Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 118

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 3 1918

3
APRIL 1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Econom1*schP-.Stat1
*sti”sche

Beyl*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR EC9NOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANq

WOENSDAG 3 APRIL
1918

No.
118

INHOUD

BIz.

AANVALLEN OP LLOYD’S
door
Mr. R. Mees …………..
281
Credietverschaffing aan den kleinen koopman in den Dia-
manthandel door
Mr. J. E. Hullesu?n

…………..
283
De Oorlog en het Hypotheekwezen in Nederland ……..
284
Is Suriname een zinkénd Schip? door
Fred. Ovdschans ,Dents
285
Na–oorlog en Arbeidsmarkt ……………………..
286
Oliën en Vetten in 1917

………………………..
286
AANTEEKENINGEN:
Vrouwenarbeid in duitsche gieterijen…………….
288
Een nieuwe industrie in Duitschiand …………….
288
Levering van ,,Ersatz”-waren ………………….
288
BOEKAANKONDIGING.
Dr. R. Laun.

Die Internationalisierung der Meerengen
und Kanale door Prof. Mr. Ph. Kleintjes……….
288
INGEZONDEN STUKKEN:
Een

algemeen

Uitvoerverbod in

Nederlandsch-Indië
door
Mr. W. ,Suermondt Lan …………………
289
De gedwongen Staatsleeningen

………………..
290
Maatregelen op de Belegging………………….
291
REGEERINGSMAATREGELEN
OF
HANDELSGEBIED

.
………..
291
MAANDCIJFERS:
Spaarbankcijfers

…………………………..
292
Postcheque en Girodienst ……………………..
292
Emissies ………………………………….
292
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen..
292
STATISTIEKEN
EN
OVERZICHTEN

………………293-300
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD
EC0N0MISCH-STATLSTICHE
BERICHTEN
$ecretarisRedacteur:
G. E.
Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor hei weekblad franco p. p.
in Nederland f 1e,—. Buitenland en Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs var. het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën. f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam,, ‘s-Grav enhage.

2 APRIL 1918.

In verband met de feestdagen waren de omzetten

zoowel op de geld- als op de wisselmarkt zeer gering.

Door het naderen van de maandswisseling was geld

tameljk sterk gezocht, de koersen bleven dan ook

vast. Particulier disconto noteerde ongeveer BYs
it

3% pOt.; de prolongatienoteering was 4% en 5 pOt.,

terwijl enkele dagen niet aan alle geldyraag voldaan

kon worden.

Op de wisselmarkt verkeerde •men in afwachting

van het verdere verloop der krijgsoperaties op het

westelijk front. Na de plotselinge verheffing op

Maandag, reeds in het vorige bericht vermeld, trad

den volgenden dag weder eenige reactie in. Voor

Marken en Kronen bleef de koers verder onveranderd,

de enteiitewissels waren echter ook de volgende dagen
aangeboden, zoodat de koersen weder ongeveer op het

laagste punt sloten.

AANVALLEN OP LLOYD’S.

Ieder volk wil tegenwoordig op eigen benen staan.
Door de ontwikkeling van eigen kracht is het zelfver-trouwen gegroeid, en het intérnationaal vertrouwen is
geschokt. Vandaar, onder meer, het toenemend verzet
tegen nationale monopolies in handel en industrie. Is
enige tak van bedrijf tot nu toe in handen van één
volk gebleven, dan hoort men nu van alle kanten de
stemmen van andere volken, hetzij met de bedreiging
dat zij als konkurrent op de wereldmarlt zullen komen,
hetzij met de enkele betuiging dat zij in het vervolg
wel voor hun eigen zaken zullen zorgen en van het
uitheemse monopolie niet langer gediend zijn.
Dit sentiment schijnt zich ook te zullen keren tegen
de instellingen, die in de loop der tijden zijn voortge-
komen uit het bekende koffiehuis in Lombardstreet
van Mr. Edward Lloyd.

Lloyd opende zijn koffiehuis, daar in Lombard-
street, ongeveer in 1692. De koffihuizeu waren de
plaatsen waar kooplui van eenzelfde tak van handel
gercgeld samenkwaien, beurs hielden, en Mr. Lloyd’s
coffeehouse heeft onder zijn con sorten al dadelik een
belangrijke plaats ingenomen. Het werd vooral voor de scheepvaartkringen een gezocht punt van samen-
komst. De snelle opkomst van dit koffiehuis was
zeker voor een groot deel te danken aan de bekwame
leiding van de exploitant. Lloyd begreep, dat zijn
za.9k eerst dan bloeien zou als koffiehuis, wanneer
het -geschikt werd gevonden als beurs, en op dat
laatste richtte hij daarom zijn grootste aandacht. Zijn
eerste belangrijke daad in deze richting was een
voortreffelike: de uitgave van Lloyd’s. Newa
(1696). Wat men bij Lloyd kwam halen was, het
,,nieuws van den dag”, vooral het nieuws van de
scheepvaart, en men begrijpt hoe het zaken-doen ver-
gemakkelikt werd, nu in dit nieuwe blad de scheeps-
tij dingen geregeld werden bekend gemaakt!
De geschiedenis van Lloyd en zijn nalatenschap is
lang, boeiend, en vol afwisseling, Ik geef hier nu in
het kort het belangrijkste weer: – In, Lloyd’s cof-
fcehouse had zich geleidelik aan een groep van parti-
kuliere zeeverzekeraars gevestigd en de zeeverzekering
is op den duur het centrale belang geworden van-
waaruit het Lloyd’s van later, met al zijn instituten,
zich ontwikkeld heeft, hoezèer die instituten ook aan
de scheepvaart in het algemeen ten goede zijn geko-
men. liet bedrijf van de ,,underwriters at Lloyd’s”,
ook in zijn oorspronkelike vorm al niet zonder bete-

282

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
April 1918

kenis, kwam eerst recht tot ontwikkeling nadat de underwriters een vereniging hadden gev&rmd, en
nadat zij hun bedrijf verplaatst hadden naar een
goed ingericht eigen colfeehouse in enige boven-
zalen van de Royal Exehange. – Lloyd’s (de naam ging
over op het instituut) kreeg langzamerhand een be-
hoorlike organisatie, een ,,committee”, een ,,secr-
tary” (1811). Het kreeg ook een uitgebreid net van
agenten (nu ruim 1500), vertegenwoordigers over de
gehele wereld, die alle tijdingen dadelik doorzenden
en die van dienst zijn bij de vaststelling van schaden. –
De aanstelling van agenten heeft natuurlik de inlich-
tingendienst belangrijk verbeterd, en die inlichtin-
gendienst blijft nog altijd de trots van Lloyd’s. De
oude Lloyd’s News is spoedig van het toneel verdwe-
nen maar herleefde in 1720 als de ouschatbare
Lloyd’s List, het nog
altijd
bestaande dagblad, aan-
gevuld in 1839 (op initiatief van James Bischoff)
door de even onschatbare Lloyd’s Weekly Index.
Lloyd’s List geeft alle scheepstijdingen, die men
maar bedenken kan, de Index geeft in systematiese
rangschikking de laatst bekende
tij
ding van elk schip. –
Voor het vernemen van Jobstijdingeri behoeft men
niet te wachten op het uitkomen van Lloyd’s List.
Die worden bekend gemaakt in de ,,Ohamber of Hor-
rors”, een afzonderlik vertrek, waarin alle berichten
te vinden zijn van schepen die vergaan zijn of ver-
mist worden, die in avery liggen of in nood verkeeren. –
Dan ligt op Lloyd’s het ,,Oaptain’s Register”, enige dikke boekdelen, die up to date het wedervaren, de
deugden en de gebreken, van elke gezagvoerder weer-
geven. – Waarschijnlik in dezelfde tijd als Lloyd’s
List is het eerste schepenregister verschenen, een op-
somming van schepen, met vermelding van al die ge-
gevens, die
bij
de verzekering van de schepen of van de
daarin verladen goederen van belang konden zijn. In de beschrijving van het schip lag tegelijk de waarde-
ring, en uit deze weerdering is de klassifikatie gegroeid.
Nu bleek het eerste register van Lloyd’s te streng;
de reders kwamen in verzet en maakten (in 1799) een
eigen register, maar dat werd te slap; en zo outstond in
eindelike samenwerking van assuradeuren en reders (in
1834) het tegenwoordige, hoogstaande, Lloyd’s Regis-‘
ter of British & Foreign Shipping.
Genoeg om te doen zien wel een betekenis Lloyd’s
in de handel gekregen heeft. Want al zijn al deze
hulpmiddelen in het leven geroepen ter wille van een
gezond zeeassurantiebedrjf, zij strekken ten bate van
de gehele zeevaart en in het algemeen van dat deel
van ons economies leven – en hoe groot is dat niet!
– dat bij de zeevaart belang heeft.

Tegen deze blijvende invloed van de onsterfelike
Lloyd begint men nu in verzet te komen.
In Nederland begeren sommigen een eigen klassi-
fikatie van zeeschepen
1)
Nu kan men op dit punt niet
meer van een Lloyd’s-mouopolie spreken. Want naast
de klassifikatie van Lloyd’s kent men die van de
(Franse) Veritas, van de Germanischer Lloyd, de
Norske Veritas, en andere, al blijft het bureau van
Lloyd’s nog verreweg het belangrijkste. En nu wil
men dan ook een Nederlands klassifikatiebureau
oprichten. Nederland, zo redeneert men, heeft – im-
mers een belangrijke handelsvloot, we hebben ook een belangrijke scheepsbouw, en we hebben knap-
pe ingenieurs; gaat het nu eigenlik aan, dat wij
telkens aan de Engelsen of de Fransen moeten
gaan vragen of onze schepen goed gebouwd en onder-
houden zijn, en of zij daarvan een bewijs willen geven?
In Duitsland wordt de aanval breder opgezet. Daar
heeft men al een eigen klassifikatie, en men zou er
eigenlik liefst helemaal een eigen Lloyd’s hebben,
een korporatie van partikuliere verzekeraars, met uit-stekende hulpmiddelen, net als in Londen. Maar aan-
vankelik richt men zijn verlangen speciaal op de in-
lichtingendienst. Lloyd’s inlichtingen dienst – zo

1)
De klassifikatie van binnenschepen, waarvan ook sprake
is, valt buiten mijn onderwerp.

heet het daar – uitnemend, en enig in zijn soort, kan
voor de Duitse belangen niet meer dienst doen. Met
de wapen-oorlog van heden voor ogen, en de ekono-
miese oorlog voor later in het verschiet, is het voor
Duitsland onmogelik ten aanzien van zijn zeetijdin-
gen afhankelik te blijven van Engeland. Duitsland
zou altijd slecht of te laat ingelicht zijn, en een koop-
man, die niet of niet tijdig is ingelicht, kan zich op
de markt niet handhaven. Duitsland begeert daarom zijn eigen inlichtingendienst, en reeds in Junie 1917
is inderdaad in Hamburg besloten (naar het schijnt
met aandrang uit Berlijn), voor dit doel een instel-
ling in het leven te roepen, een instelling, die de
naam Seedienst dragen zal. Men wil van meet af aan
een uitstekende Organisatie hebben. Een aantal agenten
over de hele wereld, een dagblad, een schepen-kaart-
register, een register van gezagvoerders, gegevens om-
trent havens; en dan ruime zalen, waarin al dit nieuws
ter inzage zal liggen. Het dagblad is al uitgekomen
in enige jroefnummers; het heet Schiffahrt-Zeitung
en voorspelt iets goeds te worden, al zijn juist de tij-
dingen nu nog heel schaars, deels omdat men ze niet
weet, deels omdat men ze niet zeggen wil. De See-
dienst kent ereleden (die eer kan men zich kopen
voor M. 3000) en drie soorten gewone leden. Men
maakt een begroting van uitgaven van M. 2.000.000 per jaar.

Is het nu wenselik dat wij een eigen klassifikatie
krijgen, Duitsland een eigen inlichtingendienst en misschien een eigen instituut van zeeverzekeraars
(Seegilde)?
Wij onze eigen klassifikatie? Och, verschillende
landen hebben hun eigen klassifikatie, waarom wij
de onze niet? Wij zijn er zeker toe in staat. En even-
goed als wij zelf onze ingenieurs een brevet van be-
kwaamheid geven, evengoed als wij onze eigen tech-
niese eisen stellen aan fabrieken, spoorwegen en wa-terwerken, zou het redelik zijn, dat wij ook zelf, naast
onze scheepvaartinspektie, aan onze zeeschepen het
brevet gaven dat hun toekomt. Maar nodig is die
eigen klassifikatie niet (verschillende der buiten-
landse zijn goed). Winstgevend zal de onderneming
ook niet worden. Mochten buitenlandse kopers van
schepen of buitenlandse assuradeurs tegen verwach-
ting eens minder waarde hechten aan onze klassifi-
katie dan b.v. aan de Engelse, dan zou onze nieuwe instelling voor de Nederlandse reders zelfs een ver-
dubbeling van klassifikatiekosten betekenen. Ten
slotte mogen wij niet vergeten dat de ,,Nederlandsche
Vereeniging van Assuradeuren” indertijd een eigen
klassifikatieregister uitgegeven heeft doch later deze
uitgave weer heeft moeten staken, een verloop van zaken dat ten opzichte van het nieuwe plan ook tot
voorzichtigheid maant. Er blijft -natuurlik in dat plan
dit ideële voordeel gelegen dat een eigen klassifikatie-
bureau ons ook op zijn gebied een bewijs zou geven
van onze kracht, maar daar staat wel het ideële nadeel
tegenover, dat de prikke]ing van het nationaal be-
wustzijn afbreuk doet aan het besef (dat juist in de
komende tijd door ons neutralen behoorde te worden gekweekt), dat ook onder de natiën arbeidsverdeling
moet bestaan en dat internationale afhankelikheid geen nationale schande is, maar veeleer een voor-
waarde van goede internationale samenleving. – Van
koopmansstandpunt gezien is er toch eigenlik aan deze
kwestie maar één oplossing: een internationale klassi-
fikatie. Het betreft hier een uitsluitend techniese
kwestie, waarbij het volkskarakter in het geheel geen
rol speelt.’ Indien de klassifikatie van zeeschepen in
handen ware van een instelling, in het leven geroepen
door de samenwerking van alle zeevarende natiën, dan
kreeg men ongetwijfeld de meest redelike, de beste en
de goedkoopste regeling. Nu er al verschillendd klas-
sifikatiebureaux bestaan is zulk een regeling vermoe-
delik niet meer bereikbaar. Maar de vraag is of die
bureaux niet in zodanig onderling verband kunnen
worden gebracht dat de nadelen der verscheidenheid
worden weggenomen. Als in die richting de Ne-

3 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

283

derlandse koopman iets kon voorbereiden, dan zou hij
m.i. een beter Nederlands werk doen dan door de op-richting van een zoveelste nationaal bureau.
En nu de Duitse plannen?
Het instituut van assuradeuren – het plan
dat pas voor later op het programma staat –
daartegen kan in beginsel geen bezwaar bestaan.
Stellig is er in de wereld voor een groot aan-
tal verzekeraars naast elkander plaats, en evengoed
als men in Duitsland nieuwe verzekering-maat-
schappijen opricht of bestaande maatschappijen
vergroot, zou men uitbreiding van markt kunnen
zoeken door terug te keren tot het oude stelsel van
partikuliere verzekeraars. Het meer soepele karakter,
dat zulk een instituut van partikulieren, in tegen-
stelling tot de naamloze vennootschap, verkrijgen kan,
zal juist in Duitsland aan de assurantiemarkt ten
goede komen, als tenminste de Duitse partikulieren
dat soepele karakter ook inderdaad dee}achtig worden.
Blijft de inlichtingendienst. – De opzet van dit
plan is enorm. Groot, stelselmatig. Duits.
Begrijpelik dat deze verlangens gerezen zijn, is het
zeker. Duitsland voelt nu sterker dan ooit het bezwaar
van
zijn
afhankelikheid van Engeland in zeezaken, en
die afhankelikheid wordt voor de toekomst minder
dan ooit begeerd. –
De eerste vraag is nu: Is zo’n Duitse Seedienst
nodig? Jaren, eeuwen, lang heeft Engeland hier in-
ternationaal werk gedaan op een manier, die de bui-
tenlanders evenzeer bevredigde als de Engelsen zelf.
Maar het is waar: in de oorlog heeft de internationale
dienst van Lloyd’s stilgestaan. En voor een volgende
oorlog zou Duitsland, of enig ander land, zeker ook
niet op iets anders mogen rekenen. En dat ook voor de tijd van vrede de Duitse handel geen vertrouwen meer
heeft in de internationale diensten van Lloyd’s is be-
grijpelik. Daarvoor heeft de rampzalige Parijse kon-
ferentie van 1915 te veel kwaad gedaan.
Een andere vraag is of de nieuwe Duitse maatregel
doel zou treffen. Met een keurige outillage in Hamburg
en een aantal agenten over de wereld verspreid, krijgt
men noggeen nieuws toegezonden. In een artikel in
het Weltwirtschaftliches Archiv van 15 Febr. 1918
wordt daar ook op gewezen. Zonder een eigen stelsel
van zeekabels is onze hele inlichtingendienst nog een
onding, heet . het daar. Dat maakt de inlichtingen-dienst al dadelik heel wat hezwarender, en de twee
millioen mark per jaar worden op die manier belang-
rijk verhoogd. En zou men al in tijd van vrede op
deze manier van vlugge berichten verzekerd zijn, in
tijd van oorlog lijkt de positie van Duitsland dan toch nog hopeloos. Men weet allëen niet, welke verrassin-
gen de techniek (denk aan de draadloze telegrafie)
voor later nog brengen kan.

Maar wat men ook van de nuttigheid en de uitvoer-
baarheid van dit Duitse plan denke, het is een van
de boze tekenen van de tijd, dat het deze richting
uit moet. Niet, dat er niet een Duitse Seodienst zou
mogen bestaan evengoed als er een Engelse mag be-
staan. Omdat Engeland zo lang de enige vrachtvaar-der geweest is, hebben op dit gebied tal van Engelse
instellingen en gewoonten over de gehele wereld wor-
tel geschoten, en dat deze worden verdrongen, naar-
mate andere natiërt hun aandeel in de zeevaart ver-
grcsten, is natuurlik en goed. Maar dat hier een inlich-
tingendiexist wordt öpgericht, niet omdat er geen
bestaat öf de bestaande niet deugt, maar alleen om-
dat de bestaande geen waarborg geeft ten dienste te
staan van allen, dat is zeker een treurig verschijnsel.
Het hindert ons allereerst om de internationale on-welwillendheid waarvan het blijk geeft, het hindert
ons bovendien, omdat men hier in zulk een mate dub-
bele kosten maakt, een dubbel werk doet, voor een-
zelfde doel. De oplossing ligt ook hier in het inter-
nationale, maar deze kwestie is lang zo eenvoudig niet
als die van het klassifikatiebureau, en ik vrees daar-
om dat de internationale regeling nog heel wat ver-
der af ligt.
R. MEES.
CREDIETVERSCHAFFING- AAN DEN KLEINEN
KOOPMAN iN DEN DIA.MANTHANJJEL.

Om eene uiteenzetting te geven van de pogingen,
die thans aangewend worden om den kleinen koopman
in den diamanthandel op gemekkelijke wijze crediet
to verschaffen, moet ik teruggaan tot het einde van
1915, toen de kopstukken in den diamanthandel zich in verbinding steldexi met Minister Treub, om te ge-raken tot de stichting van een bureau voor den in- en
verkoop van diamant. Men veronderstelde, dat door
de vorming van eene coöperatieve organisatie voo.r den
in- en verkoop van diamant de kleine ixiiddenstand
geholpen zou kunnen worden zonder al te groöte
risico’s. Met name achtte men hieraan minder risico
verbonden dan aan de verschaffing van cradiet
bp
diamant als onderpand. Immers in dé eerste plaats ligt
de beslissing omtrent het oogenblik van verköop bij
een in- en verkooporganisatie bij het bestuur, dat het
gunstigste moment daarvoor kan benutten. In de
tweede plaats biedt vooral het feit, dat veröhillende
partijen diamant te zamen worden gebracht, de gele-
genheid tot sorteeren, classoeren en méleeren, waar-
door de kansen op verkoop worden verhoogd en die
op winst aanzienlijk vermeerderd. Ook voor de betrok-
ken personen bewijst een in en verkoopbureau be-
langrijk betere diensten dan een credietinstelling.
Deze laatste toch verkrijgt de goederen als onderpand.
De- credietnemer krijgt een aanmerkelijk kleiner be,-
drag in handen voor het voortzetten van zijn handel;
blijft voortdurend onder dén druk van den rentelast én
heeft de kans, wanneer hij aan zijne verplichtingen
niet kan voldoen, zijn goederen tegen lagen prijs op
een ongunstig moment te zien verkoopen en even-
tueel door de executie van zijn onderpaud zijn téhuld
ingeval van tekort te zien vermeerderen. Het in- en
verkoopbureau daarentegen betaalt uit d&volle markt-
waarde, verschaft den verkooper meer bedrijfskapitaal
en brengt geen rentelast of gevaar voor executie.
Men stelde zich voor, dat uitsluitend héuders van
aandeelen van
f
500 aan het bureau touden kunnen
verkoopen en dat van de eventueel te maken wixist
50 pOt. wederom aan die aandeelhouders zou ten
goede komen en wel naar rato van het totaal-bedrag
van de hun uitbetaalde koopsommen. Deze kans van
extra-winst achtte men niet gering, niet alieén otedat,
gelijk reeds is opgemerkt, de gelegenheid bétaat om

door mêleereu etc. aan de goederen een hoogere waarde
te geven, maar bovenal ook omdat het bureau doör het
feit van veel keuze te kunnen aanbieden en een grdo
ter afzetgebied te kunnen scheppen, uiteraard beter
en met meer winst dan de enkeling zou kunnen ver-
koopen. Men dacht zich een maattehappelijk kapitaal
van
f
1.500.000, verdeeld in 3000 aandeelen, waarvan
600 geplaatst zouden zijn. De Alg. Ned. OéntrIe
Middenstandsredietbank zou bij de oprichting een
crediet van één millioen gulden verstrekken, waar-
voor de Staat voor de helft garant zou zijn.
Minister Treub ging met dit pinn accoord en stelde
een desbetreffenden begroétingspost voor (oideraf-deeling Ilic van Höofdstuk VII B dér Staatsbegrôö-
ting voor 1916, luidende: ,,Tjitgaven, vcörtvloeiertdé uit
de garantie voör credieten, verleend aan eene örgaxii-
satie tot steun van den kleinén middenstand in den
diamanthazidel,
f
100.000). De Tweede Kamer keurde
dezexi post in haar vergadering van 22 December 1915
goed, doch…. van de zaak is nieté gekomen. Ofschnon
de voormanxien van de ,,Amster.damsöhe Juwelier-
vereeniging” én de ,,Beurs voor den Diartthartdél”
mét den vödrzittr van den A. N. D. B. de leiding ôp
rich wilden néMen, blekéxi de belanghebbenden geen
fiducie te hebben in het welslagen der- onderneming.
Zij meenden bovendien, dat het buréau, d-tt voôr goede prijzen zou inkoopexi, eert c ncurrent zou wôrdett vöÖr
de kleinere koöplieden, die ziöh niet hij het bureau
wilden aansluiten. Tevergeefs -béteogdert de dottn-
ders hiertégenover; dat waar niemand verplicht
is
uitsluitend met het bureau raken te dén, dit cön-
currentieargument niet steekhoudend was. In elk ge-

284

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 April 1918

val is het te bdtreuren, dat niet de uitvoering van, het
plan geen proef is genomen, daar immers slechts in
de practijk had kunnen zijn gebleken, of het aan het
doel van de ontwerpers zou hebben beantwoord.

Toch wil het mij voorkomen, dat de onderlinge ge-
dachte, waarvan dit plan uitging, n.ietnagelaten heeft
invloed te oefenen, want het lijkt mij niet onwaar sehijalijk, dat zij de leden van de ,,Vereenigig van
:l.00plieden in diamant”, waarvan sommigen tot de
opposanten tegen het in- en verkoopbureau behoorden, die besloten hebben tot de oprichting van een ,,Ooöpe-
ratieeOredietbank van kooplieden in diamant”,daartoe heeft geïnspireerd. Ook zij hebben zich gewend tot d.e
Middenstandscredietbank, hij wie haar accepten ver-
disconteerd worden en waar de bij haar geplaatste
deposito’s ivorden gestort. Cred ieten worden volgens
cle Statuten alleen verstrekt aaii leden der Vereeni-
ging, die een aandeel van
f
100 hebben volgestort, tot
een maximum van
f 7000.
De voorschotten moeten
gedekt zijn door persoonlijke of zakelijke zekerleid en
cle voorschotnemers zijn ve.i.plicht• tot betaling var iente en administratiekosten. Voor zooveel mogelijk
zal van de zni’vere winst 4 püt. dividend uitgekeerd
worden. Tot dekking van eventueele verliezen wordt
een reservefonds gevormd. Zij. di.e crediet genieten of
genoten hebben, blijven tot een maximum van 20 pOt.
van het genoten erediet aansprakelijk voor de ver-
bintenissen van de Bank, totdat de overeenkomst van
credietverleeniug is geëindigd en de daaruit voort-
vloeiende verplichtingen zijn nagekomen, alsmede in het daarop volgende boekjaar.

Wanneer het reservefonds tot 50 pOt. van het ge-
plaatste aandeelenkapitaal is gestegen, zal het vrijge-
komen winstaandeel aangewend worden tot het bevor•
deren van middenstandsbelangen in het algemeen of
van cle belangen der credietnemers in het bijzonder, doch nimmer tot verhooging van dividend. Het doel
van de Bank is dus in liet algemeen werkzaam te
zijn gelijk elké andere bankinstelling met dit verschil,
dat
de eventueele winsten aan de belangen van de
deelnemers ten goede zullen komen. Een van de mid-
delen om de Bank aan haar doel te doen beantwoorden
zal wel hierin moeten bestaan, dat zij credieten’ ver-
strekt tegen lagere rente dan de gewone bankinstel-
lingen. Naar mij wordt medegedeel’d, zal liet disconto van de Nederiandsche Bank als maatstaf aangenomen
worden.
Eindelijk moet nog gewezen worden op de poging
van het bestuur van de ,,Beu.s voor den Diamant-
handel” om den kleinen koopman tegemoet te komen
door zijn voorstel tot stichting van een ,,handelsfonds”,
dat in de ledenvergadering van
7
Maart j.l. goedge-
keurd en sedert in werking is getreden. Uit dit fonds
worden rentelooze voorschotten verstrekt aan leden
van de Beurs tot bedragen van
f 500
onder zekerheids-
stelling en van
f 50
daaronder. Het fonds is gesticht
met een aanv,angskapitaal van
f 20.000.
Gelijk vanzelf
sïreekt is een bedrag van
f 500
in den diamanthandel
van zeer minieme beteekenis, doch door den voorzitter
van het Beursbestuur is

in de genoemde algemeec
vergadering uitdrukkelijk verklaard, dat het voorne-
men bestaat, indien de behoefte daaraan blijk-t, het
fonds op grootere schaal in te richten.

De belangrijke principieele beteekenis van dit hen-
delsfonds ligt natuurlijk hierin, dat liet behalve 50
cents voor aclmi.nistratiekosten voor die vdorsehotten,
uelke onder zekerheidsstelling verleend worden, geen
kosten, ook geen rente, berekent. Het ni.ist daardoor
alle eigenschappen van eene commercieele onderne-
ming en bedoelt dan ook slechts den kieineo midden-
stand tot steun in den handel te zijn, eenerzijds niet
bij wijze van . phil.nnthropie (er wordt immers niets
gcschon’ken,.
slechts de terugbetaling van de niet ge-
dekte bedragen van hoogstens
f 60
kan kwijtgeschoi-
den worden.), anderzijds ook niet uit winstbejag. Er
w’oidt eenvoudig aan de prero:gatieven, aan het lid-
maatschap van de ,,Beurs voor den Diamanthandel”
verbonden, één toegevoegd: het recht van elk lid om,

voor zoover de middelen toereikend zijn, een rente-
loos voorschot uit liet fonds van zijne Vereeniging te
verkrijgen. Ook dit fonds berust op het beginsel van
seifhelp, want van de contributie van elk lid wordt
jaarlijks
f 1
gevoegd bij het kapitaal van liet fonds.
Elk lid werkt dus door zijne toetreding tot de ,,Beurs
voor den Diamanthandel” eo ipso mede aan de uit-
b.rciding van het foudskapitaai en verschaft zichzelf
daardoor de gelegenheid om te genieten van deze
wijze van credietverschaffiug aan den kleinen koop-
man in den diarnanthandel.
Mr.
J.
E. HILLESUM.
Amsterdam, 25 Maart 1918.

DE OORLOG EN HET HYPOTHEEKWEZEN iN

NEDERLAND.

Van deskundige zijde vernamen wij enkel.e opmer-
kingen over den invloed van de tijdsomstandighcclen
op liet hypotlieekbedrijf, waaraan wij hier plaatsing
geven:

De invloed van de tijdsomstandigheden uit zich op
verschillende wijze in het hypotheekbedrijf. Er is
thans een groep van menschen, die onder normaal
gebleven omstandigheden, nooit – of zeker nog lang
niet – aan koop van een eigen huis zouden hebben
gedacht, doch die nu, omdat, koopen zij liet huis, het-
welk zij bewonen, niet zelgen, liet Vrij zeker zal worden
gelcocht door iemand, di.e liet persoonlijk gaat bewo-
nen, iioodgedwongen tot aankoop overgaan. Een deel
dier koopers-uit-nood beschikt niet over voldoende, of
ni.et over voldoende beschikbare, middelen en vult liet
ontbrekende aan door eerste en vaak door tweede hy

potheek. Ik geloof echter, dat wie opmerkt, dat dit
mindert, juist ziet. Vrij zeker daarom, omdat de bouw-
ondernemers en de maatschappijen van onroerende
goederen, die voor deze koopers-uit-nood de dwin-
gende verkoopers’ ivaren, langzamerhand door hun
voorraad verkoopbare huizen heen gralcen. Van ket-
tinghandel op dit terrein is mi. niet zoo heel veel
te hemerken geweest; enkele gevallen van speculatie in huizen door een tusschenhand heb ik nochtans ge-
meend op te merken.

Een tweede groep, die zich op de hypotheekmarkt
vertoont, zijn de winstmakers uit den oorlogstijd.
Vele landbouwers hebben eener’zijds hypotheken, die
te hunnen laste liepen afgelost. Anderzijds hebben zij
eene vaak geslaagde poging gedaan om het land, dat
zij in gebruik hadden, in eigendom te krijgen, liefst
met naastgelegen land er nog bij. Eenigszins is dit
belegging vAn reeds gemaakte, winsten, voor een ander
deel hoop op dure opbrengsten in naastkomende jaren. Tot deze groep behooren ook b.v. kleine oorlogswinst-
makers uit het visscherijbedrijf, die de gemaakte win-
sten voor een deel hebben besteed voor aankoop of
stichting van huizen, en daarbij dan voor het meer-
dcie, dat zij voor den bouw wenschen te besteden, ‘Jiypotheek namen. Dit is, ben ik wel ingelicht, wat
betreft koop van huizen en aflossing van schuld, ook
in het textie]district in het oosten des lands voorge-
komen.
Wat of van een en ander nu de consequenties zijn?
Ik deel in de meening, die de meeste insiders koes-
temen, dat liet gebouwde onroerend goed een blijvende
waardevermeerdering heeft gekregen, omdat alle ver-
der te stichten huizen duurder zullen moeten worden
gebouwd, dai v66r 1914 ‘t geval was. Materialen kun-
nen en zullen weer dalen. Doch wat eenmaal op de
vaste bonen is gekomen, zien wij er niet weer af-
gaan. Bij hout b.v.b. vindt men die loonsverhooging
terug, bij het kappen, bij het vervoer, bij het zagen, bij
het verwerken, op de vroegere tarieven gelegd. Zoo
gaat het met alles, en dat maakt den toekomstigen
bouw blijvend duur, tenzij nieuwe vindingen, die be-
sparingen brengen, zich doen gelden. Maar tot zoo-
lang blijft alles duurder en het van v66r 1914 be-
staande heft zich automatisch tot dien hoogeren prijs
op. Voor het hypotheekbankbedrijf heeft dat een vèr-
strekkenden invloed, omdat de waarborg voor de pand-

1
3 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

285

brieven door de waardevermeerdering van ‘t onder-
pand nog verbeterd is. Hetzelfde geldt in nog ster-
kere mate voor de credietinstellingen, die met 2e hy-
potheek werken en een grooter risico daardoor dra-
gen. Men kan zelfs nog een stap verder gaan, waai
men mag aannemen, dat onderscheidene leveranciers
van huizenbouwers, die voor eën deel van ‘t geleverde
dekking zoeken in derde hypotheek door verkoop van vele perceelen van beroepsbouwers, zwakke of in ge-dachten (mogelijk de facto) afgeschreven posten, bin-
tien krijgen. Menige borgstelling verdwijnt ook hier-
door, die voor den borg anders nog wel eens ramp-
zalig had kunnen worden. Anderzijds wordt menig
heroepsbouwer, die langzamerhand ,,onder” zijn leve-
ranciers was geraakt, weer meer vrij man, wat èn den
oecoriomischen toestand in ‘t algemeen èn het bouw-
bedrijf ten goede komt.
Over de consequenties van den eigendomsovergarig
van landerijen moet men minder gerust zijn. De tel-
kens terugkeerende geschiedenis leert te dien opzich-
te, dat wat de groote grondeigenaars eerst duur ver-
koopen, later door hen in tijden van opvolgende ma-
laise goedkoop wordt teruggekocht. Waar in het
Nederlandsch bedrijf de hypotheek op gebouwd onder-
pand zeer overwegend is, zal zich die mogelijke terug-
slag echter bij ons slechts in zeer beperkte mate kun-
nen doen gelden.
IS SURINAME EEN Z1NKEND SGHIPV

Gaven wij elders
1)
reeds eene beschouNving over
den staathui shoud ku ndigen toestand der kolonie
Suriname, waarbij op grond van cijfers bleek, dat de
woorden aan den hoofde dezes ontkennend moeten
luiden, uit het volgende zal dit nader en onomstoo-
telijker blijken.
Nemen wij in de eerste plaats den h a n d e 1 s-
o in z e t. uitgedrukt in duizenden guldens, iran Engel-
sche, Fransche, Amerikaansche koloniën in West-
Indië, vergeleken met de Ned. West-Indische Kolo-
niën en’daarbij die van Suriname, Curaçao en Britscli
Guyana in de jaren 1905, 1914, 191.5 en 1.916. Wij
verwijzen naar onderstaanden staat. Bij deze cijfers moet men in aanmerking nemen:
de gevolgen van de krullotenziekte in de cacao,
waardoor cle uitvoer grooteiijks achteruitging,
het staken van den bacovenuitvoer naar de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika in 1913,
liet geheel stilliggen van het halatabedrijf in
1914.
Er is sedert 19115 vooruitgang te bespeuren, zij het
niet in die mate, als van de andere, naburige k-oloriiën,
terwijl men voorts niet uit liet oog moet verliezen den
Ruropeeschen oorlog, welke grooten invloed had
01)
den
uitvoer, tengevolge van het ontbreken van scheeps-
gelegenheid. Tegenover Engelsch W.-Indiö maakt
Ned. W.-Indië zeker geen slecht figuur.
Om den vooruitgang van de kolonie Suriname uit anderen hoofde aan te tonnen, is het niet ondienstig
den toestand te vergelijken titschen 1.907 en 1.916 ‘)
een tijdperk van 10 jaren.
In de eerste plaats dan de b e v
0
1 k i ii g.
Deze klom van ruim 81.000 tot ruim 1.02.000
3),
d.i.

t)
Neerlandia Maart
.1918, No. 3.


t)
Over
1917
zijn nog geen uitkomsten ter hand. 1)
Boschiiegers en Indianen niet medegerek.end.

met 21 pOt. Het aantal Britsch-Indiërs steeg van
ruim 23.000 tot bijna 33.000, d.i. met 37 pOt., dat der
Ned.-Indiërs van ruim 7300 tot ruim 9800, d.i. met
41,2 pOt. Het totaal immigranten steeg van ruim
40.100 tot ruim 45.200, d.i. met 12,6 pOt. Was het
geboorte-overschot in 1907 428, in 1916 bereikte dit
1.311, d.i. 206 pOt. meer.
In de tweede plaats het o n.d e i w ij s.
Waren er in ,1907 60 schoiçrt, in 1916 bestonden er
72, een toeneming met 20 pOt., terwijl het aantal
schoolgaande kinderen toenam van 8032 tot 10.708,
d.i. met 33 pOt.
In de derde plaats de economische toe-
s t a n d.
De in v o e r daalde van
f
6.903.608 tot
f
5.911.326,
d.i. 14 pOt. minder, terwijl de u i t v o e r steeg van

f
5.888.567 tot
f
8.054.002, d.i. met 37 pOt. Dit is
zeker een hoogst gunstig verschijtsel.
Van balata, cacao, koffie, rum, nam de uitvoer toe,
onderscheidenlijk met 1.66 pOt., 24 pOt., 372 pOt. en
55 pOt. Daarentegen is er een achteruitgang te be-
speuren vanden uitvoer van ruw goud, hout, letter-
hout en suiker van onde.rscheidenlijk 15 pOt., 34 pOt.,
54 pOt. en 20pOt.
Als eene bijzonderheid mag worden vermeld, dat de
invoer van rijst daalde van 4.147.495 K.G. tot
2.520.954 K.G., d.i. met bijna 40 pOt. Hieruit wordt
verklaard de groote toeneming van de voortbrenging van rijst op eigen bodem (waarover later), zoodat de
verwachting mag worden gekoesterd, dat Suriname
eeilang geheel buiten rijstinvoer zal kunnen blijven en
in de naaste toekomst – evenals Britsch Guyana –
zich op den uitvoer van dit artikel zal kunnen toe-
leggen. –
Nog een enkel woord over den s p a a r z i n in de
kolonie. Tien jaren geleden bedroeg het aantal inleg-
gers in de postspaarban.k 7214, in 1.916 reeds 11.362,
di. een toeneming met 57 pOt., terwijl het bespaarde
bedrag van
f
696.920 tot
f
851887 steeg, dus meer
dan 20 pOt.
Thans een woord over den 1 a n d b o ii. w.
,. Reeds maakten we elders ‘) gewag van het ontstaan
en groeien van den klein-landbouw. Thans enkele
cijfers. Het aantal perceelen, waarop klein-landbouw
wordt uitgeoefend, nam toe van 4507 tot 6021 of 33
pOt. meer, terwijl op Gouvernementsvestigingsplaat-
sea liet aantal perceelen vermeerderde van 3465 tot
4738 in 10 jaren, dat is dus 37 pOt.
Ten slotte een vergelijkend overzicht van de
v o o r t b r e n g i. n g, welke nog meer spreekt, dan de
uitvoer. Zij wijst nL op toenemenden arbeid van de
bevolking op landbouwgebied, welke land en volk on-
middellijk ten goede komen.

1907

1916
O/
+
aardvruchteu
K.G.
589.388
2.307.000
308
balata

………
,,

345.164
769.292
123
cacao

……….
1.386.787
1.870.900
35
kokosnoten..
st

968.698
1.051.470
8,7
koorn (mais)
.
K.G

707.165 2.254.000
218
koffie

……..
.,

236.560
764.400
223
melasse

……..
280.852 436.400
56
rum

……….
L

859.249
1.462.800
70
rijst

………..
k.G

1.510.911
7.471.100
400.
suiker

……….
11.929.914 13.031.800
9

‘)
Neerlaudia Maart
I918, No. 3.

Kolonie
1905
Zielen-
talin
I000en

Handel
h Pfl
1914
1915

r,j
V

1916

j,

Zielen.
tal
l000en

Handel

h
°ld.
mv.
Uit’.

5391
133
119,13
10083

8592

ioiio
1

9287

12065

10472
159
141,70
Eng. W.-Ind. en Guyana
99350

98258
190
99,3′
142477

144498

-)
2092
137,18′)
Ned. W.lndië
……….10453

Fr. Antillen en Guyana
21874

2.1476
422
102,72
26109

28513

_)

_)
446
122,471) Porto

Rico

…………
41340

45622
953
91,25
84710

123392

_2)

_2)
1184
175,80′)
Suriname

……….
6557

443.1
80
137,35
6400

6472

5445

6949

5911

8054
lol
137,24
Curaçao

…………3896
960
.
9956

23892
53
91,06
4683

2170

4665

2338

6154

2418
57
150,56
Br. Guyana

……..
295
143,55
19163

29447

21990

38408

_2)

_2)
312
197,004)

t)
handel t.
w.:
specieverkeer
niet, gouvernementsgoederen wel inbegrepen.
2)

cijfers h. t. 1. nog niet bekend; evenzeer
die
van
1917.

3)
cijfer,,alsmede dat bij ,,zielental” ziet op
1914.

4)

do.
1915.

286

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 April 1918

Hier mogen we gerust de vraag tel1en: is Suri-
name een zinkend schip? Het ant*oord kan niet be-
vestigend luiden. ,,De kolonie Suriname is thans wëdèr
,,i-n de omstandigheden komen te verkeeren van een
,,nieuw land met eene goede toekomst; indien de voor-
,,teekenen niet bedriegen, kan in de komende jaren
,,een flinke vooruitgang worden bereikt. Het ligt
,,daarom op den weg van de Nederlandsche Gemeen-
,,schap, van het particulier kapitaal in de eerste
,,plaats, maai ook van de Regeering, om zich aan de
,,kraôhtige bevordering van de economische ontwik-
,,keling veel gelegen te laten liggen.”
1)

FRED. OUDSCHANS DENTZ.
‘s-t.ravenhage, Maart 1918.

NA-OORLOG EN ARBEIDSMARkT.

Ëen enstig probleem wordt voor vele industrieën
niet alleen, hoe zich na afloop ‘der militaire vijande-
lijkheden opnieuw te voorzien van grondstoffen, doch
eveneens, hoe zich te voorzien van de bio nenslands
ni’et of niet meer te verkrijgen
arbeidskachten.
In
Nederland raakt dit probleem vrijwel uitsluitend
enkele industrieën, in de nabijheid der grenzen ge-
legen.
Hier ifi Zwitserland staan wij er anderd voor, waar
in de meeste industrieën eeii zeer hoog percentage
vreemdelingn – Duit’schers, Oostênrijkers, Italia-
nén, ‘Sasoraarden, F’ranschen, E1zaers – werkzaam
is en sommige takken van nijverheid op vele plaatsen.
zelfs een monopolie van dan vieemdeling vormen.
Ook in zekere andere landen is trouwens iets derge-
lijks het gèval. Maar de zaak heeft nog eene andere
zijde, eene
zijde,
die ook Nederland aangaat. Vreest
men namelijk een tekort aan bepaalden arbeid, voor
zekéren anderen vreest men een
ie veel,
een zeer
eigenaardig te veel. Niet het minst met het oog op
dit te veel zint men hier in Zwitserland op maat-
regëlen van zeifvérdediging en tegenweer, hoe on-
gaarne men, met name in vooruitstrevende kringen,
ook overgaat tot eene politiek, die de vrijheid van
markt en bedrijf aan banden zoude leggen. Een dezer
maatregelén zal zijn het doen voortbestaan van den
paspooridwang
ook nk den oorlog.
De ,,Bund”, het officiënze orgaan der Bondsregee-
ring te Bern, bevétte aagaande dit onderwerp onlangs
eerie bijdrage, die in nijverheidskringen zeer de
aandacht trekt en deze ook volkomen waard is. Spre-
kende over den paspoortdwang na den oorlog, zegt
dit radicale hoofdorgaan:
,,Wij denken hierbij niet in de eerte plaats aan de
eischen der vbedingëpolitiek of aan de politie op het
vreemdelinenwezen, doch (veeleer aan eene noodza-
kelijk wordende correctuur der arbeidsmarkt. Chau-
vinistische beweegredenen zijn daarbij zeer verre van
ons. Wij nemen slechts aan het hoogst waarschijnlijke
geval, dat de gezardenljke ons omringende bellige-
rente staten zeer systematisch ‘te werk zullen gaan in
de wijze, waarop
zij
hunne landslieden in den ver-
volge weder aan het buitenland afstaan. De vreemde
mogendheden zullen dus schifting houden onder
hunne ,,auswanderlustigen” burgers, d.w.z. degenen
terughouden ‘(met behulp van hunnen paspoortdwang)
welke zij in hun eigen land noodig hebben, en slechts
diengenen toestaan het land te verlaten, welke zich naar
hunne meening er toe leenen als voorstrjders te fun-
geeren voor de noodzakelijk geworden economische en
geestelijke ,herovering van verloren gegane markten
en spheren van invloed. Deze op zoodanige wijze ge-
schifte pioniers-voor-den-vreemde uit ‘onze buursta-
ten zullen het eerst in
neutrale
landen optreden.
Veel behoeft nauwelijks gezegd te worden over de
economische en politieke gevaren, welke, ontstaan ten-
gevolge eener zoodanige beïnvloeding der arbeidsmarkt
geheel afgezien nog van de loondrukkende tendenz
van zulke immigranten. Te meer gewicht leggen deze
gevaren in de schaal, omdat, dank zij de intieme

1)
Memorie vaa Toçlichting K61. Huishoud. Begrooting
Suriname
1918,
zitting
1917-1918 (1)
No. 3,b1z. 4.

relatie van vele
bij
ons te lande gevestigde zaken-
menschen en kapitalen mèt hunne landen van af-
kohist, het in ieder geval te vreezen is, dat
zij
zullen
overgaan tot eene selectie van personeel, die den
Zwitsers nadeelig is.
Het volk van Zwitserland wil zeker niet weten van
een bekrompen chauvinisme. Ons land is uit geogra-
phisch, economisch en politiek oogpunt veel te zeer
verplicht tot een levendig ruilverkeer met andere
natiën. Daarentegen heeft het echter zeer zeker het recht en jegens de binnenlandsche arbeidskrachten
den plicht het zooeven genoemde gevaar te voorko-
men. Mettertijd zal dit geringer worden, daar ook de burgers van deze vreemde mogendheden zich lang-
zamerhand uit hunne banden zullen losmaken. Tot dat dit evenwel geschied is, hebben
wij
tegenweer
noodig,
en deze kan slechts hierin bestaan, dat Zwitserland
door middel van den paspoortdwang zich de wille-
keurige selectie der buurstaten niet welgevallen laat,
doch zijneizijds regelend ingrijpt. De vestigingsver-
dragen kunnen dit niet verhinderen, zoolang als het
huitenland op de gevrëesde wijze inderdaad te werk
zoude gaan.”
Dit geluid uit officieuze kringen hier te lande be-
wijst wel, hoe ernstig dé economische problemen zijn,
voor de oplossing waarvan Zwitserland zich weldra
geplaatst zal zien. Is hieruit wellicht ook voor Neder-
land iets te leeren?
Aai het betoog van den ,,Bund” behoeft slechts
deze ééne opmerking toegevoegd’ te worden, dat het
blad eenigszins al te vaag spreekt van
,,hei
buiten-
land”, waar blijkbaar slechts de
huidige belligerenten’
bedoeld worden. Ook met Nederland toch bestaat er
een vestigingsverdrag en dit kan niet zoo maar bui-
ten werking worden verklaard, daar immers Nederlknd
niet ,,op de gevreesde wijze” te werk gaat of gaan zal.

Lausanne.

1. 1. B.

OLIEN EN VETTEN IN 1917

Aangaande deze artikelen leest men in het jongste
veslag van de Kamer van Koophandel te Rotterdam
de beschouwingen, welke wij met enkele bekortingen
hier laten volgen:

Werd in
1916
deze industrie voornamelijk beheerscht
door aanvoermoeilijkheden, welker overwinning voortdurend
grootere inspanning vereischte, in 1917
was er van over-
winnen van aonioeimbeiljkhedeé geén sprake meer, doch
vond een voortdurend afnemen der aanvoermogelijkheden
plaats, welke bij ‘het eind van het jaar bijna tot eengeheel
stopstaan der aanvoeren verergerd was, terwijl als nood-
zakelijk gevolg hiervan reeds spoedig door de regeering
maatregelen moesten worden genomen om ook den uitvoer
van margarine naar Engeland, welke tot dusver in on-
beperkte hoeveelheden plaats had gevonden, aan banden te
leggen. Inziende dat, bij een geheelen stilstand van den
invoer, de uitvoer van margarineboter naar Engeland binnen enkele weken noodlottig zou worden voor de vetverzorgiag,
werd onmiddellijk door de regeering ingegrepen en de geheele
uitvoer gestopt, waarna de regeering zich een overzicht
verschafte van de hier te lande anvezige voorraden oliën
en vetten, geschikt voor eetbare doeleinden. Daar echter
het geheel stilstaan van den uitvoer naar Engeland voor
de margarine-industrie noodlottig zou worden, maar boven-
dien ook de gelegenheid zou benemen de langzamerhand
door binnenlandsch verbruik alnemende voorraden door
buitenlandsche aanvoeren aan te vullen, kwam een regeling
tot stand, waarbij de hoeveelheid margarine, welke wekelijks
ten uitvoer mocht geraken, nauw verband hield met de
evenredige hoeveelheid grondstoffen, welke in een ‘gelijke
periode werd aangevoerd.
Tegelijkertijd werden maatregelen getroffen, dat al het
in het binnenland geproduceerde vet zonder uitzondering
het binnenlandsch verbruik ten goede zou komen, welke
maatregel voornamelijk voor onze oostelijke buren van
belang was, daar zij daarmede hun laatste kans op vet, in
eenigen vorm uit Nederland, verloren
Deze nieuwe maatregel werkte in zooverre gunstig, dat
eenerzijds zoowel Engeland als de N. 0. T. er belang bij kregen de aanvoeren van oliën en vetten naar Nederland
te bevorderen, terwijl het anderzijds het belang van de
industriëelen werd den zichtbareu voorraad oliën en vetten
ter beschikking van de N.O.T. zoo hoog mogelijk op te

3 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

287

voeren, daar het deze controleerbare voorraad was, welken
de regeering als maatstaf voor haar uitvoerconsenten ge-
bruikte. In verband hiermedë werden in den ioop van
Februari en Maart verschillende partijen olie en vet, welke
in Nederland buiten N. 0. T.-verband opgeslagen lagen, door
de industrie tot prijzen boven de officiëele noteeringen
opgekocht en onder N. 0. T-verband gebracht. De regeerings-
maatregel was slechts in zooverre bezwaarlijk als ver-
schillende hier aangevoerde partijen onder de. uitdrukkelijke
voorwaarde van Engeland aan ontvangers vrijgegeven waren,
dat deze het daaruit te vervaardigen product voor 100
0
10
als margarineboter naar Engelançl terug moesten leveren. Deze moeilijkheid werd echter in dier voege overwonnen,
dat voortaan de Engelsche’regeering met de onze overeen-
kwam een kleine marge ter dkking der Nederlandsche
behoefte toe te laten. Het afnemen der aanvoeren had echter.
een zoo sterke vermindering van de uitvoeren ten gevolge,
dat Engeland reeds spoedig bezwaar maakte tegen het
aanvullen onzer voorraden voor en aleer van uitvoer naar
Engeland sprake kon zijn; toen werd voortaan dezerzijds
met een partiëele aanvulling genoegen genomen. Het is wel
te betreuren, dat niettemin de gevolgen van den duikboot-
oorlog zoodanig waren, dat ‘in de eerste plaats niet de
Engelsche vetverzorging, doch de Nederlandsche nijverheid
in het gedrang kwam. Om nl te voorzien in het tekort aan invoer uit Nederland nam Engeland reeds spoedig maat-
regelen tot uitbreiding der vetindustrieën, zoomede de
margarineindustrie in het eigen land.
Wilden de leidende Nederlandsche fabrikanten niet het
met jaren van noeste vlijt veroverde terrein in Engeland verliezen, dan bleef hun niets over, dan zich voor te be-
reiden tot het fabriceeren van margarine in Engeland zelf
en zoo zag men in den loop van hot jaar, een industrie
uit ons land zich naar Engeland verleggen.
Ook de olieslagerijen ondervonden er nadeelen van, dat
Engeland, tevens ter besparing van scheepsruimte en ter
verkrijging van voedermiddelen, het zooveel mogelijk daar-
heen leidde, dat oliezaden en noten in Engeland geperst
en slechts de daaruit gewonnen ruwe olie naar Nederland
ter verdere verwerking verscheept werd.
Begin April stelde de regeering geheel buiten de N. 0. T.
om, een contrôle der aanwezige voorraden oliën en vetten
in. Het bleek, dat de NOT.-cijfers volstrekt niet te gunstig
voorgesteld waren. Buitengewone moeilijkheden bereidde ons
Amerika, het scheen weinig neiging te gevoelen. in Amerika
gekochte, voor de i,ndustrieôn en nog wel voor de op
Engeland werkende industrieën, bestemde grondstoffen voor
uitvoer in door Nederland zelf gestelde scheepsruimte toe
te laten; onderhandelingen om hierin verbetering te brengen;
hebben tot nu toe nog niet tot eenig resultaat geleid.
Het is toch bedroevend, dat men npodgedwongen er toe
overgegaan is, cocosolie uit Nederlandsch-Indië te ver-
schepen naar Amerika, dat ons dit en andere producten
onthoudt, die wij noodig hebben voor het in stand houden
der margarine-industrie.
Ingrijpend, doch meer in het lelang dezer industrie was
de maatregel van 20 April, welke het verbruik van eetbare
vetten en oliën en eetbaar te maken vetten en olieën voor
technische doeleinden verbood. –
In de tweede helft van het jaar ging de regeering eindelijk
over tot krachtiger maatregelen tegen den kettinghandel,
welke reeds al te lang op handel en nijverheid geparasiteerd
had. Hoezeer in dit opzicht ieer weldenkend Nederlander
het standpunt der regeering zal toejuichen, het late ingrijpen
was oorzaak, dat groote ontevredenheid gewekt werd. immers
hierdoor zijn v.eschilleude kleine luiden slachtoffers geworden
van grootere, beter ingelichte firma’s, die zich tijdig tot de
hooge heerscheude prijzen van hun voorraden ontdeden,
terwijl hun slachtoffers thans te laat bemerken, dat in-
bezitnerning tot door taxateurs to schatten marktwaarde niet-
slechts niet, gelijk staat aa inbezitneming tot kettipghandel-
marktwaarde, doch zelfs niet tot werkelijke verbruiks-
marktwaarde. Bij een zoo moeilijke kwestie als inbezit-
neming schijnt een optreden met uiterste nauwgezetheid te meer noodzakelijk, daar naast een r.eeks van gewetenlooze
kettinghandelareil al te dikwijls ook meerdere arbeidzame
personen getroffen worden, welke zich niets te verwijten
hebben dan dat zij . met durf medegewerkt hebben tot het
verkrijgen van grootere voorraden levensmiddelen in ons land.
Uitdrukkelijk moet hier een uitzondering gemaakt worden
voor het artikel lijnolie, dat door de tijdige en juiste
organisatie der, N. 0. T. bijna geheel uit de handen van
kettinghandelaren gehouden is en waarin alle belanghebbenden
op bijna ongehinderde wijze handel hebben kunnen drijven,
tot op het oogenblik, dat de regeering. zich tot ingrijpen
genoodzaakt zag en waarbij eerI tenminste voo,r alle be-
trokkenen gelijke behandeling doorgevoerd kon worden. Tot

21 November 1917 kon zoowel te Rtterdam als te Amsterdam,
de termijnmarkt in dit artikel geopend blijven, terwijl voor
alle andere oliën en vetten de geheele tusschenhandel reeds
lang uitgeschakeld was met uitzondering vai de groote
Amerikaansehe huizen, welker filialen zeer zeker niet
kunnen geacht worden mede te werken tot vermeerdering van oize volkswelvaart en de financiëele draagkracht van
ons land.
Een nieuweu tegenvaller, moest de nijverheid boeken, toen
begin Novemjer Amerika berichtte, dat groote partijen,
ongeveer 80.000 barrels katoenzaadolie, welke reeds maanden
geleden f. o. b. New-York gekocht en betaald waren, niet
tot uitvoer zouden worden toegelaten en zelfs op korten
termijn den verkoop er van in Amerika eischte. Deze korte termijn in verband met den dollarkoers en de groots kosten
op de olie drukkende, maakte dat koopers zelfs van de
1
gunstiger katoenzaadoliemarkt in Amerika geen profijt
konden trekken. Loco katoenzaadolie steeg in verband
hiermede tot
f
150,—, welke prijs geregeld koopers lokte.
Eiude November moest de termijnmarkt voor lijoolie
gesloten worden, aangezien de regeering den geheelen
beschikbaren voorraad lijnolie in de eerste plaats voor
eetbare doeleinden opeischte. Over den prijs loopen no
onderhandelingen. Houders eischen ten minste den prijs,
welken lijnolie bij het sluiten van de markt noteerde,f 75.—,
welke prijs immers toch reeds door krachtige middelen
tegen opdrijving, eer onder dan boven normaal peil gehouden
was. De door de regeering verkregen hoeveelheid lijnolie
zal in de eerste plaats dienen voor te distribueeren bak-
en braadvet.
Een maatregel van gelijke strekking was het verbod van
het verbruiken van margarine, zoomede van dierlijke en
plantaardige vetten in bakker.ijen, hotels, restaurants en
sociëteiten, welke verbruikers thans verplicht zijn de duur-‘
dere boter te gebruiken en de goedkoopere margarine en
vetten aan de ‘volksklasse over te laten.I)
Het verdient nog, vermelding, dat men pogingen in het
werk stelt, door verbetering van de conditiën waarop
soyaolie aan de Rotterdamsche markt verhandeld werd, een
termijnmarkt in dit artikel mogelijk te maken, zulks met
het oog op de groote waarschijnlijkheid, dat na den oorlog
de markten voor verschillende artikelen en ook die voor
soyaolie neiging zullen tonnen zich te verleggen.
Uit onderstaande vergelijkende cijfers blijkt de achter-uitgang vah., den invoer van gefabriceerde m&rgarine in
En geland ten volle:

1913 ………………1.500.000 qwt.
1914 ………………1.500.000 1915 ………………2.000.000 1916 ………………2.750.000 1917 ………………1.770.000

De uitvoer uit Nederland bedroeg ‘in 1917 ongeveer
98.000 tons, waaruit de gevolgtrekking te maken valt.’ dat
Engeland voor margarine-aanvoer van buiten op Nederland
aangewezen was.
Uit de volgende tabel uitgedrukt in tons, betreffende, de
aanvoeren van oliën en vetten en oliehoudende zaden en
pitten blijkt, de.. scherpe achteruitgang van, aanvoeren van
grondstoffen voor margar-inefabricatie en het lijdt geen
twijfel, dat een groot deel van de hier minder aangevoerde
hoeveelheden zij,n veg direct naar. de rnargarinefabrieken in
Engeland gevonden heeft.

19151
1916′
1917
Ruwe margarine, prem
jus

en. talk
..

……..
86.900 35.350
11.751
Qocosoiie

…………
12.225 1.850
6.417
Coprah

…………..
210.000 86.000
33.076
Reuzel

…………..
32.000
59750
1.447
Katoenzaadolie ……..
88.500 36.000
8.531
Grondnoten

……….
48.000
19.000
,
0.772
Palmpitten

……….

26;250
33.750
17.911
Lijuzaad …………..
340.750
173.000′
19.730
Kool- of raapzaad

– . – –
15.840
16.990.
8.989

Vergelijkt. mei de geheele hoeveelheid oliën en vetten,
welke Nederland in eenigeik vorm in 1917 invoerde, 127;862
toOs, er uitvoerde, 107.712 fons, dan blijkt hieruit, dat de
regeering haar doél, minder uit- dan in te voeren en het
overschot voor binnenlandsch verbruik te bestemmen, teneinde
de hier aanwezige voorraden op peil te houden, bereikt
heeft, welke gunstige, uitkomst. zeer zeker niet verkregen
zou zijn, indien zij.den uitvoer eenvoudig verboden had.

1)
[Zie aangaande nadere voornemens inzake vetvoor
ziening onder. rubriek ,,Regeeringsmaatregelenu op pag. 250
E. S. B. 20. Maart-1918 – Rad.]’ –

288

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
April 1918

AANTEEKENINGEN.

Vrouwenarbeid in duitsche giè-
t e r ‘ii e is. –
Voor het te werk stellen van vrouwen in
het fabrieksbedrijf is vooral van gewicht te beschik-
ken over uitstekende onderrichters. Voor deze taak
worden speciaal vrouwen aanbevolen, die sinds het
begin van den oorlog in het bedrijf werkzaam zijn en
thans tot voorwerksters opgeklommen zijn. Déze vrou-
ven, ofschoon zelf pas betrekkelijk korten tijd in het
bedrijf werkzaam, blijken beter in staat .haar kennis en ervaringen op de nieuweling over te brengen dan
een meesterknecht, die in het bedrijf opgegroeid is,
die vele voor de nieuweling onverstaanbare vakwoor-
den gebruikt en overigens veel als vanzelfsprekend beschouwt, wat den noviet absoluut vreemd is. Een
groote machinefabriek in Zuid-Duitschiand heeft ge-
probeerd vrouwen uit den middenstand voor deze
onderricht-posten te scholen, speciaal geleid door de
verwachting van grooter plichtsgevoel van deze vrou-wen en zij heeft onder bepaalde omstandigheden gun-
stige resultaten bereikt. De arbeidsproductie van de
goed ingewerkte vrouw bedraagt in het algemeen %-
Y4
van die van den man.
Kurt Abeking, die in een recent nummer van ,,Stahl
und Eisen” over dit onderwerp schrijft, oordeelt over het te werk stellen van de vrouw in het gieterj bedrijf zeer gunstig. De vrouw is haast voor alle soorten van
werkzaamheden – met uitzondering van het afschu-ren van het ruwe gietwerk – in dit bedrijf te gebrui-
ken en levert in verschillende afdeelingen, vooral•
waar het op handigheid en speciaal op vaardigheid
zich ‘van de handen te bedienen aankomt, b.v. bij de
fabricatie van zandvormen, goed werk; soms over-
treft de vrouw daarbij zelfs de productie-capaciteit
van den man.
De schrijver
wijst
er op, dat het aanbevelenswaardig
is vrouwen in werkploegen in te deden, aangezien
onderlinge naijver dan het productie-peil verhoogt,
terwijl hij er ook op aandringt beroepskleeding (jas,
broek en pet) in te voeren, welke een gunstigen in-
vloed op den gezondheidstoestand van de vrouw uit-oefent, door eene betere bescherming te geven tegen
temperatuursveranderingen en stof, vooral echter oxi-
gevallen voorkomt.
In het machinale bedrijf is in het algemeen de stel-
regel den vrouwen voor taakwerk
Y
3
lager te betalen
dan den mannelijken arbeider. In het gieterjbedrijf,
waarvan, zooals bleek, speciaal studie is gemaakt, kon
men een dergelijk principe niet aannemen, immers
het werk gaat van hand tot hand, eenzelfde voorwerp
wordt opvolgend door mannen en vrouwen bewerkt.
Indien men hier in het accoord-loon nog onderscheid
wil maken tussehen hetgeen daarvan aan vrouwelijke
en aan mannelijke arbeidskrachten toekomt, zouden
moeilijkheden niet uitblijven en daarom genieten de
vrouwen gemeenlijk een loon, dat niet anders beme,-
ten is.
Ten einde de vrouwelijke arbeiders te behouden, zijn
de sociale instellingen in de fabrieken van groot be-
lang, b.v. de eigen schaft- en waschiokalen, voorts
aan de getrouwde vrouwen het nagaan van haar hui-
selijke bezigheden zooveel mogelijk te vergemakkelij-
ken. Abeking wenscht om. eene regeling, waarbij aan
eene vrouw met kinderen toegestaan wordt het eten
voor het geheele gezin uit de fabriekskeuken mee naar
huis te nemen.

Een nieuwe industrie in Duitsch-
1
ci is
d. –
Gedurende dèn oorlogstijd heeft zich ook
de Film-industrie in Duitschland met kracht ontwik-
keld. Door de betrekkelijke mate van financieele wel-
vaart, waarin de arbeidersbevolking zich mocht ver-
heugen, nam het aantal bioscoop-theaters in zoo’n
sterke mate toe, •dat de Rjks-Regeering hierin zelfs aanleiding vond een wetsvoorstel aan den Rijksdag
voor te leggen, waarbij de concessieplicht voor bio-
scooptheaters werd ingevoerd. Men vertrouwde hier-door het geheele bioscoopwezen op een hooger plan,
ook voor de toekomst, te kunnen brengen. Reeds voor

den oorlog was een bedrag van 2.000.000.000 Mrk. in
het bioscoopbedrjf belegd. Dit is thans nog tot een
veel hooger bedrag opgevoerd. Verschillende Film-
ondernemingen hebben zich thans tot een groot Syn-
dicaat onder firma: Universum Film A.G., bij afkor-
ting ,,Ufa” genoemd, vereenigd. Daar de levensvat-
baarheid van dit nieuwe bedrijf afdoende gebleken
was, viel het niet moeilijk een kapitaal van niet min-
der dan 25.000.000 Mrk. voor deze Maatschappij bij-
een te brengen, terwijl leidende persoonlijkheden als
de heeren Robbert Bosch uit Stuttgârt, president
Ernst Jackh uit Berlijn en de Regierungspresident
Von Schwerin, bereid gevonden werden in den raad
van commissarissen zitting te nemen.

Levering van ,,Ersatz”-waren. —
In No. 113, op pag. 186, wezen wij in eene aanteeke-
ning met vorenstaand opschrift op een vonnis van
het Reichsgericht, waarin naar wij meenden sprake
was van de noodhulp-preparaten, die met een geijkte
term ,,Ersatzwaren” heeten. Het blijkt ons thans, dat
de rechter bij het gebruik van dit woord niet bedoelde
hieronder de ooflogssurrogaten te verstaan, maar
goederen — van de hoedanigheid als in het contract
bedoeld is — te leveren ter vervanging van de aan-
vankelijk geleverde, maar niet aan dezen eisch beant-
woordende.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. Rudolf Laun. Die Internationali-
sierung der Meerengen und Kandle.
Bericht, erstattei an die neutrale Kon-
ferenz in Stockholm, nebst einem Ver-
tragsentwurf.
Haag, Martinus Nijhoff,
1918.

Het probleem, dat in bovenstaanden arbeid van
den genoemden sveenschen hoogleeraar een hernieuw

de en nauwgezette behandeling vindt, maakte reeds
een voorwerp van min of meer uitvoerige bespreking
uit op verschillende vergaderingen van het instituut
van internationaal recht sedert 1894; op de tweede
haagsche vredesconferentie in 1907 bij de amenstel-
ling van de achtste conventie nopens het stellen van onderzeesche zelfwerkende contactmijnen, en op de
interparlementaire bijeenkomsten sedert het jaar 1910.
Terwijl als een algemeen geldend beginsel
an het
volkenrecht, zooals het bij het uitbreken van den
wereldoorlog gold, kon worden aangenomen, dat het
recht van vreedzame doorvaart door zeestraten, die
twee open zeeën verbinden, voor de schepen van alle
naties werd erkend, bestond de grootste onzekerheid
bij de nadere omschrijving en aanduiding van den in-
houd van dit volkenrechtelijk beginsel. Moest de pas-
sage inoffensif onder alle omstandigheden en te
allen tijde, dus ook in oorlogstijd en voor alle soorten
van neutrale schepen, worden toegestaan, wanneer
een der oeverstaten oorlogvoerende partij was? Kon-
den er dan voorwaarden aan de doorvaart worden
verbonden? Zoo ja, hoe bezwarend mochten die voor-
waarden voor de scheepvaart zijn? Bovendien, van-
neer heeft men met zeestraten te maken, op welke
dit beginsel van toepassing is? Vallen alle zeeëngten,
die twee open zeeën verbinden, onder de werking van
dit beginsel of enkel die, welke werkelijke ,,routes
maritimes nécessaires la navigation” zijn? Waar
houdt de zeeëngte op en wordt zij open zee? Ziedaar
enkele vragen, gemakkelijk met meerdere aan te vul-
len, welker juiste en precieze beantwoording niet met
zekerheid is te geven.
Een toepassing in oorlogstijd van den regel van het
institut de droit international, vastgesteld in zijn ver-
gadering in 1894 te Parijs gehouden: ,,les détroits qui
servent de passage d’une mer libre â une autre mer
libre ne peuvent jamais être fermés” vindt men in den
russisch-japanschen oorlog. Toen hebben de Japan-
ners de Tsoegaroe-straat (tusschen Nippon
en
Jeso)
met het oog op de omstandigheid, dat deze straat een
internationalen verkeersweg vormt tusschen den groo-

3
April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

289

ten Oceaan en de Japansche zee, niet geheel en al
versperd en de doorvait aan neutrale schepen onder
zekere beperkingen toegestaan. :Bedoelde schepen
mochten enkel bij dag en met japansche loodsen aan
boord de stiaat doorvaren.

Bij de oplossing van het moeilijke vraagstuk heeft
Prof. Laun getracht de twee belangen, die hier met
elkaar in botsing komen, te weten de eischen van het
wereidverkeer en de eischen van de souvereiniteit
van den oeverstaat, met elkaar te verzoenen. Schrij-
ver heeft daarbij een ontverp-convetie ter regeling
van deze materie samengesteld, waarin zijn gedachten kortelijk zijn geformuleerd. Nu komt het mij voor, dat
cle tegenwoordige wereldoorlog het onnutte van een
deJgelijke conventie duidelijk doet inzien, wanneer niet het overige zeeoorlogsrecht, vooraf of gelijktij-
(lig, afdoende en zeker is gecodificeerd met uitdruk-
kelijk verbod aan oorlogvoerende staten open zeeën
als oorlogsgebied te verklaren in dien zin, dat daar-
door elk neutraal schip in dat gebied aan onmiddel-
lijke vernietiging, buy.
,
door torpedeering, bloot staat.
Immers wat geeft het, of er nog zulke doordachte
regels bestaan omtrent de verplichtingen van de
oeverstaten, tengevolge waarvan de vrije doorvaart
door zeeëngten op papier is verzekerd, wanneer een
der oorlogvoerende partijen het recht heeft de open
zee tot oorlogsgebied te verklaren in dien zin, dat zij

neutrale schepen zonder waarschuwing en redding
van menschenlevens op de meest meedoogenlooze wijze
met bespotting van elk gevoel van menschelijkheid in
den grond kan boren? Wat geeft het, om een enkel
voorbeeld te noemen, of een straat van Otranto al,
moet worden opengelaten voor de neutrale scheep-
vaart, wanneer de geheele Middellandsche zee met het boven aangegeven gevolg kan worden versperd?

Met zaakkennis heeft Prof. Laun zijn ontwerp-
conventie, bestaande uit een vijf en twintig tal arti-
kels, saamgesteld. De hoofd’inhoud komt op het vol-
gende neer. Het recht van vrije doorvaart en gelijk-
heid van behandeling in alle zeeëngten, die de con-
ventie nader heeft aan te duiden, wordt voor alle
schepen zonder onderscheid van vlag erkend, behalve
voor vijandelijke schepen, indien de oeverstaat oorlog-
voerende partij is. Als zeeëngten hebben hierbij in
aanmerking te komen die zeestraten, welke den
eenigen of den hoofdverkeersweg vormen tusschen
twee open zeeën en welker rninimumbreedte niet over-
schrijdt een zeker aantal – schrijver geeft aan 80 – kilometer. Deze beperking is van belang voor ons
Ned.-Indië met zijn zeer groot aantal straten, van welke
vele zelfs geen verkeersweg zijn. In de zeestraten,
waarop de conventie van toepassing zal zijn, is het
gebruik van verankerde zelfwrerkende contactmijnen
en andere verankerde vernielingswerktuigen verbo-
den, behalve als middel van verdediging. Daar de kust
toch zeker verdedigd zal moeten worden, heeft
dit verbod in de practijk niet veel te beduiden.
De oeverstaten zullen zich slechts van die mij-
nen en werktuigen mogen bedienen ter verdedi-
ging van hun eigen kusten en slechts tot op
een afstand, aangegeven door de draagkracht van
het kustgeschut. Voor zooverre de breedte van een
zeestraat niet het dubbele van dien afstand bedraagt,

zal de oeverstaat een doorweg, niet door zelfwerkende
contactmijnen of automatische vernielingswerktuigen
versperd, moeten openlaten. In dien doorweg mag de
oeverstaat enkel niet zelfwerkende
mijnen
en andere
dergelijke werktuigen plaatsen. Gedurende den nacht
zal de doorvaart mogen gesloten zijn.

Wat de kanalen betreft, is er enkel sprake van het
Suez- en Panamakanaal. Dus niet van& het Keizer
Wilhelmkanaal en het Kanaal van Oorinthe. De begin-
selen voor de twee eerstgenoemde waterwegen, neer-
gelegd in het verdrag van Oonstantinopel van 1888
en in het Hay-Pauncefote-verdrag van 1901, werden
door den schrijver overgenomen.

Het door Prof. Laun samengestelde rapport legt wel
getuigenis af van een minutieus bekijken van deze

zaak in haar ganschen omvang. Jammer, dat aan den
druk niet meer zorg is besteed. Het boek wemelt van
hinderlijke drukfoute;. op blz. 130 staat aan het eind
van den tekst een regel, die er niet hoort, en de hlz.
165 en 166 gaan vooraf aan de hlz. 163 en 164.
PH. KLEINTJES.
Groningen, Maart 1918.

Evenals vorige jaren deed ,,])e Nederlandsche
Financier Dageljksche Beurscourant”
een Financieel Jaarboek het lichtzien,
waarin men naast politieke en economische beschou-
wingen over het afgeloopen jaar de bekende gegevens
vindt over laagste en hoogste koersen en wat dies
meer Q.

Een ,,Lijst van de namen, werkzaamheden, adres-
sen, telephoonnummers enz. der verschillende Rijks-
en andere B u r e a ii x en 0 o m m i s s i ë n, ingesteld
gedurende den 0 r i s i s t ii d”, verscheen bij N.
S a m s o m te Alphen (Z.-H.).

Wij ontvingen wederom een tweetal afleveringen
van ,,Neerlands Welvaart”, gewijd ditmaal aan
de
Internationale Crediet- en Handelsvereenigin.q
,,Rotterdarn” en de
Rotterdarn-Canada-Hypothee1cba&
(Rotterdam-Oanada-Mortgage-Oompany). Beide af] e-
veringen bevatten een in vlotten trant geschreven
overzicht van de ontwikkeling en den tegenwoordigen
omvang van het bedrijf van beide instellingen, ver-
lucht met een groot aantal afbeeldingen.

INGEZONDEN STUKKEN.

EEN ALGEMEEN UITVOERVERBOD IN

NEDERLANDSOH-INDIE.

Een 60-tal vertegenwoordigers van den Indisch en
handel, bank- en verkeerswezen vergaderden op 27
Maart te ‘s-Gravenhage onder leiding van den heer
H. Colijn en namen met groote meerderheid een motie man, waarin de wenschelijkheid werd uitgesproken om
den kolonialen export onder toezicht te stellen en
allen uitvoer te verbieden, behalve van die goederen,
waarvoor een speciale nitvoervergunning verleend zal
worden. De motie was waarschijnlijk goed bedoeld,
maar naar mijn bescheiden meening niet logisch. Im-
mers de toestand in onze koloniën is van diën aard,
dat de export allerminst gebreideld, integendeel op
alle mogelijke wijzen gesteund moet worden, ten einde
tot verscheping te geraken van de zich steeds, meer
en meer opeenhoopende voorraden. Die opeenstapeling
wordt, zooals men weet, niet veroorzaakt door gebrek
aan vraag naar de exportartikelen, maar door gebrek
aan scheepsruimte. Tot welke ernstige gevolgen dit
aanleiding kan geven, heeft reeds de suikercrisis van
1917 geleerd.
1)

In den bestaanden kritieken toestand kunnen uit-
voerconsenten met een daarnaast staand algemeen
uitvoerverbod geen verbetering brengen, want derge-
lijke consenten b e 1 e m m e r e n, indien zij niet on-
voorwaardelijk aan iedereen en in onbeperkte mate
gegeven worden – en anders hebben zij geen zin –
den export. Uitvoerconsenten zijn alleen dan te recht-
vardigen, als te groote export binnenlandsch gebrek
dreigt te veroorzaken, of wel als zij zijn ingesteld
voor export-goederen, welke het buitenland z66 drin-
gend noodig heeft, dat dit ze niet alleen met geld
wil betalen, maar ook contra-diensten wil leveren. Dat
de omstandigheden zich kunnen voordoen, waarin het
vrije ruilverkeer plaats moet maken voor het werken
met uitvoerconsenten, hebben de oorlogsjaren geleerd;
zelfs ook, dat de daaraan ten grondslag liggende ge-
dachte nog beter kan worden uitgewerkt door de op-
richting van een export-centrale.
De’ voornaamste koloniale producten, waarvan te
groote uitvoer de binnen.landsche consumptie zou

1)
[Men
zie laatstelijk
No. 111
pag.
134
– lied.]

290

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 April 1918

kunnen schaden, zijn rijst, maïs, grondnoten, ketella-
wortels, steenkolen en petroleum. De overige echter
worden ôf uitsluitend voor export gewonnen (rubber,
tabak, tin, vezelstoffen, liquid fuel, parafine, gommen,
rotting) ôf in zulke groote hoeveelheden verkregen,
dat gevaar voor een tekort in het binnenlandsch ver-
bruik ondenkbaar is (süiker, koffie, thee, cacao, peper,
specerijen, tapiocameel, krossok, huiden, copra en
daaruit verkregen producten, benzine, enz. enz.) Al
deze in de tweede en derde plaats genoemde artikelen
komen, daar de export voorloopig wel uiterst’ gering
zal blijven, in hoogst ongunstigen toestand, in het
bizonder die, welke aan bederf onderhevig zijn. Dat
de uitvoer, waar die nog mogelijk zal blijken te zijn,
niet bemoeilijkt moet worden, behoeft geen verder be-
toog. Integendeel, elke gelegenheid• om de in de af-
scheephavens en elders steeds aangroeiende voorraden
door verlading naar het buitenland tot vermindering
te brengen, moet gretig worden aangepakt.

Hebben, de koloniale exportproducten voor het bui-
tenland thans of in de eerste toekomst zulk een hooge
waarde, zijn zij z66 onmisbaar, dat daarvoor niet alleen
betaling in geld. maar ook contra-prestaties kunnen

worden ‘geëischt? Het antwoord kan slechts bevesti-
gend luiden, doch onder de’.e ,,mits”, dat wij ze kun-
nen leveren daar, waar ze ook inderdaad dringend
noodig zijn. Doch juist die levering is zelden moge-
lijk; er zijn geen voldoende schepen. Daarin ligt de
moeilijkheid. Niet, omdat de wereld geen behoefte

heeft aan onze koloniale voortbrengselen; niet, omdat
er overproductie bestaat, komt Insulinde in een be-
narden toestand. De cultures worden daarom met on-dergang bedreigd, omdat de schepen ontbreken of de
vrachten buitensporig opgejaagd zijn. Zoo dus de
Regeering zou willen ingrijpen, dan moet zij dit niet
doen, door maatregelen t e g e n den uitvoer van pro-
ducten, maar door op te treden tegen hen, van wie
gevreesd kan worden, dat zij door ondoelmatig gebruik
van de lüttele scheepsruimte of door te hooge vrach-
ten den
)
export zullen tegenwerken.

In de meeste landen heeft men ingezien, dat men
van de reeders in die mate afhankelijk is geworden
;

dat het noodig was door speciale wetten de nationale
schepen op afdoende wijze dienstbaar te maken aan
de na,tionle belangen. Ook ons land is ten deze niet
achtergebleven en heeft door de Schepenvorderings-
wet aan den Minister van Landbouw de bevoegdheid

gegeven om aan de reeders voor te schrijven, welke
goederen zij zouden hebben aan te voeren en welke
vrachtprijzen zou zouden mogen berekenen. Ter ver-
zekering van een, doelmatigen invoer overeenkomstig
de behoeften van het land wordt in Nederland dus
niet gewerkt met invoerconsenten, maar kan dwang
op de reederijen worden uitgeoefend.

Het Gouvernement van Ned.-Indië daarentegen
heeft geen N.J. Schepenvorderingswet te zijner be-
schikking. Onze koloniën kunnen derhalve niets
anders doen dan afwachten, ofer booten onder Neder-
landsqhe of vreemde vlag hare havens willen
binnenloopen, welke goederen deze schepen willen
medebrengen of inladen, welke vrachten zij zullen
eischen. Deze algeheele vrijheid moet de Indische Re-
geering wel laten aan alle vreemde schepen; zoolang het nijpedç sciepengebrek blijft heerschen, moet met
open armen ontvangen worden elke Japanner, Noor
of Brit, die een van, [nsuiinde’s havens aandoet, om
daar, goederen te lossen of in te laden; hun komst mag
op geenerlei, wijze door wettelijke bepalingen gehin-
derd worden. Een ander geval is het echter met vaar-
tuigen,
onder
Nederlandsche vlag, speciaal met die,
welke in de koloniale vaart thuis hooren. Deze moeten,
zoodra het zeeverkeer weder hersteld zal zijn, nog
meer dan vroeger beschikbaar zijn voor de belangen
van onze koloniën, dus, voor den aanvoer van benoo-
digdheden en den afvoer van producten. Tegen een
verkeerd of ondoelmatig gebruik dier schepen zal
scherp gewaakt moeten worden, opdat de scheeps-
ruimte benut
wordt
overeenkomstig het algemeene

• belang en buitensporige vrachten worden voorkomen.
Het dienstbaar maken dezer ‘schepen volgens een
goed doordacht plan ten bate van den uitvoer kan niet
geschieden door den import en export aan banden te leggen, want dan zouden zij dienstbaar worden
aan de schepen, terwijl juist het omgekeerde noodig is.

Een ongewenscht gebruik der schepen van de kolo-
niale vaart zal echter niet uitsluitend aan de reeders
verweten kunnen worden. Immers de schepen kun-
nen uit die vaart onttrokken worden krachtens de
Nederl. Schepenvorderingswet. Hierin moet veran-
dering komen. Er mag niet meer uitsluitend op de
belangen van Nederland gelet worden. Het zegging-
schap over deze schepen mag niet bij den Minister
van Landbouw a 11 e e n berusten; het Moederland
heeft rekening te houden met den hachelijken toe-
stand, waarin haar dochter in het verre Oosten ver-
keert.

Moet er vervolgens, wat de lading en de vrachtprij-
zen betreft, ten bate van den import en export een Ned.-Indische Schepenvorderingswet in het leven
worden geroepen? Alsdan zal wel dwang op de reeders
kunnen worden uitgeoefend, maar de behoorlijke uit-
voering van zulk een wet vereischt deskundig perso-
neel, dat in de Indische Regeeringsbureau’s niet be-
schikbaar is. De Gouverneur-Generaal zou derhalve de
hulp van den handel moeten inroepen. Zou het dus
niet meer aanbevelingswaardig zijn, indien de handel
zelf in overleg met de scheepvaart een goed georgani-
seerd plan ontwierp, hoe de beschikbare scheepsruimte
het best ten algemeenen nutte zal kunnen worden ge-
bruikt?

De slotsom van het bovenstaande betoog is derhalve:
geen algemeen uitvoerverbod met consenten, die. den
uitvoer belemmeren in plaats van bescher-
m e n – maar de Nederlandsche schepen van de kolo-
niale vaart dienstbaar gemaakt aan de belangen der
koloniën, waarvoor noodig is vooreerst wijziging van
de Nederl. Schepenvorderingswet, vervolgens – liefst
in gemeen overleg tusschen handel en scheepvaart – vaststelling van plannen hoe in de eerstvolgende tij-
den de beschikbare scheepsruimte het best ten alge-
meenen nutte zal kunnen worden gebruikt.
W. SUERMOMOT
LzN.
Rotterdam, 2 Aril 1918.

DE GEDWONGEN STAATSLEENINGEJ.

Met belangstelling las ik het artikel over dit onder-
werp in uw nommer van 27 dezer. Ook mij komt het
1 voor, dat de methode van uitgifte, die
bij
onze Staats-
leeningen gedurende den oorlog is gevolgl, voor de
toekomst weinig aanbeveling verdient. Intusschen
werd in genoemd artikel terecht er op gewezen, dat
het vermoedelijk onmogelijk zal zijn, zoolang de tegen-
woordige buitengewone omstandigheden voortduren,
van iederen dwang af te zien. Juist om die reden zou
ik gaarne het volgende willen aanvoeren:

Het is bekend, vermoed ik, dat niet alleen bij de
$ laatste, maar ook bij de voorafgegane leeningen ver-
scheidenen, die in de termen vielen om deel tenemen,
dat hebben nagelaten, in de veronderstelling, dat ook
zonder hun inschrijvingen de leening zou worden vol-teekend en zij mitsdien door hun medeburgers zouden
worden bevrijd
van de verplichting om in de bij niet-slagen der leening, uit te geven leening met lageren
rentevoet te participeeren.

Inderdaad hebben, vermoedelijk mede doordat de
percentages van vermogen en belastbaar inkomen,
waarvoor particuliere personen, resp. maatschappijen,
ingeval van uitgifte van zulk een leening met lageren
rentevoet daarin zouden zijn ,,aangeslagen”, zeer ruim
waren genomen, deze stoutmoedigen van hun durf
nooiti de nadeelige gevolgen behoeven te dragen, maar
slechts, hoezeer ten onrechte, de vruchten geplukt.
Het zou echter’ zeer wenscheljk zijn als voor het ver-
volg zulke dappere daden werden voorkomen. Dit zou
m.i. kunnen gedaan worden op deze wijze, dat voortaan
niet meer een iushrjving gehouden, wordt, maar dat

3
April
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

291

eenvoudig elke belastingbetaler, die volgens het oude systeem zou moeten deelnemen ingeval van een niet-
geslaagde inschrijving, een aanzegging ontvangt van
het bedrag, waarvoor hij in de Staatsleening moet
participeeren. Alleen bij een dergelijk stelsel toch is
het uitgesloten, dat ook maar iemand, die verwacht
wordt middelen ter beschikking van den Staat te stel-
len, niet aan die verwachting voldoet. Dan vervalt ook
vanzelf de thans nog bestaande vraag, of de leening
een vrijwillige of gedwongen moet genoemd worden. Zij zal dan heeten wat zij is en de vroegere inderdaad waren: een ,,Belastingleening”.
Misschien zal worden tegengeworpen, dat op deze
wijze de werkelijk vrijwillige deelnemers zullen wor-
den uitgesloten. Doch omtrent het bestaan van der-
gelijke vrijwilligers zal men zich na den koersloop der
jongste uitgifte slechts weinig illusie behoeven te
maken. Bovendien zouden die keurbenden uitstekend
als reservetroepen te pas komen, wanneer zij, zoodra
de beurshaxidel in de leening zal zijn opengesteld, zul-
len gereed staan om aan het offensief, dat als gevolg van het . aanbod der- oorspronkelijke nemers op den
koers zal worden gericht, weerstand te bieden.
Eveneens zou bij een volgende gelegenheid m.i. be-
hooren te worden onderzocht, of het niet mogelijk
ware de categorieën dergenen, die de leening toege-
wezen krijgen, uit te breiden en daarin ook op te ne-
men de maatschappijen, diè geregeld voor haar mid-delen belegging zoeken, ook al bedraagt haar belast-
bare winst minder dan een bepaald minimum.

Mr. J. V.

MAATREGELEN OP DE BELEGGING.

In Economisch-Statistische Berichten No. 116 en
117 komen twee artikelen voor, getiteld: ,,Buitenland-
sche Beleggingen” en ,,Onze gedwongen leeningen”,
welke zeer de aandacht getrokken hebben.
In het eerste artikel wordt gewezen op de. nadeelen,
welke kunnen yoortvloeien uit het beleggen van Ne-
derlandsch kapitaal in buitenlandsche leeningen in
deze tijden, waarin ons land toch reeds zulke aan-
merkelijke bedragen vreemd credietpapier moet op-
nemen. Het tweede artikel houdt zich bezig met de
impopulariteit onzer Staatsleeningen en wijt deze aan
het systeem om
vrijwel
een ieder te dwingen geld te
leenen aan den Staat, of hij het heeft of niet, en dik-
wijls tegen eene rentevergoeding, die geen rekening
houdt met de omstandigheden van het oogenblik.
Waar nu kapitaal, belegd in vreemde fondsen, niet
meer beschikbaar is voor het koopen van Nederland-sche staatsleeningen, werkt het toelaten van vreemde
leeningen vanzelf ten nadeele van eerstgenoemde
categorie. Maatregelen, door den Staat te nemen om het eigen fonds op peil te houden, moeten dus twee-
ledig
zijn.
I. Het bemoeilijken van den invoer van in
het buitenland zich bevindende of aldaar gecreëerde
fondsen, voor zooverre deze fondsen niet in de plaats
treden van waarden, welke hier te lande gehouden
worden, b.v. bij regorganisaties.
Dit zoude kunnen geschieden door het zegelrecht
zoodanig te verhoogen, dat invoer onmogelijk wordt en
daaraan te verbinden dwang tot zegeling. Anders toch
zullen de stukken ongezegeld bij den importeerenden
bankier blijven liggen; de kooper hier te lande kan deze fondsen eventueel in het buitenland laten lig-
gen, doch dit zal niet zooveel voorkomen om grooten invloed uit te oefenen. Hieraan zal verbonden moeten
worden toezicht op emissies hier te lande, opdat niet
onder de vlag van eene Nederlandsche emissie, het
buitenland worde voorzien van contanten. Misschien
is het zelfs mogelijk door restitutie van zegelrech.t den
uitvoer van vreemde waarden, hier te lande gehouden,
te bevorderen.
II. Het moer aanttekkelijk maken van het Neder-
landsch Staatsfonds en daardoor het bevorderen van
de spoedige classeering. Men zou b.v. degenen, die zich
verplichten de hun bij
inschrijving toegewezen stuk-ken binnen zeker tijdsverloop niet te verkoopen, tege-

moet kunnen komen in den emissiekoers. Of men zöu
aan hen, die kunnen bewijzen, dat zij hunne stukken
van af den dag van uitgifte in hun bezit hebben, het
voordeel kunnen testaan, om bij eene eventueele la-
tere heffing iii eens, deze stukken tegen den koers
van uitgifte in betaling te geven. Ook bij betaling van successierechten en belastin-
gen zoude wel een middel te vinden zijn om aan hen,
die in deze moeilijke tijden den Staat steunen ‘met op-
offering van eigen belang, zekere voorrechten toe te
kennen boven diegenen, welke om een oogenblikkelijk
voordeel het crediet van den’ Staat ondermijnen.
V.

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.

B r o o d r a n ts o en. Aangezien
op
aanvoer van broodgraan van overzee’ in de naaste toekomst niet te
rekenen is en de onmogelijkheid is gebleken om uit
Duitschland graan te krijgen, is met ingang. van
30 Maart j.l. de geldigheidsduur van de broodkaart verlengd van 11 tot 14 dagen. Met dit verminderde
rantsoen van 200 gram per dag zal het mogelijk zijn
de thans nog aanwezige voorraden te doen strekken
tot de nieuwe oogst beschikbaar komt. Aan de door verlenging der broodkaart ontstaande vermindering
van voedsel zal getracht worden tegemoet te komen
door de wekelijksche beschikbaarstelling van 400.000
K.G. kaas met een vetgehalte van 20 pOt. in de droge
stof, zonder dat dit’ in de algemeene kaasdistributie
eenige wijziging zal bezorgen, wat de hoeveelheid be-
treft.

Prijzen van huis-brandkolen. In
aansluiting aan de opgemaakte distributieregeling
voor huisbrand over het tijdvak van 1 dezer tot 1 April
1919, is thans een prijsregeliug voor huisbrandkolen
voor dat tijdvak vastgesteld. De minimum-rantsoenen,
zomer-rantsoenen, extra rantsôenen voor zieken en de
helft
‘ van het rantsoen voor kamerbewoners wordt ge-
leverd tegen lagen prijs,ngeveer met de tot dusver
voor het. minimum-rantsoen geldende overeenkomen-
de. De rest gaat tegen prijzen van
f
1,50′ per eenheid
hooger. te
bijslag,
dien jiet verstrekken van brandstof-
fen tegen de nieuwe prijzen vereiscit, moet gedragen worden door de industrieele verbruikers.

Z a c h t e z e e p. In verband’ met de vervaardi-
ging van regeeringszeep zonder ljnolie, welke in voor-
bereiding is, en door moeilijkheden bij den aanvoer
van grondstoffen, waardoor de fabricage stagnatie on-
dervindt, zal voorloopig aan de gemeentebesturen
slechts 1 ons per persoon worden geleverd. Industrie,
zeep wordt voorloopig niet afgeleverd. –
R i t u e e 1 v e t. Door het Vet-Distributiebureau
is aan de Israëlietische kerkbesturen beric’ht dat voor
de Israëlieten maandelijks tegen afgifte van bon bij
de slagers een H.G. ritueel ruw vet per persoon ver-
krijgbaar zal worden gesteld.

Z a a d van suikerbietex, mangel-
wortelen en voderbieten.,Hetligtin
de bedoeling van den Minister van Landbouw, enz. den
geheelen oogst 1918 van suikerbieten-, voederbieten-en mangelwortelenzaad in bezit te nemen.

M u s s c h e n. Het is noodig, dat zooveel doenlijk
alle schadëlijke invloeden, die de opbrengst der
graanakkers geringer maken, worden geweerd. In ver-
band hiermede vestigt het hoofd van den phytopatho-
logischen dienst de aandacht op de schade, welke mus-
schen aan den graanbouw kunnen toebrengen. Bestrij-
ding van musschen is dus zeer gewenscht.

Beurskringen vo.or de binnen-
s c h .i p p e r ij. De Minister van Landbouw heeft met
ingang van 15 dezer in elk der districten voor de
binnenschipperij beurskringen ingesteld; binnen die
kringen kunnen zoo .no’odig hulpschippersbeurzen wor-
den ingesteld.

Pakketten n’aar België. Naar de Oom-

11
292

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 April 1918
11

missie tot regeling der voorziening van noodzakelijko
leveiisbehoeften in Belgische grensgemeenten mede-
deelt, laat de voorraad spek en
vet
hier te lande niet
toe deze artikelen in het vervolg te verzenden in de
maandelijksche pakketten aan in België verblijvende
Nederlanders. Van 1 dezer is de inhoud dezer pak-
ketten derhalve bepaald op 1. K.G. boter, 1 K.G. kaas
en 1 bus gecondenseerde melk; de prijs blijft onge-
wijzigd.
Manufacturen. Bij het Rijksbureau voor
Manufacturen is een regeling in voorbereiding, waar-
bij aan bona fide marktkooplieden en reizende venters
in manufacturen kaarten zullen worden verstrekt, drie
maanden geldig, welke dienst doen als vervoerbiljet-
ten voor beperkte hoeveelheden manufacturen, uit-
sluitend voor verkoop aan particulieren.
Schoenen-., en klompenbons. Aangezien
meer en meer blijkt, dat in het algemeen groote be-
zwaren verbonden
zijn
aan de gangbaarheid der schoe-
nen- en klompenbons buiten de gemeente, waarin zij zijn
afgegeven, heeft het Kon. Nat. Steuncomité de
bestaande regeling aldus herzien, dat in het algemeen
de bons slechts geldig zijn in de gemeente
van
uit-gifte Aan de burgemeesters is verzocht niet alle bons,
waarop een gezin aanspraak heeft, tegelijk uit te rei-
ken, teneinde misbruiken zooveel mogelijk te voor-
komen. I

Vrouwencomité voor de distri

b u t i e. Bij Kon. besluit is ingesteld een ,,Vrouwen-comité voor de distributie”, hetwelk tot taak zal heb-
ben om zich, gebruik makende van de gegevens der
verschillende distributie-bureaux, een overzicht te ver-
schaffen van de beschikbare voorraden levensbehoef-
ten en om aan de hand daarvan de Nederlandsche
huisvrouwen zoo volledig mogelijk in te lichten en bij
haar telkens, waneer dit noodig blijkt, eene doelma-
tige aanwending en een zuinig verbruik der verschil lende artikelen te bevorderen. Aan het comité is toe-
gevoegd een Bureau van Advies, vertegenwoordigende
den Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs.
Rijwielbanden. Bepaald is, dat rijwielhan-
delaren
bij
de levering van nieuwe banden niet mogen
eischen, dat een oude band kosteloos wordt afgestaan.
Maximumprijzen zijn bepaald voor oude rijwielbui-
tenbanden en oude, nog bruikbare ventiels en tevens
een maximumprijs
voor
het
monteeren van
banden.

MAANDCIJFERS.

SPAARBANKOIJFERS.

Overzicht van inleg en terugbetaling bij de Rijks-

postspaarbank.

FEBRUARI
1918
1917
1916

9.038.260f
6.714.692f
7.695.187
Terugbetalingen

.. ,,
8.263.602
,,
7.159.555
,,
5.693.306
Tegoed der inleggers
202.742.563
,,
192.800.304
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjs

Inlagen

………..
f

29.574.500
,,
26.613.000
,,
25.488.600
Spaarbankboekjes:

op ultimo ……….,219.232.949

op ultimo ………..

gegeven
12.210
8.816
.

11.644
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
7.152
7.359
6.876
Aantal

uitstaande
op ultimo
1.779.898 1.741.648 1.703.800

POSTCHEQTJE EN GIRODIENST.

Januari
1)

11

Februari

al I Bedrag

Aantal

fekening-
houders op 0
4.931
Aantal rekeningen
5.190
7.083
Overschrijvingen

. .
1.422

op

u
0
…………
Stortingen

……….

Afschrijvingen

. . . .
4.587 Totaal tegoed reke.
niughoudersop
no.

‘) De dienst trad eerst
op
16 Januari in
werking.

EMISSIES IN MAART 1918.

Provinc. en Gemeentelijke leeningen
f
1.240.625,-
zijnde:
Gein. ‘s-Hertogenbosch
f
500.000.-
41/, 01
obl. ft 98
1
/2
0
/0.
Gewest Kediri
f
750.000.—, N. 1. C.
5
0
/0
obi. S
991/4
O/
o.

Transporteeren.
.
f
1.240.825,—
1

7.887


8:227

2.647.734

16.103

6.286.125

438.363

8.890

3.679.060

478.32713.241

2.552.264.

2.008.286

5.651.101

1
~

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSCHAPPIJEN DECEMBER 1917.

(Ontleend aan de ,,Ingenieu”.)

Totale
ontvangsten.
Namen der Maatschappijen.

Personenvervoer. Goederenvervoer.

Dec. 1917.

1

Dec. 1916.

Maatsch. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
.f
1.868.634.38
f
2.472.054,78
f
4.442.972,19
,,
1.823.871,87
,,1.136.699,86
,,
3.048.705,94
,,

162:490.—
165.172,—
330.434,-
Noord-Brab.—Duitsche Spoorweg-maatschappij
24.225,—
,,

84.613,—
,,

93.832,

Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij

……….
Nèd. Centraal Spoorwegmhatschappij ………

,,

10.081,87/2
,,

13.408,96
,,

24.224,76!,
Dedemsvaartsche Soomtramwegmaatschappij
11.420,63
,,

25.773,80/2
,,

39.275,00
1
!2
Rollandsche Buurtspoorwegen

……………

Tramw.mij. ,,de Meijerij”: lijn Veghel—Eind-
hoven—Belg. grens en St.Oedenrode—’s Bosch,


,,
32.086,32112
lijn Eindhoven—Helmond—Asten en



,,

9.091,68′
12

Zuid-Nederl. Stoomtraxnweg-maatschappij
….

18.591,95
,,

.
32.511,18
1
/
,,

53.720,88
Nederlandsche Tramwegmaatschappij
……..
48.467,30′!,
,,

56.674,42°/
2

,,

115.168,63
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij


199.725,21 ‘1,
Weotlandsche Stoomtramwegmaatschappij
….
24.120,67
‘is
,,

7.110,20
. ,,

35.7
1
5,52
1
/
2

Geldrop—Heeze ……………………………

Gemeentetram te Amsterdam
…………….
590.934,11

590.934,11

…..
….

,

273.169,69

,,

275.211,30′!2
Rotterdamsche Electr. Tramwegmaatschappij

….

,,

244.949,40

,,

244.949,40
Haagache
Tramwegmaatschappij

…………..

Nederlandech-Indische Spoorwegmaatschappij

lijn Samarang—Vorstenlanden–Willem I.
– –


452.000,-
Deli Spoorwegmaatschappij……………….


,

425.000,-
1)
Definitieve opgave.
De ontvangsten der groote maatscisappijen, die in de ,,Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift Centr. Surea

f
4.315.321,-
1
)
2.925.957,— ‘)
308.078,-
39.374,-
16.687,45
32.837,01
22.198,05
1
!2

6.715,10′!2
42.093,24
93.559,21 197.418,54
31.710,27′!2
495.345,41

238.581,55

376.441,-
406.409,—

Statistiek” ontleend.

Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
lijn Samarang—Vorstenlanden—Wiflem I.
Kediri Stoomtramwegmaatschappij ……….
Ma lang Stoomtramwegmaatschappij ……….

Nagekomen over October.

T
114.000,—

,,
359.000,—

485.000,—

,,
555.005,-

67.292,—

64.448,-

58.410;—

,,
52.407,-

3
April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

293

Transport..
f

1.240.625,-
STATISTIEKEN
EN OVERZICHTEN.
Bank- en Orediet-insteilingen ……
,,

22.855.550,-

zijnde:

Nederl.

Bankinst.

v.

Waarden bol.
N.B. $** beteekent: Cijfers nog niet. ontvangen.

met

Vruchtgebr.

en

Per. Uitk.
GELDKOERSEN.
f
3.000.000.-

5
0/o

paudbrieven
ft
99l/

0/0,
De

‘Kolöniale

Bank

f
2.750.000.-
BANKDISCONTO’S.
________________ ________________
aand. It 100
0/

M aatschappij voor Gemeente-Crediet
1

30 Maart
1918
20
Juli
1914

f

.000.000._ 41/
2
0/
0
obi. It 98e/s
0/
o

Nederlandsche

Handel-MaatschappiJ
Disc.Wissels.
4
1
1,oedert
1Juli’15

3
1
/,sedert23 Mrt.
’14
N
-ed.
f10.000.000.- aand.
It
160
0/
s,

Bank
Bel.Binn.Eff.
4’I

,,

1

,,

’15

4

23

,,

’14
IVrsch.in
Holland-Bank f136.800.- aandeelen
R.C. 51/

,,

19Aug.
1
14

5

,,

23

,,

’14
ZL
ix

/0.
Bank
van
Engeland 5

,,

5Apr.’17 3

,,

29 Jan.
1
14

Hypotheekbanken

(werkzaam

in
Duitsche Rijkabank 5

23 Dec.
’14
4

,,

5 Febr.’14

Nederland)

……………….
1.473.750,-
,
Bankvan Frankrijk 5

,,

21Aug.
1
14
3
1
/2

29 Jan. ’14

zijnde:
Oostenr. Hong. Bk. 5

12Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14

Nationale Hypotheekb. f1.500.000.-
Rusaische Staatsbk. 6

,,

27 Juli ’14 5

,,

1 Apr.’14

4112
0/

pandbrieven
It
98
1
14
O/o.

Nat. Bank v.Denem. 5

9

’15 5

6 Febr.
1
14

ilypotheekbanken (werkzaam in bét
Zweedsche Rijksbk. 7

20 Mrt.’18

4112

,,

6

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk. 41/t

,,

31 Dec.’14

31/t

,,

19

,,

’14
büitenland)

………………
,,

2.000.000,-
Bank van Italië.. 5

,,

10Jan.’18

5

,,

9Mei

’14
zijnde:
Feder.Rea.Bk.N.Y. 3-4


N.V. Holland Texas Hypotheekbank
Javasche Bank…. 31/,

,,

1 Aug.’09

31/1

,,

1 Aug.’09
f1.000.000.- 6
0/
pandbr.
It
100
0
/0.
Hypotheek- en Grantb. f1.000.000.-
6
0/

pandbrieven
It
100 °/ô.
Industriëele Ondernemingen ……
..

11.932.600,-
zijnde:

.
OPEN MARKT.
Algem. Nederl. md. Electriciteit-Mij.

1

Amsterdam
Londen
Berlijn
Parijs
N. York
f500.000.- aand. 8. 115
0
10

.
A.
Hillen’s Sigaren- en Tabakafabr.
,

Data
1

Part.
1

Prolon.
Part. Part.
Part.
CaII

f
500.000.- aand.
It
110 O/o.

1

disconto
galie
disconto disconto
disc.
manco

N.V. Oliefabr. Insuliudef 4.000.000.-
aand.
It
180
O/o.

*
’18
28 Mrt.

30/4

5

3′
9
/,2

4’/o

5514-6
Vereenigde Hollandsche Sigarenfabr.
25-28 M. ’18 3-‘/4

4
8
/45

3
19
/3

4’/

51/25

11.127.000.- aandeelen
alSO ijs;

.
i823
,,

’18 2’143/2 4-‘/2

3’9/2

4_2/

20/,_5ij,

f1.254.000.-

6
u
/o

pref.

winstd.
11-16,,

’18 2ij2
3
/4

4’/4

3
19
42

4_
1
/,

4
1
/a-‘6
aand.
9. 100
O
/o.

Alg. Ned.

Electric.-Mij.

v/h Groene-
26-31 M. ’17
1
/4•’•1
‘/s
2 1/
4
2
1/

4….0/4

4_ijs

2-
1
/

veld Ruempol
& Co.
1250.000.-
27M./1A.’16 1
1
/-2

2’12-4

41/B

30/4_4

12/_2

aand.
-9.
130
O
/o.

.
20-24Jul.’14 3
‘/s-‘he

2
‘/’/

2
1/_l/

2
‘/-‘/,

2’/

1
‘/4-2
VI
Oultuurondernèmingen, Handeisver-
eenigingen en Handelsvenn…….
9.433.00,-

zijnde:

Oscar Rohte & Jiskoot’s Tabakshandel-
Mij. f1.000.000,- 6
ijs
cum. pref.
WISSELKOERSEN.
winstd. aand.
9.
130
0/,

,,De Nieuwe Russisché Houthandel”
WISSELMARKT.

f
250.000,- aand.
9.
125
0/•
Zooals

in

het

vorige

bericht

reeds

vermeld,

opende
.I..
van Nierop & Co’s
Handel-Mij.
Maandag de markt, naar aanleiding van de berichten van.
f
500.000,- 6
o
/o
cum. pref. aand.
het westelijke oorlogsfront, zeer vast. Den volgenden dag
8.
110
0/s,
f1.000.000,- ges’. aand.
was de stemming echter al direct weder flauwer. Berlijn
8.
15’5
o/o.
en

Weenen

bleven

daarna’ ongeveer

op

dezelfde hoogte.
N.V.
Houthandel vih.
G.
Alberts
Lzu.
Blijkbaar wenschte de speculatie met het oog
op
de komende
& Co. 1
200.000,- aand.
9.
162
0/,
feestdagen

geen nieuwe engagementen aan te gan. De
f
300.000,- 5
°/o
obl.
9.
990/0.
omzetten

waren

daardoor

zeer gering.

De ententewissels
Technische

Handel-Mij.

v/h.

Jan
-die aanvankelijk in de vaste stemming van Berlijn en Weenen
Mulder f200.000,- aancl.
8.
150
0/• deelden waren eveneens Dinsdag aangebodu maar integen-
Handelsvereeniging ,,Amsterdam”

stelling met

dezen ook de overige dagen flauw, zooda

de
.f 4800.000,-
S
0/

obl.
9.
100 0/.
.arkt ongeveer

veer

op

het laagste punt van de vorige
Rubber-Maatschappijen

……….
,,

540.000,-
week sloot.
zijnde:

.
.
Van de neutrale wissels waren Zwitserland en Denemarken

Lampong

Sumatra

Rubber-Mij. ongeveer

stationaio,

daarentegen

Zweden

en
,
Noorwegen
f
450.000,- aand.
9.
120
O
/o.

belangrijk lager 72.75-72.25 en 69-68.25.
Diversen

…………………….
,

568.000,-


zijnde:
N.V.
Katoenveem
f
250.000,- 5
0/

gegar. obl.
It
100 G/o.

Uitgevers-Mij. ,,Elsevier”
1
300.000,-
.


KOERSEN IN NEDERLAND.

aand.
6.
106
0/s,

Spoorwegleeningen

…………..
6.000.000,-
1
Data

Londen
Parijs
Berlijn
Weenen
0
Iers-
Ne
w
1
zijnde:

.
,,
1
0) 0) 0)
)
burg’)
York
1)
1


25 Mrt. 1918

10.32
38.25
43.70 28.05

2.16’/
Ned.Ind. Spoorweg-Mij.f
6.000.000,-
5
O
/o’obl.
It 100
O
/o.

1

f

56.044.025,-

..
26

1’918

– –

10.26
37.90
42.50 27.35

2.15
2
/4
27

,,

1918

..

10.27
37.85 42.85 27.80

2.15’/2
Totaal der emissies in Januari

. .
f
536.940.910,-
28

-1918

..

10.22 37-75
42.60 27.45

2.14
3
4

Februari
. –
,,

12.202.250,-
29

1918

..





Maart

– .-. .
56.044.025,-

30

,,

1918

..

– .

– –
Laagste d. w.
1)

10.19
37.50
42.25
27.-

2.13’/
Algemeen Totaal……
f
605.187.185,-

Hoogste
,,

,,

0

10.32 38.25
44.-
28.05

2.17
Bovendien:
23 Mrt. 1918

– –

10.28
37.80 40.42 26.80

2.16
f 21.720.000,- 3/m. Schatkistpromessen
9.
f

991,388
16.900.000.- 61m.

,,

982,85

16

,,

1918

..

10.35
Muutpariteit

. .

12.10
37.85
48.-
41.40
59.26
1’2 6′. 15
50.41

1.28
2.17
2.48’14
21.373.000,- 42/
2
0/

Schatkistbiljetten
,, ,,

1.007,64
.


j Noteerins te Amsterdam.
1) Particuliere
opgave.

294

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN,

3
April 1918

Data
Slock.
holm
8
)
Kopen-
hdgen)
Chrl3.
tianla’)
Zwitser.

n
d*)
Spanje

1)’
Balavia
1)
teWgrJi.sch

25 Mrt. 1918
72.75 67.40
69.-
50.20 55.25
99I

100!
26

,,

1918
72.25 67.25 68.45 49.70 54.40
994
-1
00!
27

,,

1918
72.25
67.25
68.20 50.10 54.60
99-100+
28

,;

1918
72.25 67.20
68.35
50.10
54.75
99i
-10
0

29

,,

1918





30

,,

1918
– –
68.25

ss.-

L’ste d. w.’)
71.95
67.-
68.-
49.60
54.-
99/
H’ste
,,

,,

)
73.-
67.40
69.10 50.25
55.25
100’I2
23 Mrt. 1918
72.75 67.30 68.50 49.75
54.20
99-100
16

,,

1918
70.95 66.75
67.90
49.50
54.15
99-100
Muutpariteit
66.67
86.67
66.67
48.-
48.-
100

) Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere Opgave

KOERSEN TE NEW YORK.

‘Csble
Zicht
Zicht
Zicht

a a
Londen
Parijs
Berlijn
,4msterd.
(in
,
(In fr
,
.
(in cent,
(In cent3
per
P. $)
p. Rm. 4)
per gld.)

30 Maart

1918
4.76.45
5.721/
4

oom.
Laagste d. week..
4.76.45
5.721/4

*5*

Hoogste,,

,,

..
4.76.45
5.7214

23 Maart

1918
4.76.45
5.72/4
oom.
16

,,

1918
4.76.45
5.72
1
/s
nom.

Muntpariteit.
.
..
4.86.67•
5.181/
4

95
1
!4
40/,,

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings’
eenheden
S Febr.
1918
21 Feb,.
1918

Tijdperk
22 Fehr.-5 Mr,.
1918

Laagste

Hoogste

5 Maart
1918

Alexandrië..
Piast. p. £
97 ‘%g
977/,,

97
97 /,,
977/,,

B.

Aires….
d.p.gd.pes.
50
1
!2
50
1
!2
50 51
50’/2
Calcutta
. .
..
sh/d.p.rup.
1/5
‘/38
1/5 ‘/82
1/5
115
1
/88
1/5
1
42
Hongkong
. .
id. p.
$
2/1 1′!,
2/11
1
/1
2/111/4

2/11/4
2/11 8/4
Lissabon ….
d.p.escudo
29/8
29
1
/4
.
28’/
298/4

29’/8
Madrid

.. ..
Peset. p.
£
19.82
19.60
49.40
.19.66
19.46
Montevideo..
d.p.peso
591/
4
,
98/
59 60
59′!,
Montreal….
$
per
£
4.76H
4.81′!2
4.80
1
/4
4.82
4.81’/4
Petrograd ..
R. p.
£
10
365
365 ‘)
oom.
non,.
nom.
R.d.Janeirol)
d.p.milr.
13″!82
13″/3
13
1
/4
13
9
/32
13’/82
Rome

……
Lires p.
40.80 41.65 41.20
42.80
42.63
Shanghai

..
sh/d.p.tael
4/3
4/2’s
4/2’2
4/3 4/3
Singapore

..

id. p.
$
2/4
1
/t,
2/4
2/3/8
2/4′!,
2/4
Valparaiso
8)

d.p.pap.p.
13
1
/32
14
14
0
/82
14″132
14
5
I52
Yokohama ..
sh/d.p.yen
2/2
2/1
1
/.,o
2/111/,,
212′!8
212’/,2
1)
Noteeringen
op
90 dagen.
‘) Noteering
van 14
Februari.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 -Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en oottrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen.
te New York

30 Maart 1918 ……..
45′!,
‘)

92′!,
23

1918 ……..
48 92
7
/a
16

,,

1918 ……..
43
86’/2
9

,,

1918 ……..
42’/
85.
1
/8
2

,,

1918 ……..
42’/,
85’18
23,Febr.

1918 ……..
42′!,
851/,

31 Maart 1917 ……..36.1/,

735/8

1 April 1916 ……..29

60e/8
20 Juli

1914 ……..24″!,.

54
1
/8

1) Noteering van 28 Maart.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 30 Maart 1918.

-.

Activa.

Binnen!. Wis.{ H.-bk.
j
7.211.016,86
1
/2
sels, Prom., B.-bk.

61.596,40
enz.indisc. Ag.sch.

11.892.658,06

f
19.165.271,32
1
!2
Papier o. h. Buiteni. in
disconto ……. . ……….
………

Idem eigen portef..
f
7.163 .776,-
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

Beleeningen

1

H..bk.
f
62.592.731,77’/s
mcl.
vrsch.
in
rek.-crt.B.-bk. 5.137.925,61′!,
op onderp.Ag.sch. ,, 48.006.460,64′!3

f115.737.118,03′!,

OpEffecten

……f113.671218,03’/,
OpGoederenenSpec ..2.065 900,-
,,115.737.118,031/2
Voorschotten a.h. Rijk …………….
..14.703.836,96

Munten Muntmateriaal Munt, Goud

……
f
93.452.870,-
Muntmat., Goud……628.730.737,91

f
7 22 .183 .607 .91′!,
Munt, Zilver, enz.. ,,

7.284.681,29
1
/2
Muntmat., Zilver

729.468.289,21
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds..
f

5.159.192,5.0
id. van
1/
v.h.kapit.

3.956.939,02′!,
,,

9.118.132,12’/
Geb. en Meub. der Bank …………….
..1.465.000,-
Piverse rekeningen

……………….
,

86.416.686,10

f
983.236.109,75
1
/

Passiva.

Kapitaal
………………… …….

f
20.000.000,-.-
Reservefonds
……………………

..
5.234.534,18′!,
Bankbiljetten in omloop …………..

.,
889.691.935,-
Bankassignatiën in
omloop …………

..
3.188.957,521/,
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ……
.-
Van anderen
……,,
56.753.613,57
1
/2

,.

……….
56.753.613,57’/
Diverse rekeningen

………………,,
8.367.069,47

f
983.236.109,75
1
1

Beschikbaar metaalsaldo …………..

f
538.808.745,43
1,
Op de basis van ‘/s melaaldekking ……

..
348.881.844,21
1
1
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is .. ,,
2.694.043.725,-

Verschillen met den
vorigen
weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
1.656.626,48
Buitenlandsche wissels……149.160,-
Beleeningen

…………..6.756.763,48
1
/,
Goud 867.222,14
Zilver

………………..
52.716,29’/2
,
Bankbiljetten …………… 25.318.985,-
Part. Rek.-Crt.
saldo’s

.. ..
3.936.169,81

Voornaamste nosten in duizenden
guldens.

Data
Goud
Ziloer
biljetten
Andere
opeischbare
schulden

30
Maart1918

….
722.184
7.285
889.692
59.943
23

1918

.. . .
723.051
7.337,
864.373
66.509
16

,,

1911

….
723.807
7.323
858.394,
58.834
9

,,

1918

….
722.096
7.225
859.317
65.835
2

,,

1918

….
723.746
7.240
870.334
71.288
23

Febr.

1918

….
714.679
7.295
845.856
83.485
16

,,

1918

….
716.341 7.275
854.035
90.845
9

»

1918,

….
716.432
7.278
859.834
99.821
2

1918′

….
707.609
7.275
892.087 58.386
26

Jan.

1918

….
707.000
7.176
871.586
77.332
19

,,

1918

….
707.988

7.031
883.034
60.031
12

1918

….
697.459
6.933
883.869
45.127
5

,,

1918

….
69,7.181
6.940
895.174
45.968

31 Maart1917

….
590.515
6.917
745.649

79.535
1

April 1916

….
517.104
3.788
647174
84.056

15 Juli

1914

….
162.114
8.228
310.437 6.198

3
April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

295

Da a

Duconto’s

Belee-
Beschik.
baar Dek-
king,.
Hiervan
TØtad
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen.
promessen
saldo
Lage
recl,tsirecks

30Mrt. 1918
19.185

115.737
538.809
77 23

1918
20.822

108.980
543.478
78
16

,,

1918
21.714

103.580
546.945
80
9

,,

1918
24.064

111.170 543.537
79
2

,,

1918
28.363

124.022
541.907
78
23 Febr.1918
30.574

116.030
535.386
78
16

,,

1918
24.090

139.462
533.877
77
9

,,

1918
30.120 8.000
145.838
531.013
75
2

.
1918
80.657 66.000 90.157
824.005
75
26Jan. 1918
76.114 53.000
90.515
523.613
75
19

,,

1918
72.498 47.000 90.346
525.582
76
12

1918
66.729 39.000 93.627
517.764
75
5

1918
72.738 40.000 103.235
515.063
75

31Mrt. 1917
77.537
60.000
86.848 431.495
72
1Apr.1916
92.601
71.000
72.458
373.931
71

25 Juli 1914
67.947
14300
61.686
43.5211)

54
1)
Op
de
banjo van
2/
metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den M i n i s t e r v a n Finan-
ci ë n blijkt, dat uitstonden op:

30
Maart 1918

1
23
Maart 1918

Aan schatkistpromessen
f
58.750.000,-
f
58.800.000,-
vaarvan réchtstreeks bij
de Ned. Baak geplaatst

Aan schatkistbiljetten

,,
81.271.000,-

61.271.000,-
Aö.n zilverbons ……..
.

28.625.795,50

27.975.280,-

JAVASCHÉ BÂNK.
Woornaamste oosten in duizenden guldens.

Datd
Goud
Zilver
Bank
biljetten
Andere
opeischb.
schulden

85.962
17.622
173.918
55.571
S

Dec.

1917 ……..
1

,,

1917 ……..
85.944
17.167
174:695
57.182
24 Nov. 1917 …..
85550
16.898
174.535
53.560
85.622
16.736
175.781 56.067
17

,,

1917 …….

72.009 22.907
159.086
47.519
9

Dec.

1916 …….
43720
32.485
10.747
31.128
11

Dec.

1915 …….

25

Jufi

19i4 …….
22.057
31.907 110.172
12634

Data
Dis-
conto’s

Wissels,
buiten
N..Ind.
belaalbaar

Eelee. ningen
Dhçrse

ningen
1)

.Besc/,iPc-
baar
metaal-
saldo
.

kings- percen.
tage

8Dec.1917
7.687 32.991 67.351
23.511
57.686
45
1

,,

1917
7.204 32.979 70.119
23.800
56.735
44
24Nov.1917
7.170
33501
67.564 22.992 56.829
45
17

,,

1017
7.156 33.570
71.791
22.671
55989
44

9 Dec. 1916 6.396
37.250 62.344 9.809
54.043
46
11Dec.1915
5$49
19.610
48.520 25.395
41.830
44

25 Juli 1914
7.259
6.395 47.034
2.228 4.8422)
44
Sluitpoet
der
activa.
Op de besjè van
I/
&
metealdekkin.

SÛRINAAMSCHE ÜANK.
– Voornaamste oosten in duizenden piildens.

-,

Data
Metaal
Circulaile
Andere
opcischb
schulden
Disconto’s
Dlo reke.
ningen
1)

12 Jan.

1018



619 1.187 1.103 1.116 505
5

,;

1918

..
594
1.226
1.074
1.132
)

444
29 D5c

1917



587
1.240
1.070 1.057
742
22

,,

1917

-.
609
1.165
1.066
1.066 576
15

,,

1917

– –
603
1.214
990
1.058
893
8

,,

1917

.
.
591
1.265
917 1.031
999
1

,,

1917


.
611
1.234
980
1.035
1.052
24 Nov. 1917

..
615 1.303 1.057
1.059
985
17

1917

..
614 1.199
1.036 1.049
1.019
10

1917

-.
591 1.209
868
1.029
973

13 Jtn.

1917

. –
709 1.030
959 977
30
15 Jan.

1916

-.
745 934
1.015
929
830

25 Juli

1914

..
645
1.100 560
735
396
1)
Sluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste ,posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden p. st.
..

Currenct, Notes.
Dat,

Metaal

Circulatie

Bedrag
1
Goudd.
I
Cao. Sec.

27 Mrt. 1918 60611

47.817

°

20

1918 60.605

47.359

***

13

,,
1918 60.085

47.284

***

***

***

6

1018 60.085

47.591

28 Mrt. 1917 54.009

38.289 144.587 28.500 110.668

29 Mrt. 1016 56.661

33.577
1
106.691 28.500

71.121

22 Juli 1914 40.184

20.317

Data
____________

Cao.
Sec.
Other
Sec
Public
De pos.
Other
Depos.
Re.
ierse

Dek-
king,-
percen-
tage
t)

27 Mrt.’18
55951
112.356 43.843 137.549
31.244
17,22
20

,,

’18
56.986 99.230
35.373
134.381
31.696
18,67
13

;,

’18
56.625
97.604
38.353
128.998
31.251
18,67
6

,,

’18
67.737 98.191 41.022
137.745
30.944
17,31

28Mrt.’17
24.003 139.610 49.945
129.647
34.170
19,02
29 Mrt. ’16
32.839 88.350
57.064
87.362 41.534 28°/t

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52
8
/s

t)
Verhouding tus,chen Reserve en Depoeits.

DUITSCHE RIJKSBANIÇ.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
1

Circu.
Zatte

Dek-
1
kings.
percen.

23 Mrt. 1918
2.526.110
2.408.381 1.349.443 11.399.211
34
15

,,

1918
2.525.149
2.408.207
1.332.481
11.355.288
34
7

,,

1918
2.524.471
2.408.028
1.325.750 11.324.104
34
28 Febr. 1918
2.523.629 2.407.842
1.323.063
11.310.828
34

23 Mrt. 1917
2.545.750 2.529.838 347.793
8.224.825
35
23 Mrt. 1916
2.506.124
2.459.582 772.795
6.373.713
51

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93

1)
Dekking
der
circulotje
door
metaal en Kassenscheine.
Data
Wtssej,
Rek. Cr1.

Darlehenskassenscheine

Totaal
In kas bij

uitge-
de Retchs.
geven
bank

23 Mrt. 1918
13.469.103
7.129.206
8.093.400
1.336.300
15

1918
13.349.430
6.745.209 8.029.800
1.319.500
7

,,

1918
13.065.445
6.591.141
7.982.700
1.313.600
28 Febr. 1918
13.048.493
6.490.131 7.904.000
1.310.900

23 Mrt. 1917
9.258.114 4.503.535
3.983.100 333.000
23 Mrt. 1916
5.897.876
2.703.459
1.949.900
724.700

23 Juli

1914
750.892 943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.

Voornaamste posten in.millioenen Roebel.

Data n. at.
Goud
Te goed
11h bui.
Zil-

Schat-

kistbil.
conto’s
Circu.
R.I.
Cou.
tenland
ve,
.
jctten
en belee-
latie
,rant

5 Nov. ’17
1.292
2309
178
15.507 2.177 18.917
2.698
29 Oct.

’17 1.295
2.309
17
15.222
2.155
18.062
2.726
21

’17
1.96
2.309
168
14.479 2.071 17.859
2.715
13

’17
1.297
2.309
155
14.098
2.150 17.200 2.721

8 Nov. ’16
1.556
2.055
110
6.014
798
7.935 1.770
5 Nov. ’15
1.804
35
26
3.119
1.249
6.054
1.307

21 Juli
’14
1.601
144
74
….
757
1.634 1.099

296

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 April 1918

BANK VAN FRANKRIJK.

I

EFFECTENBEURZEN.

Voornaamste posten in duizenden franca.

Data
Goud Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te goed
In het
Buitenland

Buit .ge.v.
voorsch.
old. Staat

28 Mrt.’18
5.373.546
2.037.108
255.425
***
14.000.000
21

,,

’18
5.372.264
2.037.108 255.768
1.152.531
13.700.000
14

,,

’18
5.370.762 2.037.108 256.205
1.144.040
13.550.000
7

,,

’18
5.369.498
2.037.108 256.088
1.137.066 13.350.000

29 Mrt.’17
5.200.096
1.947.672
263.383
796.983
9.500.000
30Mrt.’16
5.006.299
T
361.416

8.700.000

23 Juli’14
4,104.390

639.620


Wisse!,
Uitge-


sidde
1.
1

Belee-
Bankl,il.
ik1

Rek. Crt.
Partl.
culleren.

Rek.
C,t.
Staat

1.328.218 1.105.289 1.102.857
25.179.328
2.808.557
47.275
1.039.775
1.107.275 1.139.889
24.824.969 2.740.615
55184
.
1.064.089
1.110.865 1.175.520 24.744.120 2.598.188
38.801 1.123.151
1.112.625
1.185.813 24.650.027 2.630.708
29.084
0
522.546
1.270.769 1.197.449 18.459.831
2.540.637
173.699
394.787
1.673.149
1.244.724
14.952.116
2.043.242
79.186

1.541.080

769.400 5.911.910 942.570
400.590

SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.’)

Voornaamste posten in duizenden franes.

Data
Metaal
mcl.
l,uitenl.
saldi

Beleen.
von
buitenl.
vorder.

Beleen.
van
prom. d.
provinc.

wisse!.
en
heleen.

Circu-
lalie
Rek.
crt.
Idi

21 Maart’18
751.396
98.257 480.000
142.294
1.225.663
236.887
14

’18
751.976 93.206 480.000
145.713
1.235.832
230.187
7

,,

’18
696.088
97.851
480.000
152.511
1.192.746
223.321
28 Febr. ’18
596.459
94.497
480.000
151.779
1.196.653 215.746

22 Maart’17
356.878
86.162 480.000
65.499
874.535
104.422
23 Maart’16
19 9.7 7 01
56.5981480-0001
60.435 641.236
153.874
1)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank bela.t.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goud
Waarvan
voo, dekking
van In
het bul.
Zilver
etc.
NotesIn

I

FR

circu-
F. R.
Nates tenlana’
latte

25 Jan. ’18
1.726.507
813.785
52.500
56.252 1.234.934
18

’18 1.729.470
816.437
52.500
54.837 11.238.797
11

’18
1.696.830
803.989
52.500
51.201 11.242.199
4

’18
1.687.720 816.461 52.500
45.310
1.251.205

26 Jan. ’17
791.245
275.133

17.579
1

259.768

Algem.I
Percent
Totaal Waar.
Dek

1
Goud-
Data

Wissels
Depasita’s
van
Kapi(aal
kings.
percen.
dekktng
circu-
___________

taget)I
latle

25 Jan. ’18
901.574 1.849.086
72.439
61,5 65,9
18

,,

’18
861.292 1.913.899 71.938
61,0 65,9
11

’18
829.375
1.779.726 71.603
61,8
64,7
4

,,

’18
897.151
1.793.479
70.825
60,2
65;3

26 Jan. ’17
113408
810.822 55.694
75,9
105,9…
1)
Verhouding tusachen: den totalen goudvoorraad. zilver etc., en de opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposit&s met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
1
Aantal
Totaal
uitgezette Reserve
hij de

.
Totaal
1

Waarvan
1

time
1
banken
gelden en
F. R. haaks
deposito’s
1
beleggingen

18 Jan. ’18
662
11.275.331
1.147.274 10.618.473 1.361.800
11′

,,

’18
659
11.297.581
1.202.389
10.853.548
1.348.698
4

,,

’18
640
11.235.168 1.193.952
10.697.106
1.460.927
28 Dec. ’17
630
10.853.941 1.181.823 10.383.805 1.321.944
21

,,

’17
614
10.968.616 1.089.127 10.110.913 1.231.155

.

Atnaterdam, 1 April 1918.
Dc stille week ligt achter ons en zij heeft haar naa.m,
voor zoover het betreft de levendigheid op de internationale,
zoowel als op de Nederlandsche effectenbeurzen, ten volle
eer aangedaan. Op dc meeste markten leefde men in afwach-
ting van de vier vacantiedagen en entameerde in dit vooruit-
zicht hij voorkeur geen nieuwe en groote zaken. Hiertoe
werkte wel in de eerste plaats mede de voortgang van het
offensief aan het Westfront, hetwelk nog in volle hevigheid
woedt eii waarvan nog niet kait worden – gezegd, of het
eenig definitief resultaat zal opleveren. Wel zijn aan
IDuitsche zijde vorderingen van niet geringe beteekenis ge-
maakt, doch naar het schijnt
is
juist in de laatste dagen
de aativalskraeht weder . eenigszins afgenomen, hetgeen
overigens uiet’te verwonderen zou zijn bij den geweldigen tegenstand, dien de legers der Centralen van die der Geal-
lierden in Noord-Frankrijk ondervinden. Inmiddels echter geven de verschillende centra vatt den
beumshandel cle voorkeur aan een zuiver afwachtende hou-
ding. Te B e r 1 ij u, waar uit den aard der zaak en ook in
verband met het gedurende den oorlog steeds volgehouden
beuisverkeer, de berichten van het front meer onmiddellk
uitwerking hebben, was in den aanvang der week een zeer
geanimeerde tendenz op te merken. Op bijna ieder gebied
van den fondsenhandel bestond een uiterst levendige koop-
lijst, waarbij zich de speculatie echter vaak liet medesleepen
door verwachtingen van ccii spoedigen vrede. Zoo ook alleen
is het verklaarbaar, (lat b.v. koloniale waarden, als Neu.
Guinea, Koako, Octavi, e.a. zeer beteekenende koers-avances.
konden bereiken. Ook scheepvaa rtwaarden, die trouwens in
den laatsten tijd steeds meer belangstelling tot zich trokken,
konden opnieuw verbeteringen in prijs behalen. Hoe meer
echter de week verstreek, des te stiller werd de beurshandel;
cle omzetten bereikten nauwelijks het niveau (lat vOÖr de
Daimnler-affaire regel was en dat niet zeer hoog kon worden
genoemd. Ten slotte verlieten de meeste koersen echter cle
week in een vaste stemming en met een hoopvollen onder.
Loon.
Een uitzondering moet hier worden gemaakt voor Rus-
sische obligaties en coupons, waarin de handel tot het
laatste moment zeer levendig en de koersen tegelijkertijd
vast gestemd bleven. De oorzaak hiervoor is te vinden in
de omstandigheid, dat slechts kwitanties voor ingeleverde
stukken en coupons verhandeld kunnen worden en waar
(leze eensdeels door de bezitters bij voorkeur worden behou-
den, eerder dan cle origineele coupures en waar anderdeels
zeer velen, tengevolge van den korten termijn van inleve-
ring, verzuimd hebben, hun stukken op de door de regeering
voorgeschreven wijze te doen registreeren, is het materiaal,
dat voor de» geregelden handel beschikbaar is, zeer beperkt,
hetgeen natuurlijk een ongemotiveerde prjsopdrjving ten
gevolge heeft. Ongetwijfeld zal in dezen toestand wel ver-
andering worden gebracht, doch voorloopig moet met de
bestaande omstandigheden rekening worden gehouden.
Op cle staatsfondsenmarkt waren Roemeensche en Chi.
n eesch e papieren gevraagd, daarentegen Japansche en
Mexicaansche fondsen zwakker gestemd. Behalve in Rus-
sische vindt ook nog een uitgebreide handel plaats in
Servische coupons, die mede tot voortdurend hoogere prijzen
wor-clen omgezet. De gel-dmarkt is ruim gebleven; daggeld
is gemakkelijk
A
4 pCt. en lager verkrijgbaar.
Overigens trok ter beurze het jaarverslag van de Deutsche
Reichsbank over 1917 sterk de aandacht. Op vérshillend
gebied heeft zich de werking dezer bank gedurende het
achter ons liggende jaar moeten uitbreiden. Naast haar taak
tis oorlogsbank in de eerste plaats, moest zij tegemoet
komen aan crediet-aanvragen van verschillende zijden, zoo-
wel tengevolge v.n de algemeene prijsverhooging van vrijwel
alle artikelen, als door de opleving van den handel in de
bezette gebieden. Bij een beschouwing van de balanscij Iers
(welkei- totaaltelling meer dan 2 billioen Mark bedraagt,
verreweg de grootste omzet van alle. circulatiebanken) treft
het echter hoe vÖllr alles de werkzaamheden in beslag zijn
genomen door de oorlogsfinanciering. In het jaar 1917 ver-
den twee oorlogsleeningen doorgevoerd, de zesde en de
zevende, die resp. Mk. 13.122.000.000 en Mk. 12.626.000.000
opbrachten, waar-door geweldige eischen aan het centrale
instituut werden gesteld.
De grootste winsten zijn overigens behaald uit de toename
der disconteering van wissels, voornamelijk van schatkist-
wissels. Deze winsten werden echter, daar zij voor een
groot gedeelte het gevolg zijn van de afschaffing der bank-
blljetteubelasting, bestemd tot afdracht aan het Rijk en tot
reserveeringen. De betalingsverplichting aan het Rijk, in
verband met het vervallen der biljettenbelastiug, bedraagt
over 1917 Mk. 130.000.000, terwijl het vorig jaar slechts

3 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

297

i1k. 100.000.000 uit dien hoofde afgedragen moesten worden, vermeerderd met Mlç. 14.300.000 als tweede opvorderillg der
oorlogswinstbelastiug over 1914.
Verder wordt van de winst dit jaar Mk. 95.000.000 (v. j.
Mk. 80 millioeu) toegevoegd aan de ,,Rescrve voor oorlogs-
verliezen”, zoodat deze reserve tot Mk. 175 millioen is ge.
stegen, iiaast cle reserve ad lik. 62.250.000 voor clubieusc
debiteuren. Het dividend is ongeveer gelijk gebleven aan het
vorige; thans wordt 8,72 pCt. uitgekeerd tegen 8,68 pCt.
over 1916.
Te P a,
t
.
ij s, waar, zooals wij reeds herhaaldelijk hier ter
plaatse hebben uiteengezet, de beursha.udel in den laatsten
tijd geen omzetten van eenige beteekenis meer aantoonde,
hebben de gebeurtenissen van cle laatste week geen. stimu-
leerenden invloed o n
de eflectemark uit
t

geoefend. De hati-
dcl bleef uiterst stil eii vati eenige tenclenz kan niet
gesproken worden. Interessant is in dit verband de beschou-
ving van cle halanscijiers per einde 1917 van eellige groote
banken te Parijs, waaruit duidelijk naar voren komt de
drang van het Framische publiek, out zooveel mogelijk liquicle
middelen ter beschikking te houden. Hierdoor hadden de
bankinstelliugen voortdurend cle beschikking over zeer
groote kapitalen, waartegen slechts een minieme rente werd
vergoed, terwijl, niet zoozeer voor hancielscloeleinci en, clan
vel ter belegging in staatspapiereil e.d. deze gelden op
vruchtdragende wijze aangewend konden wordet. De meeste
banken toonen dan ook een aanmnerkelijken vooruitgang iii
het wintcijfer, zoodat in vele gevallen een hoogere dividend-
uitkeering mogelijk is geworden. Zoo heeft de Sociëté Géné-
rale haar dividend verhoogd van 4 pCt.
01)
5 pCt.; de
nctto.winst is gestegen van Fr. 10.771.138 op Fr. 1.2.798.411.
Het tegoed in rekening-courant toont een bedrag aan van
Fr. 1226,61 miflioen tegen slechts Fr. 658,11 millioen per
einde 1916. Hetzelfde verschijnsel vindt men met eenige
variaties bij de andere instellingen terug. De Banque de Paris et des Pays Bas keert 7 pOt. uit tegen 6 pOt. over
1916; cle Credit Indtistriel et Commercial verhoogt haar
dividend van Fr. 12,50
01)
Fr. 14.21 bij een vrijwel onver-
allderde netto-winst. i)e Credit Commercial de France, de
vroegere Banque Suisse et Française heeft haar dividend
ongewijzigd op 6 pCt. gehandhaafd, waarbij echter in
aanmerking moet worden genomen, dat het aandeelen-
kapitaal met Fm. 5 millioen is verhoogd. Vooral bij deze
bankinstelling is het aangroeien der beschikbare gelden
zeer sterk geweest; de deposito’s op korten termijn stegen
van Fr; 177,71 op Fr. 292,39 millioen, die op langen termijn
van Fr. 45,20
01)
Fr. 122,46 millioen.
Daarentegen kon aan de aandeelhouders van de Société
Centrale des Banques de Province wederom geen dividend
worden uitgekeerd, hoewel de bruto-winst is gestegen van
Fr. 4.858.382 tot Fr. 7.285.269. De netto-winst wordt voor cle
helft aangewend voor afschrijvingen, voor de andere helft
op nieuwe rekening overgebracht. Zoolang de activa dezer
instelling voor het grootste gedeelte geïmmobiliseerd zijn
(o.a. in aandeelen der Caisse Commerciale) zal er vermoecle-
lijk voor de aandeelhouders geen betere tijd aanbreken; al-
leen een reorganisatie zal hierin, onvoorziene omstandig-
heden voorbehouden, wijziging kunnen brengen.
De beurs te L o mi d e n heeft ons geen nieuwe gezichts-
punten geopend. Die te N e w Y o r k is, hoewel eenige
reactie heeft plaats gevonden, voor het grootste gedeelte
vast van toon gebleven, ondanks de voorvallen op het Wes-
telijk oorlogstooneel. Voor een deel zal deze houding toege-
schreven moeten worden aan steun van cle haute finanefs

en de bankwereld, in verband met de thans voorgenomen
emissie van de derde oorlogsieening, ten bedrage van
$ 3 milliard. Ook hebben de tmededeelingen uit de staal-
industrie tot deze houding medegewerkt. Zooals in alle
andere oorlogvoerende landen is ook in de Vereenigde Staten
de geheele ,,zware” nijverheid met uiterste capaciteit werk-
zaam om aan de eischen der oorlogvoering tegemoet te
komen. In de Unie echter is men eerder overgegaan tot
regeling van Staatswege, waardoor dan ook nlaximumprijzen
voor verschillende industrie-voortbrengselen, voor staal,
koper, ijzer, enz. zijn voorgeschreven. Zelfs was er eenigert
tijd geleden sprake van tot een revisie van deze prijzen over
te gaan, teneinde de kosten van de oorlogvöering zoo klein
mogelijk te houden en de lasten gelijkelijk te kunnen ver-
deelen over de gansche bevolking. Klaarblijkelijk echter is
memi voorloopig hiervan teruggekomen, daar deze week
officieel bekend is gemaakt, dat de tegenwoordige prijzen
voor cle staal-industrie ten minste tot 1 ,Juli a.s. gehand-
liaafd zullen blijven. Weliswaar worden de ondernemingen
hierdoor in staat gesteld hare calculaties rustiger op te
maken en kunnen zij een bepaalde winstmarge thans reeds
als zeker aannemen, doch aan den anderen kant worden
exorbitante winsten tegengegaan door de voortdurend drin-

gender wordende eischen inzake arbeidsloonen. De Steel-Trust
is hieraan weder tegemoet gekomen door de bonen van
haar personeel weder-om met 15 pCt. te verhoogen.
Het directe gevolg hiervan is echter een opvoering van
demt algemeenen levensstandaard, hetgeen ook naar voren
komt in dc verhooging van de huur-waarde van het geld.
Bij de zeer nauwe relaties, die de Veneenigde Staten thans
niet de gealliherde landen van Europa onderhouden, onder-
vinden cle laatste hiervan sterk den terugslag. Toen de
linie daadwerkelijk in den oorlog ingreep, was het een
oorzaak van vreugde in cle gealliëerde landen, vooral omdat
men van deze deelname een groote firianciëele hulp ver-
wachtte, zoowel ten opzichte van de grootte der leeningen,
als vami de basis van den rentevoet. Met betrekking tot het
bedrag der leeningen heeft men zich bij de gea.liiëerden niet
te beklagen; voor 1917/1918 zijn voorzieningen getroffen tot een totaal valt $ 7 ntilliard, rvaarvan ongeveer de helft
voor Engeland bestemd is. Tegelijkertijd echter is de rente-vergoeding voortdurend hooger geworden; terwijl Amerika
111
den aanvang eelt interest van slechts 3% pct. in reke-
hing bi-acht (in overeenstemming met den rentevoet der
eerste Amerikaausche oorlogsleening) moet thans door de
gealliëem-den 5 pCt. worden vergoed. Bij een vlottende schuld
van 3% iiiilliarcl dollar beteekeut deze renteverhooging
alleen voor Engeland reeds een meerdere opbrengst van
$ 52.000.000 per jaan-.
Hoewel dit duurdere geld ongetwijfeld een tegen-teudena
vormt vooi- de geamtimeercle stemming van cle markt te
Walistreet, is dit thans nog niet zoo sterl naar voren geko-
men, ook niet, omdat dezelfde oorzaken, die aan onze beurs
een zoo gevoelige koersreactie te voorschijn hebben geroepen,
mii, liet inbeslagnemen van onze schepen, voor de beurs te
New
York stimuleerende factoren zijn geweest.
T e o n z e n t is de stemming over het geheel veel kalmer
en rustiger geworden .])e Staatsfondsenmarkt kon zich
eenigszins hei-stellen van tien eersten schok, zoodat de lee-
hing 1017 een kleine verbetering te aanschouwen heéft
gegeven – Daarentegen zijn andere beleggingswaarden tot op
zekere hoogte in koers gedaald, primo, omdat ruilingen van
deze waam-den in Nederlandsche Staatsieening door den
lagen koersstand der laatste werden uitgelokt, secuudo,
doordat de geldmarkt, hoewel niet buitengewoon duur, nog
steeds stroef is gebleven. Van buitenlandsche staatsfondsen
volgden Japansehe den loop der Duitsche beurzen, zoodat een lichte inzinking te constateeren valt. Overigens waren
de omzetten in deze soorten slechts klein.

26 Mrt. 28 Mrt. 2 April

41/
t
/o Ned. W. Schuld . . .. 94
11
/
je
93i/

94I/


°lto
4 ‘/

/
0 ,,

,,

,,

1916 94
11
/10
941/4

94
,
/
S –
4

0/

,,

,,

,,

1916 87 i/

88
8
/s

88 t/

+
lo
3
1
/2
0
/o

,,

,,

……

77’l

770/
t

771/3

4..
l/

3

0
/0

,,

,,

……68uh/t

67’l

67/8
2
1
/,
01,
Cert. N. W. S …….
58″lio 58

571/s – P/ ie

5

0
/s Oost-Indië 1915 . . . . 977/s

98’12

99/8 + 18/4
4

0/
Hongarije Goud …. 48/

– 501/

490/4

lu/
4

•/
Oostenr. Kronen rente 44/ie
43
1
Ie

42
1
12

l’/i
5 % Rusland 1906 ……29

.27
1/

– 115110
41/,
0/
Iwangorod Dombr… 31
1
/1

30

– 1
1
/
2

4
0/
RusiandCons.1880 ..
27
7
l1e
27/


4
0/
RusI.bijHope&Co. . . 26
1
/,

25

24″/ie –
4,,,°/o Servië 1895 ……..
36°/s

36V8

1)e
sclreepvaai-tnrarkt
toonde weliswaar een minder ner-
veuze stemming, doch veel animo
1
tot koopen was niet op te
merken. Algemeen wordt ter beurze de houding van onze
regeering inzake het vertrek van de ,,Maasdijk” en de
,,Poeldijk” met volle instemming besproken; men is er zich
ten volle van bewust,
dnt
door het niet-vertrekken van deze
vaartuigen onze voedselvoorziening veel moeilijker wordt,
dccli aanvaardt dit, omdat men een betoon van fierheid en zelfbewustheid in de houding van onze regeeriug bemerkt,
dat, naar men ter beurze oordeelt, niet anders dan gunstig
ten opzichte van het prestige van ons land, en dus ook -ten
opzichte van onze economische verhoudingen, vooral na den
vrede, zal kunhen werken. Bovendien neemt men aan, dat
de beloften der geassocieerde regeeringen inzake de vergoe-
dingen voor vrachten en eventueele torpedeeringen loyaal
gehandhaafd zullen worden, zoodat men de toekomst van
onze reederijen optimistischer beschouwt. Vooral de groote
onderneoningen, die een gedeelte harer vaartuigen in Neder-
land hebben opgelegd en die voorts een zekere tonneumaat
in nieuwbouw reeds hebben aanbesteed, Nvordeu gunstiger
beoordeeld. 1-liet-bij voegden zich nog eenige aankoopen van
buitenla.udsche (Scandinavische) zijde, waardoor, hoewel het
koerspeil als geheel niet buitengewoon gestegen mag worden
genodmd, de stemming en de ondet-toon wel iets beter zijn
gewoi-deh.

298

ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
April
1918

26 Mrt. 28 Mt. 2 April
Rijzingof

Hollind-Amerika-Lijn ….
3831!,
3771/2
377
8
4
_.-5
8
/

,,gem.Eig. 372
1
/, 868

366’/ -6

Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 324

300

– 24
Hou. Alg. Ati. Stoomv.-Mij.
184
1
/2 184
1
I

Hollandsche Stoomboot-Mij.. 226

214

211
3
/ – 14
1
/4

Java-China-Japan-Lijn …. 260

253

252
1
/ –
7’I
Kon. Hollandche Lloyd ..
170
1
!2
167
166
3
/ – 3’/
Kon. Ned. Stoomboot-Mij. ..
231
1
/
228′!, 228
1
!2 – 2
3
/
Kon. Paketvaart-Mij ……. 253′!,
2472/4
248 5’/2

Maatschappij Zeevaart …. 387

367


Nederl. Scheepvaart-Unie .. 239 ‘/ 232
1
/1
231 ‘Is – 8
1
/8

Nievelt Goudriaan ………1280

1280

Rotterdamsche Lloyd.’…..258′!, 250

24811 – 98/
4

Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 431

431

,,Nederland” .. 242
1
!1
237

236

– 6′!,

,,Noordzee” …
253
1
!1
237

235

– 18′!,
,,Oostzee” . . . . 419
1
!2 419′!, 419
1
/
In aansluiting hiermede waren ook de overige beurs-
afdeelingen iets meer geanimeerd. De
geidmarkt
werkte hier
wel eenigszins als een rem, doch waar het in den laatsten
tijd toch veelal gewoonte is geworden, de hulp der prolon.
gatiemarkt voor een gedeelte uit te schakelen en nieuwe
zaken slechts tegen contante betaling te effectueeren, kon-
den er toch nog verschillende belangen tot elkaar worden
gebracht. De tabaks- en rubberaftleelingen
ondervonden
hiervan de goede werking, hoewel de koersverbeteringen
geen groote proporties aannamen. Ook de
petroleummarkt
bevond zich in wat betere houding, met uitzondering van
a.ndee1en Koninklijke Petroleum, die nog steeds voor Ame-rikaansche rekening aangeboden bleven.
De
cuituurinarkt
echter was in haar geheel gedecideerd
en ongunstig van toon. De berichten omtrent de verminde-
ring van den suikeraanplant met 20 of 25 pCt, hebben thans
vasteren vorm aangenomen; algemeen wordt deze maatregel wel als noodzakelijk, doch tegelijkertijd als fnuikead voor de
groote winsten der suikerondernemingen gevoeld, daar men
de bedrjfsonkosten hoogstwaarschijnlijk niet in dezelfde
mate zal kunnen verminderen. Vooral aandeelen Handels-
vereeniging ,,Amsterdam” en Cultuurmaatschappij der Vor-
stenlanden hadden zeer sterk ouder aanbod te lijden, waarbij
de daling, door het vooruitzicht van een onderbreking van
vier dagen in het beursverkeer, grooteren omvang heeft aan-
genomen, dan anders wellicht het geval ware geweest.

26 Mrt. 28 Mrt. 2 April
R2i•ngoi

Amsterdamsche Bank …. 195
1
/ 197

+
1
1
!,

Noteeringen.

Chicago

1

Eue,,as Arc

Dato

Tam,,

Mars

Have,

Tanoc

Mars Lijnzaad
Mci

Me!

Mei

April
I
Mei
I
April

30 Mrt.’18
220
8
)125
7
Is
85
1
!,
12,75
6,35
24,55
23

,,

’18
220
3
)
127
7
!,
85
7
!,
12,85
6,35 24,10
30Mrt.’17
195
6
!,
118
1
/
62
1
!,
12,90
10,15
21,50
30 Mrt.’16
112
3
/
74
3
!,
44
7
!3
8,05 5,00
11,50
30 Mrt.’15
153
73/,
57
1
/
12,40
4
)
5,45
10,00
20Juli
’14 82
‘)
56
8
!9 ‘)
361!

1)

9,40
3
)
5,38
‘)

13,70
2
)

‘)
per

Dec.

‘)
per

Sept.
‘)

offic.
vastgestelde
locoprijs
‘) per Mei.
De noteeringen van Buenos
Ayres zijn van
26
en 23 Maart 19
26 Mrt. 28 Mrt. 2 April
Rzngoi

Ned. Handel-Mij. cert. v. aand. 177
3
/4
177

1781/
1
– 11/
4

Rotterd. Ban kvereeni ging .. 147

147


Amst. Superfosfaatfabriek.. 170

169

168

-2
Van Berkel’s Patent ……172

169

– 3
Insulinde Oliefabriek……213

209
1
/

206’/4

6
1
/4

Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand. 105
7
!, 105
1
12

– 8/8
Ned. Scheepsbouw-Mij. …. 160

184

164’/

+ 4’/
Philips’ Gloeilampenfabriek. 348

348


R. S. Stokvis & Zonen …. 691

675

682

-9
Vereenigde Blikfabrieken.. 138

1378/
2
140
1
!2 + 2
1
!3
Compania Mercantil Argent. 214
5
!8
210
3
/ 216

+ 1
3
/,
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.. 187
1
! 181 181 –
6’I2
audelsver. Amsterdam…. 404
1
/ 387
1
!2
392
1
12 •- 12
Hol!. Transatl. Handeisver. 170
1/,
168 – 2111
Linde Teves & Stokvis …. 214
3
/ 207
1
/2 216

+ 1
1/4

Van Nierop& Co’sHandel-Mij. 201

198

– 3
Tels & Co.’s Handel-Mij: .. 181

179

– 2
Gecons. Holl. Petroleum-Mij. 218

212
1
!2
211
1
!2 – 6
1
!2
Kon. Petroleum-Mij . …… 500

490’I 495

-5
Orion Petroleum-Mij. …. 95’/2

95’I2

Steaua Romana Petr.-Mij… 229

226

2311/4 +
2’I
Amsterdam-Rubber-Mij. .. 212
1
12 208
1
!8
209

– 32/2

De
..&rnerikaansche afdeeling was
hier ter beurze, ondanks
de meestal vaste houding van Wallstreet, doorgaans in
ongeanimeerde stemming. De communiqul’s van de Duitsche
legerleiding, die te onzent tijdens het beursver]oop bekend
werden gemaakt en die voor de gealliëerden Vrij ongunstig
luidden, hebben een zeer krachtigen invloed op de Anieri-kaansche markt uitgeoefend. Zelfs betere koersen uit New
York waren vaak niet in staat, een hooger bod te bedingen,
waarbij echter ook als factor medewerkte een algemeene ont-
stemming, die men ten opzichte van buitenlandsche waar-
den koesterde.

26 Mrt. 28 Mrt. 2 April
R1izngof

American Car & Foundry .. ll’Is

721/
4

731/2 +
1/8
Anaconda Copper ……..129′!, 129

130

+ 71

Un. States Steel Corp. …. 85′!,, 85
1
I8

85
7
!8 +

Ijs
Atchison Topeka ……….79

82 ‘/4

85

+ 6
Southern Pacific ……….80

83

+ 3
Union Pacific …………119

120
1
14
121
1
/4
+ 2’/4
Int.Merc.Marineafgest…..28’I

28′!,, 28’/2 + 1/4
prefs. 100
1/
4

995/1e 99 ?/


11/32

Prolongatie-rente steeg gedurende de berichtsperiode tot
5 pCt.

Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
OOCfl.
1 April
1918
25 Maart
1918
1 April
1917

Tarwe ………………576,-‘)
576,

9
472,-
1
)
Rogge (No. 2 Western)
nom. nom. nom.
MaIs

(La Plata) ………420,-‘)
420,-‘) 345,-
1
)
Gerst (46 lb. feeding)..
420,-
1
)
420,-‘)
345,-‘)
Haver (38 lb. white clipped)
21,-
1
)
21,-
0
20,-
1
)
Lijnkoekei4 (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
300,-‘)
300,’)
200,1)
Lijnzaad (La Plata) ……
.nam.
‘nam.
740,-

1
) Regeeringsprijs.

18, 30 Maart 1917, 30 Maart 1916 en 30 Maart 1915.

AANVOEREN in tons van
1000
K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen.
24-30 Maart
Sedert
Overeenk.
24-30 Maart
Sedert
Overecnk.
i
1918
1917
1918
1
Jan. 1918
11/dook 1917
1918
1 Jan. 1918
tijdvak 1917

Tarwe ……………..


84.463


4.553

89.016
Rogge ……………..

.

4.465




4.465


654


– –
654


60.099


39.309

99.408


2.608


5.492

8.100

Boekweit

………….






6.790

6.790

Mais

……………..
Gerst
………………



8.322


7.560

15.882
Haver

……………..
Lijnzaad
……………
Lijnkoek ……………
– –
9.070


14.232

23.302
Tarwemeel
………….

.

3.815
– – –

3.815

AANVOEREN
in tons
van
1000
K.G.
voor Belgi8.

8.079
68.508
73.348
– –

68.508
73.348
4.749
24.647
7.479



24.647
7.479
Tarwe
……………..

3.451
3.451

– –

3.451

Ma.Is

……………..
Rogge

……………..

– –

– –


Tarwemeel
…………..
Gerst

……………..


144

– – –
144

3 April 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

GOEDERENHANDEL
GRANEN.
1 April 1918.
Geen oerzeesche post heeft in de afgeloopen week ons
land bereikt en de korte telegrafische marktberichten, die
wij dagelijks uit Noord- en Zuid-Amerika ontvangen, melden
niets nieuws. De tarwe-aanvoeren aan de Noord-Amen-
kansche markten blijven nog steeds zeer klein, terwijl mais
voortgaat in flinke hoeveelheden ter markt te komen.
De nood in zake de Nederlandsche graanvoorziening heeft
de regeering genoodzaakt het broodrantsoen nogmaals te
verminderen door verlenging van den looptijd der brood-
kaarten op 14 dagen. Het dagelijksch rantsoen bedraagt nu
200 gram. Er zijn voldoende grondstoffen aanwezig voor de
handhaving van dit rantsoen tot het binnenkomen van den
nieuwen Nederlandschen graanoogst.
De Gealliëerden schijnen nog steeds de bedoeling te heb-
ben, 100.000 ton tarwe voor Nederland in Zuid- en Noord-
Amerika beschikbaar te stellen doch het is de vraag, of
maatregelen voor den aanvoer daarvan genomen kunnen
worden. Van veevoeder is geen sprake. Indien het zachtere
weder der laatste dagen niet van korten duur blijkt, kan
in den ergsten nood op dit gebied misschien iets vroeger
dan gewoonlijk worden voorzien. Reeds nu ziet men rundvee
in de weiden, doch veel voedsel is daar nog niet te vinden.
De staat der noteeringen en aanvoeren vincft men op
nevenstaande pagina.

SUIKER.

F. 0.

Licht

voorspelt

vooral
voor

Noord-

en

Oost-
Duits c h lan d eenen achteruitgang van den aanplant van
suikerbieten.
In Oostenrijk-Hongarije gaan de onderhandelingen
tusschen fabrikanten en landbouwers niet zoo glad als men
had mogen verwachten ih verband
met de verhoogde beet-
wortelprjzen.
De zichtbare voorraden bedroegen volgens F.O. Licht:

1918 1917 1916
Duitschlandi
1 Se t
Hamburg

J
Oostenrijk

1

1)

Frankrijk

1

,,

1)

Nederland

1 Maart
België

1 Jan.
Engeland

1 Nov.
1)

Totaal Europa
V.S.v.N.A. 25 Jan.
Cubahavens

31

Totaal

1.489.213
1.234.114

1.798.526

tons

• Raming. i) 1917/16/15.

Over de verschillende suikermarkten kwamen hoegenaamd
geen nieuwe berichten binnen.

NOTEERINGEN.

Data
Amsterdam per

Londen
New York
Tak,
Wit
Arnerk.
Maart
Cubes
Java,
lalea”
Cenirifugals. No.
I
fob.

29 Maart1918 .
.
f

53/9
14/6

5.92
22

,,

1918

..

53/9 14/6

5.92
29 Maart1917 .. 22
8
/4
47(1
1
2
2113
32/8
5.89

6.02
29Maart1916 ..
26e/9
42/6
17/3 28/9

21Juli

1914

..
ll”/s,
18/—
– –
3.26

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons, Manchester, dd. 28 Februari 1918.

Amerikaansche katoen is gedurende de vorige week weer
sterk gestegen en koopers hebben veel hoogere prijien moeten
betalen om hun behoefte te dekken. Het sèhijnt wel, dat deze
stijging veroorzaakt is door een betere vraag van de industrie,
terwijl• dekkingskoopen van baissiers deze verder in de hand gewerkt hebben. Over het algemeen is de markt zeer onzeker
en wordt deze zeer gemakkelijk beïnvloed door allerlei be-
richten. Egyptische katoen is eveneens vasten, hoewel de
vraag gering blijft en ook in de termijnmarkt zeer weinig
omgaat.
De Amerikaansche garenmarkt is zeer vast en prijzen zijn
weer hooger; niet zoo zeer tengevolge van meer vraag dan
wel door grootere afroepen op oude contracten en tevens
door de steeds verder verminderde productie. Spinners zijn
zoo goed bezet, dat zij, ook door deze kleinere productie,

voor elke nieuwe order volle prijzen kunnen bedingen. Bo-
vendien dringen de weverijen sterk op levering aan, omdat
zij anders vreezen, dat zij bij nog verdere bedrijfsinkrimping
van de spinnerijen zonder voorraad zullen komen. De Regee-
ring blijft nog steeds aan de markt, doch overigens worden
weinig nieuwe orders geplaatst. Egyptische garens zijn vast en er is nog al wat gedaan in fijne medio-garens voor Indië,
waarvan de meeste fabrikanten thans tot het einde van het
jaar en enkelen zelfs tot ver in 1919 uitverkocht zijn. De
productie van deze fijne nummers is trouwens zeer beperkt,
doch ook in het algemeen is de vraag naar garens wel wat
toegenomen.
De doekmarkt is vast en prijzen zijn hooger dan eenige
weken geleden, hoewel de vraag niet van veel beteekenis is.
Biedingen van Indië en China zijn ver beneden de markt-
pariteit in Lancashire, zoodat voor die markten ook weinig
gekocht wordt. Zuid-Amerika en de kleinere markten blijven
echter geregelde koopers, zoodat de meeste fabrikanten in Burnley dan ook beter bezet zijn. In gesterkte shirtings en
dhooties gaat absoluut niets om en zijn fabrikanten daar-
van zeer om orders verlegen. Er zijn nog veel Regeerings-
orders aan de markt• en ook het Tbinnenland blijft druk,
vooral in zwaardere goederen, waarin reeds groote contrac-
ten zijn afgesloten, zoodat het zeer moeilijk wordt, daarin
nog redelijke levering te krijgen.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

128 Mrt. ’18
25 Mr!. ’18
18 MrL ‘I8 28 M,t. ‘171
28 Mr!.
’16

New York voor
Middling

. .
34,25 c
34,25 c 34,30 c
19,30 c
12,10 c
New Orleans
voor Middling
33,50 c
33,50 c
32,63 c
18,63 c 11,88 c
Liverpool Good
Midd. Americ.
24,84 d
24,80 d 24,17 d
12,68 di)
7,82 d’)

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche
havens.
(In duizendtallen balen.)

Aug.’17
tot
1
2
1
2maa,t*18′

Oee,reenkomsllge
perioden

1916-17

1915—’16

Ontvangsten Gulf-Havens..

11

Atlant. Havens
5157
6109
5901

UitvoernaarGr.Brittannië
2105
1853
‘t-Vasteland.
3147
1705 1645
Japan etc…
438

Voorraden
in
duizendtallen
22Maar1’18
22Maart’17
22Maart’16

1526 1239
1425
Binnenland …………..
1214
1058 1012
Amerik. havens …………


131
296
New York

…………….

..

423
357
New Orleans ………….
Liverpool

……………

761
910

0)
Middling.

WOL.

De zaken op de centrale markt te Buenos Aires zijn
!eel kalmer geworden, voornamelijk door het groote gebrek
aan tonnenmaat, wat een spoedige aflevering van de groote
gecontracteerde parti3en onmogelijk maakt.
Te Montevideo zijn op ‘t oogenblik de zaken verlamd
tengevolge van nieuwe regeeri ngsbesluiten.

HUIDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co.:
In de positie van de buitenlandsche markten geen
verandering. Stemming voortdurend vast.
Bij inschrijving en uit de vrije hand werden afgedaan:
250 gezouten, 200 drooggezouten en 130 droge huiden. De
veiling der 500 gezouten huiden bracht in verhouding van
de qualiteit bevredigende prijzen op.
Rotterdam, 28 Maart 1918.

BANKA—TIN,

In Nederlandsch-Indië zijn in Januari 1918 verkocht
25.000 pikols Gouvernements-Bankatin. De opbrengst daarvan
bedroeg ongeveer
f
4.400.000,—.
In Februari zijn verkocht 35:900 pikols. De opbrengst be-
droeg ongeveer
f
6.750M00,—.

(St.ct.)

400.000e 250.0O0

545.000tons

250.000 *
39.012
129.470
123.548 259.929

3 05 .000 *
58.525 155.254 110.926 135.699

478 .000
141,454
84.396
88.213 195.267

1.201.959 1.015.404 1.532.330

37.605

75.026

58.224

258.649

143.684

207.972

tons

300

ECONOMISÇH-STATISTISÇHE BERICHTEN

3
April
1918

METALEN.
HOUT.

Loco-Noteeringen te Londen

Data

Cronstadi
Golf aan Mexico
Data
IJzer
Cleii.
Koper Standard
1

Tin
1
Lood
Zink
Holland
Oosik.
Engeland
Holland
Engeland
No. 3
1
(gezaagd)
(mijn.
(pjtch
pine)
(pIlcFi.
pine)

29 Mrt. 1918..
nom.
110.-t-
316.-t-
30.10!- 52.-I–
_________________________
_______
stutten)

25

,,

1918..
nom.
110./
316.-t-
30.10/-
52.4-
25/30 Maart1918
…..
18

1918..
nom.
110.-!-
320.-/-
30.10/-
52.-t-
18/23

,,

1918


……
30 Mrt. 1917..
nom.
136.-t-
214.17/6
30.10/-

19/24 Maart1917

….-


……
31 Mrt. 1916..
92/6
116.-!-
199.10/-
35./
96.4-
20/25 Maart1916

525-
……
… …

20 Juli

1914..
51.4/-
61.-!–
145.15/-
19.-!-
21.10/-
Juli

1914
……

.112,—

2416

751-

77/6

ERTS.
VERKEERS WEZEN.
1
1

Cartha-

Grlaen-
RIJN VAART.


‘Data
Bilbao
t Middles.
gena
Mlddles-

.

.
land
Mlddles-
Poti
Middles-
Week van 25 Maart tot 1 April 1918.
1

kro’
kro’ kro’

Sedert de vorige opgave is de positie in de Ruhrhavens
onveranderd

gebleven,

aangezien

de

waterstand

steeds
25/30 Maart1918

vallende

bleef

en

de

naar

Mannheim

onderweg

zijnde
18/23

,,

1918

schepen door oplichten te St. Goar gestadig werden opge-
19/24 Maart 1917

houden. Ook de toevoeren naar de laadhavens waren door
20/25 Maart1916

de komende feestdagen zeer gering. De algemeene verwachting
Juli

1914
…….26/6

241-


…….4/3

5/4
1
/2

5/9

8/6

is, dat deze week een opleving van het vers-oer zal plaats
hebben
KOLEN.

De vrachten en sleeploonen bleven ongewijzigd genoteerd.

Oostk. Engeland
Cauber Pegel is inmiddels tot 1,15 Meter gezakt.
Bor-
G ena
Part
ata
R
o
lt
er.I
Cron.
De vaart van Rotterdam naar Duitschland is weder hervat, Data

daar de Nederlandsche Regeering het stellen van cautie
deauxI
Said
j’vier
dam
stadt

heeft opgeheven.
De sleeploonen werden

iet 50 cents tarief
+
60 cents
25/30 Mrt. 1918


per last genoteerd.

18/23

,,

1918

10113

150/-


19124 Mrt. 1917
51/-

101/3

100/-

100/-

SCHEEPVAART.
20/25 Mrt. 1916
fr7l,—

97/6

100/-

751- f6,—

In de afgeloopen week zijn geen scbeepvaarttijdingen bin-
Juli 1914
7,—

7!-

713

14/6

3/2

5!-

neugekomen.
GRAAN.
DIVERSEN.

Bombai,
Birma

Vlodivo.
Chili
Petra-
Odessa
.4t1. Kust

Ver. Staten
San Lorenzo
Data
We.,1
Europa
West

Europa

1

stock

1
1

West

1

West
Europa
Data
grad
0
den/
Rotte,-
(d. w.)
(rijst)
Europa
1
(salpeter)
dam
Rotier-
Bristol
Rotte,.
Enge.
dam
Kanaal
dam
land
25/30 Maart1918
18/23

,,

1918
25130Maart1918


19/24Maartl917

…….-

18/23

,,

1918

50/-

200!-
20/25 Maart1916

…….275/-

500/-

185/-
…….240/-

2951-

135/-)

19/24 Maart 1917

31f3

1351-
Juli

1914
…….125/-

165/-

135/-
…….14/6

16/3

25e-

22/3
20/25 Maart 1916

f13,—

141-

90/-

135/-
1)
Per zeilschip.
Juli

1914

lid.

7/3

1111
1
/

1/11)/

121-

12/-
Hout. gezaagd en plichptne per St. Pel. Standard van 165 kub. vi., mijn-
Graan Petrograci per guarter van 496 iks. zwaar, Odessa per Unil. Ver,
stuiten per vadem van 216 kub. aL
Staten per guarier van 480 1h. zwaar.
Overige
noteeringen
per ton aan
1015
K.G.

ADVERTENTIËN

NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
KONINKLIJKE
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM

tegen
HOLLANDSCHE
pCt. Obligatiën (Grondbrieven)
Beurskoers

5
Gecertificeerd door de Centrale Trust.Compagnie
LLOYD

Verkrijgbaar in atukken van
f
2500,—,
1
1000,—,
f
500,— en
f
100,-
op elk goed effectenkantoor
AMSTERDAM

Geregelde

G E B R 0 E D E R S C H A B 0 T
Passagiers-

en Vrachtdienst

ROTTERDAM
met nieuwe, moderne


post-stoomschepen

KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN
TUSSCHEN

Deposito’s.

Rekening-Courant.

Franco Chèque-Rekening.
A M S T E R D A M

Aan- en Verkoop van Wissels
op
het Buitenland.

Aan- en Ver-
EN

koop van Fondsen.

Bewaarneming
en
Administratie van Effecten.

ZUID-AMERIKA

VIA
Oorlogs-,
Transport-, Casco-, Brand-. Diefstal- e. a. verzekeringen

NEW YORK
van eiken aard.

10 April 1918

ECONÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

301

HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA

AMSTERDAM

BUENOS AIRES

RIO DE JANEIRO

SANTOS

KAPITAAL f 14.000.000,—

RESERVE f 2.100.000,-

ALLE BANKZAKEN OP ZUID

AMERIKA

VERLEENT BEMIDDELING TOT HET AANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN

ARGENTINIË
EN
BRAZILIË

DE GRONINGER BANK
jederlandsche
Gist

Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wilder-
en Spiritusfabriek

vank, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Veendam
DELFT
en Ter Apel
(Firma TIMMERMAN
&
SASSEN)

ARTIKELEN:
Kapitaal
/
6.000.000,— Geplaatst en gestort
/
4.000.000
9

Reserves
/
401.498923
Gist

Brandspuritus

VERRICHT ALLE BANKZAKEN
Zuivere spiritus

-•
Foezelolie

Belast zich met het incasseeren van wissels or

binnen- Amyl-alcohol


en buitenland
Aether Sutfuricus

Narcose aether

Algemeene Nesche Hypotheekbad
Kurken en

LEEUWARDEN

Kapitaal f1.000.000,—

Reserves
=L
f
147.573,—

—.1

1
.
Uitstaand bedrag Pand brieven ruim
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

S
/
8.060000,—
Wester-Suikerratlinaderij

0
0
/Pandbrieven a 99
/0
4/

1
AMSTERDAM

2

4

0/ 1)

-I
h

n
i
0/

anur1even a

GROOTSTE RAFFINADERIJ

10

0
IN NEDERLAND

Levert de mooiste Suiker,

PRACTISCH EFFECTEN
:
BOEK

ter vereenvoudiging van administratie
en
Produceert behalve

alle soorten
Melis-
ten gebruike voor de vermogensbelasting
suiker
en
Basterds:

Prijs
f 1,—
Oristallen,

groote

en

kleine,

Klontjes
(Oubes), Theeklontjes, Cruehed (brokken)
Tabletton, Brooden, Poectersuiker, fijne

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bil NIJGH
&
VAN DITMARS UITG.-MlJ, Rotterdam
Buikers voor Vruchten gebruilp, ens. ens.

Pletterij, voorheen L. I. Enthoven & Cie – Delft

Wissels, Veerwissels, Goederenwagons, Draaischij ven,

Bruggen, Kappen en Gebouwén, Tanks, Aanlegsteigers.

ZWAAR EN LICHT SMEEDWERK EN PERSWERK.

302

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 April 1918

KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA

GOUDA

GÖUDA KAARSEN

NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT

STEARINE

KAARSENPIT

OLEINE

CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE

NEDERLANDSCHÈ HANDEL-MAATSCHAPPIJ

GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—

STATUTAIRE REERVE
f
11.595.462,-

Hoofdkantoor: AMSTERDAM

Agentsckappen te ROTTERDAM en ‘s-RAYENHAGE

Vestigingen in de voornaamste plaatsen van
NEDERLANDSCH-INDIË,

in de
STRAITS-SETTLEMENTS,
in
BRITSCH.INDIË
en in
CHINA.

In- en Verkoop van Wissels enTelegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafsche Credieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

y
i

N

CREDIETVEREENIGING

Gevestigd te AMSTERDAM

Opgericht 1853

KAPITAAL
f
5.000.000.—

RESERVES
f 1.200.000,-

HOOFDKANTOOR en BIJKANTOREN te AMSTERDAM

AGENTSCHAPPEN
te: ALKMAAR, ARNHEM, DEVENTER, DORDRECHT, ‘e-GRAVENHAGE, GRONINGEN.

LEEUWARDEN, MAASTRICHT, MIDDELBURG, NIJMEGEN, ROTrERDAM, TILBURG, UTRECHT en
ZWOLLE.

CREDIETEN, REKENING-COURANT met Rentevergoeding, DEPOStTO’S. INCASSEERINGEN.

Aan- en Verkoop van CHEQUES OP HET BUITENLAND.

NEDERLÂNDSCHE BA1 KINSTELLING

VOOR
WAARDEN BELA5T MET VRUCHTGEBRUIK EN PERIODIEKE UITKEERING,EN

s-
GWE1’ILGE

Dir’ectie ÇL.SCI-iWAPZ en Mn H. R.van MÂA5DTJk

Geplaatst Kapitaal
f
5.000.000,-

Ieser’ves f 815.000,-

pendJ4everikaipitaal puim f23.500.000,-

1/2
Ed
5
0
/b
PATNDJ3RIEVEN TEGEN IEUftSKOERS

R. MEES &ZOONEN

ANNO 1720

BANKIERS

ASSURANTIE-MAKELAARS

SCHIEDAM

ROTTERDAM

VLAARDINCEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van alle’ Assurantiën

Auteur