Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 148

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 30 1918

ibOCTOBER 1918

Economisch,weStatistische

Be
‘.
richten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

3E JAARGANG

WOENSDAG 30 OCTOBER 1918

No. 148

Stoomvaart-lYlaatschappij
N.V. Furness’ Scheepvaart-
R 0 T T E
R D A
Pl
S C H E

NEDERLAND
en
Agentuur TIaatschappij
BAN KV ERE EN 1
&
IN
&
AMSTERDAM.
ROTTERDAM—AMSTERDAM
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Telegram.Adres: ,,FURNESS”
Boompjes

Mauritskade
Stooinvaart1YIaatschappij
Telefoon Nos. ROTTERDAM
7744’47
,,

AMSTERDAM N
5866, N 1267
Delfshaven

Bezuidenhout

ROTTERDA1YISCIIE LLOYO
Feijgnoord

Kneuterdijk
Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Kolen-
G’ashaven

Naaldwijk

ROTTERDAM.
handelaren, Stuwadoors, Assuradeurs etc.
Schiedam

Rijswijk
Vlaardingen

Scheveningen

TIJDELIJKE MAILDIENST
Speciale afdeeling voor• het bevrachten
Amsterdam

JAVA—SAN FRANCISCO Vice versa

via
van scheepsladingen per stoomende en
Rokin

Zaandam

Singapore, Hongkong, Manilla, Nagasaki
zeilende ruimte.
KAPITAAL
EN
RESERVEN
en Honolulu.
AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN

/
66.000.000
11
1-

VRACHTBOOTENDIENST
GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:

van
Java
naar
San Francisco
vice versa, in
vereeniging met de Java

China

Japan Lijn.

BALT1MORE (Hou. Amer.
111fl)
elke
10/14
dagen

CARDIFF (en Birmingham District) wekelijks
NAT 1 0 NA L E

JAVA—NEW
YORK LIJN.

MIODLESBROUGH
…..eiken zaterdag
STOCKTON ON TEES
. . . .
eiken Zaterdag
SUNDERLANO …….eiken Zaterdag
BANKVE.RE E Nl GIN
&
ALEXANDRIE …….elke 2/3 weken
Ge regel de vr achtbooten dienst van
New York
CANADA
(via
Londen)

.

.

.

elke
10
dagen
Hoofddirectie en Centrale
naar
Nederlandsc/z-Indié
vice versa, via
het

Panama-Kanaal,

in

samenwerking

AUSTRALIE (via Londen)
.

.

elke
14
dagen
t
ZUID-AIVIERIKA (via Antwerpen) eike2/3weken
Administratie te Utrecht

met andere Maatschappijen.
*MAROKKO

(via Antwerpen)
.

elke
14
dagen
CUBA (via Livorpooi).

.

.

.

elke
10
dagen
Alkmaar, Almelo, Alphen a. d. R., Amer-

Doorvrachten naar en van alle deelen der wereld.
LeverIng van Engolsche Stoomkolen en

Gaskolen.

foort, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Barne-
veld, Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den
JAVA—BENGALEN LIJN.
*
Diensten tijdens dcii oorlog gestaakt.
Burg (Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,
Geregelde dienst van
Nederlandsc/,-Indië
Devnter, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
naar
Rangoon en
Calcutta
Vice versa.
Drachten, Ede, Emmen, Franeker, Gelder-
________________________________________
malsen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo,
Groningen, Haarlem, Harlingen, Heeren-

De N1V, Hypothecaire Credietbailk
veen, Den Helder, Hengelo (0.), Hooge-
.
veen, Hoogezand, Hulst, Katwijk, Leeuwar-

Anna Paulownastraat 113
den, Leiden, Lochern, Meppel, Middelburg,

‘s-GRAVENHAGE
Nijmegen, Oostburg, Purmerend, Schagen,

verstrekt credieten onder hypothecair ver-
band.

Geeft uit 5
0
/o voor hoofdsom en

Nationale

Schoonhoven,

Sliedrecht,

Sneek,

Stads-
kanaal, Terneuzen, Tholen, Tiel, Uithoorn,
Utrecht, Veendam, Veenendaal, Vlissingen,
rente verzekerde schuldbrieven in coupures
Wildervank,

Woerden,

Ijmuiden,

Zeist,
van
f1000,—, f
500,— en
f100.—.
Zierikzee, Zutfen, Zwijndrecht.
De Directie,
Mr. J. J. BERGSMA.
C. PLOKHOOY.
Levensverzekering-Bank

KAPITAAL
EN
RESERVEN

f
7.200.000,-

F.
&
W. VAN D.A.IV.E

De aandacht wordt gevestigd op de afgifte
van

Binnenlandache

Credietbrieven,
OPGERICHT 1 863
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland

Makelaars in Assurantiën
gelden franco kunnen worden opgenomen.

Wijnhaven 63

Rotterdam
TE

ZUID-NEDERLANDSCHE

belasten zich met het
HANDELSBANK
plaatsen van
R 0 T T E R D A M
Kapitaal
f3.000.000,-

alle Assurantiën,
EINDHOVEN – TILBUG – ‘s-HERTOGENBOSCH

onverschillig van wel-
BREDA – MAASTRICHT – SITTARD – VENLO

ken aard; geene uit-

Belast zich met

de
behandeling van alle bankzaken
gezonderd.
SAFE DEPOSIT

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, CI-IERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,

MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,

SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL. TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal /35.000.000,—

Reserven /17.400.000,-

N.V. W. van Opiel’s,

Stoomboot
011
Tpanspoptondepnomingen

ROTTERDAM

Reedors, Cargadoors, Expediteurs, Zoebevradlitillgsageutdll

Telegramadres: FIAT.

Telefoonnummers: 1958, 1977, 1997.

GEBROEDERS SCHEUER

FRANSOII-IIOLLANDSCHE

OLIEFABRIEKEN

,,CALVE-DELFT”

TE DELFT

ARTIKELEN:

Delftsche Slaolie

Arachide-olie

Sesam-olie
Soya-olie

Bakkers-olie

Assuradeurs en Assurantiebezorgers

Expediteurs en Cargadoors

AMSTERDAM EN ROTTERDAM

Verzekering van Koopmansgoederen tegen

transport, molest, brand en diefstal tegen

concurreerende prëmiën.

Plantenvet Delfia

Cocos-olie N. 0. F.

Grondnotenkoeken en -meel

Sesainkoeken en -meel

Cocosmeel

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

Wilton’s Machin’efabriekenScheepswerf

ROTTERDAM

Scheepsbouw eii Machinefabriek
• Speciale inrichting voor réparatiën van elken omvang

Drie droogdokken met lichtvermogen tot
14000
ton

Dwarshelling

Drijvende kranen met lichtvermogen tot
120
ton

Telefoon: 7303 en 7304

Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam

WERKSPOOR,’ AMSTERDAM

Land- en Scheeps-Machines – Dieselmotoren

Installatiën voor Suikerfalrieken
L
Polderbemalingen

Rollend Spoorwegmateriêel – Ijzerconstructiën

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank

‘s-GRAVENHAGE

LANGE VIJVERBERG 9

Geeft, van heden af, zoolang de voorraad strekt, tegen beurskoers uit:

5
pCt. Algemeene Hypotheekbrieven.

COMMERCIAL

HOLLAND

Maandelijks verschijnend export-blad ter bevor-


dering van den Handel en de Industrie van
IIVVVY4TE

Nederland en Koloniën in den vreemde
4STEL

Behalve een keur van artikelen, geschreven in
1
de Engelsche taal,’ van vooraanstaande mannen

op het gebied van internationaal handelsverkeer

zal het blad geregeld bevatten berichten, mede-

deelin gen, statistieken en al of niet geïllustreerde

beschrijvingen, uitgezocht en

samengesteld met

de bedoeling om in den vreemde kennis te ver-

MAATSCHAPPIJ
spreiden over Nederland en wat het voortbrengt.

De verspreiding geschiedt over de geheele wereld
VOO,

en volgens een s?,steem, dat de vrucht is van
Solieops

e

Werktuigbouw

jarenlan gen nauivgezetten arbeid.

,,FIJENOD”

Gommercial Holland, opgezet met de bedoeling
ROTTERDAM

om zuiver Hollandsche belangen in den vreemde
te propageeren, kan zich, wat inhoud, technische
Kruisers

Torpedobooten

verzorging en verspreiding betreft,

metn met


Onderzeebooten

de toonaangevende buitenlandsche exportorganen.
Mailtoomschepen

Ter verkrijging van een proef-exemplaar van het eerste Vrachtstoomschepen

Baggermateriaal

nummer, alsmede voor nadere inlichtingen, Machine-installaties
wende men zich tot
tot 65000
P.K.

NIJGH
&
VAN DITMAR’S UITGEVERS-MIJ.
Scheeps-Zoelly-Turbines


ROTTERDAM:

AMSTERDAM:
Machines en apparaten voor

Suikerfabrieken, enz.
WIJNHAVEN 111-113.

N.Z. VOORBURGWAL 157.
1

DE FRIESCHE BANK

(Gebrs. Mispeiblom Beijer 1858

De Friesche Handelsbank 1873).

Gestort Kapitaal
f 2.200.000,—

Reserve
f 220.000,-

LEEUWARDEN,

BOLSWARD, DOKKUM, DRACHTEN (R. K.
ZIJLSTRA),
FRANEKER (W.
HEIJT),
GORREDIJK, HARLINGEN,
HEERENVEEN, JOURE, LEMMER, SNEEK, STEENWIJK
EN
WOLVEGA.

Billijk incasso-tarief voor geheel Friesland en Noordelijk Overijsel

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Rotterdamsche Scheepshypotheekbank
Commissarissen: Mr.
J.
B. VAN BERCKEL, Directeur der ‘s-Gravenhaagsche Crediet-Vereeniging en
Deposito-Kas; D. G. VAN BEUNINGEN, Directeur der Steenkolen-Handeisvereeniging;

Mr.
J.
COERT,
Advocaat; Z. W. C. DEKKERS, Lid der firma Erhardt & Dekkers; Mr. TH. A. FRUIN, Advocaat;
J.
VAN
DER GIESSEN, Directeur der N.V. C. van der Giessen & Zonen’s Scheepswerven;

A. GLEICHMAN, Lid
der firma M. van Marie;
J.
B. A. JONCKHEER, Directeur der Stoomvaart-Maatschappij ,,Nederland”;
Mr. K. P. VAN DER MANDELE, Directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging;
*J.
MEES Mzn., Lid der firma Bonn & Mees;
PHS. VAN OMMEREN Jr., Lid der firma Phs. van Ommeren;
J.
RYPPERDA WIERDSMA, Directeur der Holland-

Amerika-Lijn, te Rotterdam.
Raad van Toezicht.

Directeur: Mr. W. C. MEES.

Uitgifte van 5 pCt. PANDBRIE VEN

NEDERLANDSCHE HANDEL

MAATSCHAPP 13

GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—

STATUTAIRE RESERVE f12.760.286,-

Hoofdkantoor: AMSTERDAM

Agentschappen te ROTTERDAM en ‘s.GRAVENHAGE.

Vestigingen in NEDERLANDSCH-INDI:

BATAVIA, SOERABAIA, SAMARANG, MEDAN
en
andere voorname plaatsen.

Vestigingen in de STRAITS-SETTLEMENTS, BRITSCH-INDIË en CHINA:

SINGAPORE, PENANG, RANGOÖN, HONGKONG
en
SHANGHAI.

In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

09


i6~i
CFE

41

@Jn/ 6ssocde

2ter/4’enn
c

9om
,
per/z
/85I.’
en

redeIvereensn9
7&3.

274f5h5d0n @Reeaven
f77.500.000,__.

jen/ien
@7{aniaen.

HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING

HAARLEM, AALSMEER, BEVERWIJK, BLOEMENDAAL, EDAM, HILLEGOM,

E

HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, PURMEREND, IJMUIDEN, ZANDVOORT.

Volgestort Kapitaal /4.050.000,—

Reserve /850.000,-

R. MEES & ZOONEN

ANNO 1720

BANKIERS

ASSURANTIE-MAKELAARS

ROTTERDAM

DELFT

SCHIEDAM

VLAARDINGEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van alle Assurantiën

30 OCTOBER 1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

e

Econom

i*schmwSt
*
a

t1

shs-che

B e ri” c h t en

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E
JAARGANG

WOENSDAG 30 OCTOBER 1918 –

No. 148
1

INHOUD

Blz.
DE KATOEN VOORZIENING NA DEN OORLOG
door Joan Gelderman
953
De Nieuwe Staatsleening door
Jhr. Mr. L.
H.
van Lennep
956
Het IJzerertsbekken van Lotharingen door
Dr. J. Rveb
957
De moeilijkheden bij de vernieuwing van het ,,Stahlwerks-
verband
” …………………………………
959 De Fransche oorlogsieeningen
……………………
960
Ontginning en Voedselvoorziening
………………..
962
AANTEEKENINGEN:
De toeneming van de papiercirculatie in Duitschiand..
963
De weekstaat der Banque de France en de Amerikaan-
sche credieten

…………………………..
963 De financieele positie der Duitsche scheepswerven
. . ..
963
INGEZONDEN STUKKEN:
De nieuwe Staatsleening door
G.
M.
Boissevain …….
964
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDEL.SGEBIED
…………
965
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
966-972
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLA.D
ECONOMISCII-STATISTIBCjjE BI
RICHTEN
Secretaris-Redacteur:
0. E. Ru
ffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 113
1

-. ‘
Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

28 OCTOBER 1918.

De geidmarkt wordt gestadig vaster. Particulier

disconto was aanvankelijk nogè. 334 tot 334 pOt. onder

te brengen. Nadat de uitslag van de inschrijving op

het schatkistpapier was bekend geworden, liep de koeri

verder op, zoodat in het laatst der week niet onder

4 pOt. plaatsing te vinden was. Ook de prolongatie-

rente was belangrijk stver en liep op tot 434 pOt.,

terwijl heden Zelfs 5 pOt. genoteerd werd.

e

*

De meerdere geldvraag komt nog niet tot uiting

in den weekstaat van de Nederlandsche Bank. De

cenige belangrijke uitzetting heeft plaats gehad bij de

]3innenlandsche Wissels, die rak 9 milfioeh’zij n toe-

genomen. Daar echter door de regeering .1034 miljoen

gulden promesen bij de bank werden’ ondèigebracht,

zijn de overige disconteeringen dus nog iets terug-

;

geloopen. De bankbiljettenomloop is met circa 5 mii-

lioen verminderd, waartegenover dan de Rekening-

courant-saldo’s van anderen met ruim 15 millioen

vermeerderden.

Waarschijnlijk zal de volgende staat weer belang-

rijker verschuivingen doen zien, aangezien deze week

‘de stortingen op het schatkistpapier moeten plaats

hebben, terwijl ei’ voor den Novembertermijn buiten-
dien toch steeds groote ‘bedragen benoodigd zijn.

0

De wisselmarkt was zeer onregelmatig. Op geen

enkelen dag gingen de koersen in een bepaalde rich-

ting en de verschillende politieke berichten hadden

niet meer dien invloed als in den laatsten tijd. In het

‘begin der week was de stemming ondanks herhaalde

wisselingen in den loop van elken dag iets flauwer,

zoodat de slotkoersen steeds iets lager waren dan op

‘den vorigen dag. Daarna had het tegenovergestelde
plaats en was het slot steeds op een hooger niveau.

De markt bleef echter zeer gevoelig en schommelin-

gen van 2
t
3 pOt. vonden herhaaldelijk tot drie- en

viermaal per dag plaats.

DE KATOENVOORZIENING NA

DEN OORLOG.

Als eindelijk de lang verbeide vrede werkelijk tot

stand gekomen is, aal er zeker in geheel Europa een
groote vraag ontstaan naar voedingsmiddelen voor ‘de
..uitgeputté en aan schrale rantsoenen gewende bevol-
kingen en naar grondstoffen voor de verschillende
industrieën, die het’ zoo lang zonder overzeesche aan-

voeren hebben moeten stellen. De mogelijkheid om

deze laatste spoedig in voldoende mate te zullen krij-gen, zal in hoofdaak afhangen van de beantwoording der volgende vragen:

1
0
of men er na het sluiten van den vrede op zal
mogen rekenen, dat de vrije internationale handel
weer spoedig hersteld zal zijn en of de tegenwoordige
uitvoerverboden en verdere beperkende bepalingen
nog geheel of gedeeltelijk gehahdhaafd zullen worden;

2°. of er voldoende beschikbare scheepsruimte zal
‘zIjn;

3
1
. ,
of de noodige gron!dstoffen’ wel in voldoende
hoeveelheid aanwezig zullen zijn.

De beantwoording van de eerste vraag houdt meer
verband met de ontwikkeling van de internationale
‘handelspolitiek en valt buiten het kader voor ‘dit arti-
kel bepaald, terwijl wij, wat de beschikbare vracht-
ruimte betreft, in Nederland vrij gunstig gesitueerd

954

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October
1918

•zullen zijn, daar bij een.economisch gebruik de Neder-

landsche koopvaardijvloot wel grootendeels in de be-

hoeften van het moederland zal kunnen voorzien.

De beantwoording der derde vraag houdt geheel ver-

band met de economisch-statistische wereldpositie van

elk artikel, welke helaas, wat ruwe katoen betreft,

niet heel gunstig is.
De wereldoogst van lde. laatste beide jaren heeft,

verdeeld naar de voornaaniste landen van p r o d u c-

t ie, ongeveer de volgende hoeveelheden aan ruwe

katöen, berekend in balen van 500 lbs. brutö gewicht,

opgeleverd:

1916117

1915/16

Noord-Amerika ……….
12.778.000 bin. 12.122.000 bio.
Zuid-Amerika en W.-Indië

545.000

484.000
Engelsch’Indië ……….3.418.000 ,,

3.056.000
Egypte …………….
990.000 ,,

939.000
Rusland …………….
1.065.000 ,,

1.465.000
Turkije ……………..
60.000

,,

45.000
Afrika ………………
56.000

42.000
China en Korea ……..
700.000

500.000
Diversen ……………
102.000 ,,

170.000

Totaal ……
19.714.000 bio. 18.823.000
bin.

Over het oogstjaar 1917/18, dat met 1 September

j.l. is afgesloten, zijn nog geen definitieve cijfers ge-
publiceerd. Voorzoover deze echter reeds voorloopig

bekend zijn, zal de totale wereldoogst over dit pas

afgesloten jaar niet veel verschillen met dien van de

beide vorige jaren. Bovenstaande cijfers zijn ontleend

aan het werkje ,,Ootton Facts”, dat jaarlijks dodr de
firma Shepperson te Liverpool wordt gepubliceerd.

Volgens ditzelfde boekje heeft de totaal-wereld-c o n-

s u m p t i e van ruwe katoen bedragen, eveneens in

balen van 500 lbs. bruto:
1917

1913

1900
Engeland ……
3.750.000

4.427.000

3.977.000
Frankrijk ……
1.000.000

1.120.000

854.000
Duitschiand ….

100.000

1.980.000

1.581.000
Oostenrijk

50.000

876.000

600.000
Italië ……….

750.000

900.000

450.000
Spanje ……..
475.000

426.000

400.000
Rusland……..
1.700.000

1.735.000

1.290.000
Overig Europa.

315.000

594.000

368.000
Noord-Amerika

7.955.000

5.816.000

3.945.000
Zuid-Amerika

450.000

505.000

203.000
Japan ……..
1.800.000

1.357.000

680.000
Engeisch-Indië.

2.320.000

2.050.000

1.352.000
Diversen

700.000

646.000

Totaal ……
21.365.000 22.432.000 15.700.000
Deze cijfers geven zeker zeer merkwaardige ver-
schuivingen te zien. In de eerste plaats blijkt hieruit,

dat het verbruik van ruwe katoen in N’oord-Amerika1
sedert 1900 ongeveer verdubbeld is en dat deze toe-
name speciaal in de oorlogsjaren zeer belangrijk is
geweest. In 1913 werd -an een totaaloogst van

14.106.000 balen in Amerika zelf 5.816.000 balen of
ca. 41 pOt. verbruikt, doch in 1917 was (lit verbruik
gestegen op 7.955.000 balen bij een oogst van

12.778.000 balen, zoodat nu ruim 62 pOt. in. Amerika,
zelf verbruikt wordt en slechts ruim van den Ame-
rikaanschen oogst voor export beschikbaar was.

In Engelsch-Idië is een ldergelijk verschijnsel waar

te nemen. Het verbruik van 1900 tot 1917 is met ruim
75 pOt. vermeerderd
1),
terwijl de oogst de laatste

jaren heeft opgeleverd:

in
1912113
……
4.692.000
balen
1913/14
……
6.149.000
1914/15
……
4.753.000
1915/16
……
5.016.000
1916/17
……
3.418.000

en dus steeds verminderd is, zoo’dat het voor uitvoer
beschikbare gedeelte van Indische katoen dit jaar ook

veel kleiner is geweest dan in de beide vorige jaren.

Bovendien
blijkt
uit bovenstaande verbruikscijfers de

zeer groote vermindering van het katoenverbruik in Duitschiand en Oostenrijk, nu door de blokkade der geassocieerden de overzeesche aanvoeren van ruwe

1)
[Zie de aanteekening op pag.
866 1. j. –
Red.]

katoen hebben opgehouden. Deze vermindering be-

draagt,
bij
1913 vergeleken, circa 24 miljoen balen

per jaar,
terwijl
ook verder.het verbruik in Engeland

sterk afgenomen is door gebrek aan . scheepsruimte.

In de neutrale landen van Europa is het verbruik

over 1916 nog vrij normaal geweest, doch over 1917/18

sterk verminderd, door het in.den zomer van 1917 in

Noord-Amerika uitgevaardigde uitvoerverbod van

ruwe katoen zonder speciale licence, welke licen’ces

voor de neutrale landen alleen werden afgegeven voor-

zoover deze een ,,Agreement” met de Vereenigde Sta-

ten hadden afgesloten.

Ook het verbruik in Engeland is in 1918 steeds ver-
der verminderd, al is deze vermindering .door de maat-

regelen van den ,,Control Board” slechts zeer geleide-

lijk geschied
1)•
Ofschoon nog geen definitieve cijfers

zijn gepubliceerd, mag men dan ook wel aannemen,

dat het verbruik in Engeland over het jaar 1917/18

niet veel meer dan circa 3 millioen balen zal hebben

bedragen. In Engeland zelf heerscht dan ook zeer

groot gebrek aan ruwe katoen; de voorraden te Liver-

pool en Manchester
blijven
zeer gering en de vracht-

ruimte, die maandelijks beschikbaar wordt gesteld en

voor October 1918 slechts op 150.000 baleil Amen-
kaansche katoen berekend was, blijft nog steeds zeer

onvoldoende. De toegestane
werktijden
,der spinnerij en

bedragen nauwelijks de helft van die in normale tij-

den,
terwijl
de behoefte aan garens zoo’ groot is, dat

vanaf 21 October alle weverijen ecn weék moesten

stilzetten; om tenminste eenigen voorraad te kunnen
krijgen. De marges der spinnerijen zijn dan ook tot

ongekende hoogte gestegen en
terwijl
voor garens, }Se-

noodigd voor Regeeringsordens, maximumprjzen zijn
vastgesteld, maken de Engelsche spinners op de ga-

reus, die zij in de vrije markt mogen verkoopen, bui-
tengewoon hooge winsten.
Als een verder bewijs, hoe het verbruik van katoen
in Europa in de oorlogsjaren achteruit is gegaan, gel-
den de volgende uitvoercijfers van katoen van Noord-

Amerika naar Europa (in- balen van ca.
225
K.G.):

Engeland

Cdntinent

Totaal
1913/14

3.4 70.687

5.186.583

8.657.270
1914/15

‘ 3.798.324

4.042.401

7.840.725
1915116

2,860.340

2.637.349

5.497.689
1916/17

2.659.408

2.354.126

5.013.534
1917/18

2.355.703

1.228.346

3.584.049

Voor Engelsch-Indië waren deze
cijfers
(in balen

van ca. 180 K.G.):
Engeland

Continent

Japan

en China

Totaal

1913/14

156.000

1.924.000

1.476.000

3.556.000
1914/15

169.000

623.000

1.408.000

2.200.000
1915/16

137.000

431.000

1.898.000

2.466.000
1916117

99.000

367.000

1.461.000

1.927.000

en voor Egypte (in balen van ca. 350 K.G.):

Engeland

Continent

Totaal

1913114

431.564

426.219

857.783
1914/15 .

379.451

260.254

637.705
1915/16

355.669

162.120

517.789
1916/17

452.257

123.261

575.518

terwijl van Egypte nog jaarlijks 150 k 200.000 balen

naar Noord-Amerika worden verscheept voor de naai-
garenfabrieken en fijnspinnenijen.
Waar dus niet alleen de venschepingen van Amen-
kaansche katoen, doch ook die van Egyptische en
Oost-Indische katoen naar Europa in de oorlogsjaren
zoo sterk zijn verminderd, is het dus wel duidelijk,
dat thans in geheel Eurôpa groot gebrek aan ruwe

katoen bestaat en dat men zeker van alle zijden zal
trachten zich daarvan
(
te voorzien, – zoodra de omstan-

digheden daartoe gunstiger worden. Men zal dan eerst
vrijwel uitsluitend op den Amerikaanschen oogst zijn
aangewezen, daar zoowel in Egypte als in Engeisch-
Indië de aanplant van ruwe katoen de laatste jaren

sterk is verminderd, omdat op aandringen van de
Engelsche Regeening een groot gedeelte van de daar-
voor beschikbare gronden voor voedingsgewassen is

1)
[Alen zie het artikel ,,De katoenvoorziening
in
Engeland”,

pag.
637 1.
j. – Red.]

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

955

gebruikt. De Egyptische oogst, waarvan de financie-

ring, ook al om ongewenschte lekkages te voorkomen,

de laatste jaren geheel door de Britsche Regeering
wordt bezorgd, is daardoor sterk verminderd, terwijl

iii EngelschJndië, zooals wij reeds hierboven gezien

hebben, een steeds grooter gedeelte van den oogst door

de inlandsche fabrieken wordt gebruikt. Het voor uit-

voer beschikbare gedeelte werd de laatste jaren hoofd-

zakelijk naar Japan geëxporteerd; waar de katoen-
industrie in dit land in den oorlog een enorme vlucht

heeft genomen en ideze verschepingen bijna uitslui-

tend door de bekende Japansehe stoomvaartlijnen ge-

schieclen, mag men wel verwachten, dat het restant
van den Indischen oogst ook in de komende jaren voor

het overgroote gedeelte zijn weg naar Japan zal vin-

den. in Engeland zelf heeh men trouwens zeer wei-

nig belang bij den Engelseh-Indischen katoenoogst,
daar van deze katoen slechts zeer weinig door de
Engelsche spinnerijen wordt gebruikt.

i)e kleinere productielanden komen evenmin in

aanmerking: de Russisehe oogst wordt ook in gewone
jaren bijna geheel in Rusland zelf vers.ponnen. De

Chineesche katoen gaat, voorzoover de oogst de behoef-

te der Chineeseho spinnerijen overtreft, meest naar Japan, terwijl de oogst van Brazilië en West-Indië,
hoewel de kwaliteit heel mooi en zeer geschikt voor
fijnere garens is, kwantitatief niet heel veel beteekent.

De groote behoefte aan ruwe katoen voor de Euro-
peesche spinnerijen zal dus hoofdzakelijk vanuit
Noord-Amerika moeten worden voorzien en nu het

wel schijnt, dat wij langzamerhand op vrede zullen
mogen rekenen, is het zeker zeer jammer, dat de oogst
1918/19, die eerst zoo veel beloofde, sterk door de
droogte in Augustus heeft geleden, zoodat de op-brengst, die men in Juli j.l. wel op 15 16 millioen

balen meende te mogen schatten, nu algemeen niet
hooger dan circa 1234 miljoen balen wordt getaxeerd.
De zichtbare voorraad in Amerika bedroeg bij het
begin van het loopende oogstjaar, d.w.z.. op 1 Aug.
1018 1.585.000 balen tegen 912.000 balen dp 1 Aug.
1917 en 859.000 balen op 1 Aug. 1916. Als men nu
aanneemt, dat de oogst 1918/19 circa 1234 millioen
balen (in. linters) zal opleveren, zou men dus, daar
er steeds eenige voorraad moet blijven, voor het loo pende jaar ruim 1334 millioen balen disponibel heb-

ben. Het verbruik in Noord-Amerika zelf is de laat
ste maanden niet verder toegenomen, gedeeltelijk door
een gedwongen bedrijfsinkrimping in de industrie
wegens gebrek aan steenkolen en verder omdat waar-
schijnlijk bij de zeer hooge prijzen, die de Amerikaan-
sehe fabrieken thans voor manufacturen vragen, de

cxportvraag zeker ook niet is vermeerderd. Als men
dus aanneemt, dat het verbruik in Amerika
(mci.
linters) gedurende het seizoen 1918/19 7.500.000 balen
zal bedragen, het verbruik in Mexico en Canada ca.
250.000 balen en de uitvoer naar China en Japan,
evenals het vorig jaar, ea. 600.000 balen, zou men
daarvoor in totaal dus ca. 8.350.000 balen noodig heb-
ben, zoodat de voor uitvoer naal: Europa beschikbare
hoeveelheid Amerikaansche katoen slechts ruim 5 mii-
lioen balen zou bedragen. Als men dan hierboven ziet,
dat de Europeesche spinnerijen voor den oorlog circa
8 millioen balen Amerikaansche katoen per jaar heb-
ben gebruikt, zal het duidelijk zijn, dat, als er spoe-

dig vrede zou komen, de Europeesche katoenindustrie
voorloopig nog niet op overvloedige aanvoeren van de
voor haar zoo noodige grondstoffen zal mogen reke-
nen. Het is nu wel mogelijk, dat bovenstaande cijfers
nog iets zullen medevallen, doordat b.v. de Amerikaan-

sche oogst wat meer zal opleveren dan de hierboven
geschatte 12% millioen balen. De berichten zijn n.l.
de laatste weken wat gunstiger geworden en indien
dé strenge nachtvorsten nog wat uitblijven, wordt
de oogst misschien nog wel 34
t
1. millioen balen groo-
ter. Ook’zal het sluiten van den vrede zeker wel de
Amerikaansche consumptie influenceeren, omdat de
legeroi-ders dan ophouden en het verbruik waarsehijn-

lijk zal afnemen, zoodat een grootere hoeveelheid voor export beschikbaar zoude komen.

Hoewel uit den aard der zaak bovenstaande cijfers

voor het oogstjaar 1918/19 eenigszins globaal zijn ge-
nomen, blijkt ook uit de eerste cijfers omtrent den we-

reldoogst en het wereldverbruik van ruwe katoen toch

wel duidelijk, dat een uitbreiding van de oogsten zeker

in alle opzichten zeer noodig is. in Engeland heeft
men dit reeds sedert vele jaren ingezien en werd ruim
12 jaar geleden de ,,British Cotton Growing Associa-

tion” opgericht, die zich ten doe] stelde den katoen-

aanplant over dê geheele wereld, doch speciaal in de

Britsche koloniën, te bevorderen. Deze vereoniging heeft zich met haar groot kapitaal vooral op het uit-

breiden van den katoenaanplant in de Britsche kolo-

niën in Afrika, Nigeria, Uganda en Lagos toegelegd en werd daarin door groote rentelooze voorschotten
van de Britsehe Regeering gesteund. Tot nu toe heb-

heI1 deze pogingen nog niet heel veel succes getlad en

de totaal-oogst in deze koloniën heeft de laatste jaren nog niet meer dan ca. 80.000 balen per jaar bedragen.

in Engelsch-Indië schijnt nog wel wat te bereiken
te zijn en de katoencultuur over het algemeen nog

op zeer primitieve wijze te geschieden. De katoenaan-
plant bedroeg daar in de jaren 1914 en 1915 reeds
circa 25 millioen acres, terwijl de opbrengst aan ka-

toen slechts 80 lbs. per acre bedroeg. Waar men in
Noord-Amerika tusschen 150 en 200 lbs. per acre
oogst en in Egypte zelfs ca. 400 lbs. per acre, is het
wel te
begrijpen,
dat in Engelsch-indië met betere
zaadteelt en meer intensieve bebouwing en bemesting

nog wel een grootere opbrengst verkregen zal kunnen
worden.

In Egypte breidt de cultuur zich nogal naar het
Zuiden in de Soudan uit en waar de Britsche Regee-
ling daar groote sommen voor spoorwegen en irriga-
tiewerken uitgeeft, moet men maar hopen, dat de
verwachtingen, die men voor een uitbreiding van de
Egyptische katoencultuur koestert, niet teleurgesteld
zullen worden.
Ook in Noord-Amerika is nog wel wat uitbreiding
mogelijk, vooral in de Westelijke staten, terwijl even-
éens een meer wetenschappelijke cultuur en betere
hemesting zeker aan de opbrengst ten goede zou ko-
men. Het gebrek aan werkkrachten in de Zuidelijke

staten en de geleidelijke uitbreiding van de verwoes-
tingen door de boll-weevil, een insect (anthonomis
grandis), dat de bloesems van de katoenplanten aan-
tast, zijn echter minder gunstige factoren, waaraan
ook wel weinig te doen zal zijn. De Amerikaansche
Regeering heeft echter haar volle aandacht wel op

deze kwestie gericht en als misschien na den oorlog de

graanprijzen weer dalen en de katoenprijzen voorloopig
nog hoog blijven, is het wel mogelijk, dat ook de oogst

in Noord-Amerika; die in 1911/12 met een opbrengst
van 16.1.00.000 balen een record bereikte, dit cijfer
spoedig zal overtreffen. Voor de Europeesche katoen-
verzorging is zulks zeker te hopen, daar anders, ook
na het sluiten van den vrede, voorloopig van katoen-
overvloed nog geen sprake zal kunnen zijn.
Voor Nederland speciaal is de toestand al bijzonder
ongunstig. In de overeenkomst van de Nederlandsche Overzee Trustmaatsehappij met de Engelsche Regee-

ring van Augustus 1915, betreffende contingenteering
van ruwe katoen en garens naar Nederland, werd een
maximum-invoer toegelaten van 40 millioen kilo ruwe
katoen en van 38.400.000 K.G. katoenen garens per

jaar, terwijl tevens nog uitvoervergunningen voor
beperkte hoeveelheden katoenen mauufaeturen werden
verleend. De invoeren hebben werkelijk bedragen:
ruwe katccn

katoenen garens

totaal
113

36.177.000 K.G. 38.031.000 K.G. 74.208.000
1914

29.112.000

31.310.000

60422.000
1915

39.927.000

27.094.800
,,

67.021.800
1916

38.000.000

29.129.000

67.129.000
1917

9.887.812

16.755.900

26.643.712
1918
1
)

nihil

108.245

168.245
‘) tot
30
Juni.

956

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1918

Sedert October 1917 heeft de aanvoer van katoenen

garens uit Engeland geheel opgehouden en de kleine

hoeveelheid garens, die sedert nog hier te lande werd

geïmporteerd, bestaat hoofdzakelijk uit Zwitsersche

naaigarens.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat vrijwel de

geheele Nederlandsche katoenindustrie reeds sedert

maanden wegens gebrek aan grondstoffen tot stilstand

is gekomen en dat de enkele fabrieken, die nog wat

doorsukkelen, zich voornamelijk bezighouden met het
verwerken van nog aanwezige katoenafvallen, het op-

werken van enkele restanten garens of het verven of

bedrukken van nog voorradige partijen manufacturen.
In de geheele katoenindustrie wacht men dan ook met

verlangen op het tot stand komen van het ,,Agree-

ment” met de Geassocieerden en hoopt men, dat daar-

na de aanvoer van ruwe katoen en garens weer zal

worden hervat. Wel is de voor Nederland beschikbaar

gestelde hoeveelheid, volgens de oorspronkelijké dag-

bladberichten 24.000 ton per jaar bedragend, (welke
hoeveelheid dan zoowel ruwe katoen, katoenen garens

als katoenen manufacturen zou omvatten), absoluut
onvoldoende en zeker niet meer dan 30 pOt. van het
normale verbruik. In de omstandigheden, waarin de

Nedeiqandsche katoenindustrie sedert ongeveer adder-

half jaar verkeert, •zou men echter thans met deze
hoeveelhëid reeds zeer tevreden zijn en als eenmaal

de aanvoeren worden hervat en het blijkt, dat deze
niet voldoende zijn, zullen er, als werkelijk de beschik-

bare wereidvoorraden zulks toelaten, vel geen onover-

komenlijke bezwaren zijn om later deze cijfers ver-

hoogd te krijgen.
Het is echter, ook in het belang van dé Nederland-

sche katoenindustrie, te hopen, dat het niet zoover
zal behoeven te komen cd dat, als het ,,Agreement”
thans eindelijk afgesloten wordt, dit spoedig door den

algemeenen vrede gevolgd zal worden. Waai de

katoenindustrieën buiten Europa, speciaal die van Japan ed van Noord-Amerika, zoo enorm van den

oorlog hebben geprofiteerd en deze op vele markten,
waar haar artikelen vroeger weinig afzet vonden, tihans

groote afnemers hebben gevonden, zal het den Euro-
peeschen industrieën toch reeds groote moeite kosten,

dit verloren terrein weer te herwinnen en is het zeker

niet uitgesloten, dat ook de Nederlandsche katoen-
fabrikanten na den oorlog, wat den export betreft, hun
bakens zullen moeten verzetten. Het zal echter duide-

lijk zijn, dat dit bij een voortduring van den tegen-

woordigeri toestnd steeds moeilijker zal worden en
het is daaiom van groot belang voor alle betrokkenen,
zoowel werknemers als werkgevers, dat aan den ge-

dwongen stilstand van de Nederlandsche katoen-

industrie spoedig een einde zal komen.
JOAi GELDERMAN.

DE NIEUWE STAATSLEENING.

Van de indiening van het wetsontwerp tot het aan

gaan van eene geldieening van
f
350.000.000, ten laste

van het Rijk, kon in het vorige nummer nog juist ge-
wag gemaakt worden. Eene bespreking van de belang-

rijkste bepalingen moge hier volgen.
1n-hoofdzaak komt het ontwerp met de vorige lee-
ningswetten overeen. Ook thans eene gedwongen lee-
ning, wanneer een minimumbedrag niet wordt bereikt.
Nieuw is de bepaling, dat ook zij, die een inkomen van

meer dan
1
10.000 hebben, voor de gedwongen leening
in aannierking komen. De grens is hoog gesteld, zoodat

dc toevoeging billjk te achten is.
Ten aaiazien van de in Indië werkende vennoot
chappen is uitgemaakt, dat de aftrek ingevolge art.
100 en volgende der wet op de Inkomstenbelasting ook
van toepassing is bij dq vaststelling van het bedrag

der deelneming in de leening. In den vorigen jaargang
van dit tijdschrift (blz. 971) heb ik de meening verde-
digd, dat ook bij de Leeningwet 1917 deze opvatting
moest gehuldigd worden, maar de Thesaurie was van

een andere opinie, zoodat de in Indië werkende ven-

nootschappen zich wel gedw’ongen zagen voor zeer

groote bedragen in te schrijven, hoewel haar dat juist
toen allerminst schikte. Met de opvatting der Thesau-

rie is nu gelukkig gebroken.

Het rentetype van de nieuwe leening is 5 pOt.; de

vaststelling van den koers van uitgifte (hiermede ko-

men wij tot het belangrijkste deel van het ontwerp) is

aan den Minister van Financiën overgelaten, die daar-

bij tot richtsnoer moet nemen den koers van 5 pOt.

eersterangsfondsen. In de Memorie van Toelichting

schrijft de Minister dien aangaande:

,,In het wetsontwerp is het 5 procents rente-type geko-,,zen. In overeenstemming met de te dezeu door onderge-
,,teekende ingewonnen adviezen van bij uitstek deskundige
,,zij(le, is bij van oordeel, dat met liet oog op liet aanzien-
•,lijke bedrag, hetwelk wordt gevraagd en gelet
.
op dec
,,koerssta.nd der nationale schuld en op liet rendement van
,,in
dcii laatsteii tijd geëmitteerde eerste klas beleggings-,,fondsen, niet tot een lager rente-type zou kunnen worden
,besloten zonder aan de kans
van
slagen der vrijwillige
,
,lcening ernstig afbreuk te doen.
,,Wil men vasthouden
i)
aan het beginsel – en de onder-
,,geteekende meent, dat zulks behoort te geschieden, – dat
,,de crisisleeningen niet het karakter mogen dragen vaji
,,eéne kapitalsheffing, dan schijnt het onder de bestaande
,,omstandigheden ten eenenmale buitengesloten een lager

,
1
1-ente-typd te kiezen dan 5 pCt., tenzij iheu’den koers van
,;uitgifte belangrijk beneden pan zou willen bepalen; dat
k,;dit laatste geen aanbeveling zou verdienen, zal wel geen
‘,,bétoog behoeven.”

Aan het ontwerp ligt dus de wensch ten grondslag

bij de emissie zuiver
zakelijk
te werk te gaan. De koers

van uitgifte moet zoodanig zijn, dat een succes ver-

wacht zou mogen worden, zelfs indien de stok niet

achter de deur ware gezet. Dit geeft reden tot ver-

heugenis.

Echter is er tegenstrijdighei’d tusschen den tekst
van het voorgestelde lid 2 van artikel 1 en de Memorie
van Toelichting: In het ontwerp wordt den Minister
opgedragen zich bij de koersbepaling naar eerste

klasse fondsen te richten. 5 pOt. gemeenteleeningen
noteeren 99Y2 h» 100 pOt. en 5 pOt. pandbrieven van
‘goede hypotheekbanken, wier werkkring in het bin-

nenland is, 101 k 102 pOt. Deze koersen.als richtsnoer

neniend, zou men voor de nieuwe staatsleening tot

ongeveer den parikoers moeten besluiten, maar
zijn
de

5 pOt. obligatiën Nederlandsch-Indië niet van den

1 eersten rang? En toch noteeren zij slechts.93 pOt.!
En onze eigen staatsschuld? De Minister acht deze

ongetwijfeld tot de eerste klasse fondsen te behooren

anders
teu
de Mèmorie van Toelichting geheel onver-
eenigbaar zijn met het ontwerp van Wet. Welnu, de

• 4 pOt. leening noteert 88 pOt. en geeft dus met
inbegrip van de uitlotingskans een veel hooger rende-
– ment dan 5 pOt. De nieuwe leening zou dan ook zeker
niet hooger dan tegen ongeveer 96 pOt. moeten wor-
den uitgegeven, wil zij even aantrekkelijk zijn als de
oudere emissies. En dit is toch noodig, aangezien
auders de leening weder een verkapte kapitaalheffing
zou worden, hetgeeh de Minister juist niet wenscht.

De tegenstrjdigheid is onoplosbaar om de. eenvou-
dige reden, dat onze staatsschuld niet op één lijn ge-
steldkan worden met de eerste klasse fondsen. Het is
een harde waarheid, maar zij moet gezegd worden, wil
men tot een zuiveren toestand geraken. Naar mijne
‘overtuiging is niet in de allereerste plaats de slechte

wijze van emitteeren daaraan schuldig. De eerste twee
‘leeningen zijn aanvankelijk beneden pari gedaald,
maar later, toen de obligaties beter geclasseerd waren,

1
niet onbelangrijk daarboven gestegen. Iii vergelijking

1
met gemeentelijke en provinciale leeningen achtte men
cle staatsschuld goedkoop, zoodat een proces van nivel-
tl
eer
i
ng
intrad. Ook de volgende leeningen zouden een

,i-edres getoond hebben, indien
»
het publiek nog de-

zelfde opvatting omtrent »onze staatsschuid gekoesterd

– 1)
Het gebruik van het woord ,,vasthouden” hoet den
bezitters van obligatiën der vorige leeningea bittere ironie
toeschujnen!
– v. L. »

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

957

had. Maar dit is niet het geval. Men krijgt langzamer-

hand te veel van het goede en wenscht vooral in deze
tijden zijn risico zooveel mogelijk te verdeelen. Hier

komt bij, dat de treurige ervaringen met buitenland-

sche staatsschuld, het Boisjewisme en andere der-

gelijke verschijnselen, de beleggers vreesachtig ge-

maakt hebben. Andere commissionnaiis in effecten

zullen wel dezelfde ervaring opgedaan hebben als ik,

dat namelijk het beleggend publiek tegenwoordig be-

paald de voorkeur geeft aan een solieden pandbrief

boven een schuidbekentenis van Veen publiekrechtelijk
lichaam. De koersen
wijzen
het trouwens uit. Al heeft

een betere classeering ongetwijfeld invloed, koersver-
schillen als de tegenwoordige worden daardoor alleen

niet gemotiveerd. Het is bij ons wel niet als in Oos-

tenrijk-Hongarije, waar de 4Y2 pOt. Hongaarsche pandbrieven 100 pOt. en de
5Y2
pOt. staatsleening
95 pOt. noteeren, maar dat er verschil gemaakt wordt,
staat bij mij vast.

In de lecningwet zal de bepaling moeten worden

opgenomen, dat de Minister van Financiën zich bij
de vaststelling van den koers heeft te baseeren op het

rendement, dat de vroegere staatsleeningen afwerpen.

Dit zou het hankiersstandpunt zijn en is, nu de Mi-

nister een zakelijke propositie wil maken, het stand-
punt, dat ook hij moet innemen. Doet hij dit, dan is

de kans groot, dat de emissie werkelijk een succes
wordt.

L. H. VAN LENNEP.
[Gaat het pessimisme van den schrijver niet wat
ver? Men zal goed doen (len invloed, die van de tot

dusver gevolgde emissiemethoden – de plaats gehad
hebbende conversie incluis – is uitgegaan, niet gering
te schatten. En zou ook de wetenschap, dat de Regee-
ting binnenkort met een buitengewoon hoog bedrag
van vermoedelijk hooger rentetype op de markt zou

komen, niet reeds van tevoren de bestaande leeningen
van lager rentetype sterk hebben gedrukt? Niettemin
zijn de opmerkingen van den schrijver ernstige over-
weging waard. De tijden zijn voor een financieele

krachtproef als deze leening weinig gunstig. Het is
dan ook de vraag of onder dc gegeven omstandigheden
de door dc Regeering gekozen we wel in allen deele
de juiste is. – B.]

HET IJZERERTSBEKKEN VAN

.LOTHARINGEN.

Zonder twijfel vormt het ijzerertsbekken van
Lotharingen de belangrijkste van alle bekende ijzer-
ertsafzettingen ter wereld, zoowel wegens den intrin-
sieken rijkdom der lagen, die gelegenheid gaf tot het
ontstaan van een bloeienden mijnbouw en metallurgie,
als wegens de rol, die deze lagen spelen in den hui-
digen wercldkrjg, bij zijn ontstaan, gedurende zijn
duur en bij de mogelijkheid zijner beëindiging. Speel-
den toch sinds 1870 tot in het begin dezer eeuw de
revanohe-idee, gevoeilsoverwegingen en argumenten,
ontleend aan historie en land- en volkenkunde de
hoofdrol in den strijd om Elzas-Lotharingen, de
sindsdien en vooral ook gedurende den oorlog ontstane
uitgebreide literatuur over het ijzerertsbekken en de
vraagstukken, die daarmee samenhangen, laat geen
twijfel, dat dc materieele overwegingen alle andere

meer naar den achtergrond hebben gedrongen en dat
men, wat de grensstreok betreft, wellicht in de eerste
plaats vecht om het aan den vijand behooiende deel
van het crtsbekken, de Franschen 56k om het kolen-
gebied van Saarhrücken, het bezit waarvan eerst voor
hen aan de ijzerertsen de groote waarde zou geven.
De rijke ijzerertsafzettingen liggen in de Westelijk
van de Moezel gelegen helft van de Lotharingsche
hoogvlakte, het z.g. Plateau van Briey. De hoofd-rijkdom ligt in de Oosthelft van het Plateau. Naar

het Westen toe is de grens der lagen niet bekend. De grens van het afbouwwaardige deel zal zich met den
vooruitgang der techniek en met de stijgende behoefte
aan ijzererts, westwaarts verplaatsen. Naar het Zui-

den worden de ertsvoerende lagen armer en dunner

en daardoor niet langer exploitabel. In het 30

K.M. Zuideljker, afgezondcrd liggende bekken van

Nancy, dat tot dezelfde formatie behoort, is de

afzetting echter weder voldoende rijk. Naar het

Oosten en Noorden wordt de afzetting begrensd door
de snijding van de ertsvoerende lagen met het aard-

oppervlak, door wat men in het Nederlandsch met
een leelijk Germanisme het ,,uitgaande” pleegt te
noemen.

Het totale oppervlak der exploitabele afzettingen

werd door Kohlmann in 1911 (Stahi und Eisen) ge-
steld op 70.000-80.000 H.A., waarvan 40-50.000 in
Frankrijk zouden liggen, 27-28.000 in Duitschiand,

2500 in Luxemburg en eenige honderden H.A. in

België. Krusch schat in de Zeitschrift für praktische
Geologie 1918 de oppervlakte, waarover afbouw ren-

deeren zal, belangrijk grooter en stelt deze voor
Duitsch-Lotharingen op 43.000 H.A., voor Frausch-

Lotharingen op 61.000 H.A., buiten nog het bekken
van Orusnes, dat het laatst ontdekt en het minst vol-

ledig bekend is, doch op 10.000 H.A. wordt geschat.

Aangaande de aanwezige hoeveelheid erts loopen
de cijfers al evenzeer uiteen. Waar de afzettingen
nog niet volledig bekend zijn, berust veel van het

gepubliceerde cijfermateriaal op min of meer geluk-
kige schattingen. Ook zijn de verschillende auteurs
bij het maken van die schattingen niet vrij gebleven

van invloeden, verband houdende met hetgeen zij
momenteel wenschten te betoogen of aan te toonen.
Ten slotte is de afbouwwaardigheid van éen bepaald
erts van een zoo groot aantal factoren afhankelijk,

dat sommige deskundigen groote quantiteiten erts
exloitabel zullen achten, terwijl anderen meenen,

dat liet betreffende erts niet meer met voordeel te
ontginnen zal zijn. Erts, dat heden niet afbouwwaar-
dig is, kan het binnen een paar jaar w1 zijn.

Volgens Fransche schattingen bevat het bakken
van Nancy 200 millioen ton exploitabel erts, dat van
Longwy 300 millioen, dat van Briey 2000 millioen ton
en dat van Orusnes 600 millioen, totaal dus 3100 mii-

lioen ton voor het Fransche gedeelte. Kohimanu
schatte in 1902 den Duitsehen ertsvoorraad op 1800

niillioen toh, waarmede de netto-productie bedoeld is
en dus in mindering gebracht gedacht is, al wat bij den

afbouw noodzakelijkerwijze in de mijn achterblijft en zoodoende verloren gaat. Bailly schatte in de Annales
des Lines 1905 ‘den totalen Duitsehen voorraad op
slechts 1100 mil]ioen, daar naar zijn meeuin.g veel van
ht erts, door Kohlmaun als afbouwwaardig beschouwd,
niet exploitabel
zijn
zou. De Duisburger Handeiskam-
mer komt daarentegen in 1907 tot een schatting van
3250 millioen voor Duitsch-Lotharingen alleen, waar-

van dan 250 miljoen ton minderwaaidig erts. Luxem-
burg heeft volgens Kohlmann 250 millioen, volgens
François Villain 300 millioen ton minette. Krusch

schatte, dat in 1917 in Duitsch-Lotharingcn cii
Luxemburg gezamenlijk nog aanwezig zouden zijn

1974 millioen ton, die – aannemende een afbouw-
verlies van 10 pOt. – een mogelijke productie van

1777 millioen ton zouden representeeren, terwijl hij
voor den Fraiischeu voorraad 2725 millioen ton stelt,

die bij een afbouwverlies van 20 pOt., 2180 millioen
ton erts zouden kunnen opleveren. Wanneer wij reke-
ning houden met een daling van liet afbouwverlies-
percentage door verbeterde afbouw-methoden en met

het feit, dat vooral aan Fransche zijde nog groote

quantiteiten erts later afbouwwaardig zullen blijken,
die nu niet medegerekend kunnen worden, dan kan
de verdere productie van het Lotharingsche ertsdis-
triet veilig op 4 milliard ton worden gesteld.
De geologie van deze afzettingen heeft,, meer dan
dit gewoonlijk het geval is, de ontwikkeling van de
mijnbouw-industrie beheerscht. Een korte uiteenzet-
ting zij hier dus op haar plaats. De hoogst gelegen
oostelijke deelen van het Plateau van Briey zijn door
een steilen rand gescheiden van de Moezeivlakte, die

958

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

30 October 1918

. LUXEMLJRG

AL
Z

,’

,•”•’

—,

••

. –

f

ça’h

)

:

‘ •AUMETZ

: !
z

:1
‘…•

•_
l
(7

.,••

….
.
• Z

1,

………..
.-.. –

,

?”‘-

1,)

T>
.1

+-‘–

/

… .,

:


•••”
,
t..

.

•i

¼

•..

1
-,.:,
ETZ

GREN5 VAN hIET EXPLOTEEPAAR TERREIN
LOOP VAN 1ET,,UITC,AANDE.”
IJ5GRENZEN

250-300 M. lager ligt, en worden ingesneden door de

dalen van de Ome en ide Fentscih. 1-let Plateau- is op-
gebouwd uit zeer vlakke lagen, behoorende tot de

Dogger-formatie, liggende op Lias-lagen, die .de

basis vormen .van den steilen Oostrand en in -de dalei
aan den dag komen. Aan de-basis der Doggerforrna-

Lie ligt nu op een laag zitndige mergels de Minette-

forffiatie, die het ijzererts bevat en een gemiddelde
dikte heeft van pl.m. 50 M. Het erts heeft een eigen-
aardig karakter en’ bestaat in hoofdzaak uit kleine,
nog juist met -het bloote oog – waarneembare bolletjes
– oölithen – van ijzerhydroxyd, die door een tevens
ijzerhoudende grondmassa van kalk-, kiezel- of klei-
achtige natuur meen (1f minder aaneengebakken zijn

Naar gelang van het hoofdbestanddeel der gronde
massa,- dat voor de versmelting van overwegend be-

lang is, spreekt men van kalkige of kiezelige .minette:
Treedt klei in de grondmassa op den voorgrond, dan
is het erts voor de versmelting minder geschikt. Als
typische isamenstelling voor de beide ertssoorten zou
men kunnen aangeven: –

kalkige minette

kiezeligeniinette

IJzer …… ….
26-40
0/

30-40
0
/0

Kalk ………..
8-20
0/
o

4-10
Ol
o

Kiezelzuur

4-8
0/

8-15
O/

Aluminium oxyde.

2-6
0/

2-8
0
10

Phosphorzuur
. . . .

1,5-2io

1,5-2
0
/o –

Het aantal ertslagen, dat binnen de formatie voor-
komt,.. wisselt plaatselijk af tusschen 1 en 10. Onder
deze treedt een speciale laag op den voorgrond, de
z.g. grauwe laag- – graues Lager, couche grise –
die vooral in het voornaamste deel van de geheele
afzetting, het. bekken van Briey, goed ontwikkeld is. Soms komen daarmede gelijktijdig eo onder nog een,
twee of drie andere afbooiwwaardige lagen voor, ieder
met een dikte van 2-6 Al., -die men onderscheidt als

de groene, de zwarte en de bruine laag. De groene is
van locale beteekenis, de zwarte laag is in het Zuiden
en Noordwesten ‘goed ontwikkeld, doch door te. hoog,
kiezelzuur- en te laag ijzergehalte op vele plaatsen

voorloopig ;.niet met voordeel te exploiteeren. De

bruine laag geeft in het Noordoosten uitstekend kie-
zelig erts. oHet belang van de onder de grauwe laag

gelegen afzettingen; blijft echter verre bij dat van

deze -laatste -ten achter. Nog meer is dit het geval met

cle lagen, welke boven – de grauwe laag liggen, zoowel

omdat -zij minder ijzerrijk en minder -regelmatig ont-

wikkeld zijn, als juist omdat zij b6i.en de grauwe laag

liggen. De afbouw van deze laag heeft namelijk ten

gevolge,’ dat de bovenliggende afzettingen, die op

zichzelf beschouwd in de toekomst of -reeds -nu exploi-
tabel

zouden-
zijn,
door instorting voor-immer ver-

lonen gaan,terwijl haar exploitatie dooi
-. de- con-

currentie van het erts uit – de grauwe laag– nu

niet looniend is. Het geldt hier een geval van wat

men onvermijdelijkcn roofbouw zou kunnen noemen,

ware liet niet,’dat liet milde gebruik, door leeken van

den term roofbouw in verband met mijnontginning
gemaakt, dâaraan iedere bruikbare beteekenis had

ontnomen.

De Minette-formatie komt halverwegen cle Noord- en

Oosthellingen van het-Plateau van .Briey en in de –
dalen aan den dag en- uit den aard ontstond daar,

d.i. in Luxemburg -en Duitsch-Lothai-ingen, het eerst

de mijnbouw-industrie, waar de gelegenheid bestond
het erts doom korte galerijen te bereiken of in open

breuk te ontginnen. Deze laatste winnings-methode

heeft het groote voordeel, dat ook de boven de grauwe
laag gelegen ertsen mede ten nutte worden gemaakt.

Tegenwoordig bedraagt echter het percentage erts,

dat in dagbouw gewonnen wordt, nog slechts ruim

1 pOt.

Op -de ‘Miniette-formatie liggen 20-30 M. dikke
mergellagen, die geen- water doorlaten en waarboven

zich het water verzamelt uit de dan volgende, sterk
waterhoudende lagen van Midden- en Boven-Dogger.
:D&ze la-gen bellen- gezamenlijk met een helling- van

2-3
0
naar -het – Westen, doch daar het oppervlak
van het Platau nog flauwer helt, worden de dek-

lagen -naar liet Westen steeds dikker en bereiken in
Frankrijk behalve in 1het Noordelijkste bekken- va

Longwy een- dikte van200-250 M. –

Daar waar dagbouw, niet mogelijk is, tracht men

het erts te hei-eiken -door lange galerijen, soh-imige

waarvan een tegenwoor-dige lengte van 6 K.M. en een
toekomstige van 10-11 K.M. hebben en dat wel, ter-

wijl de dikte der deklagen slechts 200 M. bedraagt en
mren dus het erts ook door middel van een schaclkt
van die diepte zou kunnen bereiken. Deze zonder-
linge verhoudingen vinden haar verklaring behalve
uit overwegingen, verband houdend met ertsafvoer en
met het wonen van de ar-heidersbevoikiug op -het

weinig heiberigzame plateau, in de aanwezigheid der
wa-terafsluitende mergellaag. Indien de ertslaag dooi-
een flauw.naar bui-ten hellende galerij wordt aange–
broken, loopt – het in de afzetting aanwi-ge water
zonder bezwaar af, terwijl de groote watermassa’s uit
– de deklagen afgesloten
blijven
en geen moeite geven.
Een dergelijke exploitatie-methode eischt natuurlijk
de aanwezigheid van een v.oldoend laag, gelegen punt

van het aardoppervlak -binnen niet te grooten afstand
van het te ontginnen erts. Dat men dezen afstand reeds
zeer ruim neemt, blijkt urit bovengenoemde galerij-

lengteu, doch desondanks -is deze ontginningswijze in
Frankrijk alleen mogelijk in -het bekken van Nancy en
in gedeelten van dat van Longwy, terwijl in Duitsch-
land pLm. 70,pOt. van de ei–tsproductie door galerijen
aan deh dag wordt gebracih’t. – In het verreweg -voor-
naamste bekken, dat van Briey en in de naar de
Fransche grens toe gelegen Duitsche
mijnen
is
bij
gebrek aan terreininsnijdingen de mijnbouw aange-
wezen op de altijd duurdere, maar hier door het enörme waterbezwaar extra kostbare ontsluitings-methode door
middel van schacihten. Waar de aan]egkosten van eni
dergelijke schacht met een afvoercapaciteit -van 1 mii-
lioen ton ‘s jaars vdôr den oorlog op 5 millioen francs
werden geschat, spi-eekt het vanzelf, dat de mijnbouw
op dit gedeelte dei- afzettingen alleen door zéér kapi-

(J•
2
&

-J

t)

,-1

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

959

taal krachtdge maatschappijen kan worden gedreven en
dat deze
01)
massaproductie zijn aangewezen om de
algemeene kosten van aanleg en wateropvoer zoo licht

mogelijk op den kostprijs per ton te laten drukken.
Aanvankelijk is daarentegen de mijnbouw in Luxem-

burg en T)ui tsoh-Lobharingen als relatief kleinbedrijf

ontstaan, al is hij sindsdien ook in handen van groote
maatschappijén overgegaan.

Uit de. gegeven analyses blijkt wel, dat zelfs het,
beste Lotharingsche erts tot de armere ijzerertsen

moet gerekend worden. Daarnaast valt het hooge

phospliorge.iialto op. Behalve van de productiiekosten
van het erts, die nabij het ,,uitgaande” het kleinst

zullen zijn, hangt de afbouwwaardigheid ‘van een erts-

afzetting voornamelijk af van het metaalgehalte en
van aard en hoeveelhaid der schadelijke bestanddeelen.

Het behoeft dus niet te verwon.deren, dat, waar phos-
1)hor in ijzerertsen v66r de uitvinding van het Thomas-
procédé terecht als zeer schadelijk werd beschouwd,

de Minette-afzctting met haar laag ijzergehalte lan-
gen tijd alleen nabij het ,,uitgaande” voor afbouw-

waardig word gehouden. Aanvankelijk verwachtte men
bovendien op grond van een oudere ontstaans-theorie,
volgens welke het erts naar de Doggerkust zou zijn

gespoeld, dat de Minette in diepere horizonten nog
verarmen zou.

Bij boringen in Duitseh-Lotharingen op vrijgrooten
afstand van het ,,uitgaande” bleek dit niet het geval.
aa
r
inmiddels de uitvinding van het Thomas-procédé
– en vooral de toepassing in Duitschland – voor
de Lotharingsche ertsen nieuwe en schitterende voor-
uitzichten had geopend, volgde men in Frankrijk het
Duitsche voorbeeld en werden in het Ome-dal ‘borin-gen aangezet, die met goed succes werden bekroond. J)e eerste pogingen tot ‘het openen van mijnen waren
echter niet gelukkig. Een tweetal schachten verdronk
(1001

grooten wateraandrang véér het erts bereikt

was, een calamiteit, die reeds meermalen een mij n.-
bouwonde.rneming het leven heeft gekost. Eerst in de

negentiger jaren gelukte het met een tweetal nieuwe schaehten het erts te bereiken. Dientengevolge ont-
stond nu een koortsaohtiige bedrijvigheid op boorge-bied, waardoor binnen korten tij’d de rijkdom van het
Ome- en Laridres-district, daarna ook die van het bek-
ken van Orusnes, werd aangetoond.

De opbloei van den mijnbouw, ingezet door de uit-
vinding van het Thomas-procédé, volgde het succes

der boringen op den voet, ‘hetgeen voldoende blijkt
uit de pi-eduetiecijfers, die hier volgen:

Minette-productie in tonnen.

Duitsch- Luxem-

Fransc’h-
Lothariagen burg Lotharingen Totaal
1871….

364.000

990.000

505.000

1.860.000
1875.. ..

744.000 1.091.000

976.000

2.810.000
1880…. ‘

996.000 2.173.000 1.658.000

4.828.000
1885.. -.

2.153.000 2.648.000 1.612.000

6.412.000
1890.. ..

3.256.000 3.859.000 2.630.000

9.246.000
1895.. – –

4.222.000 3.913.000 3.084.000
11.219.000 1900. – – –

7.742.000 6.171.000 4.446.000
18.360.000
1905.. .. 11.968.000 6.596.000 6.400.000
24.963.000
1910.. .. 18.652.000 6.263.000 13.137.000
36.052.000
1913…. 21.130.000 7.330.000 18.500.000
46.960.000

‘L’nssehen 1.891—’97 passeerde DuitscLh-Lobhari.ngen
Luxemburg, om sindsdien een steéds reusachtiger
meer-productie te bereiken. Fransch-Lotharingen
kwam eerst in 1906 gelijk met Luxemburg om in 1910
echter reeds het dubbele te produceeren, vrijwel uit-
sluitend als gevolg der snel stijgende Bmiey-productie.
Terwijl de beide andere Fransche bekkens, die van
Longwy en Nancy, tusschen 1900 en 1910 vrij station-
ilair respectievelijk 2-234 millioen en 134-2 millioen
ton opleverden, steeg de productie van Briny van
318.000 ton in 1900 tot 3.115.000 ton in 1906 en
8.440.000 ton in 1910.

in dat jaar waren aldaar 18 mijnen in exploitatie,
ingericht voor een jaarproductie van niet minder dan
20 millioen ton, waarvan in .1913 werkelijk 15.150.000

ton geleverd werden. Een dergelijke opbloei van den

mijnbouw is in de geschiedenis zonder voorbeeld,
doch ook deze medaille had hare keerzijde. Hierop en

op het belang, dat respectieve]ijk Duitschiand en

Frankrijk bij de Minette hebben, hopen wij in een
volgend artikel te wijzen.
T. RUEB.

DE MOEILIJKHEDEN BIJ DE VERNIEUWING

VAN HET ,,STA HLWERKS VERBAND’.

Men schrijft ons:

De Duitsche ijzer- en staalnijverheid kent uiter-
aard grondstoffen, zooals ertsen en ruw ijzer, haif-

fabrikaten en producten. De beide laatste soorten

worden technisch in 3 groepen verdeeld, die de z.g.
A-, B- en 0-producten omvatten.

Tot de groep ,,A-producten” behooi-en: haiffabri-

katen, spoorwegbovenbouwmaterjaal, profielijzer en
balken.

Tot de groep ,,B-producten” behooren o.m.: staaf-,
band-, plaat- en strookijzei-, draad en draadproducten,
buizen, ijzerconstri.ieties en bruggen.

Tot de groep 0-producten: gietstukken, smeedstuk-
ken etc.

De A-producten zijn vereenigd in het ,,Stahlwerks-verband” te Dusseldorp.
Voor de B-producten hebben hier en daar korter of,
1angei- tijd verbonden bestaan, doch deze hebben nooit
alle fabrieken van een bepaald artikel omvat. Men

nam zijn toevlucht tot prijsconventies, wier bestaan
nooit blijvend bleek te kunnen zijn. Over de oprich-

tirig van een algemeen verbond der gezamenlijke B-I).roclticteu is veel gesproken, gedacht en onderhan-
dold, maar tot stand kwam het nooit.

Voor de 0-producten heeft nooit eenig lichaam
bestaan, dat deze gedeeltelijk of geheel omvatte.
liet ,,S’tahlwerksverband” werd telkens voor 5 jaar

verlengd, de laatste malen in Mei 1907 en Mei 1912,

het nieuwe contract ging dan 1 Juli d.o.v. in. Laat-
stelijk liep dit contract van 5 jaar dus per 30 Juni
1917 af. Dat
altijd
de beslissing 3 maanden véér af-
loop van het oude contract moet zijn genomen, was noodig, omdat anders de leden vrij waren voor den
tijd na afloop te verkoopen en zij zich dan tegen wil-
lekeurige prijzen, konden verbinden.

Nog nooit gelukte het, dit lichaam
tijdig
te ver-
nieuwen, omdat de belangenstrijd uiterst hard was.

Dat het bestaan van dit vei-bond een noodzakelijkheid
voor de Duitsehe industrie is, blijkt wel uit de macht

zijner leden. Hiertoe behooren Krupp, Thijssen,
Stinnes, Gelsenkirchen, Phönix, Gutehoffnungs-

hütte, Hoesch, Stumm, De Wendel, Boehumer Verein,

Rombach, Aumetz-Friede, Friedenshütte, om er maar enkele van de ruim 30 te noemen. De meeste dei- ge-
noemde maatschappijen zijn feitelijk weder groepen
van bedrijvn. Aangenomen, dat het verbond niet
bestond, zouden deze reuzen met elkander een con-

currentiestrijd op leven en dood beginnen, waarbij in
de eerste plaats de kleine en middelmatig-groote leden
van het verbond zouden vernietigd worden, nog af-

gezien van het feit, dat de titanenstrijd de winsten
zeer zou beperken. Bij elke vernieuwing dus stellen de leden opnieuw hun eischen, die hoofdzakelijk de
aandeeleijfers der gezamenlijke productie raken, ter-
wijl mede het verschil in belangen der gemengde en
der zuivere bedrijven een belangrijke rol speelt.
Ten aanzien van dit laatste zij opgemerkt, dat ge-
mengde bedrijven die maatschappijen zijn, die beha]ve
de producten ook het ruwe ijzer en de halffabrikaten
vervaardigen, dus onafhankelijk zijn van het betrek-
ken hiervan. Daarentegen zullen zoogenaande zuivere
bedrijven hun grondstoffen van andere moeten aankoo-pen. De gemengde nu eischen steeds, dat zij de zelf ge-
produceerde grondstoffen in de hoeveelheden, die zij
noodig meenen te hebben, ook zelf mogen verwerken
en dus nietbehoeven af te leveren aan het verbond.
De zuivere bedrijven ‘zien daarin het nadeel, dat zij

960

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1918

niet altijd over de benoodigde hoeveelheden grond-
stoffen kunnén beschikken.

Bij de oplossing van het vraagstuk der contingen-

ten bestaan uiteraard groote meeningsverschillen.

Het eene bedrijf heeft het andere aangekocht,

heeft zich meer uitgebreid of heeft groote contracten

met het buitenland in zicht, waarvoor uitbreiding
binnenkort noodig zal blijken. Dikwijls komt het voor,

dat ten behoeve van een nieuw artikel uitbreidingen

geprojecteerd
zijn.
Een ieder zal
begrijpen,
hoe moei-

lijk het is over dit punt tot overeenstemming te
komen.

Mën
1
kan in normale tijden
altijd
zeggen, dat de
vernieuwing van het verbond er komt, maar na.lange

onderhandelingen.

Zooals hierboven gezegd, liep het verbond 30 Juni
1917 af.
Tijdens
den oorlog nu kwamen nog andere

omstandigheden de moeilijkheden verzwaren. Aan de

ijzer- en staalindustrie werden hooge eischen gesteld, tot de uiterste grens van haar productievermogen was

zij van bestellingen voorzien, niettegenstaande fabrie
ken door verbouwing, betere systemen en reusachtige
uitbreidingen reeds alles gedaan hadden, om aan de

gestelde eischen uit het oogpunt van nationaal en

tevens financieel belang te kunnen voldoen.

• ICrupp had in 1913 te Essen alleen ca. 40.000 arbei-

ders, thans 132.000; dit slechts als voorbeeld. De pres-

taties zijn in alle fabrieken sterk gestegen. Men kan

begrijpen, dat de industrieelen na den oorlog het
grootste gedeelte der uitgebreide fabrieken in bedrijf

wenschen te houden en toen men nog meende döor den

oorlog de macht der Duitsche industrie over de ge-
heele wereld belangrijk te kunnen uitbreiden, was er

wel niemand, die bereid was van
zijn
eisch, een hooger
contingent te krijgen, afstand te doen. Er zijn echter
ook leden van het ,,Stablwerksverband”, wier produc-
tievermogen niet gestegen is in de mate als waarop

Krupp, Mannesmann en anderen kunnen bogen. Zie-
hier dus weder een verschil in belangen ten aanzien

der aandeelcijfers.

Toen men over de vernieuwing van genoemd ver-

bond in 1.917 ondehandelde, werd geen overeenstem-
ming verkregen. Het gevolg hiervan was, dat het

lichaam in den bestaanden vorm ,,voorloopig” voor

den
tijd
van een halfjaar werd verlengd, dus tot 31
December 1917. Elk halfjaar begonnen opnieuw de
onderhandelingen, met het gevolg, dat men niet ver-
der kwam dan telkens het ,,Stahlwerksverband” met een halfjaar ,,voorloopig” op den bestaanden grond-

slag te vernieuwen. En zoo is het ook thans, nu het
weder ,,voorloopig”tot 30 3uni 1919 verlengd is.

De meeste leden voelen het meest voor het voorstel
als basis voor de berekening der contingenten te ne-
men de productie van 12 opeenvolgende maanden tus-
schen 1 Januari 1913 en 1 Augustus 1914 ter keuze
der ondernemingen, doch voornamelijk Krupp en
Mannesmann blijven
bij.
hun eisch, dat de oorlogs-
productie mede in aanmerking behoort te worden ge-
nomen.
Tijdens de onderhandelingen in den oorlogstijd
moest men bovendien niet een anderen factor nog

rekening houden, n.l. het dwangsyndicaat, waartoe de
regeering zou overgaan, als het bestaande lichaam uit
elkander zou vallen. Dit is dan ook wel de reden der
,,voorloopige” vernieuwingen, want zeker zou het
anders zeer licht tot beëindiging van het verbond ge-
komen zijn.

Bij de jongste onderhandelingen had men zich
zelfs ten doel gesteld, de B-producten mede in het
verbond op te nemen, doch deze poging is geheel
mislukt. Dit is ook verklaarbaar. De betrokken fabrie-

ken hebben reeds in één branche zoozeer uiteeuloo-
pende belangen, da’t het tot dusverre niet mogelijk
bleek duurzame syndicaten te verkrijgen. Inderdaad
zijn de B-producten eigenlijk onder dwang door de
regeering sedert 1 Augustus 1917 gesyndiceerd na de
ambtelijke bepaling der maximumprijzen en de ver-

deeling der bestellingen voor leger, vloot en parti-

culieren door een centrale, den ,,Deutschèn Stahi-
bund”, eveneens te Dusseldorp. Dit laatste lichaam

mag echter niet worden verward met het ,,Stahlwerks-
verband”. . ¶

Reeds v66r den oorlôg, dus nu ruim 4 jaar geleden,

poogde men een lichaam op te richten, dat de ge-

heele Diïitsche ijzerproductie zou omvatten. Een ont-

werp voor dezen Staalbond is gereedgekomen in Mei

1915 en ligt er nog. De moeilijkheden zijn thans even-

groot als destijds. Zij hebben niet alleen betrekking

op de contingenten, maar bovendien op het algemeene
ruwstaalcijfer, omdat niet alleen beoogd wordt de

productie te omvatten, maar tevens ter wille van ver-
eenvoudiging en om de fabricage goedkooper te ma-

ken, de bedrijven als zoodanig in den bond op te

nemen.

Verder dragen de vèr uiteenloopende belangen der

fabrikanten van producten onderling en tusschen

leveranciers van halffabrikaten en van producten veel

tot de mislukking bij. Er zullen dus, moet men wel

aannemen, nog vele maanden, zoo niet jaren overheen

gaan, tot dit lichaam in den beoogderi vorm tot ‘stand komt, als het ooit zoover zal komen. Voor het oogen-

blik is de z.g. staalhond een regeeringsorgaan voor

dc verdeeling van bestellingen.

Het huidige ,,Stahlwerksverband”, hoe machtig het

ook moge zijn, komt voor den tijd na den oorlog niet

in aanmerking, om als officieel lichaam de Duitsche

ijzer- en staalnijverheid te vertegenwoordigen, im-
mers het omvat slechts
I/
der geheele productie. Men
is dan ook veelal van meening, dat als er geen oorlog
was geweest, dit lichaam reeds lang zou
zijn
verdwe-
nen, althans in den bestaanden vorm. De ,,voorloo-

pige” vernieuwingen bestendigen slechts den ouden
toestand.

Voor de regeering was het tot dusverre een teer

punt om in te grijpen, doch wat het bewind zal doen,

dat nu de regeering vormt, is iets, waarover men he-

den nog geen oordeel kan vellen. Ook in de kringen der
leden is men met het lichaam niet meer tevreden,

immers men houdt de leiding voor, dat de ontwikke-
ling der Duitsche industrie en haar afzet naar het
buitenland, niet het gevolg is van het werken van het

,,Stahlwerksverband”, maar van de ondernemingen
individueel, zoodat groote maatschappijen aan het
bestaan van dit verbond niet meer de groote waarde
toekennen van vroeger.

Ook tijdens den oorlog, die den export tot een mini-
mum deed verminderen, is indeze meening weinig
verandering gebracht.

Essen, 20 October 1918.

DE FRANSCHE OORLOGSLEEN1NGEN.

De Fransche natie heeft tijdens deze vreeselijke
wereldramp zich in alle opzichten ontzettende opof-
feringen getroost; haar menschenmateriaal, natuur-
lijke hulpbronnen, volksvermogen, kortweg alle
machtsmiddelen werden aangewend ten behoeve van de vaderlandsche zaak. De druk der oorlogsonkosten
neemt uit hoofde van den langdurigen krijg aanhou-
dend toe, en derhalve worden er voortdurend meer
en meer geldelijke offers van den Franschen staats-
burger gevergd. Ter bestrijding der buitengewone
hooge uitgaven, welke de landsverdediging vereischt,
werd het Fransche Parlement in Zijne zittine van
19 September laatstleden genoodzaakt over te gaan tot
het aannemen der vierde oorlogsleening, onder den

kenmerkenden naam ,,Emprunt de la Libération”, ter
eere van de verovering der tot nu toe door den vijand

bezette gebieden. In het
voorbijgaan
zij gezegd
1),
dat
door eene ministerieele beschikking de koers van
uitgifte der 4 pOt. leening is vastgesteld op frs. 70,80
per frs. 100, in coupures van frs. 100, frs. 500 en
frs. 2500. Het bedrag der leening is onbeperkt, en

1)
Overigens zie men ,,Effectenbeurzeu” in
No. 143.

30 October 1918

ECON9MISCH-STATISTISCHE1BERICHTEN

deze is binnen de eerste 25 jaren niet converteerbaar.

Naar aanleiding van deze nieuwe uitgifte is er

aanleiding aandacht te wijden aan een belangrijk arti-

kel van den hoofdredacteur van den ,,Economiste

Européen”, Edmond Théry, in het nummer van

4 October j.l. Volgens de gegevens, die wij aldaar

aantreffen, bedroeg op 1 Januari 1914 de Fransche
openbare gekapitaliseerde staatsschuld 28.776 millioen

frs. lIet volgend overzicht geeft aan hoe dit be-

drag is samengesteld. De cijfers zijn in millioenen

francs uitgedrukt, wat eveneens geldt voor de overige

staatjes, die in dit stuk voorkomen.

3
pCt. perpetueele rente …………….
21.922
3
pCt. aflosbaar

………………….
3.339
Verschillende gekapitaliseerde schulden .

3.515

Totaal ……
28.776

Bij het sluiten der 5 pOt. leening 1915, hebben twee
belangrijke conversies plaats gehad, t. w. de 3V2 pOt.

aflosbare leening van 805 millioen frs., reëele waarde,
aangegaan den 7en Juli 1914 en een bedrag van 2.181

millioen frs. nominaal kapitaal van de oude 3 pOt. per-
petueele schuld. Aan de houders van deze laatste fond-

sen werd toegestaan een derde van hunne insöhrijving
op de 5 pOt. nieuwe leening te betalen met de 3 pOt.
oude; de Schatkist nam deze stukken voor 66 frs. aan.

Door deze operaties, alsmede door de likwidatie der
spaarbankfondsen en obligaties op korten termijn,

werd het nominaal kapitaal van de oudg Fransche
staatsschuld met 3.061 millioen frs. verminderd. De
voorafgaande opgave heeft zich dientengevolge op het
oogenblik als vol.gt gewijzigd:

3
pCt. geconsolideerd ………………
19.741
3
pCt. aflosbaar

………………….
3.189
Verschillende gekapitaliseerde schulden..

2.785

Totaal schuld van vÖOr den oorlog overgebi.
25.715

De geweldige uitgaven, welke de verdediging van
liet vaderland vorderen, hebben de Fransche regeering

gedwongen zich geldmiddelen te verschaffen door het
plaatsen van leeningen in hot binnen- en het buiten-
land. Uit het hier volgend overzicht ziet men, dat de
Schatkist voor het tijdvak van 1 Augustus 1914 tot 31
Augustus 1918 een totaalbedrag van 78 milliard 734
millioen frs. heeft opgenomen.

Geconsolideerde schulden ……………
32.187
Bons de la Ddfense nationale
1
)26.453
Obligations de la Défense nationale 2) . . .
679
Voorschotten van de Banque de France en
de Banque d’Algrie …………….
19.415

Totaal ……
78.734

Bovendien is door de bondgenooten en neutralen
een gezamenlijk crediet verleend van 25.678 millioen
frs. in het tijdvak van 1 Augustus 1914 tot 31 Augus-
tus 1918. De landen worden, naar de grootte van het
bedrag, gerangschikt als volgt:

Groot-Britannië

………………….
12.553
Vereenigde Staten van Noord-Amerika

11.887
Argentiniii ……………………….
471
Spanje …………………………..
326
Japan

…………………………..
197
Zwiterland

……………………..
97
Nederland, Noorwegen en Zweden

147

Totaal ……
25.678

Indien wij thans de drie verkregen totaalsommen
vereenigen, komen wij tot het eindeijfer van 130
milliard 127 millioen frs. als het geheele bedrag der
Fransche openbare schuld op 31 Augustus 1918.
Schulden van vOör den oorlog ……….
25.715
Nieuwe schulden (binnenlandsche)
3)
. . .

78.734
,,

(buitenlanclsche)

25.678

Gezanenlijk totaal ……
130.127

De bons de
In
Défeuse nationale, reeds in September
1914
in het leven geroepen, zijn
5
pCt., later
4
pCt. dragen-
de stukken van
100, 500
en
1000
francs, met een looptijd
van
3, 6
of
12
maanden, telkenmale verlengbaar. Zij luiden
naar wensch op naam of aan toonUer.
De obligations de
In
Défense nationale, dateerend van

Het verdient opgemerkt te worden, dat de binnen-
landsche schulden nog met 1 miljard 61 millioeii frs.

moeten verminderd worden, daar de Schatkist voor dit
bedrag schuldbewijzen heeft teruggekocht, ingevolge

de wet van 26 October 1917, waarbij een bijzonder af-

lossingsfonds gevormd is voor de leeningen, gesloten
in het belang van ‘s lands defensie.

Wanneer wij nu vervolgens de onderscheiden credie-

ten nagaan, welke toegestaan
zijn
aan de opeenvol-

gende ministeries ter bestrijding der oorlogskosten,

dan komt men voor het tijdvak van 1 Augustus 1914
tot 31 December 1918 tot een gezamenlijk bedrag van

160 milliard 143 millioen frs. Hieronder volgt een

staatje van de jaarlijksehe geopende oorlogscredieten;

vaainaast de gemiddelde maandelijksche credieten

vermeld zijn.

1914
(vijf maanden)

8.011 – 1.722
1915
(het geheele jaar)

22.805 – 1.900
1916

32.632 – 2.720
1917

42.740 – 3.561
1918

53.355 – 4.446

Totaal

160.143
(gem.)
3.021

Blijkens deze tabel .werd dus dooreengerekend voor

elke oorlogsmaand meer dan drie milliard frs. crediet
toegestaan. De gestadige sterke toeneming van de be-

hoefte aan geldmiddelen schrijft de heer Théry vooral

toe aan de vermeerdering der opgeroepen manschap-
pen,, de uitbreiding van de industrie voor oorlogs-
nïateriaal, de stijgende duurte van de levensmiddelen,

noodig voor de legervoeding en van de verbruikte
grondstoffen in de oorlogsbedrijven, de meer en meer

aanzienlijk wordende geldelijke uitkeeringen in den
vorm van soldij en salarissen, de groeiende last,

veroorzaakt door den dienst der openbare schuld, als-
ook door de verliezen voortvloeiende uit den ongun-
stigen wisselkoers op het buitenland.
Als wij de bedragen der binnenslands en buitenslands

gesloten leeningen met de inkomsten op den gewonen
dienst. die van af 1 Augustus 1914 tot 31 Augustus 1918
op 22 milliard frs. geraamd worden, samenvoegen,
dan komen wij tot een totaal van 126 milliard francs
beschikbare middelen, die nog vermeerderd moeten
worden met de opbrengst van de thans ter teekening
openstaande vierde oorlogsleening. De heer Théry
neemt aan, dat van de toegestane 160 milliard tot
dusver rond 80 pOt. of 128 milliard in werkelijkheid is
uitgegeven, volgens deze veronderstelling weegt dit

bedrag op tegen dat der aangegane verplichtingen.
Omtrent de middelen, waarover het Fransche publiek
beschikt voor inschrijving op de 4e oorlogsleening,

wordt opgemerkt, dat deze sedert de voorgaande lee-
ning met meer dan 13 milliard frs.
zijn
gestegen, naar het onderstaande staatje nader toelicht:
30-9-’17 31-8-’18
Verschil
Bons de la Déf. nat.
21.700

20.453

+ 4.753
Oblig. de la Déf. nat.

840

679 – 161
Bilj. v.
d. Banq. de Fr.
20.995

29.434

+ 8.439

43.535

56.566

+13.031

Daarenboven mag men niet buiten beschouwing
laten, dat in één jaar het bedrag der dadelijk opzeg-
bare deposito’s bij de vier grootste Fransche crediet-
instellingen, Orédit Lyonnais, Oomptoir d’Escompte,
Société Générale en Orédit Industriel, met 1 milliard
236 millioen frs. is toegenomen; immers op 30 Juni
1914, ’17 en ’18 beliep dit bedrag respectievelijk 5.455,
5.257 en 6.493 millioen frs.

Op grond van deze motieven en daarbij de omme-
keer der kansen in den militairen toestand, worden
van Fransche zijde voor het slagen van de emissie der
nieuwe leening de meest gunstige verwachtingen ge-
koesterd.

Februari
1915
zijn
5
pCt. belastingvrije tienjarige obliga-
ties in gelijke coupures als de bons.
Met verwaarloozing van de omstandigheid, dat de intee-
kening op de oorlogsieeningen ook in den vreemde was
opengesteld.

ONTGINNING lijN VOEDSELVOORZIENING.

Vanwege de
Nede,landsche Heide9naatsc hap pij
ont-
vangen wij de volgende bijdrage:

Door den oorlog heeft de, ontginning van woeste
gronden zeer aan beteekenis gewonnen. V66r de oor

logsjaren werd het voedseivraagstuk, in zooverre dit

een levensbelang geldt voor ons volk, met ontginning

ternauwernood in verband gebracht. Deze laatste werd

meer dienstbaar gemaakt aan dè uitbreiding der ge
legenheid tot nederzetting en aan werkverschaffing
en had tot feitelijk einddoel, de vergrooting van het

uitvoerquantum der land- en tuinbouwproducten.

Twee zaken zijn thans echter scherp naar voren
getreden en wel:

le. dat ontginning niet slechts krachtig bijdraagt
tot leniging van voedselschaarschte, doch deze in

aanzienlijke mate kan voorkomen;

2e. dat ons volk geen gebrek had behoeven te lijden,
als v66r den oorlog, toen meststoffen overvloedig en

goedkoôp, en rnenschelijke en machinale arbeidskracht

voldoende te verkrijgen waren, het ontginningsvraagi
stuk meer ware bestudeerd met het oog op onafhan-

kelijkheid van ‘t buitenland bij de voedselvoorziening.’

Omtrent punt 1 wordt het volgende opgemerkt. D
Koninklijke Commissie,00r Voedselvoorziening, door,

het Britsche Rijk in 1916 ingesteld, waarvan de eerste,

physiologen des lands deel uitmaakj;en, kwam tot de

slotsom, dat een volwassen rnensch bij mid-delmatigen

arbeid, zonder. in gewicht te verliezen, een hoeveel-

heid voedsel noodig heeft, die equivalent is met 3400
calorieën verbrandingswaarde. Een in 1918 opnieuw

ingestelde. Commissie, waaraan specialiteiten uit

Amerika en Frankrijk waren toegevoegd, kwam t
o
t

nagenoeg dezelfde conclusie. Deze nam echter aan,’
dat zonder bezwaar gedurende geruimen tijd het
raritsoen met 10 pCt. zou kunnen worden verminderd.

Nemen wij thans het getal 3400 als norm. Deze voe-
dingswaarde komt overeen met een rantsôen, waarin

zich 1.00 gram vet, 100 gram eiwit en 500 gram kool-

hydraten bevinden. Gaan wij vervolgens eens na,
welke heteekenis ontginning voor ons volk heeft

gehad.

Sedert 1833 is de verdeeling van het grondgebruik
in Nederland als volgt gewijzigd:

1833.

1916.

Toename. Afname.
Bouwianci

802,800

053.900 151.100


Graslancl …….
1.093.100 1.252.300

159.200


Bosch

……….
169.000

257.400

88.400


Woeste grond
. .

906.500

494.200

412.300

In totaal is dus een oppervlakte van ruim 310.000
H.A. ontgonnen tot bouw- en grasland en derhalv

voor een cultuur bestemd, die rechtstreeks komt ten
bate van de voedselvermeerdering. Hoofdzakelijk
wordt behalve’boter, kaas, melk en vleesch daarvan
geproduceerd graan (rôgge) en aardappelen, gewas-sen, die volgens de •ervaring op deze .grönden goed
s

gedijen. Door de steeds meer volmaakte cultuurtech-
.niek en landbouwwetenschap werden na 1900 gemid-
deld oogsten verkregen per H.A. van 2000 K.G. rogge,
18.000 K.G. aardappelen, of, gerekend 1 koe op 1 H.A.,
3000 K.G. melk.

Een berekenîng naar de voedingswaarde dezer pro-t

ducten toont aan, dat met de producten van 1 H.A.
4 h 5 .menschen kunnen worden gevoed volgens de
norm van 3400 calorieën. Neemt
:
men gemiddeld 20 pCt. voor oogstbeschadiging en mislukking, dan kun-•

nen van 1 H.A. dus ongeveer 4 menschen leven.
Genoemde 310.000 H.A. hebben zo9doende voor pl.m.
1.200.000 menschen voedsel opgeleverd, of voor
deel onzer bevolking. Hierbij moet worden opgemerkt,
dat door de voortgaande verbetering der landbouw-
techniek, waarbij veredeling van gewassen, droog-
legging en bemesting gewichtige factoren zijn, de
opbrengsten nog aanzienlijk kunnen toenemen. Zoo
was op goeden grond v66r-den oorlog een opbrengst
per H.A. van 2500 KG. graan (Petküser rogge)’en

25.000 K.G. aardappols (variëteiten Eigenheimer en

roodo star) geen zeldzaamheid.

Niettegenstaande dit is er een tekort aan voedsel.
Zulks had anders kunnen zijn, indien het Nederland-

selie volk meer algemeen er van doordrongen ware

geweest, dat ontginning- een belangrijk element vormt
voor ons levensbelang.

Wat,nu betreft punt 2, moge het volgende dienen.

Uit onze lan’dbouvstatistiek blijkt, dat in Neder-

land nog pl.m. 494.000 H.A. woest liggen, of pl.m.
15 pCt. der totale oppervlakte. Hiervan zijn 20.277

H.A. dijken en bermen; 32.668 H.A. hoogveen; 23.079

H.A. verturfd hoogveen (daigrond); 388.057 H.A.

heide; 13.233 H.A. zandverstuiving; 37.113 H.A.

duinen.

Hiervan moeten de groepen zandverstuiving en

‘duinen worden terzijde gesteld, aangezien zij slechts
voor de houtteelt, doch niet voor voedselvoorziening

kunnen dienen. De dijken en bermen leveren reeds

voor, het grootste deel hun opbrengst in den vorm

van gras. Het hoogveen en de daigrond zijn zeer ge-
schikt voor de cultuur van veel opbrengende voe-

dingsgewassen. Van de heidegronden komt slechts een

deel voor ontginning tot bouw- en grasland in aan-
merking. Van ‘t meeste belang is het nu te weten

welk deel. De ervaring is hierin leermeesteres; zij

zegt ons: –

dat ‘groote oppervlakten thans tot goed gras- en

houwland ontgonnen zijn, waarvan ‘dit zelfs in 1900
nog niet werd verwacht. Na dien is heide met succes

voor die culturen bestemd, waarvoor men v66r dien

tijd vaa-k ternauwernood tot houtteelt durfde advi-

seeren. Verbeterde ligging door aanleg van wegen,,
kanalen etc., zoomedevooruitgang van wetenschap en’

techniek ‘zijn hiervan de voornaamste oorzaken. Zij
vormen de hoofdfactoren voor de evolutie in het ont-

ginningswezen;

dat de ondernemingsgeest zich krachtiger heeft
ontplooid, naarmate het perspectief door de boyen-

genoemde factoren ruimer werd. Ten deze geldt voor-

al verhooging van rentabiliteit door waardevermeer,

dering.

Van de heidegronden mag worden aangenomen, dat
thans’ pl.m. 60 pCt. of pl.m. 233.000 H.A. geschikt

zijn voor gras- en bouwlan-d. Daarbij gevoegd de veen-
gronden, pl.m. 55.700 H.A., vormt een totaal van
pl.m. 288.000 H.A. Deze oppervlakte is dus geschikt

voor voedselproductie en kan volgens de onder 1 ge-
maakte berekening jaarlijks voor 1.152.000 menschen
leeftocht voortbrengen. Het alles overheerschende be-

lang is nu, dat ons volk uit het heden en verleden de
noodige wijsheid put voor de naaste toekomst. Het
moet er van doordrongen worden, dat binnen onze.
grenzen zonder ondraaglijke finaneieele lasten veel
meer voedsel kan worden geteeld dan thans geschiedt.

Als deze wetenschap gemeengoed ware geweest, had
ons vaderland niet in zak en asch behoeven te zitten,

toen de oorlog ons land in economische moeilijkheden
bracht. Het bewustzijn, dat onze eigen bodem bij
machte ware geweest om gebrek en ondervoeding te
weerstreven, wijst ons den weg betreffende hetgeen

in de toekomst moet geschieden.
K. D.

Het door het vorige ministerie ingediende wetspnt-
werp, houdende voorzieningen ten aanzien van bui-

tent a.ndsche effecten,
waarbij de Regeering gemach-

tigd zou worden gedurende het oorlogstijdperk en
zoolang de daaruit voortvloeiende
bijzondere
omstan-

digheden voortduren, den invoer van buitenlandsche
effecten en het uitgeven, in omloop brengen, over-

dragen, verpanden, in beleening geven en het in koop,
pand of beleening aannemen van niet toegelaten bui-
tenlandsche effecten te verbieden, dat zooals de lezer
zich herinneren zal veel oppositie ontmoet heeft, werd
blijkens mededeeling aai de

Tweede Kamer van 25

30 October 1918

‘ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

963

dezer ingetrokken. Het ontwerp was in de kolommen
van dit tijdschrift ter sprake gekomen op pag. 418 v.,
455 en 607 v., van den loopenden jaargang.

AANTEEKENINGEN.

De toeneming van de papiercir-

cn’latie in Duitschja.nd. –
Terwijl naden

eersten overgang tot den oorlogstoestand de toeneming

van de geldcirculatie in Duitschland geleidelijk aan
plaats vond, in proporties, die men door de toenemen-

de prijsstijging en het gebruik van bankpapier in de

geoccupeerde landstreken in hoofdzaak verklaard

achtte, is in de laatste maanden gelijk uit onderstaande

cijfers blijkt, de toeneming in voortdurend sneller
tempo gegaan.

in millioenen mark

Darlehens-
Totale
Vermeerd.
Bank- kassenscheine
circu-
bij de
biljetten
in omloop
latie vor. mnd.

30
April
1918
11.821
7.058
18.879

31 Mei
1918
12.003 7.299 19.293
314
29
Juni
1918
12 510
7.702
20.212
919
31 Juli
1918
12.705
7.857
20.562
350
31 Aug.
1918
13.639 8.376 22.015
1.453
30
Sept.
1918 15.334
8.866
24.200
2.185

:De kwartaalabehoefte pleegt iedere drie maanden
:
de
circulatie voor korten tijd extra te doen aanzwellen;
waarna, ook gedurende den oorlog, de eerstvolgende
weekstaat weder een teruggang vertoonde. Op 7 Octo-

bej’ is dit evenwel voor de eerste maal niet het geval
geweest. De totale circulatie toch steeg opnieuw en

rnt niet minder dan 602 millioen in één week, welk
bedrag in. de volgende week 389 millioen bedroeg om

volgens den laatsten weekstaat – 23 Octdber j.I. –
509 millioen te beloopen. Vooral de bankbiljetten-
circulatie vertoont stijging. Op genoemden weekstaat

gaat deze de 16,4 milliard te .boven.

Niettegenstaande de ontzaglijke bedragen, waarmede
aldus de circulatie wekelijks toeneemt, bestaat er op
het oogenblik in Duitschland een zeer dringende geld-
.

schaarschte. Niet de behoefte van het publiek, maar

de capaciteit van de R.eichsdruckerei bepaalt de snel-
heid van uitgifte. Zelfs indien het bedrag technisch
nog belangrj.k verder kon worden opgevoerd; zou het onder de gegeven omstandigheden zonder twijfel vol-
slagen geabsorbeerd worden. Bijzondere voorzieningen
moesten dan ook getroffen worden en zoo is thans
gelijk in de eerste maanden van den oorlog’aan ge-
meenten en groots bedrijven de bevoegdheid verleend.,
tot uitgifte vaii noodg’eld in coiipures ‘an 5 en 10

Mark met looptijd tot 1 November a.s., een bevoegd
heid., waarvan reeds door tal van gemeenten en particu-
liere ondernemingen gebruik is gemaakt, terwijl boven-

dien de op 2 Januari a.s. vervallende coupons der
oorlogsleeningen ‘met het karakter van wettig betaal-
middel zijn bekleed en tot elk bedrag moeten vorden
aanvaard.

Omtrent ¶de oorzaken dezer ,,Banknotenhamsterej”,’
welke uiteraard nauw samenhangt met de wisseling

in de oorlogskans en de algemeene ongerustheid,’
waarin het Duitsche volk thans verkeert, bevat het
effectenbeursoverzicht in dit nummer nog enkele na)
dere berichten. Ook ditmaal wordt het verschijnsel
voor een groot deel op rekening van het platteland
geschreven en met pogingen zich aan den fiscus te

onttrekken in verband gebracht. Daarnaast begint
echter •ook in Duitschland, naar het ‘schijnt, het ont-: trekken van deposito’s aan banken en spaarinstellin-1
gen zekeren omvang aan te nemen, van algemeene be-
kendheid als het is, dat bij deze instellingen zeer groote
bedragen aan oorlogsleeningen en schatkistpapier op

korten termijn zijn ondergebracht. In Oostenrijk heeft
dit verschijnsel, waarbij wel eenigszins uit het oog
verloren wordt, dat de centrale banken in beidelan-den waarlijk niet minder’ van staatspapier voorzien
zijn, reeds veel ernstiger afmetingen aangenomen,

Dat in cle Duitsche pers en van officieele zijde ge-
tracht wrordt het verschijnsl zoovcel mogelijk te kee-
ren, ligt voor de hand. De propaganda voor het

,,Bargeldlosverkehr” is in de laatste maanden weder

krachtig ter hand genomen en aan alle
zijden
wordt
gewezen niet alleen op de algemeene nadeelen aan het

oppotten verbonden, ihaar ook op de nadeelen en ge-

varen voor den hamsteraar persoonlijk: rénteverlies,
gevaren van diefstal, brand e. d. Gelijk in het effec-

tenbeursoverzicht wordt medegedeeld is laatstelijk van

de voorname financieele instellingen in het land,

ondèr leidin der Reichsbank, een erustige vermaning
in dezen geest uitgegaan. De beweging gaat echter

voort’ en zal aan de negende oorlogsleening, waarvan,

gelijk men weet, de termijn van
inschrijving
voors-
hands met 14 dagen is verlengd, niet ten goede komen.

De wee/cstaat’der Ba.nque deFrance

‘en de Amerikaansc.he credieten. –

Op den weekstâat der Banque de France is sedert 5

Séptember j.l. onder de activa een nieuwe post vèr-
schenen ,,Avoir en compte h la Trésorerie des Etats-

linis” tot een beloop van frs. 1.036.000.000. De post
– is het gevolg van een transactie, die van Fransche zijde
als volgt wordt toegelicht:
1

– De tegenwooTdigheid van de voortdurend talrjker

wordende Amerikaansche legers in Frankrijk noopt de Amerikaansche regeering tot belangrijke betalingen in
• Frankrijk. In overleg met de Fransche regeering, die
tot dusver de

hiervoor benoodigde gelden verschaft
had, is thans door de Amerikaansche regeering aan
de Fransche-een crediet geopend van $ 200.000.000,

welk bedrag door deze tégen muntpariteit aan de
PBanque de France is overgedragen en mitsdien op de

weekstaat van deze laatste als het genoemd -bedrag
• van’ frs. 1.036.000.000 voorkomt, terwijl tegelijk het
crediet der Fransche regeering met dit bedrag ver-
minderd is. Overeengekomen is, dat naarmate de Ame-

rikaansche regeering dit bedrag verbruikt, de Fran-
sche regeering gecrediteerd zal worden voor het ver-
schil tusschen de muntpariteit en de wisselkoersen
van het oogenblik. Het gevolg- hiervan is, dat de koers-
winsten uit de transactie voortvloeiende geheel komen ten voordeele van de Fransche schatkist.

De financieele positie der Duitsche
s c
h e e p s w e r v e n.. –
In de laatst verschenen afleve-
ring der J’ahrbücher für Nationalökonomie und Sta-
tistik (III. Folge, 56. Band,’ Drittes Heft) kcmt een

belangwekkende aanteekening voor van Feb. Landau

(‘over de Duitsche scheepswerven in den oorlog, waarin
geregistreerd is de kapitaalsontwikkeling dezer onder-
nemingen. Welken omvang het scheepsmateriaal heeft,
‘dat in de oorlogsjaren voltooid is – merkt de schrij-
ver op – is niet gepubliceerd geworden, maar ook
een onderzoek naar de finajcieele positie •der onder-scheidene maatschappijen kan hier licht verschaffen. Gegeven wordt dan een zeer uitvoerige en nauwkeu-
rige tabel, samengesteld uit de jaarverslagen van de
groote Duitsche werven, die met een aandeelenkapi-
taal werken; ergo missen wij bijvoorbeeld de Germania-
werf t te Kiel, de Gesellschaften m.b.H. en kleine repa-
ratie- en andere hellingen. Het ommëstaand overiicht
is aan de vermelde bron ontleend.

De toeneming van het totale bedrijfskapitaal tusschen de jaren 1913 (resp. de boekperiode 1913/14) en 1917
(resp. 1916/17) der 18 in het tijdschrift behandelde
maatschappijen, bedroeg van 140,3 mill. M. tot 169,8
mill.
Iv[.;
21,03 pOt. Ook de verdere hier overgenomen
cijfers hebben betrekking op het totaal der 18 meer-

genoemde maatschappijen. Het aandeelenkapitaal steeg

door •de vermeerdering bij 10 niaatschappijen en de
vermindering bij één, met 22,9 mill. M. of 27,48 pOt.
Het obligatiekapitaal verminderde met 4,1 mill. M.
of 9,34 pOt. De voornaamste stijging vertoonen de
reserves, n.l. mét 10,7 mill. M. of 44,84 pOt. In de
volgorde dci in de staatjes vermelde maatschappijen

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October 1918

Bedrijfskapitaal

SalJo

Toevoeging

totaal aandeel, exploitatie-

Afschrijving

aan de

Dividend

aandeelen

obligaties

oblig. en reserve

rekening

reserve

1913
1
) 1
1917
1
) 1
1913

1

1917

1913

1

1911

1

1913
1
1917

1
1913′
1

1917
1
1913
1
1917
1
1913
1
1917

A.
G.

..
,,Weser”..
7.336 7.336 1.803
1.597
10.006
10.523 1.015 6.324
1.003
4.772
67
554

880

Vulcan-Werke ….
15.000 15.000
10.000 9.680
28.055 28.885

7.121
2.617
5622

20

‘1:200

Flensb. Schuffsbau.
3.300
3.300
2.234
1.734 7.617
7.470 1.826
1.087
771
452
200
33
396 330

Blohm u. Voss….
12.000
20.000
7.931
7.004
20.764 30.244
2.244
7.323 1.578
3.220
133
738
570
1.150

Reicherstieg Schv.
5.000
6.000
3.856
3.730
9.238
10.180
626
1.783
416
1.128
49
64
200
440

Howaldtswerke
.
..
4.100
7.000
2.691
2.167
7.841
10.694
904
2.020
796
959
17
426
107
610

A. G.

. .
,,Neptun”
2.200
3.000
1.098
982
3.893
5.211
451 1.236
225
520
82
385
132
300

BremerVulcan
.. . .
10.000
10.000
1.875
1.375
13.594 13.745
2.384
3.679
1.099
1.143
87
15
1.100
2.000

G. Seebeck A. G. ..
3.500
3.328
2.390
2.172
6.552 6.318 465
1.106
336 528 212
368

416
Teckienborg A. G.. 4.000
6.000 2.452 2.236
7.357
10.494
1.490
2.941
777
1.171
185
702
400
750

J.
Frerichs A. G…
2.500
4.500
1.485
1.455 3.985
6.329

837
253 368

156

375

Atlas-Werke ……
6.000
7.500
3.130 2.850
9.348
12.296
1.300
2.653
695 1.188 156
406
450
1.050

Totaal van 18 onder.
83.326

..

106.224
43.863
39.766 140.335
169.821 13.812
40.149
10.955 21.786
1.569
4.268
3.819 10.380
nemingen in de oorspr.
bron vermeld.

Terreinen en

Pct. van brutowinst aan
Saldo expl.rek.

inventaris in

Uitgekeerd
in pCL v. h.

pCt. v. h.’

Dividend
bedrijfskapitaal

bedrijfskapitaal

afschrijvingen

dividend

1913

1

1917

1913

1

1917.

1

1913

1

1917

1913

1

1917

1913

,

1917

A. G. ,,Weser”.
. .
10,14
60,10
147,47
75,65
97,93

Vulcan-Werke..

2)
24,65
134,82
93,06
-)
Flensb. Schiffsbau 24,62 14,56
84,76
68,07
42,20

Blohm u. Voss..
10,83
24,2,1
180,50
137,16 69,33
Reicherstieg Snhw.

6,78
17,51.
110,80 96,48
62,57
Howaldtswerke
.
11,66 18,89
104,56
68,44
86,47

A.
G. ,,Neptun”
11,57
23,72 106,09
68,24
48,85

BremrVu1kan ….
17,54
26,77
72,09
61,04
45,77

G. Seebeck A.
G..
7,09
17,51
94,22
89,06
61J4

Teckienborg A. G:
20,26 28,03
110,24
67,71

51,49

J.
Frerichs A. G..

2)
1325
107,42 83,65
_2)

14,02 21,58 73,92
49,83
52,88
Atlas-Werke……..

Totaal van’ 18 onder-

693

2364

115-

8580

6366
nemingenindeoorspr.
bron vermeld.
1)

respectieve 1913/14 en 1916/17, ook wat de overige kolommen betreft.

72,78

13,42
0
12

78,95
5)

16,85
Venl.2. 147.853 M.
8

41,60
21,69
30,35
12

,
10

43,64
24,98 15,58
4
6
62,79 30,09
.
24,50
4
8

46,48
11,63
29,60
41,60
28,72 23,95
6
10

30,95
45,80
54,14
11
20

38,93

30,5
0
12’/2

37,53
26,51
24,04
10 12
1
/
39,32
– )
40,11
Verl.1.922.220 M.
10
43,08
34,23
37,60
7 ‘/2
14

52,75
1
22,19
1
25,14,
1

4,70

1

9,77

2)
verliessaldo.

was het stijgingspercentage: 183; 137; 129; 389; 118;
145; 207; 138; 123; 250; van 0 tot 207.880 Al.; 895. In
verhouding tot het aandeelenkapitaal hadden ‘de reser-
ves in 1913 bedragén 15,78 pOt. tegenover 22,44 pOt.
in 1917; voor de zuivere reserves zijn de cijfers 12,18
pOt. en 13,61 pOt. In het laatste jaar v66r den oorlog
waren aan dividenden betaald door 13 maatschappijen

3.818.625 M. of gemiddeld 4,70 pOt. dividend; in hêt,
laatste verslagjaar keerden de 18 maatschappijen’

10.380.398 M. uit of 9,77 pOt. –

Ten slotte geeft het interessante artikel nog een
lijstje der werven, met aandeelenkapitaal, die tijdens

den oorlog opgericht werden (tot ultimo Juli 1918):

Aand. Kap.
in M.

25
Augustus
1916.
Hamburger Werft ……….1.000.000

20
October
1916.
Eisfiether Went …………
500.000

19
Mei
1917.
Ostseewerke Stettin …………
6.000.000

3
Augustus
1917.
Schiffswerft und Maschinenfa-
brik ,,Hansa”, Akt.-Ges., te Hamburg,
Âand. kap…………………………….
1.750.
000

Hypotheken ………………………….
730.000

1918.
Elbe-Went, Akt-Ges., te Hamburg ……
4.500.000,,

Schiffswerft te Nordenham …………..
5.000.000′
Deutsché Schiffsu’erft, A.-G., te Wismar . –
8.000.000
Tritonwerke, A.-G., te Lübeck ……….1.000.000
Vereinigte Elbwerfte, A.-G., te Hamburg . .
2.500.000
Deutsche Werft, A.-G., te Hamburg ……10.000.000
Securitas-Werke, A.-G. fOr Schiff- und
Maschinenbau, Harburg a. E………..
9.000.000

49.980.000

In de werven, die met een aandeelenkapitaal werken,
is thans belegd een bedrag, groot 226.900.797 M. of
86.565.787 M., overeenkomende met 61,68 pOt., meer

dan halverwegen 1914.

Men zie aan het slot van het suikerbericht in de

rubriek ,,Overzichten” een statistiek der Ouba-suiker-

oogsten van 1890-1918.

INGEZONDEN STUKKEN.

DE NIEUWE STAATSLEENING.

In afwachting van het V.V. der Tweede Kamer

over het wetsontwerp betreffende de nieuwe Staats-
leening en in aansluiting aan het artikel over ,,onze

Staatsleeningen” van den heer
J.
van Dusseidorp,

opgenomen in, het vorige nummer van dit weekblad,
moge het niet ongepast geoordeeld worden hiei aan-
gaande genoemd wetsontwerp nog eenige opmerkin-

gen te maken.
In de eerste plaats mag dan de vraag gesteld wor-

den, of het juist gezien is, die leening op een, zoo
hoog bedrag als 350 millioen te stellen. Onder de.
vlottende schuld, welker consolidatie wordt voorge-
steld, is o.a. opgenomen het bedrag der zilverbons.
Welnu, hoe gewenscht de intrekking van deze moge

zijn, zoo valt vooreerst ‘daaraan toch wel niet te denken.

‘Voorts is in het algemeen op het volgende te letten.
De handhaving van een overmatig bcdrag van vlot-

tende schuld is zeker niet aan te hevelen. Doch onder
de bestaande omstandigheden, nu er te onzent zulk
een overvloed is van beschikbaar kapitaal, weliswaar slechts tijdelijk beschikbaar, maar wie weet voor hoe
lang toch nog, geven ‘s Rijks schatkistpromessen en
biljetten juist voor die kapitalen een zeer gewenschte
belegging aan de hand en belet deze belegging, dat
voor die kapitalen een minder gewenschte belegging

wordt gezocht. Aan het in omloop laten van een hon-
derd of zelfs een tweehonderd millioen schatkistpapier

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

965

is dus zeker geen bezwaar verbondén. Wel te verstaan
echter, mits, niet ondergebracht bij de Nederlandsche
Bank, welke onderbrenging. onvermijdelijk werkt in

de richting van inflatie, maar uitsluitend aangeboden
aan de open markt.

In de tweede plaats moet de vraag gesteld worden,

of het wenschelijk is voor de zoogenaamd vrijwillige, maar in werkelijkheid gedwongen leening zoo uitslui-

tend het onderkomen te zoeken bij’ de bezitters van
betrekkelijk groot vermogen of groot inkomen. Vol-

gens de officieele statistiek waren voor het dienst-

jaar 1916/17 in de Vermogensbelasting op een totaal
bedrag van 95.374 aanslagen voor gezamenlijk 7.841
millioen gulden, er 74.099 aanslagen van houders van
vermogens span
f 16.000
tot
f
75.000 voor een geza-
menlijk bedrag van 2.385 millioen gulden; en in de
Inkomstenbelasting, op een totaal bedrag van 757.519 aanslagen voor een gezamenlijk bedrag van 1675 mii-

lioen gulden, 422.361 aanslagen wegens inkomens van
f 1000
tot
f 10.000′
tot een gezamenlijk bedrag van
869 millioen gulden.

Waarom moeten al die helastiugschuldigen van de deelneming in de gedwongen leening worden vrij
g
e-
steld? M.a.w. waarom voor het vrijgestelde vermogen

of inkomen een zoo hoog bedrag gesteld als weder in
dit wetsontwerp gedaan wordt?

In Engeland en in de Ver. Staten van Amerika is

bij het uitschrijven van oorlogsleeningen het streven
zooveel mogelijk inschrijvingen voor kleine bedragen
te bekomen, zegge de leeningen over een zoo talrijk

mogelijk aantal personen te verdeelen. En terecht
wordt aldus gehandeld. Door oorlogsieeningen, zoo.
wel als door oorlogsbelastingen – en hetzelfde geldt
voor onze crisisleeningen en -belastingen – moet zoo-

veel mogelijk bevorderd worden, dat de oorlogs of
crisisuitgaven bestreden worden door verhoogde pro-
ductie, zegge door vermeerdering van werkzaamhejd,
of door besparingen op de gewone verteringen, ver-
mindering van consumtie. En daartoe moet bij het
uitschrijven van leeningen gezocht worden om die in

zoo ruim mogelijken kring te plaatsen. Bij ons handelt
men juist in tegenovergestelde richting; de houders van
kleine of zelfs van middelmatige vermogens en inkom-
sten worden ongemoeid gelaten; en daarentegen wordt
kapitaal onttrokken aan handel en nijverheid, kapitaal

dat wel, noodgedrongen, tijdelijk beschikbaar moge zijn, maar eerlang daar weder onmisbaar zal wezen.

In ieder opzicht een averechtsche behandeling van
zaken.

Ten slotte nog de volgende opmerking. Dat dit-
maal niet alleen met het vermogen, maar ook met het

inkomen rekening wordt gehouden voor de deelne-
ming in de gedwongen leening is zeker alleszins juist.

Maat dan moet van het totaal-inkomen aftrek plaats
vinden van het inkomen aan vermogen ontleend; zoo-
als het wetsontwerp thans luidt is er dienaangaande
double-emploi.

20-10218.

G. M.
BoIssEvAn.

REGEERINGSMAATREGELEN OP

HANDELSGEBIED.

Mel’kvoorziening. Met ingang van 1 No-
vember is vastgesteld eene ,,regeling voor de melk-
voorziening in den winter 1918/1919″; tevens zijn
maximumprijzen vastgesteld voor melk en melkpro.
ducten. De kleinhandelsprijs voor volle rauwe melk

wordt 2 ct. per 0,1 liter; die voor tapte- en karnemelk
734 ct. per liter.

Met ingang van 1 November is het melkrantsoen
vastgesteld op 0,2 liter per hoofd en per dag; daaruit moet allereerst gedekt worden de behoefte aan melk
voor zieken en kinderen. Voor gezonden zal dan ook
niet veel meer dan
/io
liter volle melk per dag be-
schikbaar blijven.
Aan de
lijst
van artikelen, beschikbaar gesteld inge-

volge art. 1 der Distr’ibutiewet 1916 is nog toegevoegd

gecondenseerde taptemelk met suiker, verpakt in va-
ten; ook voor dit artikel zijn maximumprijzen vast-
gesteld.

V 1 e e s c h. Behoudens uitzonderingen is verboden
het vervoer en de aflevering van versch vleesch, on-

verschillig van welke soort. De Minister heeft uitdruk-

kelijk de medewerking der burgemeesters ingeroepen

ten einde, he,t frauduleus verhandelen van vleesch zoo
streng mogelijk tegen te gaan.

B 1 o e m e n b r o o d. Met ingang van 28 October
zal als maximum-tusschenhandelsprijs voor regeerings-
bloem weder gelden
f 30
per 100 K.G., terwijl met in-
gang van 4 November de bloem-broodprijzen in den
kleinhandel weder verlaagd worden tot het vroegere
peil:
f0,36
per K.G. tarwewaterbrood. .

Aanvullingshroodkaarten voor
k i n d e r e n. Met ingang van 22 November zal aan

kinderen ven twaalf tot achttien jaar een eerste aan-
vullingsbroodkaart worden verstrekt.

Opslag van aardappelen. Particulieren

mogen geen grooter hoeveelheid voor opslaan ontvan-
gen, dan de gemeente voor de andere ingezetenen in
voorraad heeft.

V 1 a s s t r o o. De bij beschikking van 8 Juli j.l.
vastgestelde maximumprijzen voor vlasstroo, gewas
1917 en 1918 in ongerepelden toestand, zullen ook gel-
dig zijn voor vlasstroo, gewas 1917 en 1918, in gere-
pelden toestand.

o o i. De Minister van Landbouw heeft vastge-
steld een maximum groothandelprijs voor hooi voor
eerste qualiteit van
f
80 per 1000 K.G, ongeperst.

K u n s t m e s t. Op 1 November a.s. zal een aan-
‘ang worden gemaakt met de verdeeling van super-
phosp’haat ‘voor bemesting van den oogst 1919. l)e prijs
is bepaald op
f
12 per 100 K.G. bruto voor netto.

Voeding van eigen vee. Mede in verband
met de door overmatige regens verslechterde positie
is de regeling van 21 Augustus j.l. inzake het laten
van granen en peulvruchten aan landbouwers voor de
voeding van eigen vee gewijzigd.

Teelt van tuinbouwgewassen op
g e s c h e u r d grasland. Verzoeken om tuinbouw-

gewassen voor den handel te mogen verbouwen op ge-
scheurd grasland zijn niet voor inwilliging vatbaar.

K a a r s e n. De maximumkleinhandelprjs voor
kaarsen is door den Minister nader v.stgesteld op
04 cent per pak van
300
gram netto. Voor schemer-
lichten bedraagt de kleinhandelprjs 58 cent per

doos van tenminste 200 gram. Eén pak per gezin
per maand mag ter beschikking worden gesteld van
z.g. ,,lichtlooze” gezinnen in de maanden November
en December.

Lichtlooze gezinnen. Per lichtloos gezin
mag slechts één lichtpunt worden aangebracht en
wordt een gemiddelde draadieugte van slechts 20 M.
verstrekt.

Plakmid.delen. De Minister van Landbouw
heeft een enquête ingesteld naar de bedrijven, die zich
op de vervaardiging van plakmiddelen toeleggen en
heeft in verband hiermede alle fabrikanten van plak-
middelen verzocht uiterlijk 20 October aan het
Bureau Nijverheid der Afdeeling Orisiszaken opgave
te doen.

W ii d e k a s t a n j e s. De Minister acht het wen-
schelijk, dat de inzameling van wilde kastanjes, thans

veelvuldig gebruikt voor de vervaardiging van plak-
middelen, die de stijfsel moeten vervangen, zoorveel mogelijk wordt bevorderd. De inzameling wordt aan
het particulier initiatief overgelaten; verboden wordt

het afleveren. Voorts zijn vastgesteld maximu,mprjzen
voor wilde kastanjes. Bedrijven, die het artikel als
grondstof verwerken, dienen zich met het Bureau

Nijverheid der Afdeeling Orisiszaken voornoemd in
verbinding te stellen.

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October
1918

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

•** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

26
October
1918
1

20
Juli
1914

(Disc. Wissels.
4
1
12 sedert 1 Juli ’15
3
1
/3sedert23
Mrt.’14
Ned.B
e
lBj
fln
Eff
41/
2

,,

1

,,

’15
4

23

,,

’14

an (Vrsch.inR.C.
5
1
/1

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14

Bank van Engeland
5

,,

5 Apr.’17
3

,,

29Jan.’14
Düitsche Rijkebank
5

,,

23Dec.’14
4

5Febr.’14

Bank van Frankrijk
5

,,

21Aug.’14
3
1
/2

29 Jan.’14

Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12 Apr.’15
4

12 Mrt. ’14

Nat. Bankv.Denem.
5

,,

9Juli’15
5

6Febr.’14

Zweedsche Rijksbk.
7

,,

20Mrt.’18
4
1
/2

,,

6

’14

Bank v. Noorwegen
6

,,

14Dec.’17
4
1
/

,,

11

,,

’14

ZwitserscheNat.Bk.
51/s

3 Oct. ’18
3
1
/

.,,19

,,

’14
Bank van Spanje..
4

,,

22Mrt.’17
41/
s

Bank van Italië..
5

,,

10Jan.’18
5

,,

9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4

– –


Javasche Bank….
3
1
/2

,,

1 Aug.’09
3
1
/2

,,

1Aug.’09

0
D
t
a
Stork-
lIolm
*)
Kopen-
bogen
8)

Chrh.
tiania
1)
Zwitser-
.
ldndt)
Spanje
1)
Baiavia
1)
telegrafisch

21 Oct.

1918
69.50 64.60
65.55
47.50
49.-
99-100
22

1018
69.40
64.50 65.50
47.50

99-100

23

1918
69.30
64.50 65.60
47.60
49.-
99-100

24

,,

1918
69.30
64.30 65.60
47.75
49.-
99-100

25

,,

1918
69.20
64.20
65.40
47.60
49.-
100
1
9

26

,,

1918
69.30 64.30 65.50
47.30
49.75
99-100
L’ste d.
w.9
69.10 64.10 65.15
47.25
48.-
99
FI’ste

,,

,,

l)
69.60 64.60 65.75
47.80
50.-
100k
19 Oct.

1918
69.40
64.50 65.50
47.40
48.75
99-1001
12

,,

1918
68.95
64.-
65.40
48.50

99-100
Muntpariteit
6667
66.67 66.67
48.-
48.-
100

) Noteering te Amsterdam. ‘t tarticuIsere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zicht Zicht Zicht

Data
Londen
Parijs
Berlijn
Am,terd.

(in
$

(in
frs.
(in
cents
(in cents
per £)
P.
5)
P. 4
Rm.)
per
gld.)

26Oct.

….. 1918
4.76.55
5.48
nota.
42°/s
Laagste d.week..
4.76.55
5.48

*
nota.
42
1
/8

Hoogste,,

,,

..
4.76.55
5.48′!,
nom.
42
1
/2
19 Oct…..1918
4.76.55
5.48 Vs
noni.
42
1
/s ‘)
12

,
……1918
4.76.55
2
)
5.49Vs ‘)
nota.
448/4

)
Muntpariteit….
4.86.67
5.18
1
/
95V4
1

40
8
/,
1)
Noteering van
15
October.
‘)
Noteering van II OCtOOCt.
1) Noteering van 10 October.

OPEN MARKT.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN;

_Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
P.
Part.
York
Cail.
Part.
Prolan-
disconto
I

gatie
disconto
disconto
disc.
monev

26 Oct.

‘184
4’I2
317/3,
4…1/9

5’14-6
1

21-26
0.
’18
aV2-4
3/44/5
3171,
2

41/

5
8
/4-6

14-19 0.’18
3V4-
1
/2
3’/v-4
3”132
4-1/o

5/4-6

7-12
0.
’18
3V2-4
38/4…4 317/
4
h
18



5°/4-6

22-27
0.
’17
2’I8-3/e
2u/
2
3
4’°/82
4-6/t

3-4

23-28
0.
’16
11.,-2I4
2
3
/4-3
1
/2
5
I0
1
4
1
/

2-V2

20-24Jul.’l4
13
1
4-
1
1
j
o

2
1/_1/
2
1
/-‘/t
2 l/t….
1
/,
2’/4
1
‘/2’/

1) Noteering van 25 October.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselkoersen waren deze week zeer onzeker. Over
het algemeen waren de omzetten veel geringer clan de vorige
weken en nam men een afwachtende houding aan. Daardoor
waren de fluctaaties eerder nog talrijker, zonder dat echter
de uiterste schommelingen buitengewone afmetingen aan-
namen. Zoowel de entente als de centrale wissels waren
in het begin der week flauwer. En cle tweede helft trad
echter dooreengenomen een vastere 4temming in. Alleen Weenen was doorloopend sterk aangeboden- en sloot be-
lanrjk onder de vorige week.
In cle neutrale wissels warende omzetten van zeer. weinig
beteekenis en de koersen bleven vrijwel stationnair.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
01*2
Londen
8)
Parijs
Berlijn
Weencn St.Pe-

6is’)

New
York’)

21 Oct.1918..
11.26 43.15
36.85 22.90

2.36
1
/8

22

1918..
11.28
43.35
36.10
21.–

2.36°/4

23

,,

1918..
11.20
43.10
34.50
19.90

2.35

24

1918..
,,
11.16
42.95
34.10
20.10

2.34

25

,,

1918..
11.21
45.-
35.55 21.20

2.35

26

,,

1918..
11.2E
43.-
35.95 21.10

2.359
4

Laagste
d. w.’)
11.13
42.90
34.-
19.-

2.33/

Hoogste
,, .,,
t
)
11.33
43.50
37.50
23.50

2.38

19 Oct.

1918..
11.31
43.50
37.90 24.40

2.37
‘/
12

,,

1918..
11.12
42.60
37.60 23.75

2.33′!,

Muntpariteit..
12.10
4$.

‘59.26
50.41
1.28
2.48’/4

8) Noteering te Amsterdam.
)
Particuliere opgave.

Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
18Sept.
1915
1

Oct.
1918

Tljd0erk
2_l199iober

Laagste

Hoogs(e

14
Oct.
1918

Alexandrië..
Piast.
p. £
97″/5
97
3
1s –
97
3
1s
971/s
971/8

B.

Aires
.. ..
d.p.gd.pes.
508/162)

50
7
/1
50
5
1ic
51’/8
SlVs’)
Calcu,ta
….
sh/d.p.rup.
1/6″12
1/6
1
!,,
116
1/6
1
/j,
116
1
/82
Hongkong
..
id.
p. $
318
3/6’/#
314
1
12
3/6′!2
314
3
/4′)

Lissabon….
d.p.escudo
30
28V,
27
1
/2
29
th
29

Madrid

….
Peset.
p. X
20.81
21.89 21.70
23.40
23.16

Montevideo..
d.p.peso
63
1
/4
62
1
/4
58
8
/4
62
59’/4.

Montreal….
$
per
£
4.86
Vs
4.86
8
/4
4.85
1
/s
4.86
8
/
4.86

R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
12
8
1,t
12
1
/
12
3
1s
12
5
/t
12
9
/16
Lires
p. £
30.31+
30.31
30.25
30.37+
30.31

Shanghai

..
sh/d.p,tael
5/6 5/3
510
514
510
Rome

…….

Singapore
. .
id.
p. $
213
3
‘!82 213
3
‘!32
2/3′
7
/,,
2/41/,,

213
31
/,,
Valparaiso
1)

d.p.pap.p.
16
1
!2
1515/,,

13’/32
15°/82
14’/,
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2131/
4

1
2/3/4
2/3
1
/e
214
2/3
3
/8

1) Noteeringen op
90
dagen.
2)
Koers van Iô September.
8) Koers van 13 October.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt..

NOTEERING VAN ZILVEB.

Noteering te Londen.
te New
York

26 Oct.

1918……..49V,
101 Vs
19

1918 ……..

49′!,
101’/s
11

,,

1918 ……..

49’/s
101 Vs
5

,,

1918 ……..

49’/s
101Vs
28

Sept.

1918 ………

49′!,
101’/8

27

Oct.

1917 ……..

42,12′)
83
1
/4
28

Oct.

1916 ……. .32’/4
67
1
/8
20 Juli

1914 ……..

2415/,,

‘)
Noteering van 26 October
1917

N.U..M.

Weekstaat der Nederlandsche Uitvoermaatschappij.
Voornaamste nosten in duizenden tuldens.

Buiten!.
Debet
5 pCi.
Credit
Data
Bankier,
Schat-
Diverse
Schuld-
Diverse

kistbilj.
reken, t)
brieven
reken.
1)

24 Oct.

1918..
2.063
53.200 70.400
14.514
97.560

17

,,

.1918..
1.656
53.200
70.400
14.513
07.493

10

1918..
3.946
49.600
66.800
14.508
93.612

3

,,

1918..
3.867
49.600
.66.800
14.507
93.281
26 Sept. 1918..
.

3.573
49.600
63.900
14.470
90.255
1) Bejle rekeningen omvatten, behalve garantiewissels in porte8euiile
tot het bedrag rieT buitenl. schatkistbiljetten, in hoofdzaak garantiewisselo
in depbt bii de Neci. Bank.

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

NEDERLANDSCHE
BkNK.

Verkorte Balans op 26 October
1918.

Activa.

Biunenl.Wis-f’H.-bk.

(123.881.388,82′!,

sels, Prom.,’ B.-bk.

,,

79.264,95
enz.in
disc.I,Ag.sch.

19.035.594
,89’1
142.996:248,67
Papier o. h. Buitenl. in
disconto

……………………..

Idem eigen portef..
f

8.690.009,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.

Beleeningen

(H.-bk.

8.690.009,-

mcl. vrsch.

f
71.042.63fJ,45’12
B.-bk.

,

5.139.998,21
1
!,
in
rek..crt.
L
Ag.sch. ,, 43.501.908,96
op onderp.

f119.684.546,63

Op Effecten

……(118.178.446,63
Op Goederen en Spec. ,,

1.506.100,-

,,
119.684.546,63
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..
14.902.926,95′!,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
85.391.200,-
Muntmat., Goud ..

,,621.085.646,43
1
I,

(706.476.846,43
1
!,
Munt, Zilver, enz..

8.154.101,47
1
,,
Muntmat., Zilver
..

,

Effecten
714.630.947,91

Bel.v. h. Res.fonds..

f

5.035.969,32
id. van

v.
Ii.
kapit. ,,

3.882.361,18
8.918.330,50
Geb.enMeub. der Bank ……………..,
1.770.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
101.695.750,08

(1.113.288.759,74
1
12

Passiva.
Kapitaal

……………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds

…………………..,
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop …………

..
985.317.430,-
Bankassignatiiin in omloop ………..
1.944.416,41
‘1
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f


Van anderen ……,, 94.613.651,92


94.613.651,92
Diverse rekeningen

………………

..
6.333.858,85

(1.113.288.759,74′!,

Beschikbaar metaalsaldo ……..
……
f
497.709.283,11
‘1
Op de ba8i8 van I/s
metaaldekking ……
281.334.183,45
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is
.. ,,
2.488.546.415,–

Verschjllen met den vorigen weekstand:
Mee,
!11#nde,
Disconto’s

…………….
9.299.772,18
Buitenlandsche wissels
I8.633,-
Beleeningen

…………..
405.830,81
Goud
157.763,54
Zilver ………………..
68.918,77
Bankbiljetten
4.771.100,

Part. Rek.-Crt. saldo’s
15.270.492,58

Voornaamste posten
in duizenden vruldens.

Data
Goud
Zilver
B
biljank-

etten
Andere
opeichbore
,chulden

28 Oct.

1918

. . . –
706.477
8.154
985.317 96.558
19

,,

1918
706.635
8.085
990.089
80.717
12

1918
707.517 8.065
982.137
73.964
5

,,

1918

..
707.586 8.049 981.217
56.834
28

Sept.

1918

….
708.708 8.042
971.557 65.637
21

1918

. – .
706.810
7.997
956.250
77.383
14

1918

.
707.69′
7.988
954.057
67.561
7

1918

….
707.437
7.959
953.797
61.104
31

Au11.

1918

….
709.316
7.953
946.392
46.733
24

1918

..
707.424
7.953
.922.122
69.883
17

,,

1918
706.089
7.861
922.377
60.996
10

,,

1918

..
706.419
7.867
919.104 56.560
3

1918
713.251
7.860
927.020
53.851

27

Oct.

1917

….
685.230
7.386
824.973
64.694
28

Oct.

1916

….
583.642
6.531
730.338
76.022

25 Juli

1914

….
162.114

8.228
310.437
6.198

a
0
D t

Dl,contoa

8dec.
Beschik.
baar
Dek..
kinga.
Hiervan
10100,
Schatkiat-
ntngen
Metaal.
percen. promea,en
aaldo
lage
rechttrecka

26 Oct. 1918
142.996
116.500 119.685
497.709
66
19

,,

1918
133.696
106.000
119.279
499.995
67
12

1918
118.290 91.000
117.106 503.772
68
5

,,

1918
110.654
.
89.000
112.556 507.415
69
28Sept.1918
117.418
98.000
112.782
508.671
69
21

,,

1918
113.457
94.000
101.081
507.411
69
14

1918
99.258
-80.000
102.049
510.661
70
7

,,

1918
89.209 70.000
104.711
511.685
70
31 Aug. 1918
75.116
57.000 104.715
517.884
72 24

,,

1918 72.204
55.000 100.660 516.194
72
17

1918
64.448
47.000
101.787 516.473
73
10

,,

1918
61.395
43.000
101.508
518.330
73
3

1918
51.430
32.000
110.082
524.086
74

27 Oct. 1917
64.248 53.000 82.743 513.741
78
28 Oct. 1916
99.035 83.000
63.153
428.001
73

25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
54
‘)
Up
de basis
vflfl
215
metaoldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finao-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:

19
Oct. 1918
26 Oct. 1918

Aan schatkistpromessen..
f
255.870.000,-

f
270.870.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,, 106.000.000,- ,, 116.500.000,-
Aan schatkistbiljetten
..
,,

99.658.000,-
,,

99.658.000,-
Aan zilverbons

………
,,

69.419.571,-
,,

69.004.607,50

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Da(a
Goud
Zt.’vcr
Bank- biljetten

I

Ande,e
opelschb.
ach ulden

12 Oct.
•s*
*t*
266.600
5

,,
1918
262.400

13 Juli
101.951
12.446 193.483
1

62.24

6

,,

1918 ………

101.988 13.643
191.247
1

64.980
29 Juni

1918 …….1918 …….
1918 ……
102.110
13.929
189.275
1
67.268
13 Oct.
1917 …….
81.554 16.834 175.684
50.522
14 Oct.
1916 ……
70.761
22.717
157.649
157.493
25 Juli
1914 …….
22.057 31,907 110.172
12.634

Data
Di,.
con1oa

Wissels.
buiten
t

N..Ind.
Belee.
nin gen
Djoerse

ningen
s)

Beschjk.
baar
metaal-
saldo

1 1

kin,,.
1
percen.
1

lage

12Oct.1918
1400
58.900
5*5
5

,,

1918
145.100
*
61.600
***

13 Juli 1918
24.64e
63.401
45
36
1

22.995

1

7239
6

,,

1918
7.836
1

23.108

1
71.996 23.964
64.583
45
29Juni1918
7.887
1

23.567 72.062 24.018
64.898
45
13 Oct. 1917,
7.786
1

34.250

1
64.791
23.823
53.411 43
14 Oct. 1916
6.258
1

37.992

1
72.250 9.107
50.449
43
25Juli 1914
7.259 6.395 47.934 2.228
4.842′)
44
‘)
bluitpost der
activo.

2) Op
de boei, van
2/5
metealdelrking.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data Metaal
Circulatie
Andere
opelachb.
schulden D1,conta’s
Div. rckc-
ntngenl)

10 Aug. 1918

.
646 1.403
931
1.153
73
3

,,

1918

..
632
1.431
1.006 1.153
‘849
27
Juli

1918

..
615
1.444
961
1.154
940
20

,,

1918

..
686
1.423
832
1.138
613

11
Aug. 1917

..
797
1.252
1.066
909 569
12 Aug. 1916
..
690 1.077
900
888 641

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396
‘)
nluitpost der actîva.

t)
Dekking
der circutstie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wi,,l.
Rek. C,t.

Darteitenskassenschetne

Totaal
In kas hij
uit ge-
de Reichi-
______________

geen,
bank

23 Oct.

1918
18.732.525
9.058.939
12.173.000 2.903.000
15

1918
19.019.129
9.489.975
11.908.200
2.796.000
7

,,

1918
18.893.812 9.376.311 11.705.000
2.701.900
30 Sept. 1918
23.830.058 14.538.078 11.502.200
2.636.000

23 Oct.

1917
11.543.093
5.735.434
6.537.600 979.100
23 Oct.

1916
7.615.881 3.586.148
2.520.700 346.700

23 Juli

1914
750.892 943.964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
October
1918

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden p. st.

Dato
Gat,.
Sec.
Other
Sec.
F’ublk
Depos.
____________

Olher
Depos.
Re-
serec

Dek-
king,.
percen-

24 Oct. ’18
45.991
95.381
32.044
120.132 28.462
18,70
17

,,

’18
60.265
96.617
34.258
133.665
28.650
17,10
10

’18
59.243
95.511 28.328
137.586 28.763
17,33
3

,,

’18
57.671 99.727 30.525
137.127 28.355
16,91

24 Oct. ’17
58.966
90.635
40.055
124.244 32.379
19,70
25 Oct. ’16
42.188
102.443
52.543 112.172
37.827
23

22Juli ’14
11.005
33.633 13.735
42.185
29.297
52/

r)
Verhouding
tueschen Reserve en Deposit..

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste nosten in duizenden irancs.

Data
Goud Waarvan
in het
Buitenland
Zike,
Te goed
in het
Buitenland

Buit.gew.
oaorsch.
old. Staat

24 Oct. ’18
.5.441.871
2.037.108 319.828
1.434.742 18.800.000
17

,,

’18
5.439.853 2.037.108
319.554 1.529.068
18.600.000
10

’18
5.439.271
2.037.108
320.054
1.574.028
18.400.000
3

,,

’18
5.438.630 2.037.108 319.809
1.540.155
18.300.000

25 Oct. ’17
5.326.083 2.037.108
255.301
710.583
12.350.000
26 Oct. ’16
4.921.979
– –
328.047
870.920 8.600.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

J4’lssels
Uitge-
stelde
Wissels

Belee.
1

1

ning
Bank!,!!.
letten

Rek. Crt.
Parli-
t

Rek.
1

C.
Sr1
taat

PD
824.644
1.053.616 818.662
30.721.055
2.909.131 35.202 841.802 1.055.134 833.347
30.630.953 2.856.535
59.497
867.983
1.056.136
841.265 30.539.744
2.899.428
97.403 902.103
1.058.039
831.567
30.225.175
3.029.352
76.040
0
618.871
1.155.803 1.121.902
21.705.269
2.833.507
51.567
479.672
1.374.928 1.118.351
16.589.150 2.730.840
200.977
1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.560

SOCIËTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.’)

Voornaamste posten in duizenden francs.

ijatd
Metats!
mci.
ouiten ,.
saldi

Beleen.
van
ouiten
.
oord,,.

Belgen.
von prom. J. provinc.

I

Binn.
wissels
en
keken.
Circu-
totie
t_rt
Rek
.
°
t
Id

17Oct. ’18
1.16.753
100.082
480.000
97.728
1.507.912
377.440
10

’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040 1.508.011
382.595
3

,,

’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783 1.452.948 365.452

18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474
91.204
19Oct.
1
16
352.87.2
76.033
480.060
39.834
828.739
110.068

t)
Sedert einde
1914 met
de
functie van circulatiebank betast.

Data
Metaal
Circulatie
11
Cunenct, Notes.

Bedrag
Goudd.
1
Gat,. Sec.

24 Oct.

1918
73.409
63.397
*5*
*5*

17

1918
731197
62.997

10

1918
73.109 62.796
***
**
*4*

8

1918
72.158
62.252 278.888 28.500
256.659

24 Oct.

1917
55.539
41.610
185.214
28.500 159.091
25 Oct.

1916
56.063 36.686
135.319
28.500 103.862

22 Juli

1914
40.164
29.317

DUITSCHE RIJKSUANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens.

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Go,d
Katsen-
schelne
___________

Circu-
laile

Dek-
hing,-
percen-
lage
‘)

23 Oct.

1913
2.661.357
2.547.308
2.910.884
16.420.768
34
15

1918
2.662.929
2.549.283
2.804.239 16.079.088
34
7

,,

1918
2.661.348
2.547.379 2.710.299
15.798.049
34
30 Sept. 1918
2.563.033
2.447.215
2.646.896
15.334.358
34

23 Oct.

1917
2.513.826 2.404.459
992.404
10.138.698
35
23 Oct.

1916
2.519.997
2.503.402
360.971 7.033.624
41

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste_posten_in duizenden dollars.

Waarvan

1

F.R.

Data
Goud
voor dekking
van in
hei bui-
Ziloe,
cle.
1
Notes in
1
circu.
F. R. Notes
tenland
1

lotte’

16 Aug. ’18
1.992.543
1.001.614 5.829
52.980
1.985.419
9

’18
1.990.301 978.841
9.696
54.222
1.955.276
’18
1.980.896
939.611
9.696
54.022 1.906.465
26Juli

’18
1.974.200
945.783
11.628
55.129 1.870.835

17 Aug. ’17
1.374.583 512.383
52.500
52.906 558.782

Dato

1

Wissel,
D
Totl
.
PO5
°’
Waar-
van
Kapitaal

Dek.
kings.
percen-
lage
1)

Goud-
dekking
circu-
latie

16Aug.

’18 1.497.572

2.136.002

76.960

59,2 50,5
9

,,

’18 1.541.030

2.161.080

76.876

59,5
50,1
’18 1.480.104

2.090.397

76.518

66,8
49,3
26 Juli

’18 1.507.425

2.181.262

76.441

63,4
50,6

17 Aug.

’17

299.275

1.425.480

58.093

68,8 91,9
t)
Verhouding
tusschen: den
totalen goudvoorraad, zilver etc..
en de
opeiochbare schulden:
F. R. Notes en netto depositoa met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HËT
FED. BES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

RUSSISCHE STAATSBANK.

Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.

Dato
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. bank,
depa,tto’s
deposlis
beleggingen

9 Aug. ’18
722
12.881.502
1.137.577
11.364.931
1.466.556
2

,,

’18
723
12.763.948
1.146.129
11.236.990
1.443.754
26 Juli ’18
725
12.668.369
1.150.922 11.132.555 1.426.697
19

,,

’18
718
12.402.030
1.161.867 10.931.250 1.409.212
12

,,

’18
713
12.561.057
1.142.726
11.258.595 1.410.345

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERiCHTEN

969

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 28 October 1918.

1og steeds is het tempo van de ontwikkeling der poli-
tieke gebeurtenissen niet in snelheid afgenomen. Integen-
deel schijnt het, alsof iedere (lag nieuwe eu verrassende
bijzonderheden brengt. Hetgeen voor enkele weken nog als
een onmogelijkheid, althans als een uiterst groote onwaar-
schijnhjkheid zou hebben gegolden, ligt thans als tastbare
werkelijkheid oor ons. Zoo geeft het juist heden versche-
nen antwoord. van Duitschiand op de laatste nota van
President Wilsoji te kennen, dat militaire bevoegdhedeii
bij onze Oosterburen in den vervolge ondergeschikt zullen
zijn aan het regeeringsgezag, terwijl dit te voren reeds
gedemonstreerd was door het aftreden van den Generaal-
kwartiermeetter Ludendorf.
t.
])it zijn alle wijzigingen van zdér (liep ingrjpenden aard,
waardoor zonder eenigeil twijfel de vrede naderbij wordt
gebracht. Wij kunnen natuurlijk’ nog niet constateeren, wel-
ken invloed de laatste Duitsche nota op de effecenmarkten
zal uitoefenen, doch weten in ieder geval met zekerheid
dat ook van deze publicatie weder heftige beroeringen op
de îondsenbenrzen het gevolg zullen zijn. In de achter
ons liggende (lagen
jS
dit reeds in bizonder sterke mate het
geval geweest en het behoeft geen verwondering te wekken,
(lat vooral de beurzen in de kuiden der Centrale Mogend.
heden het felst op iedere politieke uiting hebben gereageerd.
Vooral te B e r lijn heeft de beurs weder in het teeken
van uiterste ongeanimeerclheid gestaan. Weliswaar is juist
in de allereerste dageii een verbetering ingetreden, doch
deze kan niet van zulk een aard worden genoemd, dat de
geweldige reacties van cle jongste weken hierdoor ongedaan
gemaakt kunnen worden. Een gedetailleerd overzicht over
de koersteruggangen aan de Berlijusche beurs is niet wel
mogelijk door het daar heerschende verboct van publicee-
ring der koersen, anders clan met een tijdruimte van zes
weken, doch eenigszins kunnen ons van dienst zijn de
index-koersen, die de Frankfurter Zeitung van enkele
fondsen gezamenlijk heeft samengesteld. Dit zijn derhalve
niet de prijzen van ieder fonds afzonderlijk, doch de gemid.
deiden van een bepaalde samenvoeging.
In •dezen index zijn opgenomen ednige aandeeleu van de ,,variabelc” en enkele andere van de ,,eenheicls”-markt. De
eerste groep vertegenwoordigt 24 aandeelen, t.w. Hapag,
Lloyd, A. E. G., Berguia.nu, Bisinarckhütte, Bocliumer,
Luxemburger, 0 elsenkirolien, Harpener, Laura, Lothri nger
}’Lütte, Mannesmann, Oberbedarf, Caro, Orenstein, Phöiiix,
)3ieinstahl, Rombach, Schuckert, Siemens, Badische, llöh-
ster, Elberfekler, Treptower Anilin, de tweede 10 der
,,zware” soorten, als Adlerwerke Kleyer, ])aimler, Löwe,
Deutsche Waffen, Rheinmetall (Vorz.akt.), Hirsch, Deutsche
Erdöl, Deutsche Kali, Westeregein, Glanzstof.
t. De onder-staande koersen geven een duidelijk beeld van de variaties
in de laatste weken, naast een vergelijking met de prijzen

van vôôr den oorlog.
Zooals men bdmerkt, zijn cle meeste kôersen ongeveer
weder terng:geloopen tot liet peil van vdOr den oorlog. Zon-
der eenigen twijfel hebben de toenniiclige bezitters, (lie hun
fondsen inmiddels niet hebben verkocht, in dien tijd zeer
aanmerkelijke voordeelen behaald uit dividenden en extra-
uitkeeringen, doch ei zijn zeer velen, die tot de hoogste
prijzen de betrokken aandeelei uit de markt hebben geno.
men en die thans verliezen van honderd en meer procenten
te lijden hebben.
Het steunsyndicaat is ook in de afgeloopen week voort-
gegaan aankoopeii te verrichten, welke echter geen noemens-
waardige uitwerking op het koerspeil vermochten uit te
oefenen. De allesbeheerschendo factor is de buitenlandsche
politiek gebleven; er waren dagen, dat sommige fondsen
totaal ouverkoopbaar bleken
Naast deze – moeilijkheden ter beurze heeft men in
l)uitschlaiict nog te kampen met de schaarschte aan beta-
lingsniiddelen, veroorzaakt door het ,,oppotten” van bank-
iiljetten. Reeds is een oproep uitgegaan van de leidende
instellingen, te weten de Reiehsbank, de Scehandlung, de
Preussenkasse, het Zentralverband en de Berliuer Stempel-

vereinigung, waarin met klem wordt gewezen op de ont-
zettende moeiliÏkheden, waarin het giansche economische
verkeer zich kan gaan bevinden, indien voortgegaan wordt
met het niet w’eder in omloop brengen van eenmaal out-
vangen biljetten. Het zijn voornamelijk de bewoners van het
platteland, die zich aan deze onsociale handeling schuldig
maken, terwijl daarneveus vele gevallen worden waargeno-
men van personen, die op deze wijze zich aan den fiscus
ogen te onttrekken. Reeds is men, overgegaan tot het
verklaren als wettig betaalmiddel van cle Januari-coupons
der .00logsleeningen; bovendien hebben vele gemeenten
besloten tot het uitgeven van eigen papiergeld.
Een buitengewoon ernstig verschijnsel is voorts de
enorme daling op de Kali-Kuxenmarkt. Nu het gevaar
l(uigza.merhand niet meer denkbeeldig is, dat Duitschland
zijn overwicht aan kaliproductie op de wereldmarkt zal
gaan verliezen, hebben vele bezitters van de betrokken
•Kuxen getracht zich bijtijds van hun bezit te ontdoen. Voor
deze soorten bevindt zieli de hoofdmarkt te Essen, waar
niet zoozeer de groote Ibanken, dan wel vele particuliere
firma’s een overheerschende positie innemen. Kuxen zijn
teeds een incourant bezit geweest en hierbij komt nog, dat
de meest stoute toekomstverwachtingen in de koersen ver

disconteerd w’aren. Teneinde een denkbeeld te geven van
het niveau, waarop sommige soorten waren gebracht, rele-
voeren wij hier enkele prijzen van kort vddr de tegenwoor-
dige ddbacle: Neustrassfurt Mk. 38.000, Burbach Mk. 28.000,
Gllickauf Mk. 38.000, Wintershall Mk. 77.000, alles per
stuk. Op liet oogenblik zijn deze koersen, met ongeveer de
helft verminderd; welke ontzaglijke verliezen hieruit voort-
spruiten, ligt, voor de hand.
Men heeft te dezen opzichte ook reeds maatregelen tot
beteugeling van den koersval ovérwogen (o.a. sluiting van
de Enxenbeurs), doch tot nu toe is men hierin nog niet
geslaagd.

– Ook te Weenen heeft men buitengewone reacties kun-
nen constateeren; het gausehe beursleveu is daar ongeveer
on1wricht, voornamelijk in verband met de dreïgende ont-
binding van de Dubbel-Monarchie. In het midden der
vorige week was op enkele dagen niet minder dan een
ianiek te constateern. Via Zürich hebben ons berichten
bereikt omtrent koersteruggangea van 80 pCt. op dén dag
in aaudeelen van Oostenrijksche banken, van 40 pCt. voor
iiidustrieele oudernemingen, van 45 pCt. in spoorwegaan-
doelen, enz. Het aanbod in staatsleeningen kon slechts tot zeer veel lagere koersen plaatsing vinden. Over het
geheel heerschte hier de vrees voor de onzekerheid, welk
gedeelte der algemeene staatsschulcl door de eventueel zelf-
standige i’ijken zal worden overgenomen. Wel is men alge-
meen van opinie, dat de Oostenrijksche staatsschuld niet
denzelfden weg zal opgaan als de Russische (o.a. verluidt,
(tat de nieuwe Tsjechische Staat reeds een goudvoorraad
bezit en dat deze zou hebben verklaard geneigd te zijn een
aanmerkelijk deel der algemeene schuld over te nemen),
doch het ontbreken van eenige vaste richting heeft toch
zeer enerveerend gewerkt.
Qok het opvrageu van de cleposito’s bij de banken heeft
de verwarring verergerd. Teneinde de paniekstemming niet
al te sterk te doen doorwerken, heeft men thans besloten,
verschillende bedragen, die tot nu toe met ,,Sperr” bij de
banken varen gedeponeerd, vrij te geven. Niet onwaar-
schijnlijk is dit geschied op aandringen van den Duitschen
bondgenoot, van wien de vorderingen in de milliarden
Kronen loopen. Het is echter te verwachten, dat deze afwik-
keliDg slechts geleidelijk zal kunnen plaatsvinden (voor
loopig heeft men een termijn van drie maanden vastgesteld),
zij het alleen slechts uit de overweging, dat ddu en’ ander
een buitengewone hoeveelheid arbeid vordert, afgezien nog
van de toch steeds tot zekere grenzen beperkte capaciteit
der biljettendrukkerij. Vooral in de Dubbel-Monarchie heeft
het euvel van het ,,hamsteren” van bankbiljetten geweldige
afnietingen aaugenomen; in verband hiermede heeft men
reeds besloten voor het vervolg de biljettenproductie per
dag te verdubbelen.
Inmiddels heeft het Rijk nog groote bedragen voor de

I

Van 3 December 19171

Bulgaarsche

Onderhandeling met

index-cijfers,
VOÖr den oorlog

at officieele noteering

wapenstilstand

Amerika

getrokken uit:
31 De.
1
28 Juli
1
31 Dec.
1
31 Aug.
1
27 Sept.
1
30 Sept.

7 Oct.
1
19 Oct.’
1
25 Oct.

1913

1

1914

1

1917

1

1918

1

1918

1

1918

1918

1

1918

1

1918

24 aandeelen der,,variabele”

markt ……………..222

185

278

272

– 249

239

224

199

201
10 aandeelen der ,,eenheids”

markt ……………..293

232

445

442

407

386

335

265

271

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN,

30
October
1918

oorlogvoering op te brengen. Voor dc vier jaren, per einde
Juli 1918, bedroegen deze resp.
iii Millioenen Kronen,
1914/1915

………………….10.705,85
1915/1916

………………….15.725,97
1916/1917

………………….1&787,73
1917/1918

………………….18.873,03

terwijl bovendien voor het loopende jaar, tot 31 December
a.s. (indien de oorlog nog zoo lang mocht voortduren) de
kosten worden getaxeerd op 12 milliard Kronen voor het
leger en 250 millioen Kronen voor de zeemacht.
Op de beurzen in de landen der Entente hebben de
jongste gebeurtenissen, zooal.s te verwachten was, een ge.
heel tegenovergestelde uitwerking gehad. Van de beurzen
te L o n d e n en P a r ij s zijn geen gedetailleerde bijzonder.
heden bekend geworden; slechts verluidde, dat de tendens
uiterst vast is geweest en dat vrijwel alle fondsen, de
staatsschuldbrieven inbegrepen, hiervan konden profiteeren.
Alleen van de beurs te N e w Y o rk is iets meer naar
ons land overgeseind. Aanvankelijk bestond ook daar een
zeer geanimeerde stemming, welke zich echter niet ten volle
heeft kunnen handhaven. Als eerste oorzaak hiervoor moet
worden genoemd de stroefheid van de geldniarkt. De in-
sehrijvingen 01) de nieuwe oorlogsleeffingen nemen cell zoc-
danigen omvang aan, dat thans reeds maatregelen genomen
mcten worden, om de geidmarkt voor ontwrichting te
behoeden. Hierdoor genoodzaakt, is men overgegaan tot
liet opnieuw beperken van de crodieten voor speculatieve
doeleinden, hetgeen verkoopeu over de geheele linie heeft
uitgelokt met, als gevolg, eenige reactie in de koersen Over het geheel echter zijn deze van zeei

bescheiden omvang ge.
bleven, mede, wijl men alle hoop heeft gevestigd op nieuwe
opdrachten voor den opbouw in België en Noord-Frankrijk.
Zeer opmerkelijk is voorts cle activiteit, welke bestaat in
die landen, waarvan mcii verwachten kan, dat zij binnen
afzienbaren tijd hun economisch leven weder op meer for-
onal& basis kunnen vestigen. Met name is dit het geval in
België. Nadat eenigen tijd geleden hier ter plaatse melding
is gemaakt van de kapitaalsuitbreiding der Socidtd Gdnërale de Belgique, kan thans worden medegedeeld, dat de Banque
de Bruxelles dezelfde gestio gaat toepassen. Tegen den
14den November is een algemeene vergadering van aandeel-
houders bijeengeroepen, waar de verdubbeling van het aan-
deelenkapitaal, derhalve uitbreiding tot frs. 103 millioen,
zcil worden voorgesteld. De koers van uitgifte zal vermoe-
delijk 104 pCt. bedragen, zoodat cle reserves door deze
emissie niet aanmerkelijk versterkt zullen worden. 1)eze
bedroegen einde 1917 bijna 39 millioen francs.
T e
0
n z en t heeft de
Staatsfondseninar/ct
een verder
ongeanimeerd verloop gehad vooral voor de binnenlandsche
soorten. In het vooruitzicht van de nieuwe leening van den
Staat der Nederlanden werden de oudere soorten alle aan-
geboden, welk aanbod slechts tot lagere prijzen plaatsing
heeft kunnen vinden. Ook werkte tot de reactie mede het duurder worden van prolougatiegeki, welke tendens juist
heden nogal scherp tot uiting is gekomen.
Van de buitenlandsche soorten waren Oostenrijksche
Kronenrente lager verhandeld, terwijl daarentegen Rus-
sische waarden aan het einde der berichtsperiode wat meer
werden gezocht. Zuid-Amerikaansche schuklbrieven waren iets op den achtergrond gedrongen, evenals Japanners, hoe-wel de ondertoon zeer vast kan worden genoemd.

22 Oct. 25 Oct. 28 Oct.
Rzingo(

41/2
0/
Ned. W. Sch.

1916
89
1
/4

88
1
12

881/, __5/4
4

0/

,,

,,

,,

1916 82

81’/4

82
3
1
/,
0
/0 ,,

,,

,,

. . .

74

748/4

73

– 1
3

/o ,,

,,

,,

. . . .

66

.66

65′
1
/10 –
2112
0/
Cert. N. W. S. …… 55ii/

557/s

55


18/

5

0
/0
Ooit-Indië 1915 – . . . 9315/

93
1
/

93


4
‘Io Hongarije Goud …. 44

43II/

40

– 4
4
0
/0
Oostenr. Kronenrente 377/

36’/, 373/,
– 1/
4

5
0/
Rusland 1906 ……43

41

41


2
41/
2
0/
Iwangorod Dombr. -.
36*/4

35

37

+ ‘/
4
0/
Rusland Cons. 1880.. 35

33’1

35/8
+ 8/8
4 o/
o
Rusl. bij Hope &Co… 341/t

34*/2

36

+ l/i
4

°/o Servië 1895 ……..53

53

52

– 1
4
1
/2
0/
China Goud 1898 .. 64
3
/4

64
7
Ib

64
1
18
+ 1/8

4 °/o Japan 1899 ……..65


4
0/
Argentinië Buiteni.. 62

63

63

+ 1
5

Io
Brazilië 1895 ……71 7/

70

70


5

°/o

,,

1913 ……68

67

67/4

114

Van de locale markten heeft de
sclieepvaartafdecling
een
beeld van ieer kalmen handel te aanschouwen gegeven. Al-
gemeen bleef men in afwachting van eventueele nadere berichten omtrent cle vaststelling van maximumvracht-
tarieven door de regeering. Uit den aard der zaak kon

hieromtrent nog niets definiticfs worden vernomen, hoewel
in het midden der vorige week verluidde, dat de maxima
niet te laag gesteld zouden worden. Dit heeft dan ook eenige
opléving veroorzaakt, waarvan voornamelijk aandeelen
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij kôn-
den profiteeren. Als geheel beschouwd, mag de tendens voor
deze afdeeling als vst worden gekarakteriseerd, hoewel
geen opvallende momenten te releveereii zijn.

22 Oct. 25 Oct. 28 Oct.
Rijzingof

Holland-Amerika-Lijn …. 435

431

431’14 – 33/
4

to

,,

,; gem.eig. 416

409 ‘/, 412
1
/,

3
81
2
Hol1and-Gulf-Stoom.-Mij
291 291
291
Roll. Alg. Atl. Stoomv.-Mij.
180
1
/a
179
1
/4
179
3
/4

‘/3
Hollandsche Stoomboot-Mij..
231
1
!2
229
22914

21/4
Java-China-Japan-Lijn ….
332
1
!3
329 326

61!2
Kon. Hollandsehe Lloyd ..
188
1
/
187/,
189’/4
+
$/

Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
257 255
1
!,
259’1,
+
2
1
12
Kon. Paketvaart-Mij …….
262′!,
263′!3
260

2/2
Maatschappij Zeevaart ….
347 345
345

2
Nederl. Scheepvaart-Unie ..
269
3
/
269
8
/
267
3
/

2
Nievelt Goudriaan ……..
539t/
530
542′!,
+
3
Rotterdamsche Lloyd ……
3021/,

308′!,
308
+
5h
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg”
395
395
395
,,Nederland” ..
295
1
!2
298 l/
297’/
+
2
,,Noorclzee”

. –
228
221/8
230
+
2
,,Oostzee”

.. ..
394
397
3
h
395’/i +
1
1
!2

De
cuottuurnca,kt
behoort wel tot de eerste, die sterk van
dc hoop op een naderenden vrede cle voordeelen heeft kun-
nen trekken. Allerwegen
was
hier goede vraag
01)
te merken,
waarin niet slechts de courante waarden, doc h ook de ge-woonlijk n,indei- verhandelde soorten kondeii deden. Zoo waren naast as n.deelen llandelsvereeniging ,,Amsterdam”
ook aandeelen Javasche Cultuur Mij., Poerworedje, enz. tot
hoogere prijzen gevraagd. De rubriek der handelsonderne-
mingen bleef vrij kalm, met slechts uiterst geringe variaties.
Naast de eultuurmarkt.was ook de afdeeling voor
petro-
lctomwaarden
sterk gefavori seerd. Het hoofdfonds, aandeelen
Koninklijke Petroleum Maatschappij, kon, na een lichte
aarzeling, de stijgende tendens voortzetten, waarbij zich
de overige soorten goed aansloten. Van de bu.itenlandsche,
eau onze beurs verhandelde petroleumfoudsen, bleveii
Steaua Romana onaangtast door de dalende beweging te
Berlijn; het is dan ook opmerkelijk, dat deze aandeelcu
daar ter plaatse wel een uitzondering op den regel vormba,
vermoedelijk in verband met de internationale marktpositie
van liet fonds.
De
o-ubbcrnoarkt
was vast gestemd, echter zonder groote
opwaartsehe bewegingen; vermoedelijk zouden deze wel van
iets meer beteekenis zijn geweest, indien het duurdere geld
hier geen hinderpaal in den weg had gelegd.
De
tebaksafdcelin.g
bleef vrijwel zonder belangstelling op
ongeveer gelijke prijzen. Na de koersverheffing van enkele
weken geleden, zijn in deze markt niet veel variaties op te
merken geweest, terwijl de omzetten uiterst gering zijn ge-
bleven. Van verkoopdrang is hier echter geen sprake, zoodat
het koerspeil. niet veel verandering heeft ondergaan.
De markt voor
biunenlandsch
e
industrieele
waarden,
welke veelal beschouwd wordt als de ,,vredes”-fondsen bij
uitnemendheid te bevatten, was in verband met de heen-
schende optimistische opvattingen omtrent een spoedig
einde van den oorlog, wederom vast gestemd. Nieuwe aan-
koopen van grooten omvang kwamen in deze afdeeling
echter niet voor, waartegenover echter ook liet aanbod
slechts uiterst gering is geweest. liet koerspeil heeft zich
dan ook gemakkelijk kunnen handhaven.

22Oct. 25 Oct.
28 Oct.
Riizingof

Amsterdamsche Bank

….
186
190
189
+
3
Ned.HandelMij.cert.v.aand.
182
1
!,
181’/4
182

‘1
Rotterd. Bankvereeniging ..
145
3
h
145’I
144’/

1’/4
Amst. Superfosfaatfabriek..
183/8
182/4
184
+
8/

Van Berkel’s Patent ……
136’/
136
1
/4
138
1
/8
+
2/8
Insulinde Oliefabriek……
246
240
1
/
2451/

3/
4

Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
280
275
276

4
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
161′!:
161
1
1
161
1
1
Philips’ Gloeilampenfabriek
390
385’/2
395
+
5
R. S. Stokvis
&
Zonen ….
539
525 527
—12
Vereenigde Blikfabrieken..
142
142’/4
141/4

Compania Mercantil Argent.
252/o
252’12
2523/

Cultuur-Mij.
cl.
Vorstenland.
156/4
152
1
/,
155/4

1′!3
Handeisver. Amsterdam….
394
1
!2
390
3
/
395
+
‘is
Roll.
Transatl. Handeisver.
151
148 148

3
LindeTe’es&Stokvis
……
213
213
214
+ 1
Van Nierop &Co’s Handel-Mij
172 172
171
– 1
Tels
& Co’s
Handel-Mij
….
167
1
h
164/4
166

1′!2

30 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

22 Oct. 25 Oct. 28 Oc.
Rijzingof

Gecons. Hou.
Petroleum-Mij
2541/4
255

259’/2
+ 5114

Kon. Petroleum-Mij. …….
621’/4
614

624
!2 +
31/4

Orion Petroleum-Mij …….
911/8

90’I1

93
5
/8
+ 2
Steaua Romana Petr.-Mij . 187
1
/2 187

189

+
11/2

Amsterdam-Rubber-Mij…..189/4 191

193’/ + 3
1
1
Nederl.-Rubber-Mij. …… 119′!, 113

115

– 4
1
/2

Oost-Java-Rubber-Mij. …. 230

228

230
Deli-Maatschappij
.
……..529

523’/4 529
Medan-Tabak-Maatschappij.. 244

232

231
1
!2 – 12
1
!,
Senembah-Maatschappij…. 484
1
!2
483

483
1
/ – 1

De
.Mneri/caansche markt
was over het geheel vast ge-
stemd, waarin alle fondsen konden deelen. Gewoonlijk ver-
den de aanduidingen van Wallstreet vrijwel nauwkeurig
opgevolgd, hoewel ook af en toe afwijkingen van vrij groo-ten omvang geconstateerd konden worden, b.v. in aandeelen
Anaconda Copper, die aan onze beurs buiten verhouding
tot Amerika vast gestemd waren. De gansche tendens was hier overigens aan den optimistischen kant, ook op dagen, dat de Amerikaansche koersen eellige reactie aantoonden.

zing
22 Oct. 25 Oct. 28 Oct.
RiigOf

American Car
& Foundry – – 78
11
1,, 781!2

795/, + 2/4

Anaconda Copper ……..155

152
1
!3
157′!, + 2
1
!2
Un. States Steel Corp ….. 97’/8

97
1
/4

97
1
/s
+ 1/4

Atehison Topeka ……….98

95′!16 97l5/ –
Southern Pacific……….96

93
1
/8

96
Union Pacific …………. 139″/, 136

139



1
/
16

Int.Merc.Marineafgest…..35′!,, 34

34’/,2 – 1
1
132
prefs 124
3
!, 124

124
1
!8

1
/4

De
geldimarkt
bleef, als reeds gezegd, iets stroever, het-
geen echter meer aan het onthouden van nieuw, dan aan
het onttrekken van oud kapitaal moet worden toegeschre-
ven. De prolongatierente noteerde aan het slot der berichts-
pen ode 5 pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

28 October 1918.

De afgeloopen week toont weinig verandering in de
marktpositie van tarwe en voedergraan over de geheele
wereld. In Argentinië, het eenige land waar ta.rwe nog
officieel genoteerd wordt, zijn de prijzen te Buenos Aires

Noteeningen.

Chicago

Buenos Aures

Data

Tarwe

Mal.,

Harer

Torwc

Mars Lijnzaad
Oct.

Oct.
I
Oct.

Nov.
I
Nov.
I
Fchr.

iets gedaald, daarentegen te Rosario een fractie gestegen,
w’aardoor beide markten meer met elkaar in oveneensteni-
ming zijn gekomen.
I)e zichtbare voorraad in de Vereenigde Staten is deze
week wederom aanmerkelijk toegenomen en bedraagt nu
ruim 3 millioen fons, hetgeen een buitengewoon groot cijfer
is, vooral als men daarbij in aaninetking neemt, dat in
tijden van een grooten zichtbaren voorraad ook de onzicht-
bare voorraden gewoonlijk groot zijn. Toch zal men er reke-
ning mee moeten houden, dat de gegarandeerde prijs den boeren goed toe lijkt, vaardoor zij het graan zoo spoedig mogelijk aan de markt brengen. Ongetwijfeld zullen later in het seizoen de aanvoeren verminderen, hoewel het aan
den anderen kant waarschijnlijk is, dat bij het aanmerkelijk
verschil tusschen den tarwe- en den malsprijs de consumptie
van mais voor brood te plattelande sterk zal toenemen, wat
de hoeveelheid •tarwe, die ter markt gebracht zal worden,
aanmerkelijk zal verhoogen. De maïsprijzen hebben te
Chicago in de a.fgeloopen week gefluctueerd en zijn ten
slotte iets lager. Ook in Argentinië zijn deze prijzen nog
iets gedaald.
De uitzaai van lijnzaad in Argentinië, die aanvankelijk
geschat werd op 50 pCt. en meer boven dien van verleden
jaar, is volgens de Regeeringsschatting aldaar slechts 6
pCt. grooter. Over de vermoedelijke opbrengst valt nog niet
veel te zeggen, daar nog een kritieke tijd aanbreekt.
N ede r land. Verschillende graanbooten zijn uitge-
varen, voorloopig naar New York, doch het is nog onzeker
of zij in Noord- dan wel in Zuid-Amerika hare ladingen
zullen krijgen.

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Londen
1
Amsterdam

New York
Doh,

1

per

Tates
1
Whtte AflerIC.

%
OcL/Dcc.

Cûke,
1
bros

/ated Centrifugals.
No.I
1
fob.
I

25 Oct. 1918..
.

f

64/9

7,28
18 ,, 1918

,, –

64/9

7,28
25 Oct. 1917…….

.-
53/9


25 Oct. 1916….

23,

47/1’/

2316

30/9

6,52
21Juli 1914….

‘ 11″/s, 18/-

3,26

Ouba-Suikeroogstea vaa 1890-1918.
– De Czarnikow-
Rionda Company te. New York publiceert het volgend

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

28
Oct.

1
21
Oct.

1
28
Oct.
Soorten.

1918

1

1918

1

1917

.Tarwe (inlandsche)

……
.
25,-
1)

26Oct. ’18
226
132
69’4
11,20 5,45 19,10
Rogge (70 Kg. natuur gew.)
28,50
1
)

19

,,

’18
226
130
5
!8
68’/4
11,60
5,80
18,95
26Oct. ’17
220 119

‘)
587!8
1)

10,75′)
7,70
17 50)
Gerst (60 Kg. natuur gew.)
20,-
1
)

26Oct. ’16
180518
1)

87’14
1)
53/

‘)
14,15
7,00
20 55 ‘)

MaIs (La Plata)

………-

Haver

(inlandsche) ……
23,- ‘)

26Oct. ’15
1003!8
1)

63’/,

38’/i
1)
10,501?
-.
1325
Lijnkoeken
.

J

. –

20 UI1 ’14 82

‘) 56’!, ‘1

6

‘1
‘l, ‘1 9,4Q ) 5,8

1,70′)

.


Lijnzaad (inlandsch)
.. ..

40,-‘

40,-
1)

‘) per Dec. ‘) per Sept. ‘) per Jan.
4)
per Oct.
5)
per Nov.

‘) Regeeringsprijs.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam

.

Amsterdam

Totaal

Arttkelen.

t

1

1

1

20-26
Oct. ‘

Sedert

1 Ore,eenk.

20–26
Oct.

Sedert

Orercenk.
1916

1
Jan.
1918
1
tljdoqk
1917

1918

1
1
Jan.
I9I8
t tijdoak
1917

1918

1917

Tarwe ……………..

9.044
253.376

2.920
38.227
11.964
291.603


8.465




8.465
Rogge

………………
Boekweit

………….


2.314

– –

2.314
MaIs

…………….

.


114.637

4.590
80.134
4.590
194.771
Gerst

30.600


11.886

42.486


12.399


27.269

39.668
– –
8.322


7.560

15.882
Haver

……………..

Lijnkoek ……………


34.078
1



27.985

62.063
Lijnzaad

……………


.
756
19.988

1

*
6.068
3.051
6.824
23.039
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
.. . .

19.716


4
.286

24.002

AANVOEREN
in tons van
1000
K.G.
voor België.
Tarwe
…………….
1

32.309
1

248.505
1

355.885
1



1

II
248.505 355.885
Mais

…………….

90.191 12.335



90.191
12.335
Rogge

…………….

5.174 3.048
– –

5.174
8.048
Tarwemeel
…………
.

68.918
6.962

8.807

77.725
6.962
Gerst

…………….
.-
..

24.172
667



24.172
667
Andere meelsoorten
..
.-
2 .925
40.465
– –
9.510

49.975

25,-‘)


28,50
1)

360,-‘)
20,-
1)

23,-‘)

250,-‘)

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 October
1918

overzicht van de suikeroogsten en doorsneê-prijzen op Cuba
sedert 1890.
Cost en freight prijs
Jaar.
Tons
per pound
in dollar-centen.

1890
632.368
3,238
1891
816.980
3,381
1892
976.000
3,311
1893
815.894
.

3,689
1894
1.054.214
2,868 1895
1.004.264 2,335
1896
225.221
2,588
1897
212.051
2,283
1898
305.543
2,550 1899
335.668
2,734

Doorsneê-prijs gedurende deze
10 jaar 2,90

1900
283.651 2,881
1901
612.775
2,362
1902
863.792
1,857
1903
1.003.873
2,035
1904
1.052.273
2,626
1905
1.183.347 2,918
1906
1.229.736
2,316
1907
1.444 310
2,396
1908
969.275
2,713
1909
1.521.818 2,646

Doorsneê-prijs gedurende deze 10 jaar 2,48

1910
1.804.349
2,828
1911
1.483.451 3,090
1912
1.895.984
2,804
1913
2.428.537 2,150
1914
2.597.732
2,745
.1915
2.592.667 3,626
1916
3.007.915 4,767
1917
3.023.720
5,208
1918
3.350.000
4,985

Doorsne-prjs gedurende deze 9 jaar 3,578

Bij de gunstiger weersgesteldheid der afgeloopen week
konden de werkzaamheden op de bietvelden in Europa
ongestoord voortgang vinden, doch is de oogst in ])uitsch-
land tengevolge van gebrek aan werkvolk, dat nog bezig
is den aardappeloogst binnen te halen,’wat achterlijk, liet
laat zich tot dusver aanzien, dat de oogst in Duitschland
in doorsnede enkele procenten beneden de opbrengst van
verleden jaar zal blijven.
De zichtbare voorraden bedragen volgens F. 0. Licht:

1918

1917

1916
Duitsch1and

Bmburg

1 Sept. – 240.000* 400.000* 250.000* tons
j
Oostenrijk

1
,,

200.000* 250.000* 305.000*
Frankrijk

1
,,

35.000*

40.000

39.012
Nederland

15

20.735

65.996

3.797
België

1 Juli

69.312

68.909

28.975
Engeland

1 Nov.
1)
259.929

135.699

195.267

Totaal Europa 824.976

960.604

822.051 tons
V. S. v. N. A. 31 Juli

50.562

189.118

256.520
Cubahavens 30
,,

722.150

515.897

519.569

Totaal 1.597.688 1.665.619 1.598.140 tons

* Raming. ‘) 1917/16/15.

Op Java heeft de rijzing der suikerprjzen verdere
afmetingen aangenomen. De Vereenigde Producenten ve-‘
kochten Superieur tot
f 11
1
14
en
f
111/, en No. 16 en h.
tot
f 108/
4
.
Volgens latere berichten moet voor Superieur
uit de tweede hand reeds f13,— betaald zijn. Onder uit-
sluiting van deze laatste verkoopen bedragen de totale
verkoopen der Vereenigde Suikerproducenten 2.100.000 pic.
oogst 1917 en 8.900.000 pic. oogst 1918, welke laatste tot
de doorsneeprijzen van
f
7,31 voor Superieur,
f
6,26 voor
No. 16 en h. en
f
6,58 voor Museovados verkocht werden.

KATOEN.

Amerikaansche Katoen.

Volgens het Censusbureau te Washington bedraagt het
geginde aantal balen katoen exclusieve linters:

(In duizendtallen balen.)

1918;’19
1

1917/’18
1

1916/17

6790
5572
7292
tot 18

October ………..
25 September
3720
2498
4063
31

Augustus

………
1040 606 850

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

128 Oct.’18 121 Oct.’18 114 Oct.’18 290ct.’17
28Oct.
’16

New York voor
Middling .
. 31,70e 32,50 c

32,60e 27,85e 18,85e
New Orleans
voor Middling 30,25e 31,— c 30,75 c 27,75 c 18,38 c
Liverp. v. Good
Midd. Texas.. 23,97 d 23,98 d’) 24,06 d 20,92 d’) 11,14 d
3)

1)
18 Oct. ’18 ‘) Good Middling Amer.
3)
27 Oct. ’16
Middling Amer.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.’18

Ovcrecnkomoilge perioden
tot


25
Oct.
’18

1917
1)
1

1916

Ontvangsten Gulf-Havens..I
1409
1

1790
}
2522
11

Atlant. Havens
1)
1)
Uitvor naar Gr. Brittanniël
1
1
795
‘t Vasteland.’
.

962
1

1277
653
Japan etc..
.
J
98

‘) 26 October ’17.

Voorraden
in
duizendtallen
125
Oct.

I8
26 Oct. ’17
1
27 Oct. ’16

1150 842 1192
Binnenland …………..
1026
706 1048
Amerik. havens ………..

New York
95
New Orleans

.

307
Liverpool

……………
199
581

WOL.

De niarkt te La Plato is veel levendiger geworden.
In Uruguay belooft de nieuwe seheertijd heel wat en de
lammerenteelt is zeer goed geslaagd, zoodat men een ver-
meerdering in de productie verwacht van 5
0
/0.
In Argentinië zal de nieuwe wol spoedig gekaard wor-
den, vooral in de provincie Buenos-Ayres. In verscheidene
districten was het sterftecijfer tamelijk hoog.

RUBBER.

De markt is voortdurend zeer vast gebleven, ofschoon de
prijzen zich niet opmerkelijk gewijzigd hebben. De week sluit als volgt met vasten grondtoon:
ei ede voorafgaande week

Prima Hevea Crêpe loco .. 2/5

.. ………….. 2/4
1
/t
Nov./Dec. 2/5 ‘/

Oct./Dec……….2/5
Jan./ Mrt. 2/5
3
/4

……………. 2/5 ‘/
Jan.JJuni 2/6

…………….2/5
8
/4

smoked Sheets 1 d. minder.

1 d. minder.
Hard cure fine Para ……3/2

…………….3/2

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Cle,,.
No.3

1
1

Koper
1
Standard
t
Tin
Lood
Zink

28 Oct.

1918..
nom.
122-1-
334.-1-
30.-1-

52.-/-
21

,,

1918..
nom.
122-1-
334.-/-
30.-1-
52.-1-
14

,,

1918..
nom.
122.-1-
336.-1-
30.-1-
52.-/-
25 Oct.

1917..
nom.
110.-1-
247.5/-
30.-!-
52.-1-
27 Oct.

1916..
nom.
124.101-
181.-!-
30.10/-
54.10/-
20Juli

1914..
51/4
61.-/-
1
145.151-
19.-/-
21.10/-

VERKEERS WEZEN.

RIJN VAART.

Week van 21 tot 28 October 1918.
Sedert de vorige opgave is de toestand weinig veranderd. Het sleeploon van Rotterdam naar de Rulirhavens bleef met
•50-centstarief plus
f
1,10 genoteerd. Bevrachtingen van
Rotterdam naar de Ruhrhavens hadden niet plaats.
De Rijnvrachten van Duisburg naar den Bovenrijn werden
met Mk 2,50 per ton genoteerd. De aanvoeren in de laad-
havens varen niet groot, zoodat de aangeboden scheeps-
ruimte de vraag overtrof. Het sleeploon bedroeg 13 p1. per
Centner.
De waterstand was in den loop van de week vallende;
Cauber Pegel wees einde der week Meter 1,66 aan.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

De NX, Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon
H
280, 300

Telefoon 1555

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt o n d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

GEBROEDERS CHABOT
KONINKLIJKE

ROTTERDAM
HOLLANDSCHE

LLOYD

KASSIERS en
MAKELAARS in ASSURANTIËN
AMSTERDAM

Deposito’s.

RekeningCourant.

Franco Chèque-Rekening.
Geregelde
Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland.

Aan- en Ver-
Passagiers-

en

Vrachtdienst
koop van Fondsen.

Bewaarneming en Administratie van Effecten,
met nieuwe, moderne

post-stoomschepen

Oorlogs-. Transport-. Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen
TUSSCHEN

van eiken aard.

AMSTERDAM

Economisch=Statistische Berichten.
EN

Te Koop gevraagd:
ZUID-AMERIKA

één exemplaar Nr. 96 van jaargang 1917. VIA

Aanbieding Kon. Ned. Landbouw-Comité, Raamweg 26, ‘8-Gravenhage.
NEVV YORK

NEDERLANDSCHE HYPOTHEEKBANK
TE
VEENDAM

Kapitaal
f 4.000.000,—
t’
Mr.
N. F. WILKENS.

Reserve
f 1.056.260,10
Directie

Pandbrieven ruim
35
milh oen.

1
Mr. M. J. BOS.

Hypotheken ruim
36
milhoen.

Koer8 4

/
2
pCt. Pandbrieven 97 pCt.

Hypotheekrente vanaf
5
pCt.

Reeders en Cargadoors

GEBR.VAN
UDEN
Bevrachtingsagenten

Expediteurs

KOOP en VERKOOP VAN SCHEPEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

ZAANDAM

Telegram-Adres: ,,VANUDEN”

PRACTISCH
MINISTERIE
VAN
KOLONIËN.

EFFECTENBOEK
o

ninSChen dienst wordt gevraagd
een statistisch wetenschappelijk
g0

&
M B’FENAAR,
ter
vereenvoudiging van admini-

stratie en ten gebruike voor de
bestemd om te woiden belast met de leiding van het statistisch kantoor bij de
afdeeling NIJVERHEID en HANI)EL van het Departement yan LANDBOUW,

VERMOGENSBELASTING
NIJERFIEID en HANDEL te
Buitenzorg.
Bekendheid met 1andbouvstatistiek strekt tot aanbeveling.
Tegemoetkoming in de uitrustingskosten
f
1500,—.
Bezoldiging
f
600,—,
met twee driejaarlijksche verhoogingen van
f
100,—

rijs

1 25
‘S
niaarids.
Vrije overtocht naar
Nederlandsch-Indiii
in de le klasse c.q. ook voor het
wettig gezin.
Voor meerdere bijzonderheden wordt verwezen naar de Staatscourant vad 26October
Verkrijgbaar

bij

den

Boekhandel

en

bij
1918,
No. 251, waarvan afdrukken kosteloos verkrijgbaar zijn bij de 9e afdeeling
NIJGH&VAN DITMAR’SUITG.-MIJ,R’D.•M
(Personeele Zaken, burgerlijke dienst) van het Departement van Koloniën.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

FRIESCH-GRONINGSOHE HYPOTHEEKBANK
GR ON IN
13
EN.
WTGAVE VAN J. B WOLTERS DEN HAAG.

AANDEELENKAPITAAL
f 2.500.000

HYPOTHEKEN
±
f 33.000.000

Zoo
lUiS!
verschenen:
RESERVES
…..
ruim

1.000.000

:

PANDBRIEVEN
± –
33.000.000

BEKNOPT LEEOEK DER
.

IIANDELSAARR1JKSKUNDE
VERKRIJGBAAR:
.

door B.
A. KWAST,
Leeraar aan de hoogere Handelsschool
t

Groningen.
4
0
/

paridbrieven

88
‘/
2
0
/0

EERSTE DEEL.

GEILLUSTREERD.

Mt register en spoor. en
tramweg-
kaart In 4 kleuren van Nederland.
4
1
/°7′

db’

â 97

0/0

Derde druk.

Prijs 1
2,25.

J J
‘J”/jJS.4 G-
EN
13 E’T’ii I…J(AS
I

IN DElEN PRIJS IS DE CRIISTOESLAG
BEGREPEN.

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22

AMSTERDAM

KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.000,

DÉP0sIT0’S VOOR
i
JAAR FIXE â
4
PCT.

jnternattouate

1
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET

,00r

J3
ank

JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

waarborS
3ak4hcn

NIET OPGEVÔRDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR

t.
Groninn.
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

N
U GI & VA N DIT M A R’ S.
3%p
anbrievn

UITGÈVERS-MAATSCHAPPIJ

KOERS VAN
0710
WIHAVEN 111-113 –

ROTTERDAM
IJ

TELEFOON 7841-7842-7843-7861

BIJKANTOREN
te
AMSTERDAM. 8.GRAVENHAGE
en
HAARLEM

Belast

ich met het verzorgen van

uitgaven en tijdschriften op elk gebied

“he
Standa:rd-
B
an
k

O
.
f
so

ta
oth
Afem-ima,
Ltd

ROTTERDAM . 4

15 COOLSINGEL

.:

Te1egr.Aes: Africorum

(HOOFDKANTOOR: LÖNDO, 10 CLEMENTS LANE, E.C. 4)

F1. 12,— = £1.

MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL

F1. 74.329.200,-

GESTORT KAPITAAL ………

F1. 18.582.300,-

RESERVEFONDS ………..F1. 24.000.000,-

NIET GESTORT KAPITAAL….

F1. 55.746.900,-

F1. 98.329.200,-

Meer dan 250 Kantoren

Behandeling van

Vertegenwoordigers en
in Zuid-Afrika

Correspondenten

en elders.

alle

Bi.rikzaken.

.. over de geheele Wereld.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Is

W
.,T
H. MULLER & Co.

REEDERS EN KOOPLIEDEN

HÔOFDKANTOOR:
‘s-GRAVENHAGE

HOLLAND-AMERIKA L1JN

GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN

ROTTERDAM en NEW YORK,OSTON, PHILADELPHIA,

BALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,

NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.

Voor inlichtingen wende men zich tot de

HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM

Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij — Rotterdam

Filialen: AMSTERDÂM IJMUIDEN – LEEUWARDEN – HARLINGEN

ENGELSCHE STEENKOLEN

GEREGELDE
LIJNEN
VICE-VERSA:

ROTTERDAM – LONDON; ROTTERDAM – HULL/GOOLE; ROTTERDAM – NEWCASTLE
;

ROTTERDAM—LEITH

VAN RIJN & C

UTRECHT -‘ POSTBUS 40

LENIGE FABRIKANTEN
VAN DE UTRECHTSCHE

FIJNE TAFELMOSTERD

P. Cbs & Leombruggen

LEIDEN

Opgericht
1
Mei
1766

R. S. STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDAM

WESTZEEDIJK 594

Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied

Tel. Intercomm. 370

Telegr.-Adrea: CLOS

Sajetten en Wollen

Garens voor Hand-

en Machinebreien

De Erven de Wed. J.. van Nelle

ROTTERDAM

Tabaks- en Sigarenfabrieken

Koffiebranderij – Theehandel

JO OCTOBER 191

JËJAAIWANG No. 14

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ANNO 1616

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

BLAAUWHOEDENVEEM

VRIESSEVEEM

AMSTERDAM

ROTTERDAM

ANTWERPEN

EXPEDITEURS

MAATSCHAPPELIJK

KAPITAAL:

f 10.000.000,—

EXPEDITIE

IN-
EN
UITKLARING

ASSURANTIE

RESERVE –
FONDSEN

f 1.639.297,151

RUBBER-

ETABLISSEMENT

KINA – ETABLISSEMENT

PAKHUIS EN SILO-GEBOUW
,,ST. JOS”.
ROTTERDAM

BEÊEDIGDE WEGERS EN METERS

BEWARING
VAN
KOOPMANSGOEDEREN
TEGEN UITGIFTE
VAN
,,CEDULLEN
AAN
TOONDER”

WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN

MODERNE KOEL- EN VRIESINRICHTINGEN
TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHE’JGE LEVENSMIDDELEN EN HANDELSWAREN.

CORRESPONDENTEN:

TE LONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.

BIJKANTOOR TE LIVERPOOL.

IN NED. INDIÈ: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTUUR”, BATAVIA, ENZ.

MOTOR LOCOMOTIEVEN

TRANSPORTWAGENS

VOOR
ALLE DOELEINDEN

AANLEG VAN

FABRIEKSSPOOR

Ir

SPDORWEGMATERIEEL

JJ

DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR

MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND

Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het

behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg

NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ

MAASSLUIS

Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen
en

ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met

het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.

DE SPAARNE-BANK

HAARLEM

Gestort Kapitaal
en Reserves
f
1.184.000,-

REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIËN,

WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.

ROTTERDAM,
Zuidbiaak 56

J)( & C o
,
s B A N K
‘s-GRAVENHAGE,
Kneuterdijk 13

KAPITAAL f10.000.000,— VOLGESTORT

Directie:
P. J.
VAN OMMEREN, Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S.
BOSMAN JR.

Raad van Commissarissen: Mr.
J. A. LOEFF,J.
RIJPPERDA WIERDSMA, A. C. MEES en Mr. A.
J. MARX

NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK- EN }IANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM

Auteur