Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 120

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 17 1918

1
De aandacht wordt gevestigd op de afgifte
1
van
Binnenlandsche
Credietbri.ven,
1
waardoor in ruim 70 plaatsen in Nederland
OPGERICHT 1 863

1
gelden franco kunnen worden opgenomen.

TE

ZUID-NEDERLANDSCHE

HANDELSBANK

R 0 T T E R DA M.
Kapitaal
f
3.000.000,-

EINDHOVEN

TILBURG – ‘s-HERTOGENBOSCH

BREDA – MAASTRICHT – SITTARD

VENLO

Belast zich met

de behandeling van alle bankzaken

SAFE DEPOSIT

17 APRIL 1918

Economis

chpdStatistische

Be
‘richten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER

3E JAARGANG

Stoomva&t Maatschappij

NEDERLAND

AMSTERDAM.

Stoomvaart-Maatschappij

ROTTERDAMSCHE -LLOTI)

ROTTERDAM.

TIJDELIJKE MAILDIENST.

JAVA—SAN FRANCISCO Vice Versa

via

Singapore, Hongkong, Nagasaki,
Yokohama en Honolulu.

VRACHTBOOTENDIENST

van
Aanster
d
dem
naar
Java
en dc verschil-
Rott.ram
lende havens in den
Oojt-Indlschen Archipel,
tijdelijk via het Panama-Kanaal.

JAVA—NEW YORK LIJN.

Geregelde vrachtbootendienst van
New York
naar
Nederlandsch-Indiê
vice versa, via het
Panama-Kanaal van de Stoomvaart-Maat-
echappij ,,Nederland”
en
,,Roilerdamsche
Lloyd”, in samenwerking met andere
Maatschappijen.

JAVA—BENGALEN LIJN.

Geregelde dienst van
Nederland:ch-Indi
naar Rangoon en
Calcutta
vice versa.

JAVA-CHINA-JAPAN LIJN.
Geregelde stoomvaartdiensten tueschen
Nedcr1andsch-Indi, China en
Japan.

JAVA—PACIFIC LIJN.

(onder Directie der Java—China—Japan
Lijn) maandelijkeche dienst tusachen
Neder-
Idndsch-Indle
en
San Francisco,
via
Manilla
en
Hong-Kong.

F. & W. VAN DAM

Makelaars in Assurantiën

Wijnhaven 63 – Rotterdam

belasten zich met het

plaatsen van

alle Assurantiën,

onverschillig van wel-

ken aard, geene uit-

gezonderd.

WOENSDAG 17 APRIL 1918

N.V. Purness’ Scheepvaart-

en Agentuur Maatschappij

ROTTERDAM—AMSTERDAM

Telegram-Adres:
„FURNE8S”
Telefoon
Nos. ROTTERDAM 7744/47
AMSTERDAM N 6866, N 1287

Reeder,, Cargadoors, Expediteurs, Kolen-
handelaren, Stuwadoor,, Assuradeurs, etc.

Speciale afdeeling voor het bevrachten

van scheepsladingen per stoomende en
zeilende ruimte.

AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN

GEREGELDE
LIJNEN VAN EN
NAAR: BALTIMORE (Heil. Amer. Lijn) elke
10114
dagen
‘CARDIFF (en Birmingham District) wekelijks
‘MIDOLESBROUGH
…..eiken Zaterdag
‘BTOCKTON
ON
TEES .
eiken Zaterdag
‘SUNOERLANO
……..•lken Zaterdag
‘ALEXANDRIE ……aike
2/3
waken
CANADA (via Londen) . . .

eike
10
dagon
AUSTRALIE (via Londen) . .

elke
14
dagen
‘ZUID-AFs! ERlKA
‘7
via Antwerpen) elke
2/3
waken
‘MAROKKO (vIantwerpen) . elke
14
dagen
CUBA (via Liverpooi). . . . elKe
10
dagen
Doorvrachten naar en van alle doelen der wereld.
Levering van Engeleche Stoomkolon en
Osskolen.
* Diensten tijdens den oorlog gestaakt.

N a t i o n ale

Levensverzekering-Bank

No. 120

ROTTERDAMSCHE

BAli VEREENIGING

Rotterdam ‘s-Gravenhage

Boompjes

Mauritakade

Delfshaven

Bezuidenhout
Feijenoord

Kneuterdijk
Glashaven

Naaldwijk
Schiedam

Rijswijk
Vlaardingen

Scheveningen

Amsterdam
Rokin

Zaandam

KAPITAAL
EN
RESERVEN

/ 66.000.000,-

NATIONALE

BANIVEREENIGING

Hoofddirectie en Centrale

Administratie te Utrecht

Alkmaar, Alphen a. d. R., Amersfoort,
Apeldoorn, Arnhem, Assen, Barneveld,
Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den Burg
(Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
Drachten, Ede, Franeker, Geldermalsen,
Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo, Gronin-
gen, Haarlem, Harlingen, Heerenveen, Den
Helder, Hengelo (0.), Hoogeveen, Hooge-
zand, Katwijk, Leeuwarden;Leiden,Lochem,
Meppel, Middelburg, Oostburg, Purmerend,
Schagen, Schoonhoven, Sliedrecht, Sneek,
Stadskanaal, Terneuzen, Tholen, Tiel,
Uithoorn, Utrecht, Veendam, Veenendaal,
Vlissingen, Wildervank, Woerden, Ijmui-
den, Zeist, Zierikzee, Zutfen, Zwijndrecht

KAPITAAL
EN
RESERVEN

/
6.900.000
9

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Rotterdamsche Scheepshypotheekbank

Commissarisse
°
n: Mr. J. B. VAN BERCKEL, Directeur der ‘s-Gravenhaagsche Crediet-Vereeniging en
Deposito-Kas; D. G. VAN BEUNINGEN, Directeur der Steenkolen-Handeisvereeniging; *Mr. J. COERT,
Advocaat; Z. W. C. DEKKERS, Lid der
firma
Erhardt
&
Dekkers; Mr. TH. A. FRUIN, Advocaat; *J. VAN DER GIESSEN, Directeur der N.V. C. van der Giessen
&
Zonen’s Scheepswerven;

A. GLEICHMAN, Lid
der firma M. van Marie; J. B. A. JONCKHEER, Directeur der Stoomvaart-Maatschappij ,,Nederiand”;
Mr. K. P. VAN DER MANDELE, Directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging; J. MEES Mzn., Lid der firma Bonn
&
Mees;

PHS.
VAN OMMEREN Jr., Lid der firma Phs. van Ommeren; J. RYPPERDA WIERDSMA, Directeur der Holland-
Amerika-Lijn, te Rotterdam.
Raad van Toezicht.

Directeur: Mr. W. C. MEES.

Uitgifte van 5 pCt. PANDBRIE VEN

2

NEDERLANDS.CHE
HANDELMAATSCHAPPIJ

GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—’

STATUTAIRE RESERVE
f11.595.462,-

Hoofdkantoor: AMSTERDAM

Ageutsdhappen te ROTTERDAM en ‘s-GRAYENHAGE.

Vestigingen in de voornaamste plaatsen van NEDERLANDSCH-INDIÊ,

in de
STRAITS-SETTLEMENTS,
in
BRITSCH-INDIË
en in
CHINA.

In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

vm
wax
e
– 0
a %ïaézoi

3

wZz?2

CREDIETVEREENIGING

Gevestigd te AMSTERDAM

Opgericht 1853

KAPITAAL
f
5.000.000,—

.

.

RESERVES
f
1 .200.000,—.

HOOFDKANTOOR en BIJKANTOREN te AMSTÈRDAM

AGENTSCHAPPEN te:
ALKMAAR,
ARNHEM, DEVENTER. DORDRECHT, ‘s-GRAVENHAGE, GRONINGEN,

LEEUWARDEN,
MAASTRiCHT,
MIDDELBURG, NIJMEGEN,
ROTrERDAM, TILBURG,
UTRECHT
en
ZWOLLE.

CREDIETEN.
REKENING-COURANT
met
Rentevergoeding. DEPOSITO’S. INCASSEERINGEN.

Aan- en Verkoop van CHEQUES
OP HET
BUITENLAND.

Reeders en Cargadoors

GEBR.VAN
UDEN
Bevrachtingsagenten

Expediteurs

KOOP en VERKOOP VAN SCHEPEN

ROTTERDAM’

AMSTERDAM

ZAANDAM

Telegram-Adres: ,,VANUDEN”

R. MEES
&
ZOONEN

ANNO 1720

BANKIERS

.

ASSURANTIE-MAKELAARS

SCHIEDAM

ROTTERDAM

VLAARDINGEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van, alle, Assurantiën

ECONOMISCHSTATISTlSCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM

BATA VIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLLNGGO, SEMARANG,
SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL.
TJILATJAP,
WELTEVREDEN.

Kapitaal /35.000.000,—

t

Reserven /17.400.000,-

NV. W. vao Opiefs,

Stoomboot
ON
Tpanspoptonde”Pneiningen

ROTTERDAM

Reeders, Cargadoors, Expediteurs, ZeebevraGhtillgsagenteu

Telegramadres: FIAT.

Telefoonnummers: 1958,
1977, 1997.

GEBR_
OEDERS SCHEUER

Assuradeurs en Assurantiebez’rgers

Expediteurs en Cargadoor’s

AMSTERDAM EN .ROTTËRDAM

Verzekering van Kooprnansgoedeien tegen

transport, molest, brand en diefstal tegen’

concurreerende premiën.

FRANSCH-HOLLANDSCHE

OLIEFABRIEKEN

,,CALVÉ -DELFT”

TE DELFT

ARTIKELEN:

Delftsche Slaolie

Arachide-olie

Sesam-olie

Soya.olie

Bakkers-olie

Plantenvet Delfia

Cocos-olie N. 0. F.

Grondnotenkoeken en -meel

Sesamkoeken en -meel

Cocosmeel

NAAMLOOZE VENN0OTSCHAP

Wilio

n

s
MachinetauriekenScheepswerf

ROTTERDAM

Scheepsbouw en Machinefabriek
Speciale inrichting voor reparatlen van eiken omvang

Drie droogdokken met’

‘ lichtvermogen tot
14000
ton

Dwaihe11ing

Drijvende kranen met [ichtvermogen tot
120
ton

Telefoon: 7303 en 7304

Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam

WERKSPOOR, AMSTERDAM

Land- en Scheeps-Machines – Dieselmotoren

Installatiën voor Suikérfabrieken – Polderbemalingen

Rollend Spoorwegmateriëel – Ijzerconstructiën

ECONOMISCH-SfATISTISCHE BERICHTEN

jnternationale Bank”.
MAATSCHAPPIJ

1!)

voor Zakelijken Waarborg
voor

(

fl

1

TE GRONINGEN
Scheeps- e

Werktuigbouvi

Geeft
5
%
PANDBRIEVEN uit in stukken van
,,FIJENOORD”

f
1000 en
f500
tegen den koers van
97
%
ROTTERDAM

Kruisers


Torpedobooten
ONTVANG-
EN
BETAALAS
Onderzeebooten
NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22

AMSTERDAM

Mailstoomschepen
KAPITAAL EN RESEItVEN
f
5.500.000,—

Vrachtstoomschepen

DEposiTo’s
VOOR 1 JAAR FIXE
i
4 PCT.
Baggermateriaal

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

Machine-ibstallatiea

tot 65000 P.K.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

S
C
e
p –
h e s Zoeily

u binea

r

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PRHALF JAAR
Machines en apparaten voor
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
Suikerfabrieken, enz.

DE.
SPAARNE-BANK


HAARLEM

Gestort Kapitaal en Reserves
f
1.184.000,-

REKENINS-COURANT, CREDIETEN, INCAS8EERINOEN, ASSURANTIËN,

WISSELS,

EFFECTEN,

COUPONS, PROLONOATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.

The Pkvan Offiffieroil Corporatioli of NeYork

BROADWAY

NEW

HO

1

42

YORK

belast zich met expeditie en verscheping van goederen van
.

Amerika naar Holland, Ned. Oost- en West-Indiö

enz. enz. en desgewenscht ook met opdrachten van A
l
hi
aeren aard

.

.
..
.

Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door
.

.

.

.

.•.

PHS VAN
OMMEREN,.Rotterdam

… .
….

VAN D.EN BERGHS, LwITED

Margarine-Fabrikanten, Rotterdam

NUGH & VAN
HEI DRING &PIERSON

DIT li A R

S

BANKIERS

‘s-Graven hage, Korte Vijverberg, hoek Doelenstraat.

KLUISINRICHTING.

UITGEJERS-MIJ
Bewaarplaats voor Koffers met waardevollen inhoud en

EIGEN BRANDKASTEN.

ROTTERDAM
Verzekering tegen alle gevaren aan bewaargeving verbonden.

Wijnhaven 111-113
Tel.
7841-’42-’43-61
VEREENIGDE CHEMISCHE FABRIEKEN

Belast zich met het

Telefoon: 2053,2072
en 2073

Hoofdkantoor: Haringvliet
No. 100

.
Telegram-Adres: ,,RODUMA”

ROTTERDAM

KUNSTMESTSTOFFEN

ten op eIk gebied
Fabrieken te: KRALINGSCHEVEER, ZWIJNDRECHT
en
GRONINGEN

/

17 APRIL 1918

3E/AARGANG No. 120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Â14O 1016

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

BLAAUWHOED.ENVEEM

VRIESSE VEEM

AMSTERDAM

ROTTERDAM

ANTWERPEN

EXPEDITEURS

..;

MAATSCHAPPELIJK

KAPITAAL:

.


i4

•-‘
-:

RESERVE-

FONDSEN:

f 10.000.000
1

f1.504.485,16

ASSURANTIE

EXPEDITIE

INTERNATIONALE

IN-
EN
UITKLARING

TRANSPORTEN

SAMENLADING

PAKHUISEN SILO-GEBOUW ,,ST. JOB”, ROTTERDAM

BEÈEDICDE WEGERS EN METERS

BEWARING
VAN
KOOPMANSGflEDEREN
TEGEN
UITGIFTE
VAN

,,CEDULLEN
AAN
TOONDER”

WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN

CORRESPONDENTEN:

TE LONDEN: BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.

BIJKANTOOR TE LIVERPOOL.

IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM”, BATAVIA, TANDJONG PRIOK, ENZ.

DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR

MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND

Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het

behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg

NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ

MAASSLUIS

Contracteeren voor het bergen van gezonken schepen en

ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met

het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.

NEDERLANDSCH

TR4S)TLANTISCHE

HYPOPHEEKBANK. TE AMSTERDAM
RKT IN CANADA MET EIGEN IÇ.ANTOREN
DCTrrJ.NEE5 TE A45TERDA31. LDROOGLEEVER FORTUYN TE WINNIPEG

0/ .PA1MIILWIN

‘ 1/0
IN ,STUIÇEN VAN
fa
1000,_. t 500.- EN
f
ioo,_
AFOIPrE TEGEN 5EUPSOE

MOTOR LOCOMOTIEVEN

TRANSPORTWAGENS

VOOR ALLE DOELEINDEN

AANLEG VAN

FABRI EKSSPOOR

Ir

SPOORWECMATERIEEL

ROTTERDAM, Zuidbiaak 56

MARX S Co
,
s BANK
,
s-GRAVENHAGE, Kneuterdijk
13

KAPITAAL f 8.000.000,— VOLGESTORT

Directie:
P.
J.
VAN OMMEREN, Jhr. D. F. REUCHLIN, S. S. BOSMAN JR.

Raad van Commissarissen: Mr.
J.
A. LOEFF, J. RUPPERDA WIERDSMA. A. C. MEES en Mr. A. J. MARX

NIJGH & VAN DITMAR’S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ. ROTTERDAM

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

w H.

MULLER
&
Co.

REEDERS EN KOOPLIEDEN

(

HOOFDKANTOOR:
‘sGRAVENHAGE

•1;;

HOLLAND-AMERIKA’LUN

GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN

ROTTERDAM
en
NEW YORK,1 BOSTON, PHILADELPHIA

BALTIMORE, NEWPORT NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,

NEW ORLEANS, CUBA. ME)ICO
en
NEW
YORK—JAVA.

Voor inlichtingen wende men zich tot de

HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM

Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij

Rotterdam

Filialen: AMSTERDAM

IJMUIDEN! LEEUWARDEN

HARLINGEN

ENGELSCHE STEENKOLEN

GEREGELDE
LIJNFN
VICE-VERSA:

ROTTERDAM

LONDÔN; ROTTERDAM

HûLL/GOOLE; ROTTERDAM

NEWCASTLE;

ROTTERDAM—LEITH

UTRECHT

POSTBUS 40
R. S. STOKIS
&
ZONEN Ltd

ROTTERDMI

LENIGE FABRiKANTEN
PAN DE UTRECHTSCHE
:.:.

J..

FIJNE TAFELMOSTERD

P. Cbs
&
Leombriiggell

LEIDEN
Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied

Opgericht 1 Mei 1766

Tel.
lutercomm.
370

De Erven de Wed. J. van Nelle

Sajetten en Wollen
ROTTERDAM

Garens voor Hand-
Tabaks-
en Sigarenfabrieken

en Machinebreien
Koffiebranderij

Theehandel

17 APRIL
1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEJY

(

E

Berl”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANG

WOENSDAG 17 APRIL 1918

No. 120

INHOUD
BIz.
VOORTBRENCINC EN ARBEIDSPLICHTdOOr
Mr. A. R. Zimmerman
321
De Zuiderzee-Polders door
1. B. Löhnis ……………..
322
Ontginning van Aardolie in Djambi door
Dr. J. Rueb
325
Index-cijfers

………………………………..
327
AANTEEKENINGEN:
De Oorlogsclausule bij syndicaatsvoorwaarden
……..
328
Resultaten der Lever Bros fabrieken

…. .. ……….
328
Het draadloos station te Nauen

…………………
329
Het verkeer 01) de Seine

……………………..
329
OVERZICHT VAN TIJDSCIjRIvrEN
……………………
329
REGBERINGSMAATREGELEN
OP
HANDELSCEIIIED

…………
330.
MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmij’s
(1917).. ..
331
Productie der Kolenmijnen
……………………
331 STATISTIEKEN EN OVERZICR’TEN

………………
331-340
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.

Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD EOONOMISCH-STATIBTIBCHE BERICHTEN
Secret aris-Redacteur:
G.
E. Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Telef. Nr. 8000. Telegr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonneinentsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f 12,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen hei
weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abor&n’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

15 APRIL
1918.

In tegenstelling met de vorige berichtsperiode was

deze week de stemming op de discontomarkt vaster

maar daarentegen voor prolongatie meer geld beschik

baar. Het gevolg was, dat de prolongatiekoers belang-

rijk kon terugloopen. Geopend op
43%
püt. was aan

het eind der week tot 4 pOt. overvloedig geld aange-

boden.

Aanvankelijk waren ook de discontokoersen terug-

loopend, zoodat voor 23% pOt. verd afgedaan,. Ook

ditmaal was het geringe aanbod van wissels de hoofd-

oorzaak van de flauwe stemming. Bij iets grooter aan-

bod werd de stemming alras vaster, térwiji na de

mededeeling van den Ministea. ‘van Financiën, dat

andermaal een beroep op de geldmarkt gedaan zal

worden tot het plaatsen van schatkistpapier, de dis-

contokoersen verder aantrokken en er tot 3 pOt. bewil-

ligd werd.

Aan schatkistpapier worden aangeboden drie- en zes-

maands promessen en 4
3
%
pOt. schatkistbiljetten met

een looptijd van een jaar tot een totaalbedrag van

70 millioen gulden. De inschrijving is opengesteld op

Vrijdag 19 April a.s.

De omzetten op de wisselmarkt waren buitenge-

woon gering. De koersen voor wissels op de oorlog-

voerenden waren over het algemeen vastQr, maar door

den uiterst geringen handel bleven groote koersstij-

gingen uit en had de geheele markt een bom aanzien.

Van de neutrale wissels was Zwitserland station-

tair en Skandinavië eerder flauwer, daarentegen

Spanje buitengewoon vast. Zonder omzetten van be-

teekenis klom de koers van 55,25 tot 57, terwijl heden

tevergeefs 58,50 geboden werd en, uit Zwitserland en

Londen koersen geseind werden, die op een pariteit

van 60 wezen. De noteering van Londen in Madrid

daalde tot circa 16,70.

VOORTBRENGING EN ARBEIDSPLICHT.

Nadat daarop reeds veel eerder herhaaldelijk en
met kracht – niet het minst van uit Rotterdam –
was aangedrongen, is dan eindelijk het wetsontwerp
op den burgerlijken dienstplicht verschenen, helaas
te laat om in het rampspoedige jaar 1918 nog een
eenigszins beteekenenden invloed ten goede op de oogstopbrengst te kunnen hebben. Moge dit te be-
treuren zijn, de indiening op zich zelve is van harte toe te juichen en men kan slechts hopen dat de Sta-
ten-Generaal eene regeling van deze strekking, de
uitwerking voor het oogenblik daargelaten, spoedig
tot stand brengen.

Het ontwerp rust op het onaantastbaar juiste begin-
sel dat; evenzeer als voor het politiek behoud der
natie militaire lasten .worden opgelegd, voor het
economisch behoud maatschappelijke arbeidsveriich..
ting moet kunnen worden gevorderd. Het schouwspel
dat ons land op dit oogenblik oplevert: gebreklijdend
en koudeljdend op een overrijken bodem, die èn voe-
dingsmiddelen èn brandstoffen in ruime mate kan
opbrengen, is kortweg beschamend en dat nog te meer
omdat aan die ons geschonken voorrechten zich paart
een ‘reusachtig groot, ongebruikt menschelijk arbeids-
vermogen, gelegen in de tienduizenden en nog eens
tienduizenden lediggaande werkeloozen in
alle klas-
sen der bevolking, rijken en armen, mannen en vrou-
wen,
gezwegen nog van de zoo langzamerhand toch
wel eens te overwegen mogelijkheid’ van demobilisatie
op grooter of kleiner schaal. Niet alleen vloeien thans
natuurlijke hulpbronnen niet of veel kariger dan
mogelijk was, maar wij hebben het zelfs zien toelaten
dat in den bangen tijd, welken wij doorleven, de arbeid

II
322

ECONOMISCH-STAIISTISCHE BERICHTEN

17 April 1918
1

gestaakt werd in bedrijven, die vooi het stoffelijk
behoud van het volk volstrekt noodig zijn. Zoo werd
ten vorigen( jare de z.g. havenreserve met al haar
groote nadeelen aanvaard, omdat men meende niet op
andere wijze de graanlossing voortgang te kunnen
doen hebben. Terwijl men in het westen des lands
zich bittere ontbering in de verwarming der woning
had te getroosten, lagen en liggeii in het oosten en in
het noord-oosten uitgestrekte venen onontgonnen of
geweldige massa’s turf opgehoopt, deels omdat de
arbeid was nedergelegd en omdat schippers hun dien-
sten weigerden.

Dat eindelijk een wet zal worden gemaakt waardoor
aan dergelijke toestanden paal
en
perk zal kunnen
worden gesteld, daarin kan men zich slechts verheu-
gen en hoewel aan Nederland veel ellénde bespaard
zou zijn gebleven indien deze wet er eerder ware ge-weest, zoo mag toch in zooverre niet gezegd worden
dat deze daad achter de feiten aanloopt, omdat juist
in den toestand waarin wij door welke oorzaken dan
ook gebracht zijn, het moeilijk is een voorziening te
noemen, waaraan ons land op dit oogeublik meer
behoefte heeft dan eene,. welke de mogelijkheid opent
den Nederlandschen arbeid in den vollen, beschikba-
ren omvang aan te wenden tot ontwikkeling der
natuurlijke rijkdommen van het land.

Het spreekt wel vanze]1 dat tegenover den arbeids-
plicht goede belooning behoort te staan en dat, voor-
zoover de arbeidskrachten aan hunne woonplaatsen
worden onttrokken, een regeling voor de verzorging
van het gezin moet worden getroffen, zooals dit iè
geschied voor de gezinnen der gemobiliseerden. In
dat opzicht betoone men zih niet schriel: niet door
ruime betaling van goeden arbeid verarmt een land, maar wel door betalingen en uitdeelingen in allerlei vorm en onder allerlei namen zonder dat daartegen-
over arbeid wordt verricht. Er is dan ook geen reden
om te vreezen dat op den duur uit de kringen der
werklieden verzet tegen den burgerlijken dienstplicht
zal worden geboden. Wanneer met hunne vertegen-
woordigers overleg wordt gepleegd, is medewerking
te verwachten: ook daar heerscht de overtuiging dat
de bestaande toestanden het gebrek bestendigen, ja
vergrooten,, op zedeljkheid en wilskracht een nood-
lottigen invloed hebben en niet mogen voortduren
Het is begrijpelijk dat men in de huidige omstan
digheden d6 invoering van den maatschappeljken
arbeidsplicht het eerst beziet in verband met recht-
streeksche bevrediging van de eigen behoeften der
bevolking. De zaak heeft echter nog wijdere strekking.

Het zal nu wel niet meer ontkend worden, dat trots de hooge vrachten en den tijdeljken nijverheidsbloei,
in weerwil van het conseutenprofijt en de oorlogs-winsten en niettegenstaande al het bankgoud en de
grootere geldcijfers van inkomens en vermogens, het
land aan het einde van den oorlog in waarheid sterk
verarmd zal zijn, meer nog dan vroeger afhankeljI
van het buitenland en minder dan weleer in staat om
aan den vreemdeling goederen te leveren of diensten
te bieden. Vraagt men zich af wat wij tegenover al
hetgeen wij van elders zullen behoeven, eigenlijk nog
voor begeerljks hebben af te staan, dan is het ant-
woord waarschijnlijk niet bemoedigend.

Tegenover die ougunstige verhouding nu, welke op
verschillend gebied merkbaar zal worden, bestaat geen
ander geneesmiddel dan georganiseerde arbeid.
Arbeid, toegepast allereerst op wat ons onvervreemd-
baar goed is: den rijkdom onzer landen en onzer
wateren. Daar liggen de uitredding en het herstel;

en
het heden en de toekomst stellen ons in stoffeljken
zin geen ernstiger vraag dan deze: hoe kunnen wij de
natuurlijke hulpbronnen, ons geschonken, tot de
grootst mogelijke ontwikkeling brengen; hoe kan de
arbeid van ons volk, zijn kennis, zijn schrandèrheid

en
zijn vlijt, z66 geleid worden dat het niet alleen in
eigen behoeften voorziet, maar overhoudt voor den
ruilhandel met. anderen?
Die vragen zullen niet bevredigend “kunnen worden

beantwoord indien niét, zooals op een in nood ver-
keerend schip, een ieder die daartoe beschikbaar is,
verplicht wordt zijn geest of zijn handen te gebruiken
voor het behoud van allen te zamen, en indien niet
voorgoed gebroken wordt met onze ,,crisispraktijk”
om de belofte dat ,,in Nederland geen honger zal wor-
den geleden” na te komen, niet door voortbrenging
van goed, maar door uitdeeling van geld.

Dit alles ligt opgesloten in een goede regeling en in
een doeltreffende toepassing van den maatschappelij-
ken arbeidsplicht. ‘Zegt men, dat centrale’ arbeids-
oplegging veronderstelt dat de voortbrenging tot de
taak der gemeenschap wordt gebracht en dat dit ons
voert naar het socialisme, dan moge er op gewezen
worden dat ‘de arbeidsplicht ten behoeve van het ge-
heel niet de slechtste kant van het socialisme is en
dat het honderdmaal beter is dat deel van het stelsel
te aanvaarden dan om zooals wij gedurende de
laatste 20 jaren, en sinds 1914 in hollende vaart deden
– te handelen naar de dwaalleer dat het materieele
welzijn van groote bevolkingsklassen te verbeteren is
door geidverstrekkingen. Wat in het socialisme hier
te lande — of doe ik beter van radicalisme te spre-
ken? – mij steeds het gevaarlijkst scheen, dat was de
blinde verwarring tusschen geld en goed, het voort-
durend doordrjven van hoogere geldbetalingen aan
ééne klasse der maatschappij zonder daarbij prestatie
vermeerdering te bevorderen, de waan dat het stof-felijk gerief was te verhoogen döor geld en toeslag,
door kunstmatige prjsreducties en door matiging van inspanning, met voorbijgang van het volstrekt eenige
middel dat de menschheid daartoe heeft, te weten
vermeerdering der voort bren ging, ver grooting van

arbeidsinten,siteit.

Dat was de negatieve, de destructieve kant van het
socialisme, zooals het zich in de praktijk en in de
politiek
bij
monde zijner aanhangers en achterloopers,
zijner naijveraars en vreezers uitte. De arbeidsplicht
voor allen is de positieve, de constructieve kant der
zaak, en de nood stelt thans dien kant in’ het heldere
licht dat te lang omfloersd bleef.

Armer zullen wij na den oorlog zijn. De weelde van
weleer zal niet terugkeeren en moet niet terugkeeren.
Maar nood en gebrek behoeft ons volk niet te lijden:
het wapen daartegen is ons geschonken in ons vader-
landsch erfdeel en in onze hoofden en handen.
Aan orde en aan arbeid behoort de toekomst en als
die de huishouding der natie komen te besturen, dan
zal dat’ zijn de oorlogswinst bij uitnernendheid,
de oorlogswinst voor allen.
A. R. ZIMMERMAN.

DE ZUJDE.RZEE-POEDERS.

In het onderstaand artikel worden eenige beschou-
wingen gewijd aan vraagstukken van landhuishoud-
kundigen aard, welke zich bij het in gebruik nemen
van het 4-tal ontworpen Zuiderzee-polders zullén
voordoen.

Hierbij blijve buiten beschouwing de behandeling
van vraagstukken, welke de uitvoering van het groote
werk op de omliggende gronden zal uitoefenen. De
zoetwatervoorziening’ van Friesland en Noord-Hol-
land, een eminent belang, blijft dus a’l dadelijk buiten
behandeling. Zulks is eveneens het geval met den
invloed, welken de afsluiting vaû de Zuiderzee zal
uitoefenen op den waterstaatkundigen toestand in de
omliggende provinciën. Ik zal mij alzoo bepalen tot
het leveren van eenige beschouwingen rechtstreeks
samenhangende met de inpoldering van het uitge-
strekte gebied.
Als uitgangspunt weusch ik hierbij te nemen den
Wieringermeerpolder en wel hoofdzakelijk, omdat het
plan van drooglegging van dezen noordwestelijken
polder veel beter bestudeerd is, dan dat der drie
overige polders. Voor deze bijzondere studie werd toch door den Rjkswterstaat in 1911 een afzonder-
lijk Bureau van Onderzoek ingesteld, waarvan de re-
sultaten, van het onderzoek in druk zijn verschenen.

17 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

323

Zooals bekend, zal de Wieringermeerpolder, na af-
trek van wegen en vaarten, een bebouwbare opper-
vlakte beslaan van 18.700 H.A., dus ongeveer do
grootte van den Haarlemmermeerpolder. l)e vier
Zui-

derzee-polders bij elkaar, zullen een oppervlakte heb-
ben van 194.410 H.A., dus ongeveer gelijkstaande met
de oppérvlakte van de provincie Zeeland, welke
1.83.000 H.A. bedraagt.

VUE
E APOEN

MARLINGEN

TEX

OOLWARD

PW

OHuOER
E

T’OZU
eMMER

BLOhZkJL

U1MUEU

4?M

RK
O)LM

ALQIAAfl

,,ipri
ZWOL
LOAM.

NDAM


ueL

-J

LID

omwui
PLM
M5tR

tHLZR5lJlj
MWKERA

Het ligt in de bedoeling de droogmaking van de
Wieringermeer het eerst ter hand te nemen en deze
geheel af te werken, alvorens met de verdere inpolde-
ring door te gaan. Daardoor is deze eerste polder als
h.et ware als een reusachtig proefterrein te beschou-ven, en zonder twijfel zal van de aldus opgedane er-
varing veel nut getrokken kunnen worden voor de verdere landaanwinning. Daar de Wierijigermeer-
poldèr aanmerkelijk kleiner is dan althans twee der
overige polders, mag men verwachten, dat de te over-
winnen moeilijkheden hier het minst groot zullen zijn.
Na den Wieringermeerpolder komt het eerst aan de
beurt de Hoornsche polder, welke % grooter zal zijn,
nl. 27.820 H.A. De Zuid-Oostelijke polder tegen
Utrecht en Gelderland gelegen, zal 98.990 H.A. be-
slaan, terwijl de Noord-Oostelijke, grenzende aan
Overijsel en Friesland, op 489.000 H.A. wordt ge-
schat. Daar blijkens het ruim 2000-tal grondboringen
de geaardheid van de gronden in de vier polders in
hoofdzaak althans, van dezelfde geaardheid zal zijn,
ligt het voor de hand, dat de ervaring, in den proef-polder opgedaan, uiterst leerzaam materiaal zal op-
leveren tot het oplossen der zooveel
moeilijker
vraag-
stukken, ten opzichte van de grootere polders. Het is
dan ook als een stellig voordeel te beschouwen, dat
men niet in eens geplaatst wordt voor de oplossing
van het vraagstuk, op welke wijze de 200.000 H.A. in
eens in cultuur waren te brengen, maar dat zulks ge-
leidelijk zal kunnen geschieden. Deze geleidelijke af-
werking zal zonder twijfel aan het slagen van de
grootsche onderneming ten goede komen.
Een halve eeuw zal allicht met de uitvoering van
het geheele werk gemoeid zijn. Dit groote tijdsver-
loop nu wettigt de verwachting, dat het gevaar van
overlading van de markt met grondwaarden zal wor-
den voorkomen, dat de bezwaren om deze uitgestrekte
terreinen van passend menschenmateriaal te voorzien
uit den weg zullen worden geruimd, en dat het vraag-
stuk, hoe in de reusachtige behoefte aan. bouw- en

andere materialen te voorzien, een doeltreffende op-
lossing zal vinden.
• Wat nu de meer uitgewerkte plannen betreft voor
den Wieringermeerpolder, zoo werd bij Ministeriëele Beschikking van 22 Febr. 1911 No. 231, Afd. Water-
staat, een Wieringermeer-Bureau ingesteld, onder
leiding . van den ingenieur van den Rijkswaterstaat
De Blocq van Kuffeler. Ten einde de noodige samen-
werking met de provinie Noord-Holland te verkrij-
gen, werd na overleg met het betrokken College van
Gedeputeerde Staten, bij Ministerieele Beschikking
van 14 Juni 1911, No. 234, Afd. Waterstaat, hepaal, dat. de werkzaamheden van het bureau onder voort-
durend toezicht worden gesteld van den hoofdinge-
nieurdirecteur van . den Rijkswaterstaat in de 9de
Directie, den heer
H.
Wortman, alsmede van den
hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat in Noord-
Holland, den heer Jhr. C. J. A. Reigersman.
De werkzaamheden van het bureau bepaalden zich
hoofdzakelijk tot het verzamelen van gegevens, le.
omtrent den waterstaatkundigen toestand van de om
de Wieringermeer gelegen landen, 2e. voor de bepa-
.ling van de sterkte der bemaling, waarbij ook het
zeer belangrijke kwelvraagstuk behandeld werd, 3e.
omtrent de samenstelling en constructie der dijken. Van den. arbeid van het bureau verscheen in Maart
1914 een uitvoerig gedrukt verslag, met een 7-tal
bijlagen. Het rapport is verdeeld in 7 hoofdstukken.
loofdstuk III behandelt de kwel, hoofdstuk IV de
bemaling, Hoofdstuk V de yerkaveling, Hoofdstuk VI
begrooting van kosten en het werkplan.
Wat meer in het bijzonder het behandelde in Hoofd-
stuk V. de verkaveling, betreft, zoo rees in de eerste
plaats de vraag, of de geheele droogmakerij als één
geheel geexploiteerd moet worden, dan wel of het
gewenscht zal zijn haar in verschillende polderafdee-
lingen te verdeelen. Op het voetspoor van den ont-
werper der plannen van de Zuiderzee-Vereeniging is
besloten, in verband met de diepte-ligging der gron-
den, de geheele droogmakerij in vier afdeelingen te
veideelen. Zulks is ook in overeenstemming met het
advies van de Commissie van Landhuishoudkundi-
gen,
1)
welke Commissie werd ingesteld om de Regèe-
ring van advies te dienen bij het opmaken van het
wetsontwerp 1907, en die bijgevoig de plannen uit
een cultuur-technisch oogpunt had te bezien. De vor-
ming van polderafdeelingen levert uit den aard der
zaak bezwaar op, door het vormen van waterscheidin-
gen, welke de vrije doorvaart belemeren. Hierin
kan natuurlijk eenigermate tegemoet gekomen wor-
den door den bouw van schutsluizen tusschen de ver-
schillende polderafdeelingen, maar in de eerste plaats
is zulks tamelijk, kostbaar, en in de tweede plaats moet
al het verkeer te water over de schutsluizen worden
geleid, wat uit den aard der zaak eenigszins belem-
merend werkt.
Toch is het vormen van polderafdeelingen in de
Vieringermeer niet te ontgaan; uitgestrekte terrei-
nen zijn meer dan 3,5 M. hooger gelegen dan de laag-
ste, welker hoogteligging beslissend zou
zijn
voor het
polderpeil, zoodat, al moge men tegenwoordig steeds
meer op diepe ontwatering aandringen, zonder het
vormen der afdeelingen, vele gronden te hoog boven
het polderwater gelegen zouden zijn en bovendien de
kosten van het grondwerk voor de verkaveling zeer
belangrijk zouden stijgen. Met het oog op de inklin-
king, rekende de Staatscommissie, dat het polderpeil
in elke afdeeling gelegen zou zijn 2 M. beneden de
laagst gelegen punten van het maaiveld. Ook de Com-
missie van Landhuishoudkundigen heeft zich hiermede
vereenigd, dit peil voorloopig voldoende achtende,
maar zij uitte. den wensch, dat bij de uitvoering der
werken de mogelijkheid Werd opengehouden het pol..
derpeil later nog te kunnen verlagen.
Ook ten opzichte van het verkavelingsplan heeft- de

*) Deze Commissie bestond uit de heeren: H. J. Lovink,
voorzitter
;
F. B. Löhnis, secretaris, K. Breebaart Jzn.,
W.
de Clercq, W. Kakebeeke, H. J. Mansholt en J. G. Hazeloop.

;
:
—-.-‘

324

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
17 April 1918

Commissie van Landhuishoudkundigen zich uitge-
sproken, en zij was tot de overtuiging gekomen, dat
liet oorspronkelijke plan wijziging noodig had, met
het oog op de eischen, welke men tegenwoordig moest
stellen. Zij heeft daarom zelf een gewijzigd verkave-
lingsplan ôpgernaakt, dat overgenomen werd.
In dit gewijzigde plan wordt een stel hoofdwegen
en hoofdtochten ontworpen; zoodanig, dat deze op
2000 M. onderlingen afstand komen te liggen en lood-recht daarop, op elke 1000 M., verharde landwegen en
kruistochten. Aldus ontstaat een hoofdverdeeling in
terreinstrooken van 1000 M. lengte en 500 M. breedte,
welke aan de korte zijden grenzen aan een hoofdweg
en een hoofdtocht, en aan de lange zijden aan een ver-
harden landweg en een kruistocht.
Voor de hoofd- en kiuistochten wordt een bodem-
breedte van 5 M. en een bodemdiepte van 1,30 —P.P.
aangehouden en voor de kavel- en hein- of tusschen-
slooten van 0,5 en 1 M. —P.P. Voor de hoofdwegen
werd door de Commissie op breede bèrrnen aangedron-
gen en wel van 12 M. De breedte der verharding is
ontworpen op 2,25 M. Voor de verharde laudwegen
zijn deze maten aangenomen resp. op 9
M..
en 2,25
M.
Wat de hoedanigheid van den grond in de Wierin-
germeer betreft, zoo vertoont deze groote overeen-
komst met dien in de aanliggende polders Waard-en-
Groet en Anna Paulowna. Volgens ruwe schatting
meende de Commissie te mogen aannemen, dat daar-
van zullen zijn pim. 9000 H.A. zware klei, pim. 4000
H.A. lichte klei en pim. 5000 H.A. lichte zavel en
zand. De zwaardere gronden worden in het Zuidelijk
deel aangetroffen, terwijl de meer lichte gronden zul-
len worden geyonden in het Noordelijk deel, gren-
zende aan het eiland Wieringen.
Ten einde zich een denkbeeld te vormen van de
waarde van den grond in den nieuwen polder, zal men
dus den tegenwoordigen prijs der gronden in den
Waard-en-Groet en Anna Paulowuapolder tot ipaat-

staf kunflen aannemen.
1)

In den Waard-en-Groetpolder schommelt voor
kleigrond de verkôopswaarde van een hectare behuisd
land tusschen
f 1700
en
f 1800,
en van zaveigrond

van
f 1000
tot
f
1300. De huurwaarde dier gronden,

schommelt resp. van
f 100
tot
f
120 en van
f 70
tot

f
90. Uit den aard der zaak ware voor den Wieringer-
meerpolder de verkoopswaarde in het eerste tijdperk,
volgende op de droogmakerij, lager te stellen en zou
zij naar bqvenstaanden maatstaf kunnen worden be-
groot op resp.
f
1200 tot
f 1400
en
0
1)
f 800
tot
f 1000.

Het verdient echter opmerking, dat die waardestel-
ling
f
300 tot
f 400
hooger ware te stellen, indien in
den Waard-en-Groetpolder niet jaarlijks nog
f
33 per
H.A. moest worden

opgebracht voor rente en aflos-
.s.ing van polderschuld.
De
prijs
in den Anna Paulownapolder kan per H.A.
zwaren zaveigrond geschat worden op
f 1400
tot
f 1600,
voor lichteren zavel op
f 1000
tot
f
1200. Voor
zandgrond wordt in dien polder besteed van
f 400
tot
f 800
per H.A. en in kleinbedrijf nog aanmerkelijk
meer. De pachtprijs schommelt naar verhouding van kwaliteit van
f
50 voor lichten tot
f
90 voôr zwaren
zavelgrond.
Met het oog op de geaardheid van den grond kan
in het Noordelijk deel van den polder op de lichtere
grondsoort, een intensief kleinbedrijf vor den ver-
wacht, terwijl de zwaaidere gronden in het overige
deel nseor zijn voorbeschikt voor het drijven van den
(-,
,
igenlijken akkerbouw.
Wat de uitgestrektheid der. landbouwbedrijven be-
treft, was de Commissie van oordeel, dat men zich
niet te veel aaa een uniforme maat zal moeten hou
den, en dat zij voor het meerendeel tussehen 30 en. 50
H.A. zal moeten schommelen. Aan zulke bedrijven
van matig groote a±meting bestaat bij ons te lande
zonder twijfel groote behoefte: De gelegenheid om
ook kleinere landbouwbedrijven in het leven te roe-
pen, moet echter openstaan. Daarmede is dan ook bij

1)
flet rapport werd in
1907
uitgebiac1it.

het inrichten van het verkavelingsplan rekening ge-
houden.

De uitgifte der gronden door den Staat zal niet be-
hooren te geschieden alvorens in den nieuwen polder
georcende toestanden zullen zijn verkregen. De we-
gen moeten zijn verhard, de slooten moeten in bruik-
baren toestand verkeeren, de ontzilting van den bo-
dem zal zoo ver ‘moeten zijn gevorderd, dat het nieu-
we gebied een behoorlijke woonplaats voor de zich
daarin vestigende bevolking oplevert. Met een en
ander zal allicht een periode van 3 of
4
jaar gemoeid
zijn en gedurende dien tijd zal de bebouwing van den
grond voor ).’ekening van den Staat moeten geschie-
den.

W
a
t
betreft de meest cloelmatige wijze van behan-
deling van pas aan de zee ontwoekerde gronden, heeft
men in de laatste jaren heel wat ervaring opgedaan.
Op den voorgrond moet staan een diepe ontwatering,
daar dit in’hooge mate dè zoo noodige ontzilting be-
vordert. In de eerste jaren is een zeer dppervlakkige
bodembewerking aangeraden, terwijl men met de keuze
van het gewas zeer voorzichtig moet zijn. Ioolzaad is
de pioiier der in nieuwe polders te telen gewassen.
Op deze teelt zal dan allicht met voordeel kunnen vol-
gen aanleg van gras- en klaverweiden voor beweiding
met schapen en voor hooiwinning. Het gewas kan op
stam worden verkocht en de weiden verpacht.

‘Wat de wijze van bemaling betreft, zoo is door het
Bureau het advies ingewonnen van Prof. F. K. Th.
van Iterson, destijds hoogleeraar aan de Technische
Hoogeschool te Delft. Diens rapport is als bijlage F.
aan het verslag toegevoegd, terwijl met diens opmer-
kingen bij de verdere uitwerking is .rekening gehou-
den. Het ligt in de bedoeling de bemaling te con-
centreeren in de nabijheid van Medemblik, zoodat de
verschillende hoofdafvoerkanalen daarop gericht die-nen te zijn. Drie volkomen gelijke machine-agregaten
zullen afdeeling 1 en II, .afd .111 en afd. IV met het
kwelland bemalen. Als meest geschikt voor het onder-
havige geval is voor elk machine-agregaat de centri-fugaalpomp gekozen, gedreven door een horizontale
gelijkstroomstoommachine. Alzoo zal worden verkre-
gen, met betrekking tot het beheerschen van den wa-
terstand in den polder, een mate van zekerheid, welke
men bezwaarlijk elders zal aantreffen. :Door Prof.
Van Iterson wordt de mogelijkheid overwogen, om de
te stichten installatie meer rendabel te maken, door
haar tot electrische centrale in te richten, waarbij er
de aandacht op gevestigd wordt, dat het uit een eco-
nomisch oogpunt gewenscht is, de electrische centrale
met het stoomgemaal te vereenigen en alzoo den
stroom voor de bemaling niet te ontieenen aan een op betrekkelijk grooten afstand gelegen centrale. Met het
oog op het groote belang voor de ontwikkeling van
het bedrijfsleven in den nieuwen polder, om de be-
schikking te verkrijgen over electrischen stroom, zal het overweging verdiehen bij het ontwerpen van een centrale electriciteitsvoorziening voor het noordelijk
deel van Noord-Holland rekening te houden met het
inrichten tot steuncentrale van het geprojecteerde
stoomgemaal te Medemblik, waardoor zoowel de nieu-
we polder, door lagere bemalingskosten, als de dec-
triciteitsvorziening, door lagere kosten van electri-
citeitsproductie, gebaat zouden zijn.

Reeds nu kan worden vastgesteld, dat de nieuwe
polder, op de meest moderne wijze ingericht, aan zoo
hooge eischen van doelmatigheid zal voldoen, als voor-
dien nog nimmer in Nederland het geval is geweest.
In de eerste plaats heeft men te doen met een vrucht-
baren kleigrond, welke ten allen tijde diep zal worden
ontwaterd. Het wegen- en kanalennet zal aan hooge eischen beantwoorden, electrische stroom zal waar-
scltijnlijk direct ter beschikking worden gesteld, zoo-
wel voor verlichting als voor krachtinstallaties.

Vergelijkt men dezen toestand met b.v. dien van
den Haarlemmermeerpolder kort na de drooglegging,
dan springt het groote verschil in het oog. Toen toch
werden de gronden verkocht met de verphich-

17 April 1918

ECONOMISCH-STAtISffCHE BERICHTEN

325

ting voor de verkoopers om ze nog met slooten en
gruppen te doorsnijden, en dit geschiedde, zooals te
begrijpen is, door velen op gebrekkige wijze. Het jaren-
lang gesukkel met de ontwatering heeft daar dan ook

heel wat schade berokkend. Tegenvallers in dit opzicht
zijn, menschelijkerwijze gesproken, voor de Zuiderzee-
polders geheel buitengesloten. Trouwens, bij de droog-
gelegde IJgronden zijn ze ook niet voorgekomen.
Een en ander neemt echter niet weg, dat het in
hooge mate gewenscht is te achten een permanente
commissie in het leven te roepen, wier taak het zal
zijn een grondige studie te maken van de verschillende
vraagstukken, die zich zullen voordoen met betrek-
king tot het in cultuur brengen en bewoonbaar maken
van den ,,vruchtbaren woestijn”. Bij de behandeling
van het wetsontwerp in de Tweede Kamer op 21
Maart j.l. is dan ook sterk aangedrongen op het in-
stellen van een ,,Zuiderzeeraad”, wiens taak het zal
zijn de Regeering van advies te dienen en bij te staan
bij het moeilijke werk, dat te wachten is. Minister
Lely beaamde ten volle de wenschelijkheid van zulk
een permanenten Raad, waarin zitting moeten heb-ben personen, die de -belangen van defensie, land-
bouw, visseherij ên hygiëne hebben te behartigen. Om-
trent dien Raad en de indeeling daarvan in afdeelin-
gen, alsmede omtrent taak, bevoegdheid en werk-
wijze van Raad en afdeelingen, zullen regelen worden
gesteld, bij Algemeenen Maatregel van Bestuur.
In het volgend nummer zetten

wij deze beschou-
wingen voort met de behandeling eeniger vraagstuk-
ken meer in het bijzonder op landbouwkundig terrein.

F.B. L6F!N1S.

ONTGINNING VAN AARDOLIE IN DJAMBI.

Onder de wetsontwerpen, welke wellicht nog door
de scheidende Statn-Generaal afgedaan zullen worden,
behoort ook dat betreffende de ontginning van aard-
olievelden in de residentie .Djarnbi, ingediend op 7
Nov. 191.7. Na een weinig verkwikkelijke voorgeschie-
denis werd onder G.
G.
van Heutsz :Djambi voor pat•-
tieuliere expioratie gesloten en had vanwege het Mijn-
wezen een grondig geologisch onderzoek plaats aan
gaande de kansen van een eventueele petroleurn-explo-
ratie in dit gewest. In het Jaarboek van het Mijn-
wezen verscheen in 1911 een korte beschrijving der
toenmaals reeds verkregen resultaten, waaruit blijkt,
dat de in Palembang olierijke’ tertiaire formatie ook
in Djambi in groote uitgestrektheid aanwezig is. Een
groot aantal antic]inalen en koepels werd geconsta-
teerd, volgens latere berichten minstens 50. De onder-
vinding heeft geleerd, dat de produetieve petroleum-vindplaatsen veelal gebonden zijn aan de hoogst ge-
legen deden van geplooide aardlagen, dus aan de
assen van anticlinalen, al bestaan op deren regel uit-
zonderingen. De geologische bouw, in verband met
let aantreffen van olie-indicaties geeft dus aanlei-
ding tot de verwachting, dat in Djambi. petroleum in
exploiteerbare hoeveelheden aamvezig zal blijken.
Zekerheid dienaangaande bestaat nog niet: Zelfs
voor een op geologische gionden zooveel belovend ter-
rein, als Djambi bleek to zijn, blijven bij de nadere
mi.jnhouwkundige exploratie tegenvallers mogelijk. De
geologische bouw is gunstig voor de vorming van rijke
petroleurnafzettingen, indien in de onder Palembang-
lagen, die hier in de eerste plaats in aanmerking ko-
men, voldoende voorraad goed toevloeiende olie ‘aan-
vezig is geweest. Of dit zdo was, is onbekend: Wij
zijn in dit opzicht nog even ver als bij den aanvang
van het onderzoek, al zou dit vraagpunt door een klein
aantal weinig kostbare proefboi.ingen met voldoende
zekerheid kunnen zijn opgelost.

Van de gelegenheid. die de Wijziging van de fijn-
wet van 1.910 geopend had, om met personen of ven-
nootschappen overeenkomsten aan te gaan tot het
ondernemen van opsporingen en ontginni’ngen,. heeft
de R.egeering gebruik willen maken om voor het Gou-
veinement uit de in den bodem van• Djambi vermoe-
de schatten meer voordeel te verkrijgen, dan op grond
van de oorspronkelijke Mijnwet mogelijk wast Gezien
de uitgestrektheid van het terrein achtte men het
wenschelijk ‘het in tweeën te splitsen. In de Javasche
Courant van 9 Aug. 1912 verscheen een oproep aan
gegadigden voor de opsporing en ontginning van aard-
olie in ieder dier terreinen afzonderlijk. Onder be-
kendmaking van een ontwerp-overeenkomst werd aan
gegadigden overgelaten de bepaling van het perceri-
tage van het z.g. bedrijfssaldo, dat zij genegen waren
aan het Land uit te keeren, benevens het aangeven
van cle manier, waarop zij zich voorstelden de bescher-
ming der nationale belangen te waarborgen. Volgens
de voorwaarden der inschrijving zouden de aanbiedin-
gen geldig blijven tot 31 Januari 1.91.5. Deze zeer
ruime geldigheidstermijn werd noodig geacht om den
Staten-Generaal gelegenheid te geven zich over de
ontworpen overeenkomsten uit te spreken, zooals door
de wet werd geëischt.

Onbegrijpelijk mag het dan ook worden genoemd,
dat de daartoe strekkende wetsontwerpen eerst 31
Maart 1,915 werden ingedied. Zooals met zekerheid
voorzieb kon worden, bleek ook de van de wederpartij
verkregen verlengingstermijn voor de behandeling te
kort. De maatschappij Zuid-Perlak trok haar aanbie-
ding terug en van de als resultaat der inschrijving
ingediende wetsontwerpen kwam alleen dat, betrek-
king hebbende op de uitgifte van Djambi 1 aan de
,,Bataafsche”, in behandeling. De Minister wenschte de
verdere bestemming van Djamhi II te doen afhangen van den 1oop der beraadslagingen, waardoor hij zich de verdediging van het resteerende wetsontwerp niet
gemakkelijk maakte.

Inmiddels was sinds 1910 weer van een aanmerke-
lijke wijziging gebleken in de zienswijze van velen aan-
gaande de manier, witarop de bodemschatten van Indië
aan de gemeenschap moeten worden dienstbaar ge-maakt. Onder meer was
bij
db behandeling van de
Indische begrooting voor 1913 dooi het Kamerlid
Vliegen de wenschelijkheid betoogd van het ontwerpen
van een stelsel van Staatsexploitatie der natuurlijke
rijkdommen en van het instellen van een
deskundige
commissie, die laat vraagstuk der Staatsexploitatie
van mineralen zou onderzoeken en zoo noodig en zoo
mogelijk zou aanwijzen, in welke gevallen aan parti-
culiere exploitatie de voorkeur zou worden toegekend.

Itt liet voorloopig verslag werd betreurd, dat een
dergelijk onderzoék – waarop sindsdien en nog steeds
door talrijke deskundigen wordt aangedrongen –
niet had plaats gehad. Terecht werd betoogd, dat men
zonder dat niet wel een gemotiveerde beslissing kon
u’iemen.

Ofschoon erkend moet wrorden. dat de ingediende wetsontwerpen aansloten hij de in de Mijnwetswijzi-ging van 1910 neergelegde beginselen, varè een
er
kianing. waarom aan de gekozen oplossing de voorkeur
werd gegeven boven Staatsexploi.tatie in de memorie
van toelichting zeker niet misplaatst geweest. Men
vindt daaromtrent alleen de mededeeling, dat de wets-
ontwerpen werden ingediend –
,,om de zeer groote moeilijkheden aan de uitoefening
,,van het petioleumhediijf door liet Land in eigen
.,beheer verbonden te ontgaan.”

Begrijpelijk is, dat de voorstanders van Staatsex-
ploitatie geen genoegen namen met deren door hiets
gesteunden dooddoener. Het resultaat was, dat de ge-
wisselde stukken en de beraadslagingen minder over
de aanhangige wetsontwerpen liepen dan over de
vraag Staatsexploitatie of niet. In het V.V. werd dan
ook reeds een motie dienaangaan.de aangekondigd. In de Octoberaflevering van den Indischen Gids van
191.5 verscheen een uitvoerige bespreking van het
Wetsontwerp van de ‘hand van den ingenieur Wollen-
stem. De schrijvr, blijkbaar volkomen op de hoogte van zijn onderwerp, betoogt daarin, dat zoo 6it, dan
hiet, de voorloopig verkregen resultaten een verdere
exploratie van Staatswege wettigden, dat met deze
exploratie betrekkelijk kleine bedragen gemoeid zou-
den zijn, dat bij succes aan het opzetten van’ een

326

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 April 1918

Staats-petroleumexploitatie noch uit financieel, noch
uit technisch oogpunt, groote moeilijkheden verbon-
den konden worden geacht, dat ook aan verdere uit-
breiding ingeval van gunstige bedrijfsresultaten geen
bezwaren iîi den weg stonden. De later door tegen-
standers van Staatsexploitatie zoo op den voorgrond geschoven bezwaren der distributie werden o.a. met
een beroep op de gestie der Engelsche Regeering to
meer juiste proporties teruggebracht. Een scherpe

critiek op de voorwaarden, waaronder men de con-cessie wenschte uit te geven en op de formuleering
van de artikelen, waarin men deze voorwaarden had
trachten vast te leggen, sloot hierbij aan.

Bij de debatten in de Tweede Kamer stelde de eerste
spreker, de heer Albarda, zich volkomen terecht direct
op het standpu.nt, dat hoewel het wetsontwerp alleen
het terrein :Djambi 1 gold, de te nemen beslissing ge-
acht moest worden te gelden voor het geheele gewest.
Zich aansluitende bij 4et artikel van Wellenstein,
werd door hem gewezen op de zonderlinge voorstelling
in de aan de memorie van antwoord toegevoegde nota
als zou Staatsontginning buitengewoon risquant zijn
op grond daarvan, dat men nog niet weet of de aan-
wezige afzettingen rijk en omvangrijk genoeg zijn om

gedurende geruimen tijd een krachtig zelfstandig be-
drijf mogelijk te maken. Waar nèch voordien, nôch
sindsdien, pogingen zijn aangewend door het Depar-
tement van Gouvernementsbedrijven om zich aan-
gaande bedoelden petroleurnrijkdom meer afdoende
gegevens te verschaffen, kan dit bezwaar niet als ern-
stig gemeend worden beschouwd. Nadat ‘aandrang ge-
oefend was om boringen in Djambi’ te verrichten
luidde het antwoord, dat gebrek aan personeel en de onmogelijkheid om in de tegenwoordige omstandig-
heden aan materieel te komen overwegende – er staat
niet afdoende – beletselen vormden: Wanneer men
nu weet, dat in 1883′ dergelijke bqringen op het
Telaga-Saidterrein ten behoeve van den heer Zylker,
voorganger van de ,,Koninklijke”, werden verricht met
het gewone personeel en materieel van de afdeeling
grondpeilwezen, welke afdeeling thans wel niet slech-
ter zal zijn uitgerust dan 35 jaar geleden, krijgt men
de overtuiging, dat het opheffen van nog bestaande

onzekerheid aangaande den rijkdom van Djamhi nu
niet bepaald een eerste zorg der Regeering is ge-
weest. Dat uit deze onzekerheid door dén Minister
een argument tegen Staatsexploitatie werd gesmeed versterkte een toch reeds zwakke positie allerminst.
Door den heer Albarda werd terecht opgemerkt, dat,
indien de Minister zelf niet aan de mogelijkheid van
een Staatsbedrijf geloofde, verschillende der in het
wetsontwerp vervatte bepalingen niet anders wareii

dan leege dreigementen. Een warm en goed gedocu-
menteerd betoog werd besloten met de motie:

,,dat het wenschelijk is, dat worde overgegaan tot
Staatsexploitatie. van de petroleumterreinen in
Djambi.”
De tweede spreker, De Meester, bracht na een
vernietigende critiek op de bepalingen van het voorge-
stelde contract, een ahd,ere overweging naar voren,
die op de gevallen beslissing zonder twijfel van veel
invloed is geweest n.i., dat het niet in het belang van
den Lande moest worden geacht, de overheerschende
positie, door de ,,Koninkljke” en hare dochter-maat-
schappijen in Indië ingenomen, door de toewijzing
van Djambi aan de ,,Bataafsche” te versterken. Op

dien grond zou z.i. aan Staatsexploitatie de voorkeur
moeten worden gegeven. Naar zijne meening zou
echter liet petroleumbedrjf zeer ingewikkeld zijn –
een mijningenieur zal eerder het petroleumbedrijf

onder de eenvoudige mijnbedrijven rangschikken – en
zouden vooral aan den verkoop van het product voor het
Gouvernement groote bezwaren verbonden zijn. Een
tweede motie werd daarom door hem ingediend, de
wenscheljkheid uitende, dat de Djambi-exploitatie
zou geschieden door een vennootschap, op wier gestie
het Land, mede door deelneming in het maatschap-
pelijk kapitaal, overwegenden invloed heeft.

Bij de verdere debatten bleken de bezwaren tegen
het bestaa en het versterken van het monopolie der
,,Koninklijke”, met allen aankleve van dien, door de
meeste sprekers te worden gedeeld De critiek op de
gestio der ,,Koninkljke” was verre van aangenaam en
de verdediging van zijn medecontractant door den
Minister maakte d,e zaak vooral niet beter. Waar de
bezwaren van het monopolie z’oo breed werden uitge-
meten, ware het op zijn plaats geweest meer het licht
te laten vallen op een goede zijde van het bestaan
van dit monopolie, n.l. dat alleen daardoor het ont-

staan van een wereidbedrjf mogelijk Was, dat bij
energieke exploitatie Indië in ruimere mate heeft
doen, doelen in de indirecte voordeelen, die mijnbouw
voor een land medebrengt, dan het geval zou zijn
geweest, indien iedere kleine concessie op zich zelf een
kwakkelend bestaan zou hebben geleid.

De bestrijding van de motie-Albarda was zwak, en

baseerde zich vrijwel uitsluitend qp de moeilijkheden
der distributie op grond dat deze over de geheele
wereld in handen is van slechts twee groote lichamen,
waarmede concurrentie’ niet mogelijk is en op grond daarvan, dat dit distributiebedrijf een dergelijk com-
mercieel karakter heeft, dat het niet door Staats-
ambtenarën zou kunnen worden uitgeoefend. Waar
het Land zich reeds bezig houdt met verkoop van
tin, kolen, kinine en zout, met de opiumregie en met
den pandhuisdienst, klinkt het laatste argument zeker
niet overtuigend. Wat het eerste betreft werd er op
gewezen, dat een dumpin,gpolitiek zijn nut moge heb-ben tegenover een zwakken concurrent, maar gebruikt
tegenover den Staat, die niet door eventueel kapitaal-
gebrek het hoofd in den schoot behoeft te leggen, geen
uitzicht op succes heeft en dus niet zal worden gepro-
beerd, afgezien nog van het feit, dat het Land over
middelen beschikt om een dergelijk optreden van
tegenstanders te verhinderen, althans te bemoeilijken.
Tegenover de stelling, dat juist in de zoo lastige distributie de groote winst van het bedrijf zou ste-
ken, wees de heer Bogaardt er op, dat hiërin dan een
sterk argument ligt om uit een oogpunt wel niet van

fiscale maar van ethische politiek,’ juist dan deze
distributie van staatswege ter band te nemen, ten-
einde de weinig kapitaalkrachtige consumenten in’
Nederlandsch-Indië tegen de monopolistische exploi-
tatie te beveiligen. Of nu onze Javanen momenteel
vooral door de ,,Standard Oil” geëxploiteerd worden,
doet daarbij niet ter zake; verlaging van den prijs der
Indische lichtolie zou ook daaraan een eind maken.
De motie-Albarda werd ten slotte met’ een kleine
meerderheid van 37 tegen 34 stemmen aangenomen.
De motie-De Meester verviel dientengevolge, terwijl
liet wetsontwerp zelf verworpen werd met 48 tegen
21 stemmen. Slechts elf leden bleken dus het systeem-
De Meester te prefereeren boven Staatsexploitatie,
wat, gezien de verdere geschiedenis, van belang mag
worden geacht.

De vraag of het Land in staat zal zijn de in Djambi
te winnen petroleum op loonende wijze af te zetten,
terwijl twee groote lichamen, de ,,Standard” en de
,,Koninklijke”, een wereldmonopolie bezitten, bleef
den verderen gang van zaken beheerschen.

Dienaangaande kan allereerst worden opgemerkt,
dat de stelling, dat de genoemde twee organisaties
gezamenlijk de wereldmarkt beheerschen, niet langer
juist is. Uit een overzicht in de N. R. C. van 16 Nov.
I.I. blijkt, dat in Amerika van de 400 raffinaderijen
slechts 38 tot de ,,Standard Oil”-groep behooren, met
een raffinagecapaciteit van 40 pOt. van het totaal;
60 pOt. van de gasoline is in handen van onafhanke-
lijken, met ongeveer de helft van de totale petroleum-producti& De ,,Anglo Persian O
y
.”, waarin de Engel-sche Regeering een overheerschende positie inneemt,
belooft een belangrijke rol te zullen spelen. De Ru-

meensche productie schijnt geheel onder Duitschen
invloed te geraken. Argentinië kent Staatsexploitatie,
Oostenrijk Staatsdistributie. Van nôg meer belang is,
dat het aantal vindplaatsen van petroleum in de laat-

17 April
1918

ECONOMISCH-STATIS

ste jaren door de intensieve exploratie dermate is’ toe-
genomen, dat van een overheersching van de wereld-
markt door een enkele groep – of enkele groepen –
in de toekomst geen sprake zal kunnen zijn, zooals

terecht vermeld wordt in het met zooveel kennis van
zaken geschreven overzicht over de Petroleum-Industrie in
1917
in No.
112
van dit tijdschrift.
Blijft de vraag of het Staatsbedrijf zich naast de toch
in den aanvang veel krachtiger reeds bestaande orga-
nisaties zal kunnen handhaven. Deze vraag wordt ook
door technici verschillend beantwoord. Doch. ten
slotte zijn er slechts twee antwooiden.

Is het antwoord bevestigend, dan vervalt daarmee
het bezwaar tegen Staatsexploitatie en de reden, die
den heer De Meester er’toe bracht zijn motie naast
die van den heer Albarda in te dienen.
Is
het ant-
woord ontkennend, dan staat m. i. vast, dat de Maat-schappij, zooals door De Meester bedoeld, door min-
dere kapitaaikracht zich nôg veel minder zal kunnen
handhaven dan het Staatsbedrijf en dus gedwongen
zal zijn zich bij een krachtiger qrganisatie, in casu
de ,,Koninklijke” aan te sluiten. Men bereikt dan in
geen enkel opzicht verzwakking van het monopolie.

Naar bescheiden meening heeft dan” ook hier, even-
als bij de behandeling van het wetsontwerp tot ver-lenging der Billiton-concessie, de middenweg, dien
men gezocht heeft tusschen het verwerpen van het
wetsontwerp en het. accepteeren van Staatsexploitatie
,,pure et simple”, den wagen slechts verder in het
moeras gevoerd.

De motie-Albarda heft namelijk niet gevoerd tot
Staatsexploitatie in Djambi.
Op 7
Nov.
1917,
rond
twee jaar na aanneming van de motie-Albarda—Men-
dels, werd een wetsontwerp ingediend, waarin niet
deze doch de otie-De Meester belichaamd is. D
memorie van toelichting bevat weinig nieuws. Wij
lezen opnieuw, dat de Minister van Koloniën, de

Gouverneur-Generaal en de Raad van Nederlandsch-Indië tot de slotsom komen, dat winning van olie van
Landswege mogelijk, doch niet gewenscht is, terwijl
verwerking en verkoop niet door het Land kunnen
geschieden. Waar uit de behandeling van andere op
mijnbouw betrekking hëbbende wetsontwerpen bekend
is, dat men zich in Indië van de adviezen van de
mijnbouw-deskundigen niet veel pleegt aan te trek-
ken, deze althans ook in dit geval niet worden over-
gelegd, of zelfs aangehaald, kan men moeilijk ver-wachten, dat de voor Staatsexploitatie geporteerde
Kamerleden zich door deze mededeeling in hunne
opinie geschokt zullen voelen.

Het wetsontwerp zelf beoogt de oprichting eener
vennootschap van koophandel, waarbij:
1
0
. het nationaal karakter is géwaarborgd;

2°.
het Land in het beheer medezeggingschap heeft;

3°. het Land een aanzienlijk deel van de winst ge-
niet bij zoo min mogelijk risico;
4°.
de bevoegdheid bestaat om grondstof en bereide
zelfstandigheden tegen vaststaande prijzen af te
nemen;

5°. de mogelijkheid open blijft om het beheer geheel
en al onder invloed van het Land te brengen.

Wanneer wij nagaan in hoeverre de bepalingen van
het wetsontwerp het bereiken van het gestelde doel
waarschijnlijk maken, dan moet erkend w’orden, dat
de kans daarop, wat betreft de hoofdpunten 3° en
4°,
3°. uit een fiskaal,
4°.
uit een ethisch oogpunt, ge-
ring is. –

De financieele zijde van het vraagstuk kan men
ruwweg samenvatten door te constateeren, dat
90
pOt.
van de risico van nader onderzoek en eerste exploi-
tatie voor het Land zijn, dat de voor de ontginning
noodige gelden worden voorgeschoten door derden, die
behalve door een rente-garantie van
5
pOt. zich
schadeloos kunnen stellen door deelneming in het

voor latere exploitatie benoodigde kapitaal, dat bij
weinig of geen risico uitzicht bestaat op behoorlijk
of goed dividend. De verhouding risico voor de

TISCHE BERICHTEN

327
41

,,Koninklijke”, een
behoorlijke
winst voor den Staat,
uit het verworpen contract, is vrijwel omgekeerd.
Wat punt
4
0
betreft is met vaststaanden(!) prijs de
marktpiijs bedoeld; Terecht merkt Wellenstein in de
,,Vragen des Tijds” op, dat van dit artikel
26
toch wel
geenerlei economische werking te wachten is.
Het valt dan ook niet te verwonderen, dat blijkens
het voorloopig verslag zeer vele leden zich niet met
dit wetsontwerp kunnen vereenigen. De bepalingen
gaven aanleiding tot tallooze vragen en aanmerkingen
en de geoefende critiek is van dien aard, dat men niet
verwachten kan, dat het wetsontwerp op grond van
eigen verdienste zal worden aangenomen. Wel bestaat
ephter het gevaar, dat verschillende leden aan dit wets-
ontwerp nu hun stem zullen geven om eindelijk
aan het ,,gesol met Djambi” een eind te maken. Mijns
inziens zou dit zeer te betreuren zijn, daar daarmee
uit de drie oplossingen Staatsexploitatie, Exploitatie
door de ,,Koninklijke”, en exploitatie door de ge-
dachte maatschappij, verreweg de slechtste zou zijn
gekozen.

Wat betreft de beide andere oplossingen kan, zoo-
lang Kamer en Minister niet beschikken over een
rapport van een commissie als door Vliegen in
1913
voorgesteld, moeilijk van een op deugdelijke basis
rustende keuze sprake zijn. Indertijd is geen uitvoe-
ling gegeven aan het voorstel Vliegen op grond, dat
het uitbrengen van een dergelijk rapport te veel tijd
zou kosten. Opgemerkt moge worden, dat een derge-
lijk rapport, vooral indien het zich tot het onderwerp
petroleum beperkt, binnen
Y
van den pinds
1913
ver-
loren tijd zou kunnen zijn uitgebracht.

Dr. J. RUEB.

INDEX: CIJFERS.

Nadat, dank zij regeeringsmaatregelen, het index-
cijfer eene daling met
60
punten in Januari had kun-
nen aanwijzen, vertoont zich voor Februari wederom
stijging tot het algemeen totaal van
5828.
De ver-
meerdering bedraagt dus
43
punten en het cijfer blijft
nog maar
17
eenheden van het hoogte-record, op het
einde van December j.l., verwijderd. Met uitzondering
vân de diversen hebben alle groepen tot de stijging
bijgedragen. Hier volgt de gebruikelijke staat:

D ala
Granen

deesch

Andere
00e-
d

nolm.

Weef-
vloffen
elf
D-
vlofen

Dive,-
3efl:
olien. houl,
rubber,
enz.
Totaa1

Alge.
meen
Index.
cijfer

Basis (gemidd.
1901-5)

.
500 300
500
400
500
2200
100,0
1 Januari1914
563
355 642 491
572
2623
119,2
1 April
560
350
6264
493
567 2597
118,0
1 Juli
5654
345 616
4714
551
2549
115,9
EindeJuli
579 352
616+ 464+
553
2565
116,6
Aug.
641
369 626
474
588
2698
122,6
Sept.
646
405 611+ 472+
645
2780
126,4
Oct.

,,
656+
400*
560 458
657
2732
124,2
Nov. ,,
883
407+ 512 473
684+ 2760
125,5
Dec.

,,
714
414+
509 476
686+ 2800
127,3
Jan.1915
786 413 535
521
748
3003
136,5
Febr.,,
845 411
552+ 561+
761
3131
142,3
Mrt.
,,
840
427 597
644
797
3305
150,2
April,,
847
4
39+
594
+
630
816
3327
151,2
Mei
893 437
583 600 814
3327
151,2
Juni
,,
818 428
601
624
779
3250
147,7
Juli

,,
838+ 440+
603
625 774 3281
149,1
Aug.
841
438+ 628
610+ 778
3296
149,8
Sept.
809+ 470+
667
619+
769+
3336
151,6
Oct.

,,
834
44
3+
681
631+
781
3371
153,2
Nov.
871+
444
691
667+
826
3500
159,1
Ded.
897 446
731
711+
848+
3634
165,1
Jan.1916
946*
465 782+
761
+

884+ 3840
174,5
Febr.,,
983
520+ 805+
801+ 897+
4008
182,2
Mrt.
,,
949+
503
796*
851
913
4013
182,4
April,,
970+
511
794
+
895
1019
4190
190,5
Mei
1024
529
805 942
1019′
4319
196,3
Juni,,
989
520 794 895 1015
4213
191,5
Juli

,,
961
525
797 881
1040
4204
191,1
Aug.
,,
999+
531+
882 873 1086
4372
198,7
,,

Sept.
,,
1018
536*
,
937
858+
1073
4423
201,0

328

ECONOMISCH-STAPISTISCHE BERICHTEN

17
April
1918

IAndcrel

t

‘”‘•

4/ge-
1

sen

1
Granen
°°

Weef. De!!-
1
olan, Totaal1 index-
meen
Data

en

dings- sloffen sloffen
1
hout,

,s/eesch
en ge-

1
rubber,
1

1
cijfer

nolm.

1

t
enz.
1

geschiedenis van de .Duitsche scheepshypotheekbanken.
De lezer wijzige dus het opschrift in
,,S
ch ee p s-
hypotheekbanken in Duitschiand”.

EindeOct.1916 1124+ 543

990+ 850+ 1087+ 4596 208,7
Nov.

1177+ 558 1091

850+ 1102 4779 217
1
2
Dec.

1294

553 11124+ 824+ 1112 4908 223,0
Jan.1917 1310

561 1137

825+ 1119+ 4953 225,1
Febr.,,

1312+ 581f, 1189

829+ 1159+ 5072 230,5
Mrt. ,,

1346

610+ 1226

834+ 1283 5300 240,9
April,,

1362

642 1240

842 1293 5379 244,5
Mei

1376+ 648 1261+ 839+ 1286+ 5412 246,0
Juni

1432+ 652+ 1441

841+ 1278+ 5646 256,6
Juli ,,

1333+ 607 1512

840 1296+ 5589 254,4
Aug.

1342

670 1504+ 830 1311+ 5658 257,1
Sept. ,,

1221+ 726 1509+ 822+ 1354+ 5634 256,1
,, Oct.

1226+ 724 1575+ 824 1351 5701 259,1
,,’ Nov. ,,

1236+ 679 1660+ 848 1344 5768 262,2
Dec.,,

1286+ 686 1684+ 839+ 13481 5845 265,7
Jan.1918 1221+ 686 1719+ 829 1329 5785 262,
Febr.,,

1235

693 1743

838 1319 5828 265,0

,,The Economist” teekent bij de cijfers aan, dat bij
de hoofdgroep zich prijsverhooging voor Britsche tarw
en haver
voorgedaan
heeft. De andere graansoorten en
vleesch ondergingen geen wijziging. Bij de tweede
groep vindt de stijging haar oorzaak in het hooge!
prijzen van de koffie. De suikernoteering heeft zich
niet gewijzigd. Ten aanzien van de voorraden ruwe
suiker te Londen, Liverpool en aan den Olyde ver-
meldt de maand-circulaire van Connal
& Co.,
dat ultimo

Februari
119.538
tons aduwezig waren, tegenover

38.822
in
1917
en
32.300
in
1916.
Het cijfer der weef stoffen, dat ook in Januari geen reactie vertoond had, is nog steeds onder den invloed van de katoenprijzen,
die oploopende blijven bij’ de verwachting, dat de
scheepsgelegenheid bij voortduring kleiner zal wor-
den. Nieuwe prijzen
zijn
vastgesteld voor garens op
regeeringscontracten. Het laatste rapport vu den
,,Control Board” vermeldt eene aaumei:keljke verbete-
ring van voorraden. Bij de delfstoffen valt slechts
een avance van het tin met
9
eenheden te vermelden.
Uit Middlesborough verneemt ,,The. Economist”,
dat de staalproductie niet gelijken tred kan hou-
den met de vraag, welke. even groot blijft als
voorheen. Tenslotte valt hij dé diversen nog een
kleine prijsval bij leer en eene vermeerdering van

5
punten voor rubber te vermelden. Indigo is 10 pun

ten teruggegaan.

Kleinhandels prijzen.
De verhoudingscijfers van
verbruiksartikelen, in .jlen handel gebracht door de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E. H.), welke – zoo-
als de lezer weet, thans nog slechts voor dezulke, waar-
omtrent in de verslagxnaand en de daaraan vooraf-
gaande door dezelfde coöperaties prijsopgaven werden
verstrekt – door het Centraal Bureau voor

d
e
S
t a t i s t i e k gepubliceerd worden, zijn de navol-

gende.
Jan.
1
Febr.
Dec.
I 1
Artikelen

1913 1914 1916 1917 11917

1918

1918

94

88

100

118

140

151

171
Margarine ………
12 7

99

110

122

132

132

132
Kolfje ……………

97

149

232

308

320

336
Stroop…………
100

100

161

179

182

182

189
Suiker (basterd)

..
89

91

115

116

116

116

116

Olie

(boter)

…….94

11

(melis)

. . . .
85

89

102

103

103

103

103
Thee…. ……….
112

113

119

127

117

117

117
Zout …………..
. .
80

80

90

110

140

140

190

De
prijzen voor
het jaar
1893
werden gelijk 100

geteld.

Abusievelijk werd

boven het eerste artikel in het
vorig nummer ,,Scheepshypotheken in Duitsch-
land” geplaatst;
immers het artikel blijft beperkt
tot eene behandeling der oprichting en oprichtings-

AANTEEKENINGEN.

De Oorlogsclausuie bij syrtc’icaatsvoor-
waarden. –
Sinds het uitbreken van den oorlog
is het de gewoonte in aanbiedingen tot overneming
van leeningen, in syndicaatsvoorwaarden en derge-
lijke, eene zoogenaamde oorlogselausule op te nemei;
de bedoeling is de partij, welke het aanbod doet of
in het syndicaat deelneemt, van alle verplichtingen
Vrij te stellen, wanneer op politiek gebied iets zeer
ernstigs gebeurt. Men kan aannemen, dat dan de

Nederlandsche staatsleening gevoelig zal dalen, en
gewoonlijk wordt de ontbindende voorwaarde dan ook
aan den koers der Nederlandsche schuld vastgeknoopt
(bijv. ,,De partij is ontslagen, wanneer de 4Y2 pCt.
Nederlandsche Leening beneden a pOt. is gedaald”).
Bij de jongste crisis is dit (voorzoover ons bekend,
voor het ëerst) toegepast.
In
de voorwaarden beti-ef-

fende syndiceering van
6
pOt. obligatiën Holland
Texas Hypotheek Bank was de bepaling opgenomen,
dat, bij eene daling van de 4Y2 pOt. Nederiandsche
Leening beneden
95
pOt., de deelnemers ontslagen
zouden zijn. Zooals bekend, daalde dc koers inder-
daad beneden dat cijfer.

B esultaten der Lever Bros Fabrieken.
– Deze wereldfirma heeft, zooals de lezer weet, in
het afgeloopen jaar herhaaldelijk de aandacht getrok-
ken. In den achter ons liggenden zomer werd het
kapitaal, dat £ 10.000.000 bedroeg, verviervoudigd.
Men zie onze aanteekening
oD
pag.
535
van den twee-
den jaargang. Naar medegedeeld werd, bestond be-
hofte aan verruiming der middelen in verband met
de margarine-vervaardiging, waarmede de maatschap-
pij zich is gaan bezighouden. Men weet, dat Engeland
– v66r den oorlog afhankelijk van Duitschland voor
de verwerking van olie- en vethoudende zaden7 en in
ons land ter markt gaande voor aanzienlijke hoeveel-
heden kunstboter – trachtende is zelfstandig in het verkrijgen van dit consumptie-artikel te voorzien.
Thans zijn de resultaten van Lever Bros over
1917

bekend geworden. De cijfers wijzen aanzienlijke ver-
meerdering aan. Vooral de stijging bij de bonen trekt
de aandacht, terwijl uit het verslag nog blijkt, dat de
rekening, ,,Prosperity sharing with empioyees inc]u-
ding dividend on ço-partuership certificates”
£ 1.30.800
beloopt, vergeleken met £
70.200
in het

vorige jaar. Het dividend op de gewone aandeelen vermeerderde van 10 pOt. over
1910
tot
15
pOt.
over het laatste boekjaar. Een vergelijkend over-
zicht van de voornaamste posten, uitgedrukt in ponden
sterling, in
1917
en’vorige jaren late:rE wij hier volgen.

Winst-

Afschnij-

PreI.

Gev.

Saldo,

ving.

Loonen. Aand.

Aand.

1895….

158.576

46.076

37.500

75.000
1901….

278.986

396

100.000

178.590
1907.. ..

405.331

86.555

32.245

138.531

148.000
1908. ‘..

473.132

95.344

37.216

155.572

185.000
1909….

545.482

106.796

42.436

165.000

231.250
1910.. ..

637.329

118.986

55.536

185.307

277.500
1911….

720.748

127.266

39.959

276.023

277.500
1912.. . .

779.403

135.855

40.069

325.979

277.500
1913.. ..

988.238

145.493

41.272

402.604

397.869

1914…. 1.152.107

179.205

24.085

499.617

449.190

1915.. .. 1.265.933

164.278

42.947

529.994

528.714

1916…. 1.354.607

203.279

70.209

545.000

536.119

1917 . . .. 1.608.778

272.241

130.834

562.045

643.858

Volledigheidshalve brengen wij in herinnering de
fusie, welke in
1917
plaats vond tusschen Lever en
Joseph Watson & Sons te .Leeds, nadat tijdens den
oorlog reeds een fusie met de bekende Pears Ltd. had
plaatsgegrepen. Deze omstandigheden beïnvloeden, zooals vanzelf spreekt, de vermelde cijfers in hooge
mate.

17 April
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

329

Het draadloos station. te Nauen.
– Toen Duitschiand door de Britsche blokkade-poli-
tiek zich belemmerd zag in het verkeer met Overzee-sche Gewesten, heeft het veel baat gevonden van het
station voor draadlooze telegrafie te Nauen. Oor-
spronkelijk opgericht tot, het doen van proefnemin-
gen, kon de installatie vooral voor de verbinding met
Amerika goede diensten bewijzen. Gelijk in dit blad
reeds vermeld is, hebben ook Nederlandsche belang-
hebbenden, die zich door Engeland belemmerd zagen
bij het gebruik van de kabels, in het Duitsche station
eene uitkomst gevonden. Na het afbreken der betrek-
kingen tusschen het Duitsche Rijk en de Vereenigde
Staten deelde de ,,Fi’ankfurter Zeitung” mede,dat langs
den draadloozen weg van Nauen aanzienlijke bedra-
gen Amerikaansche effecten aan het land van oor-
sprong overgedragen waren. Dit verkeer kon toen
natuurlijk geen voortgang meer vinden. Toch heeft
het station zijn beteekenis nog niet verloren. Blijkens
mededeeling in een Duitsch dagblad werden in 1915
ongeveer 1,33 miljoen woorden geseind. In 1916 was
dit cijfer 2,58 millioen en tot September 1917 onge-
veer 3,68 millioen. Deze vermeerdering wist men
technisch te bewerkstelligen door de seinsnelheid van
100 tot 250 letters in de minuut op te voeren. Laten
wij hopen, dat men ook in Nederland spoedig zal kun-
nen beginnen met het tellen aan het eerste millioen
woorden, dat door den handel aan de lucht is toever-
trouwd.

Het verkeer op de Seine.
—V66r denoor-
log, toen men nog zich durfde bezig te houden met
economisch optimisme, werd er wel eens gesproken
van ,,Paris, port de mer”, gelijk men ook andere in
het land gelegen steden de kwaliteit van zeehaven
wilde. verschaffen De werkelijkheid, is echter, dat
v66r den oorlog, ook als binnenvaartverkeersweg van
de kusthavens naar de Metropool, de Seine een on-
dergeschikte rol speelde. Door den oorlog is het Ver-
keer in de havens aan de Seine-monding overmatig
uitgebreid. Men zie de aanteekening op pag. 680 van
den vorigen jaargang. Allengs werd nu ook de rivier
sterker met transport belast; zoowél door onvoldoende
uitrusting en organisatie in de havens, als op de ri-
vier, kwam evenwel veelal stagnatie voor. In het Parij-
sche blad ,,La Dôpêche Ooloniale” wordt gezegd, dat
aan het einde van 1916 en het begin van 1917 herhaal-
delijk tusschen 1000 en 2000 afgeladen lichters te
Rouaan opgehouden werden. Het wachten der sche-
pen in de zeehavens uit hoofde van deze en andere
vertragingen kan men beschouwen de oorzaak te zijn
van eene goud-afvloeiing, die, volgens de schatting
van het blad, 1 millioen fraucs te boven is gegaan,
door de schuld voor overliggeld, welke aan de buiten-
•landsche reeders betaald moest worden. Sedert is de
inrichting van het Seine-vaarwater aanmerkelijk vei-
beterd o.m. door het leggen van lichtboeien, zoodat
ook des’ nachts de vaart, die vroeger wel 5 dagen ver-
eischte, kan worden voortgezet.

Aan het einde der ,,Overzichten” vindt .men een
verslag betreffende het artikel 1) i a m a n t in het
jaar 1917.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal des Economistes. .- Parijs, 15
Februari 1918.
Yves-Guyot,
Les projets de bi sur les mines;
A.
Raffalovich,
L’Année économique et financière en
Autriche;
E. Lémon.on.
La guerre et la situation éco-
nomique de l’Italie;
A. Pawlowski;
L’Industrie textile
française pendant la guerre;
A. Marvaud,
Le n,ationa
lisme économique en Espagne;
Y..
0., Le Président
Wjlson et les chemins de fer américains;
E. Faloic,
La situation budgétaire de le ville de Marseille..

Uit het overzicht, in het eerste artikel gegeven, blijkt
dat ook in Frankrijk thans de vraag aan de orde is, of en in hoeverre mijnboüw in de toekomst door particulieren

dan wel door den Staat zal hebben te geschieden. Hett,
laatste regeeringsontwerp, van 10 Januari 1918, sluit parti-
culiere exploitatie niet uit. Intusschen zal de Staat, waar
zulks wenschelijk wordt geacht, terreinen en concessies aan
zich kunnen trekken, terwijl concessies,, aan particulieren
slechts vali beperkten duur kunnea zijn en een winstaandeel
aan den Staat moeten bevatten. Bovendien komen cle mijnen
na afloop der concessie aan den Staat.

The Quarterly JournalofEcono-
m i c s. – Oambridge, U.S.A., Februari 1918.
H. J. Wheeler,
The fertilizer needs of the United
States;
E. 0. Merchant,
The Governmeiit and the
news-print paper manufactures;
E. E. Agger,
Our
large change: the denominations of the currency;
M. L. Stecker,
The founders, the molders, and the
molding machine;
St. E. Howard,
Some aspecte of french railway war finance;
L. B. Wehie,
Labor pro-
blems in the United States during the war.

Het artikel van den heer Merchant is merkwaardig, ook
hierom omdat het een inzicht geeft in het standpunt, dat
de Amerikaansche Begeering op liet oogeoblik tegenover het bedrijfsleven inneemt. Toen in 1916 de papierprijzeli,
vooral voor de dagbladpers, begonnen te stijgen, heeft de
Regeering cle Fecleral Ti’ade Commission opgedragen ee,
onderzoek in te stellen naar de oorzaken der stijging, welk
onderzoek openbaar is gemaakt. Toen de papierproducenten
niet van zins bleken
zich
te beperken tot wat naar lict
oordeel der Fed. Trade Commission een billijke verhoo-
ging kon wordên geacht, volgde een vervolging krachtens
de Sherman Anti-Trust ‘wetgeving. Ten slotte werd in
October jongstleden een wetsontwerp ingediend, waarbij
voorgesteld werd de’ papierfabricatie geheel in overheids-
handen te brengen. Met een kleine meerderheid is het ont-
wel’p echter in Januari’18 verworpen. :[ntussehen heeft
de Fed. Trade Commission een ,,news-print statistieal
of 1
ice” ingesteld, waaraan zoowel de papierfabrikanten als


de dagbladpers gedetailleerde wekeljksche en maandelijksche
gegevens .nopens hun bedrijf moeten inzenden.
Belangrijke gegevens bevat ook het artikel van den heer
13. Wehle. EI:et int.i’cden in den oorlog heeft de Amen-
kaa.nsche Regecring aanleiding gegeven op voorbeeld van
de Bnitsche Munitiewet in verschillende bedrijfstakken in
te grijpen. Labor Adjustment Boards werden ingesteld en
Mediation Commissions, terwijl in Januari 1918 alles
werd samengebracht in een nieuw opgericht afzonderlijk
Ministerie van Arbeid.

Journal de la Société de Statis-
t i q u e d e P a r i s. – Parijs, Maart 1918.
M. P. Meuriot,
Le recensement de l’an 11 (Slot);
Bellonz,
Ohronique des questions ouvrières et des
assurances sur la vie;
P. M.,
La Population de ie
Suisse d’après l’altitude.

The’ Bnk,ers’ Magazine. – Londen,
Maart 1918.
Bevat o.a.: Should the Bank Act be repealed’?
Éen reclactioneele beschouwing over deze vraag, die sedert de jaarrede van Sir Edward Holden de pennen iii
Engeland in beweging heeft gebracht. Het artikel herinnert
aan het wetsvoorstel indertijd door Lorci Goschen inge-
diend, waarbij voorgesteld werd de Bank
cl
England te
machtigen tot het uitgeven van 1 £ en 10 sh. notes, tegen
80 pCt. gouddekking – een denkbeeld, dat intusschen bij de
sedert den oorlog uitgegeven currency notes niet ‘is overge-
nomen. Overigens bevat het nummer de verslagen van de
jaarvergaderingen der groote banken. –

The Geographical Journal. – Londen,
Maart 1918.
J. C. Smuts,
East Africa;
H. Swayne,
The future
of Siberia;
0.
Letcher,
Notes on the South-Western
rea of ,,German’ East Africa.

Het eerste artikel is de, voordracht door Generaal Smuts,
den bevelhebber der Britsche strijdmachten, voor de ,,Royal Geographical Society” te Londen aan het einde van ‘Januari
gehouden, over de expeditie in .Duitsch Oost-Afrika. De krijgsmau, die met zijn tros gebied binnentrekt nog maar
sporadisch door blanken betreden, doet andere waarne-
mingen aangaande het geografisch aspect dan ontdekkings-
reizigers of zendelingen, die vyijer zijn in de bepaling hunner
bewegingen. Op een summiere schets van de structuur van den bodem volgt een resumd van den stiijd, belicht met de
vermelding van de- klimatologische invloeden. Srnuts be-
spreekt daarna het probleem der verkeerswegen in Centraal-
Afrika om in vervolg daarop aandacht te wijden ‘aan de

330

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 April 1918

tweespalt der Britsche en Gerniaansche ambities in het
Kongobekken. ,,People talk of the expansion of Europe;
bt it is really more instructive to speak of the contrac-
tion of the globe”! Smuts karakteriseert den Duitschen
wensch koloniëri te bezitten, als verlangen beschikking te
hebben over:
1
0
.. grondstoffen voor de economische moeder-
landsche maatschappij, 2
0
.
inlandsche legers en militaire steunpunten. Dit iaatte argument zou nog het sterkst gel-
den, terwijl het Duitsche oogmerk is nederzetting uit Europa
in de koloniën tegen te gaait. Duitsche schrijvers worden
geciteerd ter staving van de beweerde imperialistische be- –
doelingen van Berlijn ten aanzien van tropisch Aftika. Ten-
slotte stelt Smuts dan de al-britsche gevoelens hier tegen-
over. Het Britsche keizerrijk is een associatie welker veilig-
heid slechts verzekerd is door onkwetsbaarheid der verbin-
dingen. Allereerst dus voorkômende, dat aan een andere
mogendheid de gelegenheid geboden is den samenhang te be-
dreigen, moet het Imperium zich de middelen verschaffen,
die een zoodanig gevaar het hoofd bieden. Dit zij – aldus
Smuts – een nieuwe Monroe-leer voor Afrika. Het lezens-
waardige artikel bevat een merkwaardige illustiatie, ter-
wijl er voorts ‘een hoogtekaart van Oost-Afrika aan toege-
voegd is.
Men vindt voorts in dit nummer de correspondentie in
extenso tusschen het R.G.S. en het Geographical Society o(
Lisbon, waarvan in de dagbladen gewag gemaakt is, naar
aanleiding van Henderson’s opzienbarend voorstel in Afrika
een internationalen staat te stichten.

W e 1 t w i r t s c h a f t. – Berlijn, Februari-Maart

1.918.
Prof. Dr. Karl Sapper,
Deutsche und nordameri-

kanische Interessen in Mittelamerika;
0.
Corbach,

Russlands und Sibriens weltwirtschaftliche Zu-

kunft;
E. Trott,
Das nationale Kohienkonsortium

Spaniens;
Dr. Ernst Schulze,
Der Einfluss des Krie-

ges auf das Wirtschaftsleben Chiles;
Prof. Dr. A.

Manes,
Australische Verkehrsprobleme im Kriege;

0. Müller,
Zur Frage dei- Vereinheitlichung des Ver-

kehrswesens.

De Indische Mercuur. – Amsterdam, 5

April 1918.
Bevat o.a.:
F. Oudschans Deivtz,
De voedselvoor-

ziening in Suriname.
Dit artikel resumeert de voedselnooden in de kolonie, die reeds üit de dagbladen zijn bekend geworden en vertelt van
de maatregelen die ter alweer genomen zijn. Vooral heerscht
gebrek aan meel nu de V.S. niet meer leveren. Getracht
wordt de eigen productie op te voeren, in het bijzonder wil
men aan de cultuur van rjt, maIs, cassave en bananen uit-
breiding geven. De Koloniale Staten hebben de verordening
aangenomel4, warbij mannen en vrouwen tusschen 16 en
50
jaar, clie zonder rniddel van bestaan zijn, fot landarbeid
verplicht worden. De kolonie is dus het moederland nog
vÔÔr geweest met een vorm van burgerlijken dienstplicht.

D e T n g en i e u r. – ‘s-Gravenhage, 13 April 1918.

Bevat oa.:
Prof. ir. R. W. van der Veen,
Economi-

sche vorming en invloed van den ingenieur.

Schrijver weerlegt de bewering, dat de Technische Hooge-
school geen leiders van industrieele bedrijven zou opleve-
1-en, omdat te Delft te weinig aandacht geschonken zou
worden aan de economische vorming. Zeer interessante
tabellen worden gegeven – samengesteld uit de jaarlijk-
sche naamlijsten van gediplomeerden te Delft, uitgegeven
door de Vereeniging van Delftsche Ingenieurs en ,,Van Nierop en Baak” – waarbij door percentsgewijze verge-
lijking het tegendeel aangetoond wordt. Prof. Van der
Veen is dan ook eerder van meening, dat eventueele achter-
stand van den ingenieur als leidei-, zijn oorsprong vindt in
een tekort aan aspiranten. De normale ontwikkeling, zal
hierin verbetering brengen, aan instelling van een atder
ingenieursdiploma bestaat z. i. geen behoefte. De schrijver
besluit met de ingenieurs eenzijdig te verklaren tot de aan-
gewezen leiders van het economisch leven. Terecht wordt
gelaakt de afwezigheid van ingenieurs in onderscheidene
bestuui-scolleges; genoemd worden de Raad van State,
terwijl nog medegedeeld wordt, dat in de Tweede Kamer
43 meesters in de rechten en slechts 3 ingenieurs zitting
hebben.

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.

Stopzetten uitvoer voedingsmid-
d e 1 e n. Ingevolge verzoek van den Minister van

Landbouw zal de Directie der Nederlancische Uit-
voermaatschappij van 13 dezer af geen uitvoerver-
gunningen meer endosseeren voor voedingsmiddelen.
De nog in omloop zijnde uitvoervergunningen voor
deze artikelen zijn met ingang van 15 dezer inge-

trokken.

U i t v o e r v e r b o d. Met ingang van 9 dezer is
verboden de uitvoer van
maté,
ook wel genoemd Para-

guay-thee (afkomstig van Ilex Paraguariensis).

U i t v o e r v a n v i s c h. In het algemeen zal
geen vergunning worden verleend tot uitvoer Tan

Zuiderzee-haring,
vangst 1918.

Verbouw van gewassen. Aan debur-
gemeesters is verzocht, zonder machtiging van den
Minister, na 15 dezer in de gemeenten geen vergun-
ningsbewijzen voor den verbouw van gewassen meer
uit te geven, tenzij daaromtrent het oordeel der Cul-
tuurcommissie in de provincie is ingewonnen.

Landbouw-inventarisatie. Ook dit
jaar zal weder een inventarisatie plaats vinden van
het bebouwde oppervlak en een berekening worden
gemaakt van de vermoedelijke oogstopbrengst van
iederen landbouwer.
Samenstelling regeeringsbioem

o n -m e e 1. Met ingang van 15 dezer zal regeeiings-
bloem bestaan. uit 80 pOt. tarwe- en roggebloem, 10
‘pOt. aardappelmeel en 10 pOt. Amerikaansche bloem.
Het regeeringsmeel wordt samengesteld uit 45 pOt.
ongebuild tarwemeel, 40 pOt. idem roggemeel, 10 pOt.
erwten- (boonen-)meel en 5 pCt. gries, grind of zemelen. I)e hoeveelheid erwten- of boonenmeel mag wel minder,
doch iiet meer dan 10 pOt. bedragen; bij minder, dan
10 pOt. of bij- geheel ontbreken vau erwten/boonen-
meel wordt het resteerende, pei-centage gelijk over de
tarwe en rogge verdeeld.
G r a a n v o o r branderijen. In verband
met den ongunstigen stand der graanvoorziening is
thans besloten geen graan meer beschikbaar te stellen
voor de Schiedamsche branderijen, die dus na verwer-
king van hun voorraad moeten stop zetten. De gist-
voorziening zal in het vervolg geheel moeten geschie-
den door de Gist- en Spiritusfabriek te Delft.
T e er o 1 i ë n. Behoudens hoeveelheden van niet
meer dab 1 KG., is verboden de verkoop, de afleve-
ring en liet vervoer van steenkolenteer, teeroliën,

carbolineum en naphtaline.
0 h e m i c a 1 i ë n. Dpor den Minister van Land-
bouw is ingesteld een Rijksbureau voor ‘Chemicaliën.
Z w a v e 1. Verboden is de aflevering en het vei–
voel- van zwavel in iederen vorm, met uitzondering
van hoeveelheden van ten hoogste 100 grârn, af te
leveren door apothekers en drogisten in winkel-

debiet.
Beteugeling van. den smokkel-
h a n d e 1. In eene circulaire aan de gemeentebestu-
ren dringt de Minister van Landbouw, enz. er
op aan,
personen, die betrapt zijn op het plegen van uitvoer-
fraude, hetzij met distributie-goederen, hetzij met
andere, tijdelijk

uit te sluiten van het verkrijgen van

distributie-artikelen van gemeentewege.
Burgerlijke dienstplicht. Bij de
Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot in-
voering van den burgerlijken dienstplicht.
Personeel inbeslaggenomen sche-
p e n. Dé Minister van Marine heeft voor het perso-
neel der scheepvaartmaatschappijen, dat tengevolge
der inbeslagneming van een deel der handelsvloot
werkloos zou worden, de gelegenheid geopend een vrij-
willige verbintenis, in. den zeedienst aan te gaan voor
den verderen duur van den oorlog. G a s b e s p a r i n g. Bij circulaire heeft de Direc-
teur der Rijkskolendistributie aan de gasfabrieken
medegedeeld, dat het in vei-band met de onzekerheid
inzake steenkolen uit het buitenland, noodzakelijk is,
de over de zes zomermaanden toegewezen hoeveelheid
gas met 10 pOt. te verminderen. Aangenomen wordt,
dat deze bezuiniging door beperking van straatver-
lichting, enz. bereikt kan worden.

17 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

331

MAANDCIJFERS.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
OPBRENGST VAN
SPOOR- EN TRAMWEGEN
N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
OVER HET JAAR1917.

(Ontleend aan de ,,Ingenieur”)

GELDKOERSEN.

Namen der Maatscappijen.

Totale opbrengst.

BANKDISCONTO’S.

1917.

1916.

20 Juli,1914

Maatsch. t. Expl. v. Staatssp.
f
55.077.411

f51.194.992

Hoil. IJz. Spoorwegmaatsch. 40.732.867

,,38.259.069
Ned. Centr. Spoorwegmaatseh.

4.291.7741) ,, 3.864.5501)
Noord-Brab.-Duitsche Spoor-

wegmaatschappij ………….1.175.565

1)

628.099
2)

Hollandsche Buurtspoorwegen ,, 225.289

196.487

Dedemv. Stoomtr.wegmaatsch.
,,
371.103

,,

335.002
Tramweg-Mij. ,,De Meijerij”
lijn Veghel-Eindhoven-Belg. grens en St. Oedenrode.
‘s Bosch ……………..,

260.009

226.350
lijn Eindhoven-Helmond-
Asten en Geidrop-Heeze ,,

87.893

72.850
Zuid-Nederl. Stoomtramw.-Mij.
,,

427.176

392.337

Nederlandsche Tramweg-Mij..

1.185.760

. 1.005.454

Rotterdamsche Tramweg-Mij

,, 2.132.217

1)

1.989.391
2)
Westlandsehe Stoomtr.v.-Mij.

380.792

330.316

Gemeentetram te Amsterdam ,, 5.951.922

5.441.520

Haagsche Tramwegmaatsch……3.197.193

2.841.442
Rotterd. Eleet. Tramweg-Mij. ,, 1.420.265
2
)

1.374.663
2
)
Ned.-Ind. Spoorwegmaatsch.
lijn Samarang-Vorsten-

landen-Willem 1………5.395.798

5.752.526
Oost-Java Stoomtramweg-Mij –

lijn Modjokerto-Ngoro……….182.600

194.900

lijn Soerabaija-Krian ……….660.200

559.200
Semarang-Cheribon Stoom-

tramwegmaatschappij ……
.., 3.594.400

3.120.200

Samar.-Joana Stoomtr.w.-Mij. ,, 2.947.600

2.670.700
Serajoedal Stoomtramw.-Mij.
lijn Maos-Bandjaruegara ..,,

720.000

740.500
lijn Bandjarneg.-Wonosobo.

84.400

Deli-Spoorwegmaatschappij ..,, 4.994.000

4.434.906

‘) Dit cijfer, hetwelk in de ,,Ingenieur” niet voorkomt, is aan het ,,Maandschrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.
2)
Eveneens niet in de ,,Ingenieur” voorkomend, aan de
,,Nieuwe Finaucier en Kapitalist” ontleend.

PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN.
5)

(Ontleend aan ,,Maaudschrift Centraal Bureau Statistiek”)

Naam van de
Januari
Februari

Mijn
1918
1

1917
1918
1917

Staatsmijnen.

49.718
37.968 46.833 35.550
53.368
43.160 49.729
47.799
,,JJendt-ik”
8.077

10.174

Totaal
..
– –
111.163 81.128
106.738
83.349

,,Wilhelmina
..
……

Particul. mijnen.

,.Emma” ……….

Domaniale mijn.
41.902 36.620 38.656 35.112
v1jn Laura ênVer
43.000
36.500
40.300
33.200
Oranje-Nassau
eeniging ……..

mijnen ……..
68.258
63.591+ 64.425
59.262

21.500 22.500
20.000
21.000
fijn Willem

So-
phie …………

Totaal ….

..

174.660
159
.
211
+1
163.391
148.574

Totaalgeneraal
285.823
240
.339+1
270.127

1
231.923

) In tonnen.

Het ,,Maandschrift” teekent bij de cijfers aan:
uit bovenstaande cijfers blijkt, dat in Februari 1918
15.696 ton minder werd geproduceerd dan in Januari
1918 en, indien men de productie der Staatsmijn
,,Hendrik” buiten beschouwing laat, 28.030 ton inéér
dan in Februari 1917.

N

(Disc.Wissels.
4
1
/9
sedert 1Juli’15
3
1
/2sedert23 Mrt.
1
14
BkBe
1
.Binn.Eff.
an
41

,,

1

,,

’15
4

23

,,

’14
LVrsch.inR.O.
5115

,,

19Aug.
1
14
5

23

,,

’14
Bank van Engeland
S

,,

5
Apr.’17
3

29 Jan.
1
14
Duitsche Rijksbank
5

,,

23 Dec.
’14
4

S Febr.’14
Bankvan Frankrijk
6

,,

21Aug.114
31/2

29 Jan.
’14
Oostenr. Hong. Bk.
6

,,

12Apr.’15
4

12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6

,,

27 Juli
’14
5

1
Apr.
’14
Nat. Bank v.Denem.
S

9

,,

’16
5

,,

8 Febr.
1
14
Zweedache Rijksbk.
7

,,

20 Mrt.’18
4111

6

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
/l

31 Dec. ’14
31/t

19

,,

’14
Bank van Italië..
5

,,

10 Jan.’18
5

,,

9Mei

1
14
Feder. Ree. Bk. N.Y.
34-44



Javasche Bank..

.
3
1
/9

,,

1 Aug.’09
31/2

,,

1 Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Port.
I

Berlijn
Part.
Pa
I
,
,
ijs
t.
N. York
Call. Part.
Prolon-
disconto
galM
disconto disconto
disc.
money

13 Apr. ’18
22/4_3

4 3

,,
4_1/t

1
‘i2-2
1)
8-13 ,,

’18
2 t/_3
4_2/g
3 ‘/io
4_5/

1
‘It-S ‘1
2-8

,,

’18
2
7/
a
_3
1/4
4/I5
/2
3
‘/16-4+
4_5/

2 1/_4
25-28 M. ’18
31/
4

45/4_5
3″/52
4’/e

5/-6

0-14 Apr.’17
Pls-‘!5
2’l
41
-r1s-T9
r
4_2/

10-15Ap. ’16
1 ‘/-2
1/

45
4 4
‘/-/,

1
/g-2

20
-24Ju1.

1

14
3’/s-‘/,.
2
1/_2/
2
I/_l/

2
2/1/

2
2
4

1
/42
/, 1) Nose,nn, v..o 12 April.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Ondanks de zeer geringe omzetten warene koersen op
de oorlogvoerenden deze week vast. Londen klom van 10.06
tot 10.22. Parijs van 37 tot 37.60 en New York van 211
1
/
4

tot 214. De hoogste koersen werden Vrijdag voormiddag
betaald, daarna werd de stemming iets flauwer en de markt
sloot op 10.16, 37.50 en 213.
1 Marken en Kronen eveneens vaster. Geopend op circa
41.27
1
/ en 26.30 liepen de koersen in drie dagen op tot circa
41.92
1/
en 28.85 en bleven verder ongeveer op deze prijzen
hangen. Zwitserland was vrij stabiel 50 A, 50.20. De Skan-
dinavische wissels waren allen aangeboden, zoodat een daling
van 50 ft 60 cents plaats vond. Op de lage koersen ont-
wikkelde zich eenige vraag, zoodat de markt eerder vaster
sloot. Spanje zeer vast 55.25 a 59.-.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Dato
Londen
5)
Parijs
5)
Berlijn
Weenen
St.P
ter,- kurg’)
New
York
1)

8April1918

..
10.074 37.10
41.35
26.30

2.11
1
/4
9

,,

1918

– .
10.06
37.-
41.40
6.424

2.11
1
/
10

,,

1918

..
10.094 37.25 41.80 26.65

2.11’/2
11

,,

1918

..
10.144 37.60 41.92+
26.85

2.13
12

1918

..
10.19
37.65
41.92+ 26.85

2.14
13

1918

..
10.16
37.50 41.92+ 26.85

2.13
Laagste d.
w. 1)
10.05+
36.90
41.10 26.10

2.10’/
Roogsté
,,

,,

‘)
10.22
37.65
42.30 27.05

2.14
1
/
6April1918

..
10.08
37.10
41.70
26.65

2.12
30
Mrt.

1918

– .
10.22
37752

42.60 2
27.452

2.142/8
kluntpariteit

..
12.10+
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48
3
/4
-, INoteering te Amsterdam. 2) Particuliere opgave.
‘) Noteering van 28 Maart.

332

ECÖNOMISCH-SMTISTISCHE BERICHTEN

17 April ‘1918

D
00
Stock-
holm°)
I
Kopen-
hagen
8
)
I
Chris
liania’)
Zwitser.
land8)
Spanje
1)
Batavia
1′)
tdrgrajiscl,

8 Apr. 1918
72.15 66.60 67.75
50.124
55.25
99-100
9

1918
72.-
66.75 67.55 50.10 55.40
99-100
10

1918 71.80 66.25
67.15 50.25 55.50
99–100
11

,,

1918
71.80 68.10
67.15
50.12/
55.75 99*
-1
0
0

12

,,

1918
71.65
66.25
67.20
.
50.10
56.-
99-1004

13

1918
71.65
66.25
67.5
50.-

99I

100
tk
L’ste d.
w.’)
71.50
65.90 66.90 49.90
54.75
993/4

H’ste
,,

,,

l)
72.20 66.75
67.90 50.25

100/2
6 Apr.1918
72.10 66.75
67.50 50.20 55.25
99-100
30 Mrt. 1918
72.25
67.202
68.25
50.10
2

55.
99I
-1

Muntpariteit
66.67
66.67-
66.67
48.-
48.-
100

8) Noteering te Amsterdam.
t)
Particuliere opgave
2)
Noteering
van 28 Maart.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zich!
Zicht
Zichr

Data
Londen
Parijs
Berlijn
Anisterd.
(in
S
(in
f,”.
(In cents
(in cents
per £)
P.
5)
p. Rn,. 4)
per gid.)

13
April

1918
4.75.45
5.72
Ibm.
46
1
/4
1

Laagsted.week.’.
4.76.45
5.72

46
21
4

Hoogste,,

,,

..
4.76.50
5.72 ‘h

47
1
/8

6 April

1918
4.76.45
5.72’/2
110122.
46/4
30 Maart

1918
4.76.45
5.72V4
DOLtI.
46
lvEiintpariteit..
. .
4.86.67
5.18
‘/
95 1/4
40’/,8

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
5Maart
1918
2April
19)8

Tijdperk
3-5 April

Laagste

Hoogste

5 April
1918

Alexandrië.
.
Piast. p.
£
97
7/,
97

/,o
97
I,a
97
/io
97 /io
B.

Aires
. .
..
cl.p.gd
.pes.
50’/
51 50
1
/
4

51’/2
501/4

Calcutta
.
.’.
.
sh/d.p.rup.
1/5’112
1151/
82

115
115’/io
1/5 t/22

Hongkong
– –
id. p.
$
2/118/
4

3/0/
3/014
3/0
2
/
4

3/0,1/4
Lissabon….
d.p.escitdo
29
1
/
28’/4
27/8
28
1
/8
281a
Madrid

. .
..
Peset.p. X
19.46
18.52
18.27
18.49
18.8
Montevideo..
d.p.peso
59
1
/
63
62’/2
64
63’/
Montreal ……
$
per
£
4.811/4
4.333/4

4.83e/s
4.85 4.84
3
/4
Petrograd ..
R. p.
£
10
noni.
nom.
120111.
210121.
110112.
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
13′
9
/82
13 ”/12
13
1
/io
13/
13/,a
Lires p.
£
42.63
41.78
41.80
41.95
4140
Shanghai

..
sh/d.p.tael
4/3


4/4/
4/4 4/4
4/4
Rome

…….

Singapore


id. p.
$
2/4
2/3/4
2)3′!2
2/4
2/3
8
/
4

Valparaiso
1)

d.p.pap.p.
1425/

15’/,
152/
16

15
1
/s2

1

15
15
/81
Yokohama
. .
sh/d.p.yen
2/2
‘Is’.
2/2
‘Iie
2/2
2/2
‘/o
2/2′!,,

1) Noteeringen op
90 dagèn.
8)
Noteering
van
14
Februari.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING
VAN
ZILVER.

Noteering te Londen.

te
New York

13
April

1918
……..
46’/4
932/s

6
,,

1918
……..
45
8
/6
91
1
/8
30
Maart 1918
……..
45’/s
‘)
92’/
23
,,

1918
……..
46
92
7
/a
16
,,

1918
……..
43


9
,,

1918
……..
42/4
85’/

17
April

1917
……..
36’I,o
73I8
15
April

1916
………
3O’/a
20
Juli

1914
……..
2’l”/,,
541/,

t)
Noteering
van
28
Maart.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 13 April 1918.

Activa.

Binnenl.Wis

IH.

bk.
f
24.158.695,06..

sels, Prom.j B.-bk.

118.628,57
.5…

A…..2.

1′) ‘)Ifl 400
1CIl,.
eua, nU ttiac.

fl.OUM.

,,Ih,OLO.UQW

f
36.596.756,781/’.

Papier
o.
h. Buiteni. in
disconto

……………………..

Idem eigen portef..
f

8.220.051,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.


8.220.051
Beleeningen
mci.
vrsch.
1
H.-bk.

f
58.513.068,54

in
rek.-crt.
B.-bk.

,

4.318.797,56

op
onderp.
Ag.sch.

48.862.539,96
1111.694.406,06

OpEffecten

,. …..
f109.718.906,06
OpGoederen en Spec.
,,

1.975,500,-
111.694.406,00
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..
13.665.026,32
‘1’.

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
91.456.370,-
Muntinat., Goud……638.695.950,74
‘Is

f
730.152.320,74
1
/
Munt, Zilver, en
.
….7.135.256,23’/2
Muntmat. Zilver
..

,


737.287.576,98
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds..
f

5.150.192,50
id. van ‘/1v.h.kapit.
,,

3.950.039,621!,
9.100.232,12′!,
Geb.en Meub.der Bank
……………..,,
1.465.000,-
Diverse rekeningen

………………,,
86.664.963,61′!,

fl004.694.012,89

Paseiva.

Kapitaal
………………………. .
f
20.000.000,-
Reservofonds

……………………

..
5.234.534,18’/t

Bankbiljetten in omloop …………..

.,
894.910.970,-
Bankassignatin in omloop ………….

..
2.221.248,95
1
/2
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……
f
Van anderen
……,,
73.489.489,84
1
I2
,;
73.489.489,84
1
/3
Diverse rekeningen

…….. ……….

8.837.769,90/s

f
1004.694.012,89

Beschikbaar tnetaalsaldo
…………..
f
542.401.497,14’I2
Op de basis van ‘Is inetaaldekking ……
.,
348.277.155,381/
2

Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ..

2.712.007.485,-

Verschillen met’ den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s

…………….7.353.377,68
Buitenlaudsche wissels……1.240.415,-
Beleeningen
3.423.760,08
Goud

………………..8.755.614,20
Zilver

…………………
18.620,85
Bankbiljetten…………..1.012.085,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

.. . –
11.145.404,48

Voornaamste nosten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Zilver
B

k.
isilj4’e7ten


Andere
opetschbare
schulden

13 April 1918

..
730.152
7.135
894.911
75.711
6

,,

1918

..
721.397
7.154
893.899 64.320
30 Maart1918
722.184
7.285
889.692
59.943
23

,,

1918

….
723.051
7.337
864.373
66.509
16

,,

1911

..
723.807 7.323
858.394 58.834
9

,,

1918

..
722.096
7.225
859.317
85.835
2

,,

1918

..
723.746
7.240
870.334
71.288
23 Febr.

1918

..
714.679
7.295
845.856
83.485
16

,,

1918

..
716.341
7.275
854.035 90.845
9

1918
716.432
7.278,
859.884
99.821
2

1918
707.609
7.275
892.087
58.386
26

Jan.

1918
707.000
7.176
871.586
77.132
19

,,

1918
707.988
7.031
883.034
60.031

14 April 1917

….
590.555
6.856
755.372
80.222
15 April 1916

….
523.023
1.727
654.425 86.346

25

Juli

1914

….
162.114

8.228
810.437
6.198

17 April 1918

ECONOMISCH-STAT!S1MSÇHE BE}ICHTEN

333

Data

Disconto’s

Beleg-
Besch,k-
baa,
Dek-
hing,-
Hiervan
T t
0
aa Sch1uist-
ningen
Metaal-
perCen-
prome..,sen
saldo
lage
rechtstreeks

iS Apr: 1918
36.597

111.694 542.401
76
6

,,

1918
29.243
10.000
115.118
536.216
76
30 M,rt. 1918
19.165

115.737
538.809
77
23

,,

1918
20.822

108.980
543.478
78
16

,,

1918
21.714

103.580
546.945
80
9

,,

1918
24.064
-_
111.170 543.537
79
2

,,

1918
26.363

124.022 541.907
78
23 Febr.1918
30.574

116.030
535.388
78
16

1918
24.090

139.462 533.877
77
9

,,

1918
30.120
8.000 145.838
531.013
75
2

1918
80.657 66.000
90.157
524.005
75
26 Jan. 1918
76.114 53.000 90.515
523.613
75
19

,,

1918
72.498 47.000 90.346
525.582
76

14 Apr. 1917
77.830
60.000 88.379 429.372
71
15Apr. 1916
95.662
74.000
74.018 375.835
71

25 Juli 1914
1

67.947 14.300 61.686 43.521
1
)
54
1)
Op de bas..
van
2
/6
metaaldekking,

Uit de bekendmaking van den M-inister van Finan-
ciii n blijkt, dat uitstonden op:

13
April
1918
1

6 April
1918

Aan schatkistpromessen
f
64.970.000,-

f

60.970.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,

10.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,
68.787.000,-
,,

88.827.000,-
Aan zilverbone

………
,,
29.349.960,-
,,

29.239.484,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Sedert 18 Maart 1918 worden slechts de telegraphisch
hier te lande ontvangen totaalcijfers der obligo’s en’ der
uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo medegedeeld.

Data
Goud
Zilver


8 k
bijetlen

Andere
opeischl,.
schulden

6 April
1918
000
30 Maart
1918 ..
.
233.700
25
1918
239.100

22

Dec.
1917 ..
. –
86.793
18.123
171.712
60.038

15

,,
1917 –
. . –
86.861 17.329 169.277
61.197

7 April
1917 ….
72.580
23.088
153.580 35.750
8 April
1916 ….
44.048
34.252
141.790
31134

25 Juli
1914
….
22.057
31.907 110.172
12.634

Data

_____________

Dis.
contos
1

‘”
1

N.-Ind.
1
betaalbaar

1
Beleg-
1
ningen
1

Diverse

1

ningen
1)


haar
metaal-
saldo
1

1

kings.
1
percen-
lage

6Apr.1918

11900
***
63.900
***

30 Mrt.1918
116.800
64.700
***

25

,,

1918
117.900
62.900

22
Dec.
1917
146
1

33.467
68
23.666
58.566
45
15

,,

1917
7.841
1
33.115
167.378
23.728 58.096
45

7Apr.1917
6.592 38.842 47.362
6.357
58.671
51
8Apr.1916
6.353
1

17.151
147.831
27.902
43.715
45

25 Juli1914
7.259
1

6.395

147.934 2.228
4.842
2
)1
44
1)
Sluitpost der activa.
1)
Op de basis van
1/

metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voprnaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Discontds
t

1
_

Div. rehe.
ningen
t)

9

‘Febr. 1918

..
609 1.250
923
1.094 505
2

,,

1918

. .
616 1.192 1.013
1.089 475
26 Jan.

1918

..
631
1.157
1.043 1.099
429
19

,,

1918

. –
630
1.185 1.038 1.106
432
1.2

,,

1918

.
.
619
1.187 1.103 1.116
505
5

,,

1918


.
594 1.226
1.074 1.132
444

10

Febr. 1917

..
714 1.104 986
958
449
12 Febr. 1916

..
886
922
1.021
924
663

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
396
‘)
Sluitpoet der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegevenS
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

‘oornaainste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden
p.
st.

Currency Notes.
Data

Metaal

Circulatie
11
t.

Bedrag
1
Goudd.
1 Gov. Sec.

10 April 1918 60.436

47.881

***

*5*

5*5

3

,, 1918 61.429

47.998

***

***

27 Mrt. 1918 60.611

47.817

*5*

*5*

20

,, 1918

60.605

47.359

223.922 28.500

198.363

12 April 1917

54.931

38.631

151.713 28.500

115.729
12April1918

57.922

33.658

111.019 28.500

75.718

22 Juli 1914 40.164

29.317

Gov. ‘ 1 Other 1 Public 1 Other

Re- 1 kinga.
.1

Data

1

Sec.

1

Sec.

1 Depos.

Depos

oe,oc 1 percen-
t

1

,

10 Apr. ’18 56.868 102.069 40.078 132.194 31.005 18,-
3 ,, ’18 59.300 113.487 36.288 1150.273 31.881 17,09
27 Mrt.’18 55.951 112.356 43.843 137.549 31.244 17,22
20 ,, ’18 56.986- 99.230 35.373 134.381 131.696 18,67

12 Apr.’17 37.596123.624 49.392 128.863 34.750 19,50
12 Apr.’16 33.188

90.545 68.803 79.961 42.714 28
3
/4

22 Juli ’14 11.005

33.633 13.735 42.185 29.297 52’/.

) Verhouding tusachen Reserve en Deposits.

•1

‘-DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoegiog der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Dek.
Data

Metaal

Daarvan
1
Kassen.

Circu-
1
bingo.
1

Goud

1
scheine
1

latie

1
percen.

7 April 1918
2.527.515
2.408.727 1.529.559
11.917.046
34
31′ Mrt.

1918
2.526.876 2.408.530
1.548.759
11.977.807
34
23

,,

1918
2526.110
2.408.381 1.349.443
11.399211
34
15

,,

1918
2.525.149
2.408.207
1.332.481
11.355.288
84

1

April 1917
2548.055
2.531.940 350.236 8.558.968
34
7 April 1916
2.504.632
2.460.855
906.009
6674.754
51

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93

1)
Dekking der
circulatie
door metaal
en Kassenscheine.

Darlehenskassenscheine

Data

Wissels
I

Rek. C,t.

11

Totaal
uitge-
geven

in kas hij
de Reichs
bank

7 April 1918
15.202.759
7.595.003
1.517.900
31 Mrt.

1918
16.034.259
9.029.669
1.536.500
23

1918
13.469.103 7.129.206
8.093.400
1.336.300
15

,,

1918
13.349.430
6.745.209
8.029.800 1.319.500

7 April1917
9.941.807 4.819.929
– –
7 April 1916
5.189.770
1.727.388 2.143.900
870.000

23 Juli 19141

750.892 1

943.964

RUSSISCHE STAATSBANK.

Voornaamste posten in millioenen Roebel.

1
Rek.
kistbil

contos 1 Circu-
Data n. st.

Goud

za. I
Schat-
1
Dis-
1

1
tenland
‘ver

jelten

lalie

rant

5 Nov. ’17 1.292 2.309 178 15.507 2.177 18.917 2.698
29 Oct. ’17 1.295 2.309 178 15.222 2.155 18.062 2.726
21′ ’17 1.296 2.309 168 14.479 2.071 17.859 2.715
13 ,, ’17 1.297 2.309 155 14.098 2.150 17.290 2.721

5 Nov. ’16 1.556 2.055 110 6.014

798 7.935 1.770
5 Nov. ’15 1.604

35

26 3.119 1.249 5.054 1.397

21 Juli ‘141 1.601 1

144 1 74

.. . . 1

757 1
1.6841 1.099

334

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17
April
1918

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.
Data Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zikc,
Te goed
In hei
Buitenland
Buii.8es.
voorsch.
old. Staat

11
Apr.’18
5.376.311 2.037.108 255.133
15.100.000
4

,,

’18 5.375.025 2.037.108 254.966
1.173.865
14.800.000
28 Mrt.’18
5.373.546
2.037.108 255.425
1.139.495 14.000.000
21

,,

’18
5.372.264
2.037.108
255.768
1.152.531 13.700.000

12 Apr.’17
5.222.346
1.947.672
259.606
780.280
9.800.006
13 Apr.’16
4.893.313

359.305
781.194
6.900.000

23

uli ’14
J
4.104.390

639.620

Wisids
Uitge-
stelde
Wisse.!,
Belee.
ning
Bankbil.

I
jettcn

Rek. Cr1.
Parti.
culieren.

Rek.

Cr1.

Slaat

1.583.266
1.100.825 1.128.573
26.086.784 3.296.955
51.184
1.816.691
1.103.381
,

1.113.936
25.847.884 3.126.344
83.912
1.328.218 1.105.289 1.102.857
25.179.328
2.808.557
47.275

Cr
1.039.775 1.107.275
1.139.889
24.824.969 2.740.615
55.184
0
493.068
1.261.885
1.181.999
18.844.127
2.510.370
91.048
380.744
1.617.384
1.231.681
15.183.959
1.993.804
37.144
1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.590

SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
t)

Voornaamste- posten in duizenden francs.

Datû

7II
inc!
buitenl.
,0ldt

Beleen.
von
bulten!.
,,order.

I
Beleen.

von
prom. d.
provinc.

wissels
en
heleen.

Circu-
latte
1

Rek.
Crt.
1

sald(

11 April ’18
803.027
98.409 480.000
128.200
1.273.170
226.438

4

,,

’18
754.233 98.385
480.000
127.739
1.228.608 221.808
21 Maart’18
751.396
98.257
480.000
142.294
1.225.663
236.887
14

,,

’18
751.976
93.206 480.000
145.713
1.235.832
230.187

12 April ’17
374.915
88.557
480.000
73.966 896.690
109.005

13
April ’16
207.928
59.7011480.0001
63.2391
654.228
152.323
1)
Sedert
einde 1914 met de
functie van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.
Waarvan
1
Waar.

I
ÎjC.
7
von in

Zilver
1
Notesin
Data

Goud

voor dekking
1
het bui-

cle.

1
circu.
F. R. Notes tenlana’

t latie

1.717.022
1
801.13952.5001 58.435 11.236.101

1.726.507

813.785 52.500 56.252 11.234.934

1.729.470

816.437 52.500 54.837 1.238.797

1.696.830

803.969 52.500 51.201 1.242.199

2 Febr.’171
795.834
1

275.909

1


1

12.185
1
260.030

Algem.
Percent.

Data
Wissels
Totaal
Depoot(os

1
Waar.

1
van
Dek.
kIns-
Goud.
dekking
Kapitaal
percen.
circu-

_____________

toge t)
latle

896.583
1.854.486
72.621

1
Febr.
1
18
25 Jan. ’18
901.574
1.849.086
72.439
61,5 65,9
18

’18
861.292
1.913.899
71.938
61,0
65,9
11

,.


’18
829.375
1.779.726 71.603
01,8
64,7

2 Febr.’171 107.819
1

814.443
1
55.725
1

1 –
i) Verhouding tusachen: den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito’s met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
1

Totaal
1

uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
1

gelden en
F. R. bank,
deposito’ s
deposits
beleggingen

25 Jan. ’18
671
11.527.048 1.199.201
10.777.154
1.399.748

18

,,

’18
662
11.425.833
1.147.274 10.618.473 1.361.800
11

’18
659
11.297.581 1.202.389
10.853.548 1.348.698

4

,,

’18
840
11.235.168
1.193.952
10.697.106
1.460.927
28 Dec. ’17
60
10.853.941 1.161.823 10.383.805
1.321.944

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 15 April 1918.

Als een trilling van verwachting gaat door de wereld de hoop op een spoedigen vrede, zonder dat men nochtans te veel aan die gedachten wil toegeven. In de achter ons lig-
gende berichtsperiode echter scheen het, alsof de horizon
wat minder bewolkt werd en er een glimpje van verstand-
houding tusschen de thans oorlogvoerende partijen kon
worden ontdekt. Door de publicaties omtrent het onder-
hond in het neutrale Zwitserland tusschen de graven
Reventera en Armand yas reeds een tipje van den sluier
opgelicht, waarachter de ook in dezen tijd niet opgeschorte
interparlementai re besprekingen plaats vonden. Meer direct
en meer teekenend schenen deze onderhandelingen te wor-
den, toen de brief, naar gezegd geschreven door den Keizer
van Oostenrijk-Hongarije aan Prins Sixtus van Bourbon,
werd gepubliceerd. Hier, zoo redeneerde men, was dan toch
een basis, waarop onderhandeling in ieder geval mogelijk
zouden kunnen blijken; hier ontmoetten twee tegenstanders
elkaar ten opzichte van een strijdpunt, dat voor een deel
den oorlog tot nu toe heeft verlengd: Elzas-Lotharingen.
Tot plotseling aan iedere hoop de bodem werd ingeslagen door de mededeeling, dat de Minister van Buitenlandsche
Zaken voor Oostenrijk, Graaf Czernin, zijn portefeuille ter
beschikking had gesteld
Het is hier niet de plaats over de politieke oorzaken of
gevolgen van deze gebeurtenis een oordeel uit te spreken.
Slechts voor zooverre de internationale beurzen hierop
reageeren, past het de politieke voorvallen in deze kolom-
men te betrekken. Hiervoor is het echter op het oogenblik,
waarop deze regelen worden geschreven, nog te vroeg; de
gevolgen zullen pas in de komende dagen beter overzien
kunnen worden. Slechts wenschen -wij hier te releveeren, dat
aan onze beurs algemeen het aftreden van Graaf Czernin
als een niet-gunstige factor voor het tot stand komen van een
spoedigen vrede werd beschouwd; het definitief oordeel
echter wordt nog opgeschort, tot de opvolger aan het Oos-
tenrijksche departement van Buitenlandsche Zaken bekend
zal zijn.
In de afgeloopen week hebben de beurzen in de landen van
Midden-Europa weder onder den invloed gestaan van het
offensief aan het Westfront en van den voortgang der
inshrjving op de achtste Duitsche oorlogsieening. Speciaal
geldt dit laatste natuurlijk van de beurs te B e r 1 ij n. De
verwachting, hier opgewekt ten aanzien van een zege-
vierend einde van den strijd, heeft zich omgezet iii een
hernieuwde vraag naM die fondsen,
waarvan
men aanneemt,
dat zij na den oorlog sterk van den alsdan geschapen toe-
stand zullen profiteeren. In de eerste plaats waren dit
aandeelen in koloniale ondernemingen, waarvan wij in ons
vorig overzicht reeds enkele waarden’ noemden. Er was
echter nog een factor, die bizonder stimuleerenci op de
fondsen van deze rubriek werkte, n.l. het verbod van ver-
koop dezer waarden aan het buitenland. Men zag hierin
een bescherming van regeerings-zijde van zeer waardevolle
objecten, temeer omdat men de grenzen zeer wijd heeft
getrokken en in de protectie ook heeft opgenomen die
ondernemingen, die slechts filialen ad. in de koloniën be-
zitten, als Orenstein & Koppel en eenige telegraaf-onderne-
mingen. Het doel van deze maatregelen is duidelijk; men
wil den verkoop van waardevoi
d
le ondernemingen in de
koloniën aan het neutrale buitenland of aan vijandelijke
onderdanen zooveel mogelijk belemmeren. Het is echter
eigenaardig, datmen eerst in den laatsten tijd tot beper-
– kings-maatregelen is overgegaan; de oorzaak moet dan ook
vermoedelijk worden gevonden in het feit, dat de Duitsche
kruiser ,,Wolf” in de Zuidzee, postzakken van een Engelsch
schip heeft onderschept, waarbij enkele brieven gewaagden van den bloeienden toestand der betrokken ondernemingen,
terwijl er ook in gesproken werd van het vinden van goud.
Een en. ander heeft de bizondere aandacht-voor deze objecten
wakker geroepen.
Voorbijgaa.nd was ervoorts aan de beurs te Berlijn eenige
handel op te merken in Russische waarden, aandeelen in
verschillende Russische ondernemingen, in verband met ge-
ruchten, dat deze fondsen weder in de officieele noteeringen
opgenomen zouden worden. Inmiddels heeft het beursbestuur
dit onderwerp wel in één zijner recente vergaderingen
besproken, doch tot eenig resultaat is men intusschen niet
gekomen. Voornamelijk stuitte het plan af op de onzeker-
heid, die nog steeds ten opzichte van de verhoudingen
int
Rusland en de Oekralne bestaat. ))eze onzekerheid komt vel
zeer sterk tot uiting in ce besprekingen, gehouden met
betrekking tot het verkrijgen van granen uit de Oekraïne.
Weliswaar is thans bekend gemaakt, dat een overeenkomst
tot levering volkomen is afgeloten en dat de eerste zen-
dingen reeds in den loop van deze maand verwacht mogen

1 Febr.’18
25 Jan. ’18
18

,,

’18
11

..

’18

17 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

335

worden, doch ter beurze hecht men hieraan al
zeer
geringe
waarde. Volgens deze overeenkomst zouden te verwachten
zijn: in April 135.000 ton, in Mei 246.000 ton, in Juni
528.000 ton en in Juli 311.000 ton. Evenwel is niet bepakl,
welk gedeelte van deze eventueele zendingen naar Oosten-
rijk-Hongarije en welk gedeelte naar Duitschland zal worden
geëxpedieerd. Het is geen geheim, dat juist in Oostenrijk
de oude oogst zoo goed als geheel verbruikt is en. dat daar
te lande derhalve de grootste behoefte aan nieuwen aanvoer
bestaat. In Duitschla.nd zelve verwacht men dan ook niet
veel van de ten-uitvoer.legging der overeenkomst, temeer, daar deze vooral gebaseerd is op de onderstelling, dat zeer
vele voorraden worden achtergehouden. Het is de vraag, of
de Organisatie reeds zoover gevorderd is, dat deze voor-
raden uit hunne schuilhoeken te voorschijn gehaald kunnen
voideu. Vervolgens speelt ook cle kwestie van den prijs een groote rol; naar de jongste berichten zou op de ba.sis v.n een
verrekening ad Mk. 130 per R. 100, een ton rogge ongeveer
Mk. 500 kosten; de maximu.mprijs in Duitschland zelve is
echter ongeveer Mk. 300. Deze moeilijkheden zullen alle
eerst overwouneu moeten worden, alvorens van een gere-
gelden töevoer van levensmiddelen uit de Oekraïne sprake
zal kunnen zijn.
De vrede met Roemenië daarentegen heeft meer direeten
invloed op de beurs gehad, voornamelijk op petroleum-
waarden. in ‘de eerste plaats varen aandeelen Stea.ua
Romana gezocht.. Binnenkort wordt het jaarverslag over
1916 tegemoet gezien;, men neemt aan, dat de directie een
dividend vali 16 pCt. over dit boekjaar zal voorstellen.
Over 1917 is de balans heel wat moeilijker saam te stellen,
omdat cle oorlogs-omstandigheden hier hare volle uitwer-
king hebben doen gevoelen; niettemin wordt thans reeds als
schatting aangenomen, dat over enkele maanden een divi-vend ten laste van het, jaar 1917 van eveneens 16 pCt. zat
worden gedeclareerd .De liquide middelen voor deze beta.-
lingen zijn thans reeds voor een groot deel ter beschikking
in de bank-deposito’s; bovendien zal de Mij. vermoedelijk
overgaan tot het oproepen der , volstorting ad 75 pCt. op
de Mk. 40 millioen nieuwe aandeelen. ])eze vo’lstorting wordt
echter beschouwd als voorbereiding tot verdere nieuwe en
groote plannen, waaraan ook cle Deutsche Petroleum A. G.,
als groot-aandeelhoudster der Steaua Romana zal deelne-
men. In verband met een en ander werden beide aandeelen clan ook tot hoogere prijzen uit de markt genomen.
Aan het einde der berichtsperiode echter heeft cle beurs
een ongeauimeerd aanzien verkregen. Men vreesde cle plan-
nen tot belasting-verhooging, die vermoedelijk na het slui-
ten van den inschrjvingsteriuiju op d.e achtste oorlogs-.
leening doorgevoerd zullen worden. Bovendien verluidde,
dat wederom een aanklacht wegens oorlogswoeker, thans
tegen cle Scheidemandel-Gesellschaft, was ingediend. Het
schijnt echter, dat deze geruchten geen reëele basis hebbeu,
hoewel het algemeen koerspeil wel eenigszins hierdoor vercl
gedrukt.
Van cle oveige internationale beurzen op het vasteland
komen slechts zeer sporadisch betrouwbare geruchten tot
ons. De handel te W e e n en is tot een minimum inge-
krompen, evenals de omzetten op de beurzen te Londen en
JParijs. Te L o n d e n houdt men zich voornamelijk bezig met de plaatsing van schatkistbiljetten, terwijl speculatie-
objecten vrijwel geheel op den achtergrond zijn gedrongen,
vooral ook door het ontbreken van iedere buitenlandsche
inmenging. De steeds voortschrijdende concentratie op
bankgebied wekt eenerzijds verwachtingen van groote
expansie op handelsterrein na den oorlog en doet anderzijds
ongerustheid oitstaan omtrent de liquide positie der betrok-
ken instellingen. Meer en meer toch is er een wauverhou-
ding gekomen tussclien de eigen middelen der Joint,-Stock-
banken en de haar toevertrouwde deposito’s. Bedroeg deze
verhouding in 1890 nog 18,4 pCt. (f 67.826.000 eigen kapitaal
en reserves tegen £ 368.663.000 deposito’s) geleidelijk is
deze ten ongunste gewijzigd, zoodat het verhoudings-
percentage thans nog slechts 6,2 pCt. aantoont (f 84.475.000
kapitaal en reserves tegen £ 1.365.297.000 aan deposito’s). Deze wanverhouding heeft aanleiding gegeven tot ernstige
vermaningen, vooral waar de groote Engelsche banken zich
meer en meer het Duitsche voorbeeld van directe financie-
ring. van handel en industrie voor oogen houden. Het kan
niet anders, of eeh ook maar weinig ernstige crisis-periode
zou een catastrophe teweegbrengen, indien de aan de banken
toevertrouwde middelen op de wijze, zooals zij zich dit
thans voornemen te doen, geImmobiliseerd zouden worden-.
Wat den beurshandel zelven betreft, zijn de meeste omzet-
ten nog ontstaan in rubberwaarden, die een vrij gevoelige
daling te aanschouwen hebben gegeven. De moeilijkheid om
het l)rOduct van de plantages te verzenden, moet hier wel
als de meest ernst
j
ge factor,worden beschouwd.,
Te N e w Y o r k kan ter beujze bijna van geen tendenz

worden gesproken. Zelfs de berichten van het oorlogstoo-
neel schijnen hier geen invloed van eenige beteekenis uit’
te oefenen, hetgeen eenigszins
begrijpelijk
is, als men in
aanmerking neemt, dat de Vereenigde Staten eigenlijk nog
aan het begin van den strijd staan en het volle vertrouwen
op hun krachten bezitten. Ook de teleurstellende staat van
onuitgevoerde orders per einde Maart van de Steeltrust
heeft geen reactie van eenige beteekenis teweeggebraeht..
4an den anderen kant echter waren spoorwegwaarden g
drukt, omdat de doorvoering van de spoorwegwet eenige
vertraging schijnt te ondervinden. Bovendien toonen ‘de
meeste spoorweg-ontvangsten reacties aan in vergelijking
met dezelfde periode van het vorig jaar, vooral in de netto’s.
Dit behoeft echter geen rol te spelen, althans voorloopig
niet, daar de regeering, zooals bekend, het gemiddelde van de laatste drie jaren girandeert. Voor de toekomst daaren-tegen boezemt de omstandigheid van het steeds verder op-
voeren der exploitatiekosten wel vrees in, omdat men zich
niet goed voor oogen kan stellen, op welke wijze de aandeel-
houders, zoödra zij weder in het bezit van hun eigendommen
gesteld zullen zijn, aan de hoogere eischen tegemoet zullen
kunnen komen. Hoewel dit een kwestie is van veel lateren
tijd, wordt zij toch reeds in de koersen verdisconteerd en
ordt de animo tot aankoop er niet door vermeerderd.
Te o n ze n t was de markt voor staatsfondsen in een
rj vaste stemming in verband met de rustiger verhoudin-
jen
bp
de geldmarkt. In buitenlandsche. soorten echter ging
slechts zeer weinig om.

9 Apr. 12 Apr. 15 Apr.
Rij z.ng of
daling.
41/3
/,
Ned. W. Schuld ….
93
1
/a
94
3
1s
94
3
/
+
1
1
!2
41/t
‘Is

,,

,,

,,

1916
931/
t

941/
2

943/3
+
11/4
4

0/

,,

,,

,,

1910
86’/
SP/A
87/g
+
1114
31/s
O/

,,

,,

,…..
77 77
77
3

s/

,,

,,

,…..
67′!
67
1/
678I


2
1/

1
/o Cert. N. W. S …….
S 7131i6
571/33

57
h/

&

0
/9
Oost-Indië 1915 ..
98 1/4
96
8
!

9614

1
1/

4

‘ijs
Hongarije Goud
.

49/
48/t.
48/io
4”

‘Is
Oostenr.Kronenrente
421/
435/j
42’/2

5

O/

Rusland 1906 ……
29
1
/3
28
28

1 1/
41/
2
O/

Iwangorod Dombr…
25
25
26
+1
4

/o Rusland Cons. 1880 ..
22/,
2118
21’/i,

4

0
/0
Rusl.bijHope&Co. ..
24
23
23/1e

‘ho
4″

‘Io

Servië

1895 ……..
36’Is
30
30

61/8
5

°/o
Brazilië 1895 ……
571/
4

571/
4

571/
4

Van de locale afdeelingen dient weder in de eerste plaats
de
scheepvaartmarkt-
te worden genoemd. Reeds op het
einde van de vorige week liep een gerucht ter beurze, als
zouden de vergoedingen voor de door de geassocieerde
regeeringen opgeeischte Nederlandsche schepen zeer ruim
worden. Tengevolge hiervan vond reeds een kleine koers-
verheffing plaats, die echter eerst ongehinderd haar weg
kon vervolgen, toen de officieele ecledeelingen van de
Britsche en Amerikaansche legaties waren gepubliceerd. Heden was het de eerste beursdag na deze publicaties
01.1
onmiddellijk vond de gunstige indruk van de huur-bepa-
lingen weerspiegeling in een zeer geanimeerde tendenz voor
vrijwel alle seheepvaartfondsen. Het meest profiteerdeic
aandeelen Holland-Amerika Lijn, Nederlandsche Scieep-
vaart Unie en Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij, hoewel
ook voor de overige soorten van de rubriek een vaste stem. ming bestond. Algemeen was men ter beurze van meening,
dat de beloofde vergoedingen een alleszins goede vinstmarge
voor de ondernemingen lieten, terwijl de bepalingen omtrent
de remplaceering bij. eventueele torpedeering, den goeden wil
tot loyale uitvoering ‘vooropgesteld, ons land en onze onder.
nemingen na den oorlog niet in ontredderden staat zullen
laten.
‘9 Apr. 12 Apr. 15 Apr.
Mizingof

Holland-Amerika-Iijn
…. 381

394

400

+ 19
,,gem.Eig. 367
1
1, 377
1/,
382

+ 14
1
!2

Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 300

301

300
Holl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 1841/
2
180

180
1
/,

4
Hollandsche Stoomboot-Mij..
2071/3
219 ‘/2 218

+
101/2
Java-China-Japan-Lijn …. 236

246

249

+ 13 Kon. Hollandsche Lloycl .. 168
3
1 173

177
1
/
4 +
811
2

Kon. Néd. Stoomboot-Mij. .. 233

234
3
/
238
1
/ + 5
1
/
Kon. Paketvaart-Mij ……. 240’/,, 246″Iio 250

+ 91/2
Maatschappij Zeevaart …. 367 340 345 —22
Neerl. Scheepvaart-Unie .: 224
1
/, 232’/4 238
1/4
+
13’1
Nievelt Goudriaan………1190 1190 1190
Rotterdamsche Lloyd ……242

253
1
/, 258
1
/, + 16’/
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 431

431

431

,,Nederland” .. 232
1
I 252

255
1
1 + 23
1
/

,,Noordzee” .. 221
1
1 230

237
1
/, + 16
,,Oostzee” ….389

399

399

+ 10

336

ECONOMISCH-STÂI’ISTISCHE BERICHTEN

17
April
1918
11

De optimistische opvatting, die men omtrent het scheep-
vaart-vraagstuk koesterde, was ook oorzaak, dat de rubriek
der
oulti.uraa.ijdeeZe.n,
die
zich
in den loop der berichts-
periode gevoelige verliezen had moeten getroosten, in vrij
beteekenende mate zich kon herstellen. Vooral de mededee-
ling der Javasche Bank, dat zij de financiering van dell
suikeroogst niet op dezelfde schaal als vroeger zou kunnen
verzorgen, indien geen maatregelen ter vermindering der
productie zouden worden genomen, had een heftige reactie
in den aanvang der week te voorschijn geroepen. Wel volg-
den hierop geruststellende mededeelingen, en wel werden
commentaren geleverd, die moesten aantoonen, dat de
meeste suikeroudernemingen en -fabrieken financieel krach-
tig genoeg waren om het een tijdlang zonder financieele
hulp der credietbanken te kunnen stellen, doch het vertrou-
ven keerde slechts zeer langzaam terug. Men was er zich
te goed van hewust, dat de afscheepmoeilijkheden wellicht
een zeer geruimen tijd zouden kunnen voortduren, in welk
geval toch tot vermindering van productie en hiermedc
gepaard gaande hoogere productiekosten zou mOeten VOr-
den overgegaan. Niettenin konden b.v. heden aandeeleio
Handelsvereeniging Amsterdam een negental procenten in
koers monteeren, terwijl ook aandeelen en actions Vorsteo-
landen in betere stemming de week verlaten. Daarentegen
bleef voor de minder couraute soorten, alsmede voor de
aandeelen in handelsondernemingen, het ianbod nog over-
wegend.
In verband met cle scheepvaartmoeilijkhecleu had ook do
rnbbermarkt
overwegend van aanbod te lijden. Hand aan
hand hiermede gingen geruchten omtreut zeer lage dividend-
uitkeeringen over 1917. Zoo werd bv. van de Rubber-
Cultuur-Maatschappij ,,Amsterdam” een taxatie van S pCt.
vernomen, tegen een uitkeering van 16 pCt. over 1916.
Volledigheidshalve moet hier worden opgemerkt, dat geeli
enkele grond voor deze schatting aanwezig was en dat meji
over het algemeen aannam, dat cle lage taxatie door een
algemeen pessimistischen kijk
01)
cle naaste toekomst was
ingegeven. En aansluiting dan het hoofdfoncls varen ook
de overige soorten Vrij sterk gedrukt.
De
tabaksmurkt
toonde vrijwel hetzelfde beeld; hier ech ter waren de omzetten van veel geringer beteekenis, zooclat
ook de koersvariaties beperkt bleven.
De markt voor binnenlandsche
industrieele w’iardwo
werd beïnvloed door de berichten uit alle oorden des lands
omtrent ongeregeldheden iii verband met de voedselvoor-
ziening en door het ontslag, dat de directies van vele
ondernemingen noodgedwongen huu arbeiders moeten
geven. Vooral aandeeleit Phul.ips’ Gloeilainpenfabrieken
varen
01)
sonimige dagen sterk aangeboden, waarop echter spoedig een herstel is gevolgd. Daarentegen wareli de aan-
deelen ii.o scheepsbouwmaatschappijen goed gevraagd, in ver-
band met de vooruitzichten op een langen tijd van loonend
werk, vooral
lie,
den oorlog.

9 Apr. 12 Apr. 15
Ri’Zing

Amsteidamsche Bank

. . . –
lOS’/z
195
1
/1 196I8
+
1/8
Ned. Handel-Mij. cert. v. aand.
174
1731/ 1721/

1
1
/
Rotterd.Bankvereeniging ..
14611
2

1351/
1

135l8
– 101/8,

Amst. Superfosfaatfabriek..
165
166
164 ‘/

1/
4

Van Berkel’s Patent
.
……
162
t/S

161/4
159
1
/t
—3
Insulinde Oliefabriek……
207 205
200k/2
—6
/2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
1048/
4

1042/
4

1041I
1/4

Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
159e/s 154
1
/2
1541/2

4I8
Philips’ Gloeilampenfabriek.
299
‘Is
315 317
+
17
‘I
R. S. Stokvis
&
Zonen


670
660
660

10
Vereenigde Blikfabrieken ..
.1341/
4

1310/
4

131
2
/4
_3
Compania Mercantil Argent.
211
1
/&
214
1
/,
221
+
91/4

Cultuur-Mij. d. Vorstenland..
1702/
4

17284
169

11/
4

Handelever. Amsterdam….
3821/2
3771/9

391
1
/2
+
9
Holl. Transatl. Handelsver.
166
161 164
—2 Linde Teves
&
Stokvis ….
208
210 210
+
2
VanNierop&Co’sllandel-Mij.
192I2
194
192

1/1
Tele
&
Co.’s Handel-Mij. ..
1748/
4

178
176 ‘/
±
l’/s
Gecons. Holl. Petroleum-Mij.
193
201’/i
197/4
+
40/4

Kon. Petroleum-Mij . ……
486
490 490
+
4
Orion Petroleum-Mij.

….
791/
4

852/
2

95’/2
+
16’/4
Steaua Romana Petr.-Mij…
2131/4

216
214
I
/
+
1
Amsterdam-Rubber-Mij.

..
197
1
1
1921/
8

193
41/2

Nederl. Rubber-Mij.

……
117 ‘/
114
114

3
1
/2
Oost-Java-Rubber-Mij.

.. ..
235
225 ‘/
2251/4

98/
4

Deli-Maatschappij

……..
492/s
495
497
+
41
Medan-Tabak-Maatschappij..
209 209
1
/2 208

1
Senembali-Maatschappij….
566
557
569
+
3

De
Anterikaansche
markt was zeer onbelangrijk en toonde
niet veel variaties. i)c verkoopen, vooral in de lager geno-
teerde spoorwegaandeelen, waien echter overwegend, zoodat
zelfs op dagen, waarop cie New Yorksche slotnoteeringen

er alle aanleiding toe gaven, geen hoogere koersen bedongen
konden worden.

9 Apr. 12 pi

15 Apr. R
ï
iz.
n
a
of

American Car
&
Foundry ..
72
701/a
7110/je

Anaconda Copper

……..
129
1
/2
127/
128’/
– 1
1
/4
Un. States Steel Corp…..
83
8
/4
828/ 82
1/2

12/4
Atchison Topeka ……….
82
8
/4
81
12
/tu
81

121`4
Soutlïern Pacific ……….
80
15
/1
6

8015/
16

80
/16
– 7/8

Union Pacific …………
119 119
118/4

1/
4

Int. Merc. Marineafgest…..
27
5/
27
8/t,,

27/

1
/,6

11

,,

,,

,,

prefs
91
/s
99
1
/t
98
‘/o
+
618

De
ge,lduar/;t
is in verband met cle middelen, clie thans
op grootc schaal door het stop staan van vele industrieele
bedrijven liquicle worden, vrij ruim. Hoewel de noteering
van prolougatiegeld niet sterk gedaald is (in de laatst(;
dagen was deze 4 pOt.) is geld toch veel gemakkelijker ver-
l:rjgbaar dcii enkele weken geleden het geval is geweest.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

15 April 1918.
In de afgeloopen week heeft de post ons eindelijk weder
uitgebreider nieuws uit overzeesche gewestea gebracht dan
in de vorige weken, toeii wij ons met telegrafische berichten
hadden tevreden te stellen, het geval was. Werkelijk nieuwe
gebeurtenissen bleken echter gedurende Maart niet te zijn voorgevallen. Slechts heeft in de export- en importlanden de toestand zich verder ontwikkeld in de richting, die oiis
reeds bekend was.
In Frankrijk en Groot-Brittannië beloven de te velde
staande granen een goede opbrengst. Het weder in 1918 is tot nog toe zeer gunstig geweest en de met tarwe bezaaide
oppervlakte was in i’ebivari in Engeland veel grooter dan in het vorige jaar. In mindere mate was dat ook in Schot-
land en Ierland het geval. In Groot-Brittannië wordt be-
weerd, dat, indien het imter uiet te ongunstig wordt, de
tarweoogst vrijwel 50 pOt. grooter zal zijn dan het vorige
jaar en wel 12 millioer, in plaats van circa S millioen
quarters tarwc zal worden, geoogst.
Uit de Verecnigde Staten luiden cle berichten over den
stand der wintertarwe veel gunstiger dan in het begin
van den winter en men verwacht dat het landbouwrap-
port van 8 April een veel beteren stand der
taiwe
zal
aangeven dan in December het geval was. Het April-
rapport is ons nog niet bekend.
Canada verwacht eene flinke vermeerdering in den uil –
zaai van zomertarwe. Ook in cle Vereenigde Staten hoopt,
men zulk ccce vermeerdering te bereiken, doch er zijn
verschillende redenen oiLL aan vervulling van die hoop te
twijfelen. Niet slechts is er gebrek aan zaaitarwe en werk-krachten, doch nu ter besparing van tarwe ook in Amerika steeds meer gebruik wordt gemaakt van meel van gerst en
haver, als grondstof voor brood en voor deze graansoorten
geen maxinmumprijs bestaat en door de sterke vraag de prijs
gestegen is boven die van tarwe, vreest men bovendien, dat
de boeren in de zomertarwe-staten gerst en haver zullen
verbouwen ten koste van tarwe. Aandringen bij de Amen-
kaansche regeering op heL vaststellen van ‘maximumprjzen
voor gerst en haver is het gevolg geweest. Voor haver is
daarop ook werkelijk een nlaximumprijs bepaald, doch deze
is zoo hoog, dat de toestand dezelfde blijft. Ook ljuzaad,
waarvan cle prijs in Minnea polis in Maart reeds $ 4,25 per
hnshel heeft bereik

t, zal waarschijnlijk, voor zooverre het
tekort aan zaaizaad,dcu uitzaai niet beperkt, dit jaar weder
meer worden verbouwd.
In Britsch-Indië wordt tengevolge van droogte in dc
niet-geïraigeerde strekeu, de tarweopbrengst veel lager
geschat dan het vorige jaar. Sommige berichten spreken
van eenc vermindering van 20 pCt.
Australië blijft nog steeds gedrukt gaal.L onder een enorii,e,i
tarwevoorraad, die wegens het gebrek aan scheepsrnimte
niet verladen kan worden. i[et feit, dat cle laatste tarwè-
oogst in Australië kleiner was dan in de voorafgaande
jaren, is dus van weinig beteekenis. Reeds is er in Austra-
lië sprake van, den verbouw Van tarwe sterk te verminderen
en de veeteelt uit te breiden.
Uit Argentinië komen voortdurend berichten over groote
verwachtingen van dec te velde staaudeu rnaïsoogst. De
voldoening hierover is echter niet algemeen en de produ-
centen zien met ongerustheid, dat -de verschepingsmogelijk-
heid nog steeds niet verbetert. Zij voorzien zeer lage maïs-prijzen in Argentinië. Reeds is voor de spoedige termijnen
in de laatste Nveken eeue sterke verlaging ingetreden, zoodat
,naïs dezer dagen aan de termijninarkten 5,50 pesos

17 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

337.

noteerde tegen meer dan 13 pesos in den zomer van 1917.
De- export uit Argentinië ondervindt tevens groote be-
zwaren door het tekort aan zakken. In den laatsten tijd
wordt daarin echter door levering uit Britsch-Indië eenigs-
zins voorzien.
Intussehen blijft het er zoowel in cle Vereenigde Staten
als in de Europeesche invoerlanden slecht uitzien met de
graanvoorziening. In Groot-Brittannië is weliswaar de ge-
dwongen brooclrantsoeuecring nog steeds achterwege geble-
ven, doch telkens wordt invoering in het vooruitzicht
gesteld, wanneer de zoogenaa.mde vrijwillige rantsoeneering
der bevolking dreigt, niet – voldoende resultaten te zullen
hebben. Geklaagd wordt over onvoldoende tarweaanvoereu
in liet Vereenigd Koninkrijk gedurende de wintermaanden.
In de laatste weken heet hierin echter eenige verbetering
te zijn gekomen. Groote zorg baart echter cie veevoedering.
Na een karig rantsoen voor paam.dcn en melkkoeien blijft
voor het overige vee en pluimgedierte veel te weinig over
en de instandhouding van den veestapdl zal groote moeite
kosten.
Om verschillende redenen kunnen de Vereenigde Staten,
de groote leveranciers, niet voldoende aan de schaarschte
tegemoet komen. In mle eerste plaats w’eegt daarbij natuur-
lijk zeer zwaar het tekort aan scheepsruime; wel zeggen
Amerikaansche berichtgevers, dat de gerequireerde Neder-landsche stoomschepen daarin verbetering zullen, brengen,
waarvan zeUs de kajuiten met graan schijnen te worden
gevuld, maar zoolang in Amerika zelve een tekort aan
tarwe bestaat, helpen ook de Nederlaudsche schepen niet veel. Volgens he1 Landbouwrapport van S Maart was cle
voorraad bij de landbouwers op 1 Maart ongeveer even
groot als in 1.917, tem-wiji de voorraad meel bij de molens
slechts voor 30 pCt. in de behoefte der goalliëerden kon
voorzien. Gezien cle uiterst kleine tarweaanvoereu aan de
Westelijke markten l,igt de gevolgtrekking voor cle hand,
dat de Anierikaansche t.arweoogst van 191.7 sterk overschat
is. Toch meent de voedselaclnnnistrateur Hoo’er dat hij
door cle tarwebesparing, die het Amerikaansche volk zich
heeft opgelegd, aan de gealliëerden het beloof cle kwantum kan leveren. Qui die hoeveelheid te bereiken, dienen echter
maandelijks 800.000 qrs. tp worden verscheept en in Fe-
bruari alleen zijn 250.000 qrs. te weinig verscheept. Dit
tekort is wel op rekening geschreven vn cle bez’areu, clie
het s’poorwegverkeer onclervoiicl van den strengen winter,
maar het feit, dat het in Februari zelfs is voorgekomen,
dat de Amerikaansche molens niet genoeg tarwe konden

krijgen 6m hun bedrijf volledig gaande te houden, geeft toch
te denken.
Ter besparing van tarwe wordt in de Vereenigde Staten
behalve gerst en haver ook ma-is in veel sterkere mate dan
gewoonlijk voor brood gebruikt. Terwijl de tarweaauvoeren
nok steeds uiterst klein blijven, wordt mais nQg voortdu-
rend in groote hoeveelheden ter markt gebracht. Het is
echter niet gelukt alle vochtige onhoudbare mais van de
boerderijen naar cle markten en drooginrichtiigen te ver-
vodren. I

Iet watergehalte (ier aanvoeren is ook in 1Aaart
nauwelijks verbeterd en bericht wordt, dat de voorraden der
boorea nog voor 50 t 60 1Ct. bistaan uit mais met 20 pCt.
en ‘meer water, welke maïs fins bij zachter weder ouhoucl-
baar zal zijn. Nog steeds baart de verkrjging van vol-
(ioeicle zaaim n
ais groote zorg. De uitvoer is van kleine
omvang. Men hoopt daarin verbetering te brengen door
zoo veel mogelijk verscheepbare maIs naar de havens te ver-
voeren. De bedoeling is maIs met hoogstens 15 pOt.
waergehaite over de havens der Mexicaansche Golf uit te
i’oren, maïs met hoogstens 1b pCt. over de Atlantische
havens.
iedureucle cie wiutermijudea is ter verbetering van het
umaïsmeel geregeld droge Plata.-maïs in cle Vereenigde Sta.
tec1 ingevoerd, doch de Amerikaansche regeering heeft in
Maart (lien invoer verboden om de daardoor vrijkomende
sc;h’eëpsruirnte vrij te nmaken voor den aanvoer van Plata-
tnrwe.
Ook de import van lijnzaacl uit Argentinië in Noord-
Am1merika is door een dergelijken maatregel getrofi?n. De
geringe aanvoeren in de ‘ereenigde Staten van inlanclsch
als van Canadeesch lijnsaact maakten grooten invoer nit
Argentinië noodzakelijk en belangrijke zaken vonden ge-
durende de wintermaanden geregeld plaats, tot ook deze
invoer door de Noord-Arnerikaansehe regeering is beperkt.
11e
1
schaarschte doet zich in Noord-Amerika voortdurend
strker gevoelefd. –
Naarmate de import in Groot-Britannië steeds bezwaar-
lijker wordt, dringt cle regeering daar sterker- aan op uit-
briding van de productie van graan en aardappelen. Ook
wordt de verbouw aanbevolen van eene ,,uieuw ontdekte
boonemisoort”. Bedoeld wordt de Nederlundsche brui,e boon,
op welker voedzaamheid de regeering den landbouw’- op-
merkzaam maakt.
Haver, is in Argentinië en Noord-Amerika nog in groote hoeveelheden aanwezig. Dc Noord-Amerikaansche haver-
voorraad bij de boeren ci’ 1. Maart was veel grooter dan


Noteeringen.

.

Loco-prijzen te Rotterdaxn/Amsterdam.

Chicago

.

Buenos A,jres

.

s

15 April

8 April

IS April

D

00

.

1918

1918

1917
a 0

Tanoe

Mais

Haver

Tarwe

Mais

L(jnzaad

Mei

Mei

Mei

Mei

Mei

IV!ei
Tarwe

………………

13 Apr.’18 220

1)127

84’/a

12,90

5,70

23 55

Rogge (No. 2 Western) .. .

nom.

nom.

Bom.
..572,50′)

576,-1)

588,-‘)

13 Apr.’17 2211/4

136 1/

651/4

14,10

10,10

21,50

Gerst (46 lb.

feeding) .. ..

420,-‘)

420,-‘)

345,-‘)

13 Apr.’16 1161/

74114

441/2

8,3

6Apr.’18 220

‘) 125/b

85 ‘/4

12,75

6,15

24,40

Maïs

(La Plata)

………420,-t)

420,-‘)

345,1)

54)

4,95

11,65)

Haver (3S ib. whiteclipped)

21,-‘)

21,’)

20,-1)

13 Apr.’15 156114

72’/

565/

12,50

5,60

10,10)

Lijn,koeken

(Noord-Ame.

20 Juli ’14

82

‘)

563/8 1)

361/2 1)

9,40

)

5,38 8)

13,70 5)

rika van La Plata-zaad) .

3001-0

300,-9

200,-‘)

‘) per

Dec.

2)

per

Sept.

‘)

offic.

vastgestelde

locoprijs

Lijuzaad (La Plata) …….nom.

nom.

7 40,-

4) per April.

‘) Regeeringsprijs.

De noteeringen van Buenos Ayres zijn van 13 en 6 April 1918, 13 April 1917, 13 April 1916 en 13 April 1915.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal r

Artikelen.

7 April-

Sedert

Overeenk.

7 Apr,!-

Sedert

Overeenk.

1916

1917

13April1918

1 Jan. 1918

tijdvak 1917

13April 1918

1 Jan. 1918.

tijdvak 1917

Tarwe ……………..
.-

84.463

4.553

89.016
Rogge ……………..-

4.465

– ‘

4.465
Boekweit

………….-

654

.- .

– –

654
MaIs

……… . ……
.-

60.099

50.129

110.228
Gerst

……………..-

2.608

,

5.492

8.100
Haver ……………..-

.

15.042

15.042
Lijnzaad ……………-

8.322

7.560

– –

15.882
Lijakoek

15.130

20.576

35.706
Tarweineel ………….

3.815

.

3.815

•AAN VOEREN in tons val, 1000 K.G. voor België.

Tarwe ……………..7.160

87.422

90.712

87.422

90.712

Rogge …………….

5.174

5.174


MaIs

………………–

24.647

‘7.479

24.647

7.479

Tarwemeel …………


Gerst

……………..3.697

3.697

144

3.697

144

338

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 April 1918

in 1917, doch nauwelijk3 meer dan in 1916. Daar de oogst5
‘an 1917 een recordoogst is geweest, blijkt uit dit 1aatte
feit, hoeveel haver in de Vereeoigde Staten als menschelijk
voedsel moet zijn gebruikt.

Buitenlandsche granen in Nederland.

Het schijnt, dat de gealliëerden zich bereid hebben vér-
klaard ons land drie stoombootladingen graan af te stain,
genoeg voor bijna twee weken naar dien tegenwoordigen
maatstaf. Het is te hopen, dat tarwe bedoeld wordt en ij
ons niet met maïs of haver zullen moeten vergenoegen,
maar de hoeveelheid is zoo klein, dat zulke details als d
soort van het te leveren graan eigenlijk weinig gewicht in de schaal liggen. Wij zullen voorloopig vrijwel geheel Q
onze eigen productie zijn aangewezen en het is van Ile
grootste beteekenis, dat ieder Nederlander, die daartoe in
de gelegenheid is, aan de uitbreiding dier productie mede-
werkt. Voor dit oogstjaar komt vooral verbouw van de in
Engeland zoo juist ,,outdekte” bruine boonen, waarvoor
het de geheele maand Mei nog tijd is, nog in aanmerking.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel driitgt
in landbouwbladen en bekendmakingen sterk aan op dien
verbouw, terwijl hij ook op andere wijzen tracht onzen voeçi-
seloogst van 1917 nog zoo groot mogelijk te doen zijn. Moge
hij daarmede goede resultaten bereiken!
9
SUIKER.

F. 0. Licht bevestigt, dat in Duitschland met eenn
achteruitgang van den bietaanplant gerekend moet w
9
r-
den, die vooral in de Oostelijke en Noordelijke districtén
nogal belangrijk kan zijn.
In Oostenrijk-Hongarije verwacht men eene matige
uitbreiding van den aanplant.
Op Java is de markt flauw en schijnt voor Superieur
uit den nieuwen oogst niet meer dan misschien f8.- te
bedingen te zijn. Afdoeningen werden nog niet gerappor-
teerd: De uitvoeren gedurende Februari bedroegen 87.000 tons tegen 49.000 tons verleden jaar.,
De A m erik aan s c h e markt is onveranderd.

,-
De C u b a-statistiek is als volgt-:

1918

1917

1916
Outv. der weektot 23 Mrt 155.131 108.997* 156.332 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1917 1.531.928 1.074.671 1.427.100
Werkende fabrieken .. 196 186 ‘
Exp. der week tot 2 Mrt

78.495

95.140 tois
Totaal sedert 1 Dec. 1917 443.083

726.154
Exp. U. K. 1 Jan.-23 Febr.

44.557

73.983 126.017
,P
Frankr.1 ,, 23
,,

7.440

32.380
Totale voorraad 4 Mrt…629.960

459.155
V. S. exp.ger.lJan.-3Mrt

4.912

52.075 156.935
an
*) 6 Havens.
NOTEERINGEN.

Londen
0

.’Dta
Amsterdam
per
New York
Tatej
White
A%
April
Cubes
Java,
lad
Cenirifugals.
No.
1
fol,.
$1

12 April 1918

. .
f

53/9
13/6

5.92


5

,,

1918

..

53/9
14/6

5.92


12April1917

..
,, 22,-
47/1’z
20/3
33/9 6.27
12April1916

..
,, 27,-
47/11/2

18/-
28/9
5.83 9.5.96
21 Juli

1914

..
‘,,

11
11
/s3
18/-
– –
3.26

q

RUBBER.

De markt voor Plantage-soorten was un de afgé.
loopen week flauw gestemd, hoewel de prijzen niet veél
terugliepen. De voorraad -in Londen bedroeg begin April
circa 15.600’tons.
De prijsstijging der Para-soorten van eenigen tijd
geleden is zuiver het gevolg der verschepings-moeiljkheden.
De eenigste lijn, die op de Amazone vaart, beperkt zich in
den laatsten tijd tot het aanbrengen van levensmiddelen. ‘-

De noteeringen luiden:

einde vorige week
Prima Hevea Crêpe
loco. 2/4
1
/2

loco…………..2/5 –
Mei!Juni ……..2/5

Mei/Juni ……..2/6
Juli/December…. 2/611
3

Juli/December .. .. 217
SmokedSheetsl/sd.minder

1
/2
d. minder.
Hard cure fine Para …. 8/-‘/,

……………….3/1

WOL

De opeenstapeling van de voorraden op de centrale mark-
ten te ‘La Plata door gebrek aan tonnenmaat heeft
een merkbare vermindering in zaken teweeggebracht. Het

prijsniveau geeft blijk van eenige onregelmatigheid en sommige
soorten vertoonden zelfs een daling van 5 /o. De verzen-
dingen beloopen:

1 Oct.’17-

1 Oct.’16-

15 Jan.’18

15 Jan.’17

Argentinië ……72.000 blu.

96.000 bln.

Uruguay ……..18.000 ,,

18.000

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

I5Apr.’I8I
8Apr.’l8128Mrt.’18
I6Apr.l7
15Apr16

New York voor
Middling

. .
30,50 c
35,10 c 34,25 c
20,50 c
12,- c
New Orleans
voor Middling
33,- c
34,50 c
33,50 c
19,81 c
11,88 c
Liverpool Good
Midd. Americ.
23,89 d
25,49 d
24,84 d
12,97
dI)

7,84 d)

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.

(In duizendtallen balen.)

1
Aug.
’17
1

Overeenkom.,Iige
perioden
tot

12April
’18
I916-17

19I5-I6

Ontvangsten Gulf-Havens..
,,

Atlant. Havens
5453
6348
6240

Uitvoer naar Gr. Brittannië
2199
2009
,,

,,

‘t Vasteland.
3308
1805
.
1826
Japan ete.,.
450

Voorraden in dujzendtallen
12Apr11 ’18
12April
’17
12April ’16

1458
1134
1331
1185 988
945 –
Amerik. havens
………..


97
251
Binnenland ……………
New York

……………

365
332
New Orleans ………….
Liverpool

……………

677
816
1)
Middling.

HUIDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co.:

Van de exotische huidenmarkt geene nieuwe gezichts-
punten, vooral Engeland zeer vast. Hier is echter geen
voorraad meer, behalve circa 4000 drooggezouten Kaaphuiden,
waaronder goede partijen; verkoopers zijn echter niet ge-
neigd hierop concesses in prijs te doen. Verder nog 200 droge Kaaphuiden II. Afgedaan werden circa 550 droge
Kaaphuiden. –
Inlandsche huiden vast met veel belangstelling.
Doordien bijna niet geslacht wordt komen er weinig huiden
en zeker geen zware aan de markt, zoodat de looierij aan-
gewezen is op koehuiden van lichte wicht.
Kalfsvellen zonder verandering; voor pinken meer
interesse, yooral doordien het R. D. H. L. in het bezit ge-
komen is van 70.000 Kilo’s chroomlooistoi, zoodat voor
geruimen tijd kan worden doorgewerkt, hetgeen de looierij ook aanleiding kan geven zich te interesseeren voor de nog
steeds aan de markt zijnde 1000 Padang Runderhuiden.
Behalve deze 70 ton chroomaluin, werden nog ruim 300 ton
zout aangevoerd.

Rotterdam, 13 April 1918.

METALEN.

Loco-Noteeringen,te Londen:

Data
Ijzer
Cle,,.
No.3
Koper
Standard
Tin
Lood
1

Zink

12 April1918..
nom.
110.-1-
322.-]-
30.10-
32.-!-
5

,,

1918..
nom.
110.-!-
316.-/-
30.10/-
52.-!-
13April1917..
nom.
136.-!-
217.-1-
30.10i-

14
April 19,16.
.
96.4-
125.10/-
200.-/-
‘35.51-
100.-!-
20Juli

114..
51.4/-
61.-/–
145.15/- 19.-1-
21.10/-

DIAMANT IN 1917.
Men schrijft ons: –
Bij den aanvang van het jaar 1917 scheen het alsof de
vergelijkenderwijs gunstige toestand van het voorafgegane
jaar zich zou voortzetten. Doch het was in de eerste plaats
de Duitsche regeering, die een spaak in het wiel stak door

17 April
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

de toepassing van den onbeperkten duikbooten-ooriog, die
op 1 Februari zou aanvangen en zich
iiiderdaad
van dien
dag af gelden deed.
Deze gebeurtenis was de inleiding tot een reeks van ernstig moeilijkheden. Het scheepvaartverkeer met de
Vereenigde Staten had op kleine schaal, onregelmatig en
met groote tusschenpoozen plaats, terwijl cle verzekerings-
premiën tot ongekende hoogte opliepen. Bovendien werd
het hoe langer hoe moeilijker, belangrijke bedragen in één
schip verzekerd te krijgen, daar uit den aard der zaak de
assuradeurs hun risico zoo gering mogelijk wilden doen zijn. Onze handel had echter groote bedragen in elk schip noodig.
De regeering stak te rechter tijd de helpende hand uit,
door de zendingen diamant in Nederlandsche schepen naax
de Vereenigde Staten tegen schappelijke premiën te ver-
zekeren. Doch andere bezwaren doemden op, die den handel
hoelanger hoe meer belemmerden, zoodat het export-cijfer
verre beneden dat van 1916 bleef, waarbij nog moet worden
opgemerkt, dat de prijzen gedurende het jaar 1917 zeer
omhoog gingen, zoodat dus de hoeveelheid verzonden diamant kleiner is dan zij in verhouding tot den export
over 1916 lijkt.
Het embargo, door de Vereenigde Staten op de Neder-
landsche schepen gelegd, kort nadat zij den oorlog met de
Centralen hacldeh aanvaard, maakte vrijwel een einde aan
het transatlantische scheepvaartverkeer. Dientengevolge
moesten alle diamant-zendingen van het oogenblik af via
Engeland verzonden worden, hetgeen herhaaldelijk tot aan-zienlijke vertragingen leidde, daar de geconvoyeerde sche-
pen, die o.a. de’ mails vervoeren van en naar Engeland,
ongeregeld en met vaak groote tusschenpoozen de vaart
voibrachten.
Ook hier paste zich echter de handel weldra aan en de
zaken begonnen weder een vergeljkenderwijs normaal aan-
zien te herkrijgen, toen de Engelsche regeering als maat-
regel van represaille wegens den Duitschland toegestanen doorvoer van grint en zand het telegrafich verkeer van en
naar Holland tot stilstand bracht. Dat was een harde slag
voor den Nederlandschen handel, doch in het bizonder voor
den handel in diamant, die zonder telegrafisch verkeer een-
voudig niet te voeren is, zeker niet nu de postverbindingen
zelfs met nabij gelegen landen zoo treurig zijn. Het verbre-
ken van de telegrafische gemeenschap beteekende’ voor den
diamanthandel, dat alle in- zoowel als verkoopen bijna
onmogelijk werden.

Het lag dan ook voor de hand, dat de Comité’s voor den In- en Uitvoer van diamant,, aan welker handen de belan-
gen van den diamanthandel en nijverheid gedurende den
oorlog zijn toevertrouwd, onmiddellijk met medeweten van
de regeering stappen deden om de Britsche regeering te
bewegen, op grond van de bij den diamanthandel betrokken
Britsche belangen, het telegrafisch verkeer te herstellen
voor zoover het de diamantbranche betrof. Na eenig onder-
handelen werd het beoogde doel inderdaad bereikt.
Sindsdien hernaan de handel zijn geregeld verloop, zonder
dat echter iets, dat op bloei lijkt werd bereikt. Want de
loop der zaken in de Vereenigde Staten was niet gunstig,
zoodat groote bestellingen uitbleven. Bovendien had de
Fransche regeering een beperkenden maatregel genomen.
Vermoedelijk om belegging van gelden in diamant tegen te
gaan, werd bepaald, dat slechts zooveel diamant mocht
worden ingevoerd, als in den eenen of anderen vorm zou
worden uitgevoerd. Aldus hoopte men het beoogde doel te
bereiken, zonder de belangen der Fransche byouterie-nijver-
heid al te zeer te schaden. Voor onzen export bracht deze
maatregel allerlei moeilijkheden, terwijl het cijfer van den
export uit den aard der zaak vrij sterk daalde.
De waarde van het geslepen diamant in 1917 van hier
naar de Vereenigde Staten verzonden was 16.262.540 dollar,
van ruw diamant 8.398 dollar..
Opgemerkt dient te worden, dat er van Amsterdam uit
zeer weinig groote steenen naar Amerika werden verkocht.
De massa der geëxporteerde goederen bestond uit mêlées
en klein, een vraag, waaraan gemakkelijk kon worden vol.
daan, daar vooral in het tweede halfjaar bet Londensehe
syndicaat in hoofdzaak ruw uit het voormalig Duitsch
Zuid-West Afrika aan de markt bracht.
Import in Duitschland en Oostenrijk was gedurende het
geheele jaar verboden, terwijl de revolutionnaire beweging
in Rusland den handel in diamant aldaar geheel verlamde.
Naar Azië,. o.a. naar ederlandsch-Indië, werd vrij veel
verzonden, terwijl ook Australië, zij het op bescheiden
schaal, afnemer bleef. Naar Canada en Zuid-Amerika was
de uitvoer van weinig beteekenis.
De roosjes-afdeeling bleef in denzelfden desolaten toe-
stand, als reeds van het uitbreken van den oorlog af het
geval is.

Teneinde inkrimping van den arbeidsduur, die reeds niet
meer dan 48 uren per week is, te voorkomen, werd, toen
bésparing van gas en steenkolen door de autoriteiten werd
voorgeschreven, een concentratie tot stand gebracht. Alle
werklieden werden samengebracht in de beste fabrieken, (lie
het meest ingericht zijn op spaarzaam bedrijf, in totaal
ongeveer 25. De overige ca. 75 werden verlaten, waarbij
een regeling tot vergoeding der daardoor veroorzaakte
schade aan de bezitters dier fabrieken werd getroffen.
Eenige diamantsljperjen, meestal zeer oude, gingen in
den loop des jaars in andere handen over en werden inge-
richt, voor de uitoefening van andere takken van nijverheid.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

15 April 1918. Viachtnoteeringen bleven in de laatste
weken onveranderd, ofschoon van bevrachtingen in de open
markt bijna geen sprake meer is voor transatlantische
transporten. Van de Vereenigde Staten naar Engeland werd
genoteerd op de net charter 230/-, naar Fransche Westkust-
havens 275/-,’

naar Marseille 350/- per ton, 30/. extra van
de Golf van Mexico. Voor zwaar graan waren de noteerin-
gen onderscheidenljk 50/-, 57/6
k
en 75/- per quarter. Voor
het verkeer tusschen Noord- én Zuid-Amerika ontvingen
de reederjen de door de Vereenigde Staten vastgestelde
vachten; de eigenaars der lading moesten echter belang-
rijk meer betalen. Voor huiden van Argentinië naar Noord-
Amerika werd 300/-, voor talk 400/- per ton betaald. Nu
en dan is er een vrije neutrale boot, doch de regeerings-
dêpartementen verleenen daarvoor geen faciliteiten, omdat
de winsten ten goede der reederjen zouden komen. Time-
charter-vrachten voor neutrale booten wisselen af tusschen
41/6 en 58/- per ton d.w., voor Japansche vaartuigen van
60/- tot 90/-..
De Vereenigde Staten maakten een overeenkomst met
Japan nopens het verkrijgen van 450.000 ton scheeps-
ruimte, in ruil voor 450.000 ton scheepsbouwmateriaal.
Van Britsche zijde werd opgaaf gedaan van de scheeps-
verliezen sedert het begin van den oorlog. Volgens de ge-
publiceerde tabellen werden klaarblijkelijk de in beslag
genomen geallieerde vaartuigen als verliezen geboekt, als-
mede de door gewoon zeegevaar te loor gegane schepen, doch
niet de vernietigde koopvaardijschepen, die door de Admi-
raliteit gebruikt werden als hulpkruisers; en hospitaal-
schepen. Een en ander in aanmerking nemend, komt het
totaal verlies tengevolge van oorlogshandelingen op onge-
veer een vierde van de geheele wereldvloot. De Duitsche
berichten over de verliezen door duikbooten luiden sedert
maanden onveranderd dagelijks 20.000 ton, 10 pCt. meer
of minder.
Berichten over, aanbouw op groote schaal blijven aan-
houden. De millioenen tons aankondigingen beginnen echter
eenigszins bescheidener te luiden.
,In Japan zal voor de jaren 1918 en 1919 onieu’v sub-
sidie gegeven worden voor de lijnen naar Europa, Noord-
en Zuid-Amerika en Australië. De subsidies bedragen voor
de twee jaren resp. 4.764.108 en 4.536.706 yen. Er werd een
tweede stoomvaartlijn tusschen Japan en Argentinië ge-
opend.
‘1In Egypte werd de geheele katoenoogst door Engeland
opgekocht; het vervoer zal geschieden door opgevorderde
schepen.
De Noorsche regeering heeft cenige groote motorbooten
gekocht en een aantal stoomschepen gehuurd, teneinde zelf
te kunnen voorzien in den aanvoer van noodzakelijke grond-
stoffen.
Kolenvrachten van de Oostkust naar Skandinavië waren
iets vaster; naar Gothenburg stegen ze van 155 tot 165 Kr.
per ton. Van Cardiff werd 440/- naar Barcelona betaald.
‘Houtbevrachtingen van Zweden naar Nederland werden
gemeld tot vrachten afwisselend van
f
120.— tot
f
135.-
per. Standaard.
Volgens mededeeling van de Britsche en Amerikaansche
legaties zal voor de in beslag genomen Nederlandsche sche-
pen een vergoeding van 35/- per ton d.w. per maand be-
taald worden. Betalingen door de Vereenigde Staten zou-
den tot den koers van $ 4.75 per £ geschieden. Deze ver-
goeding, ofschoon op zich zelf beschouwd, vrij hoog, blijft
toch ver beneden de vrachten, welke in de Vrije markt te
bedingen zijn, en welke b.v. door de Vereenigde Staten aan
Japansche reeders betaald worden. Deze bedragen n.l. 60/-
90/- voor de vaart op de Stille Zuidzee. Van laatstge-
noemde vrachten moeten de reederijen weliswaar zelf gages,
voeding, assurantie, uitrusting en kosten van onderhoud betalen, doch deze zijn, in verhouding tot de zeer hooge

340

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17
April
1918
11

vrachteu, geiing. Ook blijven gehuurde schepen, welke door
eigen geschoold personeel bediend worden, in veel betdr
toestand, dan de in beslag genoMen schepen, die door nieuw-
bakken Amerikaansche zeelieden bemand worden.

GRAAN.

t

Data

Lo’fen/t
R’dam

Odessa
Rotte,-
1
dam

Au.
Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,-
Bi/stal
Rotte,-

I

Enge’-

1
dam
Kanaal
dam
land

8/13 April 1918
– –

50/-

20017

1/6

,,

1918



50,-

2001t-.

2/7

April 1917



31/-

135!-

318

April 1916


f
14,25
14/6
f97,50
1501-

Juli

1914
11 d.
7/3.
1/11
,
/a
1111
1
14

121-
12lj-.

HOUT.

1

Data

Cronstadt
Golf van Mexici’,

Holland
Oosik.
Engeland
Hoiahnd
7i’
(gezaagd)
1n)
ine)
s5

8/13 April 1918
-.


1/6

,,

1918



2/7

April 1917




JX

3/8

April 1918 ……


5501-
Juli

1914 ……
.
f

.12,—
2416
75/-
77/8

ERTS.
t,

Bilbao
Cartha- Grieken.
Poli
Data
Middles-
jJie3.
Mldes

8/13 April 1918







– –


– –
116

,,

1918’……….
2/7

April 1917 …….
23/6
221-
24/-

318

April

191

……..
Juli

1914 ……..
4/3
514
1
/2
5/9 8/6
u
Graan Petrograd per guarter van
496 16.
zwaar. Odessa per Unit. Ver.
Staten per guarter van
480 lbs.
zwaar.
Hout gezaagd en piichpine per St. Pet. Standard van
165 bul.
oi..mUn. stuiten per vadem van
216 bul.
vi.
Overige naleeringen per ton van 1015 K.G.

3

KOLEN.

Data

Cardiff
Oosfk. Engdand
Bar-
1
Genua
La
Plata
RoLter-
Cron-
deaux
.
Said
vier
dam
stadi

8113 Apr. 1918
69/-
101/3


120/-

1

1/6

,,

1918
69/-
101/3


1201-


217

Apr;
1
1917
51/-
10113

100/-
100/-


3/8

Apr 1916
fr68,50
89/-

105/-
651-
f
6,50


Juli
1914
,,

7,—
7/-

713
1416
3/2

5/-

DIVERSEN.

Bombat,
Burma
Vladioo-
Chili

D
ata
West

I

West
stock
West
I

Europa
Europa
West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa (salpeter)

275/- 500/-

1851-
275/- 500/-

185/-
8/13 April 1918 …….

240/-
300/-

155/-
1/6

,,

1918 …….
2/7

April 1917 …….
95/-
1551-

140/-
3/8

April 1916 …….
Juli

1914 ……
14/6
16/3
25!-
22/3

RIJN VAART.

Week van 8 tot 15 April 1918.

De toevoeren in de laadhavens aan de Ruhr zijn sedert
de vorige opgave nog niet toegenomen, hetgeen waarschijn-
lijk zijn oorzaak vindt in het feit, dat het nieuwe contract-
jaar voor kolenleveringen pas is begonnen en men dus eerst de noodige disposities zal moeten treffen.
De waterstand is intusschen iets gunstiger geworden,
zoodat beide factoren er toe hebben geleid, dat de vrachten
naar den Boveurijn inmiddels op Mk. 3.25 per ton zijn ge-
daald.
Door overwegend grooter aanbod van sleepkracht dan
navraag is ook het sleeploon intusschen tot 13 p1. per Centner
gezakt. De algemeene verwachting is, dat in deze week de verladingen vlotter zullen plaats hebben en de prijzen der-
halve ook wel eenigszins zullen stijgen.
Cauber Pegel stond eau, het eind van deze week 1,84
Meter. De schepen werden op 1,80 M. afgeladen, zooclat in
St. Goar geen stagnatie noodig was. Voor sleepwerk van Rotterdam naar de Ruhrhavens was de toestand onveranderd. Aan het einde der week zakte het
sleeploon tot 50 cents tarief + 40145 cents per last.
Bevrachtingen hadden niet plaats.

ADVERTENTIËN

NEDERLANDSCHE GRÖNDBRIEFBANK

HEERF.NGRACHT 495, AMSTERDAM

5

pCt.
Obligatien (GrondbrieVen)
Beers

Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie

Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f

en
f
100,—,

op elk goed effectenkantoor

GEBROEDERS CHABOT

ROTTE R DAM

KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN

Deposito’s.
– Rekening-Courant. – Franco Chèque-Rekening.

Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland. – Aan- en Ver-

koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administratie van Effecten.

Ooriogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen

van eiken aard.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

Geregelde

Passagiers- en Vrachtdienst

met nieuw, moderne
post- stoom schépen

TUSSCHEN

AMSTERDAM

EN

ZUID-AMERIKA

VIA’

NEW YORK

11

Auteur