Ga direct naar de content

Jrg. 36, editie 1766

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 21 1951

ECONOMISCH-

STATISTISCHE BERICHTEN

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

36E
JAARGANG –

WOENSDAG 21 MAART 1951

No. 1766

/

No

COMMISSIE VAN REDACTIE

Ch. Glasz; H. W. Lambers; J. Tinbergen;

F. de Vries; C. van den Berg (secretaris)

Redacteur-Secretaris: A. de Wit.

Assistent-Redactetzr: J.’H. Zoon.

COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BELGIË

J. E. Mertens; R. Miry; J. van Tichelen;

R. Vandeputte; F. Versichelen.

Voor de niet gesigneerde artikelen

is de comnzissie

van redactie verantwoordelijk.

De

aandacht

van de leden wordt gevestigd
op

het bericht op blz.

231.

INHOUD

Blz.

Een

nieuwe

hindernis

nemen!

…………
220

Jaarverslagen

van industriële ondernemingen

door Dr Ir J.

G.

Schlingemann

………..
221

De medezeggenschap, der aibeiders in WTest

Duitsland door J. D. van Doorn

……….
221

Vacantiespreiding door H. E. B.’ Schmalhausen
224

I n g e z o n d e n

s t u k :

Douanetarieven en reële loonvorming
door Dr

H. Zoetewey
met naschrift van
J. Wenlels-

felder…………………………..
225

Mededelingen voor economisten

……….
226

Geld-

en

kapitaalmarkt ………………..
227

De Belgische geld- en kapitaalnTarkt in Februari

1951 door

V. Van Rompuy

…………..
227

S t a t i s t i e k e n :

Banktaten

……………………….
228

Ernissies

in

1950

………………….
229

In-

en uitvoer van

Nederland

……….
280

Werkloosheid en werkvèrruiming in Neder-

land……………………………
230

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Dezer dagen

rapporteerde ,,The Times” de uitslag na 7 weken van
kabinetscrisis in Nederland: ,,There are four new ministers.
The others all belonged to the outgoing Cabinet. There

is only a slight chango in the distribution of portfolïos”.

Waarmee deze zaak van winst- en verliespunten op imperiale
wijze is behandeld.
Verder is er een verklaring van de nieuwe Regering. Men behoeft niet veel meer te doen dan de krant zorg-
vuldig bij te houden, om te weten, dat veel hiervan zeven

weken eerder ook gered was. Een economist mag zich
er buiten houden, of politieke winstpunten opwegen tegen
het economisch verlies door dit uitstel geleden.

\Vel is dQ psychologische schok thans zer sterk. De
prijsverhogingei worden van vele zijden bekend gemaakt
met grote snelheid. De stemminS is ernstig, men begrijpt
de zware druk, die hiermede ook op de laagste inkomens-klassen w’ordt gelegd. Men zal de uitwerking moeten zien’

ook van’ de andere regeringsvoorstellen voor men zich
aan een oordeel over de in deze regeringsverklaring voor-
genomen verdeling van lasten een oorded kn vormen.

De initiatiefverklaring van de zijde der georganiseerde
werkgevers betreffende het belasten van reële overwinsten,
is een verstandige daad.

Andere – landen hebben het niet gemakkelijker. De

index van de kosten van levensonderhoud in Noorwegen is gestegen boven het fatale punt. De lonen, bij Overeen-

komst gebonden aan deze index, komen daardoor in be-weging. De nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken in
Groot-Brittannië, Morrison, kon beginnen met de mede-
deling aan het Parlement, dat de raming, die hij veertien
dagen tevoren had ingediend, voor de tuinen van het
Festival of Britain met £ 1 mil!ioen, op de £ 1,6 millioen,
zou worden overschreden. Het eerste bouquet is er één
. geworden met een baksteen als toegift.

Sommige bakstenen komen boven. Het Schuman-plan,
waarvan het zinken zo dikwijls is geprofeteerd, is gepara-

feerd. Thans zal men van de inhoud kunnen kennis nemen.

Voorlopig blijft als eerste appreciatie die voor de onder-
handelingskunst. Hetgeen mede hen geldt, die thans te
Torquay over tarieven onderhandelen. Zij zullen afsluiten
en op 12 Mei zal men horen, hoe het groeide. Eens’wordt
het struikje een boom.

Voor de rest is er een schaarste aan groene scheuten.
De plaatsvervangers te Parijs doorleven -het gedicht van

Vasalis: ,,Ik droomde, dat iklangzaamleefde. .. langzamer
dan de oudste steen”. De gestage druppel, zo hij de steen
holt, zal dit nog in gehalveerd tempo doen, daar er duidelijk
twee stenen blijven.

Frankrijk heeft een kabinet en stakingen te Parijs;
Duitsland heeft zich beklaagd over de hoogte van de be-
zettingskosten voor het lopende jaar. 1-Jet statuut voor medezeggenschap aan de arbeiders in de Roerindustrie
ondervindt vertraging in het parlement. 1-let deficit op,de
Duitse betalingsbalans beliep in Februari $ 58,3 millioen.
In Australië is een volkomen impasse in het parlement
bereikt.
…De nieuwe lente is arm aan het geluid van zangvogels

Nationale Handelsbank, N.V.

Amsterdam

Rotterdam

s-Graveflhage

Alle Bank- en Effectenzaken

DE MAATSCHAPPIJ TOT FINANCIERING

VAN HET NATIONAAL HERSTEL N.V.

roept aandeelhouders op tot het
bijwonen
van een

a. Buitengewone vergadering van

houders van preferente aandelen B

te houden op 29
Maart 1951
te 11.15 uur ten kantore
an de maatschappij, 1neuterdijk 6 te “s-Gravenhage.

AGENDA:
Opening.
Goedkeuring notulen vorige vergadering.
Benoeming van een lid van de Raad van Toezicht
in verband, met het periodieke aftreden van een
commissaris ingevolge art. 18 sub 4 van de statu- –
ten der vennootschap.
Rondvraag.
Sluiting.

b’. Jaarlijkse algemene vergadering

van aandeelhouders.

te- houden op 29 Maart 1951 te 11.30 uur ‘ten kantôre
van de. maatschappij, Kneuterdijk 6-te ‘s-Gravenh’age.-

AGENDA:
• – 1.- Opening.

2. Goedkeuring notulen vorige vergadering. ‘»
3, Verslag van de directie
1
over •het boekjaar 1950.
• 4. Vaststelling van de balans op 31 December 1950 en –
de winst- en verliesrekening over het boekjaar 1950.
5. Vaststelling van het dividend.
Benoeming van een lid van de Raad van Toezitht
in verband mét het aftreden van een cOmmissaris.
Rondvraag.


– 8 Sluiting.

De jaarstukken liggen ter inzage ten kantore van de maatschappij, Kneuterdijk 6 te ‘s-qavenhage alsmede
ten kantore van De Nederlandsche Bank NV., Afdeling
Secretarie, te Amst’etdam. Houders van andeleif aan
toonder, die genoemde vergaderingen .vensen bij te
wonen, dienen hun aandelen uiterlijk 22 Maart1951 –
tegen reu, dat tevens als bewijs van toegang tot de –
vergadering zal dienen, te deponeren bij een van de
volgende banken: –
• •

Amsterdamsche Bank
N.V.

De Twentsche Bank N.V.
Ileidring & Pierson.
Incasso-Bank N.V.

Lippmann,
Bosenthal
& Co.
• ‘

R. Mees
& Zoonen.


Nationale Handelsbank N.V.
Nederlandsche
Handel-Maatschappij
N.V.
Pierson & Co.
– ‘

Rotterdamsche Bank N.V.
De Nederlandsehe Bank NV., Afd. Bewaar-
neming, Oude Turfmarkt 127, Amsterdam.’

De President-Directeur:

F. POSTHIJMA

MAAK
GEBRUIK
van
de rubriek
,,
Vacalures” voor hef
oproepen van sollicifan Een voor leidende
funclies.

218

R. MEES & Z
.
00NEN

ANNO 1720

Bankiers & Assurantie-Makelaars

ROTtERDAM

‘s-Gravenhage, ‘Delft, Schiedam, Vlaardingen,

‘Amsterdam (alleen Assurantie)

4•’

ISSOCIATIE ‘CASSA-

KASSIERSINSTELUNG

OPGERICHT IN 1806

mom
.1.

HEERENGRACHT 179 • AMSTEROAM.0

EERSTE NEDERLANDSCHE

Verzekering-Mij. op het Leven en’ tegen invaliditeit N.V.

Aanpassing

. :

•.

… –

von ondernemingspensioen- en –

spoarfondsen aan de (komende)

nieuwe
wettelijke
bepalingen •

KantoOr:’ Bellevuestraat 2, Dordrecht, Telefoon 01850 – 5346

SCHAKEL

DEE.-S.B. IN

Koninklijke

NederlandsChe

Boekdrukkerlj

H. A. M. Roelunts

Schiedam

21 ?sjaai.L 1951

ECONOMiSCH-STA T]STJSCHE BERICHTEN

219

DE ARTIKELEN VAN• DEZE WEEK

Een nieuwe hindernis nemen!

De Regering heeft een zeer ernstig besluit genomen:

voor enige jaren achtereen een half milliard meer voor
defensie, daarnaast alles in het werk tellen om de betalings-
balans te doen sluiten. 1-Jet is duidelijk, dat zowel op de
investeringen als op het verbruik zware lasten zullen

worden gelegd. Op deze hezwaarlijkheden moeten wij
ons echter niet blind staren. Nog altijd, en terecht, ge-

schiedt er in onze samenleving zeer veel positiefs. Zij, die menen, dat de thans opgelegde offers eigenlijk betekenen,

dat men daardoor het leven van de grote massa evenzeer

zonder uitzicht.maakt als dit zou zijn onder de omstandig

heden, die men er mede wil voorkomen, vergissen zich
deerlijk. Er is voor de individuele burger, die wezenlijk
de doeleinden wil helpen beorderen, die zich nu eenmaal

als onafwendbaar aan ons aftekenen, een veelheid van
mogelijkheden om de nieuwe hindernis te helpen nemen!

Dr Ir J. G. SGIIL1NGEMANN, Jaarnerslagen aan
industriële ondernemiri gen.

In jaai-versla’en van Nederlandse industriële onder-nemingen schijnt men er veelal naar te sti-even zo min
mogelijk gegevens te verstrekken en zich te beperken
tot het hoognodige, hetwelk krachten’s het W.v.K. is
vereist. Deze tendeitic’ heeft een historische verklaring.

In de eerste plaats kunnen oorspronkelijk gesloten n.v.’s er nièt gemakkelijk toe komen om van gedraslijiite ver-
anderen om

meer publiciteit aan de financiële ‘resultaten
der dndérn’eming te geven. Een tweede verklaring is ge-

legen in onze nationale eigënscliap van industriële’ ge-
slotenheid dit in tegenstelling tot de Verén-igde Staten.

1-let gevolg”is geweest, dat hieMoor het beleggende publiek
weinig belangstelling ‘erd’ bijgebracht vooi’ hef Neder-
landsé industriële aandeel. Nu onze industrie een dringende
behoefte heeft aan nieuv kapitaal en ‘dit sthadrs’ is ge-worden, wreekt zich dit. De industrie zal daarom goed

doen meer aandacht aan haar aandeelho’uders te besteden
en haar reclame ook in deze richtiig te voeren.

J.. D. VAN DOORN, De medezeggenschap der arbeiders
in
447
est-Duitsland. .

De eerste fase in de ontw’ikkeling van de wettelijke rege-
ling der medezeggenschap, geldend voor. geheel West-
Duitsland, omvat de pogingen
om
door onderling overleg
tussen werkgevers- en- werknemei-sorganisaties, met steun
van de Regering, een oplossing te vnden voor dit moeilijke
probleem. Dit onderlinge beraad is vastgèlopen, daar,
vdornamelijk,dp het gebied der economische medezeggen-
schap, geen overeete,mming kon wordëh bereikt. De
tweede fase speelt zich hoofdzakelijk af in het parlement.
Getacht wordt nl. om nu een oplossing langs politieke weg
te vinden. Zonder voidonde toedadering tussen werk-
gevers en werknemers zal men echter in deze materie
met en gedwongen oplegging van bovenaf door een of
ander wetfëlijk schëma niet veel bereiken. De enige hoop,
die de Regering dan ook mag koesteren, is, dat de parle-mentaire behandeling van het onderwerp de kloof tussen
de beide ,,Sozialpartner” zal wetén te vernauwen. Met de
– indiening van een geschikt wetsontwerp kan zijzelf veel
tot déze gewenste ontwikkeling bijdragen. Juist op dit
punt echter is de Regering, gezien de inhoud van het door
haar ingediende wetsontwerp , ,Be triebsverfassungsgese tz”,
in gebreké gebleven. De jongste ontwikkeling van het
vraagstuk der medezeggenschap, die zich heeft afgespeeld
op het terrein van de bijzondere regelingen in die bedrijven,

die na de oorlog zijn gedekartelliseerd, doet verwachten,
dat het regeringsontwerp ontoereikend zal zijn oni even-
tuele sociale onrust te voorkomen.

Ii. E. B. SCHMALHAUSEN, Vacantiespreiding

Aan de hand van de reizigersontvangsten van de Neder-
landsche Spoorwegen gaat schr. in dit artikel het effect

na van een tweetal ten behoeve van de vacantiespreiding
door het -Centraal Werkcomité Vacantie” voorgestelde
maatregelen. De ene maatregel – indeling van het land

in drie sectoren, waarin de schoolvacanties op verschil-
lende data beginnen – beoogt de vacantietop in de eerste

week van Augustus kleiner te maken; de andere heeft tot
doelte komen tot een spreiding buiten het hoofdseizoen.

l)e verdeling van het land in drie sectoren blijkt tè ‘hebben

geleid tot een spreiding van het vacantievervoer, waardoor
de top, die vroeger in de eerste week van Augustus viel,
in 1950 was verdeeld over een periode van vier weken.
Daarnaast is het vervoer’ vébr en na het eigenlijke’ hoog-

seioen in 1950 belangrijker geweest dan in 1948. Vooral
in Juli is meer gereisd dan in het vergelijkingsjaar. Bij-
zonder gunstig was de spreiding van het vacantievervoer
inAmsterdarn; ongunstig was zij daarentegen n Twente.


SOMMAIRE

Un nounel obsiacle
et
paincre!

Le’ -gouvernement néerlandais . a pris. u,ne décision
grave, notamrnent une dépense supplérnentaire:pendant
quelijues années consécutives d’un lemk milliard de florins

en faveur de la défense, natiohalé, ‘tout en mettant tout
en oeuvre pour équilibrer la balance de5,paiem’ents. Les
investissements aussi bieh qua la cdnsommation ‘seront
gravealeiit hypethéqués. Toutefeis nul èst besoin de se
perdre dans ces inconvénients. Au particulier, qui désire
vraimentcontribuer â réaliser les projets arrétés, restent

qiiantité de possibilités pour aider â vaincre les obstacles.

Dr Ir J. G. SCJILIJVGEMANN, Les rap ports. annuels
des entreprises industrielles.

Le plus souvent en s’efforce dans les rapports annuels
des entreprises industrielles néerlandaises, de fournir le
minimum de renseignements. 11 en .résulte qie le public
intéressé est insuffisamment renseigné sur leé titres ‘des
entreprises industrielles. Cette carénce se fait, se’ntir
davantage au moment eii l’in,dustrie a besoin de nouveaux
capitaux qui sont devenus asez rares. L’entrepris,e et

obligée d’attacher plus d’aftentjon h ces actionnai’res.

J. D. VAN DOORN, La partidijation. â la gestion’ dès
-ouariers en Allemagne occidentale., –

L’auteur donne un résumé détaillé de développement
de la législation ‘en niatière .d’e pai1icipation â la gestion
des ouvriers en Allemagne occidentale. La première phase,
éntente directe entre les employeurs et les ouvriers, na

pas mené â la résolution escomptée. On s’efforce actuelle-
ment d’y arriver pal’ la voie de la politique. L’auteur

examine e.a. le prejet de bi ,,Betriebsverfassungsgesetz” introduit par legouvernement.

H. E. B. .SCHMALHA USEN, La dispersion des aacances.

Dan’s ‘eet article en examirie l’effet de deux mesures
prises i l’égard de la dispersion des vacances, â l’aide des recettes-voyagëurs du chemin de fer néerlandais.

220

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1951

Een nieuwe hidernis nemen ! –

Nederlands weg na 1945 is niet over rozen gegaan.

Het leeghalen van onze fabrieken en de desorganisatie

van ons verkeersapparaat, om niet te spreken van de
hongerwinter, hebben reeds toen een achterstand bij de

andere Westeuropese landen teweeggebracht, die we nog

steeds bemerken. De prijsstijgingen in de Verenigde Staten

na 1946 hebben onze prijsstructuur uiteengetrokken. De

gang van zaken ii Indonesië betekende een belangrijke

nieuwe tegenslag. Toch zijn, mede dank zij de hulp van de

geallieerden en met name van de Verenigde Staten, ver-

schillende hindernissen tenslotte genomen. Inmiddels is

in het jaar 1950 de nieuwste en niet de geringste hindernis

opgekomen verdere prijsstijgingen te onzen nadele en

de noodzaak tot verhoging der defensie-uitgaven. Het is

wel jammer, dat de eensgezindheid, die in grote lijnen na

de oorlog zoveel beter was en veel goeds gedaan had, ons

onder deze omstandigheden in het begin van dit jaar in

de steek liet en tot een regeringscrisis leidde. –
Na enige partijen van politiek en ook persoonlijk

,,touwtrekken”, dat ditmaal wel beschamend lang heeft
geduurd, is geschied wat men in hoofdzaak kon ver-

wachten: ongeveer de oude ploeg werkt voort. Doch niet

nadat een zeer ernstig besluit is genomen – met Nieuw-
Guinea practisch geen verband houdende -: voor enige
jaren achtereen een half milliard meer voor defensie,
daarnaast alles in het werk stellen om de betalingsbalans

te doen sluiten.
Door enkele cijfers ‘in de Kamer reeds genoemd vÔôr de

crisis, verder door de statistieken van het Centraal Bureau
voor de Statistiek en door het rapport van de Sociaal-
Economische Raad, was men langzamerhand op de orde

van grootte der cijfers wel voorbereid
1).
Het totale bedrag,

dat van de particuliere uitgaven voor ‘verbruik en in-

vesteringen moet worden afgekapt, zal aanzienlijke offers

betekenen voor alle lagen van de bevolking.

De Regeringsverklaring heeft op dit punt nog wel geen volledig beeld gepretendeerd te geven, doch zoveel is wel
duidelijk, dat zowel op de investeringen als op het verbruik
zware lasten zullen worden gelegd, reeds genoemd in de

meeste van de cijfers van het S.-E.R.-rapport, doch daar
vermoedelijk nog bovenuitgaand. Dat de Regering dit
thans duidelijk heeft gezegd zal, ondanks de uiteraard on-
aangename zijde die hieraan voor ieder zit, velen toch
geruststelleri en een zeker vertrouwen sçhe’nken. ‘\’Vij weten

toch allen dat dit nu eenmaal het eerst nodige is
Het is echter toch ook goed, dat de Regeriig daarbij

duidelijk heeft willen doen uitkomen dat wij ons, ondanks
de prioriteit van de twee genoemde doelstellingen en de

daardoor te dragen lasten, op deze bezwaarlijkheden niet
blind moeten staren. Nog altijd, en terecht, geschiedt er
in onze samenleving zeer veel positiefs. Dat weten, wie na
lang wachten eindelijk een nieuw huis betrekkèn; dat
weten ook wie de activiteit op ‘het gebied van onderwijs,

van de sociale voorzorg en zovele ,andere opbouwende
diensten in onze samenleving van nabij volgen. Dat
weten ook wie zich bezig houden in bedrijven en effi-
ciëntiebureau’s of regeringscommissies met het vraag-

stuk van de vergroting van de productiviteit, die overigens
juist in het laatste halfjaar verblijdende verdere voort-
gang heeft gemaakt. Het is ook goed, dat Minister

Albregts, die wij als economist onder de nieuwe Ministers
gaarne in het bijzonder verwelkomen, deze taak als zijn

primaire heeft aanvaard.
Sommigen menen, dat de thans opgelegde offers eigen-
lijk betekenen, dat men daardoor het leven van de grote
massa evenzeer zonder uitzicht maakt als dit zou zijn

1)
Men zie
ook ,,E.-S.B.” van 31 Januari 1951.

onder de omstandigheden, die men er mede wil voorkomen.

Dan vergissen zij zich toch deerlijk! 1-let levenspeil, dat dan

zou moeten worden aanvaard, kan niet aeel hoger liggen

dan het tegenwoordige Oosteu,ropese levenspeil en vele van
de krachten in positieve richting, waarvan wij gewaagd en,

zouden dan ook wel eens volkomen tot inactiviteit kunnen

moeten worden gebracht. Ten aanzien overigens van de
werkelijke doeleinden dezer positieve krachten in, onze

samenleving zou enige meerdere en vooral ook meer fleurige

voorlichting zowel van regerings- als van particuliere zijde

niet alleen niet misstaan; zij is zelfs broodnodig. Heel

wat ‘kolommen uit onze kranten zouden hij de lezers

een warmer en prettiger gevoel nalaten, en volkomen

terecht, wanneer daarin een evenwichtiger beeld werd

gegeven van wat er in de wereld aan slechts en goeds

geschiedt. Van waar toch steeds deze hang naar het

negatieve?
Valt het dus toe te juichen, dat de Regering door haar

forse maatregelen ons als het ware tegen ons zelf gaat be-
schermen, niet alleen de Regering kan echter ons handelen
bepalen. Er. is, gelukkig, integendeel nog zoveel vrijheid

van handelen in Nederland, dat de individuele burger:
bedrijfsman, ambtenaar of wat hij verder moge zijn, nog
op vele punten een invloed ten goede of in de verkeerde
richting kan oefenen door zijn eigen daden en initiatieven.
Wie wezenlijk de doeleinden wil helpen bevorderen, die

zich nu eenmaal als onafwendbaar aan ons aftekenen, kan

dat op verrassend vele wijzen zelf doen. Door de.werk-
geversorganisaties is, wat dit betreft, een nieuw geluid
geuit: men heeft, in tegenstelling tot de gewoonte, dat

tot zoverre in het maatschappelijk verkeer door iedere

groep, weliswaar onder het aanhalen van punten van al-

gemeen belang, een betoog werd gehouden, waarin zij
eigenlijk voor eigen belang pleitte, enige goede voornemens

geformuleerd. Men is bereid een voorbeeld te geven. Dit

voorbeeld verdient inderdaad te worden gerealiseerd en
het verdient ook navolging. Er zijn talloze wijzen, waarop
het kan, worden verwerkelijkt. Niet alleen, dat de Re-
geringsverklaring de werkgevers er geen twijfel aan zal

hebben gelaten, dat hun de gelegenheid zal worden gegeven

om offers te brengen er zijn ook.tal van initiatieven van het
bedrijfsleven mogelijk, die’ een construçtieve bijdrage in
de huidige tijdsomstandighedën kunnen betekenen.
dien bijv., zij het dn met medewerking van het publiek,
er toch.nog iets kon komen van bepaalde utiliteitsgoederen
of indien de kwaliteit van bepaalde exportproducten zou
kunnen worden verbeterd, dan zouden daarmede reeds
zeer belangijke diensten worden verricht aan onze volks-

huishouding.

Collectief zowel als individueel zal men overigens zijn
g3ede voornemens kunnen verwezenlijken door langzamer-

hand te gaan inzien (waar dat nodig mocht blijken),
dat het van bepaald slechte smaak getuigt om steeds maar

te redeneren: ,,Piet.betaalt toch”. Men zou ook de bood-
schap van de Regering en zijn eigen boodschap niet
hebben begrepen, indien men de nieuwe investeringen
niet zo sober mogelijk maakte. Men zou onvoldoende
beseffen wat sommige andere groepen zich moeten ont-
zeggen, indien men de gebruikelijke normen voor het
vieren van jubilea, het houden van vergaderingen en
dergelijke onverminderd zou handhaven. Al de’e punten
zijn voorbeelden van bijzondere betekenis, hetgeen

overigens niet alleen geldt voor werkgevers. Al de
burgers hierboven genoemd zullen initiatieven kunnen

ontwikkelen. –
Op deze wijze.is er een veelheid van mogelijkheden om

de nieuwe hindernis te nemen!

21 Maart 1951

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

221

J

van industriële ondernemingen

In de eerstvolgende maanden komt de stroom van jaar-

verslagen weer los en de aandeelhouders zullen weer kennis
kunnen nemen van de resultaten van de ondernemingen,

waarin zij zijn geïnteresseerd. Hoewel men zou kunnen ver-

wachten, dat de bestuurders van naamloze vennootschap-

pen zoveel mogelijk opening van zaken geven, valt het op

hoe men er veelal naar schijnt te streven zo min mogelijk
gegevens te verstrekken en zich te beperken tot het hoog-
nodige, hetwelk krachtens het Wetboek van Koophandel
is vereist.
Deze tendentie heeft een historische verklaring.
In de eerste plaats zijn vele ondernemingen – en wij
hebben hierbij bijzonder het oog op de industriële – oor-

spronkelijk familiezaken en ook thans zijn de aandelen

van verschillende der zgn. open N.V.’s nog voor een belang-
rijk deél in handen van de familie der oprichters. Destijds
behoefde men als gesloten N.V. practisch geen jaarcijfers te

publiceren; bovendien waren de insiders voldoende op d

hoogte en thans kan men er niet gemakkelijk toe komen
om van gedragslijn te veranderen om meer publiciteit
aan de financiële resultaten van zijn onderneming te gcven.
Een tweede verklaring zien wij in onze nationale eigen-
schap van industriële geslotenheid, voortkomende uit een
zekere vrees voor de concurrentie, voor de Overheid en
voor verdere wensen inzake de arbeidsvoorwaarden.

Het gevolg is geweest, dat hierdoor het beleggende pu-
bliek weinig belangstelling werd bijgebracht voor het
Nederlandse industriële aandeel. Zulks was vÔÔr 1940
echter geen groot bezwaar. Men kon door interne financie-
r
i
ng
het bedrijf voldoende uitbreiden en er was overvloed
van kapitaal, waarop men – in gevallen waar dat nodig
was, veelal ondershands – een beroep kon doen.
Thans liggen echter de verhoudingen anders. De hoge
belastingen en dure investeringen laten interne financiering

der onderneming op enigszins belangrijke schaal niet meer
toe en onze kapitaalrijkdom behoort tot het verleden. Als

men thans een beroep doet op de kapitaalmarkt, zijn het
niet meer de betrekkelijk weinige grote oude aandeelhou-
ders, die aan de vraag kunnen voldoen, maar men moet
het hebben van een grote spreiding.
Men kan dit ook waarnemen in de daling van de koersen

der aandelen, indien een emissie bekend wordt, terwijl
vroeger in zo’n geval een stijging plaatsvond; dif theore-

tische claimkoers wordt veelal niet meer bereikt. De ver-
klaring hiervoor ligt voor de hand: de eigenaars van
enigszins belangrijke participaties hebben niet meer vol-
doende middelen om geheel van hun claimrechten gebruik
te kunnen maken en moeten deze grotendeels verkopen.
Ook op zo’n ogenblik bemerkt men de onbekendheid
van de Nederlandse belegger met de Nederlandse industrie.
Deze is soms ontstellend, in het bijzonder van de kleinere
ondernemingen, die nog niet lang op de beurs genoteerd

zijn. Als persbonlijke ervaring herinneren wij ons, dat een

aandeelhoudster van de Albatros Fabrieken meende, dat

,,.dit een bedrijf was, dat dameshoeden maakte en dat een

aandeelhouder van de Cliamotte-Unie dacht, dat dit een
textielonderneming was en dit zijn geen nieuwelingen op
de beurs.

Nu de Nederlandse industrie een dringende behoefte
heeft aan nieuw kapitaal en dit schaars is gèwordén,
wreekt zich deze onbekendheid, die altijd een zkere onbe-

mindheid met zich brengt. De industrie zal daarom goed
doen meer aandacht aan haar aandeelhouders te besteden

en haar reclame ook in deze richting te voeren.
Indien men kennis neemt van Amerikaanse jaarversla-

gen, treft het niet alleen, dat deze uitermate verzorgd zijn,
maar bovendien zijn zij voor leken begrijpelijk, lezens-

waardig en bezienswaardig. Men zou ze met succes kunnen
neerleggen in de wachtkamei’ van een tandarts. Verlucht

met fraaie illustraties en grafieken, geven zij een duidelijk

beeld van de gang van zaken der onderneming. Men ziet
in Amerika duidelijk in, dat het niet alleen van belang is
om de klant voor zich te winnen, maar evenzeer zijn aan-

deelhouder. Blijkbaar is men niet bevreesd, dat de concur-
rentie hierdoor te veel te weten komt, omdat men er van
overtuigd is, dat deze reeds op de hoogte is en dat het
publiceren van deze gegevens niet schaadt. Vandaar, dat

men er niet voor schroomt zelfs gedetailleerde productie-
•grafieken te publiceren.

Er zijn reeds Nederlandse bedrijven, die op lofwaardige
wijze dit voorbeeld hebben gevolgd, maar hun aantal is
nog gering.

Een moeilijkheid is, dat de directie van een Nederlandse
N.V. veelal niet weet, wie haar aandeelhouders zijn, zulks
in tegenstelling met de Amerikaanse verhoudingen. Men
zal dus hier te lande de medewerking van de banken moeten
inroepen om zoveel als mogelijk bij het verzilveren van

coupons het jaarverslag te doen toekomen. Wij nemen aan,
dat een dergelijk beroep niet tevergeefs zal zijn.

Ook willen wij nog de Qandacht vestigen op het feit, dat
het in de Verenigde Staten de gewoonte is de kwartaal-
cijfers te publiceren en kwartaaisdividenden te declareren,
waardoor men bereikt, dat men zijn aandeelhouders nieer
met de onderneming mee laat leven en daardoor hun
belangstelling stimuleert.

In Nederland komt het echter’hoogst zelden voor, dat
men tussentijds zijn aandeelhouders op de hoogte stelt:
na elk jaarverslag gaat het gordijn weer vooi een jaal-
dicht.

“Wij willen er niet voor pleiten om alles wat ter zake
in de Verenigde Staten geschiedt, hier voetstoots ovèr te
nemen, maar het leek ons nuttig om ook deze zijde van het
industrialisatieprobleem te belichten. –

‘s-Gravnhagc.

Dr Ir J. G. SCHLINGEMANN.

De medezeggenschap der arbeiders in West-Duitsland

Reeds in 1891 kwam in Duitsland een wet tot stand, die
de vorming van fabriekskernen mogelijk maakte. Na een

lange en aarzelende ontwikkeling zag echter pas in Fe-
bruari 1920 het zgn. ,,Betriebsrktegesetz” het licht. Deze
wet verplichtte iedere ondernemer tot het instellen van
een ,,Betriebsrat” met vastomschreven taak in zijn bedrijf.
Mede ten gevolge van communistische agitatie werd de
toepassing van deze wet geen succes. Met het aan de macht
komen vn 1-litler in 1983 was deze eerste periode in de
ontwikkeling van de bedrijfsdemocratie in Duitsland af

gesloten.

Na de ineenstorting van het Naziregime in 1945 is door
de bezettende mogendheden een zgn. ,, Kontrollratgesetz”
aangaande de medezeggenschap afgekondigd. Deze wet
is echter een raamwet, die ,veliswaar de nodige ruimte
laat voor een verdere ontwikkeling, doch voor de practijk

van het geldende recht talrijke strijdvragen opwerpt.
Daarom ontstonden er in de verschillende ,,Lânder”
1)

al gauw uiteenlopende wetten op dit gebied, ter vervanging
van deze raamwet. –

‘) Deze ,,Llnder” zijn de afzonderlijke staten, dle thans a1s zo-
danig in de Bondsrepubliek West-Duitsland zijn opgenomen.

222

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1951

In 1949 kwam echter de Bondsrepubliek West-Duits-

land tot stand en daarmee opende zich de reeds lang

gewenste mogelijkheid meer eenheid te scheppen op het

gebied van de wetgeving, speciaal op economisch en so-
ciaal terrein. Hoewel de ontwikkeling van de ,,Betriebs-

rëtegesetze” in de afzonderlijke ,,landen” nog steeds
voortgang vindt, willen e een bespreking van deze

wetten achterwege laten, daar het hier, zodra er een

wettelijke regeling voor het gehele bondsgebied is tot stand

gekomen, slechts gaat om aanvullend recht.
In de ontwikkeling van de wettelijke regeling der mede-

zeggenschap, geldend voor geheel West-Duitsland, kunnen

we twee fasen onderscheiden. De eerste fase omvat de
pogingen om door onderling overleg tussen werkgevers-

en werknemersorganisaties, met steun van de Regering,

een oplossing te vinden voor clii moeilijke probleem.
Over het beloop van de onderhandelingen en het uit-

eindelijk vastlopen van, dit onderlinge beraad zijn reeds

eerder artikelen in de pers verschenen. Wij willen hier

dan ook slechts enkele essentiële punten weergeven’ van
de resultaten, die de laatste besprekingen tussen werk-

gevers en w erknerners, in Juli, 1950, hebben opgeleverd.

Ter verwezenlijking van. de medezeggenschap der aP-
beiders wil men een reeks van parilair samengestelde

organen in het leven roepen. De medezeggenschap zal

op het vlak van de onderneming beginnen en zich daarna
voortzetten in de gereorganiseerde I(amers van Kooi-

handel en Industrie; eventueel op het niveau van de

,,landen” overgaan in , ,Landeswirlschaftsrite” en ten –
slotte zijn einde vinden in de ,,Bundeswirtschaftsrat” als
toporgaan. Deze laatste zal bestaan uit 150 personen,

waarvan de helft wordt benoemd door dew’erlcgevers, de

andere helft door de werknemers. De taak van de ,,Bundes-w’irtschaftsrat” zal zijn: het geven van advies aan Regering
en parlement inzake alle economisch- en’ sociaal-politieke

vraagstukken; vereffening van de belangen van werk-

gevers en werknemers; het verrichten – van economisch
researchw’erk. De ,,Inclustrie- und 1-landelskammern” be-
houden dezelfde taak als die, welke ze thans reeds bezitten,
doch ze dienen paritair te worden samengesteld.

De voorgestelde medezeggenschap in de hogere or-
ganen is dus als het ware een publiekrechtelijke bedrijfs-
organisatie op territoriale grondslag. Over deze ,;iiber-
betriebliche” medezeggenschap werd een volledige prin-
cipiële overeenstemming bereikt, nadat aanvankelijk de

werkgevers bezwaren hadden geopperd tegen de rnor-ganisatie van de Kamers van Koophandel.
De grote , geschilpunlén ‘ tussen w’erkgevers en werk-
nemers liggen op het gebied

van de medezeggenschap
binnen de onderneming en wel voornamelijk, op het gebied
van de economische medezeggenschap. De verlangens der
werknemers op dit punt zijn o.a.: –

een verplichte, parilair samengestelde, raad van
commissarissen in ondernemingen met meer dan 300
arbeiders.’ De vertegenwoordigers der werknemers in het
commissariaat moeten worden benoemd op voordracht
van de vakvereniging;
leden van de directie, die verantwoordelijlc zijn voor
cle sociale en personele politiek, ‘mogen niet tegen de wil
van de werknemersvertegenwoordigers in de raad van
commissarissen worden benoemd; er moeten paritaire economischei commissies worden
gevormd in ieder bedrijf met meer dan 20 werknemers,
welke alle economische vraagstukken behandelen, die de

onderneming betreffen;
bij meningverschillen in de economische commissie
over fundamentele wijzigingen in de economie van het

bedrijf, beslist een paritair samengesteld college van
scheidsmannen, te vormen door
de
betreffende Kamer
van Koophandel eh Industrie. j)e werkgevers daarentegen wijzen erop, dat hi,erdooP
de, grondslagen van cle
01)
de concurrentie gebaseerde
economie worden aangetast, terw’ijl ze zich bovendien

afvragen, wie de financiële consequenties van de beslissing

van zullc een arbitr1e instantie moet dragen. ‘En hoew’el

het inicht, dat de raad van commissarissen in het alge-
meen uit personen van buiten de
onderneming
hestat,

hen het benoemingsrecht van de vakbeweging, ondanks

het gevaar van de monopoliepositie, dat er in schuilt,

nauwelijks meer doet bestrijden, blijft aangaande de samen-

stelling van het commissariaat een ingrijpend verschil

van mening bestaan. De werkgevers wensen ni. niet verder

te gaan dan het ter beschikking stellen van maximaal
1/3

deel van het aantal zetels aan de werknemers. Enige verdere

toenadering van de uiteenlopende standpunten kon niet

worden bereikt, en, zoals reeds gezegd, strandden hierop

de onderhandelingen tussen de beide ,,Soziabpartiier”

definitief.

De tweede fase iii de ontwikkeling van een wettelijke

iegeling voor de gehele Bondsrepubliek speelt zich hofd’-

zakelijk af ,in het parlemenj. Na, het mislukte overleg is

dc- Bondsregering wel genoodzaakt een oplossing latigs

politieke weg te zoeken voor dit vraagstuk der Duitse

bin’nienlandse politiek, al acht ze een oplossing op. het
politieke vlak alleri’ninsl wenselijk. 1-let is immers wel

duideli)k, dat men in deze materie zonder voldoende

toenadering tussen werkgevers en werknemers niet veel

zal bereiken met een gedwongen oplegging van bovenaf

door, één 6f an’der wettelijk schema. Zolang beide partijen

nog leven in een sfeer van de k1assens1rijd,zal eilce regeling
ee6 farce blijken te zijn. De enige hoop, die de Regering
dan ook mag koesteren, is, dt de prlementaii’e behan-
deling van het’ onderwerp de kloof tussen de beide partijen

zal weten te vernuwen. Met de indiening van een geschikt
wetsontwerp kan zijzelf veel tot deze gewenste ontwikkeling
bijdragen. Juist ‘öp dit punt is mi. de Regering, gezien

de inhoud van het ontwerp ;,Betriehsvei-fassungsgesetz»,

dat ze op.31 Augustus 1950 bij het iarlement indiende,
in gebreke gebleven. Terloops’zij hier opgemerkt, dat op

dat tijdstip reeds twee wetsontwerpen aangaande de

medezeggenschap bij de Bondsdag aanhangig waren en
wel één van de S.P.D.
2),
dat vrijwel identiek is aan een
reeds eerder gepubliceerd vöorstel van het Duitsé’ vak-
verbond en dat de gehele medezeggenschap behandelt, èn
één van de C.D.U.
2),
dat zich beperkt tot de medezeggen-schap bïnnen de onderneming.

14et regeringsontwerp houdt zich eveneens., slechts bezig
nTet de medezeggenschap binnen de onderneming: De

redenen, die er toe hebben geleid; dat de medezeggenschap
in groter verbafld buiten beschouwing is gelaten, worden nergens ,duidelijk vermeld. 1-let is echter waarschijnlijk,
dat de aanleiding van dit voorlopig
01)
de lange baan
schuiven van een regeling der ,,überbetriehliche” inede-
zeggenschap te wijten is ahn het feit, dat men er in
de Bondsdag en ook in regeringskringen een zekere angst
voor koestert om de w’ankele benen der Duitse democratie
reeds nu te gaan belasten met het moeilijke vraagstuk
van het vinden van een juiste verhouding tussen de ,,Bun-

detag” en de te creëren ,,Bundeswirtschaftsrat”. Afgezien
van de vreës van ondergraving der eigen positie fs dii

een redelijk argument. 1-Jet latente gevaar van het onder-
graven van de democratische rechtsorde is zeker aanwezig,
indien niet voldoende \\’aarborgen geschapen kunnen wol’-
den, om te beletten, dat de ,,Bundeswirtschaftsrat” uit-
groeit ,tot een zelfstandig economisch parlement, met alle

gevaren van monopohievorming in zich; dit laatste temeer,
waar de voorgestelde organe
l
n der Duitse l)ubliekrechte-
lijke bedrijfsorganisatie volkomen paritair zijn samen-
gesteld. (De helft van ieder orgaan wordt steeds door
verkgeverszijde benoemd, de andere helft dooi- werk-

1
)

S.P.O. = SozialistiSelle Parl;ci DcuLsc11and.
C.D.U. = Christen Domoknatische Union.

21, Maart 1951

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERiCHTEN

223

nemerszijcle; een gr’oep, zoals de door cle Kroon benoemde

leden hij de S.E.R. in Nederland, kent men niet)’:

Wat de inhoud van het zeer gedetailleerde regerings-

ontwerp betreft, moeten we ons in het kader. van dit
artikel beperken tot enkele, oilmerkingen, hoofdzakelijk

over die onderwerpen, waarover tussen werkgevers en

werknemers geen overeenstemming kon worden bereikt.
Wij willen er vooraf op wijzen, dat de ,,Betriebsrat” niet

identiek is met de Nederlandse ondernemingsraad, doch
veeleer gelijkt op onze fabriekskern; d.w.z. de ,,Betriebs-
rat” is een vertegenwoordiging van het personel, die
namens dit personeel bij de leiding van de onderneming
optreedt. In alle bedrijven, die meer dan 5 arbeiders in
dienst hebben, moet nu volgens het ontwerp zo’n ,,Be-

triebsrat” worden gevormd. De verkiezing voor dit orgaan

geschiedt bij vrije candidaatste]ling, dus geen henoemings-
of voordrachtsrecht van de ‘akvereniging! Over de mede-
zeggenschaf van de ‘,,Betriebsrat” inzake de sociale,

personele en arbeidstechnische atngelegenheden, bestaat
weinig of geen verschil van mening. De voorschriften,

die het regeringsontwerp hieromtrent geeft, zullen we dan

ook voorbijgaan. .
Doch, zöals we reeds zagen, is het juist de economische
medezeggenschap, die de moeilijkheden veroorzaakt. 1-let w’etsontwerp van de Regering verstaat onder economische

aangelegenheden:
verandering van het doel van het bedrijf en in-
grijpende veranderingen in de bedrijfsoutillage;
wezenlijke beperkingen van de bedrijfsomvang;
1 uies;
het arbeids- en productieschema.
• Dit zijn echter juist de’ punten, ten aancien waarvan
de werknemers een medeheslissingsrecht eisen! 1-loewel
het regeringsontweri) vooi’ iedere onderneming met mcci
dan 100 rbeïders de vomining van een paritair, samen-
gestelde economische commissie, die deze aangelegen-
heden- moet behandelen, dwingend voorschrijf t, geeft het
in geval van meningsverschillen binnen deze commissie
dusdanige voorschriften, dat er van een medebeslissings-
recht der arbeiders geen sprake is. Deze meningsverschillen
kunnen nI. worden voorgelegd aan een paritair samen-
gestelde commissie van deskundigen, eventueel nog onder
voorzitterschap van een neutraal persoon, waartegen geen
van beide partijen bevaren oppert. De ondei’nemer is
echter niet verplicht de door deze ‘commissie aangegeven
richtlijnen te volgen, daar het w’etsontwerp nadrukkelijk
stelt, dat de verantwoordelijkheid voor de leiding dei’
onderneming in economisch opzicht volledig bij de onder-

nemer berust.
Aangaande cle vertegenwooi’diging van de werknemers
in de raad van. commissarissen Jèpaalthet regerings-
ontwerp, dat, wanneer de onderneming mechtspersoonlijk-
heid bezit, een derde deel van de zetels dan deze vertegen-
woordigers behoort toe te komen. De werknernersvertegen-

woordigers worden gekozen door de Algemene Vergadering,
doch deze is daarbij gebonden dan de voordracht, die de,
dooi’ vrije candidaatstelling gekozen, ,,Betriebsm’at” heeft
opgesteld. De voom’gedm’agen w’em’knomers moeten bovendien
reeds meem’ dan één jaar tot de onderneming behoren.
Zoals uit het bovenstaande, blijkt, heeft het JKabinet
zich de moeite getroost om aan de verlangens van werk-
geverszijde ioveel mogelijk (mi. te veel) tegemoet te
komen. ])it vooral ook met betoog op de interne spannin-
gen in de regeringscoalitie. Intussen heeft de Bondsraad
(te vergelijken met onze Eerste Kamer) reedc een tweetal

wijzigingen
01)
essentiële punten aanbevolen, te weten: omzetting van de commissie van deskundigen in een

‘college van scheidsmannen, dat de bevoegdheid moet
b’ezitteim,bindende besluiten te nemen. Dit komt dus over-
een met de eem’dei’ kenbaar gemaakte w’ensen van het

vakverbond
de samenstelling vin do raad van commissarissen

dient zodanig gewijzigd te worden, dat duidelijk zal

hlijken, dat het aantal werknemerszetels
mintens
een
derde gedeelte van het totaal zal uitmaken.

Met deze an,nbevelingen heeft de Bondsraad mi,. van

een groter politiek inzicht getuigd dan de Regering met
haar’wetsontwerp. Dit komt w’el leer duidelijk tot uiting,
w’anneer we de jongste ontwikkeling rond het vraagstuk

van de medezeggenschap in Duitsland bezien. Deze heeft
zich niet afgespeeld rondom de thans aanhangige ‘ets-

ontwerpen, doch op het terrein van de bijzondei’e regelingen
in bepaalde bedrijven. En wel in die bedrijven, die na de
oorlog zijn gedekartelliseerd. Genoemde bedrijven staan

p1. onder toezicht van commissies, waarin de vakbeweging

evenredig met de ondernemers is vertegenwoordigd; dit
op grond van vei’ordcnïngen der geallieerde autoriteiten.

Nu had onder de arbeiders de mening post gevat, dat
de l3ondsi’egering het plan zou hebben een einde te maken
aan deze toestand hij de definitieve regeling van de bezits-
verhouding van deze bedrijven. Dit heeft het Duitse vak-
verbond tot actie bewoge. In tvee referenda onder zijn

leden in de betrokken, bedrijfstakken, de ijzel’- en staal-
industrie en de mijnbouw, heeft het de am’beiders gevraagd, of zij bereid waren het recht op medezeggenschap eventueel
door middel van een staking af ,te dwingen. Beide keren

heeft meer dan 90 pCt dci’ arbeiders zich voor eer staking
uitgesproken. Deze staking dreigde op 1 Februari 11, uit
te zullen breken. Na haastig çn moeizaam overleg tussen
werkgevers en werknemers, onder voorzitterschap van de
Bondskanselier, wist men echter op het laatste moment

nog tot overeenstemming te geiaken. 1-Jet bereikte com-.promis komt vrijwel neei’ op een handhaving van, de be-

staande toestand in de gedekartelliseerde bedrijven,
wanneem’ deze weer aan de Duitsers zullen worden over-
gedragen. Dit resultaat – nl. cle vorming van pam’itaire
raden, van toezicht ondci’ vooi’zittem’schap van een doom-
beide partijen aanvaarde neutraal persoon en handhaving
in de directie van een door de w’erknemers aange’ezen
arbeidsdirecteum’, die handelt in opdm’acht van de vak-
bond en verstrekkende bevoegdheden bezit,— is dooi’ de
Regering vastgelegd in een wetsontwerp, dat thans nog
slechts wacht op de definitieve goedkeuring door de
Bondsdag, die binnen enkele dagen word,t verwacht..
Gezien de resultaten, die de arbeiders, in deze laatste kwestie hebben bereikt, lijkt, het waarschijnlijk, dat zij
hun eisen, zoals
deze:
zijn neergelegd in het wetsontwerp
van de S.P.D., ô’nverkorL zullen handhaven. -1-let is’nu
eenmaal een notoir feit, dat er op het gebied van de sociale
politiek geen weg.terug lestaat, tenzij de uiterste nood-zaak hiertoe dwingt. Daarvoor ligt hee-geheel teveel in
het l5sychologische vlak, met alle gevaren’ van dien.. De
eerste. symptomen van een verlangde gelijkstelling met de
arbeidem’s in de staal- en kolenindustrie zijn ‘reeds vernomen
van de zijde der vakvereniging van spoorwegarheiders.
l:let valt te verwachten, dat na deze grote vakverenigingen
ook de kleinem’e geleidelijk aan met dezelfde eisen zullen
komen. De inhoud van het regeringsontwerp, ook al
houden w’e met de aanbevelingen van de Bondsraad
rekenipg, zal dan ook verre van toereikend blijken te zijn
om eventuele sociale onrust te voorkomen. Aan de dndere
kant kan de Regem’ing niet veel verdei’ gaan met haar
ont\i,erp dan zij thans heeft voorgesteld. De Duitse partij
en de vrije democraten, heide -deel uitmakend van de
regem’ingscoalitie, hebben reeds aangekondigd tegen het

w’etsontwerp inzake cle medezeggenschap’ in de kolen- en
staalindustrie te zullen stemmen, zonder hierdoor op dit
moment’een regeringscm’isis te w’illen uitlokken. Elke, vol-
gende stap op deze weg zal hen echtem’ wel tob een dem’ge-
lijke daad kunnen brengen. 1-Jet, geheel ziet er dus niet
bepaald rooskleurig uit.

Onze conclusie uit deze m’ecente geschiedenis van een
-nabuum’staat
01)
sociaal tem’m’ein moge zijn, dat
sameneerking
van werkgevers en w’erknemers in een centm’aal orgaan –

224

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart. 1951

waartoe in 1949 een poging is ondernomen op initiatief

van de geallieerde autoriteiten, doch welke poging op een

mislukking is uitgelopen – onontbeerlijk is voor de sociale

vrede en de bedrijfsdemocratie. Geestelijke vrijheid en
persoonlijke verantwoordelijkheid blijven onbereikbare

idealen, zolang arbeideis en ondernemers nog leven in

een sfeer van haat en klassenstrijd. Het is dan ook te

hopen, dat men in Duitsland de weg naar samenwerking

tussen de beide ,,Sozialpartner” snel zal weten te vinden,

opdat ook daar de onderneming kan worden töt een werk-

gemeenschap, waarin men door deze samenwerking ook

de grotere gemeenschap van het volk zal kunnen dienen.

Voorburg

J. D. VAN DOORN.

Vacantiespreiding

Na al hetgeen er reeds over is geschreven en gezegd,

behoeft de wenselijkheid van vacantiespreiding nauwelijks

meer betoog. Economisch gezien is spreiding van de

zomervacanties noodzakelijk om tegen redelijke prijzen

de stroom van vacantiegangers te kunnen onderbrengen;
sociaal gezien is zij wenselijk om ontaarding van de

vacantiegenoegens tegen te gaan.. Het slagen van de

actie voor vacantiespreiding is, behalve voor de vacantie-

gangers zelf, van groot belang voor de Horeca-bedrijven

en voor de vervoersondernemingen. Voor deze laatste
bestaat hierdoor de mogelijkheid, dat de spitsvervoeren

met hun hoge kosten worden afgezwakt, terwijl het ver-

voer regelmatiger kan verlopen, de kans op storingei

kleiner wordt en aan de reizigers meer service kan worden

geboden.
Het in 1946 opgerichte ,,Centraal Werkcomité Vacantie”
nam de propaganda voor vacantiespreiding met kracht
ter hand. In het voorjaar van 1949 kwam het met een

voorstel om het land in te delen in een drietal sectoren,

waarin de schoolvacanties telkens een week later zouden
beginnen, terwijl de bedrijfsvacanties zich bij deze begin-

data zouden moeten aanpassen. Bovendien werd gevraagd

de werknemers zonder schoolgaande kinderen zovéel

mogelijk vôôr half Juli of na half Augustus vacantie
te laten nemen.

Met de eerste maatregel werd beoogd de vacantietol)

in de eerste week van Augustus kleiner te maken. Het
doél was bier dus heeIbeperkt: terwijl het in aanmerking
komende seizoen loopt van midden Juni tot midden
September, werd slechts gestreefd naar een spreiding

over een drietal weken. De tweede voorgestelde maat-
regel had een wijdere strekking: hier ging het er om, te

komen tot een spreiding buiten het hoofdseizoen.
Om het effect van de genomen maatregelen te beoor-

delen, vormen de reiigersontvangsten van de Neder-
landsche Spoorwegen een uitstekende aanwijzing. De
Nederlandsche ‘Spoorwegen beschikkeh over weekont-
vangsten van ruim 120 stations, die tezamen ca 80 pCt

van de totale reizigersontvangsten opleveren.. De ge-middelde weekontvangsten in de periode van midden
Juni tot midden September van de jaren 1948 en 1950
(14 weken) zijn op .100 gesteld en dc werkelijke week-
ontvangsten zijn in percenten van dit gemiddelde uit-
gedrukt.
Het blijkt dan, dat de spits in de eerste week van
Augustus is vervangen door een periode van vier weken
(23. Juli-20 Augustus) van ongeveer even hoge ontvang-
sten. Bovendien is in 1950 het vervoer in voor- en n-

seizoen aanzienlijk groter geweest dan in 1948. Een en
ander blijkt duidelijk uit grafiek 1.

Vooral in de maand Juli is het vervoer toegenomen ten koste van dat in Augustus. De verhouding van de
ontvangsten voor gewone plaatsbewijzen in de maanden
Juli en Augustus veranderde van 45,5 : 54,5 in 1948 tot
48,8 : 51,2 in 1950. Ook Juni en September profiteerden
van de spreiding van het vervoer. De door het ,,Centraal
Werkcomité Vacantie” gepropageerde maatregelen hebben

dus, wat het spoorvervoer betreft, succes geboekt.

Het is interessant na te gaan, hoe de ontvangsten van

de belangrijkste stations zijn beïnvloed door de actie

voor vacantiespreiding.

De stations in Amsterdam, die rond 10 pCt van de

totale reizigersontangsten leveren, vertonen in 1950
een zeer gunstig beeld; blijkbaar hebben de Amsterdam-

mers een grote ,,spreidingsdiscipline” aan de dag gelegd.

Vertoonde in 1948 de eerste week van Augustus een

hoge top (130), in 1950 was het v.ervoer vrij gelijkmatig

over niet minder dan zes weken gespreid (hoogste week

112). De verschuiving heeft vrijwel geheel naar het voor-

seizoen plaatsgevonden.

2

e,z,getsa’,/i’zjz5/eû i.

o ee,7
tz.z,,Iez/ sIa/,5
(gso M.failfrvçJs/ .9.7jcW $.çot& ,00)

/30

/20

II /1 1f
2 9
/6 23. 30 6 /3
.
20 .0/. 3 /0
/7

i.9-(6

Jj/4
-#I•,/

n

f0fJI/’7ff/
k’Z0
0
J/$ (t
Almflelemv
/00)

/30

/20

II’,

.08

70
1/ /8 2$ 2 .8 /6 23 3. Ø /3 • .00 27 .3 149 /7
J
q
//

. –
4
,
gus/

5#ptio,6,
/350

-Een zo fraai beeld als Amsterdam vertonen de andere

grote steden niet. In Den 1-laag is de vervoerstop iets
lager geworden; het indexcijfer van de ontvangsten in

de drukste week – de eerste week van Augustus – is
gedaald van 122 tot 118. Ook hier vindt men een ver-
schuiving van Augustus naar Juli. Rotterda,rn had in
1948 de hoogste ontvangsten in de laatste week van
Juli en de eerste van Augustus. In 1950 waren er drie
drukke weken (1 t/m 21 Augustus), terwijl cle piek iets
lager was; ni. 126 tegen 131 in .1948. Het .effect van de
spreiding van de sçhoolvacanties is duidelijk merkbaar.
Deze begonnen in 1950 op 29 Juli, in 1948 een week
eerder. De index van de ontvangsten lag in 1950 voor

21 Maart 1951

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

225

de week van 25-31 Juli op 106, in 1948 voor de overeen-

komstige week op 122.
In het Noorden des lands, dat met Noord-I-Iolland tot

sector 1 behoort, waar de schoolvacanties op 15 Juli
begonnen, was het effect van de vacantiespreiding gunstig.

In Groningen is de piek in de ëerste week van Augustus

geheel verdwenen en waren de oiitvangten in de vier-

weekse periode van 11 Juli t/m 7 Augustus ongeveer

even groot. In Leeuwarden zijn de indexcijfers van de
ontvangsten in Juli belangrijk gestegen; de piek in de

eerste week van Augustus is teruggelopen van 124 tot

113.
Sector 2, waarin de schoolvacanties op 22 Juli begonnen,

omvat Overijssel, Gelderland, Utrecht en Zuid-Flolland,

behalve het Zuidelijkste deel van deze provincie.

In Twente was de situatie in 1950 ongunstiger dan in
1948. In alle grote plaatsen vertonen de ontvangsten

een hogere top in de laatste twee weken van Juli dan in

het. vergelijkingsjaar, terwijl in voor- en naseizoen het

vervoer minder druk was. De stations van de plaatsen op de Veluwe en langs de

IJssel hadden in 1950 topontvangsten in de laatste
week van Juli, dat is een week eerder dan in 1948. Boven-
dien waren de ontvangsten in deze plaatsen meer over
het seizoen gespreid. De toppen waren lager: Apeldoorn
115 tegen 134; Arnhem 117 tegen 123; Deventer 114
tegen 123; Zwolle 116 tegen 131 enz. Ook hier vond

overal een verschuiving plaats naar de eerste weken van
Juli.

In Zuict-Hollancf en Utrecht vindt men vrijwel het-
zelfde beeld. De topontvangsten zijn in het algemeen
een week naar voren geschoven, en vallen in de laatste

week van Juli. Bovendien is het aandeel van de voor-
gaande weken van deze maand groter dan in 1948. Bij-
zonder sterk zijn de toppen teruggelopen in Gouda (van

136 tot 117) en in Delft (van 122 tot 109).
Sector 3, met als eerste vacantiedag 29 Juli, omvat de

Zuidelijke provincies en van Zuid-Holland als voornaamste
plaatsen Rotterdam en Dordrecht. De stationsontvangsten
in deze sector bieden ten dele een enigszins afwijkend
beeld, daar een deel van de fabrieksvacanties hier gegeven

werd gedurende de week van 13 tot 20 Augustus, vaarin
Maria Hemelvaart viel.
1-lierdoor vertonen de ontvangstenindices van de
stations in Brabant en Limburg – behalve Eindhoven –
een top in deze week, die echter meestal lager is dan die

in de eerste week in Augustus 1948. Eindhoven, Nijmegei,
Dordrecht en de stations in Zeeland hebben de hoogste ontvangsten in de eerste week van Augustus.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de verdeling van het land in drie sectoren, waarin de schoolvacanties
op verschillende data beginnen, heeft geleid tot een
spreiding van het vacantievervoer, waardoor de top,
die vroeger in de eerste week van Augustus viel, in 1950
was verdeeld over een periode van vier weken. Daarnaast
is het vervoer vÔÔr en na het eigenlijke hoogseizoen in
1950 belangrijker geweest dan in 1948. Vooral in Juli
is meer gereisd dan in het vergelijkingsjaar. Bijzonder
gunstig was de spreiding van het vacantievervoer in
Amsterdam; ongunstig was zij daarentegen in Twente.

Utrecht.

H. E. B. SCHMALHAUSEN.

INGEZONDEN STUK

Douanetarieven en reële loonvorming

Dr H. Zoetewey te Satigny (Zwitserland) schrijft ons:

Drs Wemeisfelders’ artikel ovèr ,,Douanetarieven en,
reële loonvorming” (,,E.-S.B.” van 14 Februai’i 1951)
lijkt mij bepaald geen overtuigende illustratie van de
voordelen ener ,,liberale handelspolitiek” in te houden.

In zekere zin is dat niet te verwonderen, aangezien schr.
met het ,,geval Duitsland’ een theorie poogt te bewijzen,

die dan misschien weliswaar ,,nauwelijks enige toe-

lichting behoeft”, maar dan toch voor een geval als het

door hem beschouwde niet is geschreven.

1-let komt me voor, dat er twee omstandigheden zijp, die
het tegenwoordige Duitsland al direct tot een onbruikbaar
voorbeeld van schr.’s theoretische gedachtengang maken:
(a) het grote betalingsbalanstekort; (b) de aanzienlijke

werkloosheid

De eerste van deze twee omstandigheden maakt het
bijzonder moeilijk om bij voorbaat bepaalde bedrijfstakken

uit een oogpunt van internationale arbeidsverdeling als

betrekkelijk in efficiënt” of , ,onrendabel” te bestempelen..

Wanneer het tot herstel van het evenwicht in de Duitse
betalingsbalans bijv. noodzakelijk mocht blijken de mark

met 20 pCt te devalueren, dan zou het beschermende

karakter van de invoerrechten, als de Duitse landbouw
niet zeer importintensief is, al goeddeels verdwenen zijn.

Dit aspect laat ik echter verder rusten.

De tweede genoemde omstandigheid is van meer prin-

cipiële betekenis en wordt vaak bij bespiegelingen in termen
van de theorie der comparatieve koSten buiten beschou-
ving gelaten. In landen met werkloosheid bestaat er, naast

het probleem om de werkende bevolking zo efficiënt moge-
lijk over de verschillende bedrijfstakken te verdelen, het

vraagstuk om .het percentage van de beroepsbevolking,
dat ook inderdaad werkt, zo hoog mogelijk te maken door

maatregelen van economische politiek. Wanneer ‘men
zich dan practisch met het tweede punt gaat bezig houden,
wordt naar de oplossing van het eerste probleem inderdaad
nogal eens ,,met de pet gegooid”. Men laat de werklozen bijv. tot in het oneindige wegen aanleggen en is tevreden

als zekere psychologische bezwaren van werkloosheid wor-

den ondervangen doordat de arbeiders ,,tenminste
iets

doen”. Een meer efficiënte oplossing, bijv. via het prijs-
mechanisme, is echter ook wel mogelijk; een zeer gunstige
omstandigheid daarvoor wordt geschapen, wanneer men,
tijdelijk of permanent, de vrijheid van invoer opheft

Hoe efficiënt dit recept kan werken, kan worden geïllus-
treerd aan de hand van Drs
W.’s
genoemd artikel. Wanneer

9 pCt van de werkende bevolking een bestaan vindt in de
landbouw in plaats van bijv. 4 pCt toe te voegen aan de
door schr. gesignaleerde ,,grote reserve aan werkloze

industrie-arbeiders”, dan is dat vrijwel zuivere winst.
Drs W. bestrijdt dit, want onder ,,De gevolgen voor de
industrie” stelt hij implicite, dat de ,,dure” landbouw via

hogei’e kosten van levensonderhoud, hogere lonen enz. de
werkgelegenheid in de exportindustrie vermindert. Hij
beschouwt dus op zijn best een ,,netto-winst”, bestaande
uit verdiend nationaal inkomen in de landbouw voor
zover afhankelijk van de protectionistische invoerrechten
minus
gederfd nationaal inkomen in de te dure export-
(en ,,home”-) industrieën. Hij suggereert, dat die netto-
winst negatief is.

Dat laatste is onjuist: wanneer er inderdaad latente
werkgelegenheid in de export schuilt, dan kan die onmid-
dellijk gerealiseerd worden door de betrokken industrieën
te subsidiëren, bijv. uit de opbrengst der invoerrechten,
bespaarde werkloosheidsuitkeringen en hogere belasting-
ojbrengsten uit het toegenomen nationaal inkomen: Werk-

gelegenheid en inkomen in de landbouw kunnen dan be-
houden blijven. Zolang er werkloosheid bestaat levert
iedere liberalisering van de invoer ten koste van de werk-
gelegenheid van een bestaande bedrijfstak verlies op.

Deze gedachtegang kan worden gegeneraliseerd tot een
meer algemene restrictie op de theorie der comparatieve
kosten. In discussie is evenwel slechts Drs W.’s voorbeeld,
niet iijn theorie. Dit punt blijft dus verder buiten be-
schouwing.

226

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

21 Maart 1951

Naschrift.

De critiek van Dr Zoetew’ey schiet naar ik meen
gedeeltelijk haar doel voorbij. 1-let vraagsti.ik van de

douanetarieven heeft vele aspecten en een liberale tarief-
politiek diverse voor- en nadelen. Het doel van mijn bij-
drage was om slechts één zijde theoretisch en statistisch

te analyseren, nl. de invloed van het tarief op de reële

loonvorming, zoals dit in het begin van het artikeL ook

uitdrukkelijk werd gesteld: ,,Eén aspect van het gecom-

pliceerde tariefprobleem wordt aan de hand van een

voorbeeld geanalyseerd”. Wanneer alle factoren van

betalingsbalanspositie, vraag- en aanbodelasticiteiten,
substitutiemogelijkheden, conjuncturele en structurele

aspecten, zouden moeten worden behandeld, was een

boekwerk vereist. Niettemin wil ik ook
01)
het andere

terrein graag enige kanttekeningen maken.

In de eerste plaats ligt de remedie voor de Duitse be-

talingsbalans w’aarschijnlijk niet in een devaluatie van de

D.M., zodat het stellen van dit probleem momenteel weinig
zin heeft. Wanneer echter een land voor zijn betalings-

balansmoeilijkheden op deze wijze een ,oplossing kan vinden
en hiermede tevens zijn tariefbarrières slecht, zal ieder
dit toejuichen. FIirover zal tussen Dr Zoetewey en nuij

wâarschijnlijk wel geen verschil van mening bestaan, zodat
ik ièt de criticusdit punt verder wel kan laten rusten.

Een geheel .ndere kwestie is die van hettarief als middel

tot verhdging van . het nationaal inkomen. Dr Zoêtewey

betoogt – en dit acht hij een principiële kwestie -, dat
protectionisme in het onderhavige gevJ (gebrek aan
werkgelegenheid) slechts netto voordelen oplevert. Is dit
juist? Internationaal zijn er uiteraard alleen maar netto’-

nadelen, wanneer een inefficiënte binnenlandse bedrijfs-

tak wordt gestimuleerd ten koste van een efficiënte
buitenlandse tak van bedrijf. De wereld als geheel onder-
gaat een verlies aan w’elvaart. Iedere redenering ten gunste

van het protectionisme is in dit opzicht gevaarlijk. Doch

6ok natiçnaal gezien lijkt mij de – stelling, in de vorm

waarin, deze door Dr Zoetewey wordt verdedigd, onjuist.
Een. eenvoudig (èn uiteraard zeer schematisch) cijfer-

voorbeeld kan dit aantonen.
Wanneer zonder tarief een aantal van ‘ c arbeiders
eeii hoeveelheid a aan goederen voortbrengt, dan is het
gemiddeldé loon van de verkende bevolking in goederen

gemeten’ -: Voor zover nu een tarief wordt iigeseld,

wp’rdt. e en aaditionele productie b in herleven geroepen
er ex’tra werkelegenjseid vooi. een isantal d arbeiders.

Wanneer, de’ nieuw ingechakelde arbeiders hetzelfde werl’ verrichten ‘als de ôorspronkelijke, krijgen beide
categorieën ‘dezelfde nominale lonen. Dë gemiddelde
prijs der goederen echter (lees: de index voor de kosten

van levensonderhoud) stijgt. Voor de goede orde zij aan-
getekend, dat de index voor de kosten van levensonder-
houd een prijsindex is, iodat een (eventuele), stijging
van het nominaal inkomen van de voormalig w’erkloze

arbeidskrachten hierin niet w’ordt verwerkt.
Uiteraard is nu door de afnemende meeropbrengsten het

a+h

a
nieuweloon (in goederen gemeten)
12
=

+
d

Nu kan aan•deze stijging der goederenkosten – aldu
Dr Zoetewey – het hoofd worden geboden door de
werklozenuitkering, die bespaad wordt, te gebruiken voor

subsidiedoeleinden
1)
Stellen wij deze Ra (R = aandeel

van het oorspronkelijk goedereninkomen, gebruikt voor

werklozenonclersteuniflg). Per hoofd is er dusbeschikbaar

In cle gedachtengang van het uitsluitende netto

‘)
Zo
nodig kan ook nog met de opbrengst der invoerrechten
worden gerekend, doch deze wordt
sl,ccls
kleiner naarmate
hel
recht hoger
is
en wordt
bij
een prohibitic[ recht.

voordeel van Dr Zoetewey is dan de volgende stelling
onmogelijk:

a + b

.Ra

a

= c + d + c + d <

Het is niet moeilijk om aan te tonen, dat genoemde
opvatting onjuist is. Immers, aangezien de productie-

uitbreiding onder toenemende kosten (afnemende meer-

opbrengsten) plaatsvindt, is a

altijd
< s-.
1-Toe

meer de productie kunstmatig gestimuleerd wordt, hoe

groter zelfs de relatieve afwijking tussen beide breuken

en hoe eerder het punt bereikt wordt waarbij 1
2
-1
1
< 0.

(1-Tierbij is even afgezien van de tweede term van de som).

Aangezien echter voorts voor de tweede term Ra
+ d

geldt, dat c

d <

terwijl R = < 1 (omdat de

werklozenuitkering per w’erkzoekende minder is dan het
lôon per werkende) wordt ook hier bij productie-uitbi’ei-

ding de term steeds kleiner en het verschil met-

steeds groter.
In ons voorbeeld (agrarische productie) is, zoals bekend,

zelfs sprake van een zeer sterke kQstenprogresie per

toegevoegde arbeid’er, zodat het verschil tussen l –

snel negatief wordt. Dit wordt ook in de hand gewerkt
doordat in een arm land (gegeven ons voorbeeld), waar

relatief weinig offers voor de werkloze bevolking kunnen
worden gebracht, R een lage waarde heeft, wat eveneens

een snel’ bereiken van het negatieve resultaat bevordert.

De stijging van de kosten kan na het passeren van de
0-lijn niet verder door de door ‘Dr Zoetewey aangegeven
subsidiemogelijkheid worden opgevangen. Bij een op de

kosten van levensonderhoud afgestemde loonpolitiek
ontstaat een opwaartse loondruk. De. industriële afzet-

mogelijkheden , dalen. Het goedereninkomen vertoont
een netto-afneming. 1-Jet resultaat is, dat de inefficiënte

landbouwsector wordt gestimuleerd ten koste van de

efficiënte industriële sector.
Hoewel de stelling van Dr Zoetewey, die deze mogelijk-
heid explioiet en impliciet ontkent, onjuist is, ben ik dank-

baar voor zijn critiek, aangezien het volledigerwas geweest,.
wanneer bovengenoemde premissen in mijn .’ bijdrage

waren vermeld of uitgewerkt.

‘s-Gravenhage. .

,

J. WEMELSFELDER,
econ. . drs.

MEDEDELINGEN VOOR ECONOMISTEN

Op 18 en 14 April a.s. zal in het gebouw van de Neder-

landsche Economische Hoogeschool een
Economisch

Benelux Congres
worden gehouden. Vooraanstaande

Belgische en Nederlandse sprekers zullen, o.a. in sectie-

vergaderingen, de met de Bnelux samenhangende sociaal-
economische, agrarische, financieel-monetaire en landels-

politieke problemen belichten.

1-let inschrijfgeld voor dit congres bedraagt voor Neder-

landse deelnemers f 11,50 en voor de Belgische en Luxem-

burgse deelnemers 150 frs. Nadere inlichtingen over en

uitnodigingen voor het congres kunnen worden aange-

vraagd bij het Comité Benelux, Nassaulaan 17, ‘s-Graven-

hage.

21 Maart1951

ECONOMISCH-STATiSTiSCHE BERICHTEN

227

GELD- EN KAPITAALMARKT

Dc geidmarkt.

De geldcireulalie in ons land vertoont nog steeds een

neiging tot dalen, hetgeen leidt tot een inkrimping van de

hoeveelheid uitstaand schatkistpapier en de kans ver-

groot, dat de banken krap kunnen komen te zitten in
weken, dat er van hun schatkistpapier slechts weinig

vervalt.

Gedurende de verslagweek liep er echter over het al-

gemeen waarschijnlijk nogal wat papier af- en- van een

verkoopdruk
01)
de markt was dan ook weinig le consta-

teren. De marktdisconto’s waren hierdoor een fractie

lager, speciaal voor de voor marktwisseling zo gevoelige

korte termijnen. Maart- en Aprilpapier noteerden 1
h
/
4
_
3
/
8

pCt, Mei- en Junipapier

pCt. Voor Augustus en

langerQ termijnen bedroeg het disconto merendeels

pCtlaten,
1
72 pCt bieden. Op Zaterdag 17 Maart vëîdde

cailgeidrente van het maximum van 1
1
/
4
pCt tot 1 pCt

verlaagd.

De kapitaalmarkt.

Op de international& effecteninarkten kwamen in het

midden van de verslagweek ten gevolge van vredesgeruch-

ten enige vrij flauwe dagen voor; zo daalde in Walistreet

Dow Jones Industrials tijdelijk met -9 punten tot 244.

Dat ir Amsterdam deze stemming vrijwel niet werd over

genomen, was wellicht voor een gedeelte toe te schrijven

aan het gerucht, dat de Regeringsverklaring van Zaterdag

de aankondiging van een nieuwe devaluatie van de gulden

zou bevatten. Men kan dergelijke geruchten nu wel

schouderophalend voorbijgaan, doch zij vormen in elk

g&val toch een sS’mptöom van het geringe vertrouwen,

dat in de guldenwordt gesteld. 1-letgeen echter in werke-
lijkheid Zatercag uit de bus kwam, al. een verhoging van

de vennootschapsbelasting van 40 tot 50 pCt (voor de
grote nv’s) en het in overweging nemen van een over-

winstbelasting, was nu niet bepaald als een .haussemotief

voor aandelen aan te merken. – –

Indonesische aandelen maken de laatste. tijd wederom

een van deriolen door, vairin iijwtgunhtiger worden

beoordeeld. Tekenend was echtei wel cle koersstijging van

aandelen H.V.A., verband houdend met het bericht, dat

deze onderneming buiten Indonaiië, nl. in Ahessinië

belangrijke bedragen zal gaan investeren.

De hovengenoérnde devaluatiegeruchten hadden voor

de obligatiemarkt ten gevolge; dat cle koers van cle Neder-

landse 3 pCI dollarleniig tot 101 pCt steeg. De langzame

koersafbrokkeling der guldensstaalsleningen vond verd ere

voortgang. In het nieuwe regeringsprogrammp werd aan:

gekondigd, dat gedurende een aantal jaren ca f 250 mln
per jaar zal worden geleend voor de financiering van de

herbewapening van ons land. -Indien men in aanmerkitig

neemt, dat de 3• pCt staatsleningen thans 954 96 pCt

noteren en dat emissies ‘an gerneenteleningen tegen de

condities van de renleslaffel momenteel
geeen
kans van

slagen hebben, dan vraagt men zich af, of aan op de open-

bare kapitaalmarkt te plaatsen nieuwe staatsleninger

niet enigerlei faciliteit zal moeten worden verbonden,
iNvil

hei dreigen met een stok achter de dciir :hl.crvegi

künaeii blijven. –

9 Maart 16 Maart
1951

1951
Aand. indexeijfers

Algemeen

159,2

160,3

Industrie …………………

226,5

227,1

Scheepvaart ……………..

182,0

180,2

Banken ………………….

128,6

127,6

Indon. aand.

………….. .-.

54,1

56,5

Aandelen.

A.K.0.

………………….
.
151).
1821

Philips

…………………..
252
2534-

Unilever

………………..
2364-
232

H.A.L
.

………………….
193
1901

Amsterdam .ruhher

………..
1237
k

127-
1

H.V.A… ……………………
116e
127

Kon.

Petroleum

………….
.
3111.
308k

Staatsobligaties.

24- pCt N.W.S . …………..

78

773/
s

3-34- pCt 1947 …………..96f

,.

3 pCt Infest. cert. ………..

.96/

9578
3 pCt. Dollarlening

………… 99

. -.

101


s

J.C.13.

De Belgische geld- en kapitaalmarkt

in Februari
i9çi

Geldma.rkt.

In de overheidssector van de geldrriarkt trad in.de
loop
van Februari een verruiming in doordat 15 Februari een
vervaldag-betekent van de driemaandelijkse slortingen -van
de .patroons aan de Rijksdienst voor de Maatschappelijke
Zekerheid en doordat bij de banken de inschrijvingen

binnenkwamen op-do nieuwe.. lening .N.M.KN. De voor-
schotten van de centraie bank aan de Schatkist en de
parastataie instellingen bereikten op 1 Maartl9öl noerke
frs 5.747 diln tegen frs 7.808 mln op, de veraldag. vai
Januari 1951 en- frs 7:290 mln op cle vervaldag van
Augustus 1950. . – –

In cle privale sector duurt de spanning echter nver:
minderd voort.. De deposito’s van de private banken
blijven nagenoeg op liet peil van het laatste kwartaal van
1950, hetgeen de banken grotendeels belet met eigen
middelen nieuwe credieten te verlenen. De additionele
ciedieten worden re
g
elmatig bij middel van herdisconto
van wissels en promessen overgeheveld naar de centrale
bank, het I-Ierdisconterings- en Waarhorginstituut of
ndere parastatale credietinstellingen. Met de vervald ag
van Februari had – de centrale bank voor frs 10.116 mln
handelspapier op België inportefeuille tegen frs 10.158
mln met de vervaldag van Januari 1951 en frs 5.149
mln met de vervaldag van Februari 1950. Omtrent de

portefeuille hariclelspapier van clë paraslalalc instellingen
worden geen cijfers gepubliceerd. Wel is bekend, dat 01)
èinde December 1950 de private banken in totaal ‘voor
frs 8.543 mln handêlspapier hadden geherdisconteerci hij
de centrale hank en de parastatale instellingen, tegen
fi’s 3.696 inlr in juni 1950 en frs 3.396 mlii in December

1949.

228

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21 Maart 1951

TABEL I.

TABEL III.

Toestand oan het totale Belgische banksysteem.

Gemiddeld koers peil op de aandelenbeurs te Brussel.
(Voornaamste posten in mln frs)

(Indices basis 1936-’38 = 100)

einde

einde

Dec..
1948

1
1949

1
1950

Activa.
Kas,

Nationale

Bank,

Post-
3.726
2.997
2.853

cheque

………………….

Credieten

aan

de private

eco-
23.117
24.506 27.739
5.962
7.450
6.845
nomie

…………………..

Prolongaties

en

voorschotten
681
703 764

Handelswissels

…………….

Diverse debiteuren

……..
12.32e
13.996
opeffecten ………………..

Debiteuren wegens accepten.
3.983 4.025
6.134
Credieten aan de Overheid

.

12.
.491

33.589 34.205 34.856
wo. speciaal schatkistpapier
29.940
27.468
28.340
Vastgelegde middelen
960 1.133
1.215

Passiva.
Deposito’s en crediteuren

. . .
51.751
52.678
53.571
Zicht en hoogstens 30,d
45.487
47.347 47.693
3.999
5.331
5878
Tijdelijk onbeschikbaar
2.265


Meer

dan

30

d……………

Obligaties en kasbons
31
132
.

272
Eigen

middelen

……………
4.481 4.781
5,064

Kapitaaimarkt.

De inschrijving op de nieuwe 4,5 pCt lenipg van de
Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid

werd op 19 Februari geopend. Het papier ging aanvanke-
lijk tamelijk vlot van de hand. Rond 10 Maart was echter
het vooropgestelde bedrag van frs 1.000 mln nog niet
geheel volgetekend. De plaatsing’ gebeurde eigenlijk in

een erg flauwe, markt en het rendement van de nieuwe lening was weiiiig aantrekkelijk in vergelijking met het

rendement van analoge uitstaande leningen. Voor een
looptijd’van 10 jaar brengen de 4,5 pCt kasbons N.M.K.N.

5,05 pCt op. Het gemiddeld rendement van de belangrijkste
uitstaande types ziet er als volgt uit.

TABEL II.

Gemiddeld netto-rendement oan de 000rnaamste obligaiie-
types ‘).

einde
einde
einde
Obligatietype
looptijd
Juni
Jan.
Febr.
1950
1951
1951

4 pCt Geünif. schuld
1anlopende
4,34
4,58
4,62
Schatkistcertificaten

. . .
.
Ca

8 jaren
4,63
5,03 5,20
….

Kasbons steden……..
ca

6 jaren
4,49
.

4,78
5,14
Kasbons parast.

instellin-
.

9 jaren

5,26 5,38
gen

……………….
tndustr.

oblig .

……..
.
ca .2 jaren
5,43 5,36
5,82

1)
Er werd rekening gehouden met het verschil tussen de huidige
koers eis de terugbetalingsprijs op de vervaldag.

D tabel laat duidelijk de sterke stijging van de rente-

stand zien. De invloed van het geringere spaarvermogen enk
van de hogere liquiditeitsvoorkeur van het grote publiek,
alsmede de voorkeur van de beleggers voor reële waarden
boven geldwaarden veroorzaakten sedert een paa_
maanden een scherpe daling van de obligatiekoersen.

Op de aandelenmarkt nam de bedrijvigheid daarentegen
in sterke mate toe. In Februari 1951 bedroeg de gemiddelde
dagelijkse omzet ca frs 88,5 mln tegenover frs 75 mln in
Januari 1951 en resp. frs 52,5 en frs 42,4 mln gedurende
het tweede en eerste semester van 1950.
De stijging van •het koerspeil werd
in
Februari echter
geremd door de aankondiging van de instelling van een
belasting op de buitengewone winsten vandit jaar. De
modaliteiten van deze belastingen werden nog niet
bekend gemaakt.

Juni
1950
Jan.
1951
Feb.
1951

Industriële aandelen
168
194 194
Openbare nutsbedrijven
148 156
161
L?inanciële instellingen

. . .
125
102
105
Koloniale aandelen
272
334
340
aemiddeld koerspeil
181
204
207

Een belangrijke nieuwe emissie van aandelen door een

vennootschap uit de peti’oleumnijverheid werd gemakke-lijk geplaatst. Het gemiddeld aandelenrendement bedroeg

op einde Februari 1951 ca 3,05 pCt.

Brussel.

V. VAN ROMPUY.

STATISTIEKEN

DE NEDE1LkNDSCHE BANK.
(Voornaamste posten in duizenden guldens).

1

bo

1
n:d
one
1

dO
1
D
•-‘-.’°
c”
1
1
•B
.0
°,OQ
‘Obo

.)
‘-‘o
0
°+’cs
o
00

19 Febr.’51
1.193.419
1

963.528

1
3.011
245.026
86.677
26 Febr.’51
1.193.544
1

979.742

1
3.153
259.524
.
100.260
5.Mrt

’51
1.192.625
1

955.960

1
3.342
263.128
123.491
12 Mrt ’51
1.192.311
1

968.274

1
3.580
270.445
80.669
19 Mrt ’51
1.192.511
952.392
2.426
275.522 87.700

0
Saldi in rekening courant

1

0
Co
Q

to
.b5#)
,5
0

o

‘5


”’
,

19 Febr.’51
1
2.764.978
2.246.015186.996
1.325.156 365.267
102:463
26 Febr.’5112.813.966
2.241.256
152.258
1.325.153
390.157
102.938
5 Mrt

‘512.811.856
2.243.011 193.118
1.385.507
352.832
106.426
12 Mrt

‘5112.759.499
2.272.359
179.305
1.385.507
388.555
104.081
19 Mt

‘5112.731.816

2.213.906
123.212 1.385.507
338.331 104.468

BANK VAN ENGELAND.
(Voornaamste posten In millioenen ponden).

)0:
‘5

.91

zuul
a
IoE
Cd

n,,
Vb

25 Dec. ’46
1
0,2

[1.449,1
1

1.450
1
1.428,2
1

22,1

1

1,3
28 Febr.’51
0,4

1

1.345.3
1

1.350

11.289,0
1

61,4

1

0,6
7 Mrt

’51
1

0,4

1

1.345,2
1

1.350

1

1.295,1
1

55,3

1

0,4
14 Mrt

’51j
0,4

[1.345,8 _1.35011.300,3

50,1

0,9

Other securitiesl

Deposits

na
1


1

‘5

° °
n
1
1
0
0
.t’)
0
‘s u
,

25 Dec. ’46
28 Febr.’Sl
7 Mrt

’51
14 Mrt

’51

311,8

f
313,2
.312,8
1
319,4
13,6 13,6
21,9
19,1

15,8

1

32,6

J
24,1
24,11

346,5 405,4 387,8 394,9

10,3
.
13,0
12,8 13,3


9,3.
0,3.
11,3

278,9 293,0 290,0
291,6

NA!FIONALE BANK VAN ZWITSE1ILAND.
..,(Voornaamste posten In millloenen îrancs).

il
Oa
0
@)

.
Data
0
0

00
-.91
0Q
,9
o
0

31

Dec.

1946
23 Febr. 1951
4.949,9
6.026,0
158,0
1
273,0
238,7
I

161,9 52,7
41,0

__
4.090,7 4.285,9

__
1.1
63,7
2.042,4.
28 Febr. 1951
3 Mrt

1951
6.026,0 6.024,8
270,9
270,8
167,2

1

183,6
41,0
41,0
4.382,6 4.326,8
t

1.953,9
12.024,2

21 Maart 1951

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHT.N

229

SPECIFICATIE DER EMISSIES IN JUNI T/M DECEMBER 1950.

(bedragen in duizenden guldens; koersen en rentevoeten in pCt)

Naam
.
/

0

eeg.


Q

,

0 0
Naam
:

0

cd

‘o

,

0)

0


0

J u n 1.
Particulieren:

Obligaties.
Stichting

,,Huize

Wildhoef”,
200
100
200
4
63
Overheid:
Vereniging Protestantse Zieken-
Investeringscertificaten
9.273
100
9.273
3
18 ‘)
verpleging, Doetinchem

.
175
100 175
3*40
1
Beleggingscertificaten
458 1008
460
3*48
‘)
Drukkerij

Laverman

N.V.,
Drachten (hypothecaire obli-
Particulieren:
235
8)
100
235
4

Gereformeerde kerk te Ooster-
90
2)
100
90
3*40

R. K.

Ziekenhuis

St

Clara
Stichting, Rotterdam
450
100
450
3*
25
beek

…………….

….
Stichting

St Antonius Zieken-
500
8)
100 500
3*
25 ‘)
Gereformeerde Kerk van Enk-
110 100
110
3*40
Gereformeerde Kerk van Rot-

..

180 100 180
3*30

Aandelen.
Gereformeerde Kerk te Veen-
50
100
50
3*
32
N.V.

Nederlandse

Mij

de

buis,

Sneek

…………….

terdam-Centrum

…………

woudsterwal
Gereformeerde Kerk te Baren-
Nilimij

van 1859″, ‘s-Gra-
venhage
1.057
8
)
100 264
50
100
50
3*30
8)

Coöperatieve

Grondkapitaal-

bank

voor

den

Landbouw
o
c
to
b e r.
2.000
100
2.000
3
15
2)

drecht

………………..

Ziekenhuis

Stichting

St

An-
Obligaties.
thoniushove,
Voorburg

.
150
100
150
3
30
1)
Overheid:
Aandelen.
22.886
100
22.886
3
18
1
Koninklijke

Nederlandsche’
Beleggingscertificaten
2.540
100*

2.553
3*48
1
Grofsmederij, Leiden
1.000
110
1.100
Koninklijke Nederlandsche
Particulieren:
Papierfabriek

N.V.,

Maas-
1.650
110
1.815
N.V. Betonfabr. ,,De Meteoor”,
.
R.K. Ziekenhuis St. Clara Stich-
450
100 450
3*25
750
120
900
N.V.

Bronswerk,

Amersfoort
Gereformeerde Kerk van ‘s-Gra-
200
100
200
3*30
800 108 864
Ziekenhuis Stichting St Antho-
N.V. Nederlandsche Fabriek v.
.

Investeringscertificaten

……..

niusi

ovc, Voorhurg
200
100
200
3130

De

Steeg

………………

Bronswerken

v/h ‘Becht

&
Dyserinck, Amsterdam. ….
P.M.
1)

Bloemendaal ……………..

Aandelen.
.1 u Ii.

gaties)

…………………

C. van der

Glessen’s \Verktui-

U.A.,

Utrecht

…………..

..

genfabriek N.V., Krimpen a.
Obligaties.

1
.

huizen

…………………

100
106,
106 Overheid:

N.V. Melkinrichting en Flessen-
48.661
100
18.661
3
’18

1)
melkfabriek

Holland,

Am-

tricht

………………..

(aand.

B)

………………

Beleggingscertificaten
4.228
1008
1.234
3*48
‘)

…………………

100 105 105

Particulieren:
Novemb
er.

Investeringscertlficaten

……..

Gereformeerde Kerk van Km’t-
lingen, Rotterdam
100
100
100
3*30
2)
Obligaties.
Dok- en WerfMaatschappij
/
Ov
er
heid:
Wiiton-Fijenoord

N.V.,

ting, Rotterdam

………….

Schiedam (conversie)

…..:-
1.066
100
1.066
3*
25
2)

venhage-west

……………

16.407
100
16.407
3
18
Dok- en Werf-Maatschappij
Beleggingscertificaten
848
100*
822
3148
1
Wilton-Fijenoord

N.V.,

Trifax NV., Amsterdam
3.934
300
101
100
3.973
300 3*
4
25
2)
15
2)

d.

IJssel

……………….

Particuli
er
en:
Vereniging

tot

Stichting

en

sterdam Lelmuiden ………..

Investeringscertificaten

…….

N.V. Grint- en Zandexploitatie

Instandhouding van Scholen Mij. v/h Gebrs. Smals, Vier-

Schiedam

…………….

voor L.O. op Gereformeerde
Grondsl., id. Gem. Groningen
100 100
100
3*
25
1)
lingsbeek (le hyp. obligatie)
200
100
200
4
10

N.V. Magazijn

De Bijenkorf”,
.
Congregatie der Broeders van
O.L.

Vrouw

van

Lourdes,
5.000
99
4.950
3120
‘)
750
99
746
38
251
Stichting Protestantse Zieken-
Aandelen.
.
zorg

,,Zeeuws

Vlaanderen”,
Ntionale Levensverzekerings-
450
100
450
3*40
Bank N.V., Rotterdam
3.000
2)
100 300
N.V.

Stoomspinnerij

,,Twen-
578 100
578

Vereniging van L. 0. op Gere-
formeerde Grondslag, Rotter-
50
100
50
3* 20

Amsterdam

…………….

Twentsehe Kabelfabriek,Haaks-

Dongen

…………………

Cbr. Gereformeerde Kerk van
250
100
250,

35
100
35
3*-
Koninkiijke. Nederlandsche
bergen

………………….

Hoogovens en Staalfabrieken
NV., IJmuiden (cert.)
16.122
110
17.734

Terneuzen

……………..

Aandelen.
N.V. Mij. tot Exploitatie van
,
N.V.

Stoom-Spinnerijen

en
Steenfabri6ken

,,Udenhout” 250 ‘)lOS
263

dam

……………………

.

Zeist

…………………….

-weverijen

v/h S. J. Span-
4.000
115
4.600
A u g U S
t
U S.
-‘
NV. Industriële Maatschappij
Obligaties
,
.
,,Palembang”, Amsterdam
360
107 385 Overheid:

jaard,

Borne ……………

N.V.

Lettergieterij

,,Amster
;

19.201
100
19.201
3
18
1)
dam”, Amsterdam

……….
1.
000
160
1.600

the”,

Almelo

…………….

Beleggingseertificaten
1.652
100*
1.660
3f
48
1)

Particulieren:
1).
Versterkte enfof vervroegde
gehele of
gedeeltelijke
afiossin
Coöperatieve

Vellingsvereeni-
-z
ten allen tijde toegestaan.
ging ,,Midden Betuwe” G.A.,
4
1)
Versterkte enfof vervroegde
gehele of
gedeeltelijke
aflossiii
250
‘100
250
20,8).
van zekere datum af toegestaan.

Investeringscertificaten

…….


Voor conversie
is
bestemd f 25.400.
S
e
p
te
m
b
e r.

‘) Waarvan reeds geplaatst f50.000.
Obligaties

.
5).
Netto-provenu dezer emissie
is
bestemd
voor
inschrijving
c

Zetten
……………………

Overheid:
.
de emissie van
N.V.
Bronswerk.

17.683
100
17.683
3
18
‘)
Verplichte storting
10
pCt.
‘)
Aflossing f70.000

5 pCt hypothecaire
obligaties
1
110
PC
Investcringscertificaten

…….
Beleggingscertificaten
2.078
100*
2.088
3*48
1)

8)
Waarvan reeds geplaatst f135.000.
8)
Verplichte storting 25 aCt.

230′

ECONOMISCH-STA TIS TISCHE BERICHTEN

21
Maart’
1051

SPECIFLÇATIE DER EMISSIES IN JUNI T/M DEGEMJIER 1950.
(bedragen in duizenden guldens; – koersen en rentevoeten in pct)

Nvun
.
.
N’tam
a
.

t) e c e in b e r. Wijkvereniging

Het

Jasmijn-

Obligaties.
kwartier” der Ned. Hervorm- (te Gemeente, ‘s-Gravenhage
30
100
30
3130
‘•)
overheid:

.
Vereniging ,,Euclokia”, Rotter-
Invësteringscertificaten
3
100
3 3
18
‘3
150
100
150
3
25
2)
N.V.Koninklijke Nederlandsche
Petroleummaatschappij,
Particulieren:

.
1
.
‘s-Gravenhage

(converteer-
49.950
101
50.450
3
15 ‘)
Verenigihg

tot

Stiliting

en
200.050
100
200.050
31
1
5
‘)
Instandhouding van Scholen’ voor L. 0. op Gereformeerde
Grondslag id. gem. Groningen
100 100
100
3125
‘)
Gereformeerde Kerk van. Dok-

(tam

…………………….

bare

obligaties)
“)

……….

Aandelen
300
100
300
3
Stichting R.K. Sanatorium de
N.V.

Delftschc Leerlooierij

en
2.500″)
100
2.500
4
40
2)
Drijfriemenfabriek, Delft

.
262
105
275
,,’s-Fleeren Loo”, Vereniging tot
N.V.

Nederlandsche

Kabel-

kum

…………………..

Opvoeding en Verpleging van
6.077
145
8.812

Klokkenberg,

Tilburg …….

Geesteszwakke

Kinderen,
.
N.V.$implex Machine- en Rij-
Utrecht

………………..
1.000
100
1.000
3130
2)

fabriek,

Delft

………….

wielfabrieken, Amsterdam
.
500
170
859

‘) Versterkte en/of vervroegde gehele of gedeeltelijke aflossing ten allen tijde toegesl;aan. ‘) Versterkte en/of vervroegde gehele of gedeeltelijke aflossing van zekere datum af toegestaan.
‘°) Waarvan reeds geplaatst 1 850.000.
II)
aaran f100.000.000 conversiceaf 100.050.000iiit omzetting ener onderhandse lening.

EMISSIES IN 1950

(Reële bedragen in duizenden guldens)

i’tIaancl
t
Obligaties
.

.
Aandelen
.
Totaal
.


coss
Uit omzetting van
andere belegg:

en
geblokkeerd tegoed
Nieuw geld

Januari
8.059
. ,


8.059
. –

.

.

8.059

Februari
210.383
4.121
‘214.504
‘-
9.483


205.021
Olaart
11.444
8.695
T.
20.139

11.044
9.095
April
7.645′
,
.L_-
7.645

6.645 1.000
11.610

. –
.

3.788.
.

.

15.398

11.485
.
3.913
Juni

………..
12.753
.

.4.679

.
17.432
.

25
9.733 7.674
Juli

…………
30.384
1 9.125
.
49.509
1.066
.
19.895
28.548,
Augustus ……..
21.111

.
.


.

21.111

20.861

,.
250

SIei

……………

20.941
‘2:66
21.205

.

,


19.771
.

1.434

…..
…..

26.289
211
26.500

‘-
25.439
1.061
September

……..
…..

18.710
6.585
25.295

17.229
8.066
Dctober

………..
November

……..
December

…….
254.583 9.937 264.520
100.000
100.053
64.407

Totaal

1950

..
. .
633.912
57.405
691.317

.
101.091
259.697 330.529
Totaal 1949
.
433.382
27.607
.
660.989

.

596
.

324.284 136.109
Totaal

1948′

. . .
2.282.608 506.652

.
2.789.260′ 1.236.727
618.712
933.821
Totaal’1947
3.060.043
98.983
3.159.026
2.840.355

64.563
,

254.108
Totaal

1946

. . . .
1.960.902

133.074
2.093.976

5.199


2.088.777

IN- EN UITVOER
VAN
NEDERLAND
ij.

Invoer
Uitvber
Saldo

M


aan
Gewfcht
Waarde
Gewlcht. Waarde Waard
In dul-
in mii-
In dul-
In mli-
In mil-

zenden
lioenen
zenden
iloenen,
-Jioenen

tonnen’)’
guldens
tonnen’)-
gUldens’
‘guldens

Tot

”39′
Tot.

’48
Tot. 249
Tot.

’50

24.306

.
19.101
20.606
27.444
1.517 4.919 5.297
7.752

12.708 7.357
10.033
14.442

966
2.669
3.794
5.288

551
.
-2.250
.-1’503
-2.465

Jan.

’50
1.997
581
883
36

85
Febr. ’50
.

1.484

.
520
.

757
313

207
Mrt

’50 2.167
612
.

1.140.
400

212,
Apr.

’50
1.974
643
1.127
367
-. 276
Mei

’50 2.273
6,2
1.081
377

285
Juni

’50
2.842
.

691
.

1.379
,

429.

.262
Juli

’50
2.470
627
1.332
444

183
Aug. ’50
2.550
626
1.340
436

.190
Sept. ’50
2.545
654 1.324 467

187
Oct.

1
50
2.509

.
739
.

1.488 562

177′
Nov.
1
50
2.334
700
1.386
558

142′
Dec. ’50
2.300
699
1.206 537

162
Jan.

’51
790
526

266

‘).Bron: ,,Centraal Bureau voor de Statistiek”.
Exclusief pakketpost, diamant, gouden en zilveren munt en
muntmateriaal.

‘) Bruto-gewicht; van 1948 af netto-gewicht

WERKLOOSHEID EN WERKVERRUIMINO

IN NEDERLAND

Maan d
Geheel
werklozen

Gheel
wachtgelders

Ieeregisereerao

‘arbeiders’)

30

Juni

..,194-5
112.622
120.800 ‘)
18.300 ‘)
29 Juni
1946
-‘45.953
.

13.382
30.693
31 Jan,
1950
75.819
.

1.756

.
31.844
28 Febr,
1950
71.332
2.110

.


33.430
31 Mrt
1955
57.562

.
2.333
31.747
.30 April
1950
59.175
3.148
.
28.374
31 Mei
1950
53.586′


537

-.
22.471
30 ‘Juni
1950
46.518
285
17.724
31

Juli
1950
46.875
239
.13.685
31 Aug.
1950
48.423
164
12:856
30 Sept.
1950
49.885
‘118
8.246.
31 Oct.
1950
48.512
172
10.304′
30 Nov
1950
56.584
522
20.779
31 Dec.
1950
80104


2.156
25.217
31

Jan.
1951
83.211
1.751
31.755
28 Febr.
1951
66.738
891
36.565

‘) Bronnen’.

,,Maandschriît
C.B.S.”
en

,,Statistisch

Bulletin
C.B.S.”;
gegevens van de arbeidsbureaux.
‘)
mcl, degenen, die
wegens ziekte, ongeval, weersomstandigheden
enz. niet konden werken
‘) Schattingen

/

21 Maart 1951

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

231

KON NED. BOEKDRUKKERIJ H. A. M.
ROELANTS
SCHIEDAM
/

GEO. WEHRY & Co.N.V.

AMSTERDAM

*

Vestigingen:
Djakarta (en 26 andere vestigingen

in Indonesië), New York, Manches-

ter,
1
Londen, Brussel, Melbourne,

Singapore, Penang, Kuala Lumpur,

Tokio, Osaka, Bombay, Bangkok,

Hongkong. –

Agenten:
In alle Zuid-Amerilaanse Staten

INTERNATIONALE KANDELS0NDERNEaIIN&

roept sollicitanten op,
bij voorkeur

‘ECONOMISCH DOCTORANDUS

.
OF JURIST

voor de vervulling van een zelfstandige, com-
merciële, functie op haar hoofdkantoor te
-Rotterdam …………….-

Ervaring in de internationale handel en keniiis van
de buitenlandse grondstoffenmarkten strekt tot aan-.
beveling, terwijl behoorlijke beheersing van de moder-,
ne talen vereist is. Ook niet-academici kunnen sollici-
teren mits zij over de hieromschreven ervaring en
kennis beschikken.

Brieven, bij voorkeur eigenhandig geschreven,
met volledige inlichtingen omtrent opleiding,
ervaring, levensbeschouwing, referenties etc. en
onder jijsluiting. van pasfoto •worden. .inge-
wacht onder no. ESB 12-1, Bur. v. d. bi., Post-
bus 42, Schiedam.

DE N.V. BILLITON MÂATSCHÂPPIJ

zoekt voor haar kantoor te ‘s.&ravenhage .envoorhaar
bedrijf in Arnhem een tweetal


BOEKHOUDERS

in het bezit van acte M.O. Boêkhouden öf
staatspractijkdiploma met vdôropleiding 5-j. –
H.B.S. Leeftijd tot 30 jaar.

Sollicitaties uitsltiitend schritelijk te richten aan dc

afdeling Personeelszaken, Louis Couperusplein 19,

‘s-Gravenhage.

BERICHT

Aan de leden van het Nederlandsch Economisch In-

stituut wordt beleefd verzocht om – voor zover zij dit

nog niet deden – de,contributie voor het jaar 1951,

ten bedrage van f 30 voor liet binnenland en f 33 S’oor

het buitenland, vôÔr medio April a.s. te willen voldoen

door storting op postgirorekening No 8408 of op onze

rekening bij de heren R. Mees & Zoonen, alhier.

Leden in België/Luxemburg kunnen de tegenwaarde

in francs van het versèhuldigde bedrag storten op onze

rekening B 26198 hij de Banque de Commerce te Brussel

of op haar Belgische postrekening No 260.34.

Fa. A. 0. Beuth van

Wickevoort Crommelin

Corns. v. d. Lindenstraat 22
Amsterdam-Z.

Tel. 25410

Onafh. Verzekeringsudv.

LOD. S. BEUTH

deskundige ley zake van;

Pensioen-voorzieningen
voor staf en personeel
Or
anisatie Ondernemines-
en Bedrijfs-Pensioenfondsen
Aanpassing aan nieuwe wet
rensioen-en Spaarfondsen

Opd rachten voor

het nummer van

28 Maart

dienen uiterlijk 27

Maart 10 uur v.m.

in ons bezit te zijn.

IN DIT NUMMER:

Versterkt ministerie

De beste wensen van de handel

Bittere medicijn

Wereldmarkt-perspectieven

Brazilië’s economische structuur

Paraguay wil vooruit.

Nieuwe artikelen

Handelscontacten

Met Exportbijiage ,,Netheriands Trade

Bulletin”

Abonnementsprljs f 15.— per Jaar

,Van particulier tekoop:
lflorris Oxford 1949, kleur maroon met beige lederbe-
kleding. Zeer mooie wagen.
goed onderhouden. Alléén
privé gereden (44.000 km).
Diverse accessoires als ka-
chel met defroster e.d. Prijs:
f4.900.— N. H. Heij, Graaf
Janlaan 47, Zeist. Te bezich-
tigen na telefonisch overleg
(4606), daar veel afwezig.

AANGEB. MORRIS
8, ’48,
in zeer goede staat, met pa-
pieren. Geen tussenpersonen.
f
8000. J. Oudhoff, Holle-
weg 11, Heiloo. Tel. 2330.

FORD DE LUXE ’46

te koop aangeb., steeds be-
reden door eigen. K.N.A.C.
rapport zegt van de wagen:
Zal nog geruime tijd aan –
alle normaal te stellen eisen
voldoen”. Te bevr. Hout-
schroevenfabr. ,,Amsterdam”,
Cruquiusweg 115, A’dam.

ADVERTEER IN DE

E.-S.B.

ALLE
voordelén

p
#.

1′

van een

PENSIOENREGELING

4

voor Uw personeel

verkrijgt U

j

bij

snel en gratis
gedegen adviezen

en

doorlopend
EEN GOEDE SERVICE

N.V. AMSTERDAMSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LEVENSVERZEKERING

Nieuwe
Splegelstracxt
17

Amsterdam

Telefoon 63272

ECONOMISCH:

STATISTISCHE BERICHTEN

UITGAVE VAN HT NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

Econoom of Ingenieur (Delft)

I

leeftijd pim. 26 jaar, P.G., – associatie in Handels-
inrichting aangebden. Voori. geen kap.deelname ver-
eist. Er. no. 153.778, Bolrek, Kon.pl. 1, A’dam.

Ook voor Beschikbare Krachten Is een annonce In
,,Economlsch-Statistlscbe Berichten” de aangewezen weg. Annonces, waarvan de tekst ‘s Maandags In ons
bezit Is, kunnen, plaatsruimte voorbehouden, In het
nummer van dezelfde week worden opgenomen.

Adres voor Nederland: Pieter de Hoochstraat
5,
Rotterdatn (W.).
Telefoon Redactie en Administratie
38040.
Giro
8408.
Bankiers: R. Mees en Zoonen, Rotterdam,

Redactie-adres voor Bel qië: Seminarie uoor Gespecialiseerde Ekono mie

14,
Universiteitstraat, Gent.
Abonnementen: Pieter de
)
Hoochstraat
s,
Rotterdam (W.).
Bankiers: Banque de Commerce, Brussel.

Abonnements prijs, franco per post, voor Nederland t
26,—
per jaar,
voor België/Luxemburg
/
28,—
per jaar, te voldoen door storting van
de tegenwaarde in Belgische francs bij de Ban que de Commerce te
Brussel of op haar Belgische poslgirorekening
fl0
260.34.

Uniegebieden en Overzeese Rijksdelen (per zeepost)
/
26,—,
overige
landen
/
28,—
per jaar.

Abonnementen kunnen ingaan met elk nummer en slechts worden
beëindigd per ultimo van het kalenderjaar.

Aangetekende stukken in Nederland aan het Bijkantoor Westzeedijk,
Rotterdam (W.).

ADVERTENTIES.
Alle correspondentie betreffende advertenties te richten aan de Firma
H. A. M. Roelants, Lange Haven
141,
Schiedam (Telefoon
69300,
toestel
6).
Advertentie-tarief f
0,40
per mm. Contract-tar’ieven op aanvraag. Rubrieken ,,l’acatures” en ,,Beschikbare krachten” /
o,6o
per mm (dubbele kolom). De administratie behoudt zich het recht
voor om advertenties zonder opgaaf van redenen le weigeren.

Losse nummers
75
cents, resp. 10 B. francs

Auteur