Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 139

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 28 1918

28 AUGUSTUS 1918

-4

Economlsch
pw
Statistische

Beri
‘e
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER

3E
JAARGANG

WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1918

No. 139

R 0 T T E R D APIS C IIE
N.V.
Furness’ Scheepvaart-
Stooinvaart-ltlaatschappij

BAN KV
ERE EN 1 &I N G
en
Agentuur Maatschappij
NEDERLAND

Rotterdam ‘s-Gravenhage
ROTTERDAM—AMSTERDAM
A M S TE R DAM.

Boompjes

Mauritskade
Telegram-Adres: ,,FURNESS”
Telefoon Nos. ROTTERDAM
Delfshaven

Bezuidenhout
Stoomvaart-Naatschappij
Feijenoord

Kneuterdijk Glashaven

Naaidwijk

AMSTERDAM N
5866, N 1267

ROTTER.DAJVISCHE LLOYD
Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Kolen-
Schiedam

Rijswijk
Vlaardingen

Scheveningen
handelaren, Stuwadoors, Assuradetirs etc.
R0TTERLAM.

Amsterdam
Speciale afdeeling voor het bevrachten
TIJDELIJKE MIIILDIENST
Rokin

Zaandam
van scheepsladingen per stoomende en
JAVA—SAN FRANCISCO Vice versa

KAPITAAL
EN
RESERVEN
zeilende ruimte.
via

Singapore, Hongkong, Manilla, Nagasaki

/
66.000.000
9

AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN

GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:
BALTIMORE (Hou. Amer. Lijn) elke 10i4 dagen

en

VRACHTBOOTENDIENST

NATIONALE
CARDIFF (en Birmingham District) wekelijks
van
Java
naar
San Francisco
vice versa, in

5
MIODLESBROUGH
…..
eiken Zaterdag
vereeniging met de Java-China-Japan Lijn.

B
ANK VE REE Nl GIN
&
‘STOCKTON ON TEES

.

.

.

eiken Zaterdag

Hoofddirectie en Centrale

*
SUNDERLANO
eiken Zaterdag
•ALEXANDRiE
…….
eike 2/3 weken
JAVA—NEW YORK LIJN.

Administratie te Utrecht
CANADA (via Londen)

.

.

.

elke 10 dagen
AUSTRALIE (via Londen)
.

eike 14 dagen
GeregeldevrachtbootendienstvanNewYork

Alkmaar,

Alphen a. d. R.,

Amersfoort,
ZUiO-AMERIKA (via Antwerpen) elke23weken
MAROKKO (via Antwerpen)

eike 14 dagen

naar
Z
s
T
e
d
er
l
an
d
sc
/
l
I
n
dië
vice versa, via
het

Panama-Kanaal,

in

samenwerking
Apeldoorn,

Arnhem,

Assen,

Barneveld
Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den Burg
CUBA (via Liverpool).

.

.

eike 10 dagen
met andere Maatschappijen.

(Texel),

Coevorden,

Culemborg,

Delft,
Doorvrachten naar en van alle deden der wereld.

LeverIng van Engelsche Stoomkolen en

Gaskolen.
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
Drachten,

Ede,

Franeker,

Geldermalsen,
Diensten tijdens den oorlog gesaakt.
JAVA—BENGALEN LIJN.

Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo, Gronin-
Geregelde dienst van
Nederlandsc/i-Indië
naar
Rangoon
en
Calcutta
vice versa.
gen, Haarlem, Harlingen, Heerenveen, Den
Helder, Hengelo (0.), Hoogeveen, Hooge-
zand, Hulst, Katwijk, Leeuwarden, Leiden,
Lochem, Meppel, Middelburg, Nijmegen,
Do N.V. Hypothecaire Crediotbank
Oostburg,

Purmerend,

Schagen,

Schoon-
hoven,

Sliedrecht,

Sneek,

Stadskanaal,
Anna
Paulownastraat 113

Terneuzen,Tholen, Tiel, Uithoorn, Utrecht,
‘e-GRAVENHAGE
Veendam, Veenendaal, Vlissingen, VlTilder-
vank, Woerden, Ijmuiden, Zeist, Zierikzee,
verstrekt credieten onder hypothecair ver-
band.

Geeft uit 5
0/o
voor hoofdaom en
Zutfen, Zwij ndrecht.
Nationalevan
rente verzekerde schuldbrieven in coupures

KAPITAAL
EN
RESERVEN
fl000,—, f
500f— en
fl00.—.

/
7.200.000,—
Levensverzekering-Bank

De
Directie.
Mr.
C. PLOKHOOY.

De aandacht wordt gevestigd op de afgifte
van

Binnenlandsche

Credietbrieven,
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland
F.&
W.
VAN D.AN
gelden franco kunnen worden opgenomen.
OPGERICHT 1 863

Makelaars inAssurantin

ZUID-NEDERLANDSCHE
TE
Wijnhaven 63

Rotterdam

HANDELSBANK

Kapitaal
f
3.000.000,—
belasten zich met het

EINDHOVEN

TILBURG

‘s-HERTOGENBOSCH
f J ‘T’ T E R. D .A
lvi
plaatsen van
BREDA

MAASTRICHT

SITTARD

VENLO
alle Assurantiën,
HANDELSCREDIETEN

Incasseering van Wissels

In- en
onverschillig van wel-

Verkoop

van

Buitenlandsch
Papier
ken aard, geene uit-
Effecten

Coupons

DEPOSITO’S
gezonderd.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA

GOUDA

GOUDA KAARSEN

NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT

STEARINE

KAARSENPIT

OLEINE

CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE

NEDERLANDSCHE HANDEL- MAATSCHAPPIJ

GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—

STATUTAIRE RESERVE f12.760.286,-

Hoofdkalltoor:
AMSTERDAM

Agentsohappen te ROTTERDAM en ‘S-GRAYENHAGEI

Vestigingen in de voornaamste plaatsen van NEDERLANDSCH.INDIË,

in
de
STRAITS-SETTLEMENTS, in gRITSCH-INDIË
en in
CHINA.

In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

4ÖÇilIi

@J-ssoed

e

2r1%’eijn
c
,
9crnter/z
784
en cPredidvereernjinz,
78&5.

NEDERLANDS CHE BANKINSTELLING
VOOR WAARDEN BELA5T MET VRUCHTGEBRUIK EN PERIODIEKE UITKEERINGEN

Directie
:
fl..SCHWAZ en Mt’. H. R.van
MAÂSDkJK

Geplaatst Kapitaal
f
5.000.000,

Resexve5 f 815.000,-

Pandbi’ieverilapitaal putm f.23.500.000,-

4Y
EN 5% PANDBRIEVEN TEGEN DEURKOERS

R. MEES
&
ZOONEN

ANNO
1720

BANKIERS

ASSURANTIE-MAKELAARS

SCHIEDAM

ROTTERDAM

VLÂARDINGEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van alle Assurantiën

28 AUGUSTUS
1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economischp.-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANG

WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1918

No. 139

INHOUD

BIz. DE
MUNTHERVORMING
IN
CHINA ………………….
757
Ricardo en de Goudkwestie door
Dr. C. A. lTerrijn Siiiart
758
De Russische Ijzerindustrie voor den Oorlog en tijdens de
Revolutie………………………………….
758
De Economische toestand van Italië ………………..
760
De

Rijksmiddelen

…………………………….
762
AANTEEKENINGEN:
Duitsche scheepshypotheekbanken

………………
762
Duitschland’s behoefte aan oliën en vetten na den oorlog
762
Vreemd kapitaal in Argentinië

………………..
763
BOEKAANKONDIGING:
Mr. Dr. Ant. van Gijn: Het Renteprobleem in de Leer
der Financiën, bespr. door
Mr. G. W. J. Bruins..
. .
764
Mr. Dr. A. Buriks: Democratisch gemeentebeheer, bespr.
door Mr.

II.
J. Nieb
oer

……………………
765
Mr. H. .J. M. de Vries: De Gemeente tegen de Haagsche
spaarbanken…………………………….
766
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

………………….
786
REGEERINGSMAATREGELEN
OP
HANDELSCERIED

…………
767
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank

…………………………
787
Postcheque

en

Girodienst

……………………
768
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
768
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………768-775
Geldkoersen. Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD ECONOMIBCH-BTATI$TISCHE BERiCHTEN
Secretaris-Redacteur: G. E. Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p..
in Nederland f
1e,—.
Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh di van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

26 AUGUSTUS 1918.

De afgeloopen week zijn de middelen op de geld-

markt weder iets overvloediger geworden. Caligelden

waren zeer moeilijk te plaatsen. De prolongatie-

noteering liep van 3 tot 2
1
/
2
pOt. terug; de rente

voor privaat-disconto veranderde van 2/2 in 21
4

en2pCt.

Bij de op 21 Augustus 1.1. opengestelde inschrijving

op schatkistpapier werd ingeschreven:

op de 3-maandspromessen.

f
18290.000

6

,,

12200000

schatkistbiljetten –

26.539.000

toegewezen werden:

3-maandspromessen – . –

f
10.550000

lt
f
994,20 pr.
f 1000,

6-maandspromessen –

f
11.400.000

â
f
984,52 pr.
f 1000.

schatkistbiljetten …..

f
18.046.000

t
f
1006,87 pr.
f 1000,

gevende alzoo een netto-rendement van ca. 2/8, 3

en 3
1
/
8
pCt.

0 * *

De wisselkoersen zijn aan groote schommelingen

onderhevig geweest. Vooral Ponden en francs waren

zeer gevraagd. Marken en Oostenrijksche Kronen

daarentegen aangeboden.

DE MUNTHERVORMING IN CHINA.

Men schrijft ons:
Uit China komen berichten, dat voor de zooveelste

maal de kwestie van de munthervorming ter hand
wordt genomen.

De verwarring op muntgebièd is in China zoo mo-
gelijk nog grooter geworden, dan die reeds v66r den
oorlog was, doordat de Bank van China zeer groote
bedragen aan onverwisselbare biljetten heeft uitge-
geven. Dit bedrag zou reeds de 300 millioen Chinee-
sche dollars hebben overtroffen. Thans komen berich-
ten uit het Oosten, dat Japan de munthervorming
zal ter hand nemen en hët schijnt, dat zelfs reeds een
besluit is uitgevaardigd door den President van de Chineesche Republiek om een afzonderlijk Munt-
bureau op te richten, hetwelk machtiging zal verkrij-

gen tot uitgifte van op goud gebaseerde biljetten.
De gewezen Minister van Financiën in Japan,
Baron Sakatani, is eenigen tijd geleden aangezocht
geworden, om als financieel adviseur voor deze zaak
bij de Chineesche Regeering op te treden. Baron
Sakatani heeft die uitnoodiging eenigen tijd in beraad
gehouden, en is aangevangen met een reis van 3
maanden doQr China te maken, ten einde zich ook
van de toestanden in het binnenland op dé hoogte te
stellen.

Uit een interview van Japansche correspondetten
te Shanghai, op den 3den Mei 1.1. gehouden, zou kun-
nen blijken, dat Baron Sakatani zich voorstelt, dat

de Munthervorming op een goudbasis zal moeten tot
stand komen. Deze gewezen Minister meent, intus-
schen eerst de zilverkwestie onder handen te moeten
nemen, door de slechte zilveren munten uit den om-
loop te nemen en een eenvormig soort van zilveren
munt door het geheele land in omloop te brengen,
welke voorloopig op de zilverbasis zullen blijven circu-
leeren. Daarnaast zullen biljetten op goudbasis in
omloop worden gebracht. Baron Sakatani wil bepaal-
delijk aan de Bank van China, welke een jaar of 6 ge-

758

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

leden werd opgericht om als centrale Bank van China

te .fungeeren, opdragen om deze biljetten uit te
geven.

De Bank van China zou dan volgens een Gold-

exchange-system moeten werken en de goudwaarde,

hiertoe vereischt, zou verkregen worden door een lee-

ning van 80 millioen yen, welke voorloopig in Japan

zouden worden opgelegd als dekking van de biljetten
van de Bank van China.
De Bank van China zou dus op die goudwaarde

buitenlandsche wissels kunnen afgeven tegen inleve-

ring van hare eigen biljetten. Ook jou gestreefd wor-
den naar het vormen van eenS basis van goudwaarde

in andere landen, waarop eventueel ook wissels zou-
den af te geven zijn.
Het zou dan verder in de plannen liggen om op den

duur ook gouden munten in China in omloop te
brengen, zoodra een dergelijke omloop met het oog
op dd wereldomstandigheden mogelijk zou blijken.
Later zouden dus de biljetten van de Bank van China
in China zelf in goud betaalbaar gesteld kunnen

worden.
Eene moeilijkheid leveren nog op de provinciale
banken, waarvan ook vele haar eigen bankpapier in

omloop hebben gebracht, welk papier natuurlijk ook niet inwisselbaar is in metaal. Er zou dus een tijdvak
moeten worden gesteld, in hetwelk de provinciale
banken zouden moeten trachten zoo goed of zoo kwaad

mogelijk hare biljetten in te trekken. Deze provin-

ciale banken zouden dan verder gereorganiseerd wôr-
den in een soort van landbouw- en industriebanken. – Naast de Bank van China is voor eenige jaren nog
een ander instituut opgericht, hetwelk in het Engeisch

betiteld werd als: Bank of Commerce. Baron Saka-
tani stelt voor om deze laatste bank te reorganiseeren
in de richting van de welbekende Yokohama Specie
Bank.
Voor zooverre deze berichten juist zijn, vat van

hieruit
moeilijk
te controleeren is, blijken daaruit
tweé merkwaardige omstandigheden:
le. Dat Japan zijn invloed op China ook wil ver-

meerderen in de richting van het muntwezen in
China, en van het toezicht op de Chineesche geld-
circulatie;
ae. dat de Japanners zich voorstellen het groote
vraagstuk van de munthervorming in China op te
lossen, door tijdelijk naast elkander in werking te
brengen een zilveren standaard, welke reeds voor een
goed deel bestaat, en een gouden standaard, welke
dan nu ingevoerd zou moéten worden.
Naast elkander zouden dus munten en munt- of
bankbiljetten in omloop kunnen zijn, waarvan de eene
sôort op zilver- en de andere op goudbasis zoude uit-
gegeven zijn.
Merkwaardig is, dat deze voorstellen van de Japan-
ners zich geheel aansluiten bij de voorstellen, door den
Nederlandschen adviseur, Mr. G. Vissering, in 1912
en 1913 aan de Chineesche Regeering gedaan, welke voorstellen reeds destijds een algemeene instemming
en steun ondervonden in Japan, terwijl de Engel-
schen, met het oog op hunne groote zilverbelangen in
het’Oosten, steeds de voorkeur bleven geven aan een
voorloopige regeling alleen op zilverbasis.
Het is de vraag of Japan reeds thans voldoende
overwicht in China bezit om deze denkbeelden op
muntgebied, waardoor de Japansche invloed nog be-
langrijk zal toenemen, door te zetten.

RICARDO EN DE GOUDKWESTIE.

De vragen, door den heer G. M. Boissevain in .het nummer van 7 Augustus van dit weekblad tegenover
mij in debat gebracht en nader in dat van 21 dezer
door hem onder de oogen gezien, zijn belangrijk ge-
noeg, om ook mijnerijds er in een tweeden termijn
Eog even op terug te komen.
Door den heer Boissevain wordt de in zijn eerste
artikel, gelijk ik aantoonde, te lezen ontkenning, dat
terecht door mij Ricardo zou zijn aangewezen als den

geestelijken vader van het goudkernstelsel, zooals ook

niet wel anders te verwachten was, niet meer gehand.:

haafd. Uitdrukkelijk wordt thans door hem erkend,
,,dat bij ‘het gouclkernstelsel de Ricardiaansche denk-
beelden hun meest volkomen toepassing vinden.”

Ik ben daarmede, wat’ dit punt betreft, vol-

daan en merk nog slechts op, .dat het mij nimmer is

ingevallen in Ricardo een verdediger van een a-metal-
hstisch geidstelsel te zien. Geen word in wat ik

schreef geeft recht mij daanvan te verdenken. Tas-

schen een zoodanig geidstelsel en den ,,gold exchange
standard”, waarvoor, al gebruikt hij dezen term nog

niet, Ricardo nadrukkelijk ht pleit voerde, bestaan
zeer wezenlijke verschilpunten. Maar dat het laatst-

genoemde geidstelsel op het gebruik van goud voor

muntdoeleinden aanmerkelijk bezuinigt, is niet tegen

te spreken en vormt ook juist den grond, waarop het
door Ricârdo werd aanbevolen. Evenzoo 2al het wel

vaststaan, dat het a-metallistische stelsel nog verder

op goud zou bezuinigen en dat het dus het Ricar-
diaansche motief ter aanbeveling van het goudkern-

stelsel in nog sterker mate zou verwezenlijken dan het
laatstgenoemde het reeds doet. In dezen zin bestaat
er dus verwantschap welke overigens, het spreekt

wel vanzelf, geenszins behoeft te beletten, dat men
het goudkernstelsel aanvaarden, en toch van een

a-metallistjsche geidregeling een overtuigd tegenstan-

der blijven kan.
Met betrekking tot de vraag of, zooals de heer

Boissevai.n had te kennen gegeven, ,,geheel de ge-
schiedenis van het bankwézen gedurende de 19e en

het begin der 20e eeuw is die der voortdurend nieuwe

vorderingen makende toepassing” van Ricardo’s
theorie betreffende het goudkernstelsel, welke mijn

hooggeachte bestrij der bevestigend blijft beantwoor-
den, komt natuurlijk alles aan op het antwoord op deze
andere, praealabele, vraag: wat men onder het goud-kernstelsel verstaat. .1k meen, dat het een zoodanige

regeling van het geld- en bankwezen is, waarbij het
standaardmetaal – uitzonderingsgevallen daargela-

ten – iiiet in gemunten toestand in het binnen-
landsch betalingsverkeer dienst doet, doch, bij de

bank gecentraliseerd, strekt tot waarborging der vast-
heid in de wisselkoersen op het buitenland. In dezen
zin vond het eerst in de tweede helft der 19e eeuw

in enkele landen, waaronder ook het onze, toepassing,
nog niet echter in het vaderland van Ricardo, in
Duitschiand en in een aantal andere landen, waar
het, naar wel haast aller verwachting, als gevolg van

den wereldoorlog zijn intrede zal doen.
Voorts, wat aangaat het beweerd verschil in uit-
gangspunt tussehen . mijn aanvaardingsrede en mijn
jongste brochure, gelieve de heer B. mijne verzekering
te aanvaaiden, dat ik ook tijdens het bewerken mijner
rede van de mogelijkheid en de wenschelijkheid van
eene a-metaUistische geldregeling ten volle overtuigd
was. Een verder ingaan op dit, zakelijk overigens
geheel onbelangrijke, punt, schijnt mij doelloos.
En eindelijk, wanneer dd heer -B. het wil doen
voorkomen, als ware door mij beweerd, dat in de oor-
logvoerende landen het’ papiergeld zijn volle ‘waarde
zou hebben behouden, en er daar dus geen inflatie zou
bestaan, dan kan ik hem en den belangstçllenden lezer,
slechts verwijzen naar mijn beide brochures, waar zij,
op verschillende bladzijden juist het tegendeel zullen
kunnen vinden (bv. Aanvaardingsrede bl. 20, Goud-

kwestie bI. 18, 26, 45) C. A.
VERRrJN
STUART.
Utrecht, 22 Augustus 1918.

DE RUSSISCHE IJZERINDUSTRIE VOOR

DEN OORLOG EN TIJDENS DE REVOLUTIE.

In het laatst der vorige eeuw. – tusschen 1890 en
1900 – heeft zich in Rusland, vooral met behulp van
Fransch, Belgisch en Engelsch kapitaal, eene mijn-
bouw- en ijzerindustrie gevestigd, die een zoo snelle ontwikkeling’ kreeg, dat zelfs van overproductie kon
worden gesproken.

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

.

759

t.
De behoefte aan ijzer in het onbeschaafde Rusland

was niet groot. De boeren gebruikten het nog niet
voor hunne werktuigen – de ploeg was van hout, de

wagen assen eveneens, men dorschte met behulp van
zware steenen walsen: Eerst in 1908 kwam er even-
wicht in vraag’ en aanbod en sedert is er een regel-

matige vooruitgang geweest, totdat tijdens den oorlog
door het stopzetten van het spoorwegverkeer en onzin-

nige eischen der arbeiders de positie voor de ijzer-

en staalfabrieken onhoudbaar werd en de hoogovens
werden gebluscht.

In drie districten van liet vroegere Rusland vond
mcii cle ijzerindusti’ie, n.l. in den Oeral, in Polen en in

Zuid-Rusland, in de provincies .Oherson, Jekateri-

noslaw, Oharkow en het Dongehied.

i)e productie aan erts was in 1912:

( Krivoi Rog ……..
5.358.553 Ton 65,3
0/

Zuid-Rusland. Kertsch ………..
413.104 ,,

5,1
0
/0
Oeral en Siberië

1.845.863
,,

22,5
0
/0
Polen …………
293.857

,,

3,60/o
Midden-Rusland.

291.236

3,5 o/o

8.202.613 Ton

100
0/

Het belangrijkste productiegebied van het vroegere

Russische Rijk is dus het Krivoi-Rog-district, dat
65 pOt. van het gewonnen erts leverde – en wel een erts van bijzonder goede chemische samenstelling –
met 58 tot 67 pOt. ijzer, 0,1. pOt. mangaan 0,04 tot
0,08 pOt. phosphor en 2 tot 10 pOt. silica.
Tijdens de iiidustriecrisis in Rusland tüsschen
1900 en 108 werd een deel der Knivoi-Rog-prodnc-
tie uitgevoerd – aanvankelijk per spoor naar Silezië
en later ook over Nicolajeff naar West-Duitsehiand,

via Rotterdam – nadat in Nicolajeff prachtige in-richtingen voor de o’verladin.g van het erts in de
zeebooten waren gemaakt. Door het opbloeien der
industrie in Rusland en ook .door de tegeniveking
der Regeering, kwam do uitvoer van erts echter, niet

tot, groote ontwikkeling. De schattingen omtrent de
aanwezige voorraden variëeren tusschen 200 en 500
millioen tonnen, maar
01)
grond der laatste onderzoe-
kingen mag wel aangenomen worden, .dat bij een ver-
standige regeling van den mijnbouw Voor zeer gerui-
men tijd ‘grondstoffen aamvezi.g zullen zijn om nog in
eene sterk stijgende behoefte voor binnenlandsch go-
bruilc te voorzien– zonder dat het udodig is den uit-
voer naar het buitenland te verbieden.

De kostprijs der Krivoi-Rog-ertsen was ongeveer
7,75 Mrk. tot 11,60 Mr,k. per ton loco mijn.
Een tweede district, waar ijzererts gevonden wordt,
is het oostelijk gedeelte van de Krim. Men. ‘vindt ‘hier
twee soorten: n.l. een. gele fijne brauneisenstein met
weinig mangaan en een bruine met hoog mangaan-
gehalte van de volgende samenstelling:

1
geel
. . 40-42
0
/0
fe,
1-2
0/
inn,
12-14
0/
silica, 1
0/
phosphor
2
bruin.
35-37 °/o
fe,
5_7
0/
nln, 12-14
0
/0
silica, 1
0
/, phosphor

Langdurige en kostbare iroeven bewezen, dat de
verwerking dezer ertsen zonder bijvoeging van de
ijzerrijke Krivoi-Rog-ertsen fliet loonend was, – en
zelfs met deze toevoeging wordt slechts eene ‘tweede
qualiteit ijzer verkregen. Het erts in dit gebied’ vindt
men aan de oppervlakte en de kostprijs was niet meer
dan Mrk. 1,60 per ton.

Steenkoldn voor de industrie vindt men in Rus-
land: in meer dan voldoende hoeveelheid. Het Donez-
bekken in het Oosten van het Gouvernement Jekateri-
noslaw is 40.000 K.M.
2
groot, het grootsté in Europa
en kan verscheidene eeuwen lang geheel Rusland van kolen voorzien. De productie was in 1912 21.284.174
ton o.f 74 pOt. van geheel Rusland, terwijl Polen
6.461:910 ton of 22,4 pOt. produceerde.

De productie aan gietijzer was in 1912 en 1915:

1912

01

1915

0
/0
Zuid-Rusland ……..
2.839.949 67
;
7

2.700.000 74
Oeral …………..
828.648

19,7

819.672 22,5
Polen …………..
392.218

9,4


Midden-Rusland ……
,

135.791 . 3,2

128.576

3,5

4.196.606 – 100

3.648.248 100

Hoe stond het nu met het verbruik van ijzer en

staal in ‘het ‘oude Rusland?

Seder.t 1890 is dit verbruik sterk toegenomen –
voornamelijk vooi den bouw van spoor- en tramwegen

en het vervaardigen van rollend materieel. Tusscihen
1890 en 1913 werden over de 30.000 K.M. spoorlijn

aangelegd – waarmede het net meer dan verdubbeld
werd en de Minister Trepow had in 1917 nog plannen

tot den aanleg v,an 6000 K.M. p. jaar van 1917 tot
1927.

Ook in de steden is te voorzien, dat het gebruik van
ijzer enorm zal toenêmen. Van de’7.62 steden in Rus-

‘land hadden slechts 57 electrische en/of gasverlich-
– ting – slechts 42 een electrisch tramnet en slechts

– 137 een telefoondienst. . Waterleiding hadden slechts

149 steden en een behoorlijk rioolstelsel was er maar
-in 27. Zelfs Petersburg bezit dit laatste nog niet –
hoewel men ‘voor den oorlog met den aanleg wa.s be-
gonnen.

Waar de toestand in de steden aldus is, ziet het er
op het platteland natuurlijk nog heel wat erger uit.
‘De landbouw bedient zich niet van modere machines
en werktuigen en het verbruik van ijzer was daar
zeer gering. Toch is dit verhruik pei hoofd
der bevol-
king van 11 K.G. in 1880 gestegen tot 28 K.G. in
1912.

De Zuid-Russisahe ijzerindustrie was. de hoof’dhron van die vermeerdering. Zelfs in .de jaren van depressie
tussch’en 1906-1908 n.am het verbruik van stafijzer
met 77 pOt. toe – wel een bewijs, dat liet land aan
ijzer behoefte had, want juist dit stafijzer vindt

zijn weg naar’ den kleinen rverbruiker, naar den koop-
man en den. dorpssmid.

De spoorwegen gebruikten in
1911.. . . 525.500
ton
Aan stafijzer werd gebruikt ………..
902.900′
Aan, plaat- en stafijzer en draad ……
406.400
en voor de bouwbedrijven aan balk-,
T- en ‘U-ijzer en dakbedekking……
591.700

Het plaatijzer wordii hoofdzakelijk gebruikt in de
petroleumindusti-ie en gedeeltelijk voor den scheeps-
bouw.

Draad is een artikel, waaraan steeds meer behoefte
blijkt te bestaan – en geen wonder – waar dit juist
gebruikt zal worden voor het afrasteren van weiden
en landen – een tot voor weinige jaren onbekende
maatregel.

In de bouwbedrijven is de verbruikstoename van
bal.kijzer voöral na 1910-vrij aanzienlijk, doch het be-
langrijkste artikel is de dakbedekkig. Deze ‘werd
reeds sedert langen tijd in den Oeral gemaakt –
doch ook de Zuid-Russische industrie legde zich toe
op het vervaardigen van dit product – dat thans
bijna overal voor den bouw in dorpen en boerderijen
wordt gevraagd. . . .. . –

Gegoten en gesmede buizen zijn ook een product

der Russische industrie – dat in de petroleum-dis-
tricten eli ook voor de rioleering in de steden in
steeds sterker ‘mate gevraagd zal worden. Tot 1911
bedroeg de productie echter nog geen 100.000 ton.

– Intusschen is de nationale industrie nog niet in
staat geweest aan alle eischen te voldoen – en heeft
Rusland nog altijd ijzèr moeten invoeren, hetgeen
blijkt uit den biervolgenden staat:

1861-1864

. 1880

1900 – 1910

1912
Productie
225.000
ton
449.000-2.900.000 3.042.000 4.100.000
Verbruik
304.000 ,, 1.044.000 3.372.000 3.369.000 4.759.000
Den Minister Witte heeft men wel eens verweten,
dat hij de industrie in Zuid-Rusland kunstmatig in
liet leven hielp, omdat zij slechts kon bestaan, dank
zij de bestellingen van de spoorwegen en de regeéring.
Deze bewering was echter niet juist. De kritieke toe-
stand van het einde der 19e eeuw was wel het gevolg
van overproductie – omdat de.ontwikkelin.g zoo bij-
zonder snel was geweest – maar eenige tijd was
noodig om in alle lagen der bevolking het beséf te
doen doordringen, dat ouderwetsche houten en steenen
gereedschappen door ijzeren, dienden te worden ver-vangen. Ook na het bewind van Witte is de nationale

760

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

industrie sterk geprotegeerd met het doel vreemd

kapitaal naar Rusland te lokken, om haar tot de

n.00dige ontwikkeling te brengen. Tusschen 1893 en

1908 is jaarlijks gemiddeld 72 miljoen guIden vreemd
geld in de Russische ijzer- en kolenindustrie gestoken.
Of dit zal blijken eene solide belegging te zijn ge-

eest, zal de toekomst leeren – voorloopig ziet liet er
niet naar uit, dat rente en aflossing regelmatig zuilen

worden betaald.

Dc omwenteling toch van 1917 heeft .rcusaehtige

veranderingen in den oeconomisohen toestand van
Rusland gebracht.

Evenals in andere oorlogvoerende stalen, had in

1915 en 1.916

do metaalindustrie in Rusland een zeer
voorspoedigén tijd door de levering van oorlogsmate-

r.iaal en wat daarmede in verband stond. Mtr reeds

op het eind van 1916’kwamen allerhande moeilijidie-
den – voornamelijk weroorraakt door storing in aan-

en afvoer van grondstoffen en producten. Onder

Kerensky’s bewind werden de opdrachten voor knijgs-leveranties ingetrokken en de fabrieken begonnen zich

voor te bereiden voor vredesieveran.ties.

Deze plannen werden echter geheel verijdeld door
het optreden der Bolschewiki en de volkomen ontred-
dering van het sociale leven. Twee grootheden be-

heerschten het lot der ijzerindust.rie – het arbeiders-

en het kolenvraagstuk.
Een door de Regeening opgedrongen collectief

arbeidscontract regelde de verhouding tusschen werk-
gever en werknemer aldus, dat deze alles – gene niets

-mcci te zeggen had. Aan het hoofd der fabrieken
werden arbeiders geplaatst, die natuurlijk van de lei-

ding der zaken’ geene ervaring hadden. Het bedrijf

werd tot staatseigendom verklaard en de Bolschewiki-
regeering stelde minimumloonen vast van 5 Roel)el
voor losse arbeulers – unskilied labour’ – en 16
Roebel en meer voor geschoolde arbeidskrachten –
alles voor een 8-urigen werkdag. Daarentegen mocht

de prijs der fabricaten slechts verhoogd worden met

20 pOt., eene verhooging, die lang niet voldoende
was. Verder bepaalt liet collectieve contract nog, dat
hij ontslag om welke reden ook, den arbeider een
maand loon moet worden uitbetaald, dat voor over-

uren bijzonder hooge bonen moeten worden gegeven
en dat als overuren ook geteld zal worden de tijd
gedurende welken de arbeider in de Roode Garde
dienst doet. Want iedere fabriek heeft te harer verde-
diging eene uit hare arbeiders k tom de role aan te
wijzen lijfwacht.

Het ergste waren de toestanden wei in Jekateri-

noslaw, in welk district de vai het front terugkee-
rende soldaten liet eerst aankwamen. De raad van
arbeiders en soldaten dwong de fabrieken al deze
menschen in dienst te nemen, met het gevolg, dat er
soms tweemaal meer arbeiders waren dan men noodi.g
had, terwijl per man na invoering van den 8-unigen
werktijd en. afschaffing van accoord-arbeid lang niet

zooveel w’erd gepresteerd als viroeger.
Was de toestand in Jekaterinoslaw en omgeving
aldus – in de Oekraïne en het Done’z-gebied was hij
juist anders. Daar trokken de arbeider-s uit de steden
weg naar het platteland – en maakten zich met ge-
veld meester van stukken grond om daar hun voedsel
te verbouwen. Hier zien wij dus, dat de industrie,
althans gedeeltelijk, stil komt te staan ten gevolge
van gebrek aun verkkrachten.
De stijging der bonen, de daarmede gepaard gaande verminderde arbeidsprestatie, de wanorde in het trans-
portwezen en cle gehee] onvoldoende

leiding in’het
beheer door voo.r hun taak niet berekende arbeiders
deed de kostpnijzen der producten zoodanig oploopen,
dat b.v. het fabriceeren van een ton gietijzer in het
Donez-gebied 62 roebel per pud of 81.27 mark per

ton, kostte.
Weldra kwam er nog grootere stagnatie in het
bedrijf. Kolen en cokesgebrek lieten zich ‘voelen –
verkoop en aflevering der: producten was niet meer
mogelijk papiergeld was niet meer te krijgen en de

besturen varen niet meer in staat de bonen uit te
betalen.

Nadat de Duitsche en Oostcnrijksche troepen liet
land waren binnengedrongen, kwam er eenige ver-
andering. Voorraden werden verpand en Banken

gedwongen daartegen eenig baar geld aan de werken

af te staan, zoodat de arbeiders althans gedeeltelijk
konden worden betaald. Het hoofd der Oekraïnsche
republiek zag, iutusschen in, -dat liet noodzakelijk was

weder verandering in de leiding te brengen – ver-

klaarde de arheidersbesturen afgezet en herstelde de
vroegere directies in hare functies.

In de kolenmijnen hadden dezelfde toestanden e-

heerscht H- en een volkomen gebrek aan brandstof
was daarvan dan ook het gevolg.

Toen liet verkeerswezen weder eenigszills geregeld

werd, kwam de industrie voor de vraag te staan, hoe
ook zij weder aan den gang zonde komen.. Vergader
ringen van industrieelen werden belegd in Kiew en

Charkow en men besloot de algemeene instelling van
tien 8-unigen werkdag weder af te schaffen en de

bonen xvede.i te verminderen tot ongeveer
%,
zoo-.

dat zij gemiddeld 90 tot 95 kopeken per uur werden.
Voor de kolenmijnen hoopte men voor 6 ‘tot 7 Rbl.
per dag voldoende arbeiders te kunnen krijgen om de

productie zoodanig op te voeren, dat in de behoeften

‘van liet land kon .i’orden voorzien.

Door den bond van industrieelen in Kiew zijn met

goedkeuring der regeening de volgende prijzen

voonloopig vastgesteld:

.
R.

.
pOed
of bij een koers van
1,33
Mark per Rbl
Kolen

……
1,25
en
1,50

101-122 Mrk.
p. ton
Cokes

……
1,85
en
2,10
150-170
Gietijzer
. . . .
7,20
585
Stafijzer

. . . .
13,50
1097,50
Ketelpiaten
. .
14,-
1138
Dakbedekking
25,—
2032,50

Deze prijzen zullen, als de productie weder beter
wordt en de toustaniden normaal worden, natuurlijk
weder moeten worden verlaagd. ,

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN ITALIE.

De jaarverslagen der Bank van Italië plegen uit

te m1anten door hun uitvoerigheid en door hun bree-
den opzet. Niet enkel hehooren zij naast de verslagen

der Nedeniandsche Bank tot de weinige, die ons he-
halve cijfers ook een uiteenzetting geven van aard

cii strekking der belangrijkste in het verslagjaar ge-
nomen maatregelen, zij plegen bovendien telken jare
een algemeen overzicht te geven va.n den economischen
toestand in de verschillende takken vin productie in
het land, en daarbij naast feiten ook herhaaldelijk
een eigen oordeel uit te spreken. Op hetgeen wij in

liet vorig nummer van dit blad aan cle hand van het
jongste verslag over den toestand van liet Italiaan-
sche geld- en financiewezen mededeelden, willen wij

mitsdien thans enkele bijzonderleden nopens den
algenieenen economischen toestand van het land laten

volgen.

Over ‘t algemeen kan men van de Italiaansche

industrie in het afgeloopen jaar zeggen, dat zij op
zich den last heeft voelen drukken van ernstige be-
perking in den grondstofaanvoer, enorme vrachten,
die steeds hooger’ werden, naarmate de seheeps-

ruimte verminderde, zoodat op een bepaald tijdstip
een dusdanige hoogte werd bereikt, dat zij vrijwel een
prohihiti ef karakter gingen dragen, ‘voorts van de
ontoereikendheid en onzekerheid van het spoorweg-
verkeer, het gebrek aan brandstoffen, de droogte, die
in de bergstreken heerschte en een belemmering werd
voor de ontwikkeling der electrieiteitsopwekking en

ten slotte van het gebrek aan werkkraehten, hetwelk
noodzakelijk hooge bonen met zich bracht. –

De Italiaansche grootindustrie evenwel en vooral
die, welke voor militaire doeleinden werkzaam is,
heeft hare positie weten te behoudën. In bepaalde

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

761

gevallen zelfs heeft zij zich een vastere basis gescha-
pen en heeft zij zich weten uit te breiden.

De zijde-industrie, zooals men weet een zeer belang-
rijke bedrijfstak
01)
liet Italiaansche schiereiland,

heeft met veel moe:ilijkheden te kampen gehad ton

gevolge i
,
au den oorlog en den toestand van het inter-

nationaal verkeer. De invoer van zijderupsen uit den
Levant en Klein-Azië werd totaal geparalyscerd. Het-

zelfde gold voor den invoer van zijde uit China en
Japan. Aan den anderen kant is de export zeer afge-

nomen ten gevolge van cle sterke J)eperking van den

invoer in Zwitserland, alsmede de inkrimping van

den handel met de Vereenigde Staten. Deze laatste
vindt natuurlijk hare oorzaak in cle buitengewone stij-
ging der i’i’achten en assurantiepremiën. WtS zulks

cle toestand gedurende. 1917, voor liet loopende jaar
kan men al niets gunstigers voorspellen, zelfs heeft
cle vijandelijke invasie van een :dci’ aan grondstoffen

rijkste gewcsten den toestand van de zijdeteelt nog

bcuarcler gemaakt en zijn hierdoor de spi nnerijen niet

in staat haar normaal verloop te behouden.

Met de katoenindustrie is het al niet beter gesteld.

iettegenstaande deze industrie er in geslaagd is op
de wereldma:rkten een voldoenden voorraad katoen

machtig te worden, is haar toestand, door gebrek aan
en duurte van werkkrachten en brandstof, alsmede
door het moeilijke spoorwegvei’keer, verre van bevre-
digend. Daarenboven hadden veel spinnerijen niet de
beschikking over de noodige drijfkracht, zoodat zij ook
uit dezen hoofde genoodcaakt waren hare werk-
zaamheden te’ beperken. Dit was vooral het geval in
de streek, gelegen in cle nabijheid van het operatie-
gebied. De catastrophe van October heeft bovendien
de p:roductie beroofd van het werk van 300.000 spoe-

len. ochtans heeft de katoeriindustrie zich in bevre-
digende winsten mogen verheugen, dank zij liet feit,
dat cle voor liet fabrikaat gemaakte prijzen opwogon

tegen de ‘erliooi ng van den kostprijs. Onder den
druk der prijzen is cle hiru:ieiiiaodsche mai’kt voor cle
wevrijen geleidelijk irigeicro.m pen, en is cle iii tvoer
van hai’e producten ten gevolge van liet verliezen van
verschillende vreemde afzetgebiedeil en de dooi’ cle
regeering genomen maatregelen ten einde de aan-
wczige voorraden hi.rinenslands te houden, sterk ge-

claald. In hoofdzaak waren de getouwen voor militaire
doeleinden werkzaam. De katoenverver.ijen en -druk-
kerijen,. ofschoon hate bedrijvigheid onder het norrna]e
peil bleef, zijn er nochtans in geslaagd de moeilijk-
heclet:i, ‘voortspruitende uit de productie van verfstof-
fen, te bdven .te komen, dank zij haar eigen vindingen
en den invoer uit Zwitserland.

De normale gang der katoenindustrie, niet, haar
verschillende branches, die in zoo ruime mate in de
behoeften viin liet -leger voorziet, is ten nauwste ver-
bonden met de oplossing van liet probleem van het
vervoer op de spoorwegen. De in cle havens geloste
katoen toch moet zoo vlug en zoo regelmatig mogelijk
aan de fabrieken toekomen.

Wat cle ijzeriuclustrie betreft, is men in 191.7 voort-
gegaan niet liet bouwen van nieuwe hoogovens en
nieuwe electrische ovens Het ban1cvet’lag, dat iii
andere richting de uitbreiding van de Italiaarische
industrie steric toejuicht,, neemt te dezeii opzichte een
opmerkelijk gereserveerde houding aan. De vrees

aldus liet verslag die reeds vroeger meet’ dan eens
geuit werd, namelijk, dat mcii een te groote expansie
aan dezeu tak van bedrijf gaf, wordt hierdoor nog
grooter. Zij, die zoo denlcen, wijzen vooral op de
schaarschte aan brandstoffen, den toestand van liet
verlceer, clie steeds d uisterder wordt en de afwezig-
heid van goed geschoolde arbeidskrachten in de on-
middellijke omgeving der installaties.

De resultaten der machine-industrie zijn vrijwel
ge]ijlc aan die van 1916. De steeds verder doorgedre-
ven arbeidsverdeeling is ien goede gelcornen aan de
fabricatie van vele voorwerpen, welke vroeger moes-
ten worden geïmporteerd. De aanzienlijice win-

sten, voortspruitende uit den voortdurende vraag

naar oorlogsmateriaal, werden besteed voor het hou-wen van grootere fabrieken, voor het vergrooten van

fabrieken, weilcer omvang niet meer in overeenstem-

ming was met de behoefte en voor dc vernieuwing

van werktuigen met het oog op in de toekomst aan te

brengen verbeteringen. Ten einde, zich krachtiger te
organisee.ren hebben verschillende groote onderne-

mingen zich tot concerns vereenigd.

De automobielindustrie is gedurende heel liet jaar

erg bedrijvig geweest. De luchtvaartindustric heeft

groote vorderingen gemaakt, terwijl de electriciteits-

inclusti’ie zich heeft verbeterd en uitgebreid, daarbij

het oog richtend op de na den oorlog icomende tijden.
De chemische industrie hieef t zich, om reeds hier-

boven genoemde redenen, verstoken gezien van de
vrije beschikking over grondstoffen en vervoerniidde-
len ter aflevering van hare producten. De productie

is met een derde afgenomen. Dit heeft natuurlijk zijn

terügslag gehad op den landbouw. De verfstoffen-

industrie evenwel laat zich met een gunstiger oog

aanzien en gehoopt wordt, dat deze na den oorlog in
liet strijdperk der concurrentie niet zal hoeven onder
te doen.

De huidige oorlog heeft ook een spoorslag gegeven
aan de scheepsboiiwindustrie. Het verslag wraakt
de opinie, welke sommigen er op na houden op dit

punt. Zij meenen namelijic, dat alle scheepsbouwwer-
ven ter wereld op liet oogenbhik tot eene zoodanige
bedrijvigheid zijn opgevoerd, dat in weinige jaren

heel de door den oorlog verloren scheepsruimte zal
zijn herwoiinen, zoodat liet voor Italië zaak ware het
bouwen en liet aanschaffen van schepen tot een gun-
stiger’ tijdstip uit te stellen, wanneer de prijzen en
de beschikbare hoeveelheid zulks voordeeliger zullen
maken. Zij die zoo denken verliezen, volgens het ver-slag, geheel uit het oog de behoeften die alle volkeren
na den oorlog er toe zuilen drijven om alle middelen
in liet werk te stellen om cent zoo groot mogelijic deel
Li hebben aa.i:i den clisch der wereldhuishouding. Voor
italië nu is het, evenals voor elk ander land, van het
grootste belang zoo weinig mogelijk afhankelijk te
wezen van het buitenland, wat betreft zijn overzeesch
verkeer. Eene . clergelijlce afhankelijkheid toch zou

haar een machtig wapen ontnemen in “den wedstrijd
clei’ naties. Een decreet van 10 Augustus 1916, gevolg
gevende aan de uitgesproken wenschen van een aantal
reeclers en industrieelen, heeft dan ook maatregeleu.
getroffen om den aankoop van schepen te ve.i’gemak-
kelijken en de nationale proclncctie op te voeren. Men
heeft nieuwe werven gebouwd, cle capaciteit dci’ oude
verhoogd en de installaties en machineieën verbe-
terd. Het verslag merkt echter op, dat de toestand
nog niet is wat hij behoorde te zijn.

Staan alle industrieën in Italië in het licht der
tijdsomstandigheden, ook de landbouw gevoelt den terugsiag van den oorlog meer cii meer. Met de be-
schikbare werkkraciiten is de bebouwde oppervlakte
afgenomen, vooral in het Zuiden. Met name is de ver-
bouw van graan verminderd. Deze blijft 500.000 H.A.
onder het normaal gemiddelde. Daarbij komt nog, dat
de weersgesteldheid weinig gunstig was: overvloedige

tegen in den zaaitijcl, langdurige droogte in de lente
en den zomer. De productie van tarwe, mais, aardap-
pelen, groenten en suikerbieten bleef verre be:neden
het normale peil. Hetzelfde geldt voor de andere
g.raangewassen, zooals rogge, gerst, haver.

De fruitteelt laat zich daarentegen gwistigcr be-
oordeelen. De productie van wijn en olijfolie steeg bo-
ven het gewone peil. ‘Toch kan die betrekkelijk, ge-
1::inge vooruitgang niet opwegen tegen de verminderde
1 andhouwproductie.

Uit al het voorgaande blijkt, dat de economische
toestand van Italië niet schitterend is. Waar is zulks
trouwens heden ten dage wel het geval? Niettemin
blijft de pessimistisclie geest, die in heel het verslag
dci’ Banic van Italië valt waar te nemen; opmerkelijk.
F. C.

762.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

DE RIJKSMIDDELEN.

• In dit nummer treft men aan het maandelijsch

overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over
de eeiste zeven maanden van’het loopende jaar, ver-
geleken met de overeenkomstige cijfers van het vorig

jaar.

De oorlogswinst- en verdedigingsbelastingen brach-

ten tot dusver in totaal op een bedrag van

f358.977.194, ‘waarvan
f
268.496.200 op rekening

komt van eerstgenoemde heffing. Met inbegrip van
de opcenten ten behoeve van het Leeningfonds –

behalve die op den Suikeraccijns, welke geene ver-

zwaring van belastingdruk medebrachten – is der=
halve een totaal van
f
445.788.397 ontvangen uit be-
lastingheffing, welke haren grond vindt in de buiten-

gewone omstandigheden.
De overige middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
22.324.382 op tegen
f
22.136.868 in Juli
1917 en vertoonen mitsdien een stijging van
f
187.514.
Hierbij dient de invloed der nieuwe belastinghef-
fing in anmerking te worden genomen. In de eerste.
plaats werden ingevolge de wet van 28 April 1917

(Staatblad No. 316) op de Inkomstenbelasting, voor
zooveel de natuurlijke personen betreft en op de Ver-

mogensbelasting over het belastingjaar 1917/1918 tien

opcenten geheven. Uit dien hoofde werd in Juli 1918

f
388.281 ontvangen. Hierbij komt de verhooging der
Successierechten, terwijl de overige nieuwe heffingen

ook in Juli 1917 haren’ invloed reeds deden gevoelen.
In de jongste millioenennota werd uit de wijziging

der wet op de Successiebelasting een meerdre op-

brengst over het geheele jaar 1918 verwacht van rond

f
7.500.000. Voor 66n maand zou dit een stijging be-
teekenen van ongeveer
f
625.000.
In totaal zou derhalve uit nieuwe belastingheffing
ruim
f 1.000.000
kunnen worden verklaard.
Afgezien van de nieuwe belastingheffing, zou de

opbrengst der middelen dus een daling van ruim

f
800.000 hebben vertoond.

Deze achteruitgang is hoofdzakelijk toe te schrij-
ven aan de mindere opbrengst der iiersoneele belas-
ting, van den accijns op gedistilleerd en op geslacht,

van de zegelrechten en van de. rechten op den invoer.
Daartegenover staat een zeer sterke toeneming van
de opbrengst van den suikeraccijns en een stijging in
opbrengst van den
accijns
op zout en van de registra-
tierechten.
Gelijk ieeds meermalen werd opgemerkt, zal de
achteruitgang in opbrengst der accijnzen op gedistil-
leerd en geslacht en van de rechten op den invoer als gevolg van den stilstand der graanaanvoeren, van het vleeschgebrek en van de belemmering van den inter-
nationalen handel aanhôuden, zoolang de buitenge-
wone omstandigheden voortduren.
De
stijging
van de opbrengst van den suikeraccijus
hangt samen met het sterk toegenomen verbruik van suiker, suikerhoudende ofmet uikerverbruik gepaard
gaande spijzen en houdt waarschijnlijk verband met
het tekort aan brood en de vervanging van de voor
velen niet in voldoende mate verk’rijgbare boter.
Op grond van den achteruitgang in koers van het
meerendeel der ter. beurze genoteerde fondsen, op de
staking der rentebetaling, voor zooveel de Russische

effecten betreft en in het bijzonder op den hoogst on
gunstigen invloed, dien het steeds voortduren van
den ‘oorlog op scheepvaart, handel en industrie uit-

oefent, is een verdere inzinking van de opbrengst der
Rijksmiddelen waarschijnlijk te achten.
Vergelijkt men ten slotte de ontvangsten in de
eerste zeven maanden van 1918 met die in het over-

eenkomstige
tijdvak
van 1914, toen de oorlog zijil
invloed nog niet deed gevoelen, dan vindt uien, met
toepassing van de gebruikelijke correcties
1)
en met

.1)
Uitschakeling van hetgeen de Rijksinkomstenbelasting.
in
1918
meer opbracht dan de bedrijfsbelasting in
1914,
na
aftrek van de mindere ontvangst uit de gewijzigde vermo-gensbelasting, en toevoeging aan de cijfers voor
1918
van
dat deel van de opbrengst van den suikeraccijns, dat in
1914

terzi.jdestelling, voor zoover mogelijk, van den invloed

der nieuwe belastingheffing
1),
de volgende cijfers:

Tijdak Jani,iari tot en met Juli 1918: f101.065.567
1914: ,, 105.292.682

Verschil ……
.f 4.227.115

Deze
ve’r’mi’adc’ring
bçdraagt 4,01 pOt. of, per jaar

gerekend, 1,00 pOt. Deze percentages stijgen tot 7,16

en 1,79 pOt., indien de opbrengst der wisselvaljige

successierechten in beide tijdvakken buiten rekening

wordt gelaten.
Het zooeven bedoelde verschil
stijgt
dan tot

f
6.709.049.

De door deze percentages tot uitdrukking gebrachte

daling is aanmerkelijk en wijst op den toenemenden
ongunstigen invloed van de buitengeione omstandig-

lieden.

AANTEEKENINGEN.

Duitsche Scheepshypotheekban-

ic
e n.
– Het numnier van dit bld van 10 April 1918,
blz. 303 v., bevatte, gelijk de lezer zich herinneren

zal, een uitvoerig artikel over de Duitsch’e Scheeps-. hypotheekhanken. Een overzicht werd gegeven, hoe

allengs het denkbeeld, tot oprichting vhn eigen

Scheepshypotheekbankn over te gaan, vasten vorm

aannam en ten slotte
vrijwel
gelijktijdig zoowel te

Berlijn als te Hamburg en Duisburg zoodanige ban-

ken verrezen.

Uit.berichten in de Duitsche bladen
blijkt,
dat deze

banken sedertdien haar werkzadmheid begonnen zijn..

Weliswaar zijn nog ‘geen pandbrieven uitgegeven,

aangezien het kapitaal nog niet volledig geplaatst is.
Waar de kapitalisatie der banken echter, evenals bij

de gewone Duitsche hypotheekbanken, heel wat
zwaarder is dan bij hare Hollandsche zusters – het
kapitaal der drie instellingen bedraagt resp. 10, 10

en 7 millioen mark, waarop 25 pOt. te storten –

heeft het reeds uitgegeven bedrag het mogelijk ge-

maakt het bedrijf te beginnen en zijn reeds verschil-
lende credieten, hoofdzakelijk op binnenschepen, ver-

leend. Volgens de Rhein.-Westf.
Ztg.,
die hierom-

trent dezer dagen het een en ander mededeelde, laat
de concurrentie der Nederlandsche bnken zich vooral

bij den huidigen stand der wisselkoersen stek ge-
voelen. Aan een hypotheek in guldens wordt thans
door de schippers sterk de voorkeur gegeven boven
eeh hypotheek in marken.
Belangrijk is de mededeeling, dat reeds thans tus-
schen de drie bestaande banken een soort ,,Interessen-
solidaritt” overwogen wordt, ten einde tot eenvormig-

heid in de’rentevoet der pandbrieven, de voorwaarden van uitgifte etc. te geraken, terwijl ook het denkbeeld
geopperd is een gemeenschappelijk ‘verzekeringsinsti-
tuut in het leven te roepen, waarbij de drie banken

tot meerdere zekerheid der pandbriefhouders het aan
de verleende scheepshypotheken • verbonden risico
zouden kunnen verzekeren. Een en ander geeft wel

den indruk, dat de banken de taak, aan hare scheeps-
pandbrieven een plaats op de Duitsche beleggings-
markt te geven, niet licht achten.

Duitschiand’s b e h o e f t e aa.’n, oliën
e ?s v e t t e n n a d e n o o r
1 og.
– De quaestie hoe

na den oorlog het best voorzien zal kunnen worden
in de behoefte aan oliën en vetten, trekt in Duitsch-
land nog steeds veel aandacht en dat is ook zeker niet

te verwonderen. De vooruitzichten toch zijn, indien
de geallieerde landen inderdaad er in slagen den aan-
voer van grondstoffen voor de olie- en vet-industrie
van overzee naar Duitschland af te snijden, verre van

gunstig.

aan de algemeene middelen, doch in
1918
aan het Leening-
fonds
1914
ten goede kwam.
t)
(Uit de nieuwe zegel- en registratiewetten, de wetten betreffende den bieraccijns, het statistiekrecht en het recht
van successie werd voor
1918
een meerdere bate van
f
17.150.000,—
verwacht).

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

763

Het ,,Zeitschrift für angewandte Chemie” wijdt nog

eene beschouwing aaft de vraag in hoever de aanvoer

van oliën en vetten uit het buitenland en niet name

uif de koloniën naar Duitschiand na den oorlog ge-

waarborgd kan worden. Het lijkt ons niet van be-

lang ontbloot hieraan een en ander te ontieenen.

De gemiddelde jaarlijksche aanvoer van reuzel en der-
gelijke dierlijke vetten in Duitschland bedroeg over de
jaren 1911 tot 1913 ca. 170.000.000 Mk.,
terwijl
aan

boter werd ingevoerd voor ongeveer 125.000.000 M1.

Daarvan leverden de Vereenigde Staten 1.20.000 ton

reuzel en andere dierlijke vetten ter waarde van

ca. 125.000.000 M.k.,
terwijl
30.000 ton boter uit Rus-

land ter waarde van 65.000.000 Mk. en20.000 ton

ter waarde van 50.000.000 Mk. uit Nederland en

Denemarken kwam. Voor veevoeder werd in totaal,

na aftrek van den uitvoer, voor 80.000.000 Mk. aan
koeken van oliezaden ingevoerd, waarvan 265.000 ton

(waarde 35.000.000 Mk.) uit Rusland en 215.000 ton

(waarde 33.000.000 Mk.) uit de Vereenigde Staten.

Daarbij komt nog een invoçr-saldo ter waarde van
totaal 460.000.000 Mk. voor de volgende oliehoudende

zaden:

tons

waarde

lijnzaad ……….
400.000 110.000.000 Mk.
palmpitten ………
250.000 100.000.000

katoenzaad ……
200.000

32.000.000
copra …………
175.000 100.000.000

koolzaad……….
130.000

35.000.000
sojaboonen

115.000

20.000.000

sesamzaad ……..
105.000

40.000.000

aardnoten ……..
80.000

20.000.000

Lijnzaad werd voornamelijk uit Argentinië, daar-

naast ook uit Bitsch-Indië en Rusland betrokken.
Paimpitten uit Britsch-West-Afrika; katoenzaad uit
Egypte; copra uit Nederlandsch-. en Britsch-Indië en

Ceylon, raapzaad uit Britsch-Indië en ook uit
Roemenië; sojaboonen en sesamzaad uit China en
Britsch-Indië en aardnoten uit Britsch-Indië en
Fraisch- en Britsch-West-Afrika. Tenslotte moet nog
gerekend worden met een invoersaldo ter waarde van 25.000.000 Mk. voor verschillende plantaardige oliën
als katoen-zaadolie, ricinus-olie, sojaboonen-olie, enz.
Wat de toekomst na den oorlog betreft, meent men

vrijwel zeker te kunnen rekenen op den invoer van
boter uit’Rusland, Holland en Denemarken, benevens
op dien van koeken en lijnzaad uit Rusland en raap-

zaad uit Roemenië. l)e import van lijnzaad uit. de
Oostelijke streken zal nog wel belangrijk vermeerderd

kunnen worden gelijk de levering van raapzaad uit Roemenië. Daarbij komt een.e bevordering van de
teelt van oliehoudende zaden in het eigen land.
Andere posten van invoer geven tot meer bedenkin-
gen aanleiding, met name geldt dit den aanvoer, die

vroeger plaats vond uit de Vereenigde Staten en uit
de Britsche koloniën. Zelfs indien de Oostelijke na-
buurstaten belangrijk meer oliezaden, enz. kunnen
leveren en ook de eigen productie nog sterk toeneemt,
moet toch altijd nog gerekend worden met de nood-
zakelijkheid van een aanvoer van overzee van plant-aardige oliën, vetten en oliehoudende zaden, enz. ter
waarde van circa 500 millioen mark.

Eén van de hoofddoeleinden der toekomstige Duit-
sche koloniale politiek zal moeten zijn, dat Duitsch-
land zich op het gebied van de vooriening in de
behoefte aan koloniale oliën en vetten zoo onafhan-
kelijk mogelijk maakt. Daartoe zal noodig zijn een
nauwe en veilige verbinding met een krachtig inge-
richte Afrikaansche koloniale huishouding, die het
moederland in zoodanige mate kan voorzien van olie-
houdende zaden, oliën en vetten, dat met gelijktijdige
vermeerdeiing van de eigen productie van . Duitsch-
land en van den aanvoer uit de Oostelijke nabuur-
staten, het land onafhankelijk vordt van levering uit
Amerika en Britsch-Azië en ook nog een rol van be-teekenis kan spelen op de markt der koloniale vetten
en oliën. In hoeverre deze wenschen voor verwezen-
lijking vatbaar zijn, zal de toekomst moeten leeren.

Ten slottëmogen hier nog eenige cijfers omtrent

den aanvoer van koloniale producten op het gebied

van oliën en vetten naar Duitschland vermeld wor-

den. De invoer in Duitschland in 1913 bedroeg:

aan paimpitten:

voor eene waarde van uit Britsch-West-Afrika

….
91.000.000 M.
Tokio

………………
6.000.000
Fransch-West-Afrika
4.000.000
Kameroen …………..
1.600.000 Liberia

…………….
900.000
Portugeesch-West-Afrika
800.000

Aan katoen za.ad
leverde Egypte
35.000.000 ])uitsch-Oost-Afrika slechts
22.000′

Aan copra leverden:
Britsch-West-Afrika

……..

309.000
Britsch-Oost-Afrika
104.000
I)uitsch-Oost-Afrika

……..
117.000

Daarentegen
Nederlandsch-Indië ……….
49.000.000
Britsch-Indië

…………..
34.000.000
Ceylon

………………..
18.000.000
Duitseh-Nieuw-Quinea
4.500.000
Samon

…………………
2.100.000

De aanvoer van sojaboonen en dergelijke boonen
bedroeg uit:
Britsch-West-Afrika ……..
57.000 Mk.
Kameroen ………………
.

93.000

daarentegen leverde China
18.000.000
Aan sesamzaad leverden:
Britsch-West-Afrjka

……..
625.000
Portugeesch-Oost-Afrika

.
280.000
Britsch-Oost-Afrika
282.000
Duitsch-Oost-Afrika

……..
205.000

daarentegen China ……….
30.000.000
en

Britsch-Indië …………
.12.000.000

Aardnoten werden ontvangen
uit:
Fransch-West-Afrika ………
8.000.000
Britsch-West-Afrjka ……..
7.500.000
Portugeesch-West-Afrika ..
1.200.000
Duitsch-Oost-Afrika

……..
1.100.000
Portugeesch-Oost-Afrika

….
200.000

In totaal werd aan oliehoudende, zaden, enz.
‘betrokken uit: Britseli-West-Afrika en ……. 100.000.000 Mk.
Egypte

………………..
30.000.000
Frausch-West-Afrika ……..
12.000.000
Togo

…………………..
6.000.000
Portugeesch-West-Afrika ..
2.000.000
Kameroen………………
2.000.000
Duitsch-Oost-Afrjka

…….
1.500.000
Britsch-Oost-Afrika

……..
1.000.000
Liberia

………………..
900.000
Belgische Congo …………
100.000

Uit deze cijfers blijkt voldoende,
dat er nog heel wat
verandering moet komen, wil men zich op.dit gebied

onafhankelijk maken van den aanvoer van Britsche
koloniën en bezittingen.

Vreemd kapitaal in Argentinië.
Het Board
of Trade Journal geeft aan de hand van een Argen-
tijnsch statisticus een schatting van het thans. in
Argentinië belegd vreemd kapitaal; in pesos (vredes-
pariteit =1= f.2,40).

staats- en andere openbare leeningen

657.303.460
spoorwegen …………………..
1.344.326.465
banken ……………………….
51.891.022
haveninrichtingen ………………
22.163.909
tramwegen …………………..
109.496.149
koelhuizen ……………………
40.916.439
gas-, .electriciteits- en watervoorziening
78.373.018
landeigendommaatschappijen
…….79.681.618
hypotheken ……………………
500.015.962
verzekering……………………
3.886.464
industrieele ondernemingen ……….

507.760.000
telefoon- en radio-telegraaf mijen ..
.

21.340.000
handelsondernemingen …………..
465.169.244

Totaal….
3.882.323.750

De verdeeling van het kapitaal over de verschillende
landen is volgens den samensteller der statistiek om
verschillende redenen moeilijk te geven. De Britsche
beleggingen meent hij intusschen ook thans nog

764

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28
Augustus
1918

tussehen de 2 en 2’12 milliard pesos te moeten stellen,

belangrijk meer dus dan de helft van al het in Argen-
tinië aanwezige vreemde kapitaal.

R e c t i f i e a t i e. – In den tekst bij de Nederland-

sche Handelsstatistiek in het vorig nummer leze mcii:

,,Maandstatistiek van den In- en Uitvoer en van het

Entrepôtverkeer.” Op pag. 746 is in de tabel ,,Totaal

der drie Groepen” voor den invoer van Noorwegen

voor 1917 iesp. 1918 vermeld 1.991 en 37.535; men

leze hiervoor 25.050 en 14.476.

BOEKAANKONDIGING.

Mr. Dr. ilnL van Gun. Het Rente-

Probleem in de Leer der Fiiwnciën.
Inaugu icele rede. ‘s-Gravenh age, Marti-

nus Nijhoff, 1918, 45 blz.

liet ten vorige jare gereorganiseerd Leidsch Uni.

versiteitsfonds heeft als eerste daad zijner nieuwe

weikzaamheid aan de Lei.dsche universiteit een bui-

tengewondn leerstoel gevestigd in de leer der finan-
ciëri. Een daad, die in alle opzichten toe te juichen

valt. Immers, verdient cle studie van al wat op het
overheidsfinancic- en bel astiugwezen betrekking

heeft, reeds op zich zelf ten volle de belangstelling,
die haar ook in vroeger tijd steeds van de zijde der

Nederlandsche staathuishoudkundigen is ten deel ge-

vallen, de invloed, dien cle oorlog op de financiën
van den Nederlandschen staat, gelijk
01)
die van cle
overige stateii, heeft uitgeoefend, maakt, dat thans

deze vraagstukken ook in de practische bestuurspoli-
hek meer dan ooit op den voorgrond staan en naar
alle waarseliijn]ijkJieid voor langen tijd zullen blij-ven. Een opzettelijke piincipiëele behandeling dezer
vraagstukken als onderdeel der juridische en staats-
wetenschappelijke opleiding aan onze Nederlandsehe

universiteiten is dan ook thans meer dan ooit op
haar plaats.
De oud-minister van financiën, Mr. i)i. Ant. van
Gijn, door den Raad van Beheer van het Fonds voor
dezeia n ieuwen leerstoel uitverkoren, heeft op 19 Juni
j.l. zijn hoogleeraaisambt aanvaard met liet uitspre-
ken van de aan hoofde dezes vermelde rede. Het.

nauwe verband dat bestaat tusschen het inzicht, dat
men heeft in de voornaamste pnincipieële leerstukken
der economie, en het standpunt tegenover de. proble-
men op het gebied van het financiewezen, heeft den
nieuw’en hoogleeraar bij de keuze van het onderwerp
zijner rede geleid.
Bij de prineipiëele bespreking van het rentevraag-
stuk, welke dienoveieenkomstig liet eerste deel zijner
rede uitmaakt, stelt Mr. van Gijn tegenover elkandei
de oude pioductiviteitstheonie, die hij niet ten on-
rechte keuschetst als de ook thans nog dooi hen, die van het vraagstuk geen principiëele studie maakten,
incest aangehangene en Böhm-Bawerk’s agiotheonie.
Mt
veel van wat de
schrijver
in zijn korte uiteen-
zetting van dit veel omstreden vraagstuk opmerkt,
zal de lezer het eens zijn. De productiviteitsthcorie
is, ook in haar minder simplistische, zuiverder ge-
daante, op zijn minst genomen eenzijdig, gelijk ook de
zuivere onthoudingstheorie het van haar kant is.
Zooals de vraag naar kapitaal beheerscht wordt door
de economische functie, die dit in het productie-
proces verricht, zoo wordt het aanbod bepaald door
de geestelijke affecten, die allen, die hun inkomen
voor een kleiner of grooter deel niet in oogenblikke-
lijke verbruiksgoederen behoeven om te zetten, bij
hun keuze beheerschen. Böhm-Bawerk moge, gelijk
Marshall opmerkt, niet de eerste zijn geweest, die
er op gewezen heeft, dat, gelijk alle vraagstukken van

economische prijsvorming, ook liet rentevraagstuk
deze beide zijden heeft en zelfs moge dit door anderen
met meer nadruk zijn gedaan dan door hem, de groote
wraarde van zijn wetenschappelijken arbeid zoowel
wegens cleszelfs dialectische qualiteiten als wegens eer,

groot dccl van zijn positieve beschouwingen, vermin-

cicrt hierdoor iiict. liet ken hier niet dc plaats zijn

op deze laatste uitvoerig in te gaan, gelijk trouwens
ook Mr. van Gijn in zijn rede slechts enkele van de

controverscn, waartoe Böhm-Bawcrk’s theorie aan-

leiding gegeven heeft, behandelt. Ook zij die Böhm’s
bcschouw’ingen ter motiveering van het rentever-

schijnsel op grond van dc functie van het kapitaal in

liet proclueticproces – met name zijn uiteenzetting
van de grootere opbrengst bij grooteren omweg –

minder geslaagd achten dan zijn beroep op de men-

schelijke eigenschap het toekomstige genot steeds

onder zekere perspectivische verkleining te zien, zul-

len erkennen, dat diens standaardwerk een belang-
rijke stap vooruit beteekent naar een beter begrip
van het renteversehijnsel. Slechts zij nog aangetee-

kend, dat Mr. van Giju met Fisher m.i. terecht verzet
aantcekent tegen liet beperkte kapitaaibegrip door
Böhm-Bawerk gebezigd.

Uit zijne pnineipicele beschouwingen trekt de. heer
van Gijn thans verschillende conscciuenties voor

de leer der financiën: Met de oude procluctivi-

teitstheorie brengt hij, in dc eerste plaats de in
onze staatsfinanciën gehuidigde leer in verband, dat
sleehis geleend mag worden voor ,,productieve” uit-
gaven, dat zijn uitgaven, die in de komende jaren
gelcielijlre inkomsten afwerpen minstens gelijk aan

cle rente van de daarvoor aan te ganc leeningen.

.Picrson, die dit standpunt in dcii breecic verdedigd

liee:ft, maakt dan in dit verband tevens een onder-
scheiding tusschcn leeningen op korten termijn, uit-

sluitend streickend voor aanvulling van tijdelijke
kastekorten en duurzame leeningen, welke met pro-
ductievc uitgaven verband houden.

Tegen deze beschouwingen teekent Mv. van Gijn

in zijn rede in dubbel opzicht protest aan. Wat het
laatste punt betreft, de duurzame leeningen, acht hij
Picrson’s standpunt veel te ruim. De duur cener

leening mag don levensduur van het object niet over-

treffen; zoo spoedig cle diensten ophouden, moet de
uit dezen hoofde aangega.ne leening gedeigd zijn. Men
zon, cle betroickcn paragraaf in Hoofdstuic IV van dc

IVe afdeeling van Pierson’s geschrift nalezende,
naar aanleiding van deze beschouwing wellicht kun-
nen opmerken, dat Pierson bij zijn bespreking van

duurzame leeningen in het bijzonder liet oog heeft

gehad op wenken, die ook inderdaad van blijvend nut
zijn, terwijl overigens blijkt, dat Pierson wel degelijk
oog had voor de wenschelijkheid en noodzakelijkheid.
van aflossing – een feit is, dat het door Mr. van Gijn

op den voorgrond geschoven beginsel, dat aflossing en
waardevermindering van liet icapi taalsgoecl met elk

an-
der behooren samen te vallen, door Pierson niet als
zoodanig gesteld wordt.
1)

Veel te eng acht Mr. van Gun Pierson’s standpunt

‘) Het is jammer dat Mr. van Gijn zijn betoog hier eindigt.
Juist van hem, die zich zooveel moeite gegeven heeft
nu,
Ce in
de overheidsbedrijven
Cr
in de staathuishouding betere
beginselen van financie1e verantwoording in te voeren,
zon men hier het betoog hebben verwacht dat ook de eisch:
gelijke aflossing van de gesloten leeningen met de waarde-
daling van het kapitaaisgoed, ten slotte hij beter regeling
der financiëele verantwoording plaats behoort te maken
voor deze andere: gelijke toevoeging bij of afschrijving van
de kapitaaisrekening naar mate van waardestijging of
waardedaling der kapitaalsgoederen. Naarmate dit beginsel ook
in de overheidshuishouding scherper wordt doorgevoerd
en dus bereikt wordt, dat, gelijk in het goed beheerde par-
ticuliere bedrijf, de exploitatierekening van ieder jaar oolc
inderdaad naar comnierciëel beginsel alle lasten van dat jaar
draagt, treedt de eisch, dat naast de afschrijving op dc
kapitaalsrekening ook de aflossing op de gesloteft leeningen
gelijken tred houdt met de waardedaling der kapitaalsgoe-
deren, op den achtergrond en wordt
ook
voor de overheid
de geldleening tenslotte een zuivere kasoperatie, waarbij de
voorwaarden, waaronder het geld geleend w’ordt, in de eerste
plaats door den stand van de geldmarkt worden beheerscht.
Het door Mr. van Giju bestreden woord van Pierson: er
wordt geleend om
de schatkist te vullen, wordt dan, zij het
in anderemi zin, geheel juist.

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

765

echter, waar hij slechts geleend wil
zien
voor zaken,
die geldelijke vruchten afweri5en. Voor een fort,
een school mag geleend worden zoo goed als voor
een rentedragend object; voor een gebouw, dat de
staat zelf gebruiken wil, zoo goed als voor een, dat
hij verliu
11
rt. Ook tegen Mr. Treub, die, op het iii
September 1916 te Amsterdam gehouden congres op

gemeentelijk financieel gebied, aan de groote gemeen-
ten cle politiek om voor sehoolbouw niet te leenen

aanbeval en zich hierbij op het standpunt van Pier-
soii’s onderscheiding tussehen geldelijk productieve

en improductieve uitgaven stelde, kiest de heer van
Gijn partij. Het niet leenen voor scholen, waardoor in

de toekomst te genieten diensten geheel door het
heden worden betaald, komt neer op kapitaalvorming.

Wil men deze, dan doe men het in een voor eikeen
duidelijken vorm, gelijk het indertijd te Rotterdam
gestichte parkfonds.

Mij, wat deze beschouwingen betreft, grootendeels

aan de zijde van den heer van Gijn stellend, zou ik

toch de opmerking willen maken, dat de vraag of de
kosten voor schoo.Ibouw al clan niet uit leeniiiggeid

mogen worden betaald, een quaestie, die trouwens
reeds lang voor het Congres van 1916 hangende was,
toch ook nog andere kanten heeft. De geregelde jaar-

lijksche aanbouw van scholen, waarover het liiei
gaat, is een verschijnsel, dat inhaerent is aan het

feit, dat de betrokken steden zich zoo snel uitbreid-
de:n. Het moge zijn, dat dientengevolge het nage-
slacht over het geheel over een beter complex school-
gebouwen de beschikking zal hebben dan in steden,
We in de laatste tientallen jaren niet zoo snel ge-
groei.d zijn, het tegenwoordig geslacht zal billijk han-

delen, indien het niet de volle lasten van dien ge-
dwongen heteren toestand, die behalve voor scholen
ook geldt voor straten, verkeersverhindingen ete., op
het nageslacht laat drukken, te meer niet,- waar juist

het groeitijdperk, waarin dc stad verkeert, in versehil-
lend opzicht – men denke aan cle waardevermeerde-
ring van dei.g rond in de binnenstad en meer derge-
lijke verschijnsel en – cle bel astingd raagkracht ii aa r
verhouding grooter doet zijn dart in mogelijke latere stationaire tijdperken. Ook dan blijft Mr. van G-ijn’s
opmerking echter misschien juist, dat men beter doet
len Rotterdamschen weg van foudsvormiug op to
gaan.

Een tweede voorbeeld, hoe de nawerking der pro-
ductiviteitstheorie op het gebied van de leer der fi-
nanciën op dwaalwegen leidt, acht Mr. van Gijn ge-
legen in cle onjuiste opvatting van het inkomens-
begrip in onze inkomstenbelasting. Ook hier wordt
slechts het in geld genol;en inkomen als zoodanig ge-
rekend. Wie als particulier – voor een bedrijf is het
anders
– f 4.000
inkomen heeft uit een vermogen
van
f 100.000
en daarnaast een antiquiteitenverzame-
ling van gelijke waarde benevens een jaarlijks in

waarde stijgen.d doch geen inkomsten afwerpend
bouwterrein eveneens van een ton, wordt aangeslagen
naar een inkomen van
f 4000.
Aan den anderen kant,
wiens inkomen, b.v. uit staatsschu.ld, gelijk blijft,
terwijl zijn vermogen door koerssehommeling met

50 pCt. en meer kan zijn gestegen of gedaald, wordt
door de inkomstenbelasting – anders dan door de

thans tot een secundaire functie teruggebrachte ver-
mogensbelasting – steeds gelijk belast.
,,Is er eenige logica in – aldus de schrijver – om
wie
f 10.000
overgelegd en aan schilderijen besteed
heeft, waarvan hij het dagelijksch genot heeft, – dat
hem als hij gezonde hersenen heeft, minstens
f 400
per jaar waard moet zijn – dat genot niet als inko-
men toe te rekenen, terwijl men iemand wèl belast,
als hij die
f 10.000
in effecten belegt, en van de rente jaarlijks een reis maakt om in musea van de schilder-kunst te genieten? Is het niet volkomen onlogisch om
hem, die paarden, rijtuigen, auto’s en jachten, bezit,
het genot, dat zij hem geven, voorzoover dit als rente
is te beschouwen, iiet als inkomen toe te rekenen,
maar wel te heffen ovei inkomen uit effecten getrok-

ken, dat besteed wordt om liet genot van al dergelijke
zaken te
hurenV”

Al erkent Mr. van Gijn de groote moeilijkheid om particulieren op ‘gelijken voet te behandelen als b-

drijven, bij welke men een commercieel juiste boek-
houding mag verwaèhten en eischen, het thans in de
rtkomstenbelastirig aanvaard i nkomensbegrip kan hij

slechts vi llekeuri g achten en gegrond op verouderde

staathuishoudkundige denkbeelden. Herziening vai t
dit begrip acht hij wenschelijk, terwijl hij voorts

ernstig waarschuwt tegen het te eenzijdig op den

voorgrond brengen der inkomstenbelasting. Ook hier

raakt de heer van Gijn in zijn practische conclusies
een belangrijk vraagstuk, waarover veel verschil van

meening mogelijk is. Zij, die geneigd zijn om, daarge-
laten het beginsel, de practische doorvoering van het
door Mr. van Gijn geweuscht inkomensbegrip aan

bezwaren onderhevig te achten, zullen te eerder met
zijn tweede gedachte kunnen medegaan en ook in de
toekomst de correctie, die thans de personeele en tot

zekere hoogte ook de ve:rmogensbeiasting op de inkom-
stenbelasting vorrpen, niet willen missen.
Tot zoover de inhoud van Mr. van Gijn’s belang-
wekkende rede. Moet men nu – deze vraag nog tot
besluit – inderdaad de verschillende door den hoog-
leeraar besproken gezichispnnten uit de leer der
financiën toeschrijven aan doorwerking van de theo-
retische verklaring van het rentevraagstuk, die men
met den naam produetiviteitstheorie pleegt te bestem-
pelen? Wat alle besproken gezichtspunten gemecit – hebben, is dat uitsluitend gelet wordt op liet direct
geldelijke, hetzij als opbrengst van een uit leening te
bestrijden kapitaaisgoed, hetzij als te belasten inko-
men. Is dit uitsluitend letten op het dii.’ect geldelijke echter een speciaal kenmerk der productiviteitstheo-
rie? Reeds uit de rede van Mr. van Gijn zelf blijkt, dat
zulks niet behoef t. Hij zelf erkent, blz. 18, dat, wat
ook voor Smith en voor Pierson moge gelden, nage-noeg alle latere schrijvers het productiebegrip gaan-deweg zeer hebben uitgebreid en aflengs onder pro-
cluetie zijn gaan verstaan alle arbeid, die leidt tot
behoeftebevrediging, welke behoeften niet tot de mate-
rieele beperkt behoeven te blijven. Moet dit, wat op
zichzelf volkomen juist is, clan ook niet gelden voor de productiviteitstheorie? En kan daartegenover niet
op Böhm’s beperkt kapitaalbegrip gewezen worden,
als een begr:ip, dat mede veeleer de strekking Ican heb-
• ben juist in Böhm’s gedachtengang het geldeljk
,elemen.t naar voren te brengen? Vragen, die intus-
schen niet verhinderen, dat ongetwijfeld in de min
of meer vnge op de basis der prod ucti viteitsgedachte
-staande voorstellingen, die in ruimeren kring nopens
het rentevraagstuk de algemeene plegen te zijn, het
zuiver geldeljk element stellig een hoofdrol speelt.
– B.

Mr. Dr. A. Burilds. Dendocratisch
gemeentebeheer. Een verhandeling over comnnssion government in. Amerikaan-
sche steden.
‘s-Gravenhage, Martinus
Nijhoff, 1918. 363 blz.

Men denke zich een van onze gemeenten zonder
gemeenteraad, zonder burgemeester, zondei- wethou-
ders. Alle wetgevende en uitvoerende macht in de gemeente berust hij een commissie van vijf leden,
cI:ie door de kiezers worden gekozen. De ambtenaren
worden door de commissie benoemd en ontslagen en
werken onder hare verantwoordelijkheid. Elk corn-. n)issielid staat aan het hoofd van een der gemeente-
lijke departementen, hetzij krachtens verk:iezing tot
hoofd van een bepaald departement, hetzij ingevolge onderlinge verdeeling der functies.

Ziehier de. nieuwe gemeentelijke bestuu rsinrich-
ting, in de Vereenigde Staten v66r eenige jaren ont-
staan en sindsdien in een steeds toenemend aantal
steden aanvaard.

De heer Buriks, die in zijn proefschrift dit stelsel
uitvoerig beschrijft, spreekt van ,,demoerati sch ge-

meentebeheer”. De’ uitdrukking schijnt op het eerste

gezicht vreemd. Het terrein der volkskeuze toch is,
in vergelijking met vroeger, sterk ingekrompen. De
Amerikaansche kiezers waren gewoon, niet alleen

een gemeenteraad met tal van leden’ aan te wijzen,

maar ook een menigte van ambtenaren. En door wet-telijke regeling was gezorgd voor een ‘verdeeling van bevoegdheid’ tusschen de bestuursorganen, waardoor

men hoopte machtsmisbruik te voorkomen. Thans
hebben de kiezers niet anders te doen dan vijf com-

missieleden te kiezen, in wier handen alle macht is

geconcentreerd.
Toch zijn er sterke gronden aan te voeren voor de

meening, die de heer Buriks met gezaghebbende
Amerikaansche schrijvers deelt, dat juist het nieuwe

stelsel mag worden genoemd een stelsel van demo-
cratisch gemeentebeheer. De kiezers wijzen slechts
enkele, met volle macht bekleede, vertegenwoordigers
aan. Maar aan die volle macht beantwoordt een volle

verantwoordelijkheid. Er is opruiming gehouden
onder . de verschillende bestuursorganen, die naast

elkaar en soms tegen elkaar in werkten en wier ver-
scheidenheid het bijna ondoenlijk maakte, na te gaan,

waar de schuld lag, als de zaken niet goed gingen.
Bij het nieuwe stelsel is een krachtig bestuur moge-
lijk en de werking van de eenvoudige bestuursinrich-

ting ligt open voor de publieke beoordeeling.
Dictatoriale macht heeft de commissie trouwens

niet. Het kiezerscorps, dat haar heeft aangewezen,

kan, ‘als het noodig is, te allen
tijde
zelf de teugels

in handen nemen en zich als de hoogste macht ter
plaatse doen gelden. Drie middelen staan hiervoor
open: referendum (tot onderwerpen van ‘een besluit

der commissie aan volksstemming), initiatief (plaat-

selijke wetgeving op voorstel van een reglementair
bepaald aantal kiezers) en recall (tusschentijdsche
vervanging van een commissielid bij stemming, door

een petitie van een bepaald aantal kiezers uitgelokt).

Er zijn zekere beperkingen, om te zorgen, dat dit
volksingrijpen niet te lichtvaardig geschiedt; maar

voor ernstige gevallen staat de mogelijkheid van de

.
aanwending dezer drie, middelen open, en men mag
aannemen, dat die mogelijkheid in sterke mate pre-

ventief werkt.
De heer Buriks heeft, naar mij voorkomt, een zeer

verdienstelijk werk gedaan door het Nederlandsch
publiek met deze nieuwe ontwikkeling in de gemeen-
teljke bestuursinrichting in kennis te brengen. Zijn
overzicht (niet alleen van de feiten, maar ook van
de Amerikaansche litteratuur over het onderwerp) is
uitvoerig, maar levendig geschreven en zeer leesbaar.

Vooraf gaat een historische uiteenzetting van de
oude stelsels, die trouwens noodig is, wil men goed
het ontstaan begrijpen van wat een Amerikaansch
schrijver noemt een revolutie in het gemeentelijk
bestuur. Duidelijk blijkt, dat het de vele en groote
misbruiken van het oude regime zijn geweest, die de
publieke opinie hebben ontvankelijk gemaakt voor

een zoo grondige verahdering.

Hier te lande is van misbruiken van zulk een om-
vang als die in de Vereenigde Staten voorkwamen
en gedeeltelijk nog voorkomen, geen sprake. Toch
ben ik het met den schrijver eens, dat het voorbeeld
van Amerika ook voor ons van nut kan zijn. Bij de
tegenwoordige sterke uitbreiding der gemeentelijke
bemoeiingen is inderdaad de oude bestuursinrich-
ting een belemmering voor het bereiken van de
,efficiency”, die thans meer dan ooit noodig is. Hier-‘
mede is natuurlijk niet gezegd, dat wij den nieuwen
,A,merikaanschen bestuursvorm zonder meer moeten
overnemen. Trouwens, de ontwikkeling op dit gebied
is in de Vereenigde Staten nog in vollen gang. Het
allernieuwste is thans niet meer ,,commission govern-
ment”, zooals de ,heer Buriks het beschrijft, maar
,,the commission manager plan”, waarbij de commis-
sie alleen beslist over de groote lijnen van de gemeen-
tepolitiek, terwijl het eigenlijke bestuur wordt ge-
voerd door een ,,manager”, een ambtenaar, die door

de commissie wordt benoemd; een bestuursvorm dus,

die veel overeenkomst vertoont met dien van naam-

boze vennootschappen. Het zal zeker van groot be-

lang
zijn,
ook voor ons land, het verdere verloop van
deze ontwikkeling nauwkeurig gade te slaan.

Dat sommige deelen van het commissie-stelsel hier

te lande niet zouden kunnen worden ingevoerd
zönder wijziging van de Grondwet, wordt door den

schrijver m.i. overtuigend aangetoond. Dit geldt met
name van het referendum en het initiatief. En, naar

mij voorkomt, zou ook het ,,recall”, zoo niet onmoge-

lijk, dan toch uiterst moeilijk zijn te regelen, nu de Grondwet voor de gemeenteraadsverkiezingen het

stelsel van evenredige vertegenwoordiging’ voor-
schrijft. H. J.
NIEBOER.
22-8-‘iS.

Mr. H. J. M. de Vries: De Gemeente

tegen de Haagsche Spaarbanken.’
‘s-Gra-
venhage, Gebr. Belinfante, 1918, 3 blz.

Het op 12 Juli j.1. doorB. en W. van ‘s-Graven-hage aan den Raad gedaan voorstel tot oprichting
eener gemeentelijke spaarbank heeft den Voorzitter

van het Bestuur der Haagsche Nutsspaarbank aan-

leiding gegeven de vraag onder de oogen te zien of
met het oog op de reeds bestaande spaarinstellingen
te ‘s-G’ravenhage de oprichting eener gemeentelijke
spaarbank wenschelijk is. De schrijver bespreekt in

de eerste plaats de statistische cijfers waarop B. en W.

zich in hun voorstel beroepen en waaruit blijkt, dat
onder de Nederlandsche steden Den Haag, Amster-

dam en Rotterdam zoowel wat betreft het tegoed per

hoofd als het aantal inleggers per 100 inwoners vrij-
wel onderaan staan. Schr. ontkent, dat hieruit tot een
tekort aan activiteit van de
zijde
der bestaande spaar-banken geconcludeerd kan worden, doch ziet er eVen
bewijs in, dat in de groote steden andere wijzen van
belegging van spaargelden meer het publiek berei-
ken dan in de kleinere plaatsen. De. mogelijkheid, dat

een gemeentelijke spaarbank binnen afzienbaren tijd

winsten voor de gemeentekas zou afwerpen ontkent
de schrijver, gelijk hij tevens waarschuwt tegen het voornemen een wisselenden rentevoet in te voeren.
Ten, slotte wordt de verhouding besproken van de
voorgestelde gemeentelijke spaarbank tegenover de
bestaande Nutsspaarbank, die eind 1916 wijzen kon
op een totalen inleg van ruim 5,7 millioen, tegen 14,5
millioen bij de Haagche en Scheveningsche kantoren
der Rijkspostspaarbank.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Tijdschrift voor Economische Geogra-

p h ie. – ‘s-Gravenhage, 15 Augustus 1918.
Dr. J. A. Nederbragt,
China. Een Economisch-

geographisch overzicht;
Prof.
Dr. H. Blin.k,
Ar-

beidersbeweging in Europa en in het bijzonder in

Nederland. Wandelarbeiders; X.,
Het Engelsche bosch

in vroeger eeuwen en de tegenwoordige houtvoor-
ziening van Engeland; X., Houtproductie en uitvoer

van houtproducten uit Roemenië; C.
v. d. V.,
Een

nieuw Donau-Rijnkanaalontwerp. Het Boven-Donau

en Beneden-Bodenmeer Scheepvaartkanaal;

Die Bank. – Berlijn, Juli 1918.

A. Lansburgh,
Ein wiihrungspolitisches Dueli;
L.

Eschwege,
Angestellten-Spekulatiôn;
A. L.,
Der

gross-industrielle ,,Sturmangriff auf die Banken” in

Italien.

Id. – Berlijn, Augustus 1918.

A. Lansburgh,
Die Geldumsatzsteuer;
L. Eschwege,

Cellulon;
Dr. Dalberg und A. L.,
Warum bargeld-

loser Zahlungs’verkehr?

De Jndische Gids. – Amsterdam, 1Augustus

.1918.
A. Bryan.,
Over de wenschelijkheid van oprichting
in Ned.-Indië van een centraal bureau voor, aan-

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

767

sehaffing van alle artikelen, benoodigd voor het Gou-

vernement van Ned-Indië en zoo noodig voor ge-

westen. en gemeenten;
Ir. J. G. Numans, De Naden. –
Indische technische E[oogeschool;
J. M. Plante
Fébure,
Groot-industrie in tropisch Amerika;
B. M.
V.
Dries,
Iets over de sterfte op de schepen der 0.
T. 0.;
A.
Doyer,
Verborgen stroomingen.

REGEERINGSMAATREGELEN OP

HANDELSGEBIED.

Voedselvoorziening.

Van Regeerings-
wege zijn Opnieuw mededeelingen gedaan inzake de

voedselvoorziening in de eerstkomende maanden. Ver
hooging van het broodrantsoen is onmogelijk. De vet-

positie blijft ongunstig. Spoedig zal begonnen wor-
den met de beschikbaarstellin van goedkoop rund-
vleesch, terwijl ook in kôelhuizen vleesch gereser-
veerd zal worden voor den winter. Aan verhooging

van het aardappehantsoen tot 5 K.G. per hoofd per
week kan niet worden gedacht.

De Minister heeft de Regeeringscommissanissen,
belast met de Rijksgraanverzameling, uitgenoodigd in

de plaatselijke landbouw-commissies vertegenwoordi-
gers der moderne en confessioneele arbeidersorgani-
sati.es op te nemen. Bovendien zal in elke provincie

een provinciaal comité ingesteld worden, bestaande
uit een drie- of viertal vertegenwoordigers van ge-
noemde organisaties.
Vervoerverboden. Voor eene geheele reeks
artikelen zijn, onder intrekking van vorige besehik-
kingen, verboden tot vervoer, enz., afgekondigd; over
liet algemeen golden deze verbodsbepalingen thans
reeds, zij het in eenigszins andere redactie. Verboden
is het vervoer en de aflevering van: rood lclaverzaad;
oliën en vetten; hip.inenzaad; hennen en hanen;
stijfsel; caseïne; formaline; haring, kleiner dan 13

c.M. en spiening, kleiner dan 10 cJl. verseh of 9 eM.. gerookt; tamme konijnen; bokken en geiten; witte en
gele vaseline; levende varkens; geslachte varkens of
gedeelten daarvan; huiden eri vellen en looistoffen en vlas, gebraakt en/of gezwingeld en vlasafvaflen. Voorts gelden de nieuwe verboden den verkoop, de
aflevering en het vervoer van kaas en het vervoer

van aardappelmeel en van ongeseliild eikenhout.
Vervoer van hout, zand en grint.
Overwegende, dat liet met het oog op de behoefte aan
seheepsruimte voor het vervoer van de meest nood-
zakelijke levensbehoeften noodig is het vervoer te wa- –
ter van andere artikelen te beperken, heeft de Minis-
ter van Landbouw, behoudens uitzonderingen, verbo-
den het vervoer van hout en het vervoer en de afle-
vering van zand, gnmndzand en grind.

V e r v o e r v e r b o d e n en pakketpost.
De Minister van Landbouw heeft den burgemeesters
opgedragen aan de directeuren van postkantoren,
resp. aan de brievengaarders in hun gemeente, regel-
matig en telkenmale zoo spoedig mogelijk mededeeling
te doen van de afkondiging vn vervoerverboden; be-
doelde personen krijgen hiervan tot dusver officieel
geen kennis en zoo kan het voorkomen, dat niettegen-
staande het vervoerverbod nog artikelen voor vervoer
door middel van de pakketpost worden aangenomen.

De Minister vestigt er bovendien de aandacht op,
dat besehikkingen, door hem ingevoige de Distributie-
wet 1916 gegeven door haar plaatsing in de Ned.
Staatscourant onmiddellijk in werking treden en
niet eerst, wanneer een afdruk der beschikking in de
gemeente is ontvangen.
Premie voor de teelt van tarwe
of rogge op dit najaar te seheu-
r e n g r a s 1 a n d. in verband met de late aanne-
ming van de Seheurwet en de vele werkzaamheden,
noodig alvorens de te scheuren pereeelen over het
geheele land zijn aangewezen, kan niet verwacht wor-
den, dat zulks beëindigd zal zijn véér de zaaitijd van
rogge en tarwe is aangebroken. In het belang van de

volksvoeding is het echter noodig, dat ook reeds dit

najaar broodgraan wordt uitgezaaid op gescheurd
grasland. Daartoe is nu een regeling getroffen, waar-

bij den gebruikers van grasland, die tot de teelt van
tarwe of rogge op dit gescheurde land overgaan, een
extra premie zal worden toegekend van éénhondend
gulden per H.A. boven de gewone schadevergoeding,
welke hun zal worden verstrekt tengevolge van het

opleggen van den seheurplicht.

Tarwe, rogge, boekweit, enz. Behoudens

bijzondere toestemming van den Minister van Land-
bouw, enz. of dien van Oorlog is het met ingang van
22 Aug. verboden tanwe, spelt, nogge, peulvruehten

en boekweit te verwerken tot of hetzij gemengd of
ongerneugd, te bezigen als voedermiddel voor dieren.
Het verbod geldt niet voor paarden-, wier-, schapen-

en Waalshboonen.
Voorts zijn verboden alle handelingen, die er toe leiden, dat de te veld staande rogge, tarwe en gerst
voor een ander doel wordt gebruikt dan voor men-
seheljk voedsel, en met name het maaien van .groene

rogge, tarwe en gerst en liet gebruiken van deze als
veevoeder.

Regeeringsbioem, regeerings-

meel en g r o f roggebrood. Verboden
is het vervoer en de aflevering van tarwebloem, ter-

wemeel, roggebloem en grof roggebrood.

Ongedorschte granen, zaden en
p e u 1 v r u e h t e n. Verboden is, behoudens uitzon-

deringen, het vervoer van ongedorsehte granen, zaden
en peulvruehten.
Zij,
die deze gewassen in onge-
dorschten toestand onder zich hebben en houders of
exploitanten van dorschmachines zijn verplicht tel-
kens onmiddellijk na het dorsehen aan den burgemees-
ter hunner woonplaats opgave te doen van de ge-
dorschte hoeveelheden, uitgedrukt in kilogrammen.
i)e gedorsehte hoeveelheden moeten, voor zoover zij
niet aan belanghebbenden gelaten worden, ingeleverd
worden als door den Regeeningseommissaris voor de
R.ijksgraanverzameling verlangd.

H. a 1f s v 1 e e s e h. Nieuwe maximumprijzen zijn
vastgesteld voor vette kalveren, levend gewicht en
een maximumkleinhandelspnijs van
f
2 per K.G.
kalfsvleesch uitgebeend en van
f
0,10 per K.G. voor
kalfsbeenderen. Verboden is de verkoop van kalfs-
vleesch in de beenen.

T a b a k. Ook voor dit artikel is eene nieuwe re-
geling vastgesteld,, waarbij behoudens uitzonderingen
verboden is de aflevering en liet vervoer van ruwe
tabak.

A z ii n. Een nieuwe distributieregeling is vastge-
steld voor azijn, waarbij tevens maximiimpnijzen zijn
bepaald.

Geneesmiddelen. Verboden is de aflevering
en het vervoer van de in art. 2 der distributierege-
ling van geneesmiddelen genoemde geneesmiddelen en vcrbandstoffen. In cle distnibutieregeling zelve is
ook nog eene wijziging aangebracht.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAAR BANR.

JUNI
1918
1917
1916

f

7.890.455f
8.152.127f
7.293.653
Terugbetalingen

..
,,

6.443.576,,
5.864.075
,,

5.428.779
Tegoed der inleggers
,,
224.613.164
,, 210.294.296
192.148.097
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes

op
ultimo ………

30.586.000
,,

27.405.850
,,

25.993.200

Inlagen

…………

op ultimo ………..
Spaarbankboekjes:

gegeven
10.515 10.413
9.673
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel af-
betaald
5.859 6.382
5.943
Aantal

uitstaande

op ultimo
1.786.581
1.744.8041
1.709.435

768

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

Juni

11

Aantal

Bedrag

Juli

Aantal
I

Bedrag

Aantal

rekeuig-
houders op u°
10.165


10.530

Aantal rekeningen
10.564


10.936


36.360

17.797.631
48.133

16.941.887

Overschrijvingen

..
22.0.40

24.063.190
23.044

26.270.846

op

u0
…………
Stortingen ………

26.116

14.044.936
32.110

17.291.400
Afschrijvingen

……
Totaal tegoed reke-
ninghouders op
u0.

20.262.561

19.648.964

OVERZICHT
DER RIJKSMIDDELEN.

(In Guldens).

Juli
1918

Sedert
1 Januari
1918

Overeen.
komstige
periode 1917

Directe belastingen.
1.905.079 11.401.442 11.218.465

Personeele belasting
.
2.164.106 5.768.750
7.122.427

Inkomstenbelasting
5.320.874 37.770.509
34.010985

Vermogensbelasting
132.889
2.572.663 1.462.886

Accijnzen.
3.593.857
23.338.679
16.410.832
9.767
858.038 799.376
1.556.461
11.991.671 16.426 092
354.677
1.748.92
1.334.074 124.990
669.649
8)1025.749

Geslacht

………..-
618.746
6.328.416
5.929.141

Grondbelasting

……..

indirecte belastingen.
Zegelrechten

……..
‘1.006.365
2)

7.789.080
7.264.237

Registratierechten ..
2.302.61.0
15.083.735
7.918.047

Suiker

…………….
Wijn ………………

Hypotheekrechteit
..
.
– –
649.926

Gedistilleerd

……….

2.006.145
14.04 8.643
13.124.980

731.926
4.530.326
6.782.025

Zout ………………


.

-.
1.378

Bier

………………

Gouden en zilveren werken

..

67.419
441.709
383.596

Essaailoon
67
477
409

Siiccessiereehten ……..

Invoerrechten
…………

Belasting …………..

Statistiekrecht
85.452
60.5.232
1.097.018

Formaatzegel ………..

90.799
1.072.670 1.035.239
84.000
404.824
412.070
Domeinen

……………

153.110
211.056
157.370
Staatsloterij

…………
Jacht en visscherij
..
……
Loodsgelden

……….

15.043
109.261
253.091

22.324.382
146.745.172 135.719.413
Totaal …… …..

..

OPOENTEN VOOR HET LEENINGEONDS 1914.

j Ii
1918

Sedert
1 Januari
1918

Overeen-
komstige
periodel9ll

Directe belastingen.
Grondbelasting
381.966
2.284.591
2.248.684

Personeele belasting
.
325.508
1.025.669
1.708.940

Inkomstenbelasting
2.188.967
14.444.852 11.582.842

Vermogensbelasting
46.113 959.493
485.219

Accijnzen.
718.771
4.667.736 3.282.166

Wijn ………………
1.953
171.608 159.875

Gedist. (binn.-en buiti.)
155.646 1.199.167
1.642.609

Suiker

…………….

Indirecte belastingen.
Zegefrecht van buiti. elf.

9.640
340.127
532.244
Registratierechten

144
3.262
594.946
T1EIypotleekrechten

. . .
– –
64.836

3.828.7091
25.096.505
22.302.361
T taal ..

BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.

full 1918

Sedert
l JanuarI 1918

Oorlogswinstbelastiug

12.227.581

100.57 8.231
Verdecligingsbelasting I’

113.905

2.298.365
Verdedigingsbelasting Ib ..

1.266.163

13.973.340

Verdedigingsbelastitlg II ……3.157.038

20.657.572

16.764.687

137.507.508

1)
Hieronder begrepen
f
105.593 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
‘) idem
t’
1.156.737.
8)
Hieronder begrepen de opbrengst van den nccijns op azijn.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

24 Aug. 1918

20 Jul( 1914

(Disc.Wissels.
Ned.
4’I sedert 1 Juli ’15
3’I2sedert23 Mrt. ’14
Bel.Binn.Eff.
41/

,,

1

,,

’15
4

23

,,

’14
BankVrschjnRC
5
1
/2

,,

19Aug.’14
’14
5

,,

23
Bank vai Engeland
5

,,

7 Apr.’17
3

,,

29 Jan. ’14 Duitsche Rijksbank
5

,,

23Dec.’14
4

5Febr.’14
Bank van Frankrijk
5

,,

21 Aug.’14
3
1
12

,,

29 Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14
Nat. Bank v.Denem.
5

,,

9

,,

’15
5

,,

6Febr.’14
Zweedsehe Rijksbk.
7

,,

201%lrt.’18
4
1
/

,,

6

,,

’14
Baukv. Noorwegen
6

.

,,

14Dec.’17
4’12

,,

11

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
!2

,,

31

,,

’14
3V2

,,

19

’14

Bank van Spanje..
4

,,

22Mit.’17
4
1
!2


Bank van Italië..
5

,,

10 Jan.’18
5

,,

9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
34



Javasche Bank….
3
1
I,

.,,

1Aug.’09
31/2

,,

1 Aug.’09

OPEN
MARKT.

Data
Amslerdani Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cdl.
Port. P,olon.
disconto
gatie
disconto disconto
disc.
nancy

24

A ig. ’18
2_l/4
1)
2/2
1)
318182
4_5/

5°/4-69
19L24 A. ’18
2-12
21/-3
3I7/3

5/4-6
12-17 A. ’18
2V2 2 l/4_3/4
3
‘/s
4/o

5
1
/,-6
5-10 A. ’18
2
8
i-2
1
2’/4-‘i2
3181,2
4_
8
/

5-6

13-18 A. ’17
2
2 -’14
425/


4-‘/8



2
3
/4-3V2
14-18 A. ’16
1-‘/t
1’/4
5i8
4-‘It
2
l/d_t/l

20-24Jul.’1.4
3
1
/t-/io
2’/4
1
/4
2
l/4_8/4

2’/-‘/2
2/4
1/4-2
I/

1)
Noteering van
23
Augustus.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Op de wisselmarkt hebben de koersen deze week zeer
sterk gefluctueerd. Van uit Zwitserland bleef nog flinke vraag bestaan. véor £ en frausche ft-aucs. De £-koers in
Zwitserland, die 01) 7 Aug. nog ± 18.60 noteerde, was op
24 Aug. 2 1.30 en op 26 Aug. weder 20.30. Dergelijke groote schommelingen hadden natuurlijk haar invloed op de koersen
hier. Ponden stegen tot 9.40 en Pai

ijs tot 35.60, $ 196.50.
Zwitserland 47.25-44.50-46.20.
Marken en Oostenrijksche Kronen flauwer 32.25-30.00,
18.80-17.50.
Skandinavië bleef gevraagd, het meest Kristiania 61.15-
61.70 geld; Kopenhagen 60.80-61.15; Stockholm 69-69.07’/2,
Spanje 49’/248/4.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Londen
Parijs
0)
Berlijn
0)
Weenen
St. Pc.
ter,.
burg’)

Ne,o York
1)

19 Aug: 1918..
9.22 34.40
32.22,
1

18.75

1.93V
20

1918.:
9.2 1
34.30
32.-
18.55

1.93
21

,,

1918..
9.22e
34.30 31.45
18.05

1.93’/8
22

1918..
9.26f
34.60
31.60
18.10

1.94/8
23

1918..
9.2%
34.80 31.50
18.05

1.95V4
24

,,

1918..





1.96V4
Laagste d. w.
)
9.20 34.20 30.70 17.60

1.92V2
Hoogste
,,

,, ‘)
9.38
35.15
32.25
18.80

1.96/4
17 Aug. 1918.. 922
1

3450
2

32 22/
°

1880
2


1931/
4

10

1918..
9.10e 33.65

8

32.17
1

18.72

1.90/8
rvtuntpariteit..
12.10
1
g
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48/4

°) Noceering te Ameterjom. 1) Particuliere opgave. t) Noteering van 16 Aug.
2)
Noteering von
9
Aug.

28
Augustus
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Data
Siock-
hdm°)
Kopen-
hagen
8
)
Cl,ris-
tiania’)
Zwitser-
land’)
Spanje
1)
Balavia ‘)
telegrajiscl,

19 Aug. 1918
69.05 60.80 61.15 47.35
49.50
99-100
20

1018
69.02k
60.80
61.35
46.60
49.-.
9
9I

100
21

,,

1918
68.75 60.70 61.20
46.15
48.75
99-100
1
1

22

,,

1918
68.85
60.75 61.10
46.10
48.75
99-100
23

1918
68.95 60.90 61.30 45.45
48.75
99
3
1-.100)
24

,,

1.918
– –
61.40

48.75
99
;

r
-100
1
1

L’ste d. w.’)
68.60 60.50 60.80
44.40
48.-
99
IT’st,e

,,

,,

‘)
69.20
61.-
61.40 47.60

1001
17 Aug. 1918
68.852 60.652 60.90
48.-
2

4975
09-100
10

,,

1918
68.652 60.25
3

60.30
48.67

3

99-100
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
INoteering te Mmsterdam.

rorticullere opgave.
2)
Noteering van 16Aug.
8)
Noteering van 9 Aug.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zicht Zicht
Zicht
a
0
Londen
Parij.,


.

Berlijn.
Amsterd.
(In
$
(in fro.
(in cents
(in cent.,
per
£)
P.
P. 4 Rn.)
per gld.)

24 Augustus 1918
4.76.55
5.61
oom.
St Laagste d. week
‘4.76.50
5.61
nom.
51
4.76.55
5.67
oom.
51
8
/
17 Augustus 1918
4.76.60
5.65V9
norn.
50/
Hoogste,…….

10

,,

1918
4.77.05
5.68
noot. 52’/4
Muntpariteit ….
4.86.67
5.18V4
95V4
40/,

KOERSEN VAN DE
VOLGENDE
PLAATSEN OP LONDEN

P!aatsen en
I.anden Notecring,.
ecnhden
1 Aug.
19)8
12Aug.
19)8

Tijdperk
13Aug.-20 Aug.

Laagste
1
Hoo gote

20Aug.
1918

Alexandrië..
Piast. p. £
97/,8
97/i
97/1
97/i
97/,t
B.

Aires . . . .
tI.p.gd
.pes.
SO°/s
50/8
501/8
51
0
/16
50/o
Calcutta
..
. .
sh/d.p.rup.
116
1
/19
1/6
1
/
22

1/6
1/6
1
/to
1
1
6
‘/82
Hongkong ..
id.

p. $
3/4
315
315
1
/8
3/51/4 3/51/4
Lissabon….
d.p.escudo
30
30’/
29
1
/2
31
30
Madrid

….
Peset.
p..

17.85 18.50
18.20
19.30
19.26
Montevideo..
cl.p.peso
62
1
/4
62
61’/
62/8
62/
Montreal..
..
$ per £
4.84′!2
4.85′!2
4.85’/8 4.86’/8
4.85/8
Petrograd

..
R. p. £ 10
oom.
noot,
noot. noot. noot.
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
12
1
/s
12/16
12’/12
12°/it
12lh/
Rome

……
‘Lirea p. £
40.06
36.10 35.874 36.37
35.91
Shanghai

..
shdLp.tael
4/9
1
!4
4/1.0
4/10
4110
4/10
Singapore

.

id.

p. $
214
2/3′
5
/2
2/3
24
/25
2/4
2/3I5/,
Valparaiso

‘)
d.p.pap.p.
16/a
16
25
/82
16′!,
16°/g2
16′!1
Yokohama . .
sh/d.
noot, oom.
2/2/8
2/3V2
2/3V1
8
‘)
INoteenngen op
‘tIJ
dagen.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen Ven goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING VAN ZIlVER.

Noteeri.ng te Londen.
te New York

24 Aug.
1918 ……..
49’/
101
1
/
17
1018……..
48 ‘
°
/,o 99
2
/8
10

,,
1918 ……..
43l
8
/
99/8
3

,,
1918 ……..
48′)
99
2
/8
27 Juli
1918 ……..
48
18
/10
2
)
99
5
18

25 Aug.
1917 ……..
44
7
/s
88
1
1
26 Aug.
1916 ……..
31’/2
66’/8
20 Juli
1914 ……..
24 I5/

‘) Noteering
van
2
Aug

2) Noteering van 26 Juli

N.U.M.

Veekstaat der Nederla odsehe tJitvoermaatsaliap’pij.
Voorneantate posten in duizenden guldens.

Buiten!.
Debet
5
pCi.
Credit
Data
Bnnklers
Schat- Diverse
Schuld-
Diverse
kl3tbi/j.
reken.
i)
brieven
reken.
i)

22 Aug. 1918..
1.075
43.100
60.300 14.313 82.263
15

1918..
1.002
43.100
60.300
14.308
82.145
8

,,

1918..
14.451
19.100 53.100
14.294
67.526
31 Juli

1918..
14.618
19.100
53.100
14.243 67.348
25

,,

1918..
13.744
19.1-00
53.100
14.246
67.688
1) Beide rekeningen omvatten, behalve garantiewiasels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. schatkistbiljetten, in hoofdzaak garantiewissels
in dep6t bij de Ned. Bank.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verko4e Balans op 24 Augustus 1918.

Activa.

Binnenl. Wis- [ H.-bk.

f
59.684.245,15
sels, Prom.,j B.-bk.

113.482,63
ens, in disc.! Ag.sch.

12.406.444,40

Papier o. h. Buitenl. in
disconto

……………….. ……

Idem eigen portef..
f

8.366.044,-


Af: Verkocht maar voor
debk.nognieta.fgel.

Beicenin
gen
I’H.-Lk.
8.366.044,-

mcl. vrsch.

f
55.811.403,13
1
/
B.-bk.

5.252.570,30
in

rek.-crt.1
Ag.sch.

, 39.596.157,22
op onderp.

f100.660.190,65
1
/

Op Effecten

……
f
98.895.290,65’/
Op Goederen en Spec. ,,

1.764.900,-
100.660.190,65
‘/
Voorschotten a. h. Rijk …………….
13.6 [6.310,21

Munt en Muntniateriaal
Munt, Goud ……
f
81.489.675,-
Muntmat., Goud ..

,,625.934.145,27

f707.423.820,27
Munt, Zilver, enz. .

7.952.795,15
Muntmat. Zilver ..

Effecten
71.5.376.615,42

Bel.v.h.Res.fonds..

f

5.048.969,32
id. van ‘/

v. h. kai’,if,,.,.5.007 9,01

15
,,

8.956.230,50
Geb. en Ifeub. der Bank …………….
..1.770.000,-
1)iverse

rekeningen

………………,,

100.325.535,67

f 1.021.2 75 .098,63
‘1,

Faisiva.
Kapitaal

……………………..
f

20.000.000,-
lieservefonds

………………….
..5.079.402,56
Bankbiljetten

in omloop …………
in

omloop ……….
..819.101,36
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f


Van

anderen ……,, 69.064.016,94’/
69.064.016,94
1
/
Diverse rekeningen ……………….
..4.190.332,77

fl.021.275.098,63 /

Beschikbaar

metaalsildo …………..
f

516.194.488,30
Op de basis van
2/5
metaaldekhing ……
317.793.415,64
bij
nder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ….
2.580.972.440,-

Verschillen met tien vorigen weekstand:
Meer
Minder
Disconto’s

…………….
7.756.499,60
Buitenlandsche wissels
321.940,-
Beleeningen
1.126.568,82
Goud

………………..
1.334.901,76
Zilver

………………..
91.583,65
Bankbiljetten
254.535,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
9.954.782,03’/2

Voornaamste posten
in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Bank.
6l1jetIn
Andere
opeIschbare
schulden

24

Aug.
1918
..

.
707.424 7.953
922.122
69.883
17
1918
706.089
7.861
922.377 60.996
10

,,
1918
706.419
7.867
919.104 56.560
3

,,
1918
..
713.251 7.860
927.020
53.851
27

Juli
1918
.,
715.123
7.793
909.750
78.846
20
1918
..
715.258 7.729
910.655
77.111
13
1918
….
717.388
7.741
920.180
65.569
6

,,
1918
717.518
7.600
926.054
60.354
29 Juni
1918
.
717.559
7.692
927.335 50.546
22
1918
717.645
7.638
902.474
69.158
15
1918
..

.


717.787
7.821
911.227 61.847
8
1918
..
720.151
7.784
917.260
59.436
1

,,
1918
720.266
7.797
927.614 61.880

25 Aug.
1917
….
656.911
7.375
766.667 70.081
26 Aug.
1916
….
585.813
8.231
657.109
140.467

25 Juli
1914
..

.

.
162.114
8.228 310.437 6.198

L

770

ECONOMISCH-STA1ISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

D a
0

Disconto’s

2dec-
Beschik.
.

baar
Dek.
bingo.
Hiervan

i
otaci
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen-
promessen
.
saldo lage
rechisIrceks

24 Aug.1918
72.204
55.000
100.660 516.194
72 17

,,

1918
64.448
41.000
101.787
516.473
.

73 10

,,

1918
61.395
43.000
101.508
518.330
73
3

1918
51.430
32.000
110.082
524.086
74
27 Juli 1918
52.139
32.000
112.300
524.319
73
20

1918
44.854 23.000
114.844
524.526
73
13

1918 34.101
11.000
115.627
527.036
74 6

,,

1918
41.994
17.000
119.042 526.981
74
29Juni 1918
43.817
18.000
122.089 528.725
74
22

1918
43.960
18.000
119.558 530.001
75
15

,,

1918
45195
18.000
118.496
530.028
75
8

,,

1918
46.876
18.000
122.133
531.834
75
1

,,

1918
48.296
18.000 133.252 529.395
74

25Aug. 1917
31.951
21.000
74.621
495.884
79
26 Aug. 1916
75.887
59.500
64.757
433.626
74

25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686
43.5211)

54

t
) Op de
basis van
2/
metaaldekking,

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:

1

24Aug. 1918

17Aug. 1918

Aan schatkistpromessen.. f
178.450.000,-
f 170.670.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 55.000.000,-

47.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..

60.649.000,- ,, 60.649.000,-
s

Aan zilverbons ………,, 58.770.604,-

57.561.649,-

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data onenomeii.

Data
Goud
Zilver
Bank.
biljetten
Andere
opeischb.
I

schulden

17 Aug. 1918 ……
*5*
5*5
258.500

>
*5*
*5*
260.800

15 Juni

1918 ……
102.310 13.939 189.748

167.541
1

….

97.028
16.734
183.850

1

70.5121

10

,,

1918……….

94.080 17.389
182.691

1

68.763
11

Mei

1918
……..

18 Aug.

1917 …….
83.277
17.879 175.430

46.046′

4

,,

1918 ……..

19 Aug. 1916 ……
70.069
..
24.377
145.373 1

60.171

25

Juli

1914..

……
..22.057
31.907 110.172

12.634

Data
Dis.
conios

Wissels,
buiten
N..lnd.
betaalbaar

Belee.
nlnge.n

1
Diverse
reke
1
ningen
t)

Beschik-
baar
metaal-
saldo

bingo.
percen-.
lage

17Aug. 1918
128.300 65.100
10

,,

1918
128.800 64.700

15 Juni1918
8.2601
23.159
73.27Î
24.391
64.911
45
11Mei 1918
7.076
1

26.509

1
69.099 29.125 63.688
45
4

,,

1918
7.3731
26.363
67.793 31.066 61.392
44

18Aug. 1917
7.636 31.877
1
60.521 22.611
57.108
.

46
19Aug. 1916
7.151
1
37.544
1
61.677 7.796 53.337 46

25Juli 1914
7.259
6.395 .147.934
2.228
4.8422)

44

t)
Sluitpoat der activa.

5)
Op de basis van
2f
metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrculatie
Andere
1
opeischb.
s chulden
1
Disconto’s
1

Dlv. reke.
ningen’)

1 ,Juni 1918

..
659
1
)
1.426
828
1.091
703
25 Mi

1918 ..
681
8
) 1.374
747
1.094
619
18

,,

1918

..
689)
1.365
722
1.100
707
11

1918

..
693
5
)
1.383
755
1.106
722

2 Juni 1917

..
775
1.233
954
903 516
3 Juni 1916 ..
731
1.034
817
944
862

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396

BUI’TENLANDSCHE BANKSTATEN..

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden p. st.

Currencu Nok.,.

Bedrag
1

Goudd.
Cao. Sec.

266.367
28.500
243.859
265.985 28.500
243.859
263.300 28.500
240.359

173.500 28.500 146.874
129.444
28.500
97.586

Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
____________

Public
Depos.
Other
Depos.
Re-
serve

Dek.
kings.
percen-
tage
t)

21 Aug.’18
58.422 98.951 33.698
135.996
30.366 17,90
14

,,

’18 59.702
100.188 34.096
137.726
29.993
17,45
7

,,

’18
57.855
103.194
39.878 132.762
29.624
17,16
31 Juli ’18
58.601 106.787
37.780
138.441
28.839

16,37

22 Aug.’171
56.483 100.889 44.701 100.889
32.669
19,-
23 Aug.’16
42.188
89.047
51.428 101.752 40.061
26 l/

22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52e1s

t)
Verhouding tueschen Reserve en Deposite.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Mejaal
Daarvan
Goud
Kassen-
sdieine
___________

Circu- lotto

Dek.
bingo.
percen-
tage
‘)
15 Aug. 1918
2.467.833
2.347.761
1.928.371
12.929.725
34
7

,,

1918
2.467.833
2.347.629
1.874.192
12.786.348
34
31 Juli

1918
2.467.696
2.348.083 1.851.526 12.704.503
34
23

,,

1918
2.467.876 2.347.080
1.743.627
12.383.682
34

15 Aug. 1917
2.489.536 2.402.462
547.240
8.934.378
34
15 Aug. 1916
2.496.121
2.468.392
365.330
6.926.740
41

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93

t)
Dekking der circulatie door metaal en Kaaaenscheine.

Data
Wissals
R04. Cr1.

Darlehenskassenscheine

Totaal
In kas hij
uilge
d0 Reichs.
geven
bank

15 Aug. 1918
15.967.678 8.123.942
.
9.885.000
1.911.S00
7

,,

1918
15.849.460 8.332.552 9.742.800
1.858.300
31 Juli

1918
15.988.653 8.454.876 9.692.900 1.836.200
23

,,

1918
14.942.845 7.751.840 9.333.900
1.727.300

15 Aug. 1917
6.717.380 6.080.386 5.473.000
530.500
15 Aug. 1916
4.728.442 2.671.096
1.878.100 326.700

23 Juli

1914
750.892 943.964

RUSSISCHE STAATSBANK.

Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.

Data

1
Metaal
1
Circulalie

21 Aug. 1918 68.665

56.749
14

,, 1918 68.234

56.691
7

,,

1918

67.952

56.778

31 Juli 1918 67.259

56.870

22 Aug. 1917 54.153

39.934

23 Aug. 1916 57.147

35.536

22 Juli 1914 40.164

29.317

1)
Sluitpoat der activa.
°) Hiervan zilverbons
80
dz. gld.

5)
Idem 109 dz. gld.
4)
Idem
124
dz. gid.

.6)
Idem 135 dc. gid.

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

771

DANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Data
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit .gcw.
voorsdi.
old. Staat

22Aug.’18
5.434.831 2.037.108 319.173
”’
19.150.000
16

’18
5.434.074 2.037.108 315.628 1.537.417
19.150.000
8

’18
5.433.322 2.037.108
304.850 1.497.079
19.150.000
2

’18
5.432.510
2.037.108 286.285 1.477.062
18.900.000

23Aug.’17
5.309.717 2.037.108
260.331
717.050
11.025.000
24 Aug.’16
4.808.058

339.326
667.020
‘8.400.000

23Juli’14
4.104.390

639.620.

Wissels
Uitge.
stelde
Wissels
Belce.
ntng
Bankbil-
jetten
ti

Rek. Cr1.
Par-
culie,cn.
t
1
Rek.
Cr1.
Stoat

.
8.871.123 1.066.088
829.814
29.423.826
3.715.699
162.078
PD

942.934
1.067.244
830.573
29.40.025
3.685.694
99.610
.
1.002.990
1.068.410
837.471
29.476.586
3.888.665 68.403
1.079.966 1.069.360 839.309
29.320.647
3.701.856
29.470
0
567.412 1.173.013
1.113.577
20.468.568
2.715.700
17.901
424.838
1.418.650
1.180.577
16.376.066 2.240.313
158.515

1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.560

SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE. i)

Voornaamste posten in duizenden franes.

Data
MetabI
mcl.
builenl.
saldi

Beleen.
van
bulten!.
vorder.

1
Tï.
1
van
prom. d.
1
provinc.

Blnn.
wissels
en
beleen.

1
1

Circu-
1

latle
1

Rek.

saldi

22Aug.’18
1.070.113
99.764
480.000
95.270 1.408.223 328.012
15

,,

’18
1.060.088
99.697
480.000
96.295 1.415.979
312.158
8

,,

’18
1.010.196
99.675
480.000
110.357
1.376.999 314.427
1

,,

’18
1.009.056
90.634
480.000 111.999
1.381.689 310.311

23Aug.’17
425.415
89.928
480.000
95.330
991.459
89.275
24Aug.’161
308.5451
71.2791480.0001
53.2081
751.825
153.639
‘)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belaat.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Waarvan

vraar.

rit.

Data

Goud

dekking

in

Zilver
I
Notes in
F. R. Notes het bui-

cle.

circu-
tenland

laiie

21 Juni ’18 1.924.373

987.569 17.008 56.738 1.677.951
14

’18 1.946.903

980.652 44.084 58.360 1.651.500
7

,,

’18 1.919.263

986.686 51.280 58.461 1.639.579
29Maart’18 1.815.704

873.688 52.500 58.359 1.452.838

22Juni ’17 1.212.018

398.766 52.500 35.680

499.721

Waar..

Dek.
1
Goud-
Totaal

van

i king,.

dekking
Data

Wissels

Depositos

Kapitaal

percen.

circu.
1
lage
t)
1

lotie

21 Juni ?18 1.163.742 2.029.557

75.770

64,8

58,9
14

,,

’18 1.258.954 2.099.074

75.711

60,8

59,4
7

,,

’18 1.233.034

1.978.893

75.662

59,2

60,2
29Maart’18 ‘887.293 1.901.442

74.223

61,4

60,1

22 Juni ’17

435.287 1.440.597

57.171

65,5

79,8
1)
Verhouding tuschen: den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare echulden: F. R. Note8 en netto deositos met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollara.

Data
Aantal
I
banken

t

Totaal
1

uitgezette
I

gelden en
beleggingen

t
Reserve
bij de
F. R. tanks


Totaal
depositds Waarvan
time deposits

14 Juni ’18
689
12.506.216
1.226.348
11.438.657
1.323.423
3

,,

’18
686
12.432.346
1.162.521
11.294.701
1.419.056
26 Apr.’18
681
12.402.125
1.180.827 11.201.341
1.421.900
19

,,

’18
685
12.412.672
1.167.175 11.278.704
1.397.596
12

,,

’18
683
12.338.682
1.148.061
11.389.264
1.390.946
5

,,

’18
679
11.947.256 1.169.790 11.053.036 1.377.256
29 I1rt. ’18
682
12.094.077
1.188.456
11.220.777 1.378.131
22

,,

’18
682
12.114.032
1.192.039 11.271.075 1.379.816

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 26 Augustus 1918.

Ondersteund door de regelmatig in Frankrijk aan land
gezette Amerikaansche troepen, gaan de Frausche ei
Engelsche legers aan het Westfrout gestadig vooruit. Dc
I)uitschers trekken snel terug, hier en daar zelfs zonder
den onmiddellijken druk vaii de legers van den tegenstan-
der, waaruit men de conclusie zou kuitnen trekken, dat
dc I)uitsche bevelvoeriug tot allen prijs belangrijke out-
moetingen wenscht te vermijden en den vijand voor den
wiflter geen kans op een beslissenden slag wil bieden. Het
is opmerkelijk, dat het aantal krijgsgevangenen dat ge-
maakt wordt, gering is in verhouding tot het door de
Duitschers âchtergelaten materiaal, hetgeen er op wijst,
dat hun bevelhebbers in ieder geval manschappen willen
sparen, zonder twijfel om hun getalsterkte zoo groot moge.
lijk te houden tegenover de aangroeiende legermacht der
vijanden. Gelukt den Duitschers deze tactiek, en daarop
schijnt groote kans te bestaan, dan kan men er vrijwel
zeker van zijn, dat ook 1919 nog tot de oorlogsjaren zal
behooren, in weerwil van een vredesoffensief van Duit-
sehen kant, dat mcii in de Geallieerde landen dezen herfst
verwacht, en dat volgens de nieuwsijladen der Entente
reeds bij voorbaat tot mislukken gedoemd is. –
lntusschen stapelen dc finaneicele lasten van deit vol-
ket

enstrijd zich al hooger op en deze hebben in de begin
dezer maand verloopen vier oorlogsjaren ccii totaalcijfer
bereikt, dat naar ccci recente schatting vaji den Sehwei-
zerischen Bankverein, welke, instelling. in haar jongste maandoverzicht cle resultaten publiceert van een studie
omtrent de kosten van dezen oorlog, ongeveer 875 millioen
Zw. francs bedraagt. Volgens de berekening der genoemde
bank, die alle in aanmerking komende vreemde valuta’s in
Zwitsersehe franes tot muntpariteit heeft omgerekepd,
bcloopen de oorlogskosten van Augustus 1914 tot einde
Juli 1918 namelijk 850 tot 900 milliard frans, waarbij
echter noch met de aflossing, itoch met de voorloopig ook
maar zonder de minste kans op juistheid te ramen kosten
van de oorlogssehade rekening gehouden is. Vooropgesteld
dient te worden, dat de berekening daarvan met groote
iioeilijkheden gepaatd gaat in verband met de weinige be-
trouwbaarheid der gegevens. Zoo ontbreken bv. uit den
laatsten tijd ook maar eenigszins te vertrouwen opgaven
omtrent den financieelen toestand in Rusland. In enkele
landen zijn de directe oorlogskosten door voorschotten, ver-
kregen van de daarmede verbonden mogendheden, belang-
rijk verhoogd. Het totaal bedrag der door Engeland en
Frankrijk gezamenlijk verleende credieten is vermoedelijk
meer dan frs. 45 milliard. Ook Duitsehiand heeft zijn
bondgenooten ..’eer belangrijke bedragen voorgeschoten.
Nadat in het voorjaar van 1917 de Vereenigde Staten de
rol van bankiers der Ententc op zich genomen hadden,
wetden reeds op 24 April 1917. $ 3 milliard aan de gealli-
eerden voorgeschoten. Op 24 September 1917 werd dit
bedrag op $ 7 milliard verhoogd. IJitimo Juni 1918 waren
van de toegestane credieten $ 5594 millioen gebruikt. Van
de verleende voorschotten kwam 53 pCt. voor rekening
van Engeland, 27,85 pCt. voor rekening van Frankrijk,
10,85 pCt. voor rekening van Italië en 5,43, pCt. voor reke-
ning van Rusland, dat sedert Maart van dit jaar, dus
sinds zijn afval van de Entente, niets meer ontving. Over
ieder jaar van den oorlog verdeeld, vertoonen de oorlogs-
kosten het volgende beeld: in de eerste 5 maanden van
den oorlog beliep het totaal der mobilisatie- en oorlogs-kosten ongeveer frs. 50 milliard. Het jaar 1915 verslond
minstens frs. 130 milliard, 1916 vermoedelijk frs. 190 mil-
hard en 1917 bijna frs. 300 milliard. Dè stijging is -gedu-
rende het loopende jaar nog sterker geworden, zoodat de
berekening voor de eerste vier oorlogsjaren bij een ver-
moedelijk totaal van frs. 875 milliard, dooreengenomen op
een maandeljksche uitgave van frs. 18 milliard komt.
De lasten van rënte,
a
5Y
2
pOt., en jaarlijksehe aflossing,
5.
4
pCt., gerekend, komen per jaar op frs. 52 milliard
te staan, in vergelijking met 22Y
2
milliard aan het einde
van 1916. Tot beter begrip van den omvang dezer cijfers
wijst de samensteller van het expos6 er op, dat voor den
oorlog dc gezamenlijke schuld van de 7 voornaamste bor-logvoerende mogendheden niet meer bedroeg dan frs. 125
inilliard, dat de jaarlijksche dienst dezer schuld ineltisief
aflossing niet meer eischte dan frs. 5Y
2
milliard en dat
het totale nationale vermogen (officieel en particulier) van
Engeland, Frankrijk Duitschland, Oostenrijk-Hongarije
en Italië – te zamen naar schatting niet meer bedroeg dan
t’s. 1275 milliard.
Wat de dekking der oorlogskostcn betreft, kan worden
aangenomen, dat het grootste gedeelte, volgens het exposd

772

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 1918

meet dan vier vijcic deel, door leeningen op kojtereti of
langeren ternujn betaald vercl. Duitschiand, Oostenrijk en
Hongarije, hebben tot clitsverte ieder acht oorlogsieeningen
uitgegeven, Italië vijf, terwijl de Vereenigde St aten tegen
dcii heijst hun vierde oor1ogseening zullen iLitbreilgen.
EngelaJid en Fi’aiikijk hebben tot nog toe ieder slechts
drie groote ooilogsleeuingen uitgegeven, Engeland dc laat-
ste in Januari 1 917
011
Frankrijk in J)eceiuber 1 91 7. Iii-tiisschen is de vlotteiLde schuld
aII die laiicleii belangrijle
opge]oopeii ; einde
JU]i
tOiS bedroeg zij in Engeland JLict
minder dan £ 3873 niillfocn, of meer (lan frs. 97 milliard,
en in Frankrijk einde Januari 191S rond frs. 46 milliard.
Van Augustus 1914 tot einde Juni 1918 hebben de voOr,-
naainste oorlogvoerende machten met inbegrip vaii de
Engelsche kolotiën vaste Iceniugen tot tezauien 1 rs. 675
rnilliarcl uitgegeven, waarvan volgens de details vnu dcii
Schweizerischen Baukverein frs.
225
milliard op cle Ccii-
ti’aien en frs. 450 milliard
01)
cle Ententelancien komen.
Ook legt liet maandoverzicht er den nadruk op, dat alge-ineen wordt aangenomen, dat de oorlogskosteii
‘901’
de
landen der Entente belangrijk hooger zijn clan voor de
Centraal-Europeesche mogendlieden, wat zoowel door dc
geografische gesteldheid als door de noodzakelijkheid voor
cle eerstgenoemde landen, om hun behoeften voor een groot
deel in het buitenland te dekken, verklaard w’ordt. Voor
zes der staten, die in de statistiek zijn opgenonieli,
(Duitschiand, Frankrijk, Engeland, italië, Oosten rijk-Ron-
garije en de Vereenigde Staten) is per hoofd der bevolking
de bruto staatsschuld van frs. 300 vÔOr den oorlog, op
frs. 2000 op tilt. Juli 1918 gestegen.
Resumeerende betoogt het artikel, dat de financiering
van den oorlog kon geschieden dank zij de menigvuldige
voi’men, waarin van crecliet gebruik gémaakt werd. In
alle landen ii het gebleken, dat cle aanwezige krachten cii hulpmiddelen alle verwachtingen overtroffen. De binnen-
landsche leeningen kondeil tamelijk gemakkelijk oi:iderge-
bi acht worden tengevolge van den bestaanden overvloed
aan papiergeld en van dc monopoliseering van de geld-
markten voor de -eisehen van den Staat. Alle oorlogvoc
rende staten, met uitzondering van Rusland, konden tot
dusverre voor hun nieuwe schuldenlasten opkomen. Doch
deze nbnormae financieele mobilisatie heeft minder gun-
stige uitwerkingen gehad. De circulatiebanken, clie dcii
Staat groote voorschotten moesten toestaan, hebben haar
papieromloop dusdanig moeten uitbreiden, dat jarenlang
nog wettelijke maatregelen nooclig zullen zijn, om weder tot een normaleu toestand te komen. De vlottende sehuld
cle ongedekte credieten, cle voor en tijdens den oorlog nieb
aïgewikkelde internationale verplichtingen hebben in den
loöp der laatste vier jaren daarom een zoo gevaarlijken
omvang gekregen, omdat hun consolideeriug noodzakelijk
worden zal in een tijd, wanneer handel eis industrie be-langrijke kapitalen zullen eiseieli. Van financieel stand-
punt bezien zâl het einde van den oorlog het beginstadliuw
vormen
:)’an
een pijnlijke overg’angs- en liquidatieperiocle.
Buitengewone maatregelen zullen onvermijdelijk zijn ten
einde de gevolgen der inflatie te normaliseeren. De vraag
of men een algemeene verarming en een volkomen ‘ban-
kroet moet tegeutoetzien, zal hoofdzakelijk van cle toekom-
stige politieke en economische ontwikkeling afhangem.
Tot een zoo pessimistisclte slotsom komt het artikel,
hetgeen, na zich de ongeëvenaard hooge cijfers der staat-
schulden zoo duidelijk voor oogen te hebben gesteld, wel
geen verwondci’inig mag baren. Dat men echter nog nièt
aan het einde is, bewijst wel een recente medecleeliug vnu
tien Amerikaanschen Secretaris van de schatkist, MaeAdno,
volgens welken de oorlogskosteu der Vereenigcle Stateb
sedert 1 Augustus van dit jaar $ 75 millioen per dag be-
dragen, dus per maand $ 2325 millioeu, gelijkstaande mét
frs. 11.625 millioen. Verder wordt den heer MacAdoo een
uitlating toegeschreven, dat deze kosten wel tot irs. 20 mii-
hard per maand zouden stijgen. En dat de zwakkere broe-
ders onder cle oorlogvoerenden nog voortgaan mét op de
sterkere te steunen, bewijst wel, dat kortelings te Berlijn
weder ccii Tu rkschc lecii iig is afgesloten.
Met het beeld, dat de verschilleude beurzen in de oorlog-
voereincie landen geven, -voor oogen, kan men bezwaarlijk
aannemen, dat het pessimisme, dat door de hierboven uit-
voerig medegedeelde bijzonderheden betreffende den groei
der staatsschuldeu en dc belangrijke verzwaring dci- jaar-
lijksche lasten geheel gemotiveerd schijnt, ook maar voor
een klein deel in de betrokken landen juist wordt gemvaar-
deerd; hoe zou men zich anders de koersrijzingen, die alom hebben plaats gevonden, kunnen verkikren? Inmiddels hebben de beurzen in de Midden-Enropeesche
rijken iii de afgeloopen week, vooral vat de B er 1 ij mm –
s c h e b e u r s betreft, een heel wat kalnier aanzien gehad

daii in de voorgaande periode. Toch was de grondstemming
er verre van ongunstig en kwamen op verscheidlene dagen nog flinke koersstijgingen voor verschillende kleinere aan-
dcelsoorteii, voornaimiehijk ,,MontauweiIcen”, voor. Hierbij
genoten Gelsenkirehener cii Harpener aaudeelen cle voor-
keur. Zoodra echter een hooger niveau was bereikt, wer-
dcii cle koersen dooi- vinstneming gedrukt. 1)e handel
mmcdlii bijna op geen enkelen l)eursdag een grooten ômnvang aan.
Weeneit sloot zich hij tle houding der Budapester
b
t ii
r
5
vrijwel geheel anti. Deze laatste beurs was gun-
stig gestemd op berichten omtrent een te wachten goeden
oogst van verschillende lauidbouiwproducten. Er ontstoncl aldaar gronte vraag van liet publiek voör peti

oleum-, ijzer-,
hout-, miLaclim iieftubriek- cum brouiwerijaandeelen.
01)
de be-
leggingsmarkt deden zich geen noenienswaarclige Ivijzigin-
gen voor.
Te Weenen trok het voorts de aandacht, dat de banken
liusloten hebben, de bcleeningsrcute voom

cle obligaties der – oorlogsieenuingen van 4% pCt. op 4% pCt. te verhoogen.
‘erscheideue spaarbanken cum verzelceringunaatschappijeui,
die tot zeer groote bedragen houdstcrs van zulke schuild-
brieven zijn, worden door dezen maatregel niet ongevoelig
getroffen en hebben clan ook aanstonds krachtig er tegen
geprotesteerd. Op het oogeublik, dat wij dit schrijven, is
cciie beslissing iii deze kwestie nog niet bekend geworden.
Te N e
1V
‘Y o r k hebben de berichten van het fi-ont be-
grijpel ijkerwijs een bevredigenden ii:ivloecl uitgeoefend,
doch in. verband met de sehmarschte der geldmiddelen en
den minder aangenaunen indruk, die door de nog steeds
verder gaande inmenging der regeerung wordt gewekt,
heel t de beurs er toeh geen zeer geanimeerdl verloop gehad.
Op den voorgrond stonden gewoonlijk spoorwegaandeclen,
bv. Canadian Pacific, Louisville & Nashvihle, Noi-folk &
Western en Southern l’ncifié. Daai

naast bestond ook wat
belangstelling vdom- schcepvaartwaarden; imidustrials wer-
den minder gezocht, doch konden desniettegeulstaancle ge-
woonlijk hunne koersen goed handhaven. Ook de koersen
der bonds bleven goed op peil; zelfs konden Russisehe waarden hier en daar iets opkomen. in het algmeen be-
wogen de omzetten zich binnen enge grenzen.
In de afgeloopen week hebben de koersen t c on z e
mm
t
minder heftig geflnctueerdt dau in cle vorig beriehtsperiodlc.
De uitwerking s’ah het niet-offieieele bericht omtrent een
tusschen onze regeerung en die der Vereenigde Staten af-
gesloten of zeer spoedig af te sluuiten overeenkomst betref-
..feuidle de levering valt verschillencle Oost-Indische prodluic-
ten, verflauwde al spoedig toen een bevestiging van of Ii-
cieelen kant in ons land uithleef. Sommigen ter beurze
gingen zoover om cle geheele tijding als ccii manoeuivt-e
aan te zien en spoedig ontstond in een groot aantal van cle
aanvankelijk op mmie schaal gekochte cultuur waarden
wederom aaiibod, waardoor de koersen vrijwel even snel
als zij tevoren gestegen waren, daalden, zoodat van het
aanvankelijke avans in enkele gevallen niet veel fneer
overbleef. – –
Toch behield een gunstige stemming de overhaiucl, zoodat
per saldo, vooral na een heden in de tweede helft van het
beursuur gevolgd herstel, voor vele fondsen in cle betrek-
kelijke afdleelingon
(sziker-, rubbr-,
eu
tabak-)
toch weer
koersmijziumgen op liet peil van het slot der vorige week
te vernielden zijn.
Beh.ouidens’ voor de zoogenaamde Indische lijnen, onder
leidling van de aancleelen Java-Chmna-Japanhijn, bestond
voor
schcepvacirtwaarden
in de afgeloopen week slechts vrij
matige belangstelling. Rede

is was dit echter anders en
ktvanien weer voor zoo goed als alle schecpvaartwmar den koopers opdagen, wnuarcloor de koersen vrij snel opliepen
om op het hoogste plint van den dag te sluiten.

20. Aug. 22 Aug. 26 Aug.
Riiziy of

daling.
Holland-Amerika-Lijn

400

403

403/2 + 3
1
/2

gem.eig. 383

383

387
1
/2
+ 4t/2

Holland-Culf-Stoomv.-Mij .. 284
1
/i
284/

285

+ 1/2
Roll. Alg. AtI. Stoomv.-Mij. 179
1
18
1791/4
184’/

+ 4
7
/6
Uolluuidsche Stoomboot-Mij.. 221

220’1

2231/8 + 2
1
/8
Java-China-Japan-Lijn …. 310

315

328Ie
+ 181/4
Kon. iollandsche Lloyd .. 1691/
4
170

176’/2 + 61/4
Kon. Ned. Stoomboot-Mij… 247/4 246/

2511/8 + 31/8
Kon. Paketvaart-Mij ……. 2661/
4
265h
2
279/2 + 13/4
Maatschappij Zeevaart …. 324

324

324
Nederl. Scheepvaart-Unie .. 2571/
8
256’/

265/4 + 8
1
/8
Nievelt Goudriaan ……..4981/4 499l/

500

+ 11/4

Rotterdamsche Lloyd……264

266

277’/2 + 13’/2
Solleveld v. d. Meer ……5OO/z 505

500


Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 300

320

345

+ 45

,,Neclerland” .. 265

267/

2801/4 +
15’14

,Noordzce” .. 220

215

222
1
/

+ 2’/z

,,Oostzee” – . . . 327
1
./2
3271/i
– 330

+ 21/s

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE B’1RICHTEN

773

Van industrieele waarden
bestond slechts belangstelling
voor enkele specialiteiten, zooals aandeelen Stokvis,
Philips’ Gloei]ainpeufabriekeii en Vereeuigde Blikfabrie-
ken, die, bij kleine postjes uit de markt genomen, hunne
koersen niet onbelangrijk deden stijgen. In
mijnwaardcn
vonden tot weinig veranderde koersen
geringe omzetten plaats in aandeelea Siugkep Tin en
Oost-Borneo.

20 Aug. 22 Aug. 26Aug.
RizJ1i&oF

Amsterdamsche Bank . . .
.
179
1
/2
1791/,
179
1
!3
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand. 162/8 162
1
/o 166
1
18 + 31/4
Rotterd. Banirvereeniging . .
134/s 134’/8
135

±
1
/8
Amst. Superfosfaatfabriek

158’/4 160

160

+ 1/4
Van ]3erkel’s Patent ……140/8
1
150

149’/4 +
8’/8
Insulinde Oliefabriek ……
215I4
212

214’/

– 1’/4
Ant. Jurgens’ Ver. Fabr.

249

245

244

– 5
Ned. Scheepsbouw-Mij…..154

154

160

+ 6
Philips’ Gloeilampenfabriek 344

346’14 350’12 +
6
1
I
R. S. Stokvis & Zonen .

510

518’/ 523

+
13
Vereenigde Blikfabrieken

127

135/

136’/4
+
9’/4
Compania Mercantil Argent 229 226V4 228 1/4 – 8/4
Cultuur-Mij d. Vorstenlaud 11 W/2 112
7
/ 114/4 – 21/
4

Handels’er. Amsterdam ….294 292’12 300/4 + 6’/4
Roll. Transatl. Handelsver. 130’/

130’12
130′!2
LiiideTeves&StokvisOudeA 234

230

233

– 1
Van Nierop & Co’s Handel-Mij
Oude Aand. ………. 104V

194
3
/4
194
1
I2
Tels & Co’s Handel-Mij . .

156’1

154

155

– 1’/2
Gecons. Roll. Petroleum-Mij 211
1
/8 210’/4 208
3
/ – 3
Kon. Petroleum-Mij. …… 556′!, 551’/

550/

1
7
/
Orion Petroleum-Mij ……. 778/
4

78/8

78

+ V4
Steaua Romana Petr.-Mij . 183
1
/8 178% 176

– 7’/
Anisterdam-Rubber-Mij…..141″, 135

135’/2 – 6
Nederl.-Rubber-Mij . …… 86

80
1
/2

79’/

– 6′!2
Oost-Java-Rubber-Mij…..162′!, 148

143

– 19′!2
Deli-Maatschappij ……..425′!, 424
8
/

420514 – 48/
4

Medau-Tabak-ILlaatschappij 186

186

180

– 6
Senemhah-Maatschappij

385

380’/ 381

– 4

Van
Nederlandsche staatsfondsen
kon de 4’% pCt. leening
19i6 omstreekspCt. in koers vet-beteren, terwijl de
43′ pCt. recepissen 1917 en de 4 pCt. leening 1916, alsook
enkele andere soorten, fractio,,eel lager waren. Russische
fondsen werden af en toe tot iets hoogere prijzen gezocht,
doch belangrijke koersverschillen zijn per slot van reke-

Notecriugen.

Chicago

1

I3ueno, Aure,

!iota

Tarwe

MaT,
1
haver 1 Torwe

MaF, 1 LtJ’,zaad
1

1

1

Sept.
1

Aug.
t
Aug.
1
Sept.

Sept.

1
Sept.

ning niet biilen bestaan. De
434
pCt. China Goudleening
kou een vijftal ‘procenten in koers opkomen.

20 Aug. 22 Aug. 26 Aug.
Riigof

41/
2
0/
Ned. W. Schuld 1916 92”/,, 92”/i, ’93
1
1

+ 9/,

4
I/
0
/

1917rec –

91
1
/8

911/

– ‘/s
4

O/

1916 86V4

86V4

86′!,,
– 3/eo
3
1
/2
0/8

,,,,,,

78′!2

7 8/4

777/8

– 1/8

3

0/

, …..
9
8
/

68′
0/

681/g –
21/2
0/o
Cert. N. W. S. ……

58’/tg 58
7
1

57’/o –
3
1i
5

o/
o
Oost-Indië 1915

96
1
/8

96
7
/10
96/4 + /8
4
°Io
Hongarije Goud .. .

35
3
/s

34
1
!2

34’/i –
4
0j
Oostenr.Kronenrente 28
3
/8

27″/,6 27
3
!,,
– 1
1
/,
5

o/g
Rusland 1906 ……29

29
10
/10
29’/

+ 1/,

41/
0/
Iwangorod Dombr.. . 24
7
/1

24
7
/16
24
1
!2 + ‘/,
o
4 °/o Rusland Cons. 1880.. 254

25
1
/

25
1
/16 + ‘
ho
4

0
/o Rusl. bij Hope &Co.. . 26
1
/,o 26

25
1
/

– 1
13
/
4

0/
Servië 1895 ……..28

28

28


411, 0/g
China Goud 1898 .. 50′!2

52

558/4 + 51/4

4

0/
Argentinië Buiteni.. 53

53’/

53’/

+
l
/
5

0/
Brazilië 1895 ……54’/8

54 8/4

54/, –
5

0/

,,

1913 ……56/4

56′!4

56’/8
Onze
,ilmerikaansche af dcelinçj
vertoonde ongeveer het-
zelfde beeld als de laatste vorige weken. Voor industrials
bestond af en toe zwakke belangstelling, doch koersver-
schillen van vermeldenswaardigea omvang bleven uit.

20 Aug. 22 Aug. 26 Aug.
Rizgof

American
Car & Fouudry . . 71
1
!2

71′!,

72
11
!15 +
1’/,,
Anaconda Copper ……..’129″!,, 130″/,o 130″!,, + 1
1
/8
Un. States Steel Corp….. 90
1
ha
89
11
!,, 92
1
!,,
+ 2
Atehison Topeka ……….80’/,v

SOVio

80
1
!,
Southern Pacific……….77

77

75 ‘/

– 1/4
Union Pacific………….118’/4

116’/

118’/

+ ‘/
Int.Merc.Marineafgest…..30′!.

30
1
/6

31Vb + ‘/2

prefs. 102

102’/8 102
1
/8 +
1
/8

Prolongatie heden: 234 pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
27 Augustus 1918.

T a r v e. In dc Vereenig(le Stateit wordt de tarwe nog
steeds niet den grootst niogelijken spoed ter markt gebracht.

Loeoprijzeu te Rotterda ui/Amsterdam.

Soorten.

1 26 Aug.

1

9Aug.

1 26 A,,g.
t

19l8

1

1918

1

1917

Tarwe (inlandsche)

……1
25,–
1)1

25,-
1)1

24 Aug.’18
226
157’/
70
3
/4
11,05
6,-
26,10
Rogge (70 Kg. natura gew.)
1
26,-
1
)
1
26,-
1
)
1


17

,,

’18
226
161/4
70


10,90
5
)
6,10
3
)
25,703)
MaIs

(La Plata)

……..
1

1

1

500,-
1
)
24 Aug.’17
212
110’/8

)
53′!,
2
)
16,60
10,20
2 2,5 0
Gerst (60 Kg. natura gew..)I
20,-‘)
1
20,-.
‘)
1


24 Aug.’16
148
1
/4
85’/4
‘)
46

‘)
10,35
5,10 13,90
Haver

(inlandsche)
……1
20,-
‘)
20,-
‘)
1


24 Aug.’15
99’/4
73
7
/8

)
37/2 ‘
12,50
4,80
11,10
Lijukoeken

(Noord-Ame-

1
1
20Juli’14
82

‘)
56
3
18
‘)
36′!,
‘)
9,40
1
)
5,381)
13,702)
rika van La Plata-zaad)I

1

1

240,-‘)
Lijuzaad

(inlandsch)

. . . .1
40,-‘)
40,-
‘)
1


i)
per Dec.

1)
per Sept.

8)

per Aug.
‘)
Regeeringsprijs.
De noteeringen te
Buenos
Ayres zijn van 23
Aug. 1918,
17 Aug. 1918, 24 Aug. 1917, 24
Aug.
1916, 24
Aug.
1915, 20Juli 1914.

Artikelen.

AANVÔEI{EN ii, toits van 1000 K.G. voor verbruik itt Nederland.

Rotterdam

Amsterdam

. Totaal

18-24 Aug.
1

Sedert

Overeenk.

18–24 Aug.

Sedert

Overeenk.

1918

1917 1918

1 1
Jan. 1918
1
tijdvak 1917

1918

1 1
Jan. 1918

tijdvak 1917

1.944
253.376

2.920 38.227 4.864
291.603

8.465


– –
8.465
-.
2.314




2.314

111.868

4.590
67.438
4.590
179.306

30.600


11.886

42.486

10.025


27.269

37.294

8.322


7.560

15.882

34.078


27.985

62.063
756
19.988

6.068
3.051
6.824 23.039
15.104

3.888
4.286

19390

AANVOEREN
in
tons van
1000
K.G.
voor België.

137
.
549

268.993

1


1


1

137.549 268.993
90.191 12.335



90.191
12.335
5.174




5.174

63.381

8.807
‘)
8.807

72.188

24.172
667



24.172
667
15.166

5.900
1
)
9.510

24.676

Tarwe
……………..
Rogge …………….
Boekweit
Mais
Gerst

…………….
Haver
…………….
Lijuzaad …………..
Lijnkoek……………
Tarwemeel …………
Andere meelsoorten .

T
arwe ……………. .-
Mais …………………-
Rogge …………………-
Tarwemeel ………… 11.2
.51 1)
Gerst …………………-
Andere meelsoorten …. 12.231 1)
‘) Van 4 tot 18 Augustus.

774

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28.Augustus 1918

Vermoedelijk is de door de Regeering vastgestelde, vrij hooge prijs, hieraan niet vreemd. De zichtbare voorraad
steeg deze week tot 42.175:000 bushels tegen 4.296.000
bushels op hetzelfde tijdstip van het vorige jaar. Van
Canada ontvingen wij bevestiging van ons de vorige week
uitgesproken vermoeden omtrent schade. De oogstraming
voor tarwe is thans ca. 200 millioen bushels tegen 231
millioen bushels in 1917. Ons lijkt zelfs deze raming nog
te optimistisch. De zichtbare voorraad in Canada bedraagt
thans 3.367.000 bushels en is ongeveer gelijk aan dien vaii
verleden jaar. Van Australië kwamen berieliteh van regen
binnen, waardoor de stand van den oogst nog iets verbeterd
is. Niettemin blijft de raming voor den tarweoogst van dit
jaar met 14.759.000 qrs. nog ruim. 4 inillioen qrs. lager ‘dan’ het vorige jaar. Van Europa zijn de berichten over het algemen gunstig. ‘Alleen van Roemenië en Rusland
ontvingen wij tegenstrjdige, berichten, hetgeen met het oog
opden verwarden toestand daar te lande, niet te verwo&
derèn is.
Mais. In den prijs van mais in de Vereenigde Statei
is deze week geen noemenswaardige verandering gekomen:
De ramiug voor den oogst blijft wel iets onder die van
het vorige jaar, maar is met 2989 millioen bushels toch
nog niet ongunstig.
Voor ge r s t is de raming van den oogst voor de Veree
nigde Staten 232 millioen bushels tegen 209 millioen
bushels het vorige jaar.
Voor haver is de raming minder gunstig en wel 1428
inillioen bushels tegen 1587 millioen bushels verleden jaaF
en dit niettegenstaande den belangrijk grooteren uitzaai
in dit jaar. -. 1
Voor 1 ij n zaad spreekt het officieele Regeeringsrapport:
van een opbrengst van 15 millioen bushels tegen 81/
2
mil
lioen bushels het vorige jaar. Van particuliere zijde schat
men de opbrengst echter niet grooter dan 12 millioen

bushels.
Nederland. Ook hier te lande geeft de oogst vrij alge-
meen reden tot bevredigiug. De rogge en haver, onze voor

naamste producten, komen goed binnen en de stand van bruine boonen en aardappelen, die in Juli nog vrij slecht
was, blijkt, volgens het officieele Landbouwbericht van 18
Augustus, beduidend te zijn verbeterd.
Wederom kwamen verschillende ladingen voor België aan(
voor verbruik in ons land arriveei’de s.s. Heetor te Amster
dam, met ca. 3900 tons graan voor broodbereiding. –

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

26Aug

819Aug.I8
2Aug. ‘18127Aug.l7I26
Aug.16

New York voor
Middliog

. .
35,60e
35,60e 32,45e 23,10e 15,80e
1

New Orleans

voor Middling
32,50e
30,25e
29,25e
22,50e
15,31 c
Liverp. v. Good
.
1

Midd. Texas..
25,—d
24,80d
23,36d
18,30
dl)

9,42 d
2)

‘)Middling American.
2)
25 Aug ’16 Middling Ainerican?
ix
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens. –
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.18

Overeenkom,1ge pertoden’-
tot

1
23 Aug. 18

1917

1

1916

Ontvangsten Gulf-Havens.. 137

}180

} 189
11

Atlant. Havens

I

Uitvoer naar Gr. Brittannië

.

160

91

‘t Vasteland. 219

82

151

Japan etc…

29


Voorraden
in
duizendtallen
23Aug. 18
1

23Aug. .17
23Aug. 16′

412

.1
796 444
Binnenland …………..
240

265
Amerik. havens ………..

NewYork

…………..

60
.80
.595


.
98
79
New Orleans ………….
Liverpool

……………
205
224
678

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons, ,..

Manchester, d.d. 25 Juli 1918.
Noteeringen van Amerikaansche katoen zijn verleden
Dinsdag gevoelig gedaald op geruchten omtrent de vastt
stelling van niaximumprjzen. Sedert hebben nog hevige
fluctuaties plaats gevonden en over het algemeen is de

maikt flauw. Met uitzondering va de droogte in Texus
bljven de oogstberichten nog steeds gunstig en men ver-
wacht algemeen een groote opbrengst in het aanstaande
oogsteizoen. De berichten van Alexandrië zijn gunstig,
hoewel de oogst wel later schijnt dan verleden jaar.
Het is vel jamriier, dat de. daling van Amerikaansche
katoen den voorraad in Liverpool niet doet toenemen, zoodat
spinners van deze daling dan ook geen notitie nemen en
hun oude noteeringen handhaven. Op de gareumarkt heeft
dit echter weinig invloed, daar er absoluut geen vraag is
cii zaken dus vrijwel geheel stilstaan. De spinners . maken
zich hierover niet ongerust, daar zij voorloopig nog voldoende
niet orders voorzien zijn en bovendien vreezen later nog,
arbeidsmoeilijkheden te krijgen, zoodat zij toch liever niet
lang vooruit verkoopeu. De exporthandel blijft stil; voor
Frankrijk komen cenige nieuwe orders binnen, doch voor
de markt wordt bij andere orders soms uitstel van leve-
ring gevraagd. Noorwegen is weer aan de markt nu men nieuwe lieendes voor dit land verwacht, doch de overige
neutrale markten zijn geheel gesloten. Egyptische gareus
van alle soorten blijven zeer vast.
Wat de doekmarkt betreft, is er meer belaugstelling voor
Indië en het verre Oosten, doch biedingen zullen zeer veel licioger moeten worden, voordat er kans zal zijn tot zaken
te komen, daar fabrikanten nog steeds goed bezet zijn en
alleen tot volle noteeringen weuschen te verkoopen. De
Commissie van Advies voor de bleekerijen heeft deze week
dc bleekprijzen voor nieuwe orders tot einde 1918 weer met
25 pCt. verhoogd, waardoor de totale verhooging 125 pCt.
van het normale bleekloon bedraagt. Er zijn weer Regee-
rungsorders aan de markt en ook de binnenlandsche vraag
is toegenomen.

SUIKER.

De weersgesteldheid was in hoofdzaak gunstig voor de verdere ontwikkeling ‘der bieten. Een tijdperk van droog,
warm weer blijft gewenscht.
De’ verschillende suikerinarkten tonnen w’einig verandering.
In Java werden flinke partijen tot de vastgestelde
minimumprijzen op basis van
f
7,— voor Superieur oude
oogst en
f
71/4 vOor nieuwen oogst verkocht, zoodat uit den
oogst 1917 thans nog slechts ongeveer 2 millioen picols
onverkocht in de eerste hand zijn. De afschepingen in Juli
hebben 108.000 tons bedragen tegen 110.000 tons verleden
jaar. De overeenkomst met de Amerikaansche Regeering
ten opzichte van het hiCndelsverkeer met Ned.-Indië zal op
den export van Suiker weinig invloed hebben, tenzij daar-
voor door Amerika extra schepen disponibel gesteld worden,
hetgeen niet waarschijnlijk is. Evenmin zal het arrangement
met Frankrijk betreffende ‘de vaart op Suez van veel be-
teekenis voor’ het artikel suiker zijn. Er zal naar deze
richting nu wel suiker verkocht en verscheept kunnen
worden, doch de schepen, die gebruikt worden op deze lijn,
worden dan onttrokken aan den dienst op Britsch-Indië,
Hongkong en Japan.
In de Vereenigde Staten van Amerika werd het
suikerrantsoen van 1 Aug. af van 3 pond per persoon en
per maand teruggebracht tot 2 pond.

NOTEERINGEN.

Londen
Amsterdam

1
New York Data

1

per

Tak,
1
Whlte
r
mer.
ranu
1

96%
OcI./Dec.

Cubes

ava,ied Centrifugab,.
No.
1 1 fob.

,_;.


23 Aug. 1918..
.. f

6419

6,0’55
16 ,, 1918…….— ‘

6419

– ,

6,055
23Aug.1917…….

53/9

18/6

34/6

7,46
23Aug.1916..

,, 26″/,s 47/11/
3
2213

28/3

5,75
21Juli 1914

,, 11
11
/82
181-

– 1

3,26

‘STEENKOLEN.

De berichten van de Engelsche kolenmarkt blijven bij
voortduring wijzen op een toenemende vraag, waarmede de
productie nauwelijks gelijken tred kan houden.
Dientengevolge zijn de prijzen voor verschpung naar
neutrale landen verder oploopend.
In het Tyne- en Humberdistrict doet zich de prijsstijging’
wel het meest gevoelen; in geringere mate voor de Schotsche
kolen, door mindere scheepsgelegenheid. ‘
Voor de gewone soorten stoomkolen wordt in Schotsche
havens tot 551- per ton gevraagd, de eerste klasse kolen
worden met 70/- per ton betald.
Van de mindere Tynesoorten, is de noteering 70/- per ton
voor de gezeefde kolen en 45/ voor Smalls.

28 Augustus 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

775

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Cle,,.
No. 3
ope,
l
K
an a,
Tin
Lood
Zink

26 Aug. 1918..
nom.
122.-/-
367.101- 30.101-
52.-/-
19

,,

1918..
nom.
122.-!-
381.101-
30.10/-
52,-/-
24 Aug. 1917..
lom.
120.-1- 241.-1-
30.10/-
—.-1-
25 Aug. 1916..
nom.
110.-1- 171.-1-
30.7/6
58.-/-
20 Juli

1914..
51/4
61.-1- 145.15/-
19.-/-
21.101-

PETROLEUM.

(Ontleend aan den
»
Petroleum Review”
over de maand Juli 1918).

Londen. De maximum-prijs voor geraffineerde petroleum,
in vaten, bedraagt:
1 s.
112/4
d. voor Water White
1 s. 10
1
/2
d. voor Standard White

In Schotland en Ierland zijn beide destillaten 1 d. per
gallon duurdér. De noteering van smeerolie was gedurende de afgeloopen
maand:
ged. le helft

ged. 2e helft
American pale……van £35 tot £41 van £37 tot £43
American red …… -, £35 ,, £42

£37 ,, £45
American filt. cyl….

£42

£58

£ 42

£63
American dark cyl…

£38 ,, £43

£39 ,, £44

De stijging der prijzen is veroorzaakt door de verhooging
der vrachten.
Gedurende de afgeloopen maand bleven de prijzen voor
benzine:
No. 2 …………3s. 8d.
No. 3 …………3s. 7d.

In Schotland en Ierland zijn beide destillaten 1 d. per
gallon duurder.
Consenthouders kunnen Amerikaansche terpentijn knopen
tegen 116 s. per cwt.
De maximum-verkoopprijs van stookolie en vethoudende
oliën is vastgesteld op £ 14 per ton.
De prijzen voor .paraffine wisselen af van 10
2
/2
d. tot 1 s.
naar gelang van het smeltpunt.

Liverpool. Lampolie (Amerikaansch) gaat tegen 1 s.
ll’/s d. per gallon. Benzine gaat tegen 3 s. 8 d. per gallon
(kleinhandel-prijs).
Sam uel Banner & Co. rapporteeren:
White Spirit 3 s. per gallon hij afname van 1 ton.
4 s. per gallon voor Schotland.
5 s. per gallon voor Ierland.
Bakoe, 16 Juli. Er heerscht een voortdurend vaste vraag
naar ruwe olie. De Regeering heeft de prijzen voor ruwe
Grosny- en Bakoe-olie vastgesteld op 96 kopeken per poed.

New York.

4Juli.

Van4-26 Juli.

Geraffineerd, in kisten.. 16,75

18,75 c. per gallon
Standard White, in vaten 12,70

15,05
Credit Balances ……..4,00
Pennsylvanian Crude.. $
4,—
$4,— per vat.

Phulade1ïhia.
Standard White noteert 15,05 c. per gallon.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

24 Augustus 1918. In de afgeloopen week bleven de
vrachten ongewijzigd.

GRAAN.

Data

Petra
grad
Londen/
Rdam

Odessa
Rotte,-
dom

1

Au.
Kust
1

Ver. Staten
San Lorenzo

I-
1
Rotte,-
Bristol
Rotte,.
Enge.
Kanaal
.dam.
land..

19/24 Aug.

1918



50/-

225/-
12/17

,,

1918



501-

2251-
20125 Aug.

1917


f
7,—
30/-
f52,25
145/-
21126 Aug.

1916


,, 15,—
11/10
,,110,-
156/6
Juli

1914
lid.
7/3
1/1124
1/111/
12/-
121-

KOLEN.

Data

Cardif
Oostk. Engdand

Bo,-
deaux
Genua
Port
Said
Plala
Rotte,-
dom
Gathen
kurg
Rivier

19/24 Aug. 1918
69/t-
101/3
200/-
120/-

Kr.200
12/17

,,

1918
69/-
10113
200/-
120/-

,,

200 20125 Aug. 1917
69/-
101/3
160/-
110/-

195
21126 Aug. 1916
341-
63/6
6216
38/-
f6,50

,,

.26
Juli 1914
Ir 7,—
7/-
7/3
14/6
312

41-

DIVERSEN.


Bomba,,
Btrma
Vladivo.
Chili
D ata
West
We51
stock
West
Europa
Europa
West
Europa
(d. iv.)
(rijst)
Europa (zalpeter)

275/- 500/-

190/-
12/17

,,

1918 ……
275/-
5001-

1901-
19/24

Aug.

1918 ……..

20/25 Aug.

1917

480/-

190/-
21/26

Aug.

1916 ……
130/-

.

1501-

140/-
Juli

1914 …….
14/6
.
1613
25/-
2213

(..raan t’etrograd per guarler van 496 ii». zwaar. Odessa per Unit, Ve,.
Staten per guarter van
480
lbs. zwaar.
Overige
noteeringen
per ton van 1015 K.G.

RIJNVAART.

Week van 19 tot 26 Augustus 1918.

Ook in de afgeloopen week was het in het Rijnvaartbe-
drijf zeer stil. Het aanbod van vracht en sleepwerk van
Duisburg naar Mannheim bleef zeer gering. De waterstand
was steeds vallende en daarbij bleven de vrachtprijzen iets
dalende. Er werd Mk. 1,75 per ton van Duisburg naar
Mannheim genoteed, terwijl het sleeplooi op 10 pf. per
Centner bleef. Van Rotterdam iaar Ruhrort ging zeer wei-
nig om. Cauber Pegel wees einde der week Meter 1,37.

ADVERTENTIËN

De N.Y. Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur
en
koop.

Herstelt en onderhoudt onder garantie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

NEDERLANDSCHE HYPOTHEEKBANK
TE
VEENDAM

Kapitaal
f 4.000.000,—

D

f
Mr. N. F. WILKENS.

Reserve
f 1.056.260,10

Pandbrieven ruim
35
millioen.
‘C IC
k
Mr. M. J.
BOS.

Hypotheken ruim
36
millioen.

Koer8
41/2
pCt. Pandbrieven 99 pCt.

Hypotheekrente vanaf 5 pCt.

776

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Augustus 198

Eerste Nederlandsche Hypotheekbriefbank

‘s-GRAVENHAGE – LANGE VIJVERBERG 9

Geeft af
41/2
o/

en

40/

Algemeene Hypotheekbrieven

tegen beurskoers.

GRONINGSCHE CREDIETO

EN HANDELSBANK

GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM

Kapitaal / 5.000.000
9

Geplaatst en volgestort
f2.000.000,-

Reserves ruim
……
f 387.000,-

VERSCHAFT BEDRIJFSKAPITAAL AAN
LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

Geregelde

Passagiers- en Vrachtdienst

met nieuwe, moderne

post – stoomschepen

INCASSO

DEPOSITO

SAFE DEPOSIT

TUSSCHEN

AMSTERDAM

FRIESCH-GRONINSCHE HYPOTHEEKBANK

EN

AANDEELENKAPITAAL
f
2.500.000

HYPOTHEKEN
±
f
33.000.000
ZUID-AMERIKA

RESERVES
…..ruim

1.000.000

PANDBRIEVEN ± .32.500.000

VIA

NEW YORK

VERKRIJGBAAR:

AOl

11

9
ri
o
even

10!

£1. to
panci

a.
1
Io

4

/
2
O
/O
pandbrieven 99

O/

DE SPAARNE-BANK

HAARLEM

Gestort Kapitaal en Reserves f1.184.000,-

REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERINGEN, ASSURANTIËN

WISSElS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.

PRACTISCH EFFECTENBOEK

Prijs f 1,25

Verkrijgbaar bij dan Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMAR’S UITG.-MlJ, Rotterdam

.jntcrnationate”


uoor
6an

3akelkcn waarbor

to Gron’nn.

37


ranbriQvn

KO
VAN
0710

HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING

HAARLEM, AALSMEER, BEVER’WIJK, BLOEMENDAAL, EDAM, HILLEGOM,

HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, PURMEREND, IJMUIDEN, ZANDVOORT.

Volgestort Kapitaal /3.050.000,—

Reserve /721.500,-

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATA VIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,

MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG,

SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal
/
35.000.000,—

Reserven /17.400.000,-

Algemeene Nesche Hypotheekbank

LEEUWARDEN

Kapitaal f1.000.000,—

Reserves 1 147.573,-

Uitstaand bedrag Pandbrieven ruim

/8.000.000,-

41/20/
Pandbrieven 99
0
/0

4
0/
Pandbrieven â 91
0/

N.V. VAN DER LELTS TOUWFABRIEKEN

ROTTERDAM,

AMSTERDAM,

GRONINGEN,
Boompjes 93.

Prins Hendrikkade 16/7.

Der-A—Brug.
Telefoon: 3277 en
3296.

Telefoon:
7415 N.

Telefoon:
1035.
Telegr.-adr.: Vanderlely. Tel.-adr.: Vanderlely-touw. Telegr.-adr.: Vanderlely.

FABRIEKEN TE MAASSLUIS.

SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afretingen.

VISSCHERIJTOUWWERK.

Geteerd en ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,

Bombay- en Russisch henneptouw.

Cocostouw.

TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare

koppelingen.

STAALDRAADTOUW voor Scheepsgebruik, Liften,

Mijnen- en HiJschwerktuigen. Ijzerwanten Hercules.
1

ALLE SOORTENPAK- EN BINDTOUW

MAATSCHAPPIJ

voor

Solieeps- en Werktuigbouw.

,,FIJENOORD”

ROTTERDAM

Kruisers – Torpedobooten

Onderzeebooten

Mailstoomschepen

Vrachtstoomschepen

Baggermateriaal

Machine-jnstallatje9

tot 65000 P.K.

Scheeps-ZoeIly-Turbjnes

Machines en apparaten voor

Suikerfabrieken, enz.

DE FRIESCHE BANK

(Gebrs. Mispeiblom Beijer 1858

De Friesche Handelsbank 1873).

Gestort Kapitaal
f 2.200.000,—

Reserve
f 220.000,-

HOOFDKANTOREN TE LEEUWARDEN,

Nieuweweg No. 1 en Tweebaksmarkt No. 41,

BIJKANTOREN
TE:
BOLSWARD, DOKKTJM, DRACHTEN (R. K.
ZIJLSTRA),
FRANEKER (W.
HEIJT),
HARLINGEN,
HEERENVEEN, JOURE, LEMMER, SNEEK, STEENWIJK
EN
WOLVEGA.
ZITDAG
TE
GORREDIJK.

Billijk incasso-tarief voor geheel Friesland en Noordelijk Overijsel

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA

AMSTERDAM

BUENOS AIRES

RIO DE JANEIRO

SANTOS

KAPITAAL
f
14.000.000,-

RESERVE
f
2.100.000,-

ALLE BANKZAKEN OP ZUID-AMERIKA

VERLEENT BEMIDDELING TOT HET AANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN

ARGENTINIË
EN
BRAZILIË

DE GRONINGER BANK

Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wildervank,

Veendani, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Hooge-

veen en Ter Apel
(Firma TIMMERMAN & SASSEN)

Kapitaal
16.000.000,—
Geplaatst
Cli
gestort /4.440.000,-

Reserves /
430501,04

VERRICHT ALLE BANKZAKEN

Belast zich met het incasseeren van wissels op binnen-

en buitenland

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22

AMSTERDAM

KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.00Ô,-

DEposrro’s VOOR
1
JAAR FIXE
â
4′
PCT.

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NAAFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER UALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

GEBROEDERS SCHEUER

Assuradeurs en Assurantiebezoigers

Expediteurs en Cargadoors

AMSTERDAM EN ROTtERDAM

Verzekering van Koopmansgoederen tegen

transport, molest, brand en diefstal tegen

concurreerende premiën..

Nederlandsche iist-

en Spiritusfabriek

DELFT

ARTIKELEN:

Gist

Brandspiritus

Zuivere spiritus

Foezelolie

Amyl-alcohol

Aether Sulfuricus

Narcose aether
Kurken en
Gedroogde Spoeling

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

Wester-Suikerraffinaderij

AMSTERDAM

GROOTSTE RAFFINADERIJ

IN NEDERLAND

Levert de mooiste Suiker,

omdat haar zuiveringsver-

mogen het grootst is.

Produceert behalve alle soorten
Melis-

suiker
en
Basterds:

Cri stallen, grooto en kleine, Klont jes
(Cubes), Theeklontjes, Crushed (brokken)
Tabletten, Brooden, Poedersuiker, fijne
2uiker8 voor Vruchtengebruik, ens. ens.

Pletterij, voorheen L. I. Enthoven & Cie – Delft

Wissels, Veerwissels., Goederenwagons, D.raaischijven,

Bruggen, Kappen en Gebouwen, Tanks, Aanlegsteigers.

ZWAAR
EN
LICHT
SMEEDWERK
EN
PERSWERK.

4

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

W
.,L
H. MUL
‘LER & Co.

REEDERS EN KOOPLIEDEN

HOOFDKANTOOR: ‘sGRAVENHAGE

HOLLAND-AMER[KA LWN

GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN

ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILADELPHIA,

BALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,

NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.

Voor inlichtingen wende men zich tot de

HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM’

Scheepvaart-, en Steenkolen-Maatschappij – Rotterdam
Filialen: AMSTERDAM – IJMUIDEN
11
1
– LEEUWARDEN – HARLINGEN

ENGELSCHE SfEENKOLEN
I
L

GEREGELDE LIJNEN VICE-VERSA:

ROTTERDAM – LONDON
;
ROTTERDAM – HULL/GOOLE
;
ROTTERDAM – NEWCASTLE
;

ROTTERDAM – LEITH

VAN RIJN&C

UTRECHT – POSTBUS
40
R. S. ‘STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDil

EENIGE FABRIKANTEN AN DE
U’TRECHTSCHE

FIJNE TAFELMOSTERD

P. Cbs & Leollibruggen

LEIDEN

Opgericht 1 Mei 1766

Tel. Intercomm. 370

Telegr..Adres: CLOS

Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied

WEISE
&
C

ROTTERDAM

O
AMSTERDAM

Sajetten en Wollen

Import van en Handel in
Garens voor Hand- OVERZEESCHE PRODUCTEN

en Machinebreien
speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA
en
BALATA

28 AUGUSTUS 1918

3EJAARGANG No. 139

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ÂlO 1618

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

BLAAUWHOEDENVEEM

VRIESSEVEEM

AMSTERDAM

ROTTERDAM

ANTWERPEN

EXPEDITEURS

MAATSCHAPPELIJK

KAPITAAL:

f 10.000.000,—

EXPEDITIE

IN-
EN
IJITKLARING

ASSURANTIE

RESERVE-

FONDSEN:

f 1.639.297,151

RUBBER-

ETABLISSEMENT

KINA – ETABLISSEMENT

PAKHUIS
EN SIL0-GEsouw
,,ST.
doB”, ROTTERDAM

BEÊEDICDE WEGERS EN METERS

BEWARING VAN KOOPMANSGOEDEREN TEGEN UITGIFTE VAN

,,CEDULLEN AAN TOONDER”

WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN

MODERNE KOEL- EN VRIESIN RICHTINGEN
TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN HANDELSWAREN.

CORRESPONDENTEN:

TE LONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.

BIJKANTOOR TE LVERPOOL.

IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTLIUR”, BATAVIA, ENZ.

DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR
MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND

Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het

behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg

NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ

MAASSLUIS

Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen en

ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met

het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.

NEDERLANDSCE

TRT’SN[‘LATNTISCHE

HYPOTHEEKIANK. TE AMSTERDAM
‘IERKT IN CANADA MET EIGEN KANTOPEN
DIRECTIE:J.MEES TE ANSTERDPJI. LDP.000LEEVEP FORTUYN TE WINNIPEG

5
en
6
0
/
°
JI31I

TFff
4,

IN 3TUKKE24 VAN
f
i000,_.
foo._

fioo._
AFGIFTE TEGEN BE.UP.5KDEG3

w 1
j

—’

DRIJFWERK

Groote voorraad onder-

deelen en complete

installatiën

Assen, Lagers, Koppel-

bussen, Snaarschijven

tot de grootste afme-

tingen

ÂdulNUA6R:/i*’Kh
t:
M 6
t:

MAD)( & Coss BANK

ROTTERDAM, Zuidbiaak 56

‘s-GRA
VEN HAGE, Kneuterdsjk 13

KAPITAAL f 8.000.000,— VOLGESTORT

Directie: P.
J.
VAN OMMEREN, Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S. BOSMAN JR.

Raad van Commissarissen: Mr.
J.
A. LOEFF,J. RIJ PPERDA WIERDSMA, A. C. MEES en Mr. A.
j
MARX

NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK. EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur