jo
54
1
1s
t) Noteering van
28
November.

N.U.M.
Weekstaat der Nederlandsche (fltvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Buiten!.

Debet
5
pCt.

Credit
Data

Bankiers

Schot-

Diverse

Schuld.

Diverse
kistlsilj.

reken.1)

brieven

reken,
t)

29
Nov.
1919..
3.669 58.650
1.525
17.166
48.983
20

,,

1919..
3498
58.650
1.478
17.166
47.967
13

,,

1919..
3.045
58.650
1.504
17.164
46.524
6

,,

1919..
2.673 58.650
1.490
17.164
46.021

28
Nov.
1918..
2.117
53.200
70.400
14.742
101.489
t) Beide rekeningen omvatten, behalve
garantiewissels
in
portefeuille
tot het bedrag der buiteni. achatkistbiljetten. in hoofdzaak
garaatiewissele
in deptt bij de Ned. Bank.

1114

ECONOMISCH-STA’IjSTISCHE BERICHTEN

3
December. 1919


NEDERLANDSCHE BANK.


Verkorte Balans op 29 Nov. 1919.

Activa.

Binnen!. Wis-( H.-bk.

f
99.571.131,84
sels, Prozn.,

B.-bk.

,,

655.312,14
enz.in
disc4 Ag.sch.

45.810.453,95
f

146.036.897,93
Papier o. h. Buiten 1. in
disconto

……………………..
Idem eigen portef..
f
48.555.914,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.

Beleeningen
48 555.914.–

inal. vrsch.
H:-bk.

(156.343.262,14

in rek.-crt.
B.-bk.

,, 13.242.004,26

op onderp.
Ag.sch.

,
93 378.930,42

f262.964.196,82

Op Effecten

.
…..f257.889.596,82
Op Goederen en Spec. ,,

5.074.600,.-
262.964.196,82
Voorschotten a. h. Rijk ……

………
..

14.629.711,15

Munt enMuntmateriaal -.
Munt, Goud ……
f
56.410.940,—
Muntmat., Goud ..

,,575.745.150,09’/,

f632.1 56.090,09’/2
Munt, Zilver, enz.

-,,

6.324.761,45
Muntmat., Zilver

Effecten
6 38.4 80.85 1,54
1/3

Bel.v.h.Res.fonds..

(

4.521.257,25
id. van ‘/ v.h.kapit.

3.938.409,621/1
8.459.666,87’/,
Geb.enMeub. der Bank …. …………
,,

3.312.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,

46.380.309,74
‘1

fl.168.819.548,06
1
/,_

Pasaiva. Kapitaal

………………………
f

20.000.000,-
Reservefonds

………………….
5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………
..1.048.396805,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
.

2.316.301,401/
2

Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ….
f


Van anderen

….

,,

81.191.771,86
81.191.771,86
Diverse rekeningen ……………

11.914.669,80

f1.168.819.548,06
1
7

Beschikbaar meta,jsaldo ……
……..f 411.347665,40
Op de basis van
2
/2
metaaldekking ……
184.966.889,75
Minder bedrag aan bankbilj etten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is . ,, 2.056738325,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s

…………….
8.191.083,54’/2
Buitenlandsche wissels
3.599,-
Beleeningen

…………..
4.687.455,37/,
Goud 4.324,92
Zilver ………………..
470.715,52’/,
Bankbiljetten

…………
15.202.320,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….
2.258.687,46/3

Voornaamste posten
in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver

Bank-
blIjetten
Andere
opetschbare
schulden

29 Nov.

1919

….
632.156
6.325
1.048.397
83.508
22

1019
632.160
5854
1.033.194
85.564
15

,,

1919
632160
5.350
1.048.994
84.489
8

,,

1919

….
632.167
4.986
1.057.999
83.778
1

,,

1919

….
632.167
4.955 1.068.074
76.052
25 Oct.

1919

….
632.167
4.907
1.010.411
92.941
18

1919

.. ..
632.170
4.758 1.013.204
78893
11

,,

1919

….
632173
4.662
1.015.774 66.600
4

1919

• . . .
632.186
4807
1.021.460 58.451
27

Sept.

1919

-.
. .
631.763
5.008
1.000.138 66.693
20

,,

1919
631.690 4.905
989.558
78.479
13

.

1919
631.577
5.830
995.715
82.014
631.587
5.801
1.003.950
66.211
6

,,

1919

……

30

Nov.

1918

.. ..
693:392
8.230
1.082.164 75.660
1

Dec.

1917

– –
..
700.105
6.801
872.83
54.305

5 Juli

1914

..
162.114 8.228
310.437 6.198

D
0 0

Disconto’s


Belee- Beschik-
baar
Dek.
king,.
Hiervan
T

1
0 aa
Schatkist-
ningen
Metaal.

percen-
Promemen
saldo
tage
rechtsireck,

29 Nov. 1919
146.037
79.500 262.964
411.348
56
22

1919
137.846
75.000 258.277
413.511
57 15

,,

1919
139.480
77.000
266.852
410.062
56
8

1919
153.375
88.000
263.935
408.046
56
1

,,

1919
149.956 86.000
277.271 407.544
56
25Oct. 1919
141.166
85.000 238.945
415.636
58
18

1919
142.813
89.000
227.312
417.741
58
11

,,

1919
127.119
76.000
229.635
419.592
59
4

1919
123.773 69.000
231.681
420.245
59
27 Sept.1919
123673
61.000
216.579
422639
60
20

1919
130.927 65.000 211.468
422.222
60
13

1919
136.139
65.000 213.829
421.095
59
6

,,

1919
122.810
50.000 220.151
422.589
60

30 Nov. 1918 225.288 145.800
144.367
469579
61
1 Dec. 1917
54.903 43.000 104.795 520.538
76

25 Juli 1914
67.947
.
14.300 61.686
43.521′)
54
•)
Up
de
basia van 2/ metaaldeklejog.

Uit de bekendmaking van den Minister van 1? ina
ciën blijkt, dat uitstonden op:

1
22 November 1919
1

29November1919

Aan schatkistpromessen..
f425.380.000,-
f430.380.000,-
waar van rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst.
75.000.000,-
,,

79.500.000,-
Aan schatkistbiijetten

.,,
98.370.000,.-
,,.
98.370.000,-.
Aan

zilverbons

……..
..
,

39.181.624,-
40.469.745,50

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaklo van latere data opgenomen.

Andere
Data

Goud

Zilver
1
• Bank-

opelschb.
biljetten i schulden

22 Nov. 1919

. –
15

,,

1919
8

,,

1919 ……

11 Oct.

1919

*0*

**
16
164.647
2.873

iiTsoo
413.000
408.000

291.684 108.16
161.046
2.872
289.025
108.415
27

Sept. 1919 ……-
157.373

2.898
287.544 97.759 156.063

2.794
289025
90.788

4

,,

1919 …….

102.967 14.577 192.361
90.850

20

,,

1919: ……

23 Nov. 1918 ……
85.550 16.898
174.535
53.560
24

Nov. 1917 …….

25

Juli

1914 …….
22.057
31.907 110.172
12.634
1
Wissel,,
1
1

rs,
1

BescF,ik-
Dek-
Data

1
Dis-

buiten i Belee.

.
baar

I
king,-
-conto’,
1
N.-Ind.

ningen
metaa-percen-
betaalbaar!

ntngen

I
saldo

toae

Dato
Metaal
1
Circula iie
Andere
opeischl,.
schulden
I
Disconto’s
Div.
reke.
»Ingen’)

18 Oct.

1919

..
954
1.618 1.172
1.559
493
11

,,

1919

..
951
1.685 1.066 1.566
486
4

,,

1919

..
961
1.615 1.084 1.552 461
27 Sept. 1919

..
958
1.504 1.130 1.495
••

301

19 Oct.

1918

..
899
1.554
8)

1.235
1265
191
20 Oct.

1917

..
569
1.214 906
999
1000

25

Juli

1914 –

645
1.100
560
735
396
1) bluitpost
der
activa.

2)
Hiervan zilverbons
262
dz.
gid.

22Nov.1919
211.500
***
89.500
*0*
15

,,

1919
214.000
89.000
0*0
8

1919
210.000
*0*
90.750
*00

11
Oct. 1919
11
12.781
185.074
34618
87.220
41
4

,,

1919 11.872
14.224
185001
31.960 84.609
41
27Sept.1919
11.931
19.966
183.776 18.116
83.441
42
20

,,

1919
12.239 19.909
180.332
17296
83.104
40
23Nov1918
8.965
17.208
81.132
19.754
61.168
42
24Nov.1917
7.170
33.501
67.564
22992
56.829
45
25Juli
19141

7.259
6.3951
47.934
2.228
4.8422
44
1)
Sloitpost
der
-activa.
2) Op
de basis van
6/o
metasldekkjng.

SURINAAMSCHE
BANK.
Voornaamste
posten in duizenden guldens.

3
December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1115

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overziëht ggeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden pond sterling.

Currency Notes.
Data

Metaal

Circulalie
Bedrag

Goudd. Gov
. Sec.

26 Nov. 1919 87.902

86.694 338.347 28.500 320.077
19 ,

1919 87.965

85.676 338.835 28.500 320.639
12

1919 87.986

85.903 339.698 28.500 321.215
5

1919 88.030

86.030 339.750 28.500 321.333

27
Nov.
1918 75.846

65.990 296.341 28.500 275.814

28 Nov. 1917 56.507

43.077

194.135 28.500

167.144

22 Juli 1914 40.164

29.317

-.

Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
____________

Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve

Dek.
kings.
percen-
tage
1)

26Nov.’19
38.335 80.080
19.308
100.989
19.658 16,33
19

’19
34.789 80.816
23.268
95.324
20.708
17,49
12

,,.

’19
42.515
79.617 22.161 102.760
20.534
16,43
5

’19
46.226
80.496
19.831
109.863
20.450
15,80

27Nov. 18
62.630 100.992
30.428
143.749
28.305
16,20
28Nov. ’17
58.815 91.342
41.526
122.743 31.880
19,40

22 Juli ’14
11.005 33.633
13.735
42.185
29.297 52’/o

1)
Verhouding tuaschen Reserve en Oeposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens’

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Melaal
Daarvan
Goud
Kassen.
schema
Circu.
latic

Dek.
king,-
percen.
tage
‘)

15 Nov. 1919
1.112271
1.091.732 9.468.528 31.123.484
34
7

,,

1919
1.113.091
1.092.835
9.458.627 30.975.284
34
31

Oct.

1919 1.113.402 1.093.454 9.402.215
31.028.628
54
23

,,

1919
1.114.157
1.094.481
9.158.626
30.323.285
34

15 Nov. 1918
2.571.627 2.550.234
3.363.665
17.454.316
34
15 Nov. 1917
2.529.061
2.404.900
998.177 10.363.334
34

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857
65.479
1.890.895
93

1)
Dekking der
circulatie door metaal
en
Ka,aenscheine.

Data


Wissels
Rek. Crt.

Darlehenskasscnscheine

Totaal
in kas hij
uitge.
de Reichs.
geven
bank

15 Nov. 1919
34.068.476 11.695.316
21.320.300
9.439.100
7

,,

1919
32.264.906
9.707.802
21.271.100 9.430.500
31 Oct.

1919
34.015.579
12.033.305
1.271.100
9.374.400
23

,,

1919
30.289.185
8.586.524
20.776.200
9.130.700

15 Nov. 1918
21.142.468
10.303.817
13.295.900
3.360.000
15 Nov. 1917
11.688.08
5.726.140 6.740.700
984.500

23 Juli

1914
750.892
943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Metaal en
Disc, en
Bijzondere
Data
bulten!.
6dec-
schuld van
Bank.
Rek. C,m.
goud
ningen
Oostenrijk
biljetten
saldi
wissels
en Hongarije

15Nov.’19
1
)
325.097
14.742.052 32.954.000 50.582.595
7.235.850
7

,,

’19
325.809
14.506.690 32.954.000
49.809.256
7.502.721
31 Oct.’19
325.475
14.271.649 32.524.000
49.403.131
7.641.871
28

,,

’19
325.858
14.270.744
32.954.000
48.320.699
8.920.461

23 Juli’14
1.589.267
954.356

2.159.759
291.270
1)
waarvan
Z59.963 goud, 8.Z64 buitenlandscke goudwiasels en
56.571)
munt.
en
muntmateriaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voorvaamste posten in duizenden franes.

Data

Goud
Waarvan
in het
Buitenland
I

Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit.gew.
voorsch.
a/d. Slaat

27 Nov.’19
5.576.962
1.978.278
283.649

25.850.000
20

,,

’19
5.576.574 1.978.278
284.782
25.800.000
13

’19
5.571.271
1.978.278 285:627
25.650.000
6

’19
5.575.841 1.978.278 286.587
847.609
25.650.000
28 Nov.’18
5.462.095
2.037.108 319.263
1.449.21e
17.000.000
29 Nov.’17
5.333.394
2.037.108
246.910
762.261
12.750.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

Wissels
Uitge.
stelde
Wissels

Belee.
ning
Bankbil,!
,ietten

Rek. Crt.
Parll.
culieren

J

Rek.
t

Cr1.

J

Staat

.
1.153.456
644.749
1.316.044
37.423.808 3.089.275
52.161 1.157.634
649.615
1.308.807
37.426.746 3.028.209
79.039
!
1.202.297
655.540
1.330.325
37.394.982
3.146.071
44.724
1.395.354
660.155 1.301.946
37.419.174
3.057.415
91:584
0
816.112
1.037.959
1.080.290
29.072.412 2.818.043
31.282
841.180
1.147.429 1.128.456 22.890.884
2.778.856
28.881

1.541.080 769.400
5.911.910
942.570
400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden france.

Metaal
1
Beleen.
T
Rek.
Data
tncl.
1

van van
wissels
1

Ctrcu-
Crt.
buiten!.
1
buiten!,
prom. d.
en
t

latie
parlic.
saldi
1

vorder.
provinc.
heleen.
1

27 Nov.’19
352.213 84.955
480.000
387.154
4.670.895
2.134.917
20

’19
352.103
84.955
480.000
384.651
4.668.899
2.281.841
13

’19
344.217
84.955
480.000 402.099
4.697.933
2.213.150
6

,,

’19
344.020 84.955
480.000
381.380
4.695.051
2.420.674

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Waarvan
Waar.
van in

t
t
Zilver

J
F.R. F.R.
in
Data
Goud
voor dekking
het bui. 1
cie.

t
circu.
F. R. Notes
tenland
1
latie

31 Oct.

’19
2.138.000
1.309.924 129.923 67.592
2.752.876
124

’19
2.146.605 1.299.732 132.983 67.956 2.753.457
117

,,

’19
2.128.443
1.308.379
106.917
70.742
2.752.569
10

’19
2,131.328
1.280.816
108.123 70.772
2.741.684

1 Nov.

’18
2.052.229
1.213.319 5.829 53.456 2.515.504
2Nov.

’17 1.546.075 613.750
52.500
50.744
881.001

.4lgem.
1 Percent.
Totaal
Waar-
Dek-
1

Goud.
Dots
Wissels
Deposttos
van
kings.
dekking
Kapitaal
percen.
1

circu-
__________

lage ‘)l
lotie

31 Oct.

’19 2.522.90a
2.725.555 86.013
47,0
48,7
24

,,

’19
2.450.985 2.729.652
85.863
46,3 47,9
17

,,

’19
2.464.665 2.958.326 85.540
46,1
48,3
10

,,

19
2.400.707
2.643.863
85.391
47,0
49,1

1 Nov.

’18
2.123.019
2.347.692
79.360
51,7 50,9
2Nov.

’17
689977
1.765.056
64.291
71,1 78,3

5)
Verhouding
tusschers:
den
totalen
goudvoorroad, zilver
etc., en de
opeschbare schulden:
F R.
Notes en netto depooit&o met
inbegrip
van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN
AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden
dollars.

Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
b

de
l’o(oal
Waarvan
time
banken
g elden en
F. R. banka
depositos
deposits
beleggingen

24 Oct. ’19
778
15.425.888 1.387.175
13.658.084
2.056.087
17

’19
778
15.433.563
1.396.123 13.674.015
2.037.688
10

,,

’19
776
13.297056
1.369.853 13.699.176
2.027.503
’19
775
13.192.688
-1.363.400
13.625.827
2.002.305

25 Oct. ’18
749
14.022.210
1.360.662 11.671.211
1.438.992

t’

1116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919
.J.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 1 December 1919. ,

Op de internationale beurzen heeft gedurende de achter,

ons liggende dagen een gedecideerd ongeanimeerde stem1
ming geheerscht, wellicht met uitzondering van een, enkele
markt als Parijs,
aar
de noodkreten omtrent de valuta nog
niet zoo sterk doorgedrongen zijn. Want de kwestie der
valuta’s vormt wel de hoofdoorzaa.k van de apathische hou-
ding op de effectenmarkten, gepaard aan de stroefheid van-,
de meete geldceutra,hetgeen echter een nevenverschijnsel
van het valuta-vraagstuk kan worden genoemd.
Vooral in de Vreenigde Staten is het valuta-probleemi
langzamerhand uiterst moeilijk geworden. Vrijwel alle lan-
den zijn aan de Unie geld schuldig en moeten dit voldoenj
in een muntsoort, die ten opzichte van hun eigen valuta

1

een meer f minder groot.agio doet. Het gevolg is natuur
;
p lijk, dat geldschaarschte in de beti

okken landen ontstaat,T
doch dat bovendien het gevaar niet denkbeeldig is, dat op
een gegeven moment verschillende staten tot de conclusie

,

zullen komen, dat zij niet meer aan hun verplichtingen kuu; nen’ voldoen. Daarenboven ‘is het direte gevolg het inkrim-
pen van bestellingen in de Vereenigde Staten, teneinde de,
handelsbalans niet nog meer, naar de passiefzijde te doen.
overhellen. In het vorig overzicht te dezer plaatse is op dit
j.

laatste gevar reeds gewezen en is ook naar voren gebracht,
welke houding verschillende der leidende financiei-s hier-
tegenover innemen. Hoewel zeer invloedrijke kringen zich formeel verzetten tegen ieder ingrijpen van hoogerhand in
verband met het valuta-vraagstuk, heeft President Wilson
toch in de laatste dagen met verschillende financiers gecon-
fereerci om hun oordeel te vernemen ten aanzien van een
internationale valuta-conferentie. Het is op dit oogenblik
absoluut nog niet zeker, welke de uitslag van deze voorloo-
1

pige besprekingen zal zijn, doch’ het feit, dat de informaties,
van de zijde van President Wilson uitgaan, wijst er wel op,,
dat in bepaalde kringen het verschaffen van hulp als drin-
gend noodzakelijk wordt beschouwd.
Reeds is een voorloopige maatregel genomen ten aanzien
1

van het uitstel van rentebetaling op de schulden van Groot’A
Brittannië aan de Unie, doch een beheerschend deel van het
gansche probleem is dit geenszins. De geheele industrie
wordt niet werkloosheid bedreigd, indien geen afdoende
maatregelen worden

genomen vooral ten aanzien van
Midden-Europeesche Rijken. Dit schrikbeeld heeft dan ook:,
in het laatste gedeelte van de berichtsperiocle een zeer’
flauwe stemming in Wallstreet veroorzaakt, waardoor vrj
wel alle hier bekende waarden werden aangetkst. Eenig
herstel van

beteekenis is hierop tot nu toe niet gevolgd.
Het valuta-vraagstuk is echter -piet de eenige hinderpaal-
geweest, die aan een meer regelmatig functioneeren van de
effectenmarkt in den weg heeft gestaan. Het mijnwerkers-conflict toch is nog lang niet opgelost en de besprekingen,
die met betrekking hiertoe tusschen Regeering, mijneige-naars en mijnwerkers zijn gevoerd, hebben nog geenszins
tot een bevredigende oplossing geleid. Voorshands staan de
partijen nog zeer scherp tegenover elkaar en zijn de berieh-”
ten, die naar Europa worden geseind, uiterst summier. In’ ieder geval is de aflevering van steenkool sterk vertraagd; en moeten verschillende industrieën zelfs tot sluiting van’
haar fabrieken overgaan, terwijl voor de spoorwegen een’
beperking van hun dienst in uitzicht is gesteld. Het spreekt
9

vanzelf, dat ook deze omstandigheid remmend op den onder-t’
nerningslust ter beurze heeft gewerkt, al is deze ‘toch al
niet te groot in verband met het naderen van de jaarvis!
seling. –
Dat het valuta-vraagstuk allerwegen een stroefheid op de’
1

geidmarkten te voorschijn heeft geroepen, bewijzen wel de
discontoverhoogingon, waartoe vele circulatiebanken zijn
overgegaan. Thans weder heeft de Zweedsche Rijksbank’
besloten tot een verhoogi.ng harer discontorente tot 7 pCt.
Nu is de Zweedache Bank wel dén der instituten, die her-t
haaldelijk en in snelle opvolging wijziging in den
ren
t
evoe
ti

heeft aangebracht. Nadat de Bank op 23 April en 12 Juni 1
van het loopende jaar een vermindering telkens van 4 pCt. had doorgevoerd, heeft zij thans haar discontovoet met e
en
i

vol prpcent verhoogd, waarmede het instituut weder op het-
zelfde niveau staat als op 30 Maart van het vorig jaar. De
gebeurtenissen op de effectenbeurzen van Scandinavië zul1en’.
wellicht aan dezen maatregel ook niet vreemd zijn. De g-
weldige overspeculatie, welke in den oorlogstijd heeft plaats
gehad, voornamelijk ten aanzien van scheepvaartwaarden,’
wreekt zich than. Verschillende firma’s hebben hare
betalingen moeten staken, hetgeen een paniek op de beurzen’,
te voorschijn heeft geroepen. De discontoverhooging kan’
derhalve hier ivel eenigszins als een binnenlandsche be-
schermingsmaatregel zijn bedoeld. .

Te L o n d e n heeft de beurs natuuijk den terugslag
ondervonden van de gebeurtenissen te New York. De Amen-
kaansche af deeling daar ter plaatse is uiterst ongeanimeerd
geweest. Doch ook de overige afdeeli-ngen hebben den invloed
van de verschillende- hierboven uiteeugezette -factoren moe-
ten gevoelen. Speciaal beleggingswaarden bleven zeer sterk
veronachtzaamd en waren, zelfs voor de beste soorten, tegen
lagere prijzen verkrijgbaar. De di-scoutoverhooging van de
Bank van Engeland heel t de vrees opgewekt, dat het hierbij
niet zou bljveii en dat de i

entevoet binnen korten tijd zelfs
op 7 pCt. gebracht zal moeten worden. Eehi-ge verlichting
heeft de mededeeling, dat de rentebetaling aan Amerika
opgeschort zo-u kunnen worden, weliswaar gebracht, doch de
rechte animo tot het entameeren van nieuwe affaires is niet
wedergekeerd. Vooral
01)
het gebied der speculatieve waar-
den, waarin in de laatste niaanden een zeer grootc handel
heef t plaats gevonden, is een stilstand van beteekenis op te
merken geweest. Weliswaar zijn b.v. vooi petroleumwaarden
geen groote reacties i.ngetreden, doch de omzetten zijn sterk
afgenomen, terwijl een verdere rijzing ook geen voortgang
heeft gemaakt.
Ook hier echter heeft de discontoverhooging voor een
groot deel de uitwerking gehad van een preentief middel,
voornamelijk tegenover den stroom van nieuwe emissies,
welke te Londén plaats heeft gehad. Hoe krachtig deze ge-
weest is, moge wel blijken uit de omstandigheid, dat in de
week, volgende op de discontoverhooging, nog 16 industi’ieele
maatschappijen met een gezamenlijk bedrag van 214 mil-
lioen Pond een beroep op de geldmarkt hebben gedaan.
Te B e r -1 ij n is de beurs vrij onregelmatig geweest. Aan-
vankelijk was de stemming down, in verband met het ver-
beteren der Mark-valuta in het buitenland, doch toen bleek,
dlat dit slechts een voorbijgati.nd verschijnsel was, draâide de
tendens al spoedig. Toch
wierd
de handel niet weder zoo
levendig en tegen het slot der berichtsperiode viel zelfs een
hernieuwde reactie waar te nemen, met- uitzondering dan
van eenige buitenlandsche waarden, als Canadian Pacif ie,
die in het centrum der speculatieve belangstelling stonden
en die dan’ ook op sommige dagen met zeventig en tachtig
procent tegelijk varieerden. Overigens echter heeft een kalme
houding de overhand gekregen. Men wacht algemeen af, wat
de naaste maatregelen der eigen Regeering ten opzichte van de te heffen belastingen zullen zijn, benevens, welke beslui-
ten zullen worden genomen ten aanzien van de valuta. De
arbeidsonlusten zijn in Duitsehland wel wat minder ge-
worden; in de meeste bedrijven kan, voor zooverre er werk-
gelegenheid is, behoorlijk worden gearbeid.
Te P a r ij s is, zooals reeds gezegd, de tendens veel beter
geweest, da.n
01)
de meeste der buitenlandsche beurzen het
geval is. Bijzonderheden zijn hieromtrent echter niet te
vermelden.
T e o n z e n t is de marktten-dens over het algemeen
uiterst bom geweest. Zelfs was dit het geval voor binnen-
landsche
staatsfondsen,
die, zooal niet krachtig, dan toch
eenigszins reageerden in verband met de stroefheidi van de geldmarkt. Op enkele dagen was de noteering voor geld op prolongatie niet minder dan 5 pCt., terwijl de discontopoli-tiek van vele der circulatiebanken ook hier het vooruitzicht
op eventueele verhooging van den rentevoet der Nederlandsohe
Bank heeft geopend. Boveifdien kweeken de nieuwe emissies
een stemmiug van onbehaagljkheid op de geidmarkt; deze
week staat o.a. als voornaamste op het programma een uit.-
gifte ‘van
f 18.000.000
preferente en
f
6.000.000 gewone aan-
deelen der N.V. Jurgens’ Vereenigd-e Fabrieken, een gezameli-
lijk kapitaal vordernd van ongeveer
f
33.000.000. Waar de
preferente aandeelen als beleggiugsobject worden beschouwd,
gaan velen tot ruiling van hun bezit aan staatsfondsen over,
niet. het gevolg, dat op deze soorten een vrij groote dr’.ik
wordt uitgeoéfend.
Voor buitenlandsche soorten is de belangstelling zoo goed
als bekoeld. De slechte vooruitzichten’ voof de Ceiitrale
valuta’s veroorzaken geen kooplust voor Oostenrijksche
sehulcibrieven, waarvoor hier ter beurze anders nogal inte-
resse bestond. Het uitblijven van eenig nieuws ten aanzien
van de krjgsverrichtingen ‘in Rusland heeft de aandacht
van de betrokken fondsen ook geheel afgeleid. Alleen met
betrekking tot Zuid-Amerikaansche soorten is eenige handel
op te merken, welke zich echter toch binnen zeer enge
grenzen beweegt.

25
Nov.
28
Nov.
1
Dec.
R0
:
0
f

S
0
/0
Ned. W. Sch

. –

91
15
116
91
8
/4

91
1
I0. –
1
18
44
0/

,,

,,

1918

851/
2

84
5
/s

84

– 1’I,
4
0
/0
,,

,,

1916

7914.
78
0
I1

78/4 –
334
0f

,,,,,,

. –

67/2

67

66’/9 – 1
3

0/
t
, ,,

,,

,,

59′!2

58’/

58
1/8 –
1
1
/8
34
0/
Cert. N.
W. S
…..500/
4

49/

49’/ –

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1117

25Nov.28 Nov.
1 Dc.
Rijzing of
daling.
5

0/
Oost-Indië 1915
92
1
/o
911/
4

91

1
8
/8
4

°/
o
llongarijeGoud
101/,
10
8
/
2

10
1
/3
4

0/
Oostenr.Kronenreute
6/4
6
1
/8
6’/&

1
/8
5

0/

Rusland 1906

……
201/
2

20Vs
20
1
/2
434 °/
o
lwaugorod Dombr..
.
15
161/,
168/2
+
1
1
/,
4

0/
Rusland Cons.

1880
18/4
18
1
/
171/2

1l/
4

Of
Rusi. bij Hope
&
Co.
198/
4

20
198/
4

4

°/o
Servië 1895

……..
40


434
0/
China Goud 1898
.
61/8
62
63/8
+
2
1
/
4

0
/
0
Japan1899

……..
60
60
60
4

O/
Argentinië Buiteni.
548/
55
I
/
55 ‘/4
+
1/,
5

0/

Brazilië

1895 ……
56V4
56
1
14
56V
5

0/

1913 ……
51’/g

De locale afdeelingen hebben alle een gelijke tendens te
aanschouwen gegeven. De stemming was over het geheel niet bepaald flauw te noemen, doch een zeer groote lu5teloosheid,
met, als gevolg, reactie der koersen, was karakteristiek. Het
best heeft zich nog de
cultuurinarkt
gehouden, omdat hier
telkens berichten omtrent groote afdoeniugon van suiker
tegen zeer winstgevende prijzen binnenkwamen. Toch varen
de beste soorten zelfs in reactie, terwijl de minder courante
fondsen op sommige dagen in het geheel geen kooper konden
vinden. Aan den anderen kant bestond ook geen groote
verkoopdrang, zoodat de handel gering bleef.
In sympathie met de houding van cultuurwaarden hebben
de aandeeleu der Indische eultuurbanken iets van hun
avance moeten prijsgeven. Aandeelen Nederlandscls-Indisehe
Handelsbank helden zich nog het best op peil, doch aandee. leo. Nederlandsche Handel-Maatschappij werden merkbaar
lager verhandeld.
Ook de
petroleumafdeeling
heeft zich niet kunnen onttrek-
ken aan den algemeenen druk. Voornamelijk aandeelen
Geconsolideerde Hollandsehe Petroleum Maatschappij vcr-
den lager aangeboden, in verba.nd met het uitblijven van
iedere bevestiging omtrent een dividend of een nieuwe
emissie met voorkeursrechten voor aandeelhouders. Even.
eens waren aandeelen Orion Petroleum Maatschappij aange.
boden, naar aanleiding van de onvriendelijke commentaren
met betrekking tot de onderhandsche plaatsing van een
aanzienlijke trancbe van het aandeelenkapitaal. Koninklijke
Petroleuna Maatschappij bewogen zich op een lager niveau,
voornamelijk in aansluiting aan New York en konden zich
teit slotte niet herstellen ondanks de vooruitzichten, die
zich voor de maatschappij openen ten aanzien van de exploi-
tatie van nieuwe terreinen te Djainbi en in het overige
Nederlanclsch-Indië, in verband met den reageerenden Ster-
lingkoers.
‘J’abakswaarden
waren bepaald ongeanimeerd. De partijen,
die hier te lande aankomen, schijnen grootendeels bedorven
te zijn door het lange bewaren in een tropisch klimaat,
zoodat hiervoor geen niooie prijzen bedongen kunnen worden.
Ook heeft de dividend-aankondiging van de Rotterdam Dcli
Maatschappij ten bedrage van 10 pCt. teleurstellend ge-
werkt.

De
rubberinarkt
was eenigszins lager, zonder nochtans
groote verschillen te aanschouwen te geven. Evenals elders,
was de handel hier zeer gering.

25 Nov. 28 Nov.
1 Dec.
Rijzing

Amsterdamsche Bank
. – . –
1911/
4

1918/
4

191

81
4

Ned.Handel-Mijcert.v.aand
223
219/
218’18

41/
Rotterd. Bankvereeniging.
146
1461/4
146’1
+
‘/
Amst. Superfosfaatfabriek.
143/
143’/,
1431/3

Van Berkel’s Patent ……
141/,
141
140

1′!3
Insulinde Oliefabriek

– . –
235′,’,
230′,’2 230

5’/2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
100’/2
100 1007h6

1
/18
Ned. Scheepsbouw-Mij- ….
144
143
143

1
Philips’ Gloeilampenfabriek
875 845 830

45
R. S. Stokvis &. Zonen
. . . –
557
54$
545

12
Vereenigde Bhikfabrieken.

130
1
/,
128 ‘/2
127

3′,’,
Compania MereantilArgent.
264
8/4

268
1/
269 1/2
+
48/4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
2811/
4

277
1
/4
270

11’/d
Uandelsver. Amsterdam
– .
601
593’1,
580
—21
bIl. Transatl. Handelsver.
114
115’/4
116
+
2
Linde Teves
&
Stokvis
. . . .
200 203 200
VanNierop&Co’s Handel-Mij
183
186’/2
185
1
;:
+
2
1
/2
Tels &. Co’s Handel-Mij
. . . .
145
145
145
Gecons. Roll. Petroleum-Mij.
326/,
328 320

6’/2
Kon. Petroleum-Mij. ……
8258/4

809
784

41’/4
Orion Petroleum-Mij …….
808/2

75 75

5V2
Steaua Romana Petr.-Mij..

168
1
/2
149
144’/4

24’/4
Amsterdam-Rnbber.Mij…..
254
250′!2
243’/s
-,-
Nederl.-Rubber-IlIij. …….
118
118′!3
116

2
Oost-Java-Rubber.Mij…..
326
321
314

12

25 Nov. 28 Nov.
1 Dec. Rijzing of
daling.
Deli-Maatschappij

……..
486

479
453/4


328/
4

Medan-Tabak-Maatsehappij.
254′!,

252 252


2
1
/2
Senembah-Maatschappij

..
460

445
433


27

De scheepvaartmarlc.t
heeft eveneens geen aanleiding tot
bijzonder bespreking gegeven. Zij paste zich geheel aan
de stemming van de geheele beurs, die, zooals reeds gezegd,
werd gekenmerkt door ccii groote mate van lusteloosheid.

25 Nov.28 Nov.
1 Dec. Rijzingof

Holland-Amerika-Lijn

– – . .
484
476/s
4651/

1881
4

gem.eig.
465’/3
455
445’/2
—20
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.

304
304
304
mli. Alg. Atl. Stonmv.-Mij.
174
1
/2
174
1
4
174’/,
bollandsche Stoomboot-Mij.
247
243V,
235
1
/
– 111/2
Java-China-Japan-Lijn….
340
334
329

11
Kon. Hollandsehe Lloyd
. –
195
8
/8
192
19’/8

61/
4

Kon. Ned. Stoomb-Mij.


247
3
/4
241
1
1,
236/4
– 11
1
f’
Kon.

Paketvaart-Mij .

….
246
241’/
4

238

8
Maatschappij Zeevaart
– – . .
345
345
345
Nederi. Seheepvaart-Unie.
3058/t
299 295

108/
4

Nievelt

Goudriaan

——
574
570 570

4
Rotterdamsche Lloy•d ……
319
317
313’/8

5
7
/8
Stoomv.-Mij.,,Hullegersberg”
335 335
335
,,Nederland”
. –
371
8
/
362
3641!,

714

,,Noordzee”

. –
159
156’/4
155’/8

3/8
,,Oostzee”
3348/4
326
315

198/
4

De
Anreri/saansche markt
was in aansluiting aan de aan-wijzingen van Wallstreet flauw, gestemd. Vooral Marine-
waarden werden hier ter beurze lager aangeboden. Dit was
dan nok het eenige fonds, waarin een eenigszins uitgebreide
handel heeft plaats gevonden. De overige soorten dezer
afdeeling bleven alle stil en ongeanimeerd.

25 Nov.28 Nov.
1
Dec.

i

dl
?
n
V
f

Ameriean Car
&
Foundry.
141/
140/8
137/4

4
1
/8
Anaconda Copper

——–
134 128
122

12
(Jn. States Steel Corp…..
111/8
1098/
ic

1071/4

4/o
Atehison

Topeka

——–
94’/2
92
1
1,6
911/4

31/
4

Southern

Pacific

——–
1048/
8

101
99

58/8
Union Pacifie ————
1358/
4

1331/
2

131

42/
4

Int.Merc.Marine afgest…..
57’/s
55
1
/o
49
1
/8

8
prefs
1651h

1638/4

160’/2

5

Geld op prolongatie varieerde van 434 tot 5 pCt

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

2 December 1919.

Oogstberichten blijven gunstig linden in West-Europa
zoow’el als in Noord-Amerika. Alleen is de uitzaai van tarwe
in het algemeen geringer dan in het vol-ige jaar. In Enge-
land schijnt dat ten goede te zullen komen aan de met gerst
bezaaide oppervlakte, terwijl in Amerika in het voorjaar
een vermeerderde uitzaai van maïs en haver wordt verwacht
en ook de roggeverbouw cciie uitbreiding ondergaat in ver-
gelijking met het vorige jaar.
In ons vorig weekbericht vermeidden wij vorstschade in
Argentinië, die eene niet onbelangrijke prijsverhoogiug voor
tarwe had veroorzaakt. Teh slotte blijken echter, zooals
gewoonlijk, ook ditmaal weder de klachten overdreven te
zijn geweest. Volgens de laatste berichten is de schade niet
groot en de tarweprijs in Argentinië is weder gedaald tot
lIet niveau, waarop hij zich vOör de vorstberichten bevond.
Ook de zeer ernstige klachten uit At,stralië schijnen eenigs-
zins overdreven te zijn geweest. Van officieele Australische
zijde wordt namelijk bericht, dat belangrijke schade slechts
locaal is toegebracht. Het schijnt echter, dat de getroffen
streken vrij uitgebreid zijn geweest, want reeds is een
crediet van £ 1.000.000 uitgetrokken voor hulp aan de land-
bouwers, welke hulp zal worden verstrekt in den vorm van
veevoeder, zaaigraan en kruidenierswaren, terwijl water
geregeld per spoor wordt aangevoerd. Voorloopig zullen
echter. de tarvoversehepingen uit Australië geen invloed
ondervinden van den uitslag van den nieuwen oogst. De
voorraden zijn nog zeer ruim en speciaal in de laatste week
is zeer veel tarwe uit Australië verscheept. Austra.lische
tarwe maakt reeds langen tijd het hoofdbestanddeel uit van het brood in Engeland en hoewel de molenaars met verlan-
gen naar hardei-e tarwe uitzien, worden Noord-Amen-
kaansche en Plata-soorten slechts in beperkte hoeveelheden
verstrekt.

1118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

In Noord-Amerika blijft men ongerust over de onvol-
doende Europeesche vraag naar Amerikaansche tarwe. Niet
slechts in Engeland, doch ook in andere Europeesche lande1i
doet men zijn best zijne behoeften te dekken met andere
goedkoopere soorten, speciaal Argentijnsehe, die in zoo ruime mate voorhanden is. Men schijnt veilig te kunnen
aannemen, dat ruim 1 millioen ton oude tarwe nog in
Argentinië beschikbaar zal zijn, wanneer de nieuwe begi.it
binnen te komen. Wel bevatten de couranten dezer dagen
het bericht, dat in Polen de oogst van broodgraan zeer is
tegengevallen, zoozeer, dat zelfi een noodtoestand dreigt te
ontstaan en Amerika reeds als eerste hulp 100.000 tous heeft gezonden, doch van commercieel standpunt zijn zulke leve-
ranties weinig verkieselijk en zij veranderen weinig aan de
moeilijkheid om den Noord-Amerikaanschen tarwevoorraad
aan den man te bredgen. Het vrijgeven tegen 15 December
van den Noord-Amerikaanschen handel ni en export vai
Larw’e zal w’narschij]llijk evenmin veel invloed hebben, zoo:
lang niet dc prijs der tarwe in Amerika weder in overeen-stemming is met dien Van andere soorten. Het zal daarbij
interessant zijn te zien,
01)
welke wijze de Amerikaansehe
regeering denkt te blijven voldoen aan de prijsgarantie.,
welke zij aan de boeren heeft gegeven. Voor den Engelschen
graanliandelaar zal ook de Amerikaansche maatregel niet
‘eel beteekenen, zoolang de regeeriugen de eenigen blijven,
die zich met den import bezighouden. Misschien echter zal
liet einde der tarwe-eontrôle in Amerika de eerste stap zijn
op den weg naar herstel van vrijen handel in Europa.
In Canada zijn gedurende de maand November cle resul-
taten van het dorsehen der .tarwe blijkbaar zoo meegevallen,
.dat het officieele schattingscijfer van de opbrengst vail den laatsten oogst, hetwelk reeds per 31 October zeer ‘oldoeali
was, nog met 11.000.000 bushels verhoogd is. De tar we wordt
echter in een te langzaam tempo door cle boeren afge1everd
zoodat de Canadeesche regeering bezwaren ondervindt bij
het beladen der beschikbare scheepsruimte. Volgens sommige
berichten staat deze langzame aflovering in verband ni,it
den zooveel hoogeren tarweprijs in de Vereenigde.Staten,
die er in de grensdistricten van het Noord-Westen toe leidt,
dat geregeld Canaileesche tarwe over de grens verdwijnt.
1
.

Mais wordt van.Argentinië bij voortduring in flinke hop-
veelheden verscheept. De prijs is in liet begin der w.k
gestegen, misschien onder de» invloed van de omstandig-
heid, dat weder sprake was van eene eredietovereenkomst

met de geallieerden, doch in de laatste dagen is weder eene
verlaging ingetreden. De hoeveelheid maïs, naar Europa
onderweg, is ruim, waarover men zich speciaal iu Engeland
verheugt, omdat daar nog steeds niet genoeg mais wordt
tangeboden
oai
aan cle vraag te voldoen.
De Europeesche maïsprijs is echter door den te verwach-
ten ruimen aanvoer vrijwel overal gedaald met verminderde
vraag. In verband hiermede is de belangstelling van ver-
schepers in vrije scheepsruimte van Argentinië naar Europa
Veel verminderd. Wel is in de afgeloopen week nog eene enkele bevrachting tot het. laatst bereikte liooge cijfer tot
stand gekomen, doch in de laatste dagen stellen de versche-pers belangrijk lagere vrachten in uitzicht. Naar Antwerpen
zijn kleine zaken in Noord-Amerikaansche mais tot stand
gekomen en in Engeland is in deze soort vrij veel omge-
gaan. Voornamelijk betreft het mais ter verscheping in
December/Januari ên Januari/Februari, doch zelfs Novem-
ber/December-versclieping is reeds naar Engeland verkocht. Nu eenmaal een begin is gemaakt met zaken in Noord-Ame-
rikaansche mais, zal het nog slechts van den prijs afhangen
of evenals in vroegere jaren ook nu weder Amerika groots
hoeveelheden mais naar Europa zal verschepen. Voorloopig
is Argentijnsche maïs veel goedkooper en de aankoopen van
Engeland uit Amerika zullen waarschijnlijk grooteucleels be-
stemd zijn voor alcoholfabricage in verband met de omstaim-
digheid, dat de En.gelsche regeering de contrôle, welke zij
daarop uitoefende, onlangs heeft opgeheven. Voor veevoeder
in concurrentie met Plata-maïs, waarvoor de Noord-Amen-
kaansche maïs speciaal naar België, Nederland en Sctndi-
navië in aanmerking komt, is zij nog te duur. Daarbij komt,
dat de prijs in Amerika iii de laatste dagen, na eenige ver-
laging in het begin der week, weder is gestegen.
Uit Zuid-Rusland hoort men nog telkens over de uitste-
kende opbrengst van den laatsten oogst en over dc ruime
overschotten, welke voor export beschikbaar zijn. Tot ver-scheping komt het echter nog steeds niet, afgezien dan van
een enkel partijtje inaïs naar Frankrijk en tarwe voor
rekening van het Amerikaansche Hulpcomité naar Armenië.
In gerst komen weinig zaken tot stand. In Noord-Ame-
rika, tegenwoordig vrijwel de eenige leverancier van gerst,
zijn de prijzen belangrijk hooger clan de Europeesche pariteit.
Alleen in goede .brouwgerst wordt nu en dan cciie zaak ge-claan tot hoogen prijs, waarbij België en Engeland als koo-
pers optreden.

Noteeringen.
.

Locoprijzen te
RotterdamfAmsterdam.

Chicago
Buenos Aures
oorten
1 Dec.
24 Nov.
t Dec.

ijata
919
1919
1918
Taruie

Mars
Hauer
Tarwe

Mars

L(jnzaad

Dec.

Dec. Dec.
Dec.

Dec.
Febr.

.

29Nov.’19
226

l35I4
73
1
/
14,45

6,75
‘23,85

Tarwe………………….
Rogge (No. 2 Western)
– –

22

,,

’19
226

131I
8
72J
14,85

6,85 24,10
405,- 432,-

29Nov.’18
226

128
73
11,95

5,50 18,95
Gerst (48 lb. feeding) ..
-440,-
440,-

29 Nov.’17
226

124’/a
71/
11,80
3
)

8,15
i5,10

SlaIs (La Plata)

………

Haver(38 lb. white clipped)
22,-
23,-

29 Nov.16
1832/4

89
53i/8
14,10

9,25
22
,
25i8)
Lijnkoeken (Noord-Ame-

20
Juli
‘141
82

‘)

56I8
‘)

361/

1)
9
,
40 2)

5,38
2

13 703)
rika van La Plata-zaad)
285,-
300,-

1)
per Dec.
‘)
per Sept.
2)
per Jan.

Lijnzaad (La Plata) …….
915-
915-

AANVOEREN in tons van
iobo
K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam
,
Amsterdam
Totaal

Artikelen.
24-29 Nov.
Sedert
Overeen1:
24-29 Nov.

Sedert

Overeen1.
19 19
1918
919
1 Jan. 1919
tijdvak 1918
1919

t Jan. 19i9

tijdvak 1918

Tarwe …………….

163.740
9.044
6.950
135.706
2.920
299.446
11.964
Rogge

…………….

15.454

-.
25.653

41.107 4.170




4.170

Boekweit

………….-
Mais

…………….
182.263
– –
3.065
23.465
4.590
205.728
4.590 71.955


63.065

135.020

Haver

…………….
38.543

.


7.633

46.176

5
..290

98
84.506

n

25.566

110.072

Gerst

……………..-
1
..113

7.398
69.135
– –
200

69.335

Lijnzaad …………….
Lijokoek ……………

48.018
756

37.435
6.068
85.453
6.824
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten ….
260
36.896
19.716

10.708
4.286 47.604
24.002

AÂ,TVOEREN
in
tons var

1000
K.G. voor
het Buitenland.

7.505
230.143
373.865



230.143
373.865
Mais

………..
……

14.372

90.191
– –

14.372
90.191
Tarwe ………………


56.712
5.174
– –

56.712
5.174
Rogge

……….
……….
Tarwemeel …………

144.506
68.918


.
8.807
144.506
77.725
Gerst

…………….

.- –
62.537
25.670


/

62.537
25.670
Haver

…………….

123.757

‘-


123.757

Lijukoeken …………

..
2.412


. –

2.412

Andere meelsoorten
….

..
119.991
43.254


9.510
119.991 52.764

3 December 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

HE

N e d e r 1 a n d. De geringe kooplust, waarover wij in
ons laatste bericht schreven, is in de afgeloopen week niet
verbeterd. Speciaal in de laatste dagen zijn daarbij de
prijzen
voor mais sterk gedaald. in verband met cle nauwe relatie,
welke tegenwoordig bestaat tussehen de graanmarkten in
Nederland en Antwerpen, speelt daarbij de daling van den
frankenkoers eene belangrijke rol. Houders in België, die
hunne inkoopen in franken hebben gedaan en evenzoo wen-
schen te verkoopen, zijn door den lagen frankeakoers veel
goodkooper aan de markt dan Nederlandsche houders. Het
gebrek aan vraag in Nederland zoowel als in België, werkt cle
daling nog verder in de hand en maIs was gisteren te Rot-
terdam ongeveer
f
30 per 2000 K.G. goedkooper te koop
dan eene week te voren. Ook ha
4
ver en andere voederartikelen
ontmoeten weinig vraag en vinden slechts tot vrij belang-
rijk gedaalde prijzen koopers.

SUIKER.

NOTEERINGEN

Data
Amsterdam
per

Londen
New Yoilv
96
%
Tate.,
LVhite

Amenc.
November
Cubes
1

Java.,
!aied
Centrifugais
No.1
1b

28Nov. 1919..
f

72/-
65/-

$
7,28
21

,,

1919..

72/-
5916

7,28
,

64/9
– –
7,28
28 Nov. 1918……
28Nov.1917

53/9

– –
21 Juli 1914..
.
11/
18/-


3,28

In Duitse h land ondervinden de veldn’erkzaamheden
en cle verwerking der bieten om meergenoemde redenen
nog steeds dezelfde mneilijkheden en zijn de vooruitzichten
voor dezen oogst veer verminderd, zoodat de opbrengnt
volgens F.O. Licht niet meet dan 750.000 tons ruwsuiker
zal bedragen. Nog slechter staat het met den bietenoogst
voor het volgende jaar, zoolarig de ,,Zvangswirtschaft” niet
geheel wordt opgeheven, waardoor thans de verbouw van
suikerbieten tot den minst looneaden onder de knolgewassen
behoort. Er zijn nu echter wel teekenen, die er op wijzen,
dat de Regeering de prijzen voor beetvortels aanzienlijk
zal verhoogen teneinde de productie te doen vermeerderen.
Wanneer zulks tijdig gebeurt, kan dit een geheelen
ommekeer in de suikervoorzienïn’g teweegbrengen en zou
Duitschland over een jaar zelfs weder suiker kunnen
uitvoeren.

Ii.t T sj echo – S lo w a k ij e werd wegens cle slecl.ite oogst-
vooruitzichten de uitvoer van suiker verboden.

De zichtbare voorraden zijn volgens F.O. Licht:
1919
1918 1917
Duitschland
31 Aug..
217.798 290.278
322.991

tons
Oostenrijk
1

Sept..
.
230.000*
200.000*
250.000*
Frankrijk
1

,,

.

.
7.891* 10.416
26.680
Nederland
15 Oct.

..
4.723
7.415
49.692
België
1 Sept…
28.000
42.000
51.000
Engeland
30

..
326.659 472.787
252.266

Totaal Europa 815.071 1.022.896

952.629 tons
V. S. v. N. A. 22 Oct. ..

65.222

49.409

44.210
Cubahavens 20

.. 401.455

324.180

48.096

Totaal ……1.281.748 1.396.485 1.044.935 tons
* Raming.

Willett & Gray maken de volgende taxaties bekend:

Raming

Oogst

Oogst

Oogst
1919/20

1918119

191.7118

1916/17

Cuba –

4.399.000 4.000.009 3.446.000 3.023.720 tons
Porto Rico 400.000

375.000

405.174

448.567
E[awaï

560.000

535.000

515.000

575.510
U.S. Biet

850.000

674.892

682.867

731.577

In Engeland werd geraffineerde witte suiker uit
Nederland, prompten afscheep tegen Sh. 85/- c.i.f. Londen
verkocht. Witte Javasuiker November-afscheep noteerde
Sh. 61/- en December-afscheep Sh. 59/6 f.o.b.; stoomecide
ladingen Sh. 85/6 c.i.f. U.K.
Op Java blijft ditjarige witte suiker ge.vraagd tot

f
40,-. Uit den volgenden oogst kwamen verdere belang-
rijke afdoeningen tot stand tot de bekende prijsbasis van
f
32,- voor Superieur; ongeveer
1/3
van oogst 1920 is nu
door de planters verkocht.
Uit New York worden verkoopen gerapporteerd van
nieuwen oogst Citbasuiker Jan./Febr.-afscheep tot 8,40 c. c.i.f.

Cuba -statistiek:
1919 1918
1917

Oogst

………………
4.000.000 3.446.000 3.023.720 tons
Export der week tot 25Oct
102.591
43.460
11.870
Totaal sedert 1 Jan …….
3.483.851 2.872.964 2.728.507
Export U.K. 1 Jan.-25 Oct.
520.365.
860.009
802.568
,,

Frankrijk

,,

,,
148.638
36.498
88.265
Voorraad op 27 Oct……
318.546
285.641
35.353

KATOEN.

Noteeriogen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

1
Dec.’19
124 Nov. ‘19117
Nov. ‘191
2Dec.
’18
1Dec.’17

New York voor
Middling

. .
39,75e
$9,05 c
39,65 e 27,50 c 30,90 c
New Orleaus
voor Middling
39,25e
38,75e
39,50 c
28,75e
29,13 c
Liverpool voor
Middling .. ..
25,28 d
24,954
24,44d
22,17

l’)
23,- d)
1)
Good Middling Texas. ) 30 November 1917.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche haven!.

(In duizendtallen balen.)

1
Aug.19

Overeenkomstlge perioden
tot
28Nov.19

1918

1

1917

2700

} 2073

} 2797

649

1

1038 1893

502

563

62

65

Voorraden
in
duizendtallen
28 Nov. 19
29 Nov. 18
1

30 Nov.

17

A.merik. havens ……….
1515
1395 1177
Binnenland …………..
1189
1270
1042
New York

.

140
124
New Orleans

.

381 268
Liverpool

……………

266
451

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ctv’.
No. 3
Koper
Standard
Tin
Lood
Zink

1 Dec.

1919..
nom.
97.2/6
295.216
38.-1-
48.17/6
25Nov. 1919..
nom.
97.7:6
292.12;6
36.101-
48.-/-
2 Dec.

1918..
nom.
122.-1-
275.-:-
40.10/-
52.-/-
30 Nov. 1917..
oom.
110.5/-
291.216
30.-/-
52.-1-
20Juli

1914..
5114
61.-1-
145.151-
19.-f-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

RIJN VAART.

In de afgeloopen week waren de aanvoeren iets grooter
dan de voorafgaande week; de scheepsvrachten waren dan
ook iets hooger. Er werd om te Rotterdam te laden en te
varen naar den Bovenrijn betaald 10 cents per ton per dag,
om in Rotterdam als lichterschip te liggen 9/10 cents per
ton per dag, terwijl voor schepen, die in Antwerpen moes-
ten gaan laden, de huur 12 cents per ton per dag bedroeg.
Tengevolge van het zeer sterk wassende water onder-
gingen de sleeploonen naar de Ruhrhavcns ook een verhoo-
ging en werd betaald 1701180-cents-tarief.
De verladingen in de Ruhrhavens waren niet van grooten
omvang tengevolge van het vagengebrek. De vracht bedroeg
in daghuur 30 pf. per ton naar Mannheim, terwijl het
sleeploon begin der week genoteerd werd met Mk. 18,- 120,-
per ton en dit aan het einde der week tot Mk. 23,-/24,–
per ton steeg.
De af vaart van schepen gaat tengevolge van het wassende
water zeer langzaam, vaarcloor nog steeds veel schepen te
itnhrort op afvaart wachten naar den Bovenrijo. De ver-
lading van kolen van de Ruhrhavens naar Rotterdam vor-
dert eveneens slecht, waardoor weinig scheepsruiwte opge-
nomen werd. Slechts enkele schepen werden aangenomen
tegen een vracht van f1. 1,25/1,30 per ton.
1-let water is thans weder vallende en Cauber Pegel wees
einde der week Meter 3,55 aan.

Ontvangsten Gulf-Havens..
,,

Atlant. Havens
Uitvoer naar Gr. Brittannië
‘t Vasteland.
Japan etc…

1120

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

3 December 1919

De NX.

117

ederlandsche06telefoonlaatsdappij

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoo H
280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N
5580

-,

Telefoon 2723

levert uit voorraad
TELÈFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt
o n
d
er
g a
r anti eôok alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECIUS GRATIS.

“DeZweesche

BallkZakell

Hand,fsb&sk”
.

:
liet,

flhiaaI-iet

IA&

•0»

t

U1

Ii1
LULEA ,i
JVV
Uflo

Stockholrns Handelsbank

“,’P

Kapitaal en fondsen

0)

_–
t

Kr. 140.000.000
UME
:
•• •

r
SLN
DSVALL

verOenigd met
OSTERSU
Bankakt. bol. Södra Sverige

Helsingborg

Kapitaal en fondsen Kr. 45.000.000

onder den naam van

.
Svoiiska llâlldelsballkou

(
»
DE ZWEEDSCEE HANDELSBANK”)
o

A5

£

Hoofd-

Telegram-

9;

s

re~~

e
kantoor te

,,HANDELS-

• ,4

HOLM.

BANK”.

l-ÇhTEBORG
f-
De ,,Svenska Handelsbanken” is vol-
( L°i’
• ‘o
komen toegerust om aali al Uwe eischen
l
(Q

te voldoen dank zij haar over geheel

r'”

•’

J/

Zweden verspreide 25;4-bijkantoren: in de
hoofdstad, cle grootsfe handelssteden, de

ALSINt)G.,,

ijzer-, papier- en andere industrieele ge-
bieden, het houtdistrict, de landbouwende
J

ödeelen van het land, de zeehavens

zie de kaart. Groote kaart in kleuren met complpte lijst van alle
daarop voorkomende plaatsen, zoowel als alle verdere inlichtingen worden
op aanvrage verstrekt.

Geregeldè Passagiers- en

Vrachtdienst met nieuwe,

moderne post-stoomschepen

TUSSCHEN

EN

ZUID-AMERIKA

VIA

DOVER, BOULOGNE
s/M., GORUA, VIGO,

LISSABON, LAS PALMAS, PERNAMBUCO,

BAHIA, RIO DE JANEIRO, SANTOS, MONTE-

VIDEO en BUENOS AIRES.

Accountantskantoor

iames p
tolat

(Lid
Ned.
Inst. v: Accountants)

POSTHOORNSTEEG
713

– ,
ROTTERDAM.’

S.-

INSTITUUT VOOR ECcÏ-NOMISCHE GESCHRIFTEN
Het vraagstuk van de gel;druimte in Ned’erland en de

goudpolitiek van de Nederlandsche Bank

met
-bijlage:

Nederlandsch-Oost-Indié en de Go1d-Exchang-Standaard

-‘
door Mr. G. VISSERING

,

Prijs
f
1,50

Het Bankwezerr in Neder1andsch West-Indië

door
Mr. G. J. FABIUS


Prijs
f
1,50

Verkrijgbaar bij. den Boekhandel en bij .NIJ.GH & VN: DITMAR’S UITGEVÉRS-MAATSCHAPPIJ, Rotterdam.

Auteur