Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 146

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 16 1918

16 OCTOBER 1918

Eco nomischa-eStati
estische

Berithten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEiD. FINANCIËN EN VERKEER

3E JAARGÂNG

WOENSDAG 16 OCTOBER 1918

No. 146
1

Stoonivaart-Maatschap,pij

NEDERLAND

AMSTERDAM.

TIJDELIJKE M4ILDIENS T

JAVA—SAN FRANCISCO vice versa

via

Singapore, Hongkong, Manilla, Nagasaki
en Honolulu.

N.V. Furness’ Scheepvaart-

en Agentuur Maatschappij

ROTTERDAM—AMSTERDAM

11

Speciale afdeeling voor het bevrachten
van scheepsladingen per stoomende en
zeilende ruimte.

AAN. EN VERKOOP VAN SCHEPEN

ROTTERBANSCHE

BANK VEREENIGING

Rotterdam ‘s-Gravenhage

Boompjes

Mauritekade

Delfshaven

Bezuidenhout
Feijenoord

Kneuterdijk
Glashaven

Naaidwijk
Schiedam

Rijswijk
Vlaardingen

Scheveningen

Amsterdam

Rokin

Zaandam

KAPITAAL
EN
RESERVEN

/ 66.000.000
1
1-

IeIn5rdnI.Mures;
,,runncoo

Stooinvaart-lYlaatschappij 1

Telefoön
Nos.
ROTTERDAM
7744/47
AMSTERDAM
N
566, N 1267

ROTTERDAMSCHE LLOTD
Reeders, Carg:doors, Expediteurs, Kolen-
R 0 T TER DAM.

1
handelaren, Stuwadoors, Assuradeurs etc.

VRACHTBOOTENDIENST
GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:

van
Java
naar
San Francisco
vice versa, in
BALTIMORE (Hou. Amer. Lijn) elke
10/14
dagen
‘CARDIFF (en Birmingham District) wekelijks
vereeniging met de Java-China-Japan Lijn.
‘MIDDLESBROUGH …..eiken Zaterdag
NATIONALE
‘STOCKTON ON TEES.

.

.

.

eiken Zaterdag
SUNOERLANO …….eiken Zaterdag
BANKVEREENI&IN&
JAVA—NEW YORK LIJN.
‘ALEXANDRIE …….elke 2/3 weken
GeregeldevrachtbootendienstvanNe’wYork
CANADA (via Londen)

.

.

.

elke
10
dagen
Hoofddirectie en Centrale
naar
Nederlandsch-Indië
vice versa, via
AUSTRALiE (via Londen)
.

.

elke
14
dagen
‘ZUiD-AMERIKA (via Antwerpen) eike2/3weken
Administratie te Utrecht
het

Panama-Kanaal,

in

samenwerking
met andere Maatschappijen.
‘MAROKKO (via Antwerpen).

eike
14
dagen
CUBA (via Liverpool).

.

.

.

elke
10
dagen
Alkmaar, Almelo, Alphen a. d.R., Amers-

Doorvrachten naar en van alle deelen der wereld.
foort, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Barne-

Levering van Engelsche Stoomkolen en

Gaskolen.
veld, Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den
JAVA—BENGALEN
LIJN.
*
Diensten tijdens den oorlog gestaakt.
Burg(Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,

Öeregelde dienst van
Nederlandsch-Indië
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,

naar
Rangoon
en
Calcutta
vice versa.
Drachten, Ede, Emmen, Franeker, Gelder-
________________________________________
malsen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo,
Groningen, Haarlem, Harlingen, Heeren-

De N.Y. Hypothecaire Cred.ietbaiik
veen, Den Helder, Hengelo (0.), Hooge-
veen, Hoogezand, Hulst, Katwijk, Leeuwar-

Anna Paulownastraat 113
den, Leiden, Lochem, Meppel, Middelburg,

‘s-GRAVENHAGE
Nijmegen, Oostburg, Purmerend, Schagen,
Schoonhoven,

Sliedrecht,

Sneek,

Stads-
verstrekt credieten onder hypothecair ver-
band.

Geeft uit 5
°Jo
voor hoofdsom en
rente verzekerde achuldbrieven in coupures
Nationc
iode

kanaal, Terneuzen, Tholen, Tiel, Uithoorn,
Utrecht, Veendam, Veenendaal, Vlissingen,
Wildervank, Woerden

Ijmuiden,

Zeist,
van
fl000,—. f
500,— en
fl00.—.
Zierikzee, Zutfen, Zvij ndrecht.
De Directie,
Mr. J. J. BERGSMA.
KAPITAAL
EN
RESERVEN
C. PLOKHOOY.
Levensverzekering-Bank
/
7.200.000
9

F.
&
W. VAN DAM:

De aandacht wordt gevestigd op de afgifte
van

Binnenlandsche

Credietbrieven,
OPGERICHT 1863
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland

Makelaars in Assuranliën
gelden franco kunnen worden opgenomen.

Wijnhaven 63 – Rotterdam

belasten zich met het

plaatsen van

alle Assurantin,

onverschillig van wel-

ken aard, geene uit-

gezonderd.

TE

ROTTERDAM

ZUID-NEDERLANDSCHE

• HANDELSBANK

Kapitaal
f
3.000.000,-

EINDHO VEN – TILBURG – ‘s-HERTOGENBOSCH

BREDA – MAASTRICHT – SITTARD – VENLO

Belast zich met

de behandeling van alle bankzaken

SAFE DEPOSIT

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ROTTERDAMSCHE

SCHEEPS

HYPOTHEEKBANK

Wijnhaven 94a

Tel. No. 7846

De Bank geeft uit
5
pCt. PANDBRIEVEN

in stukken van
f
5000,—,
f
1000,—,
f
500,—
en
f
100,-

De Directeur, Mr. W. C. MEES

NEDERLANDSCHE HANDEL

MAATSCHAPP U

GESTORT
KAPITAAL
f
70.000.000,—

STATUTAIRE RESËRVE
fl2.760.286,-

Hoofdkantoor: AMSTERDAM

Agentschappen te ROTTERDAM en ‘s.GRAVENHAGE.

Vestigingen in NEDERLANDSCH.INDl:

BATAVIA, SOERABAIA, SAMARANG, MEDAN en andere voorname plaatsen.

Vestigingen in de
STRAITS-SETTLEMENTS, BRITSCH-INDll
en CHINA:

SINGAPORE, PENANG, RANGOON, HONGKONG en SHANGHAI.

In-
en
Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,

Reiscredietbriëven, Deposito’ s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

6h a6
I
tec
Al
e
~/j
X
,

YL2.


t’

an

ssoccï%e

tr1em
c

7804
en 3’reae/vereen7n

785.

7(zpdaaIen @Reezven
/.77.00.000,_.

e
D
enten Qf7?n/c5en.

BANKVEREENIGING

[

H
AA
RLEMSCHE

HAARLEM, AALSMEER,
BEVERWIJK, BLOEMENDAAL, EDAM, HILLEGOM,

HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, PTJRMEREND, IJMUIDEN,

ANDVOORT.

gestort Kapitaal
f4.050.000,—

Reserve /850.000,-

R..ME’ES &ZOONEN.

ANNO 1720

BANKIERS

ASSURANTIE-MAKELAARS

ROTTERDAM

DELFT

SCHIEDAM

VLAARDINCEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van alle Assurantien

16 OCTOBER 1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN’

E

Ben

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANG

WOENSDAG 16 OCTOBER 1918

No. 146
1

INHOUD

131z.
CENTRALISATIE VAN DEN INVOER BIJ DE
N. U. M. door
Mr. R. J. H. Patijn …………………….. … .906
Dreigen ons bij uitbreiding van den Graanbouw gevaren?
door
Prof. S. Jçoenen ……………………….908
Zwitserland en de Rijnkwestie II, door
P.
Serton
……..
910
De Suikervoorziening van Nederland
.
………………
912
Een Exportvischmarkt aan den Waterweg? …………
913
AANTEEKENINGEN:
Giro-gegevens …………………………….
915
De Deensche Nationale Bank in het bedrijfsjaar
1917-’18 916
Het Leipziger Messamt in
1917-1918
…………..
916
Een arbeidersbank ………………………..
917
INGEZONDEN STUKKEN:
Een type van Staatsleening……………………
917
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED
…………
917
MAANDCIJFERS:
Postcheque en Girodienst ……………………
919
Productie der Kolenmijnen ……………………
919
Giro-omzet bij de Nederlandsche Bank…………..
919
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam …………
919
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen..
919
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…… . ………..
920-927
Geidkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

– INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Alge,neen Secretaris: Mr.
G. W.
J.
Bruins.

WEEKBLAD ECONOMISCII-$TATIBTIBCHE BERICHTEN
ffecretaris-Redaoteur: G. E. Huffnagci.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aan geteekende stukken:
Bijkantoor
Ruige Plaatweg $7.

Telef. Nr. $000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor
het weekblad franco p. p
in Nederland f 12,—. Buitenland en Koloniön f 14,-
per jaar. Losse nummers $0 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

14 OCTOBER
1918.

In den toestand van de geidmarkt kwam deze week

geen verandering; de stemming bleef overwegend

vast. De prolongatie-rente noteerde de eerste helft

der week
4
pOt., daarna 3% pOt., waarbij goede vraag

bleef bestaan. De discontomarkt was eveneens vooral

in de eerste helft der week vast gestemd. De notee-

ring liep regelmatig op tot
4
pOt. op Woensdag;

daarna was er iets meer geld beschikbaar en kon

prima papier weder voor 3% pOt. plaatsing vinden.
*

* *
De veranderingen in den weekstaat van de Neder-

landsche bank zijn niet belangrijk en voor een groot

gedeelte terug te voeren tot onttrekkingen van de

‘Regeering, welke in den vorm van rekeningcourant-

saldi van anderen weder bij de bank terugvloeiden.

Naast een vermeerdering van deze met ruim 17 mii-

lioen, staat de vermeerderiiig’van de binnenlandsche

wissels van ca. 7% millioen, waarvan 2 millioen

schatkistpapier en een vermeerdering van de voor

schotten aan het Rijk van 6% millioen, terwijl de rest

hoofdzakelijk terug te vinden is in een vermeerdering

van de beleeningen van ongeveer 5 millioen.

* *

De Minister van Financiën stelt wederom een in-

schrijving open op schatkistpapier; Aangeboden wor-

den driemaands-promessen en zesmaands-hiljetten tot

een totaal bedrag van 80 millioen, waarvan 54 mii-

lioen moet dienen voor aflossing van op 1 November

a.s. vervallend papier. De inschrijving is bepaald op

Maandag 21 October a.s. Blijkbaar met het oog op de

eerstdaags uit te geven staatsleening worden de

promessen dezen keer alleen uitgegeven met een loop-

tijd van 3 maanden.
*

*
*

De wiisselmarkt verkeerde deze week weder in een

zeer zenuwachtige stemming. Opnieuw deed het voor-

uitzicht op een spoedigen vrede een stijging ontstaah

in de wisselkoersen op alle oorlogvoerenden. Er

blijft echter nog zooveel onzekers in den toestand en

er valt nog zoo weinig te voorspellen over hetgeen

in dit opzicht te verwachten is, wanneer het weder

vrede zal aijn, dat er een ruim veld open blijft voor

allerlei speculaties, waarvan ijverig gebruik wordt ge-

maakt door tallooze menscheri, die op het oogenblik

niet veel anders te doen heblien. De toevloed van be-

langstellenden was op enkele dagen, zoo groot, dat de

handel ter beurze er ernstig door belemmerd werd.

De handel in Marken en Kronen werd dan ook geheel

beheerscht door de speculatie, zoodat .deze Kronen

drie vier keeren per dag met groote sprongen op en

neer liepen. Een merkwaardigheid hierbij is, dat

hoofdzakelijk bankpapier gevraagd wordt, waarvoor

herhaaldelijk (tot
f 1,— i f
1,25 meer betaald werd,

dan voor uitbetaling Berlijn of Weenen. Daarentegen

is het agio voor Engelsch baukpapier nu weder geheel

verdwenen. Ook de koers voor Belgisch bankpapier

is zeer opmerkenswaard. Het verband met den Mark-

koers is geheel verbroken en voor biljetten Société

Générale wordt bijna evenveel betaald als voor Mar-
ken, terwijl biljetten Banque Nationale reeds aanzien-

lijk daarboven geprijsd zijn.

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October
1918

CENTRALISATIE VAN DEN INVOER BIJ

DE N.U.M.

Onder de nalatenschap van den vorigen Minister
van Financiën behoorde het wetsontwerp tot naderè

voorziening van het goederenverkeer met het buiten-
land. Dit had in hoofdzaak een tweeledige strekking:
1
0
. wijziging van den finnciee1en opzet dei N.U.M.;
20
centralisatie van den invoer in handen dier naam-

boze vennootschap. De nieuwe minister handhaaft het

eerste deel van dit voorstel en neemt het andere voor-

loopig terug. In beide opzichten een verstandige maat-
regel.

Het bij de oprichting van de Export-Centrale

(thans N.U.M.) aanvaarde financieele stelsel is on-

uitvoerbaar gebleken. De bedoeling des wetgevers was

hen, die aan den uitvoer deelnemen, te dwingen uit-

voerrechten te betalen en tevens een deel van den
verkoopprijs hunner goederen te ontvangen niet in

geld, maar in obligaties der N.U.M. Men wilde langs

dien .weg bij de exporteurs éen belangrijk deel van de

credieten onderbrengen, welke wij gedwongen zijn aan
het buitenland te verstrekken. Gelijk te voorzien was

en thans in de Memorie van Toelichting wordt ei-

kend, is het onmogelijk gebleken de bedoelde credieten
op deze
wijze
te financieren
1)
Het stelsel wordt dan
ook
prijsgegeven
en men zal terugkeeren tot het plan,
dat reeds in overweging was v66rdat Mr.

Treub voor
de tweede maal. minister was: het buitenlandsche

papier, dat wij niet kunnen weigeren, zal geplaatst

worden bij een centrale credietinstelling, (fie daar-

tegenover geld zal kunnen opnemen bij het publiek
door de uitgifte van schuldbrieven en bij de Neder-

landsche Bank door beleening. De rol, in het oor-

spronkelijk plan aan een nieuw op te richten centrale
credietinstelling toegedacht, zal nu de N.U.M. ver-
vullen. Daartegen bestaat geen bezwaar.

Voorts zullen de N.U.M.-obligaties door den Staat

gewâarborgd en in de beursnoteering opgenomen wor-
den. Ook op een en ander werd reeds bij de behan-
deling van het oorspronkelijk wetsontwerp in de

Staten-Generaal met klem, doch tevergeefs, aange-
drongen.
De nieuwe financieele regeling ten aanzien van de

N.U.M. is’ eene groote verbetering. Te betreuren valt

slechts, dat de zaak niet van meet af aan zoo is
opgezet.

Van meer beteekenis nog is, dat de tegenwoordige
Regeering het voorstel tot centraliseering van den
invoer bij de N.UM. niet heeft’ overgenomen. In de
toelichting is echter de mogelijkheid opengelaten, dat
het later weder zal worden ingediend. Al mag men
hopen, dat het daartoe niet zal komen, daar de nieuwe
beheerder der schatkist kort v66r zijn optreden als
minister een krachtig bestrijder van dozen maâtregel vas zoo kan het, ‘zo.olang het voorstel niet definitief
van de baan is, toch’ zijn nut hebben daartegen te
waarschuwen.
Centralisatie van den invoer in handen der N.U.M.
zou, ook geruimen tijd na den oorlog, voortdurende
ambtelijke inmenging in schier alle takken van onzen

handel en van onze industrie ten gevolge hebben en daardoor een ernstige belemmering vormen voor de
wederopleving van het vrije bedrijfsleven.
Xan geen invoer geschieden dan met toestemming
van de N.U.M., dan zal ieder industrieel en ieder

koopman, die eenig artikel, welk ook, uit .het buiten-
land wil betrekken, eerst verlof daartoe bij de N.U.M.
moeten gaan vragen en het met het b’estuur over de

1)
,,Behalve de belangrijke vermindering van den export
,,moet te dezen in aanmerking worden genomen, dat van
,,de exporteurs geeischt pleegt. te worden, dat zij het saldo
,,van de te bedingen prijzen boven (le productiekosten, ver-
,,meerderd met eene matige winst, aan de N. U. M. afdra-
,,gen, zoodat kan niet daarnaast de serplichting tot het
,,neinen van belangrijke bedragen aan schuldbrieven kan
,,worden opgelegd.”
Memorie van Toelichting, blz. 3.)

voorwaarden van den specialen import, dien hij be-

oogt, moeten eens worden. Ieder ingezetene, de zaken wenscht te
drijven,
waarvoor hij ook maar eenigszins
in relatie moet treden met het buitenland, wordt af-

hankelijk van de medewerking van het N.U.M.-

bestuur. Uit ons verkeer met het buitenland zal ieder
spoor van bedrijfsvrjheid verdwenen zijn. Dat dit

het geval zou worden zoolang de oorlog duurt, zou

practisch weinig bezwaar opleveren, omdat wat er

van onzen import over is (kolen, graan enz.) toch

reeds voor het grootste deel in handen is van de Re-

geering. Maar ook in de eerste jaren na den vrede,
wanneer van onze bedrijven een buitengewone krachts-

inspanning zal worden gevorderd, om weer aan den
gang te komen of zich staande te houden, in een tijd waarin ons land van alles zal moeten worden voor-

zien en waarin er misschien juist voor ons Nederlan-
ders een
bijzonder
goede gelegenheid zal bestaan om

de ernstige economische schade, ons door den oorlog

berokkend, voor een deel goed te maken, zal geen

zakenman een stap kunnen doen zonder zich vooraf
verstaan te hebben met het semi-regeeringsbureau in
Den Haag, van welks inzichten – juist of onjuist

hij geheel afhankelijk wordt. Hoe wil men, dat onze

kooplieden en industrieelen, op die
wijze
gehandicapt,
den concurrentiestrijd met de buitenlandsche bedrij-
en zullen kunnen aanbinden? Hoe zal het mogelijk

zijn durf en energie te ontwikkelen, wanneer men

eerst voor schier iedere transactie, die men wil slui-

ton, het fiat in Den Haag môet gaan halen en zich

moet onderwerpen aan de voorwaarden, geldelijke en

andere, die het Haagsche bureau zal believen te stel-

len. Wat kan er van een vrije ontplooiing van de

nationale economische kracht terechtkomen, wanneer
men het onzen zakenmannen onmogelijk maakt, wel-
iswaar op eigen risico, maar dan ook naar eigen in-
zicht, aan te pakken?

Weinigen zullen zich de illusie maken, dat het
N.U.M:-bestuur den invoer zou kunnen regelen zonder
dnzen handel en onze industrie ernstig te schaden.
Indien in een tijd van opbloeiend verkeer, waarin
onder sterk gewijzigde omstandigheden nieuwe banen

zullen moeten worden gezocht, aan een Regeerings-

bureau (want dit is de N.U.M. en moet zij blijven)
de taak wordt opgedragen, zich in alle invoertrans-

acties te mengen, dan kan een dergelijk lichaam niet
anders doen, dan zich van’ die opdracht dp zeer ge-
brekkige wijze kwijten. Men behoeft om die overtui-
ging te hebben geen wantrouwen te koesteren in de

bekwaamheid of de plichtsbetrachting van het N.U.M.-
bestuur. Immers het spreekt van zelf, dat de Directie
met haar ambtelijken staf onmogelijk alle onderdeelen
van onzen importhandel zoo goed kan kennen als
ieder van de rechtstreeks daarbij betrokken belang-
hebbenden zelf. Het is bijna zeker, dat de N.U.M.,
hoezeer met de beste bedoelingen bezield, de eene fout
op de andere zou stapelen. En gesteld al het N.U.M.-

bestuur bleek in dit opzicht alles, wat wij van Regee-
ringsinmenging in de economische aangelegenheden

gezien hebben, verre te overtreffen en bij haar be-

moeiing met den import veel gelukkiger te zijn dan zij
tot dusver bij die ten aanzien van den export geweest
is dan nog zou het feit, dat men hier geen stuk
goed zou kunnen’ invoeren, zonder het eerst met de
‘N.U.M. eens te worden, eene voor het zakenleven
doodende vertraging en belemmering opleveren.

Men zal wijs doen door onzen handel en onze indus-
trie in een zoo moeilijke periode als wij in de eerste
jaren na den vrede tegemoet gaan, aan een dergelijke
proéf niet te wagen. Wij hebben dringend behoefte
aan tallooze artikelen, die wij alleen uit het buiten-
land kunnen krijgen. Het algemeen belang is voors-
hands wel betrokken bij een zoo ruim mogelijken in-
voer, niet bij beperking of bemoeilijking daarvan.
Dat centralisatie van den invoer gewichtige nadee-
ben met zich zou brengen, zal gereedelijk worden toe-.

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

907

gegeven. Maar is zij wellicht niettemin geboden we-

•gens de bijzondere omstandigheden, waaronder wij
leven en die nog geruimen tijd na den vrede zullen

voortduren? Op die vraag komt het aan. Men kan

haar echter, veilig ontkennend beantwoorden, indien

men de gronden nagaat, waarop in de Memorie van
Tdelichting tot het betrekkelijk wetsontwerp de een-
tralisatie wordt verdedigd. De aangevoerde argumen-
ten zijn allerminst overtuigend.
In de eerste plaats leest men in de toelichting: ,,Er
,,moet nauwlettend worden toegezien, dat in ruil voor
,,hetgeen wij afstaan slecht zoodanige goederen gele-

,,verd worden, als waaraan hier te lande inderdaad

,,behoefte bestaat.” Dit klinkt aannemelijk, maar is

bij de tegenwordige verhoudingen – salva reverentia
– toch niet veel meer dan een phrase.

In ieder handboek .der staathuishoudkunde kan men
lezen, dat in het internatiônaal verkeer goederen be-
taald worden met goederen. Met de noodige beperkin-

gen en aanvullingen is deze stelling in normale tijden

en op den duur ongetwijfeld juist. Maar in onzen tijd
is zij dit niet. Wij kunnen, als het buitenland ons wil

leveren, heel wat; van daar aanvoeren en betalen, ouder
genoodzaakt te zijn, onzen export ook maar met één

K.G. kaas of met één mud aardappelen te vergrooten.

De wisselkoersen op het buitenland zijn nog steeds ongekend laag: onze importeurs zouden eenvoudig
wisels op Londen, Berlijn of New-York koopen en
daarmede voldoen, wat zij schuldig zijn
i)
En zelfs
indien daardoor de wisselkoersen de goudpariteit
mochten naderen, waarvan wij ver af zijn, dan nog zou

ons dit geen zorg behoeven te baren: er is hier veel
buitenlandsch papier, dat. men eventueel aan liet land
van herkomst der geïmporteerde waren in betaling
zou kunnen geven.

De feitelijke toestand is deze, dat de import voor
het grootste deel geschiedt krachtens overeenkomsten,
door de Regeering gesloten. Die invoer moet, moest

althans tot voor eenige weken, met goederen worden
betaald; niet echter krachtens eenige economische
wet, maar omdat de buitenlandsche Regeeringen dit
bedongen. Met dien invoer hebben wij echter voor
het punt in quaestie niet te maken.
Het gaat hier om
het gevat dat particuliere kooplieden er in slagen,
buiten en behalve den door de Regeering bedongen
invoer nog artikelen uit het buitenland te betrekken;
in dat geval behoeven wij voor dat meerdere geen stuk
Nderlandsch goed in betaling te geven. Thans reeds
staat de invoer, die krachtens de door de ‘Regeering

gesloten overeenkomsten geschiedt, m.a.w. practisch
het grootste deel van onzen invoer, onder volstrekte
regeeringscontrôle; de invoer, voor zoover deze ge-
dwongen geschiedt van goederen tegen goederen,
is
dus reeds zoo streng mogelijk gecentraliseerd. Wil de

Regeering dezen import bij de N.U.M. brengen, het

staat haar vrij ook zonder wetswijziging.De aanvankelijk
voorgestelde, thans voorloopig teruggenomen wetswij-
ziging had dus alleen practische beteekenis voor de goederen, die wij uit liet buitenland zouden kunnen
betrekken buiten de Regeeringsovereenkomsten om;

1)
De wisselkoersen op sommige neutrale landen zijn
tijdens den oorlog veelal in ons nadeel’ geweest. Inclieii
nu
uit een dier landen hier voor groote bedragen weelde.
artikèlen werden ingevoerd, zouden daardoor de betalings-.moeilijkheden voor ons land worden vergroot. Met liet oog
op een dergelijke eventualiteit zou.liet ter bescherming van
onze valuta inderdaad zijn nut kunnen hebben, dat de
Regeering dien invoer kon voorkomen. Ook dit argument
echter, dat trouwens niet is aangevoerd,
zou
weinig ge-wicht in de schaal leggen. Voor een uitzonderingsgeval, als
hier bedoeld, treft men immers geen maatregel van zoo
verre strekking als de cntralisatie van onzen geheelen
invoer. Te minder, omdat de Regeering het door het af-
kondigen van vervoerverboden in haar macht heeft, onge-
wenschten import van weelde-artikelen practisch onmogelijk
te maken. Wil men den invoer van weelde-artikelen hier te
lande geheel keeren, dan kan bij de wet tijdelijk het tarief
van invoerrechten voor speciale goederen tot een desnoods

prohibitief hoog percentage worden vastgesteld.

en voor die meerdere goederen is niet juist, dat zij,

zooals de wisselkoersen thans zijn en nog wel eeuigen

tijd zullen blijven, met Nederlandsche goederen be-
hoeven te worden betaald.

Bij dit alles komt nog – en dit is in ieder geval af-
doende – dat het gevaar voor ongewenschten uitvoer

tegenover niet bepaald noodigen invoer volkomen her-

senschimmig is, daar immers de Regeering, ook al

blijft de import vrij, krachtens de bestaande wet den

uitvoer reeds volkomen beheercht. Er kan nu reeds

geen stuk goed het land verlaten zonder medewerking

van de Regeering en van de N.U.M. Gesteld al een

particulier sloot bij een invoertransactie een overeen-

komst, die tot export van eenig Nederlandsch artikel:

verplichtte, dan zou die overeenkomst niet kunnen
worden ten uitvoer gelegd, zonder dat de ‘Regeering
en de N.U.M. in de zaak werden betrokken.

Het hoofdargument, dat voor centralisatie van den

invoer werd bijgebracht, mist dus, ofschoon het op

zich zelf een juiste gedachte uitspreekt,’ onder de hui-
dige omstandigheden alle kracht.

Even weinig ter zake dienende schijnt het tweede
argument der Memorie van Toelichting. Het luidt

in substantie als volgt: de Regeering sluit overeen-
komsten met het buitenland; zij moet dus toezien, dat
deze stipt worden nagekomen. Tot zoover zal ieder
deze stelling beamen. Maar dan volgt: ,,Dit toezicht
,,kan ten aanzien van de hier bedoelde overeenkomsten
,,slechts dan afdoende en tot in bijzonderheden nauw-
,,keurig worden uitgeoefend, wanneer èn de uitvoer.

,,èn de invoer zijn gecentraliseer.d.” Dit laatste nu is uiterst betwistbaar. Stel de Regeering sluit een over-
eenkomst met Oostenrijk voor de levering van petro-
leum en belooft daartegenover aardappelen. Dan moet

zij natuurlijk toezien, dat wij de petroleum ontvangen
en .de aardappelen uitzenden. Maar wanneer nu een

handelaar hier te lande er in slaagt, bovendien uit
Weenen iets anders te krijgen, buy, vilten hoeden,
waarom moet dan de Regeering zich in de transactie
betreffende de vilten hoeden mengen om toezicht te
houden op de naleving van ‘de overeenkomst betref-
fende petroleum en aardappelen? Dit is allerminst
duidelijk.

:[n geenen deele overtuigend komt verder het derde
argument voor. De Memorie van Toelichting, zegt:
,,In dezelfde richting wijst de overweging, dat het
,,voor de Regeering van groot belang is te achten een

,,zoo juist mogelijk beeld te verkrijgen van de behoef-
,,ten, welke hier te lande gevoeld worden aan buiten-
,,landsche goederen. Blijft ‘de invoer ten deele vrij,

,,zooals tot dusver het geval was, dan is het zooeven
,,gestelde doel niet te bereiken.” Vooreerst kan, naar het voorkomt, de Regeering na den oorlog de beobr-

deeling van de behoeften aan buitenlandsche goederen
veilig aan onze handelaren overlaten. Dat onze han-
del, terwijl hier behoefte is aan nagenoeg alles, zich
speciaal zou toeleggen op den invoer van die weinige
goederen, die hier niet zeer noQdig zijn, is zeer on-
waarschijnlijk. Maar afgezien daarvan: om te
weten,
wat hier binnenkomt, behoeft de Regeering toch waar-
lijk niet voora te
f toesmming tot dezen of genen im-
port te geven. Dit blijkt haar immers uit de aangifte
van de ingevoerde goederen bij de douane. De Regee-‘

ring kan wekelijks en, als zij het wenscht, dagelijks
weten, wat hier wordt ingevoerd. Er komt geen stuk
over de grenzen, dat niet moet worden aangegeven en
nietaan statistiekrecht is onderworpen.

Het laatste argument voor de centralisatie van den

invoer ontsnapt door zijn vaagheid bijna aan de moge-
lijkheid van bestrjdng. De Memorie van Toelichting

zegt, dat de Regeering een duidelijk inzicht moet heb
ben in den stand van de handelsbalans en dat dit van
belang is ifoor de beoordeeling van eischen van gelde-

lijken aard, welke van buitenlandsche zijde mochten
worden verbonden aan de beschikbaarstelling van voor’

777

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

ons land onontbeerlijke goederen. Dit betoog is niet te

begrijpen. De handelsbalans is afhankelijk van wat

hier te lande inkomt en uitgaat, en dit zou aan de

Regeering bekend zijn, ook al bestond de N.U.M. in
het geheel niet. Wat hier de geldelijke eischen van

het buitenland te maken hebben, is evenmin te ver-

staan. Die geldelijke eischen, de bekende importcre-

dieten, worden vastgelegd in overeenkomsten, welke

de Regeering zelve sluit. Deze credieten hebben echter

met dan vrijen invoer, waarmede hier is bedoeld de
invoer zonder inmenging van de Regeering, niets te
maken en de geheele vraag, of centralisatie van den

import al of niet noodig is, loopt uitsluitend over dat

deel van den invoer, dat nu nog vrij is. Want nog eens:

het deel van den import, waarover de Regeering

zelve onderhandelt, is uit den aard der zaak toch reeds

gecentraliseerd; meer .centralisatie dan te dien o-

zichte bestaat kan eenige wetswijziging niet brengen
en is’in het algemeen niet mogelijk.

Tot zoover de vidr argumenten, die de Memorie van
Toelichting voor de uitbreiding van de werkzaam-

heden der N.U.M. aanvoert. Men behoeft zich daar-

voor zeker niet gewonnen te geven.

Als bijkomstige aanbeveling merkt de toelichting
nog op, dat centralisatie van den invoer de gelegen.

heid zal openen om de goederen te brengen in handen van hen, die ze noodig hebben, en daardoor speculatie

zal tegengaan. Hiervoor hebben wij echter dezen nieu-

wen, ver strekkenden maatregel niet noodig; nu reeds

kan de Regeering krachtens andere crisiswetten de

hand leggen op alles, wat zij wil opvorderen, en juist

bij ingevoerde goederen is het gemakkelijk de inbezit-
neming toe te passen.

Voorts vindt men in de Memorie van Antwoord de
merkwaardige voorspelling, dat de ingevoerde goede-ren goedkooper zullen worden. Weinigen, die het zul-

len gelooven. Men verlaagt den
prijs
van goederen

niet door den importeur te verplichten allerlei amb-

telijke inmenging te dulden, met het tijdverlies en
het meerder risico, daaraan verbonden; men verlaagt
dien prijs ook niet door invoerrechten te heffen. In

dit verband zij er aan herinnerd, dat bij het debat,

ruim een jaar geleden in de Tweede Kamer gekouden,
de toenmalige Minister van Financiën, Mr. Treub,
eveneens voorspelde, dat de N.U.M. er toe zou bijdra-

gen de
prijzen
hier te lande te doen dalen. Wij weten
nu, wat daarvan is terechtgekomen. Mr. Treub zeide
reeds op 20 Juli 1917: ,,De Export-Centrale is er
,,00k niet om den export te bevorderen; integendeel,

,,door het ëxporteeren tegen crediet bezwarender te
,,maken zal de Export-Centrale er toe kunnen mede-,,werken het exporteeren van goederen, waaraan ook
,,hier bekoefte is, te beperken tot het strikt noo’dzake-
,,lijke. Wat zal daarvan het gevolg zijn? Ongetwijfeld

,,zal, niet alleen door het werken van de Export-Cen-
,,trale, maar door het samenstel van de omstandig-
,,heden, zooals zij op dit oogenblik geworden zijn, een
,,verlaging moeten intreden van de prijzen der export-
,,artikelen en.een verlaging van de prijzen der export-
,,artikelen zal terugwerken ook op de prijzen van de ,,artikelen voor binnenlandsch gebruik.” Deze voor-

spelling is reeds enkele maanden nadat zij gedaan
werd in al haar onderdeelen onjuist gebleken. In ieder
geval zal men wijs doen den paradox, dat inmenging
van de N.U.M. in den invoer den prijs der import-
goederen zal doen dalen, niet zonder voorbehoud te

aanvaarden.

Ten slotte had het thans voorloopig ingetrokken
deel van het wetsontwerp nog ‘een strekking van
anderen aard. De Regeering wenschte de gelegenheid

te openen, speciale invoerrechten ten bate der N.U.M.
te heffen van goederen, ,,aan den invoer waarvan
,,voorwaarden van geldelijken aard zijn verbonden”. Uit de toelichting blijkt, dat daarbij gedoeld werd op
de credieten, die het buitenland bij de levering van
goederen van ons bedingt, buy. de bekende kolencre-

dieten. De N.U.M. – aldus de Memorie van Toelich-

ting – zal niet in staat zijn de voor die credietver-

strekking benoodigde middelen uit den export te

verkrijgen; daarom moet ook de import voor het be-
oogde doel bijdragen.
Intusschen, dit arghment voor

het teruggenomen voorstel sloeg de vorige Regeering
zich zelve reeds
bij
een Not& naar aanleiding van het
Kamerverslag uit de hand. Uit die Nota toch blijkt,

dat de invoer van de hier bedoelde goederen bereids

via de N.U.M. geschiedt en dat nu reeds aan de ge-

bruikers van die goederen e’en premie wordt .in. reke-

ning gebracht voor het risico, voortspruitend uit het

credietpapier, dat het buitehiand ons dwingt te ne-

men. Op goede gronden werd in de Nota betoogd, dat

de Regeering daartoe de bevoegdheid had. Waarom
echter moest dan – zooals de Memorie van Toelich-

ting zeide – de wet gewijzigd worden om haar die,

bevoegdheid te verleenen?

Wat hiervan zij, indien de heffing van hoogere in-

voerrechten onvermijdelijk is – en wie kan zeggen,

waartoe de nood der sekatkist kan leiden? – dan ge-
schiede de vaststelling van het tarief bij de wet en
niet
bij
Kon. Besluit of N.U.M.-ukase.

In een uitnemend gesteld adres van Bonden en Ver-

eenigingen van belanghebbenden bij den import, onder

dagteekening 4 Juli 1918 aan de Tweede Kamer in-
gezonden, worden nog enkele, overwegingen ontze-

nuwd, die wellicht voor de concentratie van den in-
voer hadden kunnen zijn bijgebracht, doch in de tus-

schen de vorige Regeering en de Staten-Generaal ge-

wisselde, stukken niet voorkomen. Het schijnt niet

noodig, het adres in die richting te volgen. Men mag

veilig aannemen, dat de vorige Regeering niet een

reeks argumenten zou hebben ontwikkeld, die den toets

der critiek niet kunnen doorstaan, als zij andere,
steekhoudende gronden had kunnen aanvoeren. Met
instemming zij slechts aangehaald de volgende zin-

snede uit het adres, waarin de algemeene strekking is
saanigevat: ,,De gevolgen, die de aannemiing van dit
,,wetsontwerp zou met zich brengen, zouden inderdaad
,,noodlottig zijn voor den handel niet alle’ex, maar
,,voor geheel ons volk.”

De niéuwe Minister van Financiën nam het voorstel
tot centralisatie van den invoer bij de N.U.M. nog

slechts voorloopig terug; wie iets .gevoelt voor de Vrij-

heid van ons bedrijfsleven zal hem dankbaar zijn, in-dien het nimmer weder wordt ingediend.
Men late aan de N.U.M. het tweeledig karakter, dat
zij in de practijk heeft verkregen: fiscaal bureau voor
het heffen van uitvoerrechten en administratiekan-

toor voor het ons opgedrongen buitenlandsch crediet-
papier. Maar wil men haar maken tot een instelling,
die ons geheele verkeer met het buitenland beheerscht,
dan stelt men haar eischen, waaraan zij onmogelijk
kan voldoen, en berokkent men groote economische
schade aan ons land.
PATIJN,
‘s-Gravenhage, 12 October 1918.

DREIGEN ONS BIJ UITBREIDING ‘VAN DEN

GRAANBOUW GEVAREN?

Door een schrijver zijn, onder het hoofd ,,Uitbrei-

ding van den graanbouw in Groot-Brittannië en in
Nederland”, in het nummer van 9′ October 1.1. van dit tijdschrift belangrijke beschouwingen geleverd, over de vraag, hoe voor ons land over het al of niet
wenschelijke van uitbreiding van den graanbouw in

de naaste toekomst gedacht moet worden.
Na er op gewezen te hebben, hoezeer de overheids-
bemoeiingen ter zake uitbreiding van den graanbouw
in Groot-Brittannië en Ierland, althans in ‘t laatste jaar, effect gehad hebben, ‘in tegenstelling met de
negatieve uitkomsten van de pogingen onzer regee-

ring, om den graanbouw gedurende den oorlog op
peil te houden en na geconstateerd te hebben, dat het
vooral het garandeeren van minimumprijzen over
meerdere jaren is, hetwelk bij onze Westelijke naburen

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

tot het daar verkregen succes heeft geleid, spreekt de

heer Schilthuis als zijne meening uit, dat ook in Ne-

derland met eene meer tegemoetkomende houding

tegenover de boeren een zeer veel grooter resultaat

zou te verkrijgen zijn geweest.

Zou echter een succes als het Engelsche voor ons

land wel verkieseljk zijn geweest, zoo vraagt hij dan
en wij krijgen op die vraag een
vrijwel
ontkennend

antwoord. En als hij daarna ook den blik in de toe-

komst richt en overweegt, wat ons op dit terrein als-

nog te wachten staat, eventueel door het garahdeeren

van hooge prijzen, dan komt de schrijver tot het uit-

spreken van de hoop, dat de uitbreiding van den graanbouw h.t.l. zalblijved binnen tamelijk enge

grenzen. Want in sterke uitbreiding van onzen graan-

bouw ziet de heer Schilthuis gevaren, voor schatkist,
boerenstand en volkswelvaart.
Sterke uitbreiding toch van de met graan beteelde
oppervlakte zou, naar hij meent, slechts ten koste van
de voortbrenging van dierlijke producten en van tuin-

bouwartikelen, dus ten koste van onze meest bloeiende
export-bedrijven te bereiken zijn, wat voor onze volks-

welvaart een ernstig nadeel zou beteekenen. Maar

bovendien zou, wanneer niet over meerdere jaren een
behoorlijke graanprijs wordt gegarandeerd, onzen boe-

ren al spoedig na den vrede,
bij
daling der graan-
prijzen, een crisis als die van de ]aatste 20 jaren der
10e eeuw wachten. Werd door de Regeering
wel
garantie van minimumprijzen gegeven, zoo zou het
uit den aard der zaak de schatkist zijn, welke het
gelag betaalde. En in beide gevallen zou ons stêrke

aandrang in de richting van graanrechten boven ‘t
hoofd hangen, vooral wanneer men zich ook hier te
lande tot ideaal mocht gaan stellen, om ter zake voor-

ziening met eerste levensbehoeften zooveel mogelijk
onafhankelijk van het buitenland te worden, een toe-
stand, welke voor ons vaderland naar de meening van
den sohij ver al even ongewenscht als voor verwezen-
lijking onvatbaar ware.

Met dit laatste ga ik volkomen accoord en ook in
de voorafgaande beschouwingen van den heer Schilt-
huis is veel, wat mijne sympathie heeft, maar voor-
zeker nog meer zou hebben, wanneer ik het met het
uitgangspunt der redeneering (nl.: dat onze export-bedrijven bij uitbreiding van den graanbouw in ge-
vaar dreigen te komen) en met de verwachting van
sterke graanprijs-daling na den vrede eens zou zijn.
Noch het een, noch het ander echter is het geval, ter-
wijl ik ook omtrent de veronderstelling van de moge-
lijkheid eener uitbreiding van onzen graanbouw in

de mate als deze in Groot-Brittannië en Ierland
plaats vindt, met den geachten schrijver van gevoelen
moet verschillen.

Met het laatste punt beginnende, moet ik er dan op
wijzen, dat de toestanden in het Vereenigd Koninkrijk
van die bij ons te lande – en zulks niettegenstaande
eene
schijnbaar
sterke overeenstemming in werke-
lijkheid ‘ten eenen male versèhillen. Weliswaar is in
beide landen de grasldndoppervlakte buitengewoon
groot, in verhouding tot de oppervlakte van het
bouwland, maar terwijl bij ons een zeer groot deel
van het grasland, wegens te lage ligging, in verband
met onze waterstaatkundige toestanden, zonder ingrij-
pende, zeer voel tijd en geld eischende maatregelen niet
voor gebruik als houwland geschikt te maken is
1),

doen deze bezwaren zich in Groot-Brittannië en Ier-
land niet, althans in zeer veel mindere mate gelden;
een groot deel van wat daar als grasland te boek staat is voor den akkerbouw volkomen geschikt, een belangrijk
deel is in vroegere tijden bouwland geweest. Sedert
het midden.der 70er jaren bedroeg de grasland-toe-
name in Engeland 35 pCt., in Wales 28 pOt. en in
Schotland 34 pOt.
2)
terwijl omtrent Ierland gerap-
porteerd wordt, dat eene kolossale oppervlakte bouw-

Zie Memorie van Toelichting tot de Scheurwet
1918.
Zie het Rapport der Staatscommissie
v.
d. Landbouw
,,Maatregelen ter Hervorming van het Pachtwezen in

land in de laatste halve eeuw eenvoudig aan de ver-

wjldering is prijsgegeven en nu weliswaar grasland

heet, maar slechts met wilde grasplanten (z.g. blauw-

gras) bedekt is. ,,De economische invloeden hebben

(ook) een belangrijke rol gespeeld en veroorzaakt,
dal
gronden voor grasland worden gebruikt, die naar het

oordeel van deskundigen bij eenigszins zorgvuldige

cultuur als bouwland veel mee?- zouden kunnen op-
brengen”, zoo
werd in 1909 door leden van onze
Staatscommissie van den Landbouw, na een bezoek

aan Ierland gerapporteerd.
1
).

Wanneer men dan ook thans verneemt van toe-

name van het bouwland in Groot-Brittannië en Ier-

land, sedert 1916, met 3 millioen acres, of 25 pOt. der

bouwlandoppervlakte, dan mag men daarnaast niet

voorbijzien, dat eene nog grootere oppervlakte er
sedert de lOer jaren aan het bouwland onttrokken en
in grasland van meerendeels inferieure kwaliteit ver-anderd was en dat het
die
gronden in de eerste plaats
zijn, welke voor scheuring in aanmerking kwamen.

Hoe is in dat opzicht de toestand
bij
ons? Ten eenen
male anders! De verhouding tusschen bouw- en gras-

land is hier slechts
streeksgewijze
nog al iets gewij-
zigd; terwijl in enkele streken .nog al eenig bouwland

in grasland is veranderd, is de ontwikkeling in andere

doelen van ons land juist in tegengestelden zin verloo-
pen, zoodat de verhouding tusschen bouw- en gras-
land over heel Nederland, sedert de crisis ongeveer
dezelfde is gebleven
2)
En de absolute oppervlakte
van bouw-, zoowel als grasland is, mede dank zij ont-

ginning, zelfs blijven toenemen. Gronden, als waarvan

zooeven ten aanzien van Engeland sprake was, be-
zitten wij om zoo te zeggen niet. Wij staan er dan ook
volkomen anders bij en van eene vermeerdering der
bouwlandoppervlakte op eene schaal als (natuurlijk
relatief gesproken) in Engeland kan hier dan ook
naar mijne meening geen sprake zijn. Trouwens, daar-

van is bij de autoriteiten nog nimmer sprake geweest.
De Memorie van Toelichting tot de
Scheurwet
spreekt
slechts van omstreeks 100.000 H.A. zonder veel
be-

zwaar te scheuren land. Het bouwland zou daardoor
niet met ruim 25 pOt., zooals in Engeland, maar met

slechts ruim 11 pOt. toe-, het grasland met nog niet
8,5 pOt. afnemen.

Welnu, dat een vermindering der grasland-opper-
vlakte met 8,5 pOt. onzen export van dierlijke pro-
ducten niet al te zeer dreigt in gevaar te brengen,
zal zonder meer vel duidelijk zijn. Temeer, omdat de
• ru.ndveostapel daarbij niet met eenzelfde percentage

behoeft te worden ingekrompen; het stroo der granen
1
en (eventueel) de nagewassen
blijven
voor veevoeder
behouden en ook kan het gescheurde land niet jaar
‘op jaar met graan beteeld worden, zoodat op peul-
vruchten, klavers en ook knol- en wortelgewassen mede

– kan gerekend worden. En het afval van granen en
andere producten stelt ook tot varkensmesting in
staat. Maar in elk geval zal de veestapel direct weder
op de oude sterkte kunnen gebracht worden, zoodra

de door den nood uitgebreide graanbouw weder, dank
zij behoorlijken graantoevoer uit het buitenland, eenigs-
zins kan worden ingekrompen. Dan komt, zoowel op
het gescheurde land, als op het oude bouwland ruimte vrij voor de teelt van veevoeder, terwijl ook het graan weder desgewenscht ten deele voor omzetting in dier-
lijke producten kan worden aangewend.

Het mag hier wel eens met nadruk geconstateerd
worden, dat veevoederteelt op het bouwland tot een
minstens even grooten veestapel in staat stelt als
zuiver weiderij-bedrijf
3)
En het is dan ook een on-

Groot-Brittannië en Ierland”, uitgegeven onder de Verslagen en Mededeelingen van do Directie van den Landbouw, 1909,
No. 3
(blz.
12
en
13.)
‘)Hetzelfde rapport (blz.
83.) Wij
cursiveeren.
Zie
,,Overzicht van het landbouwbedrijf in Nederland”
(Staatscommissie van den Landbouw)
1912,
blz.
37 en
38.
Zie dienaangaancle het bekroonde geschrift van
Bauwerda en Van den Akker:
,,Oinzetiing van eenzijdige
greidebedrijven in gemengde bcdrjven”,
Leeuwarden 1917.

910

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

16 October 19f8

juiste meening, dat men voor een hoogstaand zuivel-
bedrijf en vleeschproductie een zoo eenzijdig weide-

rijk-bedrijf zou noodig hebben, als h.t.l. in enkele

kustprovinciën gevonden wordt; Denemarken, dat als

zuivelland toch waarlijk genoemd mag worden, bezit

slechts eene minimale oppervlakte blijvend grasland

(nog geen 10 pOt. der totale oppervlakte, tegenover

pl,m. 37,5 pOt. bij ons), de gronden, die er als weiden,

ook in de statistiek aangeduid worden, zijn
bijna
uit-

sluitend
a1dierweiden,,
dat. zijn. klavers en tijdelijke

kunstweiden, opgenomen in de gewone rotatie van

het bouland. Denemarken heeft gemengd bedrijf,

met uitgebreiden akkerhouw en op. het bouwland
spelen daar de granen, evenals
bij
ons in de zand-

streken de hoofdrol (het kleine Denemarken verbouwt

meer dan dubbel zooveel graan als ons vaderland).

Dit graan wordt er in normale tijden, evenals in onze

zandprovinciën in dierlijke producten omgezet. Het

graanverbouwende Denemarken staat niettemin als
exporteur van boter, varkensvleesch en eieren no. 1

in de rij
1)

Brengt dus het tot bouwland omscheuren van gras-

land, vooral in de mate, waarin het h.t.l. te verwach-
ten is, onze exportbedrijven zeker niet in gevaar en

stelt een blik op Denemarken ons eveneens gerust t:a.

van de gevolgen eener uitbreiding van de graanteelt
oj het oude akkerland, er dient ook niet vergeten, dat

liet moderne landbouwbedrijf door meerdere kennis bij

de boeren en nieuwe hulp’middelen een veel grootere
e.lasliciteit
bezit, dan dat van voorheen. Wat dus

onder invloed van den nood der omstandigheden ge-

wijzigd wordt, kan
bij
terugkeer van normale tijden

snel weder opnieuw veranderd worden, teelten en

bedrijfstakken, die tijdelijk ingekrompen zijn, zullen

in korten tijd weder op peil kunnen gebracht worden,
in één woord, het bedrijf is tegenwoordig in staat,
om zich snel aan veranderde toestanden en omstandig-

heden aan te passen.

Of datgene; waarin wij specialiteiten waren v66r
den oorlog, ook na terugkeer van den vrede hier met

succes voor, export zal kunnen worden vooitgebracht

is thans natuurlijk nog niet met absolute zekerheid
te zeggen. Wel wijzen klimaat en ginndgesteldheicl,

ligging en verkeersmiddelen, kennis en aanleg alle in

die richting, maar of de koopkracht van de talrijke scharen buitenlandsche kleinere consumenten nog
van dién aard is, dat loonende prijzen te bedingen
zullen zijn voor dnze vee- en tuinbouwproducten, dient
afgewacht te worden. Mocht liet noodig blijken, dan
zuilen onze land- en tuinbouw ook in andere, rich-

tiiig weten uit te munten, de eerste zoo noodig
bijv…..in den graanbouw!
Hoe het met de graanprijzen loopen zal, is thans nog
moeilijk te voorspellen. De .heer Schilthuis verwacht,
naar uit zijn artikel bleek, reeds spoedig na terug-
keer van den vrede eene sterke daling der graanprj-
zen, ik ben veeleer geneigd tot de verwachting van het

tegenovergestelde, dat wil dus zeggen: van bet gerui-
me.t:i tijd nog heerschen van prijzen, welke, in verge-
lijking met die van véôr den oorlog, hoog moeten

genoemd worden.
Mijne meening heb ik dienaangaande verleden

jaar op het Landhuishoudkundig Congres te Assen
toegelicht, men vindt in liet Tijdschrift voor Econ.
Geographie, in liet nummer van 15 October 1917 de

te Assen gehouden inleiding in extenso terug. Ik zal
et hier niet uitvoerig op terugkomen, doch wil slechts constateeren, dat de voortbrengings- en transportkos-
•ten, welke, wegens de bekende oorzaken, thans zeer
hoog zijn, naar mijne meening zeker ook nog garni-
men tijd na beëindiging van den oorlog abnormaal

hoog zullen blijven. .
KOENEN.
Bennekom, October 1918.

1)
Zie
over Denemarken o.a. liet werkje
,,De Landbouw
in Denemarken”,
Verslagen en Mededeeliugen van de
Directie van den Landbouw
1905, No. 5.
Zie ook ,,LantJe’8
Landwirtschaftlich.tatistischer Atlas”,
Berlin
1917.

ZWITSERLAND ËN DE RIJNKWESTIE.
II.

In ons vorig artikel
1)
wezen wij reeds op de betee-
kenis van de tegenwoordige hooge kolenprjzen als
propagandamiddel voor de Rijnplannen in Duitsch-

land, vanwege de electrische energie, die men bijdeze

laatste hoopt te winnen. Op dezelfde wijze heeft de
oorlog ook in Zwitserland er toe meegewerkt, om dc
scheepvaartprojecten van liet terrein der acadmisehe

discussies naar dat der practische overwegingen te
brengen en zo in het middelpunt der publieke belang-

stelling te plaatsen. De .groote moeilijkheden; met het

spoorwegvervoer ondervonden, deden voor liet eerst

liet ontbreken van een goeden scheepvaartweg al een
werkelijk gemis voelen.

Vormt zoo eenerzijds de oorlogstoestand een krach-
tigen steun ‘oor het streven naar verbetering van den

Boven-Rijn, het valt niet te ontkennen, dat hij tege-

lijkertijd de tegenstelling der belangen ‘heeft ver-
scherpt en de oplossing van de kwestie heeft ver-
traagd. Meer dan ooit vraagt men. in Zuid-Dnitsch-
land om
goedkoope
electriciteit; meer dan ooit voelt
men in Zwitserland behoefte aan een waterweg van
groots
capaciteit. Beide wenschen zijn,.zooals wij aan-
toonden, met elkaar in strijd.

Bovendien is er door den oorlog in alles een ele-
ment van onzekerheid gekomen, dat den tijd ongun-

stig maakt voor ingrijpende onderhandelingen. Bij

onze uiteenzetting gaan wij uit van den bestaanden

toestand en beschouwen dus den Elzas als Duitso.h gebied; ook van Zwitsersche zijde pleegt men dit te

doen. Zulks neemt niet weg, dat men met de mogelijk-

heid van een wijziging dient te rekenen. Het behoeft
geen betoog, dat de kwestie in dat geval geheel van

aspect zou veranderen, wat echter geenszins rzeggen
w’il, dat zij ook eenvoudiger worden zou. Voor liet
oogenblik rekenen wij dus met de politieke kaart,
zooals die v66r dan oorlog was. Vragen wij ons dan

af welke middelen Zwiitserland ten dienste staan om

aan zijn eisohen gehoor te verschaffen.
De verschillende juridische argumenten, wij merk-

ten .het reeds op, vindea in Duitschiand weinig weer-
klank. De Rijnvaartacte van 1.868 verbiedt het op-
richten van watermolens. en daarmee verbandihou-

dende werken, wanneer deze hinderlijk kunnen zijn

voor de scheepvaart; naar den letter van het verdrag
zijn dus de electrische installaties verboden. Afgezien
echter nog van de vraag, of Duitseblanid niet zal
trachten staande te houden, dat de bepaling van 1868
niet slaan kan op belangen van zoo verre strekking,
als de electniciteitsvoorziening van geheele staten,

wordt door de Duitschers aan Zwitserland het recht
ontzegd, om zich op de Rijn’vaartacte te beroepen.
Gelegenheid te over dus voor interessante juridische
discussies, waarvan helaas voor de zaak zelf weinig
heil te verwachten is. Immers, zelfs in het gunstigste
geval, wanneer men er in slagen zou door de krach.t
van verdragsbepalingen Duitschland van zijn voor-
nemens te doen afzien, zou het succes toch zuiver
negatief van aard zijn. Men zou de kanaliisatie hebben
belet, maar geen enkel middel bezitten om aan een
onwillig Duitsoh.land de uitvoering der normalisee-
ring af te dwingen. De kans zou groot zijn op een
slepend conflict, waarvan Zwitserland meer schade
zou hebben dan van de kanalisatie.
Natuurlijk zullen de Zwitsers goed doen hun rechts-
aanspraken te handhaven, maar zij zullen tevens die-
nn te bedenken, dat het hun belang is de kwestie
door overleg en niet doo? een.zijcligen dwang tot op-
lossing te br.engen. Als gevolg van hun geografische
ligging, hebben zij Duitsohland nu eenmaal meer
noodig dan Duitschland hen
Tracht men tot overeenstemming te geraken, dan
zal het vermoedelijk van veel belang blijken, dat

Zwitserland een geschikt ruilobj eet bezit in de
waterkracht van den Rijn boven Bazel. Het deel
hiervan, waarop de Zwitsers recht hebben, zou voor

i) No. 145,
pag.
881 v. v.

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1.

i)uitschland een veel grooter waarde vertegen.woor-

cligen dan voor hen, aangenien zij nog over rijke,

ongebruikte waterkrachten in de Alpen besdhikken.

Hoofdzaak blijft ecihter de vraag of men in

Duitschiand, even eensgezind zijn wenscihen con-

centreert op de electriciteitsvoorziening, als men het

in Zwitserland op de scheepvaart doet. Gelukkig
voor de Zwiters is dit niet het geval en zijn er

veeleer Duitsche belangen aan te wijzen, die met de
Zwitsersohe min of meer parallel loopen.

De eigste tegenstanders van de Zwitsersche plan-

nen vindt men in het Rijksiand. Voor den Elzas zul-

len de voordeelen van de scheepvaart boven Stiaats-

burg gering zijn. De industriesteden van ‘iet Zuiden
liggen ver van de rivier; overlading in wagons zal

voor deze steeds noodig blijven en het voordeel, dat
zulks wat dichterbij zou kunnen geschieden dan te
Straatsburg, lijkt ihun geting, tegenover, de kosten,
die de aanleg van nieuwe Rijnhavens zou meebren-

gen. Met Straatsburg, als distributiecentrum van op
den Rijn aaigevoerde goederen, is men in den Elzas
vôlkomen tvreden; men wensdht geen versnippering
van krahten. De Straats:burgers zelf zien in de vaart
op den Boven-Rijn een bedreiging voor hun mooie
havens, die hot juist van de overladinj hebben moe-
ten. En ‘ten slotte beii•t de Elzas in het Rijn-Rhône-
kanaal met het zijkanaal Mülhausenllüningen een

eigen waterweg naar het Zuiden, die wel zeer veron
derd is, maar toch een zeker verkeer bezit, dat men
dooi de Rijnvaart bedreigd acht. In de scheepvaart-
plannen ziet men dus in den Elzas eer een nadeel dan
een voordeel; men interesseei,t zich kier dan ook uit-
sluitend voor de electriciteitswinning. Over ‘t geheel
klinkt in de stemmen, d.ie van hier vernomen woidea,
een toon van vrij benepen concurrentievrees.

Heel wat. minder scherp staan de belangen van

i3aclen tegenover die van Zwitserland. Zeker, ook hier
ziet men reikhaizend uit naar goedkoope electriciteit,
maar in tegenstelling met den Elzas deelt Baden te-
vens in de waterkracht van het riviervak boven Bazel. Als gevolg van de gesteldheid van het rivierbed zullen
hier de installatiekosten geringer zijn dan beneden de
stad. Voor Baden is er dus, reeds uit zuiver electro-
technische overwegingen, veel vooi te zeggen eerst boven Bazel alle kracht in exploitatie te nemen, om
vervolgens, naarrnate de behoefte zich doet gevoelen,
ook met het andere riviervak te beginnen. Zelfs van-neer Baden uitsluitend geleid werd door de belangen
van zijn electriciteitsvoorziening, zou dus zijn politiek

aan Zwitserland een zekeren steun bieden, daar zij in
elk geval uitstel van executie beteekenen zou. En een
uitstel, dat niet van al te langen duur is, is op ‘t
oogenblik voor de Zwitsers winst. Hun Rijnvaart
immers, is niet maar alleen een zaak van de toekomst,

maar bevindt zich reeds in vollen gang, al is dan ook
de omvang nog niet groot. Billijkerwijze kunnen zij
dus den eisch stellen, dat deze bestaande scheepvaart
door een eventueele uitvoering van het kanalisatie-

plan geen schade zal lijden, of dat anders compensa-

ties worden gegeven. Hoe krachtiger hun scheepvaart
zich ontwikkelt, met des te meer nadFuk kunnen zij
deze eischen doen hooren. Vandaar, dat hun belang
meebrengt de definitieve beslissing nog eenigen tijd te
verschuiven – vooral, wanneer intussehen met die

werkzaamheden, waarover geen verschil van meening
bestaat, een aanv.ang kan worden gemaakt. Of het

mogelijk zal zijn den bouw van stuwen en sluizen uit
te voeren, zonder de bestaande scheepvaart geheel stil

te leggen, is een vraag, die in i)uitschland en Zwit-
serland zeer verschillend wordt beantwoord. De Zwit-
sers zijn hierover zeer pessimistisch gestemd. Als een
politiek succesje mag men het voor hen beschouwen,
dat de Bovemi-Rijn, na in ‘t begin van den oorlog om
militaire jedenen door Duitschland voor ‘t verkeer te
zijn gesloten, in 191.7 op aandrang van Zwitserland
weer voor de vaart is opengesteld.

Om nu tot Baden terug te keeren – een stem van

gewicht is daar te lande ook die van de handels- en

scheepvaartkringen te Manuheim. Hier zou men het

eigenlijk volstrekt zoo kwaad niet vinden, als de Zwit-

sbrs hun zin kregen. In den Elzas wordt zelfs wel be-weerd, dat de scheepvaartplannen voor een groot deel

te wijten zouden zijn aan machinaties van Mannhei-

mers, die het niet zetten kunnen, dat hun stad heeft
opgehouden het eindpunt van de Rijnvaart te vor-

men, en die nu aan Straatsburg denzeifden tegenval-
ler gunnen.

De derde voorname factor ten slotte, waarmee de
Badensche legeering te rekenen heeft, is het belang
van het zuidoostelijk deel des lands, waar Konstanz

het groote centrum is. Deze streek heeft altijd zeer

ongunstig gelegen voor het verkeer. Van de hooger

ontwikkelde gebieden, in het midden en Noorden van
het groothertogdom, wordt zij afgesloten door het
Schwarzwald. In den tijd, toen van het verkeer tus-

schen de Duitsche staten onderling nog in- en uit-

roerrechten geheven werden, heeft het grillig beloop,
dat hier de politieke grenzen vertoonen, de ontwik-

keling sterk geremd. De kolenpiijzen zijn hier de
hoogste van Duitschland en in economisch opzicht is
deze streek de achterlijkste van Baden. Geen wonder,
dat men hier niet alleen om electriciteit, doch tevens

vooral om een scheepvaartweg vraagt. Beide belahgen

zijn hier ook minder met elkaar in strijd dan beneden
• Bazel, daar men voor het geringer rrkeer, dat in de
havens van het Bodenmeer te verwachten is, genoegen
neemt met schepen van 1200 è 1300 ton.

Ofschoon ook de Badensche regeering zich op het

standpunt stelt, dat alle waterkracht van den Rijn in
,gebruik moet worden genomen – haar opvattingen
zijn toch (in overeenstemming met de landshelangen)
«
heel wat minder extreem dan die van het Rijksland.
Het Badensche program vormt dan ook het aangewe-

zen uitgangspunt voor een eventueel compromis.
Behalve met de Zuid-Duitsche Staten heeft Zwit-
serland ook te maken met het Duitsche Rijk. De regee-
ring te Berlijn, wier centraliseerende neigingen in het
Zuiden niet steeds met een vriendelijk oog worden
t aangezien, stelt zich op het standpunt, dat projecten
van zoo verre strekking als de Rijnplannen algemeene
rijkszaak zijn, en niet door afzonderlijke hondsstaten
kunnen vastgesteld en uitgevoerd worden. In Baden
ituitte deze meening natuurlijk op verzet. Ten slotte
i heeft men een schikking getroffen, waarbij de rijks-
regeering te Karisruhe een bureau vestigde om de

plannen volledig uit te werken, maar aan ‘t hoofd
daarvan den man plaatste, aan wien Baden reeds de-

zelfde opdracht had gegeven, Oberhaurat Kupfer-
schmid. Naast dezen staat een rijkslandsch ambtenaar
met gelijkwaardige bevoegdheden. De taak van dit
bureau is niet te onderzoeken welk systeem voor de
verbetering van den Boven-Rijn de voorkeur verdient,
maar eenvoudig de plannen voor de kanalisatie uit te
werken. Met de Zwitsersche wenschen wordt dus in
‘t geheel geen rekening gehbuden.

Dit neemt echter niet weg, dat ien in ])uitsclilarid
wel degelijk bereid is om met de Zwitsers overleg te
plegen en dit ook langs zij delingschen weg niet on-
duidelijk heeft te kennen gegeven. Zulks ligt ook voor
de hand. Niet slechts is het voor Duitschiand in ‘t
algemeen gewenscht om met zijn kleine huren goede
• vrienden te blijven en deze niet te kwetsen in wat
• zij hun levensbelangen achten, maar juist speciaal in-
• zake de Rijnverbetering heeft het alle reden om Zwit-
serland niet onnoodig te dwarsboomen.

Zooals wij in ons artikel over de Ibhônekwestie
reeds opmerkten
1)
‘zal de kaualisatie of normalisee-
ring van den Boven-Rijn nog veel meer ten goede
komen aan de verbinding van Zwitserland met de

West-Duitsche mijnbouw- en industriegebieden, dan
aan die met de Zeehavens. Dat is de reden, waarom
men haar van Enten’tezijde vreest. Zoigt Duitschland

1)
Zie No. 134,
pag.
653 en No. 135, pag. 675.

11
912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

er niet voor, dat de Rijnweg een behoorlijke capaciteit

krijgt, dan speelt het zijn tegenstanders in de kaart. Juist het feit, dat Rijn- en Rhôneproject beide door

politieke oogmerken worden gedragen, zal voor Zwit-

serland een krachtige steun zijn bij pogingen om van

zijn concurreeiende buren gunstige voorwaarden te

verkrijgen voor de uitvoering van beide plannen.

Hebben wij dus de overtuiging gekregen, dat het

zoowel voor Duitschiand als vooT Zwitserland ge-
wenscht is om in de Rijnkwestie tot overeenstem-

ming te geraken, het komt oni tevens voor, dat de
tegenstelling tusschen de wederzijdsche belangen niet

z66 scherp is, of zulk een schikking zal mogelijk

blijken. Natuurlijk zou het dwaasheid zijn, wanneer

wij hier wilden beslissen hoe een dergelijk compromis
behoort iit te vallen. Het geldt immers een ingewik-
keld geheel van politieke en economisch-technische

vraagstukken, die slechts door deskundigen opgeloit kunnen worden. Wel echter kunnen wij trachten ons

een den.kbeeld te vormen van de richting, waarin
wellicht die oplossing te vinden zal zijn. We dienen

ons daartoe af te vragen wat beide
partijen
in deze

kwestie te beschouwen hebben als vitale belangen en
in hoever men te doen heeft met wenschen van

secundaire beteekenis. Aangezien men van te voren
weet, dat wederzijdsehe concessies onvermijdelijk zul-

len zijn om tot overeenstemming te geraken, is het
zaak er zich rekenschap van te geven, welke eischen men desnoods kan laten schieten en waar men in elk

geval op zijn stuk heeft te staan. Maar al te licht

brengt men het bereikbare in gevaar, door zijn zin in

alles te willen doordrijven.
Wat Zwitserland noodig heeft zijn technische waar-

borgen voor een voldoende capaciteit van den water-
weg en politieke garanties voor een onbelemmerd
gebruik ervan. Krijgt het deze, dan kan men de wijze, waarop zulks geschiedt als van ondergeschikte betee-
kenis beschouwen. Wat Duitsohland moet hebben is

het maximum van electriciteit, dat de Rijn tusschen Bazel . en Straatsburg kan opleveren. Krijgt het die
hoeveelheid, dan is de vraag, waar de krachtstations
staan, die den stroom voortbrengen, niet van over-
wegend belang (al dient men haar natuurlijk niet te

verwaarloozen.)
Boven Bazel zijn nog 455.000 paardekrachten be-
schikbaar. Nemen we aan, dat hiervan aan Zwitser-
land de helft toekomt, dan is dit zeker niet voldoen-
de om eventueel een compensatie .te vormen voor de
pl.m. 500.000 p. k., die men beneden Bazel hoopt te
winnen. Ja, zelfs wanneer men tot belangrijke stroom-

leveranties van Midden-Zwitserland uit mocht willen
overgaan, zou het nog bezwaarlijk zijn een zoodanig hoog bedrag te bereiken. Wel is het echter denkbaar,
dat Duitschland er bijvobrbeeld in zou toestemmen
zich tegen behoorlijke compensatie te beperken tot.
het bouwen van de 7 stuwen, die tusschen Bazel en
Brcisach zijn geprojecteerd en clitarentegen tusschen’
Breisach en Straatsburg, wair de acht andere moesten

komen, tot normaliseering zou overgaan. Duitschland
zou in dat geval al zijn electriciteit krijgen, terwijl
voor •het verkeer naar Zwitserland het tijdverlies bij

het schutton tot minder dan de helft zou worden gere-
duceerd. Verder staan toch immers ook de afmetingen
der sluizen nog geenszins vast.Wanneer men die nu eens
zoo kon kiezen, dat een normale sleeptrein niet uit

elkaar genomen behoefde te worden, maar ineens kon
worden geschut, dan zou daarmee opnieuw bij elke
sluis het berekende tijdverlies met ruim de helft
worden verminderd. Zulks zou een graote verhooging
van kosten meebrengen, maar tevens een voordeel
vormen van zoodanige beteekenis, dat men van beide
partijen daarvoor de bereidwilligheid tot het brengen

van zekere offers verwachten mag.
Zien de Zwitsers kans om in goede vriendschap
met Duitschiand een accoord te treffen, waarbij hun
een geheel open waterweg wordt toegestaan – des te
beter voor hen. Hoofdzaak is, dat wij ons de moge-
lijkheid van een schikking klaar voer oogen stellen

en niet ons blind blijven staren op twee lijnrecht

tegenover elkaar staande projecten.

Mocht de Elzas weer Fransch worden, dan zou

daarvan
ongetwijfeld
het eerste gevolg zijn, dat de

uitvoering der plannen sterk werd vertraagd. Verdèr

zou Frankrijk, dat van Marseille de groote invoer-
haven voor Zwitserland maken wil, heel weinig voe-

len voor den
Rijnweg,
die naar de Noordzeehavens

leidt; en zulks nog des te minder, omdat toeneming

van het Rijnverkeer tevens ten goede komen zou

aan den Duitschen invloed in Zwitserland. De alge-
meen Fransche belangen loopen dus met die van den

Elzas volkomen parallel en men kan dan ook van

Frankrijk inzake de verdeeling van de financieele

lasten tusschen scheepvaart en electriciteitswerken,
alsmede inzake eventueele compensaties, veel scher-
per eischen verwachten dan van Duitschland. Omge-.
keerd zou Duitschlaxsd na verlies van den Elzas, het

veel gemakkelijker met de Zwitsers eens worden dn

thans. Een uitvoeriger beschouwing van de geheel

nieuwe complicaties, die zich zullen voordoen, wan-
neer Frankrijk weer oeverstaat van den Rijn mocht
worden, zal dienen te wachten tot eventueel de ont-

wikkeling der dingen daartoe aanleiding geeft.

Onze sympathie, als Nederlanders, gaat instiuct-

matig uit naar het normaliseeringsplan, met zijn Vrij

en onbelemmerd verkeer. Hoe gevaarlijk het echter

is om op dergelijke gevoelsgronden een voorbarig oor-
deel te vellen, moge ten slotte een voorbeeld duidelijk

maken. Zelfs een vraag van zoo elementair belang
als de kwestie der wenschelijkheid van de normali-
seering uit een zuiver verkeers-technisch oogpunt, is

nog niet voldoende beantwoord. Een Nederlandsehe

autoriteit op dit gebied is de hoofdingenieur van den
waterstaat C. A. Jolles, voorzitter der internationale

jury voor de
prijsvraag
inzake de bevaarbaarmaking van het Rijnvak Konstanz-Bazel. Deze wenscht zich
over genoemde vraag niet met te veel beslistheid uit

te laten, maar zegt toch:

,,Het wil mij voorkomen, dat, op zichzelf beschouwd
en afgescheiden van politieke en economische over-
wegingen, een kanaliseering van het riviervak Straats-

burg-Basel voor het verlceersbela’rt.g
1)
te verkiezen zal

zijn boven een normaliseering.” (De Ingenieur, 6 Juli
1918.) Een waarschuwing om met de rooskleurige
voorstellingen van Zwitsersche zijde eenigszins voor-

zichtig te zijn.
In een derde en laatste artikel willen wij de betee-
kenis bespreken, welke de kwestie van den Boven-
Rijn ook voor Nederland heeft. .
P. SERTON. –

DE SUIKERVOORZIENING VAN NEDERLAND.

Men schrijft ons:

Menigeen zal met zekere verwondering gelezen heb-

ben, dat volgens de meening van de huidige regeering
het suikerrantsoen in den komenden tijd niet ver-
hoogd zal kunnen worden en toch is met enkele getal-

len duidelijk aanwijsbaar, dat zulks ook niet voor de
hand ligt. Wanneer wij aannemen, dat Nederland 7.000.000

inwoners telt en de rantsoeneering
Y4
K.G. per
,
hoofd

per week bedraagt, zal het jaarlijksch gebruik voor
consumptie bedragen 900.000 zak suiker. Wanneer wij
hierbij de industriesuiker optellen, dan komen wij tot
een bedrag van 1.600.000 zak suiker. Deze getallen
komen ongeveer overeen met het verbruik in 19171’18,

zijnde ruim 1.700.000 zak. Wanneer wij nu weten, dat
het verbruik v66r den oorlog op hoogstens 1.000.000

zak werd geschat, dan kan men nagaan in welke mate
gedurende den oorlog het suikerverbruik is toege-

nomen.
De suikerproductie in Nederland is de laatste jaren

sterk afgenomen. Waar in vroeger jaren globaal op
een oogst van 3.000.000 zak suiker kon worden gere-
kend, is de productie successievelijk afgenomen tot

1)
Wij cursiveeren.

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

2.000.000 zak in decampagne 1917/18, terwijl de cam-

pagne 1918/’19 slechts getaxeerd wordt op 1.700.000

zak suiker. De suikerproductie geeft dus zeker geen

aaiileiding om een grooter rantsoen aan het publiek

toe te staan, tenzij de regeering wegens de groote

voedingswaarde van suiker nog tijdig ingrijpt en een

grooteren oogst in de hand werkt.

Waaraan is deze achteruitgang in productie te

wijten? In de eerste plaats heeft de regeering het

noodzakelijk geacht den bietenbouw in de laatste

jaren te beperken, uit vrees, dat men te veel akker-
land aan den bouw van granen en aardappelen zou

onttrekken, teneinde zich op het loonend
bedrijf
van

bietenbouw toe te leggen. De bieteubouw werd op
dezen grond beperkt tot maximaal 80 püt. van het

gemiddelde van de jaren 1914, ’15 en ’16. Een derge-
lijke oogst zou eene suikerproductie van ongeveer
2.200.000 zak suiker tengevolge gehad hebben, alzoo

ruimschoots voldoende om het binnenland en zelfs

de exporteerende industrieën, als gecondenseerde

melk- en jamfabrieken, van suiker te. voorzien.
Deze beperking gaat echter gepaard met de maxi-

mumprijs-vaststelling voor de bieten en deze prijs

b]ijkt in verhouding tot de andere gewassen niet vol-

doende loonend te zijn om den bouw van beetwortelen
te handhaven. Ook in het komend jaar schijnt men
een prijs van ongeveer
f
30 per 1000 K.G. beetworte-
len te overwegen, eene prjsverhooging, welke, hoe
ingrijpend deze ook moge
schijnen
(de prijs varieerde
normaal tusschen
f 10
en
f
15), naar onze meening

nog niet tegemoet komt aan de meerdere kosten en
aan de hoogere landwaarde, bij den verbouw van
andere gewassen bereikt.
1)

Ook in het volgend jaar zal de
prijs
dus weinig aan-
moedigend zijn en is in dit opzicht ook weer een
kleine oogst te verwachten, tenzij de Minister er nog

toe overgaat een meer loonenden prijs vast te stellen.
Wat de huipstoffen aangaat, behoeven deze voor een
groeten oogst geen belemmering te zijn.

Het steenkolenvraagstuk schijnt voor de komende
campagne bevredigend te zijn opgelost. De meeste sui-
kerfabrieken, zoo niet alle, zijn op dit gebied ook
uiterst gunstig ingericht en kunnen zich met de
meeste soorten van steenkolen behelpen. Een groote

campagne heeft bovendien zoo goed als geen grooter
kolenverbruik tengevolge, omdat in een doorloopend
regelmatig bedrijf het kolenverbruik bijna hetzelfde

is als in een bedrijf, dat door weinig bietenaanvoer in
een regelmatigen gang belemmerd wordt.

Bovendien hebben de verschillende fabrieken
hate
verwerking meer geconcentreerd op de gunstig wer-

kende fabrieken, zoodat daardoor het z.g. kolencijfer
ook reeds tot een uiterst laag getal genaderd is.
Ook het kalksteenvraagstuk baart geen zorgen. Door

de kleine campagnes bezitten, vele fabrieken groote
voorraden kalksteen, die voor 1 of 2 campagnes nog toereikend zijn. Tevens hebben de suikerfabrikanten
voldoende proeven’genomen met de in Limburg ge-
dolven mergelkaiksteen, die, hoewel van veel mindere
kwaliteit dan de uit België geïmporteerde, toch vol-
doende bruikbaar is om eventueel in de behoeften te
voorzien, wanneer onverhoopt uit België geen kalk-
steen geïmporteerd mocht kunnen worden.
Ook ten opzichte van het beetwortelzaad hebben de
suikerfabrikanten rich gewapend. Uit de laatste ge-
gevens, in de Technische Vereeniging van Beetwor-
telsuikerfabrikanten medegedeeld,
blijkt,
dat in 1919
pl.m. 335 H.A. ‘met zaad zullen verbouwd worden.
Wanneer de regeering meewerkt en de daarvoor be-
noodigde meststoffen verschaft, zal hiervan een pro-
ductie te verwachten zijn van 600.000 K.G. zaad, vol-
doende voor eene suikerproductie in 1920 van

i) Wanneer wij de prijzen van tarwe, haver, boonen, erwten
en melk
in
den winter
1918
vergelijken met
1914,
dan
zijn
deze ongeveer driemaal zoo hoog. De bietenprijs blijft hier
echter ver beneden, terwijl juist deze bouw veel duren land-
arbeid vergt.

1.200.000 jak suiker. Door Minister Posthuma werd

vorig jaar reeds toegezegd, dat deze meststoffen zoo

mogelijk verschaft zouden worden en is het te hopen,

dat de nieuwe Minister de suikerfabrikanten in deze
niet teleurstelt, want daardoor zou niet alleen de

zaadproductie op ?i. 4 worden gereduceerd, maar

de fabrikanten zouden ook voor een grooten schadepost

komen te staan, door het noodeloos telen van zaad-
bietjes in het jaar 1919. Nu voorziet deze productie

weliswaar nog niet in de binnenlandsche behoefte,

doch voor het jaar 1919 is er nog voldoende zaad aan-

wezig, hetzij door eigen verbouw of uit de oude voor-

raden en ook voor het jaar 1920 zal er nog voldoende

overblijven,
wanneer
wij
daarbij in aanmerking nemen,

dat de import toch wel niet geheel buitengesloten zal,

zijn. Voorloopig verwachten wij echter niet, dat er
zooveel zaad in Duitschiand, en Rusland verbouwd zal
worden, dat
wij
op een groote export naar Nederland
zullen mogen rekenen. Het zal dus wenschelijk zijn,

dat de suikerfabrikanten zaadbouw niet uit het oog

verliezen, doch krachtig de teelt voortzetten.

Het moge nu waar zijn, dat deze laatste berichten
niet al te verontrustend zijn, toch moeten wij den hoofd-

factor niet uit het oog verliezen en dat is de regeling
van den beetworteluitzaai. Het is te hopen, dat de

tegenwoordige regeering dit punt ernstig onder het
oog zal zien, want deze uitzaai wordt volkomen be-
heerscht door den prijs, dien de Minister, resp. het
Rijkskantoor voor suiker, voor den bietenoogst in 1919

vaststelt. Is deze prijs weder te laag, dan zal ook in
1919 geen 80 pOt. van het gemiddelde van de jaren

1914, ’15 en ’16 uitgezaaid worden en is er opnieuw
een oogst te verwachten, die niet voldoende suiker zal
leveren om in het meerdere verbruik van de Neder-
landsche bevolking te voorzien. –

EEN EXPORTVISCHMARKT AAN DEN

WATERWEG?

Naar aanleiding van de plannen tot verplaatsing
van de Rotterdamsche vischmarkt, is in den gemeen-
teraad van twee verschillende zijden het denkbeeld

geopperd, om aan Rotterdam naast zijn consumptie-
markt ook een exportmarkt voor visch te geven. De
heer Brautigam, die de vischmarkt wenscht te vesti-
gen aan den Schiemond, meende als bijkomstig argu-
ment daarvoor te kunnen aanvoeren, dat te dezer

plaatse de gelegenheid zeer gunstig zou zijn om tevens
een exportmarkt tot ontwikkeling te doen komen. De

heer Van Doorn stelde voor, aan B. en W. een prae-
advies te verzoeken omtrent de wenschelijkheid en
mogelijkheid van de vestiging eener exportvischmarkt

te Hoek van Holland, voor welk deel der gemeente
hij in den raad zitting heeft. Terwijl wij nu de ver-

plaatsingskwestie, als zuiver locaal belang, aan de dag-
bladen ter bespreking overlaten, willen wij in dit
artikel de vraag overwegen in hoever een export-
markt in het havengebied van den Waterweg levens-
vatbaarheid zou hebben.

De Nederlandsche zeevisscherj (de kustvisscherij
blijft hier buiten beschouwing) omvat twee bedrijfs-
takken, die in bijna alle opzichten sterk van elkaar
verschillen. De oudste en nog steeds de belangrijkste
van de twee is de haringvisscherij. Van de ruim 12.000
vissehers, die in 1914 aan de groote vaart deelnamen, voeren er meer dan 9000 ter haringvangst. Van ouds-
her heeft de haringreederj ‘haar zetel aan de Maas,
daarnaast ook in Scheveningen en Katwijk. Van de
43 stoomschepen, die in•1914 de haringvisscherij uit-
oefenden, wâren er 34 uit Vlaardingen en 4 uit Maas-
sluis; van de 623 zeilvaartnigen (kielschepen): 133

uit Vlaardingen, 96 uit Maassluis, 249 uit Scheve-
ningen en 117 uit Katwijk.
Naast de haringvangst, oudtijds bij uitstek als de
,,groote visscherij” bekend, bestond steeds in de noor-delijke stranddorpen een v.isscherij met het schrobnet,

of, zooals men tegenwoordig zegt: trawi- of treilvis-

914

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

scherij. Deze is plotseling tot groote ontwikkeling ge-

komen toen men haar ging uitoefenen met stoomsche-
pen en de visch in ijs ging bewaren, waardoor de mo-

gelijkheid ontstoud om het artikel over grooten af-
stand versch te verzenden. Nog altijd nemen tal van

kleine zeilvaartuigjes er aan deel (vooral van Urk,

Den Helder, Texel, Goeree en Wieringen), maar vei-

reweg de hoofdzaak zijn toch de stoomtrawlers. In

1914 waren er 158 ingeschreven, waarvan 155 te

LTmuiden. Van de 36 millioen K.G. treilvisch (hoofd-

zakelijk verschevisch) in dat jaar hier te lande aan-
gevoerd, komen er 33 millioen voor rekening van deze

haven. Van de 66 millioen K.G. ,,drjfnetvisch” (met

uitzondering van een weinigje makreel is dit alles

haring) werden er in 1914 aangevoerd te Vlaardingen.

20, te Maassluis 8, te Scheveningen 23, te Katwijk 9
en te Ijmuiden 4 millioen.

Het hier gegeven beeld zou niet volledig
zijn
zon;

der de vermelding; dat veel haringschepen in de win-
ter- en voorjaarsmaanden ter beugvaart
1)
gaan. De
haring is, zooals men weet, een seizoenvisch, die zich
1

alleen van eind Mei tot half December vertoont. De

totale aanvoer van beugvisch bedroeg in 1914 slechts
0,9 millioen K.G., waarvan 0,6 te IJmuiden en 0,2
te Vlaardingen.

Er bestaat dus een sterke tegenstelling tusschen de

visscherij van ,,de Noord” en die van ,,de Zuid”. Voor
versche visch heeft Ijmuiden een alleg domineerende

positié. De snelle opkomst van het plaatsje heéft in

hooge mate haar stempel gedrukt op den aard van

den vischhandel en het reederijbedrijf aldaar. De men-‘

schen, die er liet lief t in handen hebbeh, zijn ‘meest
self-made men; het handeisleven wordt er gekenmerkt
door een groote mate van zakendurf, die een der voor-

naamste oorzaken is geweest van het succes, maar
tevens vaak is ontaard tot commercieele waaghalzerij.
Velen zijn daaraan te gronde gegaan; de gelukkigen
echter bleven en zagen hun bedrijf met den dag zich

uitbreiden. In vergelijking met IJmuiden vindt men

aan ‘de Maas de ar’istocratie van den vischhandel.
Oude, gevestigde huizen, met een traditie achter zich

en een zorgvuldig bewaakte reputatie van soliditeit,
geven hier den too’n aan. De Ijmuidenaar gelooft in
trawlers; aan de Maas moet men daar niets van heb-
ben, beweert zelfs, dat een trawler eigenlijk nooit be
hoorlijk kan rendeeren.

Is IJ’mui,dens overheerschende positie voor versche
visch ‘in de natuur der dingen gelegen, of zou het
mogelijk zijn ook elders – bijvoorbeeld aan den Wa-
terweg – een groote markt voor dit artikel te stich-
ten? Reeds over deze fundamenteele vraag loopen
de meeningen uiteen. En hierbij denken wijniet aan
de opinie der handels: en reederijkringen te IJmui-
den; daar toch is men wellicht
bij
uitstek deskundig, maar niet bepaald onbevooroordeeld. Neen, wij den-
ken aan de uitspraak van gezaghebbende personen in
de Maassteden zelf. De eenige gemeenten, die hier

ernstig in aanmerking komen, zijn Viaardingen en Rotterdam. In beide plaatsen vindt men een kleine
groep van belangstellenden, die ook in ,,de Zuid” een
flinke verschevischrnarkt mogelijk achten; tusschen

het Vlaardingsche en het Rotterdamsche standpunt is
echter in bijna ieder opzicht verschil. De Vlaarding-sche opvatting wordt in het volgende beknopt weer-
gegeven. Ijmuiden heeft voor versche visch een na-

tuurlijk overwicht als gevolg van zijn noordelijke lig-
ging. De, voornaamste vischgronden immers zijn de
Doggersbank en het gedeelte der Noordzee tusschen

deze en de Terschellingerbank. Waar IJmuiden dus
4
t
5 uur stoomens dichter bij de gronden ligt dan de
Hoek, heeft het op elke reis een voorsprong van pl.m.

1)
De beug is een lange lijn met hoeken, die van aas wor-den voorzien. Beugen is dus hengelen
in
‘t groot. De visch-
soorten, die men vangt, zijn vrijwel dezelfde, die bij de
trawlvisseherij de grootste rol spelen. Vroeger had men ook
schepen, die zich uitsluitend op bêugvaart toelegden. Thans
komt dit zelden meer’ voor.

9 uur; bij een gemiddelden reisduur, van 7 k 10 dagen
vormt dit reeds een voelbaâr verschil (voor de haring-

vangst, waarbij men 1/ A 2 maanden uitblijft,, is het

onderscheid daarentegen niet van belang). Vlaardin-
ger reeders laten dan ook hun schepen, die ter versch-

vaart gaan, ongeveer om de andere reis te Ijmuiden

binnenloopen en zouden dit nog veel vaker doen, wan-

neer het niet, in ‘t belang der bemanningen en ter

‘i1le van liet toezicht op de vaartuigen, wenschelijk

ware geregeld ook de eigen haven aan te doen. De

transportkosten naar ‘t buitenland zijn ongeveer de-

zelfde van Ijmuiden als van de Maas uit. Voor export

kan dus de Maas nooit tegen Ijmuiden concurreeren.

Heel anders daaientegen staat liet met. de leveranties

aan het binnenland. Voor Rotterdam en het Zuiden

des lands brengt aanvoer uit een der Maashavens een

zeer merkbare verlaging der binnentransportkosten

mee, aanzienlijk genoeg om tegen de langere zeereis

op te wegen. Wat men aan den Waterweg kan krijgen

is dus een flinke vischafsiag voor de voorziening van

onze zuidelijke provincies; een weinig export zal

hiermee steeds gepaard gaan, omdat zich in elke la-
ding
partijtjes
visch bevinden, die voordeeliger naar

Duitschiand of België dan voor Nederlandsch gebruik
te verkoopen zijn. Maar een groota vlucht zal dit nooit

nemen; en aangezien hier te lande v66r den oorlog
de export 70 püt. van den totalen aanvoer bedroeg,
terwijl dit percentage van jaar tot jaar
stijgende
was,

zal een afslag aan de Maas. in vergelijking met Ijmui-

den altijd een secundaire rol spelen.’

Van Rotterdamsche zijde wordt een lijnrecht tegen-

gestelde opvatting gehuldigd. Men geeft toe, dat het

nadeel van den grooteren afstand tot de vischgron-
den niet valt weg te cijferen, maar stelt daar tegen-
over, dat de export naar België (ruim
Y
3
van den
totalen uitvoer) belangrijk goedkooper kan plaats heb-
ben van de Maas uit, vooral ook wegens de betere

scheepvaartverbinding langs de binnenwateren, ter-

wijl mede ten.opzichte van het vervoer naar Zuid-

Duitschland een gunstig verschil niet te loochenen
valt. Verder meent’ men, dat van Nederlandsche zijde

tot nog toe niet voldoende aandacht is gewijd aan de

vischgronden van Schouwenbank, die véôr den oorlog
voornamelijk van Oostende uit geëxploiteerd werden

en ten opzichte van den Waterweg zeer gunstig ge-

legen
zijn.
Volgens deze opvatting zou zich dan ook
wel degelijk aan den Waterweg een versche-visch-
markt kunnen ontwikkelen, die met de IJmuidensche
volkomen op één
lijn
zou staan. IJmuiden te zullen

overvleugelen verwacht men ook hier niet.

Het verschil tusschen beide standpunten aangaande
deze fundamenteele kwestie beheerscht de geheele
verdere argumentatie. Uitgaande van de veronder-
stelling, dat een versche-vischmarkt aan den Water-
w’eg slechts een bescheiden toekoxst heeft, is men te
Vlaardingen van meening, dat v66r alles versnippe-
ring vermeden dient te worden; voor twee van der-

gelijke markten is aan den Waterweg geen plaats. Nu bestaat te Vlaardingen zulk een afslag sinds een acht
tal jaren; het is een gemeentelijke onderneming met
rijkssubsidie, die aan alle eisclïen voldoet, gelegen is
aan de veilige en ruime visschershaven, in de onmid-

dellijke nabijheid van de spoorlijn – en die dan ook,
v66r de tegenwoordige stagnatie in het
bedrijf
een

aanvang nam, zich in een snel toenemenden bloei
mocht vei:heugen. Gaat men nu te Rotterdam of aan
den Hoek een concurreerende inrichting, stichten, dan zijn beide tot een kwijnend bestaan -veroordeeld.

Maar zelfs; wanneer nien in de keuze van de plaats nog geheel vrij was, zou Vlaardingen de meeste aan-
beveling verdienen. Het is waar, dat het stadje een
groot uur stoomens verder de rivier op ligt dan de

Hoek, maar aangezien de booten in den loop van den
nacht plegen binnen te komen en de afslag eerst des
ochtends plaats heeft, is dat geen overwegend bezwaar.
Daar men verder (volgens deze redeneering) slechts
op een beperkten kring van koopers rekenen zoet (in

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1I
….

.

hoofdzaak een aantal vischhandelaars uit Rotterdam,

verder ook uit Vlaardingen, Delft, Breda, enz.) en

deze personen zeei gemakkelijk visch uit Ijmuiden

kunnen betrekken, dient men hen zooveel mogelijk
tegemoet te komen. De’ Hoek ligt voor hen te ver af;

het beste zou in dit opzicht zijn een markt in Oud-
Rotterdam (voorstel-Brautigam), maar de haventoe-
standen daar ter stede geven hiertoe, in normale om-

standigheden, nergens gelegenheid; het verkeer is

zoo druk, dat voor visschersschepen geen plaats is.

Waar zou men te Rotterdam een afslag kunnen ves-
tigen, die 17
t
18 stoomschepen op één morgen be-
dient, zooals te Vlaardingen reeds is voorgekomen?

Alleen ver buiten het tegenwoordige havengebied zou
daarvoor ruimte beschikbaar zijn. Op den rechter-

oever sluiten dë bestaande havens reeds onmiddellijk
aan bij de industrieterreinen van Schiedam. De lin-
keroever is tot voorbij Vlaardingen gereserveerd voor toekomstige handeishavens. Wil men een beschikbaar

terrein van voldoende afmetingen, vinden, dan moet

men onder den rook van Vlaardingen terechtkomen.
Is men echter eenmaal gedwongen zoo ver weg te gaan,
dan doet men natuurlijk het best een punt te kiezen, dat zoo dicht mogelijk bij een spoorwegstation ligt.

Een blik op de kaart toont, dat, wegens de bochten

van de spoorlijn, alleen het station Vlaardingen, niet

dat van Schiedam, in aanmerking komt. Met andere

woorden: ook indien men uitgaat van zuiver Rotter-
damsche overwegizEigen, is de bestaande Vlaardingsehe
vischafslag zoo gunstig mogelijk gesitueerd. ,,Wan-neer Vlaardingen” (wij citeeren de woorden van een

autoriteit daar ter stede) ,,reeds bij Rottei’dam was
ingelijfd, zooals vroeger- of later toch wel zal gebeu-

ren, dan zou men geen oogeablik aarzelen te erkennen, hoe in het heele havengebied geen gunstiger punt voor
een vischafsiag is aan te
wijzen,
dan de Vlaardingsche
haven’!’ Het is geen uiting van wijs beleid zich op het
standpunt te stellen alles naar zich toe te willen ha-
len, zonder ziôh af te vragen, of men daarmee den
natuurlijken loop der dingen ook geweld aandoet.
Wie
;
met ruimen blik, let havengebied van’ denWa-
terweg als één geheel ziet, ‘zal begrijpen, dat een

harmonische ontwikkeling er van het best wordt ge-
diend, door aan elk nijverheids-, handels-, of ver-
keersbedrijf de plaats toe te ‘wijzen, die het best met
zijn speciale behoeften overeenkomt. Dat Rotterdam zijn eigen vischmarkt voor locale consumptie, zooals
die op ‘t oogenblik bestaat, moet behouden, is ook

voor de Vlaardingers een vanzelf sprekend feit.

De opvatting van de Rotterdamsche groep, tot wier
tolk in den raad zich de heer Van Doorn heeft ge-
maakt, gaat met de Vlaardingsche hierin volkomen
accoord, dat binnen Oud-Rotterdam geen export-
vischmarkt moet worden opgericht; de argumenten
zijn echter geheel andere. Plaats is er genoeg. Welk

bezwaar zou er tegen zijn om een der havens aan den rechteroever (eventueel na schikking met de daar ge-
vestigde ondernemingen) ten behoeve van de vis-

sehersvloot te doen ontruimen? In dèn gedachtengang
van den heer ‘Brautigam zou dat bijvoorbeeld de Schie-
haven kunnen zijn. Het groote bezwaar echter, tegen Rotterdam zoowel als Vlaardingen, is de afstand van
zee. Wel degelijk werpt het gewicht in de schaal of
men 1 2 uur verder te stoomen heeft. Bovendien
kan zich een flinke visschersbevolking alleen aan zee
ontwikkelen. IJ’muidenaars, Katwijkers en Scheve-
nin,gers zouden, volgens deze argumentatie, merkbaar betere zeelui zijn dan de visschers van Vlaardingen en
Maassluis. Het eenige punt aan den Waterweg, dat
voor een exportmarkt geschikt is, is dan ook de Hoek.
Dat deze plaats minder gemakkelijk ligt voor be-
staande handelszaken, is in ‘t minst geen bezwaar.
De markt hoeft niet den handel op te zoeken – de

koopers moeten naar de markt komen. De handel is
van secundair belang; hoofdzaak is de reederj. Wan-
neer één krachtige reederj volhoudt al haar visch
(desnoods,tijdeljk met verlies) aan den Hoek in vei-

ling te brengen, dan komt de handel vanzelf. Immers,

wanneer de koopers wegbleven, dan zouden juist’daar-

door de prijzen aan den Hoek zoo laag worden, dat
een ieder daarvan zou willen profiteeren. Men

kan ook verwachten, dat alle groote IJ’muidensche

exporteurs aan den Hoek filiaal-kantoren zullen ves-

tigen, zoodi-a men daar van een geregelden aanvoer
zeker is.

Natuurlijk zullen aanvankelijk gi’oote uitgaven noo-

dig zijn; een visschershaven met toebehooren moet

.aangelegd worden, en daar dit beneden het spoorweg-
‘station niet kan geschieden vanwege het fort, moet

men ‘meer stroomopwaarts een terrein zoeken, zoodat

de spoorlijn, die vlak langs de rivier loopt, moet wor-

den verlegd. Dergelijke uitgaven kan geen particu-

liere onderneming zich veroorloven; geen onderne-
ming althans van de grootte, zooals ze in het vissche-
‘rijbedrijf plegen voor te komen. Hier zal de gemeente

hebben in te grijpen. Zonder havén kan geen noemens-

waardige markt tot ontwikkeling komen, daar stroom
en deining te sterk zijn om het op den duur voor

vissehersvaartuigen wenscheljk te doen zijn aan stei-
gers in de open rivier te meren. Verder zal een krach-

tige reederij moeten opgericht worden; zonder ter
plaatse gevestigde reederij toch, komt van een markt
voor versche visch al evenmin iets terecht. Dit is dan

ook een der beste argumenten ten gunste van Vlaar-
‘dingen, waar men reeds over een aanzienlijke vloot
van stoomschepen beschikt. Een bezwaar is echter,

dat deze alleen dë beugvaart kunnen uitoefenen;

trawlers moeten zwaarder gebouwd zijn en ruim twee-
maal zoo sterke machines hebben. Naar Vlaarding-

‘sche opvatting is dit natuurlijk weer géén bezwaar,
daar men hier nu eenmaal aan beugvisscherj de voor-
keur geeft. Volgens de tegenpartij echter is ter ver-

zekering van een behoorljken en geregelden aanvoer

0
1
)
den duur een trawlervloot noodig. In elk geval zal
een eventueel visscherjbedrijf aan den Hoek in ‘t
‘groot moeten opgezet worden, anders laat men het

beter achterwege. Het gaat er om, dat met voldoende
kapitaaikracht – het jonge bedrijf over den eersten

moeilijken tijd wordt heengeholpen. Op ‘t oogenbilk
oefent de vischhandel te Unuideil een ware tyrannie
uit; een trawler, die
zijn
lading in een vreemde haven
ter markt durft brengen, wordt daar ter plaatse ge-
boycot. Die tyrannie, dat kunstmatig monopolié, moet
ebroken worden. Wanneer men het streven daartoe
‘slechts een
tijdlang
krachtig steunt, zal het pleit voor-
goed
zijn
gewonnen.

Wij hebben, zonder veel commentaar, de beide op-
vattingen tegenover elkander gesteld en aangetoond,
hoe het verschillend uitgangspunt oorzaak is van zeer
uiteenloopende conclusies. Persoonlijke tegenzin of

voorkeur voor bepaalde methoden doen verder veel
ter zake, waardoor in ieder oordeel een sterk subjec-
tief element komt en in beide redeneeringen zoowel
zwakke als krachtige argumenten aan te wijzen zijn.
S.

AANTEEKENINGEN.

Giro – ge ge v en s.
– Aanvangende in het num-
mer van heden zullen geregeld in de rubriek ,,Maaud-
cijfers” opgenomen worden naast liet staatje van den

Postehèque- en G’irodienst, dat.sedert de op-
richting van dezen dienst plaatsing vindt, enkele
dijfers aangaande het giro-bedrijf van de N ede r-
landsche Bank en het Giro-kantoor dci- Ge-
meente Amsterdam.

Omzet Omzet
contant
giro

)
Part,
rek.
Januari……
6.016 25.340

‘ebruari

.
5.563

.28.5.57
Maart…….

7.148
38.296

April ……..
6.699

.
36.806

Mei’)
……..
9.515 30.645
1.613
Juni

……..
11.734
35 084
4.293
Juli

……..
13.126
79.458
6.932

916

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

Van het
bedrijf
van den gemeentedienst gaven wij

hiervoren nog eenige cijfers over voorafgaande maan-

den, uitdrukkende duizenden guldens.

De inrichting der hierachter opgenomen tabellen is

duidelijk én zal geen nadere toelichting behoeven.

Inclusieve verrekeningen tusschen gemeentediensten, zijnde
p1.ni.
20
miii. gid. p. mnd.
1 Mei 1918
trad de verordening in werking, waarbij ook
derden eene rekening kunnen nemen.

De Deensche Nationale Bank in

het
bedrijfsjaar
1917-1918. — Aan
het

zoo juist ontvangen verslag dezer instelling wordt

het volgende ontleend.

Het boekjaar 1917-1918 vertoonde veel overeenk&mst

met het vorige en staat eeneens in het licht der

tijdsomstandigheden. Zooals in alle landen zijn het

tijden geweest van oorlogswinst en bestrijding daar-

van, ruim geld, schairsehe levensmiddelen, overgroote

beursspeculatie, speculatie in onroerende goederen,

talrijke nieuwe emissies, enz.

De bankbiljettenomldop der drie Scandinavische ban-

ken bedroeg einde Juli:

1914

1917

1918
miii.

kr.

miii. kr
.

miii. kr
.
Denemarken.

156,5

289,3

365,3

Zweden ……..
228,4

442,4

645,2
Noorwegen

122,0

293,3

372,0

De opmerking wordt gemaakt, dat ofschoon het Deen-

sche disconto niet in die mate werd verhoogd als het

Zweedsche, de Deensche ciicu1atie sedert 1914 slechts

met 2 maal vermeerderde, terwijl de Zweedsche

2/5 maal hooger werd. Tegenover een circulatie-,

verhooging in de periode 1914 tot 1918 van 133,4

pOt. is het prijsniveau in Denemarken gestegen met
82 pOt. Voor Zweden is deze verhouding 182,5 en
103; voor Noorwegen 204,9 en 147. Hierbij doet zich

nog de omstandigheid voor, dat de prijsstijging. bere-

kend is naar de maximumprijzen en dus de werke-

lijke beweging op de markt niet afspiegelt; boven

dien loopt de berekening voor Denemarken tot het
midden van den zomer en voor de beide andere lan-

den tot aan het daaraan voorafgaande voorjaar, het-
geen de positie van Denemarken gunstiger maakt.

Gedurende het geheele boekjaar deed’ het Deensche

bankpapier disagio in Zweden. Halverwege 1917 was

de koers in dat land 89 en heeft zich verder voort-
durend tusschen 83 en 93 bewogen om te sluiten op
87. Ook tusschen Denemarken en Nederland ont,stond

een koersverschil van 30 pOt. De Nederlandsche gul-
den heeft gedurende het boekjaar gevarieerd tusschen

19 pOt. beneden en 11 pOt. boven pan. Wederom
bleêk, •meent het verslag, hoe weini.g resultaat het

heeft, disagio kunstmatig tegen te willen gaan. Ook
nadat de groote Deensche banken zich in Augustus 1917

verplicht hadden geen buitenlandsch, devisen in

Zweden en Noorwegen aan te koopen, en naar het
buitenland geen Zweedsche of Noorsehe valuta af te
geven, ‘bleek daarmede niet aan de verwachting be-
antwoord. Over het algemeen – aldus het verslag –
heeft men te veel aandacht gewijd aan het disagiover-
schijnsel zelf in plaats van aan de economische wan-
toestanden, die •er de oorzaak van zijn en die toch
niet veranderd kunnen wordb. De Bank heeft ge-
daan wat mogelijk was om Deenschen koopers van
Zweedsche goederen ter wille te zijn. Zij heeft een

tijd lang Zweedsche valuta ter beschikking gesteld

voor zuivere goederentransacties tot een prijs, lagei
dan de koers op de open markt. Dit moest echter stop
gezet worden, daar niet aan alle importeurs deze voor-
rechten konden worden verleend en een bevoorrech
ting van enkelen niet mocht plaatsvinden. De ruime
winst, welke de bank gemaakt heeft, is hoofdzakelijk

ontstaan uit rente en provisie op verleende buiten-
landsche credieten. De goudtoevoer is grooter geweest
dan voor de dekking der uitbreiding van de circulatie noodig was. Voor een hooger dividend heeft de bank

de buitenmatige winst niet willen aanwenden; aan-

merkelijke reserveering heeft daarvan plaats ge-

vonden.

H e t Leipzig er Messani.t in
1917-1918.

– Op 31 Maart 1917 begon het z.g. Messamt zijn wer-

king, waarin, samengebracht waren de besturende

functies voor de missen, vroeger vervuld door het

Messausschuss van de Kamer van Koophandel te
Leipzig, stedelijke autoriteiten ‘enz. Over de eerste

jaarperiode is thans verschenen een ,,Bericht über

die Tiitigkeit des Messamts für die Mustermes-

sen in Leipzig”. Men vindt er interessante gege-

vens omtrent de werkzaamheden van het Mess-

amt. Er werden 31.475 brieven en briefkaarten ver-

zonden, 43.000 vragenljsten voor den catalogus,

12.000 aanmeldingslijsten voor het Messadresboek,

90.000 pi’ospecti, 1500 gidsen en 232.000 andere druk-

werken. Hierbij komen nog de oplagen van het blad

,,Die Leipziger Mustermesse” en de mededeelixigen
aan de pels. Ingekomen zijn 58.800 brieven en post-

kaarten, alsmede 111.400 drukwerken. Gedurende den

tijd, die kort aan de Messe voorafging, kwamen dage-

lijks 4000 stukken binnen en gingen er 4500 stuk-

ken uit.
In het afgeloopen jaar heeft het Messamt eene Orga-

nisatie van vertegenwoordigers in het leven geroe-

pen, zoowel binnen als buiten het Duitsche
Rijk.
Deze

vertegenwoordigers zijn in den regel kooplieden uit de

kringen der Messbezoekers;
zij
genieten geene andere

vergoeding dan schadeloosstelling voor gemaakte on-

kosten. Hunne werkzaamheden bestaan in het ver-
strekken van inlichtingen aan de geïnteresseerden bin-

nen het district, waarover hunne vertegenwoordiging

zich uitstrekt, en in het winnen van nieuwe geïnte-

resseerden. Vermeld dient te worden, dat ook de con-
sulaten vai-‘ het Saksisch Koninkrijk in München,
Stuttgart, Mannheim, Frankfurt a. M., Keulen, Bre-

men en Hamburg deze functies op zich hebben geno-

men. De lezer weet, dat in Nederland de heer H. J.
v. d. Borg te Amsterdam, het vertegenwoordiersambt

inneemt. –

Ten einde zooveel mogelijk bezoekers te trekken, werd
bij de spoorwegdirecties vermeerdering van wagens en

tusschenvoeging van doorloopende wagens, slaapwa-
gens, enz. aangevraagd, wat in de meeste gevallen is
ingewilligd geworden. De vertegenwoordigers van het

Messamt in het buitenland hebben in ruime mate er
toe bijgedragen, dat het overschrijden der grenzen

voor buitenlaridsche bezoekers, zoo gemakkelijk moge-

lijk wèrd gemaakt. Voor de bez’oekers van eenige lan-
den werden in bepaalde hotels bijzondere vertrekken
als ,,trefpunten” ter beschikking gesteld. De gemeen-
teraad der stad Leipzig en de politiedienst nam alle

mogelijke, maatregelen om het den bezoekers zoo aan-
genaam mogelijk te maken. De hotels en restaurants
werden ruimschoots van levensmiddelen voorzien, de

gasrantsoeneering werd opgeheven, de straatverlich

ting in de binnenstad weder verricht; de winkels en
hotels mochten later open blijven, het aantal huur-
rijtuigen werd vermeerderd en een uitgebreider

dienstregeling voor de trams toegestaan.
Om den iezoekers het verblijf te veraangenamen

waren nog andere regelingen getroffen. Zoo werd,
door samenwerking van den Gemeenteraad der stad
Leipaig en de directie van het ,,Gewand.haus” een
speciaal concert door het Gewaudhaus-orkest gege-
ven. De beroemde motetten in de Thomaskirche wer-
den van Zaterdag op Woensdag gesteld. Toegangsbe-
wijzen hiervoor, alsmede voor het stedelijk theater
waren uitsluitend “bij het Messamt te koop.

Aan propaganda heef.t het in het afgeloopen jaar niet

ontbroken. Het orgaan ,,Die Leipziger Mustermesse”
werd ook in het buitenland verspreid. Het Messamt
heeft voorts lezingen uitgewerkt en deze met diverse
drukwerken en overige propagaudamiddelen aan per-
sonen ter hand gesteld, die als sprekers op lezingen
en voord,rachtavonden optreden. In bijzondere geval-

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

len werden ook voordrachten door het Messamt zelf

gehouden. Zoo heeft de directeur op 29 Januari 1918

in Sofia een lezing gehouden, dank zij welke vele
Bulgaarsohe kooplieden naar de Messe zijn gekomen.

De voordrachten worden verduidelijkt door licht-

beelden en films, vervaardigd• met medewerking van
de Deutsche Lichtbild-Geseilschaft.

Ten einde aan de jeugd de Messe als een belangrijk
handeisinstituut voor oogen te stellen, werd door het
Méssamt aan het Saksisch ministerie van binnen-

landsche zaken in Dresden in overweging gegeven,
een bespreking dezer instelling in het leerplan der
handelsscholen op te nemei, wat werd toegestaan.

Tevens werd aan verschillende hoogleeraren verzocht
kwesties op het terrein van het Messe-instituut aan
te willen
wijzen
als onderwerpen voor dissertaties.
De hierboven weergegeven bedrijvigheid vorderde natuurlijk ruime middelen. De eisch, welke aan het

Messamt als voorwaarde voor het verleenen van staats-

subsidie werd gesteld, namelijk de deelnemers in de

kosten van het bureau te doen deelen, heeft geleid
tot een plaatselijk reglement omtrent het heffen eener

Mess-bijdrage. Volgens deze regeling moeten de expo-

santen 5 pOt. en de verhuurders der localiteiten 2
pOt. der huur aan het Messamt betalen ter bestrijding
der kosten.

Een arbeidersbank. –
In de jongste afle-
vering van het Maandschrift van het Centraal Bureau
voor de Statistiek is aan Soziale Praxis ontleend, dat
men in Duitschland bezig is met de voorbreidende

werkzaamheden voor een arbeidersbank. Voor• de be-

legging der aanzienlijke geldelijke bezittingen van de
kassen der arbeidersvereenigingen stonden tot nu toe
slechts banken open, welke – aldus ter aangehaaldei1

plaatse – op zijn minst genomen onverschillig staan
tegenover de eigenaardige belangen van die vereeni-

gingen. Het denkbeeld, een eigen bank op te richten,

is wel op verschillende plaatsen door de coöperatieve

vereenigingeu verwezenlijkt, in Duitschiand door de
Groot-Inkoopsvereeniging. Ook in Denemarken be-

staat sinds 3 jaren een dergelijke bank, de Danske
Andelsbank, terwijl onlangs in Nobrwegen ook zulk
een instelling werd opgericht.
Het kapitaal zal in hoofdzaak dienen ter bevordering

van den bouw van kleine woningen en ten bate van

de coöperatieve verbruiksvereenigingen.

INGEZONDEN STUKKEN.

EEN TYPE VAN STAATSLEENING.

Van geachte zijde schrijft men ons:

In Humfeld’s Financier komt een plan voor met
betrekking tot de delging onzer staatsschulden, de
nieuwe in het bijzonder, dat op het eerste gezicht veel
aantrekkelijks heeft.

Het komt daarop neer, dat de leening wordt aan-
gegaan tegen een rentetype, dat aanvangend met 5 pOt., ieder jaar daalt met pOt., zoodat er na 40
jaar eene rentelooze leening overblijft. De aflossing
begint, zoodra de verschuldigde rente minder dan
2 pOt. bedraagt en tot het bedrag, dat de rente lager
is dan 2 pOt.

Aannemerid, dat de leening ingaat 1 Januari 1919,
bedraagt de rente dus over 1919 5 pOt., over 1920
47%
pOt., enz. tot zij in 1958 pOt. zal bedragen. De
aflossing begint in 1944 met 14 pOt., om van af 1959
2 pOt. ‘s jaars te bedragen. De leening is dus in pl.m.
83 jaar geamortiseerd. Op twee dingen moet hierbij gewezen worden, n.l.:
1°. dat het kapitaalverlies voor den tegenwoordigen

bezitter bij dit en alle soortgelijke plannen onmid-
dellijk is.

Wie rekenen wil en kan, zal mij toegeven, dat al
naarmate de bezitter rekent met• een rentetype van
3% pOt. of hooger het verlies 20 pOt. en meer zal be-

dragen. De koers dier staatsleening zou stellig niet
hooger zijn dan 77 pOt.

.1k wil hiermede niet zeggen, dat daarom alleen

reeds het plan onaannemelijk zou
zijn:
ik wil er alleen
op
wijzen,
dat dit voorstel in werkelijkheid inhoudt
eerie
heffing
in eens
en wel een zeer belangrijke.
2°. dat de vorm niet geschikt is om het publiek aan
te lokken, het stelsel is daartoe
te
gecompliceerd. Wil
men den tegenwoordigen bezitter in zijn vermogen
treffen, dan make men de deelneming in de nieuwe
leening gedwongen.

Kiest men eene 3% pOt, leening, met eene 3% pOt.

annuïteit aflosbaar in 79 jaar, dan bereikt men het-

zelfde doel met dezelfde offers op eenvoudiger wijze.

Meer dan voor dit plan zou ik voelen voor een ver-
plichte 4 pCt. premieleening,
omdat:
1°. het kapitaalverlies blijft binnen matige gren-
zen (pl.m. 10 pOt.);

2°. bij de voorliefde van het publiek voor dien

leeningsvorm de plaatsing vlotter zal gaan;

3°. de premieleening indirect kapitaalvorming in
de hand serkt;
4
0
. voor de groote instituten, als levensverzekerings-

maatschappijen, de deelneming in eene aflosbare 4 pOt.
leening bedrijfstechnisch geen beletsel oplevert, omdat

de tarieven op geen hoogen rentestand zijn gebaseerd.
Om al deze. redenen zij dit in alle bescheidenheid

Z.Exc. den Minister van Financiën in overweging
gegeven.

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.

Frauduleus vervoer van aardap-
p e 1 e n. De opperbevelhebber heeft de garnizoens-
en kantonnemeatscommancianten gemachtigd op aan-

vraag van de Regeeringscommissarissen voor de Rijks-
graanverzameling militairen beschikbaar te stellen

voor het tegengaan van frauduleus vervoer van aard-
appelen.

Aardappelen. De maximumprijs voor duin-
aardappelen is bepaald op
f
13 per 100 K.G.
Nieuwe maximumprijzen zijn vastgesteld voor con-

sumptie-aardappelen van kleigrond; kleinhandeisprijs
8 cts. per K.G. –

Vermalen en drogen van aard-
a p p e 1 en. In verband met den minder gunstigec
aardappeloogst zal slechts een gering deel tot meel
kunnen worden vermalen.

Het laten van broodgraan, enz.
a a n v e r b o u w e r s. Aan verbouwers zal voor
ht tijdvak van 15 September 1918’tot 15 September

1919, worden gelaten een hoeveelheid van: 75 K.G. tarwe en/of rogge naar keuze, 10 K.G. boekweit, 12
K.G. peulvruchten, 4 H.L. ad 70 K.G. aardappelen,
alles per gezinslid’ boven één jaar.
Tarwe, rogge, en.z. als veevoeder.
Bij beschikking van 2 October heeft de Minister van
Landbouw verboden tarwe, rogge, spelt, peulvruchten
en boekweit te verwerken tot of te gebruiken als voe-dermiddel voor dieren.

P e u 1 v r u c h t e n. Met ingang van 8 October is
het rantsoen peulvruchten tot nader aankondiging
vastgesteld op % K.G. per persoon per vier weken.
Stapel- en vatgroe.ten. Ingevolge art. 1
der Distribi.ztiewet 1916 zijn aangeweaen roode en
gele kool, uien, peen en knolrapen; pronksnijboonen,
enkele en dubbele spercieboonen en zuurkool. Voor
deze artikelen zijn tevens maximumprjzen vastge-
steld.

A p p e 1 s t r o o p. Nieuwe maximumprijzen in
groot- en kleinhandel zijn vastgesteld voor appelstroop.
A p p e 1 s v o o r j a m. Blijkens mededeeling van
den Minister van Landbouw is de behoefte aan jam

dit jaar zeer groot, terwijl de appeloogst zeer klein is.
De voor de jamfabricage benoodigde hoeveelheid ap-pelen zal dit jaar 10 â 12 millioen K.G. bedragen.

918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

v
o 1 k s b
i
s c u
i
t.

Af1.oveing

van

vo1.kbiscuit
deze hoeveelheden worden verstrekt, mits aan be-

door den kleinihandel zal slechts môgen plaats heb-
paalde voorwaarden wordt voldaan.

ben in hoeveelhedën van niet meer dan 2 H.G. tege-
G a r e n s. Nieuwe maximurnprijzen zijn vastgesteld
lijk.
voor naai- en andere garens; na 1. Januari as. moet

M a x
i
m u m- m e 1 k
p
r jj s. De Minister acht het
op elke eenheid de maximumprijs vermeld zijn. Ver-
weuschelijk ie winstmarge van den melkhandel over
boden is het vervaardigen van andere soorten garens,

het nog loopende gedeelte van de zomerperiode te
dan waarvoor prijzen zijn vastgesteld.
verhoogen enheeft derhalive met ingang vani.3 Octo-
Orisiszaken

textielindustrie.

Bij het
ber de prijzen voor vol]e melk, zoowel rauw, a]s ge-

Departement van Landbouw is ingesteld eene afdee-
pasteuriiseerd of gestri]iseerd, met 1 cent per liter
ling

Orisiszaken

Textielindustrie

(O.Z.T.).
verhoogd. In liet algemeen is de prijs der volle melk
.
Do Directeur der Rijkskleedingvoorziening is thans
].iiermede geworden 18 cent per liter.
.
rechtstreeks onder de bevelen van den Minister .ge-

S u
i
k e r.

Met ingang van 8 October zijn de maxi-
steld,

terwijl

het

Rijksbureau voor Manufacturen

mumprijzen voor suiker, zoowel in den groot- als in den wordt

gebacht

onder het beheer van gen’oemden
tusscheu- en kleinhandel, verhoogd;

de maximum-
Directeur.
kleinhandelsprijs.is
nugeworden.30 ct. per 34 K.G.
Oommissi

van

Advies

verdee-
Zooalsbekend, moest voor de afgifte van eenleve-
ling

materialen

veor

electrici-
ringsbewijs voor suiker aan industrieelen
f
15 worden
t e
i
t s v o o r
z i
e n
i
n g. De Minister van Land-
betaald per 100 K.G. Dit bedrag is thans voor anderen
10uw heeft ingesteld een Oommissie van Advies, welke
dan jamfabrikanten verhoogd tot
f
30; jamfabrikan-
het bureau Nijverheid der Afdeeing Crisiszaken vah
ten betalen slechts
f 11
per 100 K.G.
advies moet dienen, inzake de verdeeling van alle

T( a 1 k e
i
e r e n.

Een regeling is vastgesteld voor
metalen, materialen,

welke voor electriciteits-

de distributie van Regeeringskalkeieren ten behoeve
voorziening kunnen djenen.
van zieken en ziekelijk zwakken. De prijs voor den
E c o n o m 1 s c h e

b e s
p
r e k
i ii
g e n

m e t

verbruiker bedraagt; 10 cent, de maximum-inkoopprijs h e t b u .i t e ii 1 a n d. Aan het Departement van Bui-
voor de gemeenten 17 cent per stuk.
tenlandsche Zakeii is een directie ,ingesteld, welke

B o t e r

v o o
i

h o t e 1 s

e n

1
e s t a u-
cle betrokken economische aangelegenheden moet be-

r a n t s. Aan hotels en restaurants in gemeenten, waar
liartigen. De directie wordt bijgestaan door. een raad

een groot vreemdelinenverkeer is, zal een bijslag op
van bijstand.
de gebruikte boter worden gegeven van 25 pOt. van
T
orvoer
ib
ew
ij
ze
n

bij

verhuizingen.
het gemiddelde verbruik over de laatste vier periodch
Bij verhuizing van de eene gemeente naar de andere
van 10 dagen.
is dc burgemeester gemachtigd vervoerbewijzen uit te
Teevoedei.djsti.ibiitjeregeling.
reiken.
Onder intrekking der beschikking van 23 Aug. 1917
N a c li t v a a
]
t.

Aangezien

de verlichting

van
is een nieuwe Veevoeder-distributieregeling vastge-
dc kunstwerken van den Rijkswaterstaat door middel
steld.
van calcium-carbid zal kunnen geschieden, wordt met

V e.e v oe de r

u
i
t

af v â 1
p
r o d u c ten.
1 ingang van 1 October eene algemeene ontheffing ver-

Met ingang van 8 October is ontbonden de Commissie,
leend van het verbod van nachtvaart.
belast met het toezicht op de bereiding van veevoeder
1

V e r v e n
i
n g e n.

De Minister

van Landbouw
uit afvalproducten.
1
hoef t aan de Commissarissen der Koningin in de pro-
R u n d- en k a 1f s v 1 e es c h. De bestaande rege- vinciën medegedeeld, dat naar zijn meening

in af-

ling voor rund- en kalfsvleesch, die eerst tot 1. October
wachting van maatregelen om aan de turfproductie
zou gelden, wordt voorloopig. gehandhaafd. De maxi-
in veendistricten een zeer aanmerkelijke uitbreiding
mumprijzen voor rund en kalfsvleesch, met uitzonde-
te geven

de turfproductie in het as.* jaar mede
ring van die voor vet kaifsvleesch en voor runder-
kan worden verhoogd, indien deze wordt aangevat op slachtafvallen, blijven tot een nader te bepalen datum
buiten de veendistricten gelegen plaatsen.
buiten werking. Ook het vervoer van versch rund- en
S 1 e e
p
b o o t t a r
i
e v e n.

Met

ingang

van 19
kalfsvleescli is vooralsnog vrij, terwijl de verplichting
September zijn alle sleepboottarieven, vastgesteld vol-
om alleen in centrale siac.htpiaatsen te slachten even-
gens beschikking van 4 Februari j.l., gewijzigd 13
eens buiten werking blijft.
Tuni, met 20 pOt. verhoogd.
Slachtpaarden.

Verboden

is

de

aflevering
Ran.tsoeneering

van

gas

en

elec-
en liet vervoer van slachtpaarden.
t r j c j t e
i
t.

De Rijkskolendistributie heeft voor de
V a r k e n s v le e s c h.

Van de lijst van goederen, rantsoeneering van gas en electriciteit van 1 October
ingevolge art. 1 der Distrihirtiewet aangewezen, zijn
1918 tot 31 Maart 1919 regelingen vastgesteld.
afgevoerd levende varkens, spek en gezouten varkens-
Schoenen en

reparatieleder.

De Min.
vleesch.
van Lanouw heeft eene nieuwe distributie-regeling
P r ii
z
e n v o o r v e e.

De Minister van Landbouw
db
vastgesteld
‘voor schoenen

en

reparatieleder.

Van
heeft hiervoor maximnmprijzen vastgesteld. Verder
Rijkswege zullen schoenen- en reparatiebons wonden
zijn

maximumkleinhandelsprijzen

vastgesteld

voor
beschikbaar gesteld, die door het bestuur der Ge-
paardevleesch.
meente van afgifte afgestempeld moeten worden en,
T u r f s t r o o
i
s e 1 e n t u r f m u 1. Verboden is
voor zooveel schoenenbons betreft, voorzien van den
de aflevering en het vervoer (dit laatste in grooter
naam van hem, te wiens behoeve de bon werd u.itge-
hoeveelheden dan 500 K.G.) yan turfstrooisel en turf-
reikt.

i)e

gemeentebesturen zullen de bons slechts
mul.

Voorts

is

een

rnaximumprijs vastgesteld van
mogen uitreiken aan iiigezetenen voor zoover deze
f
20 voor strooisel en van
f
21,50 voor mul, per 1000
onverwijld

en

zoo

dringend behoefte hebben aan
K.G., geperst in balen.

.
nieuwe schoenen of reparatie van zolen en hakken,
M a n u f a c t u r e n.

Ten behoeve van behangers,
dat de belanghebbende anders niet in zijn behoefte
stoffeerders meubelmakers, beddenmakers en kleeder- aan schoeisel kan voorzien.
Zij,
die een bon iroor een

makers kunnen vervoervergunningen worden aange-
rpaar nieuwe schoeneii ontvangen, verplichten zich
vraagd, uitsluitend voor directe bezorging en afha-
daardoor de oude schoenen tegen vergoeding in te

ling van goederen bij particulieren.
leveren. Voor reparatieleder zijn voorts maximum-

L o m
p
e n.

Door het Rijkskantoor voor Lompen
prijzen vastge’teld. De regeling zal op een nader te

kunnen aan leurders, wier dagelijksch werk bestaat
bepalen datum in werking treden.
in het buiten de gerneente hunner inwoning .opkoo-
.

0 a 1 c
i
um

c a r b id. Ingaande 16 October zijn
pen van lompen in kleine hoeveelheden van ten hoog-
maximumkleinhandelsprijzen vastgesteld voor calciurn-

ste 200 K.G., doorloopende vervoervergunningen voor
carbid.

16
October
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

m
e

POSTCHEQUE EN GIRODIENST

Juli

Augt.

Aautal
1
Bedrag Aantal Bedrag

Aantal rekening-
houders op u
0

10.530

11.043


Aantal rekeningen
op u’
………..
.10.036

11.460


Stortingen
………48.133 16.941.8871 48.643 27.637.372
Overschrijvingen..
23.044 26.270.846 19.922 39.382.298
Afschrijvingen
…..32.110 17.291.400 30.966 23.368.209
Totaal tegoed reke-
ninghouders op u°.

119.648.964

23.606.334

PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN. *)

(Ontleend aan ,,Maandschrift Centraal Bureau Statistiek”)

Naam van de

Juli
Augustus

Mijn

1918

1

1917

1918

1

1917

Het ,,Maandschrift” teekent bij de cijfers aan:

uit bovenstaande cijfers blijkt, dat de productie in
Augustus
1918
sedert Juli, toen door het heerschen
der z.g. ,,Spaansche griep” onder de mijnwerkers een

daling viel waar te nemen, weder met
25.397
ton is
gestegen. Intusschen werd toch nog
733
ton minder
geproduceerd dan in Juni
1918.
Laat men de pro-
ductie der Staatsmijn ,,Hendrik” buiten beschouwing,
dan werd in Augustus
7619
ton meer geproduceerd
clan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar.

GIRO-OMZET BJ DE NEDERLANDSÇHE BANK

1

September

II

October

Posten
I

Bedrag
Posten
Bedrag.

Voor

reke-

niii
g
houders
20.265 f597.900.677


waarvan door
de

11.-bank
plaatselijk…
4.976

343.292.332


Ter voldoe-.
ning van
Rijksbelast.
911

,,

11.162.559

GIRO-KANTOOR DER ‘GEMEENTE AMSTERDAM.

Juni
Juli

Posten
Bedrag
Posten
Bedrag

Ontvangen en

betaald:

in contanten.

41356

f

11.734.234 60739
f
13 125.506
(loOrover.

s.chrijving

‘).

9650
35.084.035
15242
79.457.639
Particuliere
rekeninghoud.

4752)
4.293.247
8092)
6.931.688
Saldo te goed
part. rek. u°.


813.320

1.444.890
1)
inclusieve verrekeningen

tusschen gemeentedienste,, zijnde pIm.
f
20.000.000 p. mnd.

2) aantal,

Staatsmijnen.

,,Wilheln,ina
……
41.056
36.702
46.989 43.173
,,Euirna
……….
50.844
42.828
57.035
46.489
,,Beudrik ……..
..13.995

16.275

Totaal
..
. –
105.395
79.530
120.299
89.662

Particul. mijnen.

Dornaniale mijn.
38.172
42.051
38.380
44.922
Mijn Laura en Ver
eeuigitig ……

..

38.800 36.200
42.200
Oranje-Nassa u
mijnen ……..
Mijn Willem

So



31.300

66.354
55.328 71.539 65.130

19.500 14.500
20.500 21.110
phie …………

Totaal
-. ..
155.626
L

150
.
679
I
166.619
173.362

Totaal generaal
261.521
230
.
209
i1
286.918
{

263.024
)
In tonnen.

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRA[WEGMAATSCflAppIJEN JULI
1918.
(Ontleend aan de,,Tngenieur”.)


Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten.

Juli

1918.
Juli

1917.

Maatsch. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
f
2744.767,-
f
3.191.040,-
f
6.048.367,-
f
5.287.509,-
1)
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij

… ……
2.933.773,-
1.675.042,-
4 740.316,-
4.339.682,-
0
Ned. Centr.

Spoorwegmij.

………………
,

271.703,-
216.495,-
490.225,-
429.900,- ‘)
Hollandsche Buurtspoorwegen

…………..
,

32 611,-
33.234,-
68.821,-
116.151,- ‘)
Dedemsvaartsche Stoomtramwegmaatschappij
,,

14.255,27
,,

28851,89
44.574,13’12
,,

28.422,68
– –
34.983,03’12
24.009,13

17.095,57

,,

18.165,03′;,
,,

36.313,57’1,
31.695;28’/

Tramw.mij.

,,de

Meijerij”‘ …………………….

,,

60371,62′!,
48:427,31
112.714,84
92.931,60
1
/,
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij


171.730,82’h
,,

126.574,181!,

Zuid-Nederl. Stoomtramweg-maatschappjj ……….
Nederlandsche Tramwegmaatschappij ………

28.077,19′!,
,,

16.111,75′!,
47.848,50
40.151,16′!2
Gemeentetram te Amsterdam …………….
,

613.271,66′,’,

613.271,66’12
497.864,4 5
Haagsche Tramwegmaatschappij

…………
363.348,82

366.298,7812
323.088,93

Westlandsche Stoomtramwegmaatschappij
………

Rotterdamsche Electr. Tramwegmaatschappij

..

294.652,57′!a
233.014,64
Nederlandsch-Indjsche Spoorwegmaatschappij

….


lijn Samarang-Vorstenlanden-willem 1


605.000,-
615.424,–
Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij
lijn Modjokerto-Ngoro ………………

t

29.000,-
20.500,-

t

,,

62.600,-
61.300,-
Semarang-Cheribon Stoomtramwegmaatsch

.

386.200,-
367.500,-
Sanjar.-Joaua Stoomtramwegmaatschappij


282.100,-
253.100,-

lijn Soerabaija-Krian ………………..

.
.

Serajoedal Stoomtramwegmaatsehappij

..



78.200,-

.
75.600,-
lijn Bandjarnegara-Wonosobo
…………
12.200,-
10.900,-

lijn Maos-Bandjarnegara ……………..
.

Kediri Stoorntramwegmaatschappij
-.
-.
64.000,-

Malang Stoomtramwegmaatschappij

.

..


75.500,-

Deli’Spoorwegmaatschappij

…………….
,

535.000,-
436.267,-

Nagekome over’ Ari1
1918
Staatsspoorwegen in Ned. Indië
1.
Staatsspoor- en Tramwegen
op
Java
f
1.369.212,-
f
1.492.917,-
f
3051765,-
f
2.742.571,-
Ii.
Spoorweg ter Sumatra’s Westkust
….
61.231,-
45.878,-
115.065,-
107.438,-
Tramwegen in Zuid-Sumatra

……..
,,

6.226,-
3.887,-
11.278.-
7.847,-
a.

Lamponglijn

………………..
5.

Palembanglijn ………………
,,

13.968,-
19.649,-

35.986,-
16.312,-
Atjeh Stoomtram…………………

56.027,-
..
34.761,-
96.158,-
81.384,-
1)
Definitieve opgave.

De ontvangsten der groote maatschappijen, die in de
,,Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.

1
920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

/

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: CijferB nog .niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

20
Juli
1914

(Disc.Wissels.
4
1
/
sedert 1Juli’15
3
1
/,sedert23
Mrt. ’14
N d
e

‘Bel.Binn.Eff.
4
1
is

,,

1.

,,

’15
4

23

’14
Bank
tV
r
schinRC.
5
1
/2

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14

Bank van Engeland
5

,,

5Apr.’17
3

,,

29Jan.’14

Duitsche Rijksbank
5

,,

23 Dec.’14
4

,,

5 Febr.’14

Bank van Frankrijk
5

,,

21Aug.’14
3
1
/1

29 Jan.’14

Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12 Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14

Nat.Bankv.Denern.
5

,,

9Juli’15
5

6Febr.’14

Zweedsche Rijksbk.
7

,,

20Mrt.’18
4/i

,,

6

’14
Bank v. Noorwegen
6

,,

14Dec.’17
41/2

,,

11

,,

’14

ZwitserscheNat.Bk.
5
1
/2

,,

3Oct. ’18
3
1
/2

,,

19

,,

’14

Bank van Spanje..
4

22Mrt.’17
4
1
/2


Bank
van
Italië..
5

,,

10 Jan.’18
5

,,

9 Mei
’14

Feder. Res. Bk. N.Y..
3-4

-.


Javasche Bank.
.

3/2

,,

1Aug.’09
3.1/s

,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

Dato
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
CaIl.
Part.
Prolon.
disconto
I

gatic
disconto disconto
di,c.
monet.,

12 Oct.

’18
33/
4

1)
33/4
3/2
4….8/

5/4.6
3)

7-12 0. ’18
3’/-4 31/4
3
17
112
4-51s

5/4-6

30 S.-5 0.’18
2
3
/4-3’/8
3V
317/
4_1/,

5/t.6

23-28 S. ’18
2/8-3
2
1
/2-3 ‘/2
317/
41/a

5/46

8-130ct.’17
2.-/8
21/
t

41h/o
2)
4I/

3I/4
2)

9-14 Oct.’16
1’/8-ij4
V/4
-1
/2
5
1
9
9
9
4_’/s

20-24Jul.’14
13’/8-‘ha
2
1
4-4
1
2h/
4
8/
4

2
1
/s-
1
/i
1

2/
1/42/

t)
Noteering
van II
kOctober.
2)

Noteering
van 13-20
October
1917.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt heeft een moeilijke week achter zich. De
koersen voor wissels Qp alle oorlogvoerenden zijn belangrijk
gestegen. Kon deze stijging voor de entente-wissels regel-
matig, zij het dan ook niet groote sprongen, gaan, voor de
wissels op de centralen was het verloop verre van regel-
matig, maar wisselden de stemmingen zeldzaam sterk. De
markt bevond zich geheel in handen van speculanten, zoodat
de koersen dikwijls in enkele minuten percenten op en neer
gingen. De stijging was echter tea slotte voor alle wissels
en blijkt vooral, als men de koersen van S en 12 October
met elkander vergelijkt.
5 October 10,48 33,45 40,30 2,20

en 19,-

12

,,

11,12 37,60 42,60 2,33
1
/2
en 23,75
De koersen van Kopenhagen en Christiania verbeterden
ook deze week weder belangrijk in de richting van het
normale goudpunt; terwijl de Zwitsersche koers dit punt
zelfs aanmerkelijk overschreed. Daarentegen ging de Zweedsche
koers aanvankelijk weder in een verkeerde richting. Later trad ook hier, evenals de vorige week, een daling in.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Dato
Londen
8)
Parijs
8)
Berlijn
5)
Weenen

St.Pe.
Iers.
burg’)

New
York
1)

7 Oct.

1918..
10.85
41.50
35.-
21.-

2.27

8

1918..
10.75
41.50
33.27!,
19.40

2.26

9

1918..
10.85
41.65
34.70 20.70

.2.28

10

1918..
11.03
42.75 36.90 23.50

2.32
1
/

11

1918..
11.11
43.-
37.55 24.50

2.33

12

,,

1918..
11.12
42.60
37.60
23.75

2.331/i

Laagste d. w.’)
10.65
41.-
33.10
19.-

2.17/4
Hoogste
,,

,, ‘)
11.15
43.50
38.75 25.50

2.34

5 Oct.

1918..
10.48
40.30
33.45
19.-

2.20

28 Sept.1918.
.
9.96
38.25
31.70
17.30

2.09

Muntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41.
1.28
2.48I4

8)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.

Data
Slock-
ho!m
5
)
Kopen-,
hagen
8
)
Chrls-
.
tianza’)
Zwitser.
*
land
1
Spanje
t)
Bataoia
1)
telegrafisch

7 Oct.

1918
68.50

63.-
64.40

47.50


99-100

8

,,

1918
69.45 63.30
64.40

47.55

48.50
99-100

9

1918
70.10 63.50
64.60

48.25

48.75
99-100

10

1918
69.65
64.-
64.70 49.-

50.-
99-100

11

1918
69.-

64.50 65.20

48.80

49.50
99-100

12

,,

1918
68.95
64.-
65.40

48.50


99-1009

L’ste d.
w.’)
68.25 62.80
64.-

47.25

47.50
99
I
T
H’ste
,,

,,

)
70.10 64.50 65.50

49.-

50.50
100

5 Oct.

1918
69.25
63.-
64.40

47.60

48.50
99-100

28 Sept. 1918
69.80 62.50 64.20

47.20

48.50
99′
s
-1001
1

Muntpariteit
66.67
66.67
66.67 48.-

48.-
100

S)

Noteering te
Amsterdam.

1)
Particuliere opgave.

KOERSENTE NEW YORK.

Cable
Zicht Zicht Zicht
Londen
Parijs
Berlijn
Am,ierd.
D
0 0
(in
(in frs.
(In
cents
(in cents
per

)
P.
$)
pl4 Rm.)
per gld.)

12 Oct…..1918
4.76.552)
5.49
1
12

‘)
nom.
445/
4
2)

Laagste d.week..
4.76.55
5471/ nom.
44 2/4

Hoogstè,,

..
,,
4.76.55
5.49
1
/
nom.
443/4

5 Oct…..1918
4.76.55
5•47l1
nom.
498/8.

28 Sept… .. 1918
4.76.55
5.48
nom.
48/s

Muntpariteit….
4.86.67
5.18
1
/
95
,
/t
40
8
/16
11 Noteering
van
II
October.
2)
Noteering van 10
October.

KOERSEN VAN
DE
VOLGENDE
PLAATSEN
OP
LONDEN.

Plaatsen en
I
Notcertngs. 5Sept.
118
Sept. 19 Sept.
19
-1
Oct.
1
Oct.
Londen

eenheden

‘1

18 918

1918

1918
Laagste
1
Hoogste

Alexandrië..
Piast.
p. £
97i8/
9728/58
971/
9718/81
971/g

B.
Aires
….
d.p.gd.pes,
51
50
1
/16
2
)
50
8
/a
51/it
50/i6

shld.p.rup.
1/6
1
/i2
1162/
s
,
116
1/61/is
1/6h/si

Hongkong
..
id.
p. $
3/6/
3/8
316/
318
3/6e/4

Lissabon….
d.p.escudo
29
1
/2
30
28
30
1
/1
28
1
/2

Madrid

….
Peset.p.0
20.33
20.81
20.73
21.96
21.89

Montevideo..
d.p.peso
62e/s
632/4

611/a
63
8
/
4

62’/4

Montreal….
$
per
£
4.85I
4.86
1
18
4.
85
1
/
1
4.87
4.86/4

Calcutta
……

R.d.Janeiro)
d.p.milr.
12/16
l2/it
ll/a
12
1
/4
12.
1
/t.

Lires
p. £
3O.31/
30.31k
30.25
30.371j
30.31

Shanghai

..
sh/d.p.tael
5
5/6
5/
3

516
5
/
3

Rome

…….

Singapore
..
id.
p.
$
2/3
18
/is
2
1
35
1
/s
2
2/3
7
/8
2/4
1
/it
2/381/
is

Valparaiso
‘)
d.p.pap.p. 16/s
16
1
13
15
1
18
1617/
82

Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/311
4

213
1
/4
213
2/4
2/3/4

t
)
Noteeringen op 90
dagen.
2)
Koers van
16 September.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dageljksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud
door de Bank
van
Engeland

tijdelijk niet ‘bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen.
te New York

12

Oct.

1918 ……..
491/,1)
101
1
/8l)

5

,,

1918 ……..
49/i
1012/8

28

Sept.

1918 ……..
49’/s
101
2
/8

21

,,

1918 ………
49
1
/s
101’/s
14

,,

1918 ……..
49
1
/i
101
1
/8

15

Oct.

1917……..
44
86’/4
14 Oct.

1916 ……..
32
2
/2
68
20 Juli

1914 ……..
24/ia
1) Noteering van II October.

N.U.M.

Weekstaat der Nederlandsehe Uitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Buiienl.

Debet

5 pCI.

Credit
Data

Bankiers

Schat-

Diverse

Schuld-

Diverse
kist. bui,
I
reken.
t)

brieven
I
reken.
z)

10
Oct.

1918..
3.946
49.600
66.800
14.508
93.612

3

,,

1918..
3.867
49.600
66.800
14.507
93281

26 Sept.1918..
3.573
49.600
63.900
14.470
90.255

19

1918..
,,
1.964
43.100
60.300
14.447 86.173
12

,,

1918..
1.680
43.100
60.300
14.447 85.864
8)
Beide
rekeningen omvatten, behalve garantiewissel, in
porteieuille
tot
het bedrag der buitenl. echatkistbiljetten,
in
hoofdzaak garantiewissels
in
depbt
bi,
de
Ned.
Bank.

16 October
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
921

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 12 October 1918.

Activa.

Binneni. Wis.{ U.-bk. f101.460.056,85
1
/s
sels, Prom., B.-bk.
,,

109.264,95
enz.in
disc. Ag.sch. ,, 16.721.166,54

118.290.488,34’/,
Papier o. h. Buiten!, in
disconto ……………………..

Idem eigen portef..
f
8.677.842,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.

8.677.842,-

L vrsch.
Beleeningen {Hbk
f
69.177.181,07V,
inc
in rek.-crt. B.-bk.

4.776.474,35
1
!1

op onderp. Ag.sch.

43.152.000,36
1
!,

f117.105:655,79’/2

Op Effecten …… [115.343.155,79′!,
OpGoedérenenSpec. ,, 1.762.500,-

117.105.655,791!1
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,

14.618.559,52
1
!1

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
85.490.160,-
Muntmat., Goud ..

,,622.026.904,11
1
/1

f707.517.064,11
‘Ii
Munt, Zilver, enz.

8.065.444,74
Muntmat. Zilver I
.


715.582.508,85
1
!,
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds.. f

5.035.969,32
id. van
1
4
v. h. kapit. ,,

3.882.361,18
8.918.330,50
Geb.enMeub: der Bank …………….
,,

1.770.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,

101.872.122,23

[1.086.835.507,25

Passiva.
Kapitaal

……………………..
f
20:000.000,-
Reservefonds

………………….
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop …………
in omloop ……….
1.489.584,19
1
!2
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk…….
f


Van anderen ……,, 72.474.950,12
1
!2
72.474.950,12
1
/2

Diverse rekeningen ………………,,
5.654.700,37

f1.086.835.507,25

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
503.771.936,02 ‘/,
/
Op de basis van

metaaldekking
…. ,,
292.551.655,16′!,
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,,2.518.859.680,-

Verschillen met den vorigen weekstaud:
Meer

Minder
Disconto’s

…………….
.
7.636.540,04
1
/2
Buitenlandsche wissels …… 859.846,-
Beleeningen

…………..
4549,777,45
1
/

Goud
69.155,94
Zilver ………………..
16.577,50
Bankbiljetten

…………
919.695,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
17.203.580,17’/,

Voornaamste posten
in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
B

k.
blljten
Andere
opeiachb are
schulden

12
Oct. 1918
….
707.517
8.065
982.137
73.964
1918
..

..
707.586
8.049 981.217 56.834
28
Sept.
1918
..

..
708.708
8.042
971.557 65.637
21
,,
1918
..

.

.
706.810
7.997
956.250
77.383
14
1918
….
707.695
7.988
954.057
67:561
7
1918
….
707.437
7.959
953.797
61.104
31
Aug.
1918
….
709.316
7.953
946.392
46.733
24
1918
…..
707.424 7.953
922.122 69.883
17
,,
1918
….
706.089
7.861
922.377
60.996
10
1918
.. ..
706.419
7.867
919.104
56.560
3 ,,
1918
….
713:251 7.860
927.020
53.851
27
Juli
1918
….
715.123
7.793
.909.750
78.846
20
,,
1918
….
715.258 7.729
910.655
77:111

13
Oct.
1917
….
685.021
7.331
815.593
81.886
14
Oct.
1916
….
584.677
6.273
715.453 90.348

25
Juli
1914
….
162.114 8.228
310.437
6.198
D a a

Disconto’s

Belee- Beschtk.
baar
Dek.
klngs-
Hiervan

Totaal
Schatkist- nin
gen
Metaal..
Percen-
promcssen
saldo
lage
rcF,tsirceks

12Oct. 1918
118.290
91.000 117.106
503.772
68
5

,,

1918
110.654
89.000 112.556 507.415
69
28Sept.1918
117.418
98.000
112.782
508.671
69
21

1918
113.457
94.000
101.081
507.411
69
14

,,

1918
99.258
80.000
102.049
510.661
70
7

,,

1918
89.209 70.000
104:711
511.685
70
31Aug. 1918
75.116
57.000
104:715
517.884
72
24

,,

1918
72.204
55.000 100.660 516.194
72
17

,,

1918
64.448
47.000
101.787
516.473
73 10

,,

1918
61.395
43.000
101.508
518.330
73
3

1918
51.430
32.000
110.082
524.086
74
27 Juli 1918
52.139 32.000
f12.300
524.319
73
20

,,

1918
44.854

23000
114.844
524.526
73

13Oct. 1917
74:892
64.000 69.977
511.880
77
14 Oct. 1916
93.911 78.000 59.502
428.889
73

25 Juli 1914
67.947
14.300 61.686
43.5211)

54
t
) Op de
baeie van
R/a
metaaldekking,

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

5
Oct. 1918

1

12
Oct.
1918

Aan schatkistpromessen
f
238.910.000,-
f
240.870.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned Bank geplaatst

89.000.000,-

91.000.000,- Aan schatkistbiljetten

99.658.000,-

99.658.000,-
Aan zilverbons ……..
.

67.579.620,50

69.107.270,-

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Data
Goud Zilver
B ank-
hellen
Anders
opeischb.
schulden

21 Sept. 1918
“°
256.100
14

,,

1918 ………
***
253.700

101.988 13.643 191.247
64.98

102.110
13.929
189.275 67.268
102.208 13.872
189.038 65.446

.6

Juli

1918 …….
29 Juni

1918; ……

82.246
17.393
173.293 58.435

22

,,

1918 …….

22

Sept. 1917 …….
69.342
23.902
151.071 55.243
23

Sept. 1916 …….

25 Juli

1914 ……
22.057 31.907
110.172
12.634

Data
Dia,
conto’.

Wis,els.
bulten
N..!nd.
betaaiboarJ

1
1
Belee.
1
ningen

1
1

Dt71-,c

1


ningen

)

Beschik.
baar
metaal.
saldo

i
kings-
percen.
I

age

21Sept.1918
136.900 63.300
*

14

,,

1918
132.800

63.800
*0*


6 Juli 1918
23.964 64:583
45
7.836
23.108

1
71.996
29 Juni1918
7.887
23.567

1
72.062
24.018 64.898 45
22

,,

1918 7.673
23.410 1 73.296 22.618 65.333 46
22Sept.1917
7.808 34.774
72.943
19.699 53.578 43
23Sept.1916
6.706 37.223
63.578
7.176 51.982
45
25 Juli 1914
7.259
6.395 147.934
2.228 4.8421)
44
1) bluitpost
der
activa.

‘) Op
de
basis van
I
/o mrtaa!dekkjng.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulaile
Andere
opeischb.
schulden
Dtscontoa
1)

k
re e-
nzngcnl)

27 Juli

1918 ..
615
1.444
961
1.154
940
20

,,

1918

..
686 1.423 832 1.138
613
13

1918′
..
677
1.483
837
1.134 668
6

– ,,

1918

..
668

,
1.520
771
1.163 600

28 Juli

1917

..
782
1.206
1.100
902 735
29Juli

1916
..
728 1.054 890 917 618

25 Juli

1914
..
645
1.100
560
735
396
1) bluitpost
der
activa.

922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

/

in duizenden p. st.

Currency Notes.
Data

Metaal

Circulolle

Bedrag
I
Goudd.
1
Gov. Sec.

10 Oct. 1918 73.109

62.796

***

*5*

*5*

3 ,,

1918 72.158

62.252

***

5**

*5*

25 Sept. 1918 71.542

60.496

•*

***

5*5

18

,,

1918

70.996

59.398

273.077 28.500

251.072

10 Oct. 1917 55.489

41.678 183.109 28.500 156.062

11 Oct. 1916 55.696

36.854 1 134.527 28.500

102.978

22 Juli 1914 1 40.164

29.317

Data
Cao.
Sec.
Other
Sec.
_____________

Pul,lic
Depos.
Other Depas.
Re-
seree
Dek-
king,-
percen-
tage
t)

10Oct. ’18
59.243
95.511
28.328
137.586
28.763
17,33
3

,,

’18
57.671 99.727
30.525 137.127 28.355
16,91
25Sept.’18
54.203
100.336 31.942 133.988
29.497
17,78
18

,,

’18
56.568
99.547
38.133 129.955
30.047
17,88

10 Oct. ’17
58.272
88.944
42.176
119.625
32.260
19.93
11 Oct. ’16
42.188
102.773 55.135 109.361
37.292
22/

22 Juli ’14
11.005 33.633 13.735
42.185
29.297
52
8
/s

1)
Verhouding
tueschen Reserve en Depoeita.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darleheiis-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal

________________

Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Circu-
lalie

Dek-
kin go-
percen-
tage
‘)

7 Oct.

1918
2.661.348 2.547.379 2.710.299 15.798.049
34
30 Sept. 1918
2.563.033
2.447.215
2.646.896
15.334.358
34
22

1918
2.565.351
2.447.215
2.340.130
14.429.381
34
15

1918
2.466.472 2.348.225 2.303.655 14.044.593
34

6 Oct..

1917
2.507.295
2.404.151
1.019.392 10.366.711
34
7 Oct.

1916
2.511.291
2.492.933 570.072
7.230.214
40

23 Juli

1914
1.691.398
1.356.857 65.479
1.890.895
93

I)
Dekking
der circulatie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wtosvl,
Rek. C,t.

Darlehenskassenschetne

Totaal
In kas bij
uit ge-
de Reich,-
I

________________

geven
bank

7 Oct.

1918
18.893.812
9.376.311 11.705.000
2.701.900
30 Sept. 1918
23.830.058 14.538.078 11.502.200
2.636.000
22

1918
17.590.086 9.106.408 10.941.700
2.327.800
15

,,

1918
17.485.626
8.923.913
10.797.100
2.290.200

6 Oct.

1917
12.057.556
6.019.934
6.583.700
1.008.400
7 Oct.

1916
7.468.061 3.216.339
2.467.700
356.400

23 Juli

1914
750.892
943.964

RUSSISCHE STAATSBANK.

Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden franes.

Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit .gew, 000rsch.
a/d. Staat

10 Oct. 18
5.439.271
2.037.108
320.054
1.574.028
18.400000
3

,,

’18
5.438.630 2.037.108
319.809
1.540.155 18.300.000
26Sept.’18
5.437.881
2.037.108
320.564 1.539.631
18.000.000
19

,,

’18
5.437.420 2.037.108
319.767 1.577.089
18.000.000

11 Oct. ’17
5.322.715 2.037.108
259.043
769.149 12.100.000
12 Oct. ’16
4.856.533

332.287
889.830
8.600.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

rVissds
Uilge.
stelde
Wissels
Belee-
Bank!,!!-
jdhte,
Part
1..

I

Rek. Cr1.

culieren.

Rek.
Cr1.
Staat

867.983
1.056.136 841.265 30.539.744
2.899.423 97.403

902.103 1.058.039
831.567
30.225.175
3.029.352
76.040
851.272
1.059.226
818.855 29.922.374
3.106.859
57.485 824.222
1.060.650
824.937
29.788.150 3.005.650 351.656
0
592.104
2.274.138
1.114.526
21.607.953 2.821.696
25.315
435.227 1.379.850 1.177.319
17.028.894 2.345.844
48.298

1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.560

SOCITÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.’)

Voornaamste posten in duizenden franes.

Data
Metaal
mcl.
buiten!.
saldi

j.
van
buttenl.
oorder.

Beleen.
vôn
prom. d.
provinc.

wissil,
en
beleen.

1
t

Circu-
latie
1

Rek.
Cr1.
saldi

3Oct. ’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000 101.783
1.452.948 365.452
19

’18
1.127.848
99.976
480.000
100.315
1.452.947
345.068
12

’18 1.130.276 99.963
480.000
102.329 1.446.174
357.283

27Sept.’17
460.199
90.386
480.000
98.010
1.015.657 102.801
3Oct. ‘161
333.4781
73.864
480.000
43.940
813.344 110.199
) Sedert
einde
1914 met
de
functie van circulatiebank
belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

1

Waarvan
Waar-
F.R.

Data
Goud
t
voor dekking
von
i
n
het bui-
Zilver
dc. Nok, In
circu.
I
F. R. Notes
lenland
laik

2 Aug.

’18
1.980.896
939.611 9.696 54.022 1.906.465
26 Juli

’18
1.974.200
1

945.783
11.628
55.129 1.870.835
19

’18
1.975.448 974.945
15.496 55.647
1.829.045
12

’18
1.960.052
997.560
15.529
55.932 1.813.425

3 Aug.

’17
1.367.673
1

477.235
52.500
53.709 540.785

Data
Wissel,

_______________

D otaa

Post os

Waar-
van
Kapitaal

Dek- kings.
percen.
lage
1)

Goud-
dekking
circu-
latie

2 Aug.

’18 1.480.104

2.090.397

76.518

66,8
49,3
26 Juli

’18 1.507.425

2.181.262

76.441

63,4
50,6
19

,,

’18 1.409.278

2.225.268

76.383

63,9
53,3
12

,,

’18 1.378.346

2.194.074

76.324

61,9
55,0

3Aug.

’17

305.131

1.395.974

57.881

74,6
88,2
t)
Verhouding tusschen:
den
totalen goudvoorraad, rilver etc.,
en de
opeischbare schulden:
F. R.
Notes
en
netto depositos met
inbegrip
van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste nosten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
1

gelden en
beleggingen
F. R. bonk, deposiio,
deposit,

26 Juli ’18
725
12.668.369 1.150.922
11.132.555
1.426.697
19

,,

’18
718
12.402.030
1.161.867
10.931.250
1.409.212
12

’18
713
12.561.057
1.142.726 11.258.595
1.410.345
5

,,

’18
696
12.459.708
1.079.196
11.048.921 1.383.546
28 Juni ’18
681
12.322.121
1.243.680
11.337.485 1.360.152

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

923

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 14 October 1918.

Het schijnt, alsof het tempo der ontwikkeling van den
oorlog steeds sneller wordt. In cle achter ons liggende be-
richtsperiode, omvattende slechts een tijdperk van acht
dagen, heeft de algemeene constellatie zich zooda.nig gewij-
zigd, dat vrijwel algemeen rekening werd gehouden met
een spoedig einde van den oorlog. Of deze opvatting als de
juiste moet worden aangemerkt, kan alleen de toekomst
leeren; ivel echter is het een onomstootelijke waarheid, dat
cle richting van liet wereidgebeuren naar dcii vrede heen-
wijst. Op het vredesaanbod van het Duitsche Rijk is het
antwoord van President Wiison gekomen, dat, hoewel niet
daclelijk toestemmend, toch naar liet scheen alle elemeiiten
van tegemoetkoming in zich borg. En hierna hebben wij
kennis genomen van de tweede Duitsche nota, waarmede
de eischen van den President der Vereenigde Staten werden
aaiwaard en waardoor dus de weg tot onderhandelingen is
geopend. Of deze weg ook zal worden bewandeld, blijft, als
gezegd, een opeii vraag.
1)

Op dc internationale beurzen echter heeft deze loop van
zaken een golf van optimisme en enthusiaame doen ont-
staan. Zelfs ter beurze van B e r 1 ii n was deze ommekeOr
zeer duidelijk op te nierken, hewel aan den anderen kant
een zeer verklaarbare terughouding hiertegenover iveid
gesteld. Hier moet echter dadelijk de opmerking worden
geplaatst, dat aan de Spree het eerder een complex van
factoren wcs, dan cle enkele omstandigheid van het ver-
itioedelijk naderen van den vrede, clie een betere tendens
te voorschijn heeft geroepen. Na den afval van Bulgarije
nl. was een ,geweldige daling ontstaan, een reactie, die evenzeer de kenmerken van overdrjving in zich hid als
de rijzing van buitengeiènen onivang uas geweest, die
reeds maanden te voren cle Berlijnsche beurs karakteri-
seeicle. Eensdeels is derhalve het herstel detei

ugslag op een
te ver doorgevoerden koersval, anderdeels was het een
gevolg van het oprichten van een steunsyndicaat en teu slotte ccii algemeene weerspiegeling van de betere toe-
konistopvattingen.
ilet is inmiddels eigenaarclig, dat het steunsyndicaat
juist iii werking zou treden op het môment, dat cle
lievigste reactie achter ddn rug w’as. Naar men weet, hebben
zich twaalf leden der ,,Stempelvereinigung” aaneengeslo-
ten, om een krachtige interventie door te voeren, indien
de koersen
zclÔ
ver mochten dalen, dat zij bi, onder de
intrinsieke waarde der betrokken fondsen zouden komen. Een ophouden van het door iie speculatie vaak ongemoti-
yeerd opgevoerde koerspeil lag natuurlijk niet in de bedoe-
ling: alleen een voorkomen van paniekstemmingen, clie eelt
catastrophe te voorschijn zouden kunnen roepen. Tot ingrij-
pen is het echter nog niet, althans nog niet op groote
schaal gekomen. Dadehijk toch na het bekend worden va.n
de oprichting van het syndicaat en tezamen gaande met
liet publiceeren van cle Duitsche vredesnota, is een opleving
ter beurze te constateeren geweest, die in vele gevallen een
even groot gebrek aan keuze te aanschouwen heeft gegeven,
als de voorafgaande koersteruggang. De moeilijkheden, die,
zelfs iii geval van een spoechigen wapenstilstand, nog te
overwinnen zijn, voor en aleer van een te verwachten vrede
binnen afzienbareir tijd kan worden gesproken, werden
door de meerderheid nogal licht opgenomen.
1[oewel het herstel dus van beteekenis is geweest, tooncn
cle koersen van de laatste dagen aan, welk een slachting er iiimichclels onder de speculatiei-e fondsen heeft plaats ge-
vondeji. Zelfs na de veel verbeterde stemming behooren
koersverminderingeit van 100 en meer procent (vergéleken
bij het niveau van einde Augustus van dit jaar) niet tot
de uitzonderingen. Welk een sterken en directen invloed cle
militaire situatie op zich zelve op sommige fondsen heeft
uitgeoefend, bewijst ivel de daling in de aandeelen van
vele chemische fabrieken, clie voor liet meerendeel aan den
Rijn cii van b.v. Lothuinger Rütte, die bij de grenzen vair
liet Rijksland gelegen zijn. De vrees voor militaire bescha-
digingen komt hier duidelijk naar voren. Overigens hebben
cle aancieelen in clie bedrijven, die voor het grootste ge-
deelte voor •de legerbehoeften werkzaam waren, het sterkst
geleden. Stej-ke ve4coopclrang bestond voor aandeelen
.Luxemburger, Caro, Oberbedarf, Rheinmnetall, Orenstein,
enz. Naar men algemeen aanneemt, zullen dergelijke onder-
nemuingen haar op den oorlog ingerichte installaties Of
geheel moeten omwerken, Of dienstbaar moeten maken aan
andere producten, dan zij voorheen verwerkten. Qngetivij-
feld zal deze omstandigheid op het rendement ongunstig
inwerken en hoewel de reserves in den oorlogstijd meestal
een geweldigen omvang hebben aangenomen, ‘zoodat de ver-

i) inmiddels zijn de vooruitzichten niet verbeterd.

sehillende ondernemingen zeer zeker gewapend zijn tegen
een mogeljkgewijzigde conjunctuur, is het toch aan te
nemen,

dat althans een korte periode van geringerewinst-
marges zal ontstaan.

Ook de petroleummarkt was ongeanimeerd gestemd, met
uitzondering van aandeelen Steaua Romana, die voor
Roemeensche, iollaiidsche en Zwitsersche rekening uit cle
markt worden genomen, mede in verband met de declaratie
vii,n een dividend van wederom 16 pCt.

Van buitenlandsche fondsen waren Japansohe obligaties’
goed gevraagd; ook Russen bleven in vaste stemming, dit
laatste voornamelijk in verband, met cle betaling van de
achterstallige rente op de oude Russische staatsscliulden.
Na 4% jaar ontvangen de Duitsche bezitters weder voor
het eerst hun coupon. Deze eerste keer zal echter vermoe-
delijk tevens de laatste zijn; bij de financieele overeen-
komst met Rusland cl.d. 27 Augustus j.l. toch werd vast-
gesteld, dat de verdere rentehetaling gevonden zou moeten
worden uit de overname van een 6 pCt. Republikeinsche staatsleening, niet rentedienst van 1 Januari 1919 af. Het
is natuurlijk zeer twijfelachtig, of deze leening wel zal
worden geplaatst en in verband hiermede, of van eenige
verdere betaling van achterstallige coujons nog’sprake zal
kunnen zijn, afgezien van den veranderden pohitiekeri toe-
stand. Thans echter geschiedt de betaling nog uit de
middelen, die Rusland zelve ter beschikking heeft gesteld,
n.l. uit de zendingen d.d. 10 en 30 September j.l. (de. derde
remise is op den 31en October te verivachten) gezamenlijk
groot 93.536 K.G. goud, 136,36 millioen Tsai

enroebels en
68,18 millioen Doenmaroebels, vertegenw’oordigende een
waarde van i

onci 500 millioen Mark. Reeds de eerste zen-
ding zou voldoende zijn gew’eest voor de achterstallige
rentebetaling, doch men heeft er blijkbaar de voorkeur aan
gegeven te wachten, tot ook i’eclelijkerwijze anderen, die
eveneens schade door cle Russische catastrophe hadden gele-
den (bv. hun, die een tegoed bij Russische banken hadden of die geïnteresseerd waren bij in Rusland gelegen onder-
nemingen) uitzicht op eenige vergoeding kon worden ge-
geven.

Het is niet meer dan natuurlijk, dat in de landen der
Entente cle gebeurtenissen een geheel andere uitwerking
hebben gehad dan in Duitschlancl. Is te Berlijn sprake van
een herstel mia een geweldige reactie, te L o n d e n moet een voortduread stijgende tendens worden geconstateerd.
Ten dccle is dit te verklaren uit, de militaire cii politieke
successen van den laatsten tijd, ten anderen dccie echter uit
de principieel verschillende tactiek, zoowel
01)
finannieel
als op zuiver beursgebied. In de eerste plaats is de handel
te Londen, in tegenstelling van dien te Berlijn, voortdu-
rend vrij geweest, zoodat het publiek steeds en te allen
tijde zich kon vergewisseu van den juisten koersstamid van
zijn bezit en van de mate, waarin dit werd omgezet. Doch
vervolgens is men in Engeland veel drastischer opgetreden
op het gebied der belastingen, waardoor weliswaar een
hevige druk op het koerspeil der

verschillende fondsen
ivercl uitgeoefend, doch welke politiek tevens de oorzaak er
van is geweest, dat geen speculatieve overdrijving tet-
beurze is voorgekomen. Nu het zich laat aanzien, dat de
sitciatie vooi cle boncigenooteii en dus ook voor Engeland,
gunstiger. zal worden, ook met betrekking tot de finan-
cieele afwikkeling, is de hierboven bedoekle druk eenigs-
zins afgenomen, waardoor een gezond herstel kon intreden,
lloe juist de Londensche beurs den algemeenen toestand
heeft weerspiegeld, moge blijken uit de gezamenlijke waarde
‘Van de daar ter plaatse genoteerde voornaamste fondsen,
die aan het einde van het vorig jaar éen totacl van 2635
nmillïocn Pond Sterling aantoonde, tegen 3114 mniilioen
1’oncL Sterling per einde 1915. Dit is een zeer grootc
c
waarclevernminderiug, die duidelijk de algemeene opvatting
weei’gecft, ondanks de toch ook in Engeland voorgekomen
1
aanmerkehijke oorlogswinsten.
Iii de laatste maanden echter is een voortdurende stij-
ging der koersen op te merken geweest, hetgeen wel liet
best gedemonstreerd wordt aan de koersbeweging van cle
2% pCt. Consols, die nog steeds als fijngevoelige barometer
mogen gelden. Dit stacctsfonds, dat bij den aanvang van
den oorlog een noteering van 77 pCt. had bereikt, was
langzamerhand tot 51% teruggegaan (hij den aanvang van
het jaar 1918) Na het eerste semester golden Consols 56
pOt,, einde September 58% pCt. Van dit moment af nam
cle stijging in snel tempo toe tot 62% pCt

Overigens zijn ook Zuid-Afrikaansche mijuwaarden, die
zeer sterk onder den oorlog te lijden hebben gehad, in do
afgeloopen berichtsperiode weder tot nieuw leven geroepen,
vermoedelijk in verband met cle overweging, dat het einde
van den oorlog betere verhoudingen, vooral in verband met
de productiekosten, zal scheppen.

924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918
11

Te P a r ij s is eveneens een hoopvolle stemming over-
heerschend geweest. Bijzondere berichten zijn hieromtrent
niet ontvangen; wel werd gemeld, dat voornamelijk indus-
trieele waarden in het middelpunt der belangstelling heb-
ben gestaan.
Te N e w Y ö r k daarentegen hebben de vredesverwach-
tingen eerder eën minder geanimeerde tendens te voor-
schijn geroepen. Men schijnt daar van meening te zijn, dat
vooral de industrie thans hoofdzakelijk gevoed wordt door
de oorlogsbestellingen en dat de stagnatie daarvan bij het
sluiten van den vrede een ongunstigen invloed op de
productiviteit, zoowel als op de winstmarge zal uitoefenen.
Een betere stemming viel daarentegen op te merken voor
spoorwegaandeelen. Naar men weet, ligt het in de bedoe- –
ling de thans onder staatsbeheer zich bevindende spoorweg-
systemen zoo spoedig doenlijk weder onder controle der
oorspronkelijke aandeelhouders te stellen. Waar inmiddels
de Regeering zorg heeft gedragen voor het intact houden
van weg en werken, neemt men aan, dat de spoorwegen in
betere conditie teruggegeven zullen worden dan zij zich,
in het begin van den oorlog bevonden.
Ook de uitstekende oogstvooruitzichten hebben bij deze
t

voorkeur voor spoorwegwaarden een woord medegesproken. –
Volgens de tegenwoordige taxaties zal de tarwe-oogst 37
pCt. grooter zijn dan die van het vorig jaar, de rogge-oogst
36 pCt. en de gerst-oogst 10 pCt. Weliswaar zal de haver-‘ opbrengst vermoedelijk tegenvallen (10 pCt. minder)

en
zal de mais-oogst waarschijnlijk oven groot worden, doch
als geheel is een veel belangrijker opbrengst van voeder-gewassen te verwachten en, hiermede samengaande, een
grooter vervoer voor de spoorwegen.
Te o n z en t heeft de’
Stadtsfondseninarkt
vodr de
inheemsche soorten een uiterst ongeanimeerd verloop ge-‘
had. Aan een stroever worden van de geldmarkt kan dit
niet worden toegeschreven; ondanks den zeer uitgebreiden
handel toch is de prolongatiekoers slechts onbelangrijk•
gestegen. Eerder moet de oorzaak worden gevonden in de’
schaduwen, die de komende Staatsleening thans reeds voor-
uit werpt, anderzijds in de omstandigheid, dat vele kapita-
ten, die belegd waren in obligaties onzer staatsschuid, wijl
in handel en industrie geen voldoend emplooi hiervoor meer
werd gevonden, bij het naderen van den vrede worden
vrijgemaakt om op het eatste teeken van herstel der inter-
nationale en inheemsche economische verhoudingen dispo-
nibel te worden gesteld.
Daarentegen bestond er groote belangstelling voor som-‘
mige buitenlandsche soorten, in de eerste plaats voor
Oostenrijksche en Russische fondsen, welke beide vrij aan-
merkeljke koersverheffingen konden aantoonen. Vooral de
Oostenrijksche Kronenrente mocht zich in de belangstelling
van het publiek verheugen, mede in verband met de verbe-
tering van de valuta.
Tevens ontwaakte de interesse voor enkele Zuid-Amen- –
kaansche obligaties als Braziliaansche en Mexicaunsche
waarden, die bij weliswaar geringen omzet zeer beteeke-
nende koersavances konden boeken.
Op de beleggingsmarkt waren mede de Cedula’s der
Argentijnsche Hypotheekbank goed gevraagd; eenig aanbodk.
uit Berlijn was hier op te merken, hetwelk echter grif kong
worden geabsorbeerd.

8 Oct.
11 Oct.14
Oct.
Riz;
g
2f

42/
t
o/
o
Ned. W. Sch

1916
90
1
14
9.0
87

3’/
4

0/

,,

,,

1916
84
82
8
14
81

3 3
2
/2
0
/0

,,

,,

,,
771/
8

772/s
772/8

3

0/

,,

,,

,,

– . .
66/8
650h
65
21
/
22


2
102

2
1
/

0
/o Cert. N. W.
S.

……
56
2
/8
55’/8
551/4

5

0/

Oost-Indië 1915
940/
8

93l5/
1

911/2

2/
4

2
/o Hongarije Goud
41 41
41

4

0
/0
Oostenr. Kronenrente
338/4
4 0
‘/4
432/8
±
98/8

5

0/

Rusland 1906 …….
40Vs
421/
447/8
+
4814

4
1
/2 0/

Iwangorod Dombr..
39
39’/
4l
8
/a
2/4
4

o/
o
Rusland Cons. 1880..
345/ 370/
8

373/4
3V8

t
4

0/

Rus!. bij Hope&Co…
3451a
39V4
39e/8
4
/
4

4

0/

Servië

1895 ……..
53
0
/g
55 59
+
5V
4

0/

Argentinië Buitenl..
62e/8
62/a
62/o
5

0/

Brazilië 1895

……
57 59
70
1
/
+
13V
5

0/

,,

1913

……
67 67
68
+
1

Daarentegen hebben
cuftuurwaarden
bijna ononderbroken
haar stijgende lijn voortgezet. Voorop stonden hier wel
Rubberwaarden, die veelal sensationeele koersverbeteringen
te aanschouwen hebben gegeven. Gebrek aan materiaal was
hier veelal de oorzaak van de buitengewone stijging, ook
het bestaan van een contraminepartij. Doch als eerste
factor gold toch wel de overweging, dat na het sluiten van
den vrede de aubberondernemixigen voldoende gelegenheid
zullen vinden haar productie tot loonende prijzen in de

consumptielarsden af te zetten, hetgeen bona-fide koop-
orders ten gevolge had.
Ook de
tabeks- en suikersnarkten
konden op dezelfde
gronden haar koerspeil zeer aanmerkelijk opvoeren. De be-
richten uit Indië omtrent afdoeningen tot goede prijzen
werkten hierbij mede.
De
petrolexsmmarkt
maakte geen uitzondering op de
algeoheen geanimeerde tendens. Hier waren het voorna-
melijk de Roemeensche soorten, die zeer sterk de aandacht hebben getrokken. Aandeelen Geconsolieerde Hollandsche Petroleum werden bij groote posten uit de markt genomen;
de publicatie van het dividend der Steaua Romana werkte
hier stimuleerend, niet alleen voor, dit fonds. Bijna alle
petroleumwaarden hebben haar noteering met ettelijke pun-
ten zien stijgen; het slot was op het hoogste peil. Ook
aandeelen Koninklijkl Petroleum toonden geen reactie,
hoewel thans reeds eenige weken achtereen aanzienlijke
koersverbeteringen voor dit fonds te constateeren vallen.
De Russische soorten vonden mede op bescheiden schaal
•koopers, ondanks het feit, dat van den innerlijken toestand
dr ondernemingen hier te lande bijna niets bekend is
geworden. –
De markt voor
inheemsohe indnstrieele soorten
was
uiterst stil; variaties van beteekenis kwamen hier niet
voor, met uitzondering van aaacleelen Stokvis en Anton
Jurgens’ Vereenigde Fabrieken.
Z
8 Oct. 11 Oct. 14 Oct.
Jfl85Of
ali

Amsterdamsche Bank

….
184
3
/4
184
184

2/
4

Ned. Hand el-Mij. cert. v. aan d.
175/2
178
178/4
+
31/4

Rotterd. Bankvereeniging’
1452/
4

146’/2
146
2
12
+
2/4

Amst. Superfosfaatfabniek..
184
180
184V2
+
/2
Van Berkel’s Patent ……
147
1
/d
147 147

1/
4

Insulinde Oliefabriek ……
227/
22811
4

2302/4
+
3
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
255 260 265
+
10
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
161V,
161
1
/2
1612/
2

Philips’ Gloeilampenfabriek
369
364
362

7
R. S. Stokvis
&
Zonen….
502 513 518
+16
Vereenigde Blikfabnieken..
138
1
/2
140
142
+
3/2

Compania Mereantil Argent.
244’14
249’/
2492/2
+
48/4

Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
141/o
146
1478/
4

+
5
1
/8.

Handelsver. Amsterdam ….
347
1
/
357
2/4

362
+
14’/o
Holi. Transati. Handelsver.
15421
4

154 153
‘/2

1’/4
Linde Teves & Stokvis
……
211
211

211
Van Nierop &Co’s Handel-Mij
175
0

171
173
2
/2
—Plo

Tels
& Co’s
Handel-Mij
….
169 168 168
– 1
Gecons. Hol!. Petroleum-Mij
231
1
/2
245/4
248’/2
-f-
17
Kon. Petroleum-Mij. . . . . …
561
578V4
595
+
34
Orion Petroleum-Mij ……. 832/4

901/2
942/4
+
11
1
l2
Steaua Romana Petr.-Mij..
173
185
194
+
21
Amsterdam-Rubber-Mij…..
179’/4
189/4
197/2
+
182/4

Nederl.-Rubber-Mij.

……
107’/2
115
120
+
12’/2
Oost-Java-Rubber-Mij.

….
195
2181/
0

228
+
33
Deli-Ivlaatschappij

……..
506
520.
525
±
19
Medan-Tabak-Maatschappij…
2242/
4

2322/
1

236/
+ 11/4
Senembah-Maatschappij….
469/4
4812/4

484V:
+
15’/4

ex dividend.

Over het algemeen lag over de gansche locale markt
een waas van optimisme gespreid. Een uitzondering, zij
het van voorbijgaanden aard, werd hier door de
scheep-

vaartafdeeling
gevormd. In liet midden der vorige week
werd bekend, dat hoogstwaarschijnlijk na het einde van
den oorlog de vrachttanieven onder coatrole van de Regee-ring zouden komen en men vreesde hiervan een verminde-
ring der thans zeer groote inkomsten. Het gevolg was een
realisatie op vrij groote schaal, hetgeen een sterken druk
op de prijzen heeft uitgeoefend. Toen echter kalmer be-
schouwingen hiertegenover werden gesteld en o.a. werd
gewezen op de mogelijkheid van veelvuldigen reixen, die den
scheepvaartmaatschappijen zou worden geboden, keerde de
tendens en de stemming werd bepaald geanimeerd, toen
heden het antwoord van Duitschlancl op de eischen van
president Wilson den vollen invloed kon doen gelden. Ver-
beteringen van tien en meer procenten behoorden niet tot
de uitzonderingen, waarbij slechts achterbleven de minder
courante soorten als Zeevaart en Van Nievelt-Goudriaan.

8Oct. 11 Oct. 14 Oct.
Riizingof

Holland-Amerika-Lijn …. 424

418

436’/4 + 12/4

,,

,, gem.eig. 409’/2 397 ‘/2 415V2 + 6
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij .. 305 291 291 —14
Hol!. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 187
1
/2
181/4 183’/2 —4
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 228
2
/2
2248/4
231 ‘/o + 3
Java-China-Japan-Lijn …. 332
1
/2 321
1
/2 339/8 + 7
Kon. Hollandsche Lloyd .. 186’/2 184
1
1 190

+ 3/2
Kon. Ned. Stoomb.-Mij ….. 258V, 2417/* 255

– 3
2
/2*

* ex claim.

16 October 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

925

.
Rijzing of
0
C .

C .

‘.JC .

daling.

Kon. Paketvaart-Mij …….
270’14
263

271’l2 +
Pl4
Maatschappij Zeevaart …. 360

330

330-.30
Nederi. Scheepvaart-Unie

274/a
2698/4
276/4 .,+ Pia
Nievelt Goudriaan ……..569

526
1
!2
535

– 34
Rotterdamsche Lloyd……312

303

316 ‘l

+ 43/3

Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 406

406

406
,,Nederland” .. 300V 293 . 306

+
5ia
,,Noordzee” ..
222
1
l

2l9’I2′
233

+ 10V2
,,Oostzee” .. . . 415

380

394

– 21

De
.Ainerilcaansche afdeéling
was de laatste dagen, door
de sluiting der New Yorksche beurs wegens Columbus-day,
te onzent vrijwel aan zich zelve overgelaten. De optimis-
tische stemming brak zich ook hier baaii en wel voorname-
lijk voor spoorwegwaarden, die op grond van de hierboven
gereleveerde overwegingen door het publiek uit
de markt
werden genomen. Gebrek aan aanbod en groote vraag ver-
oorzaakten hier zeer aanmerkelijke stijgingen, (be wel het
sterkst gemarkeerd werden voor aandeelen UnIon Pacif ie,
Southern Pacific, Atchison Topeka en Southern Rail. Daar-
enboven waren ook aandeelen Pittsburg Coal tot 10
pot.
hoogeren prijs gevraagd.

8 Oct. 11 Oct. 14 Oct.
Ri
j
zi
g
l?
0f

ig

American Car & Fonndry .

76
8
ho
75
1
I

751/,o

1
/
4

Anaconda Copper ……..141

141

144
1
/,o + 3U/,
o

Un. States Steel Corp. 93
1
h,
92/8 948/8 + 1
2
/Ia
Atehison Topeka ……….90’/,6 911/
16
998/s + 8/,,
Southern Pacific ………. SG’/a 87
1
/ 90/1 + 715/
Union Pacific …………. 12911/,, 130

144
1
/

+ 14+
Int.Merc.Marineafgest…..33/8

34
27
/32 35’/22 + 128/,,
prefs. 112
1
/2 118
9
/t,
120
3
!8
+
7!8
* ex dividend.

De
geki?narkt
bleef ruim, ondanks de grootere omzetten;
prolongatie circa 3% pCt.

GOEDERENHANDEL
.

GRANEN.

Rotterdam, 15 October 1918.

Het oogstbericht van liet Landbouwbureau te Washington
van 8 October vermeldt een aanzienljken vooruitgang van dé voorjaarstarwe, waardoor de oogst hiervan ca. 500.000
tons grooter wordt geschat. Het weer schijnt in de maand

Noteeringen.

Chicago

1

Buenos Ay,es

Data
Tarwc Oct.
Man
Oct.
Haocr
Oct.
I

Tanve
Nov.
Mars
NOV.
LII
nzaad
Nov.

11Oct. ’18 226
1171/s
66
5
/8
11,75
5,75 20,50
5

,,

’18 226
130
70
3
/4
11,45 5,65
20,80
12Oct. ’17 220
114

‘)
58
8
/s
1)

11,158)
8,10
20,30
4
)
11Oct. ’16 158’1a
i)

76’/2
0
48e/s

)
11,95 6,30
17,15
11Oct. ’15 104
1
!8 ‘)
60/8
378/8 ‘)
11,55
4
)
4,754)
11,604)
20 Juli’14

82

1)
568/8 ‘)
36 ‘/

t)
9,402)
5,38
1
)
13,70′)

t
)
per Dec.

8)
pr Sept.
8)
per Jan.
4)
per
Oct.

September in Noord-Amerika aanzienlijk. beter geweest te
zijn Canada gunstig geweest is en de opbrengst dus grooter zal zijn, zal het Noord-A.merikaansche continent nog belang-
rijk meer tarwe kunnen afstaan dan waarop men gerekend
had. Aangezien de tarweprijzen vastgesteld zijn, kunnen
deze niet dalen, maar blijkbaar zijn de boeren zeer tevreden
met den prijs, aangezien de aanvoeren op reusxchtige schaal
voortgezet worden en de zichtbare voorraad daardoor weder-
om aanzienlijk gestegen is en nu meer dan 2% millioen
tois bedraagt.
In Argentinië hebben de vredesberichten wel een iets
vastere markt veroorzaakt, doch de verhooging heeft toch
nog slechts weinig te beduiden. Veel zal er natuurlijk
afhangen van den nieu.wen oogst, waaromtrent de berichten gunstig blijven.
Ook van mais blijven de aanvoeren in de Vereenigrie Staten zeer groot. Ook de stand van den nieuwen mais-
oogst is, volgens Washington, verbeterd en waar de kwali-
teit aanzienlijk beter belooft te worden dan het vorige jaar
heeft de markt, alle vredesberichten ten spijt, zich in
dalende richting bewogen, zoodat op 11 October de markt
voor October sloot op 1,17% tegen 1,30 de week daarvoor.
Op 14 October is de markt evenwel plotseling 6 Dollarc.
gestegen o.a. door aanknoopen voor het Gouvernement. Het
is ons niet bekend of toen reeds het antwoord van Wilson
aan Duitschland bekend was en men dus op een verlen-
ging van den oorlog rekende.
In Argentinië is er in den maistoestand geen verande
ring gekomen. De prijzen zijn evenwel een kleinigheid
hooger.
N e d e r 1 a n d. Het oogstbericht betreffende den stand
der landbouwgewassen op 30 September geeft cijfers, die in het algemeen gesproken meevallen, maar de bebouwde
oppervlakte valt zeer zeker tegen; zij zou nog ongeveer
1 pCt. kleiner zijn dan verleden jaar, niettegenstaande het
scheuren van weiland. In het verslag zelf wordt evenwel
aan de juistheid van deze opgaven getwijfeld. De teelt
an
tarwe zou ongeveer met

8000 H.A. zijn toegenomen; die
van rogge daarentegen met ca. 9000 H.A. afgenomen, ter-
wijl gerst, haver en boekweit slechts kleine verschillen
tonnen. De met peulvruchten bebouwde oppervlakte is met
ruim 12.000 H.A. toegenomen en de handelsgewassen met
9000 H.A. afgenomen. De knol-, wortel- en bolgewassen zijn
afgenomen met 14.000 H.A. en de groenvoergewassen met
3000 H.A.
Het blijkt, dat cle hoeveelheid graan, die nog te velde

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.

140c1.

1

7
Oct.

1

14 Oct.

1918

1

1918

1

1917

Tarwe (inlandsche) ……
25,-
1)


Rogge (70 Kg. natura gew.)
28,50
1
)
28,501)


…25,-
1)

360,-
1
)
Gerst (60 Kg. natura gew.)
20,-
1
)
20,-
‘)


f23,-‘)
23,-
1)

Mais (La Plata)

……….-

Lijnkoeken

(Noord-Ame-
Haver

(inlandsche)
…….

rika van La Plata-zaad)

250,-
1
)
Lijnzaad (inlandsch)
40,-
1
)
40,-
1
)

‘)
Regeeringsprjs.

AANVOEREN in tons van
1000
K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen.
6-12
Oct.

Sedert
.
Overeenk.
6-î2
Oct.

Sedert

Ovetcenk.
1918

1917
1918

1Jan. 1918

tijdvak 1917
1918

1
Jan. 1918

tijdvak 1917

Tarwe…… ………..

8.944
253.376

2.920
38.227
11.864
291.603
Rogge

………………


8.465
– –


8.46


2.314




2.314
– –
114.637
. –
4.590
80.134
4.590
194.771
Gerst

………….. ..


30.600
-.

11.886

42.486
Haver

……….
. ……


..


12.399


27.269

39.668

Boekweit

…………..
Mais

…………….

– –
8.322


7.560

15.882
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek
.
…………..

..


34.078


27.985

62.063
Tarwemeel
………….

756
19.988

6.068
3.051
6.824
23.039
Andere meelsoorten
. . ..

19.716


4.286

24.002

AANVOÉREN
in tons
van
1000
K.G..
voor België.
Tarwe
…………….
1

10.796
1

201.089
343.964

1


i

1
201.Ö89
343.964
Mais

……………..

90.191
12.335



90.191
12.335
Rogge

…………….

5.174
7-
– –

5.174

..

68.918 6.962

8.807

77.725
6.962
Tarwemeel
…………..
Gerst

…………….

..

24.172
667



24.172
667
Andere meelsoorten
– . ..

37.540


9.510

47.050

926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

stond, kleiner w’as dan men over het algemeen aannam.
In Groningen stond ca. 10 pOt. van de tarwe op 1 October
nog te velde. In de andere provincies was de tarwe. gebor-
gen en stond hoogstens nog 5 pOt. haver te velde. De
stand van tarwe, rogge, gerst en haver wordt iets minder
geschat dan het vorige jaar; die van boekweit evenwel veel
minder. Dit artikel zal slechts een zeer geringe oogst-
opbrengst toonen. De handelsgewassen staan Vrij goed, doch
de peulivruehten hebben in het algemeen veel geleden en de
opbrengst van bruine boonen zal, naar men verwacht, tegen-
vallen, daar de peulen niet veel boonen bevatten. De op-
brengst van aardappelen valt evenvel algemeen mee en de
stand wordt geschat op 68 tegen 63,2 verleden jaar. De
bebouwde oppervlakte van aardappelen is evenwel ruim
5000 H.A. kleiner dan verleden jaar, zoodat de totale
opbrengst waarschijnlijk die van verleden jaar niet veel ontloopen zal. De schade van regen aan de aardappelen
schijnt nog al mee te vallen, ofschoön toch op verschillende
plaatsen door te veel vocht, ziekte en bederf bij de aard-
appelen is ontstaan. De kwaliteit van dé op lichte gronden in Groningen en Drente verbouwde aardappelen is minder
goed en er komen veel aardappelen voor, die niet geschikt
zijn voor de consumptie.
• De economische onderhandelingen zullen in Londen ge-
houden worden, doch aangezien de Amerikaansche gedele-
geerden nog benoemd moeten worden en daarna van Ame-
rika moeten vertrekken, zal het nog wel eenigen tijd duren
voor deze overeenkomst tot stand is gekomen. Ongetvij-
feld zal de stand van het vredesvraagstuk bij deze onder.
handelingeii ook zijn invloed doen gelden.

SUIKER.

Alhoewel het weer nog veel te wenschen overlaat, wordt
in Nederland de gemiddelde stand der bieten gunstig
genoemd. In Duitschiand blijven de eerste oogetresul-
taten 8
A
10
0
/0
beneden het gemiddelde van verleden jaar,
doch verwacht men gaandeweg hoogere rendementen. Van
regeeringswege werden de volgende nieuwe prijzen vastge-
steld: Mk. 27,50 per 50 K.G. voor ruwsuiker en Mk. 42,30
voor geraffineerde suiker. Deze prjsverhoogingen blijven
belangrijk beneden de doôr suikerkringen voorgestelde basis
en veroorzaakten daarom algemeene teleurtelling. In
Oostenrijk. zullen de staatsspoorwegen meer wagons voor
het vervoer der bieten disponibel stellen, doch het brand-
stoffenvraagstuk is nog niet opgelost. -.
Al worden van Java nog geen afdoeningen tot de ver-
hoogde verkoopprijzen gerapporteerd, zoo mag toch spoedig
vraag tot verhoogde prijzen worden verwacht. De goede vredeskansen zullen waarschijnlijk tot speculatie in , het
artikel, dat tot dusver op Java lager verkrijgbaar was dan
in eenig ander produetielancl, aanwakkeren, al zal de oplos-
sing van het scheepsruimte-vraagstuk slechts gaandeweg
kunnen geschieden.
De . meeste fabrieken op Java hebben nu de campagne
beeindigd. De maalresultaten van 105 fabrieken per 15 Sept.
toonen in doorsneê een ongeveer 3
0
/o kleiner rendement
dan verleden jaar op hetzelfde tijdstip. In aanmerking
nemende den grooteren aanplant van
1
1
1
2
o/s, belooft de
ditjarige oogst slechts weinig bij den vorigen, die 29
1
/
inillioen picols heeft opgeleverd, achter te staan.
De United States Food Administration heeft de volgende
taxaties van het maandelijksch gebruik in Amerika van suiker
voor indLostrieele doeleinden, uitgedrukt in tons, samengesteld.

Confectionary ………………….350.000
Bread ……………………….45.000
Crackers ……………………..55.000
Sveet doughs ………………….45.000

,
Pies …………………………47.500
Cakes

……………………….37.500

Sundry bakery goods ……………9.000
Chewing gum …………………..15.000
Soft drinks……………………135.000


lee creams ……………………64.000
Tobacco

……………………..26.000
Soap………………………….900
Canned vegetables………………4.000

Canned fruits:
California, Oregon & Washington

17.000
Overige U. S………………..9.000
– Condensed milk ………. …. .. ….100.000
Poprietary medicines ……………6.100
Phrmaceutical preparati ons ……..6.125

Totaal……972.125

daarom de bestemmingen met hun oorspronkelijke engelsche
benamingen gegeven worden. De veelzijdigheid van het ge-
bruik treedt merkwaardig aan het licht.

NOTEERINGEN.

Londen
Am1erdom
Amerlc.
New York
Dato
per
Tatei
1
1
Granu.
96%
October. Cube,
1

Java,
1

ita’
Centrlfugals.
No.
1

Job.

1

Job.
11Oct. 1918
f

64/9



7,28
4

,,

1918
64/9
– –
7,28
11 Oct.

1917.
. ..
,,


53/9



11 Oct.

1916..
. .
,, 25″/,
47/1’1
21/6 28/3
6,02 d 6,08
21 Juli

1914….
,,

11’/o,
181-


3,26

PETROLEUM.

(Ontleend aan den ,,Petroleuin Heview”
van 16, 23, 30 Augustus en 6 September 1918).

L on den. Geraffineerde petroleum:


Water White …. 111/
4
d. per gallon.
Standard ‘White.. 10’/4 d. ,,

,,
Beide destillaten zijn in Schotland en Ierland 1 d. per
gallon duurder.
De prijzen voor smeerolie waren:
American pale ……£ 37

– 43 per ton.

American red …….. £ 38.10 s.—€ 45
American filt. cyl ….. £ 45

63
American dark cyl.

£ 39

– 44

Benzine. Er is geen verandering in de prijzen.gekomen. –
Nô. 2 …………3 s. 8 d. per gallon.
No.3 ………… 3s.7d.
Beide destillaten zijn in Schotland en’ lerlana 1 d. per
gallon duurder.
Terpentijn. Door het afnemen der voorraden zijn de prijzen
voor Amerikaansche terpentijn van 116 s. tot 120 s. per cwt.
opgeloopen. Verkoop kan alleen geschieden aan consent-
houders.

Stookolie. Maximumprijs £ 14 per ton.

Paraffine. De markt is zeer vast. Er is echter geen ver-
andering in de prijzen gekomen, die, naar gelang van het
smeitpunt, afwisselen van 10
1
/2
d. tot 1 s. per gallon.

Liverpool. Lampolie gaat tegen Is. 11
1
I2
d. per gallon
voor Amerikaansch. De prijzen voor benzine voor den
kleinhandel zijn 3 s. 8 d. per gallon.
-.
– Volgens Samuel Banner & Co.:
White Spirit 3 s. per gallon, per ton.
3 s. 1 d. voor Schotland.
3 s. 2 d. voor Ierland.

B ako e, 27 Augustus. Er heerscht voortdurend vaste vraag
naar ruwe olie. De door de Regeering vastgestelde prijzen
voor Baku- en Grosny-olie zijn 96 kopeken per poed.

New York.
Geraffineerd, in kisten …. 18,75 c. pergallon.
Standard White, in vaten.. 15,50 ,,
Pennsylvanian Crude …. $
4,—
per vat.

Philadelphia.
Standard White ……..15,50 c. per gallon.

RUBBER.

Tengevolge der verwachting op een spoedigen vrede ont-
stond in Londen in de afgeloopen week een groote speculatie-
vraag en de prijzen liepen op tot 2/4
0
/4
voor loco, 216 voor
Jan ./Juli. De handel kwam echter geheel tot staan op hét
bericht, dat Gouvernements-contrôle, om prijsopdrijving te
voorkomen, waarschijnlijk is en denoteeringen luiden nomi-
naal 214 voor loco, smoked Sheets 2/3, Oct./Dec. 214
1
/4.
Om dezelfde reden was hier te lande groote vraag
naar in Indië liggenden rubber en de prijzen liepen geleide-
lijk
op
tot 90/95 cents per
0
/1
kilo, al naar gelang de positie.
Niettegenstaande de invoeren in Amerika gedurende Mei/Juli belangrijk meer hebben bedragen dan het toegestane quantum van 25.000 tons, heêft men voor Oct./Dec. toch het maximum
van 8000 tons per maand toegestaan, zoodnt verwacht mag
worden, dat het totaal der invoeren gedurende 1918 ongeveer
gelijk zal zijn aan dat van 1917.

Noteeringen:
nominaal:

einde voorafgaande seek

Prima Hevea Crêpe loco .. 214

…………….
2/3’Io
Oct./Dec. 2/4
1
/

…………….
2/4
Jan.jJuni ……
2/5’/
De aard der onderscheidene doeleinden is begrijpelijk; ter

smoked Sheets 1 d. minder.

……….1 d. minder.
vermijding van min of meer afwijkende interpretatie mogen I Hard cure fine Para ……3/2

…………….3/2

16
October
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

927

KATOEN.

Meiktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester d.d. 12 September 1918.

Na het teleurstellende Bureau-bericht hebben vij nu het
eerste Ginners-bericht ontvangen, waaruit blijkt, dat er
tot 31 Augustus j.l. reeds 1.040.000 balen Amerikaansche
katoen gegind
zijn.
Hoewel men een gunstig bericht ver-
wachtte, was de markt toch niet voorbereid op een dergelijk.
cijfer, dat 434.000 balen grootei- was dan in 1917, terwijl de
overeenkomstige cijfers in 1916 en 1915 resp. slechts
857.000 en 464.000 balen bedroegen. Het groote cijfei vindt
gedeeltelijk zijn oorzaak in het warme weer, waardoor de
oogst vroeger rijp is geworden en verder in het feit, dat
de boeren trachten van de hooge prijzen te profiteeren en daardoor hun katoen. zoo spoedig mogelijk aan de na.rkt
brengen. In Liverpool is de markt na, de publiceering van
het Ginners-bericht 40 junteii gedaald en hoewel sedert
weer eenige reactie heeft plaats gevonden, sluit de markt
toch flau.wer. Er zijn veer eenige geruchten omtrent
naaximu.mprjzeu, terwijl ook cle laatste oogst-berichten
gunstiger luiden. De berichten ômtrent den ai/euwen Egyp-
tichen oogst blijven zeer gunstig, terwijl ook cle vooruit-
zichten omtrent den Engelsch-Indiselien oogst verbeterd
zijn.
De markt voor Aauierikaaaasche garens is deze week zeer
kalm geweest, voorncunelijk omdat de meeste spiuners toch
niet leveren kunnen. Prijzen fluetueeren weinig, doch blij-
ven ten slotte steeds stijgen, daar spinners in een zeer
vaste l)ositie verkeeren. De schaarschte in Amerikaansche
garens heeft cle vtaag naar Egyptische garens zeer doen
toenemen, waardoor deze weer opnieuw duurder zijn ge-
worden. Men moet hopen, dat het geschil tusschen de
werkliedenorganisaties en de Controle-commissie spoedig bijgelegd zal worden en cle industrie niet de nadeelige ge-
volgen van eeh nieuwe werkstaking zal onderiiuden.
1)e cloekmarkt is rustiger na cle groote vraag van de
laatste weken en over het algemeen zijn fabrikanten goed
van orders voorzien. Prijzen zijn bepaald vester en fabri-
kanten verwachten weer verdere stijging van productie-
prijzen, zoodat zij liever niet vooruit verkoopen. De be-
richten van Indië zijn beter en de verkoopprijzen zijn wel
veel hooger; doch nog belangrijk beneden Europeesche kost-
prijzen. China is nog kalm en men hoort slechts weinig
van nieuwe zaken voor clie markt. Egypte en Zuid-Amerika
blijven geregel& aan cle markt en knopen steeds door. Er
zijn ook nog veisc-hilleucle Regasringscontracten aan de
markt en cle binnenlandsche vraag blijft zeer goed.

Noteeringen voorLoco-Katoen.

(Middling Uplands).

1140c1.181 7 Oct. I8 30 SepLI8ll5 Oct.’17 114 Oct. 16

New York voor
Middling

– .

32,60 c

33,15e

34,95e

27,35e

17,55e
New Orleans
voor Middling 30,75e

32,63e
32,88 c

27,13e

16,81 e
Liverp. v. Good

Midd.Texas..

24,06d

24,49d
25,29 d

20,72 d’) 10,11 da)
1)
Good Middling Amer.
!) 13 Oct. ’16 Middling Amer.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Anierikaansche havens.
(In
duzendtallen balen.)

1
Aug.’18
Ooereenkomattgepertoden tot
II Oct.’18
.

1917

1916

Ontvangsten Gulf-Havens..
704
11

Atlant. Havens
1045
.
554
1853

Uitvoer naar Gr. Brittannië
636 581
11

‘t Vasteland.
765
338
499
Japan etc…

79

Voorraden in
duizendtallen
II

Oct. ’18
12 Oct.

17
13 Oct. ’16

1035 606
1029.
Binnenland …………..
513
921
Amerik. havens ………..

NewYork

…………..


84
.874


.

216
New Orleans ………….
Liverpool

……………

316 ‘)
559
1)

13 October ’17.

-,

BANKA-TIN.

In

Nederlandsch-Indië zijn in Augustus 1918

verkocht
11.000 pikols Gouvernemeuts-Bankatin. De opbrengst daar-
van bedroeg ongeveer
f
2.700.000,-.

.
(St.ct.)

METALEN.


oeo-Noteeriigen te Londen:

Dato
1/ze,
Cle,,.
No._3
Kopc,
Standard
Tin
Lood
Ztnk

14 Oct.

1918..
nota.
122-1-
336.-/-
30.-/-
52.-1-
7

,,

1918..
nota.
122.-!-
377.10/-
29.-!-
52.-/-
11 Oct.

1917..
»om.
110.5/-
244.7/6
30.-/-
52.-1-
13 Oct.

1916..
nom.
122.15/-
180.151-
30.10/- 56.-1-
20Juli

.1914..
51/4
61.-!-
145.15/-
19.-/-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

12 October 1918. De stand van de vrachtenma’rkt bleef
in de afgeloopen week onveranderd.

GRAAN

Ati. Ku,t
Petto. Ocielia

Ver. Staten

San Lorcnzo

Dato

grod Rotte,.
Lon
d
en! dam

Rotte,- Brlltol Rotte,. Enge.
Om

dom Kanaal dam

land

412 Oct. 1918 –

50/-

– 225/-
30 515 Oct. 1918 –

50/-

– 225/-
8/13 Oct. 1917 –

30/-

– 145/-
9/14 Oct. 1916 –


f
14,- 11/6 f100,- 121/9

1

Juli 1914 lid.

7/3

11111/
4
1111
1
/
4
121-.

121-

Graan Petrograd per quartet van 496 16i. zwaar. Odeasa per Unit. Ve,.
Sloten per quarter van 480 16a. zwaar.

cc
RIJNVAART.

Week van 7 tot 14 October 1918.

1 De afgeloopen week kenmerkte zich door .een teruggang, zoowel in het sleep- als in hQt vrachtbedrijf. Van Rotterdam
naar de Ruhrhavens was weini
g
aanbod van sleepwerk; het
sleeploon bewoog zich tueschen f1. 1,20 en f1. 1,40 boven
het 50-centstarief. Bevrachtingen van Rotterdam .naar de
Ruhrhavens vonden niet plaats. Het sleeploon van de Ruhr-
havens naar den Bovenrijn verminderde van 17 p1. per
Centoer tot 12 ‘j,/13 pf., terwijl de Rijuvrachten zich bewogen
tusschen Mk. 2,50 en Mk. 2,75 per ton. De aangeboden
scheepsruimte overtrof echter de vraag.
De waterstand was steeds vallende, waardoor de schepen
weder niet ten volle konden worden benut. De algemeene
verwachting is, dat spoedig een verbetering zal intreden.

$1
C

INKLARINGEN

TË IJMUIDEN.

Landen van
herkomst

September 1918

Aantal

N.R.T.

schepen

September 1917

Aantal

N.R.”.
schepen

Binnenl. havens
7
7.761
7
2.189
Groot-Brittannië
2
973
3
1.243
Noorwegen

..


3
423
13
13.227
24
13.612
Frankrijk
1
103


Zweden ……….

Spanje


1
1.079
Vereen. Staten
1
2.371


Midden-Amerika


1
3.217

Totaal ….
24
24.435
39
21.763
Periode
1 Jan.-30 Sept.
165
91.282 434
370.4051)

Nationaliteit.

Nederlandsche

23

22.064

27

.15.790
Zweedsehe

1

2.371

10

5.267
Deensche

– –

.2.

706

Totaal….

24

24.435

30

21.763

‘) 1913, 1822 schepen met 2.083.758 N. R. T.

‘.

.

(Halverhout & Zwart’s Scheepsagentuur.)

928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 October 1918

De N.V. I

Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM.

‘s.GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

GEBROEDERS CHABOT

I
-pternationale’

ROTTERDAM

f3auk

voor

3′ waarbør5
KASSIERS
en MAKELAARS in ASSURANTIËN
tQ Grontn.u.
I

Deposito’s.

Rekening-Courant.

Franco Chèque-Rekening.

Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland.

Aan- en Ver-

koop van Fondsen.

Bewaarneming en Administratie van Effecten.

Zpanbbrieven

Ôorlogs-, Transport-. Casco-, Brand-. Diefstal- e. a. verzekeringen

van elken aard.
,

TOT
OLN

KO

VN

/ / ‘

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22

AMSTERDAM

KAPITAAL
Ez.T RESERVEN
f
5.500.0001—

DEposITo’s VOOR
1
JAAR FIXE

4 PCT.

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR

GELIJKEN TERMIJN VERLENGD
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

HOOG-

%WRVATE.

VEREENIGDE CHEMISCHE FABRIEKEN
1

Telefoon: 2053, 2072

2073

Hoofdkantoor:Haringvliet
No. 100
en
h

Telegram.Adres:
,,RODUMA”

ROTTERDAM
(,.•

KUNSTMESTSTOFEN

Fabrieken te: KRALINGSCHEVEER, ZWIJNDRECHT
en
GRONINGEN

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Het vraagstuk van de geidruimte in Nederland en de

goudpolitiek van de Nederlandsche Bank

met bijlage:

Nederlandsch-Oost-Indië eii de Gold-Exchange-Standaard

door
Mr. G. VISSERING

Prijs f 1,50

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH
&
VAN DITMAR’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Rotterdam

*

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

VAN DEN BERGHS,
LWITED

Margarine-Fabrjkanten, Rotterdam

COMMERCIAL

KONINKLIJKE

HOLLAND

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

Maandelijks verschijnend export-blad ter bevor-

dering van den Handel en de Industrie van

Nederland en Koloniën in den vreemde

Geregelde

Passagiers-

en

Vrachtdienst

met nieuwe, moderne

post-stoomschepen

Behalve een keur van artikelen, geschrven in

de Engelsche taal, van vooraanstaande mannen
TUSSCHEN

op het gebied van internationaal handeisverkeer
A M S T E R D A M
zal het blad geregeld bevatten berichten, mede-

deelingen, statistieken en al of niet geïllustreerde

beschrijvingen, uitgezocht en samengesteld met

de bedoeling om in den vreemde kennis te ver-

spreiden over Nederland en wat het vooribrengt.

EN

ZUID-AMERIKA

VIA

NEW YORK

De verspreiding geschiedt over de geheele wereld

en volgens een systeem, dat de vritcht is van

jarenlan gen nauw gezeUen arbeid.
MAATSCHAPPIJ

Commercial Holland, opgezet met de bedoeling

om zuiver Hollandsche belangen in den vreemde

voor

Sclieeps

Cii
WeFktlligbOUW

te propageeren, kan zich, wat inhoud, technische

verzorging en verspreiding betreft,

meten met

de toonaangevende buitenlandsche exportorganen.
ROT1ERDAM

Ter verkrijging van een proef-exemplaar vân het eerste

nummer, alsmede voor nadere inlichtingen,

Kruisers

Torpedobooten

Onderzeebooten

wende men zich tot

NIJGH
&
VAN DITMAR’S UITGEVERS-MIJ.

Mailstoomschepen

Vrachtstoomschepen

Baggermateriaal

ROTTERDAM:

AMSTERDAM:
WIJNHAVEN 111-113.

N.Z. VOORBURGWAL 157.

Machjne-jnstallatje8

tot 65000 P.K.

Scheeps-Zoe1lyTurbjnes

HELDRING
&
PIERSON
Machine8 en apparaten voor

Suikerfabrieken,

BAN KI ERS

‘s-Graven hage, Korte Vijverberg, hoek Doelenstraat.

KLUISINRICHTING.

Bewaarplaats voor Koffers met waardevollen inhoud en

EIGEN BRANDKASTEN.

PRACTISCH
EFFECTENBOEK

Prijs
f
1,25

Verzekering tegen alle gevaren aan bewaargeving verbonden.
Verkrijgbaar

bij

den

Boekhandel

en

hij
NIJGH&VANDITMAR’SUITG..MIJ,R’DAM

Reeders en Cargadoors

GEBR.VAN

t

Bevrachtingsagenten

Expediteurs

KOOP en VERKOOP VAN SCHEPEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

ZAANDAM

Telegram-Adres: ,,VANUDEN”

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATA VIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,

MEDAN, MENADO, PEKALONGAN. PROBOLINGGO, SEMARANG,

SINGAPORE. SOERABAYA. TEGAL TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal
/
35.000.000,—

Reserven
f
17.400.000,—

N. V. W. van Opiel’s
Stoomboot- en Tpanspoptondepnomingen

ROTTERDAM

Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Zeobevraohtillgsagellteu

Telegramadres: FIAT.

Telefoonnummers: 1958, 1977, 1997.

GEBROEDERS SCHEUER

Assuradeurs en Assurantiebezorgers
Expediteurs en Cargadoors

AMSTERDAM EN ROTTERDAM

Verzekering van Koopmansgoederen tegen

transport, molest, brand en diefstal tegen

concurreerende premiën.

FRANSCH-HOLLANDSCHE

OLIEFABRIEKEN

,,CALVE -DELFT”

TE DELFT

ARTIKELEN:

Delfische Slaolie

Arachide-olie

Sesam-olie

Soya-olie

Bakkers-olie

Plantenvet Delfia
Cocos-olie N. 0. F.

Grondnotenkoeken en -meel

Sesamkoeken en -meel

Cocosmeel

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

Wilton

sMachinefabriekenScheepswerf

ROTTERDAM

Scheepsbouw en Machinefabriek
Speciale inrichting voor reparatiën van eiken omvang

Drie droogdokken met lichtvermogen tot
14000
ton

Dwarshelling

Drijvende kranen met lichtvermogen tot
120
ton

Telefoon: 7303 en 7304

Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam

WERKSPOOR,’ AMSTERDAM

Land- en Scheeps-Machines – Dieselmotoren

Installatiën voor Suikerfabrieken – Polderbernalingen

Rollend Spoorwegmateriéel – IJzerconstructiên

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

W
.,
H. MULLER,& Co.

REEDERS EN KOOPLIEDEN

HOOFDKANTOOR: ‘s-GRAVENHAGE

HOLLAND

AMERIKA L

GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN

ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILADELPHIA,

BALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,

NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.

Voor inlichtingen wende men zich tot de

HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM

Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij – Rotterdam

Filialen: AMSTERDAM – IJMUIDEN – LEEUWARDEN – HARLINGEN

ENGELSCHE STEENKOLEN

GEREGELDE LIJNEN VICE-VERSA:

ROTTERDAM – LON DON; ROTTERDAM – HULLIGOOLE
;
ROTTERDAM – NEWCASTLE;

ROTTERDAM – LEITH

VAN RIJN &

UTRECHT – POSTBUS 40
R. S. STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDAM

EENJGE FABRIKANTEN
VAN DE UTRECHTSCHE

FIJNE TAFELMOSTERD

P. Cbs & Leemhruggell

LEIDEN

Opgericht
1
Mei
1766

Tel. lntercomm. 370

Telegr.-Adres: CLOS

Sajetten en Wollen

Garens voor Hand-

en Machinébrejen

mow

Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied

De Erven de Wed. J. van Nelle

ROTTERDAM

Tabaks- en Sigarenfabrieken

Koffiebranderij – Theehandel

V
.

16 OCTOBER’1918

3E/AARGANG No. 146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Aln{O 1616

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

BLAAUWHOEDENVEEM

VRIESSEVEEM

AMSTERDAM

ROTTERDAM

ANTWERPEN

EXPEDITEURS

MAATSCHAPPELIJK

RESERVE.

KAPITAAL:

FONDSEN:

f10.000.000,—

f 1.639.297,151

EXPEDITIE

RUBBER-

IN-
EN
UITKLARING

ETABLISSEMENT
___

ASSURANTIE

KINA

ETABLISSEMENT
___

PAKHUIS EN
SILO-GEBOUW
..ST.
JOB”.
ROTTERDAM

BEÊEDIGDE VEGERS EN METERS

BEWARING
VAN
KOOPMANSGOEDEREN
TEGEN
UITGIFTE
VAN

,,CEDULLEN
AAN
TOONDER

WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN

MODERNE KOEL- EN VRIESINRICHTINGEN TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN HANDELSWAREN.

CORRESPONDENTEN:

TE LONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM,
LTD., 1 MINCING LANE, E.C.

BIJKANTOOR TÈ LIVERPOOL.

IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTUUR”, BATAVIA, ENZ.

DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR

MAASSLUIS EN HOEK VAN
HOLLA14D

Belasten

zich met het rapporteeren

van

schepen

en

het

behandelen van scheepszakcn op den Nieuwen Waterweg
NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ

MAASSLUIS

Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen en

t
ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met

MOTORLOCOMOTIEVEN
het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.

TRANSPORTWAGENS

VOOR ALLE
DOELEINDEN

DE
SPAARNE-BANK
AANLEG VAN

1
HAARLEM
FABRIEKSSPOOR

Gestort Kapitaal èn Reserves f1.184.000,—
-,

SPOORWEGMATERIEEL
REKENING-COURANT, CR EDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIËN,

WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.

ROTTERDAM, Zuidbiaak 56

M A
D
IX
“‘vK

C

B A N K
‘s-GRAVENHAGE,
Kneuterdijk
13

KAPITAAL f 10.000.000,— VOLGESTORT

Directie: P. J. VAN
OMMEREN,
Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S.
BOSMAN JR.

Raad van
Commissarissen:
Mr. J. A. LOEFF,J. RUPPERDA WIERDSMA, A. C. MEES en Mr. A. J.
MARX

NIJGH & VAN
DITMAR’S ROER. EN HANDELSORUKRERIJ, ROTTERDAM

Auteur